ISDN Kennisvragen 1) Geef van de volgende stellingen aan of ze goed of fout zijn: a) Het ISDN-netwerk kunnen we alleen gebruiken voor spraakverkeer. goed/fout Antwoord: fout. Een ISDN-netwerk kunnen we voor spraak, data en video gebruiken. b) Een ISDN-netwerk gebruikt het B-kanaal voor signalerings-informatie goed/fout Antwoord: fout. Een ISDN-netwerk gebruikt het D-kanaal voor signalerings-informatie. c) Het besturingssysteem Windows 98 kan gebruik maken van gebundelde B-kanalen. goed/fout Antwoord: goed d) Breedbandapplicaties hebben slechts één B-kanaal nodig. goed/fout Antwoord:fout e) De IEEE 802.2-groep is verantwoordelijk voor de ISDN-aanbevelingen (I-series). goed/fout Antwoord: fout. Deze groep houdt zich bezich met het ontwikkelen van LANstandaarden. f)
Pinautomaten maken voor het uitvoeren van financiële transacties gebruik van het Dkanaal. goed/fout Antwoord: goed.
g) Terminal Equipment is de verzamelnaam voor telefoontoestellen, computers en videoconferencingapparatuur die we op de S-bus kunnen aansluiten. goed/fout Antwoord: goed. h) Bearer-diensten maken spraak-, audio- en video-verkeer mogelijk tussen TE's. goed/fout Antwoord: goed. i)
Circuit-switching passen we toe voor applicaties die ongevoelig zijn voor vertragingen binnen het netwerk. goed/fout Antwoord: fout.Circuit-switching passen we juist toe voor applicaties die gevoelig zijn voor vertragingen binnen het netwerk.
j)
Een TE geeft in een SETUP-bericht aan welke diensten het ISDN-netwerk moet leveren. goed/fout Antwoord: goed.
k) Toegangsparameters karakteriseren de verbinding tussen een TE en de lokale ISDNcentrale. goed/fout Antwoord: goed. l)
Informatieparameters voor overdracht hebben betrekking op de datatransfer binnen het ISDN-netwerk. Antwoord: goed.
m) ISDN-centrales wisselen onderling signaleringsinformatie uit op basis van SS7. goed/fout
©ing. W.J. Roos (EPN) ISDN-werkboek (antwoorden)
1
Antwoord: goed. n) Elke ISDN-gebruiker met een BRI-interface heeft een NT2-aansluiting. goed/fout Antwoord: fout. Elke ISDN-gebruiker met een BRI-interface heeft een NT1aansluiting. o) Langs de S-bus vindt analoge datatransport plaats. goed/fout. Antwoord: fout. Langs de S-bus vindt digitale datatransport plaats op basis van Pseudo-ternary-codering. p) LAPD is een protocol dat thuis hoort in de netwerklaag. goed/fout Antwoord: fout. Het LAPD-protocol hoort thuis in de datalinklaag. q) Het uitwisselen van data tussen laag 2 en 3 binnen het D-kanaal vindt plaats via de TEI. goed/fout Antwoord: fout. Het uitwisselen van data tussen laag 2 en 3 binnen het D-kanaal vindt plaats via de SAPI. r) Het opbouwen van een telefoonverbinding gaat sneller dan het opbouwen van een ISDN-verbinding. goed/fout Antwoord: fout. s) De opbouw van signaleringsberichten heeft de ITU-T vastgelegd in de Q.931aanbeveling. Antwoord: goed. t)
In de X.31-Case A-aanbeveling is de X.25-packet handler een onderdeel van het ISDN-netwerk. goed/fout Antwoord: fout. In de X.31-Case A-aanbeveling is de X.25-packet handler een onderdeel van het verbindingsgerichte datanet.
u) De verbinding tussen een computer met een ISDN-kaart en de S-bus noemen we de CAPI-interface. goed/fout Antwoord: fout. De CAPI-interface is een standaard programma-interface die toegang geeft tot ISDN-apparatuur en de bijbehorende protocollen voor laag 2 en 3. Inzichtvragen 1) De ouders van een leerling hebben de beschikking over een BRI-interface. Deze leerling heeft op zijn computer Windows 98 geïnstalleerd. Kan zich de situatie voordoen dat de ouders van deze leerling niet meer kunnen telefoneren, als hij een ISDN-verbinding maakt met het internet- of schoolnetwerk? Motiveer uw antwoord! De situatie kan zich voordoen dat de ouders van deze leerling niet meer kunnen bellen. Bij de BRI-interface heeft een gebruiker de beschikking over twee B-kanalen en een Dkanaal. Wanneer Windows98 beide B-kanalen laat bundelen, beschikken de ouders niet meer over een B-kanaal om te bellen. 2) Een bedrijf beschikt over een PABX. Er kan zich de situatie voordoen dat 30 medewerkers binnen dit bedrijf tegelijkertijd naar "buiten"bellen. Op welke ISDNtoegangs-interface moeten we deze PABX aansluiten? Deze PABX moeten we aansluiten op de PRI- toegangs-interface.
©ing. W.J. Roos (EPN) ISDN-werkboek (antwoorden)
2
3) Verklaar waarom we pinautomaten op het D-kanaal aansluiten. De transmissiesnelheid langs het D-kanaal is slechts 16 Kbit/s. Vandaar dat we het Dkanaal alleen gebruiken voor het versturen van kleine berichten. Berichten die een pinautomaat verstuurt om te controleren of de gebruiker voldoende geld op zijn/haar rekening heeft staan, zijn klein. 4) Verklaar of de volgende bewering juist is: Het spraakverkeer tussen twee ISDN-telefoontoestellen vindt plaats via het B-kanaal. Voor het opbouwen, in stand houden en verbreken van de ISDN-verbinding heeft het ISDN-telefoontoestel daarom niet het D-kanaal nodig. Deze bewering is fout. Het spraakverkeer tussen twee ISDN-telefoontoestellen vindt inderdaad plaats via het B-kanaal. Voor het opbouwen, in stand houden en verbreken van de verbinding gebruiken ISDN-telefoontoestellen het D-kanaal. 5) Verklaar waarom voor een spraakverbinding langs het ISDN-netwerk een bandbreedte van 64 Kbit/s wordt gebruikt. ISDN-telefoontoestellen passen Puls Code Modulatie toe om het analoge spraaksignaal te digitaliseren. Een PCM-modulator bemonstert het analoge spraaksignaal 8000 keer per seconde. Elk monster bestaat uit 8 bits. De benodigde bandbreedte voor een spraakverbinding langs het ISDN-netwerk is daarom 8000 x 8 = 64 Kbit/s. 6) De grootste afstand tussen de NT1-aansluiting en een TE bedraagt 500 meter. Hoeveel TE's kunnen we in deze situatie op de S-bus aansluiten? Op een lange passieve bus (maximale lengte 500 meter) kunnen we vier TE's aansluiten.
7) Op de S-bus heeft een abonnee twee ISDN-toestellen aangesloten. De 220 Volt wisselspanning op de NT1-aansluiting heeft de abonnee uitgeschakeld. Kunnen de twee ISDN-toestellen te gelijkertijd worden gebruikt? Neen. Op de S-bus kunnen we in de noodstand maar één TE aansluiten die niet over een eigen voedingsspanning beschikt. 8) Aan het uitwisselen van berichten langs het D-kanaal zijn geen gesprekkosten verbonden. Twee leerlingen maken daarom gebruik van het programma ISDN-chat, zie menu 1.
©ing. W.J. Roos (EPN) ISDN-werkboek (antwoorden)
3
Menu 1 Chat-menu In de informatie-parameters voor overdracht legt een TE vast op welke wijze het transport binnen het ISDN-netwerk moet plaatsvinden. Achter de opmerking Soort oproep in menu 1 zet het chat-programma de vorm van informatie-overdracht die is toegepast. De auteur van deze vraag heeft deze vorm van informatie-overdracht uitgewist. Verklaar welke tekst de auteur heeft uitgewist. De tekst die de auteur heeft uitgewist is: onbeperkte digitale informatie. Het chatprogramma verstuurt berichten (data) waarin elke bitcombinatie kan voorkomen. Vandaar dat het chat-programma in het SETUP-bericht heeft aangegeven dat informatie-overdracht moet plaatsvinden op basis van onbeperkte digitale informatie. 9) Stel: we hebben thuis de beschikking over een analoge telefoonaansluiting en besluiten om deze te vervangen door een ISDN-aansluiting. Bestaat er een mogelijkheid dat we de analoge apparatuur toch nog kunnen gebruiken, wanneer we overschakelen naar ISDN? Ja. Analoge apparatuur (TE2) kunnen we aansluiten op een Terminal Adapter. 10) Is het noodzakelijk dat we de voor de bekabeling van de S-bus een afsluitweerstand gebruiken? Motiveer uw antwoord! Ja. Indien de impedantie van de afsluitweerstand hetzelfde is als de impedantie van de bekabeling, treden aan het eind van de bus geen reflecties op. Reflecties veroorzaken storingen en moeten we voorkomen. 11) Verklaar waarom de totale transmissiesnelheid langs de S-bus groter is dan de beschikbare transmissiesnelheid voor gebruikers. Naast de data in beide B-kanalen en het D-kanaal voegen de NT1 en TE's nog andere bits toe aan de data. Voorbeelden hiervan, zijn het F-, L-, E-, FA-, A-, N- en M-bit. Dit is de reden waarom de totale transmissiesnelheid langs de S-bus groter is dan de beschikbare transmissiesnelheid voor gebruikers.
©ing. W.J. Roos (EPN) ISDN-werkboek (antwoorden)
4
12) Waarom bevat het digitale signaal dat TE's via de S-bus ontvangen/versturen geen gelijkspanningscomponent? TE's en de NT1 versturen transmissiegroepen met een lengte van 48 bits. In elk groep is een L-bit aanwezig. De TE's en de NT1 kiezen een binaire waarde voor het L-bit zodat er geen gelijkspanningscomponent aanwezig is binnen een transmissiegroep.
13) Een computer met ISDN-kaart en een ISDN-telefoontoestel zijn op dezelfde S-bus aangesloten. Kunnen deze TE's tegelijkertijd een SETUP-bericht versturen naar de lokale ISDN-centrale, waarin de gegevens staan voor de gewenste ISDN-verbinding? Motiveer uw antwoord! Deze TE's kunnen niet tegelijkertijd een SETUP-bericht versturen. Een SETUP-bericht is signalerings-informatie. Een TE verstuurt deze informatie via het D-kanaal. In de toegangsprocedure tot het D-kanaal heeft de ITU-T bepaald, dat het niet is toegestaan dat meerdere TE's tegelijkertijd het D-kanaal gebruiken.
14) Wat is een logische link en hoe komt deze tot stand? Een logische link is een peer-to-peer-verbinding tussen een laag 3 proces in een TE en een laag 3 proces in de lokale ISDN-centrale. Een TE die bij de abonnee is aangesloten heeft een TEI-nummer nodig voor de logische link. Nadat een TE aan het ISDN-netwerk is gekoppeld, dient deze automatisch een aanvraag in bij de lokale ISDN-centrale voor een TEI-nummer. De lokale ISDN-centrale wijst een TEI-nummer toe aan een TE. Dit TEI-nummer en het nummer van de SAPI waaraan de processen in laag 3 zijn gekoppeld, identificeren een logische link.
15) Op een S-bus zijn een ISDN-telefoontoestel en -computer aangesloten. Kunnen we aan deze TE's hetzelfde ISDN-nummer toekennen. Motiveer uw antwoord! Ja. De ISDN-netwerkverbinding komt alleen tot stand, wanneer de opgeroepen en de oproepende TE beide hetzelfde toegangsprotocol ondersteunen. De toegangsprotocollen van een ISDN-telefoontoestel en -computer zijn verschillend. Een ISDN-telefoontoestel ondersteunt de G.711-aanbeveling. Een ISDN-computer gebruikt een ander toegangsprotocol. Dit is de reden waarom een ISDN-telefoontoestel niet reageert op de oproep die is bestemd voor een ISDN-computer. Een ISDN-computer reageert ook niet op de oproep die is bestemd voor een ISDN-telefoontoestel.
16) Binnen het ISDN-netwerk is niet een X.25-packet handler aanwezig. Noteer welk datalinkprotocol een TA gebruikt voor de volgende situaties: a) X.25 PLP-data-pakketten versturen/ontvangen via een permanent B-kanaal; b) X.25 PLP-data-pakketten versturen/ontvangen via het D-kanaal; X.25 PLP-data-pakketten versturen/ontvangen via een permanent B-kanaal: LAPB X.25 PLP-data-pakketten versturen/ontvangen via het D-kanaal: LAPD
©ing. W.J. Roos (EPN) ISDN-werkboek (antwoorden)
5
17) Een bedrijf is ondergebracht in twee vestigingen. In de ene vestiging staan de asynchrone terminals A, B en C. De asynchrone terminals A', B' en C' staan in de andere vesting. Op welke wijze kunnen we realiseren dat de volgende terminals met een transmissiesnelheid van 9600 bit/s onderling data kunnen uitwisselen via een ISDNverbinding: A<---> A', B <----> B' en C <---> C'. In elke vestiging plaatsen we een TA die voldoet aan de V.120-aanbeveling. Op deze TA sluiten we drie terminals aan. 18) Noem de voordelen van apparatuur die gebaseerd is op de V.120-aanbeveling t.o.v. apparatuur die gebaseerd is op de V.110-aanbeveling. Voordelen van apparatuur die gebaseerd is op de V.120-aanbeveling t.o.v. apparatuur die gebaseerd is op de V.110-aanbeveling, zijn: * Op deze apparatuur kunnen we meerdere terminals aansluiten. * Deze apparatuur ondersteunt transmissiefoutdetectie- en -correctie. 19) Verklaar waarom de meeste producenten van ISDN-kaarten eveneens de bijbehorende CAPI-drivers leveren. Een groot aantal programma's zijn gekoppeld aan de CAPI-programma-interface. Wanneer de drivers voor de CAPI-interface niet zijn geïnstalleerd, kunnen we geen gebruik maken van deze programma's. Toepassingsvragen 1) Gegeven De auteur van deze opgave heeft op zijn computer ISDN-software geïnstalleerd waarmee hij kan telefoneren en surfen op het internet. Daarnaast kan hij traces maken van het dataverkeer via het D-kanaal en beide B-kanalen. Onderstaande trace van het Q.931-bericht is gemaakt toen de auteur gebruik maakte van de hiervoor genoemde ISDN-software. Q.931 CR0002 SETUP MORE Bearer Capability 88 90 Channel Id 83 Calling Party Number 00 80 '3587546' Called Party Number 81 '3782333' Gevraagd Is de trace gemaakt toen de auteur ging internetten of telefoneren? Motiveer uw antwoord! In het bearer capability-element dat deel uitmaakt van het Q.931-bericht staat de hexadecimale waarde 88 90. Dit betekent volgens tabel 8.11: onbeperkte digitale informatie. Bij een spraakverbinding staat in het bearer capability-element de waarde: 80 90 A3. Conclusie: de trace van het Q.931-bericht is gemaakt toen de auteur de opdracht gaf om een verbinding op te bouwen met het internet.
©ing. W.J. Roos (EPN) ISDN-werkboek (antwoorden)
6
2) Verklaar via welk kanaal het Q.931-bericht uit de vorige vraag is verstuurd.
Het Q.931-bericht is een signaleringsbericht. Dit betekent dat het bericht is verstuurd via het D-kanaal.
3) Hieronder staat een trace van een LAPD-frame dat is verstuurd door een ISDN-kaart in een computer. D-X(004) 02 89 01 04 Bepaal het TEI-nummer welke de lokale ISDN-centrale heeft toegewezen aan de ISDNkaart in de computer. In het 16 bits-adresveld staat het hexadecimale getal: 02 89 Het binaire equivalent van dit getal is:
16
15
0
0
14 13 SAPI 0 0
12
11
0
0
Adresveld 10 9 8 C/R EA0 1 0 1
7 0
6
5 4 TEI 0 0 1
3
2
0
0
1 EA1 1
De binaire waarde van het TEI-nummer is: 1 0 0 0 1 0 0 Het decimale equivalent van het TEI-nummer is:
26 64 1
25 32 0
Gewichtsfactoren 24 23 22 16 8 4 0 0 1
21 2 0
20 1 0
decimale waarde 68
4) Met welk proces in de lokale ISDN-centrale communiceert de ISDN-applicatie in de computer? De binaire waarde van het SAPI-nummer is: 0 0 0 0 0 0 0 Het decimale equivalent van het SAPI-nummer is: 26 64 0
25 32 0
Gewichtsfactoren 24 23 22 16 8 4 0 0 0
21 2 0
20 1 0
decimale waarde 00
Uit tabbel 8.6 blijkt blijkt dat de ISDN-applicatie communiceert met het signaleringsinformatieproces in de lokale centrale. 5) Een leerling beschikt over een computer en een ISDN-aansluiting. Deze leerling wil een ISDN-kaart kopen voor zijn computer. Deze ISDN-kaart wil de leerling gebruiken om naast het surfen op het internet ook faxberichten te versturen. Deze faxberichten moet de leerling naar fax G3- en fax G4-apparatuur kunnen sturen. Op het internet trof deze leerling onderstaande specificaties van een ISDN-kaart aan.
©ing. W.J. Roos (EPN) ISDN-werkboek (antwoorden)
7
D-Channel Protocols
B-Channel Protocols HDLC PPP X.75 X.25 T.90 NL T.70 NL T.30 V.34+ bis V.110 V.120 V.29
NI-1 (North America National ISDN-1) with full support for AutoSPID (with DIVA for Windows 95 & 98 V 1.32 and above) 5ESS (North America - AT&T) with full support for AutoSPID (with DIVA for Windows 95 & 98 V 1.32 and above) 1TR6 (Germany) E-DSS1 (Euro-ISDN) VN4 (France) INS-Net 64 (Japan) TPH 1962 (Australia)
Kan de leerling deze ISDN-kaart gebruiken om faxberichten naar fax G3- en fax G4apparatuur te sturen? Motiveer uw antwoord! De leerling kan deze ISDN-kaart gebruiken om naar fax G3- en fax G4-apparatuur te sturen. De ISDN-kaart ondersteunt de volgende opties voor fax G3-apparatuur: a) V.29-aanbeveling (modulatietechniek); b) T.30 (protocol voor het verzenden en ontvangen van gegevens). De opties die de ISDN-kaart ondersteunt voor fax G4-apparatuur zijn: a) B-kanaal voor de digitale transport van fax. b) Het T.70 NL of T.90 NL-protocol (transportprotocol) 5) Tijdens de installatieprocedure van de drivers die bij de ISDN-kaart uit opgave 4 behoren, moeten we in Nederland de optie E-DSS1 (Euro-ISDN) kiezen. Verklaar wat dit betekent. Het Q.931-, Q.932- en Q.933-protocol vormen tezamen de E-DSS1-netwerklaag. In de Q.931-aanbeveling zijn procedures voor basic call control vastgelegd. In de Q.932-aanbeveling zijn de procedures voor aanvullende ISDN-diensten vastgelegd. In de Q.933-aanbeveling zijn de procedures vastgelegd om toegang te krijgen tot een frame relay-dienst.
©ing. W.J. Roos (EPN) ISDN-werkboek (antwoorden)
8