VEERTIENDAAGS INFORMATIEBLAD VAN HET UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM ST RADBOUD JAARGANG 34 NUMMER 2 1 februari 2008
Geen witte boorden versus uitvoerders ‘Er ís geen onrust in huis,’ zei RvB-voorzitter Emile Lohman met lichte stemverheffing in de overlegvergadering met de OR op 15 januari. ‘Medewerkers staan niet op de barricade om actie te voeren. Ze zijn onzeker. Natuurlijk heb je slapeloze nachten, als er onduidelijkheid is over je baan. Daarom willen wij zo snel mogelijk helderheid scheppen voor iedereen. En ik kan het niet vaak genoeg zeggen, het is geen ontslaggolf maar een kwestie van ‘bordjes verhangen’. Ik ga er vanuit dat zoveel mogelijk mede werkers weer een lekkere werkplek terugkrijgen.’ Jannie Meussen
De OR stelde kritische vragen over het voorgenomen besluit rondom de Concernstaf. Hierin komen hooguit vijftig mensen. ‘Zie het als een hoofd kantoortje dat de koers van ons huis mee bepaalt, dat ons ondersteunt bij strategische vraagstukken, bij het bewaken van samenhang van de kerntaken en bij de ‘control’. Zie het niet als de belangrijkste club. Het is niet de witte boorden versus de uitvoerders, want er wordt óveral in huis beleid gemaakt. Die strategische club moet zo klein mogelijk zijn. Anders leidt het alleen maar af, werkt het vertragend, of zelfs verziekend. De Concernstaf moet korte lijnen
Pagina 5 Prof.dr. Burgersdijk zwaait af als UMC-bestuurder
Pagina 7 Uruzgan: ‘Uitzendkrachten’ vertellen over hun bijzondere ervaringen
Foto: Frank Muller
hebben met mensen uit de praktijk die wéten waar ze het over hebben, dat gaat veel beter werken. We kunnen zonodig deskundigen uit huis ad hoc voor werkzaamheden van de Concernstaf inhuren. Er is ook financiële ruimte voor tijdelijke inhuur van externe adviseurs.’ De inschatting is dat voor een derde van de functies binnen de Concernstaf geldt mens volgt functie. ‘Als de functie hetzelfde blijft, zou het dwaas zijn als we daar een selectieprocedure voor starten. Voor de andere functies geldt wel de gebruikelijke sollicitatieprocedure’. Ook buiten de Concernstaf komen er volgens Lohman voor medewerkers uit de op te heffen staven mooie banen vrij. Interne kandidaten hebben voorrang. Het is alleen zo’n onduidelijk spoor boekje, vindt de OR. ‘Wanneer gaat de trein rijden en wanneer komt ie aan. De sollicitatieronde voor de bedrijfsleiders loopt tot 21 januari, maar wat als je ook wilt wachten op andere uitdagende banen?’ ’Die tussenfase kunnen we niet voorkomen. Maar 31 januari gaan we medewerkers van clusterbureaus uitgebreid informeren, ook over de contouren van het Servicebedrijf. Wij heb ben overigens al veel enthousiaste reacties gekregen op de functie van bedrijfsleider, en tips van medewerkers: “Denken jullie aan hem of haar.” Wij hebben de talentvolle mensen echt wel in het snotje.’ ‘De trap wordt van bovenaf schoongeveegd: de Raad van Bestuur is compleet, we zijn druk bezig met de werving en selectie van afdelingshoofden en bedrijfsleiders. En zo gaan we verder. Binnen een jaar hopen we dat zoveel mogelijk medewerkers een lekkere werkplek terugkrijgen. Deze week praten we ook met de vakorganisaties. Niet omdat we denken dat er bloed gaat vloeien. We gaan samen kijken of het sociaal plan dat er ligt nog voldoet, en of er behoefte is aan nieuwe afspraken. We houden regelmatig de vinger aan de pols of we elkaar nog goed verstaan.’ n
Pagina 8 Malariaspuit vervangt duizend muggenbeten
Pagina 13 Medische vervolg opleidingen: ‘Het meester-gezel systeem is verleden tijd’
radbode 2 - 2008
inhoud 3
agenda
Beleid
10 • OR-vragen over afdelinglijst • CAO, NFU hoopt dat bonden met eindbod instemmen
Oecumenische vieringen 10.00 uur personeelsrestaurant: zondag 3 februari, voorganger Ries van de Sande; zondag 10 februari, voorganger Stieneke Reeders; zondag 17 februari, voorganger Ans Bertens, zondag 24 februari, voor ganger Els Groenveld
Onderzoek Traumatisch hersenletsel De Landelijke Werkgroep Neurotraumatologie is een groot onderzoek gestart naar traumatisch hersenletsel. Initiatiefnemer is neuroloog dr. Pieter Vos van het UMC St Radboud.
5
Interview Afscheid prof.dr. Rob Burgersdijk Zijn credo: ‘Net niet te hard duwen, want dan zetten mensen de hakken in het zand.’
7
Onderwijs ‘Het meester-gezel systeem is verleden tijd’ Artsen in opleiding tot specialist (AIOS) moeten niet alleen het medisch handelen onder de knie krijgen, maar ook bijvoorbeeld communicatief vaardig zijn en goed kunnen samenwerken.
Samenwerking Defensie In 2007 waren er meerdere missies naar Uruzgan. In Radbode vertellen de ‘uitzendkrachten’ over hun bijzondere ervaringen.
8
13
Onderzoek Injectiespuit vervangt muggensnuit Prof.dr. Robert Sauerwein ontvangt voor een nieuw type malariavaccin de komende vier jaar bijna zeventien mil joen euro. Er komt een speciaal onder zoekslaboratorium op het dak van het Centraal Dierenlaboratorium (CDL).
En verder...
Nieuwsladder, Ingezonden 3 PIPnieuws 4 Het moment 5 In bedrijf: Internationale kenniswerkers leren Radboud kennen, carnaval op poliplein, spinoff bedrijf NovioGendix, boek over slikstoornissen volwassenen, container met serverruimte op UMC-terrein 6 Promotieonderzoek Sytse Zuidema over probleem gedrag in verpleeghuizen, Prijzen en benoemingen 11 Column buitenland 13 Mensen, boodschap, in memoriam 14 Betoog: Dorine Swinkels en André Verbeek concluderen in hun betoog dat zelftests momenteel meer kwaad dan goed doen, Ethiek 15 Radboudpluimen 16
P AO G Voor alle cursussen en meer informatie: www.umcn.nl/paog. • 21 en 22 februari ‘Transculturele revalidatie; sociale wetgeving/expertise’. • 22 februari ‘De (dreigende) pathologische frac tuur’ bestemd voor orthopeden (i.o.). • 25 februari Avondcyclus Jeugdgezondheidszorg 2008 ‘Besmettelijk infectieziekten bij kinderen; wat doen in deze situatie’. • 26 februari ‘Klinische vaardigheden bij suïcida liteit’ voor psychiaters en psychologen.
Overig 5 februari Voorlichtingsavond Verloskunde ‘Borst of fles?’ van 18.45-20.45 uur. Ontvangst op de polikliniek Ver loskunde & Gynaecologie (routenummer 782) en vanaf 20.15 uur rondleiding verloskamer. Er zijn geen kosten aan verbonden en aanmelden is niet nodig.
8 februari Voorafgaand aan de promotie van Sytse Zuidema is er ’s morgens in verpleeghuis Kalorama in BeekUbbergen een symposium, getiteld ‘Probleem gedrag bij dementie in het verpleeghuis’. Het is bedoeld voor alle beroepsgroepen die in de dage lijkse praktijk te maken hebben met dit probleem gedrag. Sprekers zijn onder andere mw.drs. J.A.H. van Veen, hoofdinspecteur Verpleging en Chroni sche Zorg van de inspectie voor de Gezondheidszorg en prof.dr. A.M. Pot, hoogleraar Ouderenpsycholo gie aan de Universiteit van Amsterdam. Aanmelden bij
[email protected]. Tijd: 09.30-14.30 uur.
12 februari NUCI Refereeravond ‘Respiratoire PCR’s: sensitief maar... hoe specifiek?’ Het vindt plaats van 17.00-19.00 uur in de gehoorzaal OOV, route 448. Informatie: secretariaat NUCI, G.Hubbelmeijer@ aig.umcn.nl, tel. 024 - 3668015
kunst De ceramische sculptuur van Maggie Giles, Catboeddha is vrolijk. Wat direct opvalt zijn de vele heldere kleuren die tegen elkaar opbotsen en kracht aan het werk geven. Het beeld heeft dan ook heel wat te dragen. De kat in een houding bekend uit de yoga, lijkt te zeggen: ‘Ontspan je’. Maar zelf lijkt ze er haar twijfels bij te heb ben. Lukt het haar wel zich over te geven? Kijk maar naar haar gelaat, naar haar ogen. En ook haar benen heeft ze niet onder zich opgetrokken; ze hangen als het ware te bengelen en eindigen in een paar voeten, die zowel aan kwallen doen denken als aan een verworteld zijn in de aarde. Overigens zit het beeld vol oosterse verwijzingen, waar de titel direct naar verwijst. De Boeddha-kat houdt een lotusbloem – rijk aan betekenissen – in de schoot. Zo wordt aan vruchtbaarheid geappelleerd, maar eveneens aan medelijden, beide geen onbekenden in een zieken huis. Een botsing tussen deze vele dimensies in het bijzonder, en tussen het westen en het oosten in het algemeen doet zich hier in haar hevigheid voor – al even fel als de kleu ren onstuimig en nadrukkelijk zijn. Misschien schuilt er kritiek in het beeld, namelijk dat het westen het oosten tracht te overrompelen, zich de oosterse symboliek en wijsheid oneigenlijk tracht toe te eigenen. De grappig heid van dit beeld, is mogelijk een teken van spot. Maar in het overladen zijn, dreigt het beeld aan subtiliteit en nuance in te boeten, en verwordt zijn sterkte tot onbe houwen kracht. Daan Van Speybroeck
14 februari en 4 maart Cursus ‘Veilig omgaan met gasflessen’ voor labo ratoriummedewerkers die gebruik maken van gasflessen. De cursus vindt plaats van 13.30-15.00 uur bij Staf Zorg, Gerard van Swietenlaan 2, lokaal 1.24, route 60. Kosten voor deelname e 25,-, inschrijven noodzakelijk. Inlichtingen mw. P. van Heijst, staf P&O, (36)10645, e-mail: p.vanheijst@ po.umcn.nl.
21 februari Vierde bijeenkomst Medisch-historische Club D. de Moulin ‘Lichaam en geest: een of twee?’ Het vindt deze keer plaats op een donderdagavond vanaf 18.00 tot ongeveer 21.00 uur in de Hippocra teszaal, route 77. Deelname is gratis, aanmelden kan bij Marjolijn Klomp: m.klomp-kooi@paog. umcn.nl.
Van 4 februari tot 1 maart Fototentoonstelling van Corry van den Dungen. Ze laat symbolisch zien wat psoriasis met haar doet en hoe ze de ziekte herkent in haar natuurlijke omgeving. De fototentoonstelling is te zien in de grote hal bij de hoofdingang van het UMC.
Tot 6 maart
Maggy Giles, Catboeddha.
Foto: Jan van Teeffelen
2
Fototentoonstelling Georges Rousse in de Zuidcor ridor van het UMC, 1ste verdieping, Geert Groote plein 10 en bij de Aula van de RU, omloop 1ste verdieping, Comeniuslaan 2.
beleid
radbode 2 - 2008
NFU hoopt dat bonden met eindbod CAO instemmen
nieuwsladder Projectleiderschap laboratoria Op verzoek van de Raad van Bestuur zal prof.dr. Dirk Ruiter het projectleiderschap ‘concentratie laboratoria fase 1’ op zich nemen. Het initiatief om een meer regionale aanpak van de laboratorium voorzieningen te realiseren, zal eveneens in het project worden betrokken. De projectomschrijving is voor advies voorgelegd aan de medezeggen schaps- en adviesorganen.
‘Beter worden’-prijs
Foto: Flip Franssen
Op voorstel vanuit de organisatie heeft de Raad van Bestuur besloten een jaarlijkse ‘Beter worden’prijs in te stellen. De criteria en het reglement daarvoor worden nog nader uitgewerkt.
Nieuw is dat alle medewerkers een persoonlijk budget krijgen. Doel ervan is dat ze zo lang mogelijk gezond en gemotiveerd blijven werken. Na vijf onderhandelingsronden heeft de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) aan de vier centrales voor overheidspersoneel een eindbod voorgelegd voor een nieuwe CAO UMC. De bonden hebben tot 18 februari de tijd om hun leden te raadplegen over het voorstel. De CAO voorziet in een salarisverhoging in drie jaar van in totaal 10,05 procent: een loonsverhoging van 6 procent en een verhoging van de eindejaarsuitkering van 4,05 procent. Deze verhoging is volgens de NFU het uiterste waartoe ze in staat zijn. ‘De UMC’s hebben te maken met bezuinigingen en dreigende financiële onzekerheden. Verdere verbetering van arbeidsvoorwaarden zou direct ten koste gaan van de werkgelegenheid.’ De bonden vinden echter dat de NFU onvoldoende loonontwikkeling biedt en teveel de nadruk legt op de eindejaarsuitkering. Daarom leggen zij het eindbod met een negatief advies over de loonparagraaf voor aan hun leden. De CAO heeft een looptijd van 3 jaar (tot januari 2011) en
geldt voor alle 60.000 medewerkers in de acht UMC’s. Nieuw is dat medewerkers een persoonlijk budget krijgen van 1,75 procent voor de persoonlijke ontwikkeling. Dit budget zal na 2010 verder worden opgebouwd, zodat het ook ingezet kan worden voor andere doeleinden die pas sen bij de levensfase van een medewerker, zoals verlof of arbeidsduurvermindering. Doel ervan is dat medewer kers zo lang mogelijk gezond en gemotiveerd blijven werken. Daarnaast heeft de NFU meer concrete verbe tervoorstellen gedaan (zie PIP online op intranet). De NFU is van mening dat zij een sterk eindbod heeft neergelegd. Vanaf het begin van de onderhandelingen heeft de NFU duidelijk gewezen op de moeilijke en onze kere financiële situatie waarin het merendeel van de UMC’s zich bevindt en de noodzaak om binnen de beschikbare financiële ruimte voor arbeidskostenontwik keling te blijven. Overschrijding daarvan leidt volgens de NFU direct tot verlies aan werkgelegenheid. De NFU hoopt daarom dat de bonden toch met het eindbod zul len instemmen, zodat alle voorgestelde verbeteringen zo spoedig mogelijk kunnen worden doorgevoerd. JM
Vragen over afdelingenlijst De nieuwe afdeling Tandheelkunde lijkt verdacht veel op een cluster, maar dan nu met subafdelingen? Heeft Anatomie als zelfstandige afdeling bestaansrecht? Waar blijven de paramedici zoals fysiotherapeuten? De OR nam met RvB-voorzitter Emile Lohman de voorgestelde ‘Afdelingenlijst’ door in de overlegvergadering van 15 januari. ‘Wij hebben ook twijfels bij sommige afdelingen. Maar we vinden dat ze allemaal – als ze voldoen aan de voor waarden in het gouden boekje - een kans moeten krijgen zich te bewijzen.We willen daar niet op voorhand in gaan strepen. Dat zou niet eerlijk zijn’, zei Emile Lohman tij dens de overlegvergadering. ‘We vragen de afdelings hoofden te komen met een bedrijfsplan. Na de beoordeling van deze plannen in de zomer, kan het zijn dat er minder afdelingen overblijven.’ De OR was benieuwd naar de onbekende afdelingen. Waarom komt er bijvoorbeeld een afdeling Eerstelijns geneeskunde? ‘Wij willen daarmee een belangrijke impuls geven aan de academisering van de transmurale samenwerking.’ Ook vragen van de OR over de ‘grijze’ gebieden. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de geïnte greerde poli van Interne geneeskunde, er komen straks immers zeven interne afdelingen? ‘Dat gaan de betrokken afdelingshoofden met elkaar uitmaken. Bij de opzet van hun bedrijfsplannen zullen ze dergelijke belangrijke knopen moeten doorhakken. Wij gaan niet zeggen hoe het moet. Veel zaken zijn nog onduidelijk. Waar komt bijvoorbeeld de Centrale Sterilisatie Afdeling, binnen het
OK-bedrijf of bij het Servicebedrijf? Of neem de fysiothe rapeuten. Gaan ze straks op in afdelingen, of vormen ze een eigen bedrijf? Het is goed dat betrokken partijen het debat voeren. Dat laten wij graag over aan de profes sionals. Ik verwacht dat er interessante discussies op gang komen.’ Lohman benadrukt dat adviesplichtige zaken aan de OR worden voorgelegd: ‘Jullie zullen nog veel over jullie heen krijgen.’ De volledige afdelingenlijst staat op intranet, onder de button ‘Beter worden in het Radboud.’ Hier staan alle voorgenomen besluiten, die naar de OR zijn gegaan.
Van de spelregels afwijken Tijdens de overlegvergadering van 15 januari stelde de OR ook vragen over Fuwavaz. ‘Het functiehuis is toch geïmplementeerd, wat bedoelt u met strategische ele menten van functiewaardering?’ Daarover sprak RvBvoorzitter Emile Lohman klare taal. ‘In dit opzicht moeten we niet ‘roomser’ zijn dan de andere ziekenhuizen. Zo’n functiehuis is een prachtig uitgangspunt, maar je moet bij de beloning van de spelregels kunnen afwijken. Als je hier op topniveau wilt werken, maar de beste mensen niet in huis kunt halen omdat ze 5 km verderop meer verdienen, dan ga je de wedstrijd verliezen. Zo zit dat in de wereld. Volg je de marktwerking niet, dan vind je de dood in de pot. We moeten op dat punt meer ruimte creëren, geen stiekem gedoe, maar met goede transpa rante afspraken.’ De OR stelde voor deze problematiek landelijk te bespreken. JM
3
Kwetsbare ouderen meer zelfredzaam door verpleeg kundig huisbezoek Huisbezoeken van een gespecialiseerd verpleeg kundige verbeteren het welzijn van kwetsbare ouderen en leiden tot behoud van hun zelfred zaamheid. Hoewel deze huisbezoeken niet tot lagere kosten in de zorg leiden, is de meerwaarde van dit type zorg groot genoeg om de beperkte meerkosten te rechtvaardigen. Dat is een duide lijke verbetering van de eerstelijnszorg aan kwets bare ouderen, concludeert René Melis, onderzoeker bij de afdelingen Geriatrie en Kwaliteit van Zorg van het UMC St Radboud. Melis promoveerde op 28 januari.
F o r s e g r o e i a a n t a l IV F - b a b y ’ s in tien jaar Het aantal IVF/ICSI-behandelingen in Nederland is in tien jaar gestegen van ruim 11.000 in 1996 tot 15.000 in 2005. Een toename van 40 procent. De kans op een (doorgaande) zwangerschap steeg van 17,6 procent in 1996 tot 24,4 procent in 2005. Dit is inclusief de behandelingen met ingevroren embryo’s. In 2005 was 1 op de 43 pasgeborenen een IVF- of ICSI-kind. In tien jaar tijd zijn naar schat ting 38.000 IVF- of ICSI-kinderen geboren. Prof.dr. Jan Kremer, gynaecoloog bij het UMC St Radboud, heeft de gegevens van alle dertien Nederlandse IVF-centra verzameld. Het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde publiceerde hier onlangs over. De groei is vooral te danken aan de toename van het aantal behandelingen met ICSI. Hierbij wordt een zaadcel met een pipet rechtstreeks in de eicel gebracht. Ook de cijfers over 2006 zijn intussen bekend. Het ‘succespercentage’ is verder gestegen naar 25,9 procent. Het aantal meerlingen na IVF is in twee jaar spectaculair gedaald: van 21,4 procent in 2004 naar 14,9 procent in 2006.
INGEZONDEN Ik mag nog even! Langs deze weg wil ik de medewerkers van Afdelingen Intensive Care en Hartbewaking bedanken. Dankzij jullie deskundigheid en toewijding ben ik vlak voor de poorten van de dood door jullie weggesleurd en mag ik nog even! Deskundig, zorgvuldig, alsof het je eigen vader of broer betrof, werd ik door jullie allen, van hoog tot laag, zorgzaam verpleegd. Wat een kwaliteit! Uit de grond van mijn hart, oneindig veel dank! Clemens Haanen voormalig hoogleraar bloedziekten
p a t i ë n t v e i l i gh e i d
PIPnieuws PersoneelsInformatiePunt ma t/m do 11.30-14.00 en 15.00-17.00 uur vrij 11.30-14.00 uur T (024) 361 91 66, route en interne post 536
[email protected] :medewerker ➔ pip on line
Actueel
Complicatieregistratie: patiëntveiligheid staat centraal Al in 2006 werd vanuit de Raad van Bestuur aan alle afdelingen de opdracht gegeven om aan een vorm van complicatieregistratie te gaan werken die voldoet aan landelijke kwaliteitseisen van het Nederlands Instituut voor Accreditatie van Ziekenhuizen (NIAZ). De afdeling longziekten heeft daarvoor sinds kort een digitaal systeem dat complicaties direct in een database registreert.
M a r l i e s M i e l e k a mp
De jaaropgave krijgt u deze maand.
PIP tip De uitleg van de fiscale regeling reiskosten woonwerkverkeer staat nu op PIP on line.
Op 15 januari werd het startschot gegeven voor een digitaal meldingsysteem waarmee binnen het Universi tair Longcentrum Nijmegen (ULCN) voortaan complicaties geregistreerd kunnen worden. ‘We hadden daarvoor
Vacatures De vacatureladder met de nieuwste vacatures vindt u op het prikbord bij het PIP.
Vacaturetip 08388 Beleidsmedewerker Biomedische Weten schappen Onderwijs- en studentenzaken :werken bij het UMC ➔ vacatures
Proeftuin
FLEX Bent u verpleegkundige en op zoek naar een afwis selende baan? Dan is werken via FLEX, intern uit zendbureau, interessant voor u. Voor meer informatie over FLEX: kijk op onze site. Voor meer uitleg over uw inzet als verpleegkundige: bel of mail ons. :www.umcn.nl ➔ werken bij het UMC ➔ tijdelijk werk. T (024) 361 03 03, flexmail@ po.umcn.nl route 534, interne post 536 ma t/m vrij 09.00-16.30 uur
Vrijwilligers Wilt u 1 dagdeel per week gastvrouw of gastheer zijn, eens per maand op zondag bij de kerkdienst actief zijn of iets anders doen? Wij zijn blij met uw aanmelding. Voor meer informatie: Coördinator vrijwilligerswerk, Joke Hoop. T (024) 361 53 28,
[email protected]. :werken bij het UMC ➔ vrijwilligerswerk
staf al een half jaar bezig. ‘Maandelijks gebruikten we een refereermoment om een aanzet te geven tot een goede complicatieregistratie’, legt Magis uit. ‘Zo hebben we met elkaar nagedacht over wat een complicatie nu precies is en zijn uitgegaan van de geldende definitie dat een complicatie een onbedoelde, ongewenste gebeurte nis is waar je lang niet altijd zelf de hand in hebt. Er is ook alles aan gedaan om een veilige omgeving te creëren om dit soort zaken in alle openheid te bespreken. Zonder dat degene bij wiens patiënt een complicatie optreedt zich schuldig voelt.’ Uiteindelijk heeft het geleid tot een digitaal registratiesysteem waar voor alle locaties binnen het ULCN een korte meest voorkomende complicatielijst opgesteld is analoog aan de landelijke masterclassifica tie die recent werd gepubliceerd in het tijdschrift van de Nederlandse Longartsen Vereniging. Magis: ‘We streven ernaar om over een paar maanden een standaard scree ning uit te voeren en te kijken wat er dan naar boven komt.’
Hier wordt een steekproef medicatieveiligheid gedaan. Van links naar rechts: Gert-Jan Hof (hoofdverpleegkundige zorgafdelingen), Eefje Gerritsen (teamleider ULC2) en Cecile Magis-Escurra (longarts). Foto: Frank Muller neonatoloog Harry Molendijk uitgenodigd die voorzitter is van het Nationaal Platform Patientveiligheid’, vertelt longarts Cecile Magis. ‘Hij hield een verhaal over veilig werken in het ziekenhuis en de noodzaak van MIP-mel dingen en complicatieregistratie. Na een interessante discussie en een korte uitleg over het nieuwe computer systeem hebben we het startschot gegeven voor onze nieuwe digitale complicatieregistratie.’
Niet schuldig Met de voorbereidingen voor dit systeem waren kwali teitsfunctionaris Marion Giesberts en Magis binnen de
Giesberts benadrukt dat cijfers natuurlijk belangrijk zijn, maar dat het vooral gaat om ervan te leren en zo een veiligere omgeving voor patiënten te creëren. De kwali teitsfunctionaris hoorde op een van de vergaderingen hoe belangrijk het is dat leidinggevenden het goede voorbeeld geven bij het registreren van complicaties. ‘Als zo iemand zich kwetsbaar durft op te stellen is dat voor professionals in opleiding een leermoment. Een van de stafartsen vertelde hoe haar opleider met grote naam dit altijd deed en zij dat van hem heeft overgenomen.’ Zowel Magis als Giesberts zijn ervan overtuigd dat uit eindelijk de centrale afdeling Kwaliteit binnen het UMC St Radboud naar een systeem zal zoeken waarbinnen iedere afdeling op uniforme wijze binnen het Elektronisch Patiënten Dossier EPD gaat registeren. Toch is er op de afdeling Longziekten voor gekozen om in korte tijd een systeem te introduceren dat makkelijk werkt om zo draagvlak te creëren voor een goede complicatieregistra tie. En daar zijn ze niet de enigen mee: ook de afdelingen Vaatchirurgie en Radiologie zijn al enige tijd bezig met een geavanceerde complicatieregistratie ‘We hebben contact met hen en maken zo gebruik van elkaars kennis en ervaring op dit gebied,’ besluit Giesberts. n
Cursussen en trainingen Het UMC St Radboud heeft een breed pakket aan cursussen en trainingen voor medewerkers. Een compleet overzicht vindt u op intranet. Er is nog plek voor de volgende trainingen, schrijf snel in!: Jaargesprekken medewerkers: 11 maart Collegiale Traumaopvang: 12 maart Coachend leidinggeven: start 13 maart Medische terminologie: start 28 januari Trainingen Verbale en Fysieke agressie Kijk voor data en inschrijving voor de 2-daagse basistraining Verbale agressie op intranet bij func tiegericht opleidingsaanbod. Heeft u de basistrai ning al gevolgd, dan is er de 1-daagse Follow-up training. Wilt u deelnemen, neem dan contact op met Vivian Tubée, senior secretaresse Staf P&O, T (024) 361 31 87 of
[email protected]. Met de afdeling een training Fysieke agressie? Overleg met Hans van den Brink, adviseur MPO van Staf P&O, T (024) 361 72 90 of h.vandenbrink@ po.umcn.nl. :medewerker ➔ leren bij het UMC ➔ opleidings aanbod
Pipnieuws valt onder verantwoordelijkheid van Staf P&O.
Korte lijnen: drie in een Het cluster Universitair Kinder Ziekenhuis (CUKZ) heeft voor Kwaliteit, Arboen Milieu en Veiligheid op iedere afdeling nog maar één aanspreekpunt. ‘Voorheen waren deze aandachtsvelden opgesplitst en hadden we op elke afdeling drie verpleegkundigen die zich daarmee bezig hielden’, vertelt seniorverpleegkundige Angelique van Ewijk werkzaam op de poli Kindergeneeskunde. ‘Probleem was dat er heel veel overlap was.’ KAM-V, dat staat voor Kwaliteit, Arbo- en Milieu, en Veilig heid, rust nu op de schouders van een van de seniorver pleegkundigen van Neonatologie, van de drie medium careafdelingen en van de poli voor Kinderen en Jeugdi gen. Zij zijn degenen die ‘de troepen’ ofwel verpleegkun digen die deze aandachtsgebieden ook op hun bordje hebben liggen aansturen. ‘Wij zijn de contactpersoon tussen hen (de werkvloer) en het management van het Kindercluster’, licht seniorverpleegkundige Neonatologie Willie Verlaan toe. ‘Voordeel van deze formule is dat er minder menskracht nodig is, maar ook dat zaken niet langs elkaar heen lopen.’ De seniorverpleegkundigen KAM-V hebben nu veel meer zicht op wat er binnen die drie gebieden gebeurt en kunnen de puntjes op de i zet
4
ten. Van Ewijk illustreert dit aan de hand van een voor beeld. ‘Voorheen had ik alleen kwaliteit in mijn portefeuille. Ik wist dus bijvoorbeeld niet wat er gebeur de met de aanbevelingen na een risicoinventarisatie (RIE) dat onder de aandachtsvelder Arbo- en Milieu viel. ‘Nu krijg ik ook deze rapporten onder ogen. Heel belangrijk, omdat dit zowel met kwaliteit als met patiëntveiligheid te maken heeft.’ Verlaan en Van Ewijk willen de nieuwe aanpak graag Radboudkundig maken, omdat het zoveel voordelen biedt. Zo is ook het aantal overleggen fors gereduceerd. ‘Wij hebben nu één overleg met alle seniorverpleegkun digen KAM-V’, legt Verlaan uit. ‘In dit overleg zit een adviseur van P&O, de kwaliteitsfunctionaris en een hoofdverpleegkundige.’ ‘De lijnen zijn dus heel kort’, vult Van Ewijk aan. ‘De P&O-er en de kwaliteitsfunctionaris hebben ingangen bij het Clusterbestuur en de Stuurgroep Kwaliteit. Daar waar vaak knopen moeten worden door gehakt.’ ND
interview
radbode 2 - 2008
Voor de troepen uit, maar niet te ver
het moment
Als hoogleraar bijzondere tandheelkunde was hij al in 2005 gestopt. Nu is prof. dr. Rob Burgersdijk ook afgezwaaid als bestuurder. Zijn bestuurlijke loopbaan was lang en veelzijdig. Van een leerzame vuurdoop in de Nijmeegse gemeenteraad, en vijfentwintig jaar voorzitterschap van subfaculteit Tandheelkunde, tot het succesvolle sluitstuk als voorzitter van het cluster CAIO. Zijn credo: ‘Net niet te hard duwen, want dan zetten mensen de hakken in het zand.’
In deze rubriek vertellen medewerkers over een bijzondere ervaring tijdens hun werk in het UMC St Radboud. Een persoonlijk verhaal. Dit keer een verhaal van Jeroen Fokke, medisch specialist palliatieve zorg.
P a ul v a n L a e r e
Hé, een tandarts, dachten ze bij de Nijmeegse PvdA, toen ze de ledenlijst naliepen op potentiële gemeenteraads leden. Zo’n medicus kon mooi ‘volksgezondheid’ doen. En zo kwam de jonge Rob Burgersdijk in 1974 in de Nij meegse raad terecht. Het politieke spel bleek hem te liggen en al snel promoveerde hij tot fractievoorzitter. In ‘79 stapte hij eruit, omdat het privé niet meer te combi neren viel. Het was net voor de beruchte Pierson-affaire losbarstte. Burgersdijk constateert het met spijt, want ‘onder mijn leiding was het nooit zover gekomen. Je moet geen principe maken van wat geen principe waard is.’ Amper uit de gemeenteraad diende een nieuwe bestuurs functie zich aan. Subfaculteit Tandheelkunde zat plots zonder voorzitter, en liet het oog op hem vallen. ‘Ze dachten, die Burgersdijk zat in de gemeenteraad, dan moet ie dit ook kunnen.’ Dat bleek een juiste taxatie, want hij zou vijfentwintig jaar aanblijven. Als bestuurder combineerde hij charme en visie met pragmatisme en het besef ‘dat je alleen iets bereikt als je de mensen achter je krijgt. Je moet zeggen: ”Ik vind dat en dat, jullie ook? Of zullen we het iets aanpassen?” Als je dat niet doet, gaat het fout.’ Eén keer liep hij bijna in deze valkuil, bij het opzetten van een gezamenlijke kliniek van Tandheelkunde met de vernieuwde mondhygiëniste-opleiding, eerst gepland in Tilburg, later in Arnhem. ‘Toen merkte ik dat de hakken in het zand gingen. Ik liep te snel, omdat ik dat voor mijn pensionering rond wilde krijgen.’ Het betrof dan ook zijn geesteskind. Al sinds de jaren zeventig bepleit Burgers dijk het overhevelen van eenvoudige taken van de tand arts naar een mondhygiëniste. Het is hem toch gelukt deze visie voor zijn afscheid te verwezenlijken. De geza menlijke opleidingskliniek is er gekomen in Arnhem. Dat zijn idee na dertig jaar nu landelijk beleid is, beschouwt Burgersdijk als zijn grootste wapenfeit.
Compliment Naast het bestuurlijke werk wijdde hij nog twee halve dagen per week aan het tandartsenvak. In zijn stoel zaten verstandelijk gehandicapte patiënten of moeilijk behan delbare kinderen. ‘Sommigen durfden niet eens de behandelkamer in, die lagen in de gang op de vloer te krijsen. Dan moet je zorgen dat er een vonkje overspringt, dat ze je vertrouwen, waardoor ze de mond openhouden en niet op je vingers bijten.’ In 1986 nam hij zitting in het College van Bestuur, op voordracht van de Universiteitsraad. Eigenlijk had hij er niet zo’n zin in, hij was net benoemd als hoogleraar. Maar
‘Voorheen werd een aanzienlijk deel van de op eraties op het laatste moment uitgesteld, nu zelden of nooit meer’ de tacticus in hem zei ja. ‘Van de vijf tandheelkundeopleidingen in Nederland moesten er twee of drie dicht. Ik dacht, er is geen ambtenaar die een nota durft te schrijven om de Nijmeegse tandheelkunde op te offeren wanneer een lid van het CvB een tandarts is. Dat gebeur de dan ook niet.’ Na twee jaar keerde hij terug, en in de jaren daarna
Het grote verschil
Prof.dr. Rob Burgersdijk, nu ook afgezwaaid als bestuurder. vervulde hij een waslijst aan bestuursfuncties binnen het UMC en ook daarbuiten. In 2002 kwam het verzoek voorzitter te worden van het (toenmalige) cluster anes thesiologie/IC. ‘Ik kon tevens clustervoorzitter van tand heelkunde blijven, want de beide clusters hadden nauwelijks met elkaar van doen, dus er was geen pet tenprobleem.’ Burgersdijk kwam allesbehalve in een gespreid bedje. De IC was niet geacademiseerd, de opleidingsbevoegd heid dreigde te verdwijnen. Onder de anesthesiologen heerste grote ontevredenheid door een te krappe bezet ting en dito salariëring. En dan lag er ook nog de opdracht om alle OK’s samen te voegen. ‘Die vielen toen onder de verschillende chirurgische afdelingen, met veel inefficiën tie tot gevolg.’
Fris Het lukte Burgersdijk voor de Anesthesiologie vijftien extra plaatsen te verwerven. ‘Daardoor kreeg de staf weer tijd voor academisch werk. Ze verdienden nog steeds minder dan in een perifeer ziekenhuis, maar ze hadden nu het gevoel dat daar ook een reden voor was.’ Met het aantrekken van de hoogleraren Kris Vissers (pal liatieve zorg), Hans van der Hoeven (IC), en Gert Jan Scheffer (Anesthesiologie) bewees hij zijn neus voor de juiste mensen. ‘Ze hebben hun afdelingen tot de beste van Nederland gemaakt.’ Vanaf 2004 kwamen ook de OK’s onder de vleugels van het cluster. De gecentraliseerde OK-organisatie bleek een enorme verbetering. ‘De tevredenheid van zowel patiën ten als medewerkers is geweldig toegenomen. Voorheen werd een aanzienlijk deel van de operaties op het laatste moment uitgesteld, nu zelden of nooit meer. En we zijn 15 procent goedkoper vergeleken met 2003. Het mooiste compliment is nog wel dat alle chirurgische afdelings hoofden vinden dat deze gezamenlijke OK-aanpak moet blijven, ook nu in de nieuwe organisatiestructuur het primaat weer bij de afdelingen komt te liggen.’ Per 1 januari is Burgersdijk afgezwaaid, ondanks veler verzoek om nog wat langer aan te blijven en de overgang naar die nieuwe structuur te begeleiden. Maar hij bleef bij zijn voornemen: stoppen vóór zijn 65ste. ‘Ik ben meer dan veertig jaar in dienst, dat lijkt me lang genoeg. Ik wil nog tijd overhouden voor een ander leven.’ Maar defini tief is het afscheid niet. ‘Ik heb afgesproken dat ze me over een jaar eventueel kunnen bellen. Dan ben ik, denk ik weer helemaal fris.’ n
5
Foto: Frank Muller
‘Ik heb een mevrouw in behandeling die een tumor heeft van haar speekselklieren. Ze heeft daarvoor een operatie gehad waarbij de tumor is weggehaald. En ze is bestraald. Wat de behandelaars hoopten, werd niet bewaarheid. De tumor komt terug. Door de bestraling produceert ze bijna geen speeksel meer, waardoor ze een droge mond heeft. De tumor in de hals, die inmiddels is uitgezaaid in haar hele lichaam, groeit weer aan. Door de verminderde speekselproductie krijgt ze een ernstig slikprobleem en moet ze aan de maagsonde: de voeding gaat dus via een sonde (buisje) rechtstreeks de maag in. Deze mevrouw komt regelmatig met haar zeer betrokken dochter bij mij op het spreekuur voor pijnklachten. De patiënt is recht door zee en zegt wat ze vindt. “Als ik dit allemaal had geweten, was ik er nooit aan begonnen”, zegt ze vaak. Liever had ze acuut dood gewild en dit niet willen meemaken. Voor haar was koffie drinken, taart eten, naar verjaardagen gaan, haar lust en haar leven. Dat kan ze niet meer. Het treft mij dat haar grootste goed is afgenomen. Wij, met onze medische idealen denken al gauw, het gaat goed met die mevrouw: ze heeft twee of drie jaar extra leven, ze ziet er goed uit, loopt nog, we hebben de tumor in bedwang. Maar zij is haar ideale leventje kwijt: lekker naar stad en koffie drinken bij de HEMA, zo simpel is het. Gaan we bij behandeling van patiënten niet teveel uit van onze eigen
‘Als ik dit had geweten, was ik er nooit aan begonnen’ maatstaven? Ik ben wel eens bij deze mevrouw thuis geweest en dan zie je dat alles piekfijn in orde is. Alles gestoft en geboend. Ik zie het zo voor me: hoe ze s’ochtends het huis aan kant maakte, de ramen openzette, de boel goed doorluchtte en het beddengoed buiten hing. Het was haar leven. Ze kan het niet meer, ook dat moet ze uit handen geven. Slapen doet ze iedere nacht in een luie stoel, omdat ze niet meer kan liggen. Want bij het liggen geeft de tumor in de keel haar een verstikkend gevoel. Ik wil hiermee niet zeggen dat we een verkeerde medische beslissing hebben genomen, want niets doen was ook een lijdensweg geweest en misschien nog wel veel erger. Hulpverleners hebben allemaal hun uiterste best gedaan, maar het pakte anders uit. Wat mij boeit is het grote verschil: dat wat voor jou onbelangrijk is, is voor de ander een groot goed. En niet minder dan dat van jou. In feite is haar hele sociale leven naar de knoppen. Want als ze geen koffie kan drinken en taart eten, gaat ze ook niet naar een verjaardag. De lol is er af. Ik snap het zo goed. Het enige wat ik kan doen is tijd voor haar maken, haar andere klachten behandelen en luisteren. Voor haar grootste gemis heb ik geen oplossing.’ Nelleke Dinnissen
i n b e d r i jf
radbode 2 - 2008 het theaterplein. ‘Daarvoor hebben we multifunctionele poppen aangeschaft, die telkens een ander ‘jasje’ dra gen,’ vertelt Henk Kregting van het Facilitair Bedrijf. ‘Het is belangrijk dat niet alleen aan de kinderen wordt ver téld wat zich buiten het ziekenhuis afspeelt, ze moeten het hier ook meebeleven.’ Carnaval hoeven ze bijvoor beeld niet te missen. Maandag 4 februari (10.30 uur) is er voor hen een Carnavalsfeest en woensdag 6 februari komt Clown Saxo (15.00 uur). Alaaf! JM
met een interdisciplinaire benadering, want pas als de verschillende hulpverleners kennis nemen van elkaars vakgebied en de raakvlakken in de zorg, is optimale patiëntenzorg mogelijk’, benadrukt Hanneke Kalf medeauteur van het boek en logopedist bij Neurologie.
ICT
Container met serverruimte Foto: Frank Muller
MeetingPoint
Internationale kenniswerkers leren Radboud kennen Op 24 januari vond in het Bouw Informatiecentrum de vierde MeetingPoint plaats. MeetingPoint is een initiatief van de Gemeente Nijmegen en de Nederlandse Maat schappij voor Nijverheid en Handel. Het is vorig jaar gelanceerd als platform voor expatriates, oftewel inter nationale kenniswerkers, werkzaam in en rond Nijmegen. Het is een profileringskans voor het Radboud om deze groep met de activiteiten en ambities van het UMC te laten kennismaken. Ruim honderd internationale ken niswerkers waren op de bijeenkomst aanwezig. Er wer den presentaties gegeven en rondleidingen in het UMC. Het programma richtte zich op het UMC St Radboud in een internationale context. Aan bod kwamen de onder zoeksactiviteiten en kennisontwikkeling, human resource management en het (nieuw)bouwprogramma. Een van de aanwezige expatriates is Audrey Jung (zie foto). De 28-jarige Canadese is onderzoeker in opleiding bij de afdeling Epidemiologie en Biostatistiek van het Radboud. ‘Ik heb kennis kunnen maken met andere buitenlanders die in Nijmegen werken’, vertelt ze. ‘Ook heb ik meer van het Radboud gezien. Zo heb ik een rondleiding gehad in de Researchtoren.’ Jung is de komende vier jaar verbonden aan het Radboud om onderzoek te doen naar colorectaal carcinoom, een vorm van darmkanker. ‘Ik onderzoek de interactie tussen genetische factoren en factoren zoals leefstijl en voeding en de invloed hiervan op deze vorm van kanker.’ Waarom koos Jung voor Nijmegen? ‘Vooral vanwege het onder zoeksonderwerp. Dat vind ik buitengewoon interessant. Moest ik daarvoor naar Mozambique, Australië of waar dan ook, dan was ik eerlijk gezegd daar naar toegegaan. Het is mooi dat het Radboud mij de kans geeft om hierin te promoveren.’ Binnen het UMC St Radboud is een netwerk gevormd van buitenlandse studenten en werknemers. Het doel hiervan is steun te bieden aan nieuwe collega’s en bevorderen van onderling contact. Buitenlandse medewerkers die zich hierbij willen aansluiten, kunnen contact opnemen met Sietske Claassen (arbeidsmarktcommunicatie),
[email protected]. GM
Multifunctioneel
Carnaval op poliplein
Binnenkort komt er tegen de zijkant van het Transitorium een container te staan met daarin extra serverruimte. Deze zogenaamde Sun Blackbox is de eerste in Europa. John van de Loo, projectleider/adviseur bij Staf Info, ontdekte de ‘box’ op internet. ‘Ik was er meteen enthou siast over’, vertelt hij. ‘Ik wilde de container aanschaffen, maar zonder de hardware van Sun erbij, omdat ik onze eigen systemen wil gebruiken. Daarvoor heb ik moeten onderhandelen, dat is gelukt.’ De servers van het UMC St Radboud zijn ondergebracht in een zogeheten serverfarm in de kelder van het Transi torium. ‘De ruimte in deze serverfarm is bijna vol’, aldus Van de Loo. ‘We hebben extra opslagcapaciteit bij de universiteit, maar er is meer nodig. Er wordt overlegd met Bedrijf Huisvesting hoe we voor de komende twintig, vijfentwintig jaar ruimte kunnen creëren. Voordat dat er is, zijn we echter een paar jaar verder. Tot dan hebben we een tijdelijke oplossing nodig. De container is ideaal. Je hebt alleen maar water en stroom nodig, je stopt je materiaal erin en klaar.’ Nu is de Sun Blackbox nog in Californië. Naar verwachting staat de container in maart op Nijmeegse bodem. Rond mei, juni zal die gereed zijn voor gebruik. Van de Loo: ‘Andere UMC’s en ziekenhuizen in Nederland kampen ook met tekort aan serverruimte. Voor hen zou het inte ressant zijn om straks te zien hoe het Radboud dit opge lost heeft.’ GM
Valorisatie
Spinoff bedrijf NovioGendix
Foto: Flip Franssen
UMC-voorzitter Emile Lohman zette op maandag 21 januari zijn handtekening voor het spinoff bedrijf Novio Gendix, in het bijzijn van onder andere de Nijmeegse wethouder Hannie Kunst en vertegenwoordigers van biotechbedrijf GenProbe en investeringsmaatschappijen PPM Oost en BioGeneration Ventures. NovioGendix, opge richt door de twee UMC wetenschappers Jack Schalken en Willem Melchers, is het eerste spinoff bedrijf dat door het Directoraat Valorisatie werd begeleid. NovioGendix is gespecialiseerd in diagnostische tests voor prostaat kanker, maar blijft ook onderzoek doen. PPM Oost en BioGeneration Ventures hebben beide een belang geno men in NovioGendix. PL
Slikstoornissen bij volwassenen Sint, kerst en nu carnaval. In no-time is het poliplein op de tweede verdieping in het Q-gebouw omgetoverd in een andere sfeer. De stichting ‘Vrienden van het Univer sitair Kinderziekenhuis St Radboud’ hebben financiële middelen beschikbaar gesteld voor de aankleding van
Samen met Berna Rood, expertverpleegkundige op Neu rologie en eveneens auteur, gaf Kalf multidisciplinaire cursussen voor mensen uit de praktijk. ‘Voor deze cursus hadden we wel een reader, maar een boek dat zowel geschikt is voor verschillende disciplines was er niet’, weet Rood. ‘Wij konden cursisten nooit iets aanbevelen.’ Kalf en Rood zeggen overigens dat het boek ook zeker geschikt is voor studenten. Een boek met theorie en praktijk ineen. De auteurs gaan uitvoerig in op anatomische aspecten en oorzaken van slikstoornissen, maar geven ook praktische aanwijzingen voor houding tijdens het voeden. Naast verslikken en slechte voedingssituaties, krijgt ook mond hygiëne ruim aandacht. Zelfs ethische dilemma’s waar hulpverleners voor staan, komen aan bod. Want wat doe je als een patiënt met een ernstige slikstoornis en een grote kans op verslikken toch normale voeding wil en zijn argument is dat eten en drinken voor hem kwaliteit van leven is? De auteurs geven geen oplossing voor proble men, maar geven wel kaders aan waarbinnen een hulp verlener kan en mag handelen. Een gedegen boek, goed leesbaar en zelfs voor de leek interessant. Met achterin allerlei bijlagen: van een verpleegkundige anamnese tot protocollen over het afbouwen van sondevoeding en protocollen voor mondhygiëne. ND De twee andere auteurs van het boek zijn diëtist Heleen Dicke en hoofdverpleegkundige Paul van Keeken
In Vitro Fertilisatie
TESE in Nederland weer toegestaan
Medewerkers schrijven boek
Foto: Jan van Teeffelen
Foto: Frank Muller
Onlangs kwam het boek ‘Slikstoornissen bij volwasse nen’ uit. Een boek dat geschreven is door vier medewer kers van het UMC St Radboud van verschillende disciplines. ‘Een boek voor logopedisten, diëtisten, mondhygiënisten en verpleegkundigen die werken met patiënten die door een neurologische, oncologische of andere aandoening lijden aan een slikstoornis. Een boek
6
Na een onderbreking van meer dan tien jaar is het in ons land weer toegestaan om IVF toe te passen met zaad dat rechtstreeks uit de testikels wordt gehaald. De Centrale Commissie voor Mensgebonden Onderzoek heeft vorig jaar een onderzoeksvoorstel naar deze methode, die TESE (testiculaire spermaextractie) heet, goedgekeurd. De behandeling vindt plaats in het UMC St Radboud en het AMC. Inmiddels zijn in Nederland acht vrouwen via TESE zwanger. De eerste TESE-baby wordt over enkele weken verwacht. In 1994 werd de vruchtbaarheidsbehandeling ICSI geïn troduceerd, de IVF-techniek waarbij een zaadcel direct in een eicel wordt gebracht om een bevruchting tot stand te brengen. Spoedig daarna gingen artsen in binnen- en buitenland zaadcellen gebruiken die niet uit een zaadlo zing, maar direct uit een bijbal (PESA) of uit de testikels (TESE) afkomstig waren. Omdat er nog twijfel was over de veiligheid van deze technieken, besloot de beroeps groep in Nederland al spoedig om met deze behandelin gen te stoppen. In 1998 nam de minister van VWS dit moratorium over. In het buitenland gingen de behande lingen gewoon door. Veel Nederlandse paren weken voor PESA of TESE dan ook uit naar bijvoorbeeld België of Duitsland. Vanaf 2000 is PESA in Nederland weer toegestaan. Dit nadat de beroepsgroep had vastgesteld, dat dit verant woord was. Vorig jaar is vervolgens een onderzoeksvoor stel van het Radboud en het AMC goedgekeurd, waardoor ook TESE in Nederland weer mogelijk is geworden. Het onderzoek is erop gericht om de effectiviteit van TESE en de daarop volgende ICSI-behandelingen vast te stel len, en de veiligheid van de procedure voor man en kind te bepalen. Dit laatste gebeurt door een uitgebreide follow-up van de kinderen via vragenlijsten en onderzoek op 2- en 5-jarige leeftijd. Ook de kwaliteit van het erfelijk materiaal in het gebruikte testikelweefsel is onderwerp van onderzoek. JG
radbode 2 - 2008
‘Medisch zorgen we in Uruzgan zeker voor opbouw’ V.l.n.r. Edward Tan, Joep Peeters, Dik Snijdelaar, Gerda Lasker, Nicole, Chris Bleeker en Jacques van Osch. Zij kregen op 23 januari een medaille voor de uitzending naar Uruzgan; Snijdelaar vanwege zijn missie in Kosovo. Foto: Frank Muller Het UMC St Radboud werkt samen met Ministerie van Defensie om medischspecialistisch personeel uit te zenden naar ontwikkelings- en oorlogsgebied. In 2007 waren er meerdere missies naar Uruzgan. In Radbode vertellen de ‘uitzendkrachten’ over hun bijzondere ervaringen. ‘Omdat je zo intensief samenwerkt, spreek je de waardering voor elkaar veel meer uit.’
G i j s M u n n i ch s
Onlangs overleden opnieuw twee Nederlandse soldaten in Uruzgan. ‘Dat raakt je enorm’, zegt chirurg/traumato loog Edward Tan. ‘Ik voel me zeer betrokken bij de mili tairen van Kamp Holland. Als je eenmaal daar bent geweest, is dit geen ver-van-je-bed-show meer.’ Tan maakte deel uit van het medisch-specialistische team dat in juni en juli uitgezonden werd. Hierin zaten ook anesthesiemedewerker Joep Peeters en operatie-assi stenten Gerda Lasker en Nicole. Ze zijn namens Defensie uitgezonden, maar werken buiten de missies in het Rad boud (zie kader). Het team werkte in het militair hospitaal (Uruzgan Medi cal Center) op Kamp Holland, waar duizend Nederlandse militairen verbleven. ‘Een uitgezonden soldaat heeft recht op dezelfde kwaliteit van zorg als in Nederland’, zegt Tan. ‘We hebben daarnaast soldaten uit de coalitie troepen behandeld. Evenals Afghaanse militairen en politie. Het meeste is echter noodhulp verleend aan de Afghaanse burgerbevolking.’ En ja, het team heeft ook militairen van de Taliban op de OK gehad. ‘Ik maak als dokter geen onderscheid’, aldus Tan. ‘Als iemand hulp nodig heeft dan geef ik die, voor zover dat mógelijk is. Want we zijn er in eerste instantie voor de Nederlandse militairen. Stel dat een Nederlands konvooi op een landmijn rijdt, dan moeten we wel de middelen hebben om ze te opereren. Daar houden we met onze capaciteiten en voorraad medicijnen en bloed
Win-win situatie Het UMC St Radboud is een van de twaalf ziekenhuizen waarmee het Ministerie van Defensie samenwerkt om medisch-specialistisch perso neel uit te zenden naar ontwikkelings- en oorlogsgebied. Op kosten van Defensie werkt in het Radboud militair medisch personeel boven de normale bezetting, dat beschikbaar is voor uitzending naar oorlogs- of ontwikkelingsgebied. Als tegenprestatie stelt het Radboud eigen per soneel beschikbaar voor inzet tijdens een militaire operatie. Een win-win situatie, aldus Tan. ‘Het Radboud beschikt over een extra medischspecialistisch team, terwijl Defensie kan rekenen op een kwalitatief hoogwaardig team met praktijkervaring.’
wel rekening mee. Dat kan lastige ethische kwesties opleveren, waarbij je soms moeilijke keuzes moet maken.’
Slachtoffers van oorlogsgeweld De gezondheidszorg in Afghanistan is op een zeer laag peil. Tan: ‘Op het platteland zijn ze niet verder dan bij ons in de middeleeuwen. Veel patiënten kunnen normaal niet behandeld worden. Bijvoorbeeld omdat in de buurt geen chirurgische capaciteit is. We hebben kinderen geopereerd met ernstige buikvliesontsteking die anders
Halverwege de missie wordt een plank doormidden gezaagd. Een symbolische daad: de helft van de uitzending zit erop. zouden overlijden.’ Ongeveer 50 procent van de patiënten op de OK was het slachtoffer van oorlogsgeweld. Militairen en burgers met schot- en brandwonden en verwondingen door granaatof bomscherven. Het OK-team verrichtte gedurende tien weken zo’n honderd operaties. ‘We waren 24 uur per dag beschikbaar’, vertelt Nicole. ‘De eerste twee weken werkten we soms 20 uur op een dag. Als je door blijft gaan, lukt dat ook. Je doet het voor de patiënt, die staat nummer één.’ Nicole koos voor dit werk vanwege de afwisseling en uitdaging. ‘Je werkt en leeft veel primitie ver dan normaal. Je zit in een klein team en bent erg afhankelijk van elkaar. Omdat je zo intensief samenwerkt, spreek je de waardering voor elkaar veel meer uit.’ Op 23 januari was er in het Auditorium van het Radboud een symposium over de missie in Uruzgan en eerdere uitzendingen naar Kosovo en Pakistan. Fotopresentaties laten zien dat in Kamp Holland ook tijd voor vermaak was. Je kon er sporten, en er waren pannenkoekenavon den en barbecues. Droogkomisch, maar wellicht een hart onder de riem, is het ritueel halverwege de missie. Dan wordt een lange houten lat doormidden gezaagd, als
7
symbool dat de eerste helft van de uitzending erop zit. Gedurende het verblijf werd in bepantserde containers gewerkt en geslapen. ‘Ik heb me er geen moment onvei lig gevoeld’, zegt Tan. ‘Kamp Holland heeft een omtrek van ruim tien kilometer. Het wordt bewaakt door militai ren, daaromheen bevindt zich nog een ring van Afghaan se soldaten.’ Anesthesiemedewerker Peeters ergert zich soms aan de berichtgeving vanuit Nederland over Uruz gan. ‘Als het op tv over Kamp Holland gaat, zie je er vaak archiefbeelden bij van beschoten tanks. Terwijl er dan niets aan de hand is. Deze media-aandacht zorgt onnodig voor onrust. Gelukkig kunnen we via mail en telefoon het thuisfront snel laten weten hoe de situatie hier echt is.’ De politiek steunt de missie in Uruzgan tot 2010. In hoe verre is er eigenlijk sprake van opbouw in Afghanistan? ‘Ik ben niet buiten Kamp Holland geweest en kan daar over geen oordeel vellen’, zegt Tan. ‘Medisch zorgen we in ieder geval voor opbouw. Ten eerste hebben we levens van patiënten gered, die anders zouden overlijden. Ook hebben we lokale verpleegkundigen getraind, het zie kenhuis van medisch instrumentarium voorzien en een ambulance gerepareerd. Onze hulp maakt dus zeker verschil.’ Na de bijeenkomst in het Auditorium zijn de ‘uitzend krachten’ door het Ministerie van Defensie vereerd met een medaille. Behalve genoemde medewerkers zijn recent (in oktober, november) anesthesist Chris Bleeker en verpleegkundige Jacques van Osch in Uruzgan geweest. De missie maakt Tan een beter chirurg. ‘Ik heb in Uruzgan operaties gedaan bij schotwonden en letsel ten gevolge van explosies. Deze ervaring kan ik goed gebruiken, mocht ik er hier in het Radboud mee te maken krijgen.’ n
Edward Tan voor het militair hospitaal Uruzgan Medical Center.
o n d e r z o e k
Hoogleraar medische microbiologie Robert Sauerwein ontvangt voor een nieuw type malariavaccin de komende vier jaar bijna zeventien miljoen euro. Voor het onderzoek, dat plaatsvindt in samenwerking met het Leids UMC en het Amerikaanse biotechbedrijf Sanaria, wordt een speciaal onderzoekslaboratorium gebouwd op het dak van het Centraal Dierenlaboratorium (CDL). Belangrijkste financier van het project is TI-Pharma. Pieter Lomans
Prof.dr. Robert Sauerwein: ‘Dit kan het eerste menselijke vaccin
injectiespuit vervangt mugg Als alle malariadoden vanaf dit moment in Nederland zouden vallen, dan is ons land na 16 jaar helemaal ont volkt. Geen sterveling meer te bekennen. Jaarlijks over lijden namelijk een miljoen mensen aan de gevolgen van besmette muggenbeten. Vooral hele jonge kinderen zijn het slachtoffer. “Een goed vaccin is dus heel hard nodig”, zegt Robert Sauerwein. Maar dat vaccin wil niet zo vlotten. Volgens sommigen omdat er relatief weinig geld in de ontwikkeling werd gestopt. Malaria is vooral een probleem in arme landen, waardoor de vaccinontwikkeling voor de farmaceutische industrie niet zo aantrekkelijk is. Mocht dat inderdaad zo zijn, dan hebben de sterke financiele injecties van de Bill en Melinda Gates Foundation de vaccinontwikkeling de laatste jaren weer nadrukkelijk op de kaart gezet.
Los van het bovenstaande, kent de vaccinontwikkeling ook wetenschappelijke problemen. Enkele maanden geleden publiceerde Pedro Alonso in The Lancet de beste resultaten die ooit met een malariavaccin zijn behaald. Vijfenzestig procent van een groep gevaccineerde kinde ren in Mozambique ontwikkelde gedurende drie maan den een bescherming tegen malaria. Sauerwein: “Dat is zonder meer een mooi resultaat, maar nog bij lange na niet voldoende. Het moet beter, veel beter.”
Duizend spuitjes Volgens Sauerwein is het de vraag of de vaccinonderzoe kers het juiste pad zijn ingeslagen: “Bijna alle vaccinont wikkelaars zoeken naar een eiwit dat een onmisbare rol speelt in de cyclus van de malariaparasiet. Kunnen ze dat
eiwit uitschakelen, dan blokkeren ze de aanmaak van nieuwe parasieten. En daarmee is in feite het malaria probleem opgelost, want de sterfte wordt juist veroor zaakt door de snelle en massale vermenigvuldiging van de parasiet in het menselijke lichaam.” Met het idee is weinig mis, maar tot dusver blijkt aan de praktische uitwerking toch het een en ander te schorten. Er is nog geen enkel ‘eiwitvaccin’ gevonden dat echt voldoende bescherming biedt. De blokkade die door deze vaccins ontstaat is kennelijk niet ‘breed‘ genoeg. Dat geldt kennelijk ook voor het al eerder genoemde vaccin van Alonso, dat eveneens op de ‘eiwitaanpak‘ is gebaseerd. In tegenstelling tot vrijwel al het andere onderzoek, is het vaccinonderzoek dat Sauerwein met het LUMC en Sanaria uitvoert níet op een of enkele eiwitten gericht. “Wij gebruiken de hele malariaparasiet die uit meer dan vijfduizend verschillende eiwitten bestaat”, zegt Sauer wein. “Het menselijke afweersysteem bouwt daardoor een veel bredere bescherming op tegen de parasiet. Dat zien we ook in de praktijk. Na duizend besmette mug genbeten met door bestraling verzwakte parasieten zijn mensen voor meer dan negentig procent beschermd.”
Genetische anticonceptie Om op basis van de hele parasiet een vaccin te maken moeten zeker twee problemen worden opgelost. Een: vaccineren via duizend muggenbeten is nogal omslach tig. Per beet dringen ongeveer twintig parasieten via het muggenspuug de menselijke bloedbaan binnen. Sauer wein: “We moeten dus duizenden parasieten in een spuit stoppen. Over die techniek beschikt het biotechbedrijf Sanaria, dat met hulp van de Bill en Melinda Gates Foun dation in het leven is geroepen. Sanaria haalt uit de speekselklieren van een geïnfecteerde mug honderd duizenden malariaparasieten, vriest ze in en stopt ze in een spuit.” Het tweede probleem: de malariaparasiet moet eerst kreupel worden gemaakt, zodat hij zich niet kan verme nigvuldigen in de mens. Anders krijgen mensen malaria
Duizend muggenbeten in één spuit
8
radbode 2 - 2008
Profijt van extra expertise Bij het binnenhalen van de onderzoekscapaciteit voor malaria speelde de Afdeling Subsidies van het Directoraat Valorisatie, in de persoon van teamlei der John van Sambeek, een grote rol. TI-Pharma subsidieert het totale project met bijna acht mil joen euro. De rest van de financiering is afkomstig van de projectpartners; het Leids UMC, het Ameri kaanse biotechbedrijf Sanaria en het UMC St Radboud.” Van Sambeek was vanuit het Radboud al in een heel vroeg stadium bij meerdere TI-Pharma projec ten betrokken, waardoor hij goed was ingevoerd in de subsidievoorwaarden. “Bij iedere aanvraag is dat van essentieel belang”, zegt hij. “Daardoor zie je veel beter waar de gaten zitten, op welke onderdelen een subsidieaanvraag nog bijgesteld en aangevuld moet worden. Zaken als een goed projectplan, een heldere begroting en een visie op het te hanteren businessmodel waren in deze aanvraag echt noodzakelijk.”
Foto’s: Flip Franssen
n worden op basis van een kreupele parasiet.’
muggensnuit van het vaccin en dat is nou net niet de bedoeling. Sauerwein: “Die truc is reeds veertig jaar bekend. We bestralen de parasieten - die in dit stadium van hun ontwikkeling sporozoïeten worden genoemd - waardoor hun erfelijk materiaal een beetje wordt beschadigd. Ze blijven gewoon in leven, maar zijn niet meer in staat om zich te vermenigvuldigen.”
‘Een goed vaccin is heel hard nodig’
De methode werkt, maar is voor verbetering vatbaar. Bestraling van de parasiet zorgt voor toevallige bescha digingen van het DNA. Sauerwein: “Natuurlijk willen we veel liever preciezer weten wat we doen, omdat we dan ook veel nauwkeuriger kunnen werken. Een deel van ons onderzoek is daarop gericht. We gaan bekijken of we de door bestraling verzwakte parasieten kunnen vervangen door genetisch verzwakte parasieten. Hoe doen we dat? Door heel gericht de genen uit te schakelen die de para siet gebruikt om zich in de levercellen van de mens te vermenigvuldigen. Genetische anticonceptie, bij wijze van spreken. Dat onderzoek doen we met onze Leidse collega‘s die op dit gebied veel kennis in huis hebben.”
Het dak op Het Nijmeegse malariaonderzoek, dat deel uitmaakt van de afdeling Medische Microbiologie van het UMC St Radboud, behoort tot de absolute wereldtop als het gaat om het produceren van malariaparasieten en malaria muggen. Verder beschikt Nijmegen over een unieke faciliteit om nieuwe malariavaccins in de mens te testen. “Op een gegeven moment moet een vaccin van het labo ratorium naar de kliniek, van het dieronderzoek naar de mens”, zegt Sauerwein. “Iedere vaccinontwikkelaar en –producent wil van een nieuw product weten of het ook veilig is in de mens. Daarom moet bijvoorbeeld altijd worden getest of een vaccin in de mens op dezelfde manier werkt als in het proefdier. De enorme expertise die we op dit gebied hebben opgebouwd is een onmis bare schakel in dit nieuwe project, waar we als kennis instellingen en bedrijfsleven gezamenlijk met elkaar optrekken. Bij de afstemming tussen de diverse partijen, het opstellen van contracten en het binnenhalen van de uiteindelijke subsidie heeft het onlangs opgerichte Direc toraat Valorisatie overigens een hele belangrijke rol gespeeld.” Voor het malariaproject wordt binnenkort een nieuw onderzoeks- en productielaboratorium gebouwd, boven op het dak van het Centraal Dierenlaboratorium. “Als alles volgens plan verloopt gaan we binnen vier jaar niet alleen een proof of principle leveren dat zo‘n vaccin werkt”, zegt Sauerwein, “maar laten we in dit lab op kleine schaal ook zien dat productie onder de vereiste condities mogelijk is: dat het vaccin schoon, veilig en op constante hoge kwaliteit kan worden geproduceerd. Het project biedt ons een prachtige kans om in relatief korte tijd te laten zien wat er in dit opzicht mogelijk is. We weten dat het principe werkt, want er zijn al tientallen vaccins op basis van kreupele bacteriën en virussen ontwikkeld. Maar dit zou echt het eerste menselijke vac cin zijn op basis van een kreupele parasiet.” n
9
John van Sambeek, teamleider Afdeling Subsidies van het Directoraat Valorisatie
Verhogen kwaliteit TI-Pharma is door de overheid in het leven geroe pen om in de Farmacologie de samenwerking tus sen academische instellingen en de industrie te stimuleren, het liefst met concrete producten als uitkomst. Van Sambeek: “Dat betekent bijvoor beeld, dat je precies moet weten wie welke kennis inbrengt en van wie de nieuw gegenereerde kennis zal zijn. Juridische ondersteuning, die we via het Directoraat Valorisatie in huis hebben, is dus nood zakelijk. Bovendien is het handig als je, vanwege Sanaria, op de hoogte bent van de Amerikaanse regels.” De meerwaarde van de Afdeling Subsidie zit vooral in de specifieke expertise, meent Van Sam beek. “Onderzoekers worden steeds afhankelijker van de tweede, derde en vierde geldstroom. Samenwerkingen met één of meerdere industriële partners is vrijwel altijd een voorwaarde. Veel subsidieregelingen zijn tijdelijk. Van Sambeek: “De hoeveelheid en diversiteit aan regelingen maakt subsidieaanvragen steeds complexer. Snel hande len, coördineren, lobbyen, heldere afspraken maken, goed projectmanagement en nog veel meer zaken zijn daarbij heel belangrijk. Die specifieke kennis stellen we ter beschikking van onderzoe kers, zodat we in nauwe samenspraak met hen aanvragen van een hoge kwaliteit kunnen presen teren. Waardoor de kans op succes en toponder zoek verder toeneemt.”
o n d e r z o e k
met onderzoek zicht op hersenletsel Met 130.000 euro subsidie van de Hersenstichting Nederland is de Landelijke Werkgroep Neurotraumatologie een groot onderzoek gestart dat meer inzicht moet geven in het vóórkomen van traumatisch hersenletsel en de uitkomsten van de behandeling daarvan. ‘Daarmee hopen we het fundament te leggen voor meer wetenschappelijk onderzoek naar deze aandoening die veelal jonge mensen treft en die levenslange gevolgen kan hebben’, verklaart neuroloog dr. Pieter Vos waarom hij het initiatief nam tot dit onderzoek. Marten Dooper
Het klinkt misschien vreemd, maar in de hedendaagse gezondheidszorg waarin vrijwel iedere handeling moet worden vastgelegd, ontbreekt het op tal van onderwerpen nog aan ‘harde cijfers’. Een daarvan is het vóórkomen en de gevolgen op lange termijn van hersenletsel dat ontstaat na een ver keersongeluk, een val op het werk of thuis of bijvoorbeeld na een ernstig sportongeval. In jargon heet dit een ‘traumatisch hersenletsel’. ‘Dat daar weinig exacte gegevens over zijn, heeft onder andere te maken met het feit dat de behandeling van traumatisch hersenletsel een typisch voorbeeld is van ketenzorg’, legt Vos uit. ‘Er zijn veel verschillende specialismen bij betrokken. Van het ambulancepersoneel en/of traumateam aan het begin van de keten, tot de revalidatiearts of neuropsycholoog aan het eind. Tot op heden heeft er nooit een nauwkeurige en eenvormige registratie van gegevens plaatsgevon den in die hele keten. Daarbij speelt ook de onderschatting van de problema tiek een rol. De subsidie van de Hersenstichting Nederland vind ik een erkenning van het bestaan van traumatisch hersenletsel als een serieus medisch en maatschappelijk probleem.’ Dat het uiteindelijk om grote aantal len zal gaan, staat inmiddels wel vast, stelt Vos. ‘Eerder verricht onderzoek komt uit op ongeveer 85.000 mensen per jaar in Nederland die een trauma tisch schedel-hersenletsel zouden oplopen. Daarmee is dit de meest voorko mende neurologische aandoening. Dan hebben we het over mensen die als gevolg van de klap tegen hun hoofd op zijn minst even bewusteloos zijn geweest en kortdurend geheugenverlies hadden. En die zich naar aanleiding daarvan gemeld hebben bij de Spoed Eisende Hulp. Hoeveel mensen alleen bij de huisarts langs zijn geweest of helemaal geen professionele hulp hebben gezocht, is totaal onbekend.’ Van de 85.000 mensen per jaar met hersenletsel, komt ongeveer 85 procent er vanaf met een licht hersenletsel. ‘Deze categorie kent een eigen problema tiek’, legt Vos uit. ‘Ofschoon het bij hen ogenschijnlijk om een onbeduidend letsel gaat, houdt van deze mensen een minderheid, maar in absoluut aantal toch een aanzienlijke groep, blijvende klachten over aan de gebeurtenis. Waar het in ons huidige onderzoek echter om gaat, is meer inzicht te krijgen in die overige 15 procent van de patiënten. Patiënten met een middelzwaar tot zeer ernstig hersenletsel. Die laatste groep bestaat uit mensen die bij binnenkomst in het ziekenhuis in coma zijn en bij wie op een CT-scan vrijwel altijd afwijkin gen aan het hersenweefsel te zien zijn. Bijvoorbeeld een kneuzing of bloeding van de hersenen. Van deze mensen overlijdt zo’n dertig tot veertig procent binnen enkele weken. De overigen houden vrijwel allen een blijvende handi cap. Een handicap waarmee zij nog jaren moeten leven, want het gaat veelal om relatief jonge mensen. De piek ligt tussen de twintig en dertig jaar. Echter, welke patiënten iets overhouden aan het hersenletsel en wat zij precies overhouden, is onbekend. Evenals hoe zij precies behandeld zijn en of er een
Neuroloog dr. Pieter Vos: ‘Wij willen meer inzicht krijgen in de patiënten met een middelzwaar tot zeer ernstig hersenletsel.’ Foto: Frank Muller
10
radbode 2 - 2008
relatie bestaat tussen de uitkomst op lange termijn en de soort behandeling. Dit grijze gebied willen wij nu met ons multidisciplinaire onderzoek in kaart brengen.
Fundament leggen Dat in kaart brengen gaat als volgt, legt Vos uit. ‘We gaan in alle vijf de centra die verbonden zijn aan een trauma helikopter, het VUmc, het AMC, het UMC Groningen, het Eramus MC Rotterdam en het UMC St Radboud, een jaar nauwkeurig registreren hoeveel patiënten met middel zwaar of ernstiger hersenletsel er worden opgenomen, wat de precieze kenmerken van de patiënten en het ongeval zijn, welke acute behandelingen zij krijgen en op welke ziekenhuisafdelingen zij vervolgens terecht komen. Verder leggen we vast wat de uitkomst van de acute behandeling is, welke verdere behandelingen er plaatsvinden en wat daarvan de uitkomst is. Hoe de eventuele verdere revalidatie er uit ziet en wat het resul taat is op de lange termijn, dat wil zeggen tot één jaar na het ongeval. Om dit allemaal te kunnen vastleggen gebruiken alle deelnemende ziekenhuizen een in Nijme gen ontwikkelde database.’ Behalve dat de gegevens die dit oplevert een beter inzicht geven over de omvang van het probleem, levert de registratie waarschijnlijk nog veel meer interessante gegevens op, verwacht Vos. ‘Doordat er vijf verschillende centra aan het onderzoek meedoen, krijgen we ook zicht op eventuele verschillen tussen de traumaregio’s en behandelcentra. Zijn er verschillen in het type patiënten tussen de regio’s en, zo ja, waar ligt dat aan? Verschilt de behandeling in de diverse centra en welk gevolg heeft dat voor de uitkomst op de lange termijn? Voor de behandeling van mensen met een mid delzwaar of ernstig traumatisch hersenletsel bestaan
weliswaar richtlijnen, maar de wetenschappelijke bewijs kracht van de behandelingen is tot nu toe vrij zwak. Door nu gegevens van veel patiënten te verzamelen, kunnen de behandelingen beter op effectiviteit worden getoetst. Ook hopen we op basis van de verzamelde gegevens een model te ontwikkelen dat al in een vroeg stadium redelijk betrouwbaar voorspelt welke behandeling het beste kan worden ingezet en wat de meest waarschijnlijke uitkomst daarvan is.’ Het nu gestarte onderzoek is in eerste instantie een inventariserend onderzoek. Vos: ‘We moeten eerst goed zicht krijgen op de omvang van het probleem en de effecten van de huidige aanpak. Het beeld dat daarbij ontstaat, zal ongetwijfeld allerlei onderzoeksvragen oproepen. Vragen naar mogelijke verbeteringen in onder delen van de behandeling of in de samenwerking tussen de betrokken specialismen in de keten. En in een later stadium kunnen ook wellicht vragen van meer fundamen teel wetenschappelijke aard aan de orde komen. Er bestaat namelijk nog veel onduidelijkheid over hoe de schade in de hersenen bij hersenletsel precies ontstaat. Er zijn verschillende theorieën, bijvoorbeeld dat de extra aanmaak van zuurstofradicalen of signaalstoffen in het hersenweefsel de schade veroorzaakt, maar bewezen is er nog geen. We hopen met dit onderzoek en met de Landelijke Werkgroep Neurotraumatologie het funda ment te leggen voor de bouw van een mooi ‘huis’ waarin nieuw wetenschappelijk onderzoek plaatsvindt naar traumatisch hersenletsel. Onderzoek dat leidt tot betere behandelmogelijkheden. En daardoor tot minder ingrijpende en langdurige gevolgen van het hersenletsel voor de patiënt.’ n
prijzen en benoemingen P r o f . d r. M . A . W. M e r k x Prof.dr. M.A.W. Merkx is voor de periode van vijf jaar benoemd tot profileringhoogleraar MKA Onco logie en Orale Geneeskunde.
NUCI Award De NUCI Award is bedoeld voor interne kandidaten uit alle geledingen van het UMC die zich op welke wijze dan ook uitzonderlijk verdienstelijk hebben gemaakt binnen de gebieden patiëntenzorg, onder zoek en onderwijs. Dr. Mihai Netea van de afdeling Algemene Interne Geneeskunde ontving dit jaar de NUCI Award vanwege zijn onderzoek op het grens gebied van micro-organisme en afweer. Drs. Jakko van Ingen ontving de NUCI Young Talent Award, een stimuleringsprijs voor jonge onderzoekers die tijdens of na hun promotietraject opmerkelijke en veelbelovende resultaten behalen op het gebied van infectie en afweer. Jakko werkt bij de afdeling Longziekten op atypische mycobacteriën, in samenwerking met het RIVM te Bilthoven. Tijdens de jaarlijkse Wetenschappelijke Nieuwjaarsborrel van het NUCI zijn de awards uitgereikt door prof. dr. Paul Verweij, voorzitter van het NUCI.
Promoties, oraties, afscheidsredes*
Omgaan met probleemgedrag Vier van de vijf verpleeghuisbewoners met dementie vertonen probleemgedrag en 65 procent krijgt gedragsbeïnvloedende medicijnen. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Sytse Zuidema, uitgevoerd in verpleeg- en verzorgingshuizen in Zuid- en Oost-Nederland. Zuidema is als verpleeghuisarts werkzaam bij verpleeghuis Kalorama in Beek-Ubbergen en als onderzoeker verbonden aan de afdeling Verpleeghuisgeneeskunde. Hij pleit voor scholing van medewerkers van verpleeghuizen, zodat ze leren met probleemgedrag om te gaan en het zo mogelijk te voorkòmen.
Joke Groeneveld
* Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2
Onder probleemgedrag verstaat Zuidema agressie, apa thie, onrust en gedrag dat voortkomt uit depressiviteit, wanen, hallucinaties of angst. Dit gedrag is een grote last voor de betrokken patiënt en een zware belasting voor het verzorgend personeel en de familie. Twee van de drie verpleeghuisbewoners met dementie krijgen medicijnen die tot doel hebben om dit gedrag te beïnvloeden. Het gebruik van deze medicijnen bij oudere dementiepatiën ten is omstreden, omdat ze als bijwerking hebben dat ze de patiënt suf maken en daardoor ook de kans op vallen vergroten. Dat leidt er weer toe, dat verzorgers zich soms genoodzaakt zien bewoners vast te binden aan hun stoel. ‘Probleemgedrag kan een gevolg zijn van de ziekte dementie’, legt Zuidema uit. ‘Het is dan ook begrijpelijk dat bewoners met dementie die probleemgedrag verto nen, gedragsbeïnvloedende geneesmiddelen krijgen. Maar de ziekte is niet de enige oorzaak van probleemge drag. Uit mijn onderzoek blijkt dat ook factoren uit de omgeving van de patiënt eraan bijdragen.’ Zuidema ontdekte dat er grote verschillen bestaan tus sen verpleeghuisafdelingen onderling, als het gaat om probleemgedrag van bewoners. Verschillen die niet ver klaard kunnen worden door het aantal bewoners per afdeling of de ernst van de dementie van de bewoners. Hij zoekt de verklaring in de sfeer die er op een afdeling heerst en in de vorm van zorg die de bewoners krijgen. ‘De sfeer op een afdeling of in een huiskamer hangt natuurlijk nauw samen met grootte, de inrichting, de hoeveelheid licht, kortom, de bouwtechnische kant’, zegt hij. ‘Maar bewoners van verpleeghuizen zijn ook erg gevoelig voor psychosociale omstandigheden. Probleem gedrag kan een reactie zijn op een vorm van zorg, die onvoldoende aansluit op de psychosociale behoeften van de bewoner.’ Juist dan is het van belang, aldus Zui dema, om op het probleemgedrag niet te reageren met
• Promotie drs. S.U. Zuidema, vrijdag 8 februari om 15.30 uur. Titel: Neuropsychiatric symptoms in Dutch nursing home patients with dementia • Promotie mw. drs. R.M.M.A. Kiekens, donderdag 14 februari om 13.30 uur. Titel: Facial aesthetics in adolescents • Promotie drs. W.A. Loesberg, woensdag 20 februari om 15.30 uur. Titel: Mechanosensiti vity of fibroblasts. Interaction between altered gravity conditions and surface topography • Promotie mw. drs. Y.E. Noordman, donderdag 21 februari om 10.30 uur. Titel: Protein tyrosine phosphatase PTPRR isoforms: Modulators of neuronal growth factor sigalling
Voor een volledig overzicht en korte inhoud van alle promoties, oraties en afscheidsredes, zie www. umcn.nl, ingang ‘scientist’, doorklikken op ‘science agenda’.
Sytse Zuidema pleit in zijn promotieonderzoek voor scholing van medewerkers van verpleeghuizen, zodat ze leren met probleemgedrag om te gaan en het zo mogelijk te voorkòmen. Foto: Flip Franssen medicijnen, maar met een aanpak, die meer gericht is op het psychisch welbevinden van de patiënt. Er zijn begeleidingsvormen, die tegemoet komen aan de psychosociale behoeften van bewoners, zoals muziek therapie en snoezelen. Zuidema verwacht echter vooral veel van een betere opleiding en bijscholing van verzor genden en artsen in verpleeghuizen. ‘Zij moeten leren om de individuele psychosociale behoeften van de patiënt in te schatten en daarop in te spelen. De ene patiënt is de andere niet. Probeer goed te kijken en te luisteren naar de bewoner om te ontdekken wat hem of haar een tevreden gevoel geeft.’ Er is bewijs dat een dergelijke aanpak voor en door verzorgenden leidt tot een afname van het gebruik van medicatie en een afname van probleemgedrag. n
11
Speciale behandeling
1E CONSULT (20 MIN.) GRATIS
FRANSESTRAAT 12 6524 JA NIJMEGEN
Mr. Michaëla B.M. Kaaij, gecertificeerd NMI mediator Mr. Drs. H.A.M. Schouten TEL : (024) 324 59 37
Zeer aantrekkelijke courtagekortingen voor alle leden van de Personeelsvereniging
Oranjesingel 21 • 6511 NM Nijmegen T (024) 360 69 00 E
[email protected] I www.beaufortmakelaars.nl
Voor de persoonlijke aanpak
KAAIJ ADVOCATEN
Strafrecht, mediation, echtscheiding, alimentatie, omgangsregeling en andere familiezaken, huur, arbeid en ontslag, uitkering, consument en incasso.
Ùw huis onze Hoofdzaak
Het UTN spreekt ook úw taal Schrijf snel in voor één van onze voorjaarscursussen!
Heidevenstraat 88 en 90 in Nijmegen
Kleinschalig nieuwbouwappartement centraal gelegen in de Hatertse Hei aan de Heidevenstraat. Gunstig gelegen nabij het universiteitscomplex en UMC St. Radboud.
Vreemde talen • Chinees • Duits • Engels • Frans • Italiaans • Russisch • Spaans • Portugees • Turks
Het moderne appartementencomplex bestaat uit vijf comfortabele appartementen waarvan er nog twee te koop zijn. Deze zijn gelegen op de 1e en 2e verdieping.
Nederlands voor anderstaligen • Dag- en avondcursussen NT2
Prijs: € 225.000,00 v.o.n. voor de 1e verdieping € 230.000,00 v.o.n. voor de 2e verdieping
Aankoop Verkoop Taxaties
Communicatie • Notuleren met de laptop • Presenteren met effect • Spelling van A tot Z • Webschrijven
Groesbeekseweg 23, 6524 CL telefoon: (024) 382 21 50 www.koophuis.nl
En meer • Basiscursus voor aankomende docenten NT2
Nijmegen, Wedesteinbroek 1127 Op 25 minuten fietsen van het UMC St Radboud in de groene wijk Lindenholt TE KOOP: Hoekwoning met ged. uitgebouwde bg. Vrijstaande berging 13m2 Bjr. 1983, inh. 385 m3, gr. 186 m2. 3 slkrs + zolderkr met dakkapel. badkr met bad, douche en toilet. Bg en 1e verd. dubbelglas. Goed geïsoleerd. Goed onderhouden. Balkon voor en achter. Vraagprijs € 229.500 Meer informatie? www.gezelligehoekwoning.nl of bel 06-53747560
Voor medewerkers van het UMC St Radboud gelden speciale tarieven!
12
nderwijs o
radbode 2 - 2008
buitenland In deze rubriek schrijven studenten over hun ervaringen in het buitenland. Tielke Poels liep van mei tot en met september 2007 voor haar studie geneeskunde haar tropencoschap in het Holy Family Hospital, Techiman in Ghana. Ergens op de achtergrond hoor ik de wekker. Onder de koude douche spoel ik het laatste beetje slaap en de dromen van de afgelopen nacht van me af. Langzaamaan begin ik me wat fitter te voelen. Een half uur later loop ik samen met Loes richting ziekenhuis. Stethoscoop om de hals, OK klompen in de tas…het lijkt heel wat zo. Rond het ziekenhuis is het al druk. Groepjes mensen zitten her en der te wachten om een kaart te bemachtigen voor de OPD (polikliniek). In de artsenkamer zijn de assistenten klaar voor het ochtendrapport. De dienstdoende assistent presenteert de patiënten van de afgelopen nacht: drie kinderen met ernstige malaria en bloed armoede, een jongetje met een acute buik, een road traffic accident met twee slachtoffers waarvan er een is overleden en een jonge vrouw die geprobeerd heeft haar zwangerschap af te breken en aan de gevolgen hiervan is overleden. Ik laat de verhalen gelaten over me heen komen. Na de overdracht lopen we naar de ER. Hier ligt een meisje van zes met een grote wond aan de bovenarm. Het bot is gebroken en haar arm lijkt nu twee ellebogen te hebben. Pijnstilling is niet gegeven. Een van de assistenten voelt aan de breuk. Ik kijk naar het meisje en voel ondertussen in mijn broekzak naar een ballon… Verder naar de afdeling chirurgie. Open wonden, brandwonden, gebroken benen, heupen en armen, tumoren, grote abcessen en een darmperforatie. Op de vraag: ‘Hoe gaat het?’ wordt steevast hetzelfde antwoord gegeven: ‘Goed dokter’. Door naar het OK-complex. In het piepkleine kleedhokje trek ik mijn groene pakje met bijpassende stoffen muts en snoetje aan. Ik zie er enigszins lachwekkend uit zo. Op de OK hijs ik mezelf in een steriele jas en doe een extra paar handschoenen aan. Het zweet loopt ondertussen in straaltjes over mijn rug en borst. Ons patiëntje ligt inmiddels klaar op tafel. Een jongetje van acht met een geperforeerde darm ten gevolgen van tyfus. Dr. Allan snijdt voorzichtig de buik open. De geur die vrijkomt is misselijkmakend… Een uur later zijn alle gaatjes overhecht en kan de buik gesloten worden. De huid is lastig. Mijn naald strekt zich in de naaldvoerder. Afrikaanse huid is stug… maar misschien verbeeld ik me dat? ’s Middags een biopt van een borsttumor. Een 46-jarige vrouw met drie grote knobbels in de borst en een vast aanvoelende lymfeklier in de oksel ligt voor ons. De plaatselijke verdoving werkt onvoldoende. Het gezicht van de vrouw vertrekt maar ze geeft geen krimp. Ik aai even over haar schouder en concentreer me weer op het gat in haar borst…alles went. De laatste operatie vandaag is een geplande keizersnede. Van Marloes heb ik begrepen dat de vrouw hiv-positief is. Dr. Sule, die de operatie uit gaat voeren ontkent dit echter. Ik besluit niet mee te wassen. In de koffiekamer klets ik nog even met dr. Allan en loop dan het OK- complex uit. De werkdag zit erop. Thuis spoel ik mijn klompen af en klop het rode zand van mijn gympen. Ik pak mijn handdoek en spring voor de tweede keer vandaag onder de koude douche, die dit keer zeer welkom is.
‘Het meester-gezel systeem is verleden tijd’ Een eerste stap in de onderwijsvernieuwingen is dat AIOS op structurele wijze feedback krijgen van hun supervisors. In de medische vervolgopleidingen staat tegenwoordig het competentie gericht opleiden centraal. Artsen in opleiding tot specialist (AIOS) moeten niet alleen het medisch handelen onder de knie krijgen, maar ook bijvoorbeeld communicatief vaardig zijn en goed kunnen samenwerken. Deze onderwijsvernieuwing heeft verregaande gevolgen voor de dagelijkse praktijk in de kliniek. De specialismen Kindergeneeskunde en Verloskunde & Gynaecologie zijn er als eerste mee aan de slag gegaan.
G i j s M u n n i ch s
‘Vroeger was de medische vervolgopleiding gebaseerd op het meester-gezel systeem. AIOS leerden medische vaardigheden door mee te kijken met de specialist, om vervolgens zelf de handelingen uit te voeren. Deze manier van opleiden is verleden tijd’, zegt prof.dr. Han van Krieken, voorzitter van de Ziekenhuis Opleidingscom missie (ZOC) van het Radboud. ‘Tegenwoordig moet de AIOS een zevental competenties verwerven, die je nodig hebt om een goede specialist te zijn. Er moet heel spe cifiek bijgehouden worden hoe de AIOS vordert in de opleiding. Feedback en supervisie van de opleider zijn daarbij essentieel.’ Behalve het medisch handelen gaat het om de ‘compe tentiegebieden’ communicatie, samenwerking, kennis en wetenschap, maatschappelijk handelen, organisatie en professionaliteit. Van Krieken: ‘Arts-assistenten moeten verplichte cursussen volgen, een portfolio bijhouden, zich laten beoordelen en reflecteren op hun eigen func tioneren. Kortom: ze zijn meer tijd kwijt aan het opleiden. En daardoor minder beschikbaar voor de patiëntenzorg dan voorheen. Komt de routinematige zorg dan meer op het bordje van de specialist terecht? Een dilemma, want tegelijk moeten specialisten meer tijd steken in het opleiden van hun assistenten.’
‘Dit kan 5 à 10 jaar duren’ De veranderingen in de medische vervolgopleidingen hebben flinke gevolgen voor de bedrijfsvoering in de kliniek. ‘Een pasklare oplossing is er niet’, zegt prof.dr. Paul Stuyt, lid van het Centraal College Medisch Specia lismen. ‘Ieder specialisme moet op landelijk niveau een plan hebben om het competentiegericht opleiden te implementeren in de praktijk. Sommige specialismen hebben hun plannen gereed, andere nog niet. De imple mentatie kan wel vijf tot tien jaar duren. Naar verwach ting zijn eind 2008 alle opleidingsplannen klaar van waaruit de verschillende specialismen kunnen gaan werken.’ De specialismen Kindergeneeskunde en Verloskunde & Gynaecologie nemen landelijk het voortouw in de imple mentatie van de onderwijsvernieuwingen. Een eerste stap is dat AIOS op structurele wijze feedback krijgen van hun supervisors. ‘We zijn momenteel bezig om onze specialisten hierin te trainen’, vertelt prof.dr. Louis Kollée over de afdeling Kindergeneeskunde van het Radboud. ‘We geven al korte praktijkbeoordelingen (KPB’s) aan de AIOS. Dit zijn beoordelingen van een poliklinische situa tie, zoals het voeren van een spreekuur, een slecht nieuwsgesprek of het geven van een voordracht. Straks
13
Foto: Frank Muller
voeren we ook de 360-graden feedback in. Hierbij wordt de AIOS beoordeeld door een brede groep collega’s: specialist, verpleegkundige, staflid, collega-arts-assis tent, secretaresse enzovoorts.’
Spannend Op de afdeling Verloskunde & Gynaecologie van het Radboud krijgt elke arts-assistent tenminste één keer per maand een korte praktijkbeoordeling. ‘AIOS moeten zelf het initiatief hiertoe nemen’, zegt opleider prof.dr. Didi Braat. ‘Op de overdrachtkamer hebben we een whiteboard opgehangen waarop AIOS invullen hoe vaak ze een KPB of een beoordeling op de OK hebben gehad. AIOS raken zo gemotiveerd om feedback te vragen. En supervisors blijven zich ervan bewust dat ze de assisten ten moeten beoordelen.’ Daarnaast wordt bij Verloskunde & Gynaecologie een maal per kwartaal een gesprek met de patiënt opgeno men op video. Braat: ‘De assistent wordt onder andere beoordeeld door een staflid en een onderwijskundige. Zij vertellen wat hen opvalt, wat goed gaat en wat beter kan. AIOS kunnen zelf aangeven waar ze feedback over willen.’ Ook krijgen ze ieder jaar een beoordelingsge sprek met de hoofdopleider. Dit gebeurt aan hand van het portfolio. Hierin zijn onder andere de KPB’s, reflec tieverslagen en 360-graden feedbackformulieren opge nomen, evenals een overzicht van gevolgde cursussen en medische verrichtingen. ‘In het begin is het heel spannend om beoordeeld te worden’, zegt gynaecoloog in opleiding Marieke Smink. ‘Naarmate je vaker feedback krijgt, wordt het ook gewo ner. Je krijgt inzicht in je eigen kunnen en wordt gemoti veerd om verbeterpunten aan te pakken. Overigens hoeft de beoordeling niet veel tijd te kosten. Een specialist is er soms maar een paar minuten mee kwijt.’
Meer wegen naar Rome De vernieuwingen in het opleidingsklimaat op de afde lingen Kindergeneeskunde en Verloskunde & Gynaeco logie kunnen als leidraad dienen voor de overige specialismen. ‘Er leiden echter meer wegen naar Rome’, zegt Stuyt. ‘Binnen ieder specialisme zullen veranderin gen geleidelijk aan hun vorm krijgen. Er lijkt genoeg draagvlak te zijn voor het competentiegericht opleiden, maar iedereen moet er wel mee aan de slag.’ Het Ziekenhuis Opleidingscommissie wil een actieve rol spelen in de onderwijsvernieuwingen. Van Krieken: ‘We zullen betrokken zijn bij het ontwikkelen van het curso risch onderwijs voor de AIOS. En bij het bedenken van oplossingen voor problemen. Geld voor bijvoorbeeld cursussen is er niet zomaar, docenten én beschikbare tijd evenmin.’ ‘Wil je een goede opleiding neerzetten, dan kost dat inderdaad tijd’, zegt Braat tot slot. ‘Begin met zaken die gemakkelijk in te voeren zijn, zoals de KPB en de 360graden feedback. Sommige specialisten moeten eraan wennen om zo gestructureerd de AIOS op te leiden. Ikzelf vind het heerlijk om mijn passie voor het vak over te brengen. Het is heel mooi om te zien hoe een arts- assistent groeit tot een op-en-top specialist.’ n
radbode 2 - 2008
mensen Edith van Renesse Hilgers Op 1 februari is Edith 25 jaar in dienst als voe dingsassistent. Zij is haar loopbaan begonnen als keukenassistent bij de Civiele Dienst en sinds 1991 werkzaam als voe dingsassistent van afde ling hematologie E00. In deze jaren heeft Edith met toewijding deze func tie vervuld en staat de zorg voor een goede voeding centraal. Ze staat bekend als een fijne collega. Samenwerking staat voor haar in het teken van enthousiasme en samen met collega’s plezier hebben in het dagelijkse werk. Edith viert haar jubileum tijdens een receptie op woensdag 13 februari in Huize Heijendaal. Daniëlle van Grinsven, seniorverpleegkundige Afdeling Hematologie E00
Peter Schreven Op 16 februari aanstaan de is het 25 jaar geleden dat Peter Schreven, cen tralist bij de afdeling Logistiek van het Facilitair Bedrijf, in dienst trad bij het UMC St Radboud. Wij bedanken Peter voor zijn inzet gedurende deze jaren en hopen, ook voor de toekomst, op een prettige samenwerking. Peter Schreven geeft er de voorkeur aan dit jubileum in kleine kring te vieren. J. Rutten v.d. Snoek, Hoofd Logistiek
Paulien Keijzer Paulien Keijzer kwam ruim 8 jaar geleden als stagiaire, ze bleef als PRassistent, werd daarna junior communicatieadvi seur en tot slot communi catieadviseur. Logisch dat zij binnenkort seniorcommunicatieadviseur wordt. Paulien was jaren lang de ‘vliegende keep’ van de redactie van Plexus. Ze zorgde er als klantgerichte PR-gene ralist voor dat onze advertenties goed in de kranten kwamen, bewaakte de kwaliteit van het UMC drukwerk, zocht nieuwe relatiegeschenken uit, ondersteunde de productie van TV-program ma’s, liet op tijd de Radboudbanieren vervangen en organiseerde evenementen, zoals het onvol prezen UMC St Radboudconcert. Als huisstijlco ördinator was ze voortdurend bereid iedereen die dat wilde - en ook wie het niet wilde - in te wijden in onze huisstijlregels. Haar meester proef, waarvoor ze glansrijk slaagde, was de invoering van het huidige UMC St Radboud-logo.
Haar nieuwe loopbaanstap voert Paulien naar een werkkring buiten het Radboud. We wensen haar veel succes in haar nieuwe baan. Ter afscheid schenken we voor haar een borrel op 14 februari van 16.30 - 18.30 uur in het Cultuur café (Mercatorpad 1). Namens Staf Concerncommunicatie, Walther Verhoeven
In memoriam Ingrid de Haas Ingrid kwam in 1981 in het UMC St Radboud als leerling operatie assistent. Ze had maar één voorkeur om te werken en dat was de operatiekamer van Urologie. Ingrid was een hardwerkende en vakbekwame mede werker. Ze gunde zichzelf nauwelijks rust.
Henny van Wezel Per 1 maart gaat Henny van Wezel het Centraal Dierenlaboratorium verla ten om gebruik te maken van de prepensioenrege ling. Henny is op 25 febru ari 1963 in dienst getre den van het CDL. Hij is begonnen op de afdeling Grote Dieren als dierver zorger. Later werd hij bio technisch laborant op deze afdeling. Per 1 maart 1991 is hij begonnen op de boerderij, waar hij tot heden werkzaam is gebleven als hoofd dierverzorger. Henny heeft zich gedurende 45 jaar met hart en ziel ingezet voor zijn werk als hoofd van de boerderij. Als teamleider, maar ook door zelf de handen uit de mouwen te steken heeft hij een belangrijke bij drage geleverd aan basaal en toegepast medisch onderzoek ter bevordering van de gezondheid en het welzijn van mens en dier. Ter gelegenheid van het afscheid wordt hem vrijdag 22 februari 2008 een receptie aangeboden in Huize Heyen daal, van 16.30 - 18.30 uur. Wij nodigen u van harte uit bij dit afscheid aanwezig te zijn. Merel Ritskes-Hoitinga
In september 2006, op de dag dat we haar 25-jarig jubileum zouden vieren, is ze ‘niet lekker’ naar de huis arts gegaan. Diezelfde week werd al bekend dat ze ernstig ziek was. Ingrid besloot het gevecht tegen deze gevreesde ziekte aan te gaan. Zij liet zien dat ze een sterke, zelfverzekerde vrouw was, die maar één ding voor ogen had: beter worden. Ze kwam zelfs weer een aantal uren per dag naar de operatiekamer om de band vast te houden, vooral om gezellig koffie te drinken en aanwezig te zijn. Ze moest geopereerd worden en daarna volgden meerdere chemokuren. Gedurende deze kuren bleef ze aan het leven vasthouden. Het feit dat ze zich verzette tegen de dood, maakte haar ziek zijn ook zwaar. Toen er begin dit jaar een plotselinge verergering optrad en ze steeds meer lichamelijke klachten kreeg, leek ze zich pas te realiseren dat het menens was. Ingrid heeft veel contact gehouden met de afdeling gedurende haar ziek zijn. Contact met het werk en met collega’s betekende voor haar heel veel. Ze is rustig ingeslapen op 24 januari 2008. Ze was ruim 26 jaar onze betrokken en gewaardeerde collega. We wensen haar man Rob en zoon Rik veel sterkte toe om dit zware verlies te dragen.
Marianne Sieben
Namens collega’s Operatiekamers Urologie en Gynaecologie Annemieke Gommans, operationeel manager
Na een dienstverband van bijna 40 jaar gaat Marianne Sieben per 1 maart gebruik maken van het prepensioen. Marianne is begonnen op het laboratorium Kindergeneeskunde. Daarna heeft ze ruim 30 jaar gewerkt op het Parasitologisch laboratorium van de Medische Microbiologie. Naast het analytisch werk op de Parasitologie heeft ze daar ook het kwaliteitssysteem mee helpen opzetten. Daarnaast heeft zij jarenlang de Medische Microbiologie vertegenwoordigd in de OC. Voorts heeft zij aan de Radboud Univer siteit het Vrouwennetwerk gestalte gegeven en ze is hiervan een aantal jaren coördinator geweest. De laatste 5 jaar was zij beheerder/ maatschappelijk werker bij het Hulpfonds voor Personeelsleden van de RU en het UMC St Rad boud. Op haar eigen, rustige wijze is zij voor velen een luisterend oor geweest en heeft zij samen met cliënten aanvragen voor financiële hulp geformuleerd voor het bestuur van het Hulpfonds. Zij heeft langdurig aan een aantal cliënten budgetbegeleiding gegeven, met vaak als resultaat een blijvende oplossing voor hun financiële problemen. Wij konden de dagelijkse gang van zaken bij het Hulpfonds met een gerust hart aan Marianne overlaten. Wij bedanken haar voor haar jarenlange inzet op vele gebieden in ons ziekenhuis. Yvonne Poort, hoofd beheerszaken Medische Microbiologie Diny Rozendal, voorzitter Bestuur Hulpfonds voor Personeelsleden van de RU en het UMC St Radboud Nijmegen.
kleine boodschap Gratis niet commerciële advertenties van medewerkers, vrijwilligers en studenten. Opgave bij het Voorlichtingscentrum in de hal van het ziekenhuis. Postadres: 528 Staf Concerncommunicatie, voorlichtingscentrum. E-mail: Voorlichting@ com.umcn.nl. Hieronder een klein gedeelte, op intranet (www.umcn.nl) vindt u alle advertenties. Opgave van (UMC)werkadres of (RU)studentnummer is vereist. Maximale lengte 20 woorden, goederen mogen niet duurder zijn dan g 700, -.
Gevraagd: Hulp in de huishouding voor twee uur in de week, op woensdagochtend. T (024) 344 46 30, Weezenhof. Studiepiano voor meisje van acht jaar oud. T (024) 357 82 81.
Aangeboden: Huiscomputer met Windows XP, kleurenscherm, geluidskaart en netwerkkaart. Voorzien van HP printer. Vraagprijs: e 80, -. T (024) 397 65 86. Hammond orgel in goede staat. Model: 9822KM. 2 klavieren, ritmebox, Leslie versterker. Wegens plaatsgebrek. H. Kwast. T (024) 361 69 70,
[email protected].
Colofon
Radbode is een tweewekelijks personeelsblad van het UMC St Radboud Oplage: 13.000 Redactie: Nelleke Dinnissen, Jannie Meussen (eindredactie), Gijs Munnichs, Walther Verhoeven Aan dit nummer werkten mee: Marten Dooper, Joke Groeneveld, Paul van Laere, Pieter Lomans, Marlies Miele kamp, Daan Van Speybroeck E-mail:
[email protected], telefoon: (024) 361 35 38 Correspondentie: UMC St Radboud, 528 Communicatie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen Redactieraad: prof.dr. Rob Bleichrodt, Henk Gerrits, René Bakker, mr. Æmiel Kerckhoffs Vormgeving en lay-out: Puntkomma Creatieve Communicatie Druk: Wegener Nieuwsdrukkerij Gelderland Advertenties: Bureau van Vliet, (023) 571 47 45, e-mail:
[email protected] Abonnement: 13,60 euro, informatie Sylvia van Brück-Engelen (024) 361 54 42. Verschijningsdata zie intranet, button Radbode
PERSINGEN, Thornsestraat 12 Uitkijkend over prachtige Ooypolder
Overasselt, Sint Walrickweg 15
Voor al uw touringcarvervoer! -
Groepsvervoer Dagtochten Meerdaagse reizen Zakelijk vervoer
TE HUUR: Op bijzondere locatie gelegen, grenzend aan agrarisch bedrijf: Ruim woonhuis met royale tuin + schuur. Bg: hal, toilet, kelder, woonk. met hardh vloer eetkeuken met plavuizen en keukenblok, bijkeuken met aanrechtblok, cv combi ketel, wasm aansl. en wastafel. 1e Verd: ruime overloop, badk. met douche en wastafel 4 slaapk, inpandige kastr. Royale schuur: ± 14 X 4½ m biedt veel gebruiksmogelijkheden. Inhoud woonhuis: ± 450 m3, perceel ± 1000m2 Huurprijs: € 1190,- excl. g/w/e, tv, telefoon. Voor meer informatie: 06-12661063 of 024-6416180
Munckhof Reizen Nijmegen Hogelandseweg 7, Nijmegen Tel. 024 377 24 27
[email protected] www.munckhofreizen.nl
14
Te koop bij inschrijving Schitterend aan bosrand gelegen eenvoudige vrijstaande woonboerderij (1913) met bijgebouwen op 3 percelen grond (33.290 m²). Inhoud pand 1.050 m³. Bij de gemeente Heumen is een principe-verzoek ingediend voor splitsing van de boerderij voor dubbele bewoning. Kijkdagen: zaterdag 26 januari en 9 februari 2008 (11.00-13.00 uur). Info: (024) 642 23 18. Zie ook www.benjanssen.nl.
Woningmakelaar Ben Janssen (024) 642 23 18
opinie
radbode 2 - 2008
Medische zelftests: accepteren of uitstellen?
Je zelf testen op darmkanker, HIV of suikerziekte bij de apotheek, het klinisch chemisch laboratorium of in de supermarkt? Jazeker, dat kan! Maar moet het ook al kunnen? Medische zelftests zijn in opmars en over de zin en onzin daarvan woedt een levendige discussie. Dorine Swinkels en André Verbeek concluderen in bijgaand betoog dat zelftests momenteel meer kwaad dan goed doen.
het betoog Technologische ontwikkelingen maken het steeds gemak kelijker om diagnostische bepalingen die eerst alleen in het laboratorium konden worden uitgevoerd direct beschikbaar te maken voor thuisgebruik. De opmars van zelftests past ook in een trend van groeiende belangstel ling en zorg voor de eigen gezondheid, en van toegeno men politieke uitspraken over persoonlijke verantwoor delijkheid van mensen voor gezond gedrag. Ook andere ontwikkelingen zijn aan deze opmars van zelftests ver bonden, zoals een verschuiving in beleid van curatieve naar preventieve geneeskunde en meer ruimte voor marktwerking en commerciële initiatieven in de gezond heidszorg. Er zijn inmiddels enkele tientallen zelftests op de markt. In de wetenschappelijke pers en de publieke media overheersen vooral kritische reacties op deze opmars. De Nederlandse Vereniging voor Klinische Chemie en Laboratoriumgeneeskunde (NVKC) sprak in het najaar van 2006 van ‘een ongewenste en potentieel zelfs gevaarlijke ontwikkeling’ en kondigde de ontwikkeling aan van een onafhankelijk keurmerk voor zelftests. Ook de Gezondheidsraad concludeert in het zojuist versche nen Jaarbericht Bevolkingsonderzoek 2007, dat het nut van veel medische zelftests op lichaamsmateriaal niet is bewezen. De discussie draait om de vraag wie in actie moeten komen om de burger te beschermen tegen onvol doende bewezen medische praktijken: overheid of pro fessionals? En ook of toch voorrang moet worden gegeven aan de autonome keuzevrijheid van de indivi duele zorgconsument, van wie in toenemende mate verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid wordt verwacht. Wij vinden individuele zelfbeschikking belangrijk maar ook bescherming van de consument tegen onbewezen nut van de zelftests. In onze ogen is het nog te vroeg voor zelftests: het nut is vaak nog onbewezen, de regelgeving schiet tekort en de informatievoorziening is onvoldoende.
ethiek Ethiek in de tandartsstoel Dat hulpverleners in de medische praktijk bijna dagelijks geconfronteerd worden met ethische vragen weet iedereen. Door middel van onderwijs en onderzoek, moreel beraad of consultatie wordt tegemoet gekomen aan de behoefte aan ethische reflectie. Ook dat is bij velen bekend. Veel minder mensen zijn er van op de hoogte dat ook in de tandheelkunde ethische vragen aan de orde van de dag zijn. Moet een tandarts meegaan met de wens van de patiënt om alle tanden te trekken terwijl het gebit van de patiënt nog heel goed op orde is? Wanneer de tandarts een nieuwe patiënt in zijn praktijk krijgt, ziet hij na onderzoek dat zijn voorganger broddelwerk heeft afgeleverd. Mag de tandarts openlijk, ten overstaan van de patiënt, werk afkeuren van zijn voorganger? En, wat zijn eigenlijk de grenzen van verfraaiing in de tandheelkunde? Moet de tandarts meegaan met de wens van de
Onbewezen nut Zelftests zouden zeer accuraat zijn en gezondheidswinst kunnen bieden. In het recente Jaarbericht van de Gezond heidsraad wordt een 20-tal zelftests op lichaamsmate riaal beoordeeld. De wetenschappelijke basis van de zelftests ontbreekt meestal. Van veel tests is niet te achterhalen hoe effectief ze zijn in het opsporen van een bepaalde ziekte of aandoening. In andere gevallen zijn de testprestaties wel goed, maar zegt de uitkomst nog weinig tot niets over iemands gezondheid of mogelijke ziekte. En als er wel iets wordt opgespoord levert dat niet noodzakelijk voordeel op voor de gezondheid. Foutposi tieve resultaten kunnen onnodig beslag op de gezond heidszorg leggen. Dit alles kan leiden tot onnodige angst, onnodig bezoek aan de huisarts en specialist en tot het opdrijven van de medische consumptie. Het kan tevens onterecht geruststelling geven. Er zitten dus veel haken en ogen aan zelftests, reden voor de NVKC om met een keurmerk te komen om de wildgroei aan banden te leggen.
Tekor tschietende regelgeving Zelftests kunnen in Europa alleen op de markt worden gebracht als ze zijn voorzien van een CE-markering en daarmee voldoen aan kwaliteitseisen die zijn vastgelegd in de Europese richtlijn voor in-vitrodiagnostica (IVD). Deze eisen betreffen de analytische kwaliteit, de geschikt heid voor thuisgebruik, en de informatievoorziening voor de gebruiker. Waar de IVD richtlijn nauwelijks in voorziet is een medisch-professionele beoordeling van de diag nostische waarde en het klinische nut van zelftests. Verder zijn de beoordelingscriteria vaak ondoorzichtig en vallen sommige tests buiten de wet en regelgeving omdat het niet over het product maar over diensten gaat. Neem de PSA-bepaling voor prostaatkanker. Biedt een laboratorium deze bepaling als zogenoemde home-col lecting test aan het algemeen publiek aan voor 10 euro, dan is er sprake van een dienst. Koopt iemand zelf voor 6,49 euro de PSA-test bij de Etos, dan gaat het over een product. Een dienst is juridisch gezien een verrichting op het gebied van de geneeskunde en hierbij is het beoor delen van iemands gezondheidstoestand aan de orde. Dit soort diensten vallen in beginsel onder allerlei wetten als BIG, WBO en WGBO.
André Verbeek en Dorine Swinkels: ‘Zelftests doen momenteel meer kwaad dan goed.’ Foto: Flip Franssen signaleren van sluimerende gezondheidsproblemen. Doorgaans schiet de informatie die de fabrikant over zelftests verstrekt echter tekort en ontbreekt een omschrijving van het precieze doel, het te verwachten nut en risico voor de gezondheid en de diagnostische betrouwbaarheid. Dat maakt het voor de consument lastig om een weloverwogen besluit te nemen over het nut van de zelftest. Wij concluderen dat zelftests op dit moment meer kwaad dan goed doen. Om dit te veranderen moet er meer onderzoek komen naar de doeltreffendheid en doelma tigheid van zelftests. Betere voorlichting en aanpassing van regelgeving zijn eveneens vereist. Alleen zo gaan recht op zelfbeschikking én bescherming hand in hand. Zelftests moeten we dus voorlopig niet accepteren. n
Onvoldoende informatie Zelftests passen in de ontwikkeling van het recht op zelfbeschikking. Voorwaarde is dan wel dat mensen bewust kunnen kiezen en in staat zijn te overzien welke gevolgen de uitslag kan hebben. Enkele tests zijn voor de consument voorzien van betrouwbare en begrijpelijke informatie. Op deze manier kunnen zelftests de gebrui kers stimuleren om voor de eigen gezondheid meer verantwoordelijkheid te nemen en leiden tot het eerder
Dorine Swinkels (laboratoriumarts en klinisch chemicus), Afdeling Klinische Chemie André Verbeek (arts en klinisch epidemioloog), Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek (Verbeek is tevens lid van de Gezondheidsraadcommissie Zelftests op lichaamsmateriaal)
patiënt om een kroon te laten plaatsen op een kies die volkomen gaaf is als dat betekent dat de tandarts gezond tandweefsel weg moet boren? De belangstelling voor ethische kwesties in de tandheelkunde is, sinds het begin van de jaren negentig langzaam maar zeker groeiende. Rond 1993 verschenen in Amerika de eerste boeken over ethiek in de tandheelkunde. Enkele auteurs zoals James Rule en Robert
chairside. In Nederland is de ontwikkeling iets langzamer gegaan, maar in 2001 verscheen ook hier het eerste leerboek over tandheelkundige ethiek. In de opleiding tot tandarts wordt ruimschoots aandacht besteed aan het eigen maken van een methodiek om in de tandartspraktijk, solo of in een team, ethische problemen tijdig te onderkennen en analyseren. De vraag hoe een verantwoorde beslissing genomen kan worden op basis van weloverwogen argumenten staat hierbij centraal. De invloed van de (wens tot een meer) marktgerichte benadering in de zorg is ook in de tandheelkunde voelbaar. Steeds meer tandartsen bezinnen zich op hun primaire rol of identiteit als tandarts. Is de tandarts liever een hulpverlener gericht op kwalitatief goede zorg, of is hij vooral een commerciële ondernemer bezig met uitvoeren van soms irreële wensen van de patiënt? Op welke wijze zal de tandarts zich willen profileren ten opzichte van collega’s? In het bezinnen op deze rol en bij het omgaan met ethische vragen in de tandheelkunde kan een helpende hand door middel van ethische reflectie heel waardevol zijn.
Veatch richten zich in hun boek Ethical questions in dentistry op waarden en normen rond het tandheelkundig handelen en op de daarmee samenhangende ethische problematiek. Om aan te geven dat ethische vragen niet alleen gesteld worden aan de rand van het (ziekenhuis)bed, schreven David Ozar, ethicus, en David Sokol, tandarts, een boek getiteld Dental ethics at the
15
Maaike Hermsen
radbode 2 - 2008
Radboudpluimen 2007 Elk jaar deelt het Radboud pluimen uit aan medewerkers die door afdelingshoofden worden voorgedragen vanwege hun bijzondere inzet. Onlangs werden diverse medewerkers verrast met een bezoek van de Raad van Bestuur. In de vorige Radbode een deel, hier het vervolg.
Foto: Jan van Teeffelen
Foto: Frank Muller
Prim Kaloe schoonmaker OK Oogheelkunde, doet zijn werk uitstekend, met grote toewijding en goede zin. Hij doet daarnaast veel ongevraagd werk om de afdeling er tiptop uit te laten zien. De afdeling voelt zich rijk met hem.
Ilse Hilgers-Biermans, hoofd secretariaat Nierziekten, organiseert de jaarlijkse nefrologische nascholing en neemt daarbij de hele logistiek voor haar rekening. Ze bewaakt de sociale agenda van de afdeling en organi seert het Nefro-feest, ondersteunt wetenschappelijke activiteiten, de afhandeling van reviews en beheert de afdelingsbibliotheek.
Monika Wäscher, verpleegkundige IC, besteedt aandacht aan welbevinden en benadering van de IC-patiënt vol gens Kinaesthetics. Hierbij wordt de eigen beweging en het eigen lichaam gebruikt om bewegingen van patiënten te ondersteunen en te leiden. Zij draagt deze kennis over op haar collega’s.
Ria Nijhuis-van der Sanden, universitair docent, heeft de kinderfysiotherapie landelijk en internationaal op de kaart gezet. Ze maakte de productie van de afdeling transparant, is initiator van afdelingsbrede protocollen, zet zich in voor (de opzet van) vele soorten onderwijs en bevordert een volwaardig onderzoekklimaat binnen de afdeling.
Wilke Schut, kwaliteitsfunctionaris Neuro Sensorisch Cluster, speelde een initiërende rol bij de KAM-V imple mentatie. Ze is een grote drijfveer van de unit- en keten logistiek. Ze speelt een belangrijke rol in de totstand koming van het transmurale PARC EPD.
Foto: Frank Muller
Foto: Frank Muller
Henk Gerrits, is naast anesthesiemedewerker 1e luitenant reservepersoneel. Hij is diverse malen op vredesmissie uitgezonden en weet ook andere Radboudianen te enthou siasmeren voor het samenwerkingsverband met Defensie. Hij vervult een brugfunctie tussen UMC en Defensie. Hij is ook contactpersoon/coördinator medische voorzienin gen Heumensoord tijdens de Vierdaagse.
Her Zegers, klinisch perfusionist, leverde een grote bij drage aan de technologische ontwikkeling van de ECMO (een hart-longmachine voor pasgeborenen). Hij zette zich in voor het onderwijs over ECMO aan verpleegkundigen en arts-assistenten. Hij is een enthousiaste collega met bovengemiddelde inzet.
Monique van Teeffelen-Lourens en Mies Kerstens, ver pleegkundigen, ontplooien in hun vrije tijd een groot aantal activiteiten zoals een landelijk symposium voor endocrinologieverpleegkundigen. Ze stonden aan de basis van de werkgroep voor endocrinologieverpleeg kundigen die leidde tot een opleiding voor deze groep. Ze onderhouden contact met patiëntenverenigingen, zijn een rolmodel voor de academisch verpleegkundige.
Leo Derksen, analist, is sinds jaar en dag de stabiele factor binnen het Cytogenetisch Lab. Hij heeft zich ingezet voor de realisatie van de prenatale cytogenetische diagnostiek. Hij is de enige man tussen twaalf vrouwen, uitermate col legiaal en heeft gevoel voor humor. Hij is alom geliefd en een graag geziene gast op veel afdelingen.
Mathijs Taks, stafmedewerker logistiek, kreeg een pluim voor zijn grote betrokkenheid bij Matrix. Hij zorgde binnen de afdeling Logistiek voor een vloeiende overgang naar Oracle door afstemming van mogelijkheden van het soft waresysteem met het operationele logistieke proces.
Els van der Kop, kwaliteitsmedewerker Radiologie, is een enthousiaste en gedreven medewerker die bergen werk verzet en haar verantwoordelijkheid neemt. Ze heeft ervoor gezorgd dat het gehele kwaliteitshandboek, werkplektaakomschrijvingen, werkplekprotocollen en werkprocessen op KWINT staan en ze regelt de visitatie en de interne audit.
Foto: Jan van Teeffelen
Foto: Jan van Teeffelen
Foto: Jan van Teeffelen
Bas Bredie, internist, speelt een belangrijke rol bij het aaneensmeden van verpleegkundige en medische zorg. Hij startte een project om de ligduurverkorting in te zet ten als antwoord op het tekort aan verpleegkundigen. Hij geeft een bredere en intensievere invulling aan de taak van chef de clinique.
16