HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Gierle bezocht door Kan. J.E. Jansen.., anno 1926 en 1939 H. De Kok, lic. hist. W. Van den Branden, lic. hist.
Een bezoek aan Gierle anno 1926 Op 8 September 1926, een echte nazomerse dag, maakte kanunnik Jozef E. Jansen een wandeling door Gierle en liet er zijn geschreven indrukken over na. En waarom zouden wij Gierle anno 1926 niet eens mee bekijken door de bril van een 'vreemde' die toch een meer dan normale aandacht voor het Kempisch dorp wist op te brengen? Het desbetreffende handschrift bevindt zich in het stadsarchief van Turnhout (1). Voor de vlotte leesbaarheid hebben we de tekst ervan hier en daar aangepast aan de moderne spelling, al lieten we sommige archaïsche maar karakteristieke woorden en uitdrukkingen voor wat ze waren omdat ze een wezenlijk deel vormen van de sfeeromschrijving. Wie was onze kanunnik J.E. Jansen, die beslist niet onbekend was met de streek, haar bewoners en hun gewoonten? Jozef Evermodus Jansen werd op 9 augustus 1871 geboren in de Turnhoutse Otterstraat. Na middelbare studies aan het jezuïetencollege te Turnhout trad hij op 15 September 1880 in in de norbertijnenabdij Park bij Leuven. Op 15 augustus 1895 werd hij tot priester gewijd. Dan volgden enkele functies buiten de abdij: met name vanaf 1896 onderpastoor te Korbeek-Lo, in 1905 aalmoezenier van het gesticht van de Broeders van Liefde te Dave (provincie Namen), op 15 maart 1913 pastoor te Beuzet, op 2 december 1926 pastoor te Lovenjoel. Na 29 September 1936 vestigde hij zich in Turnhout. Van dan af kon hij zich voltijds inlaten met de studie van zijn geliefde geboortestad en Kempen. Talloos zijn de grote en kleine historische bijdragen, 327 in totaal. We gaan er hier niet gedetailleerd op in. Wie er meer over wil weten, leze de bibliografie (2). De betekenis van kanunnik J.E. Jansen voor de beoefening van de geschiedenis en de heemkunde in de Kempen kan moeilijk worden overschat (3). Met enkele mensen stichtte Jansen in 1903 Taxandria
37 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. A: J.E. Jansen (1871-1949) liet over zijn bezoekjes aan Gierle in 1926 en 1939 een merkwaardig verslag na. (Foto: SAT)
(4), de oudste geschiedkundige vereniging van de Kempen. Met het gelijknamige jaarboek, dat reeds negenentachtig jaar bestaat, werd de historische kennis van de Kempen aan een breed publiek meegedeeld. Op 19 mei 1911 werd Jansen tot stadsarchivaris van Turnhout aangesteld. Hij werd ook conservator van het Taxandriamuseum. Zijn rijke verzameling oudheden maakte hij over aan dit museum. Zijn waardevolle bibliotheek werd de kern van de Wetenschappelijke Stadsbibliotheek Taxandria die nu is ondergebracht bij het Turnhoutse stadsarchief. Terecht kan men zeggen dat dit klavertje vijf: archief, museum, bibliotheek, tijdschrift en vereniging, voor een belangrijk deel zijn ontstaan heeft te danken aan de kanunnik.
38 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. B: De windmolen van Tielen omstreeks 1920. In 1842 opgericht was hij in 1926 eigendom van de familie Hermans, die op dezelfde plaats thans een mechanische maalderij uitbaat. In 1935 ontmanteld. (Uit de verzameling van Marcel Van Den Bosch)
Anderzijds is het zo dat de vele heemkundige kringen die de laatste tientallen laren in de Kempen ontstonden, hun inspiratiebron in die Turnhoutse instellingen hebben gevonden en dat zij herhaaldelijk gebruik konden maken van de schitterende fondsen, die in de hoofdstad van de Kempen worden bewaard. En dit geldt ook voor de heemkundige kring 'Norbert de Vrijter'. Een aangenaam tijdverdrijf van de kanunnik was wandelen door zijn Kempen. Heel wat gemeenten werden bezocht. Enkele verslagen van deze wandelingen werden uitgegeven, ondermeer van de bezoeken aan Westmalle (5), Beerse (6), Retie (7) en Arendonk (8). Er zijn er echter meer bewaard in de nagelaten documenten. Op dinsdagavond 7 September had kanunnik Jansen om 18u.30 de trein genomen te Bouwel tot in Herenthals, waar hij om 18u.39 afstapte, de trein weer instapte om 19u.30 om te Thielen aan te komen om 19u.45 (9). De volgende dag, woensdag, vangt kanunnik Jansen zijn wandeling naar en door Gierle aan: 'Wij verlaten Thielen en wandelen met goed weder weer nevens het gemeentehuis, slaan daarachter de weg in, stappen over den bareel van den ijzeren weg op Turnhout en gaan de lange eentonige weg in op Gierle. Een smalle steenweg, in het midden bezet door twee rijen hoge populieren; links een karspoor voor de paarden; rechts de veel bereden velobaan. Hier en daar is het karspoor bewassen met groene russen en 39 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. C: Interieur van een dorsschuur in Oevel met dorsvlegels, wan en wanmolen. (Foto: Culturele Geschiedenis van Vlaanderen, deel 1)
op de kant van de sloot steekt bijwijlen een heidebosje zijn purperen bloempjes omhoog. Verder: kanten, weiden en ingekavelde velden. Na een kwartier gaan ontwaren wij rechts een schilderachtig gehucht (Mazel-Thielen) met windmolen, huizen en kapel (ill.b)(10). Aan de brug over de Aa begint Gierle. Als wij er voorbij gingen, was. men bezig ijzererts uit de Aa te trekken met een schuit (11). Als wij Gierle naderden, zagen wij hier en daar Lieve-Vrouwebeeldekens aan de bomen, hoorden wij bij een pachthoeve het geronk van een terrare waarmee men in de schuur het graan aan het zuiveren was (ill. c), ontwaarden we voor een ander pachthof een peerdsmolen om te dorsen (ill. d), en zagen wij kempstokken die men te drogen had gezet tegen de haag. Dit alles is wel Kempisch. Aan een aarden carrefour verschijnen de toren, de kerk en het dorp (ill. e). Wij hebben drie kwartier gegaan. Aan onze rechterzijde staat een Sint-Jozefskapelleken en recht daarover loopt een straat recht op de toren (ill.f). 'Wij komen in het dorp aan de kerk. Geen kerkplein, maar straten met schone huizen bebouwd errond. Na gedineerd te hebben in de herberg bij G. Lemmens-Driesen, meester-schoenmaker tegenover de kerk (ill. g), doen wij een wandeling in het dorp.
40 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. D: 'Manegie' door werktuigkundige Damey uit Dô1e (Fr.). Bron: De Akkerbouw, XII, 46 (11 nov. 1860). Onderdeel bij artikel 'Dorschmachien voor kleine Boerderyen'.
'Rosmolen-Manège'. Bron: Uitgave Model 38 der Werkhuizen Leon Claeys Zedelghem. 'Kataloog-affiche (uit 1925-1930); herdruk door Stockmanshoeve, Sijsele -Damme, 1978. Onderschrift: Regulateur met 2 staanders, stofdicht en met doorgaanden as, om aan weerskanten te kunnen aanleggen. Hebben allen 30 toeren per één rondgang van het peerd.'
Achter de kerk, op de weg naar Turnhout, staat een paalaanwijzer waarop staat: Turnhout 8 k. 7 h. - Lille St.-Pieter 4 k. 6 h. - Herenthals 12 k. 6 h. (ill. h). Bezijden de kerk langs de ingangspoort verheft zich het schoon Vlaamse-renaissancegemeentehuis met van boven in de nissen de busten van grote mannen, te Gierle geboren: Van Hooghten, De Nef, enz. Van binnen onder de perron staat een arduinen steen in de muur die ons aanwijst dat het gemeentehuis gebouwd werd in 1895 onder het bestuur van J. Daneels burgemeester, E. Vendelmans secretaris, P.J. Taeymans bouwmeester 41 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. E: De Vennestraat, gezien in de richting van de kerk, omstreeks 1920. (Uit de verzameling van Marcel Van den Bosch)
Ill. F: De ‘Weg op Thielen’ (Vennsetraat) in 1920. Zicht in de richting van Tielen met in de verte het Sint-Jozefskapelletje. (Uit het Stadsarchief van Turnhout).
42 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. G: De herberg-afspanning van Frans Lemmens-Driesen, recht tegenover de kerk. Dit huis werd in 1943 afgebroken. Hier nuttigde J.E. Jansen zijn middagmaal. (Uit de verzameling van Marcel Van Den Bosch) Ill. H: De weg naar Turnhout, met geheel links de'paalaanwijzer'. Rechts het zogenaamd 'Brouwershuis', waar de eerste melkerij van Gierle was ondergebracht. (Uit de verzam eing van Marcel Van Den Bosch)
43 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. I.- Het gemeentehuis van Gierle omstreeks 1914. (Uit de verzameling van Marcel Van Den Bosch )
(ill. i). Spijtig was het gemeentehuis gesloten en de secretaris Vendelmans, alsook de burgemeester Smolderen afwezig. In diezelfde straat staan pastorij en pensionaat der Zusters Ursulinen (ill. j). Wij gaan eerst naar deze laatsten en vragen naar de Eerwaarde Overste. Zij ontvangt ons zeer stijf, denkend dat wij kwamen - zo wij
44 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
later vernamen - om inlichtingen voor een Kempische geschiedenis in opstel door de Vlaamse Toeristenbond van het Vreemdelingenverkeer te Herenthals, zo het schijnt van activistische aard en waarmee de zusters niet instemmen. Na uitleg aan een andere zuster werd de houding beter. Tekens van de tijd! Wij vernamen dat het pensionaat begonnen werd in 1873. Moeder Maria Agatha (Elisa Brabants), de overste, maakte zelf al de plannen van het gesticht op. In 1925-1926 zijn er 174 pensionaires, waartussen verschillende vreemden: Engelsen, Deensen, Russen, Grieksen, enz., met 35 zusters. Zij blijven afhankelijk van Thildonck (zie boek van de stichter Donche). De zusters kwamen er in 1860 te Gierle met 3 zusters uit Thildonck, alhier geroepen door de pastoor Bertels. Nu is het een prachtig pensionaat met grote gebouwen, ruime klassen en kamers, schone kapel en een eerwaarde heer aalmoezenier (ill. k en l). Tevreden trekken wij naar de pastorij, op onze stappen terug. Het is een groot gebouw, met een hofje voor, gedeeltelijk oud, met lange witte gevel en nog een paardestal, waarin vroeger het paard van de pastoor stond. Langs achter is nog een schone hof en boven de ingangsdeur aldaar staat het jaartal 1673. Deze achtergevel is in rode steen en gedeeltelijk bijgebouwd. Van binnen zijn ruime kamers en vooral een prachtig salon met orneerd plafond waar het jaartal 1719 in
Ill. J: De
Kloosterstraat in 1920. Links de vroegere gebouwen van het klooster. Op het einde de vroegere gemeenteschool die in 1940 tijdens een bombardement werd beschadigd en nadien afgebroken. (Uit de verzameling van Marcel Van Den Bosch)
45 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. K: Het klooster-pensionaat van de zusters ursulinen te Gierle in alle glorie. Het klooster was op 10 oktober 1860 gesticht met medehulp van juffrouw De Nef: eerst als dorpsschool en sinds 1873 als pensionaat onder het bestuur van de zusters ursulinen van Tildonk. In 1878 werd de noordoostvleugel bijgebouwd en in 1902-1904 greep nogmaals een vergroting plaats, met o.a. de bouw van een nieuwe kapel die in 1904 in gebruik werd genomen. Het witte huis links hoorde toe aan dokter Somers, Het witte huis rechts werd bewoond door de bestuurder van het klooster. De kleinere gebouwen in het midden rechts naast het witte huis vormden oorspronkelijk klooster en school. (Uit de verzameling van Marcel Van Den Bosch) Ill. L. Tekenlokaal in het pensionaat. (Uit het Stadsarchief van Turnhout)
46 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. M.- In 1673 werd in Gierle een nieuwe pastorie gebouwd, die in 1719 werd vergroot en in 1873 verbouwd. Tot dan bewoonde de pastoor de 'Burcht' op de Lozijde. Op 11 mei 1940 werd ook de pastorie door het bombardement getroffen. Alsdan werd de huidige pastorie op dezelfde plaats opgetrokken. In tegenstelling tot wat steeds wordt beweerd, stond de voorgevel van de oude pastorie wel degelijk langs de straatkant, zoals hier op deze prentkaart. (Uit de verzameling van Marcel Van Den Bosch)
prijkt en een monumentale schouw in Louis XVI-stijl met vergulde mouluren en geschilderd landschap (ill. m en n). De eerwaarde heer pastoor, een groot stuurs man, ontvangt ons in den eerste maar koud, maar weldra gaat hij open en beantwoordt hij onze vragen met welwillendheid (ill. o). Gierle heeft de volgende gehuchten: Royen, Waeterlaet, Broekzijde, Venzijde, Hemeldonck, Pisselaer, Middenvelt, Looizijde. Als waterloop: de Aa. Ongeveer 1913 waren er gemiddeld 30 dopen op 1.400 inwoners en in 1925 was het getal gemiddeld 50 op 1.400 inwoners: er is dus geen vermindering in de geboorten. De huishoudens hebben meest allen vele kinderen. Het volk houdt zich uitsluitend met de landbouw bezig. Alhoewel wat lamlendig, is het openhartig en doorchristelijk. In de laatste jaren telde men 40.000 communies op 1.150 communicanten. 30-40 werklieden werken buiten de parochie. De bijzonderste kapel is die van Rooye, toegewijd aan Onze-LieveVrouw-Bezoeking. De E.H. Pastoor begeleidt ons naar zijn kerk. Een prachtige toren en schoon portaal gaan deze vooraf. Inwendig is de kerk zeer schoon en indrukwekkend. De pilasters zijn in rode steen en de nervuren wit gepleisterd en geschilderd. Alhoewel wij geen partijganger zijn van die rode pilasters, verkiezen wij ze toch nog boven al die gebarrioleerde
47 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
die wil in menige kerken aantreffen. Men heeft een schoon doorzicht in de kerk. De altaren ongelukkiglijk betekenen niet veel. Een SintAmbrosiusbeeld en een Sint-Sebastiaansbeeld vestigen onze aandacht. De lambris van het koor zijn prachtig. Rond de kerk bestaat nog het kerkhof, waar kleine houten kruisjes de graven versieren. Enige grafzerken steken er bovenuit: die van Proost, De Nef, Van Hooghten, Dr. Somers. Een Kempisch gebruik wil dat bij de begrafenis de familie nederknielt voor het geopend graf tijdens de laatste gebeden van de priester en dat na de begrafenis de kruisweg gelezen wordt in de kerk. Wij nemen afscheid van de heer pastoor en verlaten Gierle onder de indruk dat wij een goed dorp bezocht hebben, waar wel ingezetenen wonen en de bouwtrant niet ontsierd is door belachelijke nieuwerwetse huizen en, wat ver afgelegen van alle communicatie, de geest des volks nog onverbasterd bewaard is. Wij keren terug op onze stappen naar Thielen in een schone zomernamiddag onder de grote blauwe hemel met dikke gemontenneerde wolken. Gierle is ook bekend om zijn Gierle-bosch op de weg naar Turnhout, het oude Grooten-Hout, waar de heren van Turnhout ter jacht gingen (12). aankijken? 1926 was een gewoon jaar van het Interbellum, de
Ill. N: Panorama op Gierle met links een duidelijk zicht op de achterzijde van de pastorie. Jammer genoeg bleef van het indrukwekkende achttiende- en negentiende-eeuwse interieur geen foto bewaard. (Uit de verzameling van Marcel Van Den Bosch)
48 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. 0: Doodsprentje van Z.E.H. Karel Bulckens, pastoor van Gierle (1915-1929). Kanunnik Jansen beschreef hem als 'een groot stuurs man'. (Uit de verzameling van Maria Proost [Kersemans])
periode tussen de twee wereldoorlogen. Enerzijds bevond men zich midden in de 'dolle jaren' 1920-1930 (13), gekenmerkt door de jazzmuziek, al zal die in de Kempen wel zo goed als afwezig zijn geweest. In die steden waren de tango, foxtrot, one-step en Charleston de nieuwe vormen van een danswoede die oud en jong aangreep. Anderzijds worstelde heel Europa met een zware monetaire crisis. In de lente van 1926 was de Belgische frank dramatisch in waarde gedaald. De regering viel en de waarde van de frank werd vastgelegd op 1/7 van zijn vooroorlogse waarde. 29 oktober 1929, die zwarte dag in de geschiedenis van het geldwezen met de instorting van het financiële centrum in Waal-street in New York, wenkte al aan de horizon. Amerika was trouwens, nadat Charles Lindbergh de Atlantische Oceaan op 22 mei 1927 met een vliegtuig in één ruk was overgestoken, dichterbij gekomen. Zoals alle wandelaars door de naoorlogse Kempen, vond Jansen er een ongerept landschap. Hij doortrok de streek op een ogenblik dat ze zeer mooi was, op het einde van de zomer, wanneer de heide tegen de bruingele achtergrond opbloeide. En zelfs tegen de gewone baan
49 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Tielen-Gierle vond men heide. Voor de rest waren er de afgelegen en afgezonderde dorpen. Er was vanzelfsprekend een gebrek aan communicatiemiddelen en de baan Tielen-Gierle werd slechts bereden door enkele auto's en voornamelijk karren en fietsen, aldus Jansen. Toen was het ook nog mogelijk om vanaf de grote baan het gehucht Mazel te zien met de kapel in de Prijstraat. Ook de molen wordt hier vermeld. Zoals elders was in het wilde en schone landschap tussen Herentals en Turnhout een molen een getuigenis van de rijkdom van de landelijke cultuur, een op de adem van de wind uitgedacht radarwerk. Dat deze molengestalte, zoals alles wat mooi is, geleidelijk is verdwenen uit het landschap, is de schuld van de mensen (14). Anderzijds wordt de nog steeds bestaande stenen windmolen van Gierle door de kanunnik niet bezocht noch genoemd, maar dat maakt hij goed met een uitgebreid bezoek, dertien jaar later, zoals verder wordt beschreven. In de Kempen werd reeds omstreeks 1840 en tot een flink eind in onze eeuw aan ijzerertsontginning gedaan. De grond was in sterke mate ijzerhoudend en dit zeer dicht bij de oppervlakte. Het verwijderen van de erts bracht een merkelijke verbetering mee van de grond. Zo belette de ondoordringbare ijzerertslaag het groeien van gras. In Tielen werd vooral langs beide zijden van de Kaliebeek ijzererts ontgonnen. Langs de Aa gebeurde dit vooral op grondgebied Gierle. Men spreekt nu nog van 'gruisputten'. Dat zijn de lage stukken grond langs de Aa en de Kaliebeek waar vroeger werd gedolven en waarop men later voornamelijk canadabomen heeft geplant. Het 'gruis' of ijzererts werd met platte schuiten vervoerd tot aan de Vonderbrug en vandaar ging het per kar naar het station. In Lichtaart had men zelfs een speciale spoorweg gebouwd van de Langenberg tot Achterlee-Statie. Deze minispoorweg noemde men de Coolseroute: naar de firma Cools uit Lier die de ontginning uitvoerde. In de Kempen bestond trouwens hevige wedijver tussen de ontginners-ondernemers. Omdat het in Lichtaart altijd bergaf ging, moest men de wagentjes met ijzererts nauwelijks duwen. Het ijzererts werd met de spoorbaan naar Henegouwen, Luik en het Ruhrgebied gevoerd. Achterlee-Statie bevond zich op de spooroverweg van de weg Poederlee-Lichtaart. Het thans nog bestaande stationshuis is een relikt van de toenmalige drukte die toen op dit toch niet onbelangrijk punt van de spoorlijn Turnhout-Herentals heerste (15). Kanunnik Jansen schenkt ook aandacht aan enkele landbouwactiviteiten. Hij merkt dat men de uitvinding van de jaren twintig, met name de dorsmachines met benzine- of elektromotor, nog niet toepaste en dat een paard op een aangebouwde 'manège' de nodige trekkracht voor het dorsen leverde, wat op zijn beurt in de plaats was gekomen van het dorsen met dorsvlegel. Als het koren en de zaden
50 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
gedorst waren, moesten ze natuurlijk ook worden schoongemaakt en van alle kaf ontdaan worden door middel van een wan, een gevlochten ovale mand met twee oren, welke vanaf omstreeks 1700 werd vervangen door de wanmolen, ook wel ‘wintermolen’ en kafmolen genoemd, en vanaf omstreeks 1900 door de zogenaamde trijzelmolen (16). Hennepstengels hingen te drogen om er zogenaamde 'kempstokken' van te maken die men bij de haard bij de hand hield om gemakkelijk,vuur te nemen. Soms werden ze lange tijd in water gedompeld om ze te slingeren tot snoeren (17). Met zijn beschrijving van het dorpscentrum, het klooster, de pastorie en de kerk schetst kanunnik Jansen ons een treffend sfeerbeeld van een dorp in de Kempen tijdens het Interbellum. De Kempen waren toentertijd nog altijd de meest afgezonderde uithoek van het land (18). De laatste woorden van de kanunnik in zijn betoog kunnen wij, voor wat het materieel bewaren van het centrum van Gierle betreft, meer dan ooit ten volle beamen. De uitspraak 'het onverbasterd bewaeren van de geest des volks' typeert evenveel Jansen als Gierle. Lezen wij wat Karel Van Isacker s.j. over het Mol-Achterbos van schilder Jacob Smits schreef: 'De dorpjes van … de Kempen, verloren aan het eind van een kassei- of een zandweg, bleven een tijd gespaard voor de aanrukkende beschaving. De Kempen vooral waren, tot vlak bij de nijverheden, nog jaren bijna onberoerd, met een wonder evenwicht tussen streek, geloof en leven... Vriendelijk bleef "het kleine gehucht" nog een tiental jaren (na de begrafenis van Jacob Smits op 20 februari 1928). Dan ging het ten onder aan de nabijheid van Mol.' (19). Geldt hetzelfde niet voor Gierle en Turnhout? Doeken als die van Smits en teksten als die van Jansen laten vermoeden hoe zalig Achterbos en Gierle waren. Gierle weer bezocht ... anno 1939 Kanunnik Jozef E. Jansen keerde dertien jaar later weer naar Gierle, in augustus 1939, ditmaal in het kader van 'een ritje in de Kempen', waarvan hij de indrukken neerschreef in het weekblad De Stad, voorzien van treffende foto's. Vooral Gierle neemt een groot deel van zijn verslag in en verder gaat het langs Lille, Poederlee, Herentals, Grobbendonk, Vorselaar, Pulle, Pulderbos, Zandhoven, Zoersel om te eindigen bij de paters trappisten van Westmalle met 'het drinken van een "abt", dien wij wel verdiend hebben' (20). 'Het is een schone zomermorgen en 't zonneke lacht ons toe om in haar warme stralen een uitstapje naar enige dorpen der Antwerpse Kempen te wagen. Wij groeten de hoofdstad der Kempen en bollen uit
51 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Turnhout naar Gierle, op 9 1/2 km van elkaar gelegen. - 0 heerlijke weg waar, van de XIIde tot de XVIIde eeuw, zo vele koningen en prinsen hebben over gereden wanneer zij zich ter jacht begaven in het Grootenhout. Dit uitgestrekte woud, waar wij nu nevens rijden, vertoont eilaas maar een schim meer van zijn luisterrijk verleden (ill.p). Wij zijn te GIERLE en stappen af bij het inkomen van het dorp te Royen. Wat binnenin trekt een ruime kapel onze aandacht. Een gemoedige boerin, wier stede in de nabijheid staat, komt opendoen. Niets bijzonders treffen wij hier aan als een Lieve-Vrouwebeeldje, dat boven het altaar prijkt, van de 17de eeuw schijnt te dagtekenen en voor mirakuleus staat aangeschreven. Van buiten troont een grote LieveVrouw boven de deur. De kapel is ruim, maar biedt geen bijzondere architectuur. Wat meer eigenaardig is, als het waar is: dan zou hier de eerste kerk gestaan hebben, zo onze geleidster vertelde (ill. q). Voorwaarts. Enige trekken verder ontmoeten wij een houten molen. De molententoonstelling van 't Sterckshof te Deurne (21) prangt ons die eens van nabij te bezichtigen. Gelukkig ontmoeten wij de molenaar en
Ill. P: Grootenhout was tot het einde van de achttiende eeuw een groot woud, één van de geliefkoosde jachtterreinen van de hertogen van Brabant. Het kasteel van Turnhout was het jachtslot van deze hertogen. Thans bedraagt de oppervlakte circa 330.,ha (met de aanleg van de E34 werden nog eens 110 ha afgesneden). (Uit de verzameling van Marcel Van Den Bosch)
52 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
zijn zoon, twee flinke witbestoven mannen, die beginnen te vertellen. 't Is een verdekkerde molen, de Spekmolen geheten, die, van Herentals overgebracht naar Gierle, vroeger op een andere plaats draaide in het dorp en nu hier het graan van de geburen maalt. Bij toeval komt een boer met kar en paard aangereden. 't Wordt een zo schilderachtig tafereeltje dat onze foto-reporter niet kan weerstaan om een kiekje te nemen. Dank en vooruit (ill. r). Niet ver van hier staat langs dezelfde kant, een stenen molen, schoon van onder tot boven wit gekalkt en wel wat ouder dan de voorgaande. Hij heeft zeer waarschijnlijk de oude banmolen vervangen die sinds de XVde eeuw aan het Land en Kwartier van Turnhout toebehoorde. Hij verheft zich statig tegen een golvend korenveld en geeft boven de deur.een steen met jaartallen te zien: I.F.D.B. (Jan Frans De Backer) A° 1837. Ten top onder de kap prijkt een opschrift: In stormen sterck (ill. s). Na een kiekje trekken wij het dorp in. De kerk vertoont zich voor ons en wenkt ons tot binnenkomen. Waardig houdt de statige toren, van het begin der XVIde eeuw, uit baksteen met witte stenen voor de banden en de hoeken opgetrokken, de wacht over het dorp. Het binnenste der kerk is schoon, doch niet merkwaardig. De predikstoel, in 1714 door De Vré gebeeldhouwd, is verdienstelijk; de oude koperen luchters die
Ill. Q: Kapel van Rooien, nog volop in het groen. De volksoverlevering verhaalt dat een heer van Gierle, Thibald genaamd, na zijn bekering tot het Christendom de kapel liet bouwen in de omgeving van zijn woning 'De Burcht'. De kapel is uitzonderlijk omwille van de omwatering of schans. (Uit de verzameling van Marcel Van Den Bosch)
53 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. R: Een prachtig tafereel aan de molen van Hermans langs de De Nefstraat (thans maalderij en winkel). De molen werd in 1910 overgebracht van het Middelveld naar deze plaats en werd in 1940 door een storm vernield. (Foto. De Stad, vrijdag 1 September 1939)
aan het gewelf hangen zijn bezienswaardig; maar 't bijzonderste van al is het oude borduurwerk van de XVde en XVIde eeuw van het priestergewaad. Wij treden buiten. zien nog eens rond ons, en het dorp geeft ons de indruk van een rustig en netjes onderhouden dorp te zjjn (ill. t). Wij doorsnijden SINT-PIETERS-LILLE, een treffelijk dorp, waar wij bij het binnenkomen een onttroonde molen bemerken, die weldra niet meer zijn zal. Nog een kunststuk te meer uit het Kempisch landschap verdwenen (22)! Wij landen aan op de grote plaats van POEDERLEE. De kerk staat 54 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. S: De stenen molen 'In Stormen Sterk' in 1939, toen Victor De Kinderen er nog maalder was. (Foto: De Stad, vrijdag 1 September 1939)
voor ons.Eventjes een kijkje binnen. Niets bijzonders dan alleen een grafsteen van Erardus van Leefdael (†1630) en zijn echtgenote Joanna van Schoonhoven (†1624) kunnen wij optekenen. Poederlee, Poeiel in de volksmond, is een oude heerlijkheid, tot baronie verheven in 1653 ten voordele van Filips-Willem van Steenhuys. Het voornaamste waarom wij hier kwamen, is de kapel ter Hegge, op een half uur van het dorp gelegen. Zij werd er opgericht in de XVde eeuw ter plaatse waar volgens een verhaal konijntjes de H.H Hostiën zouden aanbeden hebben die door een boosdoener uit de kerk van Herentals gestolen waren (21) en hier in een konijnenpijp verstopt werden. De omgeving is allerprachtigst: een bos, struiken en dreven en 55 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
ten einde een vergezicht op het Kempisch landschap dat u in bewondering brengt. De kapel op haar eigen is niet merkwaardig: gewone, treffelijke kapel met schoon klokketorentje bekroond.' Daarnevens staat een put waaruit de bedevaarders water meenemen, want deze kapel is een bekende begankenis geworden. Wat wij binnen vooral opmerken zijn de schilderijen, door A. Van Ysendyck geschilderd in 1823, en een grotere in het hoogaltaar van 1816. Dit alles is een stemmig hoekje onzer Kempen, welk wij hopen nog eens weer te zien. Wij bollen nu over een heerlijke baan naar Herentals...' Woordverklaringen - Aarden carrefour: kruispunt van niet-verharde wegen ('carrefour' is het Frans voor kruispunt). - Activistische aard > activisme: radicale Vlaamsgezinde beweging in de Eerste Wereldoorlog; werkte met de Duitse bezetter samen om op die manier de erkenning van het Nederlands door te zetten. - Bareel van den ijzeren weg: slagboom die bij een overweg de spoorbaan afsluit. ('IJzeren weg' is de letterlijke vertaling uit het Frans: chemin de fer.) - Gebarrioleerd > barioleren: kakelbont beschilderen, het bont mengelen van kleuren (afgeleid van het Frans barioler). - Gemontenneerde wolken: stapelwolken. - Kempstokken: hennepstengels. - Lambris: lambrisering, houten wandbekleding (Frans). - Louis XVI-stijl: komt grotendeels overeen met de rococostijl uit de achttiende eeuw. Verfijnde, intieme kunst met elegante versieringen. - Mouluren: sierlijst, sierband (Frans). - Nervure: ribwerk, de voegen (Frans). - Orneerd > orneren: rijkelijk versieren (van het Frans afgeleid). - Paalaanwijzer: wegwijzer. - Peerdsmolen: ook rosmolen, molen die wordt aangedreven door een paard. - Perron: (hier) een bordes van een groot gebouw. - Pilaster: vierkante, platte zuil die uit één wand of uit de hoek van twee wanden een weinig naar voor komt (Frans). Zeer waarschijnlijk bedoelt kanunnik Jansen hier de pilaren die in het midden, los van de muur staan. - Russen: graszoden, samengroeisel van grassen. - Terrare: wanmolen (eigenlijk Frans). - Verdekkerde molen: molen waarbij de wieken werden gestroomlijnd zoals bij een vliegtuigvleugel. 56 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Ill. T: De kerktoren in 1939. Hij wordt beschouwd als één van de mooiste van de Kempen. Zulk een type, uitzonderlijk voor deze streek, wordt Clunytoren genoemd omwille van de vierkante voet en achtkantige verdieping en spits. De achtkantige vorm van de toren wijst op een oude opzet en houdt Romaanse herinneringen in. Hebben plaatselijke ambachtslui de Romaanse traditie behouden en nog eens uitgeprobeerd, vermits de toren volgens de geschriften recenter is, of heeft men een oude achtkantige heropgebouwd? Volgens een jaartal dat volgens getuigenissen vroeger op een muur achter het hoogaltaar zou zijn aangebracht geweest, werd met de bouw van de kerk aangevangen in 1121. Wijzen de blindnissen erop dat de toren als Romaanse vieringstoren werd gebouwd? Er is ook een klein torentje met spitse naald. De kerk is thans als monument en het dorpscentrum als dorpsgezicht beschermd. (Foto: De Stad, vrijdag 1 September 1939)
57 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992
Voetnoten 1. S.A.T., Manuscript Kap. J.E. Jansen, Doos Gierle, Uitstapje 8 September 1926. 2. R. PEETERS, Bibliografie van Z.E.H. Kan. J.E. Jansen, 1871-1949, in: Taxandria, Turnhout, (1949), nr. XV, blz. 55-78. 3. Zie o.a. A. CLAES, Z.E.H. Kan. J.E. Jansen, 1871-1949, in: Taxandria, Turnhout, (1949), nr. XV, blz. 3-31; E. VAN AUTENBOER, Jansen Jozef (kloosternaam: Evermodus), historicus, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, II, 1966, blz. 381-384; H. DE KOK, 'Kwakzalverij en geschiedschrijving' achter de schermen van twee Turnhoutse historische publikaties (1905), in: Taxandria, Turnhout, (1986), nr. LVIII, blz. 111-121. 4. E. VAN AUTENBOER, 1903-1963, Taxandria, zestig jaar, in: Taxandria, Turnhout, .(1963), nr. XXXV, blz. 6-15; R. PEETERS, Het Kempisch Documentatiecentrum te Turnhout, in: De bibliotheekgids, (1953), nr. XXIX, blz. 113-118. 5. J;E. JANSEN, Een bezoek aan de Trappisten van Westmalle, in: Parks Maandschrift, Leuven, (15.V.1902), nr. 11 5, blz. 113-116. 6. J.E. JANSEN, Bezoek aan Beerse, in: Taxandria, Turnhout, (1913), nr. 111, blz. 5-9. 7. J.E. JANSEN, Retie, in: Toerisme, (16.11.1939), nr. XVIII 4, blz. 141-146. 8. J.E. JANSEN, Arendonk, in: Touring Club van België, Brussel, (I.I. 1949), nr. LVI, blz. 10- 12. 9. S.A.T., Manuscript Kan. J.E. Jansen, Doos Thielen, Uitstapje 8-9 September 1926. 10. De kapel, opgebouwd tijdens de 17de eeuw en toegewiid aan Onze-Lieve-Vrouw-vanBijstand, in de Prijstraat, werd in 1992 gerestaureerd. Tot het tot stand komen van deze kapel hebben, volgens de ontstaanslegende althans, de Lillenaren een belangrijke rol gespeeld. Zie hierover: A. KOYEN, Tielen mijne vriend, Kasterlee, 1980, blz. 173-178. 11. Zie verder. 12. Zie noot 1. 13. Zie: De Dolle jaren in België 1920-1930, (Tentoonstellingscatalogus ASLK, Brussel, 1981, 224 blz.); K. VAN ISACKER, Mijn land in de kering 1830-1980, dl. II: 1914-1980, Antwerpen, Amsterdam, 1983, blz. 64-66. 14. K. VAN ISACKER, o.c., dl. II, blz. 54-55. 15. A. KOYEN, o.c., blz. 369; E. VLIEBERGH, De Kempen in de 19de en in het begin der 20ste eeuw, Ieper, 1908 blz. 73, 74, 167; H. DE KOK, Gids voor het oude Turnhout en omgeving, II; De omliggende gemeenten, Turnhout, 1980, blz. 63-64. 16. B. VAN DAM, Oud Brabants dorpsleven. Wonen en werken op het Brabantse platteland, Eindhoven, 1972, blz. 54-55; M.C. VAN IERSEL, Handwerk in de Kleine Meiierij rond 1900, Den Dungen, 1985, blz. 33-34; Rijke Oogst van Schrale Grond, Zwolle, 1991, blz. 47-51; J. WEYNS en J. GOOSSENAERS, Dorsen in de Kempen, in: Wetenschappelijke Tijdingen, (1957), nr. XVII. 17. J. WEYNS, Volkse huisraad in Vlaanderen, Beerzel, 1974, blz. 42, 46, 1.224, 1.437. 18. Zie: H. DIRX en H. DE KOK, Aan de Rand van het Land. 150 jaar Kempen in woord en beeld, Turnhout, 1980, 76 blz. 19. K. VAN ISACKER, o.c., blz. 73. 20. J.E. JANSEN, Een ritje in de Kempen, in: De Stad. Een weekblad voor Vlaanderen, (30 juni 1939), jg. 12, nr. 17, blz. 801-805. 21. In 1939 werd in het Sterckxhof te Deurne een opmerkelijke tentoonstelling over molens georganiseerd, die heel wat weerklank vond. 22. Welke molen hier wordt bedoeld, is niet geheel duidelijk. Zowel de molen van Embrechts-Verellen (thans nog een ingekorte romp waarin de winkel 'Tecno' is ondergebracht) als de molen van Van Goubergen-Van Looy op de grens met Poederlee (in 1937 gekocht door architect Bergé en thans ingericht als woning) stonden er in 1939 vervallen bij. Vermoedelijk betreft het de laatstgenoemde molen.
58 HEEMKUNDIGE KRING - NORBERT DE VRIJTER - LILLE - JAARBOEK 1992