3
Twee werelden, één passie Met trots bied ik u namens het Fonds voor Cultuurparticipatie het boek “Twee werelden, één passie; 19 projecten van Het beste van twee werelden in beeld” aan. Dit boek toont u in beeld en tekst de resultaten van het programma Het beste van twee werelden. In de eerste publicatie van Het beste van twee werelden¹ waren de projectleiders aan het woord over de doelstellingen en verwachtingen van hun project. Dit maal staan de amateurs centraal door middel van foto’s en korte interviews. Zij laten een inspirerend beeld zien van nieuwe wegen die zijn bewandeld, de versnelde ontwikkeling van hun talenten, het wederzijdse respect tussen professional en amateur en vooral: plezier. Toen we drie jaar geleden begonnen met dit programma waren de werelden van prof en amateur behoorlijk gescheiden. Inmiddels is er veel meer toenadering. De bezuinigingen hebben de cultuursector onder zware druk gezet. Meer dan ooit is het van belang te werken aan maatschappelijk draagvlak. Een nauwe band tussen amateurs en professionals helpt daarbij. De 19 projecten laten zien dat de amateurkunstsector volop in ontwikkeling is. De scheidslijn tussen amateurkunst en professionele kunst wordt diffuser, mede onder invloed van de nieuwe media. Het publiek kijkt met name naar de zeggingskracht en verbeelding en laat zich daarbij lang niet altijd leiden door de achtergrond van de kunstenaar. Professionals en amateurs hebben beiden te winnen bij de samenwerking. Het is goed voor de artistieke ontwikkeling en de onderlinge band. Ook de visitatiecommissie van Het beste van twee werelden ziet de meerwaarde van de samenwerking. De visitatiecommissie ziet de weg naar de versmelting van de “twee werelden” in de gedeelde passie die de professionals en amateurs hebben. Deze gezamenlijke passie bleek uiteindelijk de basis voor een ontwikkelingsproces dat het programma Het beste van twee werelden wilde stimuleren. De commissie heeft uit de gesprekken met de projecten succes-factoren gedestilleerd voor een duurzame samenwerking tussen professionals en amateurs die handzaam zijn voor professionals, amateurs en beleidsmakers. Ik dank de visitatiecommissie voor de enthousiaste wijze waarop zij haar opdracht op zich heeft genomen. De conclusies en aanbevelingen zijn zowel voor het Fonds als de projecten bijzonder waardevol. Ten slotte, veel dank aan alle kunstenaars, projectleiders en andere betrokkenen, prof of amateur. Ze haalden – ondanks de bezuinigingen - het beste in elkaar naar boven!
Jan Jaap Knol Directeur Fonds voor Cultuurparticipatie ¹ Fonds voor Cultuurparticipatie, Het beste van twee werelden; 19x professionals - amateurs. Utrecht, 2011
5
Inhoud
Voorwoord Jan Jaap Knol ................................................................................
03
Twee werelden, één passie Verslag van de visitatiecommissie ........................
07
Artworlds ZomerExpo ....................................................................................... 14 Beleven Powered by New Arts ..........................................................................
18
Centrum voor de Kunsten Beverwijk Young Arts ............................................
22
Circomundo Toekomst in de Piste .....................................................................
26
Het Concertgebouw Fonds Tempel zonder Drempel ........................................
30
Handtheater Het beste van twee werelden ......................................................
34
Holland Dance Festival De DansTuinen ......................................................... 38 Jeugdtheaterhuis Zuid-Holland NV Verse Bekken ......................................... 42 Mister Motley Mister Motley ............................................................................. 46 Muziektheater De Plaats Prateur .................................................................... 50 PeerGrouP PeerJonG ........................................................................................ 54 Random Collision Movement Research Project ................................................
58
SKVR Brass Muziekschool ...............................................................................
62
Solid Ground Movement Solid Moves ..............................................................
66
Theaterschip Over Stag ................................................................................... 70 Toneelgroep Amsterdam TA ontmoet amateurs ................................................
74
5eKwartier KantineOost ................................................................................... 78 ZIMIHC CAL-XL ................................................................................................ 82 Zinaplatform Zina neemt de wijk ..................................................................... 86 Colofon ............................................................................................................ 90
6
7
Verslag van de visitatiecommissie
Ben je een professional als je een kunstopleiding hebt gedaan, als je geld met kunst verdient of als je een bepaald niveau hebt bereikt? En wanneer ben je dan een amateur? Waar scharen we de mensen onder die nog geen amateur waren? Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau gaat het om een amateur als er sprake is van ‘kunstbeoefening in de vrije tijd als liefhebber, niet om kunstbeoefening als beroep of op school’. Praten over de opvatting van deze twee begrippen was onvermijdelijk. En ieder project in het Beste van twee werelden gaf er een eigen draai aan. Opgetekend door Hannah Roelofs, secretaris van de visitatiecommissie Het beste van twee werelden: Carmelita Serkei, Jorn Konijn, Caro Delsing, Paul de Vries en Ton Brandenbarg (voorzitter).
Het Fonds voor Cultuurparticipatie ontwierp een unieke regeling met ‘Het beste van twee werelden’ (HBVTW). Zo concludeerden de 19 instellingen die wij als leden van de visitatiecommissie de afgelopen maanden bezochten. Het
Fonds wilde met de regeling professionele cultuurinstellingen stimuleren bij te dragen aan de ontwikkeling van de amateursector. Met als drie hoofddoelen: de artistieke of inhoudelijke samenwerking vergroten tussen de professionele
kunstenaar en de amateurkunstenaar, het verbeteren van zichtbaarheid en ondersteuning van de amateursector en de talentontwikkeling van amateurs. Een belangrijke kanttekening is dat de subsidie van het Fonds samenviel met enorme
8
9
Verslag van de visitatiecommissie
uitkomst had geen effect op het gekregen bedrag. HBVTW was disciplinebreed, zowel uitvoerende, als meer reflectieve instellingen namen deel en zowel de gevestigde orde als de pioniers waren vertegenwoordigd. De bekende Hollandse uitdrukking: “je kunt geen appels met peren vergelijken” was hier helemaal van toepassing. Dat probleem kwam ook de visitatiecommissie tegen. Want hoe vergelijk je de bevindingen van een netwerkorganisatie voor het Nederlandse jeugdcircuscircuit met het Concertgebouw of een festival voor urban arts met een tijdschrift over beeldende kunst? Hoe oogst je de succesfactoren en kun je er overkoepelende uitspraken over doen?
(aanstaande) bezuinigingen in de culturele wereld. De aansluiting bij de samenleving van kunst en cultuur werd onderwerp van stevige discussies. En dat terwijl de helft van de Nederlandse bevolking van zes jaar en ouder soms of vaker in de vrije tijd een kunstdiscipline beoefent, dit zijn zeven miljoen mensen. ¹ De schade die de storm van bezuinigingen achterlaat is nu nog niet ten volle te overzien. Wel is te constateren dat de bezuinigingen een rol hebben gespeeld en dat dit in een aantal gevallen ten koste is gegaan van de uitvoering van HBVTW. Instellingen hadden hun energie en budget nodig om simpelweg te overleven. HBVTW is geen welzijnswerk, dat konden de deelnemende instellingen niet genoeg
benadrukken, de artistieke kwaliteit van de projecten stond altijd voorop. Toch is de mooiste winst in onze ogen dat veel mensen zich gezien en gehoord voelden, zich konden ontwikkelen, dat wijken of regio’s inniger verbonden raakten, dat er een gemeenschapsgevoel ontstond. Kortom er werd niet alleen ‘op hoger niveau’ gehobbyd: de kwaliteit van leven werd verbeterd. De meerwaarde was cultureel én sociaal. De visitatiecommissie ging op pad met als opdracht de balans op te maken. Centraal stond de vraag welke conclusies de instellingen na twee jaar konden trekken, voor zichzelf, voor het veld en naar het Fonds toe. De gesprekken waren gericht op het proces en de inhoud en de
¹ FAQ’s over Kunstbeoefening in de vrije tijd, Sociaal en Cultureel Planbureau, 2010
Het ging in de gesprekken over duurzaamheid, wederkerigheid, methodiek en verankering. Wat kunnen en gaan instellingen behouden? Hoe is hun ontwikkeling of werkwijze vastgelegd binnen de organisatie? Wat en hoe is er met de buitenwereld gedeeld? Hebben de amateur en de professional over en weer kunnen uitwisselen? Heeft een project door HBVTW een bestaansrecht op kunnen bouwen? Er is geen simpel trucje om de uitwisseling tussen professionals en amateurs op een hoger plan te brengen. Er is wél een aantal randvoorwaarden of succesfactoren te onderscheiden die de mogelijkheid aanzienlijk vergroten dat er tussen beide partijen iets bijzonders, iets wezenlijks gebeurt.
Succesfactor 1 de lange adem Over één ding waren de instellingen unaniem: projecten met amateurs hebben tijd nodig. Tijd om de amateurs te vinden, een relatie op te bouwen, die vorm te geven en te bestendigen. Een lange adem en vooral continuïteit zijn van wezenlijk belang om de samenwerking een zinvolle invulling te geven. De Plaats schetste dat het benaderen en vastleggen van amateurverenigingen een jaar van te voren moest gebeuren. De community arts projecten van Zinaplatform en 5eKwartier hadden als doelgroep mensen die geïsoleerd van de samenleving waren en dan moet de vertrouwensband vanaf de grond worden opgebouwd. Amateurs zinvol en respectvol laten participeren, de ruimte geven om zich iets eigen te maken of een eigen invulling te geven kan geen haastklus zijn. Ook om bekendheid bij een publiek te krijgen en partners te werven is tijd nodig. Bijvoorbeeld bij Powered by New Arts, waar stap voor stap steeds meer steden meededen aan de organisatie en programmering.
Succesfactor 2 streef naar kwaliteit Samenwerken met amateurs en ook een hoogwaardig eindresultaat nastreven kan als iedereen vanuit zijn kracht wordt ingezet. Een amateurdanser is technisch niet zo perfect als een professional maar kan evenzeer ontroeren. Zo vraagt Holland
Dance jaarlijks een gerenommeerde choreograaf om een productie met amateurs te maken onder de noemer Dance Date. Kriztina de Châtel kwam haar beroemde choreografie Föld instuderen, een fysiek zware voorstelling waarin dansers een hoge aarden wal te lijf gaan. De choreografe maakte voor een hoogbejaarde amateurdanser enkele aanpassingen in de choreografie, zodat hij op zijn niveau kon participeren en schitteren. Niet de technische vaardigheden prevaleren, maar de wens om iemands verbeeldingskracht optimaal te kunnen tonen. Een andere, interessante manier om het artistieke niveau naar voren te halen gebeurde bij de ZomerExpo van ArtWorlds waar een kritische, professionele jury de voor hen anoniem ingezonden ontwerpen beoordeelde op kwaliteit. De beste werken vormden gezamenlijk een tentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum. Het ging er hier niet om wie de professional en wie de amateur was maar uitsluitend om de kwaliteit van een werk.
Succesfactor 3 versterk elkaar Door inhoudelijk of organisatorisch verbindingen te leggen kun je een samenwerking creëren die vruchtbaar is voor beide partijen. In cultureel zwaar weer zijn contacten met bijvoorbeeld de politiek en het bedrijfsleven geen moetje maar een must. Slim cultureel ondernemerschap is essentieel. Zo heeft de Bazaar van
Beverwijk aan het festival Young Arts een enorme loods als thuisbasis ter beschikking gesteld. In ruil daarvoor organiseert Young Arts 26 keer per jaar een activiteit op de Bazaar. De Bazaar wordt zo aantrekkelijker voor bezoekers en Young Arts vergroot haar bekendheid en actieradius. Een passende partner kan ook een aanvullende inhoudelijke waarde hebben. Doordat PeerJonG een imkervereniging benaderde voor informatie, creëerde ze tegelijkertijd een nieuwe achterban voor haar voorstelling, namelijk geïnteresseerde imkers. Door contact met een historische vereniging, hetzelfde verhaal. Zo simpel kan het zijn.
Succesfactor 4 draag over De HBVTW projecten werden vaak opgezet door een handjevol gedreven individuen. Om vervolgens een project te laten werken, moeten medewerkers en deelnemers betrokken raken. Doordat de amateur een eigen aandeel heeft in een project wordt deze mede-eigenaar en voelt hij of zij zich medeverantwoordelijk. Wat kenmerkt nu een duurzame samenwerking? Onder duurzame samenwerking verstaan we een contact tussen amateur en professional waarbij wederkerigheid en uitwisseling mogelijk zijn, beide partijen kunnen groeien. Dat biedt ruimte voor een verdiepend vervolg.
10
11
Verslag van de visitatiecommissie
Verslag van de visitatiecommissie
Er tekende zich een duidelijk verschil af tussen de instellingen waar de amateur mede-eigenaar was en instellingen die een van te voren vastgelegd kader aan de amateur aanboden van meezingen of -spelen en bijvoorbeeld 20 keer optreden. Kortom de amateurs werden wel in contact gebracht met professionals en beleefden een mooie ervaring maar er werd weinig ruimte geboden om samen die ervaring vorm te geven. Bij de meer op ontwikkeling en uitwisseling gerichte clubs, waar de amateurs onderdeel werden van het project en hun kennis weer konden doorgeven aan een nieuwe lichting, ontstond een breed gedragen betrokkenheid en - bijkomend voordeel - een saamhorigheidsgevoel. De twee werelden kwamen nader tot elkaar.
Naar aanleiding van de gesprekken hebben wij 5 manieren van overdracht in kaart gebracht.
3. Een derde methode van overdracht (die overigens andere manieren niet uitsluit) is die van het co-mentoring principe. Docenten met uiteenlopen de expertises werken samen en door elkaars kwaliteiten te benutten en samen te werken leert men niet alleen van elkaar maar door het samen brengen van verschillende expertises ontstaat er een toegevoegde waarde waarbij één plus één drie wordt. Zoals bij de Brassmuziekschool waar klas siek geschoolde vakdocenten samen werken met brassdocenten die gepokt en gemazeld zijn door de praktijk.
1. In de meester-gezel constructie loopt de amateur mee met de professional en profiteert van zijn of haar kennis en kunde. De professional krijgt een in kijkje in de belevingswereld van de amateur en probeert vanuit die basis de amateur te ‘verheffen’. De amateur krijgt vakkennis en de professional enthousiasme. Bij De Plaats brengen professionele kunstenaars verschil lende amateurgroepen samen, soms met elkaar, soms op een bijzondere locatie, soms met een specifieke professional.
2. Bij de peer- to-peer overdracht
scholen deelnemers elkaar. Iemand die wat verder is en meer ervaring heeft draagt deze kennis over aan de andere deelnemers. Een bijkomend voordeel van deze methode is, mits goed uitgevoerd en begeleid, dat het kostenbesparend kan werken. Er zijn immers minder (vak) docenten nodig. In het geval van Solid Moves van Solid Ground Movement doorlopen jongeren een traject waarin ze eerst de basis van hiphop en theatrale vaardigheden leren. Daarna is het mogelijk om zelf te leren scheppen (choreografie en educatieve vaardigheden op te doen. Deze laatste groep kan vervolgens alle kennis en ervaring weer doorgeven aan de nieuwe lichting.
4. In Beverwijk is het voor de deelnemers
van Young Arts mogelijk om steeds van rol te wisselen. Ze hebben de keuze om het ene jaar een artistieke
bijdrage te leveren en het volgende jaar zich met andere, bijvoorbeeld organisatorische, aspecten bezig te houden al naar gelang hun behoefte.
5. Powered by New Arts brengt de urban jongeren uit Oost-Nederland met elkaar in contact, ze creëren contact/netwerk -momenten en zo ontstaan op orga nische wijze nieuwe samenwerkings verbanden. Finalisten krijgen work- shops van professionals uit de praktijk. Zo krijgen ze de kans te groeien en relevante connecties aan te gaan. Succesfactor 5 vier je successen/ meetbaarheid Een advies dat wij op onze reis langs de 19 instellingen meegaven, was ‘vier je successen’ en maak zichtbaar waar je goed in bent. Projecten maken vaak veelvuldig gebruik van social media, maar maken lang niet altijd de vertaalslag om deze in te zetten en de resultaten zichtbaar te maken. CAL-XL is een laboratorium dat anderen helpt hun sociaal artistieke (meer)waarde te meten. Het ontwikkelt meetinstrumenten op het gebied van community arts waarmee projecten hun proces kunnen monitoren en hun ‘winst’ zichtbaar kunnen maken. Het is belangrijk om de artistieke, sociale en economische meerwaarde te kunnen aantonen door overdracht, verslaglegging en verspreiding. Zo kunnen andere partijen immers ook overtuigd worden van de meerwaarde van de projecten: cultuur maakt een stad
of regio aantrekkelijk voor bedrijven om zich daar te vestigen, geeft een impuls aan toerisme, voorkomt leegloop. Kortom het levert wat op.
kon het Concertgebouw haar educatie en participatie beter afstemmen op de doelgroepen.
Zo wist het Theaterschip de provincie Overijssel ervan te overtuigen dat ze hun doelstelling ‘talentontwikkeling’ alleen konden bereiken als er ook budget werd vrijgemaakt voor het traject vóór de kunstvakopleidingen. En met succes. Door onderzoek te doen naar haar publiek
Succesfactor 6 bouw een community Een mooi voorbeeld van communitybuilding is Random Collision. Een kleine choreografenresidentie in
de stad Groningen, dat, hoe ironisch, bij iedere subsidiegever tussen wal en schip dreigt te vallen, juist omdat ze én de amateur én de professional werkelijk iets te bieden heeft. Random Collision heeft door haar manier van werken een community opgebouwd van mensen die inhoudelijk en organisatorisch aan de organisatie willen bijdragen, zich kunnen verdiepen in de theorie en praktijk van dans én een klankbord zijn voor de gastchoreografen. Jonge choreografen zijn te gast bij
12
13
Verslag van de visitatiecommissie
Verslag van de visitatiecommissie
Verder stelde de instellingen voor om van verslaglegging een vereiste te maken. In deze regeling was het wel gevraagd maar was het te vaak een sluitpost. Als tip werd ook genoemd dat overgangsworkshops kunnen helpen organisaties voor te bereiden op een leven ná het geld van het
Fonds. Dat zou bijdragen aan de kans op voortzetting. De projecten hadden interesse in de ideeën en initiatieven van andere HBVTW deelnemers en oren naar een subsidieregeling die bijvoorbeeld zogenaamde buddyprojecten faciliteert. Hier en daar zijn enkele sporadische
contacten tussen de projecten gelegd. Zo trad Solid Moves op bij het Young Arts festival. Maar de commissie hoorde geregeld terug dat de instellingen het mooi zouden vinden om structureler aan elkaar omgekoppeld te worden en daardoor actief ervaringen uit te wisselen.
Conclusie Zijn de drie hoofddoelstellingen van HBVTW geslaagd? De amateur heeft samengewerkt met de professional, er is sprake geweest van talentontwikkeling. Het blijft de vraag in hoeverre HBVTW heeft bijgedragen aan de zichtbaarheid van de amateursector. Gelijkwaardigheid en wederkerigheid bleken soms lastig en veel projecten gebruikten HBVTW om het bestaande te verstevigen, niet om geheel nieuwe samenwerkingsvormen te ontwikkelen. Veel instellingen zijn echter dankzij HBVTW gegroeid als organisatie, hebben meer initiatieven kunnen ontplooien of zijn naar andere partijen toe een serieuzere gesprekspartner geworden. Random Collision en krijgen zes weken de tijd om met professionele dansers te werken en onderzoek te doen. Daarnaast zijn ze verplicht om twee keer in de week dansles te geven aan amateurs. Een choreograaf die midden in een onderzoek zit, neemt zijn vraag mee de lessen in. Om de amateurs duidelijk te maken wat hij of zij wil kan de choreograaf zich niet bedienen van vaktaal, hij zal zijn vanzelfsprekendheden moeten laten varen en een nieuwe manier van communiceren moeten ontwikkelen om de amateurs duidelijk te maken wat hij wil zien. Door de ongedwongen, ongeschoolde
bewegingen van de amateurdansers komt de choreograaf op nieuwe ideeën. Dat is winst, een frisse blik op je eigen vak. De amateurdansers komen als publiek naar de tussentijdse studiopresentaties om feedback te geven. Ze ontwikkelen niet alleen hun dansvaardigheden maar verwerven ook inzicht in het verloop van een creatief proces én krijgen hierdoor meer kennis van en liefde voor dans in het algemeen. De oprechte interesse in dans en de uitwisseling van kwaliteiten is onmiskenbaar voor beide partijen een verrijking.
Lessen voor het Fonds voor Cultuurparticipatie Iedere instelling betreurde het einde van de regeling. Men prees de ruimte om de regeling van HBVTW naar eigen inzicht in te kunnen te vullen en de meedenkende houding van het Fonds. Ook vond men het positief dat er door HBVTW een langere periode dan gebruikelijk ter beschikking stond om projecten beter in te kunnen bedden in de organisatie. Daardoor werd voor sommigen de overgang naar het op eigen benen staan makkelijker.
Het zou interessant zijn als de professional de beleving en wensen van de amateur meer centraal zou stellen. Wat kan en wil de amateur eigenlijk zelf? Welke bagage neemt hij of zij mee? Iedere deelnemer neemt immers een eigen wereld mee. Onze aanbeveling als visitatiecommissie van HBVTW aan het Fonds is dat het Fonds meer vraaggericht en minder aanbodgericht zou kunnen stimuleren. Zodat de amateur al bij voorbaat (mede-) eigenaar van een project is. Juist daar waar dat gebeurde werd een voedingsbodem gelegd voor gelijkwaardigheid en uitwisseling en dus voor de toekomst. Bij sommige projecten is de regeling HBVTW meer geslaagd dan oorspronkelijk bedacht: in plaats van het bij elkaar brengen en de positieve beïnvloeding van de twee werelden naar elkaar, verdween het onderscheid en ging het uitsluitend om de pure cultuurbeleving of uitvoering. Het ideale model: één en één werd drie, twee werelden werden samen één.
14
15
ArtWorlds
ZomerExpo
‘De ZomerExpo heeft mij de bevestiging gegeven dat het goed is wat ik doe’ Het uitgangspunt dat ArtWorlds heeft met de ZomerExpo is even sympathiek als simpel: zowel professionele als non-professionele kunstenaars kunnen werk insturen. De jury kiest de beste beelden en schilderijen uit, zonder te weten wie het heeft gemaakt. De uitverkorenen exposeren hun werk in het Gemeentemuseum in Den Haag. De expositie biedt zo een mix van amateurs en professionals. door Madeleine Rood
Rien Lengkeek. 68 jaar. Voormalig dierenarts uit Twello. Nu beeldhouwer. ‘Je wilt je graag eens meten met professionele kunstenaars, dus daarom deed ik mee. Toen mijn bronzen beeldje van een oud echtpaar werd geselecteerd voor de ZomerExpo, dacht ik toch: ‘’Potverdorie, ze vinden mijn werk écht mooi. Dan ga ik lekker door.’’ Die boost heeft het mij wel gegeven. Ik doe dit als hobby, maar wel met heel veel inzet. Ik ben er erg druk mee. Samen exposeren met professionals vond ik een hele eer. Het voelde toch als een gewonnen wedstrijd.’
Deelnemers van de ZomerExpo in het Gemeentemuseum in Den Haag. Barbara Broekman won de publieksprijs van de Zomerexpo 2012. Zij kreeg de meeste stemmen voor haar schilderij ‘Moeder en Kind: Bolivia’.
Yvette de Koning. 51 jaar. Scheeps- en meubelstoffeerder uit Grou. Beeldhouwer. ‘Toen ik voor de eerste keer meedeed aan de ZomerExpo, had ik een kop van leer gemaakt. Ik was er onzeker over en dacht dat het niks was. Maar zij vonden het meteen hartstikke mooi en mijn werk werd uitgekozen. Dat was een grote stimulans om heel veel meer te doen. De tweede keer deed ik mee met een hart van leer. Dat had ik gemaakt omdat het
16
17
ArtWorlds
thema de liefde was. De eer dat ik werd uitgekozen, was voor mij genoeg. Ik ga door mijzelf te ontwikkelen.’ Alyke Evers. 47 jaar. Gouda. Tekenaar/schilder pastel. ‘Ik teken en schilder al mijn hele leven. Het is echt een deel van mij. Het is goed om het in evenwicht te houden met mijn werk als leerkracht. In het werken met pastel ben ik autodidact. Ik heb verschillende cursussen gevolgd, maar geen kunstacademie. Een docent van mij zei dat dan erkenning van belang is. De Zomerexpo heeft mij de bevestiging gegeven dat het goed is wat ik doe. Ik voel me daardoor erkend in mijn werk. Ik ga door en mijn inzending voor de volgende Zomerexpo heb ik al af.’
18
19
Beleven
Powered by New Arts
‘Videovirus heeft ons echt een schop onder de kont gegeven’ Zes centra voor de kunsten hebben hun krachten gebundeld om urban arts in Oost-Nederland op de kaart te zetten. Onder de noemer Powered by New Arts verzorgen zij succesvolle vakdocentendagen, wedstrijden voor jongeren, tours langs verschillende podia, talent nights en festivals. door Anne Bonthuis
Niek Bults. 20 jaar. Nijverdal. Rapper en finalist Videovirus. ‘De Pioniers in de finale! En we hadden niet eens verwacht door de eerste auditie te komen. We deden mee voor het commentaar van de jury, de bekende mensen uit de hiphop scene. Videovirus heeft ons echt een schop onder de kont gegeven. We hebben keihard aan onze muziek en act gewerkt, samen met artiesten waar we erg tegenop kijken, zoals Typhoon en Sticks. We kregen workshops in image en styling, rappen, performen en teksten schrijven. Ook maakten we een supervette videoclip. Door Videovirus stonden we vier keer in het voorprogramma van Gers Pardoel.’
Met de activiteiten van Powered by New Arts werken zes centra voor de kunsten in Oost-Nederland aan een bloeiende urban arts sector in de regio.
Leonie Wender. 33 jaar. Hengelo. Deelnemer vakdocentenscholing. ‘Netwerken, ervaringen uitwisselen en praktische tips krijgen om het niveau van je lessen te verhogen. Dat is in een notendop wat er op de vakdocentendagen gebeurt. Heel nuttig, vooral voor mensen zonder lerarenopleiding. Wat ik zelf nog steeds toepas, is het inbouwen van een flexibel element in mijn workshops, zodat ik qua tijd altijd goed uitkom. Verder vond ik het leuk om te horen hoe collega’s uit andere steden het aanpakken. Alle docenten leren van Powered by New Arts sowieso waanzinnig veel. We werken samen om de activiteiten voor de jongeren goed te regelen.’
20
21
Beleven
Urbian James. 20 jaar. Zutphen. Rapper en winnaar Hip Hop Hard. ‘Onze droom, dat Flow&CO bekend wordt bij een groot publiek, komt door het winnen van deze wedstrijd dichterbij. Dat is te gek. We wonnen een geldbedrag en optredens op grote hiphopfeesten en festivals. We treden nu vaker op en staan zelfs in de finale van De Grote Prijs van Nederland. De persoonlijke begeleiding die we kregen tijdens Hip Hop Hard was heel goed. Tijdens het workshopweekend gaven ervaren artiesten, zoals Roskovic, advies over ons nieuwste werk en onze plannen.’
22
23
Centrum voor de Kunsten Beverwijk
Young Art
‘Het belangrijkste was dat ik door met hem samen te werken inzag wat ik wilde met mijn opleiding’ Het Young Art Festival, van Centrum voor de Kunsten Beverwijk, is een jaarlijks terugkerend cultureel festival voor jongeren. De week voorafgaand aan het festival kunnen jongeren Art Shops volgen: workshops in verschillende disciplines zoals muziek, dans, theater, beeldende kunst, literatuur of film. Op het festival laten ze de resultaten zien. door Madeleine Rood
Jesse van de Wel. 17 jaar. Wijk aan Zee. Toneelspeler. ‘De hele week voorafgaand aan het festival heb ik meegedaan aan een Art Shop. Dit jaar was het heel grappig: we deden poppentheater. Daar ben ik geheel blanco ingestapt en ik had nooit gedacht dat het zo intensief zou zijn. Een professionele poppenmaakster heeft ons geleerd hoe je een pop maakt. En dat je pop ook een bewustzijn heeft en een personage is. Dus als je met een pop speelt, speel je eigenlijk voor twee. Daarna ben je echt helemaal verzadigd.’
Op het Young Art Festival laten jongeren uit de wijde omgeving van Beverwijk zien wat ze op creatief gebied in huis hebben.
Roy Wormsbecher. 21 jaar. Heemskerk. Lid van de bouwploeg. ‘Deze zomer heb ik gebouwd aan een paviljoen van architect Wim Aardenburg. Een fantastisch mooi ontwerp. Ik vond het heel inspirerend om met hem samen te werken. Het belangrijkste was dat ik door met Wim te praten, inzag wat ik wilde met mijn opleiding. Ik deed een technische MBO-opleiding voor loodgieter en wist niet precies wat ik miste. Door Young Art zag ik in wat ik echt wilde: meer vrijheid en creativiteit. Ik doe nu de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, richting product design.’
24
25
Centrum voor de Kunsten Beverwijk
Jamie Marsman. 19 jaar. Beverwijk. Filmmaakster. ‘Wij hebben het filmfestival twee dagen lang gefilmd. Doordat ik al workshops had gevolgd, wist ik waar ik op moest letten. Dat zijn vooral kleine dingen, zoals compositie en achtergrondgeluid. Als ik dat niet had geweten, had ik er nooit over nagedacht en was het fout gegaan in de montage. Ik heb ook samen gefilmd met een professional. Hij legde veel uit over de camera en ik kon van alles proberen. Ik wil wel verder met film, want het hele proces vind ik interessant. Bij elke film leer je heel veel.’
26
27
Circomundo
Toekomst in de Piste
‘Samen de voorstelling vorm geven was zo leuk. Onze eigen ideeën werden werkelijkheid.’ Verschillende jeugdcircussen in Nederland werken door Toekomst in de Piste aan kwaliteitsverbetering en ontwikkeling. Zo is Grote Broer in Nijmegen bezig met een leerplan voor de circusschool en wordt de opleiding Begeleider in de Circuskunsten (BiC) verbeterd. Ook werd de BNG Circusprijs, een stimuleringsprijs voor jeugdcircus en jong talent, in het leven geroepen. door Anne Bonthuis
Kimberly Dreves. 20 jaar. Avenhorn. Deelnemer BiC. ‘Met veel nieuwe ideeën voor oefeningen rondde ik de BiC af. Dat vond ik handig, want ik heb zelf nooit aan circus gedaan toen ik klein was. Ook het lesgeven aan de andere deelnemers en feedback krijgen was leerzaam. Ik geef les aan kleuters en tieners. Na de BiC stond ik meteen zekerder voor de groep. Verder kregen we de kans om circustechnieken bij te leren. Ik heb lessen gevolgd in trapeze. Met mijn turnachtergrond zit ik soms bijna op hetzelfde niveau als mijn oudste leerlingen, dus ik leer graag bij.’
Toekomst in de Piste, een initiatief van Circomundo, maakt het voor Nederlandse jeugdcircussen mogelijk te werken aan de eigen ontwikkeling.
Dana Linckens. 24 jaar. Den Haag. Circusartiest in voorstelling Licht. ‘Met een nieuwe trainingsgroep voor de oudste jeugd van Circaso schreven we het plan voor Licht. Normaal gesproken hebben we geen geld om zo’n grote voorstelling te maken, dus we sprongen een gat in de lucht toen we de BNG Circusprijs wonnen. We kregen hulp van twee van onze eigen trainers, een choreograaf en een lichttechnicus. Het was onwijs leuk om samen de voorstelling vorm te geven. Onze
28
29
Circomundo
Circomundo
eigen ideeën werden werkelijkheid. Zelf heb ik technisch weer bijgeleerd, omdat ik voor het eerst met de Chinese paal werkte, en ik heb naar het optreden als geheel leren kijken.’ Jafna de Paauw. 26 jaar. Amsterdam. Deelnemer BiC. ‘De BiC gaf mij vooral de bevestiging dat ik goed op mijn plek zit als docent bij Circus Elleboog. Ik ben danseres en dansdocent, dus ik dacht dat ik misschien andere vaardigheden nodig had. Dat was niet zo. Op didactisch gebied wist ik alles al, maar ik had graag willen werken aan mijn circustechnieken. Door een blessure lukte dat helaas niet. Ik heb wel een nieuw netwerk aan de BiC overgehouden. Daar ben ik blij mee. Ik werd meteen door een andere deelnemer ingehuurd. Wat ik jammer vind, is dat je geen certificaat voor je deelname krijgt.’
30
31
Het Concertgebouw Fonds
Tempel zonder Drempel ‘Thuis maken we nu ook veel muziek’
Het Concertgebouw en klassieke muziek zijn toegankelijk voor iedereen. Deze boodschap wil Het Concertgebouw overbrengen met Tempel zonder Drempel. Musici en zangers trekken de Amsterdamse wijken in om bewoners enthousiast te maken voor muziek. Ook krijgen amateurzangers en -muzikanten één keer per jaar de kans in Het Concertgebouw op te treden. door Anne Bonthuis
Mary van Vught. 66 jaar. Amsterdam. Zangeres Het Concertgebouw Open. ‘Het was een fantastische happening: met de Niet Meer Zo Piep Show optreden in Het Concertgebouw. Onze show wordt altijd neergezet door een band, koor en wisselende gasten. Allemaal zijn we boven de 60 jaar. Gastzangeres Mijntje van der Meulen is zelfs 91. We bestaan uit amateurs en professionals. Dat vind ik mooi en leerzaam. Je kunt je zo aan elkaar optrekken. Op de planken staan in Het Concertgebouw gaf een heel bijzonder gevoel. Door de drukte was er helaas geen tijd voor een repetitie daar.’
Met Tempel zonder Drempel trekt Het Concertgebouw een breder publiek en stimuleert het cultuurparticipatie van Amsterdamse amateurmusici en zangers.
Daniela Giany. 40 jaar. Amsterdam. Deelnemer Muziek voor de allerkleinsten. ‘Tikken met drumstokjes, dat vindt mijn oudste zoon van 4,5 jaar helemaal geweldig. Thuis verstop ik ze af en toe, als ik het lawaai even zat ben. Bijna twee jaar lang ging ik elke woensdag met hem naar de muzieklessen van Kendra van Nes. Hij was dol op haar en vond het heerlijk om te dansen, liedjes te
32
33
Het Concertgebouw Fonds
zingen en instrumenten uit te proberen. Kendra’s grote harp was favoriet. Thuis maken we nu ook veel muziek. We hebben een piano, waar hij op kan leren spelen. Ik vind het heel jammer dat de bijeenkomsten gestopt zijn.’
Onderschrift bij foto: Met Tempel zonder Drempel trekt Het Concertgebouw een breder publiek en stimuleert Amsterdamse amateurmusici en zangers.
Louis de Jong. 56 jaar. Oosterhout. Contrabassist Het Concertgebouw Open. ‘Mijn vrouw en ik deden allebei mee met Het Concertgebouw Open Orkest en Koor. We kwamen op plekken die je als bezoeker nooit ziet en speelden samen met professionele muzikanten. Een mooie ervaring. We repeteerden twee avonden met z’n allen, onder begeleiding van onze schoonzoon, dirigent Marcel Geraeds. De tweede repetitie werden we bijgestaan door musici van Het Concertgebouworkest. De contrabassist was een hele enthousiaste gozer, die ons tips gaf en trucjes leerde. Tijdens het optreden keek hij ons af en toe met een grote grijns aan, we gingen lekker!’
34
35
Handtheater
Het beste van twee werelden ‘Ik durf nu meer. Ik dacht: als ik dit kan, kan ik nog veel meer.’ Dove dansers van het Handtheater laten zich in Moving Light leiden door licht en beelden. Het licht geeft voor hen het ritme aan. De videobeelden vormen samen met poëzie de inspiratiebron. De dansers vertellen hun eigen verhaal. Gebarentaal maakt daar ook deel van uit en gebaren veranderen op natuurlijke wijze in een dansbeweging. door Madeleine Rood
Tracy van der Wal. 33 jaar. Amstelveen. Danseres. ‘Ik ben doof, maar dans al heel lang. In ‘Moving Light’ vertellen we met dans over onszelf. Voor mij persoonlijk was het een hele ervaring om via dans te kunnen vertellen dat ik ben wie ik ben. Ik ben geadopteerd toen ik vier jaar was. Het was wel inspannend om te werken met de choreografe en in het begin vroeg ik me af wat ze eigenlijk wilde. Ze zocht naar het persoonlijke van ons. Uiteindelijk heb ik mezelf en mijn lichaam zo beter leren kennen. Ik durf nu meer. Ik dacht: als ik dit kan, kan ik nog veel meer.’
Poëzie, licht en lichtbeelden leiden de dansers van het Handtheater. Met hun gebaren, bewegingen en poëzie vertellen zij wie ze zijn.
Marleen Vermeij. 25 jaar. Heemstede. Danseres. ‘Het was een boeiende zoektocht naar hoe de voorstelling eruit moest komen te zien. De choreografe, Maxi, wilde het beste uit ons halen en dat kostte tijd. Ik begreep soms niet wat ze wilde, maar ze zei dat ik vertrouwen moest hebben, ook in mijn eigen kunnen. Later begreep ik alles wel. Uiteindelijk gaat het over een klein meisje dat de wereld wil ontdekken. Dat komt doordat ik veel petticoats draag en jurkjesverslaafd ben.’
36
Handtheater
Mike van der Staal. 25 jaar. Valkenburg (ZH). Danser. ‘Het dansen in deze voorstelling is een heel positieve ervaring voor mij. Onze choreografe is een topper. We moesten van haar woorden opschrijven die bij ons horen. Voor mij zijn dat voetbal, plezier en vrijheid. Ik dans heel visueel, omdat ik geen ritme kan horen. Alleen voelen. Dove mensen hebben meer visualisatie nodig. Licht bepaalt ons ritme. We konden ook zelf dingen doen, als we vonden dat iets niet paste. Zo vond ik de wave niet passen. Nu is voetbal in mijn solo gekomen. Heel apart, maar wel zonder bal.’
38
39
Holland Dance Festival
De DansTuinen
‘Boot Camp is heavy, maar smaakt naar meer’ Een inspirerende plek waar dansers, choreografen, docenten en toeschouwers samenkomen en deelnemen aan verdiepende activiteiten. Dat zag Martine van Dijk, zakelijk leider bij Holland Dance, voor zich bij het creëren van de DansTuinen. In de Choreografen- , Inspiratie- , Belevings- en Trendtuin worden amateurs en professionals uitgedaagd om uit hun comfortzone te stappen. door Anne Bonthuis
Jozef Sloots. 76 jaar. Voorschoten. Deelnemer presentatie Föld. ‘Tellen en pasjes zijn niet mijn ding. Toch kwam ik door de auditie van Krisztina de Châtel voor het voorprogramma van Föld, een presentatie op basis van materiaal uit de voorstelling. Zij had er vertrouwen in, dus heb ik me volledig overgegeven aan haar instructies. Ik ben improvisatiedanser en had niet dezelfde technische capaciteiten als de rest. Daarom kreeg ik een solo, waarin ik zelf ook dingen mocht inbrengen. Het was boeiend om te zien hoe Krisztina de spannende choreografie maakte. De overgangen waren razendsnel en het contrast tussen snelle en langzame bewegingen was groot.’
Dansprofessionals en amateurdansers uit heel Nederland werken samen in de DansTuinen van Holland Dance.
Marleen Hendrickx. 21 jaar. Gevorderde amateurdanser Dance Date. ‘Voor de eerste repetitie met Shirley Esseboom was ik best zenuwachtig. Ze is een fantastische danseres. Gelukkig bleek ze heel relaxt en leuk. Ze werkte tot de première twee keer per week met ons aan het ballet Bella Figura en behandelde ons als echte professionals. Dat maakte het uitdagend en zorgde ervoor dat je het beste uit jezelf wilde halen. Ik oefende vooral met het er makkelijk en vloeiend uit laten zien. Ik ben niet zo klassiek aangelegd. Het premièreweekend was heel tof. We zaten met alle groepen in een hotel en kregen allerlei workshops.’
40
41
Holland Dance
Holland Dance Festival
Santhino Piqué. 28 jaar. Rotterdam. Deelnemer Boot Camp. ‘Aangenaam verrast was ik door Boot Camp. In één weekend heb ik veel vooruitgang geboekt. We kregen training in verschillende dansstijlen, zoals latin, modern, hiphop en jazz. Iedereen kreeg coaches toegewezen. In mijn geval de bekende Koen & Roemjana van The Ultimate Dance Battle. Vrijdag keken zij goed naar wat elke deelnemer nodig had om verder te komen. Op basis daarvan werden individuele programma’s gemaakt. Ik werkte aan meer diepgang en het opzoeken van mijn kwetsbaarheid. Ik heb een solo gemaakt waar ik heel trots op ben. Boot Camp is heavy, maar smaakt naar meer.’
42
43
Jeugdtheaterhuis Zuid-Holland
NV Verse Bekken
‘Nu weet ik zeker dat ik naar de toneelschool wil’ Een kijkje achter de schermen bij professionele theatergezelschappen, workshops van mensen uit het vak, een cursus toneelschrijven of meespelen in een nieuw ontwikkeld repertoire. Bij NV Verse Bekken krijgen jongeren de kans hun theatertalent te ontwikkelen. Ook docenten en regisseurs die op zoek zijn naar nieuwe toneelteksten voor jongeren kunnen er terecht. door Anne Bonthuis
Julia Ham. 21 jaar. Utrecht. Deelnemer cursus toneelschrijven. ‘Het is moeilijk om toneelschrijven zelf op te pakken. Ik wist al dat ik het leuk vond, maar hoe doe je het goed? Jibbe Willems, onze docent, begon met algemene schrijfoefeningen. Daarna werkten we elke week aan ons eigen stuk. Tijdens de bijeenkomsten gaf hij ons veel persoonlijke aandacht en feedback. Ook deelde hij tips en handigheidjes. Dat gaf steeds weer nieuwe inspiratie en ik merkte dat het steeds makkelijker ging. We hebben onze stukken gepresenteerd tijdens Festival Havenwerk. Dat was best spannend, maar we kregen hele leuke reacties van het publiek.’
NV Verse Bekken richt zich op de theatertalentontwikkeling van jongeren en op professionals in het thatervak die met jongeren werken.
Noor Bank. 17 jaar. Haarlem. Deelnemer Summerschool. ‘In het dagelijks leven uit ik mezelf niet heel makkelijk, daarom vind ik toneel zo gaaf: ik kan even helemaal losgaan. Naast het Jeugdtheaterhuis heb ik twee jaar Summerschool gedaan. Daar leer je in vijf dagen een heleboel van alle workshops, zoals bewegen, scenarioschrijven, camera acteren en tekstexpressie. De docenten zijn erg goed en enthousiast. Ze staan ook open voor onze inbreng. Soms zijn het bekende acteurs, dat is wel intimiderend. Maar als ik eenmaal bezig ben, vind ik het heel vet. Nu weet ik zeker dat ik naar de toneelschool wil.’
44
45
Jeugdtheaterhuis Zuid-Holland
Jeugdtheaterhuis Zuid-Holland
Stefan Lazarov. 19 jaar. Gouda. Hoofdrolspeler in Je kan de heuvels zien. ‘Of ik erover na wilde denken: mijn eigen solovoorstelling. Dat hoefde ik natuurlijk niet, zo’n kans krijg je maar één keer. Vorig jaar begonnen we. Ik, met Theo Ham als regisseur. We lazen en praatten veel. Ik maakte me de tekst eigen door situaties te vergelijken met mijn eigen leven. Tijdens het repetitieproces hebben we het volle decor geschrapt. “Ga gewoon zitten en vertel het maar”, zei Theo. Dat werkte beter. Het was een hele fijne samenwerking. Theo benadrukte wat goed ging en gaf mij vertrouwen. Ook aan zijn technische advies had ik veel.’
46
47
Mister Motley
Mister Motley
‘De inhoud heeft altijd kwaliteit, maar is ook toegankelijk.’ De redactie van Mister Motley wil met haar tijdschrift en website over hedendaagse kunst een breed lezerspubliek aanspreken. De artikelen bieden informatie en inspiratie aan lezers die geïnteresseerd zijn in kunst en lezers die zelf kunst maken, zowel op amateur- als professioneel niveau. door Anne Bonthuis
Inge Breedveldt Boer. 62 jaar. Utrecht. Abonnee Mister Motley. ‘Als kunsthistorica blijf ik graag op de hoogte van hedendaagse kunst. Ook de leefwereld van kunstenaars interesseert me. Daarom heb ik al sinds de oprichting van Mister Motley een abonnement. Ik vind het echt een onderschat tijdschrift. De inhoud heeft altijd kwaliteit, maar is ook toegankelijk. Dat is knap. Ik weet hoe moeilijk het is om begrijpelijk over kunst te schrijven. Zelf schilder ik. Voor mij is het dus ook interessant om over het maakproces van anderen te lezen. Dat geeft me een soort context: dit doe ik en dat doen zij.’
Elk nummer van Mister Motley heeft een thema dat kunst verbindt met het leven van alledag.
Mia Fiedeldij Dop. 72 jaar. Amsterdam. Abonnee Mister Motley. ‘Het leuke aan Mister Motley is dat het door kunstenaars wordt geschreven, dus het is niet van dat curatorengepraat. Ik haal er ideeën uit voor mijn eigen werk en lees met plezier hoe collega’s met hun werk omgaan en hoe ze over dingen denken. Het blad heeft elke keer een ander thema, dat veel mensen aanspreekt. Zo ging het laatste nummer over ouders. Dat vind ik een fijne opzet. De onderwerpen zijn interessant voor amateurs en professionals. Ik zit daar zelf een beetje tussenin. Ik teken en schilder al heel lang en maak nu vooral installaties.’
49
Mister Motley
Fabiola Veerman. 35 jaar. Amsterdam. Lezeres Mister Motley. ‘Op de Gerrit Rietveld Academie kwam ik altijd met kunstenaars en artikelen uit Mister Motley aanzetten. Dan voelde ik me heel vooruitstrevend. Het lezen van interviews met kunstenaars gaf me tijdens mijn studie ook een boost om hard te werken. Ik wilde bereiken wat zij hadden bereikt. Nu ben ik fotograaf en lees ik het blad nog steeds graag. Ik vind het boeiend wat anderen maken en hoe zij kunst beleven. Het leuke is de mix van gerenommeerde kunstenaars en jonge kunstenaars met een verfrissende blik. Qua uiterlijk is het blad wel wat veranderd. Gepimpt naar onze tijd.’
50
51
Muziektheater De Plaats
Prateur
‘Iets wat je zelf maakt, blijft beter hangen’ Muziektheater De Plaats uit Arnhem laat professionals en amateurs samenwerken onder de noemer Prateur. Zij brengen op bijzondere locaties (verkeersplein, parkeergarage, kantoorpand of een steiger) muziektheater. In de voorstellingen doen ruim driehonderd acteurs, dansers, musici en zangers mee. Zij vertellen mythische verhalen over de stad in verleden, heden en toekomst. door Madeleine Rood
Anna-Sophie Postmaa. 25 jaar. Arnhem. Danseres. ‘Onze choreograaf, Lorenzo Borella, vraagt heel veel input van ons. Wat voor bewegingen maak je als je je inbeeldt dat je in de golven aan zee ligt, bijvoorbeeld. Deze voorstelling, ‘De Blauwe Golven’, op het gelijknamige plein in Arnhem, komt daarom heel erg uit onszelf. In de voorstelling komen veel van onze eigen bewegingen terug. Iets wat je zelf maakt, blijft beter hangen. Je blijft beter bij jezelf in je bewegingen. Lorenzo had natuurlijk een basisidee en stuurde ons bij. We zijn trots op het resultaat; het was een groot succes bij het publiek.’
Op verkeersplein de Blauwe Golven brachten dansers de voorstelling De Blauwe Golven. De ondergaande zon zorgde voor een onvergetelijk decor.
Ninie de Kom. 30 jaar. Arnhem. Actrice. ‘In een grote loods vertelde ik een verhaal over hoe gekleurd Nederland was geworden. Ik was voor deze monoloog gevraagd en het was heel bijzonder met een orkest achter me te spelen. Met de regisseur zat ik wel op hetzelfde level. Hij had de tekst geschreven en ik speelde zoals het bij mij goed voelde. Als ik aanwijzingen kreeg
52
Muziektheater De Plaats
die niet werkten, paste ik dat zelf aan. Anders voel je je gevangen in de tekst en wat je moet doen. Het moet altijd wel uit mezelf komen. Dit was een heel vrije samenwerking en het klikte.‘ Luc Zwaanenburg. 43 jaar. Duiven. Tenor. ‘Ik zing al enige tijd in de zanggroep Schudden voor Gebruik. Maar hieraan meedoen was bijzonder. We werkten samen met een solist op gitaar, een dansgroep, een componist en een regisseur. Op een uitzonderlijke locatie, de Paradijssteeg, brachten wij een voorstelling met overdenkingen over het paradijs. De samenwerking was heel positief. De regisseur kan heel goed luisteren, maar ook goed uitleggen wat hij voor zich ziet en waar hij naartoe wil. Dat was erg inspirerend.’
54
55
PeerGrouP
PeerJonG
‘Wij leren van hun ervaring en zij van onze blik’ Met een groot feest, een workshoppresentatie en de lancering van de PeerJonG documentaire heeft de jongerenafdeling van PeerGrouP haar 20-jarig jubileum én Het beste van twee werelden flitsend afgesloten. Het opleidingstraject voor jonge theatermakers bestaat elk jaar uit twee voorstellingen op locatie met de hele groep, twee solo-voorstellingen of onderzoeken en twee driedaagse workshops. door Anne Bonthuis
Rutger Breider. 14 jaar. Nieuw-Buinen. Acteur/maker voorstellingen PeerJonG. ‘Theater maken met z’n allen, dat vind ik zo mooi aan PeerJonG. Er is vooraf geen script, iedereen mag dingen inbrengen. Daarna krijgen we tips om het beter te maken. Ik ben best wel jong, maar heb er al heel veel van geleerd. We krijgen naast acteerlessen ook lessen in vormgeving, kostuums maken en zingen. Het werken met PeerGrouP is heel leuk en gezellig. Wij leren van hun ervaring en zij misschien ook van onze blik. Als jongere en amateur kijk je natuurlijk anders naar een voorstelling.’
PeerJong bestaat uit ongeveer twintig jongeren van 14 tot 20 jaar uit het noorden van Nederland die wekelijks les krijgen in het maken van locatietheater.
Anna Dupon. 17 jaar. Stadskanaal. Theatermaakster JonG Belegen traject. ‘Spannend, dacht ik van tevoren, samenwerken met zo’n grote regisseur. Maar gelukkig ebde die spanning snel weg. Floris van Delft helpt mij bij het maken van mijn eerste solovoorstelling en het gaat hartstikke goed. We hebben vooraf veel gepraat en hij begeleidt het repetitieproces. Ik kan hem altijd
56
PeerGrouP
om raad vragen. Toch bepaal ik zelf hoe de voorstelling wordt. Ik leer veel van dit project en onze samenwerking. Niet alleen over schrijven en spelen, maar ook over het zoeken naar een geschikte locatie, het maken van flyers en omgaan met een budget.’ Rick Busscher. 18 jaar. Weerdinge. Acteur/maker voorstellingen PeerJonG. ‘Onze begeleiders zijn meer van de technische termen en hebben een professionele blik, wij zijn meer van het doen en kijken onderweg wat we het mooiste vinden. Die combinatie maakt onze voorstellingen goed. Van de docenten leren we veel over alle aspecten van theater maken. Het is uitdagend om met zoveel dingen bezig te zijn. Ik kom steeds weer een stapje verder. Vanavond ben ik bijvoorbeeld bezig met het licht. Het leuke aan PeerJonG vind ik dat ik alles kan maken wat ik wil. En dat ik daar dan weer nuttige feedback op krijg.’
58
59
Random Collision
Movement Research Project
‘De choreografen leren ook veel van ons, juist omdat we geen professionals zijn’ Random Collision is een stichting die elke twee à drie maanden choreografen van over de hele wereld uitnodigt. Ze verblijven in Groningen en werken in Movement Research Classes met non-professionele dansers. Twee keer in de week werken de choreografen en amateurs samen. Ze improviseren met bewegingen en onderzoeken hun eigen lichamelijke capaciteiten. door Madeleine Rood
Marcelo Masman. 33 jaar. Groningen. Danser en dansdocent. ‘In Random Collision zitten gewone mensen die willen dansen. We krijgen les van verschillende choreografen die je leren controle over je lichaam te krijgen. Maar ook door je fantasie te gebruiken leer je nieuwe en creatieve dingen te bereiken. Het leuke is dat we met veel verschillende choreografen werken, zodat we kennis maken met allerlei stijlen. Van minimalistisch tot heel theatraal. Verrassend genoeg leren de choreografen ook veel van ons, omdat wij een heel andere fysiek hebben dan professionele dansers. Choreografen kunnen daardoor zelfs verder gaan en iets compleet nieuws bereiken.’
Bij Random Collision inspireren amateurs en choreografen elkaar in het ontwikkelen van een eigen danstaal.
Ruth Muller. 33 jaar. Groningen. Danser. ‘Het gaat erom dat zowel professionals als amateurs deelnemen aan het creatieve proces. Je bent er onderdeel van. De choreograaf legt uit wat hij wil, gaat ermee aan de slag en onderzoekt. Ik denk daarin mee en geef feedback. Soms herken je bewegingen in een voorstelling met professionals, die in de les zijn ontstaan. Ik heb kritisch leren
60
61
Random Collision
Random Collision
kijken naar dans en naar mijn eigen oordeel. Het leuke is dat de choreografen ook veel leren van ons, juist omdat we geen professionals zijn. De barrière tussen professionals en amateurs is echt geslecht.’ Anna de Hoog. 23 jaar. Groningen. Danser. ‘Voor zowel de choreografen als voor ons is het een geheel nieuwe ervaring. Zij zijn nieuwsgierig naar onze input en voor hen is het verhelderend wat ze terug krijgen van mensen die geen professionele dansers zijn. Wij dansen authentieker. De choreografen staan heel dicht bij ons en laten steeds weten dat we heel waardevol zijn. Wat ik fijn vind, is dat we geen pasjes hoeven te leren. We krijgen aanwijzingen van waaruit bewegingen ontstaan. Zo ervaar je steeds iets heel anders en leer je steeds meer over dans en choreografie.’
62
63
SKVR
Brass Muziekschool
‘Nu kunnen we allemaal noten lezen. Dat gevoel is gewoon amazing!’ In Rotterdam heeft de SKVR de eerste Brass Muziekschool opgericht. Muzikanten van brassbands, die vaak geen muzieklessen hebben gevolgd, krijgen nu extra scholing zodat ze zich kunnen ontwikkelen. Ze leren noten lezen en de vaak zeer muzikale brassbandleden kunnen zo bijvoorbeeld hun repertoire uitbreiden. Zodat ze er nóg meer plezier in krijgen. door Madeleine Rood
Istra Desbarida. 41 jaar. Spijkenisse. Trombonist in LC Babes. ‘Wij hebben een meidenbrassband, LC Babes, met trompettisten, trombonisten en slagwerkers. Sinds kort krijgen we les van een muziekleraar en nu kunnen we opeens allemaal noten lezen! Dat gevoel is gewoon amazing! Je voelt je zo machtig. Wij kunnen nu ook ingehuurd worden en muziek blazen die we krijgen opgegeven. En voor onszelf kunnen we ook andere liedjes spelen. Onze leraren zijn zo enthousiast over onze muzikaliteit, dat ze ons twee keer per week les willen geven. Supergeweldig! Als je iets leuk vindt, steek je er gewoon veel energie in.’
In de SKVR Brass Muziekschool onmoeten professionele muziekdocenten amateurmuzikanten uit de Brassmuziek.
Jiry de Bruijn. 18 jaar. Barendrecht. Drummer. ‘Het is mijn droom om ooit een eigen brassband te hebben en dan in het buitenland op te treden. Dit is echt iets voor mij en ik heb het er voor over om anderhalf uur te reizen voor de muziekles. Ik heb al veel geleerd. Vooral tellen, ritme en de maat houden, ook met danspasjes erbij. Mijn muziekleraar helpt iedereen goed apart, maar zorgt ook dat we één groep blijven. Als ik na de les vraag of ik wat langer kan blijven, kan dan bijna altijd. Hij probeert altijd te helpen.’
64
SKVR Brass Muziekschool
65
SKVR Brass Muziekschool
Glaudio Pinas. 10 jaar. Rotterdam. Trompettist. ‘Ik speel al vijf jaar trompet en heb sinds kort les op de muziekschool. Sindsdien kan ik veel beter spelen. Ik kan nu toonladders spelen en noten lezen. Ook met kruizen en mollen. Ik speel van alles, ook veel Caribisch. Eigenlijk alles waar een lekkere beat in zit. Ik zit nu in de band van de muziekschool maar wil uiteindelijk graag bij een echte brassband. Dit is ook leuk, want we leren nieuwe dingen. Nieuwe liedjes, maar ook improviseren.’
66
67
Solid Ground Movement
Solid Moves
‘In de toekomst wil ik zelf ook voorstellingen maken’ Solid Ground Movement (SGM) is een broedplaats voor urban danstalent in Amsterdam. Ook traint de organisatie jongeren die willen lesgeven of doorstromen naar een vakopleiding of dansgezelschap. door Anne Bonthuis
Hans van de L’isle. 21 jaar. Utrecht. Deelnemer peer2peertraject. ‘Voorstellingen maken in het buitenland en lesgeven aan andere dansers. Dat is wat ik wil. Daarom gaf ik me vorig jaar op voor een peer2peer-traject. Samen met negen andere dansers kreeg ik acht weken les van docenten en mensen uit het veld over bijvoorbeeld een goede warming-up, het gebruik van de ruimte en het omgaan met jongeren. Ik leerde veel van hun ervaring. Ook oefenden we met lesgeven op een middelbare school en kregen we nuttige feedback van de docent. Inmiddels volg ik de opleiding Docent Dans aan de AHK.’
Binnen Solid Moves kunnen kinderen en jongeren lessen volgen in verschillende danstechnieken en kunnen ze meedoen aan voorstellingen.
Sayonara Prika. 26 jaar. Amsterdam. Van amateur naar professional bij SGM. ‘Niet kopiëren, maar je eigen stijl houden. Dat gaven docenten Alida en Bryan ons mee en daar houd ik me nog steeds aan. Zo’n negen jaar geleden ben ik bij SGM begonnen. Ik doe nog steeds mee aan voorstellingen en geef lessen. Ook mijn afstudeervoorstelling –de docerend theatermaker opleiding op de HKU – heb ik bij SGM gedaan. Alle dansstijlen die ik beheers, heb ik van Alida en Bryan geleerd. Het zijn geweldige docenten en begeleiders. Ze zijn heel betrokken bij al hun leerlingen. In de toekomst wil ik zelf ook voorstellingen maken.’
68
Solid Ground Movement
Rachnella Martijn. 23 jaar. Amsterdam. Docent en deelnemer peer2peer-traject. ‘SGM bood nog geen lessen voor kinderen aan toen ik daar stage kwam lopen, maar er was wel vraag naar. Het leek mij heel leuk om op te pakken, dus ben ik gaan flyeren bij basisscholen. Al snel had ik een klasje bij elkaar, dat ik elke woensdag lesgaf. Dat doe ik nu nog steeds. Tijdens een peer2peer-traject heb ik geleerd hoe je zo’n les het beste kunt opbouwen en afronden. Ook kregen we een EHBO-cursus, wat me een veilig gevoel geeft. Van de praktijk leer ik nog het allermeest, dus ik ben blij met deze kans.’
70
71
Theaterschip
Over Stag
‘De artiesten waren ook geïnteresseerd in onze ideeën’ Met het festival Havenwerk, een theaterschool voor jong en oud en deelname aan andere festivals als Deventer op Stelten, tilt het Theaterschip amateurkunst in Overijssel naar een hoger niveau. Na het succesvolle Over Stag start de organisatie dit jaar met het Huis Voor De Amateurkunst in het Havenkwartier Deventer. Daar kunnen amateurverenigingen terecht met initiatieven en voorstellingen. door Anne Bonthuis
Sanne Cival. 21 jaar. Deventer. Steltenloper tijdens Deventer op Stelten. ‘Het is alsof je een winkelwagentje bestuurt dat niet altijd doet wat je wilt. Met zijn tweeën zit je in een kostuum en vorm je een levensgrote, rode giraf. We liepen tijdens Deventer op Stelten met 27 giraffen door de stad. Wij, 42 jongeren van het Theaterschip en 12 professionals van de Franse straattheatergroep Compagnie Off. We hebben heel intensief samengewerkt, dat was leerzaam. Daardoor maak je echt iets goeds. Ook weet ik nu meer over straattheater. De artiesten trokken veel met ons op en waren ook geïnteresseerd in onze ideeën.’
Het Theaterschip uit Deventer brengt professionals en amateurs in de regio samen met het project Over Stag, dat bestaat uit diverse festivals en voorstellingen.
Michael Addink. 18 jaar. Eefde. Acteur in de familievoorstelling Vlucht. ‘Met het Twents Jeugd Harmonie Orkest, 13 jonge acteurs en 16 man crew, hebben we in Frankrijk de voorstelling Vlucht gemaakt. We hadden twee weken om dit stuk zonder tekst te maken en te repeteren. Onder leiding van regisseur Erik-Jan Post en dirigent Gerard Neurink hebben we
72
Theaterschip
gewerkt aan het fysieke spel, de mimiek en de muziek. Ik speelde de hoofdrol, mijn grootste rol ooit. Het liep eerst wat stroef tussen de acteurs en muzikanten, die ook moesten spelen, maar we zijn uiteindelijk heel hecht geworden. Ik vond het een te gekke ervaring.’ Jordi Pronk. 17 jaar. Deventer. Acteur en medewerker Festival Havenwerk. ‘Sinds ik bij het Theaterschip terecht kwam, leef ik voor theater. Ik heb met veel voorstellingen meegedaan en leer van iedere regisseur weer iets anders. Vorig jaar deed ik voor het eerst de Musicalklas. Tijdens Havenwerk voerden we Les Miserables op. Ik had moeite met de goede toon vasthouden, dus daar heb ik hard aan gewerkt met de zangdocente. Ook heb ik vorig jaar met de organisatie geholpen als runner. Daarvan leerde ik hoe het er achter de schermen aan toegaat. Het leuke aan Havenwerk is dat het heel professioneel wordt aangepakt.’
74
75
Het beste van twee werelden
Toneelgroep Amsterdam ontmoet amateurs ‘De samenwerking met TA stimuleert ons enorm’
Toneelgroep Amsterdam (TA) coacht acht amateurgezelschappen bij het maken van een eigen versie van een stuk uit haar repertoire. Deze voorstellingen worden in het decor van TA in de Stadsschouwburg gespeeld. Daarnaast krijgen de groepen in expertmeetings informatie en advies over verschillende thema’s, zoals marketing, financiën en dramaturgie. door Anne Bonthuis
Merel van Dijk. 27 jaar. Amsterdam. Zakelijk leider bij Theatergroep Thomas. ‘De samenwerking met TA stimuleert ons enorm. Onze theatergroep heeft zich in tien jaar erg ontwikkeld, maar nu halen we écht het maximale eruit. Artistiek gezien is het heel uitdagend om een eigen versie te maken van het stuk Husbands, bij ons met drie meisjes in de hoofdrollen. Ook staan we voor het eerst op zo’n groot podium. Onze coach, Victor Mentink, geeft advies. We kunnen hem alles vragen. De expertmeetings hebben mij geleerd hoe belangrijk het is om naar buiten te treden met wat je doet. We zijn nu meer met marketing bezig.’
Acht amateurgezelschappen uit Amsterdam werken intensief samen met Toneelgroep Amsterdam onder de noemer TA ontmoet amateurs.
Dieter Kamps. 40 jaar. Amsterdam. Regisseur bij Nanook Nono. ‘Als speler heb ik jarenlang met regisseurs gewerkt, maar dit is de eerste keer dat ik zelf een stuk regisseer. Ik heb veel gehad aan de workshop dramaturgie. Peter van Kraaij vertelde over de verschillende fases van het vormgeven van een stuk. Ik merk nu hoeveel werk het eigenlijk is. Je mag en moet over alles
76
77
Het beste van twee werelden
nadenken én ik moet ervoor zorgen dat de spelers plezier houden in het repetitieproces. Waar ik erg naar uitkijk is de expertmeeting voor regisseurs.’ Tineke Teulen. 62 jaar. Amsterdam. Actrice bij Theatergroep Illuster. ‘Het leek ons geweldig om gecoacht te worden door TA en in de Stadsschouwburg te spelen. Dit tilt een voorstelling toch naar een hoger niveau. Niet alleen de acteurs, maar alle medewerkers van TA zijn heel professioneel en enthousiast. Wij spelen Kinderen van de zon en ik doe zelf nog mee aan het stuk Zijn of Nie. Ik heb meer inzicht gekregen in hoe je zo’n grote productie tot stand brengt. Ook vond ik het nuttig om andere amateurgezelschappen te leren kennen. We kunnen vast iets voor elkaar betekenen in de toekomst.’
78
79
5eKwartier
KantineOost
‘Ik was verbaasd mijn eigen verhaal uit haar mond te horen’ Buurtbewoners die hun verhaal vertellen aan medewerkers van het 5eKwartier, krijgen een boom. Daar moeten ze voor zorgen. In ruil hiervoor luistert het 5eKwartier naar hun verhalen en wordt er een voorstelling van gemaakt. Zo leren buurtbewoners elkaar beter kennen. De met liefde gekweekte boom krijgt een plekje in een nieuw park. door Madeleine Rood
Bernard Felix. 64 jaar. Haarlem. Kweker. ‘Ik houd van de natuur. Mijn hele leven heb ik aan het water gewoond. Ik houd van vogels en andere dieren. Daar gaat mijn verhaal over dat ik aan de medewerkster van het 5eKwartier heb verteld. Zij heeft er een stuk over geschreven. Het feit dat het is opgevoerd vind ik mooi. Al die verhalen geven de samenleving kleur en kweken begrip voor anderen. Ik denk regelmatig mee met het 5eKwartier en waardeer het dat zij op artistieke wijze vorm geven aan wat er rondzoemt in de samenleving.’
De professionele theatermakers van het 5eKwartier bewerkten in het project KantineOost persoonlijke levensverhalen van bewoners uit Parkwijk in Haarlem.
Mesfin Aman. 34 jaar. Haarlem. Kweker. ‘Zes jaar geleden ben ik als politiek vluchteling vanuit Ethiopië naar Nederland gekomen. Ik deed hier mee aan allerlei buurtactiviteiten. Ik heb mijn levensverhaal verteld aan Daniëlla van het 5eKwartier. Over mijn politieke carrière in Ethiopië, de arrestaties van mijn vrienden, tot mijn vlucht naar Nederland. Ik was verbaasd later mijn eigen verhaal uit haar mond te horen. Het mooie is dat mensen van verschillende culturen elkaar zo leren kennen. Dankzij mijn verhaal ben ik met Vluchtelingenwerk in contact gekomen en vertel ik nu mijn verhaal op scholen.’
80
5eKwartier
Peggy Meulman. 38 jaar. Haarlem. Kweker. ‘Ik ben voorzitter van de stichting ‘Ontmoet elkaar in Parkwijk’. De actrice van het 5eKwartier luisterde heel goed naar mijn verhaal over vroeger en hoe alles is gegaan. Het was wel schrikken om alles terug te horen, maar het was een leuke ervaring. Ik zal ze erg missen als ze weggaan uit Parkwijk. Ze hebben met hun openheid heel veel bereikt en worden op handen gedragen. Ze pakken alles groots aan en maken er iets moois van. Zo hebben mensen veel meer begrip voor elkaar gekregen en elkaar goed leren kennen.’
???
82
83
ZIMIHC
CAL-XL
‘Zijn ervaring gaf mij rust en zelfvertrouwen’ Community Arts Lab XL (CAL-XL) is een landelijk laboratorium voor kunst en samenleving. Allerlei organisaties in het land werken samen met één doel: een zo goed mogelijk klimaat voor community arts. CAL-XL investeert in het ontwikkelen van kennis, producten en diensten met als doel om community arts steeds meer in te bedden in de samenleving. door Madeleine Rood
Ron Lubbersen. 55 jaar. Middelburg. Sociaal-cultureel adviseur. ‘In wijken, steden en op het platteland waren cultuur en welzijn altijd gescheiden werelden. Er is nu een tendens gaande, dat hieruit een mooie mix kan ontstaan. Door zes bijeenkomsten van CAL-XL bij te wonen heb ik geleerd hoe dat beter kan. Je kunt de leefbaarheid van een wijk optimaliseren door kunst in te zetten. Door samen een kunstwerk te maken of iets op te voeren, waarbij de wensen van de bewoners voorop staan. Wij doen volgend jaar mee met een grensoverschrijdend project in Vlaanderen en Zeeland en daar heb ik veel ideeën voor opgedaan.’
CAL-XL heeft voor professionals van allerlei organisaties bijeenkomsten georganiseerd, waarin gepraat werd over hoe je community arts kunt inzetten in stadswijken.
Jasmina Ibrahimovic. 27 jaar. Rotterdam. Theatermaakster. ‘Ik heb de opleiding Community Arts Learning Lab gedaan en daar dank ik nu mijn baan bij het Rotterdams Wijktheater aan. Ik heb een community arts voorstelling gemaakt met hulp van Stefan van Hees, de artistiek leider. Van hem heb ik heel veel geleerd op praktisch niveau, als je met amateurs een voorstelling maakt. Alleen al zijn kalmte hielp mij enorm. Zijn ervaring gaf mij rust en zelfvertrouwen. Ik ben nu zijn regieassistent. Hij pusht me verder te gaan en daar waar ik sterk in ben in te zetten.’
84
85
ZIMIHC
Ruud Breteler. 54 jaar. Rotterdam. ‘In deelgemeenten van Rotterdam, voornamelijk achterstandswijken, hebben wij cultuur ingezet als middel om de wijk aantrekkelijker te maken. We hebben CAL-XL gevraagd onderzoek te doen naar het effect daarvan. In de loop der jaren is er een model ontstaan waarvan ik denk dat anderen daar nu zelfstandig mee aan de slag kunnen. CAL-XL heeft inmiddels zoveel kennis en ervaring, daar profiteren wij ook van. Wij zijn ook regelmatig in andere landen gevraagd erover te komen vertellen. Ik ben er honderd procent van overtuigd dat cultuur als middel werkt.’
86
87
Zina Platform
Zina neemt de wijk
‘Door over mijzelf te vertellen, ben ik een ander mens geworden’ De makers van Zina Platform hebben wijkbewoners opgezocht door wie zij zich lieten adopteren. Door het intensieve contact leerden ‘adoptiekind’ en ‘adoptieouder’ elkaar goed kennen en gaven zij verdieping aan elkaars verhalen. Deze nieuwe vrienden gingen samen op Wijksafari. Ze zetten hun deuren open voor publiek, dat luisterde naar hun bijzondere levensverhalen. door Madeleine Rood
Truus Verboom. 76 jaar. Amsterdam. Vertelster. ‘Ik heb in totaal zo’n 450 mensen bij mij op zolder gehad. Die kregen eerst soep en broodjes. Samen met mijn ‘adoptiedochter’, Elly, vertelde ik over de oorlog, mijn jeugd en dat ik na mijn huwelijk en drie kinderen uit de kast ben gekomen. Doordat ik meedeed, heb ik ondervonden dat ik mijn leven in een verhaal kon brengen en dat daar ook serieus en met warmte mee om werd gegaan. Mensen luisterden geboeid. Elly en ik zijn bevriend geraakt en mensen uit een heel ander circuit hebben ons goed leren kennen.’
Zina Malika Mehdaoui (in het blauw) met haar ‘adoptiedochter’ Myriam Sahraoui in een Mariakapel in Amsterdam-West: ‘Dit is de mooiste plek. Het gaat over moeder en kind en dat raakt me diep.’
Ghassan Jawad. 61 jaar. Amsterdam. Verteller. ‘Ik ontving mensen altijd met Libanees eten. Dat aten ze in mijn slaapkamer op bed. Mijn adoptiezoon, Shahin, zat verstopt in mijn kast en toen hij eruit kwam, vertelden wij samen over onze levens. Ik heb in tehuizen gezeten, voor de PLO gevochten en was drugsdealer, waarvoor ik zes jaar heb gezeten. We kozen voor de slaapkamer, omdat ik geld en drugs altijd verstopte in mijn kledingkast. Ik ben door dit verleden alles kwijtgeraakt. Ook mijn gezin. Doordat ik alles heb verteld voel ik me welkom, maar vooral bevrijd van de schaamte over mijn verrotte leven.’
88
89
Zina Platform
Zina Platform
Malika Mehdaoui. 48 jaar. Amsterdam. Vertelster. ‘Door over mijzelf te vertellen, ben ik een ander mens geworden. Ik was depressief. Totdat ik bij Myriam lichamelijke beweging ging doen. Zij vroeg toen of ik haar adoptiemoeder wilde zijn. Altijd als we vertelden over onze levens, kwamen de tranen. Ik heb de eerste vijftien jaar van mijn leven bij mijn oma gewoond en was erg ongelukkig. Ik had er nooit over gesproken. Tijdens de voorstellingen moest ik altijd huilen. Mensen werden geraakt en vertelden mij hun verhalen. Ik was trots. Ik deelde mijn leven en ben nu niet meer alleen.’
90
91
Mister Motley
Colofon
Met dank aan alle medewerkers van de betrokken organisaties. Uitgave Fonds voor Cultuurparticipatie Utrecht, januari 2013 Kromme Nieuwegracht 68-70 3500 AL UTRECHT Tel: 030 - 233 60 30 www.cultuurparticipatie.nl Fotografie www.petervanbeek.com Teksten Anne Bonthuis en Madeleine Rood Concept, samenstelling en eindredactie Hanneke Wiersma, Noah van Klaveren en Sarah Haaij Vormgeving www.neeltje.nu Drukwerk Drukkerij Snep BV, Eindhoven