Graduaat verkeerskunde (H.S.V.) Programmabrochure 2015-2016
PCVO Limburg Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.) p.a. Uhasselt, Faculteit Architectuur Universitaire Campus - Gebouw E 3590 Diepenbeek tel: 011-775100 e-mail:
[email protected] of
[email protected] internet: www.pcvolimburg.be
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
Inhoudsopgave 1
2
3
4
5
6
Inleiding.............................................................................................................................3 1.1 Waarom een opleiding verkeerskunde? ....................................................................3 1.2 Algemene situering van de opleiding .........................................................................3 1.3 Organisatievorm.........................................................................................................4 1.4 Doelstellingen ............................................................................................................4 1.5 Doelgroepen ..............................................................................................................5 1.6 Getuigschrift en diploma ............................................................................................6 Krachtlijnen van het 3-jarige programma ..........................................................................7 2.1 Ruimte-georiënteerde verkeerskunde........................................................................7 2.2 Gericht op de concrete werksituatie...........................................................................7 2.3 Gericht op het probleemoplossingsproces.................................................................7 2.4 Sterke inbreng vanuit de praktijk................................................................................8 2.5 Modulaire opbouw......................................................................................................9 Vakinhouden eerste jaar .................................................................................................10 3.1 Modulaire opbouw: overzicht eenheden ..................................................................10 3.2 Eenheid A1: Mobiliteit, geografie en openbaar vervoer ...........................................10 3.3 Eenheid C1: Inleiding verkeersonderzoek en planning............................................11 3.4 Eenheid D1: Practicum onderzoek en planning.......................................................13 3.5 Eenheid D2: Practicum verkeer en maatschappij (studiebezoeken) .......................14 3.6 Eenheid E1: Verkeer en omgeving ..........................................................................14 Vakinhouden tweede jaar................................................................................................18 4.1 Modulaire opbouw: overzicht eenheden ..................................................................18 4.2 Eenheid A2: Sociale verkeerskunde ........................................................................18 4.3 Eenheid B1: Inrichting openbare ruimte...................................................................19 4.4 Eenheid B2: Verkeerstechniek.................................................................................19 4.5 Eenheid B3: Verkeers- en vervoersmanagement ....................................................19 4.6 Eenheid C2: Verkeersonderzoek .............................................................................19 4.7 Eenheid C3: Verkeersplanning ................................................................................20 Vakinhouden derde jaar ..................................................................................................21 5.1 Modulaire opbouw: overzicht eenheden ..................................................................21 5.2 Eenheid A3: Wetgeving, handhaving en verkeersbeleid .........................................21 5.3 Eenheid E2: Verkeersregeltechniek.........................................................................22 5.4 Eenheid E3: GIS, verkeersmodellen en Mober........................................................22 5.5 Eenheid D3: Practicum ontwerp en beheer openbare ruimte ..................................22 5.6 Eenheid G1: Eindwerk .............................................................................................22 Praktische informatie.......................................................................................................23 6.1 Diploma....................................................................................................................23 6.2 Tijdstip......................................................................................................................23 6.3 Toelatingsvoorwaarden............................................................................................23 6.4 Aanvang...................................................................................................................23 6.5 Kostprijs ...................................................................................................................23 6.6 Adres........................................................................................................................24
2
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
Graduaat Verkeerskunde (H.S.V.) Hoger onderwijs voor sociale promotie
1 INLEIDING
1.1 Waarom een opleiding verkeerskunde? Steeds meer beroepsmensen zijn permanent met de organisatie, planning, toezicht, voorlichting en inrichting van onze verkeersomgeving bezig. Door verkeersproblemen op alle niveaus kan een verdere professionalisering niet uitblijven. Steeds meer gemeenten stellen nu reeds de voorwaarde dat de verantwoordelijke voor het verkeersbeleid een opleiding verkeerskunde heeft gevolgd, of bereid is dit meteen te doen. De graduaatsopleiding Verkeerskunde, verder aangeduid als “H.S.V.”, stelt vast dat haar afgestudeerden in hun beroepsorganisatie of dienst aan autonomie en gezag winnen, en vaak zelfs de gelegenheid krijgen nieuwe taken op te nemen en/of promotie te maken. De waarde van het H.S.V.-diploma wordt natuurlijk mee bepaald door de vooropleiding en de beroepservaring. De afgestudeerden maken in de latere beroepspraktijk ook dankbaar gebruik van de contacten en relaties die ze tijdens hun H.S.V.-opleiding hebben opgebouwd. Het toenmalige Provinciaal Hoger Architectuurinstituut (P.H.A.I.) kreeg in 1987 de opdracht van de Bestendige Deputatie en van de toenmalige Vlaamse Minister voor Onderwijs om te voorzien in de lacune inzake opleidingen in de verkeerskunde. De H.S.V. vormt één van de luiken die in dezelfde periode zijn ontwikkeld in het kader van de Vlaamse Stichting voor Verkeerskunde. Deze Stichting coördineert de diverse opleidings- en vormingsinitiatieven in Vlaanderen. Dit zijn, naast de H.S.V., diverse kortlopende bijscholingen, en ook een Bachelor-Master dagopleiding aan de Universiteit Hasselt (UH). In dit geheel is de H.S.V. een opleiding die tot een erkend en gehomologeerd diploma leidt.
1.2 Algemene situering van de opleiding De H.S.V. is een afdeling van het Provinciaal Centrum voor Volwassenenonderwijs (PCVO) Limburg te Hasselt. De lessen worden gehouden in het gebouw van de Uhasselt, Faculteit Architectuur, gesitueerd op de Universitaire Campus te Diepenbeek. Door de extra toelage van de Provincie Limburg is men ook in staat het onderwijspeil op te tillen tot het inhoudelijke niveau van een 2-cycli-opleiding. De H.S.V.-opleiding positioneert en onderscheidt zich duidelijk van de dagopleiding Mobiliteitswetenschappen aan de UHasselt, die vanaf het academiejaar 2004-2005 van start is gegaan: deze laatste is een wetenschappelijke basisopleiding in het vakgebied “mobiliteit”, en gericht op abituriënten van de middelbare school. De H.S.V.-opleiding is een praktische gerichte en deeltijdse basisscholing op niveau van hoger onderwijs voor mensen die reeds in het vakgebied werken of personen met een andere basisopleiding. De graduaatsopleiding aan de H.S.V. biedt dan ook geen basisvakken als wiskunde, statistiek, economie, … maar richt zich volledig op de verkeerskundige inhoud. Het niveau is van het economisch hoger beroepsonderwijs HBO 5 (het vroegere korte type voor sociale promotie) of graduaatsopleiding. Het diploma van verkeerskundige geeft nu toegang tot het niveau 2+ voor alle diploma’s afgeleverd na 1 september 1997 en met terugwerkende kracht van 10 jaar voor alle diploma’s die voordien werden afgeleverd. De opleiding is ook erkend als bijscholing voor politieagenten. Een recente lijst van erkende organisaties wordt door het ministerie van binnenlandse zaken verspreid.
3
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
1.3 Organisatievorm Initiatiefnemer en inrichtende macht Bestendige Deputatie van de Provincie Limburg Subsidiërende overheid Vlaamse Overheid, departement Onderwijs Overkoepelende coördinatie Vlaamse Stichting Verkeerskunde (V.S.V.)
Adres De lessen en practica gaan door in de gebouwen van de Uhasselt op de Campus in Diepenbeek: PCVO Limburg, afdeling Verkeerskunde (H.S.V.) p/a Uhasselt, Faculteit Architectuur Universitaire Campus, Gebouw E 3590 Diepenbeek tel: +32(0)11 29 21 01 Het secretariaat is te vinden op het volgende adres: PCVO Limburg Elfde Liniestraat 26 3500 Hasselt tel. +32(0)11 77 51 00 e-mail:
[email protected] internet: www.pcvohandel.be/verkeerskunde Staf De coördinatie wordt waargenomen door de H.S.V.-staf die eveneens een deel van het lessenpakket voor haar rekening neemt, hierin ruim bijgestaan door gastdocenten uit binnenen buitenland (zie bijlage 1). Onderwijstype en -niveau Hoger beroeponderwijs (HBO 5), graduaatsopleiding. Werknemers uit de private sector kunnen hiervoor educatief verlof aanvragen (kredieturen). Het erkend diploma van verkeerskundige maakt dat afgestudeerden binnen een gemeente subsidieerbaar zijn door de Vlaamse Overheid in het kader van de opmaak van een gemeentelijk mobiliteitsplan. Toelatingsvoorwaarden Eender welke volledige middelbare opleiding wordt als een voldoende toelatingsvoorwaarde beschouwd. Kandidaten die niet aan deze voorwaarde voldoen, kunnen een toelatingsproef afleggen. In dat geval is praktijkervaring wenselijk, doch niet strikt noodzakelijk.
1.4 Doelstellingen De H.S.V. wil mensen opleiden die, elk op hun terrein, een bijdrage kunnen leveren tot de verhoging van verkeersveiligheid en -leefbaarheid, kaderend in een gefundeerde visie op mobiliteitsontwikkelingen en knelpunten. De opleiding gaat uit van een integrale benadering van verkeer en zijn omgeving: een ruimte-georiënteerde verkeerskunde. De H.S.V.-opleiding wil een bijdrage leveren aan de interdisciplinaire samenspraak tussen alle betrokkenen, welke hun vooropleiding ook moge zijn.
4
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
Hoewel het programma modulair is opgebouwd, bestaat er een modeltraject, met het oog op een zo groot mogelijk didactische meerwaarde. Het eerste jaar wil de verkeers- en vervoersproblematiek in volle breedte benaderen als een kennismaking en doet dit vooral aan de hand van concrete praktijkstudie en studiebezoeken. Het eerste jaar kan als een zelfstandig en afgerond geheel beschouwd worden. Na beëindiging ontvangen de cursisten een getuigschrift. Na afloop van de behaalde eenheden in het eerste jaar moet de cursist in staat zijn om: • een globale visie op verkeers- en vervoersproblemen te formuleren; • het begrippenkader van de verkeerskunde te hanteren; • een eenvoudig verkeersprobleem te analyseren en de probleemstelling om te zetten in onderzoeksvragen; • eenvoudige ontwerpen en oplossingen voor verkeersproblemen op gemeentelijk niveau te evalueren; • zelf oplossingen aan te reiken voor eenvoudige verkeersproblemen; • de administratief-bestuurlijke en planningsprocedures te beoordelen en in aanzet te hanteren. • een gevalstudie in groep aan te pakken Het tweede jaar van de opleiding dringt diepgaand door in de theoretische en praktische achtergronden van de respectievelijke vakgebieden. Deze verdieping wordt in beperkte mate gericht op de persoonlijke voorkeur van de cursist. Met dit doel zijn er, naar de praktijk toe, drie optierichtingen voorzien: • sociale verkeerskunde • ontwerp en vormgeving van de openbare ruimte. • verkeerstechniek Na het tweede jaar moet de cursist in staat zijn om: • de theoretische achtergronden van verkeersvraagstukken en -modellen te doorgronden en in een zekere mate zelfstandig te hanteren; • vaardigheden te hanteren, afgestemd op zijn keuzerichting, b.v. een voorlichtingscampagne kunnen opzetten, een doelgericht onderzoek kunnen opzetten en uitvoeren, eenvoudige verkeerssituaties kunnen ontwerpen, categorisering van wegen vertalen in een praktijkgeval, … Het derde jaar is gericht op verdieping in functie van eigen interesse of affiniteit. In het persoonlijk afstudeerproject krijgen de cursisten de gelegenheid om specifieke vraagstukken in detail te bestuderen, afgestemd op hun beroepssituatie.
1.5 Doelgroepen De beoogde doelgroepen zijn erg divers maar bestaat uit personen die vooral beroepsmatig of uit interesse te maken hebben met het brede werkveld van de verkeerskunde: • Medewerkers van gemeentelijke diensten; • Diensten van Provincies en Ministeries; • Lokale en federale politie; • Architecten en stedenbouwkundigen, • Medewerkers van studiebureaus. • Onderwijs; • Vormings- en opbouwwerksector; • Politieke mandatarissen op gemeentelijk en provinciaal niveau; • Leden van buurtcomités en actiegroepen;
5
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.) • • • • • •
Programmabrochure 2015-2016
Rijscholen; Verzekeringssector; Particuliere en openbare vervoersondernemingen; (Wegen-)bouwondernemingen; Veiligheids- en vervoersverantwoordelijken van ondernemingen ...
Bij wijze van voorbeeld een overzicht van de beroepsprofielen die in de opleiding aanwezig zijn: • Ingenieur openbare werken; • Landschapsarchitect; • Architect; • Politiecommissaris; • Politie-inspecteur en medewerkers van politiediensten; • Griffier politierechtbank; • Rijschoolinstructeur en examinator; • Medewerker van gemeentelijke technische dienst of veiligheidsdienst; • Psycholoog; • Veiligheidschef grote onderneming • Journalist; • Gemeentelijke verkeersconsulent; • Binnenhuisarchitect; • Schepen Openbare Werken en verkeer; • Bouwkundig tekenaar; • Verzekeringsmakelaar; • Medewerkers van studiebureaus; • Medewerkers van Openbare Vervoermaatschappijen; • ...
1.6 Getuigschrift en diploma De H.S.V. hanteert een modulair onderwijssysteem. Per gevolgde en met succes afgelegde module wordt een attest uitgereikt. Met het oog op een grondige kennis van de verkeerskunde, didactische en inhoudelijke meerwaarde, en de beste kans om op 3 jaar het diploma te behalen, wordt sterk aanbevolen het modeltraject te volgen. Na het succesvol beëindigen van de driejarige opleiding en alle modules ontvangt de cursist het wettelijk diploma van verkeerskundige. Dit is een diploma van hoger onderwijs voor sociale promotie, vergelijkbaar met het vroegere B1-niveau, dat nu minimaal toegang geeft tot het B-niveau voor functies in overheidsdienst volgens het KB 26.09.94. Het erkend diploma van verkeerskundige maakt een gemeentelijke ambtenaar hierdoor subsidiabel door het Vlaams Gewest. De uiteindelijke waarde van het H.S.V.-diploma wordt natuurlijk mede bepaald door de vooropleiding en de beroepservaring. Het is ook mogelijk om slechts één of enkele modules te volgen, zonder de bedoeling het diploma te behalen. Dit is een geschikte formule voor mensen met weinig tijd, voor diegenen die eerder een specifiek inzicht willen verwerven dan wel een professionele benadering van de verkeerskunde beogen. Men kan in dit kader denken aan b.v. politieke mandatarissen, leden van verkeerscommissies, buurtcomités, actiegroepen, ...
6
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
2 KRACHTLIJNEN VAN HET 3-JARIGE PROGRAMMA
2.1 Ruimte-georiënteerde verkeerskunde De H.S.V. legt in haar programma vooral de nadruk op de relatie tussen de sociaalruimtelijke omgeving en het verkeer in al zijn vormen. De doelstelling is duidelijk: hoe kan een evenwicht tussen verkeer en omgeving bereikt worden met het oog op meer verkeersveiligheid, verkeersleefbaarheid en duurzame mobiliteit. Deze vraag komt terug op het niveau van de straat en het plein, de buurt, de gemeente of stad en de regio. Ze heeft betrekking op de wisselwerking tussen omgeving en verkeersgedrag, tussen ruimte en vervoerskeuze, tussen verkeersplanning en mobiliteitsbeïnvloeding. De H.S.V. wil concreet bijdragen tot een herwaardering van de kwaliteit en de cultuur van de openbare ruimte. De opleiding in de verkeerskunde gaat uiteraard evenmin voorbij aan verkeerseducatie en -toezicht als complementaire middelen in een coherente aanpak van de verkeers- en mobiliteitsproblematiek.
2.2 Gericht op de concrete werksituatie De opleiding tot verkeerskundige is bedoeld voor mensen die in de praktijk met verkeer te maken hebben, als geïnteresseerde belanghebbende of professioneel. Maar ook voor de architect of landschapsarchitect, die hier de onontbeerlijke know-how kan vinden om op een verantwoorde wijze ontwerpen te maken voor de openbare ruimte. Inhoudelijk legt de H.S.V. daarom ook sterk de nadruk op de ontwikkeling van hanteerbare inzichten en praktische vaardigheden, gesteund op een grondige theoretische scholing. Deze vaardigheden zijn: een verkeersprobleem leren zien, analyseren, onderzoeken, verkeersplanning, inrichting van openbare ruimten en verkeerseducatie. Ter ondersteuning leren de studenten ook rapporteren, vergader- en inspraaktechnieken.
2.3 Gericht op het probleemoplossingsproces Het is in het vakgebied van de verkeerskunde nagenoeg onmogelijk opdracht om alle deelaspecten apart en in detail te benaderen. De praktijk van het verkeer en mobiliteit is trouwens enorm complex en moet bijgevolg ook geïntegreerd te benaderen. Het didactisch schema is opgebouwd in de stappen die te onderkennen zijn bij elke vorm van probleemoplossing: analyse – planning – toepassing. Analyse of probleemdefinitie Vanuit een ruimte-georiënteerde visie worden verkeer en vervoer geanalyseerd op verschillende niveaus, en komen o.a. de volgende vakgebieden aan bod: • mobiliteit • verkeer en omgeving • algemene onderzoeksmethodologie • verkeersonderzoek Planning of de globale omkadering van mogelijke oplossingen Via de vakgebieden: • Verkeersplanning • Wetgeving en handhaving
7
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
Toepassing of uitvoering via de vakgebieden: • een (her)inrichting van de ruimte • sociale verkeerskunde (beïnvloeding van het verkeersgedrag) • verkeerstechniek Deze filosofie komt in elk van de 3 studiejaren terug.
2.4 Sterke inbreng vanuit de praktijk Van een brede visie naar specialisatie Een logische didactische opbouw waarin vakgebieden en cases op elkaar aansluiten is cruciaal. De H.S.V. heeft deze rode draad ingeweven in elk leerjaar, maar ook over 3 jaren samen. Zo zal in het eerste, oriënterende jaar vooral de klemtoon liggen op de visieontwikkeling en de analyse van verkeerssituaties. In het tweede jaar wordt vooral aandacht besteed aan de verdieping van een aantal vakgebieden en vaardigheden. Het derde jaar richt zich, naast enkele gespecialiseerde theorievakken, voornamelijk op de zelfwerkzaamheid. Het is vooral een zogenaamd afstudeerjaar waarbij de student moet bewijzen dat hij in staat is om op professioneel niveau een betrekkelijk complex, reëel bestaand verkeersprobleem te analyseren en een geldig alternatief uit te werken dat door wetenschappelijke inzichten is onderbouwd. Studiecases als basis Praktijkgericht leren kan het best vanuit concrete voorbeelden. De studenten zullen kennismaken met geslaagde en minder geslaagde, maar boeiende voorbeelden van projecten en dit op het niveau van een straat of plein, een dorp tot en met een grote stad. De H.S.V. doet beroep op de deskundigen die deze projecten hebben gerealiseerd. In het eerste jaar komen worden vijf studiereizen gemaakt: vier ééndaagse naar o.a. Brugge, Maastricht, en diverse kernen in noord-Limburg. Tevens is er een meerdaagse studiereis, samen met het tweede en derde jaar binnen Europa. Dit bracht ons reeds in Basel, Barcelona, Bergen, Bologna, Braunschweig, Calais, Delft, Den Haag, Eindhoven, Ferrara, Grenoble, Göteborg, Groningen, Freiburg, Karlsruhe, Kopenhagen, Lille, Londen, Lund, Lyon, Montpellier, Münster, Nantes, Nimes, Oslo, Oxford, Odense, Parma, Rennes, Rouen, Siena, Stockholm, Straatsburg, Speyer, Tours, Venetië,… Gastdocenten Vakkennis moet daar gehaald worden waar ze te vinden is. De H.S.V. doet daarom beroep op gastdocenten uit binnen- en buitenland om, vanuit hun ervaring, deze opleiding inhoudelijk te stofferen. (zie bijlage 1). Deze flexibele formule biedt de H.S.V. ook de mogelijkheid om jaar na jaar bij te sturen en nieuwe ontwikkelingen te volgen. Groepsgericht De opleiding tot verkeerskundige brengt studenten samen vanuit verschillende werksituaties en opleidingsdisciplines. De samenwerking tussen studenten is op zich een boeiende leerervaring die de H.S.V. actief wil benutten. De praktijkopdrachten en seminaries activeren de interdisciplinaire ervaringsuitwisseling en samenwerking in kleine groep, die na de opleiding nog veelzijdige contacten oplevert. Practica In het eerste jaar worden van de studenten persoonlijke en groepswerken verwacht. Aan bod komen: de analyse van een pieksituatie (schooluitgang, marktsituatie, uitgang van een bedrijf,…), de indeling in ruimtelijke samenhangende gebieden in een doortocht, een groepswerk over de analyse van een kleine kern, en een werkstuk in groep over de analyse 8
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
van het verkeersbeleid van een gemeente. Deze thema’s zijn echter niet uitputtend. Elk jaar wordt ingespeeld op de actualiteit. De H.S.V. voorziet veel tijd in voor de begeleiding van deze opdrachten, gestoffeerd met korte verwerkingsoefeningen die aansluiten bij de theorie. Diverse keuzemogelijkheden In het tweede en derde jaar kunnen de studenten wat betreft een practicum gedurende 6 weken een beperkte keuze maken en opteren voor de richting: • Inrichting Openbare Ruimte (stedenbouwkundige vormgeving, urban design) • Sociale verkeerskunde (verkeersgedrag, voorlichting, vervoersmanagement) • Verkeerstechniek (verkeersveiligheidsaudit, verkeerssignalisatie, ...) Deze beperkte opties nemen niet weg dat het gemeenschappelijke basisprogramma nog steeds primeert voor alle studenten. Maar we willen mensen zeker niet te eenzijdig opleiden, en daarom is een inleiding in de drie vakgebieden voorzien in het gemeenschappelijk programma. Het derde jaar is opgebouwd rond een aantal gespecialiseerde thema’s: • Wetgeving, handhaving en verkeersbeleid • Verkeersregeltechniek • Verkeersmodellen en GIS • Ontwerp en beheer openbare ruimte
2.5 Modulaire opbouw Vanaf het academiejaar 2007-2008 werd de opleiding modulair opgebouwd. Over de drie jaren zijn er zes inhoudelijke thema-modules, telkens weer opgebouwd uit eenheden. Een eenheid bedraagt steeds minstens 40 lestijden. Elke eenheid bestaat op haar beurt weer uit diverse onderwerpen en vakgebieden om zo de integraliteit te benadrukken. Een eenheid moet binnen één academiejaar worden afgelegd.
9
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
3 VAKINHOUDEN EERSTE JAAR
3.1 Modulaire opbouw: overzicht eenheden De volgende eenheden met de respectievelijke vakinhouden komen aan bod: • Eenheid A1: Mobiliteit, geografie en openbaar vervoer (40 lestijden). Bestaat uit een kennismakingsles en de vakgebieden mobiliteit, geografie, openbaar vervoer en inleiding sociale verkeerskunde • Eenheid C1: inleiding verkeersonderzoek en planning (40 lestijden); omvat de vakgebieden, verkeersonderzoek (met o.a. visualiseren, rapportagetechniek) en verkeersplanning. • Eenheid D1: practicum onderzoek en planning (80 lestijden): omvat de vakgebieden practicum studiecase (met als oefening schoolomgeving en practicum piek-paniek) en gemeentelijk verkeersbeleid • Eenheid D2: practicum verkeer en maatschappij (120 lestijden): omvat het vakgebied studiereizen • Eenheid E1: verkeer en omgeving (40 lestijden): omvat de vakgebieden verkeer en omgeving, inrichting openbare ruimte en inleiding verkeerstechniek Totaal: 320 lestijden
3.2 Eenheid A1: Mobiliteit, geografie en openbaar vervoer 3.2.1 Mobiliteit In dit vakgebied richten we ons op de veelheid van relaties waarmee verkeer en vervoer structureel verbonden zijn in onze samenleving. In een eerste luik richten we ons op de mobiliteitsbehoefte en besteden we expliciet aandacht aan de relatie ervan met de voornaamste socio-economische en ruimtelijke ontwikkelingen. In een tweede luik richten we ons op de mobiliteitsmogelijkheden en gaan hierbij o.a. in op aspecten als vervoerswijzekeuze, ontsluiting, bereikbaarheid, vervoersongelijkheid, … In een derde luik gaan we pas in op het mobiliteitsvolume en gaan daarbij in op aspecten als de mobiliteit van diverse bevolkingsgroepen of regio's. Hier worden ook de neveneffecten van mobiliteit globaal behandeld. In een vierde luik benaderen we het systeemkarakter van mobiliteit via de talrijke interacties die er tussen mobiliteitsbehoefte, mobiliteitsmogelijkheden en mobiliteitsvolume en hun determinanten bestaan. Bijvoorbeeld wordt hierbij de vraag gesteld hoe de verkeersorganisatie van invloed is op cruciale politieke, sociale en economische besluitvormingsprocessen. Tenslotte wordt ingegaan op het sturingsinstrumentarium t.a.v. mobiliteit. 3.2.2 Geografie Verkeersproductie en -attractie als basis van de waarneembare verkeersstromen, worden verduidelijkt vanuit hun relatie tot de geografische onderlegger. In het eerste jaar bestuderen we vooral het macrokader, met daarin het begrip regio. Verder wordt ingegaan op nederzettingsvorming en -vormen die de verkeersafwikkeling in kerngebieden verduidelijken en een basis zijn voor de verkeersplanning.
10
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
3.2.3 Openbaar Vervoer Ook al is de betekenis van openbaar vervoer voor de totale mobiliteitsvraag de laatste decennia fel teruggedrongen en heeft het over het algemeen geen al te best imago, toch blijft goed openbaar vervoer nog steeds noodzakelijk voor minder mobiele groepen, zoals jongeren, ouderen en niet-gemotoriseerden. Ook wint langzamerhand de idee veld dat goed openbaar vervoer structureel een beter alternatief is voor belangrijke verkeersstromen dan individueel vervoer. Denk maar aan de files. In een eerste luik worden de verschillende vormen van openbaar vervoer en hun voornaamste kenmerken behandeld (t.o.v. elkaar en t.o.v. de overige vervoersmiddelen). In een tweede luik worden de structurele (ruimtelijk, organisatorisch en economisch) en infrastructurele problemen van het openbaar vervoer belicht. Vervolgens gaan we in op die elementen die op gemeentelijk niveau verbeterd kunnen worden. In een laatste luik worden aan de hand van concrete binnenlandse en buitenlandse voorbeelden richtingen van operationele oplossingen geformuleerd. 3.2.4 Sociale verkeerskunde Verkeer bestaat uiteindelijk uit talloze, zich verplaatsende mensen en objecten. Dit verkeersgedrag wordt gesitueerd op verschillende niveaus, m.n. de mens als cultureel wezen, als vervoersconsument en als weggebruiker. In een drietal lessen wordt nader ingegaan op de factoren, en hun samenhang, die het concrete gedrag op elk niveau bepalen: • perceptie en omgeving • psycho-motoriek en gedrag • sociale normering en attitudeontwikkeling • gewoontevorming, automatismen en geheugenopbouw Op basis van deze inzichten worden de implicaties naar verkeersopvoeding, voorlichting en toezicht verduidelijkt en kritisch geëvalueerd. Een tweede en belangrijke toepassing situeert zich op het vlak van het ruimtelijk ontwerp.
3.3 Eenheid C1: Inleiding verkeersonderzoek en planning 3.3.1 Verkeersonderzoek Inzicht in de omvang en de aard van het verkeer is noodzakelijk om met kennis van zaken maatregelen voor te bereiden. In het eerste jaar ligt de nadruk op: • Inzicht verwerven in het globale probleemoplossingsproces binnen de verkeerskunde • Inzicht verwerven in de logische, gestructureerde opbouw van een onderzoeksproces, met nadruk op de probleemformulering en operationalisering van onderzoekseenheden en -variabelen. • Overzicht van de verschillende typevragen en daarmee samenhangende onderzoekstechnieken in de verkeerskunde. • systematische en gestructureerde observatie • kennismaking met enkele standaard onderzoeken: verkeersbewegingen op een kruispunt, herkomst- en bestemmingsonderzoek (meting doorgaand verkeer), parkeeronderzoek, enquêtes, ... • methodologische aspecten als meetbaarheid, betrouwbaarheid, geldigheid • rapportagetechniek • visualiseren
11
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
De cursist krijgt een syllabus ter beschikking om, al doende, vertrouwd te worden met een aantal technieken in het kader van groepsoefeningen. In het tweede jaar worden de voornaamste onderzoekstechnieken zeer specifiek behandeld en ingeoefend in de praktijk. 3.3.2 Verkeersplanning Na de analyse en voor de concrete uitvoeringsfase dient voor de verschillende ruimtelijke niveaus een verkeersplanning opgemaakt. Planning is de werkwijze die aangeeft of, en zo ja, in hoeverre men moet en kan ingrijpen op bepaalde ontwikkelingen en wijzigingen binnen een bepaald gebied, die tracht aan te geven wie, hoe, wanneer en waarmee richting moet gegeven aan de permanente evolutie in straat, buurt, stad, dorp of regio. Vertrekkend vanuit de knelpunten, de omgevingskarakteristieken en een visie worden doelstellingen geformuleerd, die richting geven aan verder onderzoek en uiteindelijk resulteren in een scenario voor mogelijke concrete aanpak. Aspecten waarop concreet ingegaan wordt, zijn: • de relatie tussen tijd en ruimte in het planningsgebeuren • elementaire inzichten in het functioneren van de ruimtelijke planning; structuurschets als algemeen kader • andere planningsvormen • procedurele aspecten van planning, juridisch-procedureel en feitelijk procedureel verloop • inspraak Het vakgebied verkeersplanning tracht inzicht te geven in planningsprocessen en mogelijke werkwijzen. In het eerste jaar wordt vooral uitgegaan van concrete gevallen, als toelichting bij een eerste aanzet tot theorievorming over verkeersplanning: • ruimtelijke patronen in de verkeersplanning • ontsluitingsstructuren in de verkeersplanning • activiteiten- en functiepatroon in de verkeersplanning • verkeers- en vervoersmodellen in verkeersplanning • verblijfsgebiedenbenadering in de verkeersplanning • hoofdstraten in de verkeersplanning • knelpuntenbenadering in de verkeersplanning Ook wordt ingegaan op gehanteerde planvormen binnen de verkeersplanning: • structuurplan verkeer • verkeerscirculatieplan • fietsvoorzieningen • voetgangersvoorzieningen • parkeerbehoeften en parkeerbeleid • gemeentelijk verkeersveiligheidsplan • planning van hoofdstraten • inrichting en beheer van de openbare ruimte • openbaar vervoer in de gemeentelijke verkeersplanning
12
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
3.4 Eenheid D1: Practicum onderzoek en planning 3.4.1 Practicum doortochtproblematiek Doel van deze praktijkoefeningen is het verwerven van vaardigheden om een gebied zowel ruimtelijk als op het vlak van verkeersknelpunten te kunnen analyseren en deze analyse in woord, beeld en tekening te presenteren. Dit wordt methodisch aangebracht in een aantal persoonlijke en groepswerken. Hierbij wordt didactisch sterk het accent gelegd op een aantal visualiseringstechnieken. De oefeningen worden gekoppeld aan de theoretische lessen. Een greep uit de mogelijke oefeningen: • observatieoefening van gedrag in een ruimte • probleemformulering. • piek-paniek-oefening: observatie- en probleemformulering van een kortstondige pieksituatie (markt, station, school...). Observatie menselijk gedrag en verkeersgedrag. Besluiten naar ruimtegebruik en -inrichting. Opmaak van een rapport. • ruimtelijke analyse van een doortocht • ruimtelijke analyse van een kern • verkeersanalyse van een gebied • opstellen van onderzoeksvragen en -methodiek • beperkte praktijkonderzoeken • bespreken van studies en rapporten • analyse van het verkeersbeleid van een gemeente • verslag opstellen van een inspraakvergadering • evaluatie van een project Als sluitstuk van de eerstejaarsopleiding wordt in heterogeen samengestelde groepen (vanuit verschillende vakdisciplines) gewerkt aan een syntheseoefening. Vanuit een concreet verkeersprobleem worden probleemstelling, doelstellingen, gericht onderzoek en richtingen van oplossingen uitgewerkt. Deze oefening geeft de cursist de mogelijkheid om de verworven inzichten tot een geheel samen te bundelen en de onderzoeksvaardigheden te trainen. 3.4.2 Practicum gemeentelijk verkeersbeleid Aangezien de H.S.V. zich uitdrukkelijk richt tot praktijkmensen, is het evident dat we uitgebreid aandacht besteden aan de juridisch-administratieve organisatie van het verkeer in ons land, en dit op een kritische wijze. In een eerste luik, waarbij het gemeentelijk beleid centraal staat, wordt ingegaan op de gemeentelijke bevoegdheden en middelen en op de beperkingen. Ook wordt hier een typologie van gemeentelijk beleid ontwikkeld, uitgaande van diverse doelstellingen die op gemeentelijk niveau gesteld kunnen worden en het daarbij horende instrumentarium en de gemeentelijke organisatie- en besluitvormingsprocedures. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het concept ‘ontwikkelingsladder', waarmee een praktische werkwijze bedoeld wordt, welke toelaat elk gemeentelijk beleid inhoudelijk en operationeel te verruimen. In het tweede luik wordt aandacht besteed aan de regionale en nationale bevoegdheden, evenals op de problemen, doelstellingen en visies en beschikbare middelen van de diverse bij de verkeersproblematiek betrokken ministeries en diensten. Dit wordt concreet toegelicht aan de hand van een binnenlands (vb. het middengebied in Limburg, de Noord-Zuidverbinding of regionaal vervoer in landelijke gebieden, enz...) of een buitenlands voorbeeld (vb. de mobiliteitsplanning in de Nederlandse Randstad, het tweede structuurschema Verkeer en Vervoer, enz...). Dit programmaonderdeel sluit nauw aan bij het vakgebied
13
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
‘verkeersplanning', waarbij de procedurele aspecten van een planningsproces behandeld worden. De theoretische uiteenzetting wordt gekoppeld aan een practicum “Gemeentelijk verkeersbeleid” waarbij het verkeersbeleid in de woon- of werkgemeente van de cursist nader wordt geanalyseerd en kritisch geëvalueerd in diverse aspecten: wat zijn de doelstellingen, probleemstellingen, wat zijn de gehanteerde organisatie-, overleg- en beslissingsvormen, wat zijn de beschikbare werkmiddelen en werkvelden, gehanteerde onderzoeks- en analysemethoden en actieterreinen die door de gemeente gehanteerd worden t.a.v. verkeer en vervoer; wat zijn actuele tendensen en kan dit beleid gesitueerd worden binnen het theoretisch model van de ‘ontwikkelingsladder'?
3.5 Eenheid D2: Practicum verkeer en maatschappij (studiebezoeken) Het studiebezoek aan Gent bij de aanvang van het academiejaar confronteert de cursist met de complexiteit van verkeer en vervoer in een middelgrote stad. Verkeer is meer dan auto's, infrastructuur en signalisatie; het is inherent aan het totale sociaal-ruimtelijk gebeuren. Oplossingen kunnen slechts gevonden worden in een integrale aanpak, en Gent is hierin reeds een heel eind op weg. De studiereis doorheen Noord-Limburg brengt de studenten o.a. in Houthalen, Meeuwen, Peer, Beringen, Leopoldsburg, Lommel en Genk. Hier worden vooral kwaliteitsvolle herinrichtingsprojecten bekeken en besproken. Maastricht is vergelijkbaar met een grote Vlaamse stad qua omvang en complexiteit. Het geleid bezoek aan deze stad geeft, na een jaar studie op alle onderdelen van de verkeerskunde, een coherent beeld op de wijze van aanpak en samenhang in problemen en beleid. Bedoeling is om ter afsluiting terug die globale samenhang van ruimte, activiteit en verkeer te illustreren. Enkele verkeerskundigen van de stad Maastricht lichten hun werk toe op het vlak van verkeersonderzoek, planning, -inrichting, parkeerbeleid, beheer en toezicht. Gelijktijdig komt het politiek-organisatorisch luik aan de orde. De vergelijking België Nederland geeft deze studiereis nog een extra dimensie. Voor het overige is er nog een gemeenschappelijke studiereis met het tweede en derde jaar naar een stad in België (wisselt elk jaar), en een gemeenschappelijke meerdaagse studiereis met het tweede en derde jaar in Europa.
3.6 Eenheid E1: Verkeer en omgeving 3.6.1 Inrichting openbare ruimte Vanuit een weinig aan kritiek onderworpen normensysteem worden wegen, straten en pleinen in (baan)vakjes opgedeeld, veelal te breed voor de auto's, te smal voor de andere weggebruikers en zelden overeenstemmend met de gegeven ruimtelijke context. Het feitelijk gebruik van de openbare ruimte: wandelen, zitten, fietsen, autorijden,... leidt tot een andere maatvoering die een meer kwalitatief vormgeven mogelijk maakt. In Inrichting Openbare Ruimte komen alle vervoerswijzen aan bod. Het accent wordt echter gelegd op de ruimtelijke kwaliteit, uitgedrukt in meerwaarde voor gebruik, beleving en architectuur. Inrichtingsprincipes Aan de hand van een aantal principes en benaderingen wordt doorgedacht over: • woonstraten - hoofdstraten - autowegen • menging van verkeerssoorten • parkeren • de breedte van de rijwegen • reissnelheid en rijsnelheid • fietspaden en de breedte van voetpaden
14
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.) • • • • • • • • • • •
Programmabrochure 2015-2016
oversteekbaarheid ruimte en schaal activiteitenniveaus de zintuiglijke waarneming lopen, zitten en staan materialen eenvoud en verfijning bomen en groen in de stad snelheidsremmende maatregelen samenhang …
Voorbeelden van herinrichting Herinrichting van straten, pleinen, doortochten, boulevards, stedelijke assen, plekken. Van ontwerpconcepten tot stedenbouwkundig voorontwerp, voorontwerp naast uitvoering. Urban design, de architectuur van de publieke ruimte Deze les is toegespitst op de architecturale vormgeving van het openbaar domein, met aandacht voor afwerking tot in het detail van vormgeving, materiaal, meubilair, verlichting en constructies. Wat maakt ontwerpen kwaliteitsvol, wat maakt een plek tot stadsbeeld? Waarin ligt de meerwaarde besloten? Groen Deze module handelt over de bijdrage van groen in het verkeer en de inrichting van ruimten. Ze geeft inzichten in kenmerken van groen, landschappen, groenstructuren. Groen is helend en geeft mentale energie. Groen is rustgevend en geeft een aangenaam gevoel. Groen is natuurlijke kunst. Met groen schep je ruimten. Groen als punt, lijn of vlak. Een lijn brengt je naar een punt en leid je. Groenstructuren maken een ruimte. Groenelementen kunnen een structurele inbreng hebben in de vormgeving van het openbaar domein. Inplanting van groen vraagt naast een ontwerpvaardigheid echter ook een aparte kennis en vaardigheid inzake plantenkeuze, standplaatskeuze, voorzorgen, onderhoud en beheer. Ruimtenemend of ruimtescheppend groen, een duidelijke keuze. 3.6.2 Verkeer en Omgeving Het verkeersgebeuren grijpt steeds plaats in een ruimtelijke omgeving: straat, gemeente, stad, landschap, het kader van al onze activiteiten. De aard en de vorm van de omgevende ruimte heeft een invloed op de mogelijkheden van inrichting, gedrag en beleving. Om op een verantwoorde wijze in te grijpen in verkeersproblemen is het leren lezen en begrijpen van de ruimtelijke omgeving van essentieel belang. De ruimtelijke omgeving wordt vanuit drie niveaus benaderd: • macro: de situering in de ruimere omgeving (streek, stad, dorp) • meso: de directe omgeving van het onderzoeksgebied (buurt, stadsdeel, gemeente) • micro: het onderzoeksgebied in detail (straat, plein) Hieruit wordt een inzicht verworven in ruimtelijke structuren, potenties en kwaliteiten en in de ruimtelijke knelpunten die voortvloeien uit de eigenheid van de omgeving in confrontatie met het verkeer. Doel van dit lessenblok is het aanreiken van kennis en vaardigheden om een gebied zowel ruimtelijk als op het vlak van verkeersknelpunten te kunnen analyseren en deze analyse in woord, beeld en tekening te presenteren. Dit wordt methodisch aangebracht in een aantal lezingen, literatuur, practicum en een aantal persoonlijke en groepswerken.
15
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
Dit lesblok is opgesplitst in een aantal deelthema’s: Observatie van het verkeersgedrag in een concrete ruimte De volgende aspecten komen aan bod: • Leren welke probleemaspecten voor welke groep weggebruikers relevant zijn. Onderscheid in voetgangers, fietsers, autoverkeer, openbaar vervoergebruikers... • Leren kaderen van een detail in een ruimere structuur. • Illustraties van projecten. • Praktische observatie op een locatie. Vb. Een schoolomgeving, stationsomgeving... Woonecologie en verkeer De omgeving wordt vanuit zijn sociaal-ruimtelijke invalshoek bekeken. Naar activiteiten toe kan elke ruimte functioneel of disfunctioneel zijn. Sommige activiteiten kunnen bevorderd worden door de inrichting van de ruimte, andere worden hierdoor afgeremd. Vanuit de woonecologie of gedragspsychologie wordt dit fenomeen m.b.t. het verkeer in zijn breedste betekenis bestudeerd. Vanuit de waarneming van de wisselwerking tussen ruimte en gedrag wordt kennis en ervaring opgebouwd. Ruimte voor contact en beleving Het boek van Jan Gehl is een uitputtende bron van inzichten over menselijk gedrag op straat en de wijze waarop de ontwerper kan inspelen voor het bevorderen van activiteiten in de publieke ruimte en het beleven van anderen. Om overlapping met de module Inrichting Openbare Ruimte te vermijden wordt het microniveau niet behandeld. Leesbaarheid van de weg G. Dubois-Taine heeft met haar theorieën over de “lisibilité” van weg en omgeving vernieuwing gebracht in de aanpak van doortochten. Haar ideeën worden uiteengezet en toegepast op enkele doortochten aan de hand van videobeelden. Analyse van het ruimtelijke weefsel Leren analyseren van de gebouwde omgeving en het omringende landschap. Analyseren van het groeiproces, onderscheiden van typologieën in de bebouwing. Hanteren van termen. Dit onderdeel is een voorbereiding op het practicum. Externe ruimtelijke effecten van verkeer Onze leefomgeving wordt door het verkeer belast. Denken we aan de milieuhygiënische aspecten zoals geluidshinder, de emissies, maar ook aan de verminderde bereikbaarheid, oversteekbaarheid,… Elementaire inzichten worden aangereikt. 3.6.3 Inleiding Verkeerstechniek Binnen dit vakgebied worden de technische aspecten van verkeersdragers beschouwd. Na een ergonomische basiskennis komen diverse ontwerpaspecten en gehanteerde richtlijnen voor het ontwerp van wegen en kruispunten aan bod. Speciale aandacht gaat uit naar snelheidsbeheersing. Tenslotte worden elementaire wegenbouwkundige gegevens i.v.m. materialen en verlichting aangereikt. Ergonomie Ergonomie is de studie van de aanpassing van de taakomgeving aan de aard en de begrenzingen van de mens. Dit is de basis voor het ontwerp van verkeersvoorzieningen. Aan bod komen de verschillende vervoerwijzen en hun ruimtebehoefte bij het verplaatsen en stilstaan met aandacht voor zichtbaarheid, comfort, veiligheid en snelheidsbeheersing.
16
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
Behandelde kernbegrippen zijn o.a. ontwerpsnelheid, stopzicht, inhaalzicht en profiel van vrije ruimte. Verkeerstechnische ontwerpelementen Op basis van de ergonomie worden de verkeerstechnische onderdelen van infrastructuur behandeld en gedefinieerd, zoals rechtstanden, bogen, verkanting, kruispunten, aansluitingen, knooppunten, rotondes, enz. Tevens worden de begrippen dwarsprofiel, lengteprofiel en horizontaal alignement gedefinieerd. De verschillen tussen autowegen, spoorwegen en vaarwegen worden besproken. Bebording en bebakening Expliciet wordt aandacht besteed aan bebording en bebakening. De relatie en de conflicten tussen de reglementaire voorschriften en de ergonomie worden besproken. Noodzaak, wenselijkheid, begrijpelijkheid, duidelijkheid en consequentie van diverse vormen van bebording en bebakening worden behandeld. Effecten van snelheidsremmende maatregelen Verhogingen in het wegdek, asverschuivingen, poorten, bochten en rotondes; het zijn snelheidsverlagende inrichtingen die vaak verkeerd gedimensioneerd worden en daardoor weinig effect hebben of juist gevaarlijk zijn. Hier wordt ingegaan op de effecten en toepassingsgebieden van deze ingrepen. Wegenbouwtechniek en materialen Hoe wordt een weg constructief opgebouwd? Welke materialen zijn geschikt en hoe moeten ze verwerkt worden? Voor ingenieurs biedt dit vak door toepassing van nieuwe producten of verwerkingsmethoden steeds nieuwe uitdagingen. Voor anderen is het een kennismaking. Verlichting Verlichting maakt deel uit van het straatmeubilair en bepaalt mede daardoor het beeld van het openbaar domein, in deze zin behoort verlichting tot het domein van de architectuur. Verlichtingstechniek kent echter ook zuivere lichttechnische aspecten naast ergonomie, (verkeers)veiligheid en esthetiek. Hoe efficiënt straten en pleinen verlichten? Bestaande richtlijnen en normen inzake verlichtingssterkte en kenmerken van toestellen.
17
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
4 VAKINHOUDEN TWEEDE JAAR
4.1 Modulaire opbouw: overzicht eenheden De volgende eenheden met de respectievelijke vakinhouden komen aan bod: • Eenheid A2: Sociale verkeerskunde (60 lestijden). • Eenheid B1: Inrichting openbare ruimte (60 lestijden) • Eenheid B2: Verkeerstechniek (60 lestijden). • Eenheid B3: Mobiliteitsmanagement (40 lestijden) • Eenheid C2: Verkeersonderzoek (40 lestijden) • Eenheid C3: Verkeersplanning (80 lestijden) Totaal: 340 lestijden
4.2 Eenheid A2: Sociale verkeerskunde Een opleiding in de Verkeerskunde dient uiteraard uitvoerig aandacht te besteden aan verkeersgedrag op verschillende niveaus. Dit inzicht kan niet leiden tot volleerde pedagogen of voorlichtingsspecialisten, maar wel inhoudelijke ondersteuning geven aan verschillende beroepsgroepen: ontwerpers, wegbeheerders, verkeersopvoeders, rijschoolinstructeurs, ... Theoretisch blok: • Gedragsmodellen, met de nadruk op de integrale benadering van gedrag binnen diverse ruimere systeem-modellen. • Woonecologie: de relatie tussen gedrag en sociaal-ruimtelijke omgeving, met extra aandacht voor subjectieve onveiligheid en verkeersleefbaarheid. • De mens als probleemoplossend wezen binnen het verkeerssysteem: perceptie, cognitie, beslissing en uitvoering: de stappen in een gedragsmodel. In deze stappen in een gedragsproces wordt aandacht besteed aan de factoren die telkens interfereren. Ruimtelijke, sociologische, sociaal-psychologische,... determinanten die menselijk gedrag vorm geven. • Historiek van de verkeersonveiligheid en het denken hierover. • De systeembenadering en de uitwerking van het concept "duurzame verkeersveiligheid". • Gedragsbeïnvloeding: de mogelijkheden en beperkingen van educatie, voorlichting, training en toezicht. Samen met het theoretisch deel is ook een praktijkgedeelte voorzien. Hierin wordt praktisch ingegaan op enerzijds gedragsobservatie: taakanalyse en kwalitatieve schaaltechnieken. Voorbereiding op een systematische gedragsbeïnvloedingstrategie of de opmaak van een prioriteitenplan inzake verkeersleefbaarheid. Anderzijds wordt aandacht besteed aan gedragsbeïnvloeding: voorlichting, marketing en vervoersmanagementstrategieën, routekeuzebeïnvloeding en bewegwijzeringmethodieken, voorbereiding van opleidings- en trainingsprogramma’s en de aanwending van beloning en straf als beïnvloedingsmechanismen. Het praktijkgedeelte neemt in totaal zes volledige dagen in beslag. De workshop is hiervoor de aangewezen formule; een korte theoretische inleiding, gevolgd door een praktische oefening met evaluatie. Het programma is bedoeld voor het tweede en derde jaar samen en wordt daarom tweejaarlijks aangepast.
18
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
4.3 Eenheid B1: Inrichting openbare ruimte Ontwerpen is creatief zoeken naar ideeën en deze zo voor te stellen dat ze leesbaar zijn voor anderen; m.a.w. een denk- en communicatieproces. Vanuit de probleemstelling, de onderzoeksgegevens en de ruimtelijke eigenheid zoeken we naar uitgangspunten. Deze worden vertaald in een sociaal-ruimtelijke structuurschets en een verkeersstructuurschets. Hierna worden voorontwerpen gemaakt. De voorgestelde oplossing wordt vervolgens zowel technisch als visueel verder uitgewerkt. Ook hier is een praktijkgedeelte voorzien.
4.4 Eenheid B2: Verkeerstechniek Diverse thema’s komen aan bod: • Capaciteit van verkeersvoorzieningen: begripsbepaling en strategieën om capaciteit op een duurzame manier te gaan gebruiken • Het concept “Duurzaam veilig” of het ontwerpen van inherent veilige wegen: een Nederlands model te vertalen naar Vlaanderen • Verkeersveiligheid: integrale aanpak en specifieke verkeerstechnische maatregelen • Categorisering van wegen en het ontwerp van straten en kruispunten conform de functie • Maatregelen in het kader van dynamisch verkeersmanagement In het praktijkgedeelte van deze eenheid wordt in kleine groepjes gewerkt aan een thematisch project. Categorisering van straten en kruispunten is een centraal thema. Studenten van het tweede jaar kunnen voor een zelf gekozen gebied de categorisering uitvoeren. Dit bestaat uit een afstemming van de functie, het gewenst gebruik en de gewenste vorm van de diverse straten. Ook andere thema’s kunnen worden uitgewerkt, b.v. het uitwerken van een gemeentelijk verkeersveiligheidsplan, het verkeersveilig maken van een zwart punt, het opmaken van een conceptstreefbeeld, verkeerssignalisatie, enz.
4.5 Eenheid B3: Verkeers- en vervoersmanagement In deze eenheid wordt de mobiliteitsproblematiek verder uitgediept naar mogelijkheden voor vervoerswijzekeuze-beïnvloeding. Een aantal oplossingsgerichte aangrijpingspunten worden uitgewerkt zoals: locatiebeleid, vestigingsbeleid, bedrijfsvervoersplannen, parkeren, mobiliteits-effectenrapportage,…
4.6 Eenheid C2: Verkeersonderzoek Voortbouwend op de inzichten en kennis van het eerste jaar wordt in het tweede jaar verder theoretisch verdiept en praktisch toegepast. Volgende aspecten komen aan bod in het theoretisch gedeelte: • verdere verdieping in statistische aspecten met o.a. de theorie van toetsen en schatten, regressie en correlatie, • ruimtelijk onderzoek en ruimtelijke analyse op micro-, meso- en macro-niveau, • een zicht op de praktijk van de ruimtelijke ordening, • opnametechnieken voor verkeersgedragingen (kwalitatief en kwantitatief), zoals vb. oversteekgedrag, snelheidsgedrag, reissnelheden en intensiteitsmetingen en hun organisatorische implicaties, • opnametechnieken van verkeersrelaties (kentekenonderzoek, kordonenquête) en van relaties van verkeer met socio-economische karakteristieken (huisenquêtes, werkplaatsenquêtes, O.V.-enquêtes, enz...) en hun organisatorische implicaties, • rangschikking en reducering van data t.b.v. conclusies, • gegevensbronnen en gegevensbeheer
19
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
Tijdens het praktisch gedeelte worden diverse technieken en methoden ingeoefend. Hierbij wordt eerst in korte oefensessies gewerkt enerzijds rond deelaspecten van het verkeersonderzoek zoals: • het opzetten en organiseren van verkeersonderzoeken, • het doorvoeren van een sociaal-ruimtelijke analyse op verschillende schaalniveaus, Anderzijds op het verrichten van specifieke technische onderzoeken zoals: geluids- en snelheidsmetingen om gedurende het tweede deel van het practicum een verkeersonderzoek voor een bepaalde case volledig uit te werken, van onderzoeksopvatting over voorbereiding, uitvoering tot en met verwerking en presentatie van de onderzoeksresultaten.
4.7 Eenheid C3: Verkeersplanning Waar het facet verkeersplanning in het eerste jaar vooral praktisch benaderd werd, wordt in het tweede jaar meer ingegaan op de theoretische en methodische aspecten van planning, die dan vanuit concrete cases ingekleurd worden. Eerst wordt nader ingegaan op de eigenheid van (verkeers)planning, (wat is het, hoe onderscheidt het zich van andere beleidsvormen, hoe het zich situeert t.a.v. vigerende algemene planningstheorieën?) (o.a. synoptische, incrementele, strategische, educatieve benaderingen). Vervolgens wordt de structuur van een planningsproces verduidelijkt. Wat zijn de structurele onderdelen van planning en waar vinden zij hun verantwoording? Hoe is de relatie planning en beleid en planning en bevolking concreet? Hoe is de relatie met andere planningsdomeinen? Hoe wordt met onzekerheden en harde randvoorwaarden gewerkt? Hoe wordt met wijzigende omstandigheden rekening gehouden? Daarna wordt meer ingegaan op inhoudelijke en methodologische aspecten van verkeersplanning. Hoe moeten doelstellingen omschreven worden? Wat is de rol van criteria en hoe worden ze bepaald? Welke hulpmiddelen worden er bij verkeersplanning gehanteerd? Hoe verliep verkeersplanning traditioneel, hoe kan dit vrij mechanistisch ‘reken'proces verruimd worden en hoe verloopt de verkeersplanning op dit ogenblik in het buitenland? Eenmaal deze elementen duidelijk gesitueerd en omschreven zijn, worden structuur, gehanteerde methoden en inhoud van een ‘ideaal' planningsproces aan de hand van praktische cases uitgebeend en toegelicht. Op deze module sluit een practicum van 6 sessies aan.
20
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
5 VAKINHOUDEN DERDE JAAR
5.1 Modulaire opbouw: overzicht eenheden De aangeboden eenheden in het derde jaar zijn: • Eenheid A3: Wetgeving, handhaving en verkeersbeleid (40 lestijden) • Eenheid E2: Verkeersregeltechniek (40 lestijden) • Eenheid E3: GIS, verkeersmodellen en Mober (40 lestijden) • Eenheid D3: Practicum ontwerp en beheer openbare ruimte (40 lestijden) • Eenheid G1: Eindwerk (120 lestijden) Totaal: 280 lestijden Binnen deze eenheden zijn ook practica voorzien waarbinnen studenten in beperkte mate kunnen kiezen in functie van hun interesse en affiniteit. Bovendien moet in het derde jaar een eindwerk worden ingeleverd. Op regelmatige tijdstippen worden hiervoor uren vrijgemaakt voor overleg, voortgangsrapportage of onderzoek. In de maanden april en mei worden in principe geen theorievakken meer gegeven zodat men zich volledig op het eindwerk kan richten.
5.2 Eenheid A3: Wetgeving, handhaving en verkeersbeleid Het is niet de bedoeling van de HSV om de verkeerswetgeving intensief te behandelen. Van de studenten wordt verwacht dat een voldoende basiskennis aanwezig is (niveau rijbewijs). Naast het schetsen van het algemeen wettelijk kader en een vergelijking met de internationale situatie, wordt specifiek ingegaan op enkele actuele ontwikkelingen zoals de zone 30 en de nieuwe fietswetgeving. Verder worden het toezicht en de jurisprudentie behandeld. In het eerste jaar werden verkeer en beleid reeds aangeraakt, met de nadruk op het gemeentelijk niveau. In dit vakgebied willen we zowel naar het gemeentelijk als naar het nationaal beleid diepere inzichten aanbrengen. Volgende aspecten worden behandeld: • het Europees verkeersbeleid • nationale en provinciale beleidsstructuren • gemeentelijk beleid en gemeentelijke autonomie • gemeentelijk financieel beleid in relatie tot verkeersingrepen • begroting en subsidies • beleidsmanagement • inspraak Tevens wordt dieper ingegaan op het Vlaams mobiltieitsbeleid en de opmaak van het mobiliteitsplan. In lesdag 1 wordt het algemeen principe en de werking van het Vlaams mobiliteitsbeleid en de opmaak van fase 1 van het mobiliteitsplan toegelicht. Op lesdag 2 wordt fase 2 van het mobiliteitsplan en de opmaak van scenario’s behandeld. Lesdag 3 is gewijd aan de opmaak van het beleidsplan en de projectnota.
21
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
5.3 Eenheid E2: Verkeersregeltechniek In lesdag 1 worden de volgende onderwerpen behandeld: • het nut en de effecten van het plaatsen van verkeerslichten • benodigde hardware: regelaar, lampen, detectoren, drukknoppen, … • diverse vormen en soorten van regelingen: starre, voertuigafhankelijke en verkeersafhankelijke regelingen • het uitwerken van een basis starre regeling voor een geïsoleerd kruispunt. De volgende onderwerpen worden behandeld: conflictmatrix, ontruimingstijden, minimum groentijd, bepaling alles-roodtijd, belastingsgraad, conflictbelasting, berekening minimum en optimale cyclustijd, bepaling van een fasendiagram • groene golf In lesdag 2 worden diverse toepassingen behandeld, o.a. • maatregelen openbaar vervoer • verkeersafhankelijke en voertuigafhankelijke regelingen • optimalisering verkeersveiligheid met behulp van verkeerslichten • signalering op autosnelwegen • computergestuurde simulatie van enkele casestudies In lesdag 3 wordt aandacht besteed aan voertuigafhankelijke regelingen. De module wordt afgesloten met een studiereis naar het Vlaams verkeerscentrum met als thema dynamisch verkeersmanagement.
5.4 Eenheid E3: GIS, verkeersmodellen en Mober We ontkomen niet aan de noodzaak deze kennis en vaardigheid te integreren in het normale basispakket. De ambitie van deze lessen gaat tot het bieden van een goed overzicht inzake ontwikkelingen en hun praktische toepassingsmogelijkheden in de verkeers- en vervoerssector.
5.5 Eenheid D3: Practicum ontwerp en beheer openbare ruimte In deze module worden praktijkgevallen uitgediept. De student moet een gerealiseerd project evalueren naar inhoud, vorm en proces. Dit werkstuk wordt gepresenteerd op vier panelen of een zelfverklarende PowerPointpresentatie.
5.6 Eenheid G1: Eindwerk Als afsluiting van de ganse opleiding maakt de cursist een begeleid eindwerk. Dit is een ruim omkaderde behandeling van een verkeers- of mobiliteitsprobleem in de meest ruime zin van het woord. Mogelijke invalshoeken zijn: een theoretische behandeling van een verkeersprobleem, het uitwerken of ontwerpen van een concreet project of een studiestage met kritisch verslag. Het is wenselijk om dit eindwerk nauw te laten aansluiten bij de eigen werksituatie of praktijk. Dit geeft aan de cursist de mogelijkheid om zich vanuit de nieuw verworven kennis, professioneel te profileren. Op het einde van het tweede jaar dient het thema van het eindwerk te worden vastgelegd. De student kan zonodig een keuze maken uit een lijst met onderwerpen.
22
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
6 PRAKTISCHE INFORMATIE
6.1 Diploma De H.S.V. is een hogere beroepsopleiding binnen het Economisch Hoger Onderwijs van het niveau HBO 5, het vroegere Korte Type voor Sociale Promotie. Werknemers uit de private sector kunnen hiervoor educatief verlof aanvragen (kredieturen). Voor het eerste jaar wordt een getuigschrift afgeleverd. Het succesvol beëindigen van de volledige opleiding geeft recht op het diploma van “verkeerskundige''. De studieduur bedraagt 320 uren gedurende het eerste jaar en 940 uren voor de driejarige cyclus. Elke eenheid kan in principe afzonderlijk gevolgd worden, speciaal bedoeld indien men enkel een brede algemene introductie of een of andere specialisatie in de verkeerskunde wenst. De studieduur voor het behalen van het diploma bedraagt minimaal drie jaar maar kan naar eigen tempo over meerdere jaren gespreid worden.
6.2 Tijdstip De theorielessen (contactonderwijs) gaan in de regel door op woensdagnamiddag van 14u. tot 18.30u. doch practica en studiereizen kunnen ook aanvangen om 9.00u. De namiddaglessen worden gegeven per twee blokken van 60 min. met 30 min. pauze. Na de lessen is er vanaf 18.30 tot 20.30 u. steeds begeleiding voor de practica voorzien.
6.3 Toelatingsvoorwaarden Eén of andere volledige secundaire opleiding geldt als voldoende toelatingsvoorwaarde, vermits het om een basisopleiding gaat. Kandidaten die niet aan deze voorwaarde voldoen, kunnen een toelatingsproef afleggen. In dat geval is een ruime praktijkervaring en sterke motivatie meer dan wenselijk.
6.4 Aanvang De opleiding aan de H.S.V. starten de eerste woensdag van september en eindigt met de proclamatie de laatste woensdag van juni.
6.5 Kostprijs Voor het cursusjaar 2015-2016 is het inschrijvingsgeld door de provincie Limburg vastgelegd op € 1,50 per lestijd. Daarnaast dient de cursist per cursusjaar een vast bedrag cursusgeld te betalen. Dit omvat de kosten voor administratie, kopieën, cursussen, boeken, studiereizen (enkel de dagtrips!). Dit bedraagt € 150,- per cursusjaar, ongeacht het aantal gevolgde modules. Prijswijzigingen zijn steeds voorbehouden. De opleiding komt in aanmerking voor educatief verlof en kan betaald worden met de opleidingscheques van de VDAB. Werkzoekenden hebben recht op vrijstelling van inschrijvingsgeld.
23
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
6.6 Adres De lessen gaan door in de gebouwen van de Uhasselt op de Campus in Diepenbeek: PCVO Limburg, afdeling Verkeerskunde (H.S.V.) p/a Uhasselt, Faculteit Architectuur Universitaire Campus, Gebouw E 3590 Diepenbeek tel: +32(0)11 29 21 01 Het secretariaat is te vinden op het volgende adres: PCVO Limburg Elfde Liniestraat 26 3500 Hasselt tel. +32(0)11 77 51 00 e-mail:
[email protected] of
[email protected] Internet: www.pcvolimburg.be
Inlichtingen tijdens de vakantieperiode (12/07 tot 16/08) bij de H.S.V.-staf: • Piet Minten 09/2170370 • Joris Willems 014/410938 (0477-370681)
24
PCVO Limburg, Afdeling Verkeerskunde (H.S.V.)
Programmabrochure 2015-2016
BIJLAGE 1: STAF EN DOCENTEN Staf Luc Leunen, directeur Enid Zwerts, Socioloog, criminoloog, verkeerskundige Sven Lieten, Politicoloog, verkeerskundige Kris Peeters, Socioloog, antropoloog, verkeerskundige Piet Minten, landschapsarchitect, stedenbouwkundige, verkeerskundige Joris Willems, doctor-ingenieur verkeerskunde, stedenbouwkundige
Gastdocenten Patrick Auwerx, stafmedewerker Mobiel 21 Joris Blaton, FLIR verkeerssystemen Bo Boormans, Verkeerskundig ingenieur, Directeur DTV Consultants, Breda Stijn Daniëls, Steunpunt Verkeersveiligheid, Universiteit Hasselt Peter Dhont, politierechter Dendermonde Valère Donné, architect, Mobiliteitsbegeleider Ministerie Vlaamse Gemeenschap - MOW Dana Borremans, specialist verkeersmodellen Vlaamse Overheid, Departement Mobiliteit en openbare werken Anne Beeldens, doctor-ingenieur bouwkunde, Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw K.U.Leuven Anne Minsart, ontvanger gemeente Mol Geert Popelier, jurist, VAB Geert De Bisschop, politiecommissaris Peter Vansevenant, geograaf, Directeur mobiliteitsdienst stad Gent Willem Verbruggen, Verkeersdeskundige, Commissaris lokale politie Schaarbeek
25