REACTIE GEMEENTE BARNEVELD PROVINCIALE OMGEVINGSVISIE Regio FoodValley en Provincie Voor de regionale inbreng in de Omgevingsvisie heeft de regio Food Valley een traject uitgestippeld in samenhang met het eigen regionale proces, om te komen tot een Gebiedsvisie FoodValley. Georganiseerde bijeenkomsten met tal van partners, waaronder collega's van de provincie Gelderland, leverden tegelijkertijd input op voor beide visies. Daarbij is voortgebouwd op al lopend beleid (wat goed is en goed loopt zetten we voort) en is het accent gelegd op zaken die door economische omstandigheden, gewijzigde inzichten of nieuwe dynamiek aandacht vragen. Naast een thematisch indeling, omvat de provinciale Omgevingsvisie regionale paragrafen, waaronder een paragraaf voor regio FoodValley. Als hoofdindeling van de Omgevingsvisie wordt de drieslag gehanteerd: Dynamisch, Mooi en Divers Gelderland, de drie gezichten van Gelderland waar de provincie voor staat:, Dynamisch Gelderland: de (ruimtelijk-economische) dynamiek en de geleiding daarvan op provinciaal niveau; Mooi Gelderland: de Gelderse kwaliteiten die bescherming nodig hebben, en ruimte voor behoud door ontwikkeling; Divers Gelderland: het koesteren van de regionale verschillen in maatschappelijke vraagstukken en opgaven en regionale identiteiten. De regionale paragraaf FoodValley maakt onderdeel van dit hoofdstuk. Momenteel is een ambtelijk werkconcept van de provinciale Omgevingsvisie te raadplegen op www.gelderlandsanders.nl . De formele inspraaktermijn van de Provinciale Omgevingsvisie (en de Provinciale Omgevingsverordening) start in mei. De Provincie geeft haar gebiedspartners de gelegenheid om vòòr de start van de formele procedure, de gelegenheid om input te leveren op conceptteksten. Onderstaande opmerkingen zijn gebaseerd op versie Omgevingsvisie van 13 maart jl.
Het college van B&W van de gemeente Barneveld ziet graag de volgende punten terugkomen in de Provinciale Omgevingsvisie: 1. LOGISTIEKE SECTOR: inzetten op overslag punt voor goederenvervoer per soort in Barneveld Algemeen: Goederenvervoer De verkeersdruk op de wegen in binnen en buitenland, alsmede de regelgeving voor wegtransport in ons omringende landen, maken vervoer van goederen over lange afstanden door middel van wegtransport steeds onaantrekkelijker. Dat heeft zijn weerslag op de ontwikkeling van de transportsector in Gelderland en werkt belemmerend op de exportpositie van de industrie. Om deze en milieutechnische redenen is het stimuleren van multimodaal goederenvervoer prioriteit. Een voorwaarde daarvoor is dat railopstappunten goed bereikbaar zijn en aansluiten op de vervoersbehoefte van het bedrijfsleven. Wat staat om de Provinciale Omgevingsvisie? (Paragraaf 1.4.3) De provincie en haar partners zien de logistieke sector en het goederenvervoer als een veelbelovende bedrijfstak binnen een concurrerende, innovatieve en duurzame Gelderse economie vanuit een (inter)nationaal perspectief. De provincie ziet de Berlijnlijn als een passagierslijn en de Betuwelijn als een goederenlijn. Bij die laatste zou de terminal moeten komen. Voorstel Reactie Barneveld: De regio FoodValley wil een uitstekend vestigingsklimaat bieden voor bedrijven in de food en food- en feedgerelateerde bedrijvigheid. In de regio bevinden zich grote exporterende bedrijven en importeurs, die gebruik maken van import vanuit Rotterdam en exporteren naar onder andere Oost Europa. Voor de aanvoer van bulkgoederen in de feedproductie wordt gebruik gemaakt van de havens van Wageningen en Nijkerk. De importerende bedrijven zoals vrieshuizen werken met containers vanaf Rotterdam en exporterende bedrijven in agrofood en toeleverende industrie gebruiken containers.
1
Andere bedrijven in de regio maken veelvuldig gebruik van containers voor de export van food en foodgerelateerde producten, zoals machines en installaties richting Oost Europa. Inmiddels lopen onderzoeken naar de technische haalbaarheid en de aansluiting op bestaande goederenshuttels. De regio zet op verzoek van het bedrijfsleven in op een overslagpunt voor goederenvervoer per spoor. Gelet op de logistieke positie van Barneveld wordt vanwege de ligging en bereikbaarheid ruimte voor deze functie gecreëerd op het bedrijventerrein Harselaar. De terminal kan een bovenregionale functie krijgen met een verzorgingsgebied met een straal van 30 kilometer.
2.BASISKWALITEIT NATUUR EN LANDSCHAP: Wens tot planologische borging van Gelderlandbrede kern kwaliteiten van het landschap in de nieuwe Omgevingsvisie Algemeen: De provincie en haar partners willen een compact en hoogwaardig stelsels van onderling verbonden natuurgebieden realiseren, via het Gelderse Natuurnetwerk (GNN) en de Groene Ontwikkelingszone (GO). Het GNN bestaat uit natuurgebieden en is intrinsiek van waarde als de groene ruggengraat van het Gelders Landschap. De GO is m eer een agrarisch landschap, waar een combinatie van natuur, landschapselementen en agrarische percelen samen de natuurwaarden bepalen. Hierbinnen liggen verspreid opgaven om nieuwe natuur te realiseren en landschap te ontwikkelen dat voor verbinding zorgt en tegelijkertijd bijdraagt aan de verspreidingsmogelijkheid van soorten. Wat staat in de provinciale Omgevingsvisie? De Groene Ontwikkelingszone (GO) bestaat uit terreinen met een andere bestemming dan natuur die ruimtelijk vervlochten zijn met het Gelders Natuurnetwerk. Het betreft vooral ecologische verbindingszones, landgoederen en andere kleinschalige landschappen met een sterke verweving van natuur met andere functies., en weidevogel- en ganzengebieden. Ook bestaande bestemmingen anders dan natuur, liggen in de Groene ontwikkelingszone en niet in het Gelders natuurnetwerk (en dus niet meer in de EHS in rijkstermen). Dat betekent dat verblijfsrecreatie, steenfabrieksterreinen, landbouwbedrijven, villawijken niet meer in de EHS liggen, maar in de Groene ontwikkelingszone. Voorstel reactie Barneveld: De beschrijving van het GO is te beperkend in 2 opzichten: 1.) Er is meer economische activiteit dan alleen agrarisch en bovendien is het de ambitie dat er ruimte moet komen voor meer (kleinschalige) economische initiatieven. De nu aangegeven beschrijving is daardoor teveel op behoud/conserveren gericht ipv op uitnodigingsplanologie. 2.) In onze visie is er geen opgave voor nieuwe natuur. Deze liggen allemaal in de GNN. De GNN is een zone waarin we samen de ambitie hebben om het landschap te versterken (en bestaande natuur behouden), mede ten behoeve van verbindingen tbv de verspreiding van soorten. 1
Wij zijn een voorstander van een ambitiekaart als onderdeel van uitnodigingsplanologie . Met een ambitiekaart wordt duidelijk waar provincie en regio’s op willen sturen. Daar kunnen voorwaarden aan worden gekoppeld die initiatiefnemers de planologische ruimte geven voor ontwikkelingen in ruil voor een bijdrage aan ambities. Wij constateren dat een dergelijke kaart, met ambities op alle onderscheiden thema’s, nu niet in de Omgevingsvisie voorzien is. In de concept Omgevingsvisie zien wij wel de volgende passage: De provincie maakt met gemeenten een gebiedenatlas waarin ook voor dynamische landschappen kwaliteiten benoemd worden en ontwikkelingsrichtingen worden uitgewerkt. Wij werken graag mee aan een dergelijk gebiedenatlas, waarmee invulling wordt gegeven aan de beschreven uitnodigingsplanologie.
1
Gemeenten willen naast of soms zelfs in plaats van een actieve rol in gebiedsontwikkeling een uitnodigende en faciliterende houding aannemen. Zij willen met deze rol initiatieven van andere partijen uitlokken om gezamenlijk ambities te realiseren (uitnodigen) en mogelijk maken (faciliteren). Het vizier is daarbij gericht op initiatieven uit de maatschappij, privaat en particulier. Deze nieuwe rolverdeling tussen overheid, marktpartijen en eindgebruiker (particulier/privaat) wordt ook wel 'uitnodigingsplanologie' genoemd.
2
3. LANDBOUW Algemeen Duidelijk is geworden dat tot 2030 70% van de bestaande landbouwbedrijven zal verdwijnen. De resterende bedrijven zullen de grond in gebruik gaan nemen en verder groeien. Dat betekent een verdere intensivering van groot verkeer op landbouwwegen en het vrijkomen van veel agrarische bedrijfsgebouwen. Hiervoor zijn er niet zondermeer nieuwe functies te verzinnen omdat gebouwen soms te groot zijn of op de verkeerde plek liggen. Voor het landschap betekenen zowel de leegstaande als de nieuw op te richten gebouwen een mogelijke achteruitgang. Het huidige instrument van zonering wat stamt uit de reconstructiewet heeft hier onvoldoende antwoorden op. Behalve in extensiveringsgebieden waar groei vaak al niet meer kan door wetgeving voor bescherming van natuur is het beter om geleide groei van met name grondgebonden bedrijven mogelijk te maken waarbij naar het bedrijf en zijn directe omgeving wordt gekeken, Gedacht hierbij is aan maatwerk waarbij voor groei tegenprestaties worden gevraagd voor landschap, milieu en dierenwelzijn worden gevraagd. Bij de laatste is het wel de vraag of dit wettelijk kan en past binnen het beschikbare gemeentelijke instrumentarium. Wat staat in de Provinciale Omgevingsvisie? In Gelderland is sprake van drie bepalende sectoren: -
grondgebonden landbouw (melkveehouderij, akkerbouw); intensieve veehouderij (niet-grondgebonden landbouw); tuinbouw.
Dynamiek in de landbouw is groot: wat gisteren nog ondenkbaar leek, is vandaag onmisbaar. Door in de Omgevingsvisie de doelen centraal te stellen ontstaat ruimte voor ondernemerschap: niet vinken, maar vonken! Dat vraagt om ontwikkelingsgericht denken en uitnodigingsplanologie (ja, graag en dan pas ja, mits), en om het stroomlijnen en versnellen van vergunningenprocedures. Dat vraagt ook om beleid dat dicht bij de mensen staat, met lokaal maatwerk, en om loslaten. De markt(keten)partijen staan centraal. Zo zetten we de overstap van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie. Want, de overheid zag zich in verleden te vaak als probleemeigenaar. Wat betreft grondgebonden bedrijven staat in de omgevingsvisie het volgende gemeld: Grondgebonden bedrijven mogen groeien op voorwaarde dat de productie grondgebonden blijft, dat wil zeggen dat het bedrijf beschikt over voldoende cultuurgrond om de dieren op het bedrijf grotendeels zelf te kunnen voeren. De provincie stelt geen grens aan de bedrijfsomvang. Bij een groot bedrijf – groot erf met stallen – hoort een passende ‘open ruimte’ in de vorm van agrarische cultuurgrond. Voorstel reactie Barneveld Als regio FoodValley willen we geen bovengrens hanteren voor de omvang van intensieve veehouderijbedrijven. We zullen de komende tijd een instrument ontwikkelen om tot een verantwoorde doorontwikkeling van de agrarische sector te komen. 4. WONINGBOUW Algemeen: De regio FoodValley heeft de ambitie om een aantrekkelijke en duurzame leefomgeving te bieden om de eigen bevolking en mensen van elders blijvend te binden aan de regio. Dit ook in relatie tot de ambitie om een mondiale speler op Food gebied te worden en kenniswerkers van elders bereid te vinden om zich hier te vestigen. De regio heeft een sterke en gezonde woningmarkt. De komende 15 jaar heeft de Regio Food Valley nog met een sterke demografische groei te maken én er sprake is van een verdergaande huishoudensverdunning. De economische en bevolkingsontwikkelingen vragen wel om onderlinge afstemming. Wat staat in de Provinciale Omgevingsvisie?
3
In de Regionale Woonagenda legt de provincie vast welke invulling wordt gegeven aan flexibiliteit, levensloopbestendigheid en andere kwaliteiten waar behoefte aan is. Om tot de Regionale Woonagenda te komen overlegt de provincie met alle betrokkenen op de regionale woningmarkt.
Een sterke gemeentelijke regie en regionale afstemming zijn onmisbaar. Om vraag en aanbod met elkaar in balans te brengen en te houden is een vorm van strategisch voorraadbeheer nodig, gericht op alle woningen binnen een gemeente en liefst afgestemd met de regio. Voorstel reactie Barneveld De regio FoodValley pleit voor een gezamenlijke woonagenda waarbij de individuele gemeenten zelf mogen bepalen hoe deze toe te passen. 5. MOBILITEIT Algemeen: De regio Food Valley is een goed bereikbare regio. Drie belangrijke Oost-west verbindingen lopen door de regio: A12, A1 en A28. Het gebied is ook goed ontsloten met verschillende spoorlijnen. De noord-zuid ontsluiting is voor het openbaar vervoer minder sterk ontwikkeld. Ook is de bereikbaarheid ten noorden en ten zuiden van de A30 minder goed. Door de bereikbaarheid optimaal te benutten kan het vestigingsklimaat binnen de regio nog verder verbeterd worden. Wat staat in de Provinciale Omgevingsvisie? De provincie en haar partners streven samen naar een duurzame mobiliteit: een systeem dat een sterke economie ondersteunt, de welvaart versterkt, de sociale integratie stimuleert en zoveel mogelijk rekening houdt met de leefkwaliteit. Mobiliteit is een onmisbare voorwaarde voor de economische en sociale ontwikkeling van onze samenleving. Het gaat daarbij om vlot en veilig vervoer van personen, betrouwbare verplaatsingen en een goede distributie van goederen. Ambitie en rol van de provincie De provincie houdt de stedelijke netwerken bereikbaar (Arnhem/Nijmegen – Ede/Wageningen en Stedendriehoek) voor personen en bedrijven en werkt aan toegang tot voorzieningen buiten deze stedelijke netwerken. Tussen de steden en omliggende gebieden moeten de verbindingen goed functioneren. Daarbij hanteert de provincie de volgende drie principes: voorkomen, benutten en bouwen (zie toelichting). Dit sluit ook aan op de Gelderse ladder voor duurzaam ruimtegebruik diehet benutten van het bestaande benadrukt boven nieuwe investeringen. Verder zet de provincie in op: zet stevig in op het op peil houden en verbeteren van de kwaliteit (technisch en functioneel) van de bestaande wegen, spoor- en waterwegen en fietspaden in provinciaal beheer; Zet stevig in op de bereikbaarheid van het stedelijke netwerken van Ede/Wageningen Deze inzet staat in verhouding tot de bijzondere leefkwaliteiten in dit gebied. Bijvoorbeeld de kwaliteiten van natuur en de landschappelijke kwaliteiten.; zet in op de verbinding met de stedelijke netwerken in de directe omgeving (Amersfoort/Utrecht en Arnhem/Nijmegen). zet in op agendering van verbeteringen in de netwerken van gemeenten en het Rijk (Hoevelaken, Rijnbrug), zet in op het dragende netwerk als ruggengraat/levensader van het regionaal openbaar vervoer en we ondersteunen het aanvullend openbaar vervoer (basismobiliteit);
4
zet in op versterking van samenwerking met andere partijen op mobiliteitsthema’s. Bijvoorbeeld op het gebied van gedragsonderwerpen, verkeersveiligheid, verkeersmanagement, mobiliteitsmanagement, fiets en aanvullend openbaar vervoer (basismobiliteit). Voorstel reactie Barneveld Gemeente Barneveld heeft zich uitgesproken te willen inspannen voor de komst van een Regiosprinter op het baanvak Amersfoort-Apeldoorn. Graag zien wij dit voorstel terugkomen in de Omgevingsvisie.
5