GRENZENLOOS MAGAZINE
Voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters
18
NR
Grenzenloos.nl
Ludique le Vert Frankrijk
Juli 2015
Alexandra Andersson Denemarken
EMIGREREN DOOR DE JAREN HEEN Tentoonstelling in museum Flehit
GAT IN DE ZWEEDSE MARKT Nederlandse ondernemer in Scandinavie
KOLDERIEK FRANKRIJK Bestseller Ludique krijgt vervolg
Uitgeverij
1
Grenzenloos
Welkom
Colofon GRENZENLOOS MAGAZINE Gratis online magazine voor emigranten, expats en tweedehuisbezitters. Verschijnt 12 x per jaar, rond de laatste vrijdag van de maand. Een uitgave van Uitgeverij Grenzenloos, een imprint van VanDorp Uitgevers Voor meer informatie of adverteren, kijk op www.grenzenloos.nl of mail naar
[email protected] In dit nummer staan bijdragen van: Sanne de Bock Marielle Saegaert Ludique le Vert Alexandra Andersson Marjan van den Dorpe Stef Smulders
HET RAADSEL VAN DENEMARKEN
A
l jaren vraag ik mij af waarom er zo weinig Nederlanders emigreren naar Denemarken. Europese landen als Spanje en Frankrijk zijn als vanouds in trek bij landverhuizers. Zou klimaat de belangrijkste factor zijn? Wellicht, maar Zweden staat ook hoog op het lijstje van landgenoten die over de grens kijken. Of is Denemarken niet in trek omdat Denen in veel opzichten op Nederlanders lijken en ook het Deense landschap met wat fantasie te vergelijken is met het Hollandse? Misschien geeft het artikel Terug naar Denemarken wel het antwoord op mijn vraag. Ook deze maand weer veel afwisselende en lezenswaardige artikelen. Veel leesplezier! Uw reacties en tips worden altijd gewaardeerd:
[email protected] Grenzenloos Magazine verschijnt 12 x per jaar, rond de laatste vrijdag van de maand.
Eric Jan van Dorp - Uitgever/hoofdredacteur Twitter: @ericjanvandorp
Eric Jan van Dorp Coverfoto: Gabriel Garcia Marengo Copyright©2015 VanDorp Uitgevers Op de teksten en foto’s in deze uitgave rust auteursrecht. Niets uit deze uitgave mag worden opgeslagen, gekopieerd of op andere wijze dan ook worden verveelvoudigd en/of verspreid, zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever.
2
Inhoudsopgave
4
Nieuws en nieuwe boeken
Terug naar Denemarken
12
Integreren moet je leren
Marielle Saegaert: Junio
24
28
Column: Je kan er niet omheen
Gat in de Zweedse markt
44
18
Emigreren door de jaren
Ludique: Leo is 90 geworden
30
6
Stef Smulders: hogesnelheidslijn
38
Nieuws BELLEN IN HET BUITENLAND WORDT VEEL GOEDKOPER VANAF 2016 EEN BESPARING VAN 75%
H
et ging niet zonder slag of stoot, maar de Europese politici hebben een akkoord bereikt over het afschaffen van de kosten voor data-roaming. Hierdoor wordt bellen, internetten, en sms’en in Europa veel goedkoper. Telecombedrijven mogen vanaf juni 2017 helemaal geen extra kosten meer in rekening brengen. Vanaf april 2016 mag men nog maar 5 eurocent extra rekenen voor elke belminuut. Sms’jes (2 cent extra) en internet (5 cent per mb extra) worden vanaf die datum ook al stukken goedkoper. Dit verschil voor de consument is volgens de Europese Commissie zo’n 75 procent. Bron: ANP
OPNIEUW STAKINGEN IN SPAANSE LUCHTVAART TWEE WEEKEINDEN IN JULI
S
paanse luchtverkeersleiders hebben opnieuw stakingen aangekondigd. Ditmaal voor twee specifieke weekeinden in de maand juli. Deze dagen vallen juist op de drukste reisdagen in het hoogseizoen. De stakingen zijn aagenkondigd voor 11 en 12 juli en voor 25 en 26 juli, en kunnen rond die dagen voor ernstige vertraging of zelfs uitval van vluchten zorgen. Eerder dit jaar waren er ook al stakingen door Spaanse luchtverkeersleiders.
4
Nieuws
Nieuw: Kolderiek Frankrijk De langverwachte opvolger van de bestseller ‘Hilarisch Frankrijk’ Ludique le Vert Uitgeverij Grenzenloos ISBN 97890776980768 Prijs € 16,95 Te koop via Emigratieboek.nl en Bol.com
VIER OP DE TIEN ESTLANDERS WILLEN EMIGREREN LAND PROBEERT JUISTEN ESTEN TERUG TE LOKKEN
B
ijna vier op de tien Estlanders willen hun geboorteland verlaten. Dat blijkt uit een enquête van het Estse dagblad Eesti Päevaleht. 37 procent van de 1000 ondervraagden zegt in het afgelopen jaar nagedacht te hebben over emigratie.
jaar 3 procent van de bevolking. Estland telt ongeveer 1,2 miljoen inwoners. Het land probeert sinds 2010 met de campagne Talendid koju (Talent, kom terug) geëmigreerde Esten te overtuigen dat een terugkeer succesvol kan zijn. Via een website kunnen Estse werkgevers vacatures plaatsen en expats zoeken. Geen van de 800 expats die in de database staat, is echter teruggekeerd naar Estland...
De Baltische staten, waar EU-land Estland deel van uitmaakt, hebben al jaren te kampen met massale emigratie. In 2003 vertrok 0,7 procent van de Esten naar een ander land, in 2004 was dat al 3,16 procent. Sinds dat jaar verdwijnt elk
5
Terug naar...
Denemarken
6
Alexandra Andersson
A
lexandra Andersson werd geboren in Denemarken, het land van haar vader, maar verhuisde als kleuter met haar Nederlandse moeder naar Nederland. Het Scandinavische land kende ze hierdoor vooral van vakanties. Alexandra behaalde haar bachelor in Utrecht en besloot vervolgens haar master te halen in haar geboorteland. Elke vakantie was het weer zover: tas inpakken, auto in en rijden maar! Nederland, Duitsland en na zo’n 8 uur rijden dan eindelijk Denemarken. Elke keer voelde het weer als thuiskomen. Daarom was het twee jaar geleden ook tijd om het echt mijn thuis te maken; ik verhuisde naar Aarhus.
opzichte van de andere uitwisselingsstudenten; omdat ik ook de Deense nationaliteit heb, hoefde ik geen cpr-nummer meer aan te vragen. Dit cpr-nummer is vergelijkbaar met het persoonsnummer (BSN) in Nederland. Alleen is in Denemarken het cpr-nummer wat een fiets is in Nederland: zonder dat kom je nergens. Door dit cpr-nummer kon ik direct een pinpas aanvragen, een telefoonabonnement afsluiten en Deense lessen volgen op de taalschool.
Denemarken, het land van de kleine zeemeermin, windmolens, havens, trollen, glooiend platteland en niet te vergeten Legoland. Maar voor mij is Denemarken altijd al meer geweest, namelijk het land van mijn vader. Ik werd geboren in de buurt van Kopenhagen, maar 4 jaar later verhuisden we naar Nederland, het land van mijn moeder. Ook al woonden we dan in Nederland, elke vakantie waren we nog in Denemarken te vinden. Daarom maakte ik logischerwijs tijdens mijn studietijd in Utrecht de beslissing dat ik tijdens mijn bachelor Taalwetenschap op uitwisseling zou gaan naar Denemarken.
Eenmaal in Aarhus was ik direct op mijn plaats. De stad is gezellig, ik maakte leuke vrienden, de colleges op de universiteit bevielen erg goed en er waren veel gezellige studentenfeesten.
Uitwisseling Zo gezegd, zo gedaan. Augustus 2012 vertrok ik naar Aarhus. Dit keer niet voor een paar weken, maar voor vijf maanden. Hier kwam nog wel wat bij kijken, van kamer regelen tot een Deense pinpas aanvragen. Één voordeel had ik wel ten
Emigreren Helaas moest ik na vijf maanden toch echt weer terug naar Nederland om mijn bachelor af te ronden. Op dat moment ontstond het idee om direct daarna de Engelstalige master Linguistics in Aarhus te gaan doen.
7
Denemarken Terug in Nederland ben ik dat direct gaan regelen. Ik was verplicht een officiële test Engels (TOEFL-test) te doen om aan te tonen dat ik die taal op academisch niveau beheers. Daarnaast ging ik ook alvast op zoek naar een kamer in Aarhus. Het regelen van deze praktische zaken naast het schrijven van mijn bachelorscriptie, was een drukke periode, maar het loonde uiteindelijk wel: ik werd toegelaten tot de master Linguistics aan de Universiteit van Aarhus. Ik kon m’n koffers pakken om te emigreren! Dat betekende ook dat ik in korte tijd nog veel meer dingen moest gaan regelen. Uitschrijven bij de gemeente Utrecht, inschrijven bij de gemeente Aarhus, Nederlandse zorgverzekering en studiefinanciering stopzetten, Deense studiefinanciering aanvragen, noem het maar op. Zenuwachtig Augustus 2013 was het dan zover. Na 17 jaar in mijn moederland te hebben gewoond, verhuisde ik terug naar mijn vaderland. Maar oh, oh, wat was ik zenuwachtig! Ik kende het land en de stad dan al wel, maar alle vrienden die ik tijdens mijn uitwisseling had gemaakt, waren internationale studenten die nu weer terug naar hun eigen land waren gegaan. Gelukkig leerde ik de eerste week weer veel nieuwe mensen kennen en begon ik langzaam mijn draai te vinden. Tijdens de introductie op de universiteit trof ik leuke studiegenoten aan, zowel internationale studenten als Denen. Ook al ben ik zelf half Deens, ik voelde mij nog steeds erg Nederlands in vergelijking met ‘hele’ Denen. In het begin sprak ik ook de taal nog vrij gebrekkig, dus ging ik liever met andere internationale studenten om. Nu spreek ik de taal ondertussen vloeiend, dat maakt het contact met Denen ook veel gemakkelijker. Maar ik
8
ga nog steeds heel graag met internationale studenten om, want ik krijg nooit genoeg van al die verschillende talen en culturen.
Cultuurverschillen De Deense cultuur verschilt uiteraard van de Nederlandse. Denen zijn over het algemeen veel meer ingetogen en minder luidruchtig dan Nederlanders. In supermarkten, bijvoorbeeld, is het opvallend veel stiller dan in supermarkten in Nederland. Denen houden zich ook keurig aan allerlei regels. Zo steken ze nooit over bij een stoplicht dat op rood staat en iedereen draagt keurig een fietshelm, jong en oud. Op de universiteit merk ik ook duidelijk verschillen. De aanpak is sterk gericht op
Alexandra Andersson groepswerk, duidelijk anders dan ik gewend was op de universiteit in Utrecht. Denemarken is wel veel duurder ten opzichte van Nederland. Zo kost een kop koffie al snel vijf euro. Ook merk je het verschil in bevolkingsdichtheid, want hoewel Denemarken qua oppervlakte een slagje groter is dan Nederland, wonen er slechts 5,5 miljoen mensen.
andere Nederlanders die in Aarhus wonen en elke maand houden we een Nederlandse borrel in onze ’stamkroeg’, waar er gezellig Nederlands gekletst wordt. Aan dit Nederlandse netwerk heb ik mijn twee bijbaantjes te danken en ook de fantastische ervaring om persoonlijk aanwezig te zijn bij het staatsbezoek dat Koning WillemAlexander en Koningin Maxima aan Denemarken brachten.
‘Wat een lawaai en wat zijn er toch veel mensen in Nederland!’
Inmiddels ben ik al zo gewend aan al deze dingen, dat wanneer ik weer even terug ben in Nederland, ik steeds een kleine culture shock krijg. Wat een lawaai en wat veel mensen! Ik merk ook dat ik in de trein zachter praat dan voorheen en tegenwoordig heb ik veel meer moeite met door het rode licht te lopen. Intergreren Ik integreer meer en meer in de Deense samenleving, ook dankzij een vaste bijbaan die ik hier tegenwoordig heb. Begonnen als stage, werk ik nu op de internationale school als klassenassistent in groep 3 van de basisschool. De leerlingen op deze school komen overal vandaan. Van India tot Brazilië en van Australië tot Finland. Al deze verschillende culturen en talen samen op één school maakt het een erg bijzondere werkplek. Ook is het zeer relevant voor mijn studie taalwetenschappen. Naast dit baantje geef ik ook privéles Nederlands als Tweede Taal aan een Deense vrouw. Ook dit doe ik met veel plezier en enthousiasme en het brengt mij weer in veel contact met de Nederlandse taal en cultuur. Verder heb ik ook veel contact met
Blijven Al deze ervaringen bij elkaar maken mijn leven in Denemarken erg leuk en ik geniet er elke dag van. Over een half jaar ben ik klaar met mijn master Taalwetenschap en er wordt al veel gevraagd wat mijn plannen zijn na mijn afstuderen. Zoals het er nu naar uitziet blijf ik in Denemarken, want ik heb mijn leven nu opgebouwd in Aarhus. Natuurlijk mis ik mijn familie, vrienden en het leven in Nederland wel af en toe, maar zoals ik vroeger altijd op vakantie ging naar Denemarken, doe ik dat tegenwoordig naar Nederland. En dat bevalt mij zeer goed! Tekst: Alexandra Andersson Foto’s: Alexandra Andersson, Deens verkeersbureau
9
n e r e r g e t . . . In n re e l e j t e o m
10
Buitenlandstage
S
anne de Bock is voor haar stage enkele maanden in Nieuw-Zeeland. Zij houdt de lezers van Grenzenloos Magazine op de hoogte van haar ervaringen. Wat vliegt de tijd. Die uitspraak hebben we al aan meerdere internationale vrienden uit moeten leggen, want kennelijk zijn ze er niet mee bekend in landen als Frankrijk of Japan. Toen ik met mijn handen uitbeeldde wat ik bedoelde, schenen ze echter wel te begrijpen hoe het zat – en hoe kan dat ook anders, want het is waar. Mijn stage aan de universiteit zit er alweer bijna op, de reis die ik ga maken door het land van de hobbits staat op het punt te beginnen. De laatste handen worden gelegd aan verslagen en presentaties, reisroutes worden uitgestippeld en vliegtickets worden geboekt. Vreemd, voelt het. Toen ik vlak voor mijn grote avontuur stond, met mijn neus er zo dicht tegenaan dat mijn ogen moeite hadden een volledig overzicht van de situatie te krijgen, was het gek om te bedenken dat er, vier maanden later, weer een punt zou zijn waarop ik terug zou keren naar Nederland. En nu ben ik al dichter bij het laatstgenoemde moment dan bij het eerste. Laten we echter niet op de feiten vooruit lopen; er zijn nog heel wat dingen die ik hier moet en wil doen voordat ik op het vliegtuig naar Melbourne stap, en één daarvan is jullie op de hoogte brengen over mijn laatste ontdekkingen op het gebied van Kiwicultuur. Winter Terwijl in Nederland de zomer haar eerste, voorzichtige toenaderingen maakt – zoals dat gaat met hele kleine stapjes in de goede richting, is hier in Wellington een schaatsbaan opgezet
langs de kust. Een beetje uit zijn verband gerukt lijkt het wel, want hoewel het beduidend kouder is dan een paar maanden geleden, komt de temperatuur nog lang niet in de buurt van het vriespunt. Toch zie je steeds vaker mensen rondlopen in dikke winterjassen en warme mutsen, zelfs al is het vijftien graden buiten en dragen wij Nederlanders slechts onze zomerjas. Kleding is dan ook het eerste onderwerp dat ik wil aansnijden. Licht en luchtig Na aankomst in de winderigste stad van het zuidelijk halfrond (zoals een bord op Mount Victoria trots verkondigt), was één van de eerste dingen me opviel het grote verschil in kledingstijl tussen Nederland en Wellington. Het liefst lopen de Kiwi’s het hele jaar door rond in korte broeken of renbroeken met driekwart formaat. Er is hele harde regen voor nodig om ze van deze overtuiging af te brengen, zoals één van de studenten op de universiteit ons demonstreerde. Wanneer het koud is, wordt het gebrek aan stof om de benen gecompenseerd met een warme trui om het bovenste deel van het lichaam. Omdat ik, bij gebrek aan geld voor andere sportmogelijkheden, regelmatig hardloop door de straten van Wellington, ontdekte ik al
11
Nieuw-Zeeland tijdens mijn eerste dagen in de Nieuw-Zeelandse hoofdstad het fenomeen ‘hardloopkleren zonder hard te lopen’. Het lukte ze vaak me voor de gek te houden, de, voornamelijk vrouwelijke, Nieuw-Zeelanders die rondliepen in renkleren en -schoenen zonder daadwerkelijk van plan te zijn hun pas te versnellen. Na een tijdje leerde ik echter de sporters van de niet-sporters te onderscheiden, een verschil dat vaak bleek te liggen in de aanwezigheid van een waterfles (sporters) of een schoudertas (niet-sporters). Hoe het ook zij, het is duidelijk dat de Kiwi’s van comfortabel houden – en geef ze eens ongelijk. Kiwi taal Buiten hun typische kledingstijl, beschikken de Nieuw-Zeelanders ook over woorden en gezegden
12
die in de rest van de wereld niet worden gebezigd. Zoals de Kiwi’s op het gebied van kleding uitblinken in het dragen van hardloopkleren zonder hard te lopen, zo maken ze op taalkundig vlak graag gebruik van vergelijkingen zonder daadwerkelijk iets te vergelijken. Wil je je goed mengen met de inheemse bevolking? Druk je waardering dan niet uit met “cool” of “awesome”, maar met “sweet as”. Sweet as.... wat? Dat weet niemand, en dat is ook niet het punt van de uitspraak. “As” kan overigens niet enkel achter “sweet” worden gezet; het woord kan worden toegepast om elk willekeurig bijvoeglijk naamwoord van extra kracht te voorzien (awesome as, easy as, cheap as... you name it!). Heb je de adjectieven onder de knie, waag je dan aan de aanspreekvorm. Deze is gelukkig niet
Buitenlandstage moeilijk: het volstaat om je vrienden, vrouwen zowel als mannen, aan te spreken met “bro”. Dit is eveneens een goede opvolging van “sweet as” en vormt daarmee dan ook een veelgehoorde combinatie. Wil je je “bro”, of een willekeurige vreemdeling, begroeten, doe dit dan niet alleen met “hey”, maar vul die groet aan met “how are you?”. Op dit punt kan mogelijk enige verwarring optreden – dat is in ieder geval wel wat er bij mij gebeurde. Waren de mensen echt geïnteresseerd in hoe het met me gaat? Werd ik geacht hun vraag te beantwoorden of niet? Moest ik hem herhalen? Het antwoord blijkt enigszins tweeledig; bekenden zijn vaak oprecht geïnteresseerd in je gemoedstoestand, voor vreemden is het echter meestal een lege vraag. Dit leidt ertoe dat je ermee kunt doen wat je wil: beantwoorden, waarna je hem teruggeeft of niet, of negeren. Vooral op straat is het de laatste optie de gemakkelijkste, want wie krijgt het nou voor elkaar in de drie seconden dat je binnen elkaars gehoorsafstand bent elkaar te begroeten, te vertellen hoe het met je gaat en vervolgens naar de stemming van de ander te informeren? Dat je de vraag vervolgens onbeantwoord in de lucht laat hangen, moet je dan maar voor lief nemen. De volgende keer kun jij hem weer stellen. Wanneer je je boodschappen doet in NieuwZeeland, kom je in aanraking met een soortgelijke gewoonte. Het gebeurt heel regelmatig dat de kassamedewerker niet alleen navraag doet naar hoe het met je gaat, maar ook meteen informeert hoe je dag is geweest of wat je plannen zijn voor aankomende avond. Of ze echt benieuwd zijn naar de reactie, is natuurlijk nog maar de vraag, maar het komt in ieder geval vriendelijk over en het maakt het afrekenen een stukje aangenamer.
James de Vries Vanwege al die kleine, voor ons Nederlanders vreemde, dingen, en vanwege de grote afstand die zich op dit moment tussen mij en mijn thuisland bevindt, is het vaak gemakkelijk te vergeten dat ons kleine landje een grote rol heeft gespeeld in de geschiedenis van het land van de Kiwi’s. Dit is niet alleen terug te vinden haar naam, waarvan we al aan veel Nieuw-Zeelanders hebben uitgelegd wat hij betekent (aangevuld met een verhandeling over waar “Old-Zealand” dan ligt), maar ook in de achternamen en/of familiegeschiedenis van veel Kiwi’s. Nederlandse familienamen kom je regelmatig tegen, maar laat je niet voor de gek houden: de meeste dragers
13
Nieuw-Zeeland A Gentleman’s Sport Als je dan vervolgens, met je korte broek, je trainers en je capsicums door Nieuw-Zeeland paradeert, is het natuurlijk wel de bedoeling dat je jezelf onderdompelt in echt NieuwZeelands tijdverdrijf. Een bezoekje aan het land kan bijvoorbeeld niet ten einde worden gebracht zonder een echte rugbymatch te hebben bijgewoond. Dit is dan ook precies wat we hebben gedaan. Nou gebiedt eerlijkheid mij te zeggen dat ik meestal weinig interesse voel voor het bekijken van sportwedstrijden. Afgezien van een tweejaarlijks EK of WK voetbal, waarbij ik behoorlijk fanatiek kan worden en plotseling erg veel liefde voor de sport voel, is deze bezigheid niet bepaald aan mij besteed. Ik had er dan ook helemaal niet bij nagedacht een match van NieuwZeelands nationale sport te bezoeken tot mijn reisgenootje me erop wees dat ze van plan was kaartjes te kopen. Toen de studenten op de universiteit ook nog eens lieten vallen dat het een real Kiwi thing to do is, was ik natuurlijk helemaal overgehaald. Het gaafste zou het zijn geweest om een bezoekje te hebben gebracht aan een wedstrijd van het nationale team en wereldtitelhouder, de All Blacks, maar aangezien dit qua tijdsplanning voor ons geen optie was, besloten we te volstaan met kaartjes voor de
van ‘De Vries’ of ‘Van den Berg’ weten best waar hun naam vandaan komt, maar verwacht niet van ze dat ze je vloeiende Nederlands kunnen beantwoorden. Zo vertelde een student op de universiteit dat hij zelf niet eens een idee had hoe hij zijn Dutchy surname fatsoenlijk moest uitspreken. Natuurlijk hebben we het hem even goed voorgedaan.
14
Buitenlandstage Hurricanes, het zwart-gele team van Wellington. Niet dat dit nou zo’n slechte aankoop was: de ploeg van Windy Welly stond bovenaan in het klassement en maakte grote kans de wedstrijd te zullen winnen. Mijn verwachtingen waren dan ook hoog gespannen toen we ons aansloten bij de ellenlange stroom in zwart-geel gehulde supporters die langzaam achter elkaar het stadion invloeiden. Erg interessant was het, om een stel grote, brede mannen zich op elkaar te zien werpen in hun woeste strijd de eivormige bal aan de andere kant van de doellijn te krijgen. We deden, als aankomende dokters, maar hard ons best niet na te denken over de potentiële hersenschade die het spel zou kunnen veroorzaken of de lelijke breuken die de spelers op zouden kunnen lopen. Haka Het enige nadeel van het bekijken van de Hurricanes – die overigens na een nagelbijtend spannende laatste minuut de overwinning op de Crusaders binnensleepten – was het ontbreken van de haka. Op de universiteit was ons verteld dat deze traditionele Maori oorlogsdans een gebruikelijk spektakel was voorafgaande aan rugbywedstrijden, maar helaas wordt door de stedelijke teams geen gehoor gegeven aan deze gewoonte. Wil je weten hoe het klinkt als twee groepen rugbyers in het Maori dreigementen elkaars kant op brullen, koop dan kaartjes voor een match van de All Blacks of ga langs bij een amateurteam, die het vaak ook schijnen te doen. Het leven van de Maori’s De Maoricultuur komt niet alleen terug in de haka, zoals mij tijdens mijn verblijf aan deze kant van de wereld maar al te duidelijk is geworden. Tegen al mijn, mogelijk ietwat naïeve,
verwachtingen in, bekleden de oorspronkelijke inwoners van Nieuw-Zeeland nog steeds een belangrijke plaats in de maatschappij. Afstammelingen van het volk koesteren hun afkomst en zijn trots lid van één of meerdere ‘iwi’s’, Maoristammen van mensen met dezelfde Maori voorvaderen. Voor jonge Maori’s die studeren aan de universiteit zijn er zelfs speciale studiebeurzen te verkrijgen, waarvan de kans op toewijzing groeit naarmate je connecties met de Maoricultuur groter zijn.
‘Er zijn nog maar weinig mensen die de oorspronkelijk taal spreken.’ Ook aan de taal van de Maori’s valt op een doodgewone, Nieuw-Zeelandse dag niet te ontsnappen – zelfs al zijn er maar weinig mensen die hem tegenwoordig daadwerkelijk nog spreken. Plaats- en straatnamen dragen vaak Maorititels, iets wat zelfs weer in populariteit toeneemt nu men ernaar streeft het culturele erfgoed van de bevolkingsgroep te herstellen. Engelse namen, waarmee de kolonisten de oorspronkelijke Maoriwoorden overschreven, worden weer uitgevlakt en vervangen door hun oude titel. Wanneer je als toerist een bezoekje brengt aan één van de musea van Wellington, waarvan het grootste, Te Papa, zelfs een Maori naam draagt, kom je de taal tegen op de informatieborden (gelukkig bijna altijd met de Engelse vertaling ernaast). Veel Nieuw-Zeelandse flora en fauna dragen Maorinamen en zelfs de spreuk van Victoria University is geschreven in de taal van de oorspronkelijke Nieuw-Zeelanders. Ondanks de trots waarmee Nieuw-Zeeland zijn oudste bewoners exposeert, vormen de mensen
15
Nieuw-Zeeland zelf een minderheidsgroep onder de bewoners van Aotearoa, zoals de Maori benaming voor Nieuw-Zeeland luidt, en zijn ze niet onbekend met armoede en slechte gezondheidstoestanden. Gelukkig wordt er tegenwoordig steeds meer aandacht aan dit probleem besteed en trachten de van Europeanen afstammende Kiwi’s hun kolonisatie op Maorigebied weer enigszins terug te draaien. Er wordt gestreefd naar een samenleving waar de Maori en de Kiwi’s vredig naast elkaar kunnen leven, en voor zover ik heb meegekregen lijkt dit best goed te lukken.
ervaren. Behalve dat ze misschien iets andere gewoonten hebben dan wij in Nederland gewend zijn, zijn de Kiwi’s vooral heel erg tolerant en zullen je niet snel raar aankijken als je iets anders doet dan zij. De gemoedelijke sfeer die zich op deze manier door de stad heeft verspreid, maakt het leven in Wellington gemakkelijk, luchtig en ongedwongen. Iedereen heeft hier de vrijheid zijn eigen ding te doen en mag erbij lopen zoals hij of zij dat wil, of dat nu in een dikke winterjas is of een korte sportbroek. Geen wonder dat de stad zo geliefd is onder de backpackers!
Vrijheid en tolerantie Hoewel er, als je het zo bekijkt, best wat subtiele verschillen zijn tussen de Nieuw-Zeelanders en de Nederlanders, kan ik niet zeggen dat ik de ontdekking hiervan ooit als een cultuurshock heb
16
- Wordt vervolgd Tekst: Sanne de Bock Foto’s: Sanne de Bock, shutterstock.com
Meer spannende Nieuw-Zeeland perikelen lezen? In Een Enkeltje Auckland Please beschrijft Marisa Garau, voormalig copywriter en ex-stressverslaafde, op openhartige wijze hoe zij besluit om haar snelle Amsterdamse leventje in te ruilen voor een nieuw bestaan in NieuwZeeland. Bij gebrek aan informatie over de hopes and fears waarmee elke aspirantemigrant te maken krijgt, besluit zij een boek te schrijven: van de eerste prille emigratiekriebels tot het daadwerkelijke enkeltje Auckland.
Een enkeltje Auckland, please... Op weg naar het Nieuw-Zeeland visum Marisa Garau ISBN 9789461850591 O.a. te koop via Bol.com en Emigratieboek.nl
17
Naast praktische informatie over het nut van een goede planning, de schimmige rol van emigratiebureaus, het belang van blind doorzettingsvermogen en de heilzame werking van geduld, is Een Enkeltje Auckland Please een persoonlijk verslag over de emotionele kant van emigreren. Bovendien geeft het een openhartig inzicht in de reacties van familieleden en vrienden, die heen en weer schieten tussen welgemeend enthousiasme, zure afgunst en hardnekkig onbegrip. Dit onderhoudende, informatieve en humoristische boek is bedoeld om iedereen die naar een ander land verlangt, een hart onder de riem te steken en te bewijzen dat al het gedoe zeker de moeite waard is!
Een Spaanse maand
JUNIO
MARIELLE SAEGAERT
M
arielle Saegaert verhuisde jaren geleden naar Spanje en woont sindsdien in Santiago de Compostela. Maandelijks houdt zij ons op de hoogte wat er speelt in haar stad en de Spaanse samenleving. De rust na de spannende verkiezingsstrijd afgelopen maand lijkt wedergekeerd. Ik bedoel daarmee de rust voor de kiezer, want voor de politici zelf is rust voorlopig niet weggelegd. In ieder geval niet als ze een kans willen maken in
18
de algemene verkiezingen in november. De strijd om die winst is in al zijn demagogische hevigheid losgebarsten. Of nooit opgehouden en gewoon doorgegaan, kan ook. De eerste weken van deze warme maand was het bijkomen van de sensationele uitslagen in de gemeenteraadsverkiezingen. Wellicht murw geslagen door de resultaten konden sommige politici zich maar geen correcte houding geven. Sneren te over, zowel onder water, als boven water…
Marielle Saegaert De uitgaande burgemeester van Valencia, bijvoorbeeld, heeft na 24 jaar haar raadszetel ingeleverd maar deed dit wel precies een dag voor het moeten overdragen van de burgemeestersstaf aan de nieuwe burgemeester, (die op de fiets naar het gemeentehuis komt elke ochtend, een nogal veelbesproken detail hier!) en door haar afgeschilderd als ‘extreem-links’ en verafschuwd om zijn mogelijke (wederkerend spook in de Spaanse politiek) ‘independentismo’. Ze doelt hiermee op het zich willen afscheiden van de Spaanse staat. Dit is voor de partij (de PP) van de vorige burgemeester een absoluut weerzinwekkend idee, maar voor anderen een legitiem streven en naar mijn bescheiden mening in vele gevallen een belangrijk politiek schaakstuk. Hoe het ook zij, een hoofdbrekend onderwerp voor welke Spaanse regering dan ook.
hart van het land, maar lang niet meer de enige referentie voor de Spanjaarden op andere gebieden, zoals de eigen identiteit. Identiteits-trilogie Als je aan een Spanjaard vraagt waar hij vandaan komt, zal hij altijd eerst zijn geboorteplaats aangeven, vaak met niet verholen trots, dan zijn regio en daarna pas Spanje. Dit wil absoluut niet zeggen dat deze identiteits-trilogie door iedereen van een politieke lading wordt voorzien. Maar vooral in de drie autonome regio’s die ook een eigen taal hebben, namelijk Baskenland, Catalonië en Galicië, ligt deze identiteitsaanduiding voor sommigen gevoeliger.
‘Het Spaans wordt blijkbaar geassocieerd met het gezag’ Vaak is het zo dat men thuis of met vrienden de ‘autonome’ taal spreekt en buitenshuis, op school, op het werk, het Spaans. Ik kan me nog een hoogleraar Taalwetenschappen (!) aan de Universiteit van Santiago de Compostela herinneren, die vertelde dat ze met haar dochtertje altijd in het Galicisch sprak, maar tot haar ‘schaamte’ moest bekennen dat als ze het meisje moest terechtwijzen automatisch overstapte op het Spaans. Kennelijk associeerde ze de Spaanse taal onbewust, ondanks haar professoraat in linguïstiek, nog steeds met het ‘gezag’.
Staatsinrichting Spanje is onderverdeeld in 17 autonome regio’s en 2 autonome steden (enclaves aan de noordkust van Marokko). Elk van deze regio’s heeft verregaande bevoegdheden op het gebied van o.a. onderwijs en gezondheidszorg. Het kan dus voorkomen dat een medicijn vrij verkrijgbaar is in een bepaalde regio maar een paar kilometer verderop, bij de buren zeg maar, niet in het ‘ziekenfonds’ zit en zo veel duurder is. Catalonië en Baskenland hebben zelfs een eigen politie. Deze aparte staatsinrichting kost de Spaanse Staat heel veel geld, maar de verkregen vrijheden worden uiteraard niet meer ingeleverd; sommige autonome politici eisen steeds meer vrijheid van Madrid. De hoofdstad is nog altijd het ontegenzeggelijke politieke
Een rijk goed Madrid is al eeuwen gewend het hart van het land te zijn, vaak hoor ik daar uitdrukkingen van onbegrip en zelfs minachting voor deze historische aanspraken op linguïstische
19
Een Spaanse maand gelijkwaardigheid. “Catalaans is geen taal” of nog zo’n enorme misser: “Galicisch is een dialect van het Portugees”. “Waarom kan mijn kind niet alleen in het Spaans onderwijs krijgen?” Antwoord: omdat een taal ‘una riqueza’ is, oftewel: een rijk goed. Mijns inziens jammer dat de talen die Spanje rijk is, deze politieke lading mee hebben gekregen. Ik las overigens dat in Nederland stemmen opgaan voor minder hoger onderwijs in het Engels en meer in het Nederlands. Helemaal mee eens.
enorme Spaanse vlag. Er klonk wat hoongelach van enkele PP-ers, ‘Amerikaanse taferelen’ noemde een journalist deze presentatie, maar de boodschap was duidelijk: een staatsman die regeert vanuit nationale eenheid. Dit zal niet het enige ‘heikele’ onderwerp zijn de komende maanden, maar het is duidelijk dat het er hard aan toe zal gaan. De messen zijn geslepen en de boodschappen die de partijen steeds maar herhalen om de kiezers mee te anestheseren, komen velen nu al de keel uit.
Politieke ecosystemen De morele winnaar van de afgelopen verkiezingen, de nieuwe partij Podemos, heeft sommige autonome regio’s aangeduid als gebieden met elk afzonderlijke ‘politieke ecosystemen’. Slim gevonden want het zijn juist de eenheidslijsten, gevormd door vooral lokale partijen, die in die regio’s de verkiezingen hebben gewonnen. Lijsttrekker Pablo Iglesias en zijn partij hebben allang ingezien dat de gecentraliseerde eenheid van de Spaanse staat, waar vooral de PP op hamert, alleen kan bestaan juist door de regionale kiezers te horen. Een soort van ‘samen het verschil maken’ dus. De lijsttrekker van de PSOE presenteerde zijn kandidatuur voor het presidentschap met op de achtergrond een
Hittegolf Gelukkig is dit prachtige land veel meer dan alleen zijn politici en biedt het ons heel veel leuks en moois om ons mee af te leiden van hun vaak schaamteloze en misleidende uitspraken. Vooral… in de zomer! En die is natuurlijk net officieel begonnen.We hebben al een hittegolf achter de rug (in de maand mei), maar als ik dit zit te schrijven is het weer raak. De ‘ola de calor’ heeft toegeslagen met temperaturen van meer dan 40º in Andalucië en voor Aragón in het noordoosten was zelfs 45º voorspeld! Deze week wordt het gelukkig wat rustiger qua temperatuur. Maar er is nog een ander typisch Spaans fenomeen dat de zomer inluidt: de feesten! Feesten Iedereen kan zo enkele Spaanse feesten opnoemen: de ‘Feria de abril’ in Sevilla die
20
Marielle Saegaert zoals de naam al aangeeft in april gevierd wordt met veel flamenco, veel ‘vino de jerez’ en veel gestippelde jurken. Of de wereldberoemde ‘Fallas’ in Valencia, waar elk jaar de meest prachtige beelden worden gemaakt die aan het eind van de drie weken die de feesten duren in brand worden gestoken. Ik noem hier natuurlijk twee beroemde lentefeesten maar de meerderheid van de feesten wordt toch echt in de zomer gevierd! Elk dorp dat zichzelf ook maar een beetje serieus neemt, organiseert een feest. Er zijn feesten ter ere van de plaatselijke beschermheilige (las fiestas patronales), feesten georganiseerd rondom een kapel gewijd aan een bepaalde heilige (las romerías). En uiteraard, this is Spain, gastronomische feesten die de ‘operación biquini’, oftewel: ‘mission bikini body’, een ander jaarlijks terugkerend fenomeen als de zomer
er weer aan komt, geheel tenietdoet. Feesten ter ere van de plaatselijke kaas, ter ere van de ui(!), ter ere van lokale lekkernijen zoals gekookte varkensoren (echt waar). Tomaten gooien Een wel heel apart en bijzonder populair feest dat met etenswaren wordt gevierd is de ‘Tomatina’ in Valencia waar jaarlijks meer dan 100 ton tomaten letterlijk wordt vergooid. Als het startsein luidt, is het tijd om elkaar in te zepen, maar dan met tomaten… Aan de noordwestkust wordt een soortgelijk feest gevierd maar daar met water (Vilagarcía de Arousa). Komende maand is het natuurlijk de beurt aan de beroemde Fiestas de San Fermín waar de stieren door de straten van Pamplona weer vele waaghalzen achterna lopen naar hun onvermijdelijke einde
21
Een Spaanse maand in de ring. Af en toe nemen ze iemand op de horens soms met fatale gevolgen, tragisch genoeg lijkt ook dat elk jaar weer onvermijdelijk… Het beroemde deuntje “1 de enero, 2 de febrero, 3 de marzo, 4 de abril, 5 de mayo, 6 de junio, 7 de julio: San Fermín!” is hier bij iedereen bekend. San Juan Maar het feest dat echt de zomer inluidt is naar mijn smaak tevens een van de leukste. Geen dieren worden mishandeld, geen tonnen voedsel vergooid en volgens sommige tradities kan je er nog beter op worden ook… San Juan! De nacht van 23 op 24 juni is het ‘la noche de San Juan’. Het wordt bijna overal in Spanje gevierd met
22
in elke regio weer eigen kenmerken maar met een gemeenschappelijk element wat ook in dit typische zomerfeest in het noorden van Europa het letterlijke middelpunt is: de vreugdevuren. Veilig op het strand of juist midden in historische stadscentra daterend uit de middeleeuwen: het kan allemaal op deze magische avond. Hier in Galicië wordt het groots gevierd, vooral in A Coruña waar de vuren op de stadsstranden worden aangestoken (en waar afgelopen woensdag, de dag na het feest, 120 ton afval moest worden opgeruimd!). Dit jaar was het voor het eerst dat ze werden gevierd onder de naam ‘Fiestas de interés turístico internacional’. Dit is een onderscheiding die de Spaanse staat aan
Marielle Saegaert enkele beroemde nationale feesten geeft. De traditie schrijft voor enkele keren over een vreugdevuur te springen waarbij je zegt: “meigas fóra”: weg met de heksen! (Heksen zijn in deze hoek van Spanje een belangrijk element in de folklore). Hier, maar ook in de meerderheid van de overige regio’s waar dit feest groots wordt gevierd, mag je drie negatieve dingen in je leven op een papiertje krabbelen en dat in de vlammen gooien. Voor de kinderen en de minder moedigen onder ons worden er enkele smeulende stokjes apart klaargezet: iedereen heeft het recht zich te ontdoen van negativiteit! Door over het vuur te springen ontdoe je je van alle negatieve invloed in je leven en je kan er weer een jaartje tegen aan, want die lelijkerds zijn vasthoudend en als je niet uitkijkt heb je ze binnen een jaar weer om je heen cirkelen op die rotbezems van ze. Maar dan is het weer 23 juni en krijg je een nieuwe kans om je te ontdoen van de nare invloeden in je leven. Zo zie je maar weer: we krijgen altijd weer opnieuw een kans op
zonneschijn. Zo kunnen we allemaal de zomer opgelucht en lachend beginnen.
Tekst:Marielle Saegaert Foto: AFP, Shutterstock, GettyImages
Grenzenloos auteur Marielle Saegaert zal op 12 augustus als ervaringsdeskundige aanwezig zijn in een VPRO programma over Spanje op Radio 1. Aanvang: 21:00.
Waar de regen kunst is Leven in Santiago de Compostela
In het hart van dit wondermooie landschap vol heuvels, kloosters en minuscule dorpjes ligt Santiago de Compostela, een moderne stad waar vroeger zich niet zo gemakkelijk gewonnen geeft... Hier geniet Marielle Saegaert volop van de betoverende straatjes en de eeuwenoude pleinen van het historische deel van de stad waar ze net als de Compostelanen haar dagelijkse leven agendaloos doorbrengt. O.a. te koop via Bol.com en Emigratieboek.nl als paperback en eBook
Emigreren door de jaren heen
Amersfoorts museum in het teken van emigratie 24
Tentoonstelling
A
l sinds jaar en dag pakken mensen hun hele hebben en houwen in om ergens anders een nieuw leven op te bouwen. Wat beweegt deze emigranten en wat denken ze in het buitenland te vinden? Waarin verschilt de 17e of 19e-eeuwse pionier van de eenentwintigste-eeuwse landverhuizer? Hoe is het om te emigreren? In de tentoonstelling Thuis in twee werelden geeft Museum Flehite in Amersfoort antwoord op deze vragen. Pionieren Een bekende Amersfoortse emigrant is Wolfert van Kouwenhoven (1579-1662) die aan het begin van de zeventiende eeuw naar het westen trok. Hij was één van de eerste Nederlanders die verhuisde naar New York, toen nog Nieuw Amsterdam. Na maanden op een zeilboot, stapte hij aan land op een plek waar nog bijna niets was. Hij werd een van de vijf hoofd-kolonisten: hij beheerde een van de vijf eerste boerderijen op de zuidpunt van Manhattan. In de Verenigde Staten is Van Kouwenhoven beroemd als de man die Nieuw Amersfort stichtte; tegenwoordig Flatlands, een rustig deel van Brooklyn. In de eeuwen daarna reisden vele duizenden Nederlandse emigranten in de voetsporen van Van Kouwenhoven naar de Verenigde Staten en Canada. In de hoop hiermee armoede en ziekte te ontlopen, gingen velen van hen een hard bestaan als (land)arbeider tegemoet. Vaak konden ze alleen ongeschoold werk doen, omdat ze de Engelse taal niet spraken. Zo moest de Amersfoortse slager Willem Woudenberg zich in zijn nieuwe thuisland tevreden stellen met een baan in een wolverffabriek: zwaar werk in een stinkende omgeving.
Een beter leven Ook na de Tweede Wereldoorlog zagen velen in emigratie een oplossing tegen armoede. Er was in Nederland geen werk en veel huizen waren kapot. Één op de drie Nederlanders koesterde de wens om in een ander land een beter leven op te bouwen. Gestimuleerd door de overheid en geënthousiasmeerd door maatschappelijke instellingen en stoere verhalen van kennissen, vertrokken in de jaren 1945-1967 bijna een half miljoen Nederlanders naar nieuwe, overzeese vaderlanden. Soms met hele families tegelijk.
Bijna iedereen heeft wel iemand in de familie die in de jaren vijftig zijn geluk in Canada, Australië of Zuid-Afrika heeft gezocht. De ene met meer resultaat dan de ander. Sommige gezinnen wierpen één blik op het nieuwe land en vertrokken met dezelfde boot weer terug naar het vertrouwde Nederland. Anderen woonden enkele jaren in gammele onderkomens, sloofden voor rijke boeren of kapten hele winters in eenzame afzondering bomen voor de bouw. De een bouwde een mooi bestaan op, de ander bleef terug verlangen. Op de zolder van museum Flehite in Amersfoort zijn vele verhalen te vinden van jaren vijftig
25
Emigreren emigranten. Van Greet en Gerard Pommer bijvoorbeeld, die in ruim tien jaar Australië een aardig bestaan voor zichzelf wisten op te bouwen, maar toch besloten om terug te verhuizen. En het verhaal van Will den Hollander, die haar ervaringen op het naoorlogse Franse platteland verwerkte in een succesvolle boekenreeks. Rust en ruimte Vanaf de jaren zeventig van de twintigste eeuw vond een groeiende groep mensen het in Nederland te vol en overgereguleerd. Deze vaak hoog opgeleide groep met een goede baan verlangde naar een andere invulling van het leven: naar meer rust, ruimte, vrijheid en ongerepte natuur. Rond de eeuwwisseling neemt hun aantal zo toe, dat er dan meer mensen uit Nederland emigreren dan dat erbij komen.
26
Scandinavië heeft, met haar eindeloze bossen en vrije natuur, een grote aantrekkingskracht op deze groep. Er zijn in Zweden enkele dorpen te vinden waar veel Nederlanders bij elkaar wonen, soms zelfs actief gerekruteerd door de leeglopende Zweedse gemeentes. De Nederlandse sociaal geograaf Marco Eimermann promoveerde op de verhuizing van een aantal gezinnen naar het Zweedse dorp Hällefors. Op het hoogtepunt woonde er ruim 50 Nederlandse gezinnen in Hällefors. Het rustige Zweedse leven, vol ruimte en natuur, leek hen een goed alternatief voor de Nederlandse rat-race. Pendelen tussen zon en regen Door goedkope vliegtuigtickets en het internet lijkt de wereld tegenwoordig een heel stuk kleiner dan vroeger. Als je je geluk ergens anders wilt
Tentoonstelling beproeven hoef je niet meer voor het leven te emigreren. Er ontstaan allemaal tussenvormen. Tijdelijk in het buitenland werken, als expat bijvoorbeeld, of werken vanuit je koffer. Ook kiezen steeds meer mensen gewoon niet. Zij hebben tweede huizen: eentje in een zonnig land en eentje in Nederland. Niet alleen gepensioneerden kiezen voor een part time bestaan in het zuiden, maar steeds vaker ook dertigers en veertigers. Emigratiepsychologe Saskia Zimmerman, zelf al jaren full time woonachtig in Frankrijk, spreekt van een trend en omschrijft dit zogenoemde ‘semigeren’ als ‘hot en hip’.
vaak op onverwachte momenten, kent iedere emigrant. Maar tegelijkertijd is het ook erg mooi: emigranten leven altijd in twee culturen en dat geeft een extra dimensie aan het bestaan. Tekst en foto’s: Museum Flehite, Amersfoort
De tentoonstelling Thuis in twee werelden is te bezoeken van 25 juli tot en met 25 oktober. Di t/m vrij: 11.00 – 17.00 uur Zaterdag & zondag: 12.00 – 17.00 uur Maandag: gesloten
De voordelen van het semigreren zijn duidelijk: de semigrant kiest voor het beste uit twee werelden, maar er kleven ook haken en ogen aan. Als je tussen twee plekken heen en weer pendelt, voel je je nog wel ergens thuis?
Museum Flehite Westsingel 50 3811 BC Amersfoort www. museumflehite.nl
Kunstenares Maartje Blans woonde enkele jaren in China, waar haar man als expat werkzaam was in de duurzame energie. Zij vond een atelier tussen Chinese kunstenaars en dompelde zich onder in de onbegrijpelijke Chinese wereld. Haar werk, geïnspireerd op de Chinese natuur en de traditionele penseeltekeningen, is dit jaar ook te zien op de Biënnale van Venetië. Hoewel ze moest terugverhuizen vanwege haar gezondheid, gaat ze nog regelmatig terug en heeft ze in China interessante contacten. Wat alle emigranten, van Van Kouwenhoven tot Maartje Blans, bindt, is dat het wonen in een nieuw land hen voor onverwachte uitdaging liet staan. Je een nieuw land en een nieuwe omgeving eigen maken, een nieuwe taal leren en een nieuwe cultuur leren begrijpen is geen sinecure. Heimwee,
27
Wonen in Frankrijk
LUDIQUE LEO IS 90 GEWORDEN
L
udique is het pseudoniem van een ouddocent die na zijn pesionering samen met zijn vrouw Maria (Lief) emigreerde naar Zuidwest-Frankrijk. Het tweetal woont en ‘werkt’ in en rond hun oude boerderij op het Franse platteland. Ludique is een begenadigd verteller/schrijver die anderen laat meegenieten van zijn dagelijkse belevenissen.
zijn keuken. Iets wat we bijna dagelijks deden. Koffie met Madeleines. Samen met zijn zonen Roger en Bernhard, met oud-verpleegster Jeannette en thuiszorghulp Fabiënne. En vaak kwam ook even La Poste binnen. Leo genoot daar zwijgend van. Met zijn glinsterende pretoogjes en Franse glimlach. Koffie hoefde hij niet. Leo dronk ‘Suze’, een of ander alcoholisch kruidendrankje en dat mag best als je al 90 bent. Op zijn vaste plekje op de hoek van de tafel die op 10cm hoge blokken was geplaatst zodat Leo er met zijn rolstoel onder kon. De rest met kussentjes onder de kont om er nog als een stel kleuters bovenuit te kunnen komen. Zoon Roger aan het hoofd. Ieder had zo zijn eigen
De oude veeboer uit de Franse Corrèze stierf in het ziekenhuis in St. Yrieix-la-Perche waar hij al een paar weken verbleef. Hij zou niet meer terugkomen. Dat wisten we allemaal eigenlijk al wel. De man was op. Nooit meer koffie drinken aan de lange tafel in
28
Ludique plaatsje. Wij ook. Koffie, Madeleines, verhalen en grappen. En hoewel 90 jaar zeker geen uitzondering is op het Franse platteland, is het wel geweldig dat je dat in je eigen huis, omringd door de zorg en liefde van familie, vrienden en buren en tal van andere lieve mensen uit de streek, mag worden. Maar het boek kan nu dicht.
bedoeld om te worden voortgesleept door een paard of os, had vader Leo er ooit zelf een motor op gemonteerd en kon ie achter de tractor. Een éénpitter op een stevig blok hout gemonteerd dreef vliegwielen, assen en drijfriemen aan. De eer van het starten van de helse machine werd dit keer aan Valentin, de dertienjarige zoon van Roger, gegund. Zoon, tevens kleinzoon en bovendien achterkleinzoon trok slechts éénmaal aan het rafelige startkoord waarna de oude motor als een Solex zonder uitlaat onmiddellijk luid poffend en stampend tot leven kwam. Het was geen machine, meer een monument met een ziel, een symbool. Het was eigenlijk vader Leo en grootvader. Het feest kon beginnen. Onvoorstelbaar hoe goed en snel de oude machine vanachter de tractor de
Een aantal dagen daarvoor hadden we nog geholpen met het leeghalen van Leo’s cave. Om plaats te maken voor een nieuwe voorraad aardappelen die ook weldra zouden moeten worden gerooid. In de enorme familiemoestuin. We zouden allemaal komen helpen. Een jaarlijks terugkerend, feestelijk familieritueel. Want dan wordt de waarachtig antieke aardappelrooimachine, nog van de vader van Leo, vanonder het dekzeil uit de grange gehaald en klaargemaakt voor het zware werk. Bernhard stond trots glunderend met poetslappen, olie en gereedschap naast een roestig, volledig uit ijzer opgetrokken gevaarte op twee wielen. Opmerkelijk; in ijzeren letters was de naam van de fabrikant “Bernhard” voor de eeuwigheid vastgelegd. Toeval? Afijn, het ding stond er mogelijk al wel meer dan 100 jaar. Landbouwmechanisatie eind 19de eeuw. We rolden het loodzware monster ratelend en knarsend naar buiten. Bernhard had het ding alvast zover klaargemaakt dat het wel weer eens kon worden gestart. Oorspronkelijk
29
Wonen in Frankrijk aardappels rooide. Enorme aardappels. Wat bleef liggen werd met de hand gerooid. De ‘kleintjes’, in onze ogen overigens van heel normaal formaat, werden apart gehouden. De Franse boerenkeuken draait nu eenmaal op kanjers van aardappelen. Halverwege werd opgemerkt dat het zo jammer was dat Leo er dit jaar niet bij kon zijn. De oude baas lag immers al enige tijd in het ziekenhuis. Tja...
De volgende dag werden we opgebeld. Een triest bericht. Leo was zojuist gestorven in het ziekenhuis in St. Yrieix-la-Perche waar hij al een paar weken verbleef. Hij zou niet meer terugkomen. Dat wisten we allemaal eigenlijk al wel. Toch zal hij voortleven in de harten van deze zo vriendelijke, eenvoudige gemeenschap en jaarlijks worden herdacht en geëerd tijdens het feest rondom de antieke aardappelrooimachine.
Aan het eind van de dag bedekte de nieuwe voorraad de vloer van de cave van Leo. De aardappelrooimachine verdween weer voor een heel jaar onder het dekzijl in de grange. Op de verhoogde tafel in de keuken stond de ‘apéro’ al klaar. In alle soorten, merken en sterktes. De afsluiting van het jaarlijkse feest! Onder familie, vrienden en buren. Na afloop ging iedereen naar huis. Elk met een kistje aardappelen en een goed en voldaan gevoel. Het was een prachtige dag.
Tekst: Ludique le Vert
Op 1 juli is ‘Kolderiek Frankrijk’ verschenen, het langverwachte vervolg op de bestseller ‘Hilarisch Frankrijk’. In zo’n 200 bladzijden laat Ludique le Vert ons weer meegenieten van zijn dagelijkse avonturen in een klein gehucht op het Franse platteland in Frankrijk.
Lees de bundels van Ludique:
Hilarisch Frankrijk ISBN 9789461850024
Kolderiek Frankrijk ISBN 9789461851768
O.a. te koop via Bol.com en Emigratieboek.nl
30
Alles over emigreren naar Frankrijk voor maar
€ 6,95
Nu verkrijgbaar in de boekwinkel of via www.vertreknl.nl/magazine
oom
VERZEKERINGEN RINGEN
Hollandse zekerheid tijdens uw buitenlands avontuur! Kijk op www.oomverzekeringen.nl of bel +31(0)70 353 21 00.
OOM Verzekeringen
31
ziektekosten | SOS | reis | ongevallen | inboedel aansprakelijkheid | rechtsbijstand | annulering
32
Grenzenloos uitzicht 33
Foto:M Mikael Kristenson
Spanje
Je komt er niet omheen...
O
f je nu wilt of niet, je komt er niet omheen. Tenminste, niet in de streek waar wij wonen. Vrienden in het zuiden en noorden van Spanje, schijnen er minder last van te hebben, maar hier kom je het regelmatig tegen.
Een van de honden mag daar los, dus die rende heuvel op en af achter konijnen aan. Inhalen kan hij ze toch niet dus het kan geen kwaad. Plotseling verdween hij achter een heuveltje en we hoorden hem aan een stuk door blaffen. Nou wisten we dat daar, bij een verlaten huis, een soort waterbak was. Meestal leeg. Zou er een dier ingevallen zijn? Wij erop af.
Waar ik het over heb? Dieren gedumpt bij de vuilstortplaatsen, vastgebonden aan een hek, weggegooid langs de kant van de weg. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Oh ja, er zijn genoeg Spanjaarden die wel om hun huisdieren geven en er uitermate goed voor zijn. Bij ons in het dorp loopt een man met een Duitse herder en die hond ziet er werkelijk fantastisch uit. Maar ja, regelmatig zien we ook de andere kant van de medaille. Zo ook die ene dag.
Bij het huis aangekomen wisten we niet wat we zagen. Drie volwassen herdershonden zaten of beter gezegd stonden in die bak die tot een meter gevuld was met water. De honden konden er niet uit. Alle wanden waren stijl en glad en ongeveer twee meter hoog. Geen trap of wat dan ook. De honden waren kletsnat en we hadden geen idee hoelang ze er al inzaten. Ze konden nog net gaan zitten, maar liggen was er, zonder te verdrinken, niet bij. Om over eten maar helemaal te zwijgen. We stonden versteld. Wat
Verlaten huis We waren aan het wandelen met onze twee oudste honden in de omgeving van ons huis.
34
Marjan van den Dorpe als onze hond ze niet gevonden hadden... ? We hebben snel foto’s gemaakt en zijn direct naar huis gegaan, de auto gepakt en naar de Policia Loca gereden met de foto’s. We troffen een uitermate begripvolle agent aan. Hij schrok ook van wat hij zag en belde direct de beheerder van de perrera in Caudete. Wat een perrera precies is leg ik verderop uit. De beheerder vroeg of hij de honden, gezien de feestdagen, niet over een paar dagen kon ophalen. De agent sprong zo ongeveer uit zijn vel. Wat hij wel niet dacht… die honden konden geen uur langer meer in deze toestand blijven zitten! Dus nu komen en snel! Binnen een uur waren de honden gelukkig uit het water gehaald en ondergebracht in droge hokken met een bak voer. Perrera Even in het kort de uitleg over wat een perrera is. Deze instellingen zijn door de Spaanse overheid
aangesteld om de overlast van honden aan te pakken. Honden worden willekeurig op straat gevangen en naar een perrera gebracht. Als er binnen 21 dagen niemand de hond opeist, worden ze afgemaakt. De perrera krijgt geld van de overheid voor het doden van de honden en iemand die ze uit wil kopen moet een een bedrag tussen de 35 en 75 euro betalen. De overheid heeft de plicht om de honden tijdens die 21 dagen te verzorgen, maar er zijn beheerders van perrera’s die dat niet al te nauw nemen en de honden geen eten geven, onder het mom van ‘dat is zonde, ze gaan toch dood’. Protectora Gelukkig zijn er steeds meer mensen die deze honden proberen te redden of voorkomen dat ze in een dergelijk station komen. Er zijn zelfs perrera’s gesloten of veranderd in een gewoon
35
Spanje asiel (protectora), waar de medewerkers alle moeite doen om een ‘gouden mandje’ voor de honden te vinden. Gevolg is wel dat deze asiels overvol zitten en bovendien krijgen ze bijna geen overheidssteun. Ook particulieren proberen alles op alles te zetten om dieren, ook katten, paarden, ezels en zelfs varkens en geiten te redden. Het lijkt een druppel op een gloeiende plaat want jaarlijks worden er miljoenen dieren vergast.
van de honden proberen te verbeteren. Maar ondanks alles kan het niet voorkomen dat er rond de driehonderd honden zitten te wachten op een nieuw, goed, baasje. Door internationale contacten worden er gelukkig ook regelmatig honden in het buitenland geplaatst. Hierover volgende maand meer...
- Wordt vervolgd -
Nieuw baasje in het buitenland De protectora bij ons in de buurt is opgericht in 1982 en heeft vanaf dat jaar met een nimmer aflatende toewijding de kwaliteit van het leven
Tekst: Marjan van den Dorpe Foto’s: iStockphoto, Marjan van den Dorpe
Toekomst & Tapas EEN EIGEN RESTAURANT AAN DE ZONNIGE COSTA
Robert en Ariane zijn net dertig als zij hun internetbedrijf in Nederland verkopen. Tegen alle verwachtingen in investeren ze hun geld in een Bagles & Salads restaurant in Nerja, Andalusia. In het boek Toekomst & Tapas beschrijft Ariane op meeslepende wijze het avontuur dat volgt. Een absolute must-read voor iedereen met interesse in wonen en/of ondernemen in Spanje. Toekomst & Tapas Ariane van Wijk isbn 978 94 61851 000 Uitgeverij Grenzenloos Te bestellen o.a. via Bol.com Amazon.es Emigratieboek.nl w w w. e m i g r at i e b o e k . n l36
w w w. g re n z e n l o o s . n l
37
Zweden
jacco vindt Gat zweedse markt E
en gat in de markt. De Breakdown Service Sweden van Jacco Meijvogel uit Rotterdam gaat verder waar de Zweden stoppen. “Zweden repareren geen vrachtwagens langs de weg. Wij wel”, vat Jacco in een notendop zijn bedrijfsactiviteiten samen. In 2011 emigreerde Jacco met zijn vrouw Jolijn naar Zweden. Inmiddels zijn er ook twee kinderen geboren en woont het gezin naar volle tevredenheid in Sandsjöfors in Zweden. Privé wilden Jacco en Jolijn al graag naar Zweden, de knoop werd doorgehakt toen ze door Bring Linehaul, Jacco’s toenmalige werkgever, werden gevraagd in Nässjö een trailerservice te beginnen. “Ik ben jarenlang vrachtwagenchauffer geweest, ik reed op en neer van Nederland naar Zweden. Toen ben ik al voor Zweden gevallen. In 2003 ben ik van de vrachtwagen af gegaan en heb ik
38
nog een aantal jaren planning gedaan”, vertelt Jacco. Jacco begon bij aankomst in Zweden meteen met zijn eigen bedrijf. In eerste instantie dus ook voor Bring, inmiddels is dat geen klant meer. “Zij repareren hun eigen wagens.” De Breakdown Service Zweden werkt inmiddels voor alle grote Nederlandse transporteurs die in Zweden rijden, en in toenemende mate ook voor Oost-Europese chauffeurs. Weinig Zweedse klanten “We hebben weinig Zweedse klandizie. Mensen zijn hier niet gewend dat vrachtwagens langs de weg worden gerepareerd. Vrachtwagens waar iets aan mankeert worden allemaal afgesleept en naar een werkplaats gebracht. Als je pech krijgt buiten kantoortijden, heb je echt pech. Dat zijn ze hier zo gewend.”
Ondernemen Nederlandse transportbedrijven daarentegen willen meteen geholpen worden, weet Jacco. “Nederlandse transporteurs willen kunnen doorrijden. Wij worden gebeld voor alle soorten pech, van bandenpech en gaatjes in zeilen, tot problemen met de remmerij of de verlichting.” Soms kan de pech niet onderweg worden verholpen. De Breakdown Service heeft één eigen werkplaats, en daarnaast vele contracten met werkplaatsen. Geen kantoortijden Het bedrijf rijdt zelf vanaf negen locaties met servicebussen en verleent bandenservice op 68 locaties door heel Zweden. “Ik heb drie medewerkers in dienst en werk daarnaast met contracters.” In Zweden zijn meer van dergelijke bedrijven maar zij werken niet vanaf meerdere locaties en houden zich aan kantoortijden.
‘Wij zijn meer service-minded, zetten juist dat stapje extra.’ “In Zweden heerst echt een zeven-tot-viermentaliteit, op vrijdagmiddag is bijvoorbeeld alles om vier uur dicht. Dat is absoluut een groot verschil met Nederland: wij zijn veel meer service-minded en zetten juist dat stapje extra”, weet Jacco. In vier jaar tijd heeft Breakdown Service Sweden een behoorlijke reputatie opgebouwd. ”Starten is nooit makkelijk maar als je een bepaalde drive hebt, kun je alles bereiken”, vindt Jacco. “Wij bieden goeie service en via mond-tot-mondreclame kregen we al snel steeds meer klandizie.”
chauffeurs repareren niks zelf aan hun wagen. Nederlandse chauffeurs gaan nog wel eens in de weer met ducktape of tie wraps”, aldus Jacco. Klanten uit Oost-Europa vinden de Breakdown Service in eerste instantie vaak te duur, als ze bellen met pech. Maar zodra ze erachter komen dat er geen betere en goedkopere oplossing is, komen ze gauw terug. “Als chauffeur doet het me pijn om te zien dat Nederlandse en Zweedse chauffeurs van de weg worden verdrongen. Maar qua omzet verdien ik een goeie boterham aan het verhelpen van pech onderweg bij Oost-Europese vrachtwagens.” Jacco erkent dat dat dubbel is, maar bedrijfstechnisch ziet hij kansen. Groot netwerk “Uiteindelijk willen we zo’n groot netwerk bouwen dat we ten zuiden van de lijn OsloStockholm binnen een uur ter plaatse kunnen zijn, en ten noorden van die lijn binnen 2,5 uur. Voor Nederlandse begrippen lijkt dat lang te duren, maar de afstanden zijn hier vele malen groter.” De familie Meijvogel geniet van de rust, ruimte en natuur in Zweden en een leven dat veel minder gestresst is dan in Nederland. “En het is hier relatief veel makkelijker zaken doen”, voegt Jacco toe. Terug naar Nederland is dan ook geen sprake van. “Absoluut niet, zelfs niet in een kist!”, aldus Jacco. Hij mist het rijden op de vrachtwagen nog wel eens, maar is zeer gelukkig met zijn eigen bedrijf in Zweden. “En zo ben ik toch betrokken bij de transportsector.”
Die nieuwe klandizie komt voor een steeds groter deel vanuit Oost-Europa. “Oost-Europese
Tekst & foto’s: Tine van Knijff- van Hijum Bron en toestemming: transport-online.nl
39
8-daagse reis Sporen van de Tempeliers in de Champagne 40
Advertorial
SPOREN VAN DE TEMPELIERS
D
e Champagnestreek is de bakermat van de roemruchte orde van de Tempeliers (11091314). Tijdens deze reis maakt u kennis met de geschiedenis en mystieke wortels van deze ridderorde, hun ‘geestelijke moeder’ Maria Magdalena en hun ‘erfgenamen’ de vrijmetselaars.
Op deze reis wordt u begeleid door David Scherpenhuizen en Nathalie van Koot, schrijvers van de gidsen Verborgen Frankrijk en Geheimen
We beginnen in de Belgische Ardennen bij Bouillon, de broedplaats van de Eerste Kruistocht, en eindigen in Reims met zijn prachtige kathedraal. Onderweg bezoeken we onder meer de middeleeuwse stad Troyes en ook Vézelay, een belangrijk centrum van Maria Magdalena verering.
van de Languedoc.
Vertrekdatum: 5 september 2015 Programma: Dag 1 Amsterdam – Bouillon Dag 2 Bouillon - Orval - Troyes Dag 3 Troyes Dag 4 Troyes - Avelleur - Châtillon sur Seine - Troyes Dag 5 Troyes - Chaource - Montbard - Fontenay - Vézelay Dag 6 Vézelay - Reims Dag 7 Reims - Epernay - Reims Dag 8 Reims - Gent - Amsterdam Er zijn nog enkele plaatsen over! Meer informatie: Bekijk de website voor meer informatie
41
Italië
HOGESNELHEIDSLIJN
STEF SMULDERS
O
p dit moment buigt de enquêtecommissie van de Tweede Kamer zich in Nederland over het debacle van de Fyra, de door het Italiaanse bedrijf Ansaldo Breda geleverde flitstrein die tijdens haar ’maiden trip’ al uit elkaar viel. Maar ook wij hebben ons eigen hogesnelheidsdrama achter de rug. In dit geval betrof het over de virtuele snelweg, het Internet.
ramp. De meeste boekingen komen per email binnen ten slotte. In onze beginjaren (vanaf 2008) behielpen we ons met het bureaucratische staatsbedrijf Telecom Italia dat zelf al niet bekend staat om haar snelheid. En ook de internetlijn die ze bood, was ronduit traag en wat nog erger is, onbetrouwbaar. Het geringste regenbuitje deed de verbinding haperen en dat kon gerust een dag duren. Nog een geluk dat het in Italie vaak droog is! Bellen over zo’n storing had meestal weinig zin want de van niets wetende telefonisten in
Wat zouden we moeten zonder Internet? Voor
een bedrijf als het onze, een B&B die afhankelijk is van individuele reizigers, is het ontbreken van een verbinding met het World Wide Web een
42
Stef Smulders de centrale begonnen altijd vanaf nul zonder de historie van jouw probleem te bekijken: “Zit de stekker er wel in?” In geval van hoge nood gingen we dan wel eens naar onze ‘fratelli’ in het dorp (zie de verhalen in mijn boek): hun verbinding deed het altijd en we mochten daar altijd wel even onze mail bekijken.
‘Italie staat onder Albanië als het gaat om downloadsnelheid...’
Als we wel een werkende verbinding hadden dan moesten we het doen met een ook toen al lachwekkende 600 kbit/s. Of beter gezegd: met hooguit de helft. Geen ‘Uitzending Gemist’ voor deze expats! Italie staat niet voor niets (ook in 2015 nog) onder Albanië als het gaat om de gemiddelde downloadsnelheid per aansluiting. Iedere dag werden we ondertussen gebeld door de concurrenten van Telecom Italia met beloftes van een hogere internetsnelheid. Die ze helemaal niet konden leveren want de bottleneck was de verouderde telefooncentrale van Telecom en van die centrale waren ook de concurrenten afhankelijk. We bleven dus maar knarsetandend zitten waar we zaten. Totdat er opeens op de mededelingenborden die overal staan opgesteld (vooral bedoeld voor de overlijdensberichten) grote reclameposters verschenen van het bedrijf Fastcon dat Internet via straalverbinding aanbood, onafhankelijk van de gammele telefoonlijnen van Telecom Italia! Snelheden tot wel 8Mbit/s waren mogelijk, schreeuwde de poster. Een technicus van het bedrijf beloofde ons dat er geen storingen konden optreden want vanaf de straalzender ging jouw data direct de hogesnelheidsweg op (in plaats van
de bietenbrug van Telecom). We besloten de gok te wagen. Op het dak kwam een extra schoteltje te staan en een kabeltje verbond dat met een kastje naast onze pc. Het werkte uitstekend, we hadden gemiddeld zo’n 2Mbit/s en er waren nauwelijks storingen. Ruim twee jaar lang ging het goed, maar daarna kwam de klad erin. Ondanks de toegezegde directe toegang tot de snelweg waren er steeds meer storingen die ook steeds langer duurden en nam ook de gemiddelde snelheid geleidelijk af. Bellen met de technische dienst had slechts tijdelijk effect. Tijd voor iets anders! Een Italiaanse vergelijkingssite van internetproviders wees Tiscali als meest klantvriendelijke bedrijf aan. Bovendien bood dit bedrijf een hogere snelheid tegen een veel lager maandtarief. Fastcon was duidelijk te lang op het oude prijsniveau blijven steken. Dus zegden we dat abonnement maar snel op voordat we de volgende termijn van twee maanden zouden moeten betalen. Een nieuwe aansluiting zou toch niet al te lang op zich laten wachten? Met de klantenservice van Tiscali konden we trouwens via Twitter communiceren, de moderne tijd staat voor niets. Via een open en dus voor iedereen leesbaar kanaal weliswaar, maar goed. Het contract was snel getekend en binnen 20 dagen zou er een technicus langskomen om de benodigde apparatuur te installeren. Eindelijk weer een vaste telefoonlijn in plaats van de VOIP van Fastcon die nooit goed gefunctioneerd had! Merkwaardig genoeg bleef de internetverbinding via Fastcon wel actief ondanks onze opzegging en zo konden we constateren dat de betrouwbaarheid van die ‘service’ slechter en slechter werd. Hele dagen
43
Italië het opgegeven. “Schrapt u het contract maar,” tweetten we doodleuk terug. “Oké, dat is geen probleem, ik heb het al gecanceld.” En zo heeft Tiscali een potentiële klant minder en kan de hele wereld meelezen waarom. Hoe maakt zo’n bedrijf ooit winst?
achterelkaar was er geen verbinding meer en dachten we dat we nu toch echt afgekoppeld waren totdat internet toch opeens weer tot leven kwam, voor een paar uur. Zo wisten we in ieder geval dat we een juiste beslissing genomen hadden!
Na een korte adempauze, Fastcon was af en toe nog actief, raapten we onze moed weer bij elkaar en kozen we wanhopig voor Infostrada, het enige andere bedrijf dat geen honderden euro’s aansluitkosten in rekening bracht. We tekenden weer braaf een contract dat ons per email was toegestuurd. Terugsturen per mail dat kon niet, het moest per fax. Fax? Is dat niet dat communicatiemedium uit de jaren tachtig? En zo’n bedrijf zegt in de modernste internetcommunicatie gespecialiseerd te zijn? Onze twijfels groeiden.
De nieuwe internetlijn bleef langer uit dan gedacht. De twintig dagen verstreken zonder dat zich een technicus meldde. De Twitter-helpdesk maar eens gecontacteerd. “De technicus heeft u niet kunnen bereiken,” was het antwoord. “Ik heb de aanvraag geheractiveerd.” “Maar wat betekent dat? Ik heb helemaal geen registratie van een mislukt telefoontje op mijn mobiel.” “Dat betekent dat u weer 20 dagen moet wachten.” „Maar ik wil geen heractivering, ik wil dat de technicus langskomt!” “Helaas, ik kan de heractivering niet meer terugdraaien.” Zucht. Nadat het de technicus de volgende twintig dagen weer niet gelukt was ons te bereiken en onze helptweeter niets anders wist te verzinnen dan nog weer een heractivering hebben we
44
De eerste fax mislukte want we hadden met blauwe inkt ondertekend en dat kwam niet over. De tweede poging slaagde en we kregen per mail (!) een klantnummer waarmee we konden inloggen op onze speciale klantpagina op de website van Infostrada. Daar lazen we dat de installatie over 30 dagen plaats zou vinden. Dertig??? Moedeloos en machteloos legden we ons teleurgesteld neer bij deze termijn. Er viel toch niets aan te doen. De maand verstreek. Op onze klantpagina verschenen bemoedigende teksten die berichtten dat alles volgens plan verliep en het modem zelfs al verstuurd was. Toen het einde van de maand naderde en er nog steeds geen modem gearriveerd was, belden we toch maar eens voor de zekerheid met de klantenservice. Een paar trommelvliesverscheurende wachtmuziekjes verder kregen we een assistent aan de lijn. Die zat duidelijk in een overbevolkt callcenter in Zuid-
Column Italie. Toch wist hij te vertellen dat de technicus met modem over drie dagen verschijnen zou. Woensdag kwam hij gegarandeerd. De woensdag zou onopgemerkt voorbijgegaan zijn als Fastcon niet uitgerekend op die dag weer tot leven gekomen was, voor het eerst sinds weken. Een laatste stuiptrekking? Maar de beloofde technicus verscheen niet. Op onze klantpagina was de installatiedatum opeens vervangen door de bewering dat alles volgens plan verliep. Dus maar weer eens bellen. “Eh ja, ik kijk het even na.” Geroezemoes op de achtergrond. “U heeft het verkeerde contract getekend.” “Nee, dat kan niet, jullie hebben me het zelf gestuurd!” “Eh, ik kijk het even na.” Geroezemoes. “Ja, ik zie het, het is twee weken geleden al geïnstalleerd.” “Nee hoor, ik heb niks.” “Eh ik kijk het even na.” Geroezemoes. “Het wordt binnenkort geïnstalleerd.” “Heeft u
geen datum?” “Nee, binnenkort. Va bene?” „Nee, non va bene!” Enzovoort. Na een maand wachten was het enige resultaat dat we nu helemaal niet meer wisten wanneer we een nieuwe verbinding tegemoet zouden kunnen zien. Dat was wel een fax waard: “We zien er vanaf, Infostrada!” Gelukkig tipte een kennis ons over het bedrijf Eolo, dat ook met een straalverbinding werkt. En hij had het telefoonnummer van de technicus en dat was goud waard zoals we inmiddels geleerd hadden. En ja hoor, binnen een week was alles geïnstalleerd en werkte het met een snelheid van 20mbit/s! De dreigbrieven van Fastcon (”U heeft een factuur niet betaald!”) negeren we. Infostrada zwijgt. Wij surfen. Uitzending Gemist! Tekst en foto’s: Stef Smulders
Italiaanse toestanden Leven en overleven in Italië
Humoristische korte verhalen over het emigreren naar Italië en de kennismaking met tal van karakteristieke Italianen. Vijf jaar na de emigratie, doet de Stef Smulders verslag van zijn belevenissen in tientallen verhalen waarin evenzovele problemen op geheel Italiaanse wijze worden opgelost, wat vaak tot humoristische taferelen leidt. Te koop via Emigratieboek.nl
45
Het volgende nummer van Grenzenloos Magazine verschijnt rond 30 juli. Schrijf u in op Grenzenloos.nl om op de dag van uitkomen een e-mail als herinnering te krijgen.
Emigratieboek.nl BOEKHANDEL VOOR LANDVERHUIZERS
GIDSEN TAALCURSUSSEN ERVARINGSVERHALEN
Kijk regelmatig op Emigratieboek.nl en ontvang ook onze wekelijkse nieuwsbrief Volg ons op Twitter (@emigratieboek) en Facebook (fb.com/emigratieboek)
46