Geloofsopvoeding 3 Leeftijd: Soort bijeenkomst: Soort werkvorm: Thema:
3e bijeenkomst - Communiceren met je kind Doel: Je gaat aan de slag met verschillende manieren om met je kind te communiceren. Het gaat over praten met je kind, maar ook de andere zintuigen komen aan bod. Voorbereiding Praktische voorbereiding ? Lees het materiaal voor deze bijeenkomst goed door ? Lees het artikel ontwikkeling van je kind vooraf ? Zoek de benodigdheden op Benodigdheden ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Flap over Flap-over vellen Stiften Pennen Tape om flappen aan de muur te hangen Kopieën van gespreksvragen Kaars Lucifers Afbeeldingen van communicatie Werkblad onze vader in gebarentaal CD speler en muziek Computer met internetverbinding om evt samen muziek/filmpjes op te zoeken Zoek op internet beelden van communicatie met kinderen en print deze uit.
Zoektermen Google afbeeldingen : Communiceren met kinderen; non communicatie met kinderen ; kinderen en ouders
communicatie Voorbereiding op de avond zelf 30 minuten van tevoren Zet voldoende tafels en stoelen klaar voor het aantal deelnemers. Richt de ruimte naar eigen voorkeur in. De manier waarop je de stoelen en tafels neerzet hebben wel invloed op de sfeer. Een carré (‘vergadersetting’) voelt wat formeler en afstandelijker dan met alle stoelen in een kring, en tafels daarachter. Zet koffie en thee klaar. Inloop 15 minuten van tevoren Met een kwartiertje inloopmogelijkheid voor de start van de bijeenkomst, heb je tijd om iedereen persoonlijk te verwelkomen. Ook hebben de deelnemers daarmee tijd om even te ‘landen’. Welkom en opening 10 minuten Heet de deelnemers welkom. Vertel dat jullie bij elkaar zijn om samen ervaringen en mogelijkheden uit te wisselen over geloofsopvoeding. Vertel dat de bijeenkomsten ingericht zijn rond bepaalde leeftijdscategorieën van de kinderen en vertel welke leeftijdscategorie je in dit verband op het oog hebt. Steek een kaars aan, speel Taizés Onze vader laat na afloop nog een ruime stilte vallen. Uitwisselen ervaringen thuis n.a.v. vorige keer 15 minuten Laat allemaal zonder te spreken of te vertellen de foto’s van de thuisactiviteiten zien. Wat gebeurt er als er alleen beeld is? Wat krijgt de nadruk? Zou je een andere indruk van de activiteit hebben als het je verteld was, zonder beeld? Bespreek met elkaar wat de beelden oproepen en laat daarna de fotograaf vertellen hoe hij/zij dit ervaren heeft.
Ontwikkeling van je kind – eigen ervaringen 20 minuten Geef alle deelnemers een groot vel papier (A3). Iedereen tekent daarop een lijn, horizontaal in het midden van het vel, met de cijfers 0 t/m 12 daaronder.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Laat de deelnemers bij elk jaartal (kunnen ook een aantal jaren bij-elkaar nemen opschrijven: a. met welke vorm communiceert je kind het meest (woorden, houding, geluid (of het ontbreken daarvan), elkaar zíen, tast/fysieke activiteiten, samen eten en drinken) b. zet op de plekken die hen het meest passend vinden op welke leeftijd(speriode) aan welke behoefte moet worden voldaan. Kies uit de volgende behoeftes: · Wat past bij mij en waar hoor ik bij · Leer me hoe het moet en help me het zelf te doen · Bescherm me · Ik wil weten hoe het precies zit · Neem me mee in de verhalen, waarden en normen · Wat moet ik doen Wissel met elkaar de tijdslijnen uit in kleine groepjes, bijvoorbeeld in drietallen. Ontwikkeling van je kind – uit Geloven met Plezier 20 minuten
Áls je een grote groep hebt, deel je deze op in subgroepjes. Maak groepjes met kinderen van gelijke leeftijd (0 – 4 jaar; 5 – 8
jaar ; 9-12 jaar).
Lees met elkaar de tekst van de ontwikkeling van je kind gericht op de specifieke leeftijdsgroep. Bespreek met elkaar de volgende vragen: ? Wat herken je uit het verhaal; probeer eens te koppelen aan enkele voorbeelden uit je eigen situatie ? Wat zou je willen vragen aan andere ouders? ? Wat zou je de komende tijd eens willen proberen; nu je dit gelezen hebt. ? Wat voor bekends heb je gehoord ? Wat was nieuw voor jou ? Kijk nog eens naar je eigen tijdlijn. Wil je nog onderdelen aanpassen? Doe dat dan. ? Wissel alle overige opmerkingen en ervaringen uit Pauze 10 minuten Samen oefenen in communicatie Kies uit de volgende drie oefeningen 2 uit. Als je iets meer tijd hebt voor de bijeenkomst dan 2 uur, kan je ze ook alle drie doen. 1. oefenen met houding en nonverbale signalen 15 minuten In tweetallen een simpel gesprek voeren, b.v. over wat ze het afgelopen weekend hebben gedaan. Geef hen allebei een kaartje met daarop de tekst: “Doe zoals je altijd doet én…” Op de stippeltjes staat een fysiek aspect;
a. Doe zoals je altijd doet én maak veel oogcontact b. Doe zoals je altijd doet én maak weinig en kort oogcontact a. Doe zoals je altijd doet én zit ontspannen in je stoel b. Doe zoals je altijd doet én verander voortdurend van houding, wiebel af en toe a: Doe zoals je altijd doet én zit achterover in je stoel en kijk ongeïnteresseerd b: Doe zoals je altijd doet én zit ‘actief’ en knik af en toe bemoedigend 2. Muziek en stemming 15 minuten Luister met elkaar (plenair) naar een fragment zeer treurige muziek of juist hele vrolijke muziek. Bespreek met elkaar in tweetallen: - hoe muziek invloed op je stemming heeft - of je wel eens muziek gebruikt om je stemming te onderstrepen, te uiten. - wat de rol is van muziek in het leven van jouw kind - wat voor muziek deze graag luistert - of en hoe je kunt ontdekken of de muziek je kind in een bepaalde stemming brengt, een stemming die het kind heeft uitdraagt, en welke stemming dat dan is. 3.Communiceren zonder woorden 15 minuten Verdeel de groep in drietallen. Elk drietal krijgt de volgende woordenreeks mee. Liefde Geloof
Angst Moeten Vrijheid Vertrouwen Blijdschap Samenwerken De opdracht is nu, om elk woord te gaan uitdragen, maar zónder woorden te gebruiken. Waar het om gaat is, dat je met de gekozen communicatievorm iets uitstraalt van het gekozen woord. Voorbeelden: vrolijk dansen bij het thema blijdschap. Een strenge schreeuw (geluid mag!) of het heen en weer zwaaien met de wijsvinger bij streng. Of met je ogen dicht in andermans armen vallen bij ‘vertrouwen’. Eén persoon van de drie kiest een woord en mag de andere twee daarbij ‘gebruiken’ om het uit te beelden maar het hoeft niet. Het volgende woord wordt gecommuniceerd door de tweede persoon, enzovoort. Wat weet/ziet je kind van jou en jouw geloofsovertuiging? 15 minuten Bespreek in tweetallen het volgende. Meestal zijn wij als ouder bezig met overdragen; ideeën aan te dragen, zaken aan de orde te stellen. De andere kant is: Hoe goed kent jouw kind jou? Schijf van vijf (zintuigen). · Wat ziet jouw kind van jouw geloofsovertuiging? · Wat hoort hij (verbaal en non-verbaal)? · Wat voelt hij (tast en sfeer)? · Wat proeft hij (vasten, matzes, geen vlees eten etc)?
· Wat ruikt hij (is wellicht een lastige, maar realiseer je dat je hiermee kunt ‘spelen’: geur is één van de meest associatieve zintuiglijke vormen. Als je iets ruikt, krijg je daar vaak gelijk een gedachte, herinnering of gevoel bij)? Afronding 10 minuten Ieder zoekt uit het boekje geloven met plezier minimaal 5 werkvormen waar taal ondergeschikt is en kies voor de komende tijd een werkvorm uit. Thuis doen Zoek je appels uit bijeenkomst 1 nog eens op. Probeer iets te doen met je kind waarin die ‘vruchten van je geloof’ een plek hebben.