ROC ID College Gouda Techniek/ ICT
LB - Loopbaan - 2 product 14. -11-12 ip
* Door een goede manier van leren te ontwikkelen, leer je sneller en plezieriger, en dat draagt bij aan een succesvolle loopbaan. ** Wie iets heeft geleerd over zichzelf en over de samenleving waarin hij woont, is beter in staat om baas in zijn eigen leven te zijn. NAAM STUDENT: ………………………………………………. Klas: ………………………………………………………………… Datum: …………………………… Docent: …………………………… SLB-er: …………………………… Beoordeling: Onvoldoende / Voldoende / Goed………………………………………
Programma * bespreken met: 1. Introductie…………………………………………………blz. 2. -Baas in eigen leven. Bewust zijn van je positie 2. Stijl en Strategie………………………………………….. blz. 3 3. Leerstijlen van Kolb……………………………………… blz. 4 * SLB-er-1 4. Lees- en leerstrategieën……………………………………blz. 5 en 6 - de toekomst van jouw beroep5. Informatie zoeken………………………………………….blz. 7 en 8 - de arbeidsmarkt tussen nu en 20176. De drijfveren in je werk……………………………………blz. 9 * SLB-er-2 - de keuzes die je maakt7. Smart doelen stellen……………………………………….blz. 10 8. Samenwerken…………………………………………… blz. 11 * SLB-er -3 9. Welke rol speel je in de groep?……………………………blz. 12 *SLB-er - 4 10 Feedback vragen………………………………………….blz. 13 * SLB-er- 5 -beroepscode11. Diverse testen……………………………………………blz. 14 * SLB-er- 6
Afspraken * opdrachten bij je docent inleveren op gelinieerd A4, met naam en klas en datum * voldoende producten naar de slb-er in portfoliomap = je examendossier
Exameneisen LB:
pakketje van alle 6 opdrachten voldoende in de portfoliomap actieve deelname aan de lessen
BEOORDELING: De opdrachten van les 3, 6, 8, 9, 10, 11 door Docent en SLB-er. Voor elk niveau dezelfde opdrachten. De resultaten moeten op het eigen niveau zijn. 1
Les 1. INTRODUCTIE Informatie. Stelling 1. Door een goede manier van leren te ontwikkelen, leer je sneller en plezieriger. Stelling 2. Wie iets heeft geleerd over zichzelf en over de samenleving waarin hij woont, is beter in staat om baas in zijn eigen leven te zijn. Advies 1. Leer dus je eigen mening onder woorden te brengen! Advies 2. Leer dus je eigen positie te bepalen! ** Juist door het gebruik van taal leren de kinderen denken over hun eigen realiteit: taal kan een middel zijn om mensen bewust te maken van de maatschappij waarin zij opgroeien, van de sociale, ekonomiese, politieke en andere aspekten die daarin zijn te onderkennen. ** Taal is een machtig middel: het kan worden gebruikt om mensen dom te houden, om ze te onderdrukken, om hun denken te richten op irreële droomwerelden; maar het kan ook worden gebruikt als bewustwordings- en verzetsmoment: om de bestaande realiteit te doorgronden, de belangen van verschillende maatschappelijke groeperingen te doorzien en de eigen positie te bepalen. ** * Naar: P.van den Hoven, 1976. Over het gebruik van Taal in de visie van Paulo Freire.
VRAGEN. 1. Welke sfeer /inbreng/ kwaliteiten heb jij nodig om plezierig te werken? a. kwaliteiten van je klasgenoten: ……………………………………………………………………………… b. kwaliteiten van je zelf: ……………………………………………………………………………… c. kwaliteiten van je docent: ……………………………………………………………………………… 2. Wat is voor jou belangrijk als je ’s ochtends naar school gaat? 3. Hoe ziet een goede sfeer om samen te werken er voor jou uit? …………………………………………………………………………………… 4. Wat is er nodig om je eigen baas over je eigen leven te kunnen zijn? ……………………………………………………………………………………. 5. Als je het leuk vindt, kun je deze gratis tests doen: http://www.123test.nl Prestatiemotivatietest jongeren Waarom doe jij je best voor school/studie? Beste docent / slechtste docent Wat zijn de kenmerken van jouw beste en jouw slechtste docent?
2
Les 2. Stijl en strategie Informatie 1. Kledingstijl = Je eigen voorkeur, je eigen smaak. Soorten kleding: Welke kledingstijl past bij jou?
Casual Tijdloos, simpel een shirt en een spijkerbroek of voor meiden een rokje/jurkje. Bescheiden, niet al te opvallend en deze kledingstijl kost ook niet zoveel tijd en geld! Hippie Vaak handgemaakte kleding (soms uit verre landen), gemixt met hippe house kleding, hoofddoekjes en kralensieraden.
Informatie 2. Beroepskleding = voorgeschreven, met een bepaald doel. Strategie: Met welk doel draag je deze kleding ?
kantoorwerk
werklaarzen
bedrijfskleding
uniform
Informatie 3. Iedereen heeft dus een voorkeur voor de manier waarop je je kleedt. Het is jouw kledingstijl.
Vraag 1: Wanneer is het nodig om je kleding strategisch uit te kiezen? Zeg in je eigen woorden (leg dus uit): Ik kies mijn kleding strategisch uit. Informatie 4. Zo heeft iedereen ook zijn eigen favoriete manier van lezen /leren. Lekker thuis in je bed ; of achter de computer met muziek op. Dat is jouw leesstijl / leerstijl.
Vraag 2: Wanneer is het nodig om strategisch te lezen? Zeg in je eigen woorden (leg dus uit): Voor ik iets ga leren, bedenk ik een geschikte lees- strategie.
3
Les 3. Manier van leren; leerstijlen van KOLB. Informatie 1. Hoe installeer je een audio-visueel apparaat? Oom Hans koopt een nieuwe videorecorder. Hij gaat stap voor stap de handleiding na. Hij is al een poosje bezig. Zijn kleine neefje komt er aan en zegt: “Zo, oom Hans, wat een mooi apparaat!” “Hoe werkt-ie” En de jongen drukt wat knoppen in …en de videorecorder doet het. Informatie 2. In het voorbeeld van de videorecorder a) begint de een het liefst met het indrukken van allerlei knoppen (actief experimenteren), b) en de ander leest liever eerst de handleiding (abstract theoretiseren). Informatie 3. Ieder mens heeft een persoonlijke voorkeur voor één van de stappen van het leren. De andere stappen krijgen minder aandacht, of worden het liefst overgeslagen. En men start ook bij verschillende stappen.
Concreet ervaren: wanneer heb je dat nodig?…………….doener Actief experimenteren: wanneer heb je dat nodig?……… beslisser Reflectief waarnemen: wanneer heb je dat nodig?……….dromer Abstract theoretiseren: wanneer heb je dat nodig?……… denker OPDRACHT Doe de leerstijlentest. http://www.123test.nl Leerstijlentest (theorie Kolb) Je kan ook deze TEST doen: http://www.thesis.nl/vier-leerstijlen/ VRAAG Op welke wijze ben je gewend te leren? Wat is je leerstijl? En wat betekent dat voor jou? OPDRACHT: Bespreek de uitslag van deze test met je SLB-er.
4
Les 4. Leesstrategieën. Informatie. De vraag bij deze les is: Hoe lees je snel een tekst? En hoe onthoud je goed, wat je hebt gelezen? Dat kan op verschillende manieren. Iedereen heeft zijn voorkeur. 1. Auditief (je leest of luistert liever; bv. voorlezen) 2. Visueel ( je ziet het liever voor je; bv. video of schetsen) 3. Motorisch (je beweegt er graag bij, bv. tekenen).
Vraag: Welke van deze 3 manieren heeft jouw voorkeur? Informatie. Er zijn verschillende technieken. Drie belangrijke: ** Markeer de belangrijke woorden met een gele stift ** Stop na elke alinea. Kort samenvatten wat je las. ** na 45 minuten een kwartier pauzeren.
Opdracht: We gaan oefenen:
Alinea’s met enkele woorden samenvatten. Belangrijke woorden met een gele stift markeren.
Dit is het onderwerp waarmee we gaan oefenen. Wil je weten of er toekomst is in jouw beroep? Zoek je informatie over: salarisindicatie, plaatsingsmogelijkheden, carrièremogelijkheden ? Ga naar internet. http://www.beroepenkrant.nl/video-s/ Klik daar het menu aan En zoek in de alfabetische lijst naar een BEROEP dat je zoekt. De beroepenkrant wordt in november uitgedeeld op ROC ID College Je mag ook de tekst op de volgende badzijde gebruiken over schilders.
5
Zie de opdracht op bladzijde 4. Alinea’s met enkele woorden samenvatten. Belangrijke woorden met een gele stift markeren.
(Assistent-)Schilder/ Gezel schilder 1. Ga naar http://www.beroepenkrant.nl/beroepen/onderzoek-productie-techniek-en-vervoer/ Als assistent schilder bent je behulpzaam bij o.a. het voorbehandelen en schilderen van objecten. Je werkt in de nieuwbouw of in de onderhoudssector. Het gaat om werk aan woningen en bedrijven, scholen of andere openbare gebouwen. Naast schilderen assisteer je ook bij behangen en glaszetten. Als schilder doe je dit soort werkzaamheden meestal wat zelfstandiger. Als gezel schilder zet je ook isolatieglas, behang je en repareer je scheuren en gaten in beton. Ook fungeer je als leermeester voor de assistent-schilder en de schilder. Salarisindicatie Als schilder is je aanvangssalaris op 20-jarige leeftijd ongeveer €1.255,- en kan uitlopen tot ongeveer € 1.545,-. Als gezel schilder is dat aanvangssalaris ongeveer €1.345,- en kan ook uitlopen tot ongeveer € 1.545,-. Plaatsingsmogelijkheden Als assistent-schilder of schilder kun je aan de slag als beginnend beroepsbeoefenaar bij een schildersbedrijf. Als assistent-schilder werk je altijd (als schilder meestal) met collega's in een team, onder leiding van een gezel schilder ( leermeester). Als gezel schilder kun je aan de slag bij een schildersbedrijf ( onderhoud of nieuwbouw ), renovatieprojecten en restauratieprojecten. Soms geef je leiding aan jongere collega-schilders in opleiding (dan ben je uiteraard ook verantwoordelijk voor het werk dat zij leveren). Carrièremogelijkheden Als assistent-schilder doorstromen naar de basisberoepsopleidingen Glaszetter en Schilder. Als schilder doorstromen naar de vakopleiding Gezel schilder. Als gezel schilder kun je doorstromen naar de Kaderopleiding Uitvoerder en Ondernemer Afbouw en Onderhoud of de opleiding Specialist Schilderen volgen. Na de opleiding Specialist Schilderen kun je ook doorstromen naar het HBO
6
Les 5. Informatie zoeken. Opdracht. 1. Lees onderstaande tekst.
Wat wordt er verwacht…….op de arbeidsmarkt in 2013 ? In een rapport van het UWV kun je het lezen. Het CPB rekent dat uit.
UWV Arbeidsmarktprognose 2012 – 2013 met een doorkijk naar 2017 Op grond van macro-economische uitgangspunten van het CPB. Te vinden op: http://www.uwv.nl/overuwv/Images/UWV_Arbeidsmarktprognose%202012_2013.pdf Interessante passages: 1. Het verwachte aantal vacatures wordt uitgerekend in een model: Er zijn (1) uitbreidingsvacatures (groei van de werkgelegenheid in ondernemingen) en er zijn (2) vervangingsvacatures (het opvullen van opengevallen plaatsen door pensioen, wisseling van baan etc.). 2. De marktsector wordt sterk beïnvloed door de internationale handel en de conjunctuur. (Conjunctuur = een schommeling in economische activiteit). 3. De verschillen in groeipercentages over langere tijd leiden tot een sterk gewijzigde samenstelling van de werkgelegenheid. Nederland wordt dus steeds meer een diensteneconomie. De industrie laat een geheel andere ontwikkeling zien. De werkgelegenheid loopt al meer dan tien jaar langzaam terug. De industrie bestaat uit verschillende deelsectoren met elk een eigen specifieke ontwikkeling. De metaalindustrie (de grootste deelsector binnen de industrie) is sterk conjunctuurgevoelig. Een onder druk staande wereldeconomie, en dus een daling van de investeringsbereidheid zorgt dit voor een forse daling van de productie. 4. Voorbeeld Bouwnijverheid In alle regio’s is de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de bouwnijverheid sterk negatief. Pas na 2013 is er ruimte voor een herstel. De werkgelegenheid in de bouwnijverheid wordt gedeeltelijk bepaald door de regionale bevolkingsgroei. Denk bijvoorbeeld aan de woningbouw, renovatiewerkzaamheden aan huizen en wegenaanleg. Daardoor wordt de bouwsector minder getroffen in de sterk verstedelijkte regio’s en Flevoland. Daling van de banen: in 1970 werkt 11 % van alle werknemers in de bouwnijverheid. In 1990 is dat 6%. En in 2010 was het 5%. 5. Op blz. 45 van dat pdf-document kun je lezen hoe groot het percentage vacatures is.
Vraag: op blz. 8
7
Zie de tekst op blz. 7: over de Arbeidsmarkt.
Vragen: 1. Zoek uit hoeveel je ongeveer kunt verdienen in dat beroep. Hoeveel kan ik verdienen in dat beroep? (Zie: Salarisindicatie) 2. Op welke werkplekken kun je zoal terecht komen? Waar kom je terecht? ( Zie: Plaatsingsmogelijkheden) 3. Welke mogelijkheden zijn er om door te leren? Kan ik later nog verder? Wat kun je verder leren? (Zie: Carrièremogelijkheden) 4. Oriënteer je op de arbeidsmarkt. Is er toekomst is in jouw beroep? Zijn er banen te vinden?
8
Les 6. Drijfveren in je werk: welk type werk past het beste bij jou? Informatie De vragen in deze les zijn: Waar kom jij 's ochtends je bed voor uit? Waar krijg jij energie van? Welke keuzes maak jij? Welke besluiten neem jij?
Informatie Carrièreankers (theorie Schein) Carrièreankers zeggen iets over je motivatie, houding, voorkeur en waarden. Schein onderscheidt negen carrièreankers; rijkdom, normen en waarden, creativiteit, onafhankelijkheid, zekerheid, macht, ergens goed in zijn, sociale contacten en status. Informatie Als je hier meer over wilt weten? Lees op deze site: http://www.leerwiki.nl/Wat_zijn_de_Drijfveren
Opdracht: Doe de gratis test:
http://www.123test.nl/schein/
Vraag: 1. Wat is jouw drijfveer? 2. Wat wordt er bedoeld? Leg eens uit ? 3. Klopt het volgens jou? 4. Beschrijf een voorbeeld van je eigen ervaring. OPDRACHT: Bespreek wat je hebt opgeschreven met je slb-er.
9
Les 7. Smart doelen stellen. Informatie. Doelstellingen moeten niet vaag zijn. Maar duidelijk en concreet. De afkorting voor een goed geformuleerd doel is: SMART.
S…….Wat ga je doen? …………………………………. Wat wil je bereiken? M……Hoeveel ga je doen? ……………………………. Indelen in stappen? A…….Is er steun om dat te gaan doen?………………… Wie is er bij betrokken? R…….Is het haalbaar? …………………………………. Kan het uitgevoerd worden? T…….Wanneer is het klaar?…………………………… Wanneer gaan we het doen?
Wil je meer lezen? http://www.ivpp.nl/zelfdiscipline/smart-doelen-stellen/
OPDRACHT: De doelstelling is: “Ik wil een goede vakman worden”. a. Werk dit doel smart uit. b. Bespreek het met je klasgenoot. c. Laat je opdracht zien aan je SLB-er en vraag om commentaar.
Specifiek: Meetbaar: Acceptabel: Realistisch: Tijdgebonden:
10
Les 8: Samenwerken Informatie. Je moet op je werk goed kunnen samenwerken. Goed samenwerken is dus een beroepscompetentie. Waaraan kun je merken dat je goed samen werkt? Aan het resultaat. Jij draagt dan bij aan een goede werksfeer.
Bron: AKA ROC ID College Gouda
Opdracht 1. Geef een concreet voorbeeld uit jouw eigen ervaring. Tip: denk aan deze punten. 1. je past je aan 2. je houdt je aan de werkafspraken 3. je stelt vragen, zodat je weet wat je moet doen 4. luistert naar je collega’s en houdt rekening met hen 5. bedenk, dat iedereen op zijn eigen manier mag werken 6. Je vraagt collega’s hulp als je er zelf niet uit komt 7. Als het werk je teveel wordt, zeg dat dan tegen je collega’s 8. Hou het gezellig met je collega’s en met je chef
Opdracht 2. Bespreek deze opdracht met je SLB-er.
11
Les 9: Welke rol speel jij in de groep? Informatie. In een groep speel je een bepaalde rol. Bijvoorbeeld: Thuis: de zorgzame zoon, die zijn moeder af en toe een handje helpt. Op school: de man met bravour en een vrolijke opmerking. Met je vriendin: een vent die een open oor en oog heeft voor zijn vriendin. Informatie. Op je werk is het belangrijk dat er verschillende rollen zijn. De een werkt nauwkeurig, de ander werkt snel. De een is technisch, de ander kan goed met klanten omgaan. Zo vul je elkaar aan. Informatie. Als je meer wilt lezen: http://nl.scoutwiki.org/Rollen_in_een_team
OPDRACHT Doe de test. http://www.thesis.nl/index.php?option=com_db8belbin&Itemid=58 Je mag ook deze test doen: http://www.123test.nl/groepsrollentest/ Informatie. Lees (via de beamer) met je docent deze site: http://www.leren.nl/cursus/management/besluiten-nemen/denkhoeden.html Tip: Heel aardig is ook om een soort kaartspel te organiseren waarin je ieder zes kaarten geeft met daarop een gekleurde hoed. Die kaarten moet men uitdelen onder de collega's.
Vraag 1. Wat vind je zelf van je eigen gedrag in de groep? Hoe gedraag jij je? Welke rol speel je?
Vraag 2. Stel deze vraag nu aan een klasgenoot: welke rol speel jij volgens hem in de groep? Vraag 3. Wat vind je van de manier waarop jen klasgenoot naar jou kijkt?
Vraag 4. Hoe kijk jij naar je klasgenoot?
Opdracht: Bespreek dit onderwerp met je slb-er. Laat hem zien wat je hebt opgeschreven.
12
Les 10. Feedback vragen. Informatie 1. Feedback is een boodschap over het gedrag of de prestaties van een ander. Je kan elkaar dus een compliment geven. En je kan sterke en zwakke kanten benoemen die je bij een ander ziet. Goede feedback is altijd positief geformuleerd. Als je er meer over wilt weten: http://www.carrieretijger.nl/functioneren/communiceren/mondeling/vaardigheden/feedbackgeven Informatie 2. Je kunt over de beroepen lezen op de site van het ID College. www.idcollege.nl/videos/techniek/timmerman/ Klik op “Openen in nieuw venster” Je kunt ook zoeken op Zoek op internet http://www.beroepenkrant.nl/video-s/ Klik het menu aan En zoek in de alfabetische lijst naar een BEROEP dat je zoekt. Informatie 3. Voorbeeld: Timmerman Beroepsbeeld: waar werk je en wat doe je? Samenwerken goede mondelinge communicatie het timmerwerk goed voorbereiden, uitvoeren en controleren. Opleidingsinhoud Vier dagen per week bij een bouwbedrijf en een dag in de week naar school. Theorie en praktijk. Je leert zelfstandig werken. Omgaan met gereedschappen en machines Inzicht in bouwconstructies. Beroepshouding: nauwkeurigheid zorgvuldigheid probleemoplossend vermogen sociale en communicatieve vaardigheden op het werk.
Vraag 1. Beschrijf het beroepsbeeld van jouw beroep. 2. wat is de opleidingsinhoud van jouw beroep? 3. Welke beroepshouding is nodig in jouw beroep? 4. Heb jij een goede beroepshouding? Leg je antwoord uit.
OPDRACHT Vraag aan je SLB-er om feedback. Vindt hij dat je een goede beroepshouding hebt? 13
Les 11. Diverse tests Informatie. Het Onderwijs Service Centrum van onze school kan diverse tests afnemen. Een dyslexietest, een faalangsttest. En ook andere tests. Het OSC biedt ook succestrainingen aan als je examenvrees of faalangst hebt. En natuurlijk geven ze adviezen over je beroepskeuze of je opleiding. Informatie. Ook op internet kun je soms kleine testjes doen. Die zijn niet wetenschappelijk verantwoord, maar ze geven je wel een indicatie. En….ze zijn gratis. Doe nooit een test via internet waarvoor je moet betalen! Geef nooit je persoonlijke gegevens door, dat gaat je gedoe kosten! Deze testen zijn gratis: http://www.123test.nl/faalangst/ http://www.123test.nl/prestatiemotivatie/ http://www.123test.nl/leerstijl/ http://www.123test.nl/gratis-studiekeuzetest/ http://www.123test.nl/beta-beroepskeuzetest
OPDRACHT: Bespreek met je SLB-er of je een van deze tests zult doen. En bespreek dan natuurlijk ook de uitslag met hem.
14