FOKPLAN
KONINKLIJKE VERENIGING ‘HET NEDERLANDSE TREKPAARD EN DE HAFLINGER’
HAFLINGERS OKTOBER 2011 SAMENGESTELD DOOR FOKTECHNISCHE COMMISSIE
Inhoud Fokplan Haflingers 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Inleiding Uitgangspunten Rasbeschrijving Waar staan we na 50 jaar haflingerfokkerij in Nederland Fokdoel Selectie instrumenten Predicatenstelsel Veelzijdigheid/gebruik Toetsing en Evaluatie Slotwoord
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
1
1.
Inleiding
In 2006 heeft de Koninklijke Vereniging “Het Nederlandse Trekpaard en De Haflinger” (KVTH) haar statuten opnieuw vastgesteld. In deze statuten zijn onder andere opgenomen “het reglement op de stamboekhouding” en in bijlage F “het fokdoel van de Wereld Haflinger Vereniging”. De Foktechnische Commissie heeft dit fokplan opgesteld om duidelijkheid te geven aan iedereen die betrokken is bij de Haflingerfokkerij: fokkers, leden, jurykorps en overige geïnteresseerden. Dit fokplan geeft een route aan om het fokdoel te bereiken. De route zal van tijd tot tijd geëvalueerd worden en waarnodig zal de route worden bijgesteld. Het Fokplan is een invulling van het fokdoel dat we voor ogen hebben die aansluit op de statuten en reglementen van de stamboekhouding. Er zal worden stilgestaan bij (1) de wijze waarop veulens, merries en hengsten worden geregistreerd, (2) de wijze waarop merrie- en hengstenselectie plaatsvindt, (3) het formuleren van fokdoelen binnen de rasbeschrijvingen die de Wereld Haflinger Vereniging hanteert en (4) van daaruit geformuleerde aandachtspunten. Bovendien ontbreekt in de statuten de planmatige structuur die tot regelmatige evaluatie en waar nodig bijstelling van de doelstellingen dwingt. In de statuten ontbreekt bovendien een heldere instructie voor het jurykorps. Hierin ligt de directe aanleiding om tot vaststelling van dit fokplan te komen. Een fokplan behoort een dynamisch document te zijn en om die reden breed gedragen te worden door leden, fokkers en jurykorps. Het is noodzakelijk om het fokplan regelmatig te evalueren om de in de fokkerij beoogde ontwikkeling te kunnen meten en begeleiden. Als dat nodig is, zal deze evaluatie leiden tot bijstelling van het fokplan. In dit fokplan vormen drie doelstellingen de leidraad: 1.
de rasbeschrijving van de Wereld Haflinger Vereniging
2.
het fokplan laat de fokker en juryleden steeds de ruimte voor het maken van eigen keuzes. Met andere woorden: het fokplan is geen dictaat aan de leden en fokkers, maar een hulpmiddel bij het maken van fokkerijkeuzes.
3.
om discussies op te roepen met de leden
Bij de voorbereiding van dit fokplan zijn deze drie doelstellingen als leidraad gebruikt. Opstelling van dit fokplan is door de Foktechnische Commissie uitgevoerd, maar ook leden van het jurykorps zijn om advies gevraagd. Alle leden en fokkers krijgen/hebben de gelegenheid (gehad) hun inbreng te hebben op de jaarvergaderingen van de afdelingen van de KVTH. Er zijn passages in dit Fokplan welke wijzigingen tot gevolg hebben t.o.v. van de huidige regels en enkele welke nog nader uitgewerkt dienen te worden door de Foktechnische Commissie.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
2
2.
Uitgangspunten
De oorsprong van de Haflinger is terug te brengen op de stamvader 249 Folie 1874, een zoon van de Arabierhengst 133 El’Bedavi XXII 1868 en een Zuidtiroolse landmerrie. De vaderlijnen van de huidige haflingerfokkerij zijn op deze stamvader terug te voeren. Het land van oorsprong is waarschijnlijk Zuid Tirol (dat nu tot Italië behoort) uit de streek Bolzano en Merano. Hier is ook het dorpje Hafling gelegen. Reeds in de Middeleeuwen was er al sprake van oosterse invloeden in de paardenfokkerij in Zuid Tirol. De Haflinger is vanaf 1961 geïmporteerd in Nederland vanuit Oostenrijk. Met de import van deze bergpaardjes werd hetzelfde doel nagestreefd als met de import van de Fjordenpaarden uit Noorwegen. Deze paarden werden in eerste instantie ingezet voor de kleinschalige land- en tuinbouw. Door de opkomst van de mechanisatie kwam hieraan een einde en het werkpaard was niet meer nodig. De samenleving veranderde en er kwam vraag naar een betrouwbaar en veelzijdig recreatiepaard. De Haflingerfokkerij heeft haar fokdoel hieraan aangepast. De Haflinger werd een wat groter, meer rijtypisch paard geschikt voor de recreatiesport. Om dit fokdoel snel te behalen is in begin zeventiger jaren gebruik gemaakt van Arabierenbloed (ook wel “vreemdbloed” genoemd) en ontstond de Haflo-arabier. In Nederland is de Haflo-arabieren fokkerij niet verder ontwikkeld en in de afgelopen jaren is het aantal haflo-arabieren sterk gedaald. Vanaf de jaren ’90 wordt er door de KVTH naar gestreefd het percentage “vreemdbloed” terug te brengen en zo uniformer en rastypischer te fokken en de fokkerij “raszuiver” te krijgen. De haflingerfokkerij is een rasfokkerij. De specifieke kenmerken van de Haflinger, de lichte manen en staart in combinatie met de mooie goud vos kleur en het vriendelijke karakter, moeten door goede selectie erfelijk vastgelegd worden. Het ras moet homogeen worden doorgefokt. Als een paard duidelijk de gewenste raskenmerken vertoont spreekt men van een Haflinger met “veel ras” en is derhalve een rastypische vertegenwoordiger van zijn/haar stamboek. Er bestaat ook doelfokkerij. Hier speelt de functie waarvoor het paard gebruikt wordt de belangrijkste voorwaarde bij de fokkerij. Voorbeelden zijn: dravers, spring- en trekpaarden. De bouw is anatomisch functioneel en het ras kent specifieke kenmerken die in de prestatie naar voren komen. De Oosterse kenmerken (fijn en edel hoofd, concave (= holle) neuslijn, harmonisch gebouwde kleine oren en grote donkere ogen, uitstraling en presentatie), kwaliteit van het beenwerk, de vacht (kleur, structuur en glans) bepalen de schoonheid van onze haflingerfokkerij. De raskenmerken beïnvloeden de gebruikswaarde van de Haflinger niet. Wel zullen op exterieurkeuringen paarden met minder duidelijke raskenmerken achter hun soortgenoten geplaatst worden met duidelijke raskenmerken. Onze hedendaagse Haflinger is ontstaan uit een mix van een rijpaard- en het trekpaardtype, hetgeen naar voren komt in de volgende eigenschappen: hardheid, kracht, uithoudingsvermogen en doorzettingsvermogen. De functionele tegenstellingen moeten in de bouw gecompenseerd worden. In plaats van de kracht in horizontale lijn van achter naar voren te plaatsen, willen wij een paard met souplesse. Het moet dus kunnen buigen in de spieren die de gewrichten met elkaar verbinden. Tevens moet het paard “front” maken als het beweegt. Dit wordt verkregen door het goed onderbrengen van de achterhand. Het onderbrengen van de achterhand ontstaat door kanteling van het bekken. Het paard gaat “bergopwaarts”. Het kruis moet lengte hebben en lange spieren voor ruimte in de beweging en een goede hefboomwerking vanuit de achterhand. Voor de beweging zijn souplesse, takt, balans en correctheid de eerste vereisten. Voor langdurig gebruik zonder vervroegde slijtage is dit zeer belangrijk. De paarden moeten goed door “het lijf” bewegen en over looplust beschikken. De moderne Haflingerfokkerij welke gericht is op de recreatie-, rij- en mensport, vraagt een rijpaardtype met veel ruimte in haar beweging, buigzaamheid en atletisch vermogen. Het maken van front, het kunnen buigen, verzamelen, uitstrekken en zijwaarts gaan geven de Haflinger haar uitstraling.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
3
Is fokken gokken? Over bovenstaande vraag breken de fokkers al eeuwen hun hoofd. Iedere ervaren fokker zal daarover een eigen mening hebben. De ene fokker, of dat nu geldt voor koeien, geiten, katten, konijnen of paarden, zal zeggen dat fokken van A tot Z te beredeneren is, de ander vindt dat onzin. Daarbij moet men zich realiseren dat niet alleen de erfelijkheid, maar ook opvoeding en opgroei- en africhtingaspecten een belangrijke rol spelen. Natuurlijk maakt een doordachte keuze van merrie en hengst de kans op een succesvol product groter. Uiteindelijk blijft fokken altijd een beetje gokken. Het blijft na het dekken van de merrie altijd spannend. Wordt de merrie drachtig? Verloopt de bevalling goed? Is het veulen gezond? Is het een hengst of merrie? En dan na elf maanden wachten is het moment waarnaar je hebt uitgekeken: de geboorte van het veulen. Vraag tien fokkers wat het mooiste is van het fokken en negen van hen zullen antwoorden: “de geboorte van het veulen”. Een ervaren fokker van Haflingers heeft door de jaren heen geleerd waar hij bij het fokken van de Haflinger op moet letten. Een nieuwe fokker kan niet terugvallen op die kennis, want naast gevoel is kennis van het paard, het ras en de afstamming erg belangrijk. De nieuweling moet zich dus goed oriënteren. Dit oriënteren bestaat uit het bestuderen van de stambomen, het bezoeken van keuringen en het zich verdiepen in het ras, door bijvoorbeeld veel te lezen over het ras en fokkers te bezoeken. Hierin ligt ook een belangrijke rol voor het stamboek, door bijv. het organiseren van educatieve bijeenkomsten en cursussen. De merrie Fokken begint met de merrie. Veel eigenaren menen dat de merrie het allerbelangrijkste is voor het veulen. Ze geeft haar veulen niet alleen de helft van het erfelijk materiaal mee. De merrie draagt het veulen elf maanden en voedt het na de geboorte nog ca. een half jaar op. De invloed van de merrie op o.a. het karakter van het veulen is dus groot. De toekomstige fokker moet zijn merrie kritisch bekijken en beoordelen. Eigenlijk moet men zich de vraag stellen: “is ze goed genoeg als fokmerrie”. Je wilt immers een goede Haflinger fokken. Het is een droom van iedere fokker dat zijn product ooit nationaal kampioen, elite-merrie of een goedgekeurde dekhengst wordt. Zoek waar de sterke en zwakke punten liggen. Beoordeel niet alleen het exterieur, maar ook de bewegingen, het karakter en de gebruikskwaliteiten. Een Haflinger die kracht in de beweging mist, kan worden gekruist met een sterke beweger. Een merrie met een supertype kan waarschijnlijk bij een hengst gedekt worden die iets minder type uitstraalt, maar goede bewegingen vererft. Juiste waarde Als men het moeilijk vindt de eigen Haflinger te beoordelen, kan hulp of advies worden ingeroepen van een ervaren (mede)fokker of een jurylid. Ook deelname aan een Centrale Keuring voor Haflingers, die in elke afdeling van de KVTH wordt gehouden, of de stamboekopname vanaf driejarige leeftijd kan duidelijkheid over de kwaliteiten geven. Om de merrie op juiste waarde te schatten kan men ook gaan kijken bij haar ouders, haar eventuele broers en zussen en hun nafok. En misschien heeft ze zelf al eens veulens gehad. Van welke hengst en wat is er van terecht gekomen? Daarna moet de fokker zich een doel stellen. Wat wil ik bereiken: een Haflinger die nog sterker beweegt, een Haflinger die meer rastype uitstraalt of een super gebruikspaard. Het is natuurlijk van belang om de zwakkere punten te verbeteren, maar daarbij de sterke punten niet verloren te laten gaan.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
4
De hengst Als de fokker een merrie en een duidelijk doel voor ogen heeft, kan de hengst gezocht worden. Een moeilijke maar ook heel leuke taak, waarmee men niet vroeg genoeg kan beginnen. Tijdens merriekeuringen (voorjaar/ zomer), fokdagen, gebruikersdagen en afstammelingenkeuringen (september/oktober) kan men nakomelingen van de dekhengsten in keuringsbaan in actie zien. Daar krijgt men een indruk van de fokkerij van een hengst. Tijdens de Hengstenkeuring (januari/februari) en hengstenshows (winter/voorjaar) kan men de hengst en eventuele zonen bekijken. Het is ook mogelijk een hengst te bezoeken bij de hengstenhouder. De hengstenhouders organiseren in het voorjaar hengstenshows of hebben “Open Huis”. De fokker moet de hengst eigenlijk net zo beoordelen als de merrie: wat zijn de sterke en zwakke punten? Verder zijn de volgende vragen belangrijk: kan de hengst de mindere eigenschappen van mijn merrie verbeteren, en gaan de sterke punten niet verloren? Voldoet de hengst aan mijn eisen? De afstammelingenrapporten die van elke oudere hengst worden gemaakt, kunnen helpen bij de beoordeling. In het jaar dat de oudste nakomelingen uit de eerste volledige jaargang twee jaar oud zijn (de hengst ongeveer zeven jaar) wordt er een selectie van kinderen van alle leeftijden (veulens enters, en twenters) beoordeeld door de hengstenkeuringscommissie. Het rapport verschijnt in Het Trekpaard en De Haflinger. Stamboekpapier Bij de keuze van een hengst voor de merrie moet men niet alleen rekening houden met de kenmerken en verervingen van de beide paarden. Ook de afstamming is een belangrijk aandachtspunt. Met het stamboekpapier van de merrie en de afstammingstabel van de hengst is het mogelijk de afstamming van de merrie en de hengst over meerdere generaties te vinden. Op het Bewijs van inschrijving staan zes generaties. Om inteelt te voorkomen moet uitgezocht worden welke namen in de stamboom voorkomen. Er zijn geslaagde inteeltproducten. Het komt ook regelmatig voor dat één naam vaker voorkomt op een papier. Probeer het echter te voorkomen, en vraag hierbij advies aan ervaren fokkers. Praktische aspecten zoals afstand spelen ook vaak een rol, maar hengsten veranderen af en toe van dekstation en daardoor hoeft de afstand geen probleem te zijn. Ook de moderne technieken als KI maken het probleem van afstand kleiner. Als de keuze bepaald is, kan de merrie worden gedekt of geïnsemineerd. De fokker moet ervoor zorgen dat zijn merrie in een goede conditie is. Verder is goed overleg met de hengstenhouder van belang. Het dekken/insemineren van de merrie is een samenspel van eigenaar, hengstenhouder en dierenarts. Maar vóór dat overleg kan plaatsvinden moet er veel onderzocht worden in stambomen, op keuringen en in bladen. Fokplan Dit fokplan kan gezien worden als een hulpmiddel bij het maken van keuzes. Niet alleen door de fokker, maar ook door officials, zoals de hengstenkeuringscommissie, de stamboekinspecteurs die verantwoordelijk is voor de stamboekopnames en de juryleden, die gedurende het keuringseizoen de fokproducten gaan beoordelen. Het fokplan geeft een beeld van waar we begonnen zijn, waar we nu zijn en waar we naar toe willen met onze fokkerij. Het is niet bedoeld als dictaat, maar als hulpmiddel om het fokdoel te bereiken, vanuit fokkers- als ook vanuit stamboekbelang. De Foktechnische Commissie wenst iedere fokker veel succes en plezier, want dat is waarom we fokken!
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
5
3.
Rasbeschrijving
De rasbeschrijving van de Wereld Haflinger Vereniging is als leidraad gebruikt. Afstamming Het kruisen van een Haflinger met een paard van een ander ras is na het gebruik van de hengst Folie niet meer toegestaan. Niet voor merries en ook niet voor hengsten. Fokzuiverheid is het doel waar naar gestreefd wordt. Voorlopig volstaat men met een streven naar zes generaties fokzuiverheid, hetgeen inhoudt dat maximaal 1,56 % vreemd bloed wordt toegestaan. De KVTH hanteert als regel dat het vreemdbloed percentage vanaf 1,56% op het registratiebewijs wordt vermeld. Hengsten met een vreemdbloed percentage van 1,56% of lager kunnen voor goedkeuring in aanmerking komen. De Haflinger wordt als een paard voor vrijetijdsdoeleinden gefokt en in dit verband worden de bijzondere eigenschappen voor het rijden onder het zadel en voor aanspanningen wenselijk geacht en tot doel gesteld. In het bijzonder geldt een uitstekend karakter zonder gebreken en een evenwichtig temperament. Uiterlijke verschijning.
1.
Type
Gewenst is een type dat in het rechthoekmodel staat en veelzijdig gebruikt kan worden. Gewenst is, een verschijningsvorm van een elegant en harmonisch gebouwd paard, waarbij de voorhand, middenhand en achterhand zich verhouden als 1:1:1. Daarbij behoren een droog en edel hoofd met grote ogen, een goedgevormde hals en een voldoende lang en een elastisch middenstuk. Daarbij is ook van belang een goede niet te sterk hellend en te kort kruis, een goede bespiering alsook correcte ledematen met goede gewrichten. Fokhengsten en ook fokmerries moeten een duidelijk mannelijke c.q. vrouwelijke uitdrukking hebben. Voskleuren van lichte vossen tot donkere vossen met lichte staart en manen zijn vereist. Kleurafwijkingen in de basiskleur zoals stekelhaar of ”edel vlekken” (edelvlekken zijn donker gekleurde vlekken, ook wel pigmentvlekken genoemd ) zijn ongewenst en worden als negatieve eigenschappen beoordeeld en kunnen zelfs leiden tot afkeuring voor de fokkerij. Indien 2 of minder pigmentvlekken niet groter dan 2-euro muntstuk voor komen worden geen punten in mindering gebracht. Zijn er meer pigmentvlekken of zijn deze groter dan zullen er punten in mindering worden gebracht. Kleurafwijkingen in staart en manen worden eveneens ongewenst geacht en kunnen ook tot afkeuring leiden. Aftekeningen aan het hoofd zijn gewenst, maar niet noodzakelijk. Teveel aftekeningen zijn weer ongewenst en kunnen tot afkeuring aanleiding geven. Aftekeningen aan de benen zijn ongewenst, doch worden als het om één been gaat en niet verder reikt dan de halve pijp niet negatief beoordeeld. Als het echter om aftekeningen op twee benen gaat dan wordt daarvoor bij de beoordeling een punt afgetrokken. Bij drie beenaftekeningen worden twee punten afgetrokken. Als er overigens vier benen aftekeningen vertonen dan volgt uitsluiting. Uitsluiting volgt eveneens als de aftekeningen tot over het spronggewricht reiken. De maatvoering zal moeten lopen van 1.40 m tot 1.50 meter. De maat van 1.40 meter is een minimummaat. Als deze niet wordt gehaald dan volgt afkeuring. De bovenmaat mag eventueel worden overschreden als deze samengaat met een goede exterieurbeoordeling.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
6
2.
Het hoofd
3.
De hals
4.
De voorhand
5.
De middenhand
6.
De achterhand
7.
De voorbenen
8.
De achterbenen
9.
Correctheid van de gangen
10.
Ruimte in beweging
Het hoofd moet edel en droog zijn en in het algemeen in harmonie zijn met het totale paard. Het hoofd moet daarnaast grote, naar voren gerichte ogen hebben en wijde neusgaten. Het hoofd zal ook voldoende bewegingsvrijheid en daarnaast een correcte stand van de oren moeten hebben. De hals moet lang genoeg zijn en zich naar het hoofd versmallen, met voldoende keelgang vrijheid. De hals moet geen of weinig zogenaamde onderhals hebben en ook geen zwanenhals. De hals mag niet te breed zijn of te diep uit de borst komen. Een goed ontwikkelde schoft die goed aansluit aan de rug, met een lange, schuin liggende schouder en voldoende, grote borstdiepte zijn gewenst. De rug moet middellang en goed gespierd zijn en moet beweging, draagkracht en evenwicht in zich verenigen. Voor de achterhand geldt een lang, licht hellend, maar niet te sterk afhangend en goed gespierd kruis. De staart mag niet te laag ingeplant zijn. In zijn algemeenheid geldt, dat er een harmonische verhouding moet zijn in voor-, midden en achterhand. Het fundament moet in het bijzonder door een correcte stelling met goedgevormde gewrichten overtuigen. De voorknie moet breed en vlak zijn. Van achter en van voren gezien moeten de benen correct gesteld zijn en van opzij gezien een juist gesteld, dat wil zeggen, een recht voorbeen tonen. De voeten moeten een hoek van 45 – 50 graden hebben ten opzichte van de bodem. De koten moeten voldoende lang en goed ontwikkeld zijn. De hoeven moeten goedgevormd, zuiver en hard zijn. Het deel, pijp genoemd, vanaf de knie tot de kogel moet ongeveer 50% van de bovenarm bedragen. Voor de achterbenen geldt evenals voor de voorbenen correcte stelling als gewenst. Ook een goed gevormd, droog en krachtig spronggewricht, met goede overgangen en een hoek van ongeveer 150 graden. De gangen moeten correct zijn, elastisch, taktmatig en in balans zijn. Het paard moet over ruime en vanuit de achterhand krachtige gangen beschikken.
Foto; 3-voudig Wereldkampioen Liz 200/T Abendstern
Foto Leo van den Bulck
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
7
4.
Waar staan we in Nederland na 50 jaar Haflingerfokkerij
Haflingers worden sinds 1961 in Nederland ingevoerd. Na de tweede wereldoorlog had de mechanisatie in de landbouw zijn intrede gedaan, vooral op de grote bedrijven. Voor de kleine bedrijven zocht men toen naar een sobere en doelmatige krachtbron. Die werd in Oostenrijk gevonden. Daar gebruikte men een paardje in de bergen dat een groot uithoudingsvermogen had en sober in onderhoud was: de Haflinger. Samen met andere paardenrassen zouden ze een functie moeten vervullen op het agrarisch bedrijf, maar de mechanisatie verliep zo snel dat een intensief gebruik in de landbouw geen hoge vlucht heeft genomen. Wel bleek dat de Haflinger ook voor vele andere doeleinden kon worden gebruikt. Bovendien was de voskleur zeer aantrekkelijk in combinatie met de lichte staart en manen. Mede door hun vriendelijke karakter hebben de Haflingers zich enorm kunnen uitbreiden. Wij beschikken nu in Nederland over een groot aantal Haflingers die worden gekenmerkt door kracht, uithoudingsvermogen, soberheid in onderhoud, intelligentie en vooral door braafheid. Het is een universeel paard dat voor vele doeleinden inzetbaar is. 1961: 1962: 1963: 1964: 1965: 1983: 1993: 2003: 2008:
de eerste import van Haflingers in Nederland vond plaats. Sindsdien zijn er veel paarden uit Oostenrijk naar Nederland gehaald. 134 veulens geregistreerd. In hetzelfde jaar werden er 6 hengsten en 164 merries in het Keurstamboek ingeschreven. In de jaren daarna kwam de Nederlandse Haflingerfokkerij in beweging. 173 veulens geregistreerd. Geen hengsten,maar wel 124 merries in het Keurstamboek. 216 veulens geregistreerd. 1 hengst en 178 merries in het Keurstamboek. 289 veulens geregistreerd, 2 hengsten en 130 merries in het Keurstamboek. 470 veulens geregistreerd, 6 hengst en 117 merries in het Keurstamboek. 1294 veulens geregistreerd, 12 hengsten en 300 merries in het Keurstamboek. 958 veulens geregistreerd, 10 hengsten en 239 merries in het Keurstamboek. 674 veulens geregistreerd, 13 hengsten en 148 merries in het Stamboek.
De laatste jaren zien we een neerwaartse spiraal in het aantal dekkingen en inschrijvingen. De Haflinger is in type omgevormd van een klein beknopt kortbenig bergpaardje, naar een rijtypisch universeel vrijetijdspaard, die gebouwd is in het rechthoekmodel en over formaat beschikt. Hieronder treft u een tabel aan van de ontwikkeling van de stokmaat van de Haflinger, zoals die de laatste decennia in Nederland heeft plaatsgevonden.
Jaar
Stokmaat cm
1990 1995 2000 2005 2010
1,403 1.407 1,431 1.449 1.469
Deze verandering in type is tot stand gekomen door consequent fokkers voor te lichten over het type waar we naar toe willen en import van paarden uit fokgebieden die hierin vooruitstrevender waren dan in Nederland.We zullen onderstaand de ontwikkeling van de Haflinger in de loop der jaren beschrijven aan de hand van de bouw van het paard geïllustreerd door enkele Nationaal Kampioenen.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
8
1962 Hf.K.18 LK Appel
1962 Hf.K. 26 ZK Joga
In 1962 waren de eerste Nationaal Kampioenmerries, toen nog bestaande uit de lichte en zware klasse, uiteraard nog merries die waren geïmporteerd uit Oostenrijk. Deze paarden waren zeer beknopt van bouw en beschikten over hoofden die grof gebouwd waren en weinig of geen adel en uitstraling hadden. De hals was breed en zwaar, de voorhand was kort met weinig schoft ontwikkeling. De middenhand was gezonken en ook de achterhand was kort en sterk hellend gevormd. Het beenwerk was kortbenig en kort gekoot.
1970 Hf.K. 518 LK Brigitte
1970 Hf.K 1160 ZK Herta
Als we de Nationaal Kampioen Merries uit 1970 en 1978 bekijken, is duidelijk waarneembaar dat de hoofden minder grof zijn en al meer uitstraling vertonen. Ook de kruisvorm is minder hellend en vertoont bij meerdere merries al wat meer lengte, al blijven ze nog wel rond gevormd. In de maat is nog weinig ontwikkeling waar te nemen het blijven alsnog kort benige types.
1978 Hf.K. 1376 LK Paulientje van Kerkhoven
1978 Hf.K. 975 ZK Veronica van de Holtburn
Wanneer we de volgende decennia bekijken dan kunnen we spreken van een ontwikkeling die ingezet is naar een meer vrijetijdspaard die meer uitstraling heeft gekregen een paard dat harmonischer gebouwd is, met een bovenlijn die strakker is geworden en een middenhand die beter aansluit met voor- en achterhand. Ook in de maat van de paarden is een ontwikkeling waar te nemen dat de stokmaat langzaam toeneemt.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
9
1988 Hf.K. 2452 LK Truida
1988 Hf.K. 2247 ZK Tosca
Wanneer we de Nationaal Kampioenmerrie van 1998 zien dan kunnen we duidelijk spreken van een vrijetijdspaard waarbij meer maat en lengte in het paard waarneembaar is en een langer voorbeen, waardoor het paard meer opwaarts gebouwd is.
1998 Hf.K. 5169 Anika van de Graspeel
2008 Hf. 27046.S Lieske
Wanneer we onze laatste Nationaal Kampioenmerrie van 2008 zien, dan kunnen we spreken van een haflinger die in het rechthoekmodel is gebouwd. Een paard met een hoofd dat mooi gevormd en droog is met veel uitstraling. Een hals die lichter wordt in de richting van het hoofd en een mooie lange schouder heeft en een goed ontwikkelde schoft die goed aansluit met de middenhand. Het kruis wat lengte heeft en goed gespierd is. Het fundament is fijn en droog gevormd. We kunnen hier spreken van een rijtypische Haflinger met een stokmaat die richting 1.50 m. gaat. Heel duidelijk is dat de ontwikkeling van de Haflinger niet stil heeft gestaan en er door de fokkers de laatste jaren is ingespeeld op vraag in de markt. De Haflinger, een veelzijdigheids paard waarmee jong en oud in hun vrijetijdsbesteding goed uit de voeten kunnen.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
10
5.
Fokdoel.
Zoals gezegd is onze Haflinger de laatste decennia omgebouwd naar een rijtypisch veelzijdigheidspaard. We staan er kwalitatief goed voor en zullen onze “Nederlandse” Haflinger moeten promoten in andere landen. De PR-Commissie is hiervoor in het leven geroepen. Wellicht is het mogelijk hierdoor ook de afzet te vergroten en zal het hoofdbestuur in overweging moeten nemen om de grenzen te openen voor buitenlandse leden. Ook de gebruikers weten onze Haflinger steeds meer te waarderen. Wel blijft men kritisch op de beweging en het gebruik van het spronggewricht van onze Haflinger. De komende jaren zal functionaliteit extra aandacht moeten krijgen, waarbij opgemerkt dient te worden dat de raskenmerken en type bewaard moeten blijven.
Het doel moet zijn om een functioneel rijtypisch veelzijdigheidspaard te fokken met een goed karakter met uithoudingsvermogen.
Aandachtspunten in willekeurige volgorde voor de haflingerfokkerij zijn: • behoud van de kleur, voorkeur voor de lichte goud vos • schouderligging, schouder met lengte en voldoende schuin, hetgeen belangrijk is voor voldoende vrijheid van het voorbeen. • harmonie van het paard, met extra aandacht voor de aansluiting van rug/lendenenpartij en de lengte van het kruis. • krachtige bewegingen van uit de achterhand, met souplesse en takt. • hard, droog, fijn en correct beenwerk De doelstellingen die hiervoor opgesteld zijn om bovenstaande te bereiken zijn hieronder weergegeven en enkele ervan worden in de volgende hoofdstukken verder toegelicht. Het is hierbij van belang dat bij de onderdelen een tijdspad wordt uitgezet die de beslissingen die hiervoor genomen moeten worden goed onderbouwen. • • • • • •
Goede voorlichting en communicatie Bovenlaag creëren in de haflingerfokkerij Bevorderen van het gebruik van de Haflinger in de sport Bevorderen van de deelname aan de premiekeuring Streven naar een kwalitatief goede hengstenstapel Terugdringen van het percentage vreemdbloed
Goede voorlichting en communicatie: Om bovengenoemde aandachtspunten de komende tijd uit te voeren is goede voorlichting vanuit het jurycorps nodig naar de fokkers, met een duidelijke heldere uitleg en verschil in primering. Het jurycorps zal eensgezind de selectiecriteria moeten uitvoeren. Door Foktechische Commissie wordt in overleg met het jurycorps gewerkt aan een plan van aanpak om tot kwaliteitsverbetering, uniformiteit, een opencommunicatie en onderlinge beoordeling te komen binnen het huidige jurycorps. Het stamboek zal door voorlichting d.m.v. publicaties, presentaties en cursussen duidelijk aan moeten geven waar ze naar toe gaan in de toekomst, om op deze manier de jury te steunen bij de te nemen beslissingen om de aandachtspunten te realiseren. Bovenlaag creëren in de Haflingerfokkerij: We zullen d.m.v. selectie en predikaten, welke in de volgende hoofdstukken aan de orde komen, werken aan een bovenlaag in ons stamboek, welke berust op bloedlijnen en fokresultaten. De jury zal bij het maken van keuze’s deze aspecten moeten meenemen. Met een enkele toevalstreffer komen we niet vooruit in de fokkerij.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
11
Bevorderen van het gebruik van de Haflinger in de sport: Naast selectie en predikaten is het van belang dat er voortgang komt in onderzoeken, zoals de bruikbaarheidtest van hengsten en merries, om op deze manier betere inzichten te krijgen in het karakter en aanleg voor de sport. Op de site van het stamboek is reeds een lijst terug te vinden met alle Haflingers welke in het bezit van het sportpredicaat. In het najaar van 2010 heeft het Dagelijks Bestuur besloten, dat de bereikbaarheidsdienst voor hengsten de komende 3 jaar op vrijwillige basis zal worden voorgezet, tot en met 2013. Na deze tijd zal de Loontechnische Commissie met een uitgewerkt tijdsplan komen, het advies van de Bond van Hengstenhouders wordt hierover gevraagd. Hierin wordt meegenomen de keuze om op vrijwillige- of verplichte basis voor hengsten deze bruikbaarheidtest voor het tonen van de afstammelingen te laten plaatsvinden. Ook zal de mogelijkheid onderzocht gaan worden om deze bruikbaarheidtest als extra toe te voegen aan het Elitepredicaat voor de Haflingermerries. Bevorderen van de deelname aan de premiekeuring: Het deelnemen aan de premiekeuringen wordt gestimuleerd, doordat er een minimum aantal afstammelingen op de premiekeuring geweest moeten zijn, wil een hengst voldoen aan de richtlijnen voor goedkeuring op afstammelingen. Een hengstenhouder zal hierdoor fokkers stimuleren om met een nakomeling naar een premiekeuring te gaan. Ook bij de predikaten op fokresultaten is het van belang dat nakomelingen bepaalde resultaten hebben behaald, deze resultaten zijn alleen op premiekeuringen te behalen. Streven naar een kwalitatief goede hengstenstapel: De EU-regeling zorgt ervoor dat goedgekeurde (oudere) hengsten uit het buitenland door de KVTH niet kunnen worden afgekeurd en op deze manier aan ons hengsten bestand toegevoegd worden. Deze ontwikkeling kan een negatieve invloed hebben op de vooruitgang van onze fokkerij. Het is de taak van de Hengstenjury om hier zo mee om te gaan, dat indien kwalitatief nodig, deze hengsten een negatief fokadvies meekrijgen. Het is van groot belang dat een goede hengst voldoende dekkingen krijgt zodat we hier bij de afstammelingenkeuring ons een goed beeld van kunnen vormen. De opdracht aan de hengstenjury is om streng te selecteren bij nieuw te keuren hengsten en op de afstammelingenkeuring. Ook de uitleg van lager geprimeerde hengsten zal duidelijk moeten zijn en zodanig dat deze hengsten niet meer worden ingezet voor de fokkerij. Terugdringen van het percentage vreemdbloed: Om steeds meer raszuiver te fokken zal het percentage “Vreemd bloed” voor inschrijving in het stamboek m.i.v. 2015 worden vastgesteld op de volgende percentage’s: Hengsten met een percentage “Vreemd bloed” tot 1% kunnen worden aangeboden ter goedkeuring voor dekdienst en worden ingeschreven in het stamboek. Alle haflingerpaarden met meer dan 12½% “vreemd bloed” komen in het wachtregister. Het streven van de foktechnische commissie is om dit voor 2020 ook voor de merries terug te brengen beneden de 1% vreemd bloed. Fokkers kunnen hier rekening mee houden bij het dekken van hun merries om onnodige teleurstelling te voorkomen. Een stappenplan zal volgen. Inteelt De Haflinger is een uniek paardenras met veel uitstraling wat we moeten koesteren. Maar uniek zijn als ras heeft wel gevolgen. Het zijn gesloten populaties zonder nieuwe fokdieren van buitenaf. Dat betekent dat op den duur veel fokdieren familie van elkaar worden en dat inteelt onvermijdelijk is. Inteelt ontstaat wanneer merrie en hengst afstammen van dezelfde voorouder(s). Beide zijn dan meer of minder familie van elkaar. Het veulen dat uit deze paring voorkomt is dan ingeteeld. De mate van inteelt bij het veulen wordt uitgedrukt in een getal, inteeltpercentage genoemd. Dat getal varieert tussen de 0% en 25%. Feitelijk geeft dit getal aan hoeveel procent van de genen bij een veulen afkomstig zijn van de gemeenschappelijke voorouder(s) van vader en moeder. FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
12
Onderzoek bij Haflingers toont aan dat inteelt nog geen algemeen probleem is, maar wel aandacht vraagt. Bij de Haflingers zijn al veel fokdieren familie van elkaar. Dat komt mede door de grote invloed van sommige hengsten. Het gevolg is dat jaarlijks de inteelt toeneemt!. We naderen de grens van wat nog kan. Inteelt vermijden of beperken blijft belangrijk om de rasfokkerij te behouden. Een exact inteeltpercentage is niet te geven, maar dat kan voor iedere fokker anders zijn. Ieder dient een eigen afweging te maken, maar tijdens de hengstenkeuze dient hiermee wel degelijk rekening te houden. In de praktijk zijn er zeker voorbeelden van geslaagde inteelt, maar ook zeker zijn er voorbeelden te noemen van experimenten welke niet geslaagd zijn. Bij een “hoog” inteeltpercentage bestaat de kans op erfelijke ziekten of afwijkingen, maar daarnaast kan bij inteelt ook goede eigenschappen beter worden vastgelegd. Het zal dus ten allen tijde een persoonlijke keuze blijven van de merriehouder of er voor inteelt wordt gekozen of juist niet. Hengstenhouders hebben veel invloed. Zij kunnen zorgen voor variatie in bloedvoering, uitwisselen van fokmateriaal en adviseren bij dekkingen. Merriehouders kunnen vooraf kijken welke hengst het beste past. Kijk daarbij naar de afstamming van de eigen merrie en hengst van keuze. In de loop van 2012 kan via de site van ons stamboek het berekenen van het inteeltpercentage worden uitgevoerd. Het is een goede zaak dat de KVTH deze service gaat aanbieden. De Nederlandse hengstenstapel beschikt over voldoende variatie in afstamming. Bij het goedkeuren van jonge hengsten blijft aandacht voor bloedspreiding nodig Het is belangrijk dat er wat te kiezen blijft. Dan is ook de genetische toekomst van de Haflingers gegarandeerd. Inteeltpercentage wordt berekend door middel van de methode Wright. De bijbehorende formule hiervoor is; Waarbij; nv= aantal generaties aan vaders kant nm= aantal generaties aan moeders kant bij enkele paringsmethoden
Paring van:
Inteeltpercentage
Ouder x nakomeling Volle broer x volle zuster Halfbroer x halfzuster Ouder x kleinkind Neef x nicht Zoon x kleindochter Kleinzoon x kleindochter
25% 25% 12,5% 12,5% 6,25% 6,25% 3,13%
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
13
6.
Selectie instrumenten
De essentie van selectie is om die ouderdieren aan te wijzen die de volgende generatie veulens moeten voortbrengen. We maken hierbij onderscheid tussen hengsten en merries. Alleen bij hengsten vindt eigenlijk daadwerkelijk selectie plaats, door bij de hengstenkeuring op basis van exterieur en bij het afstammelingen onderzoek op basis van de getoonde afstammelingen de hengsten goed- of af te keuren voor de dekdienst. Hierbij wordt direct bepaald of de hengst verder een bijdrage levert aan de fokkerij van ons stamboek. Bij de merries vindt indirecte selectie plaats via een premie of predikaatstelsel, waarbij de betere merries door de fokkers frequenter voor de fokkerij worden ingezet. De inrichting van onze stamboekhouding met de verschillende registers is uitgebreid vastgelegd in ons stamboek reglement van de KVTH, evenals de regels voor het keuren van de hengsten voor de dekdienst en daar wordt hier dan ook naar verwezen. De merrieselectie: We kennen voor de merries dus een indirecte selectie op basis van premies die behaald worden op de centrale premiekeuringen in de verschillende provincies. Leden van de KVTH kunnen hun paarden in de eigen KVTH afdeling ter keuring aanbieden. De juryleden beoordelen de aangeboden paarden op exterieur en beweging. Zij kennen daarbij premies toe. Deze premies geven een indicatie aan de fokker/eigenaar hoe zijn product een afspiegeling is van het gewenste fokdoel en is o.a. van belang voor het behalen van predikaten van de ouders. Een 1e premie (oranje rozet) wil zeggen het paard voldoet aan de gestelde eisen. Een 2e premie (rode rozet) houdt in, dat het een goed paard is, maar de jury heeft een aantal op- en aanmerkingen; een 3e premie (witte rozet) houdt in, dat het paard niet voldoet aan het gestelde fokdoel en negatief is beoordeeld. Het is natuurlijk aan de eigenaar zelf om te besluiten om wel of niet met een 3e premie merrie te gaan fokken, maar het advies van de jury kan als negatief beschouwd worden. De Centrale Keuring heeft diverse rubrieken waaraan men kan deelnemen: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Hengstveulens 1-jarige hengsten Merrieveulens 1-jarige merries 2-jarige merries 3-jarige merries (stamboekopname) 4 jarige en oudere merries Ruinen (vanaf 3 jaar dienen in het stamboek te worden opgenomen) Stalgroep (min. 3 paarden van 1 eigenaar) Fokgroep (min. 3 paarden van één fokker) Generatiegroep (min. 3 generaties) Merries met afstammelingen (min. 2 afstammelingen) Dagkampieonschap Erekampioenschap Wachtregister Haflingers
Uit de rubriek 1 en 3 wordt een kampioen en reserve-kampioen veulen gekozen. De kandidaten zijn het 1e en 2e geplaatste veulen van een rubriek, mits zij een 1e premie hebben ontvangen. Verder wordt er per leeftijdsklasse een Kampioen + reserve Kampioen gekozen. Ook wordt er een Jeugd- en reserve Jeugdkampioen gekozen. Kandidaten hiervoor zijn de kampioen en reservekampioen in de rubrieken 1-, 2- en 3-jarigen. Uit de rubrieken van de 4 jaar en oudere paarden wordt een Dag- en reserve Dagkampioen gekozen. Stalgroep; een stalgroep dient te bestaan uit minimaal 3 Haflingers in eigendom van dezelfde eigenaar, maar het is niet noodzakelijk dat ze de eigenaar zijn geboren. De individuele kwaliteit van de paarden is hierbij veruit het belangrijkste, de uniformiteit weegt bij de stalgroepen minder zwaar maar kan wel een voordeel opleveren. FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
14
Fokgroep; ook een fokgroep dient uit minimaal 3 Haflingers van dezelfde fokker te zijn, ze hoeven niet meer in bezit van één eigenaar te zijn. Hierbij wordt beoordeeld op uniformiteit van het geheel en de individuele kwaliteit van de Haflingers. Met uniformiteit wordt bedoeld de eenheid in type, maat en kleur. Deelname kan door hengsten en merries geschieden, waarbij de individuele kwaliteit én uniformiteit van het geheel doorslaggevend zal zijn. Generatiegroep; een generatiegroep wordt ook door minimaal 3 Haflingers gevormd, en deze dienen in volgorde van oud naar jong worden getoond. Er mogen ook meer generaties worden getoond, waarbij de Haflingers niet van één eigenaar behoeven te zijn. De generatiegroep wordt beoordeeld op kwaliteit van de individuele deelnemer en het geheel, zodat de meest kwaliteitsvolle groep tot winnaar zal worden verkozen. Bij een gelijke beoordeling zal de vooruitgang in de fokkerij een rol spelen bij de plaatsing. Merrie met Afstammelingen; De individuele kwaliteit van de nakomelingen is hierbij het belangrijkste aspect met betrekking tot de beoordeling van deze rubriek. Uniformiteit in de groep nakomelingen is een extra bijkomend voordeel. De beoordeling van de merrie en de nakomelingen dient op stand en in beweging te gebeuren. De beweging van de nakomelingen zal in groepsverband getoond dienen te worden. Op een centralekeuring dienen minimaal 2 afstammelingen getoond te worden. Het minimale cq. maximaal aantal te tonen nakomelingen en de toegestane leeftijden hiervan zal worden aangegeven in het betreffende keuringsreglement. Erekampioenschap; deze rubriek is ingericht voor alle oud-dagkampioen en de huidige dagkampioen. Het is dan ook uitsluitend mogelijk voor oud-dagkampioenen om in deze rubriek deel te nemen. Wachtregister Haflingers; Voor wachtregister Haflingers dient een aparte rubriek te worden ingericht als hiervoor aanmeldingen worden gedaan. Het is verplicht deze Haflingers in een andere rubriek te beoordelen dan de stamboek Haflingers. Om aan de Centrale Keuring te mogen deelnemen, moeten 3-jarige en oudere merries zijn opgenomen in het stamboek. Tijdens de Centrale Keuringen zullen daarom, voorafgaande aan de rubriek 3 jarige en oudere merries, de stamboekopnames plaatsvinden, waar ze door de jury voor stamboekopname (Stamboekinspecteurs) worden beoordeeld op 10 onderdelen met behulp van het z.g.n. 100 punten systeem. Hiervan wordt een schriftelijk rapport opgesteld. De eigenaar krijgt dit rapport z.s.m. na afloop van de keuring toegestuurd door het Algemeen Secretariaat. De merrie moet minimaal een stokmaat hebben van 1.40 m en 69 punten behalen om ingeschreven te worden. Indien de merrie 75 of meer punten behaald heeft kan ze ooit worden voorgesteld voor het predikaat “stermerrie”. Bij het behalen van 78 punten of meer wordt de merrie doorverwezen naar de Centrale Elitekeuring, waar ze het Elite predikaat kan behalen. Merries met 75 of meer punten ontvangen een 1e premie, merries met 71 tot en met 74 punten ontvangen een 2e premie. Merries met 69 of 70 punten een 3e premie. Indien de score van de merrie 74.5 of 70.5 punten bedraagt is het aan oordeel van de jury welke premie er toegekend gaat worden. De beschrijving voor het Elite- en Ster predikaat wordt in het volgende hoofdstuk verder toegelicht. Door een stelsel van predikaten en premies worden de merries naar kwaliteit onderscheiden. Op onze Nationale Tentoonstellingen kennen we een apart reglement, maar over het algemeen kennen we de rubrieken 1 tot en met 4 niet op dit tweejaarlijks evenement, maar deelnemen aan de overige rubrieken kan wel. Daarnaast zijn de onderstaande rubrieken gebruikelijk; Hengst met afstammelingen; Het gaat er in deze rubriek om dat de hengst die de beste groep afstammelingen toont, wint. Dat kwaliteit mag zegevieren. Toch is het van belang dat een hengst zich sterk vererft dat wil zeggen dat men in de nakomelingen dezelfde sterke eigenschappen terug vindt die de hengst ook kenmerkt. De kwaliteit van de afstammelingen, en tot op bepaalde hoogte de kwaliteit van de hengst, zal hier op de eerste plaats worden beoordeeld. De uniformiteit is van minder belang, maar is wel een extra voordeel. Beoordeling van de nakomelingen dient op stand en in beweging te gebeuren. De stap en draf van de nakomelingen zal in groepsverband getoond dienen te worden. Het minimaal cq maximaal te tonen nakomelingen en de toegestane leeftijden hiervan zal worden aangegeven in het betreffende keuringsreglement. FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
15
Merrie met afstammelingen; De individuele kwaliteit van de nakomelingen is hierbij het belangrijkste aspect met betrekking tot de beoordeling van deze rubriek. Uniformiteit in de groep nakomelingen is een extra bijkomend voordeel. De beoordeling van de merrie en de nakomelingen dient op stand en in beweging te gebeuren. De beweging van de nakomelingen zal in groepsverband getoond dienen te worden. Het minimaal cq maximaal aan te tonen nakomelingen en de toegestane leeftijden hiervan zullen worden aangegeven in het betreffende keuringsreglement. Generatiegroep; een generatiegroep wordt ook door minimaal 3 Haflingers gevormd, en dienen in volgorde van oud naar jong worden getoond. Er mogen ook meer generaties worden getoond, waarbij de Haflingers niet van één eigenaar behoeven te zijn. De laatste generatie in de te tonen groep zou een goedgekeurde hengst kunnen zijn. De generatiegroep wordt beoordeeld op kwaliteit van de individuele deelnemer en het geheel, zodat de meest kwaliteitsvolle groep tot winnaar zal worden verkozen. Bij een gelijke beoordeling zal de vooruitgang in de fokkerij een rol spelen bij de plaatsing. Vierspannen; Het belangrijkste onderdeel van bij de vierspannen is uiteraard uniformiteit. Een lot moet over een eenheid beschikken in type, maat en kleur. Ook in beweging dienen ze zich regelmatig en als een blok te presenteren, ze dienen via het hoofdstel/halster gekoppeld getoond te worden. De individuele kwaliteit van de paarden kan eveneens een voordeel opleveren. De hengstenselectie: De hengstenselectie bestaat uit meerdere fases. In de eerste fase worden de hengsten goedgekeurd op basis van de eigen prestaties zoals, exterieur, beweging en bloedlijnen. Indien de hengst 4 jaar of ouder is wordt hij tevens in het stamboek ingeschreven d.m.v. het 100-puntensysteen. In de volgende fases worden de goedgekeurde hengsten beoordeeld op hun nakomelingen. Verplichte hengstenkeuring: Ieder jaar wordt er de mogelijkheid geboden om hengsten van 3 jaar en ouder aan te bieden voor de verplichte hengstenkeuring op exterieur en daardoor een goedkeuring te ontvangen voor de dekdienst van de K.V.T.H. Binnen de huidige EU regels is het niet mogelijk om hengsten die in het buitenland zijn goedgekeurd in Nederland op basis van exterieur in hetzelfde jaar (of dezelfde termijn als het gaat om hengsten die b.v. voor het leven zijn goedgekeurd) af te keuren. Hiervoor is onder andere het S-10 register in het leven geroepen, waardoor een dekbeperking mogelijk is tot en met de afstammelingenkeuring. Ook is de mogelijkheid om S-10 aan te bevelen voor jonge hengsten, die uit goede bloedlijnen komen en een aanvulling zijn voor het huidige hengstenbestand, maar zich nog verder moeten ontwikkelen. De 3-jarige hengsten en de hengsten die voor de eerste maal worden aangeboden ter keuring worden in 3 bezichtigingen beoordeeld door de hengstenjury. De 1e bezichtiging is op de harde bodem, waar vooral de correctheid in de beweging in de gangen wordt beoordeeld. De 2e bezichtiging is aan de hand en los in de bak. Hierna vindt een eerste schifting plaats en worden de overgebleven hengsten uitgenodigd voor de 3e en laatste bezichtiging aan de hand. Indien de hengst aan de gestelde eisen voldoet, dan wordt deze goedgekeurd voor 1 jaar en worden ze op kwaliteitsvolgorde geplaatst. De jury zal deze hengsten na plaatsing bespreken en motiveert daarbij de plaatsing. Alle hengsten worden tot aan het afstammelingen onderzoek verplicht ieder jaar te verschijnen op de verplichte hengstenkeuring. De hengstenjury beoordeelt de aangeboden hengsten op exterieur en beweging. Zij kennen daarbij premies toe vanaf dat de hengsten 4 jaar oud zijn. Deze premie geeft een indicatie aan de fokker en de hengstenhouder hoe zijn product een afspiegeling is van het gewenste fokdoel en is o.a. van belang voor het behalen van predikaten van de ouders. De hengsten moeten bij het inschrijven in het stamboek 1e premie waardig zijn,(oranje rozet – 75 punten) waarbij wordt aangegeven dat de hengst voldoet aan de gestelde eisen. Een 2e premie (rode rozet) wordt toegekend door de jury wanneer zij enkele op- en aanmerkingen heeft, door de voortgang in de fokkerij past de hengst onvoldoende meer in het gestelde type, de hengst komt in zijn beweging te kort, of de hengst omwille van de EU regeling niet kan afkeuren; een 3e premie (witte rozet) houdt in, dat de hengst niet voldoet aan het gestelde fokdoel en negatief is beoordeeld. Het is natuurlijk aan de fokker zelf om te besluiten om wel of niet met een 3e premie hengst te gaan fokken, maar het advies van de jury moet als negatief beschouwd worden. FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
16
Afstammelingenonderzoek: Hengsten welke goedgekeurd zijn voor de dekdienst van de KVTH, moeten in het vierde jaar na goedkeuring hun nakomelingen tonen op een speciale afstammelingenkeuring volgens de voorwaarden zoals deze in het stamboek reglement staan vermeld. Er wordt beoordeeld op basis van: • het exterieur van de hengst • de behaalde premies op de verplichte hengstenkeuring en Nationale Tentoonstelling waar de hengst verplicht is om te verschijnen tot de afstammelingen zijn getoond. • het aantal te tonen afstammelingen bedraagt 10% van de geregistreerde dekkingen van de hengst. Bij de veulens dient de moeder aanwezig te zijn. • de getoonde afstammelingen, hiervan wordt de helft door het stamboek aangewezen. (minimaal 5 en maximum van 10 afstammelingen, uit een zelfde combinatie van hengst en merrie mogen niet meer dan 2 afstammelingen worden getoond) • de behaalde premies van de afstammelingen op Centrale Premiekeuringen. (van het aantal geregistreerde nakomelingen moet als richtlijn in deze drie jaar 25% op de centrale keuringen zijn verschenen) • het aantal dekkingen van de hengst, de registratie moet boven de 60% liggen. • de prestaties tijdens de bruikbaarheidtesten op vrijwillige basis of sportresultaten • de kansen die een hengst heeft gehad, hierbij speelt de streek en de hengstenhouder een rol en tevens worden indien mogelijk de punten van de stamboekopname van de moeder vermeld. Voorlopige Klasse Indeling: Indien na het tonen van de afstammelingen goedkeuring volgt, dan zal een voorlopige klasse indeling van de hengst volgen. We kennen de volgende indeling 1A,1B of 2A. Exacte cijfermatige onderbouwing is hiervoor niet te geven, omdat hierbij ook de kansen die een hengst heeft gehad meespelen. Het blijft een jury beoordeling waaraan een hengst wordt onderworpen. Definitieve Klasse Indeling: Na 7 dekseizoenen, meestal zal dit op 10 jarige leeftijd zijn, wordt de hengst op de verplichte hengstenkeuring in een definitieve klasse ingedeeld en voor het leven goedgekeurd, tenzij naar het oordeel van de jury de hengst slechts voor een bepaalde termijn goedgekeurd wordt, dan wel de hengst wordt afgekeurd. Bij de beoordeling voor de definitieve klassenindeling zijn de volgende aspecten van belang: • het exterieur van de hengst • de behaalde premies op de verplichte hengstenkeuring en Nationale Tentoonstelling • de behaalde premies van de afstammelingen op Centrale Premiekeuringen. • de behaalde punten van de nakomelingen bij de stamboekopname • het aantal Elite merries en goedgekeurde zonen • het aantal dekkingen van de hengst, de registratie moet boven de 60% liggen. • de prestaties tijdens de bruikbaarheidtesten op vrijwillige basis of sportresultaten • de kansen die een hengst heeft gehad, hierbij speelt de streek en de hengstenhouder een rol en de moeders die zijn aangeboden. Het beleid moet er op gericht zijn dat een 1A exclusief moet zijn, een enkele hengst zal bij definitieve goedkeuring deze status bereiken. Deze hengst moet meerdere elitemerries en/of goedgekeurde zonen hebben gebracht e.e.a. afhankelijk van het aantal dekkingen en voortgebrachte nakomelingen. Een hengst die in elke jaargang enkele nakomelingen laat zien die er uitlopen in de fokkerij, zal in een voorlopige 1B ingedeeld worden en/of bij de definitieve klasse indeling zodanig heeft gepresteerd in zijn nafok, dat hij deze klasse heeft verdiend. Bij de definitieve klasse indeling spelen o.a. de punten bij stamboekopname van de nakomelingen een rol en het geen de hengst zelf heeft gepresteerd op exterieur keuringen, tevens ook de bruikbaarheidtest met de karaktertest. Alle overige goed fokkende hengsten zullen in de klasse 2A worden ingedeeld en gehandhaafd blijven voor de fokkerij. Op deze manier geven we duidelijkheid naar de fokkers. FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
17
Bruikbaarheidstest De bij de KVTH goedgekeurde hengsten zullen voor het afstammelingen onderzoek (op 3 of 4 jarige leeftijd) de testen van het WHV afgelegd kunnen hebben. (Karaktertest, Dressuurproef, en Menproef). De resultaten hiervan kunnen worden meegenomen in de klassenindeling van de hengst en hierdoor een positieve bijdrage leveren bij het bepalen van de klassenindeling. Hierdoor wordt inzicht verschaft richting de fokkers over het karakter van de hengst en de aanleg voor de het recreatieve gebruik. Voor oudere hengsten is er een ander proef aanwezig welke aansluit met het nivo wat verwacht mag worden van een hengst met de leeftijd vanaf 5 jaar.
Foto Bob Schouten Foto; Rowena van den berg met Winser-G op de Haflingerdag 2011
Buitenlandse Hengsten Met uitzondering van (tegenstrijdige) afspraken cq. overeenkomsten met overige verenigingen en/of organisaties, zullen vanaf 1 januari 2012 hengsten, die niet bij de KVTH zijn goedgekeurd, niet toegelaten worden tot activiteiten die door of onder verantwoording van de KVTH worden georganiseerd. Veulens van hengsten die niet bij de KVTH goedgekeurd zijn, en daarentegen wel bij een erkend buitenlands stamboek, zullen bij inschrijving in het veulenboek een extra heffing opgelegd krijgen van 75 euro. Hierbij geldt het jaar van dekking.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
18
BEOORDELINGSLIJST VOOR HAFLINGERS BIJ OPNAME IN HET STAMBOEK Naam: ………………………………………………………………Geslacht: …………….. Geboren:.…………………………stamboeknr:…………………………..…………… Fokker:………………………………………………………………………………… Eigenaar:………………………………………………………………………………. Schofthoogte:……….meter (kleiner dan 1.40 m. wordt niet opgenomen in het stamboek)
Westeind 5 5245 NL Rosmalen
Zogend? ja / nee
Hoogdrachtig? ja / nee
ONDERDEEL
CIJFER
OVERIGE OPMERKINGEN
1. TYPE 2. HOOFD 3. HALS 4. VOORHAND 5. MIDDENHAND 6. ACHTERHAND 7. VOORBENEN 8. ACHTERBENEN 9. CORRECTHEID IN BEWEGING 10. RUIMTE IN BEWEGING
TOTAAL AANTAL PUNTEN
Bovengenoemde Haflinger wordt WEL / NIET opgenomen in het Stamboek. (minimaal 69 punten voor opname stamboek) De juryleden 10 pnt = uitstekend 9 pnt = zeer goed 8 pnt = goed 7 pnt = voldoende 6 pnt = twijfelachtig 5 pnt = onvoldoende
FTC Haflingers |
Naam: ………………………………….
………………………………….
Handtekening: ………………………………….
………………………………….
Plaats: ……………..………………….
Datum: ……………….……
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
19
7.
Predikaten stelsel
Ieder KVTH-lid kan een Haflinger, die in zijn eigendom is, aanbieden voor onderzoek en keuring tot het toekennen van een predikaat. Aanvragen hiertoe geschieden bij het Algemeen Secretariaat van de KVTH en worden uitgevoerd volgens de regels zoals deze zijn vastgesteld in het stamboek reglement. Voor de aanvraag van predicaten welke betrekking hebben op resultaten van keuringen zoals ster, preferent, sport en prestatie dient de eigenaar de behaalde resultaten zelf aan te leveren. Door het Algemeen Secretariaat zullen deze gegevens worden gecontroleerd, maar niet verstrekt. • Veulen(boek) Na de geboorte van een veulen dient de fokker het “geboorte bewijs” binnen één week in te vullen en op te sturen aan het Algemeen Secretariaat van de KVTH. Het veulen krijgt een levensnummer te beginnen met Hf. Het veulen wordt na ca. 10 weken door de Paardenpaspoortconsulent van de KVTH geschetst en gechipt. Daarna ontvangt de fokker het bewijs van inschrijving en het paardenpaspoort. • Stamboek Door middel van het 100-punten-systeem kunnen merries en ruinen vanaf drie jarige leeftijd in het stamboek worden opgenomen. Vanaf 69 punten en hoger wordt een paard opgenomen in het stamboek (volgens WHV-norm). Hengsten kunnen vanaf vier jarige leeftijd in het stamboek opgenomen worden. Hengsten dienen met minimaal 75 punten of meer opgenomen te worden. Achter het levensnummer zal een S geplaatst worden. • Elite Merries en ruinen die op 3 of 4-jarige leeftijd tijdens de stamboekopname door middel van het 100 puntensysteem minimaal 78 punten gescoord hebben, komen in aanmerking voor een elitekeuring. De merrie of ruin dient op de Elitekeuring 79 punten of meer te behalen om het predikaat te bemachtigen. • Ster Voor het predikaat “ster”-merrie zijn de volgende voorwaarden van toepassing: • Exterieur: de merrie moet zijn opgenomen in het stamboek met minimaal 75 punten. • Fokprestatie: minstens drie afstammelingen met een 1e premie, behaald op een centrale keuring, moeten worden getoond en gemiddeld 75 punten of hoger scoren op dat moment en volgens het oordeel van de jury bijdragen aan het fokdoel. • De jury kan vorderen dat meer afstammelingen worden voorgebracht. Gestorven producten die premiewaardig zijn geweest en met minimaal 75 punten zijn opgenomen, kunnen worden gerekend tot aanwezige afstammelingen. • De merrie moet de IBOP-proef (tuig of onder het zadel) hebben afgelegd met als resultaat tenminste een B–certificaat of een sportpredicaat hebben behaald. • Preferent Als een merrie of hengst het predikaat preferent wil verkrijgen voor de fokprestatie dient er aan de volgende voorwaarden voldaan te worden. De nakomelingen van de merrie of hengst kunnen punten behalen voor hun exterieur. Deze punten kunnen ze behalen door het bezoek van een officiële keuring. Bij meer dan tien punten behaald door de afstammelingen van een merrie, kan de merrie preferent worden. Hengsten dienen meer dan 100 punten te behalen, alvorens ze preferent worden. Ook buitenlandse scores b.v. 1e premie, elite, goedgekeurde dekhengst tellen mee, mits het stamboek erkend is door de KVTH. De punten worden gescoord volgens onderstaande richtlijnen: • • •
1 punt: indien eerste premie behaald door nakomeling op C.K. of Nationale 2 punten: indien nakomeling geselecteerd voor elite keuring of derde ronde bij hengstenkeuring 3 punten: indien nakomeling elite is geworden of goedgekeurde zoon
Per afstammeling is maar één score mogelijk. Deze moet behaald zijn op volwassen leeftijd, vanaf 3 jaar. Jeugdresultaten mogen niet meewegen. Het predicaat kan dus administratief en postuum verkregen worden op keuringsresultaten van de afstammelingen. FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
20
• Sport Dit predicaat kan worden aangevraagd als aan één van onderstaande vereiste resultaten is voldaan. Dressuur onder het zadel: Klasse Z + 3 winstpunten Dressuur mennen alle aanspanningen: Klasse Z + 3 winstpunten Springen: Klasse B + 5 winstpunten bij paarden Klasse L + 5 winstpunten bij de pony’s IBOP: AA alleen voor merries Eventing: Klasse M + 3 winstpunten Mennen samengesteld: Klasse 3 + 3 winstpunten Endurance en mendurance: Klasse 3 + 3 winstpunten Western: Level 2 met 3 winstpunten • Prestatie Prestatie is een predikaat welke een merrie of hengst kan verkrijgen als geregistreerde nakomelingen in de sport zijn uitgebracht en daar een goede prestatie hebben laten zien. Om voor het predikaat prestatie in aanmerking te komen zijn voor een merrie of hengst de onderstaande voorwaarden van toepassing: Tenminste 3 nakomelingen van de merrie moeten het sport predikaat behaald hebben. Bij hengsten geldt dat 15 nakomelingen dit behaald moeten hebben. Gestorven dieren kunnen hierin ook worden meegeteld. Het predikaat kan administratief en postuum worden verkregen op sport resultaten van de afstammelingen.
Onderzoek en keuring.
Het onderzoek inzake de minimumeisen kan geschieden administratief of door stamboekinspecteurs, aan te wijzen door het dagelijks bestuur van de vereniging. Het aantal juryleden is geregeld in de reglementen van het stamboek. De keuring dient plaats te vinden op een officieel gehouden keuring, georganiseerd door de vereniging of afdeling van de vereniging. In een rapport worden de bevindingen van de stamboekinspecteurs vastgelegd. De stamboekinspecteurs welke ter beoordeling van dit predicaat zijn aangesteld zijn bevoegd de beslissing te nemen over het wel of niet toekennen van het predikaat. Toekenning van Elite, Ster, Preferent, Sport en Prestatie worden gepubliceerd in het officieel orgaan der vereniging.
Foto; Leo van den Bulck
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Foto; opgestelde kandidaat elitemerries op de Haflingerdag 2011
Oktober 2011
21
8. Veelzijdigheid/gebruik Zoals omschreven in het fokdoel is de Haflinger een functioneel rijtypisch veelzijdigheidspaard. De veelzijdigheid blijkt uit de diverse mogelijkheden waarvoor onze Haflingers geschikt zijn. Ons stamboek K.V.T.H. is een stamboek wat zich bezig houdt met stamboekhuishouding en niet met het bijhouden van uitslagen van wedstrijdsport. Hiervoor wordt gebruikt gemaakt van de diensten van De Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie (K.N.H.S.). Voor de wedstrijdsport gelden de eisen en richtlijnen van de KNHS. Meer informatie hierover is terug te vinden op www.knhs.nl In dit hoofdstuk zullen we een beknopte uiteenzetting geven van de diversen disciplines welke er zijn. Dressuur – paard/pony gereden onder het zadel Dressuur is één van de meest populaire disciplines binnen de paardensport. Samen met Springen en Eventing is het één van de drie Olympische paardensportdisciplines. Bij dressuurwedstrijden wordt gekeken naar de gymnastisering en beheersing van het paard. Dressuurwedstrijden worden verreden in een rijbaan die is voorzien van letters. Afhankelijk van het niveau wordt er gereden in een rijbak van 20x40 meter of 20x60 meter. Tijdens de wedstrijd rijden de ruiter en het paard een proef die bestaat uit verschillende oefeningen. Een jury beoordeelt of de oefening goed is uitgevoerd en geeft hier punten voor. De cijfers bij elkaar opgeteld voor de oefeningen geven het resultaat van de proef. In de dressuursport zijn verschillende klassen. Te beginnen bij de B van Beginners, de L voor Licht, de M voor Midden en de Z voor Zwaar. (B, L1, L2, M1, M2, Z1, Z2, ZZ-licht, ZZ-zwaar, Lichte Tour, Midden Tour, Zware Tour). Elke dressuurruiter begint in de B. Op basis van het behaalde puntentotaal in de proef kan een ruiter winstof verliespunten halen. Bij 10 of meer winstpunten kan overgestapt worden naar een volgende klasse. De KNHS houdt de registratie bij van het aantal punten in combinatie met ruiter en paard. Springen Springen is eveneens een populaire discipline en vormt samen met Dressuur en Eventing een Olympische sportdiscipline. Paard en ruiter moeten een springconcours afleggen waar tussen de 10 en 13 hindernissen zijn opgesteld. Het doel is om dit parcours te springen zonder fouten te maken. Als er bijvoorbeeld een deel van de hindernis omver wordt gegooid (bijvoorbeeld een balk) of het paard weigert, dan worden er strafpunten berekend. Het parcours moet bovendien in een maximumtijd worden gesprongen. Om op een springwedstrijd te mogen starten, moet er eerst 1 winstpunt gehaald worden in de klasse B dressuur. De schofthoogte van de pony is bepalend in welke klasse er gesprongen kan worden. Tevens is de leeftijd van de ruiter bepaald, t/m 18 jaar start men bij de pony’s, ouder dan 18 jaar moet er gestart worden bij de paarden. Er zijn maximaal 2 winstpunten per wedstrijd te behalen. Bij 15 winstpunten mag men promoveren naar een hogere klasse. De KNHS houdt de registratie bij van het aantal punten in combinatie met ruiter en paard. Eventing Eventing is een samengestelde wedstrijd bestaande uit 3 onderdelen. De combinaties rijden een dressuurproef, een springparcours en een crosscountry (de “Cross”). De resultaten van de 3 onderdelen bepalen samen de uiteindelijke score van de wedstrijd. De cross is het meest avontuurlijke onderdeel van deze veelzijdige discipline. De cross gaat door bossen en weilanden waarbij natuurlijke hindernissen overwonnen moeten worden, zoals greppels, slootjes, wallen, waterhindernissen. De cross wordt op tijd gereden. Te langzaam rijden levert strafpunten op maar ook te snel rijden wordt bestraft. In de klasse B (Beginners) wordt ook op rijstijl beoordeeld. Voorafgaand aan de cross wordt een veterinaire controle uitgevoerd. Voordat er gestart mag worden dient er 1 winstpunt behaald te zijn in de klasse B-springen.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
22
Eventing kent de volgende nationale klassen voor paarden/pony's:
Paarden
Klasse Klasse Klasse Klasse Klasse
BB B L M Z
Pony's
Klasse Klasse Klasse Klasse Klasse
BB (cat. A t/m E) B (cat. A t/m E) L (cat. A t/m E) M (cat. C/D/E) Z (cat. C/D/E)
Ook hier kun je winst- en verliespunten halen en houdt de KNHS de registratie bij van het aantal punten in combinatie met ruiter en paard. Er is een duidelijke relatie tussen deze 3 (zadel) disciplines. De Dressuur is de basis voor elke andere vorm van paardensport. Om te mogen deelnemen aan een wedstrijd Springen moet er een winstpunt behaald zijn in de Dressuur. En om te mogen deelnemen aan Eventing moet er een winstpunt behaald zijn in het Springen. De kundigheid van ruiter en paard/pony zijn dus maatgevend. Er zit een opbouw in opleiding en training. Zonder een goede basis is het niet mogelijk om verder te komen in de sport. Mennen: dressuur, vaardigheid en samengesteld. Mennen is het rijden met paard en wagen (een “aanspanning”). Er kan worden gereden met een enkelspan, tweespan, tandem of vierspan, zowel met pony’s als paarden. Bij het mennen zijn er drie onderdelen: dressuur, vaardigheid en samengesteld mennen.
Dressuurwedstrijden: Bij de dressuurwedstrijden worden, net als bij de dressuur onder het zadel, een proef gereden in de klasse B (Beginner), L (Licht), M (Midden), Z Zwaar) en ZZ (dubbel Zwaar).
Vaardigheidswedstrijden: Bij de vaardigheidswedstrijden wordt een parcours uitgezet dat is afgebakend met plastic kegels. Op iedere kegel ligt een (tennis)bal. De menner moet zijn span door dit parcours sturen, zonder de balletjes van de kegels af te rijden, binnen een bepaalde tijd. Een goede test op gehoorzaamheid van het paard en de stuurmanskunst van de menner. Er kan worden gereden in de klassen L (licht), M (midden) en Z (zwaar). Vaardigheidswedstrijden worden voor 99% alleen uitgeschreven en gereden in combinatie met een dressuurwedstrijd. Zowel bij de dressuur als de vaardigheid kan er met een jong paard /pony worden gestart op 3-jarige leeftijd.
Samengestelde menwedstrijden, (marathon): Een samengestelde menwedstrijd is een aparte discipline
binnen het mennen en bestaat uit drie proeven: een speciale dressuurproef, een marathon en een vaardigheidsproef. De marathon bestaat op zijn beurt weer uit 3 of 5 trajecten waaronder een hindernistraject (E). Dit is een echte publiekstrekker. Vooral waterhindernissen zorgen voor veel spektakel. Een veterinaire keuring vóór en na het E-traject is verplicht. De samengestelde menwedstrijden zijn ingedeeld in de nationale klassen 1 (beginners), 2 en 3 en de internationale klasse 4. Vanwege de zwaarte van de gecombineerde proeven mag een paard/pony pas op 5-jarige leeftijd deelnemen aan deze discipline. Voor alle mendisciplines geldt dat de KNHS de registratie bijhoudt van alle uitslagen en winst- en verliespunten per combinatie van paard(en) en menner. En ook hier geldt dat de deskundigheid in training van menner en paard(en) leidt naar hogere klassen.
Endurance: onder het zadel en mennen (Mendurance) Bij endurance wedstrijden worden er speciaal uitgezette routes gereden met een totale lengte van 25 tot maximaal 160 kilometer. Deze routes worden op tijd gereden en gaan vaak dwars door de vrije natuur. Hoewel endurance wedstrijden op tijd worden gereden, staat het welzijn van het paard voorop. De deelnemende paarden worden daarom voor, tijdens en na de wedstrijd door een dierenarts gecontroleerd. Tevens kunnen in de wedstrijd extra veterinaire keuringen plaatsvinden. Er worden hoge prestaties gevraagd van paard en ruiter. Met name voor de grotere afstanden moeten paard en ruiter goed getraind zijn. Uithoudingsvermogen, samenwerking, vertrouwen en verzorging zijn hierbij de sleutelwoorden. FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
23
Bij de endurance doen de Haflingers niet onder voor andere rassen. Het grote uithoudingsvermogen en goede sterke bouw vormen een goede basis voor het endurance-rijden. Endurance wedstrijden worden gereden in de klassen: Klasse 1: afstand 25 t/m 40 km: minimum leeftijd paard 4 jaar en minimum leeftijd ruiter: 7 jaar Klasse 2: afstand 41 t/m 79 km: minimum leeftijd paard 5 jaar en minimum leeftijd ruiter: 7 jaar Klasse 3: Afstand 80 t/m 119 km minimum leeftijd paard 6 jaar en minimum leeftijd ruiter: 12 jaar Klasse 4: Afstand meer dan 119 km minimum leeftijd paard 6 jaar en minimum leeftijd ruiter: 12 jaar (kinderen jonger dan 14 jaar moeten rijden onder begeleiding van een volwassene) Een mendurancewedstrijd is een wedstrijd waarin de snelheid en marathoncapaciteiten van een aangespannen paard of paarden wordt/worden beproefd. Deze wedstrijden testen de kennis en kunde van de menner om zijn paard(en) zo goed mogelijk, met een optimale snelheid, over een gemarkeerde route door verschillende terreinen te rijden waarbij het paard of de paarden te allen tijde na de finish ‘fit to continue’ dienen te zijn. De minimum leeftijd van de menner voor deelname aan wedstrijden is 16 jaar; voor de groom is dit 14 jaar. Klasse Klasse Klasse Klasse
1: 2: 3: 4:
afstand afstand afstand afstand
10 30 60 90
t/m t/m t/m t/m
29 km, minimale leeftijd paard 4 jaar 59 km, minimale leeftijd paard 5 jaar 89 km, minimale leeftijd paard 6 jaar 120 km, minimale leeftijd paard 6 jaar.
Voor beide disciplines geldt dat buitenlandse wedstrijden meetellen voor de punten. De KNHS houdt de stand bij. Voor meer informatie over deze tak van sport www.deronline.nl Aangespannen: Tuigpaarden / Hackneys / Fries ras Bij de Aangespannen sport worden de paarden voor de wagen gereden en worden de paarden beoordeeld op hun 'wijze van gaan'. Dat wil zeggen hoe groot het zweefmoment van de draf is, of het paard zijn voorbenen ver genoeg naar voren zet, of hij zijn benen hoog genoeg optilt (knieactie) en zijn achterbenen goed gebruikt (krachtig ondertreedt). Deze draf gaat gepaard met een fiere houding mogelijk gemaakt door een lange verticaal uit de borst komende hals, met voldoende neklengte. Bij meerdere paarden voor de wagen wordt bovendien beoordeeld of de paarden als één geheel optreden en de mate van gelijkheid van kleur, type en bouw. Voor Haflingers en Trekpaarden geldt deze tak van sport niet als wedstrijdonderdeel binnen de KNHS.
Authentiek Gerij
Authentiek gerij wordt nog gebruikt bij authentieke aanspanningen tijdens de aangespannen sport, waarbij het type wagen vaak gecombineerd gereden wordt met een paard en klederdracht uit de streek. Er zijn verschillende soorten rijtuigen die globaal in 2 groepen zijn in te delen: • Stadsgerij De Coupé, Landauer, Barouche en de Omnibus werden voornamelijk voor personenvervoer gebruikt, en de Spider en de Victoria zijn kleinere rijtuigen die voor rijtoeren in het park en de omgeving van de stad werden gebruikt. • Landsgerij De Oogstwagen en de Kaasbrik werden voornamelijk door boeren gebruikt en konden zowel mensen als goederen en hooi vervoeren. De Sjees en de Tilbury zijn meer luxe landaanspanningen en de Wagonette en de Phaeton werden evenals de Jachtwagen en de Rallycart door de land-adel gebruikt. Wagonettes en Jachtwagens waren geschikt voor het vervoer van meerdere personen, de Rallycart kon slechts twee personen vervoeren.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
24
Kledingvoorschriften
Tijdens de verschillende tochten voor authentieke rijtuigen is het van belang dat de rijders en meerijders gekleed zijn in kleding die bij het rijtuig past; geen avondkleding op een landaanspanning bijvoorbeeld. Ook etiquette is belangrijk en hier wordt zoveel mogelijk op gelet; een eigenaar-rijder draagt een grijze hoed en mag met disselkettingen rijden, terwijl een koetsier in dienst van de eigenaar een zwarte hoed draagt en alleen met disselriemen mag rijden
Beoordeling
Er is een grote variëteit in aanspanningen, waarbij diverse paardenrassen en rijtuigen uit allerlei delen van de wereld meedoen. Men rijdt vaak in kleding uit de tijd waarin het rijtuig gebouwd is. Ook de streek per land is hierbij van belang. Bij de jurering wordt gelet op de veiligheid en er wordt gekeken of het paard en het rijtuig schoon en verzorgd zijn. De authenticiteit is een belangrijk onderdeel bij de jurering. Van groot belang is of het geheel bij elkaar past. De juryleden zijn voor deze discipline speciaal opgeleid. Sportieve vaardigheden van het paard of pony is hier niet maatgevend. Wel dient het paard gehoorzaam te zijn, netjes aan de teugel te lopen en over een goede conditie te beschikken. Meer informatie over klassementsritten en dergelijke vind u op www.traditioneelgerij.nl De Westernsport De westernsport is in Nederland ondergebracht bij de Federatie Nederlandse Westernverenigingen (FNW), dit is een samenwerkingsverband van Nederlandse westernverenigingen. De Federatie heeft als doel waar mogelijk de samenwerking tussen de diverse westernverenigingen te coördineren en minimaal te verbeteren op de volgende punten: * Centrale registratiestatus van deelnemers aan westernwedstrijden. Startnummer uitgifte (secretariaat) * Algemene regelgeving voor wedstrijden. (riderscommissie) * Verschillen in regelgeving tussen de diverse ras en open verenigingen in beeld brengen. (riderscommissie) * Coordinatie tussen de verenigingen inzake evenementen en activiteiten * Opleidingen met certificering voor de westernsport * Manege certificaat “erkende rijschool” Meer info over Westernsport is terug te vinden op www.westernsport.nl Er is inmiddels ook een aparte KNHS Reining vereniging (western dressuur) waarbij deelnemers in een gecombineerd lidmaatschap aan wedstrijden kunnen deelnemen. Voltige Voltige is een leuke sport voor iedereen die van paarden houdt. Bij voltigeren worden gymnastische oefeningen op de rug van een rustig galopperend paard gedaan. Het paard loopt aan een lange lijn, de longe, op een cirkel en heeft een speciale voltigesingel met handvaten om. Voltigeren draait om ontspanning, souplesse, evenwicht en ritme. Omdat het paard continu beweegt, is het de kunst om de oefeningen zo uit te voeren dat het paard niet in zijn beweging wordt gehinderd. Voltige bevordert het evenwichtsgevoel, de zit en het gevoel van ongedwongenheid en vormt dus ook een goede basis voor het paardrijden. Voltigeren is met name zeer geschikt voor kinderen. Voltigeren kan zowel in teamverband als solo. Een voltigeteam bestaat uit zes jongens en meisjes in de leeftijd vanaf 6 jaar. Solovoltige is mogelijk vanaf 14 jaar. Het voltigeren bestaat uit twee onderdelen: de verplichte oefeningen en de kür. Bij de verplichte oefeningen moet iedere voltigeur binnen een vastgestelde tijd zeven basisoefeningen uitvoeren. Bij de kür moet de solovoltigeur of het voltigeteam -ook weer binnen een vastgestelde tijd- een samenstelling van vrije oefeningen laten zien. De kür wordt onder andere beoordeeld op moeilijkheidsgraad, samenstelling, technische uitvoering en muziekkeuze. Kijk voor meer informatie op de Nederlandse Voltige Site www.voltige.nl Bij voltige wedstrijden gaat het dus niet zo zeer om het paard maar vooral om de vaardigheden van de (jeugdige) mens.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
25
Draf- en rensport De vereniging Nederlandse Draf- en Rensport (NDR) bevindt zich in Den Haag. www.ndr.nl. De NDR is, simpel gezegd, wat de KNVB is voor de voetbalsport. De NDR stelt de koersagenda op, bepaalt de spelregels en houdt toezicht op de naleving ervan. Een andere belangrijke taak is het bijhouden van het Draver- en Volbloedstamboek. Dit stamboek kunt u zien als het geboorteregister van de draf- en renpaarden. De NDR vervult daarmee in feite de functie van burgerlijke stand. Kort samengevat komt het er op neer dat sport, fokkerij, tuchtrechtspraak en financieel beheer bij de NDR onder één dak zijn samengebracht. Voor Haflingers geldt deze tak van sport niet als wedstrijdonderdeel. Tenzij we hiervoor naar het buitenland gaan. In Noord Italië (Südtirol) is de draf- en rensport voor Haflingers wel degelijk een wedstrijdonderdeel waarbij wedkantoren geopend zijn. Uiteraard wordt er dan alleen gekoerst met Haflingers in de baan en zijn er geen andere paardenrassen in de baan. Jeugd De KNHS kent ook proeven die gereden kunnen worden door kinderen/ jeugd. Bij de Dressuur kennen we Bixie wedstrijden zonder galop. Bij de Endurance kunnen kinderen vanaf 7 jaar rijden Bij het Mennen zijn er sinds 2009 mogelijkheden voor de jeugd. Voltige is met name geschikt voor kinderen zowel individueel als in een team. Western: Reining jonger dan 13 jaar en jeugd 14-18 jaar. Aanlegtesten Naast de vernoemde disciplines kent men ook nog zogenaamde bruikbaarheidtesten en verrichtingsonderzoeken, de zogenaamde aanlegtesten. Binnen ons stamboek zijn dit de Instellings- en BruikbaarheidsOnderzoek voor Pony's (IBOP) of de VerrichtingsOnderzoek voor Pony’s en Paarden (VOPP). Voor meer info zie www.kwpn.nl Speciaal voor Nederland ontwikkeld voor alle paarden en pony rassen. Ook hier wordt de aanleg en het gebruik van het paard getest. De zadelproef bestaat uit 2 onderdelen: een dressuurproef en een springparcours. De menproef bestaat uit de onderdelen: een dressuurproef en een trekproef. Het karakter (gebruik) wordt extra beoordeeld bij het opzadelen of het inspannen met in de proef het halthouden, af- en opstijgen. Voor alle onderdelen kunnen punten verdiend worden, het resultaat wordt vermeld op een certificaat. • AA certificaat wanneer de som der cijfers tenminste 90 bedraagt een géén cijfer lager dan 8 voorkomt; • A- certificaat wanneer de som der cijfers tenminste 88 bedraagt en voor het karakter, gehoorzaamheid en temprament tenminste een 7 is gegeven • B- certificaat wanneer de som der cijfers tenminste 77 bedraagt en voor het karakter, gehoorzaamheid en temprament tenminste een 6 is gegeven • C- certificaat wanneer de som der cijfers tenminste 66 bedraagt en voor het karakter, gehoorzaamheid en temprament tenminste een 6 is gegeven Daarnaast is ons Stamboek lid van de Wereld Haflinger Vereniging (WHV) en hierin worden Haflinger hengsten tot 2013 op een vrijwillige basis onderworpen aan een zogenaamde Bruikbaarheids test. Deze test is voor 3 en 4 jarige hengsten welke is opgesteld door het WHV. Voor de oudere hengsten is er een aangepaste proef opgesteld welke opvraagbaar is bij het stamboek en welke aansluit met het niveau wat verwacht mag worden van een hengst met de leeftijd vanaf 5 jaar.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
26
9. Toetsing en Evaluatie Om in de toekomst het beoogde doel te bereiken is het van belang om regelmatig de ontwikkelingen in kaart te brengen, te bespreken, evalueren en waarnodig bij te sturen. Iedere drie jaar zullen enkele meetpunten in kaart gebracht worden zoals: •
Ontwikkeling stokmaathoogte, zowel merries als hengsten.
•
Scores stamboekopnamen op totaal en op onderdelen (100 punten systeem), zowel merries als hengsten.
•
Scores Elite merries op totaal en op onderdelen (100 punten systeem)
•
Hengsten op nakomelingen (aantal dekkingen – bevruchtingen – primering van nakomelingen – punten stamboekopname (ook op onderdelen) – aantal elite merries – aantal goedgekeurde hengsten)
•
Primering op C.K. per provincie (veulens – hengstveulens – 1 jarige – 2 jarige – 3 jarige – 4 t/m 6 jarige – 6 jaar en ouder) Ook de primering van de hengsten op de jaarlijkse hengstenkeuring meenemen.
Deze ontwikkelingen zullen door de Foktechnische Commissie en de Stamboekinspecteurs worden geanalyseerd en indien nodig worden bijgestuurd door middel van een advies aan het hoofdbestuur. Waar nodig zal het fokplan worden aangepast en het jurycorps en de leden worden geïnformeerd.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
27
Slotwoord De Foktechnische commissie beoogt met het fokplan, voor de leden en jury van de KVTH, het fokdoel en de ontwikkeling in de fokkerij duidelijk in kaart te brengen, waardoor de richting waar we naar toe gaan voor iedereen duidelijk is. Een aantal zaken is soms misschien wat summier weergegeven maar de stamboek reglementen zorgen er voor dat binnen deze regels de gestelde doelen bereikt moeten kunnen worden. We hopen op deze manier de Haflingerfokkerij naar een nog hoger niveau te tillen, zowel in de internationale fokkerij als in het veelzijdig gebruik.
FTC Haflingers |
Fokplan Haflingers
Oktober 2011
28
FOKPLAN
KONINKLIJKE VERENIGING ‘HET NEDERLANDSE TREKPAARD EN DE HAFLINGER’
HAFLINGERS OKTOBER 2011 SAMENGESTELD DOOR FOKTECHNISCHE COMMISSIE