Gebruikershandleiding BOOR Benchmarkmodule BOOR MediQuest
Vragen/opmerkingen Indien u na het lezen van deze handleiding nog vragen of opmerkingen heeft kunt u contact opnemen met MediQuest,
[email protected] of tel: 088 – 126 63 900.
1
Inhoud 1. Inleiding ............................................................................................................................................. 3 2. Login gegevens .................................................................................................................................. 3 3. De cockpit: algemeen ........................................................................................................................ 3 4. Functionaliteiten van de cockpit ....................................................................................................... 4 Niveau ............................................................................................................................................... 4 Scores ................................................................................................................................................ 4 Gemiddelde (Gem) ............................................................................................................................ 5 Norm ................................................................................................................................................. 5 Historie .............................................................................................................................................. 5 Trend ................................................................................................................................................. 6 Benchmark ........................................................................................................................................ 6 Openbaarheid ................................................................................................................................... 6 Alert ................................................................................................................................................... 6 Filter aan/uit...................................................................................................................................... 7 5. Grafieken specialismen en aandoeningen ........................................................................................ 7 6. Downloaden data .............................................................................................................................. 7 7. Schermafdruk .................................................................................................................................... 7 8. Prioriteitenanalyse (zichtbaar indien licentie) .................................................................................. 8 Presentatie ........................................................................................................................................ 8 Prioriteiten ........................................................................................................................................ 8 Tabellen ........................................................................................................................................... 10 9. Afgevallen en nieuwe gebieden in verslagjaar 2013................................................................... 10 10. Antwoorden op veelgestelde vragen ............................................................................................ 11 Algemeen ........................................................................................................................................ 11 Klant preferente meerkeuzevragen ................................................................................................ 11
2
1. Inleiding BOOR is een benchmarkmodule voor ziekenhuizen, ontwikkeld en onderhouden door MediQuest. Deze tool biedt u een terugkoppeling over de door u gerapporteerde zorgprestaties op de landelijke prestatie-indicatorensets. In de zogenaamde ‘cockpit’ kunt u uw eigen zorgprestaties over de tijd bekijken en de zorgprestaties van uw organisatie vergelijken met de prestaties van andere ziekenhuizen. Na een korte inleiding (deze paragraaf) wordt in paragraaf 2 aangegeven hoe u kunt inloggen in de cockpit. Paragraaf 3 geeft een algemene beschrijving van de cockpit. Een uitgebreidere beschrijving van de functionaliteiten van de cockpit is te vinden in paragraaf 4. Daarnaast heeft u de mogelijkheid de benchmark uitgebreid grafisch weer te laten geven, ruwe data te downloaden en schermafdrukken te printen. Deze mogelijkheden staan beschreven in paragraaf 5 tot en met 7 van de gebruikershandleiding. Tot slot geeft paragraaf 8 antwoord op vaak gestelde vragen. Voor de invoertool van BOOR is een aanvullende gebruikershandleiding beschikbaar die te downloaden is vanuit de invoertool.
2. Login gegevens U kunt inloggen met uw persoonlijke loginnaam en wachtwoord. De login gegevens ontvangt u bij aanschaf van de benchmarkmodule. De login gegevens zijn klant gebonden en de inlogcodes kunt u verspreiden onder de mensen welke u toegang wilt geven tot de cockpit. Heeft u het vermoeden dat de login gegevens bij een onbevoegde derde bekend is (of kan zijn), dan verzoeken wij u contact op te nemen met MediQuest. MediQuest zal dan het wachtwoord aanpassen.
3. De cockpit: algemeen U heeft toegang tot de cockpit via https://www.mediquest.nl/boor. Na het inloggen komt u direct terecht in de cockpit van de benchmarktool. Standaard wordt de meest recente cockpit weergegeven. Afbeelding 1 geeft een screenshot weer van het bovenste gedeelte van de cockpit.
Afbeelding 1: Screenshot van het bovenste gedeelte van de cockpit
Voor elk rapportagejaar zijn er cockpits beschikbaar voor de IGZ en Zorginhoudelijke indicatoren van (voormalig) Zichtbare Zorg (ZZ). In afbeelding 1 zijn deze selectielijsten rood omcirkeld. Met de eerste keuzelijst kan men de indicatoren-set selecteren (bijvoorbeeld IGZ of Zichtbare Zorg (ZZ) of gecombineerd IGZ en ZZ1). Met de tweede keuzelijst kan men het jaar selecteren (bijvoorbeeld 1
De gecombineerde cockpit is sinds verslagjaar 2011 beschikbaar.
3
rapportagejaar 2013 of 2014) waarop de prestaties betrekking hebben. Met de derde keuzelijst kunt u een maand selecteren. Wij raden u aan om standaard “Cockpit vandaag” te selecteren. Wilt u echter cockpits uit het verleden inzien, dan kunt u een maand uit het verleden selecteren. Selecteert u daar bijvoorbeeld “1 juni 2014”, dan ziet u de benchmark zoals die was op basis van alle data die bekend was op 1 juni 2014. Invoer van gegevens voor de prestatie-indicatoren van de Inspectie en Zichtbare Zorg in de benchmarktool BOOR is op drie manieren mogelijk.
Via de landelijke openbare data (wordt 1x per jaar door MediQuest uitgevoerd) . Via de invoertool (per jaar, halfjaar, kwartaal of per maand kunnen gegevens door het ziekenhuis zelf worden ingevoerd) Via een koppeling met het datawarehouse (maandelijks wordt de cockpit automatisch ververst met gegevens uit het datawarehouse).
De wijze van invoer van gegevens wordt met elke klant besproken voor aanvang aan BOOR. Tussentijds kan ook de wijze van invoer op verzoek van de klant gewijzigd worden. Indien gegevens worden ingevoerd in BOOR heeft de benchmarktool 1 dag de tijd nodig om de gegevens te verwerken. Dit betekent dat als u bijvoorbeeld vandaag gegevens invoert in de invoertool, deze morgen teruggekoppeld worden in de cockpit. Nadat de landelijke data zijn opgenomen in de cockpit, wordt de cockpit voor dat betreffende rapportagejaar bevroren. Dit betekent dat de getoonde prestaties, zoals getoond in de cockpit, niet meer gewijzigd kunnen worden. U wordt hier vooraf van op de hoogte gesteld.
4. Functionaliteiten van de cockpit Niveau Resultaten worden op specialisme-, aandoening- en indicatorniveau getoond. De ziekenhuisbrede indicatoren worden per gebied onder ziekenhuisbreed getoond. Met de [+] wordt er ingezoomd, met de [-] uitgezoomd.
Scores De scores worden op specialisme niveau weergegeven in sterren. De score op indicator niveau is de waarde aangeleverd door uw instelling.
Sterren Het aantal sterren per specialisme of aandoening geeft aan hoe goed u op de onderliggende prestatieindicatoren van het specialisme of de aandoening scoort. Op indicator niveau zijn er geen sterscores beschikbaar. Voor Zichtbare zorg sets zijn zowel de klant preferente vragen (tot en met verslagjaar 2012) als de zorginhoudelijke vragen verwerkt in de sterrenscores. De betekenis van de sterren is hieronder weergegeven:
1 ster = matig (deze ster wordt in het rood getoond)
2 sterren = voldoende
4
3 sterren = goed 4 sterren = uitstekend
Ook worden er halve sterren toegekend.
Waarde De waarde toont het resultaat per indicator. Daarbij wordt de meest recent beschikbare waarde getoond. Indien er bijvoorbeeld geen gegevens voor een bepaalde indicator in de invoertool van het huidige rapportagejaar zijn gerapporteerd, wordt bekeken of van het voorgaande rapportagejaar data beschikbaar zijn in onze database. Bij beschikbaarheid van deze gegevens worden deze data in de terugkoppelingstool getoond. In de cockpit staat in de kolom openheid dan wel vermeld dat de gegevens afkomstig zijn van een eerder rapportagejaar. Op deze manier krijgt u een zo volledig mogelijk beeld van de zorgprestaties van uw ziekenhuis. De terugkoppelingstool rapporteert daarnaast op basis van een jaarwaarde. Dit betekent dat de gegevens die door u per maand, kwartaal of halfjaar worden aangeleverd automatisch worden omgerekend tot jaar data. Hierdoor is een vergelijking van scores tussen ziekenhuizen te allen tijde mogelijk en kunt u zien hoe het ziekenhuis er aan het einde van het jaar voor zal staan. Aan bepaalde indicatoren kan geen puntentoekenning worden gekoppeld, omdat een puntentoekenning niet zinvol is voor deze indicatoren (bijvoorbeeld het aantal fte intensivisten geeft op zichzelf staand geen indicatie over de kwaliteit van de zorg). De indicatoren waar geen puntentoekenning aan gekoppeld is worden op dit moment niet getoond in de cockpit. Zie ook paragraaf 8.
Gemiddelde (Gem) In de kolom gemiddelde wordt het landelijk gemiddelde getoond op indicator niveau van het meest recente verslagjaar waarvan landelijke data beschikbaar is. Het landelijk gemiddelde wordt voor alle indicatoren berekend door voor de BOOR ziekenhuizen data van het recente verslagjaar te nemen (verkregen via de invoertool) en voor de niet BOOR ziekenhuizen data die landelijk verkregen van het voorgaande verslagjaar. Na de import van de landelijk (geschoonde) data, zal het landelijk gemiddelde worden berekend over alleen de data van recente verslagjaar.
Norm In de kolom norm wordt in principe de norm van uw eigen ziekenhuis weergegeven (deze kan worden ingevuld in de vragenlijsten). Indien uw ziekenhuis geen norm heeft gedefinieerd, wordt de landelijke norm getoond. Met de symbolen (Z = ziekenhuisnorm) en (L = landelijke norm) wordt aangegeven welk type norm is weergegeven. Indien u met de muis over het symbool gaat, wordt de toelichting op de norm getoond (beschrijving norm, bron en jaar van normstelling).
Historie Door te klikken op het trendhistogram-icoontje krijgt u een overzicht van de procentuele verdeling van de ziekenhuizen over de scores per indicator, aandoening of specialisme (afhankelijk van of u de grafiek per indicator, aandoening of specialisme opent) voor de drie benchmarks van de meest recente rapportagejaren. De trend-lijngrafiek zet de score op een indicator over de tijd uit.
5
Trend De trend geeft aan of de waarde beter of slechter is geworden ten opzichte van de laatst afwijkende waarde. De laatst afwijkende waarde is de eerste waarde in het verleden die afwijkend is van de waarde die teruggekoppeld wordt. Wanneer geen afwijkende waarde bekend is wordt een zwarte liggende trendpijl getoond. Dit gebeurt ook wanneer de indicator voor het eerst in de cockpit opgenomen is.
Benchmark De benchmark geeft de positie van het ziekenhuis ten opzichte van andere ziekenhuizen weer. Op specialisme-, aandoening- en indicatorniveau wordt getoond hoe de ziekenhuizen zijn verdeeld over de verschillende (punten)categorieën en in welke categorie uw ziekenhuis zich bevindt. De kleuren geven een indicatie van de verdeling van de scores van alle ziekenhuizen. Rood = ver onder gemiddeld, oranje = onder gemiddeld, geel = gemiddeld, lichtgroen = bovengemiddeld, groen = ver bovengemiddeld. De pijlpunt geeft een indicatie van de positie ten van het ziekenhuis ten opzichte van andere ziekenhuizen binnen een bepaalde categorie.
Openbaarheid Openbaarheid toont het transparantiepercentage op specialisme- en aandoening niveau en geeft op indicator niveau aan of een waarde beschikbaar is. Het percentage is een gewogen maat voor de hoeveelheid beschikbare gegevens en dient in samenhang met de toegekende sterren geïnterpreteerd te worden. Bij een te laag transparantiepercentage (minder dan 40%) worden er geen sterren en benchmark getoond. Indien er voor de indicator een waarde beschikbaar is, dan wordt ook aangegeven uit welke bron de waarde afkomstig is. Het symbool “VL” staat hier voor “vragenlijst” en verwijst naar de waarden zoals deze ingevoerd zijn in de invoertool. “LD” staat hier voor “landelijke data” en verwijst naar waarden die via landelijke registratie verkregen zijn. “DWH” staat voor de data die afkomstig zijn uit het datawarehouse van het ziekenhuis.
Alert De alertfunctie geeft op indicator niveau inzicht in sterktes en zwaktes. De groene bel staat voor een uitstekende waarde, de oranje bel geeft aan dat de waarde suboptimaal kan zijn. In principe is het alert gekoppeld aan de puntentoekenning. De range van de puntentoekenning loopt van -2 punten tot en met + 2 punten (dus -2, -1, 0, 1 en 2 punten). Indien er op een bepaalde indicator -2 en/of -1 punten wordt behaald, wordt er een oranje bel toegekend. Indien er op een bepaalde indicator +2 punten worden gescoord, wordt er een groene bel toegekend. Bij het behalen van het gemiddelde aantal punten (dus 0 punten bijvoorbeeld) wordt er geen bel toegekend. Indien er een ziekenhuisnorm wordt gehanteerd geldt dat het alerts is gekoppeld aan de norm die u heeft gedefinieerd. Scoort u boven de ziekenhuisnorm dan wordt er een groene bel getoond, scoort u onder de norm dan wordt er een oranje bel getoond. Het is mogelijk om te filteren op alerts. U kunt een filter plaatsten op de goede, sterke indicatoren (groene bellen) en slechte, zwakke indicatoren (rode bellen). De filter is in te stellen boven aan in de cockpit, zie onderstaande afbeelding 2.
6
Afbeelding 2: Screenshot van het bovenste gedeelte van de cockpit
Filter aan/uit Indien u tegen een geselecteerde groep uw instelling wilt benchmarken, kan er een filter actief worden gemaakt. Deze filter is beschikbaar in elk verslagjaar waarin landelijke data beschikbaar is. Selecteer in het menu ‘filter aan’, ga naar de knop ‘wijzig filter’ om de filter instellingen aan te geven. In het menu van filter instellingen wordt een korte lijst weergegeven en een lijst met alle aanwezige instellingen in Nederland. Zodra u op ‘Ok’ drukt, worden de benchmark, download data, grafiek specialismen, grafiek aandoeningen, norm en historie gebaseerd op de selectie van instellingen.
5. Grafieken specialismen en aandoeningen U kunt de scores op specialisme- en aandoeningniveau ook grafisch bekijken door respectievelijk op de button ‘Grafiek specialismen’ en ‘Grafiek aandoeningen’ te klikken. Indien er meer dan 18 aandachtsgebieden aanwezig zijn, wordt u gevraagd een keuze te maken met 1-18 specialismen/aandoeningen. Uw keuze wordt onthouden, zodat bij een volgende keer dat ingelogd wordt, uw keuze is voorgeselecteerd. In deze grafieken ziet u de landelijke verdeling van de ziekenhuizen over de verschillende stercategorieën (weergeven met dezelfde kleuren al s in de benchmark) per aandoening of per specialisme en de positie van uw ziekenhuis (weergegeven met een zwarte lijn).
6. Downloaden data U kunt de ruwe data downloaden door te klikken op de button ‘Download data’. Er wordt dan een csvbestand gedownload dat u kunt openen (met een spreadsheetprogramma zoals Excel) en opslaan. In dit bestand kunt u verschillende gegevens per indicator bekijken (om bijvoorbeeld interne ziekenhuisnormen vast te stellen) en met de betreffende gegevens aanvullende analyses doen.
7. Schermafdruk Via de print functie rechts boven in het scherm is het mogelijk om de cockpit te printen. De print toont wat u op het scherm ziet (dus als u de cockpit slechts deels uitklapt wordt de cockpit ook slechts gedeeltelijk geprint). Om optimale prints te krijgen is het van belang dat u uw printinstellingen in uw computer controleert. Dit doet u in Internet Explorer als volgt: 7
U logt in in de terugkoppelingstool U kiest in de menubalk van Internet Explorer voor ‘Tools’. Dan gaat u naar ‘Internet options’. Vervolgens kiest u voor het tabblad ‘Advanced’. Dan scrolt u naar beneden totdat u ‘Printing’ ziet en plaats u een vinkje in het vakje ‘Print background colors and images’.
8. Prioriteitenanalyse (zichtbaar indien licentie) De prioriteitenanalyse is een snel en gemakkelijk hulpmiddel om de selectie van indicatoren te definiëren en een (interne) norm/ doelstelling per indicator vast te stellen waarop (snel) verbeterpotentieel is te behalen. Presentatie Per specialisme wordt inzichtelijk gemaakt welke indicatoren prioriteit hebben. De score en de kwaliteit van alle indicatoren, behorend bij het specialisme, worden daartoe in een zogenaamde prioriteitengrafiek weergegeven. Afbeelding 3 geeft een voorbeeld van het specialisme Cardiologie. Om aandoeningen te onderscheiden, worden verschillende markers gebruikt. Zie legenda bovenaan de grafiek (in het voorbeeld acuut hartinfarct, pacemaker en geclusterde aandoeningen). De horizontale as toont de score van de indicator, de verticale as de kwaliteit van de indicator. Door vervolgens een horizontale en verticale lijn toe te voegen , ontstaan er drie kwadranten met verschillende prioriteiten:
Hoog – kwaliteit van de indicator is hoog, maar de score is laag. Rode achtergrond. Laag – zowel de kwaliteit van de indicator als de score zijn laag. Gele achtergrond. Geen – indicator scoort hoog. Groene achtergrond.
De verticale lijn ligt op de neutrale score. In elke grafiek ligt deze lijn op exacte dezelfde locatie. De horizontale lijn daarentegen is specialisme-specifiek. De ligging van deze lijn is bepaald door voor elke aandoening de gemiddelde kwaliteit van de indicatoren te bepalen en vervolgens deze waarden voor het betreffende specialisme te middelen. De groep ‘geclusterde aandoeningen’ ontstaat daar waar indicatoren van verschillende aandoeningen overlappen in de grafiek. Prioriteiten De indicatoren die zich in het rode vlak begeven hebben de hoogste prioriteit, daarna volgen de indicatoren die zich in het gele vlak bevinden en tot slot kunnen eventueel de indicatoren die zich op de verticale lijn bevinden worden verbeterd (deze hebben geen hoge, maar ook geen lage prioriteit). Voor de indicatoren die zich in het groene vlak bevinden geldt dat deze indicatoren geen prioriteit hebben en alleen die indicatoren die zich nog niet uiterst rechts bevinden nog kunnen worden verbeterd. 8
Afbeelding 3: Prioriteitengrafiek. Alle indicatoren behorend bij het specialisme zijn in een grafiek weergegeven. De kleuren geven de prioriteit weer In de prioriteitengrafieken wordt ook aangegeven als een indicator niet is aangeleverd; aan deze indicatoren is in de grafiek een minimale score toegekend. Er zijn er twee situaties. 1. In het eerste geval is de indicator niet aangeleverd of deze is opgeschoond, maar heeft dit geen invloed op de sterrenscore voor de betreffende aandoening. Deze indicatoren zijn niet opgenomen in de grafiek, maar wel in de tabel. 2. In het tweede geval is de indicator niet aangeleverd of opgeschoond, maar heeft dit wel invloed op de sterrenscore voor de betreffende aandoening. Dit zijn zogenoemde gouden indicatoren (zie ook Methodologie document) Het betreft hier indicatoren die een hoge kwaliteit van de indicator hebben en die al meerdere jaren worden uitgevraagd.
9
Tabellen Naast de prioriteitengrafieken wordt in tabellen extra informatie over de indicatoren gepresenteerd. Deze tabellen worden per aandoening per type gepresenteerd. Er zijn drie tabellen, de indicatoren die hoge prioriteit hebben (deze bevinden zich in het rode kwadrant), de indicatoren die lage prioriteit hebben (deze bevinden zich in het gele kwadrant) en de indicatoren in het groene kwadrant. Een tabel bevat per indicator de positie op de x-as en de y-as, de omschrijving, de waarde van betreffende verslagjaar, de best practise en het landelijk gemiddelde. Indien een aspect niet beschikbaar is wordt dit niet weergegeven. Indicatoren met antwoorden ‘ja’, ‘nee’ of nominale antwoorden lenen zich niet voor een landelijk gemiddelde en best practise, daarom wordt hier niets weergegeven. 9. Afgevallen en nieuwe gebieden in verslagjaar 2014 De volgende gebieden zijn afgevallen in verslagjaar 2014 ten opzichte van 2013, omdat er te weinig informatie beschikbaar is om een sterrenscore te kunnen tonen of omdat de indicatorensets niet meer worden uitgevraagd door het zorginstituut:
Alvleesklierverwijdering Cystic Fibrosis Galblaasverwijdering Incontinentie bij de vrouw Keel- en neusamandelen Parkinson Reumatoïde Artritis Rughernia Slaapapneu Chronische belemmering bloedstroom been HIV en aids Vergrote prostaat
De volgende gebied(en) zijn nieuw in verslagjaar 2014 ten opzichte van 2013:
Eierstokkanker Maligne lymfoom
10. Afgevallen en nieuwe gebieden in verslagjaar 2013 De volgende gebieden zijn afgevallen in verslagjaar 2013 ten opzichte van 2012, omdat er te weinig informatie beschikbaar is om een sterrenscore te kunnen tonen.
Baarmoederhalsafwijkingen Heupfractuur Bloeding in het maagdarmkanaal Arterieel vaatlijden
De volgende gebied(en) zijn nieuw in verslagjaar 2013 ten opzichte van 2012: 10
Hartoperatie
11. Antwoorden op veel gestelde vragen Algemeen Aanpassingen in de BOOR vragenlijst (invoertool) zijn de volgende dag zichtbaar in de cockpit. Niet alle indicatoren leveren interessante benchmark informatie op. Dit zijn met name de indicatoren waaraan door ons geen punten toegekend kunnen worden, dus waar goede kwaliteit van zorg niet kan worden onderscheiden van minder goede kwaliteit van zorg. Deze indicatoren worden dan ook niet in de cockpit teruggekoppeld. Hierin vallen onder andere toelichtingen, databronnen, maar ook indicatoren als bijvoorbeeld perinatologisch centrum worden op dit moment niet in de cockpit teruggekoppeld. De weegfactoren van indicatoren variëren. Daarmee heeft de ene indicator een grotere impact op een aandoeningsscore dan een andere indicator. Bij de interpretatie van data op aandoening en specialisme niveau dient hiermee rekening gehouden te worden. Bij het invoeren van gegevens in de BOOR vragenlijst (de invoertool) is het van belang dat zowel de tellers als noemers gerapporteerd worden. In de meeste gevallen gebruikt de database tellers en noemers om percentages te berekenen en wordt er geen gebruik gemaakt van percentages die door het ziekenhuis zijn ingevuld. Bij rapportage per locatie is het van belang dat zowel aandoeningspecifieke als instellingsbrede gegevens worden gerapporteerd. Indien er geen instellingsbrede gegevens zijn gerapporteerd, worden deze ook niet teruggekoppeld in de cockpit (deze gegevens kunnen niet overgenomen worden van andere locaties). Voor elk ziekenhuis geldt het volgende dataselectieproces: als er geen recente data beschikbaar zijn worden er data van het voorgaande rapportagejaar (indien deze vergelijkbaar zijn) teruggekoppeld. Het teken in de trend kolom is erg gevoelig. Een kleine wijziging van de data leidt direct tot een vernieuwing van het trendteken (die alleen zichtbaar is indien het trendsignaal wijzigt). Daarom is van belang om het trendteken altijd in samenhang met ingevoerde data en wijzigingen van ingevoerde data te interpreteren. In de trend-benchmarkgrafiek (zie de kolom ‘Historie’ in de cockpit) kan men de veranderingen van de prestaties per jaar monitoren. Voor nieuwe indicatoren wordt er standaard een liggende zwarte trendpijl getoond, er zijn hier immers geen oude data beschikbaar om de trend op te baseren. Een aantal gemiddeldes worden teruggekoppeld in de cockpit zodra landelijke data beschikbaar is. Klant preferente meerkeuzevragen Klant preferente vragen waarop meerdere antwoorden mogelijk zijn, werden per individueel antwoord teruggekoppeld in de cockpit. Klant preferente vragen worden sinds verslagjaar 2013 niet meer uitgevraagd.
11
12