Federale overheidsdienst VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid
Leuvenseweg 44 – 1000 Brussel
Juliette Wytsmanstraat 14 – 1050 Brussel
Gezondheidsenquête, België, 2008 Mondelinge vragenlijst
Geselecteerde persoon Nummer van de persoon: Voornaam: _____________________________________
Enquêteur
Nummer van de enquêteur:
Uur aanvang:
………. uur ………. minuten
Uur einde:
…..…… uur ………. minuten Datum van de enquête:
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Informatie over de geselecteerde persoon en de respondent NR.01.
Wie beantwoordt de enquête?
De geselecteerde persoon .....................................................................................................
1
Een proxy, een ander lid van het huishouden ........................................................................
2
► MB.01.
Regelnummer van de respondent (zie HC.01., vragenlijst over het huishouden) Een proxy, een persoon die geen deel uitmaakt van het huishouden: wie? ..........................
NR.02.
3
Waarom wordt een proxy respondent gebruikt ?
De geselecteerde persoon is jonger dan 15 jaar....................................................................
1
► MB.01.
De geselecteerde persoon kan niet worden gecontacteerd ...................................................
2
► MB.01.
De geselecteerde persoon is niet in staat zelf te antwoorden................................................
3
► NR.03.
De geselecteerde persoon weigert zelf te antwoorden ..........................................................
4
► MB.01.
NR.03.
Waarom is de betrokken persoon niet in staat zelf te antwoorden?
Omwille van een lichamelijke ziekte (b.v. bedlegerig)............................................................
1
Omwille van een geheugenprobleem (b.v. amnesie, dementie) ............................................
2
Omwille van een taalprobleem (b.v. spreekt vreemde taal) ...................................................
3
Omwille van een praatprobleem (b.v. stom, afasie) ...............................................................
4
Omwille van een gehoorprobleem (b.v. doof) ........................................................................
5
Omwille van een ernstige mentale handicap..........................................................................
6
Andere reden, omschrijf: ___________________________________________________
7
3
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Langdurige ziekten en aandoeningen De volgende vragen gaan over langdurige ziekten, langdurige aandoeningen of handicaps.
MB.01.
Hebt u één of meerdere langdurige ziekten, langdurige aandoeningen of handicaps?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
► MA.01.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► MA.01.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► MA.01.
MB.02.
Welke langdurige ziekte(n), langdurige aandoening(en) of handicap(s) hebt u? ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
MB.03.
Bent u vanwege deze ziekte(n), aandoening(en) of handicap(s) belemmerd in uw dagelijkse bezigheden?
Voortdurend ............................................................................................................................
1
Af en toe .................................................................................................................................
2
Niet of zelden..........................................................................................................................
3
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
MB.04.
.
Bent u als gevolg van deze ziekte(n), aandoening(en) of handicap(s) bedlegerig?
Voortdurend ............................................................................................................................
1
Af en toe .................................................................................................................................
2
Niet of zelden..........................................................................................................................
3
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
5
.
Gezondheidsenquête, België, 2008
MA.01.
Mondelinge vragenlijst
Ik zal u een aantal ziekten of aandoeningen opnoemen. Kunt u voor elke ziekte of aandoening aanduiden of u die hebt, of ooit gehad hebt?
MA.01.
MA.02.
MA.03.
Werd deze ziekte/aandoening vastgesteld door een dokter?
Bent u voor deze ziekte of aandoening de afgelopen 12 maanden opgevolgd door een dokter of een andere gezondheidswerker?
Ja
Weet het niet
Geen antwoord
Neen
Ja
Weet het niet
Geen antwoord
Neen
Ja
Weet het niet
Geen antwoord
Neen
Ja
Weet het niet
Geen antwoord
Hebt u deze ziekte/aandoening de afgelopen 12 maanden gehad?
Neen
Ziekte of aandoening
MA.04.
01
Astma (ook allergisch astma)
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
02
Chronische bronchitis, chronisch obstructief longlijden, emfyseem
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
03
Hartinfarct
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
04
Coronaire hartziekte (angina pectoris)
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
05
Hoge bloeddruk (hypertensie)
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
Enq :
Indien voor hoge bloeddruk het antwoord op vraag MA.03 JA is, doorloop dan vragen MA.05 en MA.06.
Neen
Ja
MA.05. Hebt u hiervoor de afgelopen 12 maanden een dieet gevolgd?
2
1
MA.06. Hebt u hiervoor de afgelopen 12 maanden geneesmiddelen ingenomen?
2
1
06
Beroerte (hersenbloeding, hersentrombose)
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
07
Rheumatoïde arthritis (ontsteking van de gewrichten)
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
08
Artrose (gewrichtsslijtage)
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
09
Lage rugprobleem of andere chronische rugaandoening
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
Nekprobleem of andere chronische nekaandoening
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
Suikerziekte
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
10
11. Enq :
Indien voor suikerziekte het antwoord op vraag MA.03 JA is, doorloop dan vragen MA.07, MA.08 en MA.09.
Neen
Ja
MA.07. Hebt u hiervoor de afgelopen 12 maanden een dieet gevolgd?
2
1
MA.08. Hebt u hiervoor de afgelopen 12 maanden insulineinspuitingen gekregen?
2
1
MA.09. Hebt u hiervoor de afgelopen 12 maanden pillen of tabletten ingenomen?
2
1
6
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
MA.01.
MA.02.
MA.03.
Werd deze ziekte/aandoening vastgesteld door een dokter?
Bent u voor deze ziekte of aandoening de afgelopen 12 maanden opgevolgd door een dokter of een andere gezondheidswerker?
Ja
Weet het niet
Geen antwoord
Neen
Ja
Weet het niet
Geen antwoord
Neen
Ja
Weet het niet
Geen antwoord
Neen
Ja
Weet het niet
Geen antwoord
Hebt u deze ziekte/aandoening de afgelopen 12 maanden gehad?
Neen
Ziekte of aandoening
MA.04.
Allergie, zoals neusloop, oogontsteking, huiduitslag, voedselallergie of andere (maar geen allergisch astma )
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
13
Maagzweer of zweer aan de 12-vingerige darm
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
14
Levercirrose, ander leverlijden
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
15
Kanker (kwaadaardig gezwel, ook inbegrepen leukemie en lymfeklierkanker)
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
16
Ernstige hoofdpijn zoals migraine
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
17
Urinaire incontinentie, problemen om de urine op te houden
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
Chronische angst
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
12
18 Enq :
Indien voor chronische angst het antwoord op vraag MA.03 JA is, doorloop dan vragen MA.10 en MA.11.
Neen
Ja
MA.10. Hebt u hiervoor de afgelopen 12 maanden geneesmiddelen ingenomen?
2
1
MA.11. Hebt u hiervoor de afgelopen 12 maanden psychotherapie gevolgd?
2
1
19
Ernstige somberheid of depressie voor een periode van minstens 2 weken
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
Enq : Indien voor depressie het antwoord op vraag MA.03 JA is, doorloop dan vragen MA.12 en MA.13.
2
1
9
0
Neen
Ja
MA.12. Hebt u hiervoor de afgelopen 12 maanden geneesmiddelen ingenomen?
2
1
MA.13. Hebt u hiervoor de afgelopen 12 maanden psychotherapie gevolgd?
2
1
20
Andere mentale gezondheidsproblemen
2
1
9
0
2
1
9
-1
2
1
9
0
Enq : Indien voor andere mentale gezondheidsproblemen het antwoord op vraag MA.03 JA is, doorloop dan vragen MA.14 en MA.15.
2
1
9
0
Neen
Ja
MA.14. Hebt u hiervoor de afgelopen 12 maanden geneesmiddelen ingenomen?
2
1
MA.15. Hebt u hiervoor de afgelopen 12 maanden psychotherapie gevolgd?
2
1
7
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
MA.01.
MA.02.
MA.03.
Werd deze ziekte/aandoening vastgesteld door een dokter?
Bent u voor deze ziekte of aandoening de afgelopen 12 maanden opgevolgd door een dokter of een andere gezondheidswerker?
Ja
Weet het niet
Neen
Ja
Weet het niet
Neen
Ja
Weet het niet
Neen
Ja
Weet het niet
Hebt u deze ziekte/aandoening de afgelopen 12 maanden gehad?
Neen
Ziekte of aandoening
MA.04.
Permanent letsel of defect veroorzaakt door een ongeval
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
22
Schildklierafwijkingen
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
23
Glaucoom (verhoogde oogdruk)
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
24
Cataract (staar)
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
25
Ziekte van Parkinson
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
26
Epilepsie
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
27
Langdurige vermoeidheid voor een periode van minstens 3 maanden
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
28
Osteoporose (ontkalking van het bot)
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
29
Gebroken heup
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
30
Ernstige darmstoornissen voor een periode van minstens 3 maanden
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
31
Nierstenen
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
32
Ernstige nierziekte maar niet nierstenen
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
33
Chronische blaasontsteking
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
34
Ernstige of chronische huidaandoening
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
35
Galstenen of galblaasontsteking
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
36
Enq: enkel voor mannen Prostaatklachten
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
37
Andere chronische aandoeningen, omschrijf: 2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
2
1
9
0
21
........................................... ...........................................
8
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Traumata: ongevallen TR.04.
Hebt u de afgelopen 12 maanden één van volgende ongevallen gehad die hebben geleid tot een uitwendige of inwendige verwonding?
Enquêteur:
Voor ieder positief antwoord, stel vraag TR.05. Indien geen ongeval is gemeld (codes 2, 9 of 0) ga dan naar vraag TR.09. Verwondingen als gevolg van vergiftiging en agressie zijn hier ook inbegrepen.
TR.04.
TR.05. Hebt u hiervoor een dokter, een verpleegster of een spoedafdeling van een ziekenhuis bezocht? ► TR.09.
► TR.09.
►TR.09.
Neen
Ja
Weet het niet
Geen antwoord
Weet het niet
Geen antwoord
Ongevallen
01
Verkeersongeval
2
1
9
0
1
2
3
9
0
02
Ongeval op het werk
2
1
9
0
1
2
3
9
0
03
Ongeval op school
2
1
9
0
1
2
3
9
0
04
Ongeval thuis of tijdens vrije tijd
2
1
9
0
1
2
3
9
0
Ja, een dokter of verpleegster
Ja, een spoedafdeling
Neen, geen consultatie of tussenkomst was nodig
Enquêteur : Indien de respondent verschillende ongevallen heeft gehad, stel de vraag TR.06 en noteer het overeenkomstig nummer van vraag TR.04.
Indien de respondent slechts één ongeval heeft gehad, ga naar vraag TR.07.
TR.06.
Welk van de vermelde ongevallen is het meest recent? Ongeval Nr
9
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Gelieve de volgende vragen te beantwoorden voor dit laatste ongeval.
TR.07.
Wat was de belangrijkste oorzaak van dit ongeval?
Val, uitglijden, struikelen, val van hoogte (ladder, trap, paard…)...........................................
1
Slag of botsing met voorwerp of persoon ...............................................................................
2
Snijwonden, vreemd lichaam in bv. oog of keel .....................................................................
3
Andere, omschrijf: ________________________________________________________
4
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
TR.08.
Welke waren de lichamelijke gevolgen van dit ongeval? (Meer dan één antwoord mogelijk) Ja
Neen
01.
Fractuur of breuk..................................................................................................
1
2
02.
Verstuiking, verrekking, gescheurde ligamenten.................................................
1
2
03.
Wonde (snijwonde, perforatie, beet)....................................................................
1
2
04.
Andere, omschrijf: ................................................................................................
1
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
Enquêteur:
Stel de volgende vraag alleen aan personen van 65 jaar en ouder. Indien de persoon jonger is dan 65 jaar, ga naar vraag IL.01.
TR.09.
Bent u de afgelopen 12 maanden gevallen, uitgegleden of gestruikeld waardoor u uw evenwicht verloor en op de vloer, grond of een lager gelegen niveau terechtkwam?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
► IL.01.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► IL.01.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► IL.01.
TR.10.
Hoeveel keer? keer
10
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Langdurige lichamelijke beperkingen Enquêteur:
Deze vragen zijn enkel voor personen van 15 jaar of ouder. Voor personen jonger dan 15 jaar, ga naar GP.01.
Nu ga ik u een aantal vragen stellen over gewone alledaagse activiteiten. Tijdelijke problemen hoeven hierbij niet meegerekend te worden. IL.01.
Draagt u een bril of contactlenzen?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
► IL.02.
Ik ben blind of kan helemaal niet zien ....................................................................................
3
► IL.05.
Gelieve de volgende vragen te beantwoorden volgens uw normaal gebruik van een bril of van contactlenzen, d.w.z. wanneer u ze draagt. IL.02.
Kunt u duidelijk de kleine letters in de krant zien?
Ja, zonder enig probleem .......................................................................................................
1
Ja, maar met wat problemen ..................................................................................................
2
Ja, maar met heel wat problemen ..........................................................................................
3
Neen, helemaal niet................................................................................................................
4
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.03.
Kunt u duidelijk het gezicht zien van iemand op een afstand van 4 meter, dit is ongeveer de overkant van de straat?
Ja, zonder enig probleem .......................................................................................................
1
Ja, maar met wat problemen ..................................................................................................
2
Ja, maar met heel wat problemen ..........................................................................................
3
Neen, helemaal niet................................................................................................................
4
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.04.
► IL.05.
Kunt u duidelijk het gezicht zien van iemand op een afstand van 1 meter, dit is ongeveer een armlengte?
Ja, zonder enig probleem .......................................................................................................
1
Ja, maar met wat problemen ..................................................................................................
2
Ja, maar met heel wat problemen ..........................................................................................
3
Neen, helemaal niet................................................................................................................
4
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
11
Gezondheidsenquête, België, 2008
IL.05.
Mondelinge vragenlijst
Draagt u een hoorapparaat?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
► IL.06.
Ik ben volledig doof.................................................................................................................
3
► IL.09.
Gelieve volgende vragen te beantwoorden volgens uw normaal gebruik van een hoorapparaat, d.w.z. wanneer u het draagt. IL.06.
Kunt u duidelijk horen wat gezegd wordt in een gesprek met enkele personen?
Ja, zonder enig probleem .......................................................................................................
1
Ja, maar met wat problemen ..................................................................................................
2
Ja, maar met heel wat problemen ..........................................................................................
3
Neen, helemaal niet................................................................................................................
4
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.07.
Hoort u genoeg om een televisieprogramma te kunnen volgen een volume dat aanvaardbaar is voor anderen?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.08.
Kunt u dan een televisieprogramma volgen met een hoger volume?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
Ik zal enkele vragen stellen omtrent mogelijke problemen bij het bewegen. IL.09.
Hoe ver kunt u alleen stappen zonder stoppen en zonder dat u daarvan veel last ondervindt?
Slechts een paar stappen.......................................................................................................
1
Meer dan een paar stappen, maar minder dan 200 meter.....................................................
2
200 meter of meer ..................................................................................................................
3
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
12
► IL.09.
Gezondheidsenquête, België, 2008
IL.10.
Mondelinge vragenlijst
Kunt u 500 meter op een vlak terrein wandelen zonder stok, een ander hulpmiddel of hulp?
Ja, zonder enig probleem .......................................................................................................
1
Ja, maar met wat problemen ..................................................................................................
2
Ja, maar met heel wat problemen ..........................................................................................
3
Neen, helemaal niet................................................................................................................
4
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.11.
Kunt u een trap op- en afgaan zonder stok of een ander hulpmiddel, zonder de trapleuning te gebruiken en zonder hulp?
Ja, zonder enig probleem .......................................................................................................
1
Ja, maar met wat problemen ..................................................................................................
2
Ja, maar met heel wat problemen ..........................................................................................
3
Neen, helemaal niet................................................................................................................
4
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.12.
Kunt u vooroverbuigen en knielen zonder hulpmiddel en zonder hulp?
Ja, zonder enig probleem .......................................................................................................
1
Ja, maar met wat problemen ..................................................................................................
2
Ja, maar met heel wat problemen ..........................................................................................
3
Neen, helemaal niet................................................................................................................
4
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.13.
Kunt u een volle boodschappentas van 5 kilo minstens 10 meter ver dragen zonder hulpmiddel en zonder hulp?
Ja, zonder enig probleem .......................................................................................................
1
Ja, maar met wat problemen ..................................................................................................
2
Ja, maar met heel wat problemen ..........................................................................................
3
Neen, helemaal niet................................................................................................................
4
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
13
Gezondheidsenquête, België, 2008
IL.14.
Mondelinge vragenlijst
Kunt u met uw vingers een klein voorwerp, zoals een pen, oppakken of gebruiken zonder hulpmiddelen?
Ja, zonder enig probleem .......................................................................................................
1
Ja, maar met wat problemen ..................................................................................................
2
Ja, maar met heel wat problemen ..........................................................................................
3
Neen, helemaal niet................................................................................................................
4
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.15.
Kunt u hard voedsel, zoals bijvoorbeeld een appel, bijten en kauwen?
Ja, zonder enig probleem .......................................................................................................
1
Ja, maar met wat problemen ..................................................................................................
2
Ja, maar met heel wat problemen ..........................................................................................
3
Neen, helemaal niet................................................................................................................
4
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
De volgende vraag gaat over uw geheugen. IL.16.
Hebt u soms moeite om dingen te onthouden of om dingen te herinneren?
Neen, geen moeite .................................................................................................................
1
Ja, een beetje moeite .............................................................................................................
2
Ja, heel wat moeite.................................................................................................................
3
Ik kan dit helemaal niet...........................................................................................................
4
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
14
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Nu ga ik u vragen stellen over uw dagelijkse persoonlijke verzorging. Tijdelijke problemen hoeven ook hier niet meegerekend te worden. Hier is een lijst met activiteiten (Kaart 4). IL.17.
Hebt u gewoonlijk problemen om één of meerdere van deze activiteiten zelf te doen? Neen, geen problemen
Ja, wat problemen
Ja, heel wat problemen
Ik kan deze activiteiten niet zelf doen
Weet het niet
Geen antwoord
01.
In en uit bed stappen
1
2
3
4
9
0
02.
Gaan zitten en opstaan uit een stoel
1
2
3
4
9
0
03.
Uzelf aan- en uitkleden
1
2
3
4
9
0
04.
In bad gaan of een douche nemen
1
2
3
4
9
0
05.
Uw handen en gezicht wassen
1
2
3
4
9
0
06.
Met mes en vork eten
1
2
3
4
9
0
07.
Het toilet gebruiken
1
2
3
4
9
0
Enquêteur:
Indien voor minstens één van de activiteiten van vraag IL.17 het antwoord 2,3,4,9 of 0 is, ga verder met vraag IL.18. Indien voor alle activiteiten van vraag IL.17 het antwoord 1 is, ga naar pagina 17.
Als we alle activiteiten rond persoonlijke verzorging nemen waarvoor u problemen hebt om ze zelf te doen… IL.18.
Wordt u erbij gewoonlijk geholpen?
Ja, toch voor minstens één activiteit.......................................................................................
1
Neen, ik doe al deze activiteiten zelf ......................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.19.
► Il.21.
Wie helpt u gewoonlijk? (Meer dan één antwoord mogelijk) Ja
Neen
01.
Professionele hulp ..................................................................................................
1
2
02.
Familie of vrienden..................................................................................................
1
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
15
Gezondheidsenquête, België, 2008
IL.20.
Mondelinge vragenlijst
Wordt u erbij genoeg geholpen?
Ja ............................................................................................................................................
1
► Il.22.
Neen, voor minstens één activiteit niet...................................................................................
2
► Il.22.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► Il.22.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► Il.22.
IL.21.
Hebt u erbij hulp nodig?
Ja, voor minstens één activiteit ..............................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.22.
Ligt u de hele dag in bed, ook al is er iemand die u kan helpen opstaan?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.23.
Zit u de hele dag in de zetel (geen rolstoel), ook al is er iemand die u kan ondersteunen terwijl u stapt?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.24.
Bent u in uw verplaatsingen beperkt tot uw huis, flat of tuin?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
16
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Nu ga ik u vragen stellen over enkele huishoudelijke activiteiten. Tijdelijke problemen moeten hierbij niet meegerekend worden. Hier is een lijst met activiteiten (Kaart 5).
IL.25.
Hebt u gewoonlijk problemen om één of meerdere van deze activiteiten zelf te doen? Neen, geen problemen
Ja, wat problemen
Ja, heel wat problemen
Ik kan deze activiteit niet zelf doen
Weet het niet
Geen antwoord
01.
De maaltijden klaarmaken
1
2
3
4
9
0
02.
De telefoon gebruiken
1
2
3
4
9
0
03.
De boodschappen doen
1
2
3
4
9
0
04.
De was doen
1
2
3
4
9
0
05.
Licht huishoudelijk werk doen
1
2
3
4
9
0
06.
Nu en dan zwaar huishoudelijk werk doen
1
2
3
4
9
0
07.
De geldzaken en dagelijkse administratie beheren
1
2
3
4
9
0
Enquêteur:
IL.26.
Indien voor één van de activiteiten van vraag IL.25 het antwoord 2,3,4,9 of 0 is, ga verder met vraag IL.26. Indien voor alle activiteiten van vraag IL.25 het antwoord 1 is, ga naar de volgende module.
Waarom hebt u het gewoonlijk moeilijk om deze taken uit te voeren?
Voornamelijk vanwege mijn gezondheidstoestand, lichamelijke beperkingen of ouderdom .
1
Voornamelijk vanwege andere redenen (nooit geprobeerd om het te doen…) .....................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
17
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Als we alle huishoudelijke activiteiten nemen waarvoor u problemen hebt om ze zelf te doen… IL.27.
Wordt u erbij gewoonlijk geholpen?
Ja, toch voor minstens één activiteit.......................................................................................
1
Neen, ik doe al deze activiteiten zelf ......................................................................................
2
► Il.30.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► Il.30.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► Il.30.
IL.28.
Wie helpt u gewoonlijk? (Meer dan één antwoord mogelijk) Ja
Neen
01.
Professionele hulp ..................................................................................................
1
2
02.
Familie of vrienden..................................................................................................
1
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.29
Wordt u erbij genoeg geholpen?
Ja ............................................................................................................................................
1
► PI.01.
Neen, voor minstens één activiteit niet...................................................................................
2
► PI.01.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
IL.30.
Hebt u erbij hulp nodig?
Ja, voor minstens één activiteit ..............................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
18
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Pijn
Enquêteur: Indien de respondent een proxy is, ga naar GP.01.
De volgende vragen gaan over om het even welke lichamelijke pijn die u de afgelopen 4 weken hebt gehad.
PI.01.
Hoeveel lichamelijke pijn hebt u de afgelopen 4 weken gehad?
Geen .......................................................................................................................................
1
Heel licht .................................................................................................................................
2
Licht ........................................................................................................................................
3
Matig .......................................................................................................................................
4
Hevig.......................................................................................................................................
5
Heel hevig...............................................................................................................................
6
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
PI.02.
► GP.01.
In welke mate bent u de afgelopen 4 weken door pijn gehinderd in uw normale werk, zowel werk buitenshuis als huishoudelijk werk?
Helemaal niet..........................................................................................................................
1
Een klein beetje ......................................................................................................................
2
Nogal.......................................................................................................................................
3
Veel.........................................................................................................................................
4
Zeer veel.................................................................................................................................
5
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
19
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Contacten met een huisarts
Nu volgen enkele vragen over het gebruik van gezondheidsdiensten.
GP.01.
Hebt u een vaste huisarts of een vaste huisartspraktijk? Het kan ook gaan om een wijkgezondheidscentrum.
Enquêteur: Onder een vaste huisarts (of huisartspraktijk) wordt verstaan: een huisarts (of huisartspraktijk) die men doorgaans contacteert in geval van gezondheidsproblemen. Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► GP.03.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► GP.03.
GP.02.
► GP.03.
Kunt u aangeven waarom u geen vaste huisarts of huisartspraktijk hebt? (Meer dan één antwoord mogelijk)
Enquêteur: Toon kaart 6. Ja
Neen
01.
Ik ben nooit ziek. ...................................................................................................
1
2
02.
Ik ben vaak voor langere tijd afwezig....................................................................
1
2
03.
Ik raadpleeg verschillende huisartsen, naargelang het probleem. .......................
1
2
04.
Ik ga doorgaans onmiddellijk naar een specialist. .................................................
1
2
05.
Ik ga doorgaans onmiddellijk naar de spoedopname. ...........................................
1
2
06.
Andere reden, omschrijf:___________________________________________
1
2
Weet het niet..........................................................................................................
9
Geen antwoord ......................................................................................................
0
20
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
De volgende vragen gaan over raadplegingen van een huisarts voor uzelf. Het gaat om raadplegingen op het spreekuur en huisbezoeken, maar ook om telefonisch advies. GP.03.
Wanneer hebt u voor het laatst een huisarts geraadpleegd?
Minder dan 12 maanden geleden...........................................................................................
1
12 maanden geleden of langer...............................................................................................
2
► SP.01.
Nooit .......................................................................................................................................
3
► SP.01.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► SP.01.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► SP.01.
GP.04.
Hoeveel keer hebt u de afgelopen 4 weken, die gisteren afliepen, dus sinds ____ / ____ / ____ een huisarts geraadpleegd ?
keer (Enquêteur: Helemaal niet = 0) Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
-1
Opgepast. Nu gaan we het hebben over raadplegingen van de huisarts van de afgelopen 2 maanden.
GP.05.
Hoeveel keer hebt u de afgelopen 2 maanden, die gisteren afliepen, dus sinds ____ / ____ / ____ een huisarts geraadpleegd ?
keer (Enquêteur: Helemaal niet = 0 en ► SP.01.) Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
-1
21
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
De volgende vragen hebben betrekking op de laatste 3 raadplegingen van een huisarts die de afgelopen 2 maanden plaatsvonden, te beginnen met de laatste. Enquêteur: Let er op dat de gerapporteerde raadplegingen de afgelopen 2 maanden plaatsvonden.
GP.06. Wanneer vond deze raadpleging plaats?
GP.07. Wat was de belangrijkste reden van de raadpleging?
Laatste raadpleging 1. Een of meerdere nieuwe ziekten, klachten of gezondheidsproblemen
1
Op ____ / ____ / ____
2. Controle of hernieuwen van een geneesmiddelenvoorschrift voor gekende ziekten, klachten of gezondheidsproblemen
1.
___ dagen geleden
3.
2.
___ weken geleden
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
U had helemaal geen ziekte, klacht of gezondheidsprobleem, maar raadpleegde de arts voor een andere reden. → GP.09.
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
Voorlaatste raadpleging 1. Een of meerdere nieuwe ziekten, klachten of gezondheidsproblemen
2
Op ____ / ____ / ____
2. Controle of hernieuwen van een geneesmiddelenvoorschrift voor gekende ziekten, klachten of gezondheidsproblemen
1.
___ dagen geleden
3.
2.
___ weken geleden
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
U had helemaal geen ziekte, klacht of gezondheidsprobleem, maar raadpleegde de arts voor een andere reden. → GP.09.
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
Derde laatste raadpleging 1. Een of meerdere nieuwe ziekten, klachten of gezondheidsproblemen
3
Op ____ / ____ / ____
2. Controle of hernieuwen van een geneesmiddelenvoorschrift voor gekende ziekten, klachten of gezondheidsproblemen
1.
___ dagen geleden
3.
2.
___ weken geleden
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
U had helemaal geen ziekte, klacht of gezondheidsprobleem, maar raadpleegde de arts voor een andere reden. → GP.09.
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
22
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
GP.08. Omschrijf de klachten, ziekten of gezondheidsproblemen die aan de basis lagen van deze raadpleging. Het kan hierbij ook om mentale of sociale problemen gaan.
.................................................................
1
................................................................. ................................................................. ................................................................. .................................................► GP.10.
9. Weet het niet► GP.10. 0. Geen antwoord► GP.10.
GP.09 Welke andere reden was dit?
1. Op het spreekuur
2. Vaccinatie
2. Huisbezoek
3. Pilvoorschrift 4. Administratieve reden zoals bijvoorbeeld een attest van goede gezondheid
1. Preventief onderzoek zonder enige klacht of ziekte
1. Op het spreekuur
2. Vaccinatie
2. Huisbezoek
4. Administratieve reden zoals bijvoorbeeld een attest van goede gezondheid
Andere, omschrijf
...............................................
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
1. Preventief onderzoek zonder enige klacht of ziekte
1. Op het spreekuur
2. Vaccinatie
2. Huisbezoek
.................................................................
0. Geen antwoord► GP.10.
4.
...............................................
3. Pilvoorschrift
9. Weet het niet► GP.10.
3. Telefonisch advies
5. Andere, omschrijf ……….
.................................................................
.................................................► GP.10.
...............................................
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
.................................................................
3
Andere, omschrijf
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
.................................................................
0. Geen antwoord► GP.10.
4.
...............................................
3. Pilvoorschrift
9. Weet het niet► GP.10.
3. Telefonisch advies
5. Andere, omschrijf ……….
.................................................................
.................................................► GP.10.
Waar of hoe vond deze raadpleging plaats?
1. Preventief onderzoek zonder enige klacht of ziekte
.................................................................
2
GP.10.
4. Administratieve reden zoals bijvoorbeeld een attest van goede gezondheid
3. Telefonisch advies 4.
Andere, omschrijf
...............................................
5. Andere, omschrijf ……….
...............................................
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
23
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Contacten met een arts specialist
De volgende vragen gaan over raadplegingen van een arts specialist voor uzelf. Het gaat om raadplegingen op het spreekuur en in een polikliniek, maar ook om telefonisch advies. Raadplegingen tijdens een ziekenhuisopname of daghospitalisatie worden niet meegerekend.
Enquêteur:
Ook niet mee te rekenen: raadplegingen met een specialist op een spoedgevallendienst; raadplegingen bij een kinderarts tijdens een consultatie van Kind en Gezin.
SP.01.
Is het de afgelopen 12 maanden voorgevallen dat u echt een specialist had moeten raadplegen, maar dit niet gebeurd is?
Ja, dat is minstens één keer voorgevallen .............................................................................
1
Neen, dat is niet voorgevallen ................................................................................................
2
► SP.03.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► SP.03.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► SP.03.
SP.02.
Wat was de belangrijkste reden dat u toen geen specialist geraadpleegd hebt ?
Enquêteur: Toon kaart 7. Kon het me niet veroorloven (te duur of niet gedekt door de mutualiteit of een verzekering)
1
Wachtlijst, had geen verwijsbrief ............................................................................................
2
Geen tijd door het werk, zorg voor kinderen of voor anderen ................................................
3
Te ver / geen vervoer..............................................................................................................
4
Bang voor dokter, ziekenhuis, onderzoek, behandeling.........................................................
5
Wenste te wachten om te kijken of het probleem niet verbeterde uit zichzelf........................
6
Kende geen goede specialist .................................................................................................
7
Andere reden, omschrijf ___________________________________________________
8
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
24
Gezondheidsenquête, België, 2008
SP.03.
Mondelinge vragenlijst
Wanneer hebt u voor het laatst een specialist geraadpleegd?
Minder dan 12 maanden geleden...........................................................................................
1
12 maanden geleden of langer...............................................................................................
2
► DE.01.
Nooit .......................................................................................................................................
3
► DE.01.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► DE.01.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► DE.01.
SP.04.
Hoeveel keer hebt u de afgelopen 4 weken die gisteren afliepen, dus sinds ____ / ____ / ____ een specialist geraadpleegd ? keer (Enquêteur: Helemaal niet = 0)
Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
-1
Opgepast. Nu gaan we het hebben over raadplegingen van de afgelopen 2 maanden.
SP.05.
Hoeveel keer hebt u de afgelopen 2 maanden die gisteren afliepen, dus sinds ____ / ____ / ____ een specialist geraadpleegd ? keer (Enquêteur: Helemaal niet = 0 en en ►DE.01)
Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
-1
25
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
De volgende vragen hebben betrekking op de laatste 3 raadplegingen van een specialist die de afgelopen 2 maanden plaatsvonden, te beginnen met de laatste raadpleging. SP.06. Wanneer vond deze raadpleging plaats?
SP.07.
SP.08.
Om wat voor specialist ging het? Enq: Toon Kaart 8. Noteer het nr. van het soort specialist.
Laatste raadpleging
1
Op ____ / ____ / ____ 1.
__ dagen geleden
2.
_ weken geleden
1. Een of meerdere nieuwe ziekten, klachten of gezondheidsproblemen Enq: Indien het soort specialist niet in de lijst is opgenomen, specialisme noteren in drukletters
3.
99. Weet niet
0.
0.
Op ____ / ____ / ____ 1. 2.
1. Een of meerdere nieuwe ziekten, klachten of gezondheidsproblemen Enq: Indien het soort specialist niet in de lijst is opgenomen, specialisme noteren in drukletters
............................................................................
99. Weet niet
99. Weet niet
0.
0.
Geen antwoord
Op ____ / ____ / ____ 1. 2.
1. Een of meerdere nieuwe ziekten, klachten of gezondheidsproblemen Enq: Indien het soort specialist niet in de lijst is opgenomen, specialisme noteren in drukletters
............................................................................
99. Weet niet
99. Weet niet
0.
0.
Geen antwoord
2. Controle of hernieuwen van geneesmiddelenvoorschrift voor gekende ziekten, klachten of gezondheidsproblemen 3.
__ dagen geleden _ weken geleden
U had helemaal geen ziekte, klacht of gezondheidsprobleem, maar raadpleegde de arts voor een andere reden. → SP.10
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
Geen antwoord
Derde laatste raadpleging
3
2. Controle of hernieuwen van geneesmiddelenvoorschrift voor gekende ziekten, klachten of gezondheidsproblemen 3.
__ dagen geleden _ weken geleden
U had helemaal geen ziekte, klacht of gezondheidsprobleem, maar raadpleegde de arts voor een andere reden. → SP.10
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
Geen antwoord
Voorlaatste raadpleging
2
2. Controle of hernieuwen van geneesmiddelenvoorschrift voor gekende ziekten, klachten of gezondheidsproblemen
............................................................................
99. Weet niet Geen antwoord
Wat was de belangrijkste reden van de raadpleging?
U had helemaal geen ziekte, klacht of gezondheidsprobleem, maar raadpleegde de arts voor een andere reden. → SP.10
9. Weet het niet 0. Geen antwoord
Geen antwoord
26
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Enquêteur: Let er op dat de gerapporteerde contacten de afgelopen 2 maanden plaatsvonden.
1
SP.09.
SP.10.
Omschrijf de klachten, ziekten of gezondheidsproblem en die aan de basis lagen van deze raadpleging. Het kan hierbij ook om een mentaal of sociaal probleem gaan.
Welke andere reden was dit?
.........................................
1. Preventief onderzoek zonder enige klacht of ziekte
.........................................
2. Vaccinatie
......................................... ..........................► SP.11.
3. Pilvoorschrift 4. Administratieve reden zoals bijvoorbeeld een attest van goede gezondheid 5. Andere, omschrijf:
SP.11. Kwam u voor deze reden voor de eerste keer bij deze specialist of was het een herhalingsbezoek?
2
1. Eerste keer
2. De huisarts 3. Een andere specialist
2. Herhalingsbezoek ► volgende contact ► of DE.01.
4. Een preventieve dienst (Kind en Gezin, schoolarts, arbeidsgeneesheer of andere) 5. Door de specialist opgeroepen 6. Iemand die geen arts is, omschrijf: .........................................................
9.
Weet niet ► SP.11.
9.
Weet niet
9.
Weet niet
9.
Weet niet
0.
Gn antwd► SP.11.
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
.........................................
1. Preventief onderzoek zonder enige klacht of ziekte
.........................................
2. Vaccinatie
......................................... ..........................► SP.11.
3. Pilvoorschrift 4. Administratieve reden zoals bijvoorbeeld een attest van goede gezondheid 5. Andere, omschrijf:
1. Ikzelf (of ouder/voogd in geval van kind) 1. Eerste keer
2. De huisarts 3. Een andere specialist
2. Herhalingsbezoek ► volgende contact ► of DE.01.
4. Een preventieve dienst (Kind en Gezin, schoolarts, arbeidsgeneesheer of andere) 5. Door de specialist opgeroepen 6. Iemand die geen arts is, omschrijf: .........................................................
...........................................
3
Wie nam het initiatief om contact op te nemen met deze specialist?
1. Ikzelf (of ouder/voogd in geval van kind)
...........................................
.
SP.12.
9.
Weet niet ► SP.11.
9.
Weet niet
9.
Weet niet
9.
Weet niet
0.
Gn antwd► SP.11.
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
.........................................
1. Preventief onderzoek zonder enige klacht of ziekte
.........................................
2. Vaccinatie
......................................... ..........................► SP.11.
3. Pilvoorschrift 4. Administratieve reden zoals bijvoorbeeld een attest van goede gezondheid 5. Andere, omschrijf:
1. Ikzelf (of ouder/voogd in geval van kind) 1. Eerste keer
2. De huisarts 3. Een andere specialist
2. Herhalingsbezoek ► volgende contact of ► of DE.01.
4. Een preventieve dienst (Kind en Gezin, schoolarts, arbeidsgeneesheer of andere) 5. Door de specialist opgeroepen 6. Iemand die geen arts is, omschrijf: .........................................................
........................................... 9.
Weet niet ► SP.11.
9.
Weet niet
9.
Weet niet
9.
Weet niet
0.
Gn antwd► SP.11.
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
27
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Contacten met een tandarts De volgende vragen gaan over uw gebit en tandheelkundige verzorging.
Enquêteur:
Indien de ondervraagde persoon jonger is dan 15 jaar oud, ga onmiddellijk naar DE.05.
Eerst zal ik u enkele vragen stellen over uw gebit. DE.01.
Hebt u nog eigen tanden, ook al is het er maar één?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
DE.02.
Hebt u een uitneembare tandprothese?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
DE.03.
Gaat het om een …
Volledige prothese ..................................................................................................................
1
Deelprothese ..........................................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
DE.04.
Hebt u een niet-uitneembare tandprothese?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
28
► DE.04.
Gezondheidsenquête, België, 2008
DE.05.
Mondelinge vragenlijst
Hoe vaak poetst u gewoonlijk uw tanden?
Meer dan twee keer per dag...................................................................................................
1
Twee keer per dag..................................................................................................................
2
Eén keer per dag ....................................................................................................................
3
Minder dan één keer per dag .................................................................................................
4
Nooit........................................................................................................................................
5
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
De volgende vragen gaan over raadplegingen van een tandarts, orthodontist of andere tandarts specialist voor uzelf. DE.06.
Wanneer hebt u voor het laatst voor uzelf een tandarts of orthodontist geraadpleegd?
Minder dan 6 maanden geleden.............................................................................................
1
6 maanden geleden of langer, maar minder dan 12 maanden geleden
2
► ED.01.
12 maanden geleden of langer...............................................................................................
3
► ED.01.
Nooit .......................................................................................................................................
4
► ED.01.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► ED.01.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► ED.01.
DE.07.
Hoeveel keer hebt u de afgelopen 2 maanden, die gisteren afliepen, dus sinds ____ / ____ / ______, een tandarts of orthodontist geraadpleegd? keer (Enquêteur: Helemaal niet = 0 en ►ED.01)
Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
-1
29
Gezondheidsenquête, België, 2008
DE.08.
Mondelinge vragenlijst
Hoeveel keer hebt u de afgelopen 4 weken die gisteren afliepen, dus sinds ____ / ____ / ______, een tandarts of orthodontist geraadpleegd? keer (Helemaal niet = 0)
Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
-1
30
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Contacten met de spoedgevallendienst van een ziekenhuis De volgende vragen gaan over contacten met het ziekenhuis. Eerst gaan we het hebben over raadplegingen van de spoedgevallendienst van een ziekenhuis, die u voor uzelf raadpleegt. Contacten met een spoedgevallendienst waarbij u achteraf in het ziekenhuis bleef opgenomen, ook al was het maar één nacht, worden hier niet meegeteld. Deze komen aan bod in de module over opnames in het ziekenhuis.
ED.01.
Wanneer hebt u voor het laatst voor uzelf een spoedgevallendienst geraadpleegd?
Minder dan 12 maanden geleden...........................................................................................
1
12 maanden geleden of langer...............................................................................................
2
► HO.01.
Nooit........................................................................................................................................
3
► HO.01.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► HO.01.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► HO.01.
ED.02.
Hoeveel keer hebt u de afgelopen 4 weken die gisteren afliepen, dus sinds ____ / ____ / ______, een spoedgevallendienst geraadpleegd? keer (Helemaal niet = 0)
Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
-1
Nu gaan we het hebben over raadplegingen van de spoedgevallendienst van de afgelopen 2 maanden. ED.03.
Hoeveel keer hebt u de afgelopen 2 maanden die gisteren afliepen, dus sinds ____ / ____ / ______, een spoedgevallendienst geraadpleegd? keer (Helemaal niet = 0)
Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
-1
31
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
De volgende vragen hebben betrekking op de laatste 3 contacten met een spoedgevallendienst, die plaatsvonden de afgelopen 2 maanden, te beginnen met het laatste contact. Enquêteur:
Let er op dat de gerapporteerde contacten plaatsvonden de afgelopen 2 maanden!
ED.04. Wanneer vond dit contact plaats?
Laatste contact
ED.05.
ED.06.
Omschrijf de klachten, ziekten of gezondheidsproblemen die aan de basis lagen van dit contact. Het kan hierbij ook om een mentaal of sociaal probleem gaan.
Wie nam het initiatief om contact op te nemen met de spoedgevallendienst?
............................................................................. 1.
Ikzelf (of ouder/voogd in geval van kind)
2.
De huisarts► ED.08.
3.
Een specialist► ED.08.
............................................................................. Op ____ / ____ / ____ .............................................................................
1 1.
__dagen geleden
2.
__weken geleden
............................................................................. 8.
Geen klachten, ziekten of problemen
4. Iemand die geen arts is
9.
Weet niet
9.
Weet niet
9.
Weet niet ► ED.08.
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord ► ED.08.
Voorlaatste contact
............................................................................. 1.
Ikzelf (of ouder/voogd in geval van kind)
2.
De huisarts► ED.08.
3.
Een specialist► ED.08.
............................................................................. Op ____ / ____ / ____ .............................................................................
2 1.
__dagen geleden
2.
__weken geleden
............................................................................. 8.
Geen klachten, ziekten of problemen
4. Iemand die geen arts is
9.
Weet niet
9.
Weet niet
9.
Weet niet ► ED.08.
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord ► ED.08.
Derde laatste contact
............................................................................. 1.
Ikzelf (of ouder/voogd in geval van kind)
2.
De huisarts► ED.08.
3.
Een specialist► ED.08.
.............................................................................
3
Op ____ / ____ / ____
.............................................................................
1.
__dagen geleden
.............................................................................
2.
__weken geleden
8.
Geen klachten, ziekten of problemen
4. Iemand die geen arts is
9.
Weet niet
9.
Weet niet
9.
Weet niet ► ED.08.
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord ► ED.08.
32
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
ED.07.
ED.08.
Waarom verkoos u een beroep te doen op een spoedgevallendienst, eerder dan op een huisarts of een specialist? (Meer dan één antwoord mogelijk)
Wanneer vond het contact plaats?
Enq.: Toon kaart 9.
1
2
3
ja
neen
01
Spoedgevallendienst is 24 uur op 24 uur open ...............................................
1
2
02
Alle nodige onderzoeken kunnen er op hetzelfde moment worden uitgevoerd
1
2
03
Er hoeft niet onmiddellijk betaald te worden.....................................................
1
2
04
Betere behandeling mogelijk
1
2
05
Het ging om een dringend en/of ernstig probleem ...........................................
1
2
06
Omdat er een ziekenhuis met een spoedgevallendienst in de buurt is ...........
1
2
07
Andere reden, omschrijf: ________________________________________
1
2
1.
In de week, overdag
2.
In de week, ’s nachts
3.
In het weekend, overdag
4.
In het weekend, ’s nachts
Weet het niet .............................................................................................................
9
9.
Weet niet
Geen antwoord .........................................................................................................
0
0.
Geen antwoord
1.
In de week, overdag
2.
In de week, ’s nachts
3.
In het weekend, overdag
4.
In het weekend, ’s nachts
ja
neen
01
Spoedgevallendienst is 24 uur op 24 uur open ...............................................
1
2
02
Alle nodige onderzoeken kunnen er op hetzelfde moment worden uitgevoerd
1
2
03
Er hoeft niet onmiddellijk betaald te worden.....................................................
1
2
04
Betere behandeling mogelijk
1
2
05
Het ging om een dringend en/of ernstig probleem ...........................................
1
2
06
Omdat er een ziekenhuis met een spoedgevallendienst in de buurt is ...........
1
2
07
Andere reden, omschrijf: ________________________________________
1
2
Weet het niet .............................................................................................................
9
9.
Weet niet
Geen antwoord .........................................................................................................
0
0.
Geen antwoord
1.
In de week, overdag
2.
In de week, ’s nachts
3.
In het weekend, overdag
4.
In het weekend, ’s nachts
ja
neen
01
Spoedgevallendienst is 24 uur op 24 uur open ...............................................
1
2
02
Alle nodige onderzoeken kunnen er op hetzelfde moment worden uitgevoerd
1
2
03
Er hoeft niet onmiddellijk betaald te worden.....................................................
1
2
04
Betere behandeling mogelijk
1
2
05
Het ging om een dringend en/of ernstig probleem ...........................................
1
2
06
Omdat er een ziekenhuis met een spoedgevallendienst in de buurt is ...........
1
2
07
Andere reden, omschrijf: ________________________________________
1
2
Weet het niet .............................................................................................................
9
9.
Weet niet
Geen antwoord .........................................................................................................
0
0.
Geen antwoord
33
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Opname in het ziekenhuis De volgende reeks vragen gaat over opnames in een ziekenhuis. Het betreft alle soorten ziekenhuizen. Bezoeken aan spoedafdelingen of als poliklinische patiënt zonder opname worden niet meegerekend. Opnames i.v.m. een bevalling worden wel meegerekend.
Ziekenhuisopname met overnachting. Eerst stellen we u enkele vragen over opnames in een ziekenhuis waarbij u in een ziekenhuis hebt moeten overnachten.
HO.01.
Werd u de afgelopen 12 maanden, dus sinds ____ /____/______, in een ziekenhuis opgenomen waarbij u hebt moeten overnachten?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
► HO.07.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► HO.07.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► HO.07.
HO.02.
Hoeveel keer? keer
Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
34
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
De volgende vragen hebben betrekking op uw laatste 3 ziekenhuisopnames, waarbij u hebt moeten overnachten, die het afgelopen jaar plaatsvonden, te beginnen met de laatste opname. Enquêteur:
Let er op dat de gerapporteerde ziekenhuisopnames het afgelopen jaar plaatsvonden.
HO.03.
HO.04.
HO.05.
HO.06.
Wanneer vond deze opname plaats? (opnamedatum)
Ging het om een opname in een psychiatrisch ziekenhuis of in een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis?
Hoeveel nachten hebt u in het ziekenhuis doorgebracht?
Omschrijf de klachten, ziekten of gezondheidsproblemen die aan de basis lagen van de opname. Het kan hierbij ook om een mentaal of sociaal probleem gaan.
Laatste hospitalisatie
.................................................................. ..................................................................
1
Op ____ / ____ / ____
1. Ja, een psychiatrisch ziekenhuis
2. __weken geleden
2. Ja, een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis
3. __ maanden geleden
3. Neen
9.
Weet niet
9.
0.
Geen antwoord
0.
1. __dagen geleden
1. …….. nachten 2. Opname duurt nog voort
..................................................................
Weet niet
9.
Weet niet
9.
Weet niet
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
Voorlaatste hospitalisatie
2
Op ____ / ____ / ____ 1. __dagen geleden 2. __weken geleden 3. __ maanden geleden
..................................................................
.................................................................. .................................................................. 1. Ja, een psychiatrisch ziekenhuis 2. Ja, een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis
1. …….. nachten
..................................................................
2. Opname duurt nog voort
..................................................................
3. Neen 9.
Weet niet
9.
Weet niet
9.
Weet niet
9.
Weet niet
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
Derde laatste hospitalisatie
.................................................................. ..................................................................
3
Op ____ / ____ / ____
1. Ja, een psychiatrisch ziekenhuis
2. __weken geleden
2. Ja, een psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis
3. __ maanden geleden
3. Neen
9.
Weet niet
9.
0.
Geen antwoord
0.
1. __dagen geleden
1. …….. nachten
..................................................................
2. Opname duurt nog voort
..................................................................
Weet niet
9.
Weet niet
9.
Weet niet
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
35
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Daghospitalisatie.
De volgende vragen gaan over daghospitalisaties.
HO.07.
Werd u de afgelopen 12 maanden, dus sinds ____/____/______, in een ziekenhuis opgenomen voor een daghospitalisatie, d.w.z. een hospitalisatie waarbij u een bed kreeg, maar niet hebt moeten overnachten?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
► HO.11.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► HO.11.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► HO.11.
HO.08.
Hoeveel keer? keer
Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
36
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
De volgende vragen hebben betrekking op de laatste 3 daghospitalisaties die het afgelopen jaar plaatsvonden te beginnen met de laatste daghospitalisatie. Enquêteur:
Let er op dat de gerapporteerde ziekenhuisopnames het afgelopen jaar plaatsvonden.
HO.09.
HO.10.
Wanneer vond deze opname plaats? (opnamedatum)
Omschrijf de klachten, ziekten of gezondheidsproblemen die aan de basis lagen van de opname. Het kan hierbij ook om een mentaal of sociaal probleem gaan.
Laatste hospitalisatie ................................................................................................. .................................................................................................
Op ____ / ____ / ____
1
................................................................................................. 1. __dagen geleden .................................................................................................
2. __weken geleden 3. __ maanden geleden
9.
Weet niet
9.
Weet niet
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
Voorlaatste hospitalisatie .................................................................................................
2
Op ____ / ____ / ____
.................................................................................................
1. __dagen geleden
.................................................................................................
2. __weken geleden
.................................................................................................
3. __ maanden geleden
9.
Weet niet
9.
Weet niet
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
Derde laatste hospitalisatie ................................................................................................. Op ____ / ____ / ____
.................................................................................................
3
.................................................................................................
1. __dagen geleden
.................................................................................................
2. __weken geleden 3. __ maanden geleden
9.
Weet niet
9.
Weet niet
0.
Geen antwoord
0.
Geen antwoord
37
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
De volgende vragen gaan zowel over ziekenhuisopnames met overnachting als daghospitalisaties. HO.11.
Is het de afgelopen 12 maanden voorgevallen dat u volgens de aanbevelingen van een dokter echt opgenomen had moeten worden, maar dit is niet gebeurd?
Ja, dat is minstens één keer voorgevallen .............................................................................
1
Neen, dat is niet voorgevallen ................................................................................................
2
► OH.01.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► OH.01.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► OH.01.
HO.12.
Wat was de belangrijkste reden om niet gehospitaliseerd te worden?
Enquêteur: Toon kaart 10. Kon het me niet veroorloven (te duur of niet gedekt door de mutualiteit of een verzekering)
1
Wachtlijst, andere reden te wijten aan het ziekenhuis ...........................................................
2
Geen tijd door het werk, zorg voor kinderen of voor anderen ................................................
3
Te ver / geen vervoermiddel...................................................................................................
4
Bang van operatie / behandeling............................................................................................
5
Andere reden, omschrijf: __________________________________________________
6
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
38
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Contacten met andere gezondheidsvoorzieningen De volgende vragen gaan over contacten met andere gezondheidswerkers en een aantal preventieve en sociale diensten voor uzelf. OH.01.
Hebt u de afgelopen 12 maanden, dus sinds ____/____/______ de volgende diensten of gezondheidswerkers geraadpleegd? Ja
Neen
Weet het niet
Geen antwoord
01.
Een medisch laboratorium of een radiologisch centrum
1
2
9
0
02.
Een kinesitherapeut
1
2
9
0
03.
Een verple(e)g(st)er of een vroedvrouw (met uitzondering van contacten tijdens een hospitalisatie, thuiszorg of in een medisch laboratorium of radiologisch centrum)
1
2
9
0
04.
Een diëtist(e)
1
2
9
0
05.
Een logopedist(e)
1
2
9
0
06.
Een ergotherapeut
1
2
9
0
07.
Een psycholo(o)g(e) of psychotherapeut(e)
1
2
9
0
08.
Andere gezondheidswerker, omschrijf: __________________________
1
2
9
0
OH.02.
Hebt u de afgelopen 12 maanden, dus sinds ____/____/______ de volgende gezondheidswerkers geraadpleegd? Ja
Neen
Weet het niet
Geen antwoord
01.
Een homeopaat
1
2
9
0
02.
Een acupuncturist
1
2
9
0
03.
Een fytotherapeut of kruidengenezer
1
2
9
0
04.
Een chiropractor
1
2
9
0
05.
Een manueel therapeut
1
2
9
0
06.
Een osteopaat
1
2
9
0
1
2
9
0
07.
Een andere beoefenaar van een alternatieve geneeswijze, omschrijf: __________________________________
39
Gezondheidsenquête, België, 2008
OH.03.
Mondelinge vragenlijst
Hebt u de afgelopen 12 maanden, dus sinds ____/____/______, gebruik gemaakt van de volgende zorgvoorzieningen:
01.
Thuisverzorging geleverd door een verple(e)g(st)er of vroedvrouw
Enq:
Indien JA, stel de volgende vraag:
01.01.
Ging het om private thuisverzorging, volledig betaald uit eigen middelen?
02.
Hulp aan huis voor huishoudelijke taken of aan ouderen
Enq:
Indien JA, stel de volgende vragen:
Ja
Neen
Weet het niet
Geen antwoord
1
2
9
0
1
2
9
0
1
2
9
0
02.01.
Ging het om huishoudelijk werk betaald via dienstencheques ?
1
2
9
0
02.02.
Ging het om private hulp, volledig betaald uit eigen middelen?
1
2
9
0
03.
Warme maaltijden aan huis
1
2
9
0
04.
Vervoersdiensten
1
2
9
0
1
2
9
0
Ander diensten voor thuisverzorging, omschrijf: 05. ____________________________________
OH.04.
Hebt u het afgelopen jaar dus sinds ____/____/______, een contact gehad met één van de volgende diensten? Ja
Neen
Weet het niet
Geen antwoord
01.
Kind en Gezin of ONE
1
2
9
0
02.
Schoolarts
1
2
9
0
03.
Arbeidsgeneeskundige dienst
1
2
9
0
04.
OCMW
1
2
9
0
05.
Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg
1
2
9
0
06.
Centrum voor geboorteplanning en gezinsvragen
1
2
9
0
07.
Andere dienst voor sociale of mentale hulpverlening, namelijk: ____________________________________
1
2
9
0
40
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Gebruik van geneesmiddelen Gebruik van geneesmiddelen in de afgelopen 2 weken Nu zou ik u enkele vragen willen stellen over de geneesmiddelen en voedingssupplementen die u de afgelopen 2 weken gebruikte. Het betreft ook voedingssupplementen zoals kruidengeneesmiddelen of vitaminen en – voor vrouwen - de pil of andere anticonceptiva en andere hormonen. DR.01.
Hebt u de afgelopen 2 weken geneesmiddelen gebruikt die u aangeraden of voorgeschreven werden door een arts?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
► DR.03.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► DR.03.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► DR.03.
DR.02.
Waren dit geneesmiddelen voor …?
Enquêteur:
Stel de vraag en duid het antwoord aan voor ieder item van 01 tot 16.
Ja
Neen
Weet het niet
Geen antwoord
01.
Astma
1
2
9
0
02.
Chronische bronchitis, chronisch obstructief longlijden, emfyseem
1
2
9
0
03.
Hoge bloeddruk
1
2
9
0
04.
Te hoog cholesterolgehalte in het bloed
1
2
9
0
05.
Andere hart- en vaatziekten, zoals beroerte en hartaanval
1
2
9
0
06.
Pijn in de gewrichten (artrose, artritis)
1
2
9
0
07.
Pijn in de nek of de rug
1
2
9
0
08.
Hoofdpijn of migraine
1
2
9
0
09.
Andere pijn
1
2
9
0
10.
Suikerziekte
1
2
9
0
11.
Allergische symptomen (eczema, neusloop, hooikoorts)
1
2
9
0
12.
Maagproblemen
1
2
9
0
13.
Kanker (chemotherapie)
1
2
9
0
14.
Depressie
1
2
9
0
15.
Spanning of angst
1
2
9
0
16.
Preventie van osteoporose
1
2
9
0
41
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Hebt u andere voorgeschreven geneesmiddelen gebruikt zoals … ? Enquêteur:
Stel de vraag en duid het antwoord aan voor ieder item van 17 tot 21. Ja
Neen
Weet het niet
Geen antwoord
17.
Slaappillen
1
2
9
0
18.
Antibiotica
1
2
9
0
19.
(voor vrouwen) anticonceptiepil, prikpil, patch
1
2
9
0
20.
(voor vrouwen) hormonen voor de menopauze
1
2
9
0
21.
Andere voorgeschreven geneesmiddelen, omschrijf: ____________________________________
1
2
9
0
DR.03.
Hebt u de afgelopen 2 weken geneesmiddelen, voedingssupplementen, kruidengeneesmiddelen of vitaminen gebruikt die niet voorgeschreven of aangeraden waren door een arts?
Ja ............................................................................................................................................
1
.
Neen .......................................................................................................................................
2
► pag. 43
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► pag. 43
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► pag. 43
DR.04. Enquêteur:
Waren dit geneesmiddelen voor …? Stel de vraag en duid het antwoord aan voor ieder item van 01 tot 10. Ja
Neen
Weet het niet
Geen antwoord
01.
Pijn in de gewrichten (artrose, artritis)
1
2
9
0
02.
Hoofdpijn of migraine
1
2
9
0
03.
Andere pijn
1
2
9
0
04.
Verkoudheid, griep of keelpijn
1
2
9
0
05.
Allergische symptomen (eczema, neusloop, hooikoorts)
1
2
9
0
06.
Maaglast
1
2
9
0
07.
Spanning of angst
1
2
9
0
08.
Of waren dit slaapmiddelen
1
2
9
0
09.
Of vitaminen, mineralen of tonica
1
2
9
0
10.
Of een ander soort geneesmiddel of supplement, omschrijf:
1
2
9
0
______________________________________________________________
42
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Gebruik van geneesmiddelen in afgelopen 24 uur Enquêteur:
Als de persoon in de afgelopen 2 weken helemaal geen geneesmiddelen heeft ingenomen (antwoord op vraag DR.01 en DR.03 = “Neen”), ga door naar PS.01.
Nu zal ik het even hebben over de geneesmiddelen die u op dit moment neemt. Het betreft terug alle soorten geneesmiddelen en ditmaal zowel voorgeschreven als niet voorgeschreven geneesmiddelen. DR.05.
Hebt u de afgelopen 24 uur, dus sinds ...uur gisteren, geneesmiddelen gebruikt ?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
► PS.01
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► PS.01
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► PS.01
Enquêteur: Vraag aan de ondervraagde persoon om de geneesmiddelen die hij/zij de afgelopen 24 uur heeft gebruikt aan u te tonen, indien mogelijk met de verpakking. Voor elk geneesmiddel moet u nagaan of u op de verpakking een barcode vindt. Onder de barcode zal u een cijfercode zien, meestal bestaande uit 4 cijfers, een streepje en 3 cijfers (bv. 1258-514). Dit is de CNK-code. In sommige gevallen vindt u een getal met veel meer cijfers. In dat geval bestaat de CNK-code uit de eerste 7 cijfers van dit getal. Noteer in DR.06 en DR.07 de naam en de CNK code van de geneesmiddelen die de ondervraagde persoon de afgelopen 24 uur gebruikt heeft en stel voor elk geneesmiddel de vragen DR.08 en DR.09.
43
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Enquêteur: Vergeet niet om voor ieder geneesmiddel ook de vragen DR.08 en DR.09 te stellen, op de pagina hiernaast! DR.06.
DR.07.
Naam van het geneesmiddel (IN DRUKLETTERS)
CNK - code
Enq. : Indien geen naam: 8, 9 of 0 omcirkelen
Enq. : Indien geen code: 99, 9 of 0 omcirkelen
8. Magistraal
01
9. WN 0. GA 8. Magistraal
02
9. WN 0. GA 8. Magistraal
03
9. WN 0. GA 8. Magistraal
04
9. WN 0. GA 8. Magistraal
05
9. WN 0. GA 8. Magistraal
06
9. WN 0. GA 8. Magistraal
07
9. WN 0. GA 8. Magistraal
08
9. WN 0. GA 8. Magistraal
09
9. WN 0. GA 8. Magistraal
10
9. WN 0. GA 8. Magistraal
11
9. WN 0. GA 8. Magistraal
12
9. WN 0. GA 8. Magistraal
13
9. WN 0. GA
WN = Weet het niet; GA = Geen antwoord.
44
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
DR.08.
DR.09.
Gaat het om een geneesmiddel voor inwendig gebruik (zoals tablet, siroop, inhalatiespray of inspuiting) of voor uitwendig gebruik (zoals zalf of druppels)?
01
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
Omschrijf de klachten, ziekten of gezondheidsproblemen waarom dit geneesmiddel werd genomen.
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
02
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
03
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
04
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
05
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
06
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
07
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
08
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
09
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
10
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
11
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
12
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
13
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA WN = Weet het niet; GA = Geen antwoord.
45
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Enquêteur: Vergeet niet om voor ieder geneesmiddel ook de vragen DR.08 en DR.09 te stellen, op de pagina hiernaast! DR.06.
DR.07.
Naam van het geneesmiddel (IN DRUKLETTERS)
CNK - code
Enq.: Indien geen naam: 8, 9 of 0 omcirkelen.
Enq.: Indien geen code: 99, 9 of 0 omcirkelen.
8. Magistraal
14
9. WN 0. GA 8. Magistraal
15
9. WN 0. GA 8. Magistraal
16
9. WN 0. GA 8. Magistraal
17
9. WN 0. GA 8. Magistraal
18
9. WN 0. GA 8. Magistraal
19
9. WN 0. GA 8. Magistraal
20
9. WN 0. GA 8. Magistraal
21
9. WN 0. GA 8. Magistraal
22
9. WN 0. GA 8. Magistraal
23
9. WN 0. GA 8. Magistraal
24
9. WN 0. GA 8. Magistraal
25
9. WN 0. GA 8. Magistraal
26
9. WN 0. GA
WN = Weet het niet; GA = Geen antwoord.
46
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
99. Geen CNK code
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
9.
Geen verpakking
0.
GA
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
DR.08.
DR.09.
Gaat het om een geneesmiddel voor inwendig gebruik (zoals tablet, siroop, inhalatiespray of inspuiting) of voor uitwendig gebruik (zoals zalf of druppels)?
14
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
Omschrijf de klachten, ziekten of gezondheidsproblemen waarom dit geneesmiddel werd genomen.
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
15
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
16
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
17
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
18
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
19
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
20
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
21
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
22
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
23
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
24
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
25
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA
26
1. Inwendig gebruik
2. Uitwendig gebruik
9. WN 0. GA
9. WN 0. GA WN = Weet het niet; GA = Geen antwoord.
47
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Patiëntentevredenheid
Enquêteur : Deze vraag mag NIET ingevuld worden in geval van een proxy-bevraging. Toon kaart 11.
PS.01.
In welke mate bent u tevreden over de dienstverlening van de volgende zorgverstrekkers in België?
Zeer tevreden
Tamelijk tevreden
Niet tevreden en niet ontevreden
Tamelijk ontevreden
Zeer ontevreden
Weet niet
Geen antwoord
01.
Ziekenhuizen (ook diensten spoedgevallen)
1
2
3
4
5
9
0
02.
Tandartsen, orthodontisten en andere specialisten in tandzorg
1
2
3
4
5
9
0
03.
Arts-specialisten
1
2
3
4
5
9
0
04.
Huisartsen
1
2
3
4
5
9
0
05.
Diensten voor thuiszorg
1
2
3
4
5
9
0
48
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Vaccinatie Vaccinatie tegen tetanus VA.01.
Hebt u ooit een vaccinatie of herhalingvaccinatie gehad tegen tetanus of klem?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
►VA.03.
Ik weet niet waarover u het hebt.............................................................................................
3
►VA.03.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
►VA.03.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
►VA.03.
VA.02.
Wanneer hebt u deze vaccinatie tegen tetanus voor het laatst gekregen?
Minder dan 10 jaar geleden....................................................................................................
1
10 jaar geleden of meer..........................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
Vaccinatie tegen hepatitis B Enquêteur: De commerciële benamingen van de vaccins tegen hepatitis B (HB) zijn: Engerix B®, HB Vax Pro®, Fendrix®, Twinrix® of Infanrix-Hexa®.
VA.03.
Hebt u ooit een vaccinatie gehad tegen Hepatitis B, dat is een vorm van geelzucht?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
►VA.05.
Ik weet niet waarover u het hebt.............................................................................................
3
►VA.05.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
►VA.05.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
►VA.05.
VA.04.
Wanneer hebt u deze vaccinatie tegen Hepatitis B voor het laatst gekregen?
Minder dan 10 jaar geleden....................................................................................................
1
10 jaar geleden of meer..........................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
49
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Vaccinatie tegen de griep VA.05.
Hebt u ooit een vaccinatie tegen de griep gehad?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
►VA.07.
Ik weet niet waarover u het hebt.............................................................................................
3
►VA.07.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
►VA.07.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
►VA.07.
VA.06. Enquêteur:
Wanneer hebt u deze vaccinatie tegen de griep voor het laatst gekregen? 99 en/of 9999 invullen indien resp. maand en/of jaar onbekend zijn.
Maand :
Jaar :
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
Vaccinatie tegen pneumokokken Enquêteur: De commerciële benamingen van het vaccin tegen pneumokokken is Pneumo 23®.
VA.07.
Hebt u ooit een vaccinatie of herhalingvaccinatie gehad tegen pneumokokken?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
►VA.09.
Ik weet niet waarover u het hebt.............................................................................................
3
►VA.09.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
►VA.09.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
►VA.09.
VA.08.
Wanneer hebt u deze vaccinatie tegen pneumokokken voor het laatst gekregen?
Minder dan 5 jaar geleden......................................................................................................
1
5 jaar geleden of meer............................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
50
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Enquêteur: De twee volgende vragen moeten enkel gesteld worden aan personen van 12 jaar en ouder. Voor de anderen, ga naar NS.01.
Andere vaccinaties
VA.09.
Hebt u de afgelopen 12 maanden één of meerdere andere vaccinaties gehad?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
►NS.01.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
►NS.01.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
►NS.01.
VA.10.
Welke vaccinaties hebt u gehad? ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................
51
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Voeding De volgende vragen gaan over uw voedingsgewoonten, maar eerst stellen we u twee vragen over uw gewicht en lengte. NS.01.
Hoe groot bent u, zonder schoenen aan? cm
Weet het niet...........................................................................................................................
999
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
NS.02. Enquêteur:
Hoeveel weegt u zonder kleding en zonder schoenen aan? Aan vrouwen die zwanger zijn, vraag het gewicht vóór de zwangerschap. kg
Weet het niet...........................................................................................................................
999
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
NH.01. Enquêteur:
Hoe vaak eet u fruit? Toon kaart 12 voor de vragen NH.01, NH.03, NH.05, NH.07, NH.09 en NH.11.
2 of meer keer per dag ...........................................................................................................
1
1 keer per dag.........................................................................................................................
2
4 tot 6 keer per week ..............................................................................................................
3
1 tot 3 keer per week ..............................................................................................................
4
Minder dan 1 keer per week ...................................................................................................
5
Nooit........................................................................................................................................
6
►NH.03.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
►NH.03.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
►NH.03.
52
Gezondheidsenquête, België, 2008
NH.02.
Mondelinge vragenlijst
Hoeveel fruit eet u dan gemiddeld op zo een dag?
Enquêteur: Eén portie komt overeen met: 1 appel, 1 banaan, 1 sinaasappel… of 2 pruimen, 2 kiwi’s, 7 aardbeien… of een halve pompelmoes, een schijf ananas of meloen. Minder dan 2 porties ...............................................................................................................
1
Ongeveer 2 porties .................................................................................................................
2
Meer dan 2 porties..................................................................................................................
3
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
NH.03.
Hoe vaak eet u groenten of salade (uitgezonderd sap en aardappelen)?
2 of meer keer per dag ...........................................................................................................
1
1 keer per dag.........................................................................................................................
2
4 tot 6 keer per week ..............................................................................................................
3
1 tot 3 keer per week ..............................................................................................................
4
Minder dan 1 keer per week ...................................................................................................
5
Nooit........................................................................................................................................
6
►NH.05.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
►NH.05.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
►NH.05.
NH.04.
Hoeveel groenten of salade eet u dan gemiddeld op zo een dag?
Minder dan 200 g....................................................................................................................
1
Ongeveer 200 g ......................................................................................................................
2
Meer dan 200 g.......................................................................................................................
3
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
NH.05.
Hoe vaak drinkt u fruit- of groentensap?
2 of meer keer per dag ...........................................................................................................
1
1 keer per dag.........................................................................................................................
2
4 tot 6 keer per week ..............................................................................................................
3
1 tot 3 keer per week ..............................................................................................................
4
Minder dan 1 keer per week ...................................................................................................
5
Nooit........................................................................................................................................
6
►NH.07.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
►NH.07.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
►NH.07.
53
Gezondheidsenquête, België, 2008
NH.06.
Mondelinge vragenlijst
Hoeveel fruit- of groentensap drinkt u dan gemiddeld op zo een dag?
Minder dan 2 glazen ...............................................................................................................
1
Ongeveer 2 glazen .................................................................................................................
2
Meer dan 2 glazen ..................................................................................................................
3
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
NH.07.
Hoe vaak eet u bruin brood (ook bruine beschuit, bruine pistolets of bruin stokbrood)?
2 of meer keer per dag ...........................................................................................................
1
1 keer per dag.........................................................................................................................
2
4 tot 6 keer per week ..............................................................................................................
3
1 tot 3 keer per week ..............................................................................................................
4
Minder dan 1 keer per week ...................................................................................................
5
Nooit........................................................................................................................................
6
►NH.09.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
►NH.09.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
►NH.09.
NH.08.
Hoeveel bruin brood eet u dan gemiddeld op zo een dag?
Minder dan 8 sneden ..............................................................................................................
1
Ongeveer 8 sneden ................................................................................................................
2
Meer dan 8 sneden.................................................................................................................
3
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
NH.09.
Hoe vaak eet u vis of chelp- of schaaldieren (zoals koolvis, kabeljauw, mosselen, garnalen,…)?
2 of meer keer per dag ...........................................................................................................
1
1 keer per dag.........................................................................................................................
2
4 tot 6 keer per week ..............................................................................................................
3
1 tot 3 keer per week ..............................................................................................................
4
Minder dan 1 keer per week ...................................................................................................
5
Nooit........................................................................................................................................
6
►NH.11.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
►NH.11.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
►NH.11.
54
Gezondheidsenquête, België, 2008
NH.10.
Mondelinge vragenlijst
Hoeveel vis of schelp- of schaaldieren eet u dan gemiddeld op zo een dag?
Minder dan 100 g....................................................................................................................
1
Ongeveer 100 g ......................................................................................................................
2
Meer dan 100 g.......................................................................................................................
3
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
NH.11.
Hoe vaak drinkt u gesuikerde frisdranken? Opgelet: “light” frisdranken behoren niet tot de gesuikerde frisdranken.
2 of meer keer per dag ...........................................................................................................
1
1 keer per dag.........................................................................................................................
2
4 tot 6 keer per week ..............................................................................................................
3
1 tot 3 keer per week ..............................................................................................................
4
Minder dan 1 keer per week ...................................................................................................
5
Nooit........................................................................................................................................
6
►HE.01.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
►HE.01.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
►HE.01.
NH.12.
Hoeveel gesuikerde frisdranken drinkt u gemiddeld op zo een dag?
Minder dan 1 liter ....................................................................................................................
1
Ongeveer 1 liter ......................................................................................................................
2
Meer dan 1 liter.......................................................................................................................
3
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
55
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Gezondheid en omgeving De volgende vragen hebben betrekking op omgevingskenmerken hier bij u thuis. Enquêteur: Indien de respondent een proxy is, ga naar ET.01.
HE.01.
Als u denkt aan de afgelopen 12 maanden, in welke mate ergert, stoort of hindert één van de volgende condities u als u hier thuis bent?
Enquêteur: Toon kaart 13.
Helemaal niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Extreem
Weet het niet
Geen antwoord
01.
Luchtverontreiniging (fijn stof, roet, stof, rook, ozon)
5
4
3
2
1
9
0
02.
Geurhinder afkomstig van de industrie in de omgeving van uw woonplaats
5
4
3
2
1
9
0
03.
Geurhinder te wijten aan andere bronnen (riolering, afval, bemesting)
5
4
3
2
1
9
0
04.
Opstapeling van vuilnis
5
4
3
2
1
9
0
05.
Vochtigheid
5
4
3
2
1
9
0
06.
Schimmels of zwammen
5
4
3
2
1
9
0
07.
Trillingen te wijten aan wegverkeer, treinverkeer, vliegtuigen of ondernemingen in de buurt
5
4
3
2
1
9
0
08.
Lawaai van autoverkeer
5
4
3
2
1
9
0
09.
Lawaai van treinverkeer, tram of metro
5
4
3
2
1
9
0
10.
Lawaai van vliegtuigen
5
4
3
2
1
9
0
11.
Lawaai van ondernemingen in de buurt (fabriek, werkplaats)
5
4
3
2
1
9
0
12.
Burenlawaai
5
4
3
2
1
9
0
56
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Enquêteur: Indien de respondent een proxy is, ga naar ET.01.
HE.02.
Als u denkt aan de afgelopen 12 maanden, in welke mate wordt u, als u hier thuis bent, gestoord in u slaap door:
Enquêteur: Toon kaart 14.
Helemaal niet
Een beetje
Tamelijk
Erg
Extreem
Weet het niet
Geen antwoord
01.
Lawaai van autoverkeer
5
4
3
2
1
9
0
02.
Lawaai van treinverkeer, tram of metro
5
4
3
2
1
9
0
03.
Lawaai van vliegtuigen
5
4
3
2
1
9
0
04.
Lawaai van ondernemingen in de buurt (fabriek, werkplaats)
5
4
3
2
1
9
0
05.
Burenlawaai
5
4
3
2
1
9
0
57
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Studies Enquêteur:
ET.01.
Vragen enkel voor respondenten van 6 jaar en ouder. Voor kinderen jonger dan 6 jaar is de bevraging gedaan. Vergeet niet de vragen ENQ.01 en ENQ.02 in te vullen.
Bent u schoolgaand, d.w.z. volgt u, eventueel deeltijds, dagonderwijs?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
► ET.03.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► ET.03.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► ET.03.
ET.02. Enquêteur:
Welk van de volgende studierichtingen volgt u op dit ogenblik? Toon kaart 15.
Lager onderwijs ......................................................................................................................
01
Algemeen lager secundair onderwijs......................................................................................
02
Lager technisch, kunst- of beroepssecundair onderwijs ........................................................
03
Algemeen hoger secundair onderwijs ....................................................................................
04
Hoger technisch secundair onderwijs.....................................................................................
05
Hoger kunstsecundair onderwijs ............................................................................................
06
Hoger beroepssecundair onderwijs ........................................................................................
07
Post-secundair niet-hoger onderwijs ......................................................................................
08
Hoger onderwijs van het korte type ........................................................................................
09
Hoger onderwijs van het lange type .......................................................................................
10
Universitair onderwijs..............................................................................................................
11
Universitair onderwijs – voortgezette opleidingen ..................................................................
12
Doctoraat met proefschrift ......................................................................................................
13
Andere, verklaar nader:____________________________________________________
14
Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
58
.
Gezondheidsenquête, België, 2008
Enquêteur:
ET.03.
Mondelinge vragenlijst
Voor de schoolgaanden is de bevraging gedaan. Vergeet niet de vragen ENQ.01 en ENQ.02 in te vullen. Voor de anderen, ga verder en toon kaart 15.
Welk is het hoogste diploma of de hoogste graad die u behaald heeft?
Lager onderwijs ......................................................................................................................
01
Algemeen lager secundair onderwijs......................................................................................
02
Lager technisch, kunst- of beroepssecundair onderwijs ........................................................
03
Algemeen hoger secundair onderwijs ....................................................................................
04
Hoger technisch secundair onderwijs.....................................................................................
05
Hoger kunstsecundair onderwijs ............................................................................................
06
Hoger beroepssecundair onderwijs ........................................................................................
07
Post-secundair niet-hoger onderwijs ......................................................................................
08
Hoger onderwijs van het korte type ........................................................................................
09
Hoger onderwijs van het lange type .......................................................................................
10
Universitair onderwijs..............................................................................................................
11
Universitair onderwijs – voortgezette opleidingen ..................................................................
12
Doctoraat met proefschrift ......................................................................................................
13
Andere, verklaar nader:____________________________________________________
14
Geen diploma .........................................................................................................................
15
Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
ET.04.
Hoe oud was u toen u uw studies beëindigde? jaar
Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
59
.
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Tewerkstelling De volgende vragen gaan over uw tewerkstelling. We beschouwen iemand als tewerkgesteld als hij/zij betaald werk heeft, al is dat maar voor 1 uur per week. Uw betaald werk kan tijdelijk onderbroken zijn. Dit betekent dat u op dit moment niet tewerkgesteld bent, maar binnen afzienbare tijd uw werk kan hervatten. EM.01.
Hebt u op dit moment betaald werk, eventueel tijdelijk onderbroken?
Ja, betaald werk (eventueel tijdelijk onderbroken) .................................................................
1
Neen, geen betaald werk........................................................................................................
2
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
EM.02.
U verricht momenteel geen betaald werk. In welk van de volgende situaties bevindt u zich?
Werkloosheid ..........................................................................................................................
1
Ziekte of invaliditeit .................................................................................................................
2
Studies....................................................................................................................................
3
Pensioen.................................................................................................................................
4
Ik doe het huishouden, zonder uitkering.................................................................................
5
Ik ben helpster van een zelfstandige ......................................................................................
6
Andere situatie, omschrijf: __________________________________________________
7
Weet het niet...........................................................................................................................
9
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
EM.03.
► EM.04.
.
U verricht momenteel geen betaald werk. Hebt u ooit betaald werk gehad?
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen ......................................................................................................................................
2
► EM.11.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► EM.11.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► EM.11.
Enquêteur:
EM.04.
Voor respondenten die momenteel betaald werk hebben (EM.01 = 1) gaan de volgende vragen over hun huidig werk. Voor respondenten die ooit betaald werk hadden (EM.03 = 1) gaan de volgende vragen over hun laatste werk. Bent (Was) u tewerkgesteld als werknemer of zelfstandige?
Werknemer .............................................................................................................................
1
Zelfstandige ............................................................................................................................
2
► EM.07.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► EM.07.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► EM.07.
60
Gezondheidsenquête, België, 2008
EM.05.
Mondelinge vragenlijst
Hoeveel uren per week werkt (werkte) u gewoonlijk? Uur per week:
Weet het niet...........................................................................................................................
99
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
EM.06.
Kunt u uw huidige (laatste) werk zo nauwkeurig mogelijk omschrijven?
................................................................................................................................................. Weet het niet...........................................................................................................................
999
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
EM.07.
Kunt u aangeven wat de belangrijkste activiteit van de onderneming of instelling is waar u werk (werkte)?
................................................................................................................................................. Weet het niet...........................................................................................................................
999
Geen antwoord .......................................................................................................................
-1
Enquêteur:
EM.08.
Enkel voor respondenten die momenteel betaald werk hebben (EM.01 = 1). Voor de anderen is de bevraging gedaan. Vergeet niet de vragen ENQ.01 en ENQ.02 in te vullen.
Bent u de afgelopen 12 maanden op het werk afwezig geweest door gezondheidsproblemen? Houdt hierbij rekening met alle aandoeningen, verwondingen of andere gezondheidsproblemen die u hebt gehad en resulteerden in een afwezigheid op het werk.
Ja ............................................................................................................................................
1
Neen .......................................................................................................................................
2
► EM.10.
Weet het niet...........................................................................................................................
9
► EM.10.
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
► EM.10.
EM.09.
Hoeveel dagen in totaal bent u de afgelopen 12 maanden afwezig geweest op het werk door gezondheidsproblemen? Indien u dit aantal dagen niet juist kunt aangeven, geef dan een schatting. Dagen :
Weet het niet...........................................................................................................................
999
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
61
Gezondheidsenquête, België, 2008
EM.10.
Mondelinge vragenlijst
In welke mate bent u op het werk blootgesteld aan:
Enquêteur: Toon kaart 16. In hoge mate blootgesteld
In enige mate blootgesteld
Niet blootgesteld
Weet het niet
Geen antwoord
01.
Pesterijen
1
2
3
9
0
02.
Discriminatie
1
2
3
9
0
03.
Geweld of dreiging met geweld
1
2
3
9
0
04.
Tijdsdruk, werkoverlast
1
2
3
9
0
05.
Chemische producten, stof, damp, rook of gas
1
2
3
9
0
06.
Lawaai of trillingen
1
2
3
9
0
07.
Moeilijke werkhoudingen, moeilijke bewegingen of de noodzaak tot het werken met zware lasten
1
2
3
9
0
08.
Risico’s op een ongeval
1
2
3
9
0
Enquêteur: Enkel voor respondenten die nooit betaald werk hebben gehad. Voor de anderen is de bevraging gedaan. Vergeet niet de vragen ENQ.01 en ENQ.02 in te vullen.
EM.11
Kunt u zo nauwkeurig mogelijk het betaald werk omschrijven dat uw partner uitoefent of uitoefende in zijn/haar huidige/laatste betrekking?
................................................................................................................................................. Geen partner...........................................................................................................................
888
Weet het niet...........................................................................................................................
999
Geen antwoord .......................................................................................................................
0
62
Gezondheidsenquête, België, 2008
Mondelinge vragenlijst
Hartelijk dank voor uw medewerking aan deze enquête
Enquêteur:
Na afloop van de bevraging dient het uur op de voorpagina te worden ingevuld. Beantwoord tevens vragen ENQ.01 en ENQ.02.
Beoordeling : vragen voor de enquêteur
ENQ.01.
Hoe heeft de respondent meegewerkt?
Zeer spontaan ........................................................................................................................
1
Tamelijk spontaan ..................................................................................................................
2
Niet spontaan, niet moeilijk.....................................................................................................
3
Tamelijk moeilijk ....................................................................................................................
4
Zeer moeilijk ..........................................................................................................................
5
ENQ.02.
Denkt u dat de respondent de vragen begrepen heeft (had hij/zij m.a.w. weinig uitleg nodig)?
Geen uitleg nodig ...................................................................................................................
1
Beetje uitleg nodig .................................................................................................................
2
Veel uitleg nodig ....................................................................................................................
3
63
BIJKOMENDE INLICHTINGEN: Stefaan Demarest Johan Van der Heyden Sabine Drieskens WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKGEZONDHEID AFDELING EPIDEMIOLOGIE Juliette Wytsmanstraat 14 B - 1050 Brussel Tel :
02/642.57.94 02/642.57.26 02/642.50.25
e-mail
[email protected] http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/index4.htm December 2007