Vragen art. 44 RvO aan college van b&w van Arnhem 18 februari 2010 Geacht college, Graag zou ik namens Zuid Centraal conform artikel 44 Reglement van Orde de onderstaande 4 vragen stellen. Directe aanleiding is het hieronder opgenomen bericht van 18 februari 2010 met als titel "schadeclaim RIN-locatie onterecht", waaruit blijkt dat uw college de bewoners van het dorp Schaarsbergen gedurende de procedure van planvorming en inspraak mogelijk geheel op het verkeerde been hebt gezet. Als dat zo is dan is dat verwijdbaar op formele en procedurele gronden. Inhoudelijk weet u al dat Zuid Centraal een groot tegenstander is van de plannen voor hoogbouw in het dorp Schaarsbergen. Tevens is al bij u bekend dat Zuid Centraal ook al eerder grote vraagtekens heeft plaatst bij de transparantie van de gevolgde procedure en de kwaliteit van de communicatie. Graag ziet Zuid Centraal dat het college op korte termijn volledige openheid van zaken geeft in deze kwestie. De onderstaande 4 vragen betreffen een herhaling van de vragen die de heer L. Seelen (mede namens verontruste bewoners uit Schaarsbergen) op 2 februari al per e-mail aan wethouder Kreeft heeft gesteld,maar nog geen antwoord op heeft gehad . Als 5e vraag willen wij graag van u weten wanneer u van plan bent overleg met de bewoners van Schaarsbergen te organiseren en of u van plan bent de huidige plannen van de projectontwikkelaar en Rijnboogpartner BPF Bouwinvest ingrijpend te herzien? Op voorhand geven wij u ter overweging de lopende artikel 19.2 procedure volgens de oude Wet ruimtelijke ordening (tot 1 juli 2008) voor de bouw van de 5 bouwblokken met een hoogte van 7 bouwlagen per direct te stoppen. Het zou het college sieren de gehele procedure volgens de nieuwe Wet ruimtelijke ordening opnieuw op te starten. Zeker is dan dat volgens de nieuwe wet niet het college van b&w maar de gemeenteraad dan het laatste woord heeft! Wij zien uw reactie met belangstelling tegemoet Met vriendelijke groet,
Sjoerd Veenstra Raadslid Fractie Zuid Centraal
[email protected] Zuid Centraal informatienummer: 026-3890835
Bericht van de heer L. Seelen d.d. 2 februari 2010 ----- Original Message ----From: rin-locatie To: Roeland Kreeft Cc: A Plieger ; B Tilman ; C Lenting ; J Wit-de ; L Broer ; P Marcelis ; S Meulensteen ;
[email protected] ;
[email protected] Sent: Tuesday, February 02, 2010 5:13 PM Subject: Verzoek om informatie Geachte heer Kreeft, Vraag 1: Gisterenavond, na afloop van de raadsvergadering, maakte u melding van stukken waaruit blijkt dat de Nota van Randvoorwaarden op enigerlei wijze is gepresenteerd op de informatieavonden in juni 2007. Graag zou ik deze stukken, zo spoedig mogelijk, ontvangen. Ook vraag ik u aan te geven wanneer de Nota van Randvoorwaarden in de Koerier zou zijn vermeld. (of op andere wijze het bestaan daarvan kenbaar gemaakt zou zijn aan omwonenden) Vraag 2: Tevens heb ik in mijn inspreekstuk melding gemaakt van een brief van de gemeente van 2 mei 2006 aan BPF (offerte definitie-en ontwerpfase), waarin gesteld wordt dat de concepten van de NvR besproken hadden moeten worden met, o.a. "eigenaren in de directe omgeving". Graag vernemen wij op welke wijze BPF hieraan invulling heeft gegeven. Ook breng ik in herinnering het verslag (van de dorpsraad), waarin melding wordt gedaan van de presentatie die BPF Bouwinvest heeft gehouden in februari 2005, waarin genoemd werd dat de bebouwing drie lagen zou bevatten, en zeker niet hoger dan de Sylvahoeve. Vraag 3: U stelt dat de gemeente een schadeclaim krijgt als zij nu, in dit late stadium, terugkrabbelt. Wij betogen dat wij echt niets wisten, en ook niet redelijkerwijs konden weten, van het bestaan van de NvR (zie bovenstaande punten). Als BPF ons wel had betrokken en van de juiste informatie had voorzien, dan hadden wij in een veel eerder stadium invloed kunnen hebben op de NvR. Daarom ligt een groot deel van de schuld van het eventuele stuklopen van de procedure bij de projectontwikkelaar, wat grote gevolgen zal hebben voor de hoogte van de schadeclaim. Hoe valide is hiermee nog het argument dat de plannen niet gestopt kunnen worden vanwege die mogelijke schadeclaim? Wij zien het als de plicht van de gemeente om dit argument te onderzoeken. Als het niet onderzocht wordt, zou het zich tegen de gemeente kunnen keren bij de bestuursrechter of de Raad van State. (Bij de presentatie in juni 2007, was de verwachting dat BPF in september 2007 een bouwaanvraag zou indienen; daar hebben we dan ook op gewacht. De plannen waren erg onduidelijk, maar het is desondanks absoluut onwaar dat er toen geen enkel bezwaar bestond vanuit de wijk) Vraag 4: U zei gisteren: "Ik verbaas me er werkelijk over dat dit verzet nu zo ineens in een dergelijke massaliteit opkomt". Vindt u niet dat juist dat te denken geeft? Wij hebben hier geen enkele bijeenkomst belegd; de zienswijzen zijn voor een groot deel het gevolg van informatie op de website. Nog niemand, ook niet de dorpsraad of BPF Bouwinvest heeft mij gewezen op feitelijke onnauwkeurigheden in de website (wat natuurlijk niet betekent dat ik die uitsluit, maar ik heb (als wiskundige) mijn uiterste best gedaan om zo accuraat mogelijk te zijn). Met vriendelijke groet, Luuk Seelen
Bericht van dhr. L. Seelen d.d. 18 februari 2010 ----- Original Message ----From: rin-locatie To:
[email protected] Cc:
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] ;
[email protected] Sent: Thursday, February 18, 2010 7:34 PM Subject: Nieuw document: schadeclaim RIN-locatie onterecht Geachte heer Kreeft, Deze week heb ik een document van 53 bladzijden in handen gekregen met de titel "Bewoneravond 18 juni 2007". Dit document is in juni 2007 door BPF Bouwinvest aangeboden aan de bewoners van Landgoed de Menthenberg. In dit document staat letterlijk de volgende planning van de verdere procedure: "juni 2007: BPF Bouwinvest verzoekt om vrijstelling op basis van Bouwaanvraag ex. Art 19.2" "sept 2007: Mogelijkheid tot indienen zienswijzen" "nov. 2007: Mogelijkheid tot het maken van bezwaar bij gemeenteraad" Dit is wat ik bij herhaling naar voren heb gebracht: wij wisten in juni 2007 niet beter dan dat wij op korte termijn een gelegenheid zouden krijgen voor het indienen van zienswijzen. Als deze procedure gevolgd zou zijn zoals ons toen voorgespiegeld, dan had de gemeenteraad tijdig kennis kunnen nemen van onze zienswijzen. De werkelijkheid is geheel anders verlopen; BPF Bouwinvest kwam pas veel later met het verzoek om vrijstelling, lang nadat de Nota van Randvoorwaarden in september 2007 ter kennisname was aangeboden aan de gemeenteraad (Overigens, toen dit verzoek eindelijk kwam, is er geen gelegenheid gegeven voor het indienen van zienswijzen. Desondanks hebben wij (en andere bewoners) toen de gemeente officieel op de hoogte gesteld van onze bezwaren). Dat het zolang heeft geduurd voordat er daadwerkelijk een procedure liep voor het indienen van zienswijzen (pas in juni 2009 voor het allereerst!!), ligt volledig aan BPF zelf. Dit document geeft aan dat BPF in juni 2007 zelf onderkend heeft dat de gemeenteraad nog een rol zou moeten spelen ná de zienswijzen. Dus waarop kan BPF zich nog baseren als zij een schadeclaim zou willen indienen? BPF heeft ons als bewoners voorgespiegeld dat wij moesten reageren door middel van zienswijzen, en dat is precies wat wij nu, bij allereerste gelegenheid, gedaan hebben. Daarom herhaal ik mijn oproep van 2 februari aan de gemeente om juristen te laten onderzoeken of BPF wel enig recht zou kunnen doen gelden op een schadeclaim. Het is toch wel vreemd dat de gemeente het argument van de schadeclaim tegen ons gebruikt, maar niet de validiteit van dat argument wil onderzoeken. Wel biedt BPF juristen aan aan de gemeente (e-mail 21-07-2009, en besprekingsverslag 18 sept. 2009) om onze zienswijzen te helpen beantwoorden! Bovendien stelt Mr. Heymen (Sylvahoeve) dat hij stukken in bezit heeft, waaruit duidelijk blijkt dat de gemeente het risico voor dit project volledig bij BPF heeft gelegd. Gesprekken met raadsleden hebben mij in ieder geval duidelijk gemaakt dat een zinvolle belangenafweging als bedoeld in de wet, nu niet meer kan plaatsvinden zonder dit punt van de schadeclaim te onderzoeken. Ook saillant: in dit hele document staat niet één keer de term "Nota van Randvoorwaarden". Ook wordt er niet gerept over boomhoogten e.d. Wel mooie plaatjes van golf-spelende ouderen, zeer veel foto's van het Landgoed de Menthenberg, historische schetsen van het Landgoed, en, inderdaad, schetsen van de nieuwe gebouwen. Maar wij blijven ontkennen dat de meest relevante tekeningen uit dit document op die info-avond van 18 juni 2007 zouden zijn gepresenteerd (hoewel ik niet kan en wil uitsluiten dat het document ergens in een hoekje heeft gelegen). Het document is duidelijk veel meer bedoeld voor het wekken van interesse bij mogelijk toekomstige bewoners, dan als voorlichting voor omwonenden.
Er is nog een ander interessant bericht boven tafel gekomen: een e-mail van de gemeente gericht aan de bewoners van het Landgoed de Menthenberg, gedateerd 23 september 2008. Daarin stelt de gemeente: "met betrekking tot het project Menthenberg/RIN locatie is bij de gemeente niets bekend". Maar in werkelijkheid beweert de gemeente dat de procedure nog steeds kan verlopen via de oude artikel 19 weg, omdat de aanvraag voor vrijstelling van het bestemmingsplan ingediend zou zijn vóór 1 juli 2008. Dit is duidelijk in tegenspraak met elkaar. Tot slot wil ik nog opmerken dat ik nog steeds geen antwoord heb gekregen op de concrete vragen die ik aan u gesteld heb op 2 februari jl. Ik heb wel een bericht ontvangen van een van uw medewerkers, maar dat ging op geen enkele wijze in op de gestelde vragen. Dus ik vraag u nogmaals, en nu heel dringend, die vragen te beantwoorden. Hoogachtend, Luuk Seelen
Aan de voorzitter van de gemeenteraad
Datum
:
Uw kenmerk
:
Ons kenmerk
: 2010.0.131.273
Zaaknummer
: 2010-02-02787
Contactpersoon : Martine Bekamp Doorkiesnr.
: 026 377 3442
Onderwerp: Schriftelijke vragen Zuid-Centraal art. 44 Rvo inzake RIN locatie
Geachte voorzitter, Het lid van de raad de heer Veenstra van de fractie Zuid Centraal heeft schriftelijk vragen op grond van artikel 44 van het Reglement van Orde van de politieke maandag van de gemeenteraad gesteld over de ontwikkeling van de RIN locatie in Schaarsbergen. Zuid Centraal wil antwoord op de 4 vragen die de heer L. Seelen per mail heeft gesteld op 2 februari 2010 aan wethouder en die, naar het oordeel van dhr. Seelen, niet beantwoord zijn. Daarnaast heeft Zuid centraal een 5e vraag geformuleerd. Onderstaand vindt u de integrale tekst van de vragen. Vraag 1: Gisterenavond, na afloop van de raadsvergadering, maakte u melding van stukken waaruit blijkt dat de Nota van Randvoorwaarden op enigerlei wijze is gepresenteerd op de informatieavonden in juni 2007. Graag zou ik deze stukken, zo spoedig mogelijk, ontvangen. Ook vraag ik u aan te geven wanneer de Nota van Randvoorwaarden in de Koerier zou zijn vermeld. (of op andere wijze het bestaan daarvan kenbaar gemaakt zou zijn aan omwonenden) Vraag 2: Tevens heb ik in mijn inspreekstuk melding gemaakt van een brief van de gemeente van 2 mei 2006 aan BOUWINVEST (offerte definitie- en ontwerpfase), waarin gesteld wordt dat de concepten van de NvR besproken hadden moeten worden met, o.a. "eigenaren in de directe omgeving". Graag vernemen wij op welke wijze Bouwinvest hieraan invulling heeft gegeven. Ook breng ik in herinnering het verslag (van de dorpsraad), waarin melding wordt gedaan van de presentatie die Bouwinvest heeft gehouden in februari 2005, waarin genoemd werd dat de bebouwing drie lagen zou bevatten, en zeker niet hoger dan de Sylvahoeve.
Eusebiusbuitensingel 53 • Postbus 99 • 6800 AB ARNHEM Telefoon 026 - 3773333 • Fax 026 - 3773450 • E-mail:
[email protected]
DIENST STADSONTWIKKELING
Zaaknummer: 2010-02-02787 Ons kenmerk: 2010.0.131.273 Pagina: 2
Vraag 3: U stelt dat de gemeente een schadeclaim krijgt als zij nu, in dit late stadium, terugkrabbelt. Wij betogen dat wij echt niets wisten, en ook niet redelijkerwijs konden weten, van het bestaan van de NvR (zie bovenstaande punten). Als Bouwinvest ons wel had betrokken en van de juiste informatie had voorzien, dan hadden wij in een veel eerder stadium invloed kunnen hebben op de NvR. Daarom ligt een groot deel van de schuld van het eventuele stuklopen van de procedure bij de projectontwikkelaar, wat grote gevolgen zal hebben voor de hoogte van de schadeclaim. Hoe valide is hiermee nog het argument dat de plannen niet gestopt kunnen worden vanwege die mogelijke schadeclaim? Wij zien het als de plicht van de gemeente om dit argument te onderzoeken. Als het niet onderzocht wordt, zou het zich tegen de gemeente kunnen keren bij de bestuursrechter of de Raad van State. (Bij de presentatie in juni 2007, was de verwachting dat Bouwinvest in september 2007 een bouwaanvraag zou indienen; daar hebben we dan ook op gewacht. De plannen waren erg onduidelijk, maar het is desondanks absoluut onwaar dat er toen geen enkel bezwaar bestond vanuit de wijk) Vraag 4: U zei gisteren: "Ik verbaas me er werkelijk over dat dit verzet nu zo ineens in een dergelijke massaliteit opkomt". Vindt u niet dat juist dat te denken geeft? Wij hebben hier geen enkele bijeenkomst belegd; de zienswijzen zijn voor een groot deel het gevolg van informatie op de website. Nog niemand, ook niet de dorpsraad of Bouwinvest heeft mij gewezen op feitelijke onnauwkeurigheden in de website (wat natuurlijk niet betekent dat ik die uitsluit, maar ik heb (als wiskundige) mijn uiterste best gedaan om zo accuraat mogelijk te zijn). Vraag 5: Als 5e vraag willen wij graag van u weten wanneer u van plan bent overleg met de bewoners van Schaarsbergen te organiseren en of u van plan bent de huidige plannen van de projectontwikkelaar en Rijnboogpartner Bouwinvest ingrijpend te herzien?
Ter beantwoording van deze vragen delen wij u het volgende mee. Ad 1. In juni 2007 is een aantal informatieavonden georganiseerd door Bouwinvest over de woningbouwontwikkeling op de RIN locatie. Eén van die avonden betrof een inloopavond waarbij informatie is gegeven over het schetsontwerp van de RIN locatie. De uitnodiging van Bouwinvest, die verspreid is in het bezorgingsgebied van de dorpskrant, is bijgevoegd. Op die avond is ook informatie verschaft door een medewerker van de gemeente Arnhem over de gemeentelijke randvoorwaarden. De besluitvorming van het college van BenW over de Nota van Randvoorwaarden is bekend gemaakt door middel van een persbericht, waarin genoemde inloopavond is aangekondigd (bijgevoegd). De agenda van de raadscie. VROM waar de Nota van Randvoorwaarden op vermeld stond, is zoals gebruikelijk niet in de Koerier vermeld, maar wel zoals gebruikelijk op de gemeentelijke website www.arnhem.nl. Daarnaast is de agenda ook zoals gebruikelijk verzonden aan de dorps- en wijkplatforms van de stad, waaronder de Dorpsraad Schaarsbergen.
Eusebiusbuitensingel 53 • Postbus 99 • 6800 AB ARNHEM Telefoon 026 - 3773333 • Fax 026 - 3773450 • E-mail:
[email protected]
DIENST STADSONTWIKKELING
Zaaknummer: 2010-02-02787 Ons kenmerk: 2010.0.131.273 Pagina: 3
Ad 2. In juni 2007 heeft Bouwinvest op de volgende wijze de wijk geïnformeerd over het destijds voorliggende schetsontwerp, inclusief informatie over de bouwhoogten: - overleg met aanwonende dhr. Heymen op 18 juni; - overleg met aanwonende mw. Houwert op 18 juni; - avondbijeenkomst op 18 juni met aanwonenden waarbij de bewoners van de Kempenbergerweg 69, 71,73, 75, 77, 79 en 81 alsmede die van Merkendal 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18 en 20. zijn uitgenodigd (uitnodiging is bijgevoegd). - op 26 juni verstrekt Bouwinvest schriftelijk aanvullende informatie over het schetsontwerp en bouwhoogten aan de bewoners van Merkendal 2 t/m 20. - inloopavond voor wijkbewoners op 27 juni, schriftelijke uitnodiging is verspreid in het bezorgingsgebied van de dorpskrant (ca. 550 adressen). De uitnodiging is tevens in de etalage van de bakker opgehangen (bijgevoegd). Ca. 150 mensen zijn aanwezig geweest. Daarnaast is veelvuldig contact geweest met vertegenwoordigers van de Dorpsraad Schaarsbergen. Bouwinvest heeft in de diverse contacten aangegeven dat het plan in goed overleg met de gemeente is ontwikkeld. Ad 3. Wethouder Kreeft heeft verklaard dat een mogelijke aanpassing van gemeentelijke randvoorwaarden eventueel een claim van de ontwikkelaar tot gevolg kan hebben. Op dit moment acht het college het niet opportuun dit verder te onderzoeken omdat in overleg met de ontwikkelaar voor een aangepast plan en een nieuwe procedure is gekozen. Ad 4. De beantwoording van vraag 1 en 2 maakt duidelijk dat over het schetsplan expliciet is gecommuniceerd met omwonenden, wijkbewoners en de Dorpsraad. Daarbij is de bouwhoogte van 7 bouwlagen van enkele gebouwen in het plan nadrukkelijk aan de orde geweest. Ad 5. De bouwaanvraag zal door Bouwinvest worden ingetrokken en een nieuwe aanvraag wordt ingediend. Daarnaast wordt, op verzoek van de bewoners, een bestemmingsplanprocedure in plaats van een vrijstellingsprocedure doorlopen. In het kader van deze procedure zullen zowel omwonenden als de gemeenteraad ruimschoots in de gelegenheid worden gesteld om hun standpunt naar voren te brengen. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Arnhem, de secretaris, de burgemeester,
Eusebiusbuitensingel 53 • Postbus 99 • 6800 AB ARNHEM Telefoon 026 - 3773333 • Fax 026 - 3773450 • E-mail:
[email protected]
DIENST STADSONTWIKKELING