FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
High tech, human touch. Dat is de Universiteit Twente. 3.100 wetenschappers en professionals zorgen samen voor baanbrekend onderzoek, relevante innovatie en inspirerend onderwijs voor bijna 10.000 studenten. De ondernemende universiteit stimuleert studentondernemerschap, organiseert tal van activiteiten voor het voorgezet onderwijs en is partner in Kennispark Twente.
COLOFON TELEFOON
+31 (0) 53 48 91 111 E-MAIL
[email protected] POSTADRES
Postbus 217 7500 AE Enschede WEBSITE
www.utwente.nl COPYRIGHT
© Universiteit Twente, Nederland. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Universiteit Twente.
INHOUDSOPGAVE FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013 FINANCIEEL VERSLAG................................................................................................................. 6 Algemeen......................................................................................................................................... 6 Resultaat ontwikkeling ..................................................................................................................... 6 Ontwikkeling kengetallen (enkelvoudig) .......................................................................................... 7 Bestemming van het resultaat ......................................................................................................... 8 Ontwikkeling baten en lasten........................................................................................................... 8 Kasstroom en investeringen .......................................................................................................... 10 Eigen vermogen / reserves............................................................................................................ 10 Deelnemingen ............................................................................................................................... 11 Financiering ................................................................................................................................... 11 Financiering private activiteiten met publieke middelen ................................................................ 13 Vooruitzichten 2014 – 2016 ........................................................................................................... 13 Risicomanagement, Control en Kwaliteitszorg .............................................................................. 17 Begroting 2014 ..............................................................................................................................20 Vijf jaren Universiteit Twente 2009-2013 (geconsolideerd) ........................................................... 21 JAARREKENING 2013 ................................................................................................................. 22 Geconsolideerde Balans per 31 december 2013 .......................................................................... 22 Geconsolideerde Staat van baten en lasten over 2013 ................................................................ 23 Geconsolideerd Kasstroomoverzicht 2013.................................................................................... 24 Toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening 2013 ............................................... 25 Toelichting op de geconsolideerde Balans per 31 december 2013 .............................................. 34 Toelichting op de geconsolideerde Staat van baten en lasten over 2013 .................................... 44 Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2013..................................................... 47 Enkelvoudige Balans per 31 december 2013................................................................................ 48 Enkelvoudige Staat van Baten en Lasten over 2013 .................................................................... 49 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2013 .................................................... 50 Toelichting op de enkelvoudige Staat van baten en lasten over 2013 .......................................... 56 Overzicht verbonden partijen......................................................................................................... 58 WNT: Wet normering topfunctionarissen publieke en semipublieke sector .................................. 59 Model H: Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders 2013 ................................................. 60 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ................................................................... 61 Bepaling omtrent de resultaatbestemming .................................................................................... 62 Gebeurtenissen na balansdatum .................................................................................................. 62
DEEL 2 Inleiding jaarverslag 2013 …………………………………………………………………................... Resultaat per eenheid 2013-2012…………………………………………………………………....... Budgetvergelijking 2013……..…………………………………………………………………............. Exploitatieoverzicht totaal Universiteit Twente (incl. eliminaties) ………………………………….. Exploitatieoverzicht totaal Universiteit Twente ………………………………………………………. Exploitatieoverzicht totaal Primair proces …………………………………………………………….. Exploitatieoverzicht totaal Faculteiten …………………………………………………………………. Exploitatieoverzicht totaal Speerpuntinstituten ………………………………………………………. Exploitatieoverzicht totaal Diensten …………………………………………………………………… Exploitatieoverzicht totaal Centrale UT-Eenheid ……………………………………………………..
65 66 67 68 69 70 71 72 73 74
Faculteiten Construerende Technische Wetenschappen ………………………………………………………… Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica …………………………………………………………….. NanoLab ………………………………………………………………………………………………….. Academy of Technology and Liberal Arts & Sciences (ATLAS) ……………………………………. Technische Natuurwetenschappen ……………………………………………………………………. Management en Bestuur ……………………………………………………………………………….. Gedragswetenschappen ……………………………………………………………………………….. Loket-VO …………………………………………………………………………………………………. International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation ……………………….
76 100 116 126 130 146 160 174 178
Onderzoeksinstituten Institute of Mechanics, Processes and Control Twente / Green Energy Initiative ……………….. Centrum voor Telematica en Informatietechnologie ………………………………………………… MESA+ Institute for Nanotechnology …………………………………………………………………. MIRA – Institute for Biomedical Technology and Technical Medicine …………………………….. Institute for Governance Studies ……………………………………………………………………….
190 193 203 213 221
Servicecentra en Concerndirecties ICT-Servicecentrum …………………………………………………………………………………….. Centre for Educational Support ……………………………………………………………………….. Student Union …………………………………………………………………………………………… Bibliotheek en Archief ………………………………………………………………………………….. Facilitair Bedrijf ………………………………………………………………………………………….. Strategie & Beleid ……………………………………………………………………………………… Marketing & Communicatie ……………………………………………………………………………. Financiële en Economische Zaken …………………………………………………………………… Human Resources ……………………………………………………………………………………… Algemene Zaken ……………………………………………………………………………………….. College van Bestuur …………………………………………………………………………………….
227 233 245 250 258 264 274 284 290 300 308
Centrale UT Eenheid Centrale kosten HRM-beleid ………………………………………………………………………….. 310 Centrale Subsidies en Lidmaatschappen ……………………………………………………………. 316 Centrale Egalisatie UT …………………………………………………………………………………. 320 Overige overzichten Algemene bedrijfsreserve 2013 ………………………………………………………………………. Reserve exploitatie huisvesting ………………………………………………………………………. Reserve personele lasten ……………………………………………………………………………... Universitaire Stimulering 2013 ………………………………………………………………………… Projectoverzicht tweede geldstroom lopende projecten Werk voor Derden ……………………… Projectoverzicht tweede geldstroom afgesloten projecten Werk voor Derden ……………………
327 328 329 330 332 333
Overige overzichten (vervolg) Projectoverzicht tweede geldstroom bestemmingsfondsen ………………………………………... Projectoverzicht tweede geldstroom resultaatprojecten ……………………………………………. Projectoverzicht derde geldstroom lopende projecten Werk voor Derden ………………………… Projectoverzicht derde geldstroom afgesloten projecten Werk voor Derden …………………….. Projectoverzicht derde geldstroom bestemmingsfondsen …………………………………………. Projectoverzicht derde geldstroom resultaatprojecten ……………………………………………… Totaaloverzicht UT-middelen 2013 …………………………………………………………………… Specificatie toewijzingen 2013 ………………………………………………………………………… Specificatie toekenningen 2013 …………………………. ……………………………………………
334 335 336 337 338 339 340 341 342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013 Financieel verslag Algemeen Het financieel jaarverslag 2013 is opgesteld in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs, inhoudende nadere voorschriften voor de inrichting van de jaarverslaggeving van door de minister van OCW bekostigde onderwijsinstellingen. Het jaar 2013 kenmerkt zich door een aantal in het oog springende ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, kwaliteit, valorisatie en bestuur van de universiteit. Per 1 oktober 2013 is de nieuwe voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Twente benoemd. Victor van der Chijs, voormalig directeur van OMA en voorzitter van het Topteam Creatieve Industrie in Nederland, heeft het roer overgenomen van de naar de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) vertrokken Anne Flierman. 2013 is ook het jaar waarin de universiteit in het kader van onderwijsvernieuwing gestart is met het Twents Onderwijs Model, ook wel TOM genoemd. Met ingang van het studiejaar 2013-2014 zijn de bacheloropleidingen ingrijpend vernieuwd en ingericht volgens het Twents Onderwijs Model. Kenmerkend hierbij is de modulaire opbouw van de bacheloropleidingen en de focus op projectmatig werken en multidisciplinaire samenwerking tussen studenten. Met ingang van het huidige studiejaar 2013-2014 kent de universiteit met de “Academy of Technology and Liberal Arts & Sciences” (ATLAS) ook haar eigen University College. Een speciale bacheloropleiding voor excellente studenten die samen op de campus wonen en studeren. Samen met het Twents Onderwijs Model geeft dit de ontwikkeling van het onderwijs weer op de Universiteit Twente. In oktober 2013 is de universiteit door de auditcommissie voor de Instellingstoets Kwaliteitszorg onder auspiciën van de NVAO gevisiteerd. Uit het eindrapport bleek dat de universiteit ‘in control’ is en voldoet aan alle standaarden van de NVAO. Het college kijkt dan ook met grote tevredenheid terug op dit positieve oordeel dat hiermee het onderwijskwaliteitsniveau van de universiteit bevestigt. In het voorjaar 2013 is na een intensieve bouwperiode de High Tech Factory op de campus van de universiteit geopend. De High Tech Factory is een geavanceerde micro- en nanotechnologie productiefaciliteit die cleanroom-eenheden en kantoren bevat, waarvan kleine hightechbedrijven op huurbasis gebruik kunnen maken om zo opschaling in productievolume te kunnen realiseren. Bovenstaande punten dragen bij aan de verdere ontwikkeling van onderwijs, onderzoek en valorisatie op de Universiteit Twente.
Resultaat ontwikkeling De Universiteit Twente heeft het jaar 2013 afgesloten met een tekort van € 2,3 miljoen. Desondanks is er sprake van een verbetering van het resultaat ten opzichte van het tekort van € 4,4 miljoen over 2012. Ook is het resultaat beter uitgekomen dan voor het jaar 2013 was begroot. Uitgesplitst naar eenheden ziet de resultaatontwikkeling er als volgt uit: Saldo van baten en lasten (M€) Realisatie Begroting Realisatie 2013 2013 2012 1. Onderwijs & Onderzoek Faculteiten - 6,8 - 5,8 -1,5 Onderzoekinstituten - 1,8 - 3,3 - 2,1 Totaal primair proces - 8,6 - 9,1 - 3,6 2. Concerndiensten & Servicecentra - 0,2 - 0,4 - 1,8 3. Centrale UT-eenheid 6,3 5,2 1,2 4. Gelieerde ondernemingen en minderheidsdeelnemingen 0,2 - 0,2 Totaal resultaat - 2,3 - 4,3 - 4,4
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 6/342
Ad 1. Onderwijs & Onderzoek Het primaire proces laat een tekort zien van € 8,6 miljoen en komt hiermee beter uit dan het begrote tekort van € 9,1 miljoen. Voor de faculteiten is het grotere tekort dan begroot toe te schrijven aan een gevormde reorganisatie voorziening binnen één van de faculteiten. Voor de onderzoeksinstituten wordt het lagere tekort dan begroot veroorzaakt door hogere inkomsten van de instituten. Ad 2. Concerndiensten & Servicecentra De diensten zijn met een tekort van € 0,2 miljoen beter uitgekomen dan het begrote tekort van € 0,4 miljoen. Deze ontwikkeling is voornamelijk toe te schrijven aan verdere kostenbeheersing die doorgevoerd is binnen de diensten. Ad 3. Centrale UT-eenheid Binnen de Centrale UT-eenheid worden de diverse centrale exploitaties verantwoord, zoals de verdeling van middelen, huisvesting, universitaire stimulering onderwijs en onderzoek, de verevening van sociale lasten en de mutaties in de diverse voorzieningen. Begroot was een overschot van € 5,2 miljoen. Het uiteindelijk resultaat is uitgekomen op een overschot van € 6,3 miljoen. Hierin is onder andere opgenomen de extra Rijksbijdrage van € 2,0 miljoen die voortvloeide uit het nationaal onderwijsakkoord. Ad 4. Gelieerde ondernemingen en minderheidsdeelnemingen In 2013 is op de gelieerde ondernemingen en minderheidsdeelnemingen een totale bate gerealiseerd van € 0,2 miljoen. Over 2012 was hier nog sprake van een verlies van € 0,2 miljoen. Deze resultaatontwikkeling is voornamelijk toe te schrijven aan incidentele baten.
Ontwikkeling kengetallen (enkelvoudig) Solvabiliteit: Voor de solvabiliteit 1 (eigen vermogen/totale vermogen) is intern een bandbreedte van 0,30 tot 0,40 vastgesteld met een streefwaarde van 0,35. In 2013 komt de solvabiliteit 1 met 0,33 op dezelfde waarde uit als over 2012. De solvabiliteit 2 is over 2013 uitgekomen op 0,37 en heeft zich hiermee verbeterd ten opzichte van de waarde van 0,36 over 2012, hetgeen voornamelijk is toe te schrijven aan de toename van de voorzieningen. Liquiditeit: Voor de current ratio (vlottende activa/kortlopende schulden) wordt een bandbreedte aangehouden van 0,5 tot 1,5 met een streefwaarde 1,0. Aan deze streefwaarde wordt met een ratio van 1,04 per einde jaar 2013 voldaan. De stijging ten opzichte van 2012 is toe te schrijven aan een sterk verbeterde liquiditeitspositie, welke voornamelijk een gevolg is van een eind december 2013 door de universiteit ontvangen en door te sluizen bedrag van € 8,5 miljoen. Deze doorsluizing richting contractpartner heeft in januari 2014 plaats gevonden.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 7/342
De financiële kengetallen zoals deze uit de enkelvoudige cijfers blijken geven het volgende beeld: Financiële kengetallen (enkelvoudig) Solvabiliteit 1 * Definitie: eigen vermogen / totale vermogen Solvabiliteit 2 * Definitie: (eigen vermogen + voorzieningen) / totale Liquiditeit vermogen (current ratio) Definitie: vlottende activa / kortlopende schulden Liquiditeit (quick ratio) * Definitie: (vlottende activa-/-voorraden) / kortlopende schulden Rentabiliteit (%) (resultaat gewone bedrijfsvoering bedrijfsvoering)*100%
/
totale
baten
uit
gewone
Realisatie 2013
Realisatie 2012
0,33
0,33
0,37
0,36
1,04
0,97
1,04
0,96
-0,7%
-1,2%
* 2012 aangepast voor vergelijksdoeleinden
De begrippen solvabiliteit 2 en current ratio spelen in de beoordeling van het weerstandsvermogen van de universiteit een belangrijke rol. Wijzigingen in de kengetallen worden voornamelijk veroorzaakt door investeringen, resultaat en financiering.
Bestemming van het resultaat Ingevolge artikel 2.9 lid 5 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt het resultaat over het boekjaar 2013 onttrokken aan het eigen vermogen.
Ontwikkeling baten en lasten (excl. financiële baten en lasten) Baten Ontwikkeling baten (M€ ) 3.1 Rijksbijdrage 3.3 Collegegelden 3.4 Omzet tweede-geldstroom 3.4 Omzet derde-geldstroom 3.5 Overige opbrengsten Totaal van de baten
Realisatie 2013 188,6 19,2 23,5 68,5 22,6 322,4
Begroting 2013 187,4 19,7 20,5 66,8 16,6 311,0
Realisatie 2012 182,3 18,4 23,2 67,9 19,7 311,5
De Rijksbijdrage is voor het jaar 2013 met € 6,3 miljoen gestegen ten opzichte van 2012 naar € 188,6 miljoen. De realisatie voor 2013 ligt iets hoger dan begroot, hetgeen is toe te schrijven aan de extra € 2,0 miljoen die de universiteit uit het nationaal onderwijsakkoord mocht ontvangen. De inkomsten uit collegegelden zijn voor 2013 op € 19,2 miljoen uitgekomen. Dit is een stijging van € 0,8 miljoen ten opzichte van 2012. Deze stijging is enerzijds het gevolg van verhoging van de collegegelden en anderzijds het gevolg van gewijzigde wetgeving met betrekking tot het collegegeld voor premaster studenten. De inkomsten uit collegegelden zijn als volgt te verdelen over wettelijk tarief en instellingstarief: Uitsplitsing collegegelden (M€) Realisatie 2013 Realisatie 2012 Wettelijk tarief collegegelden 15,6 15,2 Instellingstarief collegegelden 3,6 3,2 Totaal collegegelden 19,2 18,4
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 8/342
Ten aanzien van de Omzet tweede en derde geldstroom zien we een lichte stijging van € 91,1 miljoen in 2012 naar € 92,0 miljoen in 2013. In 2012 heeft de universiteit een aantal aanpassingen in de projectadministratie doorgevoerd, waardoor het onder meer mogelijk is geworden om deze inkomsten nauwkeuriger naar opdrachtgevercategorie te splitsen. Op basis van deze splitsing kunnen we constateren dat het aandeel van gelden van de EU in de totale Omzet tweede en derde geldstroom aanzienlijk stijgt. De overige opbrengsten kwamen in 2013 uit op € 22,6 miljoen (2012: € 19,7 miljoen). In onderstaande tabel wordt een nadere specificatie gegeven: 3.5 Overige opbrengsten (M€) 3.5.1 Verhuur onroerend goed 3.5.2 Detachering personeel 3.5.3 Overige: - Cateringactiviteiten - Subsidieregelingen, cursussen en congressen - Bijdrage aan studentenvoorzieningen - Doorberekende energie - Omzet resultaatprojecten - Dienstverlening, doelsubsidie, leermiddelen
Realisatie 2013 5,3 1,2
Realisatie 2012 5,1 0,4 0,7 1,9 0,5 1,1 2,4 7,6
1,0 1,5 0,5 0,8 1,5 10,8 16,1 22,6
Totaal
14,2 19,7
De overige opbrengsten zijn in 2013 met € 2,9 miljoen gestegen ten opzichte van 2012. De universiteit heeft in 2013 een aantal éénmalige baten gehad voor € 1,7 miljoen (o.a. teruggaaf basispremie WAO/WIA en activering aandeel in deelneming The Gallery BV). Verder is deze toename bij de gelieerde instellingen toe te rekenen aan de vrijval van een in het verleden aangegane lening en de ontvangst van een exploitatiesubsidie. Ten aanzien van de inkomsten uit de zogenaamde resultaatprojecten heeft de universiteit in 2013 een aanpassing in de administratieve verantwoording doorgevoerd, waardoor deze omzet te splitsen is naar inkomsten uit verhuur onroerend goed en inkomsten uit detachering personeel. Het blijkt niet mogelijk om met terugwerkende kracht deze splitsing ook ten aanzien van de vergelijkende cijfers uit 2012 te maken. Lasten Ontwikkeling lasten (M€) 4.1 Personele lasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Totaal van de lasten
Realisatie 2013 202,0 24,9 20,8 72,6 320,3
Begroting 2013 205,9 21,3 24,6 58,8 310,6
Realisatie 2012 197,1 24,0 20,8 68,5 310,4
De personele lasten zijn in 2013 ten opzichte van 2012 met € 4,9 miljoen gestegen (= 2,5%). Deze stijging is voornamelijk toe te rekenen aan de vorming van een reorganisatievoorziening bij een faculteit (€ 2,2 miljoen) en een aanvullende dotatie in de voorziening wachtgeld (€ 1,3 miljoen). In 2012 stond tegenover deze dotaties een vrijval van de eind 2011 gevormde reorganisatievoorziening RoUTe14+. De afschrijvingen zijn voor 2013 met € 0,9 miljoen gestegen in vergelijking met 2012. Deze stijging wordt veroorzaakt door eind 2012 geactiveerde investeringen in gebouwen van de universiteit en High Tech Factory. De huisvestingslasten zijn in 2013 gelijk aan 2012 en bedroegen € 20,8 miljoen.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 9/342
De overige instellingslasten bedroegen € 72,6 miljoen in 2013. Dit is € 4,1 miljoen hoger dan in 2012 het geval was. Deze toename is voornamelijk toe te schrijven aan de gevormde voorzieningen voor afgegeven garanties.
Kasstroom en investeringen Kasstroomoverzicht (M€) Kasstroom uit: - Operationele activiteiten - Investeringsactiviteiten - Financierings- en overige activiteiten - Overige balansmutaties Toename van de kasstroom
Realisatie 2013
Realisatie 2012
24,4 - 11,3 - 3,7 0,8 10,2
26,8 - 9,9 - 6,7 0,2 10,4
De kasstroom uit operationele activiteiten wordt bepaald door het resultaat exclusief rentelasten (€ 2,3 miljoen), de afschrijvingen (€ 25,5 miljoen), de mutaties in de voorzieningen (€ 5,4 miljoen), een afname van de voorraden (€ 0,1 miljoen), een afname van de vorderingen (€ 1,9 miljoen), een afname van de schulden (€ 5,3 miljoen), alsmede door de kasstroom uit het saldo rente van € 4,5 miljoen. De investeringen in gebouwen bedroegen € 6,8 miljoen. In apparatuur werd eveneens € 6,8 miljoen geïnvesteerd. In 2013 heeft een desinvestering van € 4,1 miljoen plaats gevonden, zijnde een bijzondere waardevermindering van één van de gebouwen van de universiteit en een éénmalige afwaardering van diverse eerder gedane investeringen bij een gelieerde instelling. De investeringen in financieel vaste activa namen toe tot € 1,8 miljoen. De kasstroom uit financieringsactiviteiten betreft een nieuw afgesloten lening bij de BNG van € 3,5 miljoen waar in 2013 ook € 0,2 miljoen op is afgelost, een aflossing van € 5,3 miljoen uit de overeenkomst met het Ministerie van Financiën (schatkistbankieren) en een aflossing op een hypothecaire lening van € 1,7 miljoen. De overige balansmutaties worden voor € 0,5 miljoen bepaald door de verwatering van het negatieve aandeel van Holding Technopolis Twente in Ostendum Holding B.V door participatie van twee externe partijen in Ostendum Holding B.V., welke rechtstreeks ten gunste van het vermogen is gebracht. Verder heeft een agiostorting in UTIV Holding B.V. ad € 0,1 miljoen plaats gevonden.
Eigen vermogen / reserves Financieringsstructuur (M€) Eigen vermogen Voorzieningen Schulden * Totaal
Realisatie 2013 149,8 32% 20,5 4% 300,3 64% 470,6
Realisatie 2012 151,3 32% 15,1 3% 309,3 65% 475,7
*): met ingang van het boekjaar 2013 presenteert de universiteit het saldo van alle onderhanden projecten als één totaalbedrag onder de overlopende vlottende activa. De vergelijkende cijfers zijn hierdoor ook aangepast met een daling van € 15,5 miljoen van de schulden tot gevolg. De staat van baten en lasten sluit met een tekort van € 2,3 miljoen. Het tekort is in mindering gebracht op het eigen vermogen. Ultimo 2013 bedroeg het eigen vermogen € 149,8 miljoen (2012: € 151,3 miljoen), waarvan € 10,4 miljoen (2012: € 10,0 miljoen) betrekking heeft op geconsolideerde rechtspersonen.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 10/342
Deelnemingen De Universiteit Twente is in de Elsevier ScienceWorks Valorisatie Ranking 2013 uitgeroepen tot beste Nederlandse universiteit op het gebied van valorisatie. De universiteit bewijst hiermee dat het uitstekend in staat is de vertaling te maken van wetenschappelijke kennis naar maatschappelijke en economisch waarde. Dit is naast het onderwijs en onderzoek een van de kerntaken van universiteiten. De universiteit investeert in de toekomst en blijft onverkort investeren in de herstructurering en versterking van de economie. Hierdoor maakt het via innovatieve en creatieve concepten ontwikkelingen mogelijk als the Gallery, herontwikkeling van de Hogekamp en de samenwerking met de regionale en academische ziekenhuizen in het Center for Medical Imaging. De samenwerking met derden wordt steeds intensiever en de universiteit stimuleert ondernemerschap door regio breed het projectmatig werken te versterken en financieringsmogelijkheden te verbeteren. Het business development team van de universiteit en daarnaast Kennispark Twente, waarin de universiteit in een brede samenwerking haar valorisatie-activiteiten heeft ingebracht, zijn sterke motoren voor deze ondernemende activiteiten van de universiteit. Ze dragen bij aan de realisatie van regionale economische groei doelstellingen die worden uitgedrukt in de creatie van opbrengsten, banen en investeringen. De infrastructuur voor het stimuleren van ondernemerschap is daarmee gelegd. Voor startende ondernemers zijn de middelen, kennis en infrastructuur op en rondom de campus zeer toegankelijk. Naast een aantal bedrijven waarin de universiteit zelf deelneemt, is vooral Holding Technopolis Twente BV (HTT) namens de universiteit aandeelhouder in bedrijven die hun weg naar de markt vinden. De exploitatieresultaten van de deelnemingen samen vertoonden over 2013 een positief resultaat van € 0,2 miljoen; over 2012 bedroeg dit nog een verlies van € 0,2 miljoen. Een overzicht van de deelnemingen is op pagina 54 van dit verslag opgenomen.
Financiering De universiteit heeft voor de financiering van het vastgoed in 2010 een financieringsovereenkomst met het Ministerie van Financiën afgesloten. De faciliteit bestaat uit een 30-jarige roll-over lening ad € 150 miljoen en een rekening-courant krediet ad € 21 miljoen. De restant hoofdsom van de roll-over lening bedroeg eind 2013 € 139,4 miljoen, waarvan € 5,3 miljoen een aflossing binnen 1 jaar betreft en als kortlopende schuld in de balans gepresenteerd is. Naast deze kredietfaciliteit heeft de universiteit ook een vastrentende lening bij de ASN bank met een restant hoofdsom van € 4,2 miljoen ultimo 2013, waarvan € 1,7 miljoen een aflossing binnen 1 jaar betreft en als kortlopende schuld in de balans gepresenteerd is. Opgenomen leningen kredietinstellingen (totaal lang- en kortlopend) ultimo (M€) Ministerie van Financiën ASN Totaal enkelvoudig
2013
2012
139,4 4,2 143,6
144,7 5,8 150,5
De lening bij het Ministerie van Financiën heeft een variabele rente. Om het renterisico op deze lening te mitigeren wordt gebruik gemaakt van rentederivaten. De derivaten worden door de universiteit enkel en alleen ingezet voor het afdekken van renterisico’s waarbij open posities niet zijn toegestaan. De randvoorwaarden voor de processen van sturen, beheersen en bewaken van de financiële positie en geldstromen van de Universiteit Twente zijn vastgelegd in een door het College vastgesteld en de Raad van Toezicht goedgekeurd treasurystatuut. De uitgezette en opgenomen gelden zijn in overeenstemming met de “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010”. De universiteit hanteert in haar treasurystatuut een tweetal normen teneinde de renterisico’s te kunnen beheersen. Hiermee wordt voorkomen dat er zowel op korte termijn als op lange termijn (te) grote fluctuaties in de rentelasten zullen ontstaan. Ten aanzien van de korte termijn risicopositie wordt een kasgeldlimiet en ten aanzien van de lange termijn risicopositie een rente-risico-norm bepaald en gehanteerd.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 11/342
Kasgeldlimiet 2013: De kasgeldlimiet is een sturings- en verantwoordingsinstrument ter beperking van het renterisico op de korte schuld met een rentetypische looptijd van korter dan een jaar. Als grondslag van de toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt de omvang van de jaarbegroting per 1 januari aangehouden. De omvang van de kasgeldlimiet is in het treasurystatuut van de universiteit bepaald op 20%, dit percentage is ontleend aan de wet Fido. Ten slotte wordt het berekende bedrag getoetst aan de werkelijke omvang van de kasgeldlimiet. Indien de werkelijke omvang lager is dan de wettelijk toegestane omvang, is er sprake van ruimte. Indien de werkelijke omvang hoger is, dan is er sprake van overschrijding. De vlottende kort gefinancierde schuld is in 2013 als volgt bepaald: Langlopende variabel rentende leningen (M€) MinFin - variabel 3 mnds euribor Swaps Vlottende kort gefinancierde schuld
Q1/2013 139 85 54
Q2/2013 139 85 54
Q3/2013 139 85 54
Q4/2013 139 85 54
Kasgeldlimiet 2013 (M€) Omvang begroting 2013 Toegestane kasgeldlimiet: in procenten van de grondslag in bedrag
Q1/2013 311
Q2/2013 311
Q3/2013 311
Q4/2013 311
20% 62
20% 62
20% 62
20% 62
Vlottende kort gefinancierde schuld (a)
54
54
54
54
Tegoeden in rekening courant (b) Overige uitstaande middelen (c) Totale netto vlottende schuld (a-b-c) Toegestane kasgeldlimiet
13 35 6 62
29 35 -10 62
36 35 -17 62
34 35 -15 62
Ruimte
56
72
79
77
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de universiteit ruimschoots binnen de toegestane kasgeldlimiet blijft. Renterisiconorm 2013: De renterisiconorm heeft als doel het renterisico op de vaste schuld te beperken. Door middel van deze norm wordt een kader gesteld, waarmee een zodanige opbouw van de langlopende leningen wordt bereikt dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. In het treasurystatuut van de universiteit is het percentage dat jaarlijks maximaal mag worden geherfinancierd c.q. waarvan de rente mag worden aangepast vastgesteld op 20%.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 12/342
Renterisico op de vaste schuld (M€) 1a Renteherziening op vaste schuld o/g 1b Renteherziening op vaste schuld u/g 2 Renteherziening op vaste schuld (1a-1b) 3a Nieuw aangetrokken schuld 3b Nieuw uitgezette lange leningen 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b) 5 Betaalde aflossingen 6 Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 7 Renterisico op de vaste schuld (2+6) Renterisiconorm 8 Vaste schuld per 1 januari 9 Vastgesteld % 10 Renterisiconorm 7 Renterisico op de vaste schuld (=7) Ruimte (10-7)
2013 6,9 -
2014 7,0 -
2015 7,1 -
2016 5,8 -
2017 5,2 -
90,8 20% 18,2 -
79,2 20% 15,8 -
72,4 20% 14,5 -
65,6 20% 13,1 -
20% -
18,2
15,8
14,5
13,1
-
Uit bovenstaande opstelling blijkt dat in 2013 is voldaan aan de vastgestelde renterisiconorm.
Financiering private activiteiten met publieke middelen Als private activiteiten worden aangemerkt die activiteiten die geen rechtstreekse relatie hebben met de kernactiviteiten van de universiteit. Tot de kernactiviteiten van de universiteit behoren onderwijs en onderzoek, alsmede kennisvalorisatie en activiteiten ten behoeve van de universitaire gemeenschap in ruime zin. Inzet van restcapaciteit van personeel wordt niet aangemerkt als een private activiteit. Immers, als eenmaal de keuze is gemaakt voor een bepaalde wijze van organiseren, is de inzet van deze restcapaciteit geen doel op zich, maar een afgeleide van de situatie. Het rendabel maken van de restcapaciteit − tegen de integrale kostprijs − wordt niet gezien als een private activiteit.
Vooruitzichten 2014 – 2016 Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft eind 2013 de Regeling jaarverslaggeving onderwijs (RJO) uitgebreid met een Continuïteitsparagraaf. Doel hiervan is de besturen inzicht te laten geven in de financiële gevolgen van het gevoerde beleid om zo uiteindelijk de bestuurskracht in het onderwijs te versterken. Algemeen De Universiteit Twente steunt het regeringsbeleid om tot de vijf meest concurrerende economieën te behoren van harte en is van mening hier een grote bijdrage aan te kunnen leveren. Gesteund door het Fonds Economische Structuurversterking (FES) heeft de universiteit sinds 2008 fors geïnvesteerd in onderzoek, met name op het gebied van (bio-)nanotechnologie. De universiteit is uniek in haar multidisciplinaire ontwerpgerichte benadering. Wij combineren kennis uit de technische en gedragswetenschappen om oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen te ontwerpen. Wij investeren dus niet alleen in de afzonderlijke disciplines, teneinde deze op kwalitatief hoogwaardig niveau te houden, maar juist ook in de verbinding tussen disciplines. Met multidisciplinaire onderwijs- en onderzoeksprogramma’s sluit de universiteit vrijwel naadloos aan op de Grand Challenges uit het EU programma voor onderzoek en innovatie “Horizon 2020”. Dit programma biedt de mogelijkheid voor het verkrijgen van additionele middelen, teneinde de afnemende financiering vanuit de Nederlandse overheid te compenseren. Uit deelname aan nationale en Europese programma’s vloeien echter verplichtingen tot matching voort. Dit betekent dat de universiteit de projectkosten die niet gedekt worden uit de subsidieprogramma’s e zelf vanuit de 1 geldstroom moet dekken. Door gebrek aan eigen middelen staat deelname inmiddels helaas ernstig onder druk. Hierdoor laten we kansen liggen om de Nederlandse investeringen in universiteiten te vergroten met middelen uit Europa en/of de private sector.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 13/342
In de huidige internationale kenniscompetitie en met de toenemende nadruk op maatschappelijke relevantie van het wetenschappelijke onderzoek kan Nederland het zich niet veroorloven deze kansen te laten liggen. De mogelijkheden van de universiteit om deel te nemen aan programma’s die matching vereisen zijn vanwege de schaarse eigen middelen beperkt. Dit wordt onder meer veroorzaakt door de thans hogere huisvestingslasten ontstaan door noodzakelijke nieuwbouw programma’s, hogere kosten die de voor Nederland unieke campus met zich meebrengt en de niet kostendekkende nationale Nanolab-faciliteiten. Door de sterk gestegen kosten loopt de universiteit aan tegen de grenzen van haar mogelijkheden om de unieke positie in Nederland en wereldwijd te handhaven. Broodnodige investeringen zijn inmiddels getemporiseerd of blijven zelfs helemaal achterwege. Zo worden onder meer de investeringen in het Nanolab getemporiseerd, waardoor handhaving van de positie van ons instituut Mesa+ (inclusief nationale nanolab faciliteit) als wereldleider onder druk komt te staan. Enkele groepen zijn inmiddels vertrokken naar andere universiteiten, waar zij betere financiële voorwaarden konden realiseren. Zoals eerder opgemerkt neemt de slagkracht van de universiteit in regionale, nationale en Europese onderzoeksprojecten af vanwege financiële beperkingen. Hierdoor verliest Nederland in de economisch toch al zwakkere regio Twente de aansluiting met de meest concurrerende economieën. Om onze gewaardeerde rol in het Nederlandse en Europese wetenschappelijke landschap op het hoogste niveau te kunnen voortzetten zijn aanvullende middelen de komende jaren onontbeerlijk. Vooruitzichten personeel en studenten: Een van de prestatieafspraken die de universiteit in november 2012 met OCW heeft gesloten is een verdere reductie van de generieke ondersteuning ten opzichte van de wetenschappelijke staf. Het beleid van de universiteit is er op gericht hieraan de komende jaren invulling te geven, waarbij het uitgangspunt is een kwalitatief hoog niveau ondersteuning te kunnen leveren tegen een acceptabel kostenniveau. Personele bezetting en studenten (stand 31/12)
2013
2014*
2015*
2016*
Totaal personele bezetting (FTE) - Management, directie - Onderwijzend en Wetenschappelijk personeel - Overige medewerkers (ondersteuning)
2.714 28 1.574 1.112
2.711 27 1.588 1.096
2.643 27 1.550 1.066
2.598 27 1.531 1.040
Studentenaantallen (headcount)
9.314
9.325
9.350
9.375
*) gebaseerd op de begroting 2014-2018 Bovenstaande gegevens over de personele bezetting laten op totaal niveau een dalende lijn zien, waarbij dit vooral binnen de ondersteuning en onderwijzend personeel gerealiseerd zal gaan worden. We verwachten op basis van de meerjarenbegroting 2014-2018 dat de afname voor de ondersteuning zich ook na 2016 zal voortzetten. De studentenaantallen laten naar verwachting per saldo een groei zien de komende jaren. Wij verwachten hierin een groei in de technische opleidingen die mogelijk ten koste zal gaan van de gamma opleidingen. Het streven van de universiteit om de studierendementen en studiesnelheid te verbeteren zou de komende jaren een drukkend effect kunnen hebben op de totale studentenpopulatie. Verdere groei in het aantal internationale studenten o.a. door het in 2013 gestarte University College ATLAS en instroom in de masteropleidingen is één van de speerpunten van de universiteit de komende jaren. Vooruitzichten financieel: Het financiële beleid zal zich de komende jaren, mede in het verlengde van de prestatieafspraken, richten op enerzijds verdere kostenbeheersing en anderzijds op noodzakelijke intensivering van de 2e en 3e geldstroomprojecten waar de komende jaren een afname in voorzien is.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 14/342
Op basis van de te verwachten ontwikkeling in de Rijksbijdrage, groei in (internationale) studentenaantallen en ontwikkeling in opbrengsten uit 2e en 3e geldstroomprojecten is het streven onderstaande enkelvoudige resultaatontwikkeling voor de jaren 2014 -2016 te realiseren: Baten (enkelvoudig) Rijksbijdrage College-, cursus en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten Totaal baten
2013 188,6 19,2 91,8 19,2 318,8
2014 * 187,2 20,3 85,2 13,9 306,6
2015 * 190,9 21,0 83,5 13,3 308,7
2016 * 191,6 21,6 84,6 12,1 309,9
Lasten (enkelvoudig) Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
2013 200,9 22,9 21,0 71,8 316,6
2014 * 199,6 21,9 25,2 56,9 303,6
2015 * 201,2 22,3 25,2 55,9 304,6
2016 * 201,0 21,9 25,6 57,6 306,1
Saldo baten en lasten Saldo financiële bedrijfsvoering Saldo buitengewone baten en lasten
2,2 - 4,4 -
3,0 - 4,4 -
4,1 - 4,1 -
3,8 - 3,8 -
Resultaat uit gewone bedrijfsvoering Resultaat deelnemingen Totaal resultaat (enkelvoudig)
- 2,2 0,2 - 2,0
- 1,4 - 1,4
0,0 0,0
0,0 0,0
*) gebaseerd op de begroting 2014-2018 Het beleid is er hierbij op gericht om binnen afzienbare tijd te komen tot een kostendekkende organisatie met voldoende financiële armslag om te blijven investeren in de kwaliteit van onderwijs, onderzoek en valorisatie. Vooruitzichten Financiering en Investeringen: De hierboven gepresenteerde resultaten worden onttrokken aan het eigen vermogen van de universiteit. Het reservebeleid van de universiteit is gericht op continuering van de huidige gezonde financiële organisatie. Dit reservebeleid is ook leidend in het investeringsbeleid in met name vastgoed. Het Vastgoedmasterplan van de universiteit is in 2010 afgerond. Hoewel er de komende jaren nog steeds investeringen in vastgoed nodig zijn, zullen deze niet meer van de omvang zijn zoals in het genoemde masterplan. De investeringen die gedaan zullen gaan worden, hebben veelal betrekking op regulier onderhoud in vastgoed en infrastructuur op de campus of in herontwikkeling van (grotendeels) afgeschreven gebouwen. Deze herontwikkelingsprogramma’s zullen gefinancierd gaan worden door externe partners, waardoor deze investeringen niet zichtbaar worden op de balans en niet drukken op de toekomstige exploitatie van de universiteit. Naast een gereserveerd investeringsbeleid is het streven om de omvang van langlopende leningen door jaarlijkse aflossingen verder te verminderen.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 15/342
Activa (enkelvoudig) Vaste activa: - Immateriële vaste activa - Materiële vaste activa - Financiële vaste activa Totaal vaste activa Totaal vlottende activa Totaal activa (enkelvoudig) Passiva (enkelvoudig) Eigen vermogen: - Algemene reserve - Bestemmingsreserve publiek * - Bestemmingsreserve privaat * - Bestemmingsfonds publiek ** - Bestemmingsfonds privaat ** Totaal eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva (enkelvoudig)
2013
2014 *
2015 *
2016 *
278,8 22,2 301,0 157,6
273,9 24,0 297,9 158,9
265,4 24,0 289,4 159,3
258,2 24,0 282,2 156,9
458,6
456,8
448,7
439,1
2014 *
2015 *
2016 *
139,2 2,0 8,4 149,6 20,5 136,6 151,9
140,8 2,0 8,4 151,2 15,3 129,8 160,5
140,8 2,0 8,4 151,2 14,2 123,6 159,7
140,8 2,0 8,4 151,2 10,8 118,4 158,7
458,6
456,8
448,7
439,1
2013
*) gebaseerd op de begroting 2014 – 2018; niet aangepast naar aanleiding van realisatie 2013 **) 2014 -2015 gebaseerd op verdeling 2013 Bovengenoemd beleid resulteert in een solvabiliteit 1 (eigen vermogen / totaal vermogen) van de universiteit die doorgroeit naar 34% in 2016 en hiermee bijna voldoet aan de interne streefwaarde van 35%. De solvabiliteit 2 (eigen vermogen + voorzieningen / totaal vermogen) handhaaft zich de komende jaren rond de 37%.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 16/342
Risicomanagement, Control en Kwaliteitszorg Werking en Opzet Risicomanagement, control en kwaliteitszorg zijn deels synoniemen en hebben een beheerste organisatie en daarbinnen een voorspelbaar verloop van processen tot doel. Binnen de universiteit is het de afgelopen paar jaar gemeengoed geworden dat op vaste momenten in het jaar strategische- en afgeleide beleidsdoelstellingen worden bepaald, de voortgang van de realisatie wordt gemonitord en tussentijds afwijkingen van de beleidsplannen worden gerapporteerd. Uiteindelijk wordt verantwoording afgelegd over hetgeen is gerealiseerd. Dit geheel van “checks & balances” vindt plaats binnen de P&C-cyclus.
In het Management Controlplan tot 2013 is vooral ingezet op verbetering van de informatievoorziening en managementrapportages in de P&C-cyclus. Vanaf 2014 zal ingezet worden op het meer laten aansluiten van Management Control op de strategieontwikkelingen van de universiteit. Op deze wijze kan een sterkere invulling gegeven gaan worden aan het risicomanagement. Mede op verzoek van de Raad van Toezicht is de universiteit in 2008/2009 begonnen aan de implementatie van een risicomodel. Enerzijds bedoeld om Raad van Toezicht de zekerheid te verschaffen voldoende geïnformeerd te zijn over de realisatie van de strategische doelstellingen van de universiteit, anderzijds bedoeld om het intern op gang brengen van de bewustwording dat de universiteit risico’s loopt. De universiteit heeft zich laten inspireren door het Organisatie Risico Model TM ontwikkeld door Arthur Andersen. Kenmerken: Omgevings-, proces- en informatierisico’s / Risicoperceptie, analyse / Risicobeheersingsstrategieën. Aanvankelijk een jaarlijkse inventarisatie en analyse van de strategische risico’s en een rapportage per kwartaal met betrekking tot de werking van de gekozen beheersingsstrategieën. Eén en ander op het niveau van de afzonderlijke eenheden (faculteiten).
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 17/342
In 2009 is, op verzoek van de Raad van Toezicht , de werking van het systeem ge-audit door PWC. De conclusie die hieruit naar voren kwam is dat de universiteit voorloper is qua risicomanagement in de publieke sector. De universiteit heeft een goede aanzet gegeven tot implementeren van risicomanagement. Een aantal aanbevelingen is gegeven. Vanaf 2010/2011 zijn de belangrijkste strategische risico’s (kansen/doelen en bedreigingen) weergegeven in KPI’s en wordt per kwartaal, of vaker indien gewenst dan wel noodzakelijk, gerapporteerd over de ontwikkelingen. In feite is het instrumentele systeem van weleer nu ingedaald in de reguliere bedrijfsvoering en geborgd in de P&C-cyclus in de vorm van KPIsturing. Risicogebieden (bedreigingen én kansen): Periodiek per kwartaal of zo vaak als noodzakelijk wordt geacht, wordt een min of meer vaste set van geïdentificeerde strategische risico’s gemonitord. Onderwijs: - Eerstejaars vóóraanmeldingen, studentinschrijvingen en marktaandelen universiteit. - Prestatieafspraken OCW: Ba-instroom, -uitval, -switch en -rendement, aantal ingeschreven studenten in honourstrajecten, docentkwaliteit (BKO-kwalificatie), onderwijsintensiteit (contacturen/week), indirecte kosten (WP/OBP o.b.v. “Berenschot” en eigen streefwaarden). Onderzoek: - Aantal promoties, promotieduur, -uitval en rendementen, publicaties, omvang en samenstelling OZ-portefeuille. - Prestatieafspraken OCW: percentage verdiencapaciteit, omvang gedeelde infrastructuur. Personeel: - Begrote versus gerealiseerde bezetting, vast/tijdelijk, percentage vrouwen in hogere functies, ziekteverzuim, functieverblijftijd, leeftijdsopbouw (vergrijzing). Financiën: - Budgetrealisatie en resultaatsprognose, liquiditeit, solvabiliteit. Bedrijfsvoeringsaspecten: - Inkoop-compliancy. Beheersingsmaatregelen: Zoals hierboven aangegeven richt het risicomanagement van de universiteit zich op het realiseren van de strategische doelstellingen. In de beheersing van de operationele en procesrisco’s is voorzien door het opstellen van handboeken (bijv. Werk voor Derden), interne richtlijnen (bijv. Bestuurs- en beheersreglement (BBR), mandaatregeling en regeling nevenwerkzaamheden) en externe wetgeving. Beheersingsmaatregelen op strategische risico’s worden op verschillende niveau’s en op verschillende momenten ingezet waarbij de volgende vragen worden gesteld: 1. Welke (beleids-)maatregelen zijn nodig om het gedefinieerde einddoel te bereiken? Zonder uitzondering liggen deze maatregelen vast in de beleidsplannen die onder de strategische doelstellingen liggen. Voorbeelden hiervan binnen het Onderwijs-domein: uitvoeren van gerichte marketingcampagnes om de studentmarkt te stimuleren, invoering van een beleid van Bindend Studie Advies (BSA), een “harde knip” tussen Bachelor- en Master-opleiding en intensivering van de studieadvisering om studierendementen te verhogen. Voorbeelden hiervan binnen het Onderzoeks-domein: doorvoeren van een nieuw promovendibeleid met daarin bijv. een qualifier na één jaar (go, no-go) gericht op beperking promotieduur en verhoging promotierendementen. Voorbeelden hiervan binnen het Personeels-domein: Aanstellingsbeleid (bijv. tenure track) gericht op vrouwen in hogere functies en aantrekken van talent in het algemeen, tijdelijke contracten en bevorderen interne doorstroom door aanbieden van scholing/vorming.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 18/342
Voorbeelden hiervan binnen het Financiële-domein: Budgettoekenningen in begroting en het hanteren van reserve-, solvabiliteits- en liquiditeitsbeleid. 2. Welke maatregelen worden getroffen wanneer de dreiging concreet is dat het doel niet wordt gerealiseerd? De frequente monitoring binnen de universiteit is er op gericht om tijdig afwijkingen van het plan te detecteren en is daarmee de ultieme beheersingsmaatregel. In alle gevallen wordt na een constatering van een dreigende afwijking het gesprek aangegaan met de verantwoordelijken, waar nodig vindt een onderzoek plaats naar de oorzaken en worden bijsturingsmaatregelen getroffen. Aard en oorzaken van afwijkingen zijn uitaard zeer divers en zijn niet uitputtend te benoemen. Expliciet wordt op de rapportagemomenten van de eenheden gevraagd de proces-, informatieen omgevingsrisco’s aan te geven, zoals zij deze ervaren. Voorbeelden van gemelde risico’s zijn dubieuze debiteuren, risico’s binnen samenwerkingsverbanden of projecten, uitval van systemen, capaciteitsproblemen bijvoorbeeld als gevolg van hoge studenteninstroom en invoering Twents Onderwijs Model (TOM) en aanstaande of lopende visitaties/accreditaties. De ontwikkelingen in bovenstaande indicatoren, de werking van de ingezette maatregelen en de onderkende risico’s worden periodiek als managementrapportage geagendeerd in het College van Bestuur, Raad van Toezicht en Universiteits Raad en ter informatie gezonden aan het management binnen de universiteit.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 19/342
Begroting 2014 Voor het begrotingsjaar 2014 wordt een tekort van € 1,4 miljoen voorzien. In onderstaande tabel is weergegeven hoe dit is opgebouwd. (M€) Begroting 2014 Realisatie 2013 Realisatie 2012 Begroting 2014 3. Baten 3.1 Rijksbijdragen 187,2 188,6 182,3 3.3 College, cursus, les- en examengelden 20,3 19,2 18,4 3.4 Baten werk in opdracht van derden 85,2 92,0 91,1 3.5 Overige baten 14,0 22,6 19,7 Totaal baten 306,7 322,4 311,5 4. Lasten 4.1 Personeelslasten 199,6 202,0 197,1 4.2 Afschrijvingen 21,9 24,9 24,0 4.3 Huisvestingslasten 25,2 20,8 20,8 4.4 Overige lasten 57,0 72,6 68,5 Totaal lasten 303,7 320,3 310,4 Saldo baten en lasten 3,0 2,1 1,1 5. Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
- 4,4
- 4,6
- 5,3
- 1,4
- 2,5
- 4,2
0,2
- 0,2
- 2,3
- 4,4
6. Belastingen 7. Resultaat deelnemingen Nettoresultaat
- 1,4
De begroting 2014 is opgesteld exclusief de gelieerde instellingen. Het nettoresultaat 2014 van -/- € 1,4 miljoen zal volledig ten laste van de algemene bedrijfsreserve worden gebracht.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 20/342
Vijf jaren Universiteit Twente 2009-2013 (geconsolideerd) (M€)
2013
2012 *
2011 *
2010
2009 *
Exploitatiegegevens Rijksbijdragen College-, cursus, les- en examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
188,6 19,2 92,0 22,6
182,3 18,4 91,1 19,7
189,9 17,2 83,4 22,1
189,8 16,8 77,4 25,9
193,0 15,7 77,2 23,3
Personele lasten Overige lasten
202,0 118,3
197,1 113,3
200,1 109,8
202,6 109,1
198,0 111,4
- 4,6
- 5,3
- 5,5
- 5,7
- 4,1
0,2
- 0,2
- 0,9
0,0
0,0
- 2,3
- 4,4
- 3,7
- 7,5
- 4,3
Balansgegevens Eigen vermogen Voorzieningen Vreemd vermogen lang Vreemd vermogen kort
149,8 20,5 139,9 160,4
151,3 15,1 143,6 165,7
160,0 16,0 150,3 162,0
163,5 13,0 122,3 134,2
170,9 12,9 83,5 130,1
Vaste activa Vlottende activa
306,1 164,5
319,4 156,3
333,5 154,8
334,4 98,6
305,5 91,9
4,1 1,0 0,32
- 9,4 0,9 0,32
- 7,2 1,0 0,34
- 35,6 0,7 0,38
- 38,2 0,7 0,43
0,36
0,35
0,36
0,41
0,46
3.070 2.714
3.217 2.838
3.271 2.877
3.334 2.916
3.358 2.941
Saldo financiële baten en lasten Resultaat deelnemingen Exploitatie-uitkomsten
Werkkapitaal Current ratio Solvabiliteit 1 (eigen vermogen / totaal vermogen) Solvabiliteit 2 ((eigen vermogen + voorzieningen) / totaal vermogen) Enkele gegevens per 31 december Aantal personeelsleden Aantal fte’s *): aangepast voor vergelijkingsdoeleinden
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 21/342
Jaarrekening 2013 Geconsolideerde Balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) 31-12-2013
(M€) 31-12-2012
0,0 299,4 6,7
0,1 314,6 4,7
Totaal vaste activa
306,1
319,4
Vlottende activa: 1.4 Voorraden 1.5 Vorderingen * 1.7 Liquide middelen
0,3 86,2 78,0
0,4 88,1 67,8
164,5 470,6
156,3 475,7
31-12-2013 149,8 20,5 139,9 160,4
(M€) 31-12-2012 151,3 15,1 143,6 165,7
470,6
475,7
1. Activa Vaste activa: 1.1 Immateriële vaste activa 1.2 Materiële vaste activa 1.3 Financiële vaste activa
Totaal vlottende activa Totaal activa
2. Passiva 2.1 Eigen vermogen 2.2 Voorzieningen 2.3 Langlopende schulden 2.4 Kortlopende schulden* Totaal passiva
*): met ingang van het boekjaar 2013 presenteert de universiteit het saldo van alle onderhanden projecten als één totaalbedrag onder de vlottende activa. De vergelijkende cijfers zijn hierdoor ook aangepast met een verschuiving van € 15,5 miljoen van de kortlopende schulden naar de vorderingen tot gevolg.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 22/342
Geconsolideerde Staat van baten en lasten over 2013 Realisatie 2013
Begroting 2013
(M€) Realisatie 2012
188,6
187,4
182,3
19,2 92,0 22,6 322,4
19,7 87,3 16,6 311,0
18,4 91,1 19,7 311,5
202,0 24,9 20,8 72,6 320,3 2,1
205,9 21,3 24,6 58,8 310,6 0,4
197,1 24,0 20,8 68,5 310,4 1,1
- 4,6
- 4,7
- 5,3
- 2,5
- 4,3
- 4,2
6. Belastingen 7. Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen
0,2 - 2,3
- 4,3
- 0,2 - 4,4
8. Aandeel derden in resultaat Nettoresultaat
- 0,3 - 2,0
- 4,3
- 0,4 - 4,0
3. Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.3 College, cursus, les- en examengelden 3.4 Baten werk in opdracht van derden 3.5 Overige baten Totaal baten 4. Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten 5. Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering
De begroting 2013 is opgesteld exclusief de gelieerde instellingen.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 23/342
Geconsolideerd Kasstroomoverzicht 2013 (M€) Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten (excl. rentebaten en –lasten) Aanpassingen voor: - afschrijvingen - mutaties voorzieningen
2012
2013
1,1
2,1 24,0 - 0,9
24,8 5,4
23,1
30,2 Veranderingen in vlottende middelen: - voorraden - vorderingen - schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties:
- 0,1 1,9 - 5,1
Ontvangen interest Betaalde interest
0,3 - 4,9
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossingen langlopende schulden Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Overige balansmutaties - mutatie vermogen Totaal overige balansmutaties Mutatie liquide middelen en effecten
7,9
- 3,3 0,1 - 5,4
- 5,3 26,8
- 4,6 24,4
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Desinvesteringen in materiële vaste activa * Investeringen in immateriële vaste activa Desinvesteringen in immateriële vaste activa Investeringen in deelnemingen en samenwerkingsverbanden Mutaties leningen Overige investeringen in financiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
0,0 - 11,1 19,0
- 13,6 4,1 0,0 0,0
- 9,5 0,0 - 0,1 0,0
- 1,1 - 1,3 0,6
- 0,1 0,0 - 0,2 - 11,3
- 9,9 0,0 - 6,7
3,5 - 7,2 - 3,7 0,8
- 6,7 0,2
0,8
0,2
10,2
10,4
*): De desinvesteringen in materiële vaste activa ad € 4,1 miljoen betreffen een bijzondere waardevermindering van één van de gebouwen van de universiteit naar verwachte opbrengstwaarde bij verkoop en een éénmalige afwaardering van diverse eerder gedane investeringen bij een gelieerde instelling.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 24/342
Toelichting behorende tot de geconsolideerde jaarrekening 2013 Algemeen Voornaamste activiteiten De Universiteit Twente, gevestigd te Enschede, Drienerlolaan 5, 7522 NB, is een publiekrechtelijk lichaam, ingesteld bij Wet van 23 november 1961 tot wijziging van artikel 15 van de Wet op het wetenschappelijk onderwijs. De kernactiviteiten van de universiteit bestaan uit wetenschappelijk onderwijs, onderzoek en kennisvalorisatie. Toegepaste standaarden De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze richtlijn is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen. Continuïteit Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling Algemeen De cijfers over 2012 zijn op enkele plaatsen geherrubriceerd teneinde vergelijkbaarheid met 2013 mogelijk te maken. Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de organisatie zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gebaseerd op historische kosten. Alle activa en passiva luidende in vreemde valuta zijn omgerekend tegen de ultimo boekjaar geldende wisselkoersen. De koersverschillen welke gedurende het jaar optreden worden ten gunste respectievelijk ten laste van de exploitatierekening gebracht. De balans geeft het vermogen weer zoals het is samengesteld na de verwerking van de bestemming van het resultaat. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 25/342
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Baten worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper. Schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Stelselwijziging Het werk in opdracht van derden heeft betrekking op tweede- en derde-geldstroomprojecten. Tot 1 januari 2013 werd de balansstand van onderhanden projecten gesplitst gepresenteerd naar projecten met een debetstand aan de activazijde (kosten > vooruit gefactureerde termijnen) en projecten met een creditstand aan de passivazijde (vooruit gefactureerde termijnen > kosten). Vanaf 1 januari 2013 vindt deze splitsing niet meer plaats en vindt gesaldeerde presentatie aan de activazijde plaats. De reden hiervoor is dat de universiteit met het toepassen van de nieuwe presentatiemethode meer direct inzicht heeft en geeft in haar financiële positie die voortvloeit uit de werken in opdracht van derden. Voor vergelijkingsdoeleinden zijn de cijfers over 2012 aangepast. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. In de jaarrekening zijn de volgende categorieën financiële instrumenten opgenomen: handelsportefeuille (financiële activa en financiële verplichtingen), verstrekte leningen en overige vorderingen, overige financiële verplichtingen en derivaten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Deze derivaten worden door de instelling niet gesepareerd van het basiscontract en derhalve in overeenstemming met het basiscontract verwerkt. Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde. Indien instrumenten bij de vervolgwaardering niet worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslagen voor financiële vaste activa en vorderingen. Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder de kortlopende schulden. Voor een toelichting wordt verwezen naar de grondslag voor kortlopende schulden. Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) De eerste waardering voor afgeleide instrumenten is de reële waarde.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 26/342
Na eerste waardering worden afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge accounting onder het kostprijs hedgemodel wordt toegepast. De universiteit maakt gebruik van renteswaps om de renterisico’s af te dekken die voortvloeien uit de afgesloten leningen voor de financiering van het vastgoed. De universiteit past kostprijs hedge accounting toe teneinde de resultaten uit waardeveranderingen van de renteswaps en de afgedekte schuld gelijktijdig in de staat van baten en lasten te verwerken. De resultaten uit het niet-effectieve deel van de hedgerelatie worden in de staat van baten en lasten opgenomen. Indien een renteswap niet langer voldoet aan de voorwaarden voor hedge accounting, afloopt of wordt verkocht, wordt de afdekkingsrelatie beëindigd. De cumulatieve winst die, of het cumulatieve verlies dat nog niet in de staat van baten en lasten was verwerkt, wordt opgenomen als overlopende post in de balans totdat de verwachte transactie heeft plaatsgevonden. Indien de transactie naar verwachting niet meer plaatsvindt wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de staat van baten en lasten. De instelling documenteert de hedgerelaties in hedgedocumentatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedgerelaties door vast te stellen dat geen sprake is van overhedges. Een verlies als gevolg van een overhedge wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de staat van baten en lasten verwerkt. Grondslagen van de consolidatie In de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten zijn de Universiteit Twente en haar dochter-maatschappijen: DOG Drienerbeek Onroerend Goed Exploitatiemaatschappij B.V. gevestigd te Enschede (100%-deelname), HTT Holding Technopolis Twente B.V. gevestigd te Enschede (100%-deelname) en haar 100%-dochterondernemingen volledig geconsolideerd opgenomen. In dochtermaatschappij UT International Ventures Holding B.V. wordt door HTT een 60%-belang gehouden. De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van de universiteit en haar groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend dan wel waarover de centrale leiding bestaat. Groepsmaatschappijen zijn deelnemingen waarin de universiteit een meerderheidsbelang heeft of waarop op een andere wijze een beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Bij de bepaling of beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend, worden financiële instrumenten die potentiële stemrechten bevatten en direct kunnen worden uitgeoefend, betrokken. Participaties die worden aangehouden om ze te vervreemden worden niet geconsolideerd. Nieuw verworven deelnemingen worden in de consolidatie betrokken vanaf het tijdstip waarop beleidsbepalende invloed kan worden uitgeoefend. Afgestoten deelnemingen worden in de consolidatie betrokken tot het tijdstip van beëindiging van deze invloed. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de onderlinge schulden, vorderingen en transacties geëlimineerd, evenals de binnen de groep gemaakte winsten. De groepsmaatschappijen zijn integraal geconsolideerd, waarbij het minderheidsbelang van derden afzonderlijk tot uitdrukking is gebracht. Voor een overzicht van de geconsolideerde groepsmaatschappijen wordt verwezen naar de financiële vaste activa. Transacties in vreemde valuta’s Transacties luidend in vreemde valuta’s worden in de betreffende functionele valuta van de groepsmaatschappijen omgerekend tegen de geldende wisselkoers op de transactiedatum. In vreemde valuta’s luidende monetaire activa en verplichtingen worden per balansdatum in de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. Niet-monetaire activa en passiva in vreemde valuta’s die tegen historische kostprijs worden opgenomen, worden
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 27/342
naar euro’s omgerekend tegen de geldende wisselkoersen op de transactiedatum. De bij omrekening optredende valutakoersverschillen worden als last in de winst-en-verliesrekening opgenomen. Niet-monetaire activa en passiva in vreemde valuta’s die tegen actuele waarde worden opgenomen, worden naar euro’s omgerekend tegen de wisselkoers op het moment waarop de actuele waarde werd bepaald. De bij omrekening optredende valutakoersverschillen worden als deel van de herwaarderingsreserve rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. Rapporteringsvaluta De bedragen in de jaarrekening zijn in miljoenen euro’s vermeld, tenzij anders aangegeven. Immateriële vaste activa Goodwill wordt bepaald als het positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs van de overgenomen deelnemingen en het belang van de groep in de netto reële waarde van de overgenomen identificeerbare activa en de ‘voorwaardelijke’ verplichtingen van de overgenomen deelneming, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. De geactiveerde goodwill wordt lineair afgeschreven over de geschatte economische levensduur, die is bepaald op 5 jaar. Materiële vaste activa De bedrijfsgebouwen en –terreinen, inventaris en apparatuur en materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en vooruitbetalingen op materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen. Overheidssubsidies worden in mindering gebracht op de kostprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. De afschrijvingen worden lineair berekend als een percentage over de aanschafprijs volgens de componentenmethode. Op bedrijfsterreinen en op materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en op vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingstermijnen worden hierbij gehanteerd: Gebouwen 60 jaar Casco 30 jaar Afbouw Inbouw 15 jaar Technische installaties 15 jaar 30 jaar Terreinontwikkeling Onderhoudsuitgaven worden slechts geactiveerd indien ze de gebruiksduur van het object verlengen. De materiële vaste activa waarvan de universiteit en haar groepsmaatschappijen, krachtens een financiële leaseovereenkomst de economische eigendom heeft, worden geactiveerd. De uit de financiële leaseovereenkomst voortkomende verplichting wordt als schuld verantwoord. De in de toekomstige leasetermijnen begrepen interest wordt gedurende de looptijd van de financiële leaseovereenkomst ten laste van het resultaat gebracht. De aankoop van de woningen is gebaseerd op het taxatierapport van de Rijksdienst der Domeinen. De doorverkoop aan de bewoners geschiedde tegen een hogere waarde. Als waarderingsgrondslag voor de woningen is gekozen voor de hogere getaxeerde opbrengstwaarde. Als activeringsgrens voor apparatuur en inventaris wordt € 2.500 aangehouden.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 28/342
Financiële vaste activa Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van de universiteit gehanteerd. Resultaten op transacties waarbij overdracht van activa en passiva tussen de universiteit en haar deelnemingen en tussen deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, worden geëlimineerd voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de universiteit geheel of ten dele garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de universiteit ten behoeve van deze deelneming. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere realiseerbare waarde. Leningen aan niet-geconsolideerde deelnemingen worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. De grondslagen voor overige financiële vaste activa zijn opgenomen onder het hoofd Financiële instrumenten. Bijzondere waardeverminderingen Voor materiële en immateriële vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroomgenererende eenheid hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Indien sprake is van een bijzonder waardeverminderingsverlies van een kasstroomgenererende eenheid, wordt het verlies allereerst toegerekend aan goodwill die is toegerekend aan de kasstroomgenererende eenheid. Een eventueel restant verlies wordt toegerekend aan de andere activa van de eenheid naar rato van hun boekwaarden. Verder wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er enige indicatie is dat een in eerdere jaren verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies is verminderd. Als een dergelijke indicatie aanwezig is, wordt de realiseerbare waarde van het betreffende actief of kasstroomgenererende eenheid geschat. Terugneming van een eerder verantwoord bijzonder waardeverminderingsverlies vindt alleen plaats als sprake is van een wijziging van de gehanteerde schattingen bij het bepalen van de realiseerbare waarde sinds de verantwoording van het laatste bijzonder waardeverminderingsverlies. In dat geval wordt de boekwaarde van het actief (of kasstroomgenererende eenheid) opgehoogd tot de geschatte realiseerbare waarde, maar niet hoger dan de boekwaarde die bepaald zou zijn (na afschrijvingen) als in voorgaande jaren geen bijzonder waardeverminderingsverlies voor het actief (of kasstroomgenererende eenheid) zou zijn verantwoord. Een bijzonder waardeverminderingsverlies voor goodwill wordt niet teruggenomen in een volgende periode, tenzij het eerdere bijzonder waardeverminderingsverlies was veroorzaakt door een specifieke externe gebeurtenis van buitengewone aard die naar verwachting niet opnieuw zal plaatsvinden, en er sprake is van opvolgende externe gebeurtenissen die het effect van de eerdere gebeurtenis weer omkeren.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 29/342
Vervreemding van vaste activa Voor verkoop beschikbare vaste activa worden gewaardeerd tegen boekwaarde of lagere opbrengstwaarde. Voorraden De voorraden grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd tegen aanschafprijs op basis van de ‘first-in, first-out’ (FIFO)-methode of lagere actuele waarde. Bij de waardering van de voorraden wordt rekening gehouden met de eventuele op balansdatum opgetreden waardeverminderingen. Werk in opdracht van derden Het werk in opdracht van derden heeft betrekking op tweede en derde geldstroomprojecten. De tweede geldstroomprojecten zijn gewaardeerd op de integrale kosten, verminderd met de eventuele eigen bijdrage, voor zover de kosten niet bij de opdrachtgevers in rekening kunnen worden gebracht. De derde geldstroomprojecten zijn gewaardeerd tegen de direct aan het project toe te rekenen kosten en een toegerekend deel van de kosten eerste geldstroom. De gedeclareerde termijnen die in relatie staan tot werk in opdracht van derden worden daarop in mindering gebracht. Eventuele noodzakelijke voorzieningen uit hoofde van werk in opdracht van derden zijn in mindering gebracht op de balanspost vooruit gefactureerde en ontvangen termijnen werk in opdracht van derden. Vorderingen De vorderingen worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde en na eerste verwerking tegen geamortiseerde kostprijs, onder aftrek van een (eventueel) noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. Voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de inbaarheid van vorderingen. Liquide middelen De liquide middelen zijn opgenomen voor de nominale waarde en staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking. Eigen vermogen Onder het eigen vermogen worden de algemene reserves en de bestemmingsreserves gepresenteerd. De algemene reserve bestaat uit de reserve die ter vrije beschikking staat van de instelling. Indien een beperktere bestedingsmogelijkheid door de universiteit is aangebracht, dan is het aldus afgezonderde deel van het eigen vermogen aangeduid als bestemmingsreserve. Voorts is binnen het eigen vermogen een onderscheid gemaakt in publieke en private middelen. Minderheidsbelang derden Het minderheidsbelang derden wordt gewaardeerd op het aandeel van derden in de nettovermogenswaarde, bepaald overeenkomstig de waarderingsgrondslagen van de universiteit. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen. Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer sprake is van: - Een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en - Waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en - Het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 30/342
Onder de voorzieningen worden de personele voorzieningen en de overige voorzieningen gepresenteerd. De personeelsvoorzieningen betreffen voorzieningen in het kader van reorganisaties, wachtgeld, arbeidsongeschiktheid, jubilea en sabbatical-leave. De overige voorzieningen hebben betrekking op milieurisico's in verband met de renovatie van vastgoed en op mogelijke financiële aanspraken vanuit contracten gesloten met derden. Tenzij anders aangegeven worden de voorzieningen gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te wikkelen. Toevoegingen aan de voorzieningen vinden plaats ten laste van de staat van baten en lasten. Uitgaven vinden rechtstreeks plaats ten laste van de voorziening. Reorganisatievoorziening: Een reorganisatievoorziening wordt getroffen als op balansdatum een gedetailleerd reorganisatieplan is geformaliseerd en uiterlijk op opmaakdatum van de jaarrekening de gerechtvaardigde verwachting van uitvoering van het plan is gewekt bij hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. Van een gerechtvaardigde verwachting is sprake als is gestart met de uitvoering van de reorganisatie, of als de hoofdlijnen bekend zijn gemaakt aan hen voor wie de reorganisatie gevolgen zal hebben. In de reorganisatievoorziening worden de als gevolg van de reorganisatie noodzakelijk kosten opgenomen die niet in verband staan met de doorlopende activiteiten van de onderneming. Voorziening uit hoofde van claims, geschillen en rechtsgedingen: Een voorziening uit hoofde van claims, geschillen en rechtsgedingen wordt gevormd indien het waarschijnlijk is dat de onderneming in een procedure zal worden veroordeeld. De voorziening betreft de beste schatting van het bedrag waarvoor de verplichting kan worden afgewikkeld, en omvat tevens de proceskosten. Jubileumvoorziening: De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. Voorziening verlieslatende contracten: De voorziening voor verlieslatende contracten betreft het negatieve verschil tussen de verwachte voordelen uit de door de onderneming na de balansdatum te ontvangen prestaties en de onvermijdbare kosten om aan de verplichtingen te voldoen. De onvermijdbare kosten zijn de kosten die tenminste moeten worden gemaakt om van de overeenkomst af te komen, zijnde de laagste van enerzijds de kosten bij het voldoen aan de verplichtingen en anderzijds de vergoedingen of boetes bij het niet voldoen aan de verplichtingen. Langlopende schulden Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. Indien er geen sprake is van agio of disagio of transactiekosten, is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde van de schuld. Kortlopende schulden De waardering van de kortlopende schulden in toegelicht onder het hoofd Financiële instrumenten. Schulden met een op balansdatum resterende looptijd van ten hoogste één jaar worden aangeduid als kortlopend. Schulden worden niet gesaldeerd met activa. Overlopende passiva betreffen vooruitontvangen bedragen (waaronder geoormerkte bijdragen) en nog te betalen bedragen terzake van lasten die aan een verstreken periode zijn toegekend. Van bedragen die voor meerdere jaren beschikbaar zijn gesteld, wordt het nog niet bestede gedeelte op deze post aangehouden. Vrijval ten gunste van de staat van baten en lasten geschiedt naar rato van de besteding.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 31/342
Opbrengstverantwoording Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en –subsidies Rijksbijdragen, overige overheidsbijdragen en –subsidies uit hoofde van de basisbekostiging worden in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft volledig verwerkt als baten in de staat van baten en lasten. Indien deze opbrengsten betrekking hebben op een specifiek doel, dan worden deze naar rato van de verrichte werkzaamheden als baten verantwoord. College-, cursus-, les- en examengelden College-, cursus-, les- en examengelden worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, waarbij ervan uitgegaan is dat reguliere onderwijs- en onderzoekstaken gelijkmatig over het collegejaar zijn gespreid. Baten werk in opdracht van derden Opbrengsten uit hoofde van werk in opdracht van derden (contractonderwijs, contractonderzoek en overige) worden in de staat van baten en lasten als baten opgenomen voor een bedrag gelijk aan de kosten indien zeker is dat deze kosten declarabel zijn. Een eventueel positief resultaat wordt opgenomen na voltooiing van de gehele transactie (de zogeheten completed contract methode). Voor een eventueel verwacht negatief resultaat wordt een voorziening getroffen die is gepresenteerd als voorziening verlieslatende contracten. Overige baten Overige baten uit verhuur worden lineair in de staat van baten en lasten opgenomen op basis van de duur van de huurovereenkomst. Vergoedingen ter stimulering van het sluiten van huurovereenkomsten, worden als integraal deel van de totale huuropbrengsten verwerkt. Overige baten uit detachering van personeel worden in de staat van baten en lasten opgenomen naar rato van het stadium van voltooiing van de detacheringsovereenkomst op verslagdatum. Het stadium van voltooiing wordt bepaald aan de hand van beoordelingen van de verrichte detacheringswerkzaamheden. Overige baten worden opgenomen in het totaal van de baten tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding, na aftrek van tegemoetkomingen en kortingen. Deze vergoedingen worden in de staat van baten en lasten verwerkt, wanneer de inning van de verschuldigde vergoeding waarschijnlijk is en de hiermee verband houdende kosten betrouwbaar kunnen worden ingeschat. Lasten De lasten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Financiële baten en lasten Rentebaten en –lasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt geen rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin wordt deelgenomen Het aandeel in het resultaat van ondernemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend op het zakelijke en financiële beleid omvat het aandeel van de groep in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen de groep en de niet-geconsolideerde deelnemingen en tussen niet-geconsolideerde deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd. De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten worden vanaf het verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de groep.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 32/342
Personeelsbeloningen en pensioenen Voor de medewerkers van de universiteit is een pensioenregeling getroffen die is ondergebracht bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Uitgangspunt is dat de in de verslagperiode te verwerken pensioenlast gelijk is aan de over die periode aan het pensioenfonds verschuldigde pensioenpremies. Voor zover de verschuldigde premies op balansdatum nog niet zijn voldaan, wordt hiervoor een verplichting opgenomen. Als de op balansdatum reeds betaalde premies de verschuldigde premies overtreffen, wordt een overlopende actiefpost opgenomen voor zover sprake zal zijn van terugbetaling door het fonds of van verrekening met de in de toekomst verschuldigde premies. Verder wordt op balansdatum een voorziening opgenomen voor bestaande additionele verplichtingen ten opzichte van het fonds en de werknemers, indien het waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van die verplichtingen een uitstroom van middelen zal plaatsvinden en de omvang van de verplichtingen betrouwbaar kan worden geschat. Het al dan niet bestaan van additionele verplichtingen wordt beoordeeld aan de hand van de uitvoeringsovereenkomst met het fonds, de pensioenovereenkomst met de werknemers en andere (expliciete of impliciete) toezeggingen aan de werknemers. De voorziening wordt gewaardeerd tegen de beste schatting van de contante waarde van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen op balansdatum af te wikkelen. Voor een op balansdatum bestaand overschot bij het pensioenfonds wordt een vordering opgenomen als de universiteit de beschikkingsmacht heeft over dit overschot, het waarschijnlijk is dat het overschot naar de universiteit zal toevloeien en de vordering betrouwbaar kan worden vastgesteld. De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico’s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Per balansdatum 2013 heeft het pensioenfonds een dekkingsgraad die boven de minimaal vereiste grens ligt. Vooralsnog leidt dit dan ook niet tot aanpassing van de pensioenpremies in de toekomstige jaren. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Kasstromen in buitenlandse valuta’s zijn herleid naar euro’s met gebruikmaking van de gewogen gemiddelde omrekeningskoersen voor de betreffende periodes. Kasstromen uit financiële afgeleide instrumenten die worden verantwoord als reële waarde hedges of kasstroomhedges worden in dezelfde categorie ingedeeld als de kasstromen uit de afgedekte balansposten. Kasstromen uit financiële derivaten waarbij hedge accounting niet langer wordt toegepast, worden consistent met de aard van het instrument ingedeeld, vanaf de datum waarop de hedge accounting is beëindigd. Bepaling reële waarde De reële waarde van een financieel instrument is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en van elkaar onafhankelijk zijn.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 33/342
Toelichting op de geconsolideerde Balans per 31 december 2013 Activa Vaste activa (M€) 1.1.3 Goodwill 0,1 0,0 0,1
1.1 Immateriële vaste activa Aanschafprijs 1-1-2013 Afschrijving cumulatief 1-1-2013 Boekwaarde 1-1-2013 Investeringen 2013 Desinvesteringen 2013 Afschrijvingen 2013
0,1
Aanschafprijs 31-12-2013 Afschrijving cumulatief 31-12-2013 Boekwaarde 31-12-2013
0,1 0,1 0,0
1.2 Materiële vaste activa
Aanschafprijs 1-1-2013 Afschrijving cumulatief 1-1-2013 Boekwaarde 1-1-2013 Investeringen 2013 Aanschafwaarde desinvesteringen 2013 ** Afschrijvingen 2013 Afschrijvingen desinvesteringen 2013 ** Aanschafprijs 31-12-2013 Afschrijving cumulatief 31-12-2013 Boekwaarde 31-12-2013
1.2.1 Gebouwen en terreinen
1.2.2 Inventaris en apparatuur*
1.2.4 In uitvoering en vooruit betalingen
495,1
65,4
212,2 282,9
Invest. subsidies
2,7
- 0,4
587,3
50,0 15,4
0,0 2,7
10,5 14,0
0,0 - 0,4
272,2 314,6
5,5
4,1
2,5
1,3
0,2
13,6
1,8 18,9
1,7 4,7
0,0 0,0
0,7 1,1
0,0 0,0
4,2 24,7
- 1,6
1,7
0,0
0,0
0,0
0,1
498,8
67,8
5,2
25,1
- 0,2
596,7
232,7 266,1
53,0 14,8
0,0 5,2
11,6 13,5
0,0 - 0,2
297,3 299,4
*): aangepast voor vergelijkingsdoeleinden **): De desinvesteringen in materiële vaste activa ad € 4,1 miljoen betreffen een bijzondere waardevermindering van één van de gebouwen van de universiteit naar verwachte opbrengstwaarde bij verkoop en een éénmalige afwaardering van diverse eerder gedane investeringen bij een gelieerde instelling.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
(M€) Totaal
1.2.5 Niet aan het proces dienstbare mva * 24,5
PAGINA 34/342
Gestelde zekerheden Per 1 januari 2010 is aan de Staat der Nederland het recht van eerste hypotheek tot een bedrag van € 195 miljoen verstrekt op een deel van het onroerend goed ter zekerheid van de opgenomen leningen. Ten behoeve van het gebouw Hengelosestraat 99 een 1ste hypotheekinschrijving tot een bedrag van € 23,6 miljoen, evenals een bedrag van € 9,4 miljoen tot verhaal van verschuldigde renten, vergoedingen en kosten, alsmede verpandingsrechten voortvloeiende uit de subsidietoezeggingen uit hoofde van de huisvesting. WOZ en verzekerde waarde gebouwen en terreinen WOZ-waarde gebouwen en terreinen Verzekerde waarde gebouwen
(M€) 233,0 682,0
Bovenstaande waardes zijn van toepassing op het belastingjaar 2013. 1.3.2 Andere deelnemingen
1.3 Financiële vaste activa
Boekwaarde 1-1-2013 Investeringen en leningen Desinvesteringen en aflossingen Resultaat deelnemingen Correctie resultaat 2012 Boekwaarde 31-12-2013
2,5 1,2 0,2 0,2 0,1 3,8
1.3.4 Vordering op andere deelnemingen 0,3 1,3 0,0 0,0 0,0 1,6
1.3.7 Overige Vordering -en 1,9 0,1 0,4 0,0 - 0,3 1,3
(M€) Totaal
4,7 2,6 0,6 0,2 - 0,2 6,7
De verstrekte leningen aan TPRC en in het kader van de TOP-regeling zijn verstrekt uit het private vermogen van de universiteit. Vlottende activa
1.4 Voorraden 1.4.1 Gebruiksgoederen Totaal
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
31-12-2013 0,3 0,3
(M€) 31-12-2012 0,4 0,4
PAGINA 35/342
(M€) 31-12-2012
31-12-2013
1.5 Vorderingen
28,5
30,1
1.5.2 OCW
5,7
6,3
1.5.5 Studenten/deelnemers/cursisten
0,1
0,1
1.5.6 Overige overheden
8,5
8,9
1.5.1 Debiteuren
1.5.7 Overige vorderingen: Kortlopende vorderingen financiële vaste activa Overige
0,5 0,9
0,6 1,3 1,4
1.5.8 Overlopende activa: Werk in opdracht van derden - vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen - kosten Werk in opdracht van Derden Saldo projecten met een debetstand - vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen - kosten Werk in opdracht van Derden Saldo projecten met een creditstand Vooruitbetaalde kosten Nog te ontvangen bedragen
- 85,5 137,1
1,9 - 74,2 124,4
* *
51,6 - 56,2 42,0
50,2 - 54,4 38,9
- 14,2 3,7 2,1
* * - 15,5
3,0 3,8
Totaal overlopende activa
5,8 43,2
6,8 41,5
1.5.9 Af: Voorziening wegens oninbaarheid
- 1,2
- 0,7
Totaal
86,2
88,1
*): met ingang van het boekjaar 2013 presenteert de universiteit het saldo van alle onderhanden projecten als één totaalbedrag onder de overlopende vlottende activa. De vergelijkende cijfers zijn hierdoor ook aangepast met een verschuiving van € 15,5 miljoen van de kortlopende schulden naar de vorderingen tot gevolg. Het verloop van de voorzieningen wegens oninbaarheid is als volgt:
1.5.9.1 Saldo per 1 januari 1.5.9.2 Onttrekking 1.5.9.3 Dotatie Stand per 31 december
2013 - 0,7 0,4 - 0,9 - 1,2
(M€) 2012 - 0,9 0,6 - 0,4 - 0,7
Debiteuren In het debiteurensaldo zijn geen posten opgenomen met een betalingstermijn langer dan 1 jaar. OCW Onder de post OCW is de vordering inzake BAMA-compensatie opgenomen. Van de vordering per 31-12-2013 heeft M€ 5,1 een langlopend karakter langer dan 1 jaar.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 36/342
31-12-2013 0,1 37,4 40,5 78,0
1.7 Liquide middelen 1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 1.7.3 Deposito’s Totaal
(M€) 31-12-2012 0,1 32,2 35,5 67,8
De deposito’s hebben een looptijd van maximaal 3 maanden. Passiva
2.1 Eigen vermogen
2.1.1 Algemene reserve 2.1.1 Bestemmingsreserve sociale lasten fonds universiteit 2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek): DOG Onroerend Goed 2.1.3 Bestemmingsreserve (privaat): Holding Technopolis Twente 2.1.9 Minderheidsbelang derden Totaal
Stand per 1-12013 139,9
Resultaat
Overige mutaties
- 2,9
- 0,1
(M€) Stand per 3112-2013 136,9
1,6
0,7
0,0
2,3
2,0
0,0
0,0
2,0
8,0 - 0,2 151,3
0,2 - 0,3 - 2,3
0,2 0,7 0,8
8,4 0,2 149,8
De overige mutaties betreffen onder meer een verschuiving in de opbouw van het eigen vermogen door een agiostorting van € 0,1 miljoen vanuit de universiteit in de Holding Technopolis Twente. De overige balansmutaties worden voor € 0,5 miljoen bepaald door het afboeken van het negatieve aandeel van Holding Technopolis Twente in Ostendum Holding B.V door participatie van twee externe partijen in Ostendum Holding B.V.. Door deze participatie is de aandelenverhouding in Ostendum Holding B.V. gewijzigd met een éénmalige waardestijging tot gevolg, welke rechtstreeks ten gunste van het vermogen is gebracht. Verder heeft een laatste agiostorting in UTIV Holding B.V. plaats gevonden. De gevormde bestemmingsreserve sociale lasten fonds universiteit geldt als egalisatiereserve om toekomstige verschillen tussen begrote en gerealiseerde sociale lasten te kunnen verrekenen. De gevormde bestemmingsreserves voor de gelieerde instellingen DOG Onroerend Goed en Holding Technopolis Twente geven de vermogenspositie van deze instellingen weer en deze reserves zijn bestemd voor het opvangen van mogelijke toekomstige tekorten van deze instellingen, alsmede bij de Holding Technopolis Twente om in de toekomst eventuele private activiteiten mee te financieren. (M€) 2.2 Voorzieningen
Stand per 1-1-2013 Dotaties Onttrekkingen Vrijval Stand per 31-12-2013 Onderverdeling saldo 31-12-2013: < 1 jaar > 1 jaar
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
2.2.1 Personeelsvoorzieningen 6,5 4,2 1,2 1,1 8,4
2.2.3 Overige voorzieningen 8,6 5,2 1,6 0,1 12,1
Totaal voorzieningen 15,1 9,4 2,8 1,2 20,5
2,9 5,5
1,8 10,3
4,7 15,8
PAGINA 37/342
Personeelsvoorzieningen: De voorziening reorganisatie en wachtgeld ad € 6,5 miljoen (2012 € 4,4 miljoen) heeft tot doel claims uit hoofde van uitkeringen na ontslag af te dekken. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op een inschatting van de toekomstige verplichtingen. De universiteit is eigen risicodrager voor de gehele werkloosheidsuitkeringen inclusief het bovenwettelijke deel. Deze voorziening is bepaald op basis van beschikbare gegevens uit de administratie van het UWV en de opgave van Raet. De voorziening uitgestelde personeelsbeloning ad € 1,7 miljoen (2012 € 2,0 miljoen) is gevormd ten behoeve van toekomstige uitbetalingen in verband met jubilea en non-activiteiten. De universiteit is eigen risicodrager voor de WAO en WIA. De WAO-uitkeringen gedurende de eerste vijf jaren van de arbeidsongeschiktheid komen hierdoor voor rekening van de universiteit. De voorziening WIA ad € 0,2 miljoen (2012 € 0,1 miljoen) is gewaardeerd tegen het bedrag van de bezoldiging inclusief werkgeverslasten. De universiteit is met ingang van 2006 eigen risicodrager voor de WIA, hetgeen tot gevolg heeft dat de universiteit het risico voor de lasten van de WGA-uitkeringen gedurende een periode van 10 jaar zelf draagt. Dotatie aan de voorziening vindt plaats op het moment dat voorzien wordt dat een werknemer instroomt in de WIA. Overige voorzieningen: De voorziening milieurisico’s ad € 3,8 miljoen (2012 € 3,7 miljoen) is gevormd in verband met de renovatie van vastgoed en meer specifiek wat betreft de asbestsanering. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks geïndexeerd en is gebaseerd op een rapport van deskundigen. De voorziening ondersteuning studenten ad € 0,6 miljoen (2012 € 1,0 miljoen) betreft opgebouwde rechten overeenkomstig art. 7.51 WHW. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op een inschatting van de toekomstige aanspraken. De voorziening EU ad € 2,3 miljoen (2012 € 2,3 miljoen) is gevormd ter dekking van de mogelijke financiële correcties die doorgevoerd moeten worden op EU-projecten. Dit naar aanleiding van een EU-audit op projecten die vallen onder het e 6 kader. De universiteit heeft ten behoeve van The Gallery BV een huurgarantie afgegeven over een periode van 10 jaar. De huidige ontwikkelingen binnen The Gallery zijn voor de universiteit aanleiding om hiervoor een voorziening te treffen ad € 3,8 miljoen (2012 € 0,4 miljoen). Met betrekking tot de aanstaande verkoop van een pand is een voorziening van € 0,4 miljoen gevormd in verband met een verlieslatend huurcontract. Daarnaast is er nog een voorziening getroffen voor een bouwclaim ad € 1,2 miljoen.
2.3 Langlopende schulden
Stand per 1-1-2013 Aangegane leningen Aflossingen Stand per 31-12-2013 Looptijd > 1 jaar Looptijd > 5 jaar Rentepercentage
2.3.3 Kredietinstellingen 4,2 0,0 1,7 2,5 2,5 0,0 5,25%
2.3.5 ’s-Rijksschatkist 139,4 0,0 5,3 134,1 21,1 113,0 Variabel
2.3.5 BNG
0,0 3,5 0,2 3,3 0,7 2,6 3,70%
(M€) Totaal
143,6 3,5 7,2 139,9 24,3 115,6
Het renterisico op bovengenoemde lening met variabele rente is afgedekt met renteswaps.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 38/342
Onderstaande tabel geeft een weergave van de aangegane leningen, jaarlijkse aflossingen en te betalen rente: Lening: ASN Bank
Einddatum: 15-01-2016
Ministerie van Financiën – lening 1 Ministerie van Financiën – lening 2 Ministerie van Financiën – lening 3 Bank Nederlandse Gemeenten
03-01-2039
Aflossing per jaar: Jaarlijks stijgende annuïteit + extra aflossing M€ 3,2
03-01-2039
M€ 0,9
02-01-2041
M€ 1,2
24-12-2028
M€ 0,2
2.4 Kortlopende schulden
2.4.3 Crediteuren
2.4.10 Overlopende passiva: Vakantiedagen/-geld Vooruit ontvangen collegegelden Vooruit ontvangen i.h.k.v subsidies OCW Transitoria Totaal overlopende passiva Totaal
(M€) 31-12-2012 * 7,2
7,0
21,6
18,3
7,2 0,5 1,9
6,9 - 0,8 1,9
2.4.8 Schulden terzake pensioenen 2.4.9 Overige kortlopende schulden Waarborgsommen Vooruit ontvangen/Nog te betalen bedragen Vooruit ontvangen i.h.k.v. bestemmingsfondsen Ontvangen voorschotten Werk in opdracht van Derden Verbonden partijen Diversen Totaal overige kortlopende schulden
Variabel, 3 maands euribor + 10bp Variabel, 3 maands euribor + 10bp Variabel, 3 maands euribor + 10bp 3,70%
31-12-2013
2.4.1 Kredietinstellingen
2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 2.4.7.1 Loonheffing 2.4.7.2 Omzetbelasting 2.4.7.3 Premies sociale verzekeringen Totaal belastingen en premies sociale verzekeringen
Rente: 5,25%
8,0
9,6
2,8
2,7
0,2 26,1 3,3
0,1 32,5 3,6
58,2 0,5 2,7
61,4 0,6 2,9 91,0
14,3 8,2 0,9 6,4
101,1 13,4 6,2 0,3 7,1
29,8
27,0
160,4
165,7
*): met ingang van het boekjaar 2013 presenteert de universiteit het saldo van alle onderhanden projecten als één totaalbedrag onder de overlopende vlottende activa. De vergelijkende cijfers zijn hierdoor ook aangepast met een verschuiving van € 15,5 miljoen van de kortlopende schulden naar de vorderingen tot gevolg. Op de regel kredietinstellingen is het kortlopende aflossingsdeel (<1 jaar) opgenomen van de Langlopende schulden.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 39/342
Model G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule G2.A: Aflopende subsidie per ultimo verslagjaar
Projectbeschrijving
Ontwerpers in het
(k€) Totaal
onderwijs
Kenmerk Datum Toegewezen subsidie Ontvangen subsidie t/m 2013 Totale bestedingen t/m 2013 Saldo te verrekenen per 31-12-2013
804AO-42112 14-dec-12 249,4 249,4 225,1 24,4
249,4 249,4 225,1 24,4
G2.B: Doorlopende subsidies tot in een volgend verslagjaar
Projectbeschrijving
Pilots voor de
Begeleiding
Ontwikkeling
Ontwikkeling
ontwikkeling van
startende
professionele
professionele
professionele
leraren
leergemeen-
leergemeen-
leergemeen-
schappen –
schappen –
schappen
Leerlingen als
Nieuwe
onderzoekers
lesvormen met
(k€) Totaal
moderne ICT
Kenmerk Datum Toegewezen subsidie Saldo 1-1-2013 Ontvangen subsidie t/m 2013 Bestedingen 2013 Totale bestedingen t/m 2013 Saldo te verrekenen per 31-12-2013
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
804AO45775 18-nov-13 304,8
BSL-2013 06 2-dec-13 800,0
PLG 2013 09 2-dec-13 200,0
PLG 2013 10 2-dec-13 200,0
76,2
280,0
50,0
50,0
76,2
280,0
50,0
50,0
1.504,8 0,0 456,2 0,0 0,0 456,2
PAGINA 40/342
Financiële instrumenten Algemeen De universiteit maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële instrumenten die de instelling blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s, reële waarde renterisico, kasstroomrisico en liquiditeitsrisico. Deze betreffen financiële instrumenten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. De instelling handelt niet in deze financiële instrumenten en heeft procedures en gedragslijnen om de omvang van het kredietrisico bij elke tegenpartij of markt te beperken. Bij het niet nakomen door een tegenpartij van aan de instelling verschuldigde betalingen blijven eventuele daaruit voortvloeiende verliezen beperkt tot de marktwaarde van de desbetreffende instrumenten. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van handelsdebiteuren betreffen vorderingen op subsidieverstrekkers en vorderingen op overige debiteuren. De uitstaande vorderingen per balansdatum bedragen € 88,0 miljoen. Het kredietrisico inzake deze vorderingen is beperkt. Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen en uitgegeven leningen. Bij deze leningen is sprake van een variabel rentepercentage over de gehele looptijd. De leningen worden aangehouden tot het einde van de looptijd. Om de variabiliteit van de variabel rentende leningen te beperken heeft de instelling afgeleide rente instrumenten afgesloten. Voor vorderingen en schulden met variabel rentende renteafspraken loopt de instelling risico ten aanzien van de toekomstige kasstromen. Alle derivaten betreffen interest rate swaps waarbij de instelling een vaste rente betaalt en een variabele rente gebaseerd op Euribor ontvangt. Renteswaps Overzicht door universiteit aangehouden renteswaps per ultimo 2013 Swap Hoofdsom Einddatum Rente Opmerking 1 € 25 miljoen 01 jan 2017 5,1825% Hoofdsom swap gelijk gedurende looptijd. 2 € 25 miljoen 01 aug 2016 5,16% Hoofdsom swap gelijk gedurende looptijd. 3 € 25 miljoen 01 nov 2014 5,08% Hoofdsom swap gelijk gedurende looptijd. 4 € 10 miljoen 01 jan 2017 4,5825% Hoofdsom variabel (2013 € 10 miljoen, 2014 € 10 miljoen, 2015 € 20 miljoen, 2016 € 15 miljoen) De swap-portefeuille kende eind 2013 een negatieve marktwaarde van € 9,9 miljoen. Deze negatieve marktwaarde wordt berekend door de toekomstige kasstromen uit hoofde van de swapcontracten contant te maken tegen de huidige marktrente. Vanwege de korte looptijd van de swapcontracten in combinatie met een afname van de hoofdsom zal de negatieve marktwaarde de komende jaren fors afnemen. Op grond van de Algemene Bepalingen Derivatentransacties kan de bank zekerheden vragen. Gegeven de huidige markt usance ligt het niet in de lijn der verwachting dat ABN AMRO overgaat tot de vraag om extra zekerheden. In het financieel verslag is een nadere toelichting gegeven op het renterisico (zie hoofdstuk financiering). Liquiditeitsrisico De universiteit bewaakt de liquiditeitspositie door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen. Het bestuur ziet erop toe dat voor de instelling steeds voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde leningconvenanten te blijven. Reële waarde De reële waarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten, waaronder vorderingen, liquide middelen, langlopende en kortlopende schulden, benadert de boekwaarde ervan.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 41/342
Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Auteursrechten readers / reprorecht De universiteit stelt readers samen, waarin gedeelten zijn overgenomen uit auteursrechtelijk beschermde werken. Bij overnames worden aan uitgevers auteursrechten betaald. Daarnaast is de universiteit reprorecht verschuldigd in verband met het maken van kopieën uit auteursrechtelijk beschermde werken. De Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) heeft namens de universiteiten met de Stichting Reprorecht een overeenkomst gesloten waarin de omvang van de verschuldigde rechten is vastgelegd. Erfpachtverplichtingen De erfpachter van de woningen heeft de bevoegdheid het erfpachtrecht en de opstallen bij aangetekend schrijven aan de onroerend goed vennootschap aan te bieden. In dat geval is de vennootschap verplicht het erfpachtrecht en de opstallen te kopen. De koopsom zal door beide partijen in onderling overleg worden vastgesteld. Borgstellingen Ten behoeve van High Tech Factory B.V. is een tweetal borgstellingen aan de Bank Nederlandse Gemeenten afgegeven. Het totaal van deze leningen bedraagt per jaareinde 2013 € 3,6 miljoen (2012: € 0,1 miljoen). Garantstellingen Aan de Stichting Thermoplastic Composites Research Center (TPRC) is een garantstelling afgegeven van € 2,1 miljoen m.b.t. inbreng van toekomstige partners van TPRC in een EFROproject. De garantstelling is gestart op 15 oktober 2009 en eindigt op 31 december 2014. Aan de Gallery B.V. te Enschede is een garantstelling afgegeven ter nakoming van de huur- en serviceverplichtingen van CMI B.V. te Enschede voor een periode van 10 jaar. De jaarlijkse kosten voor huur en service bedragen € 0,8 miljoen per jaar. De universiteit en Kondor Wessels Projecten B.V. verplichten zich om voor een bedrag van in e totaal maximaal € 0,25 miljoen elk, jegens The Gallery B.V. garant te staan voor de 1 verhuur van Fase 1 tot 95% van de geprognosticeerde huuropbrengsten ad € 1 miljoen per jaar; gedurende een periode van 3 jaar vanaf de oplevering van fase 1 op 1 april 2013. Deze bepaling maakt onderdeel uit van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Samen met de andere zes aandeelhouders heeft de universiteit een rente- en aflossingsgarantie (pro rato parte) afgegeven jegens de ING Bank inzake de door The Gallery B.V. aangegane rekening courant krediet en lening van in totaal € 8,8 miljoen voor de financiering van haar bedrijfsverzamelgebouw alsmede financiering van het werkkapitaal. De universiteit staat garant voor een aflossingsdeel van circa € 1,25 miljoen, alsmede de te betalen variabele rente plus opslag door The Gallery B.V. Claims Door enkele bij nieuwbouwprojecten betrokken partijen zijn in het verleden claims ingediend bij de universiteit. Door de universiteit zijn tegenclaims ingediend bij de betreffende partijen. Door de Rechtbank te Almelo is in één zaak de universiteit in 2012 in het gelijk gesteld en is de vordering van de universiteit geheel toegekend. De claim van de tegenpartij is door de Rechtbank afgewezen. Aangezien tegen deze uitspraak het Hoger Beroep nog loopt, zijn de financiële effecten niet in de jaarcijfers verwerkt en zijn de ontvangen gelden op de balans geparkeerd. De universiteit heeft op 7 april 2011 een claim van € 2,5 miljoen ontvangen met betrekking tot een vermeende overeenkomst van erfpacht- en opstalrecht. Op 25 april 2012 heeft de Rechtbank te Almelo in deze zaak uitspraak gedaan en de universiteit veroordeelt tot betaling van een bedrag van k€ 124 ter grootte van de gemaakte kosten en aan de tegenpartij geen verdere vergoeding toegewezen voor vermeende winstderving. Deze k€ 124 is reeds in 2012 ten laste van de exploitatie van de universiteit gebracht. De tegenpartij heeft tegen de uitspraak hoger beroep aangetekend. Dit hoger beroep loopt nog.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 42/342
Op 19 februari 2014 heeft de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo eindvonnis gewezen in de procedure tussen de universiteit en Bouwcombinatie Dura Vermeer / Trebbe Bouw / GTI V.O.F.. De universiteit is veroordeeld tot betaling van € 1,6 miljoen inclusief rente. Betaling heeft op 14 maart 2014 en 1 april 2014 plaats gevonden. Voor € 1,2 miljoen had de universiteit al een verplichting op de balans opgenomen, welke nu wordt aangesproken. De resterende € 0,4 miljoen wordt ten laste van de exploitatie van 2014 gebracht. De universiteit is geadviseerd geen hoger beroep aan te tekenen, tenzij de tegenpartij in hoger beroep gaat. Het is nog onbekend of de tegenpartij in beroep gaat. Verplichtingen De lopende verplichtingen ultimo 2013 in het kader van de bouwactiviteiten bedroegen circa € 5,4 miljoen. Door de instelling zijn in het kader van onderhoud aan gebouwen en terreinen meerjarige financiële verplichtingen aangegaan tot een bedrag van € 2,1 miljoen per jaar. In het kader van de inkoop van goederen en diensten zijn door de instelling ultimo 2013 financiële verplichtingen aangegaan tot een bedrag van circa € 3,2 miljoen.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 43/342
Toelichting op de geconsolideerde Staat van baten en lasten over 2013 Realisatie 2013
(M€) Realisatie 2012
188,6 188,6
182,3 182,3
3.3.4 Collegegelden sector WO
19,2
18,4
3.4 Baten werk in opdracht van derden 3.4.1 Contractonderwijs 3.4.2 Contractonderzoek 3.4.3 Overige baten werk i.o.v. derden Totaal baten werk io.v. derden
1,6 82,5 7,9 92,0
1,4 75,3 14,4 91,1
Uitsplitsing 3.4.2 Contractonderzoek 3.4.2.1 Internationale organisaties 3.4.2.2 Nationale overheden 3.4.2.3 NWO 3.4.2.4 KNAW 3.4.2.5 Overige non-profit organisaties 3.4.2.6 Bedrijven Totaal Contractonderzoek
20,7 25,6 20,5 0,2 6,2 9,3 82,5
15,5 25,2 20,2 0,1 5,7 8,6 75,3
3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur 3.5.2 Detachering personeel 3.5.3 Overige Totaal overige baten
5,3 1,2 16,1 22,6
5,1 0,4 14,2 19,7
322,4
311,5
Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 Rijksbijdragen OCW Totaal Rijksbijdrage
Totaal baten
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 44/342
Lasten 4.1 Personeelslasten 4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.2 Overige personele lasten Totaal personeelslasten Uitsplitsing 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 4.1.1.2 Sociale lasten 4.1.1.3 Pensioenpremies Totaal lonen en salarissen 4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 4.1.2.3 Overige Totaal overige personele lasten
Realisatie 2013
(M€) Realisatie 2012
186,1 15,9
184,8 12,3 202,0
4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur 4.3.2 Verzekeringen 4.3.3 Onderhoud 4.3.4 Energie en water 4.3.5 Schoonmaakkosten 4.3.6 Heffingen 4.3.8 Overige Totaal huisvestingslasten
186,1 3,0 3,8 9,1
184,8
15,9
12,3
1.626,1 1.146,8 2.772,9
1.690,9 1.161,5 2.852,4
24,0 24,9
1,2 0,4 5,4 5,5 3,4 1,6 3,3
24,0
1,0 0,4 4,5 6,5 3,7 1,4 3,3 20,8
14,4 10,0 5,2 43,0
Uitsplitsing accountantskosten (in k€) Honorarium onderzoek jaarrekening Honorarium andere controleopdrachten Honorarium fiscale adviezen Honorarium andere niet-controledienst Totaal accountantskosten
59 89 163 77
* *
- 2,0 4,3 10,0
0,1 24,8
4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie- en beheerslasten 4.4.2 Inventaris en apparatuur 4.4.3 Dotaties overige voorzieningen 4.4.4 Overige Totaal overige lasten
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
146,2 17,6 21,0
146,0 18,0 22,1
Gemiddelde fte’s WP/OP OBP Totaal gemiddelde fte’s 4.2 Afschrijvingen 4.2.1 Immateriële vaste activa 4.2.2 Materiële vaste activa Totaal afschrijvingen
197,1
20,8
15,6 9,4 2,9 40,6 72,6
68,5
68 71 108 405 388
652
PAGINA 45/342
5. Financiële baten en lasten
Realisatie 2013
(M€) Realisatie 2012
5.1 Rentebaten 5.5 Rentelasten
0,3 - 4,9
0,1 - 5,4
Saldo financiële baten en lasten
- 4,6
- 5,3
0,2
- 0,2
- 0,3
- 0,4
7. Resultaat op deelnemingen 8. Aandeel derden in het resultaat
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 46/342
Toelichting behorende tot de enkelvoudige jaarrekening 2013 Algemeen De geconsolideerde jaarrekening maakt deel uit van de jaarrekening 2013 van de universiteit. Voor zover posten uit de balans en staat van baten en lasten hierna niet nader zijn toegelicht, wordt verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans en staat van baten en lasten. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling De grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling zijn gelijk aan die voor de geconsolideerde balans en de staat van baten en lasten, met uitzondering van het volgende: Resultaat deelnemingen Het aandeel in het resultaat van rechtspersonen waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de universiteit in de resultaten van deze deelnemingen. Resultaten op transacties, waarbij overdracht van activa en passiva tussen de universiteit en haar deelnemingen en tussen deelnemingen onderling heeft plaatsgevonden, zijn niet verwerkt voor zover deze als niet gerealiseerd kunnen worden beschouwd.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 47/342
Enkelvoudige Balans per 31 december 2013 (na resultaatbestemming) 31-12-2013
(M€) 31-12-2012
278,8 22,2
292,8 22,6
Totaal vaste activa
301,0
315,4
Vlottende activa: 1.4 Voorraden 1.5 Vorderingen * 1.7 Liquide middelen
0,3 88,2 69,1
0,4 92,1 57,5
157,6 458,6
150,0 465.4
31-12-2013 149,6 20,5 136,6 151,9
(M€) 31-12-2012 151,5 15,1 143,6 155,2
458,6
465,4
1. Activa Vaste activa: 1.2 Materiële vaste activa 1.3 Financiële vaste activa
Totaal vlottende activa Totaal activa
2. Passiva 2.1 Eigen vermogen 2.2 Voorzieningen 2.3 Langlopende schulden 2.4 Kortlopende schulden * Totaal passiva
*): met ingang van het boekjaar 2013 presenteert de universiteit het saldo van alle onderhanden projecten als één totaalbedrag onder de vlottende activa. De vergelijkende cijfers zijn hierdoor ook aangepast met een verschuiving van € 15,5 miljoen van de kortlopende schulden naar de vorderingen tot gevolg.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 48/342
Enkelvoudige Staat van Baten en Lasten over 2013
3. Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.3 College, cursus, les- en examengelden 3.4 Baten werk in opdracht van derden 3.5 Overige baten Totaal baten 4. Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Totaal lasten Saldo baten en lasten 5. Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsvoering 6. Belastingen 7. Resultaat deelnemingen Nettoresultaat
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Realisatie 2013
Begroting 2013
(M€) Realisatie 2012
188,6
187,4
182,3
19,2 91,8 19,2 318,8
19,7 87,3 16,6 311,0
18,4 91,0 18,9 310,6
200,9 22,9 21,0 71,8 316,6 2,2
205,9 21,3 24,6 58,8 310,6 0,4
196,1 22,3 21,6 69,3 309,3 1,3
- 4,4
- 4,7
- 5,1
- 2,2
- 4,3
- 3,8
0,2 - 2,0
- 4,3
- 0,2 - 4,0
PAGINA 49/342
Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2013 Activa Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa
Aanschafprijs 1-1-2013 Afschrijving cumulatief 1-1-2013 Boekwaarde 1-1-2013 Investeringen 2013 Aanschafwaarde desinvesteringen 2013 ** Afschrijvingen 2013 Afschrijvingen desinvesteringen 2013 ** Aanschafprijs 31-12-2013 Afschrijving cumulatief 31-12-2013 Boekwaarde 31-12-2013
1.2.1 Gebouwen en terreinen
1.2.2 Inventaris en apparatuur *
476,5
(M€) Totaal
Invest. subsidies
65,4
1.2.4 In uitvoering en vooruit betalingen 2,7
- 0,3
544,3
201,5 275,0
50,0 15,4
0,0 2,7
0,0 - 0,3
251,5 292,8
5,5
4,1
2,5
0,2
12,3
1,8 18,2
1,7 4,7
0,0 0,0
0,0 0,0
3,5 22,9
- 1,6
1,7
0,0
0,0
0,1
480,2
67,8
5,2
- 0,1
553,1
221,3 258,9
53,0 14,8
0,0 5,2
0,0 - 0,1
274,3 278,8
*): De desinvestering in materiële vaste activa ad € 3,4 miljoen betreft een bijzondere waardevermindering van één van de gebouwen van de universiteit naar verwachte opbrengstwaarde bij verkoop. Gestelde zekerheden Per 1 januari 2010 is aan de Staat der Nederlanden het recht van eerste hypotheek tot een bedrag van € 195 miljoen verstrekt op een deel van het onroerend goed ter zekerheid van de opgenomen leningen. Ten behoeve van het gebouw Hengelosestraat 99 een 1ste hypotheekinschrijving tot een bedrag van een € 23,6 miljoen, evenals een bedrag van € 9,4 miljoen tot verhaal van verschuldigde renten, vergoedingen en kosten, alsmede verpandingsrechten voortvloeiende uit de subsidietoezeggingen uit hoofd van de huisvesting. WOZ en verzekerde waarde gebouwen en terreinen WOZ-waarde gebouwen en terreinen Verzekerde waarde gebouwen
(M€) 211,5 618,0
Bovenstaande waardes zijn van toepassing op het belastingjaar 2013.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 50/342
Boekwaarde 01-012013
Invest. en verstrek -te leningen
1.3.1 Groepsmaatschappijen Holding Technopolis Twente Drienerbeek Onroerend Goed Totaal
8,0 2,0 10,0
0,1
1.3.2 Andere deelnemingen BTC B.V. Innofonds Twente B.V. The Gallery B.V. Totaal
0,6 1,4 0,0 2,0
1.3.3 Vorderingen op groepsmaatschappijen Drienerbeek Onroerend Goed 1) Holding Technopolis Twente 2) CMI B.V. Totaal
6,0 2,1 0,6 8,7
1.3.4 Vorderingen op andere deelnemingen The Gallery B.V. Totaal
0,0 0,0
1.3.7 Overige vorderingen Auditoren / Studenten TOP-leningen 3) TPRC PC’s, diversen (studenten) Overige leningen 4) Totaal
0,1 1,4 0,8 0,1 - 0,5 1,9
Totaal financiële vaste activa
22,6
1.3 Financiële vaste activa
Desinv. en aflossingen
0,1
0,5 0,5
0,0
0,0
Resultaat 2013
Reclass. / Corr. resultaat 2012
0,0
0,3
0,0
0,3
8,4 2,0 10,4
0,0
0,6 1,4 0,5 2,5
0,0
Boekwaarde 31-122013
0,4
0,7 0,5 0,6 1,8
0,0
0,0
5,3 2,0 0,0 7,3
0,7 0,7
0,0,
0,0
0,0
0,7 0,7
0,4
0,1
0,1 - 0,1 0,4
0,0
- 0,3
0,1 0,7 0,8 0,1 - 0,4 1,3
1,8
2,2
0,0
0,0
22,2
0,4 0,1
- 0,3
1). Het rentepercentage bedraagt 4,5%. De resterende looptijd van de lening bedraagt 20 jaren. 2). Er zijn geen afspraken inzake aflossing overeengekomen. De rentevergoeding is variabel (afhankelijk van het rendement van de betreffende lening). 3). De reclassificatie bij TOP-leningen betreft de verrekening met het aandeel van de voorziening leningen voor deze openstaande leningen. 4). De mutatie op de overige leningen betreft het herrubriceren van de overige vorderingen met een looptijd korter dan 1 jaar naar de vlottende activa. Vlottende activa 1.4 Voorraden 1.4.1 Gebruiksgoederen Totaal
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
31-12-2013 0,3 0,3
(M€) 31-12-2012 0,4 0,4
PAGINA 51/342
1.5 Vorderingen 1.5.1 Debiteuren 1.5.2 OCW 1.5.3 Groepsmaatschappijen Holding Technopolis Twente B.V. Drienerbeek Onroerend Goed B.V.
(M€) 31-12-2012
31-12-2013 28,2
30,0
5,7
6,3 4,5 0,1
2,6 0,1 2,7
4,6
1.5.5 Studenten/deelnemers/cursisten
0,1
0,1
1.5.6 Overige overheden
8,5
8,9
1.5.7 Overige vorderingen: Kortlopende vorderingen financiële vaste activa Overige
0,5 0,9
0,6 1,1 1,4
1.5.8 Overlopende activa: Werk in opdracht van derden - vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen - kosten Werk in opdracht van Derden Saldo projecten met een debetstand - vooruitgefactureerde en ontvangen termijnen - kosten Werk in opdracht van Derden Saldo projecten met een creditstand Vooruitbetaalde kosten Nog te ontvangen bedragen
- 85,5 137,1
1,7 - 74,2 124,4
* *
51,6 - 56,2 42,0
50,2 - 54,4 38,9
- 14,2 3,4 2,0
* * - 15,5
2,8 3,7
Totaal overlopende activa
5,4 42,8
6,5 41,2
1.5.9 Af: Voorziening wegens oninbaarheid
- 1,2
- 0,7
Totaal
88,2
92,1
*): met ingang van het boekjaar 2013 presenteert de universiteit het saldo van alle onderhanden projecten als één totaalbedrag onder de overlopende vlottende activa. De vergelijkende cijfers zijn hierdoor ook aangepast met een verschuiving van € 15,5 miljoen van de kortlopende schulden naar de vorderingen tot gevolg. Het verloop van de voorzieningen wegens oninbaarheid is als volgt: (M€) 2013 2012 1.5.9.1 Saldo per 1 januari - 0,7 - 0,9 1.5.9.2 Onttrekking 0,4 0,6 1.5.9.3 Dotatie - 0,9 - 0,4 Stand per 31 december - 1,2 - 0,7 Debiteuren In het debiteurensaldo zijn geen posten opgenomen met een betalingstermijn langer dan 1 jaar. OCW Onder de post OCW is de vordering inzake BAMA-compensatie opgenomen. Van de vordering per 31-12-2013 heeft M€ 5,1 een langlopend karakter langer dan 1 jaar.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 52/342
31-12-2013 0,1 34,0 35,0 69,1
1.7 Liquide middelen 1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen 1.7.3 Deposito’s Totaal
(M€) 31-12-2012 0,1 21,9 35,5 57,5
De deposito’s hebben een looptijd van maximaal 3 maanden.
Passiva 2.1 Eigen vermogen
2.1.1 Algemene reserve 2.1.1 Bestemmingsreserve sociale lasten fonds universiteit 2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek): DOG Onroerend Goed 2.1.3 Bestemmingsreserve (privaat): Holding Technopolis Twente Totaal
Stand per 1-12013 139,9
Resultaat
Overige mutaties
- 2,9
- 0,1
(M€) Stand per 3112-2013 136,9
1,6
0,7
0,0
2,3
2,0
0,0
0,0
2,0
8,0 151,5
0,2 - 2,0
0,2 0,1
8,4 149,6
De overige mutaties betreffen een verschuiving in de opbouw van het eigen vermogen door een agiostorting van € 0,1 miljoen vanuit de universiteit in de Holding Technopolis Twente. De gevormde bestemmingsreserve sociale lasten fonds universiteit geldt als egalisatiereserve om toekomstige verschillen tussen begrote en gerealiseerde sociale lasten te kunnen verrekenen. De gevormde bestemmingsreserves voor de gelieerde instellingen DOG Onroerend Goed en Holding Technopolis Twente geven de vermogenspositie van deze instellingen weer en deze reserves zijn bestemd voor het opvangen van mogelijke toekomstige tekorten van deze instellingen, alsmede bij de Holding Technopolis Twente om in de toekomst eventuele private activiteiten mee te financieren. (M€) 2.2 Voorzieningen
Stand per 1-1-2013 Dotaties Onttrekkingen Vrijval Stand per 31-12-2013 Onderverdeling saldo 31-12-2013: < 1 jaar > 1 jaar
2.2.1 Personeelsvoorzieningen 6,5 4,2 1,2 1,1 8,4
2.2.3 Overige voorzieningen 8,6 5,2 1,6 0,1 12,1
Totaal voorzieningen 15,1 9,4 2,8 1,2 20,5
2,9 5,5
1,8 10,3
4,7 15,8
Personeelsvoorzieningen: De voorziening reorganisatie en wachtgeld ad € 6,5 miljoen (2012 € 4,4 miljoen) heeft tot doel claims uit hoofde van uitkeringen na ontslag af te dekken. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op een inschatting van de toekomstige verplichtingen. De universiteit is eigen risicodrager voor de gehele werkloosheidsuitkeringen inclusief het bovenwettelijke deel. Deze voorziening is bepaald op basis van beschikbare gegevens uit de administratie van het UWV en de opgave van Raet.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 53/342
De voorziening uitgestelde personeelsbeloning ad € 1,7 miljoen (2012 € 2,0 miljoen) is gevormd ten behoeve van toekomstige uitbetalingen in verband met jubilea en non-activiteiten. De universiteit is eigen risicodrager voor de WAO en WIA. De WAO-uitkeringen gedurende de eerste vijf jaren van de arbeidsongeschiktheid komen hierdoor voor rekening van de universiteit. De voorziening WIA ad € 0,2 miljoen (2012 € 0,1 miljoen) is gewaardeerd tegen het bedrag van de bezoldiging inclusief werkgeverslasten. De universiteit is met ingang van 2006 eigen risicodrager voor de WIA, hetgeen tot gevolg heeft dat de universiteit het risico voor de lasten van de WGA-uitkeringen gedurende een periode van 10 jaar zelf draagt. Dotatie aan de voorziening vindt plaats op het moment dat voorzien wordt dat een werknemer instroomt in de WIA. Overige voorzieningen: De voorziening milieurisico’s ad € 3,8 miljoen (2012 € 3,7 miljoen) is gevormd in verband met de renovatie van vastgoed en meer specifiek wat betreft de asbestsanering. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks geïndexeerd en is gebaseerd op een rapport van deskundigen. De voorziening ondersteuning studenten ad € 0,6 miljoen (2012 € 1,0 miljoen) betreft opgebouwde rechten overeenkomstig art. 7.51 WHW. De hoogte van de voorziening is gebaseerd op een inschatting van de toekomstige aanspraken. De voorziening EU ad € 2,3 miljoen (2012 € 2,3 miljoen) is gevormd ter dekking van de mogelijke financiële correcties die doorgevoerd moeten worden op EU-projecten. Dit naar aanleiding van een EU-audit op projecten die vallen onder het e 6 kader. De universiteit heeft ten behoeve van The Gallery BV een huurgarantie afgegeven over een periode van 10 jaar. De huidige ontwikkelingen binnen The Gallery zijn voor de universiteit aanleiding om hiervoor een voorziening te treffen ad € 3,8 miljoen (2012 € 0,4 miljoen). Met betrekking tot de aanstaande verkoop van een pand is een voorziening van € 0,4 miljoen gevormd in verband met een verlieslatend huurcontract. Daarnaast is er nog een voorziening getroffen voor een bouwclaim ad € 1,2 miljoen.
2.3 Langlopende schulden
Stand per 1-1-2013 Aangegane leningen Aflossingen Stand per 31-12-2013 Looptijd > 1 jaar Looptijd > 5 jaar Rentepercentage
2.3.3 Kredietinstellingen 4,2 0,0 1,7 2,5 2,5 0,0 5,25%
2.3.5 ’s-Rijksschatkist 139,4 0,0 5,3 134,1 21,1 113,0 Variabel
(M€) Totaal
143,6 0,0 7,0 136,6 23,6 113,0
Het renterisico op bovengenoemde lening met variabele rente is afgedekt met renteswaps. Onderstaande tabel geeft een weergave van de aangegane leningen, jaarlijkse aflossingen en te betalen rente: Lening: ASN Bank
Einddatum: 15-01-2016
Ministerie van Financiën – lening 1 Ministerie van Financiën – lening 2 Ministerie van Financiën – lening 3
03-01-2039
Aflossing per jaar: Jaarlijks stijgende annuïteit + extra aflossing M€ 3,2
03-01-2039
M€ 0,9
02-01-2041
M€ 1,2
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Rente: 5,25% Variabel, 3 maands euribor + 10bp Variabel, 3 maands euribor + 10bp Variabel, 3 maands euribor + 10bp
PAGINA 54/342
2.4 Kortlopende schulden 2.4.1 Kredietinstellingen 2.4.3 Crediteuren 2.4.5 Schulden aan groepsmaatschappijen 2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen 2.4.7.1 Loonheffing 2.4.7.2 Omzetbelasting 2.4.7.3 Premies sociale verzekeringen Totaal belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.10 Overlopende passiva: Vakantiedagen/-geld Vooruit ontvangen collegegelden Vooruit ontvangen i.h.k.v subsidies OCW Transitoria Totaal overlopende passiva Totaal
7,0
6,9
21,2
17,6
0,1
0,2
7,2 0,7 1,9
6,9 0,0 1,9
2.4.8 Schulden terzake pensioenen 2.4.9 Overige kortlopende schulden Waarborgsommen Vooruit ontvangen/Nog te betalen bedragen Vooruit ontvangen i.h.k.v. bestemmingsfondsen Ontvangen voorschotten Werk in opdracht van Derden Verbonden partijen Diversen Totaal overige kortlopende schulden
(M€) 31-12-2012 *
31-12-2013
8,8
9,8
2,8
2,7
0,2 17,1 3,3
0,1 22,5 3,6
58,2 0,5 2,7
61,4 0,6 2,9 82,0
14,3 8,2 0,9 6,6
91,1 13,3 6,2 0,3 7,1
30,0
26,9
151,9
155,2
*): met ingang van het boekjaar 2013 presenteert de universiteit het saldo van alle onderhanden projecten als één totaalbedrag onder de overlopende vlottende activa. De vergelijkende cijfers zijn hierdoor ook aangepast met een verschuiving van € 15,5 miljoen van de kortlopende schulden naar de vorderingen tot gevolg. Op de regel Kredietinstellingen is het kortlopende aflossingsdeel (<1 jaar) opgenomen van de Langlopende schulden.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 55/342
Toelichting op de enkelvoudige Staat van baten en lasten over 2013 Realisatie 2013
(M€) Realisatie 2012
188,6 188,6
182,3 182,3
3.3.4 Collegegelden sector WO
19,2
18,4
3.4 Baten werk in opdracht van derden 3.4.1 Contractonderwijs 3.4.2 Contractonderzoek 3.4.3 Overige baten werk i.o.v. derden Totaal baten werk io.v. derden
1,6 82,5 7,7 91,8
1,4 75,3 14,3 91,0
Uitsplitsing 3.4.2 Contractonderzoek 3.4.2.1 Internationale organisaties 3.4.2.2 Nationale overheden 3.4.2.3 NWO 3.4.2.4 KNAW 3.4.2.5 Overige non-profit organisaties 3.4.2.6 Bedrijven Totaal Contractonderzoek
20,7 25,6 20,5 0,2 6,2 9,3 82,5
15,5 25,2 20,2 0,1 5,7 8,6 75,3
3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur 3.5.2 Detachering personeel 3.5.3 Overige Totaal overige baten
3,6 1,3 14,3 19,2
4,6 0,6 13,7 18,9
318,8
310,6
Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 Rijksbijdragen OCW Totaal Rijksbijdrage
Totaal baten
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 56/342
Lasten 4.1 Personeelslasten 4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.2 Overige personele lasten Totaal personeelslasten Uitsplitsing 4.1.1.1 Brutolonen en salarissen 4.1.1.2 Sociale lasten 4.1.1.3 Pensioenpremies Totaal lonen en salarissen 4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 4.1.2.2 Personeel niet in loondienst 4.1.2.3 Overige Totaal overige personele lasten
Realisatie 2013
(M€) Realisatie 2012
185,1 15,8
183,7 12,4 200,9
4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur 4.3.2 Verzekeringen 4.3.3 Onderhoud 4.3.4 Energie en water 4.3.5 Schoonmaakkosten 4.3.6 Heffingen 4.3.8 Overige Totaal huisvestingslasten 4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie- en beheerslasten 4.4.2 Inventaris en apparatuur 4.4.3 Dotaties overige voorzieningen 4.4.4 Overige Totaal overige lasten
5. Financiële baten en lasten
145,3 17,5 20,9
145,2 17,8 22,1 185,1 3,1 3,6 9,1
Gemiddelde fte’s WP/OP OBP Totaal gemiddelde fte’s 4.2 Afschrijvingen 4.2.1 Immateriële vaste activa 4.2.2 Materiële vaste activa Totaal afschrijvingen
196,1
* * 183,7
- 2,0 4,1 10,3 15,8
12,4
1.626,1 1.121,9 2.748,0
1.690,9 1.137,8 2.828,7
22,9
22,3 22,9
2,5 0,4 5,0 5,2 3,3 1,5 3,1
22,3
2,6 0,4 4,5 6,2 3,6 1,4 2,9 21,0
15,2 10,0 5,2 41,5
21,6
17,5 9,4 2,9 39,5 71,8
Realisatie 2013
69,3 (M€) Realisatie 2012
5.1 Rentebaten 5.5 Rentelasten
0,5 - 4,9
0,4 - 5,5
Saldo financiële baten en lasten
- 4,4
- 5,1
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 57/342
Overzicht verbonden partijen Meerderheidsdeelnemingen
Drienerbeek Onroerend Goed Holding Technopolis Twente
Juridische vorm B.V. B.V.
Code activiteiten: 1. Contractonderwijs 2. Contractonderzoek
3. Onroerende zaken 4. Overige
Naam
Statutaire Code zetel activiteit Enschede Enschede
Eigen Vermogen Exploitatie Omzet 2013 Verklaring Deelname Consolidatie 31 december 2013 Resultaat 2013 Art.2:403 BW percentage 3 M€ 2,0 M€ 0,0 M€ 0,9 nee 100 ja 4 M€ 8,3 M€ 0,2 M€ 7,0 nee 100 ja Samenstelling bestuur en directie meerderheidsdeelnemingen directie: J.C. Berger Drienerbeek Onroerend Goed B.V. statutair bestuurder: K.J. van Ast Holding Technopolis Twente B.V.
Overige verbonden partijen
Naam
Juridische vorm
Statutaire zetel
Participatiemij Oost Nederland The Gallery Bedrijfs Technologisch Centrum Twente Controllab Products Nederlandse Duitse Internet Exchange Panthera Group (v/h Lionix) Micronit Microfluidic Mosaic Systems Smarttip Medimate Holding MobiHealth SenzAir Smart Signs Holding Ambiënt Holding Recore Systems Medisse Twente Technology Fund Panaxea Dutch RhEumatoid Arthritis Monitoring Holding 52° North 20 Med Therapeutics Nocitrack Sensor Imprint Technology Materiomics MyLife Technology 4Silence Screvo Holding STiPPT Technopolis Twente Onroerend Goed De Hogekamp United Twente Innovation Congres- en Studiecentrum Twente ITC International Hotel Center for Medical Imaging High Tech Factory High Tech Facilities High Tech Fund UT International Ventures Holding UT International Ventures U-Needle Holding UTIVH – Micronext Holding UTIVH – Aerotech Development UTIVH - Vycap Ostendum Holding Ostendum R&D PA Imaging Holding PA Imaging R&D
B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. GMBH B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V. B.V.
Arnhem Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Breda Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Nijmegen Münster Hengelo Enschede Doorn Bilthoven Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede Enschede
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Code activiteiten
Deelnamepercentage
4 3 4 2 4 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 2 3 3 2 3 3 4 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
4% 14% 36% 49% 25% 23% 16% 43% 15% 5% 12% 13% 10% 15% 6% 6% 19% 15% 50% 26% 18% 53% 67% 25% 15% 27% 48% 60% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 60% 100% 27% 100% 100% 100% 51% 100% 52% 100%
PAGINA 58/342
WNT: Wet normering topfunctionarissen publieke en semipublieke sector WNT-norm 2013: € 228.599,00 4.1: Vermelding bezoldiging topfunctionaris en gewezen topfunctionarissen publieke en semipublieke sector
Col l ege va n Bes tuur
V. van der Chijs A.H. Flierman K.J. van Ast 1) K.J. van Ast H. Brinksma
Functi e
Voorzi tters cl a us ul e va n toepa s s i ng
Voorzitter Voorzitter Vice-Voorzitter Vice-Voorzitter Rector Magnificus
J J N N N
Inga ngs da tum dvd
Ei nd da tum dvd
1-10-2013 1-8-2005 30-4-2013 1-10-2005 30-9-2013 1-10-2013 1-1-2009
Omva ng dvd i n fte
1,0 1,0 1,0 1,0 1,0
Bel oni ng
€ € € € €
Bel a s te va s te en va ri a bel e onkos ten vergoedi ngen
43.124 67.441 151.678 43.124 180.082
‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Voorzi eni ngen Ui tkeri ngen bel oni ng wegens beta a l ba a r beëi ndi gi ng op termi jn va n het dvd
€ € € € €
8.563 11.055 25.688 8.563 33.166
0 0 0 0 0
Omgerekend ja a rba s i s
€ € € € €
219.868 213.249 232.116 219.868 213.249
Vermelding alle toezichthouders
Ra a d va n Toezi cht
C.J. van der Graaf E.T.A. de Boer J.I. Stoker A.H. Schaaf C.I.J.M. Ross-van Dorp
Functi e
Voorzi tters cl a us ul e va n toepa s s i ng
Voorzitter Lid Lid Lid Lid
J N N N N
Inga ngs da tum functi e
Ei nd da tum functi e
Bel oni ng
1-5-2011 1-2-2008 1-12-2008 1-8-2012 1-11-2012
€ € € € €
Bel a s te va s te en va ri a bel e onkos ten vergoedi ngen
15.000 10.000 10.000 10.000 10.000
Voorzi eni ngen Ui tkeri ngen wegens bel oni ng beta a l ba a r beëi ndi gi ng va n functi e op termi jn ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
‐ ‐ ‐ ‐ ‐
‐ ‐ ‐ ‐ ‐
Vermelding alle interim bestuurders n.v.t.
4.2: Vermelding gegevens van een ieder van wie de bezoldiging van de WNT‐norm te boven gaat Functi e of functi es
Hoogleraar 2)
Inga ngs da tum dvd
1-7-1998
Ei nd Omva ng da tum dvd dvd i n fte
Bel oni ng
1,0 € 193.328
bel a s te va s te en va ri a bel e onkos ten vergoedi ngen ‐
Voorzi eni ngen Ui tkeri ngen bel oni ng wegens beta a l ba a r beei ndi gi ng op termi jn va n het dvd
€
35.463
‐
Omgerekend ja a rba s i s
€ 228.792
Motivering overschrijding: 1). Bij de benoeming tot 01-10-2013 wordt de WNT-norm overschreden (overgangsrecht). Bij zijn nieuwe benoeming is de bezoldiging aangepast en is lager dan de WNT-norm. 2). De beloning is overeengekomen (overgangsrecht) met een meer dan excellente wetenschapper om internationaal te kunnen concurreren en deze wetenschapper voor onze universiteit te kunnen behouden.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 59/342
Model H: Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders 2013
1-10-2013 31-12-2013 1-10-2013 1,0 1-1-2013 30-4-2013 1-8-2005 1,0 1-1-2013 30-9-2013 1-10-2005 1,0 1-10-2013 31-12-2013 1-10-2013 1,0 1-1-2013 31-12-2013 1-1-2009 1,0
D D D D D
/ gra ticifa ties Ont v ange n p en be lo n s ioenb inge n ijd b t erm ijn 20 etaaldba rage n / ar op 13 Uitke ring dv b 2 e n w ege ns be 013 ë indig ing
Bonu sb 20 13 etalingen
Taak
omva n g (f t e) Die n stbet r e kk in int eri g (D) m ba of op s is (I ) Perio d iek betaa 20 13 ld e b (*) eloni n gen
b I ngan
gsd a tum d v
ove re en ko m Du ur arb e ids
ove re en ko m Du ur arb e ids
tie Func
Dhr. V. van der Chijs (voorzitter) Dhr. A.H. Flierman (voorzitter) Dhr. K.J.van Ast (vice-voorzitter) Dhr. K.J.van Ast (vice-voorzitter) Dhr. H. Brinksma (rector magnificus) Totaal bestuurders:
s t: to t
s t: va n af
Bestuurders
€ 44.863,62 € 69.760,13 € 156.304,59 € 44.863,62 € 187.039,08 € 502.831,04
€ 8.562,81 € 11.055,40 € 25.688,43 € 8.562,81 € 33.166,20 € 87.035,65
*): Over het surplus boven € 150.000 belastbaar is 16% crisisheffing als eindheffing afgedragen (totaal € 6.216).
Dhr. C.J. van der Graaf (voorzitter) Dhr. E.T.A. de Boer Mw. J.L. Stoker Dhr. A.H. Schaaf Mw. C.I.J.M. Ross-van Dorp Totaal toezichthouders:
1-1-2013 1-1-2013 1-1-2013 1-1-2013 1-1-2013
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
31-12-2013 1-5-2011 31-12-2013 1-2-2008 31-12-2013 1-12-2008 31-12-2013 1-8-2012 31-12-2013 1-11-2012
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
/ gra ticifa ties Ontv ange n p ens be lo ninge ioenb nb ijd t erm ijn 20 et aaldba rage n / ar op 13 Uit ke ring dv b 2 e n w ege ns be 013 ë ind iging
Bonu sb 20 13 et alingen
g (fte Die n ) st bet interim re kk in g (D) o bas is f op (I) Perio d iek betaa 20 13 ld e b eloni n gen
omva n Taak
I ngan
gsd a t um d v
b
s t: to t reen kom
Du ur arb e ids ov e
Du ur arb e ids
Func
tie
ove re en ko m
s t: va n af
Toezichthouders
€ 15.000,00 € 10.000,00 € 10.000,00 € 10.000,00 € 10.000,00 € 55.000,00
PAGINA 60/342
Overige gegevens Aan: het College van Bestuur en de Raad van Toezicht van Universiteit Twente
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening over 2013 van Universiteit Twente te Enschede gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2013 en de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2013 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het College van Bestuur Het College van Bestuur van de universiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het College van Bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het College van Bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van de relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 2.9, lid 3 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013 en de Beleidsregels toepassing WNT, exclusief het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico is dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risicoinschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de universiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidcriteria en van de redelijkheid van de door het College van Bestuur van de universiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Universiteit Twente per 31 december 2013 en van het resultaat over 2013 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs en de Beleidsregels toepassing WNT.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 61/342
Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2013 in alle van materieel belangzijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het Onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f van het BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 van het BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h van het BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 van het BW. Tenslotte vermelden wij dat het jaarverslag voldoet aan de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.2.5 Jaarverslag van het Onderwijscontroleprotocol OCW/EZ 2013. Enschede, 25 juni 2014 KPMG Accountants N.V. H. Visser RA
Bepaling omtrent de resultaatbestemming Ingevolge artikel 2.9, lid 5 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek wordt het resultaat van het verslagjaar verrekend met de reserve van de instelling. Het tekort over het verslagjaar 2013 van € 2,3 miljoen wordt onttrokken aan het eigen vermogen.
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich na de balansdatum geen gebeurtenissen voorgedaan met een significante invloed op het resultaat en het vermogen van de universiteit.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 62/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 63/342
Jaarverslag 2013 Deel 2 Uitsluitend bestemd voor intern gebruik
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 64/342
Universiteit Twente Jaarverslag 2013 Inleiding Het primaire doel van het jaarverslag is het afleggen van rekening en verantwoording aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Het accent ligt hierbij op een verantwoording van de universiteit als geheel. Over faculteiten en diensten behoeft relatief weinig informatie te worden verstrekt. Binnen de universiteit is echter behoefte aan een gedetailleerde verslaglegging, die aansluit op de interne methodiek van middelentoewijzing. Vandaar dat naast het extern jaarverslag (deel 1) een intern jaarverslag (deel 2) wordt uitgebracht, welke uitsluitend is bestemd voor intern gebruik. In deel 1 van het jaarverslag wordt op hoofdlijnen verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid in 2013. Dit deel omvat het officiële jaarverslag 2013 van de instelling en wordt toegezonden aan de Minister. Deel 2 van het jaarverslag bevat de detailinformatie per faculteit, instituut en dienst. Elke beheerseenheid geeft een toelichting op de behaalde resultaten. De teksten zijn onder verantwoordelijkheid van de beheerseenheden aangeleverd. Voor zover van toepassing wordt aangegeven hoe de resultaten op de interne en externe doorsluizingen zijn samengesteld. Verder worden de activiteiten kort toegelicht en wordt een indicatie gegeven van de toekomstverwachtingen.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 65/342
Resultaat per eenheid jaar 2013-2012 (in k€) Bruto resultaat 2013 geïntegreerd
UNIVERSITEIT TWENTE Faculteiten Construerende Technische Wetenschappen Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica NanoLab ATLAS Technische Natuurwetenschappen Management & Bestuur Gedragswetenschappen Loket-VO International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation
(1.203) (6.764) (133) 571 (34) (1.009) (63) (183) 2.014
(150) (3.840) (29) (76) 591 (614) (430) (82) 3.169
(6.804)
(1.460)
(136) 305 (593) (1.638) 293
(520) 444 334 (2.370) (25)
Totaal Speerpuntinstituten
(1.767)
(2.137)
Totaal Primair proces
(8.571)
(3.598)
(142) 15 (10) 40 330 135 14 155 (15) (705) 8
(425) (233) 22 (59) 175 53 (18) (162) (320) (859) 19
(176)
(1.807)
(829) 232 6.615
(673) 562 1.611
Totaal Centrale UT Eenheid
6.018
1.500
Resultaat deelnemingen
759
Totaal Faculteiten Speerpuntinstituten Institute of Mechanics, Processes and Control Twente Center for Telematics and Information Technology MESA+, Institute for Technology MIRA - Institute for Biomedical Technology and Technical Medicine Institute for Governance Studies
Diensten ICT-Servicecentrum Centre for Educational Support Student Union Bibliotheek & Archief Facilitair Bedrijf Strategie en Beleid Marketing en Communicatie Financiële en Economische Zaken Human Resources Algemene Zaken College van Bestuur Totaal Diensten Centrale UT Eenheid Centrale Subsidies en Lidmaatschappen Centrale kosten HRM-beleid Centrale Egalisatie UT
Totaal Universiteit
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Bruto resultaat 2012 geïntegreerd
(1.971)
PAGINA 66/342
(127) (4.032)
Budgetvergelijking 2013 (in k€) Baten 2013 begroting werkelijk
Lasten 2013 begroting werkelijk
Resultaat 2013 begroting werkelijk
UNIVERSITEIT TWENTE Faculteiten Construerende Technische Wetenschappen Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica NanoLab ATLAS Technische Natuurwetenschappen Management & Bestuur Gedragswetenschappen Loket-VO International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation
39.578 67.245 4.294 1.472 93.098 34.183 25.083 3.510 27.161
38.920 66.781 4.220 1.346 100.163 33.774 26.794 4.565 27.599
40.543 68.814 4.294 1.436 94.326 35.811 25.502 3.509 27.131
40.123 73.545 4.353 774 100.197 34.783 26.856 4.748 25.585
(965) (1.569) (0) 36 (1.229) (1.628) (420) 0 30
(1.203) (6.764) (133) 571 (34) (1.009) (63) (183) 2.014
295.623
304.161
301.368
310.965
(5.745)
(6.804)
0 27.288 49.879 18.917 19.595
2.784 28.022 52.672 20.156 21.574
100 27.613 50.382 21.253 19.606
2.920 27.717 53.265 21.794 21.281
(100) (325) (503) (2.336) (11)
(136) 305 (593) (1.638) 293
Totaal Speerpuntinstituten
115.679
125.209
118.953
126.977
(3.274)
(1.767)
Totaal Primair proces
411.302
429.370
420.321
437.942
(9.019)
(8.571)
14.044 8.276 2.517 7.337 11.333 3.546 7.984 3.879 4.083 11.787 1.255
14.272 8.602 2.392 7.382 11.068 3.625 8.240 4.010 4.188 11.379 1.256
14.044 8.500 2.516 7.337 11.439 3.599 7.984 3.879 4.103 11.815 1.255
14.414 8.587 2.403 7.343 10.737 3.490 8.227 3.855 4.203 12.084 1.248
0 (224) 0 0 (106) (53) (0) 0 (20) (28) 0
(142) 15 (10) 40 330 135 14 155 (15) (705) 8
76.042
76.414
76.471
76.591
(430)
(176)
4.390 5.021 61.921
4.326 5.263 95.811
5.125 5.021 56.007
5.156 5.030 88.437
(735) 0 5.914
(829) 232 6.615
71.332
105.400
66.153
98.623
5.179
6.018
Totaal Faculteiten Speerpuntinstituten Institute of Mechanics, Processes and Control Twente Centrum voor Telematica en Informatie Technologie MESA+, Institute for Nanotechnology MIRA - Institute for Biomedical Technology and Technical Medicine Institute for Governance Studies
Diensten ICT-Servicecentrum Centre for Educational Support Student Union Bibliotheek en Archief Facilitair Bedrijf Strategie en Beleid Marketing en Communicatie Financiële en Economische Zaken Human Resources Algemene Zaken College van Bestuur Totaal Diensten Centrale UT Eenheid Centrale Subsidies en Lidmaatschappen Centrale kosten HRM-beleid Centrale Egalisatie UT Totaal Centrale UT Eenheid Resultaat geconsolideerde deelnemingen Totaal Universiteit
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
759 558.675
611.185
562.945
613.157
(4.270)
PAGINA 67/342
(1.971)
UNIVERSITEIT TWENTE
Totaal Universiteit Twente Specificatie naar lasten en baten
Lasten ( in k€ )
Jaarrekening 2013 voor eliminatie
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Eliminaties 2013
( in k€ )
Personele lasten
(4.400) (1.154) (141) (5.695)
Huisvestingslasten
38.467 18.211 25.022 81.700
(1.751) (2.608)
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Bijzondere lasten
Jaarrekening 2013 voor eliminatie
Eliminaties 2013
Jaarrekening 2013
Toewijzingen 123.637 27.732 45.990 5.374 10.621 213.354
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m 2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Baten
Jaarrekening 2013
4.719 10.200 468 1.500 16.887 5.376 7.882 1.959 373 15.589
(857)
123.637 27.732 41.590 4.220 10.480 207.659
(149)
(46) (2) 9 (39)
5.376 7.836 1.957 382 15.550
1.279 4.186 8.128 12.494 6.930 1.887 9.961 17.358 5.195 46.250
(23) (1.711) (7)
(2.386)
1.256 2.475 8.121 12.494 6.414 1.885 10.030 8.213 5.195 43.864
113.667
(13.721)
99.946
(516) (2) 69 (9.145)
Totaal Toewijzingen
45.073
(2.386)
208.945 254.018
42.687 208.945
(2.386)
251.632
37.610 18.211 23.271 79.092 4.719 10.051 468 1.500 16.738
(149)
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
23.546 18.762 49.393 134
23.546 18.762 49.393 134
Totaal Werk voor Derden
91.836
91.836
Overige opbrengsten
20.081
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
(766)
19.315
26.919 14.243
26.919 14.243
5.520 3.336 135.996 45.238 32.787 57.971
5.520 3.336 135.996 45.238 32.787 57.971
Doorsluizingen
186.015
186.015
26.919 14.243
26.919 14.243
5.520 3.336
5.520 3.336
135.996
135.996
186.015
186.015
Doorberekende interne opbrengsten
80.275
(19.060)
61.215
4.851 3.306 8.157
Bijzondere baten
7.921
(7.508)
413
0
Resultaat deelnemingen
759
Totaal van de baten
640.904
12.359 3.306 15.665
(7.508) (7.508)
Bezuinigingstaakstelling
759
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
(1.971) (1.971) 640.904
(1.971) (1.971) (29.720)
611.184
(29.720)
611.184
PAGINA 68/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Totaal Universiteit Twente Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
125.317 26.386 40.675 5.813 5.984 204.174
124.090 24.097 46.661 5.735 5.805 206.388
123.637 27.732 41.590 4.220 10.480 207.659
Huisvestingslasten
37.450 17.624 24.078 79.152
38.300 16.893 26.310 81.503
37.610 18.211 23.271 79.092
4.708 9.404 508 1.636 16.256
4.431 7.777 407 1.622 14.238
4.719 10.051 468 1.500 16.738
5.093 7.430 2.303 271 15.096
5.456 8.823 2.443 260 16.982
5.376 7.836 1.957 382 15.550
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m 2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
1.344 2.428 8.567 12.631 7.999 1.619 10.795 8.958 2.896 41.278
17.272
1.256 2.475 8.121 12.494 6.414 1.885 10.030 8.213 5.195 43.864
98.515
69.248
99.946
28.887 14.308
28.263 14.243
26.919 14.243
6.139 4.728
5.520 3.336
134.476
5.520 2.638 153 336 121.941
135.996
188.537
173.094
5.468 94 5.562
4.890
Bijzondere lasten Bezuinigingstaakstelling
0
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
1.490 2.539 7.309 8.995 7.931 1.205 13.491 9.016
4.890
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
200.250
41.708
42.222 7.653 169.519
208.945
42.687
241.958
219.393
251.632
23.210 14.155 53.388 230
20.478 12.782 53.353
23.546 18.762 49.393 134
Totaal Werk voor Derden
90.982
695 87.308
91.836
Overige opbrengsten
19.911
16.598
19.315
28.887 14.308
27.709 14.243
26.919 14.243
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
6.139 4.728 134.476 44.636 23.797 66.043
400 5.521 2.608 121.941
5.520 3.336 135.996 45.238 32.787 57.971
Doorsluizingen
188.537
172.421
186.015
186.015
Doorberekende interne opbrengsten
61.631
62.755
61.215
4.851 3.306 8.157
Bijzondere baten
367
200
413
0
Resultaat deelnemingen
0
759
558.675
611.184
(3.398)
(127)
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
Dekkingsbijdrage
(4.032) (4.032)
(4.270) (4.270)
(1.971) (1.971)
603.260
558.675
611.184
15.925
15.990
20.759
Totaal van de baten
603.260
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
23,1 144,7 139,9 286,1 102,5 280,7
1.751 10.425 7.499 13.016 4.724 8.083
713,5 0,4 1.690,9 58,9 187,1 826,8 63,7 1,4 1.137,8
13.240 15 58.752 4.361 9.506 24.220 1.632 62 39.779
Overige inzet
pm
2.326
Overige kosten
pm
157
TOTAAL
2.828,7
101.014
PNUT
175,2
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
19,9 144,7 140,7 298,9 102,8 233,4 21,0 684,7 0,1 1.646,3 58,9 193,6 822,2 53,1 5,8 1.133,7
1,7 2.781,6 112,4
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
1.952 13.102 9.428 15.550 5.261 9.773 604 19.644 11 75.326 4.549 10.567 29.770 1.438 240 46.563
20,8 140,3 143,0 268,3 107,6 267,9 4,7 671,9 1,7 1.626,1 54,0 198,9 809,0 58,6 1,3 1.121,9
1.955 13.341 9.578 13.880 5.396 11.071 176 19.238 52 74.687 4.237 10.736 29.299 1.591 48 45.911
2.173
pm
29
pm
2.654 132
124.090
2.748,1
123.383
226,3
PAGINA 69/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Totaal Primair Proces Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
98.081 1.994 53.065 5.486 4.508 163.134
96.233 3.394 52.443 4.386 4.006 160.462
96.111 3.749 52.310 4.171 6.246 162.588
Huisvestingslasten
24.670 1.544 3.973 30.187
25.075 1.469 3.790 30.334
24.533 1.441 4.101 30.074
2.817 8.700 281 1.091 12.889
2.689 7.496 203 1.184 11.573
2.903 9.510 168 890 13.470
2.417 6.891 1.416 253 10.977
2.695 8.386 1.408 252 12.741
2.559 7.175 1.243 253 11.229
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m 2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
428 799 8.032 6.871 3.881 563 4.489 8.673
527 898 6.936 5.966 3.558 616 7.145 9.010
506 737 7.658 6.700 2.366 928 4.171 7.982
33.736
34.656
31.048
28.887 14.308
28.263 14.243
26.919 14.243
6.139 4.728
5.520 3.336
134.476
5.520 2.638 153 336 121.941
135.996
188.537
173.094
312 94 406
290
Bijzondere lasten Bezuinigingstaakstelling
0
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
290
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
102.456
37.635
29.705 6.384 100.435
102.007
34.009
140.091
136.524
136.016
23.210 14.155 52.926 230
20.478 12.782 53.353
23.546 18.762 49.346 134
Totaal Werk voor Derden
90.520
695 87.308
91.788
Overige opbrengsten
9.119
7.761
8.489
28.887 14.308
27.709 14.243
26.919 14.243
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
6.139 4.728 134.476 44.636 23.797 66.043
400 5.521 2.608 121.941
5.520 3.336 135.996 45.238 32.787 57.971
Doorsluizingen
188.537
172.421
186.015
186.015
Doorberekende interne opbrengsten
8.002
7.088
7.063
211 3.306 3.517
Bijzondere baten
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
436.269
411.302
429.370
(2.828)
(1)
200
(0)
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
Dekkingsbijdrage
(3.598) (3.598)
(9.019) (9.019)
(8.571) (8.571)
436.269
411.302
429.370
15.935
15.990
20.759
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
22,1 144,7 139,9 286,0 102,5 279,7
1.751 10.425 7.499 13.014 4.724 8.024
712,5 0,4 1.687,8 19,4 62,5 415,0 5,2 0,1 502,1
13.211 15 58.662 1.256 2.867 9.664 70 14 13.871
Overige inzet
pm
1.194
Overige kosten
pm
106
TOTAAL
2.189,9
73.834
PNUT
175,2
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
19,9 144,7 140,7 298,9 102,8 233,2 21,0 683,7 0,1 1.645,1 18,5 65,7 393,6 3,9 5,4 487,1
1,5 2.133,7 112,4
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
1.952 13.102 9.428 15.550 5.261 9.763 604 19.614 11 75.285 1.394 3.664 14.397 102 232 19.789
19,8 140,3 143,0 268,3 107,6 267,7 4,7 670,9 1,7 1.623,9 18,2 64,1 401,3 3,8
1.955 13.341 9.578 13.880 5.395 11.060 176 19.208 52 74.645 1.398 3.475 14.745 99
487,3
19.717
1.139
pm
20
pm
1.565 70
96.233
2.111,3
95.998
226,3
PAGINA 70/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Totaal Faculteiten Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
96.910 1.899 52.463 5.293 4.426 160.990
95.212 3.363 51.884 4.061 3.978 158.498
95.046 3.505 51.751 3.820 6.192 160.313
Huisvestingslasten
24.427 1.544 3.952 29.923
24.884 1.469 3.782 30.135
24.304 1.441 4.076 29.821
2.750 5.540 237 1.079 9.606
2.617 4.905 201 1.182 8.905
2.830 5.620 166 881 9.498
2.413 6.824 1.349 253 10.838
2.694 8.317 1.335 252 12.598
2.555 7.063 1.214 253 11.085
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
422 773 7.865 6.447 3.025 506 4.146 7.959
511 882 6.799 5.350 3.406 614 6.946 8.306
506 711 7.290 6.150 2.058 831 3.986 7.201
31.143
32.814
28.732
67.238
60.958
67.998
67.238
60.958
312 94 406
290
Bijzondere lasten
290
Bezuinigingstaakstelling
0
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
32.814
27.333 6.309 53.510
31.457
53.601 86.415
87.152
86.542
23.186 14.083 48.514 230
20.467 12.782 50.146
23.535 18.730 43.814 134
55.084
Totaal Werk voor Derden
86.013
522 83.917
86.213
Overige opbrengsten
8.944
7.761
8.329
28.887 14.308
27.709 14.243
26.919 14.243
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
6.139 4.728 67.238 22.318 11.898 33.021
400 5.521 2.608 60.958
5.520 3.336 67.998 22.619 16.394 28.985
Doorsluizingen
121.299
111.438
118.017
67.998
Doorberekende interne opbrengsten
6.015
5.155
5.061
211 3.306 3.517
Bijzondere baten
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
308.685
295.623
304.161
(2.828)
(1)
200
(0)
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
Dekkingsbijdrage
(1.460) (1.460)
(5.745) (5.745)
(6.804) (6.804)
308.685
295.623
304.161
15.138
15.990
20.393
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
18,5 144,7 139,9 286,0 102,5 279,5
1.298 10.425 7.499 13.014 4.724 8.019
712,1 0,4 1.683,7 14,4 60,9 408,6 5,2 0,1 489,1
13.198 15 58.192 867 2.781 9.440 70 14 13.173
Overige inzet
pm
1.193
Overige kosten
pm
106
TOTAAL
2.172,8
72.664
PNUT
175,2
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
16,7 144,7 140,7 298,9 102,8 233,2 21,0 683,7 0,1 1.642,0 14,5 64,1 387,3 3,9 5,4 475,2
1,5 2.118,6 112,4
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
1.546 13.102 9.428 15.550 5.261 9.763 604 19.614 11 74.879 1.093 3.570 14.177 102 232 19.174
16,9 140,3 143,0 268,3 107,6 267,6 4,7 670,8 1,7 1.620,8 14,2 62,4 393,6 3,8
1.574 13.341 9.578 13.880 5.395 11.056 176 19.206 52 74.257 1.094 3.381 14.473 99
474,0
19.047
1.139
pm
20
pm
1.558 70
95.212
2.094,8
94.932
226,3
PAGINA 71/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Totaal Speerpuntinstituten Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
1.171 95 602 193 83 2.144
1.021 31 560 325 28 1.965
1.065 244 559 351 54 2.274
242
191
228
21 264
8 199
25 253
67 3.160 43 12 3.283
72 2.592 2 2 2.668
72 3.889 1 9 3.973
4 67 67
1 69 73
3 112 28
139
143
144
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
6 27 166 424 856 57 342 714
Overige lasten
16 16 137 616 152 2 199 704
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
48.855
2.372 75 46.925
46.923
53.677
49.372
49.474
24 71 4.412
11 3.207
11 32 5.532
Totaal Werk voor Derden
4.507
173 3.391
5.575
Overige opbrengsten
176
0
160
67.238 22.318 11.898 33.021
60.983
Doorsluizingen
67.238
60.983
67.998
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
0 27 368 551 308 97 185 780
4.822
2.551
67.998 16.394 28.985
2.593
1.842
2.316
28.887 14.308
28.263 14.243
26.919 14.243
6.139 4.728
5.520 3.336
67.238
5.520 2.638 153 336 60.983
67.998
121.299
112.136
118.017
Doorberekende interne opbrengsten
1.987
1.933
2.002
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
127.584
115.679
125.209
Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
(2.137) (2.137)
(3.274) (3.274)
(1.767) (1.767)
127.584
115.679
125.209
797
0
366
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP
3,6
Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte. 453
3,2
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte. 406
3,0
381
4
0,1
4
0,1
0,4
13
0,1
2
4,2 5,0 1,5 6,4
470 389 86 224
3,2 4,0 1,6 6,3
406 301 94 220
3,1 4,0 1,6 7,6
388 304 93 273
13,0
699
11,9
615
13,3
670
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
17,1
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
2
pm
7
pm 1.171
15,1 1,0
1.021
16,4
1.065
0,0
PAGINA 72/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Totaal Diensten Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
26.607 1.443 14.369 70 1.243 43.732
27.465 955 14.912 209 1.152 44.693
26.865 1.139 14.658 87 1.074 43.822
Huisvestingslasten
11.253 47 870 12.171
11.630 80 985 12.695
11.543 47 1.003 12.593
1.711 669 170 441 2.991
1.673 281 204 369 2.526
1.646 524 239 506 2.914
2.669 466 879 18 4.032
2.761 433 1.035 8 4.237
2.814 572 707 128 4.222
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
54.562
3.647
1.267 1.194 55.078
55.079
3.896
58.209
57.540
58.975
462
47
Totaal Werk voor Derden
462
0
47
Overige opbrengsten
4.437
5.802
4.496
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
796 1.494 463 3.635 1.991 359 4.877 40
963 1.634 352 1.629 1.729 486 6.089 6
652 1.574 429 4.181 1.763 321 4.099 20
13.656
12.889
13.040
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
11.667
12.700
12.896
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
74.775
76.042
76.414
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
(568)
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
(1.807) (1.807) 74.775
Dekkingsbijdrage
(430) (430)
(176) (176)
76.042
76.414
0
0
(10)
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
0,0
0,0 37,7 124,4 409,2 49,6 1,3 622,3
Begroting 2013 k€
gem. fte.
2 2.978 6.627 14.487 1.327 47 25.465
Overige inzet
pm
1.118
pm
50
TOTAAL
622,3
26.635
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
gem. fte.
2
Overige kosten
PNUT
Jaarrekening 2013 k€
k€
39,4 127,9 426,1 41,2 0,4 635,0
0,3 635,3
3.094 6.902 15.291 1.126 8 26.422
0,0 0,0
1 1
0,0 33,9 133,4 403,5 46,1 1,3 618,1
2 2.696 7.166 14.482 1.261 48 25.652
1.034
pm
9
pm
1.072 4
27.465
618,2
26.730
0,0
PAGINA 73/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Totaal Centrale UT Eenheid Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten
629 22.949 (26.759) 257 232 (2.692)
393 19.748 (20.695) 1.140 647 1.233
661 22.844 (25.378) (38) 3.160 1.249
1.527 16.033 19.235 36.795
1.595 15.344 21.535 38.474
1.534 16.723 18.167 36.425
180 34 57 104 375
69
171 17 61 104 353
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
Overige lasten
70 139
7 74 8
5
3 89 6
88
5
99
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
43.232
11.250 75 14.005
51.859
43.658
25.330
56.641
Totaal Werk voor Derden
0
0
0
Overige opbrengsten
6.355
3.035
6.330
Totaal Toewijzingen
427
4.782
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
120 135 73 2.124 2.126 697 1.428 244 2.896 41.278
17.272
98 163 34 1.613 2.285 636 1.760 211 5.195 43.864
51.122
21.703
55.858
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
41.962
42.967
41.257
368
0
414
(127)
0
759
71.332
105.400
7 21 1.399 2.644 104 257
Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
5.155
4.600
4.640
Bijzondere lasten
5.155
4.600
4.640
Bijzondere baten
Bezuinigingstaakstelling
0
0
Resultaat deelnemingen
Totaal Resultaat
1.373 1.373
5.179 5.179
6.776 6.776
Totaal van de lasten
92.217
71.332
105.400
0
0
0
(2)
Saldi
Resultaat
Dekkingsbijdrage
Totaal van de baten
92.217
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP
1,0
Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte. 1,0
1,0
60
0,2
10
0,2
10
1,0
29
1,0
30
1,0
31
3,0 1,8 0,2 2,6 8,9
88 127 12 69 235
1,2 1,0
40 60
2,5 8,0
82 210
2,2 2,0 1,5 4,3 8,7
41 143 95 71 232
13,4
443
11,5
352
16,5
541
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
16,4
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
13
pm
17
pm 545
12,7
393
18,7
599
0,0
PAGINA 74/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 75/342
Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Profilering Zoals in jaarplan geschetst, wordt 2014 voor CTW een financieel erg moeilijk jaar. Desondanks is CTW er de afgelopen periode in geslaagd haar onderzoeksperformance te vergroten en de kwaliteit van onderwijs en onderzoek te borgen. CTW heeft een weg ingeslagen om haar onderzoek en onderwijs verder te profileren. CTW is de Faculteit voor Science-based Engineering. Het profiel wordt verder versterkt door: - instellen departementen. Op dit moment wordt gewerkt aan de uitwerking van de 5 clusters alsmede opbouw speerpunten. - verdere uitbouw van relaties met andere faculteiten en instituten. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het vormgeven van het Design Center. Verdere samenwerking met bestaande instituten wordt bemoeilijkt door vastliggende structuren en historische financiële afspraken. - vergroten zichtbaarheid naar industrie, o.a. met instellen Advisory Board; - Uitwerking PDEng. De targets worden gehaald maar ook de kwaliteit wordt verbeterd. - Uitbouw Engineering Instituut en inbedding TGS. Onderwijs Herijking inhoud en vorm bacheloronderwijs De CTW-opleidingen hebben in 2013 een actieve bijdrage geleverd aan het ontwikkelen van het nieuwe onderwijs. CTW betreurt het dat het idee van clusters weer is losgelaten en de link naar andere engineering-opleidingen, zoals TBK, EL en BiT weer wat verwaterd is. Desondanks hebben we in 2013 een start gemaakt met het ontwerpen van een gezamenlijke module voor IO, WB en TBK (module 6) en een gezamenlijke module voor CiT, TBK en TW (module 8). Bij alle drie de BSc-opleidingen is TOM in 2013 succesvol van start gegaan. 65-70% van de studenten heeft de eerste module gehaald, ongeveer 10% heeft deze module net niet gehaald, 10-15% heeft de module niet gehaald en 10-15% is reeds na de eerste module gestopt met de studie. Van de studenten die stoppen bij CiT of WB gaat een deel (bij CiT ongeveer 15%; bij WB 80%) naar dezelfde studie op het HBO. Deze studenten konden vanwege de tijdige beslissing nog gewoon instromen in het eerste jaar op het HBO. Omdat dit laatste niet van toepassing is voor studenten die vanuit IO in willen instromen bij IPO, stappen IO-studenten niet tijdens het jaar over naar het HBO. Een deel van deze studenten zal in september 2014 instromen in de HBO-opleiding IPO.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 76/342
Onderwijsintensiteit 1.
Onderwijsintensiteit
CTW
Het aantal geprogrammeerde contacturen en overige gestructureerde uren in het eerste bachelorjaar (hierbij geldt een ondergrens van minimaal 12 uur per week in het eerste bachelorjaar). Onderstaande gegevens betreffen het eerste jaar TOM.
EWI Opl.
TNW
Opgave
Opl.
MB
GW
Opl.
Opgave
Opgave
Opl.
Opgave
Opl.
Opgave
CIT
19
ATLAS
24
IO
23
BIT
21
AT
18
IBA
18
CW
15
BMT
16
EPA
15
PSY
15
WB
19
CRE
22
ST
24
GZW
16
EE
28
TG
19
TBK
22
TI
23
TN
19
TW 21 Bron: conform opgave Studiebijsluiter januari 2014
Conclusie: Het minimum van 12 contacturen per week wordt bij alle CTW-opleidingen ruimschoots gehaald.
Drastische verbetering van het studiesucces (met name studierendement en studiesnelheid) In de zomer van 2013 hebben IO-studenten voor het eerst een BSA ontvangen. 16.5 % van de studenten heeft een negatief BSA gekregen en 3.1% (= 3 studenten) een niet bindend negatief advies wegens persoonlijke omstandigheden. Van deze laatste categorie is inmiddels één student gestopt, één twijfelt nog over de studie en de derde studeert nog IO. Van de studenten die begonnen waren met de IOopleiding voordat de BSA regeling was ingevoerd, en minder dan 75% van het eerste jaar binnen een jaar hadden gehaald, is 50% gestopt . Bij alle drie de opleidingen zien we dat van cohort 2012 de studiesnelheid in het eerste jaar en het aantal studenten dat het P-diploma in één jaar heeft gehaald relatief hoog was. Dit is waarschijnlijk veroorzaakt door de druk die dit cohort voelde als gevolg van de invoering van TOM in 2013. Het 4-jaars BSc-rendement van de CTW-opleidingen lag in 2013 op 55%. Daarmee hebben we onze ambitie voor 2013 (45%) ruimschoots gehaald. Al met al gaan wij ervanuit dat we aan de prestatieafspraken zullen kunnen voldoen. Ook in 2013 hebben ruim 30 aspirant-studenten, die qua studieperspectief behoren bij de risicogroep, deelgenomen aan de zomercursus wiskunde. Ongeveer 20% van deze studenten is afgeraden om aan de opleiding waarvoor ze zich hadden ingeschreven te beginnen. De opzet van de cursus is in 2013 niet gewijzigd (ook omdat de opzet van de introductie niet is aangepast). De zomercursus lijkt voldoende aan te sluiten bij de onderwijsvernieuwing. Daarom is voor 2014 deze wiskunde zomercursus een van de studiekeuzecheck-activiteiten van CTW. Studiesucces 1.
Uitval jaar 1
2.
Switch na 1 jaar
3.
Ba-rendement herinschr. na 4jr
Het aandeel studenten van het totaal aantal voltijds bachelor studenten (eerstejaars HO) dat na 1 jaar studie niet meer bij de instelling ingeschreven staat. Het aandeel studenten van het totaal aantal voltijds bachelor studenten (eerstejaars HO) dat na 1 jaar studie overstapt naar een andere studie bij dezelfde instelling. Het aandeel herinschrijvers van de voltijd bachelor studenten (eerstejaars HO) dat binnen vier jaar een diploma bij die instelling behaalt.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 77/342
CTW (ambitie) 2006/07 2007/08 2008/09 2009/10 2010/11 2011/12 2012/13 2013/14 2014/15 2015/16 2016/17 2017/18 2018/19 Realisatie t/m 2010/11 en ambitie t/m 2014/15 Nulmeting # instroom b1 314 246 312 305 254 287 293 300 305 305 305 305 31-12-2011 % Deze cijfers herinschrijvers na 1 jr 84% 86% 81% 75% 80% 79% 71% 65% 68% 70% 70% 70% presenteren de prognose % switch jr 1 4% 3% 5% 9% 6% 6% 9% 10% 9% 9% 9% 9% zoals % switch jr 2 1% 1% 3% 1% 3% 3% 2% 1% 1% 1% 1% 1% vastgesteld % switch jr 3 2% 1% 1% 1% 0% 0% 0% 1% 1% 1% 1% in het voorjaar % uitval jr 1 12% 11% 14% 15% 15% 15% 20% 25% 23% 21% 21% 21% % uitval jr 2 3% 6% 6% 7% 5% 4% 4% 7% 6% 6% 6% 6% 2012. % uitval jr 3 2% 1% 4% 3% 1% 1% 2% 2% 2% 2% 2% % geslaagd 38% 38% 40% 45% 52% 56% 63% 58% 57% 58% na 4 jr jr 2 en jr 3 is % van EVALUATIE herinschrijvers na 1 jr kalenderjaar 2016 CTW (realisatie 2011/12) # instroom b1 % herinschrijvers na 1 jr % switch jr 1 % switch jr 2 % switch jr 3 % uitval jr 1 % uitval jr 2 % uitval jr 3 % geslaagd na 4 jr jr 2 en jr 3 is % herinschrijvers na 1 jr
2011/12 2012/13 271 262
79% 4% 1% 1% 17% 3% 4%
79% 2% 1% 1% 14% 6% 2%
55%
55%
Actuele situatie: De definitieve realisatie o.b.v. de cijfers uit 1cHO.
270
84%
van
Toelichting: Dit overzicht laat per collegejaar zien hoeveel studenten er her-inschrijven, overstappen, stoppen en slagen. Het percentage van 38 in collegejaar 2010/11 in de bovenste tabel laat dus alle geslaagden zien t/m collegejaar 2010/11 van de herinschrijvers na één jaar (86%) van cohort 2007.
Verhoging studentenaantallen in béta / techniekopleidingen Afgelopen jaar is de instroom in de CTW-opleidingen iets toegenomen. Tabel 1 geeft aan dat de instroom in 2013 van studenten die zich voor het eerst bij de universiteit inschrijven op 270 studenten lag. Tabel 2 geeft aan dat in 2013 362 studenten zich bij de CTW-opleidingen hebben ingeschreven. In deze laatste aantallen worden naast overstappers echter ook de inschrijvingen van pre-master studenten meegeteld. Onze eigen administratie laat zien dat de instroom in de Bsc-opleidingen net boven de 300 BSc-studenten lag, waarmee we onze ambitie voor 2013 hebben gerealiseerd. Deze licht stijgende lijn lijkt zich vooralsnog voort te zetten. Om CTW-opleidingen bekender te maken bij scholieren werken wij ook samen met het werkveld. Civiele Techniek heeft daarbij speciale aandacht, aangezien dit de kleinste van de drie CTW-opleidngen is. Zo heeft het OCIB, de werkveldcommissie van Civiele Techniek, in overleg met de Civiele Techniek opleidingen van Twente en Delft contact gezocht met JetNet om de opleidingen en het vakgebied meer bekendheid te geven.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 78/342
Totale instroom eerstejaars (alle onderwijsvragende Categorieën ) bron 1cHO. Onderstaande instroom aantallen betreffen de telling van de hoofdinschrijving op 1 oktober. Er is geen rekening gehouden met de februari inschrijving (enkele Ba opleidingen) en met de doorlopende inschrijving in de master gedurende het hele jaar. De invoering van de harde knip vanaf studiejaar 2013 CTW
realisatie
prognose:
2011 1okt B Civiele Techniek
2012
rest
1okt
2013 *
rest
1okt
87
28
92
33
103
B Industrieel Ontwerpen
112
3
107
32
108
B Werktuigbouwkunde
147
2
130
47
151
subtotaal
346
33
329
112
362
TOTAAL BACHELOR M Civil Engineering and Management
379
441 29
31
21
8
18
9
20
8
M Industrial Design Engineering
26
36
51
31
54
M Mechanical Engineering
83
15
101
20
91
M Sustainable Energy Technology subtotaal
2015
2016
362
15
M Construction Management and Engineering
2014 rest
37
12
7
15
4
13
144
105
207
96
203
TOTAAL MASTER
249
303
203
TOTAAL CTW
628
744
565
* rest 2013 nog niet bekend
Ontwikkeling van Excellentietrajecten in de bachelor- en masterfase met doorlopende leerlijn richting post-graduate opleidingen Wat CTW betreft speelt ATLAS een belangrijke rol in de excellentietrajecten voor studenten. CTW levert hiervoor 2 key docenten en twee leden van de examencommissie. Op verzoek van Philips is CTW betrokken bij het opzetten van het SIRIUS excellentie programma van het UCF. In 2013 is vanuit CTW gestart met de opzet van een excellentietrack op het gebied van Ontwerpen (“de 2e O”). Verder kent CTW geen specifieke excellentietrajecten. Wij zien dat er diverse excellente studenten zijn die niet kiezen voor een honours-track, maar ervoor kiezen om extra tijd in te zetten voor het besturen van verenigingen, het doen van studentassistentschappen, het doen van een uitdagende stage of opdracht in het buitenland, het (mede) organiseren van de Open Dagen en in de masterfase het halen van hoge cijfers voor de vakken zodat ze cum laude kunnen slagen. Gezien deze omstandigheden en de grote werkdruk onder docenten – o.a. als gevolg van de invoering van TOM – vindt CTW het op dit moment niet zinvol nog meer/ andere excellentietrajecten te ontwikkelen.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 79/342
Excellentie trajecten Honours instroom
realisatie:
prognose**:
2011
2012
2013
25
24
17
-
26
25
34
38
35
ATLAS
-
-
29
Sterprogramma EPA (start febr 2014)
-
-
-
Honours Science (tm 2013 instr sept) Honours Design Honours Math (instr febr)
Sterprogramma IBA (start febr 2015?) Sterprogramma PSY (start febr 2016?)
2014
2015
2016
120
120
100
200
200
12
24
24
12
24
* 71
12
TOTAAL 59 88 106 183 356 380 * Totaal instroom Honours Science, Design en Math in 2014. Cijfers afkomstig van de Honours-coördinatoren; allemaal instroom februari. ** Prognose conform opgave visie Excellentie@UT
CTW heeft drie PDEng-opleidingen opgezet: Robotics, Energy and Processtechnology and Civil Engineering. Iedere PDEng opleiding kent een opleidingscoördinator die verantwoordelijk is voor het inhoudelijke programma en realisatie van de gevraagde instroom. De coördinator van de PDEng Civil Engineering is dr.ir. Marjolein Dohmen Janssen, de coördinator van de PDEng Energy and Process Technology is prof.dr.ir. Gerrit Brem en de coördinator van de PDEng Robotics is dr.ir. Arno Stienen. De algemene coördinatie (operationeel en strategisch) wordt gedaan door dr.ir. Timo Meinders. De algemene coördinator heeft vooralsnog een sturende rol en wordt ondersteund door een office manager. De opleidingscoördinatoren, de algemene coördinator en de officemanager vormen een team dat samen de PDEng enerzijds strategisch uitbouwen (stimuleren van acquisitie) en anderzijds operationeel uitvoeren (opleiding draaiend houden). Tijdens de opstart van de PDEng opleidingen (2011) werd een prijsstelling gehanteerd die niet concurrerend was ten opzichte van Delft en Eindhoven, waar ook PDEng opleidingen worden aangeboden. Daardoor bleek acquisitie zeer moeizaam en was de noodzaak voor het verlagen van de bedrijfsbijdrage evident. In 2013 is een tarief tot stand gekomen van k€ 32.5 per jaar voor PDEng-trainees die in dienst zijn van de UT en een tarief van k€ 15 per jaar voor PDEng-trainees die in dienst zijn van de opdracht-verlenende instantie. Hiermee is een positie verworven die concurrerend is met de prijstelling zoals gevoerd in Delft en Eindhoven. De drie opleidingen zijn momenteel nog voorwaardelijk gecertificeerd. De aanvraag voor verlenging van de voorwaardelijke certificeringen van de 3 opleidingen is (gedeeltelijk) gehonoreerd door de CCTO: Civil Engineering (CE): verlengd tot en met 31 december 2015 Energy and Process Technology (EPT): verlengd tot en met 1 september 2014 Robotics (Rob): verlengd tot en met 1 september 2014 Op 31 dec 2015 moet de opleiding CE tenminste 5 diploma’s hebben uitgereikt. Op 1 september 2014 moeten voor zowel EPT als Rob 6 trainees met de opleiding zijn gestart. De CCTO verwacht dat 1 september 2016 tenminste 5 diploma’s per opleiding zijn uitgereikt. Indien de gestelde aantallen trainees niet gehaald worden binnen de genoemde termijnen, wordt de voorwaardelijke certificering van de betreffende PDEng opleiding stopgezet en daarmee houdt de opleiding op te bestaan. Daarnaast streven de PDEng opleidingen om de instroom te verhogen naar minimaal 8 trainees per jaar per programma (hiermee wordt in de toekomst voldaan aan de UT prestatieafspraak, gemaakt met ministerie van OCW, i.e. 20 afgestudeerde PDEng’s per jaar).
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 80/342
De nieuwe prijsstelling (2013) laat zien dat de concurrentiepositie inderdaad verbeterd is en de acquisitie op gang komt. Op dit moment zijn de volgende aantallen gerealiseerd:
Robotica Energie en Procestechnologie Civiele Techniek
Gestarte PDEng-trajecten 1 3 7
Contracten rond, traject gaat binnenkort van start 5 3 2
Contracten die waarschijnlijk rond komen 1 2 10
Momenteel wordt gewerkt aan het opzetten van een PDEng-opleiding die nauw aansluit bij de MEspecialisatie Maintenance Engineering & Operations. Het zwaartepunt van de bestaande PDEng opleidingen Civiele Techniek, Robotica en Energie en Procestechnologie ligt bij de faculteit CTW (penvoerders+ merendeel van de trainees). Dit zal ook gaan gelden voor de nieuwe PDEng opleiding Maintenance Engineering and Operations. Begin maart is er een businessplan en meerjarenbegroting voor de PDEng opleidingen ingediend bij het CvB. Deze is goedgekeurd.
Ontwikkeling toetsbeleid van de opleidingen in het kader van de “Instellingstoets Kwaliteitszorg” In 2013 heeft CTW een belangrijke bijdrage geleverd aan het verkrijgen van een positieve beoordeling voor de “Instellingstoets Kwaliteitszorg”. De opleidingen WB/ME waren door de commissie uitgekozen als trail voor het doorlopen van de gehele PDCA cyclus. De commissie was zeer te spreken over de PDCAcyclus bij CTW. Toetsbeleid maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. De zinvolle bijdrage die de onderwijskundige van CTW heeft geleverd in het tot stand komen van het toetsbeleid bij alle CTWopleidingen heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. Ander belangrijk punt in de kwaliteit van onderwijs en toetsing is het BKO-gekwalificeerd zijn van docenten. Wat de percentages BKO-gekwalificeerde docenten betreft, loopt CTW voorop (zie paragraaf 4.2). Hiertoe heeft de onderwijskundige van de faculteit intakegesprekken gevoerd met docenten zodat ze op een zo efficiënt mogelijke manier hun BKO kunnen behalen, bijvoorbeeld door dit te koppelen aan activiteiten in het kader van de onderwijsvernieuwing (ontwerpen modules, opzetten onderwijs binnen de modules, opzetten projecten, ontwerpen toetsen in de modules, etc.). Internationalisering: recrutering van buitenlandse studenten en onderwijssamenwerking met buitenlandse partners In het afgelopen jaar heeft de faculteit de focus gelegd op het ontwikkelen en implementeren van TOM. Daarom zijn er weinig nieuwe concrete acties ondernomen op internationaliseringsvlak. Wel zijn er een aantal keuzes gemaakt op het gebied van internationaliseringsbeleid. We willen met minder partners meer gaan doen. Daarom is een traject ingezet om bestaande partners in kaart te brengen. Hierbij wordt aandacht besteed aan onderwijskwaliteit, en specifiek het internationale karakter van de programma’s. In navolging van het besluit herinrichting I-Keten is Dr. Ferwerda geen portefeuillehouder Internationalisering meer. Dr. Dohmen-Janssen heeft als MT lid van de faculteit deze rol van hem over genomen. Tezamen vormen zij de basis voor de internationaliseringsactiviteiten van de faculteit.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 81/342
In het kader van de wet Moderne Migratie zijn in het afgelopen jaar de eerste volwaardige voortgangsgesprekken met non-EU studenten aangegaan. Opvallend is dat alle studenten na een initiële aanpassingsfase van ongeveer 3 maanden de weg op de UT goed weten te vinden, en het studierendement nagenoeg nominaal is. De afgelopen jaren is de weg ingeslagen waarin meer met buitenlandse bedrijven en overheden overlegd wordt over samenwerken. In het afgelopen jaar zijn we bezig geweest met het uitwerken van onderwijs consulting met een instelling in Koeweit. Helaas zijn we het niet eens geworden over de financiële details, en is deze samenwerking niet doorgegaan. Gesprekken met een universiteit in Saoedi- Arabië waarin toenadering werd gezocht om op werktuigbouwkunde samen te gaan werken bleken bij nader overleg te liggen op het vlak van biomedische werktuigbouwkunde, in de bachelor fase. Bij het afwezig zijn van een Engelstalig bachelor programma op de UT is deze samenwerking door de tegenpartij stopgezet. Op uitwisselingsgebied zien we vooral op het gebied van Civiele Techniek een duidelijke toename. Meer studenten kiezen ervoor om een deel van de studie in het buitenland door te brengen. Het ontbreken van geschikte partners maakt het bij Industrieel ontwerpen lastiger om een plek in het buitenland te bemachtigen. Bij werktuigbouwkunde zien we studenten vooral voor stages naar het buitenland vertrekken. Wat het aantrekken van buitenlandse studenten betreft heeft werktuigbouwkunde besloten zich in het buitenland te profileren met de specialisatie Maintenance Engineering & Operations. Op deze manier verwacht de MSc ME opleiding zich te kunnen onderscheiden van de vele buitenlandse master opleidingen Mechanical Engineering. De FAINCO van CTW is gevraagd om UT activiteiten in Brazilië op te zetten, en is hier in najaar 2013 mee begonnen. In Brazilië ligt de focus vooral op het verder uitbouwen van de bestaande onderzoekscontacten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een analyse van bestaande onderzoeksrelaties die de UT in Brazilië heeft. Een belangrijke stimulans voor verdere internationalisering is de ontwikkeling van het Design Lab. Door het creëren van excellente onderwijsruimte voor het ontwerponderwijs zullen we in staat zijn om de kwaliteit van ons ontwerponderwijs nog verder te verbeteren, het ontwerponderwijs beter te positioneren binnen de UT alsmede het internationaal profiel van Twente te versterken. Uitvoering afgesproken actiepunten per opleiding n.a.v. jl. visitatie-rapport In 2013 zijn de opleidingen CiT/CEM en WB/ME definitief geheraccrediteerd. SET en CME waren al geheraccrediteerd. In 2013 is de visitatiecommissie op bezoek geweest bij IO/IDE. Zij waren zeer positief over beide opleidingen. Het positieve besluit over de heraccreditatie van IO/IDE wordt in de eerste helft van 2014 verwacht. Voor wat betreft de opleidingen SET, CME en WB/ME heeft een gesprek met de rector, de decaan en de opleidingsdirecteur plaatsgevonden over actiepunten n.a.v. het visitatierapport. Voor CiT/CEM heeft dit gesprek nog niet plaats gevonden en voor IO/IDE volgt het als het definitieve besluit over heraccreditatie is genomen. Voor alle geaccrediteerde opleidingen is inmiddels een start gemaakt met alle geconstateerde verbeterpunten (CiT: elaborate on criteria for assesment of BSc-theses, bewaak diepgang programma; CEM elaborate on criteria for assesment of MSc-theses; CME: onderzoeksmethodologie, gezamenlijk afstudeerformulier, cross-referencing afstudeerwerken; WB: onderzoeksmethodologie, ME: tijdsmanagement bij afstudeertrajecten zichtbaar onder de aandacht blijven brengen; SET: domeinspecifiek referentiekader, gezamenlijke introductie en centrale aanmelding).
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 82/342
Uitvoering opleidingsspecifieke verbeterpunten n.a.v. PKM-eindrapportage MSc-opleidingen CEM/CME De aanbevelingen vanuit PKM voor de opleidingen CEM/CME zijn samen te vatten als “Herkenbare routes per ‘O’ creëren en meer aandacht voor vervolg naar PDEng en TGS, en daarop actief werven.” Binnen CEM/CME kiezen de meeste studenten voor een disciplinaire track. Binnen die tracks zijn er vakken in alle 3 de O-oriëntaties. Het is echter nadrukkelijk ook mogelijk om voor een bepaalde ooriëntatie te kiezen. In verband met de hoge werkdruk bij docenten, o.a. door de invoering van TOM zijn in 2013 nog geen concrete acties op dit gebied in gang gezet. MSc-opleiding IDE 1. Verbeteren van de balans tussen de onderzoeksterkte en capaciteit enerzijds en de onderwijsbelasting anderzijds. Dit proces is in gang gezet door het instellen van een tweetal tenure tracks in 2012. 2. Invulling Leerstoel Product-Marktrelaties in 2014 en instellen dakpanconstructie leerstoel Eger. De beoogde kandidaat voor de leerstoel Product-Marktrelaties zal medio 2014 in dienst treden en voor de dakpanconstructie zijn de eerste stappen gezet. 3. Reduceren van het aantal afstudeertracks. Op termijn zal het aantal afstudeertracks van 5 tot 3 worden geconcentreerd. De afbouw van één afstudeertrack is in gang gezet in 2013. Met studenten die bezig zijn met deze track zijn individuele afspraken gemaakt zodat Wegens contractuele verplichtingen zal de tweede track pas in 2015 worden afgebouwd. 4. Verhogen van de diversiteit van de instroom. Dit is nadrukkelijk het streven. Gezien enkele slechte ervaringen uit het verleden, wordt er echter streng geselecteerd aan de hand van een portfolio (best practice): kwaliteit boven kwantiteit. Met een aantal aanpassingen (gezamenlijk CTW premaster programma, meer aandacht voor internationale instroom) zal het beleid ook in de toekomst worden gehandhaafd. MSc-opleiding ME: 1. PDEng en TGS (2+3 Engineering Science cluster) voorsorteerroutes via 3O profielen en valorisatie consortia (deelgebied 2). 2. Stimulering International Classroom (deelgebied 3 en 6). 3. Betere balans onderzoekssterkten - onderwijs & verdeling studenten/afstudeerders over groepen (deelgebied 1). In verband met de hoge werkdruk bij docenten, o.a. door de invoering van TOM, zijn in 2013 nog geen concrete acties op dit gebied in gang gezet. (In 2014 zal een eerste stap worden gemaakt; bv door aantal afstudeerspecialisaties te reduceren en door de vorming van clusters van leerstoelen die wat aandeel in onderwijs en onderzoek betreft elkaar aanvullen.) Onderzoek CTW streeft naar clustering van haar onderzoek om zowel massa als focus te creëren. Dit geschiedt binnen de departementen. Binnen de departementen kunnen dan keuzes worden gemaakt voor profielen van de tenure tracks en koppeling met master onderwijs. Hierdoor kan gewerkt worden aan een langetermijn onderzoeksvisie en samenwerkingen met enkele strategische partners, zowel internationale topinstituten als innovatieve bedrijven.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 83/342
a)
Koppeling maatschappelijke thema’s
Nadrukkelijk wordt gestreefd naar samenwerking over de grenzen van de departementen en faculteiten om in te kunnen spelen op de maatschappelijke vraagstukken. CTW richt zich met name op 4 integrale thema’s: - Maintenance - Energie - Gezondheid - Smart Cities, m.n. infrastructuur en mobiliteit en water.
De onderzoekspeerpunten zullen uitgewerkt worden in het Engineering Instituut dat eveneens een cluster zal vormen binnen het TGS. Dit is een van de belangrijkste beleidspeerpunten voor 2014. Nadrukkelijk willen we hierbij vermelden dat samenwerkingen met bestaande instituten niet worden stopgezet maar eerder versterkt. Sterker nog, waar mogelijk zullen aanpalende groepen uitgenodigd worden te participeren. Het Engineering Instituut zal zich richten op een aantal thema’s. Om te komen tot een Engineering Instituut zal in 2014: - Een programmamanager worden aangesteld - Vanuit de departementen speerpunten worden aangegeven en vervolgens op faculteitsniveau programma gemaakt worden. - Onderwijsprogramma (incl. qualifier) voor PhD’s opgesteld worden. b) Aansluiting topsectoren Het onderzoek van CTW sluit goed aan bij de agenda van de topsectoren, in het bijz. HTSM, Energie, Water, Life Sciences and Health en Creative Industry. Door het ontbreken van een Engineering Instituut is het echter voor CTW lastig om goed vertegenwoordigd te zijn in deze netwerken. In het algemeen zou de UT sterker vertegenwoordigd moeten zijn in deze topsectoren.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 84/342
c) Aansluiting Europese Programma’s De integrale thema’s waar CTW aan werkt, zijn speerpunten in Horizon 2020. Op dit moment wordt gewerkt aan een twaalftal voorstellen voor Horizon 2020. De concurrentie is echter erg hoog en daarmee onduidelijk wat de slaagkans is. Gestreefd wordt naar het verbinden van korte termijn industriële projecten aan langere termijn voorstellen voor EU of STW/NWO. d) Valorisatie CTW onderzoek heeft een lange traditie op het gebied van valorisatie. Het onderzoek van CTW is sterk vraag gestuurd. Om dit nog verder te versterken heeft CTW een Industry Advisory Board ingesteld met 10 vooraanstaande bedrijven. Deze Board zal twee keer per jaar bij elkaar komen. De dekkingsbijdrage van onze projecten is zeer hoog: bijna 50%. Dit is o.i. het maximum haalbare op dit moment. Diverse redenen zijn hiervoor te noemen: - Economische situatie - STW , EU matching - Verhouding WP/Tijdelijke staf.
Overzicht gem. fte's CTW 2013 Begroot
Jaarrekening
Verschil
Rangcategorie
1e gs 1 22 2 26 55 12 7
WvD ‐ ‐ ‐ ‐ 5 ‐ 18
Totaal 1 22 2 26 59 12 25
TWAIO/TOIO Promovendus 5 Schaal 11‐12 5 Schaal 5‐10 48 Schaal 13‐15 1 183
144 ‐ 1 ‐ 167
149 5 49 1 351
Decaan Hoogleraar Directeur onderwijsinstituut Universitair Hoofddocent Universitair Docent Docent Onderzoeker
1e gs 0,3 19,1 1,7 24,6 47,3 12,1 6,5 0,2 8,3 5,7 47,4 1,0 174,2
WvD 7,6 0,1 37,5 3,5 99,1 2,9 150,7
Totaal 0,3 19,1 1,7 24,6 54,9 12,2 44,0 3,7 107,4 5,7 50,3 1,0 324,8
1e gs ‐ 0,7 ‐ 2,7 ‐ 0,6 ‐ 1,1 ‐ 7,2 ‐ 0,0 ‐ 0,3 0,2 3,0 1,0 ‐ 0,7 ‐ ‐ 9,2
WvD ‐ ‐ ‐ ‐ 2,7 0,1 19,4 3,5 ‐ 44,7 ‐ 2,3 ‐ ‐ 16,7
Totaal ‐ 0,7 ‐ 2,7 ‐ 0,6 ‐ 1,1 ‐ 4,6 0,1 19,1 3,7 ‐ 41,7 1,0 1,6 ‐ ‐ 25,8
incl. vacatures 2e gs
17,8
3e gs
149,64 167,44
2e gs 33 3e gs 117 151
2e gs 15 ‐ 3e gs 32 ‐ 17 PD‐Eng: 17 begr.; real.4
Bovenstaande tabel illustreert de achteruitgang in 1e gs wetenschappelijk personeel. Met name het aantal Universitair Docenten.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 85/342
Hiermee samenhangend, dient gesteld te worden dat het aantal promovendi en PDEng’s zeer hoog is. De komende jaren mikken we op stabiliteit. Ook hier is het maximale bereikt. Bij een nog groter aantal promovendi kunnen we de begeleiding niet langer garanderen. Tevens gaat de kwaliteit dan omlaag. We richten ons in 2014 e.v. op: - Verhogen rendement van promoties- , o.a. door invoeren qualifier over de breedte van CTW. CIT heeft dit al jaren. Het streven is om deze systematiek ook voor WB en IO in te voeren. - Toename internationale samenwerkingsverbanden - Kwaliteitsborging PDEng Prom otierendem ent
Aantal refereed publicaties
Geslaagd <= 5 jaar
Geslaagd >= 5 jaar ‐ Uitval ‐ actief
100%
100%
80%
80%
60%
60%
40%
40%
20%
20%
0%
0% 2005
2006
2007
UT‐Totaal <= 5 jr
faculteit UT
2005 10 120
2006 10 95
2008
2009
2010
2008 13 102
10% 6%
2005
CTW D <= 5 jr 2007 11 88
10%
2006
12%
2007
CTW D > 5 jr 2009 11,5 85
2010 0 5
2008
Uitval
7%
9%
2009
2010
Actief
Het percentage geslaagden excl. uitval 1e jaar Bron: CvP (Realisatie t/ m jan-2014; GATS)
Realisatie en streefw aarden prom oties
Realisatie
Streefwaarden
60 50
Voor 2014 en daarna wordt gestreefd naar 40 promoties per jaar. Met de huidige staf/PhD ratio is dit het maximum haalbare.
40 30 20 10 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Bron: GATS / M eerjarenbegroting?
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 86/342
CTW Aantal promoties Aantal fte-oz vast Aantal promoties per fte-oz vaste staf
2008 23 33,2 0,7
2009 32 37,8 0,8
2010 28 40,1 0,7
2011 21 40,0 0,5
2012 26 41,5 0,6
2013 40 41,0 1.0
CTW
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Gerefereede tijdschriftartikelen Gerefereede conferentiebijdragen
193 151
222 163
218 221
244 227
264 259
289 206
Gerefereede boeken en boekdelen
16
24
19
10
21
26
360 10,8
409 10,8
458 11.4
481 12,0
544 13,1
Totaal gerefereede wetenschappelijke publicaties Aantal wet. geref. publ. per fte-oz vaste staf
8
6
15
10
10
Wetensch. niet gerefereerde conferentiebijdragen Wetensch. boeken en boekdelen Wetensch. in- en externe rapporten Inaugurele redes
17 2 16 1
38 9 21 4
54 12 18 0
37 6 13 1
41 1 16 2
Totaal non-refereed wetenschappelijke publicaties
44
78
99
67
70
Wetensch. niet gerefereede tijdschriftartikelen
521 12,7
12 43 7 12 2 76
Onderzoeksfte's (vast + tijdelijk)
146,2
167,91
173,9
185,2
209,0
198,5
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 87/342
Het aantal gerefereerde artikels neemt nog steeds toe. CTW maakt zich echter zorgen over de enorme werkdruk. Door de invoering van TOM, de toenemende competitie alsmede de economisch moeilijke situatie wordt het steeds moeilijker om tijd voor onderzoek in te ruimen. Zonder een betere profilering binnen de UT en een gezonde financiële onderzoeksbasis zal het onmogelijk zijn om de kwaliteit en kwantiteit van onze onderzoeksportfolio overeind te houden. e) Samenwerking: 3TU-federatie, Noordoost Nederland en met internationale partners De IO groep participeert in 3TU. Design United. In dit kader wordt er een tweetal Visiting Profs aangesteld in 2014 alsmede enkele research fellows. Design United biedt volop mogelijkheden om CTW te profileren in Europa en onze relatie met de industrie te versterken. CIT, Bouw/Infra, participeert in 3TU. Bouw. In dit kader is gestart met enkele PDEngs. Er wordt tevens samengewerkt in 3TU. Opleidingen CME en SET. Binnen CME zijn met name initiatieven in gang gezet om het beoordelen van afstudeerwerken sterker op elkaar af te stemmen (aanscherpen beoordelingscriteria, gezamenlijk beoordelingsformulier). In aansluiting daarop hebben we een afstudeerprijs CME ingesteld die in 2013 voor het eerst is uitgereikt en gewonnen is door een UT-student. De 3TU samenwerking binnen de opleiding SET is al jarenlang goed te noemen. Er ontstaat steeds meer gezamenlijkheid. In 2013 organiseerden we een gezamenlijke onderwijsdag in Delft. Deze dag wordt ook in 2014 weer georganiseerd. Een andere belangrijke activiteit die op 3TU niveau wordt uitgevoerd, is het komen tot een domein specifiek kader van de opleiding. Dit is nog een uitvloeisel van de laatste visitatie. Tenslotte is er een 3TU Linkedin groep ontstaan, waar huidige studenten en alumni van de drie locaties aangesloten zijn.
f) Intensivering van de koppeling onderzoek-onderwijs De master-opleidingen en het onderzoeksprogramma van CTW sluiten perfect op elkaar aan. CTW wil zich de komende jaren nog verder profileren en inhoudelijke keuzes maken. De onderzoeksthema’s die eerder zijn genoemd zullen de komende jaren ook als inhoudelijke thema’s worden gepresenteerd voor het onderwijs, zowel in de Ba als Ma. De vorming van de departementen dient te leiden tot keuzes ogv onderwijs en onderzoek. In de bilo’s met de diverse groepen wordt het onderwijs en onderzoek integraal besproken. De integratie is een van de voornaamste bespreekpunten.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 88/342
g) Risico’s en kansen CTW ziet volop kansen in de industrie en Europa. De risico’s hebben vooral te maken met de interne financiële verdeling en, hiermee samenhangend, de toenemende werkdruk. Uit de analyse van samenwerkingsverbanden staat CTW centraal in de universiteit. De toenemende focus van Nederland en Europa op de maakindustrie biedt volop kansen voor de UT. CTW vervult hierin een cruciale rol. De ontwikkeling van het Design Lab dient ook in dit licht geplaatst te worden. Design zal een centrale rol vervullen in het Engineering Instituut. Het belang van CTW voor de UT komt echter niet tot uiting in de strategische middelen en de keuze van de instituten. Ook de instituten erkennen dit maar zien vooralsnog geen mogelijkheden om CTW onderzoek te financieren vanwege historische verplichtingen. De keuzes binnen de instituten zijn gebaseerd op afspraken in het verleden en zijn niet geënt op kansen in de toekomst. Om de kwaliteit te borgen en profilering uit te bouwen, zal CTW in 2014 het Engineering Instituut vormgeven. Waar mogelijk zullen bestaande verbanden met andere instituten worden versterkt. CTW wil juist de integratie bevorderen. Instituten moeten enablers van nieuwe initiatieven worden en geen verdeelmechanismen.
HRM-beleid Management Development en Talentmanagement Tenure Track We zijn 2013 begonnen met 13 Tenure Trackers. Het betrof 5 interne kandidaten en 8 externe kandidaten. Van de 13 personen waren er 4 vrouwen. In 2013 hebben we, vanwege tegenvallende resultaten afscheid moeten nemen van 1 mannelijke Tenure Tracker. Verder zullen we om dezelfde reden begin 2014 afscheid nemen van 1 vrouwelijke Tenure Tracker en ook heeft inmiddels 1 persoon (man) zichzelf teruggetrokken. De laatste twee zijn nog niet zichtbaar in de stand per 31-12-2013:
Externe Tenure Trackers Interne Tenure Trackers Aantal vrouwen Totaal
31-12-2013 7 5 4 12
2014 willen we gaan gebruiken om de interne procedures en formulieren rondom de Tenure Track nog eens onder de loep te nemen en waar nodig aan te passen en te verbeteren aangezien in 2013 is gebleken dat hier binnen onze faculteit behoefte aan bestaat.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 89/342
Learning & Development Leiderschapsontwikkelings- en doorontwikkelingsprogramma’s zittend personeel In 2013 hebben weer veel nieuwe leidinggevenden van CTW de leergangen Academisch Leiderschap en/of Professioneel Leiderschap gevolgd. In totaal waren dit 7 leidinggevenden. Ook is er heel veel aandacht besteed aan de Docentprofessionalisering (BKO). Onderstaande tabel geeft de huidige stand van zaken weer: BKO BKO behaald Gestart Niet gestart Ontheffing Vrijstelling
Aantal 26 35 15 33 22
Het BKO-percentage op 31-12-2013 was met 37 % het hoogste van de gehele UT. Gezien het aantal gestarte trajecten is het nog steeds de verwachting dat we in 2015 ruim boven het streefcijfer van de UT (45 %) zullen eindigen. BasisKwaliteit Onderwijs (BKO) CTW‐ ALLE DOCENTEN STAND 23‐12‐2013
1.Hoogleraar 2.Universitair hoofddocent 3.Universitair docent 4.Docent TOTAAL percentage HUIDIGE BKO‐CIJFER: Verwachting 2015
Vrijstelli Behaald Bezig ng (DUIT) BKO BKO (gestart voor juni 2012) 1 8 10 3
2 5 16 3
14 3
Ontheffi Bezig BKO (obv ng brief ERVAREN PROC)
Bezig BKO (o.b.v. brief Nieuw)
2
2 11 3
18 8 6 1
geen niet gestart brief nieuw (regulier)
niet gestart‐ ervaren proc
5 3 2 1
3 1
TOTAAL
26 26 64 15
Conclusie: Wij verwachten dat het aantal BKOgekwalificeerden bij CTW in 2015 ruim boven het streefcijfer van de UT (45 %) zal liggen.
22 26 17 2 16 33 11 4 0 131 16,79% 19,85% 12,98% 1,53% 12,21% 25,19% 8,40% 3,05% 0,00% 100,00% 36,64% 67,56% (= hui di ge BKO en BKO‐BEZIG (s ta rt voor juni 2012) en 0,5 * ERVAREN PROC; moet zi jn 45%)
Bron: Oracle HR
Aan het taalbeleid is in 2013, vanwege uitval wegens ziekte van de verantwoordelijke voor het taalbeleid binnen CTW, heel weinig aandacht besteed. In 2014 zijn we hier voortvarend mee gestart en het is dan ook de verwachting dat we dit jaar een grote inhaalslag zullen maken. De stand op 31-12-2013 was als volgt: Assessment Engelse taal Afgerond Assessment Taaladvies Vrijgesteld Totaal
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Aantal 27 71 4 48 150
PAGINA 90/342
Veiligheid, Gezondheid en Milieu Het ziekteverzuimpercentage in 2013 lag rond het gemiddelde van de afgelopen jaren. Het percentage was 1,87 % terwijl dit bij CTW gemiddeld 1,91 % is. Wel waren er meer langdurige zieken dan normaal. De gemiddelde duur van de ziektegevallen was 13,37 dagen tegenover 7,99 dagen de afgelopen jaren. Een deel van de langdurige ziektegevallen werd veroorzaakt door niet-werk-gerelateerde klachten maar er waren ook meerdere gevallen van langdurige uitval vanwege stress- gerelateerde klachten. We houden dit goed in de gaten door bijvoorbeeld in de jaargesprekken met de vakgroepen uitdrukkelijk te kijken naar de frequent zieken. Het feit dat iemand vaker voor korte tijd uitvalt, kan een signaal zijn voor werkgerelateerde klachten. Indien van toepassing gaan we preventief met deze personen in gesprek. In dit kader willen we de aandacht vestigen op het feit dat de werkdruk enorm hoog is. De verhouding van het aantal UD’s / UHD’s ten opzichte van het aantal PhD’s staat enorm onder druk. De UD’s / UHD’s moeten per fte steeds meer PhD’s begeleiden en we merken dat de grens bereikt is. Ditzelfde geldt voor het ondersteunend personeel. Ook daar is de werkdruk erg hoog. Dit baart ons grote zorgen, zeker gezien het feit dat we in 2014 en 2015 geen enkele ruimte hebben om deze werkdruk te verlichten. De coördinatie van de BHV-ers is goed verlopen in 2013. Wel willen we wat extra BHV-ers gaan werven in 2014 om zo te blijven voldoen aan de wettelijke vereisten.
Relevante pi’s en streefgetallen Doorstroom vrouwen naar hogere posities Het streefcijfer voor vrouwen in Topfuncties voor 2014 is bepaald op 2,5 fte. De definitie voor een Topfunctie voor WP is: Decaan, Opleidingsdirecteur, Onderzoeksdirecteur en Hoogleraar. Voor de subtop is het streefcijfer 3,8 fte. De definitie van subtop voor WP is: UHD, Onderzoeker 1 en Docent 1. In 2013 waren er bij de faculteit CTW in de top 4 vrouwen: 4 Hoogleraren en 1 Opleidingsdirecteur met de taken van Onderwijsdirecteur (2,1 fte). In de Subtop zaten 5 vrouwelijke UHD’s (4,6 fte). Dit betekent dat we op dit moment in de Top het streefcijfer van 2014 bijna hebben bereikt. In de subtop is echter begin 2014 1 vrouw vertrokken waardoor het aantal fte gezakt is naar 3,9 fte. Ook is de verwachting dat er nog een vrouw zal vertrekken, hetgeen betekent dat we zullen zakken naar 2,9 fte. Dit betekent dat we hier in 2014 extra aandacht aan moeten besteden. Vrouwen in hogere functies (aantal fte) CTW 1 Top
2 Subtop
3 Visvijver 16
6
3 2,5
4,0
4 1,6
12 3,8 10
1,6
1,5
3
1
2
8 2,2
0,6
2010 2011 2012 2013 2014
6
2
0
0
7,8
4 1
0,5
12,7 12,7
4,6
2,1 2
14
4,9
5
2,5
14,8
0 2010 2011 2012 2013 2014
2010 2011 2012 2013 2014
Voor 2014 zijn hier de eerder vastgestelde streefwaarden ( SW-2014) van de faculteit opgenomen (voor Visvijver zijn geen streefwaarden vastgesteld). Definitie: De historische, actuele en streefwaarden voor Topfunctie is voor WP: Decaan, Opl.dir.1, 2 en onderzoeksdir.1, 2 en hoogleraar. Voor WP-Subtop is dit: universitair hoofd docent (UHD), Onderzoeker1 en Docent1. De WP-visvijver betreft dit: UD, Onderzoeker2 en Docent2
Bron: Oracle HR/MISUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 91/342
Verhouding WP/ OBP
Let op: in de telling van het aantal WP zijn niet de PhD beursalen opgenomen.Dit beïnvloedt met name de cijfers van ITC. Conclusie: Op 31-122013 was de verhouding WP / OBP bij CTW: 83,4 % WP / 16,6 % OBP. De norm voor OBP is 20 %, dus CTW heeft dit ruim gehaald.
Bedrijfsvoering Bedrijfsprocessen en eigen indicatoren Financiële bedrijfsvoering Evenals vorig jaar zijn de bilaterale overleggen met de vakgroepen in het begin van het jaar gevoerd. Gesproken is over de meerjarige prognose van uitgaven en inkomsten en de speciale onderwerpen rond HR zoals BKO, Engelse taalvaardigheid , langdurig zieken enz. Daarnaast wordt de orderportefeuille, doorstroom promovendi , aantallen afstudeerders en andere indicatoren van CTW met de groepen doorgenomen. Vooral de financiële monitoring en het afstemmen over problemen is gedurende het jaar in een kort bilo herhaald. Om dit twee keer te realiseren (zoals in 2012) is niet gelukt gezien de beschikbare capaciteit om de daarvoor benodigde overzichten te maken. De planning en control wordt steeds meer verfijnd met als doel een betere beheersbaarheid van de processen en geldstromen en het ondersteunen van een proactieve houding ten behoeve van het primaire proces. Er is vooral in het jaar 2013 een inhaalslag gestart om de achterstanden in de derde geldstroom projectadministratie weg te werken. E.e.a. in afstemming met OA. Gesprekken zijn gevoerd met HR centraal over het automatisch ondersteunen van de berekening van uurtarieven. De bedoeling is dat dit leidt tot een uniforme berekening voor de UT en ook dat het leidt tot acceptatie van subsidiegevers zodat extra werkzaamheden tijdens de controles kunnen worden vermeden. Vooral voor CTW zou dit moeten leiden tot een verbetering van de efficiëntie rond de projectadministratie. Daardoor kan de kwaliteit verbeteren en de tijdigheid van facturatie en afsluiting van projecten verbeteren. In het komende jaar zullen die activiteiten worden voortgezet en hopelijk snel worden afgerond. De controles die worden uitgevoerd vergen veel tijd. De eisen van vooral de EFRO en INTERREG projecten is enorm groot. Gesproken is over een andere insteek ten behoeve van deze projecten. Zoveel mogelijk de kleine boekingen voor binnenlandse reizen enz. bekostigen uit de dekkingsbijdrage en voornamelijk uren declareren dat bespaart erg veel administratieve rompslomp tijdens het controleproces.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 92/342
Huisvesting Tijdens het verslagjaar zijn een aantal verhuizingen gerealiseerd. De groepen ETE en EFSM hebben een gezamenlijk laboratorium ingericht in de Westhorst waardoor we de kosten voor de m2 met ruim k€ 100 verlaagd zullen worden. Effectief zal dit zichtbaar zijn in de jaarrekening 2014. Er zijn voor deze verhuizing ook kosten gemaakt zoals de aanschaf van zuurkasten en andere voor deze twee groepen belangrijke faciliteiten. De Tx medewerkers zijn van een locatie buiten de UT weer terug verhuisd naar een locatie in de Westhorst zodat zij dichter bij de VR faciliteiten en de betrokken onderzoeksgroep gehuisvest zijn. Er is een begin gemaakt met het efficiënter gebruik van onderzoeksruimtes waaronder Westhorst 201 zodat het geschikt is voor Onderzoek maar ook voor Practica van de betrokken vakgroep. Er zijn gesprekken over andere laboratoria gaande om in diezelfde richting te werken. In de Westhorst is een computerzaal ontruimd waarvoor de colleges nu verzorgd worden in het Aquarium op vloer twee. De zaal in de Westhorst is nu beschikbaar als collegezaal. In het laatste kwartaal is aan het licht gekomen (door diefstal) dat het sleutelplan van CTW niet meer accuraat is. Met FB is een overleg gestart over de modernisering en verbetering van dit sluitplan. Gedacht wordt aan elektronische toegangscontrole gekoppeld aan de medewerkers kaart. Uitvoer zal zijn in 2014. Bij de start van TOM zijn door de opleidingen maar vooral door IO veel gesprekken gevoerd over de manier waarop FB met de COV zalen omgaat. Er zijn veel klachten geweest die min of meer opgelost zijn maar er zijn ook problemen rond het onderwijsconcept van IO waarover nog volop gesproken wordt met FB. Klimatologische onvolkomenheden van het gebouw worden gemeld maar vooralsnog niet naar tevredenheid opgelost. De volledige m2 prijs moet echter wel worden betaald. Als huurder van de ruimte voelt men zich daardoor tekort gedaan. De Toren is ingericht als kantoortuin maar voor die m2 wordt het ruimte type 3 tarief betaald. Daarnaast zijn er vroegere projectkamers die in Ruimtetype 2 vallen die nu als kabinetten worden gebruikt. De glazen scheidingswand die nodig was in de kantoortuin heeft de faculteit zelf moeten bekostigen. Aanpassing van het RT is nooit gebeurd. De kosten voor deze m2 zijn daardoor onevenredig hoog ten opzichte van het gebruik dat er van wordt gemaakt. Zeker als dat ook nog eens bezien wordt in het licht van de hoeveelheid klachten die juist door de daar gehuisveste vakgroep over o.a. de klimatologische omstandigheden, akoestische lekkage en water lekkage worden geuit. Inkoop Over het algemeen lopen de processen rond de inkoop momenteel vel beter dan in voorgaande jaren. De terugkoppeling is goed. De besteller weet wanneer besteld is en verstuurd. De voortgangscontrole met de leveranciers zou iets beter kunnen zodat sneller geleverd wordt. CTW neemt naast TNW en EWI deel aan de groep die de aanbesteding van gassen voor de UT via inkoop zal regelen. Het eisenpakket en de voorschriften voor veiligheid en dergelijke zijn in 2013 geformuleerd. Volgend jaar zal de opdracht geplaatst worden. BHV en ARBO Evenals voorgaande jaren is het aantal BHV deelnemers niet groot genoeg. Gedurende het verslagjaar is gesproken met diverse potentiele BHV kandidaten maar dit heeft nog niet geleid tot een substantiële uitbreiding van deze groep hulpverleners. Vooral in de Meander, de Zuidhorst, de Noordhorst en de Toren is een tekort aan BHV medewerkers. Overleg met centraal over het aanwijzen van kandidaten om deze taak op zich te nemen heeft niet geresulteerd in toestemming voor die aanpak. Opgemerkt kan worden dat ook hier de hoge werkdruk en de veelheid aan taken leidt tot een verminderd enthousiasme om deze extra inspanning naast de dagelijkse onderzoek en onderwijs taken nog op zich te nemen. De ARBO taken worden naar tevredenheid uitgevoerd. Veelal gaan de adviezen hiervoor over bureaustoelen en aanschaf computerbrillen.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 93/342
ICT Na overleg met BOO en diverse andere gebruikers is overgegaan tot de aanschaf van een tweetal servers. De ene gebruikt als back-up voor de andere server. Dit om geld te besparen en een goede backup faciliteit beschikbaar te stellen aan de staf en de studenten. De laatste vooral voor het uitvoeren van de practica. Deze kunnen vanaf hun werkplek allemaal toegang krijgen tot het systeem. Het afgelopen jaar is het script herschreven voor de beeldschermen die het onderzoek en onderwijs presenteren van de diverse vakgroepen en gebruikt worden voor relevante mededelingen dienaangaande. CTW is nog in gesprek met ICTS over een aantal kleine problemen met dit systeem. Communicatie en website CTW Gedurende het verslagjaar is de afdeling communicatie gestopt met het updaten van de gegevens op de schermen die speciaal voor hen zijn gereserveerd. In het afgelopen jaar is Communicatie er in geslaagd om het aantal bezoekers voor de voorlichtingsdagen te doen stijgen. De video’s voor de opleidingen zijn gemaakt en de afgesproken taken zijn uitgevoerd. Er is ten opzichte van het voorgaande verslagjaar een duidelijke verbetering te zien ten aanzien van de zichtbaarheid van het onderzoek van de faculteit op de website ook al blijft daar nog een verbeterslag mogelijk. De centralisatie zoals die enige jaren geleden is ingezet werkt volgens de faculteit nog steeds niet echt naar aller tevredenheid. Overleg met de directie M&C hierover vindt plaats. De vele wisselingen van medewerkers komt de faculteit niet ten goede dit omdat het enige tijd vergt om alle bijzonderheden van de opleidingen en de specialismes van de vakgroepen te kennen. Continuïteit is alleen daarom al van wezenlijk belang. Risico en beheersmaatregelen Het grootste risico dat CTW heeft ervaren in 2013 is het feit dat de capaciteit die ingezet kan worden voor onderzoek en onderwijs krimpt. De ketting wordt echt zo sterk als de zwakste schakel. Doordat daar, waar maar enigszins mogelijk bezuinigd is, is back-up en vervanging bij plotseling en langdurige ziekte uitermate kritisch geworden. Overdracht van een college aan iemand die beschikbaar is, wordt moeizaam omdat iedereen al ingezet is om zijn of haar steentje aan onderwijs bij te dragen. Pas op lange termijn is er zicht op verbetering. Terugblikkend kunnen we concluderen dat het gelukkig goed is gegaan. Echter het komende jaar waarin TOM nog verder ontwikkeld moet worden blijft dit risico levensgroot aanwezig en is ook dan moeilijk te beheersen. Dit vooral omdat er wederom een bezuinigingstaakstelling is en de strategische middelen geenszins toereikend zijn. Optimalisatie en efficiency zijn al vergaand doorgevoerd maar zullen daar waar mogelijk opgevoerd worden ter voorkoming van grote problemen. Dit is vooralsnog het enige instrument waarmee we dit risico enigszins beheersbaar kunnen houden. Er is een zeker risico als kleine MKB bedrijven coördinator zijn van een EU of ander door de overheden gesubsidieerde projecten. Voorschotten worden niet tijdig overgemaakt en zijn bij faillissement zelfs niet meer beschikbaar. CTW kijkt daarom kritisch naar de projecten in relatie tot penvoerderschap.
Financien Integrale analyse van de baten en lastenontwikkeling Baten: Voor wat betreft de baten zijn de toewijzingen voor het 3TU sector plan voor een deel (k€ 139) doorgeschoven naar 2014. De voor IBR begrote inkomsten ( k€34) zijn niet ontvangen. De Compensatie gelden vallen k€ 17 hoger uit t.o.v. de begroting. De baten in de tweede geldstroom zijn gestegen (k€ 696). Die baten in de derde geldstroom zijn gedaald (k€ 2.390) maar laten daarentegen ook lagere kosten zien. De overige opbrengsten laten een verschil zien van k€ 405. Een deel is toe te schrijven aan een stijging van de inkomsten voor 3TU CoE. Bij één groep extra inkomsten t.o.v. de begroting waarbij er een kleine daling tegenover stond bij een andere groep. (k€ 166-k€ 39) De vrijval van bestemmingsfondsen in de 2e en 3e gs. en een correctie op de bedrijfsdrukte veroorzaakt onder overige opbrengsten een afwijking van k€ 405 in positieve zin.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 94/342
Ontwikkeling van de baten 2e en 3e gs in k€
2009
2010
2011
2012
2013
10585 20035
13661 19063
13886 19108
15311 17552
15332 16096
Inverdiencapaciteit (a)/(a+b) in %
35%
42%
42%
47%
49%
Dekkingsbijdrage - m.i.v. 2013 incl. WvD-incidenteel Resultaat WvD
1824 899
2983 1830
2953 1445
3110 1523
4154 462
WvD-resultaat totaal
2723
4813
4398
4633
4616
jaarrek. jaarrek. jaarrek. jaarrek.
jaarrek.
Baten 2e en 3e gs (a) 1e gs toewijzing (norm., strat. en doorsl.) (b)
De begrote opbrengst voor een aanstelling bij CTW voor de opleiding Create is niet gerealiseerd. CTW krijgt hiervoor geen gelden meer van EWI. Lagere inkomsten k€ 78. De afwikkeling van een postdoc aanstelling van IMPACT heeft geleid tot k€ 21 aan extra inkomsten onder doorsluizingen. Lasten: De personeelslasten zijn per saldo k€ 455 lager dan begroot. Oorzaak: Besparingen k€ 807 waarvan k€ 217 vooralsnog niet gevulde vacatures. Besparing oproepkrachten en SA k€ 49. Extra kosten als gevolg van ontslagprocedures k€ 89, In verband met de wijziging van de verloftegoeden zijn de kosten gestegen met k€ 79. In WvD zijn voor k€ 23 aan uren doorberekend aan andere faculteiten. Per saldo zijn de kosten van personeel in de 2e en 3e gs. gestegen met k€ 374. De huisvestingslasten zijn per saldo gedaald met k€ 82. Waarvan k€ 132 als gevolg van besparingen en daling van de energiekosten. De kosten voor het VR lab worden anders verrekend dan tijdens de begroting voorzien waardoor er een tegenvaller van k€ 50 is ingeboekt. Ontwikkeling kosten personeel en huisvesting Personeel: sch.sal.+soc.lst. in k€ Personeel: aantal fte PNUT waarvan: Vacatures: sch.sal.+soc.lst. In k€ Vacatures: aantal fte in de 1e gs Vacatures: aantal fte in de 2e/3e gs Huisvesting: in k€ Huisvesting: aantal m2
2009
2010
2011
2012
2013
19716 303,8 77,9
21196 328,5 85,6
21887 337,9 104,4
22589 345,6 69,8
21711 324,8 59,5
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
n.v.t. n.v.t. n.v.t.
3836 11615
3953 11880
4244 12270
4582 12243
4599 12235
jaarrek. jaarrek. jaarrek. jaarrek.
jaarrek.
Op apparatuur en inventaris is in totaal bespaard een bedrag van k€ 221 waarvan k€ 160 in de 1e gs. Ook de materieel gebonden lasten dalen (k€ 1.281) maar dat is grotendeels toe te schrijven aan een te hoog opgenomen kostenpost voor de PDEng opleidingen. In de overige lasten is een afwijking van in totaal k€ 454 te zien. In de eerste gs is dat een stijging van k€ 151 o.a. door stijging reis- en verblijfskosten (k€ 63). Het boeken van een factuur in 2013 waarvan in 2012 de inkomsten zijn geboekt en waarvan de kosten niet via transitoria zijn vastgelegd. De kosten voor advies zijn gestegen o.a. door de visitatiekosten (k€21). De kosten voor overhead van een van de instituten bleken k€ 25 hoger dan begroot. De rest van het verschil is toe te schrijven aan een daling van
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 95/342
de kosten in de 3e gs. (PDEng lager dan begroot) en de stijging daarentegen in de 2e gs. Hier staan echter extra inkomsten tegenover. Verantwoording Centrale Stimuleringsmiddelen 2013 Omschrijving
Budget Realisatie Verantwoording Op deze doorgroeitrajecten zijn 2 UD's Tenuretrack vrouwen 126 126 aangesteld Deze bijdrage wordt door CTW overgemaakt aan de TPRC 100 100 stichting TPRC Hoogleraarsposities PO De vervangend hoogleraar bij PR start per 1 en PR 122 122 mei 2014. 3TU: bachelorvernieuwing Per opleiding is er in 2013 k€ 140 overgemaakt voor - 2e tranche 420 278 de bachelorvernieuwing. Hiervan is k€ 142 gereserveerd voor 2014 en 2015. Per opleiding is in 2012 k€ 100 = k€ 300, waarvan k€ 157 is gereserveerd voor 2013 t/m 2015. Totaal te besteden in 2014 / 2015: k€ 299. 3TU/CS: PD-EngDe te declareren kosten in het kader van de PD-Eng opleidingen 290 208 zijn in 2013 lager dan gepland omdat er minder PD-Engs zijn ingestroomd (4) dan gepland (10)
Resultaat Het resultaat is per saldo k€ 1.203 negatief. De bezuinigingstaakstelling is gehaald op k€ 238 na. Als de extra bijdrage van het rijk voor o.a. de meerjarige loon- en prijsbijstellingen 2012 en 2013 waren toegerekend aan de faculteiten dan zou de faculteit wellicht in staat zijn geweest deze taakstelling nagenoeg te realiseren.. Het is teleurstellend dat de middelen die de minister met een bepaald doel voor ogen heeft toegevoegd aan de budgetten van de UT niet conform dat doel zijn doorgesluisd naar de faculteiten.
Resultaatspecificatie in k€ Resultaat
2009 363
2010 1028
2011 743
2012 149
2013 -1203
waarvan:
Uit specifieke bedrijfsvoering 70% reorganisatiefonds Ingroeitraject valoriserende vakgroepen Overig specifiek (IBR-middelen) Extra kosten ihkv ontslagprocedures Normale bedrijfsvoering
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
‐542 ‐745 ‐33
-292
1.469
-34 -89 -788
jaarrek
jaarrek
PAGINA 96/342
Een analyse van het resultaat van het Werk voor Derden laat het volgende zien: Resultaat Werk voor Derden
Real.
Begr.
Verschil
WvD-inc.
WvD-inc.
WvD-inc.
3920 - afgesloten PA-projecten
282
3920 - resultaat-projecten
180
WvD-incidenteel via 3455
941 1.403
787
616
DB
DB
2013-13
3.213
3.324
(111)
WvD totaal
4.616
4.111
505
Verschuiving 1e gs naar WvD - vrijval best.fondsen
(220) 285
2011
2012
2013
Lopende projecten per 31-12
231
224
213
- waarvan nieuw in boekjaar
70
34
46 2013: 11 2e gs
Afgesloten projecten
51
40
64
Reserves De ontwikkeling van de reserves is negatief maar is door een zeer terughoudend beleid in de uitgaven beperkt gebleven. Ontwikkeling Cashflow in k€
2009
2010
2011
2012
2013
Investeringen ( A )
333
208
316
39
Afschrijvingen ( B )
357
271
294
313
Resultaat ( C )
1028
742
-149
-1.203
Cashflow-prognose (B+C-A)
1.052
806
-172
-930
345
-49
-1523
-21 10.649
Vermogensmutatie Bedrijfsreserve
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
11.479
12.852
13.545 11.873
jaarrek.
jaarrek.
jaarrek.
jaarrek.
jaarrek.
PAGINA 97/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Construerende Technische Wetenschappen Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m 2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten
14.658 371 7.931 1.015 624 24.599
14.791 375 8.061 595 276 24.098
14.074 498 7.637 816 617 23.643
4.582
4.657
4.599
295 4.877
380 5.037
356 4.955
294 514 16 109 933
344 1.001 11 67 1.423
313 743 48 98 1.202
274 571 197
323 1.915 155
338 599 174
1.042
2.393
1.112
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
13.089
226 1.037 11.931
11.931
14.162
13.194
13.073
1.939 2.195 11.177
1.636 3.194 12.106
2.332 3.150 9.850
Totaal Werk voor Derden
15.311
16.936
15.333
Overige opbrengsten
1.385
1.088
1.492
1.517 1.036
1.440 842
1.516 842
775 62 4.546 1.429 811 2.305
631 70 5.261
631 34 5.913 1.999 1.425 2.489
Doorsluizingen
7.936
8.244
8.936
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
1.073
1.142
58 123 1.139 742 283 115 413 374
100 165 762 946 177 42 1.154 407
109 119 1.096 825 312 124 246 469
3.247
3.753
3.299
4.546
5.261
5.913
4.546
5.261
5.913
Doorberekende interne opbrengsten
301
116
87
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
39.094
39.578
38.920
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi Resultaat uit bijzondere bedrijfsvoering: - 70% reorganisatiefonds 2011 - Extra kosten ihkv ontslagprocedures - gemiste IBR-inkomsten Resultaat uit normale bedrijfsvoering
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
Dekkingsbijdrage
(150) (150)
(1.422)
(965) (965)
(292) (89) (34) (788) (1.203)
39.094
39.578
38.920
3.110
3.324
4.154
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
2,8 19,7 24,7 56,3 12,2 38,7
255 1.801 1.669 2.673 650 1.362
129,0
gem. fte.
3.733
3,3 21,7 25,7 60,5 11,1 24,0 20,0 130,1
288 1.856 1.703 2.913 554 941 578 3.644
2,0 19,1 24,6 54,9 12,2 44,0 3,7 107,4
163 1.782 1.579 2.740 591 1.565 150 3.118
283,4
12.143
296,6
12.478
267,8
11.687
1,0 5,1 56,0
78 313 1.913
1,0 6,2 47,2
79 334 1.725
1,0 5,7 50,3
79 298 1.816
0,1 62,2
5 2.309
54,5
2.138
57,0
2.194
Overige inzet
pm
204
Overige kosten
pm
2
TOTAAL
345,6
14.658
PNUT
Jaarrekening 2013 k€
k€
69,8
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
176
351,0 22,8
14.791
pm
178
pm
5
324,8
14.063
59,5
PAGINA 98/342
UNIVERSITEIT TWENTE Overzicht algemene reserves (in €)
Algemene reserves CTW Bestemde reserves CTW *)
Beginbalans 2013
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Vermogensmut. 2013 Uitgaven
Resultaatbestemming 2013
CTW Eindbalans 2013
5.025.094 6.847.505
6.726.702
23.022 6.724.658
-1.130.586 -72.114
10.598.188 50.733
11.872.599
6.726.702
6.747.680
-1.202.701
10.648.921
*) saldo per 31-12-13 is intern bestemd
Totaal Algemene Reserves
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 99/342
Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica Managementsamenvatting Het jaar 2013 is bijzonder roerig verlopen, op alle relevante dossiers: de invoering van TOM, de financiering van het onderwijs, de positie van de Toegepaste Wiskunde met de bijbehorende verandering in de financiering, en als meest ingrijpende een grote reorganisatie binnen de faculteit die tot een tiental ontslagen zal leiden. Op gebied van huisvesting is de ingrijpende herschikking binnen de Zilverling en het verlaten van de Citadel door EWI gerealiseerd waardoor de medewerkers van Toegepaste Wiskunde en Informatica thans in de Zilverling zijn gehuisvest. Terugblik In het jaarplan 2013 staan een achttiental actiepunten voor de faculteit. In dit hoofdstuk wordt op al deze punten teruggeblikt. De belangrijkste beleidsinitiatieven en resultaten voor 2013 De initiatieven uit het jaarplan 2013 staan in italic; het verslag erover in ‘normal’ face. Onderwijs Uitrol experiment TOM in Electrical Engineering; met goede evaluatie vanuit UT-perspectief. Er dient goed geëvalueerd te worden zodat, samen met de evaluatie van BMT de UT er maximaal van profiteert. De TOM-pilot voor EE is zeer succesvol geweest gemeten naar het hoge slaagpercentage. 82% van de herinschrijvers heeft de propedeuse in één jaar gehaald (gemiddelde van de laatste zes jaar was 38%) Er is in ruime mate geëvalueerd, zowel intern bij de opleiding Electrical Engineering, als ook op UT niveau. Docenten van de EE-opleiding hebben zeer regelmatig hun bevindingen gedeeld in diverse bijeenkomsten. Veel van de aanbevelingen zijn op centraal niveau doorgevoerd (o.a. het advies van een docentenvergadering aan het einde van elke module. De opleiding CreaTe mag zich verheugen in grote belangstelling. In 2012 komt er een grotere groep in de bachelor-eindfase. Goede inbedding (op UT en met externe partners) van de afstudeerprojecten moet geborgd. Met de reorganisatie EWI 2013 is onder meer een halftijds vacature gecreëerd en ingevuld waarin de bemiddeling van afstudeeropdrachten binnen en buiten de deur is ondergebracht. Het onderwijsvolume van CreaTe neemt toe; de inbreng vanuit de faculteit moet navenant groeien en in de fysieke omgeving moet voldoende ruimte worden gevonden. Om het groeiend onderwijsvolume te kunnen bedienen zijn er ten tijde van de reorganisatie EWI 2013 zes vacatures gecreëerd die deels onderwijs-gericht deels onderwijs en onderzoek gericht zijn. Deze vacatures zijn eind 2013 grotendeels vervuld. Het SmartXP-lab dient nog als belangrijkste onderwijs/projectruimte; daarnaast is er extra ruimte gevonden in de Vrijhof (eerstejaars eindproject) en de zogenaamde WELP-practicumzaal die gedeeld wordt met de hoofdgebruiker. De ontwikkeling van de bacheloropleidingen CS, BIT, EL en TW in Twents Onderwijs Model zal zijn vorm krijgen, met bijpassende ICT-clusterstructuur. Voor CreaTe dient een ontwikkeling richting TOM vastgesteld te worden. In de verdere toekomst moet CreaTe deel zijn van ‘Design op de UT”. De CreaTe-opleiding paste al "van nature" op de filosofie die ook het TOM-onderwijs kenmerkt. Qua organisatie en onderwijsstramien zijn er inmiddels ook aanpassingen richting TOM doorgevoerd. e De inzet van de extra middelen voor TOM moet worden bepaald. De 1 tranch van 100k per e opleiding is bestemd en voor de 2 tranch zal in gezamenlijkheid van het cluster inzet worden bepaald. De inzet van de TOM-middelen is hetzij gerealiseerd hetzij bestemd.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 100/342
AMI gelden worden ingezet op het aanstellen van VWO leraren, om bij de aansluiting van VWO en 1e jaars wiskunde te assisteren, vanaf 2013 voornamelijk in de wiskundelijn van TOM. Is gerealiseerd. De masteropleidingen worden in het UT-proces van herziening meegenomen. De faculteit zal hierin een aantal lastige problemen dienen op te lossen: disciplinaire versus specialiserende masters, 3TU masters met kleine instroom, vooral internationale werving en natuurlijk 3xO. De focus ligt vooralsnog op het bacheloronderwijs. Naar grote waarschijnlijkheid wordt EWI weer de penvoerder van de opleiding BIT per 1-12013. De huidige ondersteuning blijft zoals die is en de OLC zal anders worden samengesteld. De OLD zal uit EWI komen. BIT is per 1-9-2013 inhoudelijk en per 1-1-2014 financieel overgegaan naar EWI. Met de huidige groep langstudeerders is voor zo ver dat mogelijk blijkt, contact. Alle mogelijke hulp wordt geboden vertraging te minimaliseren. Dit wordt onverkort voortgezet! Langstudeerders worden continu benaderd en er wordt gekeken naar mogelijkheden om de studie af te ronden. Daarbij is de overgang naar het nieuwe curriculum een uitdaging om de oude vakken uit te faseren. Onderzoek De nieuwe financieringssystematiek dient een aantal knelpunten in onderzoekfinanciering op te lossen: hoe bepalen we gemengde financiering van groepen vanuit instituten, en wat is de oplossing voor onvoldoende financiering van Toegepaste Wiskunde. Een van de uitgangspunten was dat na reorganisatie de resterende en gekrompen groepen van de disciplines Informatica en Elektrotechniek voldoende levensvatbaar zouden zijn met name door het behoud van de inzet van de instituutsmiddelen. In hoeverre dat gelukt is zal in 2014 blijken. Voor de discipline Toegepaste Wiskunde is afgesproken dat die 12 fte aan onderzoek zal omvatten, waarvan de financiering eveneens gegarandeerd zal worden door de instituten. Ook hier zal de realisatie 2014 proof of the pudding zijn. Midterm reviews zullen nog in 2012 plaatsvinden voor AM en CS. Deze zijn voorbereid volgens 3TU en Eric/Twins protocol en zullen in 2013 leiden tot vervolgacties. – Naar aanleiding van de Midterm review Applied Mathematics (AM; Toegepaste Wiskunde, TW) is door prof. dr. H.A. van der Vorst een rapport opgesteld, waarin de (gewenste) positionering van wiskunde binnen de Universiteit Twente nader is omschreven. Dit rapport beschrijft de wenselijkheid van structurele financiering van 12 fte onderzoekscapaciteit binnen de vaste staf en van focus in onderzoek in aansluiting met de onderzoekinstituten waar Toegepaste Wiskunde bij betrokken is: CTIT, MESA+ en MIRA. In reactie hierop is door de TW het CAMUT (Center for Applied Mathematics University of Twente) opgericht. In dit plan wordt de onderzoeksfocus nader beschreven. Keuze is gemaakt voor funderende wiskunde, health and life sciences, energy, en high tech systemen. Dit plan beschrijft verder de gewenste ontwikkeling in wetenschappelijke output, gemeten in aantallen promovendi, promoties en publicaties, en de instelling van een programmaraad ter strategische advisering. CAMUT heeft een plan opgesteld om de onderzoekscapaciteit binnen de vaste staf te brengen naar 12 fte middels aanstelling van medewerkers in Tenure Trackposities.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 101/342
–
In het disciplineoverleg CS zijn de resultaten van de midterm review besproken, inclusief de geplande acties van de individuele vakgroepen. In het kader van de reorganisatie zijn er inhoudelijke clusters gedefinieerd. Tevens is een serie voordrachten gehouden waarin de nieuwe clusters, bestaande uit een aantal vakgroepen, zich hebben gepresenteerd.
Het strategisch plan van EWI kent 9 clusters van vakgroepen. In 2013 zal moeten worden nagedacht over deze ordening in relatie tot de wijzigende onderzoek/onderwijs financiering. Het aantal vakgroepen is sinds oktober 2012 met 2 afgenomen tot 22 op 31 december 2013. De clusters uit het strategisch plan zijn inhoudelijk nog steeds herkenbaar, doch financieel en personeel zijn de vakgroepen nog steeds de kleinste budgettaire eenheden gebleven. Organisatie Het werken met clusters van bacheloropleidingen zal de werkwijze van de stuurgroep onderwijs (groep van bachelor OLD's in EWI, onder leiding van 1 van hen en begeleid door hoofd BOB van EWI) doen veranderen, zeker wanneer budgettaire zaken daar ook worden belegd. De rol van OnderwijsDirecteur zal organisch moeten worden ingepast. Eén van de OLD’s vertegenwoordigt de faculteit als primus inter pares bij UT-overleggen (o.a. UCO). De faculteit richt zich in op een minimum instroom van 60 scholieren ieder voor de bacheloropleidingen INF, EL en 40 voor TW, en de aanwezigheid van 250-300 promovendi/post docs. Voor CreaTe zijn de ambities bijgesteld naar het handhaven van de huidige instroom van 80-100. In 2013 zijn we (helaas) gebonden aan de numerus fixus voor CreaTe. De gerealiseerde instroom op peildatum 1 oktober 2013 was: 77 voor INF, 63 voor EE, 77 voor CreaTe en 37 voor TW. Daarmee zijn de ambities grotendeels vervuld en deels overtroffen. De verzwaring van de ow-last door krimp vaste staf en stijgende EC-realisatie kan niet anders dan door meer efficiency worden opgevangen. Dit betreft zowel de organisatie (gezamenlijkheid) als didactisch concept (studenten moeten over het hele jaar harder werken, met relatief minder staf inzet). Er zal geprobeerd worden faculteitsbreed verdeelbaar onderwijs te bepalen (begeleiden van werkgroepen in modules) zodat de onderwijslast ook beter verdeeld kan worden.(De gezamenlijke staf van de faculteit draagt zorg voor het verwerven van fondsen voor 250-300 tijdelijke onderzoekers en verzorgt een totaal van ca. 60 k EC. Gemiddeld over het vast WP, na reductie, betekent dit een kader van 400-500 EC en 23 extern verworven onderzoeksposities per vast WP. De faculteit houdt vast aan deze gemiddelde prestatie.) De verlichting van de onderwijsinzet, zeker nu TOM is ingevoerd, is een van de uitdagingen voor de nabije toekomst. Personeelsinstrumenten De faculteit kent een HL/U(H)D commissie die alle beoordelingen en promoties van zittende en aan te stellen vaste wetenschappelijke staf beoordeelt. In 2013 zal gekeken worden of het zinnig is dat elk staflid een Google Scholar account kan hebben zodat niet meer handmatig in het FJUT formulier veel detail moet worden opgenomen. (Een set van criteria voor de overgangen van UD naar UHD, naar HL is beschreven en wordt middels een gebenchmarkte prestatie- en citatieanalyse verder verfijnd. Elk dossier wordt individueel beschouwd en de criteria bepalen wanneer nadere argumentatie nodig is indien afwijkingen gewenst zijn. Deze informatie komt nog op het intranet.) Inmiddels is het standaard dat elke wetenschapper binnen EWI een profiel aanmaakt in Google Scholar en dat die informatie in o.a. de U(H)D/HGL-commissie wordt gebruikt. Met de nieuwe, naar verwachting meerjarig stabielere, financiering voor onderwijs en onderzoek zal de gewenste totale omvang van de vaste staf moeten worden vastgesteld. Mogelijk wijkt deze af van de huidige omvang zodat er beleidsinstrumenten moeten zijn om groei of krimp te bepalen. Dit aandachtspunt blijft actueel.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 102/342
EWI dienstverlening Inter- en vooral intranet bepalen in steeds sterkere mate bedrijfsprocessen. Informatievoorziening (communicatie) is niet de juiste invalshoek voor verdere ontwikkeling van het net. De faculteit heeft een web manager nodig die vanuit de inhoud naar web services kijkt en niet een technicus/communicatiemedewerker die gegeven informatie op het web zet. Een web manager denkt vanuit de bedrijfsprocessen (onderwijs, financiën, personeel). Vanuit het budget voor communicatie zal een webmanager worden aangesteld. Door M&C is het afgelopen jaar gewerkt aan het op orde brengen van de structuur van intraen internet van de faculteit. Er is nog steeds enige discussie over de grens tussen de items die door M&C, danwel de faculteit moeten worden verzorgd. De faculteit sluit niet uit dat in de toekomst wellicht een eigen webmanager nodig zal zijn om veelheid aan pagina's en (de organisatie van) de inhoud actueel te houden. Onderwijs Invoeringstraject TOM (inzet, ontwikkeling) BSc-EE De opleiding EE is in het studiejaar 2012-2013 begonnen met een TOM-pilot. Deze pilot is prima verlopen. Het studierendement van de eerstejaarsstudenten is zeer hoog (82% van de herinschrijvers heeft de propedeuse in één jaar gehaald (gemiddelde van de laatste zes jaar was 38%). Daarnaast is de opleiding in hetzelfde jaar overgegaan op Engels als voertaal. De pilot bestond uit drie modules, waarna de studenten het voorgaande curriculum hebben opgepakt. Met de leerpunten uit deze pilot is de bacheloropleiding EE verder vormgegeven. Aandachtspunt blijft de hoge inzet van docenten voor het TOM-onderwijs, ook na het eerste ontwerp. BSc-TI Er is een goede start gemaakt met het eerste jaar TOM-onderwijs voor TI. In alle eerste 4 modules is er sprake van diepgaand herontwerp, leidend tot inhoudelijk samenhangende modules, met een geïntegreerde manier van toetsen (deeltoetsen, compensatie-mogelijkheden), herkansingen binnen de module, en ruime aandacht voor projecten. Regelmatig monitoren en evalueren heeft geleid tot bijstellingen en veranderplannen voor de volgende keer. Aandachtspunten zijn o.a. de integratie met de wiskunde, en een goede dosering van toetsen en werkdruk voor de studenten. Ook de enorme werkdruk die dit eerste ontwerp voor docenten met zich meebracht zal volgend jaar verminderd moeten worden. BSc-CreaTe Het eerstejaarsonderwijs is geherstructureerd in modulevorm, zonder grote ingrepen in de bestaande curriculumopbouw (met uitzondering van een flinke herziening in blok 4). Voorzichtige conclusie na de eerste uitvoering van twee modules: winst in inhoudelijke samenhang, stroevere interactie tussen studenten en docenten. BSc-TW De eerste vier modules van TW zijn, na een globale bepaling van de inhoud door een afdelingsbrede curriculumcommissie en na advies van de OLC, in detail door moduleteams ontworpen. De eerste module is inleidend, de tweede verdiepend met name op het gebied van het abstract denken en formeel redeneren, de derde is meer toegepast van karakter. De vierde module, op het gebied van vectorcalculus en elektriciteit en magnetisme is gemeenschappelijk met TN. Aandachtspunt voor de eerste module is dat het project beter verbonden zou moeten worden met de inhoud van de overige onderdelen. De tweede module is in de gekozen opzet te zwaar en te vol en daar zal zorgvuldig naar gekeken worden. Door de omstandigheden gedwongen deed TW mee met de wiskundelijn. Qua stof en onderwerpen was dat geen probleem, de toetsing werd echter te licht gevonden, ook door de TW studenten.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 103/342
BSC-BIT De bacheloropleiding BIT is in het collegejaar 2013-2014 begonnen met de invoering van TOM. De opleiding wordt opgebouwd met (onderdelen van) modules uit de TI- en TBKopleidingen, met een paar specifieke elementen (projecten en opdrachten) die de identiteit van de opleiding garanderen. De eerste twee modules zijn volledig ontwikkeld en gedraaid. De studenten ervaren de modules als arbeidsintensief, i.h.b. module 2, maar in het algemeen geven ze toe dat ze veel hebben geleerd. De modules zijn ook vrij druk voor de docenten, maar de verwachting is dat de drukte verminderd wordt op het moment dat de modules voor een tweede keer gegeven gaan worden. Regelmatige monitoring en evaluaties zorgen voor beteringen in de modules, zowel tijdens de uitvoering als voor de toekomst. Onderwijsprestaties (een toelichting op de gehaalde (OCW) prestaties en ingezette instrumenten zoals BSA, studiebegeleiding) BSc-EE Met de introductie van het TOM-onderwijs zijn de eerste resultaten bekend. Het studierendement is enorm gestegen. De structuur van het TOM-onderwijs en de ingevoerde BSA hebben daartoe bijgedragen. Een paar observaties: – Van de lichting 2012-2013 heeft nu 97% van de herinschrijvers 45 studiepunten of meer (er is 1 student met 30 studiepunten door de BSA-commissie doorgelaten tot het volgende studiejaar). Dit was in het verleden ongeveer 50%. – Resultaten van de lichting 2013-2014 laten eenzelfde patroon zien (ongeveer 85% van de studenten haalt de module). – Studenten zijn hard aan het werk. – Uitval is vooral in het eerste halve jaar. BSc-TI In de bacheloropleiding is voor de studenten van het oude curriculum veel aandacht voor het uitfaseren. Dit uitfaseren brengt naast veel problemen ook als positief effect met zich mee dat studenten ertoe gebracht worden binnen 5 jaar hun bachelordiploma te halen. Met deze studenten worden nu individuele planningen gemaakt. In het eerste jaar van het TOM-onderwijs is het nog te vroeg om vergaande conclusies te trekken over de verbetering van het studiesucces. Wel zien we nu al de volgende positieve punten: – nog nooit hebben zoveel studenten 30 EC gehaald in het eerste half jaar – studenten zijn hard aan het werk en maken over het algemeen volledige werkweken – studenten worden voortdurend gemonitord, wat de selectiviteit van het eerste half jaar ten goed komt. Na het eerste half jaar heeft ongeveer 20% besloten te studie te staken. In de masteropleiding zijn voor het studiejaar 2013/2014 initiatieven genomen om de duur van het afstuderen te beperken. Voor conclusies over het effect van deze maatregelen is het nog te vroeg. BSc-CreaTe Het BSA heeft geen invloed gehad op de doorstroom naar het tweede jaar, die was hoog en is hoog gebleven. Over het totale bachelorrendement en de studiesnelheid in de postpropedeutische fase is nog steeds weinig te zeggen, behalve dat van de eerste generatie (2010) slechts weinigen hun opleiding in 3 jaar hebben afgerond. Het lijkt erop dat het aantal uitvallers in het eerste jaar van de eerste TOM-generatie (2013) hoger zal zijn dan in de jaren daarvoor. BSc-TW De eerste module van TW is goed verlopen en kende een behoorlijk slaagpercentage. De tweede module is minder goed verlopen. Slechts de helft van de studenten heeft deze module gehaald en er zal een reparatiemogelijkheid geboden worden. Ongeveer hetzelfde percentage dat de eerste module heeft gehaald heeft de tweede module op het onderdeel Analyse na gehaald. Voor de studenten oude stijl wordt bezemklasondersteuning geboden.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 104/342
Alle uitgefaseerde colleges zijn of worden opgenomen en er worden zogeheten last but not least bijeenkomsten georganiseerd. MSc-AM Er is een begin gemaakt met het herzien van het AM-curriculum. Dit om de toegankelijkheid en daarmee de aantrekkelijkheid voor zij-instromers te verbeteren. BSc-BIT Hoewel het misschien nog te vroeg is voor conclusies: de invoering van TOM blijkt tot nu toe een positieve invloed te hebben gehad op de doorstroom van de BIT-studenten. In vergelijking met het verleden (bijv. de wiskunde- en programmeervakken) hebben meer studenten de module in één keer gehaald, bijv. rond 50% voor module 2 in vergelijking tot de 30% die vrij normaal was voor het vak Programmeren 1. De invoering van het BSA in collegejaar 2012-2013 heeft al gezorgd voor een verbetering in de doorstroom van de tweedejaars studenten. Daarnaast hebben we veel aandacht besteed aan de uitfasering van het bachelor-pre-TOM onderwijs. In opdracht van de OLD is een overzicht gemaakt van de vakken die uitgefaseerd worden en de pre-TOM-studenten. Individuele afspraken worden met deze studenten gemaakt om hun doorstroom te bevorderen. MSc-BIT Voor de masteropleiding BIT hebben we geconstateerd dat het masterafstudeerproject in sommige gevallen voor veel studievertraging zorgt. De OER schrijft al procedures voor waarmee deze vertraging beperkt kan worden, maar het gebrek aan een adequaat volgsysteem en het gedrag van een aantal docenten hebben de werkelijke toepassing van deze procedures belemmerd. Deze belemmeringen worden binnenkort aangepakt. Aandachtspunten n.a.v. visitaties opleidingen (voor zover van toepassing) EE Geen. TI In oktober 2013 zijn de bachelor-opleiding TI en de masteropleidingen CSc, TEL en HMI gevisiteerd, in het kader van de heraccreditatie van deze opleidingen (de huidige accreditaties lopen tot 31 december 2014). Het proces van heraccreditaties loopt nog, maar de visitaties zijn voorspoedig verlopen: de opleidingen hebben op alle onderdelen voldoende gescoord, en de opleiding TI heeft een "goed" gescoord voor het eindniveau van de opleiding. De belangrijkste verbeterpunten voor alle opleidingen: internationalisering, de relatie met het werkveld, en de implementatie van het toetsbeleid. CreaTe Geen. TW TW en AM zijn in juli 2013 gevisiteerd en op alle standaarden als voldoende beoordeeld. De meeste aanbevelingen worden in het TOM-ontwerp meegenomen. De aanbeveling om het volgen van twee studies, bijvoorbeeld TW en TN, mogelijk te maken wordt ter hand genomen, maar is met de module als kleinste onderwijseenheid lastig te realiseren. Met het herzien van het mastercurriculum worden ook de aanbevelingen voor AM verwerkt. BIT De bachelor- en masteropleiding zijn geaccrediteerd tot 13-02-2017 en er zijn geen aandachtspunten n.a.v. de visitatie. Verhoging studentenaantallen in bèta/techniekopleidingen Bij de technische opleidingen van EWI is groei zichtbaar, met name bij de BSc-opleidingen EE en TI. (Iets) minder is dat bij BIT, CreaTe en TW het geval. TW onderneemt in overleg met Communicatie (S&C) extra wervingsacties. Mankracht voor uitvoering van de plannen is echter niet altijd voldoende aanwezig.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 105/342
Ontwikkeling toetsbeleid van de opleidingen in het kader van de “Instellingstoets Kwaliteitszorg” De EWI-opleidingen hebben in 2013 het door de UT opgestelde toetskader vertaald in eigen toetsbeleid. Het in 2012 gestarte traject van het beter borgen en verbeteren van de toetskwaliteit kreeg een vervolg in 2013: EWI koos voor vakdossiers als centraal instrument. Er is een start gemaakt met de invoering ervan. Belangrijke voorwaarde voor het uitvoeren van toetsbeleid is dat er voor elk vak een goede beschrijving is van de leerdoelen. In juni 2013 werd een project afgesloten met als resultaat dat heel veel bachelor- en mastervakken nu goed geformuleerde leerdoelen hebben. Professionaliteit examencommissies TW: alle leden van de examencommissie hebben in het recente verleden deelgenomen aan een of meerdere workshops op het gebied van taken en bevoegdheden van examencommissies. Uitvoering opleidingsspecifieke verbeterpunten n.a.v. PKM-eindrapportage AM Het PKM-rapport voor AM beveelt aan om het curriculum te vereenvoudigen en het aantal keuzevakken te verminderen. Verder wordt aanbevolen AM aantrekkelijker te maken voor zijinstromers en internationale studenten. Deze punten worden aangepakt in de herziening van het AM-curriculum. Het vergroten van de internationale instroom heeft zeker de aandacht maar is niet eenvoudig. Verbeteracties PKM voor CSc en TEL De PKM doorlichting heeft geleid tot drie aanbevelingen: 1. versimpeling van het curriculum, met accommodatie van de EIT ICT Labs Masterschool 2. Vergroting internationale instroom, o.a. via TGS-programma's 3. Ontwikkeling multidisciplinaire ontwerpopdrachten in de afstudeerfase Voor wat betreft punt 1 is het aantal specialisaties gestroomlijnd, en wordt geparticipeerd als exit point in twee EIT ICT-programma's, nl. Security and Privacy, en Human Computer Interaction and Design. Voor Security and Privacy zijn de eerste studenten ingestroomd; het is de bedoeling dat Twente volgend jaar voor dit programma ook entry point wordt. Voor wat betreft punt 2: TGS programma's leiden vooralsnog niet tot een grotere instroom. Wat nodig is is een grotere wervingsinspanning op het niveau van de specialisaties. Een enkele specialisatie is hier al mee begonnen, maar een meer gecoördineerde inspanning is vereist. Op aanbeveling 3 is nog geen actie ondernomen. Ontwikkeling van Excellentietrajecten in de bachelor- en masterfase met doorlopende leerlijn richting post-graduate opleidingen De excellence stream wiskunde, een van de wiskunde intensiveringsprojecten, is per september 2013 ondergebracht als track in het honours programma. Dit heeft als voordeel dat deze stroom herkenbaar is als onderdeel van het excellentiebeleid van de UT en dat studenten binnen honours meer keuzemogelijkheden hebben. Internationalisering (internationale mobiliteit en aandacht voor internationale classroom) ̶ In september 2013 zijn er internationale studenten ingestroomd in de bacheloropleidingen Creative Technology en Electrical Engineering en in alle masteropleidingen van EWI. Het totaal aan internationale instroom ongeveer gelijk aan dat van 2012. ̶ Een groot winstpunt was de instroom van 7 internationale studenten vanuit de EIT ICT Labs Masterschool in de specialisatie Computer Security. ̶ Opnieuw waren er ook zo’n 20 studenten voor een korte periode aanwezig, in het kader van uitwisseling voor het doen van vakken, dan wel stages. ̶ Ook is er een lichte stijging te zien in het aantal studenten dat een partneruniversiteit bezocht voor studie, alsmede in het aantal stages gedaan in het buitenland. ̶ Belangrijke vaststelling is ook dit jaar, dat er honderden toelatingsaanvragen zijn vanuit het buitenland, dat wij door het hebben van een “self-assessment” vooraf te maken hebben met in meerderheid geschikte kandidaten en er dus veel kunnen toelaten, maar
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 106/342
̶ ̶
dat de daadwerkelijke opkomst slechts een fractie daarvan is. Er zijn (te) weinig studenten die de financiën rond krijgen. EWI heeft opnieuw zijn aandeel geleverd in het TEMPUS ICARUS project, o.a. door deel te nemen en mede verzorgen van workshops en managementbijeenkomsten. In de introductieperiode is middels via het aanbieden van workshops aandacht gegeven aan acculturatieaspecten (aan de gehele instroom, waarin zowel de buitenlandse als de Nederlandse studenten aanwezig waren)
Onderzoek Reorganisatie en instituten Al het onderzoek van de faculteit zit in de onderzoeksinstituten. De reorganisatie heeft langs de lijnen van de instituten plaatsgevonden. Op sommige plaatsen is diep gesneden. Einddoel is dat de leerstoelen behorend bij één instituut een sluitende begroting hebben, zodat alle instituten hun totale middelen strategisch in kunnen zetten. Toegepaste Wiskunde Bij de discipline Toegepaste Wiskunde is met de onderzoeksinstituten en het college van bestuur overeengekomen, dat er ten minste 12 fte aan onderzoek beschikbaar moet blijven. De discipline heeft het Centre for Applied Mathematics University of Twente (CAMUT) opgericht ter coördinatie van het onderwijs en onderzoek in de Wiskunde aan de UT zodat het ondermeer een leidende rol kan spelen in het multidisciplinaire onderzoek dat in de onderzoeksinstituten wordt uitgevoerd. Er is een programmaraad ingesteld met interne en externe leden ter advisering van het onderwijs- en onderzoeksprogramma van CAMUT. Promoties Het aantal promoties is met een aantal van 65 à 67 aanzienlijk hoger dan het aantal van uit 2012. Het verschil komt voort uit natuurlijke fluctuaties, waardoor het gemiddelde over jaren gelijk is gebleven en in overeenstemming is met de meerjarige streefwaarden. Wat betreft het promotierendement voert de faculteit een strak beleid waardoor op termijn uitval vrijwel uitsluitend in het eerste jaar zal plaatsvinden en het merendeel van resterende, reguliere promotietrajecten binnen 5 jaar met succes zal worden afgerond.
40 de de de
HRM-beleid Talentmanagement (bijv. Tenure Track, vrouwen in hogere functies): Tenure track Het instrument tenure track heeft als doel het aantrekken van zeer getalenteerde wetenschappers van wie de verwachting bestaat dat ze kunnen uitgroeien tot hoogleraar. De faculteit kent eind 2013 6 tenure trackers, 4 tenure tracks zijn geëindigd met een UHD-2 benoeming, waarna trajecten voor doorgroei naar een adj. HGL in gang zijn/worden gezet. In 2013 zijn 2 nieuwe medewerkers op een Tenure Track aangesteld bij de discipline TW. Eén Tenure tracker is in het kader van de reorganisatie EWI overgeplaatst naar TNW. (Verdere nieuwe Tenure tracks tot nu toe: per 1-1-2014 1 bij TW en per 1-2-2014 1 bij INF). De faculteit heeft inmiddels verzocht om een toezegging voor de gedeeltelijke financiering voor een vrouwelijke tenure track in het kader van het UTWIST programma om te zetten in een financiële ondersteuning van een deeltijd-positie voor een vrouwelijke HGL bij TW De huidige financiële situatie van de faculteit dwingt echter tot kritische keuzes. De intentie bij aanstelling in een tenure track is een vaste aanstelling, waarbij zeer van belang zal zijn dat de eventuele toekomstige tenure trackers aansluiten bij de toekomstige researchfocus van de faculteit. Vrouwen in hogere posities Binnen onze faculteit bestaat specifieke aandacht voor ons vrouwelijk talent. EWI ligt voor op het streefcijfer voor 2014 voor vrouwen aan de top, 2,4 fte t.o.v. 1,7 fte De vertegenwoordiging van vrouwen in de subtop is in 2013 flink gestegen t.o.v. 2012 (van 2,8 fte naar 6,8 fte
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 107/342
Dat laatste heeft o.a. te maken met het bereiken van de UHD-positie bij enkele vrouwelijke tenure trackers. Er blijft aanvullende aandacht nodig om dit niveau in de toekomst te handhaven. Wij zullen ons bovendien op verschillende manieren inspannen om dit cijfer de komende jaren verder te verbeteren. De inspanningen voor 2014 zullen met name gericht zijn op de zittende vrouwelijke staf, omdat er in verband met de reorganisatie weinig nieuwe posities verwacht worden. Waar wel vacatures ontstaan zal bij de werving nadrukkelijk aandacht zijn voor vrouwelijk talent. Wij stimuleren de vrouwelijke staf voorts om optimaal gebruik te maken van faciliteiten zoals het ambassadeursnetwerk en het stimuleringsfonds. Management development / Professional Learning & development: Het Leiderschap Ontwikkelingsprogramma dat in samenwerking met het bureau Krauthammer is opgesteld is inmiddels gevolgd door vrijwel alle zittende leidinggevenden. Alle nieuwe leidinggevenden worden uitgenodigd voor de Leergangen Academisch Leiderschap (WP) en Professioneel Leiderschap (OBP). De deelname van zittende en nieuwe medewerkers van EWI aan dergelijke programma’s is relatief groot. Met nieuwe medewerkers op structurele posities worden bij aanvang van het dienstverband zoveel mogelijk afspraken gemaakt o.a. over te volgen programma’s, bij het WP veelal in het kader van een plan voor een tenure track. De ontwikkeling van zittende medewerkers komt bij de jaargespreksronde aan de orde. Koppeling Onderwijsprestaties aan Jaargesprekken De jaargesprekkenronde over 2013 is uitgevoerd in februari en maart 2013. Aan de leidinggevenden is mede op verzoek van het College van Bestuur en de decaan specifiek aandacht gevraagd voor het behandelen van onderwijsprestaties in deze jaargesprekken. Hiertoe is een door EWI ontwikkeld formulier aan FJUT toegevoegd en hebben de leidinggevenden bij de oproep voor de jaargesprekken een handleiding ontvangen waarin handvatten worden aangereikt om dit onderwerp meer uit te diepen tijdens de jaargesprekken. Het is de verwachting dat deze extra inzet zal leiden tot meer aandacht voor dit onderwerp als onderdeel van het totale functioneren. De invoering van de TOM (waarmee de discipline EL een jaar eerder is gestart) begint zijn vruchten af te werpen, maar trekt ook een zware wissel op de medewerkers. Over de hele linie wordt gemeld dat er sprake is van langdurige overbelasting. Reorganisatie EWI De ingezette reorganisatie in 2013 heeft een flinke impact op de facultaire gemeenschap en vergen bijzondere begeleiding van dit proces vanuit EWI-HR en het management van de faculteit. Relevante PI’s en streefgetallen (zie ook sociaal Jaarverslag en OCW-prestatieafspraak OBP:WP) Het aantal medewerkers van EWI heeft over 2013 een daling doorgemaakt, mede ten gevolge van het na-ijleffect van de reorganisatie Route 14+, maar ook door vertrek medewerkers uit de vaste formatie als gevolg van de ingezette reorganisatie. Voor 2014 staat een verdere uitstroom gepland in verband met de reorganisatie. In zijn totaliteit leidt dit tot een vermindering van de vaste (WP-) staf van rond de 25 fte. Het valt op dat het ondersteunend personeel vrijwel geheel uit vaste medewerkers bestaat. Om beter in te kunnen spelen op toekomstige organisatiewijzigingen is het wenselijk het aandeel tijdelijke medewerkers te vergroten. Dit aandachtspunt hebben we in 2013 geen vorm kunnen geven. De kaders van de OCW-prestatieafspraken en de Berenschotanalyse verlangen eind 2015 voor de verhoudingen OBP/WP en secretariële ondersteuning respectievelijk de volgende cijfers: OBP/WP=19/81=18,8% en Secretariële ondersteuning 4% van het totaal fte. Voor de faculteit was de verhouding voor OBP/WP eind 2013 gelijk aan 15,9% waarmee ruim aan de eis wordt voldaan. Voor zover nu te overzien zal na de reorganisatie de OBP/WPverhouding nog steeds aan de eis voldoen, omdat er ook in de OBP-formatie is gesneden, Verder wordt verwacht dat eind 2015 voldaan kan worden aan een omvang van de secretariële ondersteuning volgens de OCW-prestatieafspraken.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 108/342
Bedrijfsvoering Reorganisatie In 2013 heeft de faculteit een forse reorganisatie uitgevoerd, waarbij aanvankelijk 32 medewerkers met ontslag werden bedreigd. Eind januari 2014 was er voor 19 van deze medewerkers een min of meer definitieve oplossing, de overige 13 hangt nog steeds ontslag boven het hoofd. Tegelijk met de bezuinigingen zijn er in het reorganisatieproces 6 fte aan vacatures ten behoeve van Creative Technology gecreëerd waar enkel ontslagbedreigden een al dan niet tijdelijke (deeltijd)voortzetting van hun loopbaan hebben gevonden. Disciplines Van oudsher herbergt de faculteit vakgroepen van de 3 disciplines Elektrotechniek, Informatica en Toegepaste Wiskunde. Omdat de betekenis van CreaTe in onderwijs en onderzoek aan belang wint, is de Interdiscipline Creative Technology ingericht om een platform te hebben voor onderwijs- en onderzoeksvraagstukken in dit jonge groeiende vakgebied. Een aantal van 10 van de 22 vakgroepen uit de overige disciplines hebben zich bekend tot de Interdiscipline. Inmiddels is er een initiatief gestart om Creative Technology op te laten gaan in een nog groter Design Center aan de UT. Huisvesting In het verslagjaar is de Citadel vrijgemaakt door EWI en zijn de vakgroepen van de disciplines Informatica en Wiskunde gehuisvest in de Zilverling. Er is ruimte in de Zilverling gevonden door het opgeven van jaarzalen voor het onderwijs, het beperken van het aantal vergaderzalen en het indikken van de ruimte voor de desbetreffende vakgroepen. Het opgeven van jaarzalen in de Zilverling past in de trend die is ingezet door het TOM, waar vooral wordt gemikt op onderwijs in kleinere projectruimtes. In dat kader is in 2013 ook de grote jaarzaal in de Oost-Horst vrijgemaakt die daarvoor nog in gebruik was voor de opleiding EE. Enkele vakgroepen in Carré hebben kantoren en labruimtes vrijgemaakt, omdat ze niet langer nodig zijn voor de huisvesting van hun medewerkers. Omdat deze ruimtes verspreid over het gebouw vrijkomen is het lastig om ze en bloc over te dragen aan het FB voor een nieuwe bestemming. In bepaalde gevallen konden ze direct worden overgedragen aan de faculteit TNW. Het proces van indikken en uitruilen met TNW is nog in volle gang. Enkele vrijkomende inpandige ruimtes heeft de faculteit aangeboden aan het FB ten behoeve van de inrichting als projectkamers t.b.v. TOM, waar echter geen gebruik van is gemaakt.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 109/342
Financiën Strategie De strategie van de faculteit EWI is beschreven in het strategieplan 2010 - 2014. Het strategieplan sluit aan bij Route 14+. Naar aanleiding van de resultaten van de MJB 2013 -2017 heeft de faculteit in 2013 een reorganisatie doorgevoerd om de vaste wp-staf verder te verkleinen naar ongeveer 100 fte. De omvang van de decentrale en centrale ondersteuning zal volgens de verhouding 80-20 meekrimpen. De reorganisatiekosten van de medewerkers die met ontslag bedreigd worden, zijn in de jaarrekening 2013 verwerkt door middel van een voorziening van 2,2 M€. De uitvoering van de strategie wordt financieel gemonitord met behulp van de drie belangrijkste KPI’s: 1st - de vaste wp-formatie (HGL, UHD en UD) moet “lean and mean” zijn en gefinancierd kunnen worden uit de normatieve 1e-gs-financiering onderwijs en onderzoek, aangevuld met de 2,5 M€ dekkingsbijdrage. Onderstaande getallen zijn niet gecorrigeerd voor inflatie. Tabel 1 k€/(HL+UHD+UD) 2009 2010 Norm 1e gs ow + oz 179 184 Dekkingsbijdrage 20 36 Totaal 199 220 *Dekkingsbijdrage 2013 aangepast voor systeemwijziging.
2011 182 35 217
2012 192 21 213
2013 184 *25 209
2de - de gemiddelde workload onderwijs per fte vast-wp moet ongeveer SEC 500 zijn, Tabel 2 SEC/(HL+UHD+UD) Bron begroting
2014 2013 2012 2011 2010
TNW
EWI
CTW
MB
GW
Totaal
461 449 390 256 312
591 483 433 368 401
626 562 536 507 499
1120 976 800 708 691
953 958 823 703 655
736 663 580 498 516
3de - de gemiddelde workload onderzoek moet bestaan uit gemiddeld 2,5 extern gefinancierde promovendi per fte vast-wp. Tabel 3 PhD’s/(HL,UHD,UD) Bron begroting
2014 2013 2012 2011 2010
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
TNW
EWI
CTW
MB
GW
UT
2.45 2.52 2.33 2.44 2.50
2.01 1.79 1.78 1.75 1.80
1.21 1.20 1.22 1.08 1.08
0.41 0.41 0.44 0.58 0.63
0.67 0.49 0.55 0.67 0.68
1.39 1.34 1.31 1.33 1.31
PAGINA 110/342
De SEC-realisatie is weer in lijn met de norm. De aantallen extern gefinancierde promovendi lopen nog iets achter bij het niveau dat noodzakelijk is voor de financiering van de geplande wp-formatie. Voor de overige PI’s verwijs ik graag naar de rapportage van FEZ/CC/IR. Naast dit jaarverslag zal de faculteit ook weer een jaarverslag per vakgroep opstellen. Vanaf 2012 zal de verslaggeving tot een minimum beperkt worden i.v.m. besparingen op de ondersteuning. Analyse van de cashflow Tabel 4 Cashflow (k€) EWI Resultaat uit bijzondere bedrijfsvoering Reorganisatie route 14 plus Reorganisatie 2013 Subtotaal
2013 Begroting
2013
Verschil
Realisatie
-1569 0 -1569
-1569 -2361 -3930
0 -2361 -2361
1365
0
-1365
Resultaat normale bedrijfsvoering Normale bedrijfsvoering SIM EWI NACM Compensatie 5e jaar CSC studenten Subtotaal
-1213 -152 0 -1365
-2558 -152 -124 -2834
-1345 0 -124 -1469
A. Totaal resultaat
-1569
-6764
-5195
B. Afschrijvingen app. en gebouwen C. Investeringen apparatuur E. Cashflow (E=A+B-C)
462 400 -1507
822 524 -6466
360 -124 -4959
Bezuinigingstaakstelling
De bezuinigingstaakstelling wordt gerealiseerd m.i.v. 2014 door de reorganisatie 2013. Het resultaat uit normale bedrijfsvoering is 1345 k€ lager dan begroot. Ondanks dat de oorzaken tot de normale bedrijfsvoering worden gerekend hebben ze toch veelal een incidenteel karakter. Deze oorzaken zijn; Tabel 5 Incidenteel resultaat uit normale bedrijfsvoering (k€)
2013
Dotatie voorziening saldo verlofuren en levensloopregeling
180
Dotatie voorziening debiteuren
400
Activeren TOM/AMI budgetten
200
Afname WvD
300
Afschrijvingskosten apparatuur door toekenning stimuleringsmiddelen
300
Totaal
1380
De algemene reserve is afgenomen met M€ 6,8 van M€ 23,6 tot M€ 16,8 De reservepositie van de faculteit dient in relatie gezien te worden tot de risicoreserve. Als we ervan uitgaan dat de risicoreserve de reserve is die de faculteit is staat stelt risico’s op te vangen, zou de ratio (RR) tussen reserve en risicoreserve ongeveer 1 moet zijn. Een sterke afwijking duidt of op een ongedekt risico (<1) of op hogere reserves dan noodzakelijk (>1). Dat laatste is niet nodig en zelfs niet wenselijk voor een “not for profit” organisatie. In beide gevallen dient de faculteit beleid te ontwikkelen binnen de centrale liquiditeitsgrenzen van de UT.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 111/342
Tabel 6 Real. 1,4
Reserve ultimo 2013 (16805)
RisicoRatio (RR)
e
e
Norm ≈ 1,0
e
10% norm. 1 gs baten (2170) plus 50% 2 -3 -gs baten (10083) jaar 2013
Risicoparagraaf De lawyers letter van OA (d.d. 30 januari 2014 km AZ-OA/401.910) is door de decaan zonder noemenswaardige opmerkingen beantwoord. (km EWI14/B-Evs/1938/tnc d.d. 20 februari 2014). De risico’s uit normale bedrijfsvoering worden ruimschoots afgedekt door de reserve. De RR is immers groter dan 1. Verantwoording van de Centrale Stimuleringsmiddelen In 2013 is k€ 560 aan centrale stimuleringsmiddelen ontvangen voor TOM en is k€ 878 (k€ 619 AMI en k€ 257 TOM) vrijgevallen van de balans ultimo 2012. De ontwikkelgelden TOM zijn conform de door het CvB goedgekeurde plannen (mei 2013) besteed aan de ontwikkeling van de nieuwe bachelorcurricula. Voor de activiteiten na 2013 is k€ 276 naar de balans gebracht. Van de AMI gelden is k€ 189 naar de balans gebracht voor personele verplichtingen na 2013. Activiteit/k€
Toewijzing 2013
TOM-EE TOM-CreaTe TOM-INF TOM-TW AMI
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
140 140 140 140 0
Vrijval balans ultimo 2012 43.3 99.8 63.5 52.1 619.0
Besteding 2013 103.3 159.8 123.5 155.8 430.0
Naar balans ultimo 2013 80.0 80.0 80.0 36.3 189.0
PAGINA 112/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
23.062 24 12.500 390 844 36.820
21.889 120 11.934 389 764 35.095
22.122 483 12.056 (130) 3.032 37.563
Huisvestingslasten
4.887 56 588 5.531
5.120 56 609 5.785
4.877 56 738 5.671
557 1.019 14 72 1.662
406 900 15 87 1.408
764 1.023 1 35 1.823
625 865 172
652 800 172
627 701 239
1.662
1.624
1.567
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m 2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
43 174 1.930 473 326 63 548 2.694
48 141 1.700 499 219 56 452 2.843
83 147 1.779 543 211 125 944 3.106
6.249
5.958
6.940
20.560
20.309
19.998
20.560
20.309
19.998
Bijzondere lasten
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
363 1.189 6.717
2.026
6.836 8.157
8.269
8.742
6.559 5.600 8.505
6.374 5.100 9.026
6.104 6.486 7.576
Totaal Werk voor Derden
20.664
20.500
20.166
Overige opbrengsten
1.124
1.174
687
10.513 4.591
9.235 4.926
8.532 4.926
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
1.321
1.682 763 20.560 6.488 5.598 8.475
400 1.535 604 20.309
6.716
1.535 1.532 19.998 5.951 6.499 7.548
Doorsluizingen
38.109
37.009
36.523
Doorberekende interne opbrengsten
591
293
664
(17)
Bijzondere baten
(17)
(1.365)
0
(1)
0
(0)
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
68.644
67.245
66.781
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
Dekkingsbijdrage
(3.840) (3.840)
(1.569) (1.569)
(6.764) (6.764)
68.644
67.245
66.781
2.393
2.500
4.010
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
4,4 35,6 35,2 52,5 11,0 77,9
Begroting 2013 k€
gem. fte.
429 3.374 2.336 2.854 666 3.100
3,7 34,6 35,3 52,3 9,7 63,4
236,4
6.672
453,1 1,0 16,0 67,8
19.432 71 866 2.421
84,8
9 3.368
Overige inzet
pm
241
Overige kosten
pm
23
TOTAAL
537,8
23.065
PNUT
5,3
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte. 356 3.348 2.346 2.931 564 2.448
4,4 34,8 35,8 47,2 12,3 63,9
429 3.445 2.342 2.580 708 2.593
218,9
6.343
417,9 1,0 15,3 64,2
18.337 76 849 2.338
221,2 0,1 419,5 1,0 14,7 65,2
6.429 8 18.535 76 788 2.405
2,2 82,7
92 3.355
80,9
3.270
0,0 500,6
195
pm
1
pm
266 33
21.889
500,4
22.104
4,6
PAGINA 113/342
UNIVERSITEIT TWENTE Overzicht algemene reserves (in €) Centr. Gefinancierde aktiviteiten EWI AAMP BIOS BSS CAES RAM DACS DB DIES DMMP FMT HMI HS ICD IOMS IS MSCT MACS (voorheen NACM) MMS NE PS SAS SC SE SP SOR SST TE TST Smart XP Lab
Totaal Algemene Reserves
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
EWI Beginbalans 2013 3.474.342 751.044 1.270.924 1.559.116 2.390.606 900.236 1.088.759 1.590.231 737.584 405.082 1.055.198 2.007.278 223.475 941.238 -693.254 2.061.535 1.559.788 -230.222 -650 208.842 1.160.647 150.462 781.313 217.239 -378.074 144.577 77.277 -318.682 781.495
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Vermogensmut. 2013 Uitgaven
Resultaatbestemming 2013
2.668.814
363.307
86.790
-4.250.185 -147.109 9.224 -130.350 -73.893 -806.823 212.100 -162.046 137.561 -56.386 165.710 17.500 -97.618 -58.040 -204.488 -106.317 -926 -64.925 -106.840 -248.484 -129.456 -261.954 223.634 -115.567
77.271 223.801 382.871
-169.825 12.857 -288.300 -62.837
280.070 117.581 468.090 366.973 45.630
82.774 1.637.060
206.513 164.907 378.074 453.857 50.700 1.559.789
65.313 65.313
378.074
110.955
-347.524
347.524
23.569.884
5.290.514
Eindbalans 2013 1.529.663 603.935 1.000.078 1.311.186 1.848.624 93.413 933.886 1.382.555 875.145 348.696 1.097.168 1.859.871 1.384.843 883.198 -1.351.598 1.904.518 -927 -229.834 -172.803 -39.643 1.031.191 -111.492 1.004.947 14.882 0 -25.247 12.863 -719.828 335.787 0
5.291.537
-6.763.783
16.805.078
PAGINA 114/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 115/342
EWI-NanoLab Dit Nanolab jaarverslag is geschreven voor de interne planning en controlcyclus van de Universiteit Twente, gericht op de opstelling van het UT jaarverslag en de jaarrekening 2013. In dit document wordt gesproken over het nationale samenwerkingsverband ‘NanoLabNL’, en over de aan MESA+ verbonden onderzoeksfaciliteit van de Universiteit Twente, ‘NanoLab’ of ‘MESA+ NanoLab’. Kwaliteit van Onderzoek NanoLabNL NanoLabNL bundelt gespecialiseerde state-of-the-art onderzoeksfaciliteiten van de Nederlandse wetenschappelijke en industriële kennisinfrastructuur tot één, voor zowel publieke als private partijen, toegankelijke nationale infrastructuur. Het NanoLabNL consortium bestaat uit MESA+ (UT), Kavli Institute of NanoScience (TUD), Technische Universiteit Eindhoven (partner sinds 2008), Zernike Institute for Advanced Materials (RUG), TNO Science & Industry en Philips Research (associate partner). Bij aanvang van het NanoNed programma in 2004 hebben de NanoNed partners besloten de investeringen in onderzoeksfaciliteiten te concentreren en bundelen in NanoLabNL. Dit ten behoeve van een efficiënte exploitatie en effectieve expertisevorming. De MESA+ NanoLab faciliteiten bestaan uit cleanroom, materiaalanalyselab, BioNanoLab en andere NanoLab investeringen. Nationaal Nano Initiatief Op uitnodiging van het kabinet1 heeft het Nederlands Nano Initiatief (NNI), met initiatiefnemers STW, FOM en NanoNed, de Strategische Research Agenda2 (SRA) opgesteld en in 2008 aangeboden. Het NNI zet in op de generieke thema’s bionanotechnologie, beyond Moore, nanomaterialen en nanofabricage (inclusief instrumentatie en karakterisatie), en de applicatiegebieden energie, nanomedicine, voeding en schoon water. Op kruispunten van generieke thema’s en applicatiegebieden wordt analyse van risico’s en impact op de samenleving beschouwd. Zoals NanoLabNL verbonden was aan NanoNed, zo is NanoLabNL verbonden aan de NNI-SRA. Dit heeft geleid tot NanoNextNL, een 250 M€ Fes programma dat loopt van 2011-2016. Nationale roadmap grootschalige onderzoeksfaciliteiten In 2008 hebben de partners een gezamenlijk plan3 voor continuering en versterking van NanoLabNL opgesteld, dat de NNI thema’s in de breedte omvat, een looptijd heeft van 2010-2020, en een omvang van 211 M€. NanoLabNL staat op de Nederlandse Roadmap Grootschalige Onderzoeksfaciliteiten, de eerste daterend van 20094, de update van 2012. De begin 2010 volledig gehonoreerde Fes-aanvraag5 betreft bionano & nanomedicine en risico’s, loopt in de periode 2009 – 2014, met een omvang van 37 M€, waarvan 25% eigen inbreng. MESA+ zet de middelen, 12 à 14 M€, in voor de opbouw van het BioNanoLab. Eind 2011 is de stichting NanoLabNL, onder voorzitterschap van MESA+, opgericht. Voor de call grootschalige onderzoeksfaciliteiten is in september 2013 een aanvraag ingaand op het thema ‘quantum, materialen en energie’ ingediend . Uitslag wordt mid 2014 verwacht. Herinvesteringsfonds De partners in NanoLabNL hebben hun lange-termijn commitment uitgesproken door een herinvesteringsfonds6 op te zetten, ter grootte van 10% van de totale BSIK en FES investeringen in apparatuur. Dit fonds draagt bij aan het gedurende een langere periode up-to-date houden van de faciliteiten na de eenmalige impuls. NanoLabNL zal voor nieuw te honoreren voorstellen op eenzelfde wijze werken met het opbouwen van het herinvesteringsfonds. Voor NanoLabNL betekent dit dat in 10 jaar een fonds van 10% van de investeringen van 4 M€ (BSIK) en 2,8 M€ (Fes) wordt opgebouwd. Voor MESA+ NanoLab is de verplichting uit de BSIK periode 1,4 M€ en uit de FES-middelen 1 M€.
1
‘Van klein naar groots’, Kabinetsvisie Nanotechnologieën, vergaderjaar 2006-2007, 29338 nr. 54 ‘Strategische Research Agenda Nanotechnologie’, Nederlands Nano Initiatief, september 2008 3 ‘Continuation and Strengthening of NanoLab NL’, 8 juli 2008 4 ‘Nederlandse Roadmap Grootschalige Onderzoeksfaciliteiten’, Commissie, oktober 2008 2
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 116/342
5
‘Continuering en versterking van NanoLab NL – NanoLab NL faciliteiten voor bionanotechnologie & nanomedicine en voor onderzoek naar risico’s van nanotechnologie’, FES-aanvraag d.d. 28 augustus 2008 6 ‘Overeenkomst Herinvesteringsfonds NanoLab NL’, UT postnr 369.652, 2005 Kwaliteit van Onderwijs Vanaf het collegejaar 2008/2009 maakt een cleanroompracticum deel uit van de masteropleiding Nanotechnologie. De jaarlijkse cursus Fundamentals of Nanotechnology omvat een uitgebreide cleanroomtour. Zowel practicum als tour worden verzorgd door de NanoLab staf. Nieuwe gebruikers worden met introductie- en veiligheidscursussen en apparaat specifieke instructies opgeleid tot volwaardige cleanroomgebruikers. In 2013 ging het om 84 nieuwe NanoLabgebruikers, waarvan 52 cleanroom- en 32 BioNanoLabgebruikers (2012: 60; 2011: 105; 2010: 43; 2009: 98; 2008: 63; 2007: 64). Om in het nieuwe NanoLab veilig en adequaat te kunnen werken is een speciaal trainingsprogramma opgesteld dat door alle gebruikers gevolgd is. Saxion Hogescholen startte in collegejaar 2010/2011 met een opleiding NanoTechnology. MESA+ en Saxion werken samen aan de opzet van de opleiding waarbij de NanoLab faciliteiten een rol spelen. Gezamenlijk georganiseerde lezingen en rondleidingen hebben op hun beurt al een aantal afstudeerders en stage opdrachten opgeleverd. Ondernemen en samenwerking - Valorisatie en Commercialisatie Het gebruik in uren en personen van MESA+ NanoLab is gegeven in de figuren hiernaast. In 2013 kende NanoLab zo’n 400 gebruikers en > 28.000 uren, waarvan 2.000 uren in BioNanoLab. Van de gebruikers is 80% werkzaam binnen onderzoek en 20% bij externe partners. De omzet gerealiseerd door industriële partners bedraagt 40%. De nationale NanoLabNL faciliteiten worden voor zo'n 20% à 30% door het bedrijfsleven gebruikt. Mede in het licht van de nagestreefde grotere betrokkenheid van het bedrijfsleven bij de NNI-SRA is de inzet en de verwachting dat dit verder zal toenemen tot 30 à 40%. Intellectueel eigendom De gebruiker van de faciliteiten (bijvoorbeeld het spin-off bedrijf dat apparatuur gebruikt of de instelling die onderzoek verricht) heeft in principe het exclusieve recht op de door hem/haar behaalde resultaten. De faciliteit mag deze resultaten desgewenst vrijelijk gebruiken, tenzij deze vertrouwelijk van aard zijn. Indien de gebruiker met behulp van de faciliteit een uitvinding mocht doen, ligt het daarop rustende octrooirecht bij de gebruiker. High Tech Factory Met de verhuizing van de cleanroom en analysefaciliteiten naar het nieuwe NanoLab is een op productie gerichte infrastructuur voor bedrijven gerealiseerd: High Tech Factory, de productiefaciliteit voor op micro- en nanotechnologie gebaseerde producten. High Tech Factory is complementair aan NanoLab. Bedrijven gebruiken processen en apparatuur die NanoLab hen biedt voor onderzoek en ontwikkeling. Aanvullend investeren zij in (voornamelijk back-end) productie-apparatuur in High Tech Factory. De aanwezigheid van High Tech Factory leidt op korte termijn mogelijk tot een kleine teruggang in NanoLab-gebruik, terwijl het op de lange termijn, vanwege groei in omvang en aantal (spin-off) bedrijven en in R&D-activiteiten, zal leiden tot een toename. High Tech Factory is vanaf 1 november 2012 operationeel.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 117/342
Gebouw NanoLab NanoLab bevat ~1.000 m2 cleanroom met omliggend ~800 m2 laboratoria. Het gebouw is half maart 2010 opgeleverd. De faciliteiten zijn in juni / december 2010 verhuisd naar NanoLab. Op 5 november 2010 is het MESA+ NanoLab geopend door prins van Oranje, Willem-Alexander. Bij voorgenomen toekomstige bouwactiviteiten (zoals de ontwikkeling van Langezijds) en campusontwikkelingen (zoals een mogelijke nieuwe ontsluitingsweg) rondom NanoLab zal rekening gehouden moeten worden met een operationele nationale cleanroomfaciliteit. Van het College van Bestuur wordt aandacht gevraagd voor afstemming met eventuele bouwplannen en toekomstige bouwactiviteiten. Gebouwbeheer Het beheer van de gebouwen die de universiteit in eigendom of gebruik heeft berust bij het College van Bestuur. Voor het beheer van het gebouw NanoLab lijkt het CvB TNW te hebben aangewezen. Het heeft de voorkeur van MESA+ hier de regie in te hebben en de uitvoering samen met EWI/FB in te vullen. De aanwezige hoogwaardig technische installaties, de specifieke gebouwconstructie en de hoge eisen die de gebruikers stellen, vragen om specialisten. Het NanoLab is een complex systeem waarin iedere storing, ingreep of wijziging gevolgen heeft voor de kwaliteit van onderzoek en de productie van bedrijven. De NanoLab beheerder draagt zorg voor een goede afstemming, in samenwerking met FB, van alle, geplande en ongeplande, werkzaamheden. Het creëren van een dergelijke specialisatie is ook voor High Tech Factory van groot belang. Van het College van Bestuur wordt gevraagd een besluit te nemen over het NanoLab gebouwbeheer. Communicatie NanoLab verzorgt, sinds september 2007, maandelijkse technische colloquia die met een opkomst van rond de 40 personen, in wisselende samenstelling, goed bezocht zijn. Alle apparatuur, met details, is opgenomen op de NanoLabNL website (www.nanolabnl.nl) waar ook de organisatie, contactpersonen, toegangsregels en tariefstructuur staan vermeld. In 2010 is ook de bij MESA+ groepen aanwezige apparatuur, met mogelijk belang voor anderen, hierin opgenomen. In het zeer transparante NanoLab gebouw zijn apparatuur en installaties goed zichtbaar, en worden bezoekers door middel van rondleidingen enthousiast gemaakt en uitgenodigd zich verder te verdiepen in de mogelijkheden van nanotechnologie. In 2013 zijn ruim 1500 bezoekers in MESA+ NanoLab ontvangen. Sinds de opening eind 2010 is er bijzonder veel aandacht in de pers voor nano, MESA+ en het nieuwe MESA+ NanoLab. Bedrijfsvoering - Organisatie, Financiën & Risico’s In 2007 heeft het College van Bestuur het besluit genomen om per 1 januari 2008 een andere organisatiestructuur en financieringsmodel te hanteren 7 . Vanuit de MESA+ Raad van Toezicht is verzocht te kijken naar een verregaande bedrijfsmatige aanpak, en is de suggestie geopperd een bedrijf van NanoLab te maken. Het CvB heeft de werking van haar besluit in 2009 geëvalueerd en is tot het volgende besluit8 gekomen: over de strategie ten aanzien van de ontwikkeling en de inzet van het NanoLab voeren de wetenschappelijk en zakelijk directeur MESA+ overleg met en leggen verantwoording af aan het College van Bestuur (bijv. tijdens voor- en najaarsoverleggen). De dagelijkse aansturing en penvoering van het NanoLab is de verantwoordelijkheid van de zakelijk directeur MESA+. Het technisch personeel blijft aangesteld binnen de faculteit EWI. Alle aspecten ten aanzien van de strategie, de ontwikkeling, de bedrijfsvoering en de exploitatie van het NanoLab die invloed hebben op personeelsbeleid/-samenstelling vergen de instemming van de decaan EWI of diens gemandateerde. Afspraken zijn gemaakt over planning, control en administratie. Organisatie Portefeuille overleg De portefeuille NanoLab bereidt zaken aangaande NanoLab voor om deze vervolgens in de aanwezigheid van alle MESA+ groepen te bespreken tijdens de maandelijkse MESA+ adviesraad. De
7 8
‘Besluit ten aanzien van NanoLab’, UT CvB besluit, kenmerk FEZ/379.437/hk, 19 juli 2007 ‘Evaluatie beheersstructuur NanoLab’, UT CvB besluit, 16 november 2009
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 118/342
portefeuille kende in 2013 de volgende samenstelling: Albert van den Berg, Mireille Claessens, Jeroen Cornelissen, Han Gardeniers, Guus Rijnders, Gerard Roelofs en Miriam Luizink (vz). Personeel De complexe apparatuur in NanoLab vraagt een goed opgeleide staf om gebruikers van dienst te kunnen zijn. Voor enkele apparaten is derhalve gekozen om de staf voor een gedeelte in onderzoeksprogramma’s in te zetten. De staf bestaat uit 19 personen (17,2 fte), onder aanvoering van Gerard Roelofs, hoofd NanoLab. Vanwege de reorganisatie binnen de faculteit EWI werken twee medewerkers -die al in deeltijd voor NanoLab werkten- nu volledig in het lab. De hiërarchische verantwoordelijkheid voor het personeel ligt bij de faculteit EWI. De functionele en operationele verantwoordelijkheid voor het personeel ligt bij MESA+. Openingstijden Bepaalde apparatuur is zwaar bezet en vormt soms, zeker wanneer er storingen zijn, een bottleneck voor een optimaal gebruik van de faciliteiten door gebruikers. Ook is er, vanuit een aantal onderzoeksgroepen en bedrijven, behoefte aan flexibiliteit in werktijden. Sinds 15 februari 2012 is er avondopenstelling. De cleanroom is van maandag tot en met donderdag van 8 tot 22u geopend, en op vrijdag van 8 tot 18u. Bezetting van apparatuur is door middel van een centraal reserveringssysteem goed inzichtelijk. Verruiming van openstelling is na een aantal maanden positief geëvalueerd, op gebruik, veiligheid en financiën, waarna besloten is de ruimere openstelling te continueren. Arbo, milieu en veiligheid De verantwoordelijkheid voor deze zaken ligt bij de formele werkgever, te weten de UT, en valt onder de beheersverantwoordelijkheid van één der faculteiten. Binnen NanoLab zelf zijn, vanwege complexiteit en risico’s, relatief veel bedrijfshulpverleners (4) en veiligheidscoördinatoren (3) actief. Zij dragen zorg voor het naleven van procedures en instructies en treden op bij calamiteiten. In samenwerking met de afdeling Arbo & Milieu heeft MESA+ NanoLab een protocol opgezet voor het werken met nanodeeltjes; dit protocol is overgenomen en goedgekeurd door de arbeidsinspectie. Financiën Meerjarenbegroting De NanoLab meerjarenbegroting geeft inzicht in de ontwikkelingen in de kosten- en batenzijde, en is één van de middelen voor sturing en beheer. Om inzicht te verkrijgen in bijvoorbeeld de omvang van het ‘wagenpark’ of de omvang van het herinvesteringsfonds, zijn deze als balansposten uitgewerkt. Ook geven meerjarenbegroting en balans een heldere basis voor de berekening van kostprijs- en uurtarieven, voor zowel publieke als private gebruikers. Financieel model In 2008 is een nieuw beheers- en financieel model geïntroduceerd dat een effectiever gebruik (een betere benutting) van het lab moet bewerkstelligen. De verwachting is dan ook dat het aantal gebruiksuren van UT groepen zal stijgen. Startpunt voor het financiële model is dat voor een gebruiker een uur op elk van de NanoLabNL locaties even duur is. Het (jaarlijks te indexeren) NanoLabNL uurtarief bedraagt voor 2014 voor publieke kennisinstellingen 79 € (79 € in 2013, 82 € in 2015), en voor private partijen maximaal 156 € (162 € in 2015). Verreweg het grootste deel van de private gebruiksuren wordt gerealiseerd door spin-off bedrijven. Voor apparatuur met zeer zware exploitatielasten worden (hogere) uitzonderingstarieven ingesteld. Het streven is zo min mogelijk uitzonderingstarieven te hanteren. Tarieven Voor NanoLabNL is, samen met AgentschapNL, een basis voor de berekening van uurtarieven opgesteld. De berekening van de kostprijs en de voor BSIK (nationaal) en EU projecten te hanteren tarieven zijn goedgekeurd door de accountant. Voor de gehanteerde uniforme NanoLabNL tarieven zijn goedkeurende accountantsverklaringen verstrekt voor de periode 2004-2010. De tarieven worden vanaf 2009 volgens deze methode jaarlijks nacalculatorisch berekend, en zullen met ingang van de nacalculatorische berekening over 2013 in de jaarlijkse UT accountantscontrole worden opgenomen. Vanwege eigen inbreng in of investeringen vanuit overheidsgefinancierde projecten ligt de kostprijs die voor publieke partijen kan worden gerekend relatief dicht bij het NanoLabNL uurtarief. Sinds 1 januari 2008 worden consumables, als maskers en wafers, en cursussen die aan nieuwe gebruikers worden gegeven apart in rekening gebracht. Commitment Alle MESA+ groepen hebben voor de periode 2008-2018 commitment in gebruik afgegeven. Het afgegeven NanoLab commitment ligt in uren op/boven het niveau van 2006. Afspraak is dat de FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 119/342
werkelijke kosten in rekening worden gebracht, tenzij de totale realisatie van de groepen onder het commitment ligt. In 2011 is de realisatie lager, zij het beperkt, dan het aangegane commitment. Oorzaken kunnen zowel zijn gelegen in een aantal storingen bij NanoLab, als in de verslechterde financiële situatie van de groepen. MESA+ NanoLab heeft in 2011 de werkelijke kosten gerekend. In 2013 ligt de realisatie, zij het beperkt, boven het afgegeven commitment. Het CvB stelt vanaf 1 januari 2008 jaarlijks 1 M€ uit centrale middelen beschikbaar voor exploitatie van het NanoLab, vanaf 1 januari 2010 jaarlijks te indexeren met 2,5%8. De strategische bijdrage voor 2013 bedraagt 1.104 k€. Bedrijven In 2013 zijn veel bedrijven als nieuwe gebruiker actief in NanoLab. Ten minste 8 bedrijven verzilveren de ontvangen NanoLabNL vouchers, waarna zij hopelijk hun gebruik continueren. Verwachting is echter dat private gebruiksuren afnemen, doordat een intensieve gebruiker in kleinere vorm doorstart. NanoLab blijft een dynamische omgeving voor en door de variëteit aan gebruikers. Wensen van bedrijven en onderzoeksgroepen ten aanzien van de proceslijnen in het NanoLab worden in een maandelijks technologenoverleg besproken en wanneer mogelijk hierop aangepast. Inzet op kwaliteitsbeheersing en procesondersteuning neemt hierbij toe. Een samenwerking tussen MESA+ NanoLab en enkele bedrijven loopt met als doel kwaliteitsbewaking van het te realiseren product. Werkwijze De gespecificeerde facturen - waarin een differentiatie is gemaakt voor gebruikte materialen en bestede uren - worden per kwartaal aan gebruikers, zijnde leerstoelen en bedrijven, gestuurd. Deze werkwijze biedt per kwartaal inzicht in gebruik en financiën, zowel voor NanoLab, voor de onderzoeksgroep, als op projectniveau. Resultaat Er moet een structureel sluitende exploitatie van NanoLab zijn. Een positief of negatief resultaat wordt toegevoegd of onttrokken aan de reserve NanoLab. Bij de startsituatie waarin een aantal hogere uitzonderingstarieven wordt gehanteerd, zou een eventueel positief resultaat in principe leiden tot verlaging van deze tarieven. Met een, als gevolg van de verhuizing, inkomstenderving in 2010 en 2011 zijn de positieve resultaten van 2008 en 2009, hiervoor bestemd, en aangesproken. BioNanoLab De opbouw van het BioNanoLab is onderdeel van de MESA+ begroting. Vanaf 2014 is de exploitatie onderdeel van de NanoLab begroting. Risico’s Nationaal perspectief De financiering van de NanoLabs in Nederland verschilt sterk. Zo worden de lasten in Delft volledig gedekt door de centrale bijdrage van 2,7 M€, en levert de private bijdrage, van zo’n 300 k€, een direct resultaat voor het TUD-lab. Eindhoven begroot een gelijke bate, van 1,7 M€, vanuit centraal en onderzoeksgroepen. De private bijdragen dekken de resterende lasten, en geven een resultaat van zo’n 200 k€ voor het TU/e-lab. Twente daarentegen besteedt een centrale bijdrage van 1,3 M€ aan het
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 120/342
NanoLab, wat nog niet 30% van de totale lasten dekt. Met 1,8 M€ uit de groepen en 1,2 M€ private bijdrage resulteert dit in een negatief resultaat, van zo’n 200 k€. Concluderend: het NanoLab dat er in output en gebruik, zowel intern als extern, zowel publiek als privaat, in alle opzichten positief uitspringt, ontvangt van de eigen instelling de minste financiële support. Risico’s zijn in hoofdzaak daling in gebruik door UT groepen, daling in gebruik door bedrijven, wijziging in (externe) onderzoeksfinanciering, en gebrek aan nieuw in te brengen apparatuur. De risico’s worden op de volgende manier beperkt. Gebruik door UT groepen De reorganisatie bij EWI heeft tot gevolg dat bij een aantal NanoLab gebruikers de activiteiten zullen teruglopen. Dit leidt tot een lagere omzet door onderzoeksgroepen. De kosten voor gebruik van NanoLab worden waar mogelijk door groepen opgevoerd in projecten (2/3), en ten dele betaald uit basisfinanciering (1/3) van groepen. Beiden staan onder sterke druk. MESA+ vraagt elk van de groepen jaarlijks om commitment af te geven voor het gebruik van NanoLab. Op deze wijze is telkens voor een periode van vijf jaar globaal bekend wat de dekking van de groepen zal zijn. Gedurende het jaar wordt gemonitord hoe het gebruik verloopt. MESA+ heeft de mogelijkheid om te sturen (in het type projecten) met het starten van strategische onderzoeksprogramma’s. Het gaat hier zowel om eigen als extern gefinancierde programma’s. De met instituutsmiddelen gefinancierde onderzoeksprogramma’s staan voor de toekomst sterk onder druk. Een sterkere betrokkenheid tussen wetenschappelijke staf bij de groepen en de NanoLab staf komt de expertiseontwikkeling ten goede. De versnipperde kennis van techniek, technologie en procesflows wordt gebundeld in de MESA+ NanoLab database. Deze informatie is voor de gebruikers inzichtelijk en nieuwe gebruikers worden door de NanoLab staf tijdens de introducties wegwijs gemaakt in de database en geassisteerd bij het opstellen van de voor hen benodigde processchema’s. Maandelijks wordt een technisch colloquium georganiseerd. Binnen de MESA+ adviesraad is de portefeuille NanoLab ingesteld. Zaken aangaande NanoLab worden voorbereid met de leden van de portefeuille NanoLab, om deze vervolgens in de aanwezigheid van alle MESA+ groepen te bespreken tijdens de maandelijkse MESA+ adviesraad. Gebruik door bedrijven Het gebruik van NanoLab door bedrijven is van groot belang voor de exploitatie. Zowel samenwerking met bestaande bedrijven als het creëren en stimuleren van nieuwe spin-offs is hiervoor noodzakelijk. Initiatieven als kwaliteitsbeheersing en avondopenstelling worden hier zeer enthousiast ontvangen. De aanhoudende economische crisis raakt ook een aantal bedrijven: een grootgebruiker start in kleinere vorm door, anderen betalen rekeningen laat. Voor 2014 leidt dit tot een lagere omzet door bedrijven. Wel zijn er meer vooral kleinere spin-off bedrijven – met potentie tot groei – actief. Wijziging in (externe) onderzoeksfinanciering Een aantal financiers van onderzoek dreigt kosten NanoLab te zien als door ‘gebruikelijke door de universiteit te dragen kosten’, waardoor het voor groepen moeilijk is deze in projecten te declareren. Van het College van Bestuur wordt gevraagd oog te hebben voor onderzoeksfinanciering. De bijdrage van provincie Overijssel is in 2014 uitgeput. Van het College van Bestuur wordt gevraagd zich in te zetten voor provinciale middelen ten behoeve van MESA+ NanoLab. De huisvestingslasten 2013 bedragen 1.443 k€. Dit is 215 k€ hoger dan de netto huisvestingslasten van 1.228 k€ in 2011 en 2012. In 2010, oude locatie, waren de huisvestingslasten nog 992 k€. In vier (van 2010 naar 2013) jaar tijd zijn de huisvestingslasten 450 k€ toegenomen, een stijging van 45%. Van het College van Bestuur wordt aandacht voor de huisvestinglasten van NanoLab gevraagd. Nieuw in te brengen apparatuur Een taak van de portefeuille NanoLab is het doen van voorstellen in de MESA+ adviesraad voor het verwerven van middelen voor nieuwe apparatuur. In 2013 is een nieuwe call grootschalige onderzoeksfaciliteiten open. Van het College van Bestuur wordt actieve support gevraagd. NanoLabNL brengt voor elk van de partners de verplichting met zich mee een herinvesteringsfonds ter waarde van 10% van de (fictieve) totale afschrijvingssom te vormen. Vanuit dit nationale fonds kunnen (zeer beperkt) investeringen worden gedaan.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 121/342
Financiële toelichting op de jaarrekening 2013 Integrale analyse van de baten- en lastenontwikkeling Er zijn verschuivingen tussen het begroten en het in de realisatie boeken van baten en lasten. Baten: Het normatieve budget 2013 is 1.104 k€. Inkomsten UT gebruikers zijn begroot op 1.704 k€, zijnde het door MESA+ groepen afgegeven commitment voor 2013 verhoogd met verwachte inkomsten van overige groepen en 100 k€ voor inzet NanoLab personeel voor het BioNanoLab project. De gerealiseerde inkomsten UT gebruikers zijn 1.830 k€, 124 k€ hoger dan begroot. Deze stijging is voornamelijk te danken aan het gebruik van BioNanoLab en 35 k€ verrekening van m2 lasten. Van deze inkomsten is 598 k€ administratief verwerkt onder de post “lasten m.b.t. interne dienstverlening” waardoor van dit bedrag slechts 1.231 k€ zichtbaar is onder de post “doorberekende interne opbrengsten“. De externe inkomsten zijn begroot op 1.487 k€. De realisatie is 1.441 k€, 46 k€ lager dan begroot. Deze inkomsten zijn zichtbaar onder de posten “overige opbrengsten” (1.011 k€) en “werk voor derden” (431 k€). Van de bijdrage van de provincie is in 2013 221 k€ ingezet. Van de 1 M€ resteert nog 116 k€, dat in 2014 wordt ingezet. Lasten: De personeelslasten zijn per saldo 28 k€ hoger dan begroot, veroorzaakt door overname 2 personeelsleden van EWI. De huisvestingslasten zijn 100 k€ hoger dan begroot door extra m2 (25 k€), onvoorziene eindafrekening energie (27 k€), door FB -buiten het contract- doorberekende schoonmaakkosten (36 k€). De rest van het verschil wordt veroorzaakt door boeking op andere kostensoorten dan begroot. Apparatuur is 77 k€ hoger dan begroot door verschillende aanpassingen op apparatuur en reparaties die gedaan zijn. De post overige lasten wordt vertekend door de boeking van 598 k€ van de inkomsten van UT groepen voor het gebruik van NanoLab, die credit wordt geboekt op “lasten m.b.t. interne dienstverlening”. Bijgaande tabel geeft situatie begroting – realisatie 2013 weer, wanneer alle bijdragen van UT gebruikers administratief als doorberekende interne opbrengsten zouden worden geboekt. Stand van zaken 2013 Lasten personele lasten huis vestingslas ten apparatuur materieel overige lasten doorsluizingen bijzondere lasten bezuinigingstaakstelli res ultaat totaal lasten
begroot 1.286 1.400 360 808 481
realisatie 1.314 1.501 437 810 463
begroot realisatie Baten toewijzingen wvd extern wvd provincie doors luizingen interne opbrengsten overige interne bijzondere baten
1.120 1.221 221
1.704
1.830
4.294
4.392
-42 1 4.294
-133 4.392
resultaat totaal baten
Overzicht herinvesteringsfonds - stand eind 2013, plan '14 [in k€] op te bouwen, volgens NanoImpuls NanoNed BioNanoLab
totaal
omvang
bereikt per
261 1.131 1.056
ultimo 2014 ultimo 2019 ultimo 2023
2.448
aangewend voor spray coater etsmachine XRD aanpassing Balzers cleaningtool maskers en w afers sputterapparaat
totaal
-118 -299 -45 -75 -150 -200
Resultaat Het resultaat 2013 is 133 k€ negatief. Ontwikkeling reserve De stand van de reserve van NanoLab bedroeg begin 2013 932 k€ waarvan 930 k€ geoormerkt is voor het herinvesteringsfonds. De bedrijfsreserve die beschikbaar was om jaarlijkse schommelingen op te vangen is met het negatieve resultaat van 2013 131 k€ negatief geworden.
-887
totaal te bereiken omvang
1.561
stand bedrijfsreserve ultimo 2013 op balans
1.104 1.265 221
deel herinvesteringsfonds ultimo 2013 (grb 8335)
totaal omvang
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
930 633
Het herinvesteringsfonds is per saldo opgebouwd tot 1,5 M€, waarvan 930 k€ in de bedrijfsreserve staat en de overige 633 k€ op de balans.
1.563
PAGINA 122/342
Verantwoording van de Centrale Stimuleringsbudgetten Het normatieve budget van 1.104 k€ is volledig ingezet ten behoeve van de normale bedrijfsvoering van NanoLab. Risicoparagraaf - Het wegvallen van FES-middelen maakt het opvoeren van NanoLab uren door de groepen extra moeilijk. Bij onderzoeksfinanciering van bijvoorbeeld NWO en FOM is het onmogelijk deze kosten op te voeren. Dit in combinatie met krapte in leerstoelbudgetten, en het beëindigen van enkele onderzoeksactiviteiten, maakt dat de NanoLab omzet vanuit de groepen de komende jaren zeker niet toe zal nemen en, wanneer omstandigheden niet ten gunste veranderen, waarschijnlijk een afname zal laten zien. - NanoLab: Van het College van Bestuur wordt aandacht gevraagd voor de afstemming met toekomstige bouwactiviteiten, en voor de huisvestingslasten.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 123/342
UNIVERSITEIT TWENTE
EWI-Nanolab Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m 2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten
736 (8) 400 78 46 1.251
414 96 23 1.286
825 3 451 14 21 1.314
1.442
1.390
1.443
38 1.480
10 1.400
58 1.501
102 50 3 332 488
105 5 250 360
103 59 3 272 437
0 822 5
3 800 5
805 5
827
808
810
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
Overige lasten
17 16 18 68 1
16 30 100 1
9 10 19 101 0
22 (70)
12 322
23 (303)
71
Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
753
481
272
16
1.077
1.104
1.104
1.349
1.104
1.120
303
1.245
431
Totaal Werk voor Derden
303
242 1.487
431
Overige opbrengsten
1.171
0
1.011
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
(141)
303
Doorsluizingen
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
303
431
303
431
Doorsluizingen
303
0
431
431
303
0
431
Doorberekende interne opbrengsten
1.265
1.704
1.227
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
(42)
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
(29) (29)
(0) (0)
Totaal van de baten
4.391
4.294
4.220
Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
4.391
Dekkingsbijdrage
(133) (133)
4.294
4.220
0
0
(4)
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
1,0
60
1,0
1,0
60
1,4 14,2 0,6
78 578 12
16,3
668
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
17,3
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
60
1,0
1,0
60
1,0
60
2,0 14,2 0,0
109 584
3,0 14,3 0,0
164 591 1
16,2
693
17,3
756
8
pm
60
8
pm 736
17,2
753
18,3
825
0,0
PAGINA 124/342
UNIVERSITEIT TWENTE Overzicht algemene reserves (in €)
Beginbalans 2013
Herinvesteringsreserve Reserve
929.675 2.209
Totaal Algemene Reserves
931.884
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Vermogensmut. 2013 Uitgaven
0
Resultaatbestemming 2013
0
Nanolab Eindbalans 2013
-133.028
929.675 -130.819
-133.028
798.856
PAGINA 125/342
ATLAS Inleiding Per september 2013 begon een eerste groep studenten aan de opleiding TLAS; dit markeert de echte start van ATLAS. Eraan voorafgaand hebben deze studenten kennis gemaakt met ATLAS, hebben ze zich aangemeld, zijn ze na selectie toegelaten en zijn ze verhuisd naar Calslaan-nieuw op de Campus. In dit verslag geven we een korte impressie van de ontwikkeling van ATLAS en identificeren we een aantal lessen voor de nabije toekomst. Communicatie en werving Van alle wervingsactiviteiten was het persoonlijke contact via schooldecanen die gevraagd zijn hun beste leerlingen voor te dragen voor deelname aan zogenoemde ATLAS-In_Sight dagen, het meest effectief. In de loop van 2013 zijn bestaande contacten met VO-scholen aangehaald en is dit netwerk uitgebreid door aansluiting te zoeken bij de vereniging van schooldecanen en de vereniging van hoogbegaafdheidsprofielscholen. De meeste studenten zijn vaak toevalligerwijs op ATLAS gestuit of geattendeerd. Vaak via-via en soms door al dan niet gericht te zoeken op internet. Is de belangstelling gewekt dan is een email aan ATLAS of aan Studie-Informatie-Centrum een eerste vervolgstap. Voor verdere groei is toename van de naamsbekendheid essentieel. Via gerichte campagnes in tijdschriften, kranten en radiocommercials wordt hieraan gewerkt. De opkomst van 150 potentiële leerlingen (en evenveel begeleiders) tijdens de Open Dagen van november (een verdubbeling t.o.v. 2012) is een eerste indicatie dat meer mensen van het bestaan van ATLAS op de hoogte zijn. Het vergroten van de naamsbekendheid buiten Nederland is een veel moeilijker proces. De aandacht is vooral gericht op het contactleggen met de Internationale Baccalaureaat Scholen en deelname aan enkele wervingsactiviteiten in het Verenigd Koninkrijk. De doelgroep waardeert de persoonlijke benadering tijdens het traject dat uiteindelijk leidt tot de definitieve studiekeuze. Die benadering wordt sinds kort ondersteund door de inzet van ATLAS-studenten die hun eigen ervaringen kunnen verwoorden. Voor de korte termijn ligt nu de nadruk op het verbeteren van de website waarmee de ‘look & feel’ van de onderwijsopzet kan worden gecommuniceerd. De verwachting is dat een persoonlijk relaas van onze studenten de meeste overtuigingskracht heeft. (Voorbeeld: een testimonial gericht op de UK: http://www.studyinholland.co.uk/nick_gregory.html.) Selectie, instroom en geschiktheid Na een vaak intensieve communicatie met de potentiële studenten, zijn 29 studenten daadwerkelijk aan de opleiding begonnen. De selectie vindt plaats in twee ronden: In de eerste ronde wordt op basis van de documenten (CV, motivatie, cijferlijst) beoordeeld of de kandidaat aan de algemene toelatingseisen voldoet; In de tweede ronde komt de kandidaat voor een ‘assessment day’ naar de UT, tegelijk met andere kandidaten. Hij/zij krijgt een individuele schrijfopdracht, twee groepsopdrachten en één of twee interviews met ATLAS-staf. Kandidaten die te ver weg wonen om een dag naar de campus te komen worden via Skype interviewsessies met een Honours Programme student en met ATLAS-staf beoordeeld. Het selectieproces heeft een aantal inzichten opgeleverd: a) Studenten nemen het aanmeld- en selectieproces uiterst serieus: velen stellen de vraag hoe ze hun kansen kunnen vergroten; b) Motivatiebrieven geven een indicatie of de student het specifieke karakter van ATLAS heeft begrepen; c) Aanbevelingsbrieven geven nauwelijks aanvullende informatie; d) Een interview met kandidaat-studenten geeft weinig aanvullende informatie. Bijna alle studenten beschikken over de vaardigheid om een ‘goed gesprek’ te kunnen voeren met de selectiecommissie. Evaluatie van de studieresultaten van de studenten maakt duidelijk dat de selectie een grote voorspellende waarde heeft voor de resultaten. Studentenhuisvesting ATLAS heeft vorig jaar met International Office (IO) afspraken gemaakt over de studentenhuisvesting. IO heeft voldoende kamers voor ATLAS gereserveerd, waardoor we huisvesting op de Campus konden garanderen en tevens Buitenlandse en Nederlandse studenten bij elkaar konden plaatsen, wat in het kader van de ‘ community building’ erg wenselijk werd gevonden. Het nadeel van deze huisvesting is de relatief hoge prijs van de kamers als gevolg van het feit dat de kamers gemeubileerd en groot zijn. De studenten zijn in overgrote meerderheid overtuigd van de meerwaarde van de gezamenlijke huisvesting. Door de prijssetting en het gebrek aan flexibiliteit (jaarcontracten) blijft de verplichte huisvesting (bij elkaar
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 126/342
en op de campus) een bron van ergernis voor de studenten, waardoor de residentiële opzet als knellend wordt ervaren en de UT er vooralsnog niet in slaagt haar campus als “unique selling point” neer te zetten. Programmaontwikkeling Een kernteam bestaande uit tien ervaren docenten uit vijf faculteiten neemt gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling en de eerste implementatie van het onderwijsprogramma. In het team zijn verschillende vakgebieden, onderwijservaringen en doceerstijlen verenigd. Leden van het team blinken uit door hun bijzondere onderwijsaanpak, hun interesse in het leren van de studenten en hun belangstelling voor vraagstukken die vanuit verschillende disciplinaire invalshoeken tot verschillende aanpakken en oplossingen leiden. Het kernteam wordt ondersteund vanuit CES/Onderwijskundige Dienst. Het programma bestaat uit rond een thema samenhangende semesters waarbinnen een grote projectopdracht en theorievakken zijn geprogrammeerd. Ieder project noodzaakt tot het integreren van technische, natuurwetenschappelijke en sociaalwetenschappelijke perspectieven en inzichten. Het opzetten van dergelijk breed interdisciplinair onderwijs is een nieuwe ervaring voor alle docenten. Er zijn nauwelijks voorbeelden te vinden die nagevolgd kunnen worden. Het voordeel hiervan is dat ATLAS een radicaal nieuw onderwijsconcept heeft ontwikkeld waarmee de eigen profilering wordt versterkt. Het nadeel is dat de ontwikkeling veel meer tijd heeft gekost dan tevoren was ingeschat. Kenmerkend voor het onderwijs is de open leersituatie die is gecreëerd: de vorming en ontwikkeling van de student staat centraal en de mentor/coach, de tutor en de docent dragen en sturen bij. In deze situatie is het balanceren; een evenwicht vinden van en tussen: ‐ Bèta en gamma ‐ Doceren en begeleiden ‐ Voorschrijven en verantwoordelijkheid geven ‐ Uitlokken en afdwingen ‐ Targets halen en jezelf optimaal ontwikkelen. Tweewekelijks is feedback van de studenten verzameld en het semester als geheel is geëvalueerd. Het programma als geheel is gewaardeerd met een cijfer 7. Dat is zeker acceptabel gegeven het feit dat het onderwijsconcept niet alleen nieuw is voor de docenten maar ook door studenten als een ‘cultuurshock' wordt ervaren. De shock was bedoeld, maar uiteindelijk bleek de onzekerheid van de studenten over wat van hen verwacht wordt wel het meest genoemde heikele punt van het programma. Dit is vooral een nieuwheidsprobleem dat volgend jaar, wanneer de tweedejaars de eerstejaars voorlichten, vanzelf zal verminderen. Budget verantwoording Omdat het uitkristalliseren van de onderwijsopzet en de invulling van het eerstejaarsprogramma veel meer tijd heeft gevergd dan was voorzien moest de ontwikkeling van het tweedejaarsprogramma worden uitgesteld. Dit heeft als voordeel dat de eerste ervaringen bij de implementatie van het eerstejaarsprogramma kunnen worden meegenomen bij de ontwikkeling van het programma en ook bij het samenstellen van de semesterteams. Het betekent wel dat de planning begin 2014 veel strakker zal zijn. Om te zorgen dat de carrière van de docenten baat heeft bij actieve deelname in ATLAS en de docenten zich gesteund weten door hun vakgroep, is een ‘incentive’ ontwikkeld. De incentive stelt de docent – die via ATLAS minder kans maakt op het werven van afstudeerders dan wanneer hij/zij onderwijs in zijn ‘eigen’ opleiding zou geven – in staat het eigen onderzoek op gang te houden. Hierdoor kan de diversiteit, samenhang en continuïteit van ATLAS worden gewaarborgd. Vooralsnog is een bedrag van 2*200 K€ hiervoor toegezegd voor de jaren 2013 en 2014. In de loop van 2013 hebben de docenten van ATLAS plannen ontwikkeld voor de invulling van de incentive. Doordat de regelingen rond de incentive nog niet op 1 januari beschikbaar waren en HR de ontwikkeling van dit instrument moest faseren vanwege de werkdruk i.v.m. de reorganisatie bij EWI, hebben de plannen van de docenten die aan het begin van hun academische loopbaan staan voorrang gekregen. 8 van de 10 plannen zijn inmiddels goedgekeurd en in uitvoering. Het totaalresultaat over 2013 wijkt in positieve zin af van de begroting, vanwege de hiervoor genoemde oorzaken: ‐ De ontwikkeling van het tweedejaarsprogramma is vooruitgeschoven. De ermee gemoeide ontwikkelkosten à 350 k€ zijn doorgeschoven naar 2014. ‐ De besteding van de middelen van de onderwijsincentive à 200 k€ loopt achter bij de oorspronkelijke begroting. Allereerst omdat het traject tot en met de goedkeuring van de plannen een langere periode besloeg. Ten tweede omdat de incentive meestal wordt ingezet om arbeidstijd in te kopen. Het duurt enkele maanden vanaf het goedkeuren van het budget voordat de tijd daadwerkelijk beschikbaar kan worden gemaakt. Dientengevolge zijn er in 2013 nog geen uitgaven in dit kader geboekt.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 127/342
UNIVERSITEIT TWENTE
ATLAS Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen 93 6 50 139 4 294
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m 2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten
254 27 140 10 430
221 8 121 305 0 655
8
80
53
8
10 90
0 53
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Apparatuur / inventaris
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
0
0
6
0 4
25 20
0 2 2
4
45
5
0 0 3 5
500 472 500
840
258
1.472
1.340
Totaal Werk voor Derden
0
0
0
Overige opbrengsten
0
0
5
Totaal Toewijzingen
500
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
3 3
Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
258
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
60
2 1 0 15
15 6 0
30 771
21 17
28
871
56
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
0
0
1
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
(76) (76)
36 36
571 571
1.472
1.346
Totaal van de baten
258
1.472
1.346
0
1
Overige lasten
10
Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
258
Dekkingsbijdrage
(1)
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
1,1
92
1,3
114
1,3
115
1,1
92
1,3
114
1,3 0,8
115 53
1,5
51
3,3 3,3
140 140
2,4
103
Totaal OBP-formatie
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
1,1
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
1
pm
2
pm 93
4,6
254
3,7
220
0,0
PAGINA 128/342
UNIVERSITEIT TWENTE Overzicht algemene reserves (in €)
Beginbalans 2013
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Algemene reserve ATLAS Incentive ATLAS
-76.216 0
22.000
Totaal Algemene Reserves
-76.216
22.000
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Vermogensmut. 2013 Uitgaven
Resultaatbestemming 2013
0
ATLAS Eindbalans 2013
371.384 200.000
317.168 200.000
571.384
517.168
PAGINA 129/342
Faculteit Technische Natuurwetenschappen Profilering De faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) vormt een multidisciplinaire onderwijs- en onderzoeksomgeving waarbinnen fysici, chemici, biomedici en medici samenwerken. Qua onderwijs worden er naast de meer monodisciplinaire opleidingen Technische Natuurkunde en Scheikundige Technologie, de brede bacheloropleiding Advanced Technology en de interdisciplinaire opleidingen Nanotechnologie (Master), Biomedische Technologie en Technische Geneeskunde aangeboden. Het multidisciplinaire karakter van het onderzoek komt tot uitdrukking in het onderzoeksprofiel van de twee instituten waarin het onderzoek van TNW grotendeels is ingebed: MESA+ (nanotechnologie) en MIRA (biomedische technologie en technische geneeskunde). Daarnaast zijn er twee facultaire groepen die onderzoek verrichten op het gebied van duurzame energie en aanverwante onderwerpen. Aansluiting bij UT-profiel In zowel onderwijs als onderzoek is de missie van de faculteit TNW nauw aangesloten bij het profiel van de UT als ondernemende technische universiteit, met speciale aandacht voor de verbinding tussen de technische natuurwetenschappen en hun maatschappelijke context. Dit profiel komt onder andere tot uitdrukking doordat binnen de TNW leerstoelen de gehele keten van fundamenteel, toegepast tot meer valoriserend of klinisch onderzoek wordt bestreken. Op deze wijze komen ook de studenten die binnen de leerstoelen hun opdrachten doen met verschillende aspecten van deze keten in aanraking. Relatie met instituten en onderzoekszwaartepunten Vrijwel alle TNW leerstoelen werken binnen de UT onderzoekszwaartepunten Nanotechnologie (en zijn verbonden aan het instituut MESA+) of Biomedische Technologie (en zijn verbonden aan het instituut MIRA). Er zijn twee uitzonderingen: de groepen STP (prof. Kersten) en EMS (prof. Ter Brake). Het onderzoek van deze facultaire groepen valt binnen het kader van het Green Energy Initiative (GEI) van de UT. Ook de opleidingen van TNW hebben een nauwe aansluiting bij deze onderzoekszwaartepunten. In elke bachelor of masteropleiding van TNW worden naast de fundamentele natuurwetenschappelijke vakken concrete projecten aangeboden die zich vrijwel zonder uitzondering in één van deze focusgebieden bevinden. Relatie met gedrags- en maatschappijwetenschappen De verbinding tussen de technische natuurwetenschappen en hun maatschappelijke context krijgt aandacht in gezamenlijke onderzoeks- of onderwijsprojecten met collega’s van de faculteiten GW of MB. Daarnaast worden er in de TNW opleidingen vakken uit de gedrags- of maatschappijwetenschappen aangeboden: in het bijzonder bij de opleidingen AT, BMT en TG. Bij de ontwikkeling van de nieuwe bachelor opleidingen in het kader van het Twentse Onderwijsmodel, krijgt het hiermee samenhangende reflectieonderwijs ook bij de TNW opleidingen een meer zichtbare positie in diverse modules. De precieze invulling hiervan wordt door het TNW opleidingsmanagement nader uitgewerkt, waarbij gebruik wordt gemaakt van de expertise uit de andere faculteiten. Externe relaties Individuele leerstoelen onderhouden vele externe relaties: samenwerkingsverbanden binnen en buiten Nederland met andere universitaire groepen, het bedrijfsleven etc.. In het bijzonder vermeldenswaardig voor dit jaarverslag is de in 2013 ingehuisde Industrial Focus Group on XUV Optics, waarbij ASML, Zeiss, Panalytical, Demcon, Norma, etc. betrokken zijn. Op facultair niveau kunnen de volgende samenwerkingsverbanden worden genoemd: Bètadecanenoverleg tussen de decanen van de 10 bètafaculteiten in Nederland. Onderzoekscholen, i.h.b. J.M. Burgercentrum (vloeistofdynamica), NIOK (katalyse) en ISPT (procestechnologie). Topsectoren. TNW hoogleraren zijn actief in de topsectoren HTSM, Chemie, Energie en LSH. Technologie en zorg: overleg tussen vertegenwoordigers van de drie technische universiteiten (3TU) en de acht universitair medische centra (NFU) in Nederland, hetgeen geleid heeft tot de opstelling van een competentieprofiel van TZ professionals (o.l.v. H.A.T. Miedema) Binnen het samenwerkingsverband Noord-Oost Nederland is er met WUR en RuG een Joint Degree Watertechnologie in Leeuwarden opgericht. Daarnaast is er met het UMCG samengewerkt op het gebied CMI-NEN en een MSc honours traject “TG-Geneeskunde”. Andere relaties: FOM, Instituut Differ (Nieuwegein), NNV, EPS, Stichting LNG TR&D, etc.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 130/342
Ondernemerschap & kennisvalorisatie De onderzoeksgroepen binnen TNW tonen ondernemerschap en dragen actief bij aan kennisvalorisatie. Dit gebeurt in de vorm van commerciële contracten, publiek-private partnerschappen, het starten van nieuwe spin-off bedrijven e.d. Dit komt o.a. tot uiting in een t.o.v. 2012 wederom verhoogde omzet in de tweede en derde geldstroom en in een toegenomen dekkingsbijdrage (zie hoofdstuk 6). Risico’s en beheersmaatregelen In de loop van 2012 werd duidelijk dat TNW geconfronteerd zou worden met meerjarige tekorten. Om die reden is er eind 2012 ten behoeve van de begroting 2013 een aanvullende ombuigingsoperatie uitgevoerd. Door het schrappen of on-hold zetten van vacatures, besparingen op de variabele kosten van de groepen en een reductie van de facultaire overhead (schrappen DBV functie) is een bezuiniging van M€ 2 gerealiseerd. In de begroting 2014 is geconstateerd dat TNW – ondanks bovengenoemde maatregelen – vooralsnog meerjarig niet voldoet aan de door het College van Bestuur opgelegde resultaattaakstelling. TNW denkt op dit moment na over mogelijke oplossingsrichtingen (financiële effecten verhoging studentenaantallen, financiële effecten verhoging promotierendement, etc., zie ook paragraaf 6.4). Onderwijs Inleiding Eind 2013 zijn vier TNW-bacheloropleidingen door “de Keuzegids Universiteiten” uitgeroepen tot topopleiding: AT, ST, TG en TN. Zij zijn de enige opleidingen van de UT die deze kwalificatie hebben behaald. Drie van de vier opleidingen (ST, TG en TN) bevestigen daarmee hun toppositie die ze eerder in het verslagjaar 2012 hadden verworven. Bij deze vier opleidingen is het B4-rendement gestegen. De score bij ST is sterk toegenomen van 76 naar 86 punten. Begin 2014 zijn, op basis van de resultaten behaald in 2013, twee TNW masteropleidingen door “de Keuzegids Universiteiten” uitgeroepen tot topopleiding: NT en TM. De UT telt drie opleidingen met deze kwalificatie. In november 2013 is de opleiding TG/TM opgenomen in artikel 36a van de wet BIG. Technische Geneeskunde aan de Universiteit Twente is daarmee de enige technisch medische opleiding ter wereld, die opleidt tot de bevoegdheid om zelfstandig patiënten te behandelen. Met de opname, bekrachtigen de overheid en de medische beroepsgroep hun vertrouwen in de bekwaamheid van de technisch geneeskundigen. In 2013 zijn de eerste 6 studenten afgestudeerd bij ChE in de Erasmus Mundus Master voor Membrane Technology. Bacheloronderwijs Inhoud en vorm (TOM) Het nieuwe onderwijsmodel van de bacheloropleidingen van de UT is gebaseerd op een modulaire structuur bestaande uit thematische modules van 15 EC die een hoge interne coherentie hebben. De opleidingen TG en BMT van TNW vormen samen met GzW van de faculteit MB het Health cluster. Het curriculum BMT is in 2011 gestart als pilotopleiding en leidraad voor de ontwikkeling van de modules met bijbehorende toetsing. De evaluatie van de eerste twee jaar is eind 2013 beschikbaar gekomen en geeft richtlijnen voor de andere clusters. Het curriculum van GzW wordt zelfstandig door MB ontwikkeld. De opleidingen TN, ST en AT van TNW vormen samen het Science & Technology cluster. In 2013 zijn de modules voor het eerste jaar ontwikkeld. Twee modules (kwartiel 2 en 3) zijn voor ongeveer 10 EC gemeenschappelijk. Instroom en internationalisering Uit Tabel 2.1 blijkt dat de instroom bij de bacheloropleidingen van TNW in 2013 met ongeveer 20% is gestegen ten opzichte van 2012. De toename bij TG is het gevolg van de verhoging van de numerus fixus naar 130 studenten. De instroom bij ST was in 2012 sterk teruggelopen. Naar aanleiding van deze onverwachte daling is een task force opgericht waarin naast de opleidingsstaf, studenten en alumni ook M&C en ELAN zitting hadden. Korte en lange termijn acties zijn gestart. Mede door deze acties is het aantal studenten in 2013 toegenomen. AT is de enige Engelstalige bacheloropleiding van TNW. Het aantal internationale studenten is gestegen van 19 (waarvan 8 Duitsers) naar 28 (waarvan 12 Duitsers). AT trekt daarnaast verscheidene Nederlandse studenten met een buitenlands diploma.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 131/342
Tabel 2.1 Onderwijsprestaties TNW; instroom opleidingen Bacheloropleidingen Advanced Technology Biomedische Technologie Scheikundige Technologie Technische Geneeskunde Technische Natuurkunde Totaal
1 okt. 2012 73 66 32 102 59
1 okt. 2013 80 75 55 122 71
332
404
Master1 opleidingen Applied Physics Biomedical Engineering Chemical Engineering Nanotechnology Technical Medicine JD Watertechnology
1 okt. 2012 29 38 30 10 17 n.v.t. 124
1 okt. 2013 11 28 18 7 61 20 145
Bij TNW is in 2013 bij de opleidingen ST en TN een discussie gestart om ook bij deze opleidingen de Engelse taal als voertaal in te voeren. De directe aanleiding zijn de gezamenlijke modules met AT waarin de colleges in het Engels worden verzorgd. De opleidingscommissies hebben bij beide opleidingen in een brief aan de OLC’s en decaan om terughoudendheid gevraagd. AT is in 2013 gestart met Exchange Packages in het derde jaar. Dit zijn modules van 15 EC die ook gevolgd kunnen worden door internationale studenten. In 2013 hebben hier 4 studenten gebruik van gemaakt. Studierendement Het bachelorrendement (% herinschrijvers dat bachelor realiseert binnen 4 jaar) gaat bij alle TNWopleidingen omhoog (zie Tabel 2.2). Het invoeren van het BSA (bij de pilots ST en TN vanaf 2009) en de langstudeerboete hebben hier positief aan bijgedragen. Uit de eerste resultaten van TOM (gegevens eerste semester) blijkt dat waarschijnlijk de uitval in het eerste jaar vergelijkbaar zal zijn met de periode voor de invoering van TOM. De verwachtingen zijn dat bij TNW na het volledig invoeren van TOM de bachelorrendementen zich verder zullen verbeteren. Het afschaffen van de langstudeerboete zal echter een negatief effect hebben. Tabel 2.2 Onderwijsprestaties TNW
instroom % herinschrijvers % switch na 2 jr % switch na 3 jr % uitval na 1 jr % uitval na 2 jr % uitval na 3 jr % geslaagd na 4 jaar % studenten in excellentietraject
Rendementen 2011 2012 327 78% 2% 1% 18% 6% 3% 58% 4%
2012 2013 282 73% 0% 1% 17% 4% 1% 61%
2012 2013 358 76%
Geprogrammeerde contacturen eerste jaar Opleiding AT BMT ST TG TN
uren/week 18 16 24 19 19
5%
Excellentietrajecten De deelname aan de door de UT aangeboden excellentietrajecten blijft ongeveer constant. De opleiding ST is met ingang van het studiejaar 2013/2014 gestart met een excellentieprogramma, dat deelneemt aan het Topsector Chemie Beurzenprogramma dat georganiseerd wordt door de VNCI en gesponsord wordt door bedrijven. Het excellentieprogramma bestaat uit 3 onderdelen: (1) het excellentieprogramma van de UT, (2) een verdieping bij de projecten in samenwerking met de sponsorbedrijven en (3) een korte bedrijfsstage in de zomervakantie. De universiteit heeft twee topstudenten die een VNCI-beurs zijn toegekend. Aan de verdieping in de projecten (onderdeel 2) wordt niet alleen deelgenomen door de beursstudenten, maar dit gebeurt in projectgroepverband. Bij de opleiding TN wordt aan bachelorstudenten die duidelijk boven hun cohortgenoten uitstijgen de gelegenheid geboden om vroegtijdig binnen leerstoelen actief te worden, bijvoorbeeld in de vorm van betrokkenheid bij onderzoeksprojecten, carrière-strategische gesprekken met hoogleraren, etc. Masteronderwijs (PKM) 1
De instroom in de master is gespreid over het hele cursusjaar. In de KPI’s zoals ontvangen van S&B en zoals in de tabel opgenomen, wordt echter uitsluitend de instroom op 1 oktober weergegeven. De instroom per 1 oktober is slechts een indicatie van de instroom in de masteropleidingen en de in de tabel weergegeven instroom is dus niet volledig.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 132/342
In 2013 zijn – in het kader van het PKM project - voor de TNW masteropleidingen APh, BME, ChE en NT verbeteradviezen uitgebracht, die globaal in drie actiepunten kunnen worden samengevat: - Profilering: versterken van de koppeling tussen de master tracks en de TGS-programma’s van de onderzoeksinstituten met als doel de herkenbaarheid van de tracks te vergroten. - Ontwerp en engineering: het versterken van ontwerpgerichte leerlijnen binnen tracks en het versterken van de relatie van deze tracks en mogelijke PDEng-programma’s2 met als doel de studenten ook meer ontwerpgerichte opleidingen aan te kunnen bieden. - Zij-instroom vergroten: door verhoging van de internationale zij-instroom wordt een international class room gecreëerd. Voor de nationale zij-instroom via het HBO zal aandacht geschonken moeten worden aan de homologatie via HBO-minoren of speciale pre-master trajecten. De genoemde punten zijn in een actieplan uitgewerkt dat is voorgelegd aan het CvB. Door de grote inspanningen die de invoering van TOM vereisen en de accreditaties van de masteropleidingen APh en NT kan het PKM-programma niet de aandacht krijgen die het mogelijk verdient. Instroom en internationalisering De instroom bij de master NT is al jaren te laag. Er wordt ingezet op een aantal speerpunten om deze instroom te vergroten tot minimaal 20 studenten per jaar: - Profilering door een duidelijkere koppeling aan MESA+. Dit is een actiepunt dat gezamenlijk met MESA+ zal worden uitgewerkt, - Meer buitenlandse studenten trekken met kleinere beurzen, - DD-programma’s met Lodz en UAB (Barcelona); voor beide universiteiten worden DDprogramma’s uitgewerkt, - De mogelijkheden voor concurrent master programma’s met o.a. de National University of Singapore worden nader beschouwd. In dit geval zal eerst 1 jaar in Singapore worden afgelegd, en vervolgens 1 jaar in Twente. - Mogelijkheid onderzoeken om een koppeling te maken van de master met een PhD-programma volgens Angelsaksisch model. Dit zal als pilot dienen voor andere TNW-opleidingen. - In het kader van de 30EC onderwijs in TGS zullen colleges uit de master NanoTechnology aan populariteit winnen. Belangrijk is dus ook te kijken hoeveel studenten de colleges bezoeken, hetgeen er meer zijn dan de studenten die het hele programma volgen. De mastertrack Watertechnology van de opleiding ChE is in samenwerking met de RUG en de WU opgenomen in een Joint Degree Watertechnology gevestigd in Leeuwarden en gekoppeld aan het TOP-instituut voor watertechnologie Wetsus. Accreditaties Alle TNW opleidingen worden in de periode 2012-2014 gevisiteerd: ST/ChE: Gevisiteerd in juni 2012 in het kader van een landelijke beoordeling van scheikunde gerelateerde opleidingen. Het QANU-rapport bevat één aanbeveling: de beoordelingen van de eindwerken moeten consistent worden vastgelegd. Het besluit tot heraccreditatie is gedateerd 25 februari 2013. BMT/BME: Gevisiteerd in september 2012. Het NVAO-rapport is in december 2012 ontvangen en bevat een aantal aanbeveling met name t.a.v. de taken van de examencommissie. Het besluit tot heraccreditatie is genomen in september 2013. TG/TM: Gevisiteerd in april 2013. Het QANU-rapport is in juni 2013 ontvangen. De commissie beveelt een internationale benchmark aan. Het besluit tot heraccreditatie is gedateerd 7 januari 2014. AT: Gevisiteerd in september 2013. Het QANU-rapport is in december 2013 ontvangen. Het advies voor heraccreditatie is positief. De belangrijkste aanbeveling betreft de profilering van de opleiding. Naar verwachting zal de NVAO in het voorjaar 2014 tot heraccreditatie besluiten. TN/APh/NT: De visitatie zal 18 en 19 maart 2014 plaats vinden in het kader van een landelijke beoordeling van natuurkunde gerelateerde opleidingen. De visitatie is over de jaargrens heengetrokken. Het bleek de QANU niet mogelijk om tijdig een geschikte commissie samen te stellen. JD WT: De visitatie voor de toets nieuwe opleidingen (TNO) heeft plaats gevonden in december 2012. Het beoordelingspanel heeft een groot aantal adviezen uitgebracht ter verbetering van het
2
Professional Doctorate in Engineering-opleiding: een PDEng-student volgt een tweejarige post-Master ontwerpersopleiding.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 133/342
curriculum In maart 2013 is de opleiding geaccrediteerd als zelfstandige JD, gevestigd te Leeuwarden. Docenten van ChE hebben zitting in de OLC en Examencommissie van de JD WT. De Algemene Maatregel van Bestuur die tot wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (artikel 36a van de wet BIG) moet leiden t.b.v. de opleiding TG is in 2012 aangenomen door de Tweede Kamer en in 2013 door de Eerste Kamer der Staten Generaal. In november 2013 is de opleiding TG opgenomen in de BIG. Technische Geneeskunde aan de Universiteit Twente is daarmee de enige technisch medische opleiding ter wereld, die opleidt tot de bevoegdheid om zelfstandig patiënten te behandelen. Voortgang implementatie toetsbeleid en professionalisering examencommissies TNW heeft aan de wieg gestaan van het formuleren van het UT-toetsingskader. Dit is bij alle opleidingen geïmplementeerd. Bij TNW zijn de toetsplannen per vak een belangrijk instrument. Het toetsbeleid is in alle Examencommissies behandeld. Hun taken zijn door het invoeren van het toetsbeleid en de kwaliteitszorg daarvan, BSA, TOM en harde knip uitgebreid. In het kader van de accreditaties zijn de examencommissies zich veel meer bewust geworden van het vernieuwde takenpakket. Speciale aandacht heeft de beoordeling en vastlegging van die beoordeling van de eindwerken. Procedures hiervoor zijn gedurende 2012 en 2013 bij alle opleidingen ingevoerd. Onderzoek Het grootste deel van de TNW leerstoelen is ingebed in MESA+ en/of MIRA. In de jaarrapportages van deze instituten zullen de aspecten relaterend aan het onderzoek van deze groepen worden besproken. De twee facultaire onderzoeksgroepen in TNW (SPT en EMS) verrichten onderzoek op het vlak van o.a. duurzame energie en zijn verbonden met het universiteitsbrede Green Energy Initiative. Onderzoeksvisitaties In 2013 hebben geen onderzoeksvisitaties plaatsgevonden die betrekking hadden op onderzoeksgebieden binnen TNW. In 3TU-verband worden voorbereidingen getroffen voor de 3TUonderzoeksvisitatie Scheikundige Technologie. Sectorplan Natuurkunde en Scheikunde In de tussenrapportage van de Commissie Breimer m.b.t. het Sectorplan Natuurkunde en Scheikunde (SNS) is erop gewezen dat de koppeling tussen de masteropleidingen en de onderzoekszwaartepunten bij de Nederlandse Bètafaculteiten versterkt moet worden. Om die reden zijn in 2013 twee maatregelen genomen: (i) voor de masteropleiding ChE zijn de twee afstudeertracks van nieuwe namen voorzien - Chemical & Process Engineering en Molecular & Materials Engineering - en is de track Chemical & Process Engineering ook inhoudelijk aangepast; (ii) voor de masteropleiding BME is het voornemen per september 2014 het aantal tracks tot één terug te brengen maar wordt de student aan het begin van zijn master direct gekoppeld aan één van de leerstoelen die binnen het instituut MIRA onderzoek verrichten. Alle SNS-vacatures zijn inmiddels ingevuld. Relevante KPI’s en streefgetallen De faculteit TNW hanteert de volgende prestatie indicatoren voor het onderzoek: het aantal onderzoeksplaatsen (uitgedrukt in aantallen aio’s en postdocs werkzaam in de groep), het aantal publicaties (in internationale peer-reviewed tijdschriften) en het aantal promoties. Deze KPI’s sluiten nauw aan bij die van de instituten. In de najaarsgesprekken met de leerstoelen worden in afstemming met de wetenschappelijk directeur van het betrokken instituut meerjarige streefgetallen voor elke van deze KPI’s vastgesteld. Met betrekking tot de KPI’s uit de prestatieafspraken met OCenW kan het volgende gemeld worden: e e De gerealiseerde inverdiencapaciteit van TNW (gedefinieerd als de verhouding tussen de 2 en 3 e geldstroominkomsten enerzijds en de inkomsten uit de 1 geldstroom anderzijds) is 79% in 2013. De inverdiencapaciteit laat daarmee een stijgende lijn zien (52% in 2010, 64% in 2011, 72% in 2012). Dit wordt veroorzaakt door een continu toenemende omzet in de tweede en derde geldstroom en een continu afnemende omvang van de eerste geldstroom. De verdiencapaciteit bevindt zich daarmee ruim boven de OCenW-doelstelling van 34%. In 2013 is het XUV Optics Lab in Carre tot stand gebracht. Hierin zullen diverse bedrijven samen met de TNW-groep XUV van professor Bijkerk onderzoek verrichten. De XUV groep maakt deel uit van het MESA+ instituut voor Nanotechnology. In 2014 zal naar verwachting gestart worden met de bouw/verbouw van het nieuwe Hoge Druk Laboratorium.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 134/342
Daarnaast maken de TNW-leerstoelen en de opleidingen gebruik van twee grote faciliteiten, te weten het Nanolab en het ECTM.
Risico’s en beheersmaatregelen De faculteit onderkent de volgende risico’s binnen het onderzoeksdomein: Financiën: de financiën van de faculteit staan zwaar onder druk o.a. door teruglopende eerste geldstroom middelen, teruglopende middelen bij NWO en andere tweede geldstroombronnen. De afhankelijkheid van de dekkingsbijdrage voor de financiële continuïteit van de faculteit is een hiermee samenhangend risico. De faculteit TNW adviseert de leerstoelen om qua projectfinanciering en onderwerpkeuze waar mogelijk te diversifiëren door bijvoorbeeld meer in te zetten op Europese projecten en samenwerkingsprogramma’s met het bedrijfsleven. Schaarste van talent: het werven van nieuw wetenschappelijk personeel wordt bemoeilijkt door de teruglopende concurrentiepositie van de Nederlandse universiteiten. In het kader van de mid-term review van de Commissie Breimer (Sectorplannen Natuurkunde en Scheikunde) zal dit onderwerp aan de orde worden gesteld als een geschikt doel voor nieuwe financiering in de twee SNS periode van 2016 – 2021. Opbouw Industriële Focus Group XUV Optics: het samenwerkingscontract van XUV met de deelnemende bedrijven en instellingen omvat een aantal resterende financiële risico’s die door nauwgezette monitoring en het verwerven van additionele partners en aanvullende middelen gemitigeerd kunnen worden. Met dit laatste is in 2013 al een begin gemaakt. HRM-beleid Management Development en Talentmanagement Tenure Track Het TNW-beleid in 2013 was dat elke nieuw aan te stellen wetenschapper als Tenure Tracker werd aangesteld. Medewerkers werden in het Tenure Track systeem opgenomen als de verwachting was dat die medewerker ultimo professorabel is. Met de medewerkers zijn prestatieafspraken gemaakt waarvan de voortgang wordt gevolgd in de Tenure Track commissie. In totaliteit waren per 1 september 2013 43 TNW medewerkers als Tenure Tracker in dienst (zowel nieuw aangestelde Tenure Trackers als medewerkers die al in dienst waren en zijn gaan deelnemen aan de Tenure Track). Dit is 61% van de wetenschappelijke staf in de functiecategorie UD en UHD. Dit wil zeggen dat TNW het (eigen) streefcijfer voor 2016 van 50% reeds ruim heeft gehaald. Per 1-9-2011 Externe Tenure Trackers Interne Tenure Trackers Totaal absoluut Totaal procentueel KPI
Per 1-9-2012
6 16 22/62 35% 35%
Per 1-9-2013
12 20 32/66 48% 40%
2016
17 26 43/70 61% 45%
50%
Dat de streefcijfers gehaald zijn wil niet zeggen dat de faculteit niet kritisch blijft kijken naar het proces en de ontwikkelingen rondom Tenure Track. Op dit moment wordt gekeken of er aanpassingen nodig zijn en op welke wijze er verbeteringen en aanscherpingen kunnen worden aangebracht. In 2013 is in samenspraak met HR centraal een evaluatie uitgevoerd. De uitkomsten van deze evaluatie worden in de aanpassingen meegenomen. Daarnaast zullen gesprekken worden gevoerd met de Tenure Track Commissie, de Tenure Trackers zelf, de FR, de leerstoelhouders en andere betrokkenen. Doorstroom vrouwen naar hogere posities De faculteit zet zich nadrukkelijk in om meer vrouwen in hogere WP en OBP functies te krijgen. Meer diversiteit is goed voor de faculteit aangezien TNW van oudsher een laag percentage vrouwen kende. Het streefcijfer voor vrouwen in de top is 5 fte (voor 2014). Voor de Subtop is dit streefcijfer 3 fte (voor 2014). In 2013 is er bij de faculteit TNW sprake van 3,5 fte vrouwen in de top (2 opleidingsdirecteuren en 2 hoogleraren). In de Sub-top is in 2013 sprake van 4,7 fte (6 UHD-ers). De verwachting is dat de faculteit de streefcijfers voor 2014 zal gaan halen, aangezien er een groot aantal vrouwelijke wetenschappers in een Tenure Track zitten. In de onderstaande tabel wordt de ontwikkeling vanaf 2010 weergegeven (in fte’s): TNW Top Subtop
2010
2011 2,8 1,0
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
2012 3,8 2,1
2013 3,7 2,1
3,5 4,7
2014 (streefcijfers) 5,0 3,0
PAGINA 135/342
Learning & development Door maatwerk te bieden in ontwikkeling, coaching en opleiding worden medewerkers gestimuleerd om zich verder te ontwikkelen. Zo gaan alle nieuwe leidinggevenden naar de leergangen Academisch Leiderschap en/of Professioneel Leiderschap. Voor het WP is in het kader van Learning & Development het UT-beleid met betrekking tot de Engelse taalvaardigheid en de Docentprofessionalisering (BKO) van belang. Via de Onderwijskundige Dienst (OD) wordt de faculteit op de hoogte gehouden van de gemaakte vorderingen. HR-TNW heeft elke drie maanden overleg met de contactpersoon vanuit de OD om de voortgang te bespreken. Ten aanzien van de ontwikkelingen op het gebied van BKO kan geconstateerd worden dat de verwachting op basis van de huidige cijfers is dat TNW zich in 2015 ruim boven het streefcijfer van 45% bevindt (nl. 65%). Hieronder worden de vorderingen van de UD’s en docenten binnen TNW weergegeven. Geconstateerd kan worden dat TNW zich op dit moment (verslagjaar 2013) op een BKO-percentage van 33% bevindt (BKO behaald en vrijstelling). Aantal docenten BKO behaald Gestart ervaren traject Gestart regulier traject Niet gestart ervaren traject Niet gestart regulier traject Ontheffing Vrijstelling Totaal aantal docenten TNW BKO-percentage 2013 (BKO behaald en vrijstelling)
22 13 22 17 1 35 22 132 33%
Met betrekking tot het taalbeleid zijn in 2013 alle medewerkers die les geven in de master en die geen vrijstelling hebben gekregen uitgenodigd om zich in te schrijven voor een class assessment. Voor TNW heeft dit geresulteerd in de volgende cijfers: Aantal docenten Class assessment afgerond Vrijstelling Nog niet gestart
18 44 51
Veiligheid, gezondheid en milieu Het verzuimpercentage binnen TNW is al jaren erg laag. Wel was er in 2013 een stijging van het aantal langdurig zieken. De oorzaak hiervan is voor het overgrote deel medisch bepaald en slechts in een enkel geval is het mede werkgerelateerd. Er wordt echter steeds vaker door medewerkers aangegeven dat op meerdere plekken in de organisatie de werkbelasting is toegenomen en de werkdruk als fors wordt ervaren. Met name bij de medewerkers in het onderwijs is de werkdruk fors toegenomen door de invoering van TOM. De faculteit is zich daarvan bewust en probeert waar mogelijk oplossingen te zoeken. HR-TNW heeft elke drie maanden een Medisch Sociaal Overleg (MSO) met de bedrijfsarts waarin alle ziektegevallen worden besproken en waarin de mogelijkheden van re-integratie worden doorgenomen. Risico’s en beheersmaatregelen in het kader van HRM-beleid In het kader van de bezuinigingsmaatregelen, heeft de faculteit in de begroting 2013 een groot aantal eerste geldstroomvacatures geschrapt dan wel on hold gezet. Het aantal tijdelijke WP medewerkers laat in 2013 wel een lichte stijging zien. Dit heeft te maken met het Tenure Track systeem en met de toenemende omzet werk voor derden. In 2013 zijn de eerste bouwstenen voor een visie op de kwaliteit van de dienstverlening gelegd. Er zijn trajecten ingezet om de omvang van de ondersteuning in 2015 op 19% te brengen. Deze prestatieafspraken zijn van toepassing voor de functiekolommen: Financiën, HR, Secretarieel en Internationalisering. Vooralsnog heeft dit voor de ondersteunende diensten binnen de faculteit TNW nog geen personele wijzigingen tot gevolgen gehad. Of dit voor de lange duur ook het geval is, is nu nog niet duidelijk. Voor alle OBP functies geldt dat optimaal gebruik wordt gemaakt van natuurlijk
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 136/342
verloop en het afbouwen van tijdelijke contracten. Voor wat betreft de verhouding WP/OBP bevindt TNW zich in 2013 onder de voor TNW vastgestelde norm van 27% voor het OBP. Bedrijfsvoering Inleiding De splitsing van de verantwoordelijkheden in de bedrijfsvoering na het vertrek van de directeur bedrijfsvoering tussen respectievelijk de controller, het hoofd HR en het hoofd ondersteunende dienstverlening/bedrijfsvoering is een goede stap geweest in het efficiënt organiseren van de bedrijfsprocessen. Er is regelmatig en constructief overleg tussen de drie MT-leden die de drie componenten invullen en doordat de leden elk hun expertise meenemen is de som een meer dan complete invulling van de DBV-functie. In dit kader is besloten dat het hoofd TCO rechtstreeks aan de decaan rapporteert, maar daarnaast geregeld overlegt met de drie MT-leden. Arbo & Milieu De afdeling AMH is geanalyseerd op taken en effectiviteit van de ingezette fte’s. Dit heeft geresulteerd in een Nota AMH 2014. Speerpunten uit dit plan zijn een iets grotere inzet in de Arbo-component en – gezamenlijk met het FB - concrete aandacht voor duurzaamheid. In 2013 is een eerste stap hiertoe gezet door de nachtventilatie in de laboratoria te verminderen en door besparingen op gassenverbruik. Verder is een aanzet gegeven om minder met operationele huisvestingszaken bezig te zijn en de teamleiders van het FB meer in hun rol te brengen. Deze herschikking is noodzakelijk om focus te houden en mogelijk doordat de restpuntenlijst vanuit het Vastgoedplan Carre in 2013 is afgewerkt. De klachten over het klimaat in Meander hebben geleid tot een onderzoek door de UT arbeidshygiënist in samenwerking met AMH. De uitkomst leidde niet tot mogelijke systeemoplossingen maar medewerkers is geadviseerd in geval van klachten de Arbo coördinator in kennis te stellen, de Arbo arts te raadplegen en op maat aan een oplossing te werken. Facilitaire dienstverlening In 2013 is intensief en in grote lijnen constructief met de verschillende afdelingen binnen het FB samengewerkt. TNW participeert in de projectgroep die het nieuwe UT gassencontract voorbereidt, dat in 2014 afgesloten gaat worden. Er is eind 2013 besloten dat vanaf 2014 TNW de gassenleveranties en gassenadministratie voor de gehele UT overneemt van het FB. Na onderzoek bleek de primair gekozen plek voor de te bouwen zuurstoftank, in het middengebied Horst/Meander, de veiligste en voor de TNW groepen de meest acceptabele en deze is nu definitief aangewezen. De dienstverlening van de afdeling FB-bestellingen sluit steeds beter aan op de wensen van de klanten binnen TNW. Het FB leverde de projectleider van het bouwproject voor aanpassing van de labs van de nieuwe vakgroep XUV, een project dat doorloopt tot in 2014 en dan geëvalueerd zal worden. Er is vanuit TNW intensief gestuurd op een betere procesafhandeling van de werkzaamheden van de FB-afdeling onderhoud, maar de resultaten vanuit FB zijn nog niet optimaal. Dit wordt in 2014 onverminderd voortgezet. TNW levert voor 0,4 fte de bouwheer voor het UT bouwproject HDLab, dat in 2014 de operationele fase zal bereiken. Marketing & Communicatie M&C heeft de websites voor de TNW-opleidingen verbeterd; deze zijn voor de doelgroep – aankomende studenten- een stuk aantrekkelijker geworden. Er is in 2013 gewerkt aan het verbeteren van de algemene structuur van de TNW website, de activiteiten zullen in 2014 worden afgerond. De rol van M&C beperkte zich hierbij tot adviseren. De TNW nieuwsbrief, die door M&C is samengesteld, heeft een kwaliteitsinjectie ondergaan. TCO TCO, het Technocentrum voor Onderwijs en Onderzoek, heeft als eigen dienst van de faculteiten EWI en TNW in 2013 ruim 1.600 opdrachten uitgevoerd, variërend van een minimaal klusje van enkele euro’s tot grotere projecten van meer dan een ton. Daarnaast wordt steeds meer een beroep op TCO gedaan als vraagbaak voor praktische tips tot uitgebreide adviezen. Door het uitvoeren van de veelzijdige opdrachten is ruim M€ 2,2 omgezet, bestaande uit ca. 17.500 directe uren en M€ 0,8 aan
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 137/342
materialen. Met een totale omzet van M€ 2,9 is het jaar nagenoeg rond het nulresultaat afgesloten (-/k€ 29). De afbeelding geeft een verdeling van deze omzet uit variabele opdrachten van 2013 over de verschillende eenheden. Het uurtarief is -het 5de jaar in successie - ook voor 2013 ongewijzigd gebleven. Naast de talloze – (quick-)service georiënteerde – werkzaamheden is bijgedragen aan diverse projecten. Enkele voorbeelden: H2 reactor systeem (MESA+), Plasma-free ALD (EWI-SC), Mini Taylor Couette (TNW-POF), AGA systeem (TNW-XUV), PAM (TNW-BMPI) en STM systeem (EWI-NE). N.a.v. het integrale visieplan TCO 2016 is in 2013 het besluit genomen om de glasinstrumentmakerij en de self service werkplaats in Carre te huisvesten. Het NMR-apparaat is daarvoor verhuisd naar Carre vloer 4. De gehele verbouwing en verhuizing hebben in 2013 zijn beslag gekregen en de ruimtes in Meander zijn einde van het jaar op leegstand gezet. De structurele besparingen, die in de komende jaren uit het integrale visieplan TCO voortvloeien, billijken de eenmalige investering van k€ 160 die met één jaar zal worden terugverdiend. In 2014 wordt de uitvoering van TCO visie 2016 verder voortgezet. Financiën Analyse van het exploitatieresultaat De faculteit TNW heeft 2013 afgesloten met een sluitende exploitatie, hetgeen M€ 1,2 beter is dan het voor 2013 begrote resultaat (-/- M€ 1,2). Onderstaand wordt een nadere analyse van het exploitatieresultaat gegeven. De belangrijkste oorzaak voor de verbetering van het exploitatieresultaat ligt in de dekkingsbijdrage die M€ 1 hoger is dan begroot. Deze afhankelijkheid van externe middelen voor de continiuïteit van de faculteit is echter een risico. Daarnaast is de noodzaak een dermate grote dekkingsbijdrage te realiseren een bron van onvrede binnen de faculteit. In het verlengde hiervan moet worden opgemerkt dat het continueren van de vaste voet voor het onderwijs (ter dekking van de hoge kosten van onze geavanceerde practica) absoluut noodzakelijk is voor de financiële continuïteit van TNW. De belangrijkste oorzaken voor het verschil van M€ 1,2 (een afwijking van 1,7% ten opzichte van de voor de doorsluizing werk voor derden gecorrigeerde omzet van TNW) tussen het begrote resultaat en het uiteindelijke resultaat kunnen als volgt omschreven worden: De toename van de dekkingsbijdrage met M€ 1,0 is de belangrijkste oorzaak van het verschil tussen begroot en gerealiseerd resultaat. Begroot was een dekkingsbijdrage van M€ 3,4. In de rapportage t/m maart is een dekkingsbijdrage van M€ 3,8 geprognosticeerd op basis van een uitgebreide cijferbeoordeling van de omzet en de dekkingsbijdrage die TNW op kwartaalbasis uitvoert. In september is de toename naar de uiteindelijke M€ 4,4 geprognosticeerd, maar in oktober en vervolgens in november is de prognose voorzichtigheidshalve teruggedraaid in verband met het grillige verloop in het laatste half jaar van 2013. Dit grillige verloop is nog versterkt door het feit dat er in de tweede helft van 2013 - naar aanleiding van de signaallijsten aanpassingen in de projecten hebben plaatsgevonden. Uiteindelijk blijkt de M€ 4,4 toch gerealiseerd te zijn (inclusief M€ 0,2 hard resultaat). De afwijking t.o.v. de novemberrapportage wordt met name veroorzaakt door het incidentele werk voor derden (M€ 0,3) dat maar zeer ten dele te voorzien was op het moment van de novemberrapportage en een meevaller van M€ 0,2 in de reguliere projecten ten opzichte van de voorzichtige inschatting van november. Voor GEI was een resultaat van -/- M€ 0,2 begroot. Uiteindelijk heeft GEI een resultaat van -/M€ 0,1 gerealiseerd, een verbetering van M€ 0,1. De verbetering van het resultaat wordt geheel veroorzaakt doordat een boeking – samenhangend met het niet begrote budget voor themastimulering energie dat GEI in 2013 heeft ontvangen – per abuis niet heeft plaatsgevonden. Deze boeking zal alsnog plaatsvinden in 2014 (als vermogensmutatie), het betreft dus slechts een kasritmeverschil. Voor het overige is de realisatie van GEI conform de begroting. GEI is administratief onderdeel van TNW, maar TNW is niet verantwoordelijk voor het resultaat van GEI. Voor TGS was een sluitende begroting voorzien, er wordt echter een voordelig resultaat van M€ 0,1 gerealiseerd. Dit wordt o.a. veroorzaakt door het feit dat er minder beroep op het TGS
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 138/342
Garantiefonds is gedaan dan begroot (ook de systematiek is veranderd: alleen de winnaars van de TGS-award kunnen in aanmerking komen voor de overbruggingsgarantie). Daarnaast is een aantal marketingactiviteiten doorgeschoven naar 2014. TGS is administratief onderdeel van TNW, maar TNW is niet verantwoordelijk voor het resultaat van TGS. Er is sprake van een positiever resultaat dan begroot voor wat betreft de opleiding watertechnologie (deze opleiding wordt samen met Wageningen en Groningen uitgevoerd). Begroot was een resultaat van -/- M€ 0,2. Er wordt een sluitende exploitatie gerealiseerd. Dit verschil van M€ 0,2 wordt veroorzaakt door het feit dat TNW de vergoeding voor de onderwijsverzorging door de TNW-leerstoelen over de voorgaande collegejaren al in 2012 heeft betaald, terwijl dit voor 2013 begroot was. Daarnaast heeft de penvoerder (Wageningen) nieuwe afrekeningen opgesteld voor de laatste collegejaren van de vier cohorten die onder het oude regime zijn gestart. Ook dit levert de faculteit een voordeel op, omdat de interne verrekeningen van de activiteiten al eerder hebben plaatsgevonden. Voor wat betreft de onderwijsvernieuwingsmiddelen was een resultaat van M€ 0,5 begroot. Uiteindelijk is dit resultaat M€ 0,2 minder positief geworden. Voor wat betreft de opleidingen AT, ST en TN is de realisatie conform de begroting, voor BMT en TG geldt dat enerzijds de onderwijsvernieuwingsmiddelen ad k€ 280 doorgeschoven zijn naar 2014 en dat anderzijds wel uitgaven zijn gedaan. Dit heeft geleid tot een resultaatverslechtering van de genoemde M€ 0,2. De huisvestingslasten zijn per saldo M€ 0,2 hoger dan begroot. Dat is het gecombineerde effect van (i) extra huisvestingslasten in verband met de Glasinstrumentmakerij van TCO ad M€ 0,2 (deze verbouwing leidt tot een samenvoeging van alle werkplaatsen in Carre en daarmee tot afstoting van ruimte in Meander en dus tot een structurele bezuiniging van ca. M€ 0,1), (ii) een autonome stijging van de huisvestingslasten van M€ 0,2 en (iii) een voordeel van M€ 0,2 door de energieafrekening aan het einde van 2013. Er is sprake van een nadeel van M€ 0,5 als gevolg van de dotatie aan de verlofvoorziening. TNW had daar een kleine vrijval begroot i.v.m. het aanscherpen van de verlofregels, maar door het loslaten van de strengere regels wordt de verlofschuld groter en leidt dat tot een nadeel in de exploitatie. TNW pleit er overigens voor dat de monitoring daarvan moet worden verbeterd, overeenkomstig de manier waarop de concerndirectie HR de faculteiten gedurende het begrotingsjaar informeert ten aanzien van de verplichtingen in het kader van de WW-uitkeringen. Dit nadeel wordt gecompenseerd door een voordeel binnen de eerste geldstroom op de apparatuur- en inventarislasten van M€ 0,5. Dit wordt mede veroorzaakt door de mate waarin deze kosten op projecten worden geboekt. Daarnaast is er sprake van minder uitbesteed werk dan begroot voor een bedrag van M€ 0,5 en daarnaast lagere bestuurskosten dan begroot voor een bedrag van M€ 0,3. Ook dit heeft deels een relatie met de mate waarin kosten op projecten worden geboekt. Tot slot heeft TNW in 2013 minder WBSO en overige opbrengsten gerealiseerd dan begroot voor een totaal bedrag van M€ 0,5.
De omzet Werk voor Derden laat binnen TNW opnieuw een stijging zien (van M€ 28,1 in 2012 naar M€ 30,1 in 2013). Hierbij gingen we ervan uit dat de dekkingsbijdrage zo’n twaalf procent van de omzet zou zijn. Nu blijkt dat de dekkingsbijdrage in 2013 bijna 15% van de omzet is. De ontwikkeling van de dekkingsbijdrage zal de komende periode strak gemonitord worden. Ontwikkelingen in de reserve De reserve van TNW bestaat grofweg uit drie componenten, te weten de centrale facultaire reserve (hiermee zijn de onderwijstekorten tot nu toe verrekend), de reserve bestemd voor de demarcatie- en verhuiskosten samenhangend met de inhuizing in Carré (vrijwel geheel ingezet) en de leerstoelreserves. Verantwoording van de Centrale Stimuleringsbudgetten In het onderstaande overzicht wordt weergegeven welke budgetten de faculteit TNW in 2013 heeft ontvangen vanuit de Centrale Stimuleringsmiddelen, waarbij per budget een korte verantwoording van de inzet wordt gegeven.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 139/342
Budget Universitaire leerstoel Lohse (k€ 150) Tenure track vrouwen UTwist (k€ 126) Revitalisering leerstoel PCS (k€ 400)
Leerstoel BES (k€ 50) Doelsubsidie joint degrees (k€ 2) Bachelorvernieuwing (k€ 420)
Green Energy Initiative: directie- en bureaukosten (k€ 268) Green Energy Initiative: Bijdrage Research Director (k€ 42) Green Energy Initiative: Vergoeding voorzitter RvA GEI (k€ 12) Route 14 Thema-stimulering Energie (k€ 100) Route 14 Thema-stimulering Energie (k€ 67)
Verantwoording Deze middelen zijn ingezet als extra dekking voor de kosten van de leerstoel POF. Deze middelen zijn ingezet voor de dekking van een deel van de kosten van vrouwelijke tenure trackers bij de TNW-leerstoelen NBP en BNT. Dit zijn middelen die zijn toegewezen in het kader van de reorganisatie van TNW van 2006. De middelen worden ingezet ter dekking van de kosten van de leerstoel PCS. Deze middelen zijn ingezet als extra dekking voor de kosten van de leerstoel BES. Deze subsidie is grotendeels ingezet voor de reiskosten samenhangend met de joint degrees met Indonesië en India. Deze middelen zijn ontvangen ter dekking van kosten samenhangend met de onderwijsvernieuwingen in het kader van TOM (k€ 140 per bacheloropleiding, waarbij de middelen voor BMT en TG zijn doorgeschoven naar 2014). Zie verder de toelichting onder het kopje “analyse van het exploitatieresultaat”. Deze middelen zijn ingezet ter dekking van de kosten van directie en bureau van GEI. Deze middelen zijn ingezet als bijdrage in de kosten van de Research Director van GEI, deze is leerstoelhouder van de TNW-leerstoel CPM. Deze middelen zijn ingezet als vergoeding voor de werkzaamheden van de voorzitter van de Raad van Advies van GEI (emeritus hoogleraar TNW). In 2013 is door GEI een bedrag van k€ 100 (beschikbaar was k€ 138) ingezet voor het stimuleren van het thema energie door TNW-, EWI- en MB-leerstoelen. Zie ook de toelichting onder het kopje “analyse van het exploitatieresultaat”. Deze middelen zijn gebruikt om de verplichtingen die zijn aangegaan in het kader van de stimulering van het thema energie (M€ 0,3) deels te financieren. De resterende verplichtingen worden gefinancierd vanuit de reserves van IMPACT/GEI vanuit CTW.
Meerjarenbegroting 2014 t/m 2018 TNW heeft vanaf 2015 te maken met een structureel tekort – na verwerking van de bijdrage voor onderwijsinfrastructuur van M€ 1,0 – van ca. M€ 1,3. Dit structurele tekort is opgenomen in de Meerjarenbegroting 2014-2017). Hierbij kunnen de volgende kanttekeningen worden gemaakt: De meerjarige resultaten zijn berekend op basis van de SIM-bedragen voor 2014, deze zijn constant gehouden in latere jaren. De verwachting is echter dat de SIM-bedragen UT-breed verder afnemen, dus de kans bestaat dat de exploitatieresultaten voor de jaren na 2014 slechter uitvallen. Er komt binnenkort een nieuwe Nota Sturing onderzoek uit. Vooralsnog is onduidelijk of dit effecten heeft voor de procentuele verdeling van de SIM-bedragen over de instituten en daarmee voor de SIM-bedragen die de faculteit TNW ontvangt. De dekkingsbijdrage lijkt op dit moment fors hoger te zijn dan we in de begroting 2013 hebben aangenomen (in de MJB 2013-2017 was een dekkingsbijdrage van M€ 3,4 opgenomen, in de MJB 2014-2017 gaan we uit van een dekkingsbijdrage van M€ 4,7 voor 2014). Dit wordt mede veroorzaakt door de komst van XUV. Deze hogere bedragen voor de dekkingsbijdrage zijn meegenomen in de nu gepresenteerde meerjarencijfers (met een beperkte daling vanaf 2017). Zoals reeds aangegeven is de afhankelijkheid van de dekkingsbijdrage een risico voor TNW: de vraag is in hoeverre deze hoge dekkingsbijdrage volgehouden kan worden en wat de gevolgen zijn als de dekkingsbijdrage afneemt. Verhoging van het promotierendement zou kunnen leiden tot extra inkomsten. Zoals al aangegeven kan een toename van de instroom leiden tot een toename van de inkomsten voor de faculteit. Het eventuele structurele positieve effect daarvan zien we echter pas in latere jaren en daarnaast brengt extra inkomsten ook extra kosten met zich mee. Risicoparagraaf (financiële risico’s) In de nota Kaderstelling Jaarplan en Begroting 2013-2017 wordt de faculteiten gevraagd de concrete operationele proces- en informatierisico’s en de in dat kader getroffen beheersmaatregelen specifiek voor de eigen eenheid en specifiek voor de periode 2013-2017 te benoemen. In de diverse paragrafen in dit jaarplan zijn de risico’s die de faculteit TNW percipieert ten aanzien van het bereiken van de strategische doelstellingen op het gebied van de kwaliteit en kwantiteit van het onderwijs, het onderzoek en de continuïteit te vinden. Ook de genomen en nog te nemen beheersmaatregelen zijn geformuleerd. De genoemde risico’s worden in het MT van TNW, de staf, het MT onderwijs en het Facultaire Managementteam op regelmatige basis besproken, opdat een ieder zich verantwoordelijk voelt voor de risico’s en de te nemen beheersmaatregelen. Voor het overige worden de risico’s, die de leerstoelen ervaren, aan de orde gesteld tijdens de voor- en najaarsbilo’s.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 140/342
Bijlage 1:
Jaarverslag TGS 2013
Het jaar 2013 stond voor Twente Graduate School in belangrijke mate in het teken van het invoeren het nieuwe promovendibeleid, dat gepaard ging met een nieuw PhD Charter en aanpassing van het promotiereglement. Eind 2013 werden na aanzienlijke vertragingen in de medezeggenschap beide ingevoerd, waardoor de invoering van PhD Candidates in het promovendivolgsysteem van start kon gaan. De PeopleXS licentie voor ProDoc liep al het hele jaar, maar zal pas in 2014 met het volledig aantal deelnemers worden gevuld, waardoor de gebudgetteerde licentiekosten lager uitvielen. Als het systeem in 2014 gevuld is, is ProDoc ook uit de projectfase en wordt een instellingssysteem waarvoor ook bij ICTS de juiste financiële middelen beschikbaar moeten zijn. Het TGS Office was in 2013 minimaal bezet (o.a. vanwege ziekte). Omdat in 2013 nog niet alle PhD Candidates geregistreerd hoefden te worden, en de onderwijsverplichting ook nog niet van kracht was, leverde dit geen grote problemen op qua personeelscapaciteit en onderwijsaanbod. Voor 2014 worden op beide fronten aanpassingen voorzien die ook hun weerslag krijgen in de begroting. Gestart in 2013 en doorlopend in 2014 zijn de inspanningen om de TGS Website en promotiemateriaal te ontwikkelen, uitgaande van inhoudelijk samenhangende clusters van MSc+PhD programma’s (5-6 jaar totaal). Een algemene brochure plus brochures per cluster worden gerealiseerd, en door vertaald naar een website nieuwe stijl. TGS heeft inmiddels ook een eigen Facebook pagina: http://www.facebook.com/UT.TwenteGraduateSchool. Het marketingbudget van 2013 wordt deels doorgeschoven naar 2014. 2013 was ook het jaar van de eerste TGS Award (pilot), die werd gekoppeld aan het overbruggingsfonds. Het aantal aanvragen voor overbrugging werd daarmee beperkt. De 2013 TGS Award bestond uit doorschuifbare financieringsgarantie voor maximaal 3 jaar AiO salaris. Deze pilot kon deels uit de reserves gefinancierd worden. Omdat het niet is gelukt voor een vervolg externe financiering te krijgen, is besloten dit principe voor 2014 niet voort te zetten.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 141/342
Bijlage 2:
Jaarverslag GEI 2013
Operationeel Het Green Energy Initiative (GEI) binnen de UT richt zich op onderzoek en onderwijs op het gebied van veilige, betaalbare, schone en efficiënte energie. Het GEI heeft een drietal speerpunten: verbeteren UT profiel op onderzoek naar en onderwijs in schone energie; o een interne en externe aanspreekpunt voor Green Energy; o verbeteren transparantie en zichtbaarheid onderwijsaanbod; faciliteren van nieuwe samenwerking tussen instituten en faculteiten; faciliteren acquisitie van onderzoek o.a. H2020 Binnen het onderzoek zijn een viertal focusgebieden bepaald: Biobased Energy +: energy and fuels, materials and chemicals ICT & Smart Grids Advanced Materials: solar fuels, photo catalysis Socio-Economics, Behaviour and Ethics Per 1 januari 2013 is Prof. Lefferts gestart als research director GEI. De Raad van Advies is versterkt met een viertal externe leden. De directie heeft een meerjarenplan t/m 2017 opgesteld. Per 1 januari 2013 maakt GEI deel uit van TNW, was CTW. In oktober heeft Mark Huijben als thematrekker voor Advanced Materials zijn taken binnen GEI neergelegd. Een opvolger is in 2013 nog niet gevonden. Voor het focusgebied Socio-Economics, Behaviour and Ethics, heeft Thomas Hoppe de taak van Maarten Arentsen overgenomen. Alle thematrekkers hebben gedurende 2013 veel werk verzet om invulling te geven aan de verschillende focusgebieden, de samenwerking met diverse leerstoelen en samenwerking met externe partijen. Op projectbasis wordt samengewerkt met een aantal zzp’ers. Binnen Biobased Energy+ is een marktonderzoek samen met de RUG en het programma BE2.0 met succes afgerond. Gesprekken zijn gestart over follow-up. Hierbij vindt (inmiddels) ook intensief overleg plaats met WUR en Provincie Gelderland. Binnen ICT & Smart Grids is een samenwerking ontstaan binnen 3TU verband. Er wordt nauw samengewerkt met o.a. Alliander en Cogas. De activiteiten met betrekking tot SETS zijn gestaakt. Dit consortium i.o. is vanwege gebrek aan financiële middelen niet haalbaar gebleken. Via verschillende leerstoelen is het GEI vertegenwoordigd binnen de topsectoren Energie en Chemie. Internationaal wordt gefocused op H2020: “Secure Clean Efficient Energy” en “Smart and Self Sustaining Cities”. Er is een onderzoek uitgevoerd samen met afd Professional Learning naar interesse voor en haalbaarheid van een postacademiale leergang m.b.t. Green Energy. Er is een interactieve tool ontwikkeld (nog niet geïmplementeerd!) waarmee studenten sneller en beter inzicht kunnen krijgen welke energie gerelateerde vakken gevolgd kunnen worden. Er is verdere invulling gegeven aan de zgn. communicatie tool-kit per focusgebied en voor GEI algemeen. Demonstratie units, minicolleges, flyers, animaties zijn gerealiseerd of nog in ontwikkeling. GEI heeft middels voordrachten, jurydeelnames en sponsorships verder gewerkt aan de zichtbaarheid. De focusgebieden Bioenergy + en ICT&Smart Grids zijn nadrukkelijk in de regionale en landelijke media zichtbaar geweest met baanbrekend onderzoek.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 142/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Technische Natuurwetenschappen Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
24.235 56 13.095 2.211 1.140 40.738
24.203 221 13.215 2.425 1.031 41.094
24.796 578 13.480 2.205 990 42.047
Huisvestingslasten
9.672 43 328 10.043
9.987 43 117 10.146
9.808 43 478 10.329
1.218 3.267 193 486 5.164
1.280 2.439 131 487 4.337
1.231 3.067 110 419 4.828
793 4.408 354
910 3.982 308
877 4.698 317
5.556
5.200
5.891
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m 2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
12.853
2.268 1.164 13.477
13.477
16.102
16.909
16.687
11.861 3.992 12.208
9.820 3.038 13.842
12.043 6.435 11.585
Totaal Werk voor Derden
28.061
26.700
30.063
Overige opbrengsten
1.591
1.995
1.497
12.950 4.926
13.691 4.905
13.760 4.905
858 3.903 27.392 11.893 3.992 11.507
807 1.894 24.512
806 1.718 29.181 12.016 6.322 10.844
Doorsluizingen
50.029
45.809
50.370
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
3.249
3.210
103 200 1.898 2.665 300 13 672 3.123
142 228 1.680 2.926 214 44 1.461 2.342
95 198 1.728 2.202 515 39 651 2.491
8.973
9.036
7.920
27.392
24.512
29.181
27.392
24.512
29.181
Doorberekende interne opbrengsten
2.674
1.684
1.545
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
1
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
98.456
93.098
100.163
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi Resultaat uit bijzondere bedrijfsvoering; - Resultaat TGS - Resultaat GEI - Resultaat Route 14+ Resultaat uit normale bedrijfsvoering
51 (149) (274) 338 (34)
Totaal Resultaat
591 591
Totaal van de lasten
98.456
93.098
100.163
2.861
3.400
4.267
Dekkingsbijdrage
(1.229) (1.229)
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
5,3 32,7 28,6 33,0 10,7 83,3 246,1 0,3 440,0 3,0 11,5 142,3 2,3 159,2
Begroting 2013 k€
gem. fte. 0 3 2 2 1 4 7 18 0 1 5 0 0 6
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
4,5 32,0 29,2 36,9 12,3 77,1 1,0 247,6
396 2.921 1.964 1.837 668 3.206 26 7.071 18.090 278 790 4.997 49
5,3 33,3 31,6 31,8 11,7 81,8 1,0 246,7 1,0 444,3 4,3 12,6 139,7 1,7
440,7 3,7 14,4 136,3 1,9 156,3
458 3.019 2.185 1.548 634 3.478 26 6.902 18.249 368 647 5.081 45
6.113
158,3
6.141
Overige inzet
pm
0
pm
Overige kosten
pm
0
pm
19
TOTAAL
599,2
24
602,6
24.772
PNUT
54,4
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
596,9 72,5
24.203
364
108,0
PAGINA 143/342
UNIVERSITEIT TWENTE Overzicht algemene reserves (in €)
Faculteit Algemeen Faculteit Algemeen Demarcatie Green Energy Initiative
Leerstoelen
Opleiding Technische Geneeskunde Opleiding TG Onderwijsvernieuwing Opleiding Technische Natuurkunde Opleiding Chemische Technologie Opleiding WaterTechnologie Opleiding Biomedische Technologie Opleiding BMT Onderwijsvernieuwing Opleiding Nanotechnologie Opleiding Advance Technology Opleiding TN/CT/NT/AT Onderwijsvernieuwing Onderwijs Bureau Twente Graduate School
Totaal Algemene Reserves
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Beginbalans 2013
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Technische Natuurwetenschappen VermogensResultaatEindmut. 2013 bestemming balans Uitgaven 2013 2013
742.676 370.447 0
119.867 0 282.224
1.831.767 24.331 0
85.006 -276.662 -149.115
-884.218 69.454 133.109
18.382.427
162.329
70.116
786.929
19.261.569
0 0 -1.755 24.376 377.629 -51 59.764 11.915 56.170 294.098 333.539 440.697
5.661.770 100.000 363.761 459.839 20.767 665.985 0 10.581 182.573 0 0 0
4.023.261 0 20.767 0 10.473 0 11.913 42.319 0 20.394 0
876.364 -45.000 -363.027 -446.760 -5.485 -658.331 -73.242 -10.380 -196.944 364.831 26.703 50.751
2.514.873 55.000 -1.021 16.688 392.911 -2.870 -13.478 203 -520 658.929 339.848 491.448
21.091.932
8.029.696
6.055.341
-34.362
23.031.925
PAGINA 144/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 145/342
Faculteit Management en Bestuur Inleiding 2013 was bestuurlijk gezien een hectisch jaar voor de faculteit MB. De decaan a.i. prof. dr. Ramses Wessel maakte bekend dat hij per 1 april naast zijn decanaat zou worden benoemd als decaan onderwijsvernieuwing van de UT. Het College van Bestuur besloot om de decaan van de faculteit Gedragswetenschappen prof. dr. Karen van Oudenhoven-Van der Zee per 1 september 2014 te vragen als zijn opvolger. Zij kreeg als opdracht mee om vorm te geven aan de beoogde fusie van de faculteit Gedragswetenschappen en de faculteit Management en Bestuur. Zij heeft die opdracht met kracht ter hand genomen en heeft een aantal werkgroepen (onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering) ingesteld ter voorbereiding van een visiedocument. Samen met een reorganisatiedocument zou het document moeten dienen als basis voor een fusie per 1 maart 2014. De faculteitsraad MB adviseerde in 2013 uiteindelijk negatief over het visiedocument maar zag geen zwaarwegende redenen om een bestuurlijke fusie te blokkeren. Eind 2013 maakte mevrouw Van Oudenhoven bekend per 1 april 2014 decaan te worden van de faculteit Sociale Wetenschappen van de Vrije Universiteit. Het College van Bestuur heeft besloten om per 1 januari 2014 prof.dr.ir. Ton Mouthaan te benoemen als decaan a.i. van de faculteiten GW en MB. Voor inhoudelijke onderwerpen zal hij worden bijgestaan door prof.dr. Ariana Need en prof.dr. Ellen Giebels. De directeur bedrijfsvoering drs. Ton Wennink heeft per 1 juli 2013 een benoeming aanvaard als directeur van het nieuw gevormde Center for Educational Support van de UT. Zijn opvolger bij MB werd drs. Marion Kamp, tevens directeur bedrijfsvoering van de faculteit Gedragswetenschappen. Ondanks alle bestuurlijke hectiek en de aandacht die de onderwijsvernieuwing hebben opgeëist kunnen de vakgroepen terugblikken op een aantal mooie resultaten in 2013. De vakgroep BA heeft een succesvolle internationale accreditatie doorlopen (EPAS). De erkenning van de Supply Chain Management track door een internationale beroepsvereniging is een duidelijke blijk van waardering voor de kwaliteit van dit onderwijs. De vakgroep CHEPS is trekker geworden van een prestigieus Universitair Ranking Project (UMAP). De vakgroepvoorzitter dr. Hans Vossensteyn speelde in 2013 een actieve rol in de nationale discussie over het sociaal leenstelsel. De vakgroep CSTM kan terug zien op een geslaagde NVAO accreditatie van haar internationale MEEM-opleiding. Dr. Tatiana Filatova wint voor haar onderzoek de De Winter-prijs. De vakgroep HTSR staat met zijn opleidingen voor Health Sciences respectievelijk 1 (B.Sc.) en 2 (Master) in de Elsevier Keuzegids. De vakgroep IEBIS staat met de opleiding BIT nr. 1 in de Elsevier Keuzegids 2013. De relatief grote instroom van TBK-studenten kan worden gezien als een beloning voor een kwalitatief goede voorlichtings- en wervingscampagne. De vakgroep PA timmerde aan de weg met het feit dat prof. dr. Bas Denters is gekozen tot voorzitter van de nationale onderzoeksschool voor bestuurskunde (NIG). Een andere hoogleraar prof dr. Ariana Need won the supervisor of the year award. De voorzitter van de vakgroep STEPS Prof.dr. Stefan Kuhlman werd herkozen als President of the European forum for Studies of Policies for Research and Innovation. Dr. Annalisa Pelizza ontving een Marie Curie Grant voor haar onderzoek. Onderwijs Onderwijsvernieuwing bacheloronderwijs De eerste TOM modules bij MB zijn over het geheel genomen goed verlopen. Er zijn resultaten geleverd waar we trots op kunnen zijn en veel van de studenten hebben in de eerste twee modules een grote ontwikkeling laten zien. Studenten hebben in de panelgesprekken tijdens en/of na de modules en in de eindevaluatie vele positieve punten benoemd en daarnaast ook op constructieve wijze verbeterpunten aangegeven. Naast de panelgesprekken is er bij een aantal opleidingen met een deel van de studenten ook lunchbijeenkomsten georganiseerd om de gang van zaken te bespreken. Aandachtspunten op basis van de eerste ervaringen en evaluaties zijn o.m.: a) Studenten ervaren onzekerheid over de consequenties van onvoldoendes voor deeltoetsen, wat zorgt voor onrust; b) Studenten beter voorbereiden over het gebruik van OSIRIS, Blackboard etc. voorafgaand aan module 1; c) Betere ondersteuning door tentamenbureau (en anderen) rondom toetsen (bijv. afstemming over benodigde plaatsen in sportcentrum; voldoende surveillanten; betere bekendheid over organisatie rondom dyslexie studenten);
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 146/342
d) Aanpassingen in de aanpak, organisatie en beleid rondom toetsen en consequenties van onvoldoende resultaten; e) Aandacht voor studievaardigheden en dan vooral effectief lezen; f) Tutoren anders voorbereiden en zorgen dat tutorsessies beter afgestemd zijn op bevindingen in bijvoorbeeld werkcolleges. Suggesties voor aanpassingen voor volgende modules zijn: (1) reparatiemogelijkheden overwegen aan het eind te doen zodat motivatie niet verloren gaat als de kans op het halen van de module verkleind of minimaal is en (2) minder activiteiten vlak voor tentamen organiseren. Onderwijsvisitaties In 2013 zijn de post-initiële opleiding Master Publiek Management (MPM) en de opleidingen IBA en BA positief geaccrediteerd. Op basis van de aanbevelingen van de visitatiecommissie zijn actiepuntenlijsten gemaakt om de aanbevelingen te implementeren. Kwaliteitszorg De ontwikkelingen van de afgelopen jaren (o.a. invoering Twents Onderwijs Model) en de aangepaste beschrijving van het UT kwaliteitszorgsysteem zijn mede aanleiding om ook het facultaire kwaliteitszorg systeem onderwijs in 2013 te updaten en opnieuw vast te leggen. Binnen de faculteit is langdurige ervaring met de evaluatie van opleidingen en onderwijseenheden en wordt ook al jaren gestreefd naar continue kwaliteitsverbetering. Nieuw in het beleidsplan is dat extra aandacht wordt gegeven aan het cyclisch proces van de kwaliteitszorg (PDCA-cyclus) en dat nadrukkelijker wordt gewerkt met verbeterplannen op opleidingsniveau (PIP) en op het niveau van onderwijseenheden (CIP). In 2013 is de professionaliteit van de examencommissie verhoogd door het opnieuw aantrekken van een toetsingsdeskundige als extern lid. Het externe lid ondersteunt de commissie desgevraagd bij de voorbereiding en uitvoering van de taken die de commissie volgens de wet zijn toegekend op het vlak van de borging van de toetskwaliteit. Op meerdere wijzen is in 2013 gewerkt aan de implementatie van het toetsbeleid zoals dat is neergelegd in het facultaire toetsbeleidplan en het UT toetskader. In de eerste plaats zijn, in het verlengde van afspraken die de examencommissie in oktober 2011 heeft gemaakt met de opleidingsdirecteuren, toetsingsaspecten hoog op de prioriteitenlijst gezet voor de ontwikkeling van de nieuwe bachelor. Dit heeft ertoe geleid dat een start is gemaakt met het opstellen van toetsplannen en voor de eerste modules ook toetsschema’s. In de tweede plaats is bij de opleidingen gewerkt aan het opstellen van toetsmatrijzen voor de verschillende curriculumonderdelen. Ook zijn de voorgenomen maatregelen ten aanzien van kwaliteitsborging verder uitgewerkt aan de hand van het MB-toetsbeleid en het UT toetskader. De kwaliteitszorg activiteiten (bewaking en bevordering) zijn doorvertaald naar de jaarcirkel en vergadercyclus van de commissie. Daarnaast is de examencommissie vanaf januari 2013 met groepjes van docenten gaan praten over de wijze van toetsing en de mogelijke behoefte aan ondersteuning en aanvullende scholing/training op dit gebied. Internationalisering In 2013 is het internationaliseringsbeleid verder geactualiseerd. De focus van dit beleid ligt op het internationale curriculum (Engelstalige programma’s en internationaal perspectief programma inhoud) en de internationale leeromgeving (international classroom, Study Abroad en internationale mix academische staf). In 2013 is wederom veel aandacht besteed aan internationale mobiliteit en daarbinnen Study Abroad. Het aantal plaatsen voor uitwisselingsstudenten bij buitenlandse partneruniversiteiten is verder uitgebreid ten behoeve van de toenemende vraag (van m.n. IBA studenten) naar studeren in het buitenland. Er is een start gemaakt met het ontwikkelen van vooraf goedgekeurde vakkenpakketten voor uitgaande IBA studenten bij een select aantal partner universiteiten. Voor inkomende uitwisselingsstudenten is voor het eerst gewerkt met een aanbod Engelstalige Exchange Study Packages. Positionering en Kwaliteitsverbetering Masteronderwijs UT (PKM) Activiteiten en maatregelen n.a.v. van PKM: MSc European Studies Regulation-specialisatie: is inhoudelijk zwaarder aangezet; samenwerking met MSc PA (track Recht en Innovatie) en aanbod ook voor Health Sciences. Samenwerking met Münster (WWU): in het verlengde van de ontwikkeling van een Joint Degree track in EPA, met WWU Münster, is gekeken of omzetting van het huidige dubbel-diploma programma (effectief 1,5 jaar) in een Joint Degree programma (van 2 jaar) ook op Master-niveau haalbaar is. Omdat een dergelijk JD programma als een volledig nieuw programma zou worden
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 147/342
aangemerkt (met de bekende “zware” toets van dien) is besloten tot voortzetting van het dubbeldiploma programma. Daarbij wordt inhoudelijk de samenwerking met Münster zwaarder aangezet. Samenwerking met andere universiteiten: lopend overleg –in ECIU-verband- met Aalborg en Linköping (en andere ECIU-partners; UA Barcelona is de facto afgehaakt) over uitwisselingsprogramma’s. Aansluiting bij onderzoek: multi-level regulation is het overkoepelend thema van juridisch en economisch onderzoek (grotendeels samenvallend met de voormalige vakgroep LEGS) binnen de vakgroep PA. Dit onderzoek, dat goed aansluit bij de HTHT profilering, is grotendeels buiten de komende onderzoeksvisitatie van de SRO Innovation of Governance gehouden. Het PKM advies (steviger plaats binnen IGS) blijkt dus onverminderd relevant. Pre-master: gekozen is voor gezamenlijk aanbod MB/GW op M&T-terrein, aangevuld met vakinhoudelijke onderdelen. Later nog kijken naar off-site/on-line mogelijkheden. Msc Industrial Engineering & Management Er wordt op dit moment gewerkt aan een herontwerp van de MSc. In klein comité worden hiertoe nu de eerste hoofdlijnen uitgezet. Versterken onderzoek/capaciteit verdient nog steeds aandacht maar is vooral een Facultair/UT beleidsbeslissing. De eerste IEM student zit in een TGS traject. De PDEng (Ziekenhuislogistiek; Business Development etc.) is nog niet ontwikkeld. Ondernemerschap: Er is een keuzeblok “Technology Venturing & Innovation package” in de MSc opgenomen. Het advies was om de IT&M track te stoppen t.g.v. BIT, dit is inmiddels gebeurd. FinEng Exchange Package is ontwikkeld. De keuzemogelijkheid ‘Technology Venturing & Innovation Package’ is expliciet opgenomen. Best Practices: IEM studenten participeren inmiddels in de excellentieroute (onderzoek) via LNMB. Health Sciences Internationale instroom vergroten: meer focus op internationaal in het marketing jaarplan + oriënterende gesprekken gevoerd met National University of Singapore en University of Washington over exchange packages. Bij vergroten internationale instroom moet opgemerkt worden dat de huidige internationale instroom vaak van te laag niveau is. Dus we zijn nu in de toelating tot de (pre)master strenger geworden wat op korte termijn kan leiden tot een kleinere internationale instroom. Genoemde acties zijn dus ook op kwaliteit van instroom gericht, niet alleen kwantiteit. Exchange packages: 2 modules GZW worden in het Engels aangeboden, namelijk Health Economics and Financing, en Enterpreneurship for Health. Dit ondersteunt schakelen / premaster. Er wordt niet uitgesloten dat er in de toekomst meer modules in het Engels gegeven gaan worden maar vooralsnog is dit het enige wat vaststaat. Studenten worden sterk gestuurd richting MSc thesis om opdrachten te kiezen die aansluiten bij lopend onderzoek. Als de studenten een van deze opdrachten kiezen, moeten ze zelf een gemotiveerde aanvraag indienen bij de afstudeercommissie en OLD over wat ze dan wel willen als afstudeerproject. Aandachtspunt: er zijn niet altijd voldoende onderzoeksprojecten of docenten/begeleiders op specifieke onderzoeksgebieden (bijv. zorglogistiek - CHOIR) om het toenemend aantal studenten te laten afstuderen. Concrete mogelijkheden worden verkend t.a.v. 1) samenhang onderzoek en research master en 2) ontwikkelen TGS programma i.s.m. HCTM. Public Administration Er is met de PKM niet veel gedaan, tot nu toe; deels ook omdat de MSc PA goed gaat in de landelijke waarderingen; en er op facultair niveau tussen de OLD EPA Nico Groenendijk, de vorige Decaan MB Ramses Wessel en de OLD PA Rob Hoppe consensus bestond dat er niet overhaast vernieuwingen zouden worden ingevoerd; Inmiddels is René Torenvlied benoemd tot HL Public Management; daarmee zijn de zorgen over de relatie onderwijs-onderzoek voor deze track weggenomen; blijft wel de vraag hoeveel studenten die track gaan kiezen; hij ligt wel het meest in de lijn van meer praktijkgerichtheid, dus relatie tot arbeidsmarkt, waarover studenten soms klagen; Geleidelijk aan vindt er een verschuiving in topic keuze in alle tracks plaats in de richting van high tech-human touch; het duidelijkst in de smart regulation track van Michiel Heldeweg, maar ook in
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 148/342
Governance & Policy, waarin bijvoorbeeld alle beleidsvakken nadrukkelijk ingaan wordt op kennisproductie, innovatie, technologie en duurzaamheidskwesties. Op termijn en na de fusie moet er zeker worden nagedacht over integratie van de MSc ES en MSc PA opleidingen, zeker als we de internationaliseringsbeweging in studentenwerving etc. UT-breed willen doorzetten. Maar dat vergt dan wel dat ook marketing en communicatie daar klaar voor zijn, quod non tot nu toe. Juist daarom ook moeten de uitwisselingsprogramma’s actiever worden ingezet en uitgevoerd. Business Administration In 2013 is een nieuw plan ontwikkeld om het programma te verbeteren. Het plan benoemd alle onderwerpen die in het PKM advies zijn aangegeven, aangevuld met onderwerpen die naar voren zijn gekomen n.a.v. de accreditatie en onderzoeksvisitatie. Professional Learning & Development MB (PLD v/h BPO) Professional Learning & Development heeft 2013 financieel positief kunnen afsluiten, een prestatie van formaat gezien de slechte economische situatie en de financiële crisis in het publieke domein. Omdat deze situatie in 2014 nog verder zal doorzetten, heeft PLD eind 2013 van drie mensen afscheid genomen om de vaste kosten te minimaliseren. Dit vraag van het overgebleven team optimale inzet en creativiteit om volop de online mogelijkheden te gebruiken in 2014. Naast het steeds meer online vermarkten van bestaande programma’s zijn in 2013 door PLD stappen gezet in het ontwikkelen van opleidingsprogramma’s die een combinatie vormen tussen MB en andere faculteiten: Het zoeken dus naar nieuwe opleidingsconcepten waarbij techniek en organisatie samen komen. Samen met het Green Energy Initiative van de UT is een onderzoek uitgevoerd naar kennisbehoefte in de energiemarkt. Energie is een thema dat binnen is gedrongen in de boardroam van organisaties. Dit maakt dat het een interessant onderwerp is om vanuit onze universiteit en PLD te verkennen of hier een kennisbehoefte te ontdekken is waarin we dienstverlening kunnen aanbieden. Een ander initiatief in 2013 dat naar de markt is gebracht, is de leergang Sustainable Business Innovation, een samenwerking tussen CTW en MB. De eerste editie staat gepland voor mei 2014. De nieuwe opleiding Juridisch Professional had geen succesvolle introductie in 2013. In 2013 is het concept van online learning onderzocht. Er zijn eerste ervaringen opgedaan met de ontwikkeling van online course/webinars pilots. PLD heeft geconcludeerd dat dit een te grote investering vergt in geld en tijd om zelfstandig aan te kunnen bieden gezien het grote aanbod dat inmiddels al beschikbaar is. In het eerste kwartaal 2014 worden de reeds ontwikkelde webinars uitgevoerd. We hebben het plan opgevat het bestaande aanbod (courses en online moocs) van elders in te kopen en te combineren in ons regulier onderwijsaanbod waardoor een hybride pakket ontstaat waarbij ook “experience” een grotere rol moet krijgen. Management en organisatievraagstukken in lab omgevingen aanbieden past bij de signatuur van onze universiteit en gebeurt nog heel weinig. In 2014 zullen we verder gaan met de doorontwikkeling van deze onderdelen in het onderwijsaanbod voor managers en professionals. In navolging van de succesvolle flexibilisering van de parttime Master Public Management is in 2014 ook de parttime Master Risicomanagement in dit format georganiseerd. Dit maakt dat ook voor deze master drie keer per jaar deelnemers kunnen instromen en dat de kans op een financieel gezond onderwijsproject vergroot is. De editie van Risicomanagement voor Internationale Verzekeraars is onhold gezet vanwege de slechte economische situatie in deze sector op dit moment. De parttime Master Public Management heeft in 2013 de EAPAA accreditatie behaald. In november is de accreditatie toegekend. De markt in het publieke domein was in 2013 erg lastig. De overheid heeft sterk ingezet op bezuinigingen wat het aantal deelnemers in deze master onder druk zet. De flexibilisering van het aanbod is voorlopig de redding van deze opleiding. In 2014 is ten behoeve van de Master Public Management een samenwerking begonnen met de Radboud Universiteit in Nijmegen op het gebied van Financieel Management. PLD heeft verder ingezet op het vertalen van actuele thema’s in het publieke domein naar tweedaagse symposia. Er zijn o.a. vijf edities uitgevoerd m.b.t. Regievoering en Inkoopmanagement voor gemeenten. Voor de alumni van master Public Management zijn twee korte cursussen ontwikkeld: Publiek Leiderschap en Toekomstgericht Toezichthouden. Toekomstgericht Toezichthouden is in het najaar van 2013 voor het eerst gestart en lijkt een succesvolle formule te zijn. Naast het open aanbod is er in 2013 een groot aantal incompany programma’s uitgevoerd voor gemeenten, provincies en private organisaties. De internationalisering van de MPM en het creëren van een Onderwijs en Healthcare module voor de MPM zijn door te weinig capaciteit en financiële middelen binnen de afdeling doorgeschoven naar 2014. Hetzelfde geldt voor een aantal andere nieuwe initiatieven waaronder een Leergang Social
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 149/342
Media Strategy & Reputatiemanagement en een Publiek Leiderschap Course in samenwerking met TNO Management Consultants. Onderwijs KPI’s KPI 1: Studiesucces Inzake prestatiefactoren hoofdlijnenakkoord met de Minister zijn voor het evaluatiejaar 2015 targets vastgesteld. Voor de jaren die daaraan vooraf gaan zijn overgangsdoelen bepaald. In dit jaarverslag wordt aangegeven in hoeverre het overgangsdoel voor 2013 is behaald en of MB op koers ligt voor het meetmoment van de Minister in 2015. Bij deze KPI is het van belang om zich te realiseren dat in een willekeurige kolom sprake is van gegevens die betrekking hebben op verschillende cohorten studenten. Zo staan er in de kolom 2012/2013 data die betrekking hebben op vier verschillende cohorten eerstejaars HO namelijk 2009 t/m 2012. Met betrekking tot het cohort 2012/2013 kan worden geconstateerd dat het gerealiseerde percentage switch na 1 jaar (5%) in lijn is met het target voor het referentiejaar 2012/13 (4%). Het gerealiseerde percentage uitval na 1 jaar (24%) voor dit cohort is vrijwel gelijk aan het target voor referentiejaar 2012/13 (23%). Het percentage herschrijvingen voor cohort 2012/2013 (referentiejaar 2013/14) is iets lager dan beoogd (69% versus 73%). Hiervoor is vooralsnog geen verklaring. De prestatieafspraak voor 2014/2015 betreffende het studiesucces na 4 jaar (68%) heeft betrekking op het cohort 2011. Voor cohort 2009 (66%) is dit target vrijwel gehaald. Door de invoering van maatregelen zoals het bindend studieadvies, de harde knip, en de uitbreiding van de capaciteit voor studie-advisering door MB, is de verwachting dat de prestatieafspraak voor cohort 2011 ook gehaald kan worden. KPI 2: Instroom eerstejaars Voor het eerst sinds jaren van onverminderd grote belangstelling voor de bacheloropleidingen van MB is in 2013 de bachelorinstroom lager dan verwacht met uitzondering van de opleiding Technische Bedrijfskunde (TBK). Het lagere aantal ingeschreven studenten is met name zichtbaar bij de opleidingen European Public Administration (EPA) en International Business Administration (IBA). Deze opleidingen zijn per 1 september 2013 ontstaan door het samenvoegen van de opleidingen Bestuurskunde en Bedrijfskunde (EPA) en het samenvoegen van de opleidingen Bedrijfskunde en International Business Administration (IBA). De naamswijziging (CROHO) heeft er toe geleid dat de bedrijfskundige en bestuurskundige opleidingen van de UT minder zichtbaar waren in de relevante databases die aankomende studenten raadplegen bij de keuze van hun voor een academische opleiding. De nieuwe opleidingsnamen zijn nog niet voldoende ingeburgerd en tijdens de werving zijn de opleidingen EPA en IBA op het internet niet terug te vinden geweest in het geval aankomende studenten hebben gezocht met sleutelwoorden als bedrijfskunde of bestuurskunde en UT. De afdeling Marketing en Communicatie van de UT heeft in nauw overleg met de OLD’s van MB nieuwe, betere plannen ontwikkeld om de opleidingen beter te positioneren in de (internationale) studentenmarkt en de naamsbekendheid van de opleidingen te vergroten. Hiervoor zijn in 2013 extra middelen en extra marketingactiviteiten ingezet, die ook de komende jaren nodig zullen zijn om de zichtbaarheid en naamsbekendheid van EPA en IBA te vergroten. KPI 3: Excellentie trajecten In 2013 zijn de voorbereidingen getroffen voor het pilot excellentie traject van de opleiding EPA. Het excellentieprogramma is gestart vanaf de tweede TOM module. De SIRIUS auditcommissie heeft het excellentieprogramma van de UT in november 2013 goedgekeurd. Dit betekent dat we de sterrenprogramma’s vanaf komend jaar verder in de faculteit kunnen uitrollen. KPI 4: Onderwijsintensiteit Het aantal geprogrammeerde contacturen en overige gestructureerde uren van alle MB opleidingen in het eerste bachelorjaar voldeed voor het studiejaar 2012/2013 aan de 12-uur norm. KPI 5: Basiskwaliteit Onderwijs (BKO) Het College van Bestuur heeft een aantal maatregelen genomen om de kwaliteit van het onderwijs binnen de UT te verhogen. Een van de maatregelen betreft het verder aanpassen en nuanceren van het bestaande beleid rondom de verplichting voor onderwijsgevenden tot het behalen van BKO – de Basis Kwalificatie Onderwijs. In 2013 hebben veel MB-docenten zich ingezet om de BKO te behalen. Begin 2013 was 8,67% van de doelgroep BKO-gecertificeerd. Eind 2013 stond het percentage op 21,41%. Dat betekent dat het afgelopen jaar 21 MB-medewerkers hun BKO hebben behaald of een
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 150/342
officiële vrijstelling toegekend hebben gekregen. De ontheffingen zijn verleend op basis van het aantal jaren onderwijservaring. MB ligt op koers wat betreft de KPI die is afgesproken met het ministerie van OC&W, te weten 45% op 31 december 2015. Om op koers te blijven zal de aandacht in 2014 en 2015 vooral uitgaan naar de 30 ervaren medewerkers die bezig zijn om hun traject af te ronden. HR zal in nauw contact met de OD de BKO-trajecten blijven monitoren. Onderzoek Algemeen Eind 2013 is door de toenmalige decaan prof. Van Oudenhoven samen met de werkgroep onderzoek en de regiegroep, een visie-document opgesteld inzake de wetenschappelijke koers van een gefuseerde gamma-faculteit. Het betreffende document heeft binnen de UT geen formele status gekregen. De huidige tijdelijke decaan prof.dr.ir. Ton Mouthaan werkt in overleg met vakgroepvoorzitters en opleidingsdirecteuren van GW en MB aan een nieuw document dat in mei 2014 het licht zal zien. Relatie onderwijs-onderzoek In 2013 is veel aandacht besteed aan genoemd thema. Als onderdeel van de UTinstellingsaccreditatie is door de externe commissie specifiek gekeken naar de relatie onderwijsonderzoek binnen de opleiding bedrijfskunde. Er is vervolgens een uitgebreide inventarisatie gemaakt van de wijze waarop onderzoek een rol speelt in het onderwijs. Er is gekeken naar verschillende aspecten: onderzoekcompetenties van staf (w.o. tenure-track beleid), onderzoeksmethoden als leerlijn binnen het curriculum, het praktiseren van onderzoek als onderdeel van de studie bijv. via de bachelor- en master opdrachten, het betrekken van eigen onderzoek in het onderwijs en de wijze waarop de relatie onderwijs-onderzoek wordt geborgd in de PDCA cyclus. De algemene conclusie was zoals ook al binnen de EPAS-accreditatie was geconstateerd dat het met de onderzoek aspecten van het onderwijs wel goed zit. Wel kan worden geconstateerd dat de staf dit als zo vanzelfsprekend ervaart dat de genoemde dimensie meer impliciet dan expliciet deel uitmaakt van de kwaliteitscirkel. Onderzoekvisitaties In 2013 zijn de eerste voorbereidingen getroffen voor de visitatie van Bestuurskunde, Politicologie en het onderzoek van STEPS. De faculteit steunt het initiatief om i.s.m. IGS en de faculteit GW tot een research-master te komen. Output en financiering Hoewel nog niet alle cijfers bekend zijn lijkt het erop dat de onderzoeksoutput van de faculteit MB iets gedaald is ten opzichte van voorgaande jaren. Dat is geen verrassing. De invoering van TOM in combinatie met de effecten van de opheffing van enkele leerstoelen maakt dat de beschikbare tijd voor onderzoek is terug gelopen. Hiermee wordt nog eens de noodzaak van een adequate onderzoekfinanciering onderstreept met behoud van de voor MB belangrijke O&O component. KPI 6: Promotierendement Er is een einde gekomen aan de verslechtering van het promotierendement in de laatste jaren. Het cohort 2008 stijgt zelfs boven het UT gemiddelde uit. Het reeds behaalde rendement over 2009 laat verwachten dat deze ontwikkeling zich in de komende jaren voortzet. Al langer ingezette verscherpte afspraken lijken aan de basis te staan van deze ontwikkelingen. De verdere versterking van de regels m.b.t. promoties zullen de komende jaren zeker verder bijdragen aan het verbeteren van het promotie rendement. Een uitvoeriger rapportage over onderzoekoutput is terug te vinden bij de onderzoeksinstituten waar het MB-onderzoek is ondergebracht (met name IGS). HRM beleid HR algemeen In 2013 is de in 2012 in gang gezette reorganisatie afgerond. Voor medewerkers die met ontslag werden bedreigd is een oplossing is gevonden. De staf van MB is in 2013 gekrompen ten gevolge van een strikt aanstellingen beleid en het niet opnieuw vervangen van vertrokken medewerkers. Voor HR stond 2013 daarnaast in het teken van de fusieplannen met de faculteit GW en de voorbereidingen daarvan. Ook de bestuurlijke wisselingen binnen de faculteit in 2013 waren van invloed op het werk van HR.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 151/342
De faculteit heeft de bestaande onderwijskundige infrastructuur in 2013 aangepast aan de beoogde inrichting van UT clusters. Het Bureau Onderwijs Ondersteuning is gereorganiseerd en omgedoopt tot Afdeling Onderwijs Ondersteuning (AOS). EPA en IBA zijn onder één onderwijsdirecteur (dr. Oscar Peters) geplaatst die tevens hoofd is van AOS. De nieuwe structuur is nog niet volledig geoperationaliseerd te werken en in de praktijk vallen GZW en TBK ook onder zijn mandaat. De onderwijsdirecteur stuurt de studieadviseurs en de onderwijscoördinatoren voor de betreffende opleidingen aan en is de belangrijkste onderwijsadviseur van de decaan. De opleiding BIT is overgedragen aan de faculteit EWI. Er is begonnen met de uitvoering van het Plan van Aanpak van het medewerkersonderzoek. De drie actiepunten waren: (1) informele bijeenkomsten tussen decaan en medewerkers organiseren met als doel om de communicatie te verbeteren, (2) het delen en vieren van successen om de faculteit beter te profileren, (3) meer aandacht voor persoonlijke ontwikkeling. Voor actiepunt 1 zijn alle wetenschappers van de faculteit, in verschillende samenstellingen, uitgenodigd voor een bijeenkomst met de decaan. Hoewel de bijeenkomsten matig werden bezocht, waren de gesprekken waardevol. Met name werksfeer en betrokkenheid waren belangrijke thema’s tijdens de gesprekken. Aandachtspunten uit de gesprekken zijn teruggekoppeld in het vakgroepvoorzittersoverleg en in de kamer van hoogleraren. Wat betreft het tweede punt is wel een start gemaakt, maar door de personele wisselingen in het MT en de fusieplannen is dit naar de achtergrond geraakt. Het derde actiepunt is een terugkerend punt in de jaargesprekken. Ook is alle ondersteunende staf uitgenodigd voor een bijeenkomst over persoonlijke ontwikkeling. Het Career en Development Center van de concerndirectie HR heeft tijdens deze bijeenkomst de mogelijkheden op het terrein van begeleiding bij je loopbaan en trainingen gepresenteerd. Ook in 2013 heeft HR veel personele kwesties rondom werving, in- en uitstroom, rechtspositie, ziekteverzuim, loopbanen, jaargesprekken, nevenwerkzaamheden, leidinggeven enzovoort opgepakt en afgehandeld. April 2013 heeft de toenmalige decaan een domeinenplan opgesteld waarin de bestaande leerstoelen van MB zijn geïnventariseerd en de gewenste ontwikkelingsrichting van het hooglerarenkorps is geschetst. Talentmanagement Talentmanagement krijgt binnen de faculteit vorm middels het tenure track systeem. De faculteit heeft met een aantal tenure track kandidaten meegedaan aan een assessment center pilot. Een dergelijk assessment is er op gericht om de tenure tracker handvatten te geven bij zijn of haar verdere ontwikkeling. De evaluatie van de pilot moet nog plaatsvinden. De faculteit meent dat een betere facilitering van de tenure track kandidaten zeker gewenst is. In 2014 is dat een belangrijk aandachtspunt, echter door het ontbreken van financiële middelen zijn de mogelijkheden beperkt. Learning en development Naast het tenure track systeem blijft het voor wetenschappelijk personeel binnen MB mogelijk om door te groeien, afhankelijk van individuele prestaties en organisatieontwikkeling. Voor OBP is ontwikkeling ook van belang. Binnen MB wordt het volgen van opleidingen dan wel loopbaanadviestrajecten gestimuleerd. Daar hebben we in het kader van het plan van aanpak van het medewerkersonderzoek ook aandacht aan besteed. Mobiliteit is ook een belangrijk punt, maar daar ontbreken dwingende instrumenten voor om dit echt in gang te zetten. Naast BKO (zie KPI bij hoofdstuk onderwijs) zijn er ook op het terrein van Engelse taalvaardigheid UTbreed afspraken gemaakt. In 2012 is een grote inhaalslag ingezet met betrekking tot het toetsen van docenten op de Engelse taalvaardigheid. In 2013 is hierop voortgeborduurd. 80% van de doelgroep heeft inmiddels een voldoende gescoord of heeft een vrijstelling. Het afgelopen jaar is het personeelsinformatiesysteem toegerust op het registreren van de statussen met betrekking tot de Engelse taaltoets. Dit stelt leidinggevenden en HR in staat om de voortgang goed te monitoren. Extra aandacht dient in 2014 uit te gaan naar de (kleine) groep medewerkers die nog getoetst moeten worden en de medewerkers die onvoldoende scoren (momenteel twee). Medewerkers met een onvoldoende score dienen een ontwikkeltraject te volgen. Vanzelfsprekend zijn BKO en Engelse taalvaardigheid belangrijke onderwerpen in de jaargesprekken. KPI 7: Vrouwen in hogere functies MB zit wat betreft vrouwen in topposities op de streefwaarde (7 fte). Wat betreft de subtop zit MB op 6.6 fte, en nog 0,6 fte verwijderd van de streefwaarde (7.2 fte). Als de loopbaan van de zittende vrouwelijke tenure-trackers zich conform verwachting ontwikkelt, zal de beoogde streefwaarde voor de subtop zeker worden gerealiseerd
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 152/342
KPI 8: Verhouding OBP-WP De door de afdeling IR beschikbaar gestelde cijfers voor deze KPI geven de OBP-WP verhoudingen per kwartaal aan. Volgens die tabel was 31 december 2013 de ratio OB-WP gelijk aan die van eind 2012 en met 23,2 % nog steeds boven de norm van 20%. Om een beeld te krijgen van de onderliggende trend is onderstaande tabel opgenomen. Dit zijn gemiddelde bezettingscijfers die de basis vormen voor de jaarrekeningen. Daarin is te zien dat de totale staf (excl. PNUT) met gemiddeld 18,5 fte is afgenomen, een afname van 7%. Omdat WP en OBP met gelijke snelheid zijn gekrompen blijft de OBP-WP ratio gelijk. Indien de PNUT-registraties zouden worden meegenomen (wat in de Berenschot kengetallen wel het geval is) daalt de OBP-ratio naar 21%.
jaargemiddelde FTE-WP (excl. PNUT) WP-PNUT FTE-WP (incl. PNUT) FTE-OBP FTE OBP+WP (excl. PNUT) ratio OBP/WP (excl. PNUT) ratio OBP/WP (incl. PNUT)
2012 197,9 24,3 222,2 60,7 258,6 23,5% 21,5%
absoluut 2013 verschil 2013-2012 183,7 -14,2 28,8 4,5 212,5 -9,7 56,4 -4,3 240,1 -18,5 23,5% 21,0%
percentueel verschil 2013-2012 -7% 19% -4% -7% -7% 0,0% -0,5%
MB is van mening dat de ondersteuning zo lean mogelijk moet worden georganiseerd om zoveel mogelijk middelen vrij te houden voor het primaire proces. In dit verband is binnen de UT een gesprek op gang gekomen over aard en omvang van de secretariële ondersteuning binnen faculteiten en diensten. MB participeert in die discussie en zodra de uitkomsten bekend zijn zal MB zijn beleid daar op aanpassen. Overigens bestaat op basis van nog niet definitief vastgestelde cijfers de indruk dat MB relatief veel secretariële ondersteuningscapaciteit heeft en ondanks een forse reductie in 2012 en 2013 nog verder terug zal moeten. Overigens zal bij de samenvoeging met GW de nieuwe faculteit uitkomen op een percentage van 20% OBP. Bedrijfsvoering Onderwijsmarketing In 2013 is er voor de promotie van de opleidingen van MB, naast de reguliere activiteiten, een aantal speerpunten geformuleerd: Internationale marketing Op het gebied van internationale werving heeft M&C stappen gemaakt onder andere door middel van inzet van agenten, schoolbezoeken, beurzen, inzet van ambassadeurs (middels social media), doelgroepspecifieke printmiddelen in de taal van het doelland en online advertisement. Online marketing Vanwege verschuiving van print naar online is in 2013 een sterkere focus op online komen liggen. Er is een nieuwe website opgeleverd voor bachelor en master. Deze is toekomstbestendig (geschikt voor zowel desktop als mobiel) en gebruiksvriendelijker dan de vorige website. Tevens zijn online stappen gemaakt in verbetering van de vindbaarheid van opleidingen door onder andere zoekmachineoptimalisatie. Contentmarketing In 2012 is gestart met de Touchcampagne. Doel van deze campagne is het aangaan van de dialoog met diverse doelgroepen op basis van relevante content en verhalen. In 2013 is deze campagne verder vormgegeven. Hierin zijn voor opleidingen onder andere studenttestimonials en touchvideo’s opgeleverd. Meetbaarheid en effectiviteit Er is in 2013 een start gemaakt met het inzichtelijk maken van marketingcijfers, met daarbij een focus op onderzoek, meetbaarheid, effectiviteit en analyse. Het doel is om op basis van deze informatie gerichte marketingcampagnes op te kunnen zetten en deze gedurende het wervingsjaar te optimaliseren.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 153/342
Externe communicatie Doelstelling voor externe communicatie in 2013: het versterken van de uitstekende reputatie en het vergroten van de naamsbekendheid van de UT. Belangrijk daarbij is het uitdragen van een consistent en positief beeld aan onze externe doelgroepen. Voor de faculteit MB betekende dit een proactieve bijdrage aan de externe profilering van onderzoek, onderwijs en evenementen. Externe (lezers) doelgroepen werden via alle mogelijke kanalen bereikt (middelen als: UT- en facultaire en/of instituutswebsites en nieuwsbrieven, social media, het UT magazine en persberichten aan relevante media). Tevens werd het touch-platform benut met filmpjes en aandacht voor storytelling. Vanaf september 2013 is de fusie tussen GW en MB in gang gezet. De externe communicatiedoelstellingen voor het laatste kwartaal van 2013 bleven ongewijzigd. Pas als de commissie onderzoek, onder leiding van Kees Aarts klaar is met de onderzoeksplannen, zullen de doelstellingen voor de externe communicatie aangepast worden. Informatiemanagement Het jaar 2013 stond volledig in het teken van de overgang naar TOM, waarbij onderwijs in practicumzalen werd vervangen door projectmatig werken en Bring Your Own Device (BYOD). Voor de zomer werden plannen gemaakt. Uitgangspunt was, dat het voor de studenten zo soepel mogelijk zou moeten verlopen en alle software beschikbaar zou moeten blijven voor het onderwijs. Diverse vakken maken echter gebruik van msAccess onder Windows en veel studenten hebben een MacBook waar dit niet op draait. Uiteindelijk werd gekozen voor een combinatie van het beschikbaar stellen van software via Notebook Service Center (NSC) met daarnaast het aanschaffen en inrichten van twee terminal servers waarmee studenten via Remote Desktop toegang krijgen tot alle Microsoft Windows software. Hierdoor is het onderwijs onafhankelijk van het type computer/operating systeem dat studenten gebruiken. Om zeker te zijn dat studenten altijd kunnen beschikken over een laptop is ook besloten om een extra laptopkar aan te schaffen en in te richten. Studenten kunnen een laptop lenen via de receptie in Ravelijn. De kar kan ook voor andere onderwijsactiviteiten worden ingezet, zoals voorlichting en hulp voor studenten met dyslexie. Het hele proces om te bepalen welke software nodig is voor het onderwijs, het regelen van de licenties en het laten installeren door ICTS heeft heel veel moeite en tijd gekost, vooral omdat het voor een deel in vakantietijd moest gebeuren. De mensen van ICTS hebben hierbij voortreffelijk geholpen. Omdat TOM gefaseerd wordt ingevoerd, blijft het belangrijk om te zorgen dat de bij de vakken benodigde software op tijd beschikbaar komt. Financiën: jaarrekening 2013 Algemeen Wat betreft de financiën kan worden gesteld dat strak aan de wind is gevaren. Het integrale exploitatietekort is zes ton lager uitgevallen dan begroot vanwege minder uitgaven in de sfeer van de bijzondere bedrijfsvoering. Er was in de begroting rekening gehouden met uitgaven voor vertrekregelingen in het kader van Route14+ maar op die reservering hoefde uiteindelijk geen beroep te worden gedaan. Resultaat gespecificeerd naar normale en bijzondere resultaatcomponenten: Het voor 2013 begrote tekort ad k€ 1.628 betreft een resultaat uit bijzondere resultaatcomponenten ad - k€ 1.383 en een resultaat uit normale resultaatcomponenten ad k€ - k€ 314. Het tekort uit bijzondere resultaatcomponenten van k€ 1.383 betreft een geplande onttrekking aan de bedrijfsreserve ten behoeve van de uitvoering van Route ‘14 reorganisatie. Voorts is in de begroting rekening gehouden met een negatief resultaat uit gewone bedrijfsvoering van k€ 314. Dit laatste betreft voornamelijk een tekort op de exploitatie van de IBA opleiding die nog onvoldoende volgroeid in het verdeelmodel zit (aanloopfinanciering tlv eigen reserve). Gerealiseerd is integraal een negatief exploitatieresultaat groot k€ 1.009. Vergeleken met het begrote integrale resultaat 2013 geeft dit een positief exploitatieverschil van k€ 619, welk forse resultaatverbetering vooral is gelegen met k€ 617 in de bijzondere bedrijfsvoering. Ten aanzien van de normale bedrijfsvoering ligt de realisatie nagenoeg op het begrote resultaat. Ten aanzien van de bijzondere bedrijfsvoering was bij de begrotingsopstelling rekening gehouden met kosten van eventuele vertrekregelingen in het kader van Route ’14 welke door herplaatsingen uit zijn gebleven.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 154/342
Integrale analyse baten- en lastenontwikkeling In 2013 is k€ 408 minder aan baten gerealiseerd dan begroot en aan de lastenkant k€ 1.028 minder aan lasten. Beide bedragen inclusief een bedrag groot k€ 231 aan lagere budget neutrale doorsluizingen Werk voor Derden (WvD) in instituten. Een (licht) vertekend beeld geeft namelijk dat de lagere realisatie WvD ook voor het bedrag WvD dat bij instituten is ingebracht een zelfde lagere realisatie geeft. Houdt men deze budget neutrale doorsluizingen buiten beschouwing dan is de batenkant k€ 177 lager gerealiseerd en de lastenkant k€ 797 lager. De k€ 408 (k€ 177 exclusief doorsluizingen WvD) lagere gerealiseerde baten zijn het gevolg van per saldo: Lagere gerealiseerde inkomsten uit Strategische toewijzingen ad k€ 485; per saldo een lagere realisatie TOM middelen als gevolg van een spreiding van een deel van het budget naar 2015 om in dat jaar ook nog gelden voor ontwikkeling van de B3 beschikbaar te houden, de niet in het jaar 2013 gerealiseerde garantstelling CvB inzake VLT (gerealiseerd als toewijzing in 2012 en in 2013 omgezet in een vrijval aio-voorziening aan de lastenkant) en een niet begrote strategische toewijzing inzake de decaan OW-vernieuwing. Een stijging van totaal k€ 556 uit per saldo (lagere) gerealiseerde inkomsten uit Werk voor Derden en (hogere) (interne) opbrengsten. De verschuiving van een deel van Werk voor Derden naar overige opbrengsten is gedaan op grond van jaarverslagregels. Tegenover de hogere realisatie staat aan de lastenkant een hogere realisatie uitbesteed werk en advieskosten. Lagere gerealiseerde inkomsten uit Doorsluizingen instituten ad k€ 479; bestaande uit lagere toewijzingen stimuleringsmiddelen instituten ad k€ 248 en lagere budget neutrale doorsluizingen WvD ad k€ 231, welke laatste gecompenseerd worden door dienovereenkomstige lagere doorsluizingen aan de lastenkant. De hogere inzet van kernformatie op de TOM-ontwikkeling bracht met zich mee dat er niet kon worden voldaan aan alle wensen vanuit IGS voor wat betreft onderzoekoutput. Hierdoor is door IGS besloten om k€ 300 in 2013 niet toe te wijzen aan MB, maar geoormerkt voor MB door te schuiven naar latere jaren. Aan de lastenkant (k€ 797 lager gerealiseerd exclusief doorsluizingen) is sprake van lagere bestedingen aan personele lasten dan begroot. Vooral ten aanzien van inhuur en indirecte personele lasten is er sprake van een voordeel. Dit vooral door lagere uitgaven inzake inhuur ten behoeve van ontwikkeling TOM en minder uitgaven dan begroot aan afkoopsommen ed. in het kader van Route’14 alsmede een vrijval aio-voorziening (oorspronkelijk begroot als CvB garantstelling aan de batenzijde). Ook het delen van decaan en directeur bedrijfsvoering per medio 2013 met GW leverde een kostenbesparing op. Uiteindelijk is veel van de begrote extra inhuur voor TOM achterwege gebleven en is de ontwikkeling vooral door reeds aanwezige kernformatie uitgevoerd, hetgeen overigens wel een verdringend effect op WvD en onderzoek ten behoeve van IGS heeft gehad. Daarentegen valt echter de post uitbesteed werk en advieskosten hoger uit. Per saldo nemen de gerealiseerde personele lasten af met k€ 1.089. De huisvestingslasten lasten nemen per saldo toe met een bedrag van k€ 11 en de overige lasten stijgen met k€ 362. De stijging van de overige lasten wordt vooral veroorzaakt door de bij de baten reeds genoemde WvD gerelateerde stijging van het uitbesteed werk. Alle overige lasten laten een daling zien. Ondanks het doorschuiven van zowel de TOM middelen als de IGS toewijzing naar latere jaren is MB in 2013 in staat geweest om nagenoeg het begrote resultaat uit normale bedrijfsvoering te realiseren door zeer terughoudend te zijn bij haar uitgaven, waarbij wel aangetekend dient te worden dat de bodem van het mogelijke zo langzamerhand wel is bereikt. MB anticipeert voortdurend op de inkomstendalingen in het bod UT om tekorten te voorkomen, hetgeen echter wel gepaard gaan met de stijging van de werkdruk omdat met minder fte meer werk dient te worden verricht. Het hebben van een hoge onderwijslast met weinig onderzoekmiddelen legt inmiddels een te grote werkdruk op de kernformatie die structureel niet houdbaar is. Ontwikkelingen in de reserve De bedrijfsreserve is na aftrek van het negatieve resultaat 2013 ad k€ 1.009 gedaald van k€ 6.703 naar k€ 5.694. De reservestand per 31 december 2013 is deels bestemd ten behoeve van Route ’14 onttrekkingen (k€ 1.601) en voorfinanciering van de IBA opleiding (k€ 1.226) in de periode 2014 tot en met 2015. De voor deze periode begrote taakstellende overschotten (k€ 813) dempen deze onttrekkingen voor een groot deel. Per saldo is in de periode 2013 tot en met 2015 een onttrekking voorzien groot k€ 2.014, waarmee de stand bedrijfsreserve per 31 december 2015 naar verwachting uitkomt op k€ 3.680.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 155/342
Verantwoording van de Centrale Stimuleringsmiddelen In 2013 is k€ 590 aan centrale stimuleringsmiddelen ontvangen. Inzake de ontwikkel- en aanloopkosten IBA zijn deze middelen ad k€ 250 aangewend voor het verzorgen van onderwijs, waarvoor als gevolg van de t-2 financiering in de reguliere onderwijsbekostiging middelen ontbreken. De ontwikkelgelden TOM ad k€ 340 zijn conform de door het CvB goedgekeurde plannen besteed aan de ontwikkeling van de nieuwe bachelor curricula. MJB 2014 t/m 2018 Door MB worden de volgende majeure ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en onderzoek gesignaleerd welke van invloed zouden kunnen zijn op de meerjarige resultaatontwikkling. De instroom opleidingen per 1 september 2013 was wat lager dan verwacht. Dit heeft mogelijk consequenties voor de baten in 2015 en verder. Ook de output promotiepremies lag met 2 beneden de prognose voor 2013 hetgeen zich vanaf 2015 vertaalt in een lagere bate uit promotie-inkomsten dan waar bij de meerjarenbegroting van werd uitgegaan. Naar verwachting kan tijdig worden bijgestuurd, opdat zich dit niet zal vertalen in een exploitatietekort. Wel zijn er nog onzekerheden in het UT model onderwijs en onderzoek welke van majeure invloed kunnen zijn op de in het najaar ingediende meerjarenbegroting 2015 tot en met 2018. Risicoparagraaf (financiële risico’s) Voor risico’s en (mogelijk) verlieslatende gebeurtenissen binnen 2e en 3e geldstroom projecten die zich in 2013 hebben geopenbaard zijn ten laste van het resultaat 2013 verliesvoorzieningen getroffen. Middels die voorzieningen zal de exploitatie de komende jaren niet negatief worden blootgesteld aan zaken die hun grondslag vinden in het jaar 2013. Voor het overige is er geen aanleiding om de in het jaarplan 2014 geformuleerde risico’s aan te vullen.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 156/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Management en Bestuur Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
13.419 892 7.255 872 714 23.152
12.563 2.036 6.833 352 852 22.636
12.634 1.082 6.875 340 616 21.547
1.983
1.792
1.774
Huisvestingslasten
1.148 3.131
823 2.615
853 2.626
83 208 4 7 301
51 190 23 26 290
50 311 0 4 365
294 27 177
355 82 206
269 39 179
498
643
486
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m 2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
51 136 1.136 1.409 171 149 1.046 292
65 117 1.059 501 187 312 931 273
53 102 947 945 202 421 874 263
4.390
3.445
3.807
8.056
6.182
5.951
8.056
6.182
Bijzondere lasten
0
Bezuinigingstaakstelling
0
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
11.366
1.671
250 1.326 11.678
11.679
1.090
13.037
13.254
12.769
1.375 1.021 7.942 230
1.727 550 6.868
1.361 1.226 6.200 134
Totaal Werk voor Derden
10.569
109 9.254
8.922
Overige opbrengsten
585
11
706
2.239 1.967
1.667 1.740
1.419 1.740
1.733
1.281 40 6.182
1.281 40 5.951 1.361 1.242 3.349
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
8.056 1.375 946 5.735
Doorsluizingen
13.994
10.910
10.431
5.951
Doorberekende interne opbrengsten
729
754
947
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
38.914
34.183
33.774
Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi Resultaat uit bijzondere bedrijfsvoering: - Route 14 Resultaat uit normale bedrijfsvoering
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
Dekkingsbijdrage
(1.387)
(1.383)
(766)
773 (614)
(245) (1.628)
(243) (1.009)
38.914
34.183
33.774
4.907
3.971
4.269
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
gem. fte.
0,7 27,2 18,4 53,0 8,7 45,1
101 2.620 1.277 2.723 502 2.149
27,0 18,0 52,3 8,2 37,9
2.375 1.204 2.767 436 1.844
44,7 0,1 197,9 5,6 5,7 48,2 1,2
1.222 4 10.598 432 334 1.713 32
40,3
1.179
183,8 4,8 5,9 46,8 1,0
60,7
2.511
58,5
Overige inzet
pm
270
Overige kosten
pm
29
TOTAAL
258,5
13.408
PNUT
Jaarrekening 2013 k€
k€
24,3
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
0,1 242,4 14,6
0,2 25,0 19,1 49,0 12,3 38,1
20 2.504 1.229 2.610 628 1.824
9.805 360 337 1.755 27
39,9 0,2 183,7 3,8 6,4 45,2 1,0
1.131 15 9.963 252 367 1.739 27
2.480
56,4
2.386
273
pm
5
pm
267 3
12.563
240,1
12.618
28,8
PAGINA 157/342
UNIVERSITEIT TWENTE Overzicht algemene reserves (in €)
MB Beginbalans 2013
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Vermogensmut. 2013 Uitgaven
Resultaatbestemming 2013
Eindbalans 2013
Management en Bestuur
6.702.683
0
0
-1.008.973
5.693.709
Totaal Algemene Reserves
6.702.683
0
0
-1.008.973
5.693.709
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 158/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 159/342
Faculteit Gedragswetenschappen Inleiding Vanaf 1 september 2013 is begonnen aan het voorbereiden van de fusie tussen de faculteiten MB en GW. Hiertoe werden in een aantal werkgroepen (onderwijs, onderzoek en ondersteuning) gewerkt aan de ontwikkeling van een visie en strategie voor de fusie, en een reorganisatieplan. Wat betreft het onderwijs was het vertrekpunt dat meer samen optrekken in modules en cursussen, en in de ondersteuning van het onderwijs, het onderwijs zowel aantrekkelijker als efficiënter maakt. De werkgroep Onderwijs heeft onder leiding van onderwijsdirecteur dr. Henk Boer een plan uitgewerkt dat samenwerkingsmogelijkheden per thema benoemd (bijvoorbeeld HRD-HRM (vanuit onderwijskunde en bedrijfskunde) en bestuurskunde-e-government (vanuit communicatiewetenschap en bestuurskunde)). De werkgroep Onderzoek (onder leiding van wetenschappelijk directeur IGS prof. dr. Kees Aarts) heeft ondersteund door inhoudelijke bijeenkomsten met wetenschappelijke staf een begin gemaakt met het definiëren van onderzoekspeerpunten voor de nieuwe faculteit, en een discussie gevoerd over mechanismen voor kwaliteitsbeoordeling en de verdeling van de 2 miljoen extra onderzoeksmiddelen die door het CvB zijn toegezegd aan het onderzoek binnen het gammadomein. De werkgroep Ondersteuning heeft een werkplan gemaakt met opdrachten voor deelwerkgroepen per discipline (HR, financiën, onderwijsondersteuning, etc.). Deze opdrachten worden in loop van 2014 uitgewerkt, zodra het besluit van een bestuurlijke fusie is genomen. Het geheel moet leiden tot een doelmatige en efficiënte organisatie van ondersteunende diensten, die in 2015 kan worden ingericht. Begin december 2013 is het reorganisatieplan, samen met een visie- en strategiestuk, voorgelegd aan de faculteitsraden MB en GW. De faculteitsraden onderschrijven de waarde van samenwerking binnen het gammadomein voor bestuurlijke slagkracht en efficiëntie in het onderwijs, maar vinden visie en strategie voor een fusiefaculteit nog onvoldoende uitgewerkt. Zij vragen om een verdere uitwerking hiervan. De faculteitsraad GW adviseert daarom negatief op een bestuurlijke fusie, de faculteitsraad MB adviseert positief op een bestuurlijke fusie, maar vooralsnog negatief op visie en strategie. Met beide adviezen is het reorganisatieplan voorgelegd aan het CvB. Bovenstaande schetst de situatie eind 2013. Door het vertrek van de toenmalige decaan prof. dr. Karen van Oudenhoven is de situatie begin 2014 gewijzigd. Er is vanaf januari 2014 een interim decaan aangesteld voor zowel de faculteit GW als MB in de persoon van prof. dr. ir. Ton Mouthaan, die inhoudelijk wordt ondersteund door prof. dr. Ariana Need en prof. dr. Ellen Giebels. Zij zullen het traject naar een bestuurlijke fusie verder vormgeven.
Onderwijs Onderwijskunde / Educational Science and Technology Bachelorprogramma In het licht van het eerder (al in 2012) genomen besluit de bacheloropleiding Onderwijskunde (OWK) als eigenstandige opleiding af te bouwen (en delen ervan in te bedden in de bacheloropleiding Psychologie), stond 2013 in het teken van consolidatie van de eerder ingezette curriculaire vernieuwing, waarbij dit jaar vooral aandacht is geschonken aan de monitoring en sturing van de zittende bachelorstudenten, i.c. hen op verantwoorde wijze leiden aan de (bachelor) eindstreep. Pre-masterprogramma Met ingang van september 2013 zijn er een aantal ingrijpende curriculaire aanpassingen gedaan. Deels ingegeven door externe (financiële) randvoorwaarden is het pre-mastertraject in omvang teruggebracht van 60 naar 30 EC (lees: 1 semester in voltijdse modus). Deze ingreep was gelijk aanleiding om de inhoud van het programma te herzien, zowel wat betreft de onderzoeksmethodologische vakken (vernieuwing van onder meer de leermaterialen) en de domein specifieke (onderwijskundige) vakken (directe aansluiting bij de inhoud van de mastervakken).
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 160/342
Masterprogramma Op basis van de eerder (in 2011 en 2012) uitgevoerde zelfstudie en de daaruit geconcludeerde verbeterpunten (NB: e.e.a. bevestigd door de uitkomsten van de Onderwijsvisitatie) werd het per 1 september 2012 vernieuwde EST masterprogramma ook per 1 september 2013 inhoudelijk gecontinueerd. Daarbij werden opnieuw twee instroommomenten gerealiseerd en is de gewenste inhoudelijke aansluiting van het vakkenpakket met het lopend onderzoek bereikt. Ook is er sprake van minder segregatie op curriculumniveau. I.e. er worden geen volledig separate ‘tracks’ aangeboden; studenten kunnen vrijelijk opteren voor vakken uit de 2 aandachtsgebieden (te weten Educational Design & Effectiveness, en Human Resource Development). Psychologie / Psychology Bachelorprogramma In het studiejaar 2013-2014 is voor het eerste jaar van de bachelor Psychologie het TOM curriculum aangeboden in de vorm van vier modules: Psychologie en Ontwerpen, Sociaal gedrag, Cognitie en Ontwikkeling en het Individu. Deze vernieuwing van het onderwijs bracht ook voor de onderwijs coördinator en de studieadviseurs een verandering van de werkwijze met zich mee met name bij het monitoren van de studieresultaten van de eerstejaars studenten. De eerste ervaringen met het TOM onderwijs bij Psychologie zijn positief al brengt het TOM onderwijs wel een aanzienlijke docent inspanning met zich mee. In het kader van TOM is het aantal contacturen in het eerste jaar aanzienlijk verhoogd. De regeling om in het kader van de verhoging van het studie rendement wordt een vaste tijdsplanning te hanteren voor het traject van de bachelorthese is in 2013 gehandhaafd. Studenten hebben hierbij een semester de tijd om een bachelorthese af te ronden. De resultaten wijzen uit dat, inclusief de herkansing 93% van de studenten de bachelorthese afrondt in de gestelde tijd. Door de invoering van het OM onderwijs heeft er een aanpassing plaats gevonden het studentmentoraat voor eerstejaars studenten Psychologie Mede door de komst van tutoren is hierbij meer de nadruk komen te liggen op het ondersteunen van studenten bij praktische zaken. Een belangrijk aandachtspunt in 2012 was de verdere uitwerking van het TOM onderwijs. In 2013 was de numerus fixus voor Psychologie gezet op 350 en is een instroom van 210 studenten gerealiseerd, waarbij circa 65% van de studenten afkomstig was uit Duitsland. In vergelijking met het streefdoel is de instroom in de Bachelor achter gebleven. Hieraan ligt vooral een verminderde instroom vanuit Duitsland door het aflopen van de jaren met een dubbele Abitur ten grondslag. Het BSA is in 2012 verhoogd naar 45 EC. Binnen de bacheloropleiding psychologie kon een duidelijke stijging van het rendement na 4 jaar worden geconstateerd naar 63%. Dit is al duidelijk boven het voor 2012-2013 voorziene doel van 58%. Pre-masterprogramma In 2013 is ingevoerd de nieuwe opzet van het pre-masterprogramma, passend bij TOM. Voor de opleiding Psychologie is het pre-master programma 45 EC en bestaat uit twee delen: een generieke voorbereide academische pre-master en het volgen van een TOM module, die voorbereid op een bepaalde specialisatie binnen de master. De academische pre-master, dat deficiënties wegwerkt in academische vaardigheden heeft een omvang van 30 EC, waarvan 20 EC wordt aangeboden samen met Communication Studies and Educational Science and Technology. Een ander deel, van 10 EC, wordt specifiek ingevuld voor Psychology. De instroom in de pre-master vertoond een dalende tendens. Masterprogramma In het studiejaar 2012-2013 zijn voor de derde keer de nieuwe onderwijsprogramma’s aangeboden voor de vijf masterspecialisaties Psychology. In het afgelopen jaar zijn voorbereidingen getroffen voor het opnemen van een stage in de master voor het verbeteren van de verbinding met het werkveld. Er is een voorstel gemaakt voor een nieuwe opzet van de master waarbij naast het invoeren van stage ook meer vakken tussen de master specialisaties worden gedeeld en er een gemeenschappelijk onderzoek vak wordt ontwikkeld. Deze nieuwe opzet is mede vorm gegeven in verband met het verhogen van de efficiëntie van het onderwijs in de master. Voor alle masterspecialisaties konden in 2013 twee instroom momenten worden gerealiseerd. In 2013 was er blijvend sprake van een goede doorstroom vanuit de bachelor Psychologie naar de master Psychology. In 2013 was er sprake van een meer evenredige instroom in de master specialisaties. De instroom in de mastertrack Instructie, Leren en Ontwikkeling bleef achter bij de verwachtingen.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 161/342
Communicatiewetenschap / Communication Studies Bachelorprogramma In het bachelorcurriculum Communicatiewetenschap is in studiejaar 2012-2013 het Twents Onderwijs Model ingevoerd. De instroom in het bachelorprogramma (64) is met 8% gedaald en is een punt van zorg. Binnen de opleiding blijft de overtuiging bestaan dat er met effectievere studievoorlichting een betere instroom in de bachelor gerealiseerd kan worden. Met name de verhoogde inzet van emarketing is hierbij van belang. Een verhoging van de bachelorinstroom is niet alleen om efficiencyredenen van belang; ook voor de balans tussen eigen bachelor-afgestudeerden en zijinstromers is het nodig om meer bachelorstudenten aan te trekken. De instroom in de Bachelor ligt met 68 studenten onder het beoogde doel van 100 studenten. Het vierjaarsrendement van de opleiding Communicatiewetenschap is anno 2013 72%. Dat ligt al duidelijk boven het voor GW gestelde doel in 2012-2013 van 58%. Pre-masterprogramma De masteropleiding Communication Studies blijft grote aantallen zij-instromers via het premasterprogramma aantrekken. De financiering van deze pre-masterstudenten is een punt van zorg, aangezien de beschikbare financiële middelen dalen. Het huidige programma beslaat 59 EC. Maar vooruitlopend op het voorstel tot wijziging van de Wet op het hoger onderwijs heeft de opleiding voor het studiejaar 2013-2014 een pre-masterprogramma van een half studiejaar (30 EC) ontwikkeld. Dit programma is per september 2013 ingevoerd. Dit verkorte programma is toegankelijk zijn voor een zeer beperkt aantal aanverwante domein relevante HBO en WO opleidingen. Dit programma wordt in het Engels aangeboden en kent twee instroommomenten. Van dit programma is 10 EC opleidingsspecifiek en 20 EC gemeenschappelijk met de pre-masteropleidingen Psychologie en Educational Science and Technology. De instroom in de pre-master vertoond een dalende tendens. Masterprogramma Het gehele masterprogramma is in studiejaar 2012-2013 in ongewijzigde vorm in het Engels aangeboden. Punt van zorg is de levensvatbaarheid van de master specialisatie Media and Communication. Een groot aantal vakken binnen dit programma trekt te weinig studenten. In was verdere internationalisering van de masterinstroom een belangrijk aandachtspunt. Met name de samenwerking met universiteiten in China is hierbij een aandachtspunt. Internationale instroom is eveneens een punt van zorg. Er is veel tijd en energie gestoken in het beoordelen van aanvragen van buitenlandse studenten. Afgelopen studiejaar zijn ca. 60 buitenlandse studenten toegelaten tot het pre-masterprogramma, waarvan er uiteindelijk één daadwerkelijk begonnen is met het programma. Relevante KPI en prestatieafspraken Deze zijn opgenomen in bijlage 3 met daarbij een toelichting.
Onderzoek In 2008 heeft de UT met RoUTe’14 een nieuwe strategie ingezet. De UT wil zich profileren als High Tech-Human Touch-universiteit. Dat profiel tekent ook het onderzoek in de faculteit GW. De faculteit GW streeft ernaar om in haar onderzoek vanuit een sterke disciplinaire basis een bijdrage te leveren aan toegepast onderzoek dat de verbinding legt tussen mens en techniek. We richten ons daarbij op de maatschappelijke thema’s gezondheid, veiligheid, en onderwijs en cognitie. Uniek voor het gedragswetenschappelijk onderzoek in Twente is dat veel onderzoek zich richt op ontwerpvragen. Hoe ontwerp je interventies die gebruik maken van nieuwe technologie zodat zij meerwaarde hebben voor mensen en hoe evalueer je die interventies? Naast een scherpe inhoudelijke focus streeft de UT met RoUTe’14 naar verbetering van kwaliteit van het onderzoek. Om een bijdrage te leveren aan focus en kwaliteit in onderzoek zijn er in 2013 de volgende activiteiten geïnitieerd: Speerpuntsessies: alle vakgroepen hebben de opdracht gekregen hun eigen expertise te omschrijven. Deze beschrijvingen zijn in een bijeenkomst met de WD’s van IGS en CTIT bediscussieerd. Uiteindelijk heeft dat geresulteerd in een beschrijving van speerpunten. Jong talentbijeenkomsten GW en MB: in het najaar is een groep aanstormend talent een aantal keren bij elkaar gekomen om te brainstormen over synergiemogelijkheden tussen MB en GW.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 162/342
Fusiesessies: in het najaar zijn een aantal sessies georganiseerd om te brainstormen over de focus van het onderzoek in de nieuwe faculteit. Een van die sessies had de vorm van een hooglerarendiner, waar Nicholas Mansfield is aangeschoven als spreker. Mansfield vertelde ter inspiratie het verhaal over hoe de Nationale Reisopera in een tijd van bezuinigingen gereorganiseerd is, vanuit het vertrekpunt van focus, kwaliteit en creatieve verbindingen met andere culturele gezelschappen. Tenure track: in september 2013 heeft de tweede ronde van de tenure track bij GW plaatsgevonden. In totaal zijn er nu 8 tenure trackers en 2 personeelsleden van buiten aangesteld in een pré-tenuretrack traject. CETO: de faculteit GW is betrokken bij het recent gestarte Centre of Expertise Techniekonderwijs (CETO). Het afgelopen jaar zijn er een aantal promotietrajecten opgestart met financiering vanuit CETO. Onderzoeksvisitatie: dit jaar is het onderzoek op het gebied van de disciplines Pedagogiek en Onderwijskunde gevisiteerd. De faculteit Gedragswetenschappen van de UT bracht het programma Educational Design and Evaluation in, met daarin de thema’s Inquiry learning in powerful learning environments (prof. Ton de Jong), Educational design and effectiveness (prof. Peter Sleegers) en Computerized testing of knowledge and skills (prof. Cees Glas). Het programma scoorde uitstekende cijfers, 4,5 voor kwaliteit, productiviteit en relevantie, en een 4 voor het toekomstperspectief. Hiermee nestelde het programma zich in de top van het gevisiteerde onderwijskundige onderzoek in Nederland. De commissie concludeerde dat het programma van hoge kwaliteit, productiviteit en maatschappelijke relevantie had, en dat verschillende elementen, vooral in het eerste thema, tot de internationale top behoorden. Als uitdaging noemde de commissie verdere integratie van de drie thema’s en de verdere ontwikkeling van een master- en PhD-programma. Een uitvoeriger rapportage over onderzoekoutput is terug te vinden bij de onderzoeksinstituten waar het GW-onderzoek is ondergebracht (met name IGS). Relevante KPI en prestatieafspraken Deze zijn opgenomen in bijlage 3 met daarbij een toelichting.
HRM-beleid Talentmanagement In 2013 is de laatste interne instroom in de tenure track gerealiseerd. Totaal staan nu 7 medewerkers als tenure tracker geregistreerd, waarvan 1 in 2014 officieel wordt benoemd. Tevens is 1 externe tenure tracker aangesteld bij Wijsbegeerte en zitten 2 extern aangetrokken medewerkers in een ontwikkeltraject naar de tenure track toe, als zogenaamde ‘pré-tenure trackers’. In relatie tot de strategische personeelsplanning welke in het najaar per vakgroep plaatsvindt, moet het aantrekken van tenure trackers leiden tot het maken van bewuste keuzes in onderzoekspeerpunten naar de toekomst toe en tot een kwalitatief sterke WP-bezetting van de vakgroepen. Management development Met de nieuwe tenure trackers treedt een nieuwe laag leidinggevenden aan. Omdat met hen ontwikkelplannen worden gemaakt, is er ‘van nature’ meer aandacht voor competenties als ‘leiderschap’. In algemene zin wordt het gesprek over ontwikkelpunten makkelijker gevoerd, omdat dit immers een onderdeel is van het hele ontwikkeltraject van de tenure trackers. Hiermee wordt een (nieuwe) cultuur opgebouwd waarin het normaal is om op een open manier naar ontwikkeling (kracht en leemtes) te kijken. Zij worden tevens actief gestimuleerd om coaches te zoeken die hen zowel in wetenschappelijke zin als op het gebied van leiderschap of andere persoonlijke competenties kunnen ondersteunen. De meeste van hen hebben dit meteen enthousiast opgepakt. Ook bij bestaande hoogleraren ontstaat steeds meer het besef dat de vraag om ondersteuning zeer legitiem is en wordt, waar nodig of gewenst, passende ondersteuning aangeboden. Learning & Development In 2013 is een daling te zien ten opzichte van 2012 en voorgaande jaren als het gaat om het afnemen van cursussen van het CDC, namelijk 58 versus 80. Afgezien van de bijdrage van promovendi, is met
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 163/342
name de veni training en ‘how to write a competitive proposal’ relatief favoriet geweest. Dit is in lijn met het voorgaande jaar en een logische ontwikkeling gezien de concurrentie die hevig is. In totaal hebben de afgelopen jaren 24 GW-medewerkers deelgenomen aan management leergangen. Gezien de geringe mutaties in het personeelsbestand het afgelopen jaar lijkt de conclusie gerechtvaardigd dat de meeste mensen van de doelgroep al zijn geweest. Op het gebied van de BKO is in 2013 door de extra inspanningen een positieve ontwikkeling gerealiseerd. Ook op het gebied van het taalbeleid zijn stappen gezet. De doelgroep is goed in beeld en er wordt een inhaalslag gemaakt. In totaal is 7 keer een bijdrage uit het UT Aspasia of stimuleringsfonds toegekend aan vrouwelijk WP van GW. GW heeft actief geparticipeerd in het ontwikkelen van het Docentprofiel als onderdeel van het ontwikkelen van een attractief groeipad in het onderwijs. Relevante KPI en prestatieafspraken Deze zijn opgenomen in bijlage 3 met daarbij een toelichting.
Bedrijfsvoering Marketing & Communicatie Werving & instroom De marketingstrategie van M&C was voor de bachelor- en masteropleidingen van GW gericht op het versterken van de (online) zichtbaarheid. Focus lag op scholieren en studenten in (Noordoost) Nederland en Duitsland, voor de Engelstalige opleidingen aangevuld met de doellanden. De strategie is gericht op inzet online marketing door o.a. optimale inrichting websites met juiste content, profilering onderscheidend karakter opleidingen (ook t.o.v. concurrenten), online vindbaarheid en online advertentiecampagnes per opleiding. Daarnaast het versterken van de binding en face-to-face contacten door de inzet van open dagen, meeloopdagen, hbo voorlichting, scholenvoorlichting, beurzen en follow up door de inzet van direct mails. De belangrijkste speerpunten in de marketingstrategie waren: Internationale marketing: Actieve internationale werving o.a. door inzet van (wervings) agenten, schoolbezoeken, beurzen, inzet van ambassadeurs (middels social media), doelgroep specifieke printmiddelen in de taal van het doelland en online advertisement. Online marketing: Sterke focus op online marketing. Er is een nieuwe wervingswebsite opgeleverd voor bachelor en master. De websites zijn vernieuwd qua lay-out, navigatie, vindbaarheid van opleidingen door onder andere zoekmachineoptimalisatie (SEO) en advertenties per opleiding (SEA). Ook is een emailmarketingtool aangeschaft met als belangrijke speerpunten: goede follow up en persoonlijke communicatie naar doelgroepen. Contentmarketing: In 2012 is gestart met de Touchcampagne. Doel van deze campagne is het aangaan van de dialoog met diverse doelgroepen op basis van relevante content en verhalen. In 2013 is deze campagne doorontwikkeld in de vorm van content marketing. Hierin zijn voor opleidingen onder andere student testimonials en touch video’s opgeleverd. Meetbaarheid en effectiviteit: In 2013 is een start gemaakt met het inzichtelijk maken van marketingcijfers, met daarbij een focus op onderzoek, meetbaarheid, effectiviteit en analyse. Het doel is om op basis van deze informatie gerichte marketingcampagnes op te kunnen zetten en deze gedurende het wervingsjaar te optimaliseren. Externe profilering Doelstelling voor externe communicatie in 2013 was het versterken van de uitstekende reputatie en het vergroten van de naamsbekendheid van de UT. Belangrijk daarbij is het uitdragen van een consistent en positief beeld aan al onze externe doelgroepen. De afdeling EC is binnen de faculteit GW actief op zoek gegaan naar nieuwswaardige informatie over onderzoek, onderwijs en evenementen. Deze informatie is beschikbaar gemaakt voor de externe doelgroepen en werd via alle mogelijke kanalen verspreid. We hebben het dan over de UT- en de facultaire en de instituutswebsites, de verschillende social media kanalen, het magazine van de UT en persberichten aan relevante media. Ook het touch-platform werd goed benut met filmpjes en aandacht voor storytelling. Vanaf september 2013 is de fusie tussen GW en MB in gang gezet. De externe communicatiedoelstellingen voor het laatste kwartaal van 2013 bleven ongewijzigd.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 164/342
Interne communicatie & binding Vanuit Interne Communicatie is er veel aandacht geweest voor advisering en ondersteuning op het gebied van verandercommunicatie t.b.v. het voorgenomen fusieproces tussen GW en MB. Vanaf september 2013 lag hier dan ook de focus. Aandachtspunten hierbij waren o.a.: het maken van een (verander)analyse, het opzetten van communicatieplan inclusief strategie en actieplan, het formuleren van de boodschap en advisering over passende communicatiekanalen. De signalen opgehaald uit gesprekken met GW en MB collega’s en studenten over de voorgenomen fusie vormden onderdeel van de communicatieadviezen. De communicatieplanning is steeds in afstemming met de decaan en regiegroep uitgezet. Naast de ondersteuning op het gebied van verander-/fusiecommunicatie, was en blijft het kritisch kijken naar de communicatiemiddelenmix van GW en de advisering hierover een belangrijk aandachtspunt. Het proces van het opnieuw indelen en updaten van het intranet GW is in volle gang. Overige middelen, zoals de nieuwsbrief GW, houden de aandacht. ICT en informatiemanagement Door verhuizing van 2 vakgroepen uit Citadel naar Cubicus werd een herinrichting uitgevoerd binnen het gebouw Cubicus. Dit had tot gevolg dat veel werkplekken verplaatst moesten worden en anderen nieuw ingericht, o.a. de flexplekken en de afstudeerplekken. Voor een aantal werkplekken moesten ook de interactieve borden verplaatst worden. De informatiemanager vervulde hierbij een coördinerende rol. Het ontmantelen van de PC-zalen werd nog een jaar uitgesteld tot zomer 2014. Wel is begonnen met de voorbereidingen. Voor het verzorgen van interactieve colleges samen met Universiteit Utrecht is een begin gemaakt met het herinrichten van een lesruimte nieuwe video conference apparatuur. De samenwerking met ICTS verliep in 2013 na de reorganisatie van ICTS veel beter dan in de afgelopen jaren, waarbij vooral het “meedenken” weer een duidelijke rol kreeg. Huisvesting Begin 2013 is huisvesting in de Citadel afgesloten en ook een gedeelte van Chalet. Getracht is zoveel mogelijk vakgroepen te huisvesten in Cubicus. Eind 2013 is de volgende verhuisbeweging alweer voorbereid. Nu ter voorbereiding van het afstoten van Chalet in voorjaar 2014 en gedeeltelijke huisvesting in Ravelijn. De faculteit GW is redelijk “verhuis moe” en hoopt dat dit vooralsnog de laatste verhuisbeweging zal zijn.
Financiën Algemeen Het consequent handhaven van een strak financieel beleid, waarmee o.a. het aanstellingsbeleid wordt bedoeld en het creëren van bewustwording bij projectleiders hoe goede projectcalculaties kunnen bijdragen aan een beter exploitatieresultaat, heeft er voor gezorgd dat het exploitatietekort van 2013 maar k€ 63 bedraagt. Gedurende het jaar 2013 lagen de tekortvoorspellingen tussen de k€ 260 en k€ 450. De oorzaken van de positieve afwijking t.o.v. de begroting zijn: een fors hogere dekkingsbijdrage, een hogere omzet Werk voor Derden, hogere overige opbrengsten (o.a. detacheringsopbrengsten) en lagere huisvestingskosten door een efficiënter gebruik van het aantal m2. Daarnaast hebben wij vanuit EWI-Atlas aan het eind van het jaar nog een aanzienlijk bedrag ontvangen voor de GW-Core docenten. Batenontwikkeling Een flink deel van de TOM-ontwikkelgelden 2013, een onderdeel van de strategische budgetten, zijn doorgeschoven naar 2014, omdat in 2014 de extra kosten t.g.v. extra aanstellingen worden gemaakt. De omzet werk voor derden is fors hoger uitgekomen (+ 14,7%) dan begroot. In 2013 is voor ruim M€ 4,3 aan nieuwe projecten gerealiseerd. De inverdiencapaciteit bedraagt in 2013 43,1% (in 2012 was deze 41,8%, in 2011 was deze 37% en in 2010 was deze 31%) van de som van toewijzing en doorsluizing. De totale reële baten wijken uiteindelijk M€ 0,74 af t.o.v. de prognose: een positieve afwijking van 3,63%. Lastenontwikkeling De personele kosten komen 0,9% hoger uit dan begroot. Het is in 2013 gelukt om met een kleine overschrijding van de loonkosten een betere dekkingsbijdrage voor de vaste kosten te realiseren. Wel moet opgemerkt worden dat in de loop van 2013 50% van de loonkosten van onze decaan en van onze directeur bedrijfsvoering zijn weggevallen en zijn gedeeld met de faculteit MB.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 165/342
De vaste stafbezetting blijft nagenoeg stabiel. Er zijn heldere afspraken gemaakt met de vakgroepen over de maximale omvang van de groep vaste stafmedewerkers. De gemiddelde OBP formatie in 2013 bedraagt 17,2% van het totale aantal fte’s. Exclusief de formatie van Studium Generale komt dit percentage nog lager uit en wel op 16,4%. De huisvestinglasten zijn 8,5% lager dan begroot. Begin 2013 hebben wij een verhuizing doorgevoerd waarbij een efficiencyverbetering is gemaakt in het gebruik van het aantal beschikbare m2. De kosten voor apparatuur/inventaris zijn 27% lager dan begroot. We hebben minder apparatuur aangeschaft voor externe projecten. De uitgaven voor materialen zijn 6,3% lager dan begroot. Meer uitgaven voor twee nieuwe externe projecten en minder algemene materiaaluitgaven. De uitgaven voor overige lasten zijn 27,7% hoger dan begroot. Vooral de uitgaven voor uitbesteed werk, lidmaatschappen en reiskosten zijn flink hoger: dit zijn echter bijna allemaal extra uitgaven voor nieuwe externe projecten. Deze extra uitgaven worden allemaal gedekt door externe subsidies; vandaar ook dat de omzet werk voor derden flink hoger gewaardeerd is. De totale reële lasten wijken uiteindelijk M€ 0,38 af t.o.v. de prognose: een negatieve afwijking van 1,83%. Resultaatspecificatie e e e Het resultaat uit de 1 geldstroomactiviteiten bedraagt k€ 84 negatief. Het resultaat uit de 2 /3 geldstroomactiviteiten bedraagt k€ 21 positief. Per saldo een negatief exploitatieresultaat van k€ 63. De dekkingsbijdrage uit de PA projecten bedraagt in 2013 k€ 1.492 ( in 2012 was deze k€ 879). Het resultaat uit normale bedrijfsvoering bedraagt k€ 37 positief en het resultaat uit bijzondere bedrijfsvoering, de afkoopsom voor een medewerker, bedraagt k€ 100 negatief. Reserve- en cashflowontwikkelingen Er zijn in 2013 geen vermogensmutaties geweest. Analyse van de cashflow 2013 Begroting 1e budget- 2e budget- 3e budget- Jaarrekening GW 2013 rapportage rapportage rapportage 2013 A. Exploitatieresultaat -420 -262 -312 -452 -63 B. Afschrijvingen 77 77 77 77 77 C. Investeringen 0 0 0 0 0 Totale cash flow (A+B-C) -343 -185 -235 -375 14 Algemene Reserve
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
6311
6049
5999
5859
6248
PAGINA 166/342
Overzicht centrale stimuleringsmiddelen Centrale UT strategische budgetten 2013 TOM gelden 2013
k€ 420
TOM AIO
48
TOM digitalisering onderwijs 2013
44
TOM leerlijn M&T 2012
20
TOM leerlijn M&T 2013
20
Comp. Vertrouwenspersoon
12
Comp. OPUT lidmaatschap
4
Comp. Seniorenbeleid Comp. Ziekte/zwangerschap/ouderschap
36 218
Project BES eilanden
20
HBO vouchers
59
Vrouwelijke tenure track
20
Academische leerlijn
10
Totaal
931
Financiële risico’s Het nieuwe onderwijs-verdeelmodel blijft voor onze faculteit een risico. Gelukkig is bij evaluatie vastgesteld dat het model bijstelling behoeft. De verwachting is dat het bijstellen in 2014 van het model, financieel gunstiger zal zijn voor onze opleidingen. De toegezegde financiële investering in het gamma-onderzoek is dringend nodig maar deze investering is door het CvB onlosmakelijke gekoppeld aan een fusie met de faculteit MB. Geen extra investeringen in het onderzoek en het onvoldoende bijstellen van het onderwijs-verdeelmodel zullen de kwaliteit van ons onderzoek en onderwijs onder druk zetten.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 167/342
Bijlage 1
Jaarverslag 2013 Loket VO/ELAN
ELAN verzorgt de eerstegraads lerarenopleiding in de bètavakken en maatschappijleer alsmede de educatieve minor, die een tweedegraads bevoegdheid oplevert en voorbereidt op de masteropleiding. De lerarenopleiding van ELAN stond afgelopen jaar als beste bèta-lerarenopleiding van Nederland vermeld in de keuzegids hoger onderwijs. Daarnaast werkt ELAN in 3TU-verband aan de ontwikkeling van een route voor leraren afkomstig uit een ontwerpende discipline, zoals CTW of architectuur. Dergelijke leraren kunnen een onderbouwbevoegdheid in een “monovak” zoals wiskunde combineren met een bovenbouwbevoegdheid in de vakken Natuur, Leven en Technologie en Onderzoek en Ontwerpen. Het onderzoeksprogramma van ELAN, getiteld “Educating for Scientific Citizenship”, is in het afgelopen jaar goed op gang gekomen. Dat heeft geresulteerd in de acquisitie van EU-projecten “Inspiring Science Education” en “EASEL”, de laatste over sociale robotica in het onderwijs, in samenwerking met de HMI-groep van de faculteit EWI. Beide projecten richten zich op de didactiek van de bèta-wetenschappen, één van de speerpunten van het onderzoeksprogramma. In dit kader is ook een NWO-lerarenbeurs verworven alsmede een project bij TechYourFuture op het gebied van de ontwikkeling van wetenschappelijke attitudes bij jonge kinderen. Ook op het gebied van het andere speerpunt, het gebruik van teamaanpak in de professionele ontwikkeling van docenten, werden diverse projecten verworven. Bij TechYourFuture werd een promotieonderzoek verworven naar de effecten van docentontwikkelteams. In het kader van de projecten rond professionele leergemeenschappen en begeleiding van startende leraren werden lokale projecten binnengehaald, alsmede de landelijke coördinatie van de professionele leergemeenschappen. Ook werd een reviewstudie toegekend vanuit het dit jaar opgerichte regieorgaan onderwijsonderzoek op het gebied van implementatie van formatieve assessment. Tot slot verscheen bij Springer het boek “Data-based decision making in education” mede onder redactie van Kim Schildkamp, UHD bij de vakgroep. In 2013 was ELAN nog één instituut met Twente Academy. Twente Academy heeft in 2013 met het KNAW wetenschapsknooppunt Twente Academy Young verder gewerkt aan het concept van Zabuki, het Science Cafe junior in Enschede. Maandelijks zijn ruim 60 kinderen aan de slag met bèta en techniek onderwerpen. Gekoppeld aan Twente Academy Young zijn de professionaliseringscursussen Talentontwikkeling, wetenschap en techniek voor leerkrachten in het primair onderwijs in samenwerking met de pabo’s in de regio via het KWTO. Voor het voortgezet onderwijs zit het leeuwendeel van het werk van Twente Academy op de lijn van onderwijsinhoudelijke projecten: ontwikkelen en uitvoeren van masterclasses, begeleiding profielwerkstukken, online Leeromgeving en het TA-leerlingenlab. In 2013 is de basis gelegd voor het verder uitbouw van TA als een volwaardig Junior College. De bèta steunpunten van TA betreffen activiteiten rond aansluiting vo-ho, vakvernieuwing vo en professionalisering van vo-docenten. Centraal staan de vakdidactische en vakinhoudelijke nascholing van docenten met afstemming met typische UT-thema’s (quantummechanica, medische beeldvorming en lab on a chip). Bètasteunpunten en DOTs liggen in elkaars verlengde en benutten elkaars expertise en netwerk. Dit geldt ook voor de scholennetwerken rond Technasia, Jet-net en WON (W van vwo). ELAN heeft 2013 met een tekort van k€ 183 afgesloten. Belangrijkste verklaringen zijn enkele uitgestelde OCW projecten, eenmalige dubbele uitvoering van enkele onderwijsonderdelen in verband met de aanpassing van de educatieve minor aan het TOM model en een sterk tegenvallende belangstelling voor de masterroute Science Communication. Studenten hebben wel interesse in enkele vakken maar een tweede master in deze richting wordt blijkbaar niet geambieerd. Deze route wordt daarom afgebouwd. De genoemde oorzaken spelen in 2014 niet meer zodat een beter resultaat realistisch is.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 168/342
Bijlage 2
Bijzondere prestaties 2013 vakgroepen
Vakgroep Onderzoeksmethodologie, Meetmethoden en Data-anlyse (OMD) De vakgroep heeft 5 Focus projecten betreffende data-based decision-making in uitvoering (3,9 miljoen euro financiering vanuit NWO, Onderwijsbewijs, Kennis-net, OC&W, Inspectie en 3e geldstroom) waarop T. Keuning, M. van Geel, M. Faber. E. Scheer en L. Staman aan hun dissertatie werken. Projectleider; Dr. A.J. Visscher. Nederlandse aandeel in TIMSS-2015 en in ICILS-2013 (internationaal vergelijkend onderzoek naar onderwijsopbrengsten), gesubsidieerd door NWO; TIPI-talenten, (secundaire analyses op TIMSS2011), gesubsidieerd door OCW/SLO. Omvang ± € 650.000,--. Uitvoerders: Punter en Meelissen. Onderzoeksprojecten via RCEC, gesubsidieerd via Cito, Kenniscentrum Handel (KCH), Kenniscentrum Beroepsonderwijs (ECABO), en de Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving (SASS). Law School Admission Council (LSAC). Response time modeling and its applications. Uitvoerders: Veldkamp, Avetisyan & Fox. Omvang €200.000,--. Development and evaluation of a Computerized Adaptive Test for measuring Quality of Life in patients with COPD. Gesubsidieerd door het Astma fonds, aanvrager Prof. Job van der Palen. Dr. Muirne Paap is aangesteld als postdoc. Nurturing natural talents: the influences of family, school and teacher on the expression of giftedness for educational achievement in primary school. A twin study. Wordt gesubsidieerd in het kader van NWO-PROO Excellence in primary, secondary and higher education, aanvrager dr. Stephanie van den Berg, AIO Inga Schwabe. Omvang €205.000. In 2013 promoveerden onder andere Caroline Timmers ( Computer-based formative assessment: Variables influencing student feedback behavior) en Qiwei He (Text mining and IRT for psychiatric and psychological assessment). Grant voor project Supporting Lifelong Learning with ICT Inquiry-Based Education (LIBE) – van de Education, Audiovisual and Culture Executive Agency van de EU, € 82075,--. In het programma 2014 CTB/McGraw‐Hill Innovation Research and Development is een subsidie verkregen voor het project Bayesian Model Testing in Item Response Theory: Bayes Factors. Omvang $76,530. Uitvoerders Fox, Veldkamp, Avetisyan. Vakgroep Psychologie van Conflict, Risico & Veiligheid (PCRV) Het EU FP7-project Foodrisc (> 100 k€) dat door Margot Kuttschreuter wordt getrokken is op 31 oktober 2013 afgerond. Aanvullend overleg met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft ertoe geleid dat een aio-traject gefinancierd kon worden voor 3 jaar (Femke Hilverda). De aanvraag van Taylor en Giebels bij de High Value Detainee Interrogation Group (HIG), U.S. Department of Justice, getiteld Cross-Cultural Differences in the Effectiveness of Strategies for Educing Information is gehonoreerd (circa € 180.000). Mirjam Oostinga is hiertoe aangesteld als onderzoeksmedewerker. Elze Ufkes heeft in samenwerking met Ellen Giebels, Paul Taylor en Jasper Vogel een subsidie gekregen van het Ministerie van BZK voor een project op het gebied van agressie en geweld tegen medewerkers met een publieke taak; het betreft zowel een evaluatie van bestaande trainingen als een subsidie voor aanvullend onderzoek (€ 77.800).
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 169/342
Vakgroep Instructietechnologie (IST) Artikelen in Science Pedaste, M, de Jong, T., Sarapuu, T, Piksööt, J. van Joolingen, W.R., & Giemza, A. (2013). Investigating ecosystems as a blended learning experience, Science, 340, 1537-1538. de Jong, T., Linn, M. C., & Zacharia, Z. C. (2013). Physical and virtual laboratories in science and engineering education. Science, 340, 305-308. Awards Inquiry Based Instruction (IBI) prize voor de SCY applicatie “ECO systems” (zie ook het artikel in Science hierover) PhD Research Award 2013 van TELEARC (Technology Enhanced Learning European Advanced Research Consortium) voor de dissertatie van Yvonne Mulder getiteld “learning science by creating models”. Docent van het jaar (PSY): Pascal Wilhelm Vakgroep Communicatiewetenschap - Media, Communicatie en Organisatie (CW-MCO) Van Deursen en Van Dijk hebben in 2013 de UT in de Media prijs gewonnen. Dit was het resultaat van uitgebreide berichtgeving in de massamedia van het onderzoek Control-Alt-Delete, Productiviteitsverlies door ICT‐problemen en ontoereikende digitale vaardigheden op het werk. Van Dijk heeft als lid van de Commissie Project X Haren (Commissie Cohen) in maart 2013 een groot rapport in vier delen gepresenteerd over de ‘Facebook rellen’ in Haren in september 2012 op opdracht van van het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Gemeente Haren. Vakgroep Psychologie, Gezondheid & Technologie (PGT) Op het Europese Reumatologiecongres EULAR in (12-15 Juni 2013) werd het abstract van Martijn Oude Voshaar (vakgroep Psychologie, gezondheid en technologie) bekroond met de ‘EULAR Abstract Awards 2013’. Nienke Nijhof is vorig jaar gepromoveerd, op 26 april (2013). Met het proefschrift: Ehealth for people with dementia in home-based and residential care. In oktober 2013 verscheen het studieboek Improving eHealth (Auteurs: Lisette van Gemert-Pijnen, Oscar Peters & Hans Ossebaard) Vakgroep Cognitieve Psychologie en Ergonomie (CPE) Schmettow heeft geadviseerd bij de ontwikkeling van een grote e-commerce website. Deze heeft in het afgelopen jaar een omzet gehad van 1,3 m€. Van der Velde heeft een Europese subsidie ontvangen onder het FP7 Future Emerging Technology (FET) program voor onderzoek naar computationele en menselijke creativiteit. Onder leiding van Noordzij heeft de Master Psychologie student Lennart Overkamp de prijs voor het beste project gewonnen bij Philips Lighting in Winterswijk voor zijn stage verslag en de implementatie van zijn voorstellen. Hij gaat met een team naar de Europese finale van Philips. Ook is Noordzij toegelaten tot de GW tenure track. Verwey is na een educational leave aan de A&M University in College Station, Texas, in 2013 voorgedragen voor een adjunct professorship (de beslissing valt begin 2014). Ook heeft hij als penvoerder een internationaal project toegekend gekregen naar het motorisch leren van ouderen. Het project omvat 4 partners in de Verenigde Staten, Nederland en Duitsland. Schraagen heeft bij TNO Soesterberg de Leo van Breda award gewonnen met het project Patiëntveiligheid. Dit is een prijs voor de meest succesvolle toepassing van human-system interaction in de praktijk. Aan het gebruikersevaluatie-deel van het project hebben drie Psychologie
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 170/342
masterstudenten afzonderlijk een bijdrage geleverd, hetgeen dus een mooie integratie is van UTafstudeerders bij een TNO-project. Vakgroep Communicatiewetenschap - Corporate en Marketingcommunicatie (CW-CMC) Awards Rudolph J. Joenk, Jr. Award for the Best Paper in IEEE Transactions on Professional Communication 2012. (Sanne Elling, Leo Lentz, & Menno de Jong ‘Combining Concurrent think-aloud protocols and eye-tracking observations: An analysis of verbalizations and silences’). Grants Joris van Hoof – Veni scholarship, NWO Lotte Vermeij, Joyce Karreman, Menno de Jong – NWO promotiebeurs voor leraren Svetlana Bialkova -- Personal grant UT stimuleringsfonds, University of Twente, The Netherlands Fellowships/visiting professorships Svetlana Bialkova -- Brain Mind Institute, EPFL, Switzerland Menno de Jong – Visiting professorship Peking University, Beijing, China Menno de Jong -- Appointed Guest Professor at Xi’an International Studies University, School of Translation Studies, Xi’an. China Vakgroep Wijsbegeerte (WIJSB) Voor de vakgroep Wijsbegeerte was 2013 een vitaal jaar waarin veel nieuwe dingen begonnen zijn. Sinds 1 januari 2013 is de vakgroep de thuisbasis van het 3TU.Center for Ethics and Technology, met Philip Brey als wetenschappelijk directeur en Mark Coeckelbergh als managing director. Sinds diezelfde datum is Peter-Paul Verbeek de nieuwe vakgroepvoorzitter, waarvoor hij de ruimte kreeg omdat op 1 april 2013 zijn periode rol als voorzitter van De Jonge Akademie ten einde kwam. Een nieuw begin maakte ook tenure tracker Michael Nagenborg, die zich binnen de leerstoel Filosofie van Mens en Techniek gaat richten op ‘smart cities’. Ten slotte markeerde 2013 het begin van een aantal nieuwe onderzoeksprojecten. Allereerst verwierf de groep het EU-project ‘Stakeholders Acting Together On the ethical impact assessment of Research and Innovation’, waarin vele Europese partijen samenwerken aan de ethiek van onderzoek en innovatie, onder leiding van Philip Brey. Tevens begon het project ‘Responsible Research and Innovation in Business and Industry’, waarin Johnny Soraker onderzoek gaat verrichten naar ‘aging and technology’. Daarnaast werd het VICI project ‘Theorizing Mediation’ toegekend, waarin een theorie over de rol van technologie in kennis, moraal en metafysica zal worden ontwikkeld onder leiding van Peter-Paul Verbeek.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 171/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Gedragswetenschappen Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m 2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten
10.143 158 5.517 3 677 16.498
9.773 440 5.318 154 411 16.096
9.981 230 5.451 42 538 16.241
1.726
1.680
1.564
460 2.185
600 2.280
523 2.087
151 145 5 14 316
77 136 2 7 222
77 76 0 9 162
178 21 165
190 15 160
181 47 114
364
365
342
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
39 92 497 415 168 108 293 458
40 90 430 130 140 65 385 566
54 89 490 594 214 51 320 547
2.069
1.846
2.358
5.421
4.694
5.665
5.421
4.694
Bijzondere lasten
0
Bezuinigingstaakstelling
0
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
9.561
48 859 8.975
8.974
10.081
9.882
9.621
1.122 571 4.283
800 900 3.600
1.178 884 4.015
Totaal Werk voor Derden
5.976
5.300
6.078
Overige opbrengsten
232
350
517
1.583 1.732
1.473 1.770
1.489 1.770 1.218 13 5.665 1.176 883 3.606
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
520
647
1.038
1.218
5.421 1.130 552 3.739
4.694
Doorsluizingen
9.773
9.155
10.155
5.665
Doorberekende interne opbrengsten
362
396
423
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
26.424
25.083
26.794
Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi Resultaat uit bijzondere bedrijfsvoering; - kosten ivm reorganisatie Resultaat uit normale bedrijfsvoering
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
(430) (430)
(100) 38 (63)
(420) (420)
26.424
25.083
26.794
879
1.000
1.492
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
gem. fte.
1,3 14,4 19,9 42,7 27,2 27,3
156 1.220 1.313 2.159 1.135 1.101
1,0 13,0 18,7 47,6 27,5 17,8
120 1.175 1.262 2.470 1.222 758
1,6 12,8 18,4 41,5 27,6 27,8
179 1.167 1.235 2.089 1.136 1.099
49,1 0,1 182,0 0,9 7,7 28,1
1.374 11 8.468 56 419 993
39,0 0,1 164,7 1,0 7,3 28,2
1.165 11 8.182 64 404 1.013
45,8 0,2 175,9 1,3 7,1 28,1
1.361 22 8.287 99 367 1.017
36,7
1.468
36,5
1.481
36,5
1.483
Overige inzet
pm
155
Overige kosten
pm
26
TOTAAL
218,7
10.117
PNUT
Jaarrekening 2013 k€
k€
21,4
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
1,3 202,6
96
pm
14
pm
186 11
9.773
212,4
9.967
25,4
PAGINA 172/342
UNIVERSITEIT TWENTE Beginbalans 2013
Overzicht algemene reserves
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Gedragswetenschappen ResultaatEindbestemming balans 2013 2013
Vermogensmut. 2013 Uitgaven
(in €) Algemeen
981.073
-224.267
756.806
732.931 81.789 172.327 143.915 530.804 230.827 1.440.923 1.074.597 622.191
145.643 -253.670 -94.874 34.633 -64.263 66.835 -1.431 308.110 -12.350
878.574 -171.881 77.453 178.548 466.541 297.662 1.439.492 1.382.707 609.841
Opleidingen / OSC
139.074
17.500
156.574
Studium Generale
160.362
15.259
175.621
-62.875
6.247.938
Afdeling Technische- en Professionele Communicatie Afdeling Media, Communicatie en Organisatie Afdeling Psychologie, Gezondheid & Technologie Afdeling Psychologie van Conflict, Risico & Veiligheid Afdeling Wijsbegeerte Afdeling Cognitieve Psy. & Ergonomie Afdeling Instructietechnologie Afdeling Onderwijsorganisatie- en management Afdeling Onderzoeksmethodologie, Meetmethoden en Data-analyse
Totaal Algemene Reserves
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
6.310.813
0
0
PAGINA 173/342
Jaarverslag 2013 Loket VO/ELAN ELAN verzorgt de eerstegraads lerarenopleiding in de bètavakken en maatschappijleer alsmede de educatieve minor, die een tweedegraads bevoegdheid oplevert en voorbereidt op de masteropleiding. De lerarenopleiding van ELAN stond afgelopen jaar als beste bèta-lerarenopleiding van Nederland vermeld in de keuzegids hoger onderwijs. Daarnaast werkt ELAN in 3TU-verband aan de ontwikkeling van een route voor leraren afkomstig uit een ontwerpende discipline, zoals CTW of architectuur. Dergelijke leraren kunnen een onderbouwbevoegdheid in een “monovak” zoals wiskunde combineren met een bovenbouwbevoegdheid in de vakken Natuur, Leven en Technologie en Onderzoek en Ontwerpen. Het onderzoeksprogramma van ELAN, getiteld “Educating for Scientific Citizenship”, is in het afgelopen jaar goed op gang gekomen. Dat heeft geresulteerd in de acquisitie van EU-projecten “Inspiring Science Education” en “EASEL”, de laatste over sociale robotica in het onderwijs, in samenwerking met de HMI-groep van de faculteit EWI. Beide projecten richten zich op de didactiek van de bèta-wetenschappen, één van de speerpunten van het onderzoeksprogramma. In dit kader is ook een NWO-lerarenbeurs verworven alsmede een project bij TechYourFuture op het gebied van de ontwikkeling van wetenschappelijke attitudes bij jonge kinderen. Ook op het gebied van het andere speerpunt, het gebruik van teamaanpak in de professionele ontwikkeling van docenten, werden diverse projecten verworven. Bij TechYourFuture werd een promotieonderzoek verworven naar de effecten van docentontwikkelteams. In het kader van de projecten rond professionele leergemeenschappen en begeleiding van startende leraren werden lokale projecten binnengehaald, alsmede de landelijke coördinatie van de professionele leergemeenschappen. Ook werd een reviewstudie toegekend vanuit het dit jaar opgerichte regieorgaan onderwijsonderzoek op het gebied van implementatie van formatieve assessment. Tot slot verscheen bij Springer het boek “Data-based decision making in education” mede onder redactie van Kim Schildkamp, UHD bij de vakgroep. In 2013 was ELAN nog één instituut met Twente Academy. Twente Academy heeft in 2013 met het KNAW wetenschapsknooppunt Twente Academy Young verder gewerkt aan het concept van Zabuki, het Science Cafe junior in Enschede. Maandelijks zijn ruim 60 kinderen aan de slag met bèta en techniek onderwerpen. Gekoppeld aan Twente Academy Young zijn de professionaliseringscursussen Talentontwikkeling, wetenschap en techniek voor leerkrachten in het primair onderwijs in samenwerking met de pabo’s in de regio via het KWTO. Voor het voortgezet onderwijs zit het leeuwendeel van het werk van Twente Academy op de lijn van onderwijsinhoudelijke projecten: ontwikkelen en uitvoeren van masterclasses, begeleiding profielwerkstukken, online Leeromgeving en het TA-leerlingenlab. In 2013 is de basis gelegd voor het verder uitbouw van TA als een volwaardig Junior College. De bèta steunpunten van TA betreffen activiteiten rond aansluiting vo-ho, vakvernieuwing vo en professionalisering van vo-docenten. Centraal staan de vakdidactische en vakinhoudelijke nascholing van docenten met afstemming met typische UT-thema’s (quantummechanica, medische beeldvorming en lab on a chip). Bètasteunpunten en DOTs liggen in elkaars verlengde en benutten elkaars expertise en netwerk. Dit geldt ook voor de scholennetwerken rond Technasia, Jet-net en WON (W van vwo). ELAN heeft 2013 met een tekort van k€ 183 afgesloten. Belangrijkste verklaringen zijn enkele uitgestelde OCW projecten, eenmalige dubbele uitvoering van enkele onderwijsonderdelen in verband met de aanpassing van de educatieve minor aan het TOM model en een sterk tegenvallende belangstelling voor de masterroute Science Communication. Studenten hebben wel interesse in enkele vakken maar een tweede master in deze richting wordt blijkbaar niet geambieerd. Deze route wordt daarom afgebouwd. De genoemde oorzaken spelen in 2014 niet meer zodat een beter resultaat realistisch is.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 174/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Loket-VO Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
1.518 84 803 160 65 2.631
1.502 141 791 50 31 2.515
1.548 165 853 109 45 2.720
128
178
187
52 180
64 242
30 217
14 23 2 1 40
11 5
11 38 1
16
49
10 13 21
11 8 15
6 10 13
44
34
29
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
10 14 79 234 9 7 94 424
Overige lasten
871
Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
13 13 74 85 14 11 111 384
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
703
874
796 989
48 262 1.729
1.729
145
1.785
2.039
1.874
2
110
1.258
620
117 24 1.109
Totaal Werk voor Derden
1.260
730
1.249
Overige opbrengsten
418
465
292
36 56
33 60
33 60
53
49
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
3 9 94 382 11 5 102 266
961
Doorsluizingen
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
961 2
49 859 117 24 718
958
Doorsluizingen
1.106
142
1.001
859
961
0
859
Doorberekende interne opbrengsten
76
134
149
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
(82) (82)
0 0
Totaal van de baten
4.644
3.510
4.565
Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
(183) (183)
4.644
3.510
4.565
513
600
489
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Overige inzet
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
0,9 2,0
84 182
0,9 2,4
74 185
0,9 2,3
75 183
7,1 1,9 2,2
394 124 76
6,5 2,0 1,6
371 134 68
6,5 1,9 2,1
367 127 96
1,9
51
2,8
75
3,5
87
16,0
911
16,4
908
17,3
935
3,7 3,0
196 96
3,2 3,0
169 97
3,2 3,7
169 132
6,8
292
6,2
pm
311
Overige kosten
pm
5
TOTAAL
22,8
1.517
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
266
6,9
302
328
pm
281
1.502
24,1
pm 22,6
1.518
0,0
PAGINA 175/342
UNIVERSITEIT TWENTE Beginbalans 2013
Overzicht algemene reserves
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Vermogensmut. 2013 Uitgaven
Resultaatbestemming 2013
Loket-VO Eindbalans 2013
(in €) LOKET-VO
603.234
Totaal Algemene Reserves
603.234
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
0
0
-183.213
420.021
-183.213
420.021
PAGINA 176/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 177/342
Faculty ITC Introduction In 2013 the faculty ITC has continued its education, research and capacity development activities within its knowledge domain of geo-information science and earth observation. For the faculty ITC 2013 was a year of adaptation to the new reality of less base funding and shrinking research opportunities within the Netherlands and EU. ITC maintained its mission for capacity development and adjusted its policy towards that of the Ministry of Foreign Affairs as written in the report ‘A world to Gain, a new agenda for aid, trade and investment’. This new orientation had consequences for the selection of partners and priorities. Attracting funding from developing countries and/or its donors was given more priority. Overall, this strategy has proven to be very effective leading to extra incomes that will allow us to balance the budget cuts for 2014 and beyond. Both education and research processes have been continuously improved. Based on the feedback on the annual report 2012 during the VOJO 2013, we have now clearly linked objectives as formulated in the annual plan to results and achievements in 2013. Finally, by agreement of the executive board, we will now report in English Education Improvement of our education activities and processes is an ongoing activity within ITC. In the annual plan of 2013 six objectives were formulated with respect to education with the goal to prepare ITC for the reaccreditation in 2014 and to develop a future-proof curriculum and education methods. Objective 1: Aiming for more efficient education with blended learning, with continued exploration of distance education options. Combined with this objective, a new transparent financial allocation model will be developed based on required educational input (function of time allocation and type of student teacher interaction). Result 1: An internal educational policy document was prepared (ITC: vision on education) that was discussed with the faculty council. Also a document on the ‘Management of Education’ was prepared and discussed with the Faculty Council. A distance joint educational program (iGEON) was developed and established with Lund University. This program concerns only the natural resource management track of our MSc. This DE program has started autumn 2013. A project was started to develop E-learning components in the Core module. Objective 2: Study drop-out target remains < 10%. Result 2: Of the MSc students that started their education in 2012 around 10% dropped out of the combined in-house courses. Of all MSc in-house students that started in 2013 the study dropout rate so far is approximately 6%, still well below the target of < 10%. ITC Courses Level
2010 Inflow
Master of Science
2011 Efficiency
Inflow
2012 Efficiency
Inflow
2013 Efficiency
Inflow
Efficiency*
139
81,29%
91
92,31%
96
89,58%
119
94,12%
Master
16
87,50%
13
100,00%
6
100,00%
12
91,67%
Joint Educational Programmes
88
93,18%
114
89,47%
80
95,00%
134
85,82%
* Prognose (Courses not finished at 31/12/2013)
Obj ective 3: To develop an institutional education quality assessment plan. Result 3: The internal education quality assessment document was prepared and tuned to the UT documents. This document was tested during the UT institutional accreditation that was
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 178/342
successfully completed in 2013. We have submitted the document to the Faculty Council for approval at the end of 2013. Objective 4: To develop a new initial MSc. Result 4: The plans for an initial MSc (working name: “engineering the future”) were further elaborated and discussed with the other faculties, in order to arrive at a unique recognizable MSc that fits the UT profile. Due to the initialization of TOM for the BSc many UT partners were too preoccupied to become heavily involved in the MSc. Despite these delays, the content of the proposed MSc was finalized at the end of 2013. The next procedural steps for approval by the executive board will be taken in 2014. Objective 5: Evaluation of joint Educational Programs (JEP’s). Result 5: The evaluation of current JEP’s was linked to the reaccreditation efforts for 2014. The evaluation was still in progress at the end of 2013, but will be finished before July 2014, in order to meet the deadline of the self-evaluation of the reaccreditation in June 2014. At the end of 2013 all JEP partners attended a 3 day workshop on quality assurance. For more specific information see the JEP project description under ‘strategic funds investments’. Objective 6: ITC aims for all permanent scientific staff involved in education to have a base qualification education (BKO) or equivalent (including dispensation) within 5 years. Result 6: By the end of 2013 the percentage of staff with a qualification or dispensation was 61%. (See HR table). Research Efforts to improve and develop research support processes have been ongoing during 2013. The base information on PhD students and their efficiency has been collected and updated leading to an actual view of the efficiency of ITC PhD students (see table). The annual student intake was significantly higher in 2013 compared to 2012. This is mainly due to the temporary hold on student intake in 2012 due to tax office checks. We expect to maintain the total PhD population at a steady state of approximately 160 students. Scientific publication output (according to METIS) is at a somewhat lower level compared with 2012. The number of ISI publications remained at the same level as 2012, suggesting a new steady state of paper output. ITC Publications in METIS (1st)
2010*
2011* 205
2012
Period 2010-2013 852
217
163
02. Dissertatie
22
20
42
03. Vakpublicatie
59
65
124
01. Wetenschappelijke publicatie
267
2013
2
2
04. Populariserende publicatie
1
05. Erkenning 06. Overige producten Totaal
205
Ambitie * Registration of ITC publications until 2012 in Addlib
PhD (AIO & PhD Students) Inflow Number per 31/12
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
267
- -
2010
1
1
3
4
301
252
1.025
- -
2011
2012
2013
32
32
21
40
165
163
154
161
Period 2010-2013 125
PAGINA 179/342
PhD Efficiency 2004-2013 Cohort
Graduated ≤ 4Jr Graduated ≤ 5Jr Graduated > 5Jr
2004
21,4%
42,9%
14,3%
2005
15,4%
7,7%
30,8%
2006
13,6%
45,5%
13,6%
2007
12,2%
31,7%
17,1%
2008
13,3%
20,0%
6,7%
2009
12,1%
12,1%
2010
4,5%
2011
3,7%
2012 2013
Graduated 78,6%
In Progress
Discontinued
0,0%
21,4%
53,8%
7,7%
38,5%
72,7%
18,2%
9,1%
61,0%
17,1%
22,0%
40,0%
33,3%
26,7%
0,0%
24,2%
57,6%
18,2%
0,0%
0,0%
4,5%
72,7%
22,7%
0,0%
0,0%
3,7%
77,8%
18,5%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
83,3%
16,7%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
97,1%
2,9%
Total
13,7%
26,1%
11,8%
51,6%
26,8%
21,6%
Cum
13,7%
39,9%
51,6%
51,6%
78,4%
100,0%
100,0% 80,0% 60,0% 40,0% 20,0% 0,0% 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Discontinued
In Progress
Graduated > 5Jr
In the annual plan of 2013 six objectives were formulated with respect to research. These objectives serve to increase the output and impact of ITC research. Objective 1: The development of a new focused layout plan for the research domains of current and potential Tenure Track (TT) related chairs. ITC will continue to act as an independent research institute within UT and consult on a regular basis with neighbouring research institutes such as CTIT and IGS. Result 1: The domain layout plan was developed in close consultation with the departments and all chairs and approved by the Faculty Council. ITC has followed the developments on the research institutes and maintained its independent position. The Dean also acts as scientific director within the UT. Objective 2: Identify Tenure Track (TT) positions in order to strengthen the ITC profile. Result 2: The new domain layout plan helped to identify all departments TT positions. Current staff and new staff have been selected to fulfil these positions. By the end of 2013 ITC had 8 registered Tenure Track staff. See HRM section for more details. Objective 3: Broaden the research ‘umbrella theme’ towards capacity development in order to stimulate Public Private Partnerships (PPP according to policy document of ministry of foreign affairs) in East Africa and develop a PhD program with Indonesia. Results 3: The use of seed money to develop PPP programs has been very successful and led in 2013 to three large multi-million Euro programs. In Kenya around Lake Naivashia (IWRAP), in Kenya/Tanzania (MAMASE) in the Mara basin, and GEOCAP in Indonesia. A PhD program with Indonesian partners (BPPT, BIG, LAPAN) and funded by the World Bank (15 positions) was initiated and now 2 students are enrolled within the ITC PhD program. Objective 4: All relevant Academic staff (UD, UHD and Prof) with allocated research time should meet the minimum research output criteria of SENSE national research/graduate school. Result 4: By the end of 2013, a total of 63 staff members fulfilled the research output criteria of SENSE. Objective 5: Identify and co-develop additional PhD research scholarships. Result 5: Starting in 2013, under specific conditions, the ITC foundation is supplying, , additional PhD scholarships (max one year) for ITC PhD students who need some extra time to finish their thesis. Objective 6: The PhD graduate handbook procedure is active and running, and linked with established UT procedures. Results 6: In 2013 the PhD graduate handbook was implemented including the project finances. We have actively contributed to the UT project and steering group “Internationalization-chain” in order to develop a standardized UT procedure. Capacity Development In the annual plan of 2013 six objectives were formulated with respect to capacity development. These objectives are related to student intake and alignment with the Dutch policy ‘A world to Gain’. Objective 1: We aim to increase MSc student intake by developing strategies for new student markets. Results 1: A first exploration of the North American (Canada and USA) market was initiated but execution was delayed due to the requirement of administrative procedures of the US FAFSA
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 180/342
(Free Application for Federal Student Aid) at university level. ITC will start recruiting for the 2014 intake. Objective 2: Develop a specific strategy and investment plan for our identified target countries. Result 2: Two target country working groups were established for South East Asia and East Africa.. These groups were asked to formulate a first policy draft document by the end of 2013. These documents have only been partly produced. This policy development will continue in 2014. Objective 3: Strengthening collaboration with successful JEP’s with potential PhD collaboration. Result 3: This has not happened yet, because the reaccreditation process needs to be finished first. Objective 4: Investigate new business models for distance education. Result 4: A new business model is introduced and will be tested in the new DE JEP (iGEON) with Lund University. Objective 5: Evaluated UNU schools of ITC Result 5: An exploratory visit was made to the Vice-Rector of the United Nations University (UNU) in Bonn. This meeting was not conclusive and a follow up visit to UNU is planned for 2014. The Ministry of Foreign Affairs inquired about ITC’s UNESCO status. This triggered a visit to UNESCO Paris. A request to the Ministry of Education Culture and Science (OCW) to explore opportunities for ITC to become a status 2 UNESCO institute is pending. Objective 6: Support departments in obtaining more third money (external) funding for projects. Results 6: Significant large projects were obtained with several departments actively involved. The directorate has been actively supporting these initiatives by making visits and establishing MOU’s with relevant partners. Stimulation was given for some staff members take up more project managerial responsibilities. HRM-policy Management Development and Talent management The Tenure Track concept has become a permanent part of the Faculty’s talent policy. For the benefit of the success of the Tenure Tracker a facilitating supportive policy was established. It was also established that the Tenure Tracker which we started in the pre-2010 ITC policy (2 Tenure Trackers) will at some point step into the current policy. By adding a UT Scientific Director (WD ) as a permanent committee member, current UT policy was implemented. In order to improve the development of a Tenure Track candidate, a pilot with a developmental assessment was started. Objective: Establishing approximately 12-15 Tenure Trackers within ITC 2013-2014. Result : 8 Tenure Track positions were appointed by the end of 2013, and in 2014, a total of 16 Tenure Trackers are expected. ITC would like to mention that the procedure to appointing 2 Female Tenure Track candidates (UTWIST / 1 based on central-finances and 1 self-financed) started in 2013 and led to the selection of two candidates in 2014. ITC is involved in the development of policy for talented Educational staff. Furthermore, every staff member is asked during the annual FJUT to indicated development areas and wishes. All relevant requests, staff wishes and ITC requirements have been accommodated in 2013 by specific actions, training etc. BKO ITC is on track with meeting the objectives concerning Base Qualifications Education (BKO). ITC is aware of the fact that there is an effort required to stimulate staff to finish their BKO. Some staff members have been ‘in-progress’ too long. This issue has the attention of ITC’s directorate and the Educational Director (OD).
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 181/342
ITC‐ ALLE DOCENTEN STAND 23‐12‐2013
Vrijstelli Behaald Bezig ng (DUIT) BKO BKO (gestart voor juni 2012)
1.Hoogleraar 2.Universitair hoofddocent 3.Universitair docent 4.Docent TOTAAL percentage HUIDIGE BKO‐CIJFER: Verwachting 2015
1
1 2 8 3
Bezig BKO (o.b.v. brief Nieuw)
Bezig Ontheffi BKO (obv ng brief ERVAREN PROC) 2 2 8 10
1 6 3
niet gestart‐ ervaren proc
niet geen gestart brief nieuw (regulier)
11 9 12 12
TOTAAL
14 14 36 31
1 3
1 14 10 0 22 44 0 4 0 95 1,05% 14,74% 10,53% 0,00% 23,16% 46,32% 0,00% 4,21% 0,00% 100,00% 15,79% 51,58% (= hui di ge BKO en BKO‐BEZIG (s ta rt voor juni 2012) en 0,5 * ERVAREN PROC; moet zi jn 45%)
Note: The category ‘niet gestart nieuw regulier’ shows there are five people in it. This concerns five new employees who have just started at ITC. They have already had an interview with the OD Security, Health and Environment Sustainable employability is considered important at ITC. In 2013, a substantial contribution in evaluating the HR - UT Project ‘Healthy and Strong at Work’ was given by ITC. The resulting recommendations are successfully incorporated into the renewed approach to the GSW project. In the context of security, in 2013 new employees were trained to serve the ITC Emergency Response (ER). As a result of this, the ER-Team is back to full strength. In order to learn and develop skills, a partial evacuation took place, allowing new ER-Team members to practice and gain experience under the supervision of members of the Decentralized Crisis Team and a UT Security expert. A new emergency response plan was written, entitled ‘Evacuation’. The document is now presented for approval to the Fire Department of the city of Enschede. ITC’s sickness absence rate has further decreased from 2.29 % in 2012 to 1.64% in 2013. Operational Management In 2013 many processes still needed improvement and fine tuning, and some final ITC/UT integrations processes needed to be finalized. This led to three main objectives for operational management. Objective 1: Offering excellent customized support to the primary processes. More specifically an operational blueprint for BOOZ; an operational education distribution model; operational standard study contracts Result 1: The ITC education and research support process was adopted in 2013 and has been operational as of mid-2013. The standard study contracts for MSc students have been implemented with effect from the 2013-2014 academic year. The standard study contracts for the PhD programme were adopted but have not yet undergone final fiscal inspection. For this inspection, alignment with the central activities regarding the Twente Graduate School is being sought in 2014.
ITC Ratio WP/OBP per 31/12
2010
2011
2012
Type
% Fte 34,0%
% Fte 33,2%
% Fte 34,8%
% Fte 36,5%
Ambition 36,2%
02. OBP
21,9%
21,9%
19,8%
18,3%
18,4%
03. PhD Student
44,2%
45,0%
45,4%
45,2%
45,4%
01. WP
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
2013
PAGINA 182/342
Objective 2: Improving the organizational efficiency Result 2: The ITC Faculty continued to work towards its aim of meeting the desired WP/OBP ratio. In comparison with the KPI’s and the overall UT policy relating to the WP/OBP ratio, ITC scores well on all fronts, meaning that ITC was on a par or below the norm. A remaining point of attention in this respect is the fact that the PhD population within ITC is included when calculating ratios. Another way of gaining efficiency improvements is the development of standard protocols, procedures and working methods. In 2013, as a corollary of the education and research process blueprint, a PhD instruction was developed, adopted and implemented. Objective 3: Accomplishing the further integration of ITC in the UT, including system synchronizing Result 3: ITC’s Marketing and Communication department was transferred to the central Marketing and Communication service department in mid-2013. The first annual plan in the new organizational environment was discussed and adopted. The ‘admission and enrolment’ regulations were synchronized with the UT guidelines. As of January 2014, the tuition fees for ITC have been aligned with UT tuition fees. The tasks of the BOOZ department were described and adopted in close consultation with the Student and Education Service Centre (CES) and HRM. No further synchronization of systems (in the fields of either Marketing and Communication or CES) has as yet taken place. However, the University Information Management department (UIM) drew up an inventory of systems that still need to be integrated. Project leaders were identified (the directors of the Marketing and Communication and CES departments, respectively), but follow-up activities and steps are not to be expected until 2014. Integration was also realized by the active participating in UT-wide plans and initiatives. The following activities are a few examples of this participation in 2013: Participation in the Bèta steering group on Governance; ITC travel agency (a pilot) is open for business for the entire UT; ITC supplied the chair and the project leader for what is referred to as ‘Internationalization Chain’ project. Twente Academy was led and incorporated into ITC; Input was provided on the UT-wide reorientation regarding the financial column; ITC started as a pilot for reorienting of the annual performance appraisals and the forms which have been designed for these talks.
Adaptive Management in 2013 We are acting in a highly dynamic environment, leading to many unanticipated activities and dossiers in 2013. Five of such unforeseen activities in the annual plan 2013 are: Minister Ploumen's policy document was published at the start of 2013. Apart from publicly announcing the Minister's policy intentions, the same document also announced a new round of budget cuts for ODA resources. A budget cut that yet again affects ITC. Various scenarios were developed for cushioning the budget cuts (please refer to the chapter on finance). In consultation with the Executive Board, a lobby of the Ministry of Education, Culture and Science, the province of Overijssel, the city of Enschede, the Dutch House of Representatives and the Ministry of Foreign Affairs was initiated, with the main objective being to obtain clarity about
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 183/342
what type of evaluation of the International Education institutes will take place in the future. The Executive Board/ITC successfully managed to link this evaluation with the existing KPI agreements concluded with the Ministry of Education, Culture and Science. One of the objectives of ITC is to develop other types of education (including distance courses and programmes). On the initiative of the NRS department, and in collaboration with Lund University, a comprehensive distance MSc programme was developed, with the first intake of students in the autumn of 2013. The administrative/financial design as well as the support, planning and monitoring of this distance programme is still under development, and for the moment is performed manually in a customized manner. In response to Saxion's request for extra floor space, several constructional activities took place during the summer period: lecture rooms were redesigned, a study landscape was developed and implemented, and the lecture theatres were modernized. In 2013, ITC offered support to the ITC Foundation in developing a PhD study grant programme. After final approval by the tax authorities, the first round of applications from PhD students could be processed and the first grants were awarded. Towards the end of 2013, exploratory discussions took place with UNESCO in Paris and were initiated and facilitated by the permanent Dutch representative for UNESCO. ITC’s current UNESCO status is no longer valid, and in order to maintain UNESCO status, ITC can apply to become a so-called Category 2 UNESCO institute. This would make us the second institute in the Netherlands to have this label. The discussions will continue at the start of 2014. Risks in 2013 The risks identified in the Annual Plan 2013: Risk 1: A delay in meeting the objectives as a consequence of reducing the supporting OBP staff percentage Result 1: Some delay occurred with respect to some cases, but as of yet, no long-term unacceptable situations or risks have arisen. However, we have reached the limit of what we can accomplish with the existing the staffing level. ITC is dependent on the central service departments where system synchronization is concerned. In this respect too, the original schedule and prioritization were hit by delays. Risk 2: New and interim prioritization in activities following new strategic Executive Board decisions Result 2: A great number of unforeseen large and small cases (see adaptive management section) obliged us to make interim shifts in priorities and, hence, to adjust the deadlines for internal targets. The reason for these adaptation were outside the UT. Risk 3: Enforcing established procedures: compliance with established procedures on all levels requires strict monitoring Result 3: ITC in 2013 enforced and monitored compliance. Finance Result The result 2013 is M€ 2,0 positive whereas the budgeted result was M€ 0,0. The increase can be specified as follow: Budgetted Result
0,00
Amounts round off in M€
Changes Assignments Project Revenues Other income Interest income Personel expenses* Housing costs Equipment and materials Other costs Extraordinary costs Result 2013
Incidental Normal 0,30 0,60 0,35 -0,10 0,90 0,15 0,80 1,00 1,40 -3,40 -1,15
3,15
2,00
* a part of the personnel expenses is estimated by other costs as management costs
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 184/342
The assignments have increased due to more income from tuition fees (M€ 0,1) and compensation of illness and senior arrangements (M€ 0,2). More project activities including both incidental project results and project contribution margin of staff (‘dekkingsbijdrage’) resulted in M€ 0,6 more revenues than originally budgeted. It is expected that the project income will continue to grow in the nearby future. The increase of ‘other income’ can be explained by renting out educational facilities to Saxion (M€ 0,17) and by compensation income from the ITC Foundation for old financial commitments to students (M€ 0,18). This compensation has been approved in 2013 by the tax authorities. Due to budget cuts of ITC base funding, long term investments in tenure tracks and ‘AIO’s’/postdocs were postponed during the first half of 2013. The budget planning for 2014, as of mid-2013, indicated that there was still room to invest in (temporary) personnel. New vacancies were initiated late in 2013. This delay of half a year combined with the often long processing time of new vacancies causes a delay in fulfilling positions. This led to an unintentional saving on personnel costs (M€ 0,9). It is to be expected that in 2014 there will be a more significant investment in (temporary) personnel. Both the housing costs (M€ 0,15), equipment (M€ 0,2) and materials (M€ 0,6) have decreased as a result of revised internal policy due to the governmental budget costs. The decrease of the other costs can be divided into three parts, namely general other costs, IIH B.V. contribution and student costs. General other costs (M € 0,35) Due to internal revised policy oriented on cutting down expenses the staff ordered less than budgeted; IIH B.V. contribution (M€ 0,65) The final budget of IIH B.V. was determined after the budget for the faculty ITC was approved. This caused a difference in contribution compared to the original budget. Furthermore the IIH result was M€ 0,5 higher than originally calculated; Student costs (M€ 1,4) In the budget 2013 an amount was reserved for contribution in student costs concerning old financial commitments (M€ 1,0). Also an amount was budgeted for possible negative effects related to ‘cleaning up’ the conversion. During the closing of 2012 the cleaning up already started and was followed up in 2013. Meanwhile the so called ‘dummy-account’ is manageable and there remains a reservation until the last ‘conversie-student’ has checked out. This is expected to happen in 2015. There was also an amount (M€ 0,4) on the ‘FSA-accounts’ that had an incorrect negative effect on the result 2012. This was corrected in 2013 and related to the complexity of entry’s around FSA. The conversion effects seem to be manageable and the procedures around the student registration and administration have been adjusted. Consequently, it is now timely to evaluate the design of FSA. This design is very complex and based on the wishes during the transfer period of ITC to the UT systems. Current design criteria will be different and we should evaluate if FSA can be simplified. The Faculty ITC wants to participate in the recent developments at UT level concerning for example scholarship administration. We recommend that the UT should strive for similar procedures and accounting systems. We are willing to share our experiences as lessons learned. The extraordinary costs (M€ 3,5) concern primarily impairment of the ITC building. Reserve The ITC faculty reserve increased from M€ 23,1 to M€ 25,1. Erasmus Mundus Audit In 2013 the Education, Audiovisual and Cultural Executive Agency audited two large Erasmus Mundus Projects the ITC Faculty has coordinated. The outcomes were very positive and the required adjustments in the final budget are negligible.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 185/342
Strategic Funds Distance Education Distance Education has been carried out in ITC for a long time, initially as stand-alone courses but increasingly as integral part of the education portfolio of the Faculty. As part of the initiative to develop more flexible ways of offering educational programs to a world-wide audience the development of a new approach towards (blended) learning has started in 2013. The process was started with the development of E-learning components for the ITC Core Modules. Following the formulation of clear ideas for a new approach to education, a didactic framework was developed that matches state-of-the art methodologies and approaches to E-learning and helps integrating it into the educational model in ITC. This included reviewing a range of issues such as the use of digital text books, modular design of materials and the use of learning elements to build up course components. Demonstration courses have been developed as teasers pilot projects to invite feedback from staff and students. Steps have also been made to integrate Distance Education into the regular system for Quality Assurance at ITC. The development of the blended model for education and the development of relevant Elearning components and courses is a process that will continue into 2014. In a drive to prepare the ITC Master programs for the future, strategic course elements will be prioritized and the development of course materials will be continued. The estimated costs were divided into eight categories (in the original application), the first three categories were spent in 2013, totalling an amount of approximately M€ 0,03. The remaining estimated costs of more than M€ 0,2 will be spend in 2014. Joint Education Programs and Quality Assurance ITC is offering its Master of Science degree programs through a network of education partners in a number of countries. After an internal evaluation of all these joint programs (2009-2010) a new review has started to align quality assurance procedures throughout the educational network and to prepare for the upcoming re-accreditation of the ITC MSc programs. The review involves all institutions in the network and commenced in 2013 with a workshop where all partners shared their ideas and approaches to Quality Assurance. Most of the groundwork was carried out in 2013 but the process will continue into April 2014 by rolling out the shared quality assurance system and by developing guidelines for the development, management and monitoring of joint education initiatives. The estimated costs were divided into seven categories (in the original application), the first four categories were spent in 2013, totalling to an amount of approximately M€ 0,06. The remaining estimated costs, of approximately M€ 0,12 will be realized in 2014, mostly on the partner visits to implement the QA system and prepare the accreditation. Multi Annual Budget 2014-2018 The ITC wants to increase the quantity and quality of its scientific staff to a higher level. The decisions on new budget cuts in 2016 will determine if we can grow permanently or only temporarily. This is why many of the personnel investments in 2014 are made in temporary staff. The new rapid developments in international education and capacity development will be closely monitored and in our strategy adapted accordingly. Our new faculty strategy 2015-2020 will be developed after the UT strategy has be defined, and this will be translated into future investments. Risk paragraph The budget of the ITC Faculty depends on the policy of development aid and available resources of the Ministry of Foreign Affairs. It is still uncertain how possible budget cuts by the Ministry will be determined.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 186/342
UNIVERSITEIT TWENTE
International Institute for Geo-Information Science and Earth Observation Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
9.046 315 4.911 424 311 15.007
580 15.245
8.845 458 4.829 118 332 14.582
Huisvestingslasten
1.445 1.043 2.489
1.370 1.169 2.539
1.342 1.040 2.382
332 312 1 59 704
343 234 14 258 849
282 300 0 43 626
238 98 254 253 842
250 690 295 252 1.487
256 161 171 253 842
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m 2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
9.485 3 5.178
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
23.654
23.630
(2.170)
(2.601)
(1.026)
21.484
21.029
21.315
328 704 2.839
2.838
400 524 3.047
Totaal Werk voor Derden
3.871
172 3.010
3.971
Overige opbrengsten
2.438
2.677
2.123
50
170
170
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
22.341
101 18 1.168 437 1.767 35 1.053 665
103 112 1.055 164 2.394 84 2.411 399
100 36 1.137 558 576 64 803 344
5.243
6.721
3.620
Doorsluizingen
50
170
170
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
17
75
19
312 94 406
290
Bijzondere lasten
290
228 3.306 3.533
Bijzondere baten
0
200
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal Resultaat
3.169 3.169
30 30
2.014 2.014
Totaal van de lasten
27.861
27.161
27.599
Totaal van de baten
27.861
27.161
27.599
480
1.195
1.711
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
1,8 13,0 13,0 41,5 30,9 4,0
Begroting 2013 k€
gem. fte.
181 1.225 902 2.209 1.647 167
gem. fte. 197 1.240 950 2.260 1.683 438
1,2 13,0 13,4 37,4 29,5 8,8
136 1.240 1.008 1.946 1.571 341
4,9
139
4,9
136
109,2 2,9 9,8 48,9 1,0
6.470 229 575 1.721 26
119,7 3,0 9,7 47,2 1,0
6.904 237 578 1.667 27
6,4 0,2 110,0 2,0 9,7 45,7 1,0
178 6 6.426 166 580 1.639 27
62,6
2.551
60,9
2.510
58,4
2.412
Overige inzet
pm
3
Overige kosten
pm
22
TOTAAL
171,8
9.046
PNUT
2,0 14,0 13,8 42,7 32,0 10,3
Jaarrekening 2013 k€
k€
13,2
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
71
pm
7
pm 180,6 2,5
9.485
168,4
8.845
0,0
PAGINA 187/342
UNIVERSITEIT TWENTE / FACULTEIT ITC
ITC
Overzicht algemene reserves (in €)
Algemene Reserve
Bestemmingsreserve (vastgelegd in terreinen)
Totaal Algemene Reserves
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Beginbalans 2013
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Vermogensmut. 2013 Uitgaven
Resultaatbestemming 2013
23.091.500
2.013.724
1.662.760
24.754.260
Eindbalans 2013
25.105.224
1.662.760
0
0
2.013.724
26.767.984
PAGINA 188/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 189/342
Institute of Mechanics, Processes and Control Twente
Laatste afwikkeling projecten. Afwijkingen: Lasten: Personele lasten voor het OCRI project niet begroot geboekt € 48.274,=. Aan GEI (nu ingebed bij TNW) doorberekende salarislasten € 6661,=. In totaal is voor het OCRI project een overige kosten een bedrag van € 33.519 geboekt. Huur apparatuur is geboekt € 872. De Sim gelden zijn hoger dan begroot vacature ingevuld per 1 december 2012 . Afwijking k€ 36. De afwikkeling van het OCRI project is niet begroot en leidt daarom tot hogere kosten en baten. In 2014 zal dit project afgesloten worden en zal het bedrijf IMPACT niet meer in de rapportages voorkomen. Voor de afwikkeling van een aantal vermogen mutaties en voor de afsluiting van het OCRI project zal het bedrijfsnummer administratief nog toegankelijk moeten zijn.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 190/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Institute of Mechanics, Processes and Control Twente Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen 123 73 67 (2) 18 279
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
0
6 38 3 (7) 1 42
0
0
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
552
552
0
0
19 1 19
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
3 1 6 9
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
0
1
0
0
2 14 1
Mat. gebonden lasten
0 3 16 149 16
Overige lasten
3 (0)
210
0
34
539
62
68
0
70
(8)
0
0
3.097 958 471 1.669
2.714 1.273 392 1.048
Doorsluizingen
3.097
0
2.714
96
100
3.097
Doorsluizingen
Overige opbrengsten Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
0 31
26 1
Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
70
0
17
Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
Totaal Werk voor Derden
68
34
2.714
3.698
100
2.844
Doorberekende interne opbrengsten
3
0
0
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
3.712
0
2.784
Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
(520) (520)
(100) (100)
3.712
0
16
0
Dekkingsbijdrage
(136) (136) 2.784
(12)
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte.
Begroting 2013 k€
gem. fte.
k€
Jaarrekening 2013 k€
gem. fte.
WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP
0,4
13
0,1
2
0,4 1,0
13 96
0,1
2
0,5
14
0,1
4
Totaal OBP-formatie
1,5
109
0,1
4
pm
0
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
1,9
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
0
pm 123
0,0
0,2
6
0,0
PAGINA 191/342
UNIVERSITEIT TWENTE Overzicht algemene reserves (in €)
Convenantbijdrage/Strategische middelen Route 14+ Energy Algemeen SETS GEI Algemeen
Totaal Algemene Reserves
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Beginbalans 2013
212.979 282.224 107.691 -105.989 15.772
512.677
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Vermogensmut. 2013 Uitgaven
105.989 282.224
Resultaatbestemming 2013
-96.000 -39.834
10.990 0 67.857 0 15.772
-135.834
94.619
105.989
105.989
388.213
IMPACT Eindbalans 2013
PAGINA 192/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 193/342
Centre for Telematics and Information Technology Profilering Als vervolg op de midterm review van CTIT (2012) is in 2013 gewerkt aan een coherent, innovatief onderzoeksprogramma. Kernelementen zijn hierbij multidisciplinariteit en kwaliteit. Het CTITonderzoek is nu onderverdeeld in een aantal multidisciplinaire centres (zie hoofdstuk 2, Onderzoek). Niet àl het CTIT onderzoek valt binnen deze centres. Het zijn wel focus gebieden die nationaal en internationaal belangrijk zijn en die nauw aansluiten bij de doelstellingen van het (economisch relevante) Nederlandse Topsectorenbeleid en het nieuwe Europese kaderprogramma Horizon 2020 (Industrial Leadership en Grand Challenges). Daarnaast stelt CTIT financiële middelen beschikbaar om de kwaliteit van haar onderzoek verder te verhogen. De Centres bieden volop de expertise om aan bredere UT thema’s zoals Health Care, Smart/Digital Cities en Veiligheid (safety en security) bij te dragen. De high-tech human-touch benadering is zowel intern als extern belangrijk; daarom zal samenwerking tussen de technische en niet-technische disciplines binnen CTIT verder worden geïntensiveerd. CTIT heeft in 2013 met succes het onderzoek vaker in de landelijke media onder de aandacht kunnen brengen. Een aantal onderzoekers is de afgelopen tijd op radio en TV geweest en ook binnen de vakpers komt CTIT-onderzoek vaker over het voetlicht. Dit beleid wordt gecontinueerd. Valorisatie van onderzoeksresultaten blijft een belangrijk strategisch issue, ook voor de komende jaren. De CTIT business accelerator begeleidt jaarlijks 5-6 nieuwe spin-offs, ook wordt advies gegeven aan studentbedrijfjes (die niet in deze telling voorkomen). Onderzoek Het nieuwe Research Plan 2014-2020 heeft als belangrijkste doelen: in samenwerking met strategische partners richting en inhoud geven aan de nationale en internationale onderzoek- en innovatieagenda’s om zo de CTIT onderzoekers optimaal te kunnen positioneren voor externe funding, en het bereiken en bevorderen van wetenschappelijke excellentie met impact op de samenleving. Het CTIT-onderzoek is hiertoe onderverdeeld in een aantal duidelijk herkenbare multidisciplinaire centres: Centre for Dependable Systems and Networks (C.DSN) Centre for Cyber Security and Public Safety (CCSPS) Centre of Service and Interaction Robotics (CoSIR) Centre for Green ICT Centre for Sustainable Supply Chain Innovation (SSI) Centre for Tele-Monitoring and Smart Coaching Centre for Array Technology (CAT) Centre for Wireless and Sensor Systems (WiSe) Centre for Healthcare Operation Improvements and Research (CHOIR) De Centres zijn kleiner in omvang dan de voormalige SROs, meer gefocust, daardoor qua thematiek herkenbaarder. CTIT wil zo flexibeler in kunnen spelen op nieuwe (inter)nationale ontwikkelingen. Ze hebben een goede wetenschappelijke reputatie en zijn extern duidelijk zichtbaar, zowel in de wetenschappelijke wereld als bij policy makers en het bedrijfsleven. De Centres dekken niet àl het CTIT onderzoek, maar beperkt de focus tot gebieden die nationaal en internationaal relevant zijn (Nederlandse Topsectorenbeleid en het nieuwe Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020). In de centers participeren meestal slechts delen van leerstoelen en niet meer -zoals bij de vroegere SROs- hele vakgroepen. Er zijn dus duidelijke inhoudelijke keuzes gemaakt welke thematiek CTIT wel en welke niet in een center onderbrengt. Binnen de UT worden momenteel een drietal speerpunten geformuleerd rond de thema’s Health Care, Smart/Digital Cities en Veiligheid (safety en security). De Centres bieden volop de expertise om aan deze thema’s bij te dragen. De high-tech human-touch benadering van de UT is hierbij van voordeel: de samenwerking tussen de technische en niettechnische disciplines bestaat al geruime tijd en zal de komende jaren verder worden versterkt. Via de Centres beogen we de kwaliteit van onderzoek een duidelijke impuls te geven, zodat de scores bij onderzoekvisitaties verder verbeteren. In het jaarplan 2013 heeft CTIT aangekondigd meer te willen inzetten op persoonlijke grants, zoals Vernieuwingsimpuls en ERC. Ook wil het een attractieve werkomgeving bieden, zodat externe wetenschappers het aantrekkelijk vinden een tijd in Twente door
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 194/342
te brengen. CTIT heeft daarom een substantieel budget vrijgemaakt voor een talentontwikkelingsprogramma, met de volgende doelstellingen: - Aantrekken of het behouden van jonge veelbelovende onderzoekers, verbetering van hun carrièreperspectief. Zij zullen de gelegenheid krijgen hun eigen onderzoeksgebied uit te bouwen. Met de faculteiten zullen nadere gesprekken plaatsvinden hoe dit in te passen in het Tenure-track systeem. - Toename van het aantal persoonlijke grants, zoals Vernieuwingsimpuls, ERC Grants, etc. Talentvolle onderzoekers kunnen voor een bepaalde periode worden vrijgesteld van hun reguliere taken om een goed onderzoeksvoorstel voor te bereiden, waarbij m.b.v. CTIT-budget eventuele vervanging kan worden geregeld. - Uitwisseling van onderzoekers van en naar internationale onderzoeksinstituten / -laboratoria en universiteiten. CTIT heeft aan dit beleid in 2013 slechts beperkt invulling kunnen geven, omdat vanwege de reorganisatie binnen EWI (85% van het CTIT) tot het laatste kwartaal 2013 een vacaturestop bestond. Dit heeft grote gevolgen gehad voor de invulling van vacatures en de bijbehorende plannen. Wel heeft één (GW) onderzoeker in 2013 een beroep op het talentontwikkelingsbudget gedaan en is er een voorstel in voorbereiding. Als verdere kwaliteitsimpuls worden wetenschappers extra gestimuleerd hun papers bij topkwaliteit tijdschriften en conferenties met een high-quality review proces in te dienen. De reorganisatie bij EWI heeft grote impact gehad op het CTIT-onderzoek. Een aantal onderzoeksthema’s is gestopt of wordt over enige jaren met de pensionering van enkele hoogleraren beëindigd. Ca. 15 fte stafleden is aangezegd dat zij hun baan zullen verliezen. Hun inzet in externe projecten zal op een andere manier moeten worden gecompenseerd, wat niet altijd eenvoudig is vanwege hun specifieke expertise. Ook de begeleidings- en matchingscapaciteit vermindert hierdoor. Eind 2013 is het resultaat van de onderzoeksvisitatie Filosofie bekend geworden: de groep Wijsbegeerte bij GW is wederom als excellent beoordeeld. CTIT onderzoek heeft een sterke koppeling met het bachelor- en masteronderwijs binnen de diverse faculteiten en enkele gezamenlijke masters met andere universiteiten (o.m. in 3TU en EIT ICT Labs verband). CTIT is tevens nauw betrokken bij de Graduate School Twente, de TGS-programma’s zijn duidelijk gekoppeld aan het onderzoek binnen de Centres. Ethische vraagstukken spelen bij (externe) ICT onderzoeksprojecten een steeds belangrijkere rol. CTIT heeft daarom sinds augustus 2012 een postdoc met een filosofie/ethiek-achtergrond voor 2 jaar aangesteld om onderzoekers te adviseren over ethische kwesties. Ze schrijft tevens in voorkomende gevallen mee aan onderzoeksvoorstellen. Haar inzet heeft geleid tot diverse gezamenlijke publicaties met CTIT-onderzoekers en een bijdrage aan het “Schloss Dagstuhl” (Duitsland, onderdeel van het Leibniz-Zentrum für Informatik) seminar “Ethics in Data sharing”, waarin wetenschappers uit de VS en Europa gezamenlijk over dit onderwerp van gedachten gewisseld hebben. Het blijkt voor velen nog een nieuw terrein, waar men in toenemende mate mee geconfronteerd wordt bij lopend onderzoek. In 2013 is er opnieuw een substantiële investering gepleegd in nieuwe onderzoeksapparatuur bij diverse onderzoeklabs (robotica: samenwerking HMI en RAM, mede in het kader van SmartXP; cyber physical systems/ radiolab: ICD, CAES, DACS en TE) en security (DACS en SCS). Internationaal CTIT is van oudsher sterk betrokken bij Europese onderzoeksactiviteiten. Net als in 2012, zijn de onderzoeksgroepen in 2013 zeer succesvol geweest bij Calls in het zevende Kaderprogramma van de Europese Unie. Dertien nieuwe projecten zijn van start gegaan/goedgekeurd, waarvan 4 binnen de vakgroep HMI (EWI) en 3 binnen de vakgroep Wijbegeerte (GW). Hiermee scoort CTIT ver bovengemiddeld. Van het project SATORI (GW/Wijsbegeerte) is de UT coördinator, evenals van 4 andere projecten die eind 2012 zijn gestart. In 2013 liepen er ca. 50 Europese FP7 projecten waarvan er 6 in de loop van 2013 zijn beëindigd; daarnaast worden er nog 7 projecten in het kader van EIT ICT Labs uitgevoerd en 9 projecten i.h.k. van ENIAC, ITEA en regionale EU-subsidies. Het achtste kaderprogramma Horizon 2020 (2014-2020) is eind december 2013 van start gaan. De eerste Calls sluiten in maart/april 2014. Horizon 2020 is gebaseerd op 3 pijlers: (1) Scientific Excellence, (2) Industrial Leadership en (3) Grand (Societal) Challenges. Binnen pijler 1 bevinden zich
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 195/342
het ERC-programma, de Marie Sklodowska-Curie programma’s en de Networks of Excellence. Pijler 2 Industrial Leadership lijkt nog het meest op het oude RTD-programma waar CTIT jarenlang goede resultaten heeft weten te behalen; de industrie dient hierbij de lead te hebben. Binnen pijler 3 staan de grote maatschappelijke uitdagingen (“Grand Challenges”) van de toekomst centraal. De nadruk ligt niet zozeer op technologische uitdagingen, als wel maatschappelijke uitdagingen waar de Europese samenleving op de langere termijn mee geconfronteerd wordt, m.n. op de gebieden Health, Food, Security, Energy, Transport en Climate. ICT kan voor deze domeinen veel betekenen. Echter, de uitdagingen vereisen een multidisciplinaire aanpak waarbij men niet zozeer samenwerkt met de bekende technologiepartners, maar in ketens van (multidisciplinaire) samenwerkingsverbanden met andere disciplines. Dit vergt een totaal andere benadering van onderzoek; de onderzoeksgroepen zullen de komende periode veel tijd en energie moeten investeren in consortiavorming met nieuwe partners. De ‘high-tech human-touch’ benadering van de UT is ook hierbij van voordeel. CTIT wil daarnaast een actievere rol in Brussel spelen, aangezien de nationale bronnen van inkomsten naar verwachting relatief beperkt zullen blijven de komende jaren. CTIT is sinds 2010 betrokken bij EIT ICT Labs; participatie vindt plaats via NIRICT. EIT ICT Labs zorgt voor een internationale inbedding van de valorisatie-activiteiten van het CTIT; zo is het mogelijk aan CTIT spin-offs een extra Europese dimensie te bieden. De uitdaging ligt in het creëren van nieuwe business op Europese schaal en de ontwikkeling van een entrepreneurial mindset bij zowel CTITonderzoekers als ICT-studenten. De CTIT business accelerator is hierbij zeer actief. Er lopen daarnaast 7 onderzoeksprojecten, maar de budgetten hiervoor zijn relatief beperkt. Ook voor de toekomst zijn geen grote hoeveelheden geld te verwachten. Wel is de UT via EIT ICT Labs aangesloten bij twee nieuwe Europese Master programma’s die in 2012 van start zijn gegaan (‘Human Computer Interaction and Design’ en ‘Security and Privacy’) en is de UT betrokken bij de ontwikkeling van Europese MOOCs. Deelname aan EIT ICT Labs is ook van belang bij de participatie in het Grand Challenges programma binnen Horizon 2020, omdat we op deze manier aan de juiste contacten voor consortiumvorming kunnen komen. UT/CTIT is ‘founding member’ van het Public-Private-Partnership Robotics AISBL, dat in 2013 officieel is geselecteerd als ETP (European Technology Platform). ETPs zijn door de industrie geleide stakeholders fora, die korte en lange termijn research- en innovatieagenda’s en roadmaps opstellen, zowel op Europees als op nationaal niveau. Dit levert niet rechtstreeks funding op, maar wel invloed. De ETP-activiteiten zijn inmiddels ondergebracht bij DG CONNEKT. Vanuit enkele CTIT-vakgroepen wordt samengewerkt met Chinese universiteiten, o.m. de topuniversiteit Tsinghua uit Beijing. Chinese PhD-studenten brengen meestal geruime tijd hier aan de UT door en draaien mee in het onderzoek; ze worden gezamenlijk begeleid vanuit hun eigen universiteit en de UT. De eerste promoties hebben in 2013 plaatsgevonden. Nationaal Sinds 2012 loop het Nederlandse Topsectorenbeleid en sindsdien zijn er 5 projecten van start gegaan binnen de gebieden HTSM, Energie en Security. Ondanks dat er potentieel voor het CTIT kansen liggen bij vrijwel alle Topsectoren, m.n. binnen de alle topsectoren doorsnijdende ICT Roadmap en de topsector HighTech Systems, heeft dit nog niet geleid tot een vergelijkbaar groot aandeel als bij het Bsik-programma (2004-2009). Daarnaast is CTIT betrokken bij de laatste FES-projecten: STARS (Ministerie van Defensie, start 2010, met een jaar verlengd tot november 2015) en COMMIT (Ministerie van EL&I, gestart in 2011). Er wordt met vele nationale partners in deze projecten samengewerkt: onderzoeksinstituten, universiteiten, bedrijfsleven en MKB. Binnen STW loopt het Perspectiefprogramma “Design of Cyber-Physical Systems” (initiator prof. dr. G. Smit). Het programma heeft ook de goedkeuring gekregen van de topsector HTSM. De hernieuwde indiening in NIRICT-verband van een NWO Zwaartekrachtvoorstel “Big Software on the Run” heeft helaas niet tot financiering geleid. Wel heeft prof. dr. P.P. Verbeek een NWO-vici grant van 1.5 M-€ verworven voor zijn onderzoek naar het begrip van de verwevenheid van mens en technologie: ‘technologische mediatie’. Binnen 3TU.NIRICT lopen inmiddels 4 nieuwe SRA’s: “Data analytics for smart services”, “Human Technology Interaction”, “Security” en “Green ICT”. CTIT is bij al deze SRA’s nauw betrokken. De financiering van het Centre of Excellence CeDICT eindigt eind 2014. In NIRICT-verband wordt mogelijk een basisfinanciering van 200 k-€ per jaar toegekend; onderhandelingen met het ministerie
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 196/342
van OC&W hierover lopen nog. Binnen 3TU is in 2013 een tweede Centre of Excellence voortkomend uit NIRICT geselecteerd en opgenomen in het 3TU Sectorplan Technologie – Uitvoeringsplan 20142015, dat is ingediend bij de Minister van OC&W. Het betreft het CoE “3TU.HTI” (Human Technology Interaction) op het gebied van mens-machine interactie. CTIT-groepen zijn hier sterk bij betrokken. Regio CTIT investeert, samen met Kennispark, in de samenwerking met regionale bedrijven en overheden. Op het gebied van Energie is het betrokken bij SETS (duurzame energie/Smart Grids), dat in 2013 is beeindigd, en het Green Energy Initiative. Daarnaast zijn er goede contacten met de meest betrokken regionale spelers uit de maakindustrie, o.m. Thales (STARS, TEC4Se), Demcon en vele eigen spinoffs. Het Europese business development team van EIT ICT Labs sluit nauw aan bij het meer regionaal/nationaal georiënteerde business developers netwerk van Kennispark. Hierdoor hebben spin-off bedrijven van CTIT de unieke mogelijkheid versneld door te groeien op Europees niveau. Intern UT Recentelijk is op de UT het initiatief genomen tot de oprichting van het “Design Lab Twente”: een innovatieve onderwijs- en onderzoekomgeving waar alle activiteiten op het gebied van design worden gecombineerd, zowel vanuit de engineering, science als gedragswetenschappelijke disciplines. Centraal hierin staan de opleidingen CreaTe en Industrieel Ontwerpen, het Human Media Interaction programma van CTIT en het Industrial Design Engineeringprogramma van CTW. Prof. Vanessa Evers (CTIT-EWI) heeft hierbij de lead. Samenwerking met andere UT-instituten acht CTIT van groot belang. Met MESA+ wordt gezamenlijk geïnvesteerd in het onderzoeksgebied programmeerbare nano-structuren, wat inmiddels ook heeft geleid tot een Europese STREP, NASCENCE, gecoördineerd door UT/CTIT. Met IGS loopt een gezamenlijk NWO Investment Grant-project: ““Transforming social media contents to political data”. Op het gebied van tele-medicine en tele-monitoring wordt nauw samengewerkt met MIRA. Daarnaast werkt de leerstoel EWI-FMT intensief samen met MIRA’s Developmental BioEngineering groep; dit heeft reeds geleid tot een aantal gezamenlijke publicaties. Met het ITC lopen sinds 2010 een achttal (4 bij ITC, 4 bij CTIT) gezamenlijke promotieonderzoeken, die in 2013 tot de eerste promoties hebben geleid; de overige volgen in 2014. Dit programma betreft een co-financiering vanuit de USOZ en CTIT. KPI’s KPI aantal promoties aantal promoties/vaste OZ-fte aantal gerefereerde publicaties aantal gerefereerde publicaties/vaste OZ-fte
Streefwaarde 2013
Realisatie 2013
Streefwaarde 2014
Streefwaarde 2015
Streefwaarde 2016
Streefwaarde 2017
37 0.7
52 1.05
48 1.0
47 1.0
47 1.0
45 1.0
550
595
500
480
470
470
10.4 op basis van 53 fte
10.0 op basis van 50 fte
10.0 op basis van 48 fte
10.4 op basis van 45 fte
10.4 op basis van 45 fte
2400
2425
2450
2500
cumulatieve H-index vaste staf
2100
11.8 op basis van 50.25 fte 2395
Gemiddelde H-index (gebaseerd op 138 (realisatie 2013) en 132 personen vaste staf) Omvang 2e en 3e geldstroom / fte Onderzoeksvisitatie scores per programma
13.6
17.4
18.2
18.4
18.6
18.9
174
144
140
140
140
140
15
16
16
16
16
16
6
5
3
3
3
3
6
7
7
7
7
7
Aantal spin-offs nieuw per jaar Cumulatief aantal spinoffs met >10 personen in dienst
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 197/342
Ontwikkelingen in de KPI's: - Het aantal promoties is in 2013 historisch hoog uitgekomen, veel hoger dan het aantal dat was geprognosticeerd: 52 versus 37. Zoals in het jaarverslag 2012 al werd voorzien, zijn er nog veel promovendi die oorspronkelijk gepland stonden voor 2011-2012 in 2013 gepromoveerd. In de jaren 2013-2017 zal het aantal promoties naar verwachting rond de 45 schommelen. - Publicaties: gerealiseerd 595 in 2013. De streefwaarde van 550 is ruim gehaald. Veel promovendi zaten in het laatste jaar van hun promotietraject en hebben veel gepubliceerd. De streefwaarden voor de komende jaren zijn bijgesteld vanwege de reorganisatie bij EWI, gezien het relatief grote aantal vaste staf dat zal verdwijnen (en dus ook minder begeleidingscapaciteit voor promovendi). Op termijn voorzien we een substantiële daling. - De cumulatieve H-Index is in 2013 behoorlijk gegroeid. Echter, de krimp in vaste staf door de reorganisatie EWI en de pensionering van een aantal senior-stafleden in 2016-2017 leidt op termijn tot afvlakking. Het effect valt momenteel moeilijk te voorspellen. De H-index van jongere onderzoekers zou sneller moeten stijgen dan tot nu toe om dit tegen te gaan. - Het aantal medewerkers 2e/3e geldstroom is lager dan voorzien, nl. 144 fte. We verwachten op termijn een stabilisering rond de 140 fte. Wat opvalt in de UT-fte-overzichten is dat veel e AIOs/MOZs kennelijk bij de faculteiten een aanstelling in de 1 geldstroom hebben, terwijl men zou e e verwachten dat tijdelijke staf zoveel mogelijk uit de 2 /3 geldstroom zou worden betaald. Bij onze ramingen zijn we daar ook vanuit gegaan; deze blijken dus aan de te hoge kant. Bij MB blijken inderdaad de promovendi in de 1e geldstroom te worden aangesteld. Bij EWI blijken ook veel AIO/MOZs aangesteld te worden in de 1e eerste geldstroom; bij zo’n 12 AIOs kwam dat doordat ze na vier jaar aanstellingen op een 2e/3e geldstroom project niet geheel klaar waren en ze een korte verlenging kregen vanuit de 1e geldstroom. Daardoor verschijnen ze in dit overzicht als 1e geldstroom AIO. Er treedt dus een bepaalde vertekening op door de manier van registreren in de administratieve systemen. We vragen ons af of dit voor CTIT nog een zinvolle KPI is, gezien bovengenoemde ontwikkeling, de sterk toegenomen concurrentie bij projectverwerving en de door de reorganisatie EWI sterk afnemende 1e geldstroom formatie, die tot een krimp in de begeleidingscapaciteit leidt. - Door recente samenvoeging van leerstoelen (zoals bij wiskunde de Hybrid Systems groep (voortkomend uit 3 groepen), bij INF de groep Services, Cyber Security and Safety (eveneens voortkomend uit 3 groepen) en de MB samenvoeging van de groepen IS&CM en OMPL tot IEBIS) zal het aantal groepen met een score van 16 eerder afnemen dan toenemen. Zeker als er sprake is van verdere samenvoeging in afdelingen binnen de faculteiten. Deze KPI dient naar onze mening te worden heroverwogen. - Het aantal spin-offs zit op het oude niveau van 5-6 per jaar, een verheugend herstel. Hopelijk kan CTIT dit de komende jaren handhaven. - Het cumulatief aantal spin-offs met meer dan 10 medewerkers is gestegen tot 7: SecurityMatters heeft momenteel ook meer dan 10 personen in dienst. Helaas zal dit bedrijf Twente verlaten vanwege de betere infrastructuur en beschikbaarheid geschoold personeel in Eindhoven. Risico's en beheersmaatregelen: Talentontwikkeling. In het kader van onderzoekvernieuwing moet er op beperkte schaal ruimte zijn voor het aantrekken/behouden van excellent jong talent. In eerste instantie gefinancierd vanuit het CTIT Talentontwikkelingsprogramma, maar op termijn (vanaf 2017 wanneer ook een aantal senior personeelsleden met pensioen gaat) moet dit nieuwe talent indalen in de reguliere formatie van een faculteit. Hier lopen we een zeker risico. Mocht dit echter tegenzitten, dan is het op te vangen vanuit de reserves; CTIT zal dan samen met de faculteiten tot een passende oplossing moeten komen. Topsectoren: tot nu toe lijkt CTIT slechts beperkt aansluiting te vinden bij de Topsectoren. Eén van de belemmerende factoren is de vereiste bijdrage in contanten van eventuele bedrijfspartners. Vooral voor het MKB – dat in potentieel goed bij de projecten zou kunnen aansluiten – is deze eigen bijdrage vaak een hinderpaal. EU-Horizon 2020: het is moeilijk te voorspellen in hoeverre het CTIT-onderzoek aansluiting kan vinden bij Horizon 2020. CTIT houdt rekening met een daling van de externe middelen op termijn m.n. na 2015-2016 - als de COMMIT en recent verworven EU-projecten aflopen. Om de slagingskans van onderzoekvoorstellen te verhogen biedt CTIT - in samenwerking met de Liaison Office - professionele ondersteuning aan. Tevens worden onderzoekers gestimuleerd om meer deel te nemen in het Europese circuit (b.v. als evaluator van nieuwe projectvoorstellen, reviewer van bestaande projecten, bezoeken van voorlichtingsbijeenkomsten, etc.). De financieringsgrondslag voor EU-projecten wordt met Horizon 2020 aangepast, waardoor deze ongunstiger voor de UT uitpakt. Dit heeft gevolgen voor de dekkingsbijdrage op deze projecten. Bij
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 198/342
de 2,5 tot 3-jarige projecten hebben onderzoeksgroepen deze o.m. nodig ter dekking van de financiering van het laatste jaar van de promovendi. Ook de matchingsproblematiek zal een groter probleem worden. Hier is geen eenvoudige oplossing voor. Reorganisatie EWI: o De reorganisatie bij EWI is in principe voltooid: in totaal 15 fte personeelsleden w.b. CTIT zullen op termijn van enkele jaren zijn vertrokken. CTIT maakt zich nog steeds zorgen over de belasting van de overblijvende vaste staf: overname van taken van vertrekkende personeelsleden, zowel op het gebied van onderwijs (m.n. de invoering van TOM, het nieuwe curriculum en de begeleiding van Masterstudenten) en onderzoek (uitvoering externe projecten, begeleiding promovendi) en bemensing commissies. Pas op termijn verwachten we enige verbetering. o De begeleiding van promovendi zal in een aantal gevallen door andere stafleden moeten worden overgenomen, wat kan leiden tot verandering in focus van het promotieonderzoek. Dit zal waarschijnlijk tot vertraging in het promotietraject leiden. CTIT zal deze mogelijke effecten scherp monitoren en proberen samen met EWI eventuele discontinuiteit zo goed mogelijk op te vangen. Ook zullen we ervoor zorgen dat de UT een betrouwbare partner binnen consortia blijft en aan externe verplichtingen voldoen. Het valt niet uit te sluiten dat zich hier toch problemen kunnen voordoen. Valorisatie en in bredere zin Ondernemerschap CTIT vindt valorisatie / ondernemerschap belangrijk. Vanzelfsprekend vindt valorisatie van onderzoekresultaten plaats door samenwerking met bedrijven in externe onderzoeksprojecten. Daarnaast zijn er al meer dan 95 spin-offs/start-ups opgericht (gemiddeld 5 per jaar) die gebaseerd zijn op kennis ontwikkeld binnen het CTIT. Elk jaar heeft ca. 10% van de bedrijven die in de Deloitte Fast 50 worden genoemd een relatie met de UT; de meerderheid daarvan is actief in het ICT-domein. De CTIT-business developer Alain Leloux, in samenwerking met Kennispark, is zeer actief in het begeleiden van nieuwe start-ups. Vanwege zijn betrokkenheid bij EIT ICT Labs (part-time business developer) is hij uitstekend in staat de spin-offs te begeleiden bij een versnelde groei op Europese schaal. Vanuit EIT ICT Labs is inmiddels additionele funding te verkrijgen voor een follow-up van lopende onderzoeksprojecten tot nieuwe business. Drie van de nieuwe bedrijven hebben in 2012 een STW Valorization Grant fase 1 ontvangen. Financiën Integraal De totale omzet 2013 van CTIT bedraagt k€ 28.022. Een stijging van k€ 734 ten opzichte van de begroting. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat de omzet werk voor derden bij de faculteiten k€ 646 hoger is uitgekomen dan begroot. Hiernaast liggen de eigen CTIT inkomsten werk voor derden ook k€ 88 hoger dan begroot. Het resultaat CTIT 2013 bedraagt k€ 305 positief. In de begroting 2013 is een tekort opgenomen van –k€ 325. De afwijking van k€ 630 is op baten-en lastenniveau in onderstaand tabel weergegeven en vervolgens toegelicht. Begroting 2013 Toewijzingen Werk voor Derden 3e gs Doorsluizing kanteling Werk voor Derden baten Doorberekende interne opbrengsten Totaal baten Personeel Huisvesting Apparatuur/ Inventaris Materiaal Overige lasten Doorsluizing lasten:
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Realisatie -/Begroting
Realisatie 2013
12.546
12.546
0
75
163
88
14.007
14.653
646
660
660
0
27.288
28.022
734
509
460
-49
48
44
-4
8
2
-6
20
12
-8
149
227
78
26.879
26.971
92
PAGINA 199/342
Doorsluizing kanteling Strategische instituutsmidd. lasten
6.749
5.287
-1.462
Doorsluizing kanteling Promotiepremiering lasten
3.826
3.826
0
Doorsluizing kanteling OO component lasten
1.847
1.848
1
125
1.356
1.231
Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden lasten Doorsluizing 1e gs Strat. Ontwikkeling
325
0
-325
Doorsluizing kanteling Werk voor Derden lasten
14.007
14.653
646
Totaal lasten
27.613
27.717
104
-325
305
630
Resultaat
Baten De baten vanuit de 1e geldstroom (toewijzingen) bedragen k€ 12.546 en zijn conform begroting. De inkomsten uit werk voor derden CTIT-bureau liggen k€ 88 hoger dan begroot, het betreft met name coördinatie werkzaamheden voor het FES/STARS project en voor een aantal EUFP7 projecten, alsmede inkomsten vanuit EIT ICT Labs. De doorsluizing werk voor derden van k€ 14.653 liggen k€ 646 hoger dan begroot en k€ 675 hoger dan in 2012. Per faculteit betekent dit een groei/krimp ten opzichte van 2012 van ca.: EWI +k€ 192, GW +k€ 232, CTW +k€ 220, MB +k€ 86 en LVO –k€ 54. Per geldstroom zijn de hogere baten doorsluizing werk voor derden van k€ 674 ten opzichte van 2012 veroorzaakt door: - de 2e geldstroom inkomsten zijn gedaald met k€ 165 - de 3e geldstroom internationaal inkomsten zijn gestegen met k€ 1.488 - de 3 geldstroom inkomsten zijn gedaald met k€ 649 Voor CTIT zijn de doorsluizingen werk voor derden budgetneutraal. Aan de lastenkant is deze post eveneens opgenomen. Dit om de bedrijfsdrukte van CTIT te laten zien. De doorberekende interne opbrengsten van k€ 660 betreffen de bijdrage van de faculteiten aan de bureaukosten CTIT, zoals begroot. Lasten De personele lasten liggen k€ 49 lager dan begroot, veroorzaakt doordat begin 2013 is besloten niet door te gaan met de inhuur van een stafmedewerker van Kennispark, deze lasten waren echter wel in de begroting opgenomen. De gerealiseerde kosten huisvesting, apparatuur/ inventaris en materiaal liggen in totaal iets (k€ 18) lager dan begroot door diverse kleinere posten. De overige lasten bedragen k€ 227, k€ 78 meer dan is opgenomen in de begroting. Betreft m.n. een niet begrote partnerbijdrage aan TNO-ESI (k€ 75, stond abusievelijk onder ‘doorsluizingen’) bij subsidies en lidmaatschappen. De doorsluizingen promotie-premiering (k€ 3.826) en O&O (k€ 1.848) staan bij het opstellen van de begroting vast; de realisatie is gelijk aan de begroting (afrondingsverschil). De doorsluizingen ‘Strategische instituutsmiddelen’ (k€ -1.462), ‘Stimuleringsgelden’ (k€ + 1231) en ‘1e gs Strat. Ontwikkeling’ (k€ -325) vertonen redelijke verschillen met de begroting, wat terug te voeren is op de wijzen van boeken door de financiële administratie EWI. Feitelijk moeten de bedragen met elkaar verrekend worden. Het verschil k€ -556 is veroorzaakt doordat vacatures vrijwel niet zijn ingevuld door de reorganisatie EWI en omdat vanwege het vertrek van de wetenschappelijk directeur en de benoeming van een waarnemend directeur men terughoudend is omgegaan met het aangaan van langdurige verplichtingen De doorsluizing werk voor derden van k€ 14.653 is budgetneutraal, zie ook de doorsluizing aan de batenkant. Reserve De instituutsreserve van CTIT bedroeg eind 2012 k€ 3.719. Door het toevoegen van het resultaat 2013 van k€ 305 komt de reserve uit op k€ 4.024.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 200/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Center for Telematics and Information Technology Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
297 (0) 161 60 15 533
295 10 161 33 10 509
296 (3) 161
44
44
44
0 44
4 48
0 44
1 37 1
6 2
2
39
8
2
1 18
5 15
(0) 10 3
19
20
12
3 5 32 56 188
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
6 460
577
162
162
13.301
12.384
12.384
13.878
12.546
12.546
71 125
75
32 130
Totaal Werk voor Derden
196
75
163
Overige opbrengsten
106
0
0
13.979 3.547 4.102 6.330
14.007
14.653 3.382 5.590 5.681
Doorsluizingen
13.979
14.007
14.653
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
2 10 35 40 30 2 30
0 5 37 30 126 7 22
323
149
227
7.011 4.068
6.749 3.826
5.287 3.826
2.065 303
1.847 125
1.848 1.356
13.979
325 14.007
14.653
27.426
26.879
26.971
Doorberekende interne opbrengsten
670
660
660
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal Resultaat
444 444
Totaal van de lasten
28.828
27.288
28.022
Totaal van de baten
28.828
27.288
28.022
92
0
128
36 4
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Dekkingsbijdrage
(325) (325)
305 305
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte.
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP
0,6
78
0,6
78
0,6
79
0,6 1,0 1,0 2,6
78 75 56 89
0,6 1,0 1,0 2,5
78 75 56 85
0,6 1,0 1,0 2,5
79 76 57 85
Totaal OBP-formatie
4,6
219
4,5
216
4,5
217
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
5,2
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
pm pm 297
5,1
295
5,1
296
0,0
PAGINA 201/342
UNIVERSITEIT TWENTE Overzicht algemene reserves (in €)
Beginbalans 2013
CTIT
3.719.030
Totaal Algemene Reserves
3.719.030
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Vermogensmut. 2013 Uitgaven
0
Resultaatbestemming 2013
0
CTIT Eindbalans 2013
305.340
4.024.370
305.340
4.024.370
PAGINA 202/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 203/342
MESA+ Institute for Nanotechnology Dit MESA+ jaarverslag is geschreven voor de interne planning- en controlcyclus van Universiteit Twente, gericht op de opstelling van het UT jaarverslag en de jaarrekening 2013.
Missie en strategie De missie van MESA+ is als volgt beschreven in het instituutsplan: - ‘to excel in its research field; - to explore new research themes; - to educate researchers and engineers in its field; - to commercialize research results; - to initiate and participate in fruitful (inter)national co-operation with industry and institutes’. De strategie die MESA+ daartoe benut is opgebouwd uit drie delen: De opbouw van een excellente omgeving voor internationaal wetenschappelijk talent De aanwezigheid van toptalent is een absolute voorwaarde voor wetenschappelijk succes. In de competitieve omgeving van de nanotechnologie is een hoog ambitieniveau dan ook noodzakelijk. Dit gaat op voor zowel de individuele instituutsdeelnemers, de centrale voorzieningen, als voor de (financiële) mogelijkheden binnen instituut / onderzoeksgroep. Het realiseren van sterke multidisciplinaire cohesie in het instituut Nanotechnologie is sterk multidisciplinair. Internationaal wordt grote vooruitgang geboekt in de toonaangevende landen in de Europese Unie, de Verenigde Staten en het verre oosten. MESA+ pakt de uitdaging op via de Strategic Research Oriëntations (SROs): sterke en onafhankelijk gecoördineerde verkennende multidisciplinaire programma’s. Accentverschuivingen van onderzoek zijn altijd aanwezig en nieuwe onderzoeksprofielen, en daarmee SRO’s, worden gedefinieerd om de positie te behouden of uit te breiden. De realisatie van een (inter)nationaal leidende positie op het gebied van de nanotechnologie Nanotechnologie is een sleuteltechnologie voor innovaties en voor versterking van de economische structuur en concurrentiepositie van Nederland, zoals met de kabinetsvisie nanotechnologiëen1 door acht ministeries is onderstreept. Continuering van een vooruitstrevende en gecoördineerde nationale aanpak is van groot belang om de internationale voorlopersrol van Nederland te behouden. MESA+ heeft een actieve en leidende rol in het nationale speelveld. Verslag van de concrete uitvoering van deze strategie wordt hieronder verder uitgewerkt, resulterend in het MESA+ jaarverslag 2013.
Kwaliteit van Onderzoek MESA+ onderscheidt zich (inter)nationaal door een sterke positie en samenhangende ontwikkeling op zowel funderend onderzoek, applicatie- of sectorgericht onderzoek en valorisatie van kennis en expertise. Aanwezigheid van wetenschappelijk toptalent en voortdurende ontwikkeling van excellente cleanroom- en labfaciliteiten zijn hiervoor noodzakelijke voorwaarden. Nationale initiatieven Op uitnodiging van het kabinet heeft het Nederlands Nano Initiatief (NNI) de Strategische Research Agenda2 (SRA) opgesteld en in september 2008 aan het kabinet aangeboden. Het NNI, met initiatiefnemers STW, FOM en NanoNed, kent een breed consortium met betrokkenheid van 1 2
‘Van klein naar groots’, Kabinetsvisie Nanotechnologieën, vergaderjaar 2006-2007, 29338 nr. 54 ‘Strategische Research Agenda Nanotechnologie’, Nederlands Nano Initiatief, september 2008
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 204/342
kennisinstellingen, overheden en bedrijfsleven. Het NNI zet in op de generieke thema’s bionanotechnologie, beyond Moore, nanomaterialen en nanofabricage (inclusief instrumentatie en karakterisatie), en de applicatiegebieden energie, nanomedicine, voeding en schoon water. Op de kruispunten van deze generieke thema’s en applicatiegebieden wordt de analyse van risico’s en de impact op de samenleving beschouwd. De programma’s NanoNextNL (onderzoek, 250 M€, 20112016) en NanoLabNL (faciliteiten, 40 M€, 2009-2014) geven de komende jaren, onder meer, invulling aan deze agenda. Nanotechnologie is ondergebracht in de topsector High Tech Systemen & Materialen en levert een wezenlijke bijdrage aan de roadmap in deze sector. 3TU Center of Excellence Het 3TU Center of Competence Applications of NanoTechnology omvat een deel van het MESA+ onderzoek. Het is opmerkelijk dat bij de continuering van de centers of excellence nanotechnologie niet is meegenomen. MESA+ Research MESA+ heeft zich ontwikkeld tot een toonaangevend instituut op het gebied van nanotechnologie. De wetenschappelijke output (publicaties, promoties) is van zeer hoog niveau en wordt bovengemiddeld geciteerd, een duidelijk gegeven betreffende de impact van het onderzoek binnen MESA+. De onderzoeksgroepen zijn zeer succesvol in 2de en 3de geldstroomprojecten, inclusief persoonsgebonden initiatieven zoals VENI, VIDI, VICI. Valorisatie van kennis en expertise (start-up, business accelerator, faciliteiten) van MESA+ is succesvol. De meest recente MESA+ instituutsevaluatie heeft plaatsgevonden in november 2008, de volgende is in voorbereiding voor 2014/15. De conclusies en aanbevelingen van de evaluatiecommissie zijn meegenomen in het MESA+ Instituutsplan 2009-2014, dat in december 2009 door het CvB is vastgesteld. Een quote uit het review rapport: ‘The research performance of MESA+ as an organization is outstanding. The research contributions from members of the Institute have positioned MESA+ as a leader nationally and internationally and most of the researchers have established strong international reputations in their respective fields. The evidence is in the consistently high quality and quantity of publications, in the number of citations, and in the number of national and international awards. Moreover, members of MESA+ play leadership roles at the national level in strategic deliberations, such as creation of NanoNed and its transformation into Netherlands Nanotechnology Initiative (NNI). The University of Twente’s reputation is clearly enhanced by the performance of the members of the Institute. This is recognized by the University leadership.’
Strategic Research Orientations In 2013 kende MESA+ de onderzoeksthema’s NanoFabrication and –Materials, NanoElectronics, NanoFluidics, BioNanotechnology, NanoPhotonics, en Risk & Technology Assessment, en de Strategic Research Orientations NanoMaterials for Energy, Enabling Technology, Nanotechnology for Innovative Medicine en Applied NanoPhotonics. Applicaties zijn hoofdzakelijk te vinden in elektronica, energie, water, voeding en gezondheid. Onderzoekskwaliteit MESA+ heeft een uitstekende onderzoekspositie en publiceert op niveau in refereed tijdschriften. MESA+ heeft een continue ambitie om het niveau van het wetenschappelijk onderzoek te verhogen. MESA+ heeft geen expliciete ambitie tot verdere groei in aantallen fte’s. Uitgangspunt ten aanzien van instituutsomvang is continuïteit. De omvang van het onderzoek in fte is bewust gestabiliseerd rond het niveau van 2005. Dit vanwege het bekostigingsmodel dat de UT hanteert. Na een verandering in de universitaire onderzoeksorganisatie is in 2011 een aantal leerstoelen toegetreden, waarmee MESA+ 33 leerstoelen telt (zie bijlage 1).
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 205/342
Strategische faciliteiten - MESA+ NanoLab Twente De faciliteiten MESA+ NanoLab bestaan uit cleanroom, materiaalanalyselab, BioNanoLab en andere NanoLab investeringen. Op 5 november 2010 is het MESA+ NanoLab formeel en feestelijk geopend door prins van Oranje, Willem-Alexander. Bij voorgenomen toekomstige bouwactiviteiten (zoals de ontwikkeling van Langezijds) en campusontwikkelingen (zoals een mogelijke nieuwe ontsluitingsweg) rondom NanoLab zal rekening gehouden moeten worden met een operationele nationale cleanroomfaciliteit. Van het College van Bestuur wordt aandacht gevraagd voor afstemming met eventuele bouwplannen en toekomstige bouwactiviteiten. Indicatoren Met het CvB zijn Key Performance Indicators gedefinieerd voor MESA+. Individueel heeft afstemming plaatsgevonden met deelnemende onderzoeksgroepen. De KPI’s zijn: key performance indicatoren – status 2013 Promoties: aantal promoties (absoluut) per oz-fte van vaste onderzoekers in 1ste geldstroom (relatief) Publicaties: aantal refereed tijdschriftpublicaties2 met impactfactor >1.5 (absoluut) per oz-fte vast (relatief) Proceedings: aantal refereed conferentieproceedings2 (absoluut) per oz-fte vast (relatief) Citaties: aantal citaties (absoluut) per oz-fte vast (relatief) Spin-offs: aantal nieuwe spin-offs Patenten: aantal patenten4 Visitaties: 16 punten per nieuw beoordeeld programma Inverdiencapaciteit 1 2 3 4
absoluut
relatief
realisatie
streven
realisatie1
streven
52
45
1,1
1,5
376
250
8,3
8
21
-
-
-
14.500 1 5 100% 60%
12.000 2 5 100% 55%
320 -
400 -
3
bij 45,29 oz-fte vaste onderzoekers in 1ste geldstroom bron: Web of Science van het totaal van 402 publicaties in WoS; van 4 publicaties is de impactfactor op 14-3-2014 nog onbekend oorspronkelijke streefwaarde stond op 10, aangepast naar aanleiding van najo2011
Aangezien veel publicaties en ook promoties resultaat zijn van gemeenschappelijke inspanningen van onderzoeksgroepen, zegt de relatieve waarde niet veel. MESA+ stuurt dan ook op de absolute waarde van de key performance indicatoren. In het uitgebreide MESA+ jaarverslag worden de gerefereerde artikelen met impactfactor >6 vermeld. Voor de publicaties in 2013 geldt dat de gemiddelde impactfactor van artikelen (met impactfactor >= 1,5) met 4,5 zeer hoog is.
Kwaliteit van Onderwijs Master Nanotechnologie In het collegejaar 2005-2006 is de opleiding Master of Science Nanotechnologie gestart als de eerste geaccrediteerde mastersopleiding nanotechnologie in Nederland. De afgelopen jaren bedroeg het aantal studenten minder dan 20. Versterken van de instroom is noodzakelijk, veel winst valt te behalen bij de werving. Een probleem dat bij de master Nanotechnologie wordt ondervonden zijn de hoge kosten voor internationale studenten. De door Ferdinand Fransen en de India-pilot gefinancierde beurzen voor masterstudenten nanotechnologie zijn dan ook welkome initiatieven. MESA+ investeert extra in voorlichting aan studenten van passende bachelorsopleidingen. Ook brengt MESA+ de master Nanotechnologie bij haar internationale samenwerkingspartners en de betrokken ambassades onder de aandacht. Dr.ir. Martin Bennink is opleidingscoördinator, dr. Ben Betlem is verantwoordelijk voor de masteropleiding Nanotechnologie.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 206/342
Saxion Hogescholen startte, in samenwerking met MESA+, in collegejaar 2010/2011 met een opleiding NanoTechnology. Een aantal studenten vervult afstudeer- en stage-opdrachten bij MESA+, en stroomt mogelijk door naar UT master Nanotechnologie. Graduate school In 2010 is de MESA+ School of Nanotechnology, onderdeel van de Twente Graduate School, gestart. Hierin participeren de programma’s Advanced Optics, Fluid Physics, Novel Nanomaterials en Nanodevices. De NWO-aanvraag voor de MESA+ School of Nanotechnology is in 2011 gehonoreerd, en in 2012/2013 zijn de 4 posities ingevuld. Prof.dr. Harold Zandvliet is verantwoordelijk voor de MESA+ School of Nanotechnology.
Internationalisering - Netwerken en Platforms MESA+ heeft een sterke internationale positie, diverse strategische samenwerkingsverbanden en is actief in een aantal specifieke netwerken en platforms. Samenwerking voor onderzoek MESA+ heeft strategische samenwerkingsverbanden met NINT (Canada), Stanford, Berkeley en CNSI/UCLA (VS), JNCASR (India), NIMS (Japan) en in Europa met Cambridge, IMEC, Karlsruhe, Münster, Aarhus, Chalmers en enkele andere krachtige partners in de nanotechnologie. In 2014 streeft MESA+ naar verdere concretisering van een aantal van deze samenwerkingen. EU Binnen MESA+ worden veel activiteiten ontplooid richting Europa. MESA+ is deelnemer aan High Level Group Nanotechnology. Via de SRO’s lopen verschillende initiatieven, ondersteunt door het UT EU-office. MESA+ heeft een actieve rol in handelsdelegaties en buitenlandse beurzen, al dan niet in samenwerking met NanoNextNL of MANCEF.
Ondernemen en samenwerking - Valorisatie en Commercialisatie In 2013 heeft MESA+ zich gericht op het verder versterken van de succesvolle commercialisatiestrategie die in de afgelopen jaren heeft geleid tot 50 gestarte bedrijven en die de positie en uitstraling van MESA+ versterkt. Kernpunten op de MESA+ agenda voor commercialisatie van nanotechnologie onderzoek zijn business development en facility sharing. Deze strategie en de daar uit voortvloeiende implementatieprojecten dragen bij aan Kennispark, en het regionale, provinciale en nationale innovatiesysteem. Business development Om onderzoekers met ondernemende plannen te helpen bij de eerste stappen om te komen tot een product of bedrijf, organiseert MESA+ een workshop early business development. Ook is in 2012 voor het eerst de MESA+ Young Business Award gestart, waarin jonge onderzoekers hun plannen presenteren voor alle MESA+ deelnemers. Deze initiatieven worden in 2014 gecontinueerd. Het registreren van octrooien is geen doel op zich, maar een middel om een strategische positie te verschaffen, aan de basis liggend voor derde geldstroomonderzoek, een basis te bieden voor een starter, of voor het in licentie of ter verkoop aanbieden van een patent. Roy Kolkman, lid van het universiteitsbrede Business Development team, helpt onderzoekers bij de ontwikkeling van businessplannen, en bij een eventuele octrooiaanvraag. MESA+ Technology Accelerator Met de MESA+ Technology Accelerator, georganiseerd in UT International Ventures (UTIV), zet MESA+ in op het in een vroege fase scouten van kennis en expertise waar in potentie interesse vanuit de markt voor bestaat. De eerste fase van de technologie- en marktontwikkeling, resulterend in een business case, wordt in een zogenaamd stealth project uitgewerkt. Ook worden de te starten bedrijven in de steigers gezet. In 2012 worden vier projecten gecontinueerd.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 207/342
In het perspectief van Kennispark heeft de UT het UTIV model UT vanaf 2010 breed toegankelijk gemaakt. Directeur MESA+ Technology Accelerator / UTIV is dr.mr. Paul Nederkoorn. NanoLab De omzet gerealiseerd door industriële gebruikers bedraagt 40%. High Tech Factory High Tech Factory biedt een (pilot) productie-infrastructuur en –organisatie voor op micro- en nanotechnologie gebaseerde producten. High Tech Factory zorgt er voor dat de al aanwezige bedrijven zich kunnen richten op hun bedrijfsvoering en dat zij hun energie kunnen steken in groei in plaats van in de realisatie van voor de groei noodzakelijke basisinfrastructuur. Productiefaciliteit High Tech Factory biedt hoogwaardige ruimtes als cleanrooms en laboratoria, en daarbij gelegen kantoren. Ook biedt High Tech Factory, met apparatuurfonds High Tech Fund, een operational leasefonds waarop bedrijven een beroep kunnen doen voor het gebruik van productieapparatuur. Voor exploitatie van het gebouw en fonds maken MinEZ en provincie Overijssel 11,6 M€ beschikbaar. Miriam Luizink is in 2013 directeur High Tech Factory, waaronder dochterondernemingen High Tech Fund en High Tech Facilities. Roy Kolkman is per 1/1/2014 directeur High Tech Facilities. Commercialisatienetwerken MESA+ is actief in de commercialisatienetwerken MinacNed en MANCEF.
Bedrijfsvoering - Organisatie en Financiën Organisatie De MESA+ directie wordt gevormd door wetenschappelijk directeur prof.dr.ing Dave Blank en technisch-commercieel directeur ir. Miriam Luizink. De MESA+ organisatie is in 2013 ingevuld door José Nijhuis-Effing (financieel manager), Annerie Heesink en Monique Snippers (projectleider), en Marian de Bree en Carla Weber (beiden secretariaat). Roy Kolkman werkt, vanuit Kennispark, aan business development, Myrthe Swaak, vanuit Bureau Communicatie, aan communicatie en Telma Rodrigues da Silva Esteves, vanuit het EU-office, als adviseur EU-projecten. Het instituut kent een Scientific Advisory Board en een Governing Board. MESA+ heeft een adviesraad, met portefeuilles NanoLab, Graduate School / Onderwijs, EU en Onderzoek. MESA+ heeft een instituutsraad. MESA+ biedt een tenure-track carrièreperspectief aan wetenschappelijk talent (in het bijzonder SRO programmadirecteuren) dat een sleutelpositie in kan nemen voor de verdere versterking van het onderzoek. Op dit moment zijn enkele van deze posities gerealiseerd. De kosten voor organisatie en activiteiten worden onttrokken aan de strategische bijdrage. Communicatie Op het terrein van communicatie werkt MESA+ aan een nieuwe website een halfjaarlijks verschijnend magazine, toenemende aandacht in de pers voor wetenschappelijke berichten, en de bekendheid van nanotechnologie binnen het primair en voortgezet onderwijs. Financiën Resultaatspecificatie Begroot was een resultaat van –503 k€, gerealiseerd is een resultaat van –593 k€. Het verschil van 90 k€ wordt grotendeels veroorzaakt door extra doorsluizingen in kader van de SRO programma’s (47 k€), de boeking van mutatie verlofuren (17 k€) waar geen rekening mee was gehouden, aanpassing van 0,5 fte in de berekening bijdrage centrale kosten waarbij MESA+ ervoor gekozen heeft om geen extra bijdrage bij de onderzoeksgroepen in rekening te brengen (9 k€) en afschrijving op eind 2012 niet begrote aanschaf van apparatuur binnen de SRO Materials for Energy (7 k€). In de realisatie zijn zowel de baten als de lasten hoger dan begroot.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 208/342
-
-
-
Vanuit restanten nationale middelen is een bedrag van 160 k€ als overige opbrengsten geboekt, zijnde de bestedingen die in 2013 vanuit deze middelen zijn gedaan, waaronder: bijdrage salariskosten medewerkers van EWI die zijn overgegaan naar NanoLab (40 k€), voortzetting extern adviseurschap en project met Boston Consulting Group (52 k€), kosten accountantscontrole NanoNext (21 k€) niet doorberekend aan betrokken onderzoeksgroepen, huur kantoor High Tech Factory (8 k€). De organisatie van de COMS’13 conferentie leidt tot 165 k€ extra baten wvd, maar ook tot extra kosten, met name in de overige lasten range (138 k€). De laatste verrekening met MANCEF, de mede organisator, zal in 2014 worden gedaan. Per saldo resteert een klein positief resultaat. In verband met het naderen van einde van het FES project “BioNanoLab” en het benodigde tijdpad rondom investeringen is in 2013 over gegaan tot het in gang zetten c.q. afronden van de laatste bestedingen binnen dit project. Dit verklaart de afwijkingen op de posten aanschaf apparatuur, huisvestingslasten, materialen, interne dienstverlening en werk voor derden 3e gs.
Ontwikkelingen in de reserve Zoals in het jaarplan 2013 al is aangegeven verwacht MESA+ voor de komende jaren een negatief resultaat. De toegewezen strategische middelen zijn onvoldoende om de gemaakte meerjarige afspraken met de leerstoelen en de meerjarenplannen van de SRO’s te financieren. De reserve zal moeten worden ingezet om de vernieuwde afspraken en de bijgestelde meerjarenbegroting van de SRO’s te kunnen financieren. Onderdelen reserve
Jaarrekening 2012
Jaarrekening 2013
Schatting 2014
Schatting 2015
Schatting 2016
Schatting 2017
Schatting 2018
Reserve bestuur en beheer
2.352
2.064
2.242
1.619
909
301
-68
Reserve SRO’s huidige inst.periode
1.233
992
660
439
297
241
0
178
115
55
1
3.763
3.171
2.957
2.059
1.206
542
-68
Reserve SRO’s 2 inst.periode
e
Totale reserve
Verantwoording van de Centrale Stimuleringsbudgetten De centrale stimuleringsbudgetten worden deels doorgesluisd naar de in MESA+ participerende leerstoelen conform meerjarig gemaakte afspraken en deels aangewend voor de uitvoering van de SRO programma’s. De SRO-programma’s worden aanvullend gefinancierd vanuit de hiervoor bestemde reserve van MESA+. De SRO uitgaven die binnen MESA+ gerealiseerd zijn, zijn verantwoord op de bijbehorende kostencategorie, en niet in de range van de doorsluizingen. SIM: strategisch budget leerstoelen CTW – strategisch budget leerstoelen TNW – strategisch budget leerstoelen TNW – strategisch budget XUV EWI – strategisch budget leerstoelen MB – strategisch budget leerstoelen GW – strategisch budget leerstoelen Totaal strategisch budget leerstoelen
Begroot in k€ 150 8.968 250 3.304 45 20 12.737
Realisatie in k€ 150 8.968 250 3.304 45 20 12.737
SIM en stimuleringsgelden: SRO’s TNW EWI MB MESA+ Totaal SRO
Begroot in k€ 516 215 40 80 851
Realisatie in k€ 577 205 40 75 898
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 209/342
Risicoparagraaf Het wetenschappelijke succes van MESA+ is in eerste instantie te danken aan de kwaliteit van de afzonderlijke onderzoeksgroepen in combinatie met het mechanisme van strategische onderzoeksoriëntaties. Een uitstekend personeelsbeleid is essentieel om de juiste kandidaten te krijgen voor de verschillende vacatures. Hierbij spelen de naamsbekendheid van UT en MESA+, infrastructuur en financiële mogelijkheden een cruciale rol: - Door het wegvallen van de universitaire steun voor handhaving van de SRO's, komen de leerstoelbudgetten onder druk te staan. Snijden in het aantal groepen, vrijwel allemaal tot de top van de UT behorend, doet afbreuk aan de kracht van het instituut. - Naast universitaire middelen, zal extern gekeken moeten worden of extra Europese en nationale publieke en private middelen te verwerven zijn. Dit wordt des te urgenter nu de UT met meer bezuinigingen (ook FES) te maken krijgt. - Het wegvallen van FES-middelen maakt het opvoeren van NanoLab uren door de groepen extra moeilijk. Bij onderzoeksfinanciering van bijvoorbeeld NWO en FOM is het onmogelijk deze kosten op te voeren. Dit in combinatie met krapte in leerstoelbudgetten, en het beëindigen van enkele onderzoeksactiviteiten, maakt dat de NanoLab omzet vanuit de groepen de komende jaren zeker niet toe zal nemen en, wanneer omstandigheden niet ten gunste veranderen, waarschijnlijk een afname zal laten zien. - NanoLab: Van het College van Bestuur wordt aandacht gevraagd voor de afstemming met eventuele bouwplannen en toekomstige bouwactiviteiten, en voor de huisvestingslasten. - De outreach van MESA+ is van essentieel belang en gelukkig erg groot en bezorgt de Universiteit Twente naamsbekendheid. Hierbij is een uitstraling die past bij een wetenschappelijk instituut van internationale allure noodzakelijk. - Een professionele organisatie is een noodzakelijke randvoorwaarde.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 210/342
Bijlage 1.
Overzicht van MESA+ hoogleraren
Research Group
Group leader
Faculty
BES
Biomolecular Electronic Structure
Claudia Filippi
S&T
BIOS
BIOS, the Lab-on-a-Chip group
Albert van den Berg
EEMCS
BNT
Biomolecular Nanotechnology
Jeroen Cornelissen
S&T
CBP
Computational BioPhysics
Wim Briels
S&T
CMS
Computational Materials Science
Paul Kelly
S&T
COPS
Complex Photonic Systems
Willem Vos
S&T
CPM
Catalytic Processes and Materials
Leon Lefferts
S&T
ICE
Interfaces and Correlated Electron systems
Hans Hilgenkamp
S&T
IHNC
Inorganic & Hybrid Nanomaterials Chemistry
Andre ten Elshof
IM
Inorganic Membranes
Arian Nijmeijer
S&T
IMS
Inorganic Materials Science
Guus Rijnders
S&T
IOMS
Integrated Optical MicroSystems
Markus Pollnau
EEMCS
LPNO
Laser Physics and Nonlinear Optics
Klaus Boller
S&T
adjunct HL
S&T
MaCS
Mathematics of Computational Science
Jaap van der Vegt
EEMCS
MCS
Mesoscale Chemical Systems
Han Gardeniers
S&T
MMS
Multiscale Modeling and Simulation
Bernard Geurts
MnF
Molecular Nanofabrication
Jurriaan Huskens
S&T
MSM
Multi Scale Mechanics
Stefan Luding
ET
MST
Membrane Science and Technology
Kitty Nijmeijer
S&T
MTP NBP
Materials Science and Technology of Polymers NanoBioPhysics
Julius Vancso Mireille Claessens Vinod Subramaniam
S&T S&T
NE
NanoElectronics
Wilfred van der Wiel
NI
NanoIonics
Serge Lemay
NLCA
Nanofluidics for Lab on a Chip Applications
Jan Eijkel
OS
Optical Sciences
Jennifer Herek
S&T
PSP
Philosophy of Science in Practice
Mieke Boon
BS
PCF
Physics of Complex Fluids
Frieder Mugele
S&T
PCS
PhotoCatalytic Synthesis
Guido Mul
S&T
PIN
Physics of Interfaces and Nanomaterials
Harold Zandvliet
S&T
PNS
Programmable NanoSystems
Hajo Broersma
EEMCS
POF
Physics of Fluids
Detlef Lohse
S&T
PGMF
Physics of Granular Matter and interstitial Fluids
Devaraj vd Meer
adjunct HL
S&T
QTM
Quantum Transport in Matter
Alexander Brinkman
adjunct HL
S&T
adjunct HL
adjunct HL
EEMCS
EEMCS S&T adjunct HL
EEMCS
SC
Semiconductor Components
Jurriaan Schmitz
EEMCS
SFI
Soft Matter, Fluidics and Interfaces
Rob Lammertink
S&T
STePS
Science, Technology, and Policy Studies (STePS)
Stefan Kuhlmann
MG
TST
Transducers Science and Technology
Gijs Krijnen
EEMCS
XUV
XUV Optics
Fred Bijkerk
S&T
BS = Behavioural Sciences; EEMCS = Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science; ET = Engineering Technology; MG = Management and Governance; S&T = Science and Technology;
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 211/342
UNIVERSITEIT TWENTE
MESA+, Institute for Nanotechnology Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris
194 4 105 (30) 21 294
192 6 106 162 6 472
199 18 109 201 28 554
129
93
136
8 137
93
21 157
66 3.110 13 0 3.190
Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
2.651
72 3.880 0 8 3.960
2 47 19
38 18
3 79 16
68
56
98
1 12 96 76 74 44 69 478
66 2.585
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
949
319
319
19.341
18.797
18.795
20.290
19.116
19.114
24
11
11
4.082
3.049
4.819
Totaal Werk voor Derden
4.105
173 3.233
4.830
Overige opbrengsten
23
0
195
26.448 12.331 4.724 9.393
26.758
27.777 11.911 6.086 9.780
Doorsluizingen
26.448
26.758
27.777
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
99 528
0 12 202 171 68 54 95 596
849
883
1.199
13.991 4.843
12.956 5.205
13.200 5.205
838 640
755 552
754 360
26.448
26.758
27.777
46.760
46.226
47.296
Doorberekende interne opbrengsten
766
772
756
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal Resultaat
334 334
Totaal van de lasten
51.633
49.879
52.672
Totaal van de baten
51.633
49.879
52.672
776
0
292
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen
77 102 77
Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Dekkingsbijdrage
(503) (503)
(593) (593)
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte.
Begroting 2013 k€
gem. fte.
WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP
0,8
115
0,1
4
0,9 1,0
120 73
0,8 1,0
Totaal OBP-formatie
1,0
1,0
73
Overige inzet
pm
1
Overige kosten
pm
TOTAAL
1,9
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Jaarrekening 2013 k€
k€
0,8
gem. fte. 117
0,8
117
0,1
4
117 76
0,9 1,0
121 76
76
1,0
76
pm
2
pm 194
1,8 1,0
192
1,9
199
0,0
PAGINA 212/342
UNIVERSITEIT TWENTE Overzicht algemene reserves (in €)
Beginbalans 2013
MESA+ Institute for Nanotechnology VermogensResultaatEindmut. 2013 bestemming balans Uitgaven 2013 2013
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Reserve MESA + algemeen bestuur + beheer
2.352.265
0
238.280
-50.424
2.063.561
SRO Nanotechnology for Innovative Medicine
309.288
30.000
0
-26.076
313.212
SRO Materials for Energy
481.071
10.000
0
-95.222
395.849
SRO Applied NanoPhotonics
225.671
178.280
0
-253.304
150.647
SRO Enabling Technologies
85.497
20.000
0
-47.715
57.782
SRO Technology Assessment and Risk Analysis
131.890
0
0
-57.513
74.377
SRO NanoElectronics - USOZ/DSOZ 2004 - 2008
37.392
0
0
-14.093
23.299
140.366
0
0
-48.211
92.155
3.763.440
238.280
238.280
-592.558
3.170.882
SRO Molecular Photonics - USOZ/DSOZ 2004 -2008
Totaal Algemene Reserves
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 213/342
MIRA – Institute for Biomedical Technology and Technical Medicine Management samenvatting MIRA is het onderzoeksinstituut voor biomedische technologie en technische geneeskunde van de Universiteit Twente. "Top-technologie voor patiënten" is waar MIRA voor staat. MIRA heeft als ambitie het leidende Europese onderzoeksinstituut te worden op het gebied van onderzoek naar biomedische technologie en technische geneeskunde. Deze doelstelling wordt bereikt door niet alleen te focussen op baanbrekende wetenschappelijke activiteiten, maar ook op de maatschappelijke en medische toepasbaarheid van deze activiteiten en op de economische waarde creatie. In 2013 werd de MIRA mid-term evaluatie gehouden. De evaluatiecommissie was lovend over het MIRA onderzoek op het gevestigde gebied van biomedische technologie, geïntegreerd met het nieuwe vakgebied technische geneeskunde. De commissie prees de uitstekende prestaties, de relevantie voor de maatschappij en de vooruitzichten. De belangrijkste aanbevelingen van de mid-term evaluatie, werden op 5 december gepresenteerd aan de MIRA onderzoekers door de voorzitter van de evaluatiecommissie. Deze zijn: Evalueer de kritische massa in de 3 SRO’s, vooral Imaging and Diagnostics. Definieer de rol en taken van de klinische en entrepreneurial hoogleraren en bepaal performance indicatoren voor deze hoogleraren. Wacht met het aanstellen van nieuwe klinische hoogleraren totdat hun rol duidelijk omschreven is. Alle klinisch hoogleraren zouden moeten worden aangestuurd door de medisch directeur. Focus op de onderzoeksinterfaces met de overige UT instituten. Intensiveer de samenwerking met hooguit 2 à 3 UMC’s. Samenwerking op de raakvlakken creëert een win-win situatie voor alle betrokken partijen. Verhoog het aantal personal grants en awards. Stel snel een sterke nieuwe wetenschappelijk directeur aan. Deze aanbevelingen zullen in 2014 in een nieuw strategisch plan worden verwerkt. In september 2013 vertrok MIRA’s wetenschappelijk directeur Vinod Subramaniam naar AMOLF. Maarten IJzerman (HTSR) werd aangesteld als wetenschappelijk directeur ad interim. Er is een benoemingsadviescommissie ingesteld en een profiel voor de nieuwe wetenschappelijk directeur is geschetst. Begin 2014 zal een nieuwe WD worden aangesteld. Financiën in 2013 De baten van MIRA hadden in 2013 een totale omvang van 20,1 M€, een toename van 0,6 M€ ten opzichte van 2012, en 1,2 M€ hoger dan begroot. De lasten in 2013 waren 0,2 M€ lager dan in 2012 en hadden een totale omvang van 21,8 M€. Het resultaat over 2013 komt uit op -1,6 M€. Dit is -0,7 M€ minder dan begroot. De MIRA-reserves ultimo 2013 bedragen 8,7 M€, waarmee de totale MIRA reserves zijn gestegen met 2,3 M€. De belangrijkste gegevens zijn samengevat in onderstaande tabel. (in M€) Begroting 2013 Exploitatie resultaat -2,336
Reserve
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Ultimo 2012 6,313
Jaarrekening 2013 -1,638 Jaarrekening 2013 8,693
PAGINA 214/342
Profilering Met de missie “Top Technology for Patients” sluit MIRA aan bij de UT strategie “High Tech Human Touch”. MIRA’s uitgangspunt is dat wetenschap en technologie de katalysatoren zijn voor innovatie in de gezondheidszorg. Er wordt naar gestreefd fundamenteel en toegepast onderzoek te combineren met de klinische praktijk. Deze unieke wetenschappelijke aanpak stimuleert een succesvolle toepassing van de fundamentele concepten en maakt een snelle vertaling van technologie naar veelbelovende nieuwe behandelingen en diagnostiek mogelijk. MIRA werkt nauw samen met ziekenhuizen, het bedrijfsleven en overheidsorganisaties. Op nationaal en regionaal niveau zijn strategische samenwerkingsverbanden aangegaan, welke hebben geleid tot gefocust onderzoek in topsector programma’s als NIRM en de IMDI CoREs (Centers of Research Excellence, zoals CMINEN, SPRINT, CCTR, en NeuroControl, waarin MIRA een leidende of participerende rol heeft). Daarnaast blijft MIRA investeren in samenwerking met kennisinstellingen en bedrijven in de regio, waarbij deze regio zich uitstrekt van Twente, via Overijssel, naar Noordoost Nederland en de aangrenzende Duitse regio’s, in het bijzonder de regio Münster. De samenwerking met Groningen op het gebied van “Technologie en Gezondheid” werd versterkt. Met Roessingh Research and Development (RRD) is in 2013 een overeenkomst getekend, waarmee de reeds bestaande samenwerking structureel wordt versterkt, o.a. met een jaarlijkse financiële bijdrage en het toetreden van de medisch directeur van MIRA tot de Raad van Advies van RRD. De inspanningen in het kader van het versterken van de reputatie en het vergroten van de naamsbekendheid van het jonge instituut MIRA hebben hun vruchten afgeworpen. Uit de mid-term evaluatie in 2013 is gebleken dat de evaluatiecommissieleden MIRA zagen als een geheel, met een goede naamsbekendheid. Hun aanbeveling deze profilering door te zetten komt terug in het communicatieplan van MIRA. Hiermee vergroot MIRA haar zichtbaarheid voor het brede publiek, de medewerkers, de relaties, samenwerkingspartners en investeerders. Zo is de MIRA website vernieuwd en verschijnen de MIRA nieuwsbrief en het MIRA magazine regelmatig. In 2014 zal voor de e 3 maal het MIRA event “Top Technology for Patients” worden georganiseerd. Onderzoek Ontwikkeling van zwaartepuntvorming / speerpunten van onderzoek Het onderzoek binnen MIRA is gegroepeerd in 3 Strategic Research Orientations (SRO’s): Tissue Regeneration, Imaging and Diagnostics en Neural and Motor Systems. Binnen de SRO’s wordt fundamenteel en toegepast onderzoek gecombineerd met de klinische praktijk. Naast de full chairs zijn of worden per SRO ook 2 tot 3 klinische professoren aangesteld. Deze leerstoelen vergemakkelijken de samenwerking met medisch specialisten, en zijn gericht op de toepassing van ontwikkelde technologie. Hierbij staat de patiënt centraal. De klinische professoren dragen hiermee bij aan de uitbouw van de kwaliteit van onderzoek. Naast technologisch onderzoek levert ook het bij MIRA ondergebrachte onderzoek uit de faculteiten GW en MB een integrale bijdrage aan de innovatie in de gezondheidszorg. MIRA streeft naar wetenschappelijke excellentie door haar toponderzoekers en zeer getalenteerde tenure trackers en jonge onderzoekers. Raakvlakken tussen instituten: converging technologies MIRA streeft niet alleen naar samenwerking tussen de onderzoekers van haar eigen vakgroepen. De komende jaren richt MIRA zich op onderzoek op de grensvlakken met de drie andere UTonderzoeksinstituten in zogenaamde strategische "collaboratories". Met het MESA+ Instituut voor Nanotechnologie wordt een strategische samenwerking op het gebied van nanobiotechnologie en nanogeneeskunde ontwikkeld en versterkt. Met het Centrum voor Telematica en Informatietechnologie (CTIT) richt MIRA zich op bioinformatica, medische beeldvorming informatica, medische robotica, zorglogistiek, data mining, telemedicine, en wiskundige modellering van complexe biologische systemen. Deze interacties zijn essentieel voor de exploitatie van high-throughput en high-content screening methodologieën die recent ontwikkeld zijn binnen MIRA. Met het Instituut voor Innovatie en Governance Studies (IGS) wordt ingegaan op organisatorische en bedrijfskundige aspecten en innovatie in de gezondheidszorg. Hoogleraren uit de instituten hebben op deze raakvlakken voorstellen geschreven voor het NWO Zwaartekracht programma. Daarnaast zijn deze strategische interacties nodig om MIRA te positioneren als een belangrijke speler in de nationale en Europese onderzoeksprogramma's.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 215/342
Koppeling maatschappelijke thema’s: Gezondheid Er is een duidelijke koppeling tussen het MIRA onderzoek op het gebied van biomedische technologie en technische geneeskunde en het maatschappelijk thema Gezondheid. Dit maatschappelijke thema sluit aan bij het onderzoeksthema UT Health. Aansluiting Europese programma’s Europa (ERC, KIC/EIT, Horizon 2020) wordt een steeds belangrijkere bron van financiering, nu het Nederlands subsidiebeleid grondig wordt gereorganiseerd. De regionale en nationale samenwerkingsverbanden dienen als springplank voor Europese samenwerkingsverbanden. Zo kan MIRA de aanwezigheid in de grote Europese programma’s vergroten. Binnen de Nederlandse en Europese onderzoeksprogramma’s zijn diverse thema’s gedefinieerd op het toepassingsgebied Gezondheid. Het MIRA onderzoek sluit aan bij onderzoeksthema’s zoals: De Grand Challenges vergrijzing, volksgezondheid en pandemieën uit de Lund Declaration 2009 De societal challenge Health, demographic change and well being uit het thema Gezondheid in het nieuwe EU Kaderprogramma voor Onderzoek en Innovatie, Horizon2020. De eerste calls van Horizon2020 worden begin 2014 opengesteld voor projectvoorstellen. De specifieke thema’s van deze challenge sluiten op meerdere fronten aan bij het MIRA-onderzoek. Het European Innovative Partnership (EIP) Active and Healthy Ageing, dat MIRA kansen biedt tot cross-sectorale samenwerking op Europees niveau met partners uit de gezondheidssector en het bedrijfsleven, met als doel de richting/funding voor toekomstig gezondheidsonderzoek mede te bepalen. MIRA bereidt zich voor op de Knowledge and Innovation Community (KIC) Health van het European Institute of Innovation and Technology (EIT). Aansluiting nationale topsectoren De SRO’s van MIRA sluiten aan bij de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) van de Topsector Life Sciences & Health (LSH) en de topsector High Tech Systems and Materials (HTSM). In 2013 is het onderzoeksprogramma Symbionics: Co-adaptive Assistive Devices binnen het STW financieringsinstrument STW – Perspectief voor de Topsectoren goedgekeurd. Bart Koopman (BME) is programmaleider van dit onderzoeksprogramma op het gebied van corrigerende orthesen die zich automatisch aanpassen aan de (wisselende) eigenschappen en wensen van de gebruiker. Bijzonder aan het project is dat naast de 6 universiteiten en 16 bedrijven ook 5 patiëntenorganisaties nauw betrokken zijn bij dit project. Het Innovative Medical Devices Inititative (IMDI) is een themaprogramma binnen de topsectoren LSH en HTSM. Binnen IMDI zijn er drie Centres of Research Excellence (CoRES) waarvan MIRA medecoördinator is en MIRA participeert in een vierde CoRE: NEN Het Center for Medical Imaging North East Netherlands (CMI ) is een publiek-privaat samenwerkingsverband tussen vooraanstaande industriële partijen, MKB, start-ups en onderzoeksinstellingen in Oost-Nederland dat zich binnen de gezondheidszorgsector richt op medische beeldvormingstechnieken (middelen om beelden te maken van het inwendige van de mens). De technisch wetenschappelijke leiding is vanaf 1 september 2013 in handen van prof. dr. ir. Wiendelt Steenbergen. Eind 2013 is besloten het Center for Medical Imaging niet te huisvesten op de campus van de UT. Het CMI zal een plek in Twente binnen een van de Twentse ziekenhuizen krijgen. Het Centre for Care Technology Research (CCTR) is een samenwerkingsverband van verschillende kennis- en zorginstellingen en partners uit de industrie op initiatief van de Universiteit Twente, de Universiteit Maastricht en TNO. Het doel van dit centrum is de ontwikkeling en implementatie van technologie voor extramurale diagnose, monitoring en behandeling. De dagelijkse leiding van het CCTR ligt bij de UT in handen van prof. dr. ir. Hermie Hermens. Het SPRINT (Smart mobility devices with improved Patient pRosthesisINTeraction) initiatief richt zich op de ontwikkeling van slimme protheses die de mobiliteit van patiënten verhogen. MIRA is naast UMCG en RUG partner in SPRINT. Binnen het samenwerkingsverband “Neurocontrol: Instrumentatie voor neurorevalidatie” werkt MIRA met TU Delft, LUMC, ErasmusMC, VUmc, RUNMC en met industriële partners aan innovatieve revalidatietechnieken.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 216/342
Samenwerking: 3TU-federatie, Noordoost Nederland en met internationale partners Op 19 april 2013 is een samenwerkingsovereenkomst getekend met Roessingh Research en Development. Hiermee wordt de reeds bestaande samenwerking op het gebied van de revalidatietechnologie en telemedicine verder geformaliseerd. Voordelen van de verdergaande samenwerking zijn dat nieuwe revalidatietechnologie en technologie voor ‘zorg op afstand’ sneller ter beschikking van de patiënt zal komen en naar de markt gebracht kan worden, UT-studenten al tijdens hun studie kennis kunnen maken met de klinische praktijk van RRD, en dat onderzoekers van RRD nog meer toegang krijgen tot de technologische expertise van de UT. In april 2013 is ook een samenwerkingsovereenkomst getekend met het Universitair Medisch Centrum Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen. Met deze samenwerking rondom het thema ‘’Technologie en Gezondheid’’ zal worden gekomen tot een bestuurlijke krachtenbundeling en een verdere intensivering, versterking en nadrukkelijker profilering van gezamenlijke activiteiten op het gebied van onderzoek, onderwijs, innovatie en valorisatie. Belangrijk doel van de samenwerking is het translationeel onderzoek te versterken, zodat nieuwe medische technologie doelmatig toegepast kan worden om de zorg voor patiënten te verbeteren. Ook willen de samenwerkingspartners de innovatiekracht van Noordoost-Nederland vergroten en hun (inter)nationale profilering als Nederlandse kennisinstellingen versterken. MIRA bundelt haar krachten met regionale bedrijven en collega-universiteiten op het gebied van technologie en gezondheid. MIRA werkt samen met haar strategische partners, de universiteiten en UMC’s van Groningen en Nijmegen, in de regio Noordoost Nederland. Voorbeelden van deze NEN en SPRINT. samenwerking zijn de IMDI’s CMI MIRA is actief betrokken bij de nieuwe op te zetten 3TU Centre of Excellence “Gezondheid en technologie”. De vakgroep Filosofie is onderdeel van het 3TU.Centre for Ethics and Technology. Onderzoeks KPI’s MIRA heeft in 2013 extra stafleden aangesteld, waarmee het aantal onderzoeks-fte met bijna 3 is gestegen tot 29,48. In 2013 zijn 20 onderzoekers binnen MIRA gepromoveerd. Door de grote toename in onderzoeksfte in de afgelopen jaren wordt de streefwaarde van 1,2 promoties per onderzoeks-fte niet gehaald. Als het aantal promoties wordt gedeeld door het aantal onderzoeks-fte ten tijde van het aanstellen van deze promovendi in 2009, wordt met 1,1 de streefwaarde bijna gehaald. In 2013 werden 418 artikelen gepubliceerd in gerefereerde tijdschriften. Dat is ruim 100 meer dan in 2012. Daarnaast werden 53 gerefereerde congresbijdragen gepresenteerd. De streefwaarden van 16 publicaties per onderzoeks-fte vaste staf is hiermee behaald. De gemiddelde impactfactor van 366 gerefereerde tijdschriftpublicaties was 4,04. Dit is ruim hoger dan de streefwaarde va 3,6. Aan de overige tijdschriften is (nog) geen impact factor toegekend. De resultaten van de visitatie van de vakgroep Filosofie zijn gepubliceerd. De groep behaalde een excellente beoordeling met 4 – 4 – 5 – 5. Inverdiencapaciteit: nog niet ontvangen Voor de samenwerking met de klinieken is in 2012 een nieuwe indicator opgesteld. De start- en streefwaarden voor het aantal publicaties met clinici zijn nog niet bepaald. Deze gegevens moeten handmatig verwerkt worden. De medisch directeur van MIRA heeft in overleg met de klinisch hoogleraren een voorstel voor performance indicatoren voor deze hoogleraren opgesteld. Dit voorstel ligt ter behandeling bij het CvB. In afwachting van de reactie op dit voorstel, zal deze KPI nog niet geïnventariseerd worden. Risico’s en beheersmaatregelen in dit kader Naar aanleiding van de midterm evaluatie heeft de commissie enkele aanbevelingen gedaan. Onder andere aan de hand van de ontwikkeling in de KPIs over de afgelopen jaren is te zien of het beleid het gewenste resultaat heeft behaald op het gebied van onderzoek en ondernemen. Deze aanbevelingen en de reflectie worden verwerkt in het nieuwe strategische plan. Valorisatie en in bredere zin ondernemerschap Ondernemerschap in de (bio)medische technologie wordt gekenmerkt door hoge benodigde investeringen, grote risico’s, bijzondere toepassingsvereisten en specifieke trajecten richting de markt. Hierdoor is het tijdpad aanzienlijk langer dan gebruikelijk in andere sectoren. Succesvol ondernemerschap vanuit MIRA vraagt dan ook om kennis over de technologie en de toepassingen en om ervaring met ondernemerschap in de Life Sciences. MIRA heeft hiervoor een ondersteunende
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 217/342
infrastructuur opgezet. Deze ondersteuning is gericht op de eerste fase van het creëren van awareness tot de fase van business support. Bij de concretisering van het ondersteuningsprogramma wordt zoveel mogelijk aangehaakt bij de activiteiten van Kennispark Twente en worden waar mogelijk activiteiten gecombineerd met die van andere instituten. Valorisatie activiteiten in 2013 Binnen veel projecten die worden toegekend zijn naast wetenschappelijke partners ook bedrijven betrokken. Met name rond de programma’s van IMDI is het bedrijfsleven sterk vertegenwoordigd. In 2013 ontving Marcel Karperien (DBE) een valorisatiegrant fase I ter waarde van €25.000 voor een haalbaarheidsstudie rondom de injecteerbare pleisters om artrose te behandelen. Promovendus Ivan Stojanović (MCBP) ontving samen met onderzoekspartner Arjen Pit de Simon Stevin leerling award. In een pitch van twee minuten overtuigde hij het publiek het meest van de toepasbaarheid van zijn onderzoek met de titel: CellSPRead: Paving the way towards personalized cancer therapy. Bart Verkerke (BME) krijgt in zijn STW Demonstrator project Non-fusion scoliosis correction system de kans om met een demonstratiemodel het commerciële potentieel van een vinding te laten zien: van ‘proof of principle’ naar ‘proof of concept’. De onderzoekers ontwikkelden een experimenteel correctiesysteem van veren waardoor wervels van kinderen met scoliose niet vergroeien en de wervelkolom flexibel blijft. Van dit concept waarvan de werking in proefdieren is aangetoond, gaan de onderzoekers nu een proof-of-concept ontwikkelen. Wiendelt Steenbergen (BMPI) doet een beroep op het brede publiek in de strijd tegen borstkanker. Sinds 1 maart 2013 zamelt een team onderzoekers via crowdfunding geld in voor extra onderzoek en om een Pammograaf te bouwen voor een centrum voor bevolkingsonderzoek in Oost-Nederland. Team Steenbergen, bestaande uit diverse UT-studenten en –onderzoekers van de vakgroep BMPI, won met ‘Tumoren kun je horen’ de Nationale Wetenschaps Quiz Publieksprijs van de Academische Jaarprijs 2013. Het team wilde de techniek van fotoakoestiek bekender maken en jongeren enthousiasmeren voor wetenschap en techniek. Onderzoekers onder leiding van Wiendelt Steenbergen (BMPI) waren, samen met het spin-off bedrijf PA Imaging R&D BV, genomineerd voor de Herman Wijffels Innovatieprijs 2013 in de categorie Zorg en welzijn. Uit een recordaantal inzendingen van 743 waren in totaal 13 ondernemers genomineerd voor de prijs die door de Rabobank in het leven is geroepen. Deze prijs biedt ondernemers de kans om hun duurzame innovaties ook daadwerkelijk te realiseren. Valorisatie KPIs in 2013 Vanuit MIRA zijn 11 nieuwe cases opgepakt, waarvan er 3 hebben geleid tot een octrooiaanvraag (1x provisional, 2x octrooiaanvraag). Een deel van die nieuwe cases loopt nog en kan tot nieuwe octrooien/deals leiden in 2014. Daarnaast zit er nog een en ander in de pijplijn aan oudere octrooiaanvragen die mogelijk overgedragen gaan worden. In 2013 werd 1 octrooi van de UT overgenomen door de MIRA spin-off Screvo BV. In 2013 zijn circa 15 nieuwe cases geïdentificeerd binnen het CMI Innovatiecluster. Bij vrijwel al deze CMI-cases zijn MIRA-groepen betrokken. Financiën Resultaatspecificatie De baten van MIRA hadden in 2013 een totale omvang van 20,1 M€ (zie bijlage 1), een toename van 0,6 M€ ten opzichte van 2012, en 1,2 M€ hoger dan begroot. De lasten in 2013 waren 0,2 M€ lager dan in 2012 en hadden een totale omvang van 21,8 M€. Het strategisch budget is 0,1M€ hoger dan begroot, zoals hieronder omschreven in de verantwoording van de centrale stimuleringsbudgetten. e Aan de batenkant is de 3 geldstroom onder Werk voor Derden hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door het overhevelen van het EFRO-project voor het Innovatiecluster van CMI Twente BV naar MIRA. Aan de lastenkant resulteert dit onder andere in hogere personele en reiskosten. De omzet 2e/3e geldstroom is in 2013 gestegen met 0,7 M€ ten opzichte van het vorige jaar en de begroting. Het resultaat over 2013 komt uit op -1,6 M€. Dit is -0,7 M€ minder dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat de begrote opstartkosten van 125k€ voor het CMI niet in rekening zijn gebracht, de bijdrage aan het ECTM met 53k€ lager is dan de begrote 125k€, en de bijdrage aan het Donders Instituut door
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 218/342
de beëindiging van het lidmaatschap 30k€ was in plaats van de begrote 240k€. Daarnaast is 250k€ aan invulling van klinische posities nog niet ingezet in 2013. Ontwikkelingen in de reserve De MIRA-reserves ultimo 2013 bedragen 8,7 M€, waarmee de totale MIRA reserves zijn gestegen met 2,3 M€. In 2013 heeft er ten gunste van de MIRA reserves een vermogensmutatie plaats gevonden van 4,0 M€ uit de TG reserves conform de afspraken die eind 2012 zijn gemaakt met het CvB. Deze middelen worden deels gebruikt ter dekking van de tekorten van MIRA. Een deel van de reserves is geoormerkt voor de afhandeling van de resterende verplichtingen centrale labfaciliteiten (0,3 M€) en een deel voor het CMI (0,1 M€). Daarnaast is in de reserves 5,2 M€ gereserveerd voor de financiering van de tijdelijke klinische posities binnen MIRA. De cashflow van MIRA is 0,7 M€ lager dan begroot. In overleg met Joyce Berger van FEZ is afgesproken dat deze middelen in 2014 en 2015 alsnog zullen worden ingezet. Een uitwerking voor de besteding zal onderdeel zijn van het strategisch plan. De belangrijkste gegevens zijn samengevat in onderstaande tabel. (in M€) Exploitatie resultaat
Begroting 2013 -2,336
Jaarrekening 2013 -1,638
Reserve
Ultimo 2012 6,313
Jaarrekening 2013 8,693
Verantwoording van de Centrale Stimuleringsbudgetten In 2013 heeft MIRA 1.9 M€ aan strategische budget ontvangen. Het begrote budget van 1,8 M€ is bestemd voor onderzoekbekostiging TG onder andere ter financiering van de structurele klinische posities binnen MIRA. Het begrote strategisch budget is aangevuld met een bijdrage van 75k€ voor de samenwerking met RRD en 29k€ voor compensatie ziektekosten.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 219/342
UNIVERSITEIT TWENTE
MIRA - Institute for Biomedical Technology and Technical Medicine Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
399 10 183 35 24 652
362 10 199 5 576
342 116 164 82 16 720
40
38
34
1 40
38
1 35
7 29 6 42
5 2 2 9
2 7
4 16
25 25
22 4
20
50
27
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
2.528
1.824
1.928
6.726
6.934
6.934
9.254
8.758
8.862
138
83
511
Totaal Werk voor Derden
138
83
511
Overige opbrengsten
54
0
(35)
10.080 3.209 1.248 5.624
10.076
10.787 3.366 2.682 4.740
Doorsluizingen
10.080
10.076
10.787
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
6
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
1 5 20 140 473 13 166 231
14 5 20 474 25
6 123 312 91
40 176
26 184
1.049
754
742
3.842 1.861
5.486 1.860
5.486 1.860
600 3.722
543 1.861
543 1.586
10.080
10.076
10.787
20.105
19.826
20.263
Doorberekende interne opbrengsten
13
0
30
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
19.539
18.917
20.156
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi Resultaat uit bijzondere bedrijfsvoering; - Putting uit geoormerkte ITM reserves - Tekort SIM uit overheveling TG reserves
(1.026) (1.310)
Resultaat uit normale bedrijfsvoering
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
(786) (852)
(2.370) (2.370)
(2.336)
(1.638)
19.539
18.917
20.156
Dekkingsbijdrage
(86)
0
(43)
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte.
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP
1,7
196
1,2
145
1,0
119
1,7 1,0 0,5 2,6
196 75 30 98
1,2 1,0 0,6 2,6
145 78 37 101
1,0 1,0 0,6 2,6
119 81 37 102
Totaal OBP-formatie
4,2
203
4,3
217
4,3
219
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
5,9
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
0
pm
4
pm 399
5,5
362
5,3
342
0,0
PAGINA 220/342
UNIVERSITEIT TWENTE Overzicht algemene reserves (in €)
MIRA algemeen
Beginbalans 2013
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
MIRA Eindbalans 2013
Resultaatbestemming 2013
-786.209
3.872.569
22.658
0
22.658
Centrale Labfaciliteiten
343.937
-8.099
335.838
Tijdelijke ITM Middelen
4.880.117
-785.740
4.094.377
323.024
-182.645
140.379
0
0
0
102.395
125.000
227.395
-1.637.693
8.693.216
Cert MIRA
Structurele ITM Middelen Health @ UT CMI
Totaal Algemene Reserves
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
640.778
Vermogensmut. 2013 Uitgaven
6.312.909
4.018.000
4.018.000
0
PAGINA 221/342
Institute for Governance Studies Het jaar 2013 was voor IGS wederom een onrustig jaar. Veel onderzoeksgroepen beleefde de onzekerheid van een facultaire fusie en werden tegelijkertijd geconfronteerd met een hoge onderwijsinspanning door de invoering van het Twentse OnderwijsModel (TOM). Dit heeft er toe geleid dat IGS minder middelen dan gepland kon inzetten op onderzoek. In 2013 hebben zich echter geen majeure wijzigingen binnen de samenstelling van het onderzoek instituut plaatsgevonden. Er waren twee kleine herschikkingen met MIRA (HTSR groep) en het CTIT (cognitieve psychologie). Dit bood ruimte om de eigen organisatie onder de loep te nemen. In 2014 zullen de gevolgen hiervan zichtbaar worden door o.a. het instellen van een nieuwe programmaraad en de invulling van een aangepaste onderzoek strategie. Profilering “The Institute for Innovation & Governance Studies (IGS) is an internationally oriented priority research institute of the University of Twente (UT), conducting multi-disciplinary research and postgraduate research training in the field of the governance and management of technological and social innovation. Issues of co-ordination, steering and the operation of (networks of) actors and institutions in both public and private sectors are addressed from a multi-level, multi-actor systems perspective. IGS strives to combine scientific excellence with relevance for stakeholders in public and private sectors” Het IGS draagt het UT onderzoek op het gebied van gedrag, governance en management en draagt sterk bij aan het gezondheidsonderzoek. Ze levert tevens een grote bijdrage op UT thema’s als energie, water en veiligheid. Ze doet dit veelal in verbinding of in relevante aansluiting op technisch onderzoek aan de UT. Het IGS had in 2013 vijf strategische onderzoek oriëntaties: Science and Technology studies and Higher Education; Innovation and Entrepreneurship ; Innovation of Governance[ Healthcare Sustainable Innovation. Het IGS is in 2013 met veel verschillende onderwerpen in het nieuws geweest: de kunstmatige alvleesklier van Inreda Diabetic (zij wonnen o.a.de Herman Wijffels Innovation Award), een nieuw boek van Arjen Hoekstra, de intree-rede van prof. Walburg zorgde voor een pagina groot artikel in Financieel Dagblad en artikelen in andere landelijke dagbladen. Daarnaast waren er andere intreeredes die ook media-aandacht opleverden, met name van prof.dr. Marcel Boogers en prof.dr. José Kerstholt. In 2013 ontving prof.dr. Susanne Hulscher 4,5 miljoen euro van STW voor het River Care project. Onderwijskundige Maaike Endedijk ontving een MaGW Onderzoekstalent subsidie. Communicatiewetenschapper Joris van Hoof ontving een NWO-VENI subsidie. Karlijn Morsink ontving een British Academy Postdoctoral Fellowship, dit leverde in de media een twee-pagina groot artikel in bijlage ‘de Optimist’ van NRC Handelsblad. Prof.dr. Petra de Weerd-Nederhof werd benoemd als lid Adviesraad Nederlandse Defensie Academie. In 2013 organiseerde het IGS ook de EURA conferentie, getiteld “Cities as seedbeds for innovation”. Tot slot, IGS is trots dat tenuretracker Tatiana Filatova in 2013 de Prof. De Winter Prijs ontving. Onderzoek Het IGS onderzoek heeft ook in 2013 uitstekend bijgedragen aan de RoUTe'14 ambities van de UT. Nog steeds is het IGS zeer actief op de thema’s Energie, Water en Veiligheid. In de praktijk blijken de thema’s echter zeer breed wat eigenlijk roept om een nadere focussering in de komende jaren. Hierbij trekken m.n. de programma onderdelen binnen horizon 2020 veel aandacht. M.n. op gebieden als smart cities, energie en veiligheid biedt dit programma kansen. Met de onderzoeksgroepen en ondersteund door de centrale groep Europese subsidies is gewerkt aan de voorbereiding op aanvragen binnen dit programma. Binnen de gedrags- en maatschappijwetenschappen blijft de concurrentie voor de verwerving van 2e geldstroom middelen zeer groot. Desalniettemin blijft het IGS zijn onderzoekers stimuleren in het doen van aanvragen. Ook het afgelopen jaar is het IGS succesvol geweest bij NWO-aanvragen en e de internationale 3 geldstroom.. Er zijn twee aanvragen in relatie tot het TKI programma geweest. Hiermee werd geen succes behaald.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 222/342
PI’s en streefgetallen Het IGS is over de laatste jaren heen, bijna elk jaar van samenstelling gewijzigd. De behaalde PI’s geven daarom slechts een beperkt beeld op de behaalde management resultaten. Ze geven wel een indruk van behaalde resultaten. In 2013 is het instituut iets gekrompen. Een gedeelte van de vakgroep HSTR is verschoven naar MIRA en een gedeelte van de vakgroep Cognitieve Psychologie naar het CTIT. Hiermee is nog slechts een klein gedeelte van HSTR verbonden aan IGS. Het betreft het onderzoek rond Jeugd(gezondheids)zorg. Dit onderzoek sluit zeer goed aan bij het onderzoek in de vakgroep Public Administration. De FTE omvang is mede hierdoor terug gelopen naar 47,1 FTE vast onderzoek. De inverdiencapaciteit is in 2013 stabiel gebleven op 58 procent. Ondanks de moeilijke economische situatie bleef het IGS in staat zijn inkomsten op peil te houden. De begroting van de ingebrachte omzet van werk voor derden blijk in de praktijk conservatief en veelal gebaseerd op reeds verworven gelden bij de opstelling van de begroting. In de geleverde output valt een lichte stijging te zien in het aantal boeken en boekdelen. Het aantal tijdschrift artikelen is echter gedaald van 492 naar 404. Een gedeelte van deze daling valt toe te schrijven aan de terug gang in omvang en specifiek het verschuiven van onderzoekers met een gedeelde aanstelling bij twee instituten. De rest van de daling valt m.n. binnen de vakgroep Business Administration. Deze groep had echter in 2012 een uitzonderlijk goede productie en had in 2013 ook te maken met een grote teruggang in tijdelijk personeel bij een hoge onderwijs belasting. Zowel het resultaat van BA als IGS in zijn geheel is Goed. In 2013 lijkt het promotie rendement zich te verbeteren (cohort 2008) en zich ook naar het volgend jaar door te zetten (cohort 2009). Valorisatie en Ondernemerschap Het IGS profileert zichzelf sterk met zijn ondernemende karakter. NIKOS geeft (mede) inhoud aan Kennispark en aan diverse kleinere faciliterende projecten. In 2013 is er echter wel sprake van een duidelijke achteruitgang in de participatie in regionale projecten door het aflopen van enkele financieringsprogramma’s. Binnen de “revolving fund:” financiering is het vaak niet aantrekkelijk voor groepen om te participeren. NIKOS is nog wel actief binnen het EIT ICT op het gebied van ondernemerschap. Tevens probeert het IGS samen met de faculteiten meer invulling te geven aan de carrièreontwikkeling van jonge onderzoekers. Hierbij komt ook ondernemerschap aan de orde. Op verschillende deelgebieden van haar expertise heeft het IGS kenniscentra (zoals CHEPS, iCRisp, NIKOS enz.). Deze centra zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het grootste gedeelte van e de ingebrachte 3 geldstroom van het instituut. Veel van dit onderzoek wordt in relatie met externe partijen uitgevoerd. In 2013 heeft dit o.a. toe geleid dat het secretariaat van KISS binnen IGS is opgenomen.. Het IGS verwacht hierdoor niet alleen een synergie effect te bereiken maar ook succesvoller te kunnen zijn op onderwerpen als smart cities. Het ondernemende karakter van het instituut is op vele plaatsen terug te vinden. IGS zoekt directe aansluiting van zijn onderzoek met kennisbehoeften van zijn afnemers. Deze aansluiting is intern vormgegeven in kenniscentra. Deze centra zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het grootste gedeelte van de ingebrachte 3e geldstroom van het instituut. Veel van dit onderzoek wordt in relatie met externe partijen uitgevoerd. Binnen het instituut is in 2013 veel aandacht besteed aan de uitkomsten van de commissie schuyt – hetgeen naadloos aansluit bij de activiteiten van DataLab. Hier is gekozen om de opzet te versterken door meer groepen te betrekken en een aantal activiteiten verder te professionaliseren. Voor de externe profilering is de ingezette weg van toonzettende conferenties in 2013 voortgezet. Ook in de komende jaren verwacht het IGS hierdoor internationaal zichtbaar te blijven binnen haar disciplines.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 223/342
Financiën Resultaat gespecificeerd naar normale en bijzondere resultaatcomponenten: Gerealiseerd is integraal een exploitatieresultaat groot k€ 293. Vergeleken met het begrote integrale resultaat geeft dit een positief exploitatieverschil van k€ 304. Het verschil met het begrote resultaat is gelegen in een positief resultaat van k€ 302 in de bijzondere bedrijfsvoering. Ten aanzien van de normale bedrijfsvoering ligt de realisatie nagenoeg op het begrote resultaat. De oorzaak van het afwijkende resultaat is gelegen bij de faculteit MB door een hogere inzet van kernformatie op TOM. Met name de ontwikkeling van veel nieuw onderwijs bracht met zich mee dat er niet kon worden voldaan aan alle wensen vanuit IGS voor wat betreft onderzoekoutput. Hierdoor is door IGS besloten om k€ 300 in 2013 niet toe te wijzen aan MB. In overleg met de onderzoeksgroepen zal gekeken worden hoe het werk in de komende jaren wordt “ingehaald”. In de MJB is hier reeds rekening mee gehouden Resultaat gespecificeerd naar structurele en/of incidentele oorzaken Het exploitatieresultaat op de bijzondere bedrijfscomponenten is incidenteel. Zonder deze kasschuif zou het integrale resultaat k€ 7 negatief zijn geweest. In 2013 is het Kennis Instituut Stedelijke Samenwerking (KISS) bij IGS ondergebracht. Deze eenheid is op zich vrijwel budgetneutraal maar veroorzaakt wel een afwijking op afzonderlijke baten- en lastenregels. Ook is in 2013 het Netherlands Institute of Government (NIG) binnen IGS ondergebracht. De exploitatie hiervan verloopt budgetneutraal via de balans. Enkel bij de personele lasten is dit zichtbaar, omdat bij de UT aangesteld personeel aan het NIG wordt doorberekend. Met uitzondering van kasritme verschillen is de exploitatie van IGS structureel sluitend. MJB 2014 t/m 2018 Het IGS kent geen majeure financiële ontwikkelingen welke van invloed zouden kunnen zijn op de meerjarige resultaatontwikkeling. Onzekerheden beperken zich tot het UT model onderzoek en dan m.n. de wijze waarop de O&O component en promotiepremies worden doorgeschoven. Tevens verwacht het IGS een rol te spelen in de herinvestering onderzoek. Integrale analyse baten- en lastenontwikkeling In 2013 is k€ 1.979 meer aan baten gerealiseerd dan begroot en aan de lastenkant k€ 1.675 meer aan lasten. Beide bedragen inclusief een bedrag groot k€ 1.925 aan hogere budget neutrale doorsluizingen Werk voor Derden (WvD) van faculteiten. Houdt men deze budgetneutrale doorsluizingen buiten beschouwing dan is de batenkant k€ 54 hoger gerealiseerd en de lastenkant k€ 250 lager. De k€ 54 (k€ 1.979 exclusief doorsluizingen WvD) hogere gerealiseerde baten zijn het gevolg van een stijging van totaal k€ 54 aan interne opbrengsten, hetgeen met name het gevolg van het onderbrengen van KISS in de exploitatie van IGS is. Deze inkomsten zijn budget neutraal omdat aan de uitgaven kant voor een soortgelijk gelijk bedrag aan uitgaven is opgenomen. De doorsluizing Werk voor Derden is voor IGS ook budgetneutraal (zie ook doorsluizingen lastenkant). Deze post wordt alleen meegenomen om de bedrijfsdrukte van faculteiten binnen de instituten zichtbaar te maken. Het Werk voor Derden is bij de deelnemende faculteiten gerealiseerd. De realisatie is met k€ 1.925 fors hoger dan begroot als gevolg van hogere realisaties WvD bij GW en de Twente Academy (voorheen ELAN). e e e Specificatie Normatieve onderzoekmiddelen 1 gs en doorsluizingen WvD (2 en 3 gs): Specificatie J2012 B2013 J2013 Verschil Afwijking Strategische Instituutsmiddelen 3.315 3.083 3.083 0 0% Promotiepremiëring 3.536 3.352 3.352 0 0% O&O-component 2.636 2.375 2.375 0 0% Afronding 0 0 0 0 0% Subtotaal normatief 9.487 8.810 8.810 0 0% Werk voor Derden 13.634 10.142 12.067 1.925 19% Subtotaal WvD. 13.634 10.142 12.067 1.925 19% Totaal 23.121 18.952 20.877 1.925 10%
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 224/342
Specificatie doorsluizingen WvD per faculteit: Faculteit:
e
2 geldstroom
Begr.
Begr.
Begr.
Begr.
Real.
Real.
Real.
Real.
Real.
CTW
MB
GW
Totaal
CTW
MB
GW
TA
Totaal
Verschil
448
1.638
300
2.386
647
1.246
676
117
2.686
300
292
784
300
1.376
210
1.105
329
0
1.644
268
1.284 2.024
2.496 4.918
2.600 6.380 3.200 10.142
1.432 2.289
2.513 4.864
3.150 4.156
641 7.736 758 12.067
1.356 1.925
e
3 geldstroom internationaal e 3 geldstroom Totaal
De k€ 250 (k€ 1.979 exclusief doorsluizingen WvD en resultaat) lagere gerealiseerde lasten zijn het gevolg van per saldo: • Een k€ 90 hogere realisatie personele lasten. De schaalsalarissen en sociale lasten vertonen ten opzichte van de begroting een nadelig budgetresultaat ad k€ 50 en k€ 27. Ook de post Ambtstoelage en uitzendkrachten is fors hoger dan begroot. Beide wordt met name veroorzaakt door de komst van NIG en KISS binnen IGS. Deze hogere personeelskosten kunnen worden doorberekend en zijn daarmee budgetneutraal. Zie hiervoor ook de post Doorberekende salarissen (NIG) en Interne opbrengsten (KISS) aan de batenkant. Voorts is onder inhuur een bedrag groot k€ 33 direct voor een faculteit betaald welke tot een uitgave stimuleringsmiddelen kan worden gerekend. Tot slot is een kapitalisatie opgenomen van k€ 8,4 voor niet opgenomen vakantiedagen. • Een k€ 58 hogere realisatie van bestuurskosten welke grotendeels veroorzaakt wordt door kosten inzake onderzoekvisitaties welke niet begroot waren. • Een k€ 376 lagere realisatie van stimuleringsmiddelen onderzoek welke grotendeels veroorzaakt wordt door doorschuiven van k€ 300 aan stimuleringsmiddelen onderzoek MB (reeds toegelicht). • - k€ 11 diversen. Ontwikkelingen in de reserve De bedrijfsreserve is na toevoeging van het resultaat 2013 ad k€ 293 gestegen naar k€ 465. De reserves betreffen per 31 december 2013 nog niet bestede speerpuntmiddelen waarvoor al wel verplichtingen zijn aangegaan en zijn daarmee volledig bestemd. Zie meerjarenbegroting (toepassen van een kasritme). Verantwoording stimuleringsmiddelen onderzoek In 2013 is k€ 2.934 via doorsluizingen besteed aan stimuleringsgelden voor onderzoek, waarvan k€ 84 aan stimuleringen onderzoek die direct via de exploitatie van IGS zijn geboekt. Zie bijlage 1. Risicoparagraaf (financiële risico’s) Voor risico’s en (mogelijk) verlieslatende gebeurtenissen binnen 2e en 3e geldstroom projecten die zich in 2013 hebben geopenbaard zijn al bij de faculteiten ten laste van het resultaat 2013 verliesvoorzieningen getroffen. Middels die voorzieningen zal de exploitatie de komende jaren niet negatief worden blootgesteld aan zaken die hun grondslag vinden in het jaar 2013.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 225/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Institute for Governance Studies Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
158 8 86 130 4 386
172 5 94 130 7 408
222 76 121 75 4 498
11
16
14
12 22
4 20
3 17
3
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
0
2
0 2 13
1 1 15
0 1 5
15
17
7
67 75 8.810
8.810
9.703
8.952
8.952
Totaal Werk voor Derden
0
0
0
Overige opbrengsten
0
0
0
13.634 2.274 1.354 10.006
10.142
12.067 2.686 1.644 7.736
Doorsluizingen
13.634
10.142
12.067
Totaal Toewijzingen
216
142
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
2 0
3
9.487
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
1 2 3 4 106
20
45
30
3 5 8 23 37 38
161
56
114
3.504 3.536
3.072 3.352
2.850 3.352
2.636
2.375
2.375
13.634
153 11 10.142
12.067
23.310
19.105
20.644
Doorberekende interne opbrengsten
535
501
556
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
(25) (25)
(11) (11)
Totaal van de baten
23.873
19.595
21.574
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen
1 5
Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
293 293
23.873
19.595
21.574
0
0
0
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte.
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP
0,5
64
0,5
66
0,5
67
0,5 1,0
64 71
0,5 1,0
66 72
0,5 1,0
67 72
0,7
23
1,2
34
2,4
82
Totaal OBP-formatie
1,7
94
2,2
106
3,4
154
Overige inzet
pm
pm
Overige kosten
pm
pm
TOTAAL
2,2
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
158
2,7
172
3,9
2
222
0,0
PAGINA 226/342
UNIVERSITEIT TWENTE Overzicht algemene reserves (in €)
IGS Beginbalans 2013
Vermogensmut. 2013 Inkomsten
Vermogensmut. 2013 Uitgaven
Resultaatbestemming 2013
Eindbalans 2013
Institute for Governance Studies
171.643
0
0
293.392
465.035
Totaal Algemene Reserves
171.643
0
0
293.392
465.035
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 227/342
ICT-Servicecentrum Algemeen In 2013 is het eerder ingezette veranderplan voor ICTS verder doorgezet en geëffectueerd. De nieuwe organisatiestructuur is geïmplementeerd. Er is nieuwe directeur geworven die per 1 september de verantwoordelijkheden van de interim directeur heeft overgenomen. Ultimo 2013 zijn de afdelingen Klantcontact en Beheercentrum verhuisd naar de locatie Citadel. ICTS is daarmee nu gevestigd op twee hoofdlocaties (Citadel en Spiegel) en drie kleine vooruitgeschoven posten (ITC, Horst en Zilverling). In Citadel zijn drie service balies ingericht; voor studenten, medewerkers en voor het Notebook Service Center. Profilering Door de IT Board is een i-strategie opgesteld. Als basis daarvoor is de RoUTe’14 strategie genomen en deels is al geanticipeerd op de thema’s van de nieuwe UT strategie. In de i-strategie zijn voor onderwijs, onderzoek en ondersteuning de strategische ambities bepaald. Deze zullen leidend zijn voor de prioriteitstelling in de projecten portfolio. Met de doorgevoerde gedeeltelijke centralisering van de IT ondersteuning is de Accountmanager een nieuwe en belangrijke spil functie geworden. Deze nieuwe functie heeft in 2013 al zijn toegevoegde waarde bewezen. Het komende jaar zal dit verder worden uitgebouwd en vormgegeven om de betrokkenheid van ICTS bij het primaire proces verder te vergroten. HRM Beleid De reorganisatie heeft ook geresulteerd in een nieuw management team voor ICTS. Veel aandacht is besteed aan ontwikkelen van management vaardigheden, hiervoor is ook gebruikt gemaakt van externe coaches. Bedrijfsvoering Op het gebied van een meer efficiënte bedrijfsvoering zijn in 2013 stappen gezet om processen te vereenvoudigen en te versnellen. Om daarnaast ook meer in te kunnen spelen op dienstverlening buiten de reguliere werktijd is begonnen met het inrichten van self service portals. Deze ontwikkeling wordt het komende jaar verder doorgezet. Een nieuwe storage oplossing is aangeschaft en nagenoeg volledig geïmplementeerd. Daarmee zijn de vorig jaar genoemde technische problemen opgelost. Ook voor het campus netwerk is een grote vernieuwingsslag gerealiseerd in het kader van het project Campus Challenge. De UT beschikt daarmee over een van de snelste en modernste campus netwerken in Nederland. ICTS heeft voor dit project een winnend voorstel ingediend bij SURF waarvoor subsidie is verkregen. Financiën Voor 2013 is aan ICTS een taakstellende bezuiniging opgelegd van k€ 201. De implementatie van ICTS 2.0 heeft in de loop van 2013 gestalte gekregen. De implementatie heeft ervoor gezorgd dat de taakstelling geëffectueerd is. Het resultaat voor 2013 komt uit op een tekort van k€ 142. Dit tekort wordt veroorzaakt door twee projecten waar geen directe dekking voor is. Het project Campus Challenge is in 2013 uitgevoerd. Voor dit project krijgt ICTS een subsidie van SURF van k€ 500. Deze subsidie wordt verrekend met de investeringen en heeft de komende jaren invloed op de afschrijvingen. De investering in Campus Challenge is k€ 869 en de éénmalige exploitatiekosten (exclusief uren) zijn k€ 88. Eveneens in 2013 is gestart met het vervangen van de sterk verouderde telefooncentrale. Het project Unified Communication zal in 2014 verder worden uitgerold. De gemaakte kosten moeten versleuteld worden in de tarieven. De kosten die in 2013 zijn gemaakt bedragen k€ 49. Baten De baten zijn k€ 228 (1,7%) hoger dan begroot. Er zijn meer maatwerkopdrachten afgesloten in 2013. Dit heeft geleid tot een meeropbrengst van k€ 141. De strategische budgetten liggen hoger omdat de Videoconferencing uit centrale middelen worden betaald in plaats van via doorberekening (k€ 118). Ook is er een bedrag toegewezen voor het plaatsen van een herplaatsingskandidaat (k€ 41). Tenslotte is meer ontvangen voor langdurig zieken (k€ 31).
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 228/342
Begroot
Realisatie
Verschil
Toewijzingen Strategisch Projectenportfolio (Storage, BO, extra licenties) Compensatie ziekte, OPUT etc Videoconferencing Herplaatsingskandidaat Normatief
100 153 105 0 10.987
102 184 118 41 10.987
2 31 13 41 0
Totaal Toewijzingen Doorberekeningen (excl Videoconferencing) Totaal
11.345 2.699 14.044
11.431 2.840 14.271
86 141 227
Lasten De totale lasten bedragen M€ 14,4. De personele lasten maken met M€ 8,2 in totaal 57% van de kosten uit. Personele lasten In ICTS 2.0 is afgesproken dat de taakstelling van k€ 201 binnen de personele lasten opgevangen moesten worden. De personele lasten zijn k€ 220 lager dan begroot. Hiermee is de taakstelling gerealiseerd.
Niet ingevulde vacatures Extra kosten directievoering Overige personele lasten Opleiding Gratificaties Kosten verlofuren Overig Totaal
Begroot 8.205 0
Realisatie 7.920 129
Verschil 285 -/- 129
100 40 0 52 8.405
68 7 29 6 8.185
32 33 -/- 29 46 220
De formatie is begroot op 121,3 fte. De werkelijke formatie voor 2013 komt op 115,7 fte. De grootste bezuiniging is gedaan op enkele vacatures die in ICTS 2.0 niet meer zijn ingevuld. Dit heeft een grote besparing opgeleverd. Voor de directievoering zijn wel extra kosten gemaakt omdat de interim langer is aangebleven dan was voorzien. ICTS is met deze bezuiniging binnen de doelstelling van 116 fte gebleven. Huisvestingslasten De overige huisvestingslasten zijn iets hoger omdat er extra kosten zijn gemaakt voor het Fiber-to-thehome project. Hier is k€ 32 uitgegeven die niet in de begroting opgenomen was, deze kosten worden doorberekend in de huurderstarieven. Apparatuur De kosten voor apparatuur zijn k€ 206 hoger dan begroot. De afschrijvingen liggen k€ 42 lager dan begroot omdat het monitoringssysteem in 2012 versneld is afgeschreven. De kosten voor onderhoud en reparatie zijn met k€ 454 (begroot k€ 256) fors hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door: -
Storage k€ 101. Uitstel van vervanging heeft tot hoge onderhoudskosten geleid. Serverbeheer k€ 23 Netwerk k€ 35. Er zijn hier aanvullingen geweest die niet begroot zijn. Telefonie k€ 13 Risource (ORCA) k€ 33
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 229/342
Overige lasten De overige lasten zijn k€ 148 hoger dan begroot. Het hosten van Blackboard was aanzienlijk hoger dan in de begroting is opgenomen. Hierdoor is een overschrijding van k€ 90 ontstaan. Verder zijn onder de overige lasten de kosten van Unified Communication verantwoord. Deze kosten, die niet zijn begroot, bedragen k€ 49. Cash Flow Cash Flow overzicht Omschrijving
Begroting
A. Exploitatieresultaat B1. Reguliere afschrijvingen
Jaarrekening
Afwijking
0
-142
-142
1.192
1.150
42
1.686
2.383
-697
-/- 492
-/- 1.375
-/- 797
B2. Vervroegde afschrijvingen C. Investeringen Cash Flow (A + B1 + B2 - C)
Het Cash Flow verloop is duidelijk slechter dan begroot. Vooral de omvang van de investeringen zijn aanzienlijk hoger dan in de begroting is opgenomen. De investering in storage was voorzien in 2012 maar is vertraagd uitgevoerd in 2013. De investering bedraagt k€ 712. Investeringsoverzicht Services
Investering
Begroting
Exploitatie
Verschil
Lease HR
Investering
0
64
64
Serverbeheer
Vervanging
568
86
-482
Storage
Vervanging Nexenta
0
712
712
Utnet vast
Netwerkapparatuur
0
99
99
UTnet vast
Campus Challenge
600
869
269
Utnet WLAN
Investering
0
180
180
Campusnet
Investering
0
312
312
Telefonie
Investering
10
61
51
Videoconferencing
Investering
116
0
-166
Staf
Vervanging meubilair
42
0
-42
Staf
Vervanging
350
0
-350
1.686
2.383
697
Totaal investeringen
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 230/342
UNIVERSITEIT TWENTE
ICT-Servicecentrum Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris
5.023 240 2.723 2 205 8.193
5.315 2.890 8 192 8.405
5.085 217 2.773 0 110 8.185
1.083
1.206
1.184
23 1.106
40 1.246
99 1.283
1.199 379 22 380 1.980
1.192 73
1.150 98 25 454 1.727
3 29 14 5 51
4 47 31
Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
256 1.521
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
445 253 10.987
10.987
11.170
11.240
11.432
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
1 39 12 28 80
82
397 10.773
0
Totaal Werk voor Derden
0
0
0
Overige opbrengsten
592
544
234
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
23 997 22 124 119 109 1.526 11
16 1.104 29 13 102 99 1.628
24 1.034 53 129 125 33 1.752 (10)
2.930
2.991
3.139
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
2.073
2.260
2.606
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
13.835
14.044
14.272
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
(201)
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
(425) (425)
0 0
(142) (142)
13.835
14.044
14.272
0
0
0
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
6,8 21,5 88,8
426 1.139 3.377
8,0 22,7 90,6
515 1.204 3.512
2,3 27,4 86,0
85 1.575 3.354
117,1
4.942
121,3
5.231
115,7
5.014
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
117,1
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
80
83
pm
66
pm 5.023
121,3
5.315
115,7
5.081
0,0
PAGINA 231/342
EXPLOITATIE ICTS 2013 OMSCHRIJVING
WERKPLEK BEHEER MEDEW
Strategische budgetten Verwachte strategische budgetten Normatieve budgetten Totaal toewijzingen
Werk voor derden 3e geldstroom Overige opbrengsten Doorberekende interne opbrengsten TOTAAL BATEN
Schaalsalarissen Ambtstoel., uitzendkr. en declaranten Sociale verplichtingen Indirecte personeelslasten Doorberekende salarissen Totaal personele lasten
Overige huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijvingen gebouwen (alleen HVL) Totaal huisvestingslasten
WERKPLEK BEHEER STUDENT
SERVER NETWERK VIDEO
INSTELL. SYSTEMEN
TELEFONIE
MAATWERK
OVERHEAD
AFD,
KOSTEN
0 0 2.711
0 0 455
118 0 2.869
102 0 3.348
0 0 ‐125
0 0 66
225 0 1.719
0 0 ‐56
2.711
455
2.986
3.450
-125
66
1.944
-56
0 0 7
0 1 0
0 453 1.469
0 0 6
0 106 877
0 51 1.647
0 4 0
0 1 0
2.718
456
4.908
3.456
858
1.764
1.948
-55
0 0 0 0 ‐2.032
‐1 0 ‐1 0 ‐98
‐47 0 ‐26 0 ‐2.056
0 0 0 ‐3 ‐1.407
0 0 0 0 ‐199
0 0 0 0 ‐1.030
‐5 ‐217 ‐3 ‐23 ‐936
‐5.032 0 ‐2.743 ‐84 7.755
-2.032
-99
-2.130
-1.410
-199
-1.030
-1.184
-103
0 0 0
0 0 0
‐97 ‐401 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
13 ‐794 0
‐3 0 0
PROJECT PROGRAM
TOTAAL ICTS
ELIMINATIE EIGEN EENHEID
0 0 0 0
445 0 10.987 11.432
0 0 0
0 0 0 0
0 615 4.006 16.053
0 ‐382 ‐1.401
0 0 0 0 0 0
-5.085 -217 -2.773 -110 -3 -8.188
0 0 0 0 3
0 0 0 0
-88 -1.195 0 -1.283
0 0 0
0 -2 -25 0 -27
-1.150 -95 -25 -454 -1.723
0 ‐3 0
0 0 0 0 0
-1 -47 -12 -19 -80
0 8 0 ‐9
-24 -2.815 -53 -128 -125 -35 -1.752 10 0 0 -4.921 0 -16.195 0 0 0
0 1.781 0 0 0 2
-142
0
ICTS TOTAAL UT BEGR
0
-1.782
3
0 234 2.606 14.271 -5.085 -217 -2.773 -110 0 -8.185 -88 -1.195 0 -1.283
0
0
-498
0
0
0
-781
-3
0 ‐7 0 0
‐21 ‐9 0 0
‐1.030 ‐38 0 ‐323
‐41 ‐6 0 ‐33
‐9 0 0 ‐91
‐2 ‐5 0 0
‐46 ‐1 0 0
0 ‐27 0 ‐7
-7
-30
-1.391
-80
-100
-7
-47
-34
0 ‐3 0 0
0 0 0 0
0 ‐34 0 0
0 0 0 ‐7
0 0 0 ‐4
0 ‐3 0 0
0 ‐1 ‐1 ‐8
‐1 ‐6 ‐11 0
-3
-1
-34
-7
-4
-3
-10
-18
0 ‐225 0 0 ‐23 ‐1 ‐361 ‐88 0 0
0 ‐191 0 0 0 0 0 ‐6 0 0
0 ‐520 ‐3 ‐62 ‐91 ‐14 ‐208 ‐85 0 0
0 ‐1.055 0 ‐37 ‐2 ‐16 ‐1.110 ‐43 0 0
0 ‐426 0 0 ‐4 0 0 ‐10 0 0
0 ‐206 0 0 0 0 0 ‐45 0 0
0 ‐134 0 ‐26 ‐4 ‐4 ‐38 ‐48 0 0
‐24 ‐11 ‐49 ‐3 ‐1 0 ‐35 336 0 0
Totaal overige lasten
-698
-197
-984
-2.263
-440
-251
-254
214
0
0
0
0
0
0
0
0
TOTAAL LASTEN BEZUINIGINGSTAAKSTELLING
-2.740 0 0
-327 0 0
-5.036 0 0
-3.761 0 0
-742 0 0
-1.291 0 0
-2.276 0 0
55 0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 -48 0 0 0 0 0 0 0 0 -48 0 -75 0 0 0
RESULTAAT
-22
129
-128
-306
116
473
-328
0
-75
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
FTE
30,35
2,04
29,39
18,28
3,38
15,68
16,56
0,00
0,00
115,69
115,69
Afschrijvingskosten apparatuur/inventaris Aanschaf app/inv t.l.v. exploitatie Huur apparatuur/inventaris Onderhoud en reparatie Totaal apparatuur/inventaris
Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen Totaal materieelgebonden lasten
Facilitaire dienstverlening ICT‐dienstverlening Reis‐ verblijf‐ en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Interne dienstverlening
Dotaties voorzieningen Toekenning uit centrale reserves
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
0
445 0 10.987 11.432
-3
-1
0 0 1.783 1.782 0
PAGINA 232/342
-1.150 -98 -25 -454 -1.727 -1 -39 -12 -28 -80 -24 -1.034 -53 -128 -125 -33 -1.752 10 0 0 -3.138 0 -14.413 0 0 0
-142
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 233/342
Centre for Educational Support Profilering In het voorjaar van 2013 werd helder dat de dienst S&O een doorstart moest maken om uiteindelijk de partner in de onderwijsondersteunende ketens te worden die het moet zijn. De door het CvB ingestelde Werkgroep S&O 2.0 heeft in maart 2013 haar adviesrapport "Naar een krachtig S&O 2.0; samenwerken voor het beste onderwijs" opgeleverd. Naar aanleiding hiervan is in mei 2013 met “De blauwdruk CES” impliciet de opdracht omschreven om het proces in gang te zetten. Daarop is gedurende de tweede helft van 2013 de transitie ingezet om het bestaande S&O om te vormen in het Centre for Educational Support. Het gehele transitietraject neemt conform de Blauwdruk meerdere jaren in beslag, waarbij in 2018 een aantal doelstellingen gerealiseerd dienen te worden. Onderhavig jaarverslag 2013 is dus niet geheel conform het stramien maar aangepast aan de status i.c. context van eind 2013. De doelstellingen uit de CES Blauwdruk zijn: - Efficiëntere en effectievere ondersteuning van het primair proces - Een betere aansluiting van CES op het primair proces - Een betere aansluiting tussen CES en beleidsdirectie S&B - Geen versnippering van CES-taken over het primair proces - Dichten van het tekort in de begroting 2013 en invullen van de EMB-taakstelling in 2014 In de eerste ontwikkelstap (sep. t/m dec. 2013) zijn gedurende een aantal heidagen met het MT en deels met de Dienstraad en in sessies met de medewerkers plannen ontwikkeld voor 2014 en is de visie uitgezet voor de jaren daarna, om de beoogde doelstellingen te kunnen realiseren. Dit betekent ook iets voor medewerkers. Punten als leidraad voor alle medewerkers: - Regelvermogen krijgen / creëren om te innoveren - Mondig en competent zijn / worden om kansen te zien en te pakken - Veilige omgeving creëren, waarin medewerkers initiatieven durven te nemen - Ondernemerschap stimuleren en faciliteren - Als verandering je werk is, wordt dit één van de kerncompetenties Inmiddels is de eerste ontwikkelstap doorlopen en zijn door de afdelingen van CES afdelingsplannen, met input van de betrokken CES-medewerkers, opgesteld. Daarbij zijn in de tweede helft van 2013 ook al de eerste resultaten zichtbaar geworden. In de financiële paragraaf komen we daar gedetailleerd op terug. In de afdelingsplannen zijn op basis van de vier perspectieven van de Balanced ScoreCard diverse concrete initiatieven en acties benoemd. Daarnaast is er een contourenmodel van de gewenste CESorganisatie ontwikkeld. Het CES staat op basis van het ontwikkelplan1, incl. de onderliggende afdelingsplannen, klaar om in 2014 vol aan de slag te gaan met de tweede ontwikkelstap. Vanuit de directie CES wordt in dit proces continue gestuurd op de consistentie en leidraad vanuit de opdrachten vanuit de Blauwdruk CES die hierboven ook al zijn aangehaald: Bijdrage aan realisatie onderwijs Onderwijskundige Dienst Trainingen/cursussen De OD heeft in 2013 een begin gemaakt met het aanpassen van UT-brede cursussen naar cursussen op maat/locatie. Dit is erg positief ontvangen. De OD heeft vorig jaar 325 docenten getraind, waarvan 53 UT-brede cursusdeelname, 138 TOM/Tutorcursussen op maat, 134 overige cursussen op maat/locatie. BKO We liggen goed op koers m.b.t. het behalen van de prestatieafspraken. Als de ingezette lijn doorzet, dan komen we (ruim) boven de 50% uit. Een en ander is afhankelijk van een constante toestroom 1
e
Zie Ontwikkelplan 2 fase CES, “Verbinden in nieuwe zakelijkheid”.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 234/342
vanuit de opleidingen. Hierover is regelmatig afstemming met HR en de onderwijsdirecteuren. Bij eventuele stagnatie worden decanen ingeschakeld (nog niet nodig geweest). Aandachtspunt hierbij: het budget zoals toegekend door CvB voor BKO, en waarop we externe fte inhuren, raakt eind dit jaar op. De inhoud van BKO wordt afgestemd met 3TU en met de OWD’s. De aanpak is zo flexibel mogelijk en de inhoud sluit waar mogelijk aan bij TOM. 1
Ondersteuning docenten De OD werkt hard aan de concrete ondersteuning van de moduleteams (de behoefte is wisselend per faculteit); De OD reageert adequaat op vragen vanuit de opleidingen en docenten (thema’s o.a. ontwerpen leerlijnen, toetsing, projectonderwijs). ICTO Binnen het ICTO-project is met de OWD’s afgestemd aan welke thema’s de komende jaren gewerkt wordt. Voorbeelden van projecten: ontwikkeling digitaal portfolio bij ICTS t.b.v. leerlijn Professional Skills van faculteit MB; Dienstverlening voor On Demand Video toekomstbestendig gemaakt, i.s.m. ICTS; Onderzoek gedaan naar online voting systemen, met advies voor en uitrol van Shakespeak; Beveiligd toetsen via Blackboard mogelijk gemaakt m.b.v. Respondus Lockdown Browser, in gebruik bij ITC. Waar nodig wordt samengewerkt en/of afgestemd met andere gremia, zoals de opleidingen (via OWD’s), S&B, IT board, ICTS, B&A, FB. Aandachtspunten OD voor 2014 ev.: OD: Faculteiten vragen vaak just-in-time (of just-too-late) ondersteuning. Dit vraagt een snelle en reactieve modus. Met het werken aan deze vragen (naast BKO, ICTO, etc.) zitten we al op (boven) de volle OD-capaciteit. Echter, de vernieuwingen maken het noodzakelijk voor onderwijskundigen om bij te blijven c.q. voorop te lopen qua kennis, om vandaaruit proactief te kunnen handelen. Hoe krijgen we dit met elkaar gerealiseerd? de gewenste indaling van het ICTO gedachtegoed in de OD blijkt lastig te realiseren omdat mensen amper vrij te spelen zijn vanwege de vele (andere) vragen vanuit de faculteiten, bv. t.a.v. ondersteuning TOM en BKO, etc. Aanstelling van nieuwe collega’s wordt daarom nu gerealiseerd. CES-breed: wij weten onvoldoende wie welke vragen vanuit de faculteit zou kunnen oppakken. Dit staat mogelijk een snelle dienstverlening in de weg. CES-breed: het blijkt keer op keer essentieel om terug te koppelen naar betreffende partijen welke acties zijn uitgezet en opgepakt en wat de status is. Wanneer mensen de indruk hebben dat er daadwerkelijk iets met hun feedback gedaan wordt, wordt de sfeer ook positiever, en leidt dit ook tot een groter gevoel van gezamenlijkheid, i.p.v. wij-zij. We missen een centraal punt (website?) waarop de nieuwste versies van protocollen, instrumenten, etc.) staan. Studentenbegeleiding In studiejaar 12/13: 1095 contacten met studenten door studentendecanen en 609 studenten door psychologen begeleid. Naast de bestaande begeleiding is er uitgaande van de vraag van studenten en opleidingen in het TOM onderwijs nieuw aanbod ontwikkeld. Een training timemanagement gegeven binnen het curriculum van EWI Een faalangst/mindfulness training en studiekeuzeworkshop. Gezocht wordt naar mogelijke manieren om het effect van deze begeleiding te meten. Begeleiding in het kader BSA 129 gesprekken door studentendecanen met 101 studenten over het bindend studieadvies. 80 BSA aanvragen. De gesprekken zijn zorgvuldig, onafhankelijk en objectief met het doel de invloed van de persoonlijke omstandigheden te analyseren. Gespreksverslag dient als input voor BSA commissie, die advies geeft aan de examencommissie van de opleiding. De meerwaarde van dit deel van het BSA proces wordt inmiddels door de UT onderkend. Voor het studiejaar 14/15 wordt de huidige BSA procedure met een centrale BSA commissie gecontinueerd.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 235/342
Aanstellen van Beleidsmedewerker/studentendecaan Dit betekent vanuit de praktijk meer sturing en input aan centrale beleidsthema’s m.b.t. studentenzaken binnen en buiten CES. De uitdaging is om de positie van studiebegeleiding te versterken en het niet als een centrale bemoeienis te zien. Nauwere samenwerking met Strategie & Beleid. Activiteiten in 2013 met het doel Versterken Samenwerking binnen keten studiebegeleiding Deelname Platform studiebegeleiding en klein platform Voorzitterschap platform wet- en regelgeving Ontwikkelen crisisprotocol Ontwikkelen Kaderstuk studeren met een functiebeperking Aanbieden (thema) Studieochtenden Ontwikkelingstraject Study&Career TaalCoördinatiePunt 2013 is voor het TaalCoördinatiePunt in meerdere opzichten een uitermate succesvol jaar geweest. Het aantal personen dat in 2013 gebruik maakte van TCP-dienstverlening vertoont een stijging van maar liefst 20% ten opzichte van 2012: van ca. 1650 naar ruim 2000 'klanten'. Deze doelgroep valt uiteen in ca. 1300 (aspirant-)studenten, 650 medewerkers en 50 externen. Op alle terreinen was sprake van groei: zowel bij Engels en Spaans als bij Nederlands, onder studenten en onder medewerkers. Het aantal maatwerkopdrachten was met ruim 30 groter dan ooit en ook de deelname op individuele basis aan workshops en cursussen was nog nooit zo hoog. Opvallende ontwikkelingen in 2013 waren (a) de toename in maatwerk Engels voor opleidingen, met name Engels voor eerstejaars IBA-studenten en Academic Writing, en (b) de overname van activiteiten vanuit het project Study & Career op het gebied van studieondersteunende vaardigheden. Het feit dat de grote stijging in activiteiten is gerealiseerd met een gelijk gebleven capaciteit is een groot compliment aan de medewerkers van het TaalCoördinatiePunt. Vooral de complexiteit die vaak met maatwerkopdrachten gepaard gaat en de extra inzet die dat van sommige medewerkers vraagt (factor 3 en zelfs factor 4), vormen een blijvende uitdaging. Voor cijfers zie bijlage. IM-FAB IM-FAB heeft in 2013 een grote bijdrage geleverd aan het programma TOP Onderwijs Ondersteuning (TOO). IM-FAB heeft hierbij zowel de regierol op zich genomen d.m.v. de overall projectleiding van het programma, als een grote inhoudelijke bijdrage geleverd aan de verschillende projecten. Bijvoorbeeld de herinrichting van de applicaties OSIRIS en Blackboard op het nieuwe onderwijsmodel, de invoering van de nieuwe roostersystemen Syllabus Plus en MyTimeTable en de invoering van de BSA-module van OSIRIS. In deze projecten zijn uitgevoerd in nauwe samenwerking met de faculteiten. Andere werkzaamheden die in 2013 succesvol zijn uitgevoerd, zijn onder andere de voorbereiding van de OSIRIS 6 release, de invoering van BRON-HO (gegevensuitwisseling tussen OSIRIS en DUO via Studielink), de inrichting van OSIRIS voor het University College ATLAS en een (eerste) integratie tussen OSIRIS en het archiefsysteem DECOS. Deze werkzaamheden hebben gezorgd voor een efficiëntieslag in werkzaamheden van administratieve medewerkers binnen en buiten CES. Uitdagingen bij deze werkzaamheden en projecten waren onder andere: de toename in werk door gewijzigde wetgeving en de UT-strategie versus de gewenste kwaliteitsslag die IM-FAB wil maken in haar werkzaamheden; het zoeken naar een balans tussen het streven naar gemeenschappelijke oplossingen / efficiëntie en voldoende ruimte voor het eigen karakter van opleidingen; en problemen m.b.t. communicatie over UT-besluiten in de lijn en/of het niet naleven van deze besluiten op allerlei niveaus in de organisatie. Student Affairs Student Services In 2013 stond de dienstverlening in het teken van verdere professionalisering en beheer van de digitale frontoffice, waarbij vooral intensief werd afgestemd met AO en CSA m.b.t het aanmeld- en inschrijvingsproces. Daarenboven is geparticipeerd in de UT-brede frontoffice gedachte.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 236/342
Overige taken: ‐ de invulling van de frontoffice functie t.b.v. Studielink ‐ de invullingen van zgn. klachtenloket, het instellingsloket voor studentklachten ( conform de nieuwe WHW ). ‐ Ondersteunen TCP als frontoffice t.b.v. de aanmelding en inschrijving taalcursussen Aantallen ondersteuningsvragen in 2013 (totaal): Service balie: 11.391, telefoon: 7847; mail 11.838. Bureaus Onderwijszaken (BOZ) Roosterproces -Succesvolle implementatie van Syllabus+ als roostersysteem binnen de UT -Tijdige oplevering van de onderwijsrooster voor TOM-onderwijs, Ba- en Ma-onderwijs -Roosters beschikbaar via MyTimeTable Onderwijsprotocol. In het protocol zijn gezamenlijke afspraken vastgelegd m.b.t. het stroomlijnen van het aanleverproces van informatie voor het onderwijs. Daarbij zijn eenduidige afspraken gemaakt met de faculteiten over het aanleveren van de diverse benodigde informatie over curricula, cursussen, enzovoort. Via de UCO is steeds een terugkoppeling geleverd t.a.v. de voortgang in dit proces. Onderwijsvernieuwing: vanuit de BOZ is intensief input geleverd voor de implementatie van de processen in het kader van TOM. Osiris: voorbereiding van de nieuwe release OSIRIS die begin 2014 geïmplementeerd gaat worden. Keyuser Osiris hebben intern cursus opgezet om de eigen medewerkers te gaan trainen Invoering UT-brede BSA-module Centrale Studentenadministratie In 2013 zijn naast de regulier processen een drietal grote onderwerpen binnen CSA opgepakt: BRON-HO: overgang van CRIHO naar BRO-HO t.a.v. het aanleveren en uitwisseling van inschrijvingsgegevens naar DUO is succesvol gerealiseerd. SEPA: de overgang / aansluiting naar het Europees betalingsverkeer met voor CSA aanpassing van de processen m.b.t. de collegegeld inning is succesvol gerealiseerd Collegegeld differentiatie. Project binnen de UT waarbij voor studenten differentiatie van instellingscollegegeld tarieven op individuele of groepsbasis mogelijk wordt. Aanpassingen van de processen m.b.t. de collegegeld inning. In 2013 is het onderstaande aantal studenten door CSA ingeschreven en afgegeven getuigschriften. Voor cijfers, zie bijlage.
Admission Office In vervolg op de aanbevelingen vanuit de werkgroep Acceleration Admission Procedure ( AAP) om te komen tot een versnelling van de beoordeling van en het afhandelingsproces van de aanmeldingsverzoeken is in 2013 vooral aandacht besteed aan: ‐ aanpassing inrichting IO-module m.b.t de afhandeling van de aanmeldingsverzoeken ‐ verdere implementatie van de voorstellen vanuit de taskforce AAP: w.o. monitoring doorlooptijden en managementinformatie over de aanmeldingen, standaard brieven vanuit OSIRIS etc. ‐ verbeteren van de informatievoorziening m.b.t. de toelatingseisen en de gehanteerde aanmelddeadlines. ‐ het opzetten van een database m.b.t. toelatingservaring binnen de UT ‐ opstellen en implementeren van standaardbrieven die namens de opleiding verstuurd kunnen worden In 2013 zijn door AO in totaal 5014 aanvraagverzoeken behandeld. International Office Transitie van Erasmus naar Erasmus : aanvragen grotere deelname UT in nieuw Erasmus programme. Alle relevante contracten ( bijna 400) zijn hiervoor aangepast. Bemiddeling in huisvesting: 316 (totaal 2013), In 2012 was dit 283. Ondersteuning visa / verzekeringen
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 237/342
Start verblijfsvergunningsprocedure 2012 2013
268 336
In 2013 kregen circa 495 bachelor en master studenten een beurs voor studie of stage in het buitenland, gefinancierd door Erasmus beurzen en/of uit eigen middelen van de UT via het Twente Mobility Fund.
HRM-beleid Algemeen Er werken in 2013 totaal 136 medewerkers (111,1 fte) binnen S&O, waarvan 114 vrouwen en 22 mannen. Dit is nagenoeg ongewijzigd t.o.v. 2012 (136 medewerkers en 110,9 fte). Van de 136 medewerkers hebben er 110 (88,8 fte) een vaste aanstelling en 26 medewerkers (22,3 fte) hebben een tijdelijk dienstverband. Het variabele percentage in de vorm van tijdelijke aanstellingen laat een minimale stijging zien en komt daarmee hoger uit dan in 2012, vanwege het feit dat de dienst in toenemende mate gebruik blijft maken van flexibele inhuur in de vorm van freelancers binnen de Onderwijskundige Dienst, het TaalCoördinatiePunt en de Studentenbegeleiding. Employability Gebleken is dat binnen de UT in 2013 de functieverblijftijd vanaf 5 jaar in dezelfde functie voor het OBP met een vaste aanstelling gemiddeld 41% bedraagt. Deze cijfers vallen voor de studentgerichte en administratieve ondersteunende functies met 38% iets lager uit, mogelijk vanwege het feit dat vanaf 1 september 2013 de eerste stap in de omvorming van S&O in CES is gezet. Substantiële veranderingen op onder meer het gebied van organisatiestructuur en kwaliteit dienstverlening kunnen mogelijk hebben geleid tot een minimale aandacht op het gebied van mobiliteit en ontwikkeling. Aangezien CES zich de komende jaren meer zal gaan richten op het meer jaren formatieplan, zowel op kwalitatief als kwantitatief niveau (zgn. competentiemanagement), zal employability een belangrijkere rol gaan spelen. Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage over 2013 is met 5,1 % iets lager t.o.v. voorgaande jaren (2012 6,3%) en blijft daarmee - afgezet tegen het gemiddelde (2,6%) op de UT - relatief hoger dan de rest op de UT. Het hoge ziekteverzuim binnen CES kent een aantal oorzaken. Zo bleef enerzijds de dienst geconfronteerd met een blijvend hoog aantal langdurig zieke werknemers. Dit betreft gecompliceerd verzuim in de vorm van chronische ziekte, burn-out en/of blijvende arbeidsongeschiktheid, waarvoor samen met de bedrijfsarts van HumanCapitalCare en de re-integratiecoördinator inmiddels naar passende mogelijkheden zijn gezocht. Anderzijds is het hoge verzuimcijfer over 2013 vooral te wijten aan een toenemend frequent kort verzuim van een aantal medewerkers. Door het niet regulier laten plaatsvinden van de Medisch Sociaal Overleggen (MSO) met de bedrijfsarts en HR-adviseur is er onvoldoende gestuurd op frequent verzuim. Dit is in 2014 opnieuw opgepakt en middels verzuimoverzichten uit E-care (het online verzuiminformatiesysteem van Human Capital Care) wordt geprobeerd deze niet alleen inzichtelijk te krijgen, maar tevens frequenter onder de aandacht van leidinggevenden te brengen, waardoor zij gerichter hierover met medewerkers in gesprek kunnen gaan. Ter aanvulling op het frequent verzuim is geconstateerd dat deze vooral binnen de administratieve kolom van CES een hoger percentage laat zien, waarna is besloten een afzonderlijk MSO voor deze groep te laten plaatsvinden. Tot slot is het verzuimprotocol opnieuw in het MT besproken, waarbij het belang op een zorgvuldige sturing vanuit de Wet Poortwachter is benadrukt. Tevens is ter facilitering door een medewerkster van HCC een demo over het werken middels het verzuimsysteem E-Care in het MT voor de leidinggevenden gehouden.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 238/342
Financiën Het resultaat van CES is k€ 15,-- positief. In de begroting is opgenomen een bijzonder resultaat van -/- k€ 224,--, en een taakstelling van k€ 170,--. Krimp in de formatie ter bekostiging van het bijzonder resultaat ad k€ 224,-- zijnde 4,2 fte uit het “reorganisatiefonds” en 1,4 fte uit “route 14” zijn volledig gerealiseerd. Ook de taakstelling van k€ 170,-- is gerealiseerd. Stijging in de baten: ‐ Centrale middelen; indaling van de TOM gelden gedurende 2013 naar CES, zijn niet in de begroting opgenomen. Daarnaast zijn de uitkeringen ziektevereffening over 2013 hoger dan in de begroting opgenomen. Totaal k€ 206,--. ‐ Overige opbrengsten; deze zijn k€144,-- lager uitgekomen dan in begroting opgenomen. Door meer interne inkomsten bij de OD en TCP te genereren, zijn de externe opbrengsten lager uit gekomen. ‐ Interne doorberekeningen; stijging van k€ 270,-- t.o.v. de begroting. Mede door duidelijke afspraken met de faculteiten en invoering van de actuals, een stijging van de interne doorberekening bij met name de OD en TCP. Lasten: ‐ Personele lasten; daling in de totale personele lasten van k€ 264,-- t.o.v. de begroting. Er is een krimp gerealiseerd in de totale vaste formatie van CES, totaal 6,4 fte. Enerzijds door het niet invullen van vacatures die wel in de begroting waren opgenomen, anderzijds door natuurlijk verloop, welke niet is ingevuld. Daarnaast is minder gebruik gemaakt van UT flexers en uitzendkrachten t.b.v. ziektevervanging. Binnen de OD zijn 2,5 fte middels detacheringsovereenkomsten ondergebracht bij de faculteiten, doorberekening vindt plaats middels actuals. ‐ Huisvestingslasten; de huisvestingslasten zijn licht gestegen t.o.v. de begroting. Er zijn tijdelijk extra ruimtes ingehuurd voor o.a. voor tentamenteams en roosteraars. ‐ Stijging overige huisvestingslasten; TCP maakt gebruik van extra cursus ruimte, in verband met een stijgende vraag naar cursussen. Dit leidt tot extra inkomsten bij TCP. International Office betaald de leegstandkosten voor internationale studenten. Het aantal benodigde kamers voor internationale studenten neemt jaarlijks toe, waardoor ook het risico op hogere leegstandskosten toeneemt. De hiervoor toekende CO van k€ 20,-- is niet toereikend om de daadwerkelijke kosten van ca. k€ 60,-- te bekostigen. Eind 2013 heeft CES een begin gemaakt met de interne verhuizing van een aantal afdelingen. International Office is verhuist van de Bastille naar de Vrijhof, en ook binnen BOZ zijn een aantal afdelingen samengevoegd. Doel is om voor 2018 k€ 120,-- te besparen op de huisvestingslasten. ‐ Overige lasten, apparatuur en materieel; afgelopen jaar is een begin gemaakt met een bezuinigingsslag in de aanschaf apparatuur, materieel en overige lasten . Er is kritisch gekeken naar aanschaf diverse materialen en administratieve hulpmiddelen, ook de bestuurskosten zijn lager uitgekomen dan in de begroting opgenomen . Stijging van de overige lasten ten opzichte van de begroting met k€ 92,-- wordt grotendeels veroorzaakt door externe inhuur van medewerkers voor o.a. BKO en docenten voor TCP. Deze extra uitgaven voor BKO worden grotendeels bekostigd uit toegekende projectgelden. Inhuur docenten voor TCP leidt tot extra inkomsten voor TCP.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 239/342
Student inschrijvingen 1 oktober 2013
Diploma's
EJ/OJ
B M PB
2013
2012 %
EJ
B
1614
1515
15%
EJ
PB
203
236
-14%
EJ
M
173
171
1%
EJ
Totaal
1990
1922
3,5%
OJ OJ OJ OJ
Studiejaar
B M PB B PB M
2013 4144 122 3213 7479
2012 % 4198 -1,3% 193 -37% 2898 11% 7289 2,60%
Totaal
9469
9211
Propedeuse* Bachelor Master Totaal
2012- 2013 gehele studiejaar 1374 1221 1151 3746
2,80%
SSC Totalen Jaar 2013 Balie
Telefoon
11.887
5803
Mail 11.304 Rekening gehouden met sluiting tijdens Feestdagen in 2013
SSC Gemiddeld per week 2013 Balie
Telefoon
Mail
229
112
217
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Rekening gehouden met sluiting tijdens Feestdagen in 2013
PAGINA 240/342
TCP - 2013 in cijfers
Jaarcijfers 2013 voor TaalCoördinatiePunt / Writing Centre / Study & Career TaalCoördinatiePunt Cursussen open inschrijving ENG NL SPA
Medewerkers Studenten Extern Totaal 42 107 1 150 269 263 54 586 0 43 0 43 311 413 55 779
Cursussen in eigen opdracht Zomercursussen B1 + B2 Crash course EILC (2013!) Maatwerk ENG NL
165 30 15 210 191 69 260
Writing Centre ENG NL Study & Career Eigen aanbod (2e helft 2013) Maatwerk (1e helft 2013) > zie maatwerk 571 Class assessments ENG
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
306 230 536
497 299 796
51 17 68
68
83 0 83
83
1100
265
94 665
210
1936 94
1100
265
2030
PAGINA 241/342
Meerjarenontwikkeling
UT-Cursusdeelname 2006-2013
1800 1600
Aantal cursisten
1400 1200 1000
Studenten
800 600 400 200 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Deelname taalcursussen door studenten 1400 1200 1000 Open inschrijving
800
Maatwerk incl. zomercursussen
600 400 200 0 2006
2007
2008
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
2009
2010
2011
2012
2013
PAGINA 242/342
Deelname studenten per taal
1400 1200 1000 Chinees
800
Spaans Nederlands (incl. extern)
600
Engels
400 200 0 2008
2009
2010
2011
2012
2013
Deelname medewerkers per taal
Nederlands (incl. extern)
Engels
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 243/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Centre for Educational Support Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
4.030 257 2.200 (72) 63 6.479
4.378 65 2.399 (139) 116 6.819
4.324 52 2.364 (261) 76 6.554
684
675
688
119 803
23 698
142 830
56 7 1 8 72
46 14 6 10 76
60 5 0 5 71
23 69 93
11 78 79
11 81 45
185
168
137
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
6.518
890
405 257 6.640
6.640
926
7.408
7.302
7.566
0
(0)
Totaal Werk voor Derden
0
0
Overige opbrengsten
109
519
375
(0)
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
40 47 42 476 334 132 105 13
23 74 69 251 313 72 107
33 41 49 592 153 11 116 0
1.189
909
996
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
977
455
661
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
(170)
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
(224) (224)
15 15
Totaal van de baten
8.495
8.276
8.602
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
(233) (233) 8.495
8.276
8.602
0
0
0
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
2,0 25,4 73,4 0,6
143 1.374 2.354 18
2,0 24,7 84,3
144 1.361 2.770
2,0 27,5 77,1 0,6
151 1.455 2.533 19
101,5
3.889
111,0
4.275
107,2
4.157
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
101,5
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
178
103
pm
157
pm 4.067
111,0
4.378
107,2
4.314
0,0
PAGINA 244/342
Exploitatie 2013
CES
begroting Normatief budget Strategisch budget Verwachte strategische budgetten Totaal toewijzingen
Major
Student
In- en Uitg.
BOZ 10- 10600
Minor 10700
Services 11100
studenten Applicatie 15-15400 16000
Funct
Internat Office 18100
Onderwijsk Studenten Dienst 20100
Begeleid 21100
TCP
Bedrijfs
22110
bureau 50200
ITC
Project
Bureau 50800 60-70999
Eliminatie Exploitatie EE
Totaal
6.640 405 258
1.738,0 157,3 0,0
79,0 40,0 0,0
144,0 0,0 0,0
738,0 51,6 0,0
722,0 16,1 0,0
926,0 127,6 0,0
570,0 292,1 0,0
958,0 22,1 0,0
248,0 19,0 0,0
317,0 24,0 0,0
96,0 1,0 0,0
104,0 117,3 0,0
6.640,0 868,0 0,0
7.302
1.895,3
119,0
144,0
789,6
738,1
1.053,6
862,1
980,1
267,0
341,0
97,0
221,3
7.508,0
519 455
0,1 40,0
0,0 36,4 0,0
0,0 0,9 0,0
0,0 2,4 0,0
0,0 0,0 0,0
0,0 21,1 5,1
0,0 0,0 351,4
1,9 49,5 0,0
0,0 261,8 328,6
0,0 0,1 0,0
0,0 0,0 0,0
0,0 0,6 0,0
‐6,0
1,9 372,8 719,1
8.276
1.935,3
119,0
144,9
792,0
738,1
1.079,7
1.213,5
1.031,5
857,4
341,1
97,0
221,9
-6,0
8.601,8
4.275 65 2.399 116 ‐139
1.225,3 42,3 669,5 10,7 ‐58,7
67,7 0,0 37,0 0,0 ‐7,3
75,6 0,8 41,5 0,4 2,9
405,7 0,0 222,1 2,6 0,0
409,7 0,0 223,8 9,7 0,0
456,0 0,0 249,9 6,1 4,1
697,8 0,0 381,3 1,8 ‐271,8
476,1 2,1 259,9 17,2 4,8
256,7 0,7 140,5 1,4 ‐11,2
145,1 4,9 79,6 10,6 45,0
61,8 0,0 33,7 9,0 0,0
46,3 0,8 25,4 7,0 31,1
6.819
1.889,1
97,4
121,2
630,5
643,2
716,0
809,0
760,2
388,1
285,2
104,6
110,4
Werk voor derden 3e geldstroom Overige opbrengsten Interne doorberekeningen TOTAAL BATEN
Accountgr
lasten
Schaalsalarissen Ambtstoel, uitzendkr en declaranten Sociale verplichten Indirecte personeelslasten Doorberekende salarissen Totaal personele lasten
Huisvestingslasten m2 Overige huisvestingslasten
‐1,0 -1,0
4.323,7 51,6 2.364,2 75,5 ‐261,0 6.553,9
675 23
196,2 11,2
0,0 3,3
23,3 0,1
57,9 0,4
50,8 0,2
50,9 71,1
56,4 2,9
103,7 1,9
87,7 44,6
25,7 6,1
0,0 0,0
35,3 0,2
688,0 141,9
Totaal huisvestingslasten
698
207,4
3,3
23,4
58,3
51,0
122,0
59,3
105,6
132,3
31,8
0,0
35,5
829,9
Afschrijvingskosten apparatuur/invent Aanschaf app/inv t.l.v. exploitatie Huur apparatuur/inventaris Onderhoud en reparatie
46 14 6 10
14,8 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,2 0,0
0,9 0,0 0,0 0,2
6,4 0,0 0,0 0,0
6,1 1,6 0,0 0,0
3,7 0,0 0,5 0,0
6,7 0,2 0,0 3,9
3,7 0,1 0,0 0,4
5,4 1,8 0,0 0,4
10,7 1,2 0,0 0,1
0,8 0,0 0,0 0,0
0,7 0,0 0,0 0,0
59,9 5,0 0,7 5,0
76
14,8
0,3
1,1
6,4
7,7
4,2
10,9
4,1
7,6
12,0
0,8
0,7
70,6
11 78 79
0,0 ‐3,2 11,1
0,0 1,1 0,7
0,0 0,4 1,9
0,2 0,6 3,5
0,0 0,1 0,2
0,4 5,4 6,7
0,4 0,9 2,7
2,1 0,5 2,8
4,6 74,6 3,3
2,9 0,5 12,6
0,0 0,0 0,0
0,0 0,3 0,1
10,6 81,1 45,5
Totaal apparatuur/inventaris
Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Totaal materieelgebonden lasten
168
7,8
1,7
2,3
4,2
0,3
12,4
4,1
5,4
82,5
16,0
0,0
0,4
137,2
23 74 69 251 313 72 108
0,0 13,8 1,0 6,1 0,0 0,0 6,5
0,0 0,0 0,2 31,3 5,3 0,0 0,2
0,0 1,3 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 3,8 3,8 45,5 0,2 1,4 3,7
0,0 3,1 3,1 5,7 0,1 0,0 1,0
0,0 4,6 12,2 0,2 145,2 0,0 15,3
0,0 4,5 6,5 195,1 0,6 8,6 12,1
0,0 3,9 0,6 8,3 1,3 0,6 6,7
0,1 1,8 10,4 203,6 0,6 0,0 14,2
33,1 3,6 11,3 24,1 0,1 0,0 42,1
0,0 0,0 0,3 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 1,0 0,0 71,6 0,0 0,0 18,9
‐5,0
33,2 41,3 49,4 591,5 153,3 10,6 115,8
Totaal overige lasten
909
27,5
37,0
1,3
58,5
13,0
177,4
227,3
21,3
230,7
114,3
0,3
91,6
-5,0
TOTAAL LASTEN
8.670
2.146,7
139,7
149,3
757,8
715,0
1.032,1
1.110,7
896,6
841,2
459,3
105,7
238,6
UT reserve tbv reorganisatiefonds 4,2 f UT reserve tbv krimp 1,4 fte (Route 14
189 35
0,0 0,0
-170
-211,4
-20,7
-4,4
34,2
23,0
47,6
102,8
134,9
16,2
-118,2
-8,8
-16,7
15,0
37,3
1,0
2,2
11,1
9,1
9,8
13,2
11,2
5,5
2,5
1,9
0,0
104,67
42,2 ‐4,9
1,0 0,0
2,2 0,0
11,2 ‐0,1
9,1 0,0
11,1 ‐1,3
10,5 2,7
12,3 ‐1,1
5,3 0,2
2,5 0,0
1,9 0,0
1,8 ‐1,8
111,14
Facilitaire dienstverlening ICT‐ dienstverlening Reis‐ verblijf‐ en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten
RESULTAAT fte's volgens bron HR begroting 2013
afwijking
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
995,2 8.586,8
6,47
PAGINA 245/342
Student Union Doelstelling De Stichting Student Union is op 2 juli 1999 opgericht en heeft als doel het bevorderen van de academische vorming en het welzijn van de studenten van de Universiteit Twente. De stichting tracht haar doel onder meer te bereiken door (i) het behartigen van de gezamenlijke en individuele belangen van de UT-studenten en de vertegenwoordiging van de studenten in alle zaken die, naast het curriculum, voor hen van belang zijn, (ii) het informeren van betrokkenen en belangstellenden over de Student Union, (iii) het stimuleren van de ontplooiing en academische ontwikkeling van de UTstudenten en (iv) het faciliteren in studentenvoorzieningen. In 2013 heeft de Student Union een investeringsplan opgesteld om haar eigen vermogen door middel van investeringen te verminderen. De investeringen bevorderen direct en indirect de academische vorming en het welzijn van studenten en verbeteren of behouden voorzieningen op de Campus. Het plan loopt van 2013 tot en met 2018. Algemene Organisatie In de kostenplaats algemene organisatie zijn alle baten en lasten te vinden omtrent interne organisatie en communicatie van de Student Union. Dit betreft voornamelijk salarislasten en administratieve hulpmiddelen voor de algemene organisatie van de Student Union. Activiteiten De Student Union heeft in 2013 diverse activiteiten uitgevoerd. Het grootste evenement betreft de Kick-In, de introductieperiode voor nieuwe studenten aan de Universiteit Twente. In totaal deden er meer dan 1.200 studenten mee en kunnen we spreken van een geslaagde introductie. Het tweejaarlijkse evenement Create Tomorrow is voor de vijfde keer georganiseerd. Dit is een competitieve denktank voor studenten uit heel Nederland. De deelnemers hebben in teamverband een dag lang gewerkt aan één van de bedrijfs- of overheidscases, waarbij ze worden ondersteund door professionele consultants. Op het gebied van academische vorming zijn diverse projecten gecontinueerd. Twee trainingsprogramma’s zijn doorgezet; Skills Certificate voor individuele studenten en het Board Improvement Programma voor verenigingsbestuurders. Daarnaast is de Activisme Monitor ook uitgevoerd om het activisme op de Universiteit Twente te onderzoeken. Een aantal nieuwe projecten zijn opgestart. Een daarvan is TEDx, een evenement waarbij sprekers een korte presentatie hebben gegeven over hun visie en ideeën om bezoekers te inspireren. Dit hebben 15 sprekers deze dag gedaan voor een diverse groep van studenten, medewerkers en externen. Daarnaast is het project de Flextoren gestart, dit zijn flexwerkplekken voor studentondernemers. Ook zijn geluidspanels in het Atrium geplaatst om de akoestiek en daarmee de bruikbaarheid van de ruimte te verbeteren, dit project is een onderdeel van het investeringsplan. Tenslotte zijn diverse projecten gecontinueerd. Het project de Wallstreet is doorgezet in samenwerking met de UT en Acasa en ook SOFA, de verenigingen dag, heeft dit jaar weer plaatsgevonden. Ondersteuning De Student Union ondersteunt ook studenten en Uniondeelnemers doormiddel van diverse subsidieen sponsorfondsen. Primaire doelstelling van deze fondsen is het leveren van een bijdrage aan de persoonlijke ontwikkeling van de student en het functioneren van Uniondeelnemers als mede aan het vormen van een positief beeld van de partners, de Universiteit Twente of de Student Union. Daarnaast bestaat huisvestingsubsidie voor Uniondeelnemers en studentondernemers om huisvesting in de Bastille tegen een aantrekkelijk tarief beschikbaar te maken. Een ander onderdeel van het investeringsplan is het Buddy Programma. Dit project koppelt internationale studenten aan Nederlandse studenten. Op deze manier komen internationale studenten op een laagdrempelige manier in aanraking met de Nederlandse cultuur en hun nieuwe leefomgeving. Het beheer van de Xtra-card, de toegangskaart voor alle sportieve en culturele activiteiten van Universiteit Twente en Saxion, ligt bij de Student Union. In 2012 is een pilot gestart met de koppeling van de CJP-pas aan de Xtra-card. In 2013 is deze samenwerking stopgezet, aangezien het niet het beoogde meerwaarde had. Accommodatie De Bastille, het Universitair WaterSportComplex en de Pakkerij zijn Uniongebouwen. Dit betekent dat de Student Union beleidsverantwoordelijk is voor het gebruik van deze drie gebouwen. Het beheer en
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 246/342
daarbij bijbehorende lasten, zijn uitbesteed aan het Facilitair Bedrijf van de Universiteit Twente. Daarnaast wordt de sportkantine door de Student Union gehuurd, zodat sportverenigingen, met hulp van Stichting Sportkantine, deze ruimte kunnen exploiteren. Enterprises In de Unionshop wordt kleding in de UT huisstijl, dictaten en overig studiemateriaal aangeboden. Het Atrium wordt verhuurd voor evenementen en activiteiten. Beide exploitaties zijn te vinden in de Bastille. Financiën Het beschikbare budget van de eenheid Student Union in 2013 was M€2.5. Het resultaat van de Student Union over boekjaar 2013 is k€32 negatief ten opzichte van de begroting. De bijdrage uit eigen vermogen is kleiner dan de begrootte bijdrage (k€82 ten opzichte van k€110). Vanwege het negatieve resultaat komt de totale vermindering van het eigen vermogen in 2013 neer op k€115. Het verschil in de totale bijdrage uit eigen vermogen wordt veroorzaakt doordat halverwege het jaar het investeringsplan is opgesteld. Hierdoor is gekozen om een aantal begrote bijdrages uit het eigen vermogen bij of uit te stellen, een voorbeeld hiervan is het uitstellen van de uitgave aan de website. (k€15) De afwijkingen van de realisatie ten opzichte van de begroting hebben diverse oorzaken. De belangrijkste worden hieronder genoemd. De kostenpost interne organisatie is hoger uitgevallen (k€20) doordat extra studentmedewerkers zijn aangenomen om bestuursleden te ondersteunen en doordat besloten is om Student Union bestuurders hun collegegeld te vergoeden. In 2013 zijn geen grote nieuwe, maar slechts kleine partnerships afgesloten (-k€50). Ook zijn meer trainingen zijn uit het Board Improvement Programma verstrekt (-k€8). Een onderdeel van het investeringsplan, welke niet is begroot, was de plaatsing van de geluidspanels (-k€39). De kosten voor het beheer van de Xtra-card zijn lager uitgevallen, doordat Apollo en de Sportraad minder ruimte zijn gaan gebruiken ook is besloten om de samenwerking met de CJP-pas stop te zetten. Hierdoor is de afdracht aan de sport- en cultuurverenigingen van de Xtra-card procentueel toegenomen. De Student Union is diverse nieuwe studentenverenigingen in de Bastille en in het Sportcentrum gaan ondersteunen. Tevens is de organisatie zelf meer ruimte gaan huren. Hierdoor zijn de huisvestingsubsidie hoger dan begroot (-k€10). Tenslotte heeft de Student Union Enterprises verlies gedraaid (-k€12). De voornaamste oorzaak hiervan is de afwaardering van de kledingvoorraad in de Unionshop.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 247/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Student Union Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
159 61 81 (13) 34 322
17 382
172 82 96 7 30 386
446
546
461
24 469
20 566
79 540
1 13 48 2 64
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
3 60 43 10 115
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
161 123 82
3 127
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
108
1.376
1.379
1.389
Totaal Werk voor Derden
0
0
0
Overige opbrengsten
790
997
983
0
0
0
141
20
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
7 20 9 86 902
880
136
431
1.161
1.330
1.231
Doorsluizingen
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal Resultaat
22 22
0 0
(10) (10)
Totaal van de lasten
2.153
2.517
2.392
Totaal van de baten
2.153
2.517
2.392
0
0
0
Overige lasten
4 13 2
86 1.303
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
0 81 48 10 138
86 22
76 1.303
Totaal Toewijzingen
28 79 0 107
130
82 1.293
3 19 12 123 875 2 196 1
Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen
(13)
Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
3,0
Begroting 2013 k€
gem. fte.
95
2,9
2,9
3,0
95
Overige inzet
pm
64
Overige kosten
pm
TOTAAL
3,0
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
94
2,9
94
94
2,9
94
67
pm
71
pm 159
2,9
161
2,9
165
0,0
PAGINA 248/342
Kostenplaats: Student Union specificatie naar lasten- en batensoorten 2013 Omschrijving Algemene Activiteiten Ondersteuning Accomodatie Organisatie Normatieve budgetten 352 161 603 187 Strategische budgetten 10 76 Verwacht Strategische budgetten Totaal Toewijzingen 362 161 679 187 Werk voor derden overige opbrengsten (extern) 465 394 10 Doorberekende interne opbrengsten 35 Totaal van de Baten 362 660 1.073 197 Schaalsalarissen Ambtstoel; uitzendkr; decl. Vaste sociale verplichtingen Indirecte personeelslasten Doorberekende salarissen Totaal Personeel Huisvestingslasten m2 Overige huisvestingslasten Totaal Huisvesting Afschrijving op apparatuur Aanschaf app./inv. tlv expl. Huur apparatuur en inventaris Onderhoud inventaris Totaal Apparatuur / Inventaris Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen Totaal Materiaal gebonden kosten Facilitaire dienstverlening ICT-dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk aan derden (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen* Advieskosten Bestuurskosten Kosten mbt interne dienstverlening Totaal Overige Lasten
115 72 63 21
Totaal van de lasten Totaal Resultaat
271 19 19 9
28 9 16 8 2 62 5 76 81
4
188
2 76
0
78
0
44 25
1
69
1 1 0 1 884
44
3 8 106 89 2 161 1 370
887
362 0
660 0
1.083 -10
9 0 2 17 19 3 13 4 12 -11 24
Totaal Student Union
INTD EE
0
0
203
-88 -15 -103
203
5 -13
-102
10
-1
28
4
-103
197 0
203 0
-103 0
2.402 -10
11,9
-13,2
0 158 -1 158
26 1 15 1 3 45 91 3 95
1.303 86 0 1.389 0 983 20 2.392 172 82 96 30 7 386 461 79 540 0 28 79 0 107 0 81 48 10 139 3 19 12 123 875 2 196 1 1.230
2 2 8 188
Enterprises
0
0
11
6 3
11
9
0
0
35 5 10 49
0
2
28
2
* Het resultaat van de SU is via subsidies overgeboekt naar de Rekening Courant SU Resultaat SU
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
-22,8
-18,9
10,2
-32,8
PAGINA 249/342
Servicecentrum Bibliotheek en Archief Profilering B&A is dé partner van iedere gebruiker van het academisch en universitair informatielandschap. Visie Wetenschappelijke informatie is brandstof voor het creatieve proces in onderzoek en onderwijs, zakelijke informatie is smeermiddel voor de bedrijfsvoering. Medewerkers en studenten zijn zowel consument als producent van informatie. De “behandeling” van al deze informatie is van belang voor het succes van de Universiteit en voor de effectiviteit van medewerkers en studenten. Missie De missie luidt: B&A kent de innovaties in de informatiemarkt. B&A ontwikkelt samen met de gebruiker op maat gesneden producten en diensten voor onderzoek, onderwijs en bedrijfsvoering van de UT. B&A biedt dienstverlening in de leer- of werkomgeving waar en wanneer die nodig is: neemt het voortouw bij de ondersteuning van het wetenschappelijk onderzoek op het gebied van onderzoeksinformatie, publicaties en onderzoeksdata; draagt (binnen de curricula) bij aan het onderwijs in informatievaardigheden en biedt studenten faciliteiten bij studie en samenwerking; ondersteunt het documentbeheer in werkprocessen en stelt een digitaal geheugen ter beschikking aan onze universiteit. B&A verwezenlijkt zijn missie als partner van de faculteiten, instituten en de andere diensten met als kader de strategie van de universiteit. Landelijk werkt B&A samen in UKB- en PAZU-verband. Waar nuttig en mogelijk maakt B&A gebruik van (inter)nationale innovatieprogramma’s. In aansluiting bij de Route’14+ strategie voor Kennispark en regionale ontwikkeling levert B&A diensten aan de regio. Daarnaast draagt B&A bij aan capaciteitsopbouwprojecten in de ODA landen. Content De bestaande collectie e-boeken van de uitgevers Elsevier en Springer is aangevuld. Daarnaast zijn collecties aangeschaft van de Royal Society of Chemistry, Taylor & Francis en Morgan & Claypool. Er zijn voor de faculteit MB licenties onderhandeld voor de database Reach (bedrijfsinformatie) en voor de game FreshConnection. Kosten content 2013 in k€ Boeken Tijdschriften Vervolgwerken / bestanden Totaal Percentage
Papier Digitaal Totaal 1 73 172 245 27 2035 2062 19 412 431 119 2619 2738 4,3% 95,7%
T.o.v. 2012 zijn de uitgaven voor content met 8,7% toegenomen. Door de ITC-locatie wordt aanvullend content aangeschaft die in de jaarrekening van ITC is opgenomen.
2013 (k€) Boeken Tijdschriften
ITC 17 37
Onderwijs Van studielandschap naar learning centre Het plan van B&A en FB om in het kader van het Twentse OnderwijsModel de voorzieningen in het studielandschap Vrijhof multifunctioneel te maken is uitgevoerd. Eind 2013 is het aantal plaatsen van 412 uitgebreid naar 565, waarvan 337 in 44 projectruimtes. Dit is inclusief de 1 en 2 persoonsruimtes. De groepsruimtes zijn voorzien van een whiteboard. Enkele ook van een LCD-scherm. Boekingen van de projectruimtes gaan via de Web Room Booking (WRB). Achter de deuren op de 1ste en 2de verdieping is het stiltegebied. In de projectruimtes is echter wel overleg toegestaan. In 2013 zijn de boeken in een gesloten opstelling komen te staan. Boeken aanvragen gaat via de catalogus of bij de uitleenbalie. Met CES is gewerkt aan het ontwikkelen van een skillslab in het learning centre: ruimtes voor het geven van trainingen en workshops.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 250/342
Onderwijs informatievaardigheden
Inzet voor informatievaardigheid Jaar Uren 2011 2372 2012 2541 2013 2281
fte 1,5 1,6 1,4
De informatiespecialisten integreren onderwijs in informatievaardigheden in de modules van het bacheloronderwijs. Hierbij is sprake van maatwerk. In blackboard is een verzameling digitale leerobjecten voor dit onderwijs bijeengebracht. Een bijdrage is geleverd aan een workshop voor tutoren. Samen met TGS en Elsevier is een druk bezocht seminar gehouden met de titel: how to write a world class paper. Scripties Samen met CES is een uniforme aanpak voor het beheren van scripties bij de UT ontwikkeld. Onderzoek en valorisatie SURF-projecten Voor het SURF-project ‘Regie in de Cloud’ is samen met MIRA-CMI gewerkt aan het werkpakket waarin een datamanagementplan voor het CMI is ontwikkeld. Onderzoeksdata Samen met S&B heeft B&A op verzoek van het CvB een opzet gemaakt voor een UT-beleid voor het beheren van onderzoeksdata. Hiervoor is een groep wetenschappers geïnterviewd. Het 3TU.Datacentrum is gecertificeerd met De Data Seal of Approval, kent DOI’s toe aan datasets en voldoet daarmee aan de criteria van uitgevers voor het deponeren van data bij publicaties. Samen met IGS is begonnen met het implementeren van de tool DVN voor het opslaan, beheren en delen van data. Functionaris voor de gegevensbescherming (fg) Omdat bij de UT steeds meer onderzoek plaatsvindt waarin met privacygevoelige data wordt gewerkt en bij onderzoekers behoefte bestaat om te voldoen aan de wet- en regelgeving hiervoor, heeft B&A het initiatief genomen een fg voor de UT aan te trekken. Hiervoor is capaciteit benut die vrijkwam door pensionering van informatiespecialisten. VIVO Het programma VIVO maakt het mogelijk om open data te bewerken, presenteren en visualiseren. Samen met IGS is het gebruik van VIVO verkend als middel om het onderzoek te presenteren. Er moet nog nader worden bepaald waarvoor VIVO bij de UT kan worden ingezet.
Open Access Open Access (k€) Budget 'author fees' OA (strategisch budget) Aan auteurs vergoed, Biomed Central
B2013
E2013 50,0 31,5
Het budget voor het vergoeden van de ‘article processing costs’ (apc) aan UT-auteurs is voldoende geweest om de kosten van het publiceren volgens de golden route te subsidiëren. De UT is ook supporting member geworden van Biomed Central, waardoor UT-auteurs een korting krijgen op de apc. Voorbereiding implementatie nieuw onderzoekinformatiesysteem Er is een stuurgroep ingesteld voor de selectie en implementatie van een nieuw onderzoekinformatiesysteem ter vervanging van Metis.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 251/342
HRM Kengetallen formatie omvang formatie in personen omvang formatie in fte % vrouw gemiddelde leeftijd Leeftijdsopbouw %
2011 50 41,6 64 51,5
2012 48 40,5 67 51,3
2013 47 38,7 66 51,7
4 40 10 46
8 6 46 40
6 10 42 42
Ziekteverzuim B&A Verzuimpercentage exclusief zwangerschapsverlof Verzuimpercentage inclusief zwangerschapsverlof
2011 3,0 3,6
2012 3,0 3,0
2013 2,4 2,4
Kosten opleiding 2013 Cursussen Tijdsbesteding
k€
t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 en ouder
13 30
De vacatureruimte is slechts gedeeltelijk ingevuld passend bij de doelen van de reorganisatie. De overige vacatureruimte is flexibel gemaakt en zal in 2014 worden ingevuld, passend bij de innovatie van en de speerpunten in de dienstverlening. Bedrijfsvoering Reorganisatie De reorganisatie is uitgewerkt in een reorganisatie- en personeelsplan. Hiervoor zijn bijeenkomsten georganiseerd in de teams, is overlegd met stakeholders en is externe advies ingewonnen van Lysias. Uiteindelijk is gekozen voor een structuur met twee afdelingen (EIS en OILS) en een directie. Capaciteitsopbouw ODA landen In het kader van Niche Project Vietnam heeft de informatiespecialist voor ITC deelgenomen aan drie missies naar Hanoi. Innovatie archivering Samen met AZ wordt gewerkt aan het digitaliseren van de werkprocessen rondom het CvB. De postafhandeling is gedigitaliseerd. Er is een demonstratie georganiseerd voor een aanpak van de werkprocessen voor de besluitvorming van het CvB. Beeldbank De inrichting van Mediafiler ten behoeve van het gebruik door M&C en het UTNieuws is voltooid. B&A is systeemhouder en doet het functioneel beheer. Digitale bibliotheek Er is bijgedragen aan een landelijke plan voor de migratie van de gemeenschappelijke informatieinfrastructuur naar het Worldshare platform. Aansluitend zal ook het lokale bibliotheeksysteem vervangen moeten worden, vermoedelijk in 2015. De homepagina en enkele achterliggende pagina’s van de website zijn vernieuwd. Social Media Vanuit de ITC-locatie is actief bijgedragen aan de interactie met doelgroepen in social media: blog, Twitter, LinkedIn en Facebook. Het aantal postings en volgers groeit.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 252/342
Financiën Analyse ontwikkeling baten Baten B2013 4.437 167 84 2.650 7.338 4.110 1625206 117 46 4.437 34 6 13 113 166
B&A E2013 4.437 221 49 2.674 7.381
Saldo Normatief budget Doorsluizingen 54 WvD/overige opbrengsten 35Interne doorberekeningen 24 Totaal Baten 43 Normatief budget 2012 Korting referentieramingen Mutatie compensatie HvL SSA Huisvestingslasten Bibliotheek ITC Aanvulling begroot tekort Terugdraaien langstudeerkorting (deel B&A) Totaal normatief budget 2013 4.437 Compensaties personele lasten senioren 41 7 Compensaties personele lasten bij ziekte/ouderschap 3 3Compensatie U-raad/vertrouwenspersoon 5 8Open Acces tijdschriften 50 50 3TU-Datacentrum 113 Upgrade Decos naar versie 5,2 10 10 Totaal doorsluizingen 222 56 Toelichting 1. Bijdrag uit UIM projectportfolio LBS4 SUB deelname Saxion Hogeschool 11 11 0IBL Onderlinge verrekening 54 36 18Overige 19 3 16Totaal WvD/overige opbrengsten 84 50 34Toelichting 2. Omvang IBL en daarmee de opbrengst ervan vermindert gestaag 3. Lenerspassen externe gebruikers (- 10) en opbrengsten externe projecten (-5) - Collectie CTW 309 305 4- Collectie EWI 647 631 16- Collectie GW 160 161 1 - Collectie MB 208 235 27 837 846 9 - Collectie TNW - Collectie ITC 146 182 36 - Collectie diensten 44 24 20- IBL CTW 4 4 - IBL EWI 2 2 0 - IBL GW 4 4 - IBL MB 5 5 - IBL TNW 4 4 0 - IBL ITC 1 1 - IBL overige 1 1- Archief CTW 17 17 - Archief GW 50 50 0- Archief EWI 56 46 10- Archief MB 52 55 3 - Archief TNW 54 57 3 - Archief S&O 9 9 - Archief overige 10 12 2 - TIMMS advanced GW 10 10- ISBN registraties faculteiten 9 10 1 - Overige dienstverlening 11 15 4 Totaal interne doorberekeningen 2.650 2.674 24 Toelichting 4. De verschillen zitten in het maatwerk: doorberekening van aanschaf van (e-)boeken en/of bestanden 5. Academische boekengids is vervallen (-12), Content B&A wordt niet doorberekend (-3) 6. Verschillen zitten in doorberekend maatwerk: postbehandeling en zakendossiers 7. Doorberekening TIMSS en ECILS schuift door naar 2014
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Toel.
1
2 3
4 4 4 4 4 4 4,5
6 6 6
7
PAGINA 253/342
Analyse ontwikkeling lasten Lasten Personeel Huisvesting Apparatuur/inventaris Materieel Overige lasten Totaal lasten Schaalsalarissen Ambtstoelagen-uitzendkrachten-declaranten Sociale verplichtingen Indirecte personele lasten Doorberekende salarissen Totaal personeel Toelichting 1. Vacatureruimte deels aangehouden i.v.m. reorganisatie 2. Doorberekende salaris i.v.m. uitleen medewerker aan TNW
B2013 2.448 1.697 71 2.738 384 7.338 1.558 11 849 29 2.447
B&A E2013 2.328 1.707 82 2.796 430 7.343 1.515 10 828 17 412.329
Saldo 120 10115846543 1 21 12 41 118
M2-lasten 1.684 1.705 Overige huisvestingslasten 13 2 Totaal huisvesting 1.697 1.707 Toelichting 3. Overschrijding M2-lasten na eindafrekening huurdersdeel 4. Schoonmaakkosten (-7), onvoorzien (-4) Afschrijvingskosten app/inv 54 54 Aanschaf app/inv t.l.v. exploitatie 10 26 Huur app/inv 1 Onderhoud app/inv 7 2 Totaal apparatuur- en inventaris 71 83 Toelichting 5. Investeringen apparatuur/inventaris opgenomen in exploitatie 2013 Collectie faculteiten 2.307 2.360 Collectie diensten 43 31 Collectie CB 350 348 Aansluiting Oracle-Acq 27 IBL 21 12 Bindwerk 1 2.722 Sub-totaal Collectievorming 2.778 Administratieve hulpmiddelen/materialen 16 18 Totaal materieel 2.738 2.796 Toelichting 6. Academische boekengids is vervallen (-12) 7.Waaronder vergoeding Open Access publicaties (29) 8. Omvang IBL en daarmee de kosten ervan vermindert gestaag Facilitaire dienstverlening 36 32 ICT-dienstverlening 137 201 Reis- en verblijfkosten 18 19 Uitbesteed werk 115 131 Subsidies- en lidmaatschappen 62 24 Advieskosten 1 Bestuurskosten 17 23 Totaal overige lasten 385 431 Toelichting 9. Hiervan 44 begroot als lidmaatschap (SURF). Meerkosten: extra inzet capaciteit ICTS voor VIVO, beeldbank (19), beeldbank M&C (10), DVN (4). Minder: OCLC (-9), serverbeheer (-2) 10.Externe inzet re-integratie medewerker (7), consultancy Decos (5) 11.SURF lidmaatschap (44) geboekt bij ICT-dienstverlening
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
2111 10-
1615 12-
5312 2 279 1 56258-
4 6411638 1646-
Toel.
1
2
3 4
5
6 7 8
9 10 11
PAGINA 254/342
Cashflow
Cashflow Investeringen Afschrijvingen Resultaat Totaal cash-flow
B2013 22 54 32
mei-13 1 54 39 92
sep-13 13 54 28 69
E2013 54 39 93
Resultaatspecificatie
(k€) Baten Lasten Resultaat
B2013 E 2013 Verschil 7.337 7.382 0,6% 7.338 7.342 0,1% 0 40
E2013 Produktgroep Baten Lasten Bib content 2.782 2.769 Bib coll mgt 440 424 Bib studiel. 1.233 1.217 Bib dienstv coll & sl 353 360 Bib dienstv ibl 97 101 Bib dienstv fac 327 353 B & A systemen 173 151 B & A funct beh 408 410 Arch fac en sc 202 207 Arch cvb/cd 244 229 Arch ssa 181 175 B & A projecten 219 254 B & A mgt & overh 255 224 B & A ITC 467 469 Totaal 7.381 7.343 Resultaat 2013 Toelichting 1.Incidenteel resultaat op OA-budget 18 2.TIMSS facturering in 2014 3.Aanhouden vacatures 60% incidenteel 4. Extra inzet VIVO 5. Uitleen personeel aan TNW
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Resultaat struct incid 518 3 13 16 147 417912 10 2138 8 7 28 10258 23 22260 38
toel 1 3 3 2 4 3 3 3 4 5
B2013
FTE E2013
TAS
6,73
6,53
6,46
4,71 1,39 3,75
4,09 1,27 3,68
3,69 0,85 2,90
5,56 3,90 3,78 2,07 1,67 2,42 4,58 40,56
5,51 3,55 3,51 1,98 1,63 2,42 4,58 38,75
5,81 3,99 3,16 1,93 1,55 3,28 3,79 37,41
PAGINA 255/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Servicecentrum Bibliotheek & Archief Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten
1.563 17 849 3 22 2.453
1.558 11 849 28 2.447
1.515 10 828 (41) 17 2.328
1.454
1.684
1.705
7 1.461
13 1.697
2 1.707
56 5
54 10
6 67
7 71
54 26 1 2 82
2.598 3 16
2.722 16
2.778 4 14
2.617
2.738
2.796
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
4.110
113 54 4.437
4.437
4.219
4.604
4.659
Totaal Werk voor Derden
0
0
0
Overige opbrengsten
60
84
49
Totaal Toewijzingen
109
222
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
30 131 18 20 61
36 137 17 115 62
23
17
32 201 19 131 24 1 23
282
384
430
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
2.542
2.649
2.674
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
(59) (59)
0 0
40 40
6.821
7.337
7.382
Totaal van de baten
6.821
7.337
7.382
0
0
0
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
1,0 10,3 28,6 0,8
71 538 916 23
1,0 10,0 28,7 0,8
72 517 930 23
1,0 9,0 27,9 0,9
72 483 906 25
40,7
1.547
40,6
1.542
38,8
1.487
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
40,7
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
15
16
pm
25
pm 1.562
40,6
1.558
38,8
1.512
0,0
PAGINA 256/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 257/342
50 0 349 399 1 2.383 2.782 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2.766 0 0 0 2.766 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 3
2.769
14
TOTAAL LASTEN
RESULTAAT
Bib content 10000
17
424
0 4 426 430 0 10 440 227 0 124 1 0 353 49 0 0 49 3 0 0 0 3 0 0 1 0 1 0 1 2 0 15 0 0 0 0 0 18
Bib coll mgt 11000
16
1.217
0 0 1.233 1.233 0 0 1.233 0 0 0 0 0 0 1.168 0 0 1.168 40 7 0 0 47 0 0 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2
Bib studiel. 20000
-7
360
Bib dienstv coll & sl 30000 0 4 348 352 2 0 353 163 0 90 0 0 254 79 0 0 79 0 2 1 1 4 0 2 1 0 3 10 2 1 3 4 1 1 0 0 0 21
-5
101
Bib dienstv IBL 31000 0 2 38 40 36 21 97 40 0 22 0 0 63 7 0 0 7 0 0 0 0 0 12 0 0 0 12 19 0 0 0 0 0 0 0 0 0 19
Servicecentrum Bibliotheek & Archief
Strategische budgetten Verwachte strategische budgetten Normatieve budgetten Totaal toewijzingen Overige opbrengsten/WvD Doorberekende interne opbrengsten TOTAAL BATEN Schaalsalarissen Ambtstoel., uitzendkr. en declaranten Sociale verplichtingen Indirecte personeelslasten Doorberekende salarissen Totaal personele lasten Huisvestingslasten m2 Afschrijvingen gebouwen Overige huisvestingslasten Totaal huisvestingslasten Afschrijvingskosten apparatuur/inventaris Aanschaf app/inv t.l.v. exploitatie Huur apparatuur/inventaris Onderhoud en reparatie Totaal apparatuur/inventaris Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen Totaal materieelgebonden lasten Facilitaire dienstverlening ICT-dienstverlening Reis- verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties voorzieningen Toekenning uit centrale reserves Totaal overige lasten
Omschrijving
Jaarrekening 2013
-27
353
Bib dienstv fac 32000 0 4 321 325 0 2 327 192 0 105 1 0 298 37 0 0 37 2 4 0 0 5 0 0 0 0 1 0 1 4 1 0 0 5 0 0 0 12
22
151
0 10 152 162 11 0 173 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 2 0 0 0 0 0 0 144 0 5 0 0 0 0 0 0 149
B&A systemen 40000
-3
410
0 11 394 405 0 3 408 239 0 131 6 0 376 22 0 0 22 1 6 0 0 7 0 0 0 0 0 0 1 4 0 0 0 0 0 0 0 5
B&A funct beh 41000
-4
207
0 0 -43 -43 0 245 202 106 0 58 0 0 165 23 0 0 23 3 2 0 0 5 0 0 0 0 0 0 11 1 0 0 0 1 0 0 0 13
Arch fac en sc 61000 0 7 226 233 0 10 244 124 0 68 0 0 192 19 0 0 19 2 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 10 3 2 0 0 0 0 0 0 15
15
229
Arch cvb/cd 62000
Arch ssa 63000
6
175
0 2 179 181 0 0 181 59 11 32 2 0 104 66 0 0 66 0 1 0 1 1 0 0 0 0 0 0 1 1 2 0 0 0 0 0 0 4
-35
254
31
224
B&A B&A projecten mgt & overh 50000 90000 113 0 0 14 106 241 219 255 0 0 0 0 219 255 74 123 0 -1 41 67 0 1 0 -41 115 149 0 30 0 0 0 2 0 31 0 1 0 2 0 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 12 0 0 0 12 0 1 30 1 0 1 109 7 0 2 0 0 0 16 0 0 0 0 0 0 139 28
B&A ITC 97000
-1
469
0 0 467 467 0 0 467 165 0 90 3 0 258 206 0 0 206 1 1 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0 0 3
40
7.342
163 58 4.437 4.659 49 2.674 7.382 1.515 10 828 17 -41 2.328 1.705 0 2 1.707 54 26 1 2 82 2.778 4 14 0 2.796 32 201 19 131 24 1 23 0 0 0 430
Totaal
B&A
Facilitair Bedrijf
Dienstverlening Algemeen In 2013 is de ontwikkeling van het FB verder voortgezet. Het jaarplan 2012-2013 ‘De volgende stap’ is verder gegaan op de strategische speerpunten : Partnerschap: op gelijkwaardige, respectvolle wijze invulling geven aan een langdurige relatie met de klant waarbij investeren in elkaar essentieel is Kwaliteit: professionele standaarden en klantverwachtingen optimaal matchen, vastleggen, volgen en waar nodig bijsturen waarbij het HULP principe leidend is Innovatie: kennis op of rond de UT, dan wel ontwikkelingen in de markt, gebruiken om eigen dienstverlening te optimaliseren. Dit vergt innovatief vermogen naast denken over facilitaire dienstverlening concepten Duurzaamheid: voortvarend en kenmerkend zijn in het doorvoeren van duurzaamheid. Informatievoorziening; Integrale bedrijfsvoering processen optimaliseren door kwantitatieve stuurinformatie die is belegd in ondersteunende systemen Het vigerende strategisch plan van het Facilitair Bedrijf loopt tot 2014. In de loop van 2013 is het FB dan ook gestart met de ontwikkeling van een nieuw strategisch plan tot 2020. Dit zal in 2014, uiteraard in afstemming met de UT-visie 2020, zijn beslag krijgen. Profilering In 2013 heeft er een visitatie plaatsgevonden van het Facilitair Bedrijf. Hieruit blijkt dat het Facilitair Bedrijf een goede ontwikkeling heeft doorgemaakt. Er zijn wel aandachtspunten op het gebied van de scheiding tussen beleid en uitvoering, regie over de REH en de onbekendheid over wat het FB doet en onduidelijkheid over het waarom (klantperceptie). De scheiding tussen beleid en uitvoering is een uitgangspunt binnen de UT organisatie. De samenwerking met onder andere S&B is daarom verder geïntensiveerd. Ook probeert het FB zoveel mogelijk aan tafel te zitten bij voor haar relevante onderwerpen. De regie over de REH is wel verbeterd, ligt veelal bij het FB, maar is niet exclusief. Om de zichtbaarheid te verhogen zijn er rondleidingen FB georganiseerd, is er een nieuwe promotiefilm uitgebracht en een FB-special in het UTnieuws. Daarnaast wordt gewerkt aan een FB-Wiki en wordt er gewerkt aan de herkenbaarheid. Het verbeteren van het diensten ABC en het invoeren van Planon Track ‘n Trace moet de klant inzicht geven hoe het FB het primaire proces ondersteunt. Het KlantTevredenheidsOnderzoek (het 3e van het FB) is ditmaal opgezet samen met ICTS en B&A. De resultaten zijn eind 2013 beschikbaar gekomen en zullen leiden tot verbeteracties in 2014. Ook is er samenwerking met andere UT-diensten opgestart met betrekking tot klantenbalies en servicedesks. Aan de hand van het voorbeeld medewerker in-uit wordt gekeken hoe de klant beter kan worden bediend door de verschillende diensten. Dit zal in 2014 verder uitgewerkt worden. Het FBeter programma, dat inzet op een bewustwording van FB medewerkers op het gebied van duurzaamheid, heeft een aantal concrete plannen uitgewerkt op het gebied van de afname van reclamefolders , zwerfvuil vermindering en hergebruik van meubilair. De Energie Actie Teams zijn nog in afwachting van het nieuwe energiemonitoring systeem dat in 2013 opnieuw is aanbesteed en in 2014 operationeel wordt. De benchmark, die de facilitaire diensten van de Nederlandse universiteiten sinds een aantal jaren uitvoert, geeft wel inzicht hoe facilitaire bedrijven functioneren, maar geeft ook veel verklaarbare verschillen aan. Vanaf 2014 zullen best practises tussen HBO’s en universiteiten besproken worden.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 258/342
Tot slot hebben er aanpassingen plaatsgevonden binnen de inrichting van de afdeling Inkoop; minder fte’s in het inkoopproces nodig dan eerder werd verwacht en het verminderen van de logistieke activiteiten (postrondes) met als gevolg het niet opvullen van vacatures en het verminderen van het wagenpark. Onderwijs De invoering van het Twents Onderwijsmodel heeft met name druk gezet op het aantal beschikbare projectruimten. In samenwerking met B&A is er een groot aantal ruimten gerealiseerd in de Vrijhof. Daarnaast zijn er ruimten in de Spiegel en Bastille gerealiseerd. Samen met CES en ICTS is er software in gebruik genomen waarmee studenten zelf deze projectruimten kunnen boeken. De overgang van facultaire collegezalen naar het FB heeft wel wat onrust en onbegrip opgeleverd, zij het dat de gevolgen vooral per 1 januari 2014 zichtbaar en voelbaar werden. Er zijn veel gesprekken gevoerd met betrokkenen om te bezien hoe, enerzijds het UT belang en anderzijds het individuele opleidingsbelang kan worden gediend. Daarnaast is er bij een aantal facultaire zalen achterstand in de gebruikte AV techniek. Deze zal in fases in 2014 worden aangepast aan de huidige stand van de techniek. De bijdrage aan de instellingstoets is vanuit het Facilitair Bedrijf niet heel groot geweest, maar natuurlijk wel op het gebied van de (organisatie) onderwijsfaciliteiten. Onderzoek Het FB is steeds vaker betrokken bij projecten vanuit het primaire proces, dan wel gaat het FB op zoek naar expertise binnen de faculteiten en instituten met betrekking tot toepassing in het beheer en de bedrijfsvoering. Zo lopen er diverse initiatieven op het gebied van duurzaamheid en is er ook contact met vakgroepen over verkeer (campusrouting), planning (onderwijslogistiek)en BIM (Building Information Management). Tijdelijke projecten In 2013 is de projectadministratie verplichtingen Vastgoed en Onderhoud ingericht. In 2014 hoopt het FB daar de vruchten van te gaan plukken. Een ander project met veel impact is de herverdeling van ruimten. In het Ruimte Verdeel Overleg (RVO) worden scenario’s uitgewerkt om de faculteit ITC op de campus te vestigen, de groei van het cluster Health te huisvesten, de mogelijkheden voor een permanente tentamenlocatie invulling te geven en ruimte te vinden voor het Design Center (in oprichting). Hierbij wordt naast de bestaande gebouwen nadrukkelijk ook gekeken naar de Technohal en de ruimte in de Gallery. In 2013 is er ook een volgende stap gemaakt om te komen tot een eigen duurzame energievoorziening met behulp van een pyrolyse installatie. Er is een exploitatie subsidie toegewezen en in 2014 wordt bekeken of dit project echt levensvatbaar kan worden. Op het gebied van toegankelijkheid voor mensen met een beperking is een aantal flinke stappen gemaakt. Als enige universiteit in Nederland beschikken we nu over een viertal gebouwen (Ravelijn, HalB, Carré en Waaier )die geaccrediteerd zijn en daarmee het Integraal Toegankelijkheid Symbool (ITS) mogen dragen.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 259/342
HRM beleid Professionalisering Het instrument “Opleiden” is de afgelopen jaren binnen het FB ingezet om een goed gefundeerde basis te leggen voor het functioneren van medewerkers, groepen en/of afdelingen op een niveau te brengen dat overeenkomt met de ambities van het Facilitair Bedrijf. Een en ander is neergelegd in het Opleidingsbeleid 2009-2014, dat elk jaar geactualiseerd wordt, door naast FB-brede trainingen, individuele trainingen te programmeren. Vanaf 2013 zijn de minimale vaardigheidseisen van de aangeboden functie een expliciet onderdeel van het selectieproces (bv Engels, computervaardigheden, Nederlandse spelling). Enerzijds om te voorkomen dat er een “inhaalslag” bij nieuwe medewerkers moet worden gemaakt, anderzijds om te benadrukken aan de huidige medewerkers, dat dit een minimale eis is om voldoende te kunnen functioneren. Tweede loopbaanbeleid Het traject 2e loopbaanbeleid is gestart. Er zijn met de medewerkers van de afdeling Beveiliging individuele gesprekken gevoerd, welke een handvat zijn voor uit te zetten plannen in hun eigen loopbaan. Mobiliteit Interne mobiliteit binnen het FB is inmiddels een gegeven. Mogelijkheden met betrekking tot mobiliteit buiten het FB of zelfs buiten de UT worden onderzocht. Er zijn inmiddels contacten gelegd met de Gemeente Enschede en Saxion. Meeloopdagen en roulatie binnen de SD/ID groepen zijn ook doorgezet net als afgelopen jaren. Jaargesprekken Vanaf 2012 wordt bij het uitvoeren van de functie niet meer alleen gekeken naar het ‘wat’ maar ook naar ‘hoe’ iemand zijn functie uitvoert. Vaardigheden, houding en gedrag worden benoemd in het jaargesprek en maken een belangrijk onderdeel uit van de beoordeling van de medewerker. Medewerkersonderzoek Uit het medewerkersonderzoek 2012 is een aantal actiepunten vastgesteld. Gesteld kan worden dat de uitslag, ten opzichte van het UT gemiddelde, zeer positief was. De uitkomsten van het medewerkersonderzoek worden periodiek besproken in het MT van het FB en verschillende werkoverleggen. Stages Binnen het FB worden jaarlijks op verschillende afdelingen en op verschillende niveaus leerplaatsen ter beschikking gesteld. De stage draagt bij aan een betere afstemming van de diverse studiemogelijkheden op de beroepspraktijk. Daarnaast vormt een stage een belangrijke schakel tussenstudie en de arbeidsmarkt. Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage over 2013 bedraagt voor FB 5,59 % (-0,31% ten opzichte van 2011) en ligt daarmee - afgezet tegen het gemiddelde (4,81%) op de UT - hoger dan elders op de UT. De oorzaak hierin lag, net als in 2012, in een klein aantal langdurige verzuimgevallen.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 260/342
Financiën Begroot Resultaat Afschrijvingen -/- investeringen Totaal
Realisatie -106 198 -88 4
330 188 -87 431
Integrale budgetanalyse Het resultaat van FB is k€ 330 t.o.v. -/- k€ 106 begroot. Het betreft een resultaat uit normale bedrijfsvoering. De personele lasten zijn k€ 203 lager dan begroot doordat een aantal vacatures niet is ingevuld in 2013. Het aantal fte’s komt uit op 98,9 ten opzichte van de begrote 102,1. Het betreft hier onder andere de functie van senior contractmanager binnen de afdeling Inkoop en de projectleider onderhoud binnen de afdeling Onderhoud en Vastgoed. De vacature binnen de afdeling Inkoop zal definitief niet worden ingevuld. De huisvestingslasten zijn k€ 180 lager dan begroot. Er is minder ruimte ingezet voor de poolruimten. Tevens zijn de energielasten in 2013 lager dan begroot. Vanaf september 2013 worden de studie- en onderwijsruimten beheerd door het FB (financieel echter pas vanaf 2014). De kosten voor onderhoud apparatuur in deze ruimten zijn ten laste van deze afdeling geboekt, waardoor de totale kosten voor apparatuur en inventaris k€ 180 hoger zijn dan begroot. De afdeling Logistiek kampt al jaren met teruglopende postomzet. Tegenover de lagere baten i.v.m. de teruglopende postomzet staan ook lagere kosten. De interne doorberekeningen zijn hoger dan de werkelijke kosten doordat deze baten op basis van t-2 zijn geboekt (actuals). Voor 2014 zijn maatregelen genomen om de vaste lasten van deze afdeling te verminderen door het afstoten van een vervoermiddel en verminderde inzet van personeel. Voor advieskosten en het uitbesteed werk is k€ 88 minder uitgegeven dan verwacht.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 261/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Facilitair Bedrijf Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten
3.671 150 1.964 119 200 6.105
3.774 18 2.036 157 196 6.180
3.625 99 1.969 131 153 5.977
3.160
3.225
3.319
194 3.353
403 3.628
129 3.448
216 31 2 13 261
198 28 8 55 289
188 145 3 15 352
3 89 92 0 185
2 75 118 8 203
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
7.125
371
126 250 7.074
7.075
433
7.496
7.450
7.508
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
(0)
Totaal Werk voor Derden
0
0
Overige opbrengsten
480
446
193
(0)
86 46 132
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
341 73 26 71 13 51 253 0
533 94 42 79 15 194 182
827
1.139
829
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
2.930
3.437
3.366
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
10.906
11.333
11.068
Overige lasten
290 57 25 103 17 82 254 (0)
Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat uit bijzondere bedrijfsvoering Resultaat uit normale bedrijfsvoering
(106) 436 330
Totaal Resultaat
175 175
Totaal van de lasten
10.906
11.333
11.068
0
0
0
Dekkingsbijdrage
(106) (106)
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
2,3 7,1 52,2 39,9 0,4 101,9
Begroting 2013 k€
gem. fte.
162 389 1.840 1.078 8 3.477
Overige inzet
pm
154
Overige kosten
pm
39
TOTAAL
101,9
3.671
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
2,0 10,2 53,6 35,9 0,4 102,1
0,3 102,3
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
144 547 1.890 983 8 3.572
2,0 7,2 50,8 38,4 0,4 98,9
149 402 1.822 1.047 8 3.428
192
pm
9
pm
159 26
3.774
98,9
3.612
0,0
PAGINA 262/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 263/342
130
Interne opbrengsten
Personeel
704
Totaal personele lasten
289
Totaal huisvestingslasten
15
Totaal apparatuur
4 4 0 8
23
Materialen
Administratieve hulpmiddelen
Grondstoffen
Totaal materiële lasten
Facilitaire dienstverlening
Personeel begroting Personeel realisatie
Resultaat
Totale lasten
Totaal overige lasten
8,68 8,90
80
1.191
174
2
92
Bestuurskosten
Lasten m.b.t.interne dienstverlening
8
10
Subsidie en Lidmaatschappen
Advieskosten
32
2
Reis- en verblijfkosten
Uitbesteed Werk
5
ICT
Overige lasten
0
Collectievorming
Materiële lasten
-19
Onderhoud
0
12
Aanschaf niet tlv reserve
Huur
22
Afschrijvingen
Apparatuur
6
Overige huisvestingslasten
m2-lasten
283
-4
Huisvesting
49
Indirecte personeelslasten
221
28
410
Doorberekende salarissen
Sociale Lasten
Ambtstoelagen, uitzendkrachten,decl
Schaalsalarissen
1.271
0
Overige opbrengsten
Totaal baten
0
70
Werk voor derden
1.070
Centrale ondersteuning
Staf
Strategische budgetten
Baten
Totaal baten
Kostenplaats Facilitair Bedrijf 2013
14,83 13,21
39
1.037
62
1
14
18
0
19
1
9
0
2
0
1
1
0
13
0
0
3
9
79
1
79
881
20
69
279
0
511
1.076
0
2
0
22
1.052
Inkoop
18,49 17,22
128
1.360
96
0
3
55
5
10
6
17
0
1
0
0
1
0
10
0
0
2
8
70
0
70
1.183
0
17
412
0
754
1.488
158
87
0
129
1.114
Onderhoud
29,56 34,66
206
1.978
33
1
5
1
0
11
2
13
0
12
0
3
9
0
18
2
0
5
12
210
1
209
1.705
-9
38
589
2
1.084
2.185
271
2
0
109
1.802
dienst
Interne
14,28 14,33
-35
981
24
0
3
0
0
3
11
6
0
9
0
0
9
0
25
1
0
18
6
45
1
44
878
0
36
270
67
505
946
64
14
0
34
834
Beveiliging
34
2
33
98
10,04 10,52
-56
1.083
320
2
22
0
1
0
2
3
289
26
0
5
21
0
83
30
1
0
53
148
1
147
507
8
15
171
0
313
1.027
859
Logistiek
ITC
6,92
-73
87
3
0
0
0
0
0
0
3
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
83
0
9
26
2
47
14
0
14
0
0
0
0,00
54
3.370
106
0
77
0
0
28
0
2
0
40
0
2
38
0
186
0
2
105
79
2.597
117
2.480
440
439
1
0
0
0
3.424
2.286
0
0
35
1.103
ruimten
Onderwijs
Warme
-14
63
38
0
38
0
0
0
0
0
0
3
0
0
3
0
2
1
0
0
1
7
0
7
12
12
0
0
0
0
48
0
46
0
0
2
0,00
dranken
Repro
0,00
1
34
-6
-6
0
0
0
0
0
0
0
30
0
30
0
0
-1
-1
0
0
0
2
2
0
9
9
0
0
0
0
35
0
35
0
0
0
3.768
235
2
433
7.075
102,80 98,84
329
11.184
851
0
254
82
17
103
25
57
312
132
0
46
86
0
352
15
3
145
188
3.448
129
3.319
6.402
475
233
1.969
99
3.625
11.514
FB
Totaal
45
0
447
22
22
0
0
0
424
344
80
447
402
Eliminatie
Totaal
328
10.738
829
0
254
82
17
103
25
57
290
132
0
46
86
0
352
15
3
145
188
3.448
129
3.319
5.978
131
153
1.969
99
3.625
11.067
3.366
190
2
433
7.075
FB na elim
Strategie & Beleid Profilering De dienst ‘Strategie & Beleid’ (S&B) formuleert in opdracht van het CvB en in samenspraak met de verschillende eenheden het instellingsbeleid. S&B fungeert als de spil in de strategische positionering en profilering van de UT. Belangrijkste speerpunt in het afgelopen jaar was de herijking van de instellingsstrategie (Vision 2020). Met dit traject is in oktober 2013 gestart, het loopt nog tot de zomer van 2014. Daarnaast heeft S&B een belangrijke rol gespeeld bij de verdere implementatie van de onderwijsvernieuwingen. S&B heeft vanaf de zomer 2013 formeel zitting in de UCO. Een ander belangrijk traject waaraan S&B een grote bijdrage heeft geleverd is de instellingstoets kwaliteitszorg, deze is voor de UT succesvol afgerond. Op het gebied van onderzoek zijn de vaststelling van het promovendibeleid en de versterking van het EU-office belangrijke activiteiten geweest. Ten aanzien van valorisatie is in 2013 een belangrijke aanzet gemaakt voor een UT-breed valorisatiebeleid. Onderwijs In 2013 hebben de diverse clusters binnen S&B samengewerkt om de volgende prioriteiten op onderwijsgebied tot een succes te maken. Twents Onderwijs Model (TOM) De invoering van TOM blijft een hoofdprioriteit voor onderwijs van S&B. Medio 2013 is een Decaan Onderwijs Vernieuwingen aangesteld, de regie voor de verdere implementatie van TOM is bij deze persoon belegd. S&B heeft een actieve bijdrage geleverd aan de verdere implementatie van de TOMvisie. Voorbeelden zijn het reflectieonderwijs, de profileringsruimte en de monitoring van afspraken tussen CvB en UR. S&B heeft in 2013 de secretaris van de Expertcommissie monitoring TOM geleverd. Deze Expertcommissie was ook gesprekspartner van de externe auditcommissie Instellingstoets Kwaliteitszorg van de NVAO in het najaar van 2013. Om de start en implementatie van het Twents Onderwijs Model optimaal te ondersteunen zijn er vele ontwikkelingen vanuit het informatiemanagement in gang gezet. De inzet op versterking van ICT & Onderwijs op de UT heeft in 2013 (op aangeven van de IT-Board) geresulteerd in uitbreiding van de capaciteit bij de Onderwijskundige Dienst en een door het CvB goedgekeurd plan van aanpak om ter ondersteuning van TOM een vijftal thema's uit te werken (digitaal toetsen, digitaal studiemateriaal, activerende digitale werkvormen, samen leren & werken, ondersteuning pioniers). Initiatieven op deze 5 thema’s zijn nu volop in ontwikkeling en worden door het cluster Universitair Informatiemanagement (UIM) gemonitord, in afstemming met de UCO. In 2013 is het programma Top Onderwijs Ondersteuning (TOO) afgerond. De doelstelling van het TOO programma was om de onderwijsondersteunende processen en systemen (Osiris, Syllabus, Blackboard) aan te passen op het in september 2013 te starten nieuwe Twents Onderwijs Model (TOM). De start is geschied zonder grote problemen in de onderwijsondersteuning. Instellingstoets Kwaliteitszorg Dit is zowel vanuit het cluster Onderwijs als vanuit Beleidsmonitoring begeleid. S&B heeft meegeschreven aan de kritische reflectie ten behoeve van de toets en de proefaudit en de uiteindelijke audit organisatorisch vorm gegeven. Daarnaast hebben S&B-ers vanuit onderwijsbeleid, internationaliseringsbeleid en beleidsmonitoring (i.h.b. MISUT) in verschillende gesprekken met de auditcommissie het instellingskwaliteitszorgsysteem nader toegelicht. Een goede start van het University College (ATLAS) De business case ATLAS is met advies van S&B uitgewerkt. Periodieke monitoring van de voortgang vindt sinds de start van ATLAS (september 2013) plaats middels tweewekelijkse overleggen. Hierin worden onder andere ontwikkeling van het eerste jaar, de voorbereidingen voor het tweede jaar en de intensivering van de studentenwerving besproken en waar nodig nader aangestuurd. In september 2013 is een uitgebreide evaluatie van de werving en instroom van het eerste jaar opgesteld en besproken met het CVB. Naar aanleiding hiervan is een bijgesteld wervingsplan voor instroom 2014-15 opgesteld.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 264/342
Excellentievisie en -trajecten Ondersteund door S&B zijn als uitvloeisel van de prestatieafspraken de UT ambities ten aanzien van excellentietrajecten uitgewerkt in het voorstel Excellentie@UT. Dit voorstel is in oktober 2013 ter validering voorgelegd aan de Sirius Commissie van Leading Experts, die hierover een positief heeft geoordeeld. Met deze validering is invulling gegeven aan een belangrijk onderdeel van de prestatieafspraken, namelijk dat ons streven is om in 2015 minimaal 7% van de bachelorpopulatie te laten deelnemen aan excellentietrajecten in de bachelorfase die door Sirius zijn gevalideerd. De kwaliteit en positionering van masteropleidingen (opvolging geven aan uitkomsten PKM) S&B heeft in 2013 de inbedding van de implementatie van PKM-aanbevelingen in de P&C-cyclus verzorgd. S&B heeft verder enkele deelprojecten getrokken binnen het project Positionering en Kwaliteitsverbetering Masteropleidingen: a) Schakelen met de Master in het project Wisselstroom, waar de aansluiting tussen HBO en UTMasters wordt geoptimaliseerd, b) b). Procesmatige coördinatie van de aanpassingen van de premaster aan TOM en sturing op de Profileringsruimte TOM. S&B heeft in overleg met UCO en CES aanbevelingen opgesteld om instroom in de master te vergroten. c) ondersteuning van opleidingen om de premaster-pakketten aantrekkelijker te maken. De omvang van de pakketten is nu instellingsbreed 30 EC waardoor indaling in de doorstroomminors van het HBO mogelijk is. Randvoorwaarden op orde Een transparante onderwijsorganisatie is randvoorwaarde voor het functioneren van het onderwijs, en een hoeksteen onder het kwaliteitsbeleid. Herziening van de onderwijsorganisatie heeft in 2013 vorm gekregen. In mei 2013 heeft de URaad ingestemd met de instelling van de functie/rol van onderwijsdirecteur (OWD). Per faculteit is een OWD benoemd die alle opleidingen van de faculteit vertegenwoordigd in de UCO. Het instellingsbrede BSA is na de eerste ronde van 2012-2013 verder geoptimaliseerd. S&B heeft daartoe diverse randvoorwaarden verder geoptimaliseerd. De harde knip is geïmplementeerd, twee opleidingen (ATLAS en CreaTe) hebben voor het eerst decentrale selectie toegepast. Voor de invoering van TOM was ook een herziening van de OER nodig, S&B heeft dit proces gecoördineerd. Een gemeenschappelijke richtlijn OER (‘romp-OER’) voor TOM is ingevoerd, met speciale aandacht voor het instellingsbrede BSA. S&B heeft een uniforme implementatie gefaciliteerd In 2013 is een aantal opleidingen geheraccrediteerd . Ook is in 2013 de wet Kwaliteit in Verscheidenheid ingevoerd. S&B werkt aan de implementatie van de gevolgen van deze wetswijziging. Per 2014 is elke universiteit verplicht aan studenten een studiekeuzecheck aan te bieden. S&B heeft de opstelling van een regeling voor de studiekeuzecheck verzorgd. Student & Campus In 2013 hebben de bezuinigingen bij de Student Union veel impact gehad en is men begonnen met de voorbereidingen van een nieuwe Campuscard. De belangrijkste onderwerpen m.b.t de campus in 2013 waren studentenhuisvesting (beleid op huisvestingszaken), onderwijsruimten i.r.t. TOM, huisvestingsvraagstukken van faculteiten/diensten en ruimtelijke ordeningsprojecten als de NOEK en het bestemmingsplan. Internationaal Het afgelopen jaar is veel tijd besteed aan de vormgeving van de ondersteunende organisatie rondom internationalisering. S&B heeft zowel een plek gehad in de stuurgroep I keten als in de projectgroep. Daarnaast is aandacht gegeven aan de lopende dossiers als joint degrees, ruimte voor internationale uitwisseling in de bachelor (exchange minoren) en samenwerking met universiteiten in strategische landen. Concreet hebben we de activiteiten in China, Indonesië en Brazilië verder uitgebouwd. Tenslotte is het CRM systeem voor internationale studenten (SCOPE) overgedragen aan M&C. Onderzoek De werkzaamheden ten aanzien van onderzoek stonden in belangrijke mate in het teken van de ontwikkelingen in het nationale en internationale onderzoek- en innovatiebeleid, zoals het topsectorenbeleid en de aanloop naar Horizon 2020. De UT is sterk in application inspired onderwijs en onderzoek, heeft ondernemerschap en valorisatie hoog in het vaandel, en een helder profiel waarbij technologische en sociale innovatie gecombineerd worden. Als zodanig is onze participatie in en
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 265/342
bijdrage aan het topsectorenbeleid groot. Voor de toekomstige financiering van ons onderzoek en valorisatie is dit noodzakelijk. Nu de inkomsten uit dit beleid onder druk komen te staan, is het van belang de inkomsten uit de EU programma’s te verhogen. Om de ondersteuning adequaat en efficiënt in te kunnen blijven richten, is extra ingezet op een versterking en intensivering van de externe netwerken en strategische relaties. Naast de reguliere activiteiten rond het indienen van prijzen en voordrachten, begeleiding bij persoonsgerichte subsidies, en ondersteuning bij onderzoeksbeoordelingen is de aandacht uitgegaan naar de volgende onderwerpen. Promovendibeleid In 2011 heeft het College van Bestuur de Stuurgroep Promovendibeleid ingesteld met als opdracht het coördineren en regisseren van de verdere invulling en de praktische uitwerking van het Promovendibeleid UT. In april 2013 heeft de Stuurgroep haar eindverslag aan de hand van de eindrapportages van zes werkgroepen aangeboden aan het College van Bestuur. Vervolgens is de zomerperiode gebruikt om het promotiebeleid af te stemmen met de Kamers van Hoogleraren. Op grond hiervan is voorgesteld de door de stuurgroep geadviseerde ‘knip’ in de aanstelling na de qualifier en beoordeling (c.q. evaluatie) na 15 maanden niet in te voeren. Het nu voorliggende nieuwe promovendibeleid wordt beschouwd als een kwaliteitsimpuls voor het promotietraject aan de UT. In november is het promovendibeleid door het CvB vastgesteld, inclusief de uitwerking hiervan in het Promovendistatuut. Met betrekking tot de Tuiton Fee is een voorgenomen besluit genomen. De uitwerking vindt plaats binnen de reguliere organisatie. Dit houdt in: de implementatie van het registratieen promovendivolgsysteem Prodoc en één-loket functie zoals beschreven in het ‘reorganisatieplan’ Ikolom. Research Professional (RP) S&B is een pilot van drie jaren gestart met de subsidiedatabase RP ten behoeve van verbetering van inzicht in het brede subsidieveld, wereldwijde onderzoeksinformatie en gegevens over funding, teneinde hiermee effectiever, efficiënter en pro-actiever om te gaan. Er is in 2013 een tussentijdse evaluatie uitgevoerd. Op basis van de resultaten is voor 2014 een aantal nieuwe acties uitgezet: blijvende inzet op het vergroten van de naamsbekendheid van de database binnen de UT d.m.v. lijnsturing en –communicatie, informatieverstrekking aan nieuwe WP-ers bij indiensttreding, het benaderen van de doelgroep studenten en diversificatie aanbrengen in de te geven workshops. Prizes and Awards Committee (PAC) De PAC beoogt een link te leggen tussen talent en prijzen/lidmaatschappen. Naast de aandacht voor de functionele criteria van een prijs of voordracht, wordt ook tegemoet gekomen aan of geanticipeerd op impliciete voorwaarden (ervaring, netwerk, context) die een rol kunnen spelen. S&B is secretaris van de commissie. Uit de resultaten van een tussentijdse evaluatie, blijkt dat de ambities rondom de PAC bijgesteld moeten worden. Lobby is niet reëel i.v.m. belangenverstrengeling en pro-actief en strategisch talentenbeleid komt beperkt van de grond. De PAC levert echter wel een belangrijke bijdrage in het structureren en meer (objectief) beargumenteren van de discussie over de kandidaten die het meest geschikt zijn voor een prijs. JA@UT Na een pilot van twee jaar is een collegebesluit voorbereid over de structurele continuering van JA@UT, met zowel activiteitenbudget als ondersteuning van M&C en S&B. De pilotperiode is succesvol geweest. JA@UT is een exclusieve club geworden, waar talent zich erkend en gehoord voelt. Ze levert een belangrijke bijdrage aan het optimaliseren van de UT voor (toekomstig) talent en functioneert als een constructieve, kritische groep. Daarnaast levert JA@UT een bijdrage in de profilering van de UT als aantrekkelijke werkgever waar onderwijs, onderzoek en ondernemerschap van hoge internationale kwaliteit een voorname plaats innemen. Wetenschappelijke Integriteit De Commissie Wetenschappelijke Integriteit heeft het afgelopen jaar vier ingediende klachten behandeld en een door de faculteit GW gevraagd advies gegeven. Van de vier klachten is er één vlak voor het advies van de commissie aan het College van Bestuur ingetrokken, één niet ontvankelijk verklaard en twee behandeld en afgerond. Naar aanleiding van één van deze twee klachten is advies ge-
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 266/342
vraagd bij het LOWI (Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit). Het College van Bestuur heeft het advies van het LOWI overgenomen. Een medewerker van S&B heeft als secretaris van de commissie gefungeerd. In het jaar 2014 zal de commissie als klankbord fungeren voor het op te stellen beleid m.b.t. wetenschappelijke integriteit. Beleid zal worden opgesteld teneinde de zichtbaarheid van de normstelling te bevorderen en te werken aan bewustwording en educatie van alle betrokkenen. Alternatieve funding In 2013 is het EU-office verder versterkt en zijn de activiteiten van het Alumni & Development Office (A&DO) geïntensiveerd teneinde meer financiering aan te kunnen trekken vanuit alternatieve fondsen (EU en donaties). Valorisatie Op het gebied van valorisatie stonden in 2013 de volgende onderwerpen centraal. Visie op valorisatie Een visie op valorisatie brengt samenhang en expliciteert de verantwoordelijkheden voor verschillende activiteiten, waardoor er meer duidelijkheid ontstaat wie wat bijdraagt of gaat bijdragen aan de derde kerntaak van de universiteit. In het afgelopen jaar heeft S&B de input verzameld om een visie op valorisatie op te stellen in samenwerking met Kennispark en de ZD’s. Partners binnen en buiten de UT zijn betrokken om het een zo breed mogelijk gedragen visie te laten worden. In 2014 zal de visie nader uitgewerkt worden in een actieplan. Werkset valorisatie-indicatoren In de zomer van 2013 heeft de UT een concept werkset valorisatie-indicatoren bij de VSNU aangeleverd. Deze werkset is afgestemd in 3TU verband. Sindsdien worden de definities en wijze van meten tussen de TU’s afgestemd teneinde tot een definitieve set indicatoren te komen. Het streven is de operationalisering voor 1 maart 2014 af te ronden. Innovatiesprong Twente Eind 2013 heeft een gezamenlijk overleg tussen de overheden, onderwijs-/onderzoeksinstellingen en ondernemingen in Twente plaatsgevonden. Doel hiervan was te bezien of de effectiviteit van de verschillende overleggen tussen de partijen en de onderlinge samenhang op een eenduidiger en slagvaardiger manier zou kunnen worden vormgegeven. Afgesproken is dat een position paper over de nieuwe invulling van de ‘Innovatiesprong’, waarin het innovatiebeleid van Twente wordt afgestemd, wordt opgesteld. In dit position paper zullen voorstellen geformuleerd worden voor een hernieuwd samenwerkingsverband op het gebied van innovatie. Voor de UT is het belangrijk in dit samenwerkingsverband invloed en sturing te houden vanuit de universiteit, met name op Kennispark. Friendraising en fundraising Het Alumni & Development Office (AD&O) heeft twee kerntaken: friendraising en fundraising. Uit een oogpunt van friendraising ondersteunt het DO het College van Bestuur in actief relatiemanagement met het bedrijfsleven: corporate relations. Door de samenwerking tussen bedrijfsleven en UT optimaal te ondersteunen wordt een basis gelegd voor fundraising op de lange termijn. Om focus aan te brengen in de inspanningen gericht op corporate relations heeft het A&DO een Top-50 van bedrijven opgesteld. Op basis van onder meer de omvang van de contractresearch die een bedrijf uitbesteedt aan de UT en het aantal alumni dat een bedrijf in dienst heeft, is bepaald welke bedrijven voor de UT van strategische waarde zijn. Met het aantreden van de nieuwe voorzitter is actief werk gemaakt van het benaderen van de bedrijven in deze Top-50. Doel is het versterken van de banden met het bedrijfsleven op het gebied van onderzoek, onderwijs en valorisatie. Dit is zowel van belang uit een oogpunt van onderzoeksbekostiging als vanuit het laden van het profiel van de (meest) ondernemende universiteit. Het UT-ambassadeursnetwerk is een platform voor corporate relations (overigens ook voor andere VIP-relaties van de UT). De goodwill die resulteert uit deze vorm van friendraising vormt de basis waarop het DO op de langere termijn charitatieve donaties van vermogende particulieren kan werven. Tijdelijke projecten Managementinformatie van het onderwijs, onder andere voor onderwijsvisitaties, wordt steeds belangrijker. Hiertoe is in 2013 het cluster Beleidsmonitoring (BM) binnen S&B ingericht. BM wordt gevormd door twee medewerkers van S&B en een medewerkers die voorheen werkzaam was bij
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 267/342
Institutional Research (IR) van FEZ. Met de inrichting van BM zijn alle werkzaamheden van IR ondergebracht bij BM. Beleidsmonitoring speelt een belangrijke rol in de P&C-cyclus van de UT en is tevens verantwoordelijk voor de monitoring van de prestatieafspraken. BM werkt nauw samen met de Concerncontroller (CC) van de UT. Samen met de CC werkt BM aan verdere optimalisering van de P&C-cyclus. Inmiddels functioneert BM als een vast onderdeel van S&B. HRM-beleid In mei 2013 is een nieuwe vrouwelijke clustercoördinator onderwijs in dienst getreden. Hierdoor is weer een vrouw vertegenwoordigd in de clusterleiding van S&B. Begin 2013 is het EU-office versterkt door een vrouwelijke medewerker. Bij de overgang van IR naar S&B/BM is voor twee formatieplaatsen financiering overgeheveld van FEZ naar S&B. Een van deze formatieplaatsen is ingevuld door een persoon die reeds werkzaam was binnen IR, de andere formatieplaats is ingevuld door een S&B-medewerker vanuit het cluster onderzoek. Dit betekent dat er een vacature is ontstaan binnen het cluster onderzoek. In de tweede helft van 2013 is in samenspraak met CvB en CCI afgestemd op welke wijze deze vacature het beste kan worden ingevuld. In 2014 zal voor deze vacature worden geworven. Jonge high potentials krijgen vanuit het MT specifieke aandacht en worden binnen S&B op verschillende dossiers/projecten gezet. Indien nodig, dan wel gewenst, wordt (verdere) scholing aangeboden. Een aantal medewerkers heeft een gerichte opleiding gevolgd, in een aantal gevallen wordt gebruik gemaakt van externe coaching. Voor de training Projectmatig Werken (PMW) zijn in 2013 8 medewerker van S&B aangemeld (‘Inleiding’: 2. ‘Basis’: 5 en ‘Gevorderden’: 1). Bedrijfsvoering/organisatie Het beheersen van de werkdruk teneinde op de prioritaire onderwerpen te kunnen blijven focussen is een punt van aandacht. Eind 2013 is het initiatief genomen hiertoe een plan op te stellen dat in 2014 met het CvB besproken zal worden. Financiën: jaarrekening 2013 Toelichting op baten en lasten 2013 De concerndirectie S&B sluit het jaar 2013 af met een positief resultaat van k€ 135. Dit resultaat bestaat uit een bijzonder resultaat van –k€ 53 en een normaal resultaat van +k€ 188. S&B totaal De normatieve budgeten in 2013 zijn hoger uitgevallen dan begroot. Er zijn gedurende 2013 werkzaamheden overgeheveld van FEZ naar S&B inzake Beleidsmonitoring. Hiervoor is het bij- behorende budget overgeheveld. Tevens werd een compensatie ontvangen vanuit OPUT van k€ 66 voor de hogere compensatie van de Uraadsleden. Bij de strategische budgeten zien we een toename met k€ 52. Dit wordt veroorzaakt doordat er meer compensatie ziekte-/ouderschapsverlof(k€ 66 ) is ontvangen dan begroot(k€ 15). De personele lasten zijn in 2013 hoger dan vooraf was begroot (k€ 128). Dit komt deels door een hogere compensatie van de Uraadsleden(k€ 72). Tussen AZ en S&B zijn vice versa medewerkers geplaatst. Ook is één medewerker van FEZ overgeheveld naar S&B. Bij de indirecte personeelslasten zien we een overschot (k€ 38). Dit overschot wordt met name veroorzaakt door minder studiekosten en cursussen. De huisvestingslasten zijn gestegen door meer benodigde ruimte en doordat een al langer in gebruik zijnde ruimte in de Bastille inmiddels wordt meegenomen. Bij de overige lasten zien we eveneens een afname. Dit wordt beïnvloed door een lagere eigen bijdrage bij Project Connect door een aanpassing van de berekening van het mark-up percentage op verzoek van de penvoerder (k€ 20) en lagere uitgaven bij Alumni en Internationalisering door capaciteitsproblemen. S&B per onderdeel Directie Het resultaat komt hier uit op K€ 51 positief. Oorzaak hiervan is voornamelijk meevallende indirecte personeelslasten en vertrek van één medewerker naar AZ waarbij de salarislasten wegvielen maar ook de gedeeltelijke doorberekening aan afdeling M&C.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 268/342
Beleidsstaf Het resultaat bij Beleidsstaf komt uit op k€ 100 negatief. Dit wordt deels veroorzaakt door één medewerker welke onder de reorganisatie Route 14+ valt. Dit levert een bijzonder resultaat op van -k€ 53. Verder is er nog een normaal resultaat van k€ 47 negatief. Dit normale resultaat wordt veroorzaakt doordat enerzijds de compensatie ziekte en ouderschapsverlof hoger uitpakt dan voorzien en anderzijds de personele lasten hoger zijn dan begroot. Dit komt vooral door interne verschuivingen binnen S&B en een nieuwe medewerker vanuit AZ. Internationaal Het afgelopen jaar heeft Internationaal een positief resultaat behaald van k€ 268. Dit komt met name doordat personeel is overgeheveld richting Beleidstaf en Beleidsmonitoring. Een andere oorzaak is dat er minder is uitgegeven van het beschikbare FCO voor Internationalisering door capaciteitsproblemen. Alles bij elkaar resulteert dit in een positief resultaat van k€ 268. Alumni Het Alumnioffice heeft een positief resultaat behaald van k€ 62. Dit komt deels door het veranderde mark-up percentage bij Project Connect en de daaruit voortvloeiende herberekening van het onderhanden werk. Hierdoor viel de eigen bijdrage in 2013 k€ 20 lager uit dan begroot. Tevens werd van het beschikbare werkbudget minder uitgegeven door capaciteitsproblemen. Vastgoed Er werd in 2013 een positief resultaat behaald van k€ 3. Momenteel is er één medewerker werkzaam. Deze medewerker wordt ingehuurd van FB. Informatiemanagement Hier komt het resultaat uit op k€ 6 positief. Dit wordt veroorzaakt door minder overige lasten dan begroot. Beleidsmonitoring Beleidsmonitoring is opgestart gedurende het jaar 2013. Hier komt het resultaat uit op k€ 58 negatief. Er is gedurende 2013 een budget van k€ 70 over gekomen vanuit FEZ. Eén medewerker is overgeheveld van FEZ naar S&B en tevens zijn 2 medewerkers van Beleidsstaf en Internationaal overgeheveld naar Beleidsmonitoring. Dit is de oorzaak van het negatieve resultaat. Medezeggenschap Het resultaat hier is k€ 39 negatief. Aan de lastenzijde zien we een hogere compensatie voor de URaad richting de eenheden dan begroot k€ 72. OPUT heeft hier een compensatie voor gegeven van k€ 66. Door het vertrek van één medewerker zijn hierdoor de salariskosten gedaald. Zij is inmiddels deels vervangen. EU Office EU Office is opgestart in 2012 en is verder uitgebouwd in 2013. Inmiddels zijn 4 medewerkers actief. Het resultaat komt over 2013 uit op k€ 58 negatief door hogere personele lasten dan begroot. Ontwikkeling van de cashflow
A. Exploitatieresultaat B. Afschrijvingen C. Investeringen Totale cashflow (A+B-C)
Begroting 2013 -53 7 0 -46
Rapportage Maart -53 7 0 -46
Rapportage Juni -119 7 0 -112
Rapportage September -53 7 0 -46
Jaarrekening 2013 135 7 0 142
Er was in 2013 geen sprake van bijzondere financiële risico’s.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 269/342
Verantwoording centrale stimuleringsgelden Overzicht CS gelden beschikbaar en geclaimd in 2013 voor en door S&B beschikbaar bij begroting 2013 1.
Twentse Jong Academie, activiteitenbudget
k€ 20
2.
Ondersteuning aanvraag EU Subsidies/EU Office
k€ 170
3.
PvA-Internat. (Twente) Summerschool
k€ 30
4.
Instellingskwaliteitszorgsysteem (IKS)
k€ 55
beschikbaar gesteld gedurende 2013 geclaimd en ontvangen k€ 8 k€ 161 k€ 3 k€ 33
k€ 88
k€ 12
k€ 12
5.
Denktank
6.
PvA-Internat. CRM-systemen
k€ 10
k€ 10
7.
Onderwijsdag
k€ 15
k€ 11
8.
Manager Onderwijsvernieuwing
k€ 47
k€ 47
9.
Pilot Subsidie database Research Professional
k€ 21
k€ 21
1.
Betreft georganiseerde activiteiten TJA in 2013. Evaluatie heeft eind 2013 plaatsgevonden.
2.
Betreft in 2013 voornamelijk personele lasten en een klein deel overige lasten. De totale kosten van het EU Office waren hoger maar de rest wordt gefinancierd vanuit het CO.
3.
De kosten voor de Summerschool bedroegen k€ 3. Deze zijn volledig geclaimd.
4.
Het IKS was aanvankelijk begroot voor k€ 55. De werkelijke kosten kwamen uit op k€ 88. Gedurende het jaar 2013 heeft het CvB besloten alle kosten via de CS gelden te vergoeden.
5.
Kosten zijn bij S&B geboekt en werden meteen vanuit de CS gelden vergoed.
6.
Geheel geclaimd. Kosten waren hoger dan beschikbare CS gelden.
7.
Kosten waren lager dan beschikbare budget. Totaal k€ 11 geclaimd.
8.
Bestaat uit salarislasten die deels uit de CS gelden worden betaald en deels worden doorberekend aan AZ.
9.
De kosten kwamen inclusief BTW uit op k€ 25 beschikbaar k€ 21. De volledige k€ 21 is geclaimd.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 270/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Concerndirectie Strategie en Beleid Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
1.607 4 867 160 73 2.711
1.594 869 74 123 2.661
1.597 19 871 263 85 2.836
140
149
161
9 149
149
11 172
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
6 21 0 0 27
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
19
5 10 0 0 16
1 4 16
27 25
1 16 29
21
52
45
19
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
2.946
294
368 32 2.973
3.042
452
3.240
3.373
3.494
36
47
Totaal Werk voor Derden
36
0
47
Overige opbrengsten
147
114
64
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
10 19 73 201 59 2 124
14 32 48 20 5 5 595
487
719
421
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
24
59
20
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal Resultaat
53 53
(53) (53)
Totaal van de lasten
3.447
Totaal van de baten
3.447
3.546
3.625
Overige lasten
11 17 40 142 84 127 1
Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat uit bijzondere bedrijfvoering Resultaat uit normale bedrijfsvoering
Dekkingsbijdrage
(53) 188 135
3.546
3.625
0
0
(10)
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
0,0
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
2 0,0
1
0,0 9,5 10,4 10,3 0,5
2 642 548 367 8
9,7 10,2 9,9
666 547 370
0,0 10,7 11,3 7,4
1 734 581 263
30,6
1.565
29,8
1.583
29,4
1.577
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
30,7
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
39
1.606
11
29,8
1.594
pm
15
pm
4
29,4
1.597
0,0
PAGINA 271/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 272/342
RESULTAAT BIJZ. BEDR. RESULTAAT NORM. BEDR. RESULTAAT TOTAAL
BEZUINIGINGSTAAKSTELLING
-53 0 -53 51 51
-53 -47 -100
1.077
108
31
719 3.599
TOTAAL LASTEN
417
51
10
6 0 4 5 47
4 2 1 2 13
11
52 14 32 48 20 5 5 595
1 10
27 25
0 3 3
3
0 5
19
41
19
149 1 2
37
149
1 40
3 2
8 29
319 19 -3 920
585
977
467 186 16 101 25 4 332
52
692 925
0
233
14
BELEIDS STAF
454 467
DIRECTIE
Facilitaire dienstverlening ICT-dienstverlening Reis- verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Interne dienstverlening Dotaties voorzieningen Toekenning uit centrale reserves Totaal overige lasten
Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen Totaal materieelgebonden lasten
Afschrijvingskosten apparatuur/inventaris Aanschaf app/inv t.l.v. exploitatie Huur apparatuur/inventaris Onderhoud en reparatie Totaal apparatuur/inventaris
Overige huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijvingen gebouwen (alleen HVL) Totaal huisvestingslasten
869 123 74 2.661
1.594
114 59 3.546
Werk voor derden 3e geldstroom Overige opbrengsten Doorberekende interne opbrengsten TOTAAL BATEN
Schaalsalarissen Ambtstoel., uitzendkr. en declaranten Sociale verplichtingen Indirecte personeelslasten Doorberekende salarissen Totaal personele lasten
368 32 2.973 3.373
BEGROTING
Strategische budgetten Verwachte strategische budgetten Normatieve budgetten Totaal toewijzingen
OMSCHRIJVING
Afdeling Strategie & Beleid
35
268 268
304
128
23 1
5 13 26 61
0
0 0
1
1 1
14
0 14
45 1 31 160
83
572
537 572
62 62
483
95
20
7 2 2 55 9
26
0 11 15
3
3
21
1 21
127 3 -24 338
232
545
47
497 497
ALUMNI
3 3
52
12
0
1 11
0 0
4
4
34 37
3
56
56 56
6 6
354
15
7
1
1 5
0
0 0 0
1
1
12
0 12
111 2 9 325
203
360
360 360
-58 -58
128
0
0
0 0
128
45 1
82
70
70 70
-39 -39
418
15
13
0
2 0
2
0 1 1
0
0
41
0 41
43 25 212 360
80
12 20 379
344 347
3
-58 -58
257
17
4
0
0 12
0
0
2
2
2
0 2
236
80 11
146
199
33 199
167
VASTGOED INFORMATIE BELEIDS- MEDEZEGGEN EU GRANT MGT MONITORING SCHAP OFFICE
-53 188 135
3.490
421
127 1
11 17 40 142 84
45
1 16 29
5 10 0 0 16
172
11 161
1.597 19 871 85 263 2.836
47 64 20 3.625
3.042 3.494
452
-53 188 135
3.490
421
127 1
11 17 40 142 84
45
1 16 29
5 10 0 0 16
172
11 161
1.597 19 871 85 263 2.836
47 64 20 3.625
3.042 3.494
452
-53 -135 -188
109
298
3 15 8 -122 -79 5 468 -1
7
-1 11 -4
-5 9 0 0 3
-24
-11 -13
-3 -19 -2 38 -189 -175
-47 50 39 -79
-84 32 -69 -120
SUBTOTAAL ELIM. EIGEN TOTAAL VERSCHIL S&B EENHEID REALISATIE T.O.V. DE S&B BEGROTING
Specificatie naar baten- en lastensoorten 2013 INTERNAT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 273/342
Marketing & Communicatie Inleiding In 2013 heeft M&C zich gericht op de volgende doelen van de Instellingstrategie RoUTe 14+: 1. Profilering / Onderzoek (Team Externe Communicatie) 2. Onderwijs (instroom en werving) (Team Marketing) 3. Interne communicatie (binding) (Team Interne Communicatie) (Team Medialab) 4. Inkoop en traffic (print, online, huisstijl,..) Profilering De Universiteit Twente positioneerde en profileerde zich in 2013 met ‘High Tech Human Touch’ als een researchuniversiteit met een focus op technologische ontwikkelingen en de impactvolle betekenis daarvan voor mens en maatschappij. Er is daarbij nauw samengewerkt met het primaire proces om deze ambities en belofte waar te maken. Zo is extra focus gelegd op het versterken van de relaties met de landelijke media (Radio/TV/dagbladen). De UT was regelmatig aanwezig in radioprogramma’s als BNR Nieuwsradio, Radio 1 en TV programma’s zoals Pauw en Witteman, BNN Proefkonijnen, EenVandaag, RTL en Zapp Live. Er was in 2013 een duidelijk toename van de publiciteit in de landelijke media en dagbladen, zoals te volgen was in het regulier verspreide publiciteitsoverzicht. De corporate events en reguliere academische plechtigheden zijn in 2013 ook vernieuwd, waarbij het Open Huis (5.000 bezoekers) en de U-meet (350 bezoekers) tot de hoogtepunten konden worden gerekend. Ook de Dies Natalis van 2013 is aangegrepen voor meer profilering en Diesredenaar Bram Nauta heeft zeer veel publiciteit gegenereerd in de landelijke media. De samenwerking in de regio is eveneens verder versterkt. Het Innovatie-Communicatieplatform Twente is opgericht voor een betere samenwerking met Kennispark, Saxion, Regiobranding, etc. Mooie voorbeelden waren o.a. The RED engineers en Solar Legorace, maar ook de gezamenlijke publicaties en ‘Get Connected’-campagnes. Onderzoek De UT wenst vanuit RoUTe’14+ haar ‘High Tech, Human Touch’ profiel verder te versterken. Er is daarom ingezet op meer zichtbaarheid en sterkere profilering op specifieke UT-speerpunten en onze thematische gebieden. De onderzoeksinstituten werden ondersteund bij het formuleren van hun communicatiedoelen en het creëren van middelen en activiteiten die de profilering van het onderzoek en de instituten bevordert. Door goede samenwerking met de onderzoekstaf zijn we in staat geweest in een vroegtijdig stadium kansen voor publiciteit te signaleren. Er is in 2013 meer prioriteit gegeven aan het proactief aanbieden van UT experts aan de media. Gemiddeld was er wekelijks een artikel van de UT te vinden in de grote landelijke dagbladen en was er maandelijks een optreden van een wetenschapper op tv en/of radio. Mediatraining van PhD’s, begeleiding van onderzoekers bij mediaoptredens en het ondersteunen van de UT inzending voor de Academische Jaarprijs hebben tot mooie resultaten geleid. Het proces rondom promoties en de begeleiding van promovendi voor pers en publiciteit is verbeterd. De media aandacht voor (promotie) onderzoek, samenwerkingsverbanden, valorisatie en (student-) ondernemerschap is sterk gegroeid, met als beloning dat de UT door Elsevier in 2013 werd uitgeroepen tot “meest ondernemende universiteit”. In de kanalen en eigen media (o.a. de UT- corporate website, magazine) is er gestreefd naar een betere balans tussen onderwijs en onderzoek met een duidelijke bijdrage aan het HTHT profiel, de bruisende campus en de ondernemende houding van onderzoeker en student. Onderwijs Bachelors Na de start van het Twents Onderwijsmodel is de rode draad van het Twents Onderwijs Model verder versterkt met bewijsvoering. Intern is er veel aandacht geweest voor de interne communicatie aan studenten en medewerkers die TOM hielpen uitdragen tijdens voorlichtingsactiviteiten. De positieve ‘framing’ van TOM wordt wel beïnvloed door de interne discussies die binnen de UT gevoerd worden. Dit is mogelijk van invloed op de beeldvorming van aankomend studenten. Inspanningen en acties om de interne en externe beeldvorming dichter bij elkaar te brengen blijven daarom hard nodig. Als onderdeel van een sterkere focus op kwaliteit, was er naast TOM ook aandacht voor excellentie in activiteiten en middelen, de start van ATLAS en andere honors-trajecten. UT-breed is ingezet op studiekeuzeloopbaan en de ‘juiste student op de juiste plek’. Met het aannemen van de wet ‘Kwaliteit in verscheidenheid’ werd en wordt sterker gestuurd op tijdige aanmelding (voor 1 mei). Studiezoekers die zich uiterlijk op 1 mei aanmelden hebben daarnaast het recht op een studiekeuzeadvies via een matchingsactiviteit. De wervingscyclus (data open dagen en heroriëntatie) zijn hierop aangescherpt.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 274/342
Het tweede deel in 2014 is gericht op de ontplooiing en uitrol van matchingsactiviteiten, gezamenlijk met de opleidingen. In 2013 is er een nieuwe mix van fysieke, print en digitale contactmomenten gerealiseerd, waaronder een nieuwe studiekeuze- en wervingswebsite, met als gevolg onder andere een recordaantal bezoekers tijdens de Open Dagen. In 2014 blijft de nadruk liggen op de doorontwikkeling van de wervingssites, de online uitstraling, content marketing en gerichte online werving. University College ATLAS In 2013 hebben er op verschillende vlakken wervingsactiviteiten voor ATLAS University College plaatsgevonden. Zo heeft ATLAS actief deelgenomen aan de Open Dagen, zijn een tweetal extra ATLAS_Insight Days georganiseerd. Ook heeft een scholierenteam namens ATLAS deelgenomen aan Create Tomorrow. Er is extra geïnvesteerd in het versterken van de off- en online aanwezigheid van ATLAS; een optimalisatie in zoeknetwerken en in de vindbaarheid van de ATLAS Bachelor site. Offline is campagne gevoerd in Nederland en UK. Daarnaast is ATLAS op zoveel mogelijk vlakken geïntegreerd in bestaande (online) middelen en is er een unieke animatie gemaakt met een positieve respons. In september is de opleiding gestart met 30 studenten. Daarmee is de marketing verbreed door de inzet van eigen studenten en een sterker eigen ATLAS verhaal, hetgeen resulteerde in een sterke stijging van bezoekers tijdens de Open Dagen. Naast de intensivering van de werving is het belangrijk om naamsbekendheid en het bouwen aan een imago te blijven versterken. Hiervoor worden in 2014 extra (onconventionele) acties ingezet met o.a. een eigen ATLAS engagement website en het inzetten van extra agenten ter bewerking van netwerken en scholen, vooral ook internationaal. Masters In 2013 is de aanpak van de masterwerving verder verstevigd door het verbeteren van de informatievoorziening en aanscherping van de wervingsinspanningen richting de doelgroepen: eigen bachelors, HBO-doorstromers en internationale studiekiezers. Studenten van andere Nederlandse universiteiten vertonen tot op heden relatief weinig bereidheid tot mobiliteit richting de UT. Verschillende facetten bepalen dat masterkeuze een steeds bewustere keuze wordt. Uit in 2013 uitgevoerd onderzoek blijkt dat meer Bachelorstudenten een doorstroom naar een andere universiteit overwegen. Dit is met name het geval onder de groep internationale Bachelorstudenten, maar ook Nederlandse studenten lijken deze intentie in toenemende mate te hebben. Door alle ontwikkelingen is de urgentie op meer masterwerving groeiende. In 2014 zullen keuzes moeten worden gemaakt, zodat ook wervingsinspanningen meer focus krijgen op basis van slimme productmarktcombinaties. Voor de werving richting het HBO is in 2013 reeds meer gerichte actie ondernomen, onder meer door te verkennen hoe doorstroomconstructies met andere HBO-instellingen aangegaan kunnen worden en door het opbouwen van een relatienetwerk met HBO’s. Binnen de wervingscampagnes zijn de wervingsdoelgroepen voor het masteronderwijs expliciet geadresseerd en via gepaste kanalen benaderd. Dit heeft geresulteerd in groeiende aantallen bezoekers op de Master Open Dagen. De versterking van de online profilering en een betere online vindbaarheid van het masteronderwijs van de UT, zal in 2014 verder verstevigd worden. Professional Learning & Development, PdEng en TGS Hiervoor wordt verwezen naar het jaarverslag van de desbetreffende eenheid. Campagne ‘Touch’ Na de positieve lancering in 2012 is de campagne ‘Touch’ in 2013 verder uitgerold. De doelgroepen vragen om meer relevante content. Om die reden hebben alle BSc en MSc-opleidingen ieder een eigen gezicht gekregen door de introductie van een eigen rolmodel. Voor sommige opleidingen zijn aanvullende opleidingscampagnes uitgevoerd. Er is extra inzet ingezet op aandachtsopleidingen zoals TW, ST, EPA en IBA. Met de cross mediale campagne is er een continu leereffect, waardoor campagnes steeds gerichter worden om de doelgroep te bereiken, ook nodig i.v.m. aflopend budget. In de zichtbaarheid en vindbaarheid heeft er een substantiële verhoging plaatsgevonden, zowel lokaal, nationaal als internationaal, waarbij het meeste verkeer via het Google-netwerk afkomstig is en via content gerelateerde sites (zoals studiekeuze of vakinhoudelijke sites). Dit laatste was aanleiding om onderzoek en onderwijs meer met elkaar te verbinden, bijvoorbeeld door MESA+ en de Master Nano Technology online aan elkaar te koppelen. Ook was dit aanleiding om content-matig de wervingswebsites beter vindbaar te maken met behulp van Search Engine Optimalisatie (SEO). In 2013 is met SEO een behoorlijke stap gezet, door de content op de wervingswebsites geheel te herschrijven. Tot slot is er gestart met het bieden van relevante content door een multimediale
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 275/342
redactie ‘In Touch’: Dit is een multimediaal redactieteam dat aansprekende en spannende videocontent maakt en op de juiste (social) media ‘spint’ richting relevante doelgroepen. Internationale werving In 2013 is de internationale werving verder geprofessionaliseerd en inzichtelijker gemaakt. Naast de generieke internationale (online/offline) wervingsactiviteiten, werden de volgende doellanden bewerkt: - EU: Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Bulgarije, Roemenië, Griekenland, Polen - Non-EU: Brazilië, China, India, Indonesië, Mexico, Saudi-Arabië Onder meer via het voeren van online campagnes en de inzet van social media (eigen FB-pagina’s) is gewerkt aan de internationale profilering van het onderwijs van de UT in deze doellanden. In 2013 waren deze voor het eerst ook land specifiek ingericht. In consortia als Holland Education Consortium en Holland-Arab Education Consortium wordt in samenwerking met andere instellingen, en ook door inzet van meer agenten, de wervingskracht vergroot. Ook de inzet van Orange Tulip Scholarships en een verdere professionalisering van de samenwerking met wervingsagenten, zorgen voor een meer continue aanwezigheid in de doellanden. Persoonlijk contact met studiekiezers vond m.n. plaats via wervingsbeurzen en met online follow-up. Resultaten instroom en marketinginspanningen 2013 In 2013 verwierf de UT 212 meer studenten (+10%) ten opzichte van 2012. Met name het aantal instromende masterstudenten is toegenomen. Deze toename wordt grotendeels veroorzaakt door het meetellen van (199) ITC studenten vanaf 2013. Het aantal bachelor studenten is met 3% gegroeid. 2010 2011 2012 2013 Verschil % Bachelor 1.451 1.642 1.526 1.574 48 3% Master 126 151 183 380 197 52% Pre-master 286 349 231 198 -33 -17% Totaal 1.863 2.142 1.940 2.152 212 10% Tabel 1. Eerstejaars instelling, 2010-2013. Bron: Decembertelling, Osiris. De marketinginspanningen voor Bachelors laten een omslag van print naar online zien. De piek voor websitebezoek in 2011-2012 wordt veroorzaakt door de lancering van de Engelse wervingswebsite. 2010-2011 2011-2012 2012-2013 Websitebezoeken 78.621 180.997 136.022 Brochureaanvragen 13.768 14.887 12.474 Open dagen 4.891 5.871 5.716 Meeloopdagen 1.435 1.566 1.707 Leads via beurzen 6.289 7.371 4.166 Leads via 1.933 1.872 3.957 scholenvoorlichtingen Tabel 2. Marketinginspanningen Bachelor 2010-2013. Bron: Google Analytics, ORCA, VLS en WRD De huidige wervingsaanpak voor de Masters wordt sinds september 2012 ingezet, Hierdoor is geen vergelijking mogelijk met voorgaande jaren. De cijfers in onderstaande tabel geven een indicatie. 2012-2013 Websitebezoeken 115.945 Informatieaanvragen 889 Open dagen 1.565 Meeloopdagen 89 Leads via beurzen 2.232 Contact via Scope 2.012 Tabel 3. Marketinginspanningen Master 2012-2013. Bron: Google Analytics, ORCA, Scope en WRD Tijdelijke projecten In 2013 is een start gemaakt met een viertal grote ICT projecten, gericht op een betere samenwerking, informatievoorziening, interne communicatie, externe profilering, voorlichting en werving. Om deze projecten goed te besturen en projectmatig uit te voeren is er een Stuurgroep Websites, Portals en
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 276/342
CRM (Stuurgroep WPC) opgericht, bestaande uit directeuren van alle betreffende diensten, eenheden en gebruikers. Websites In 2013 zijn alle wervingswebsites voor BSc, MSc en PLD vervangen door een geheel nieuwe navigatie, inhoud en look en feel. De sites zijn daardoor beter vindbaar (zoekmachinevriendelijk), geven betere informatie en zijn te raadplegen op alle apparatuur (ook mobiel, tablet, etc.) Er zijn tevens voorbereidingen getroffen om de UT homepage en achterliggende sites aan te passen welke ingepland staan voor 2014. CRM In 2013 is een project gestart om het relatiemanagement te verbeteren en verantwoordelijkheden beter te beleggen. Ook is gestart om het CRM systeem ORCA te vervangen. In dit vervangingstraject wordt de scope eerst gelegd op studiekiezers, strategische relaties (CvB en Alumni/Development Office) en wordt gekeken naar het mogelijke uit faseren van andere CRM applicaties zoals Scope. Portals (medewerkers en studenten) In 2013 hebben dienstverlenende eenheden en gebruikers aangegeven de huidige medewerkersportal gefaseerd te willen verbeteren. In de eerste fase wordt de basis qua techniek en content (diensten- en informatieaanbod) aangepakt, daarna worden dienst overschrijdende processen geregeld (keten) in een eventuele geheel gepersonaliseerde omgeving. ITC systeem migraties Na de personele integratie van ITC-COM medewerkers in M&C in 2013, zijn ook de ITC systemen geïnventariseerd en geanalyseerd voor een migratie, uitfasering of instandhouding. Dit dienst als basis voor de verdere projectaanpak en uitvoering in 2014 e.v. HRM- beleid Algemeen In 2013 zijn er totaal 66 medewerkers (57,4 fte) binnen M&C werkzaam. Hiervan zijn 7 (6,8 fte) nieuwe medewerkers aangesteld (inclusief integratie ITC, zie hieronder) en hebben 5 (3,7 fte) medewerkers de dienst verlaten. Van de 66 medewerkers hebben er 51 (43,4 fte) een vaste aanstelling en 15 (14 fte) medewerkers hebben een tijdelijk dienstverband. Het hoge aantal van 51 vrouwen leidt met het aantal van 15 mannen wel tot een onevenwichtiger verhouding in de organisatie. De gemiddelde leeftijdsopbouw bedraagt 38,3 jaar en komt nagenoeg overeen met 38,1 voor het wetenschappelijk personeel, maar is lager dan de leeftijd van 46,7 voor het ondersteunend personeel binnen de UT. Integratie ITC In 2012 heeft er een inventarisatie van communicatiemedewerkers, functies en taken van de Faculteit ITC plaatsgevonden. Op 1 juli 2013 zijn er 4 medewerkers overgegaan naar M&C (1 medewerker is overgegaan naar S&B; 1 medewerker is nog met ziekteverlof en daarom nog niet overgegaan.) Employability Employability is gericht op zowel loopbaanontwikkeling als mobiliteit. Mobiliteit is binnen de M&C organisatie belangrijk voor het bevorderen van de in- en doorstroom. Tevens kan hiermee de flexibele inzetbaarheid voor alle medewerkers worden vergroot, waarmee de kwaliteit van de dienstverlening blijft gewaarborgd. Gebleken is dat binnen de UT in 2013 de functieverblijftijd vanaf 5 jaar in dezelfde functie voor het ondersteunend personeel met een vaste aanstelling gemiddeld 40% bedraagt. Voor M&C ligt dit percentage van 67% beduidend hoger; daarom wordt er komend jaar meer aandacht en prioriteit aan mobiliteit gegeven. Werving en selectie M&C heeft haar werving- en selectiebeleid aangescherpt om te sturen op kwaliteit. Bij personele vraagstukken en vacatures worden collega’s uit het primaire proces betrokken om zo invloed uit te oefenen op de aanname en kwaliteit van medewerkers. Ter versterking van de professionaliteit en teamvorming wordt sterker gekeken naar competenties. Een NBI-vragenlijst is daarom onderdeel geworden van de sollicitatieprocedure als vervolg op een eventueel sollicitatiegesprek.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 277/342
Persoonlijke ontwikkeling In 2012 hebben alle medewerkers een training/workshop doorlopen gericht op klantgerichtheid, adviesvaardigheden, assertiviteit en gesprekstechnieken. Hierbij is een persoonlijk profiel vastgesteld en hebben de managers en medewerkers een instrument in handen om te coachen, teamwork te stimuleren en adviesvaardigheden te professionaliseren. In 2013 is daar binnen de teams een verdiepingsslag op gemaakt, ook toegepast op de specifieke werkpraktijk van dat team. Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage (exclusief zwangerschapsverlof) over 2013 bedroeg 4,6%. Dit is gedaald ten opzichte van 2012 (6,8%) echter is nog steeds hoger dan het gemiddelde (2,6%) op de UT. Dit heeft vooral te maken met een aantal langdurig zieke werknemers, maar ook met kortdurend frequent verzuim, mogelijk als gevolg van hoge werkdruk. Aangezien frequent verzuim een voorbode kan zijn voor langdurig verzuim is hier in 2013 meer op gestuurd. In de werkoverleggen, de MSO’s en de jaargesprekken is frequent verzuim een vast agendapunt. Na elk MSO worden de frequent verzuimers opgeroepen voor een gesprek met de bedrijfsarts. Bedrijfsvoering en organisatie Organisatie Per 1 januari 2013 is M&C georganiseerd conform de strategische communicatiedoelen van de UT, zoals in de inleiding beschreven. Nieuw hierin was meer expliciete aandacht en expertise-ontwikkeling op het gebied van interne communicatie, mede naar aanleiding van het Medewerkersonderzoek 2012. Daarnaast is het Medialab als afdeling gestart waarin medewerkers zijn geformeerd voor een M&C brede ondersteuning van de realisatie van de drie strategische doelen en is gewerkt aan:
Professionalisering projectmatig werken. Eén M&C loket/servicedesk voor UT klanten. De transitie en expertiseontwikkeling van printmedia naar online en audiovisueel. Integrale bewaking van merk- en huisstijl over alle kanalen en middelen.
Communicatie met de (interne) klanten In 2013 heeft M&C acties ondernomen om de zichtbaarheid bij de interne klant te verbeteren: Medewerkers voor de eenheden zijn zoveel mogelijk fysiek werkzaam bij de klant/eenheid; Zij hebben voor verschillende gremia binnen de eenheid (bijv. hoogleraren, secretaresses) sessies georganiseerd over hun activiteiten, producten- en dienstenaanbod en successen; Profilerende onderzoekprestaties van de eenheden worden door M&C actief gespot, opgetekend en gepubliceerd in de relevante UT of externe media. Met deze zichtbaarheid van de UT is M&C ook zelf meer zichtbaar gemaakt. Het M&C management heeft meerdere keren per jaar overleg met het management van alle eenheden, op meerdere niveaus. Dit (multilevel-) overlegschema en de frequentie van overleg is met de eenheden afgestemd. Functioneel vinden er overleggen plaats met eenheden t.b.v. het actie/jaarplan en het ophalen van feedback over o.a. functioneren van M&C’ers t.b.v. de jaargesprekcyclus. Om beter uit te leggen en zichtbaar te maken wat M&C allemaal doet, is er naast deze acties ook een producten- en dienstencatalogus (ABC) ontwikkeld en gepubliceerd. Visitatie M&C In 2013 heeft er tevens een tussenevaluatie in de vorm van een Visitatie M&C plaatsgevonden. Uit deze visitatie kwamen de volgende bevindingen en acties naar voren: Bevindingen Wat gaat goed? o Regie versterkt, meer één gezicht naar buiten, sterkere branding o Touch Campagne goed ontvangen en uitgerold o Marketing kolom goed gericht op de opleidingen o Winkel bleef open, taakstellingen in € en FTE op schema o Meer synergie en grip op huisstijl, kosten van inkoop, traffic, etc.
Waar kan worden verbeterd? o Communicatie (intern en extern) o Professionalisering en kwaliteit (personeel)
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 278/342
o o o
Betere afstemming interne dienstverlening Zichtbaarheid bij en kennis van het primaire proces Inzet klankbord/pilotgroepen, betrekken klant in projecten
We verwijzen hier verder naar het Visitatierapport met alle geformuleerde actiepunten. Huisvesting en ICT voorzieningen M&C heeft in 2013 voor het eerst conform een flexwerk-concept gewerkt, ondersteunt door een nieuwe vorm van huisvesting in de vorm van een kantoortuin, multidisciplinaire projectruimtes én werkplekken dichtbij de klant. De eerste ervaringen zijn positief en M&C maakt op deze wijze op een efficiëntere manier gebruik van de beperkte ruimte en middelen. Het heeft bovendien een positief effect op de onderlinge samenwerking. Financiën M&C sluit het jaar 2013 af met een positief resultaat van k€ 14. Integrale analyse baten en lasten Gedurende het jaar 2013 heeft een herverdeling van werkzaamheden en personeel binnen de teams plaatsgevonden en hebben de teams een andere benaming gekregen, ergo de begroting is herzien. De ontvangen normatieve budgetten in 2013 komen overeen met de begroting. Bij de strategische budgetten zagen we een toename van k€ 70 naar k€ 229. De oorzaak lag hier in belangrijke mate bij meer ontvangen compensatie ziekte, ouderschapsverlof en seniorencompensatie dan begroot (k€ 169 i.p.v. k€ 70) en tevens k€ 50 ontvangen budget vanuit UIM voor de corporate site. De overige opbrengsten waren k€ 36 hoger dan begroot. Dit komt met name doordat voor het Holland Education Consortium de bedragen zijn doorbelast aan partijen. De interne opbrengsten zijn k€ 59 hoger dan begroot (k€ 1.489 i.p.v. de begrote k€ 1.430). Oorzaak is hier een toenamen van doorberekende kosten vanuit traffic. De personele lasten zijn k€ 234 hoger uitgekomen dan begroot. Door vervanging bij ziekte, zwangerschap etc. is de externe inhuur van medewerkers hoger uitgekomen dan verwacht. De flexkosten zijn toegenomen doordat een deel van de gemaakte uren over 2012 pas gedeclareerd werden in 2013. Tevens zijn de sociale lasten voor flexwerkers gestegen van 45,9% naar 57,2%. Deze sociale lasten zijn gestegen doordat een overheidsregeling waarbij premies voor WIA en ZVW bij kleine banen niet behoefden te worden afgedragen in 2013 werd afgeschaft. Daar tegenover stond een overschot bij indirecte personeelslasten veroorzaakt door minder uitgaven aan studies/cursussen dan begroot. De huisvestingslasten zijn lager uitgekomen dan begroot doordat minder ruimte werd gehuurd.. De kosten voor apparatuur/inventaris zijn conform de begroting. De kosten voor materieel gebonden lasten zijn k€ 277 lager dan begroot. Daar tegenover zijn de overige lasten met k€ 324 overschreden. Er heeft een verschuiving binnen deze kostensoorten plaatsgevonden. Het is bij de begroting moeilijk vooraf een verdeling te maken bij de diverse projecten. Verder zijn daarbij extra kosten gemaakt voor het project websites waarbij tevens deels extern budget beschikbaar werd gesteld door UIM ad. k€ 50. M&C per onderdeel Marketing Het begroot resultaat was bij Marketing nihil. We zijn hier uitgekomen op k€ 61 positief. Er is met “hand op de knip” gewerkt om dekking te krijgen voor met name project (wervings-)websites bij Staf. Medialab In 2013 komen we uit op een resultaat van k€ 55. Medialab heeft minder geld uitgegeven, dit mede ter financiering van het project websites bij Staf. Externe Communicatie Begroot was een resultaat van nul. Het werkelijke resultaat is uitgekomen op k€6 negatief, dus vrijwel geheel conform de begroting.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 279/342
Interne Communicatie Begroot een nihil resultaat. In 2013 zijn we uitgekomen op een negatief resultaat van k€ 3, ook vrijwel geheel conform de begroting. Staf Bij Staf hadden we een begroot resultaat van nul. Uiteindelijk zijn we uitgekomen op een resultaat van k€ 93 negatief. Oorzaak hiervan ligt met name bij niet begrote en onvoorziene uitgaven voor project websites, waarvoor deels budget is overgekomen vanuit UIM en deels binnen andere onderdelen van M&C geld voor bij elkaar is gesprokkeld.
Ontwikkeling van de cashflow Begroting Rapportage Rapportage 2013 Maart Juni A. Exploitatieresultaat 0 0 0 B. Afschrijvingen 10 0 0 C. Investeringen 0 0 0 Totale cashflow (A+B-C) 10 0 10 Er was in 2013 geen sprake van bijzondere financiële risico’s.
Rapportage September 100 0 0 100
Jaarrekening 2013 14 0 0 14
Bezuinigingen M&C In 2013 is de taakstelling van k€ 100 volledig behaald.
OMSCHRIJVING Taakstelling begroting Extra korting Totaal taakstelling Nog in te vullen bezuinigingen Gerealiseerd/gepland
BEZUINIGINGEN M&C 2011 500 500 0 500
2012 700 150 850 0 850
2013 800 150 950 0 950
2014 1000 150 1150 0 1150
Toelichting: De bezuinigingstaakstelling was opgelegd vanuit de reorganisatie. De extra korting is toegevoegd vanwege UT bezuinigingen. De totale taakstelling is reeds gekort op de budgetten. Inmiddels zijn alle opgelegde bezuinigingen dus behaald of voor het jaar 2014 ingeboekt.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 280/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Concerndirectie Marketing & Communicatie Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
2.431 201 1.282 83 84 4.080
2.527 188 1.345 48 125 4.232
2.615 247 1.428 76 99 4.465
301
278
262
40 341
54 332
28 290
8 165 26 0 199
10 62 45 117
53 65 0 118
15 36 358
6 12 568
4 48 357
409
586
410
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
119
229
6.627
70 6.447
6.448
6.746
6.517
6.677
4
Totaal Werk voor Derden
4
0
0
Overige opbrengsten
89
37
73
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
118 73 152 956 114 17 1.691
10 2.535
3.120
2.716
2.943
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
1.292
1.430
1.489
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
(18) (18)
(0) (0)
14 14
Totaal van de baten
8.132
7.984
8.240
Overige lasten
44 39 8 80
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
40 61 137 1.785 165 171 575 10
Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
8.132
7.984
8.240
0
0
0
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
1,0 8,8 39,3
86 467 1.437
1,0 9,4 40,2
87 517 1.523
2,0 9,9 40,7
153 490 1.493
49,1
1.990
50,6
2.127
52,6
2.136
Overige inzet
pm
429
Overige kosten
pm
11
TOTAAL
49,1
2.430
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
400
50,6
2.527
pm
416
pm
30
52,6
2.582
0,0
PAGINA 281/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 282/342
10
2.526 188 1.344 125 48 4.231
54 278
332
Schaalsalarissen Ambtstoel., uitzendkr. en declaranten Sociale verplichtingen Indirecte personeelslasten Doorberekende salarissen Totaal personele lasten
Overige huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijvingen gebouwen (alleen HVL Totaal huisvestingslasten
0
2.274
61
4.631
65
55
1.030
90
47
0 8 0 30 4
241
3 13 225
5
4 1
1
1
432 1 237 15 8 693
19 373 1.085
628 693
77
-6
1.093
224
35
21 20 2 90 56
67
17 50
0
0 0
0
0
513 33 280 3 -28 802
6 25 1.087
979 1.056
Gedurende het boekjaar 2013 heeft een herverdeling van werkzaamheden binnen de subafdelingen plaatsgevonden. Er is een herinschatting gemaakt van de verdeling van de budgetten. Dit heeft als gevolg dat de cijfers per subafdeling niet exact vergeleken kunnen worden met de oorspronkelijke begroting.
RESULTAAT
BEZUINIGINGSTAAKSTELLING
2.618
7.984
10 2.436
TOTAAL LASTEN
92
15 25 123 1.424 104 121 454 9
686
44 39 8 81
1 18 72
55
117
6 12 668
2 53
1.270 152 693 54 33 2.201
32 538 4.693
10 62 45
Facilitaire dienstverlening ICT-dienstverlening Reis- verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Interne dienstverlening Dotaties voorzieningen Toekenning uit centrale reserves Totaal overige lasten
Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen Totaal materieelgebonden lasten
Afschrijvingskosten apparatuur/invent Aanschaf app/inv t.l.v. exploitatie Huur apparatuur/inventaris Onderhoud en reparatie Totaal apparatuur/inventaris
10
37 1.430 7.984
Werk voor derden 3e geldstroom Overige opbrengsten Doorberekende interne opbrengsten TOTAAL BATEN
47
4.076 4.123
70 6.447 6.517
-3
628
106
0 4 2 27 0 50 22 1
4
0 1 3
11
11
6
6
296 34 162 9 0 501
16 69 625
499 540
41
EXTERNE INTERNE COMMUNICATIE COMMUNICATIE
STAF
-93
866
261
25 0
4 3 9 214 6
16
0 7 9
0 47
47
273
11 262
103 27 56 17 64 268
0 507 773
266 266
14
8.249
2.955
40 61 137 1.785 170 171 582 10
420
4 56 359
53 65 0 118
290
28 262
2.615 247 1.428 99 76 4.465
73 1.511 8.262
6.448 6.677
229
0
22
12
7
5
11
9 2
22 22
14
8.226
2.943
40 61 137 1.785 165 171 575 10
409
4 48 357
53 65 0 118
290
28 262
2.615 247 1.428 99 76 4.465
73 1.489 8.240
6.448 6.677
229
-14
-241
-324
4 -22 -128 -1.705 -165 -161 1.861 -10
277
2 -36 311
10 9 -20 0 -1
42
26 16
-89 -59 -83 26 -28 -234
-36 -59 -256
-229 70 -1 -160
SUBTOTAAL ELIMINATIE TOTAAL VERSCHIL REALISATIE EE REALISATIE T.O.V. DE M&C M&C BEGROTING
SPECIFICATIE NAAR BATEN- EN LASTENSOORTEN 2013 M&C TOTAAL
MARKETING MEDIALAB
Strategische budgetten Verwachte strategische budgetten Normatieve budgetten Totaal toewijzingen
TOTAAL M&C BEGROOT
AFDELING MARKETING & COMMUNICATIE
OMSCHRIJVING
0
4.591
2.089
2.046
23
20
323
323
45
45
54
54
2.081
1.244 138 647 52
500 4.591
15 4.076 4.091
571
2.171
80
25 1
5 19 4 19 7
2
0 1 0
0
0
0
0
1.269 53 692 41 34 2.089
528 1.600
1.025 1.072
47
TOTAAL MARKETING MARKETING ALGEMEEN BEGROOT
-432
450
409
47
1 348 12
1
41
1 7 32
0
0
882
882 882
BSc
88
232
210
25
2 5 5 131 42
17
0 2 14
1 0 1 2 2 6
320
320 320
MSc
-609
595
405
230 7
4 1 112 45 6
30
7 22
53
0 53
9
-517
1.117
1.104
841 36 121 101 2
4
4
0 3
2
2
0
0
7
6
5 -3 99 9
0
600
600 600
HEC
MARKETING CAMPAGNE
98
0 5 1.204
1.199 1.199
SI
-0
37
37
26
12
32 5 37
26
24
24
1 23
1
50
50 50
AGENTS
-5
5
5
5
TGS/PHD ALGEMEEN
61
4.631
2.274
15 25 123 1.424 104 121 454 9
92
1 18 72
55
2 53
10
10
1.270 152 693 54 33 2.201
32 538 4.693
4.076 4.123
47
TOTAAL REALISATIE MARKETING
-61
-41
-186
5 -25 -123 -1.401 -104 -121 1.592 -9
231
-1 -18 250
-10
-2 -8
44
44
-26 -14 -46 -2 -33 -120
-32 -38 -102
-32
-47 15
VERSCHIL T.O.V. BEGROTING MARKETING
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 283/342
Financiële en Economische Zaken Profilering In RoUTe 14+ is het uitgangspunt dat excellent onderwijs en onderzoek excellente ondersteuning verdient en vereist. Kwaliteitsverbetering en efficiëntie zijn hierbij de norm. Vanuit deze gedachte is de volgende missie voor FEZ verwoord: Missie FEZ "Het formuleren, (doen) uitvoeren en bewaken van het financiële, economische en administratieve beleid op basis van de strategische doelstellingen van de universiteit. Deze activiteiten zijn er op gericht om het management een optimaal beheers- en bestuursinstrument te verschaffen waarmee een effectieve en efficiënte inzet van de financiële middelen wordt gewaarborgd". Uit deze missie hebben wij ons als doel gesteld een moderne organisatie te zijn die: - in optimale verbinding staat met haar omgeving; - transparant, klantgericht en toegankelijk is; - snel, tijdig en efficiënt levert; Onderwijs en Onderzoek Het jaar 2013 was voor alle geledingen binnen FEZ weer een druk jaar. Naast de ‘going concern business’ was er ook sprake van een aantal omvangrijke projecten. In deze paragraaf wordt aangegeven welke concrete (bestuurlijke relevante) bijdrage FEZ heeft geleverd aan Onderwijs en Onderzoek. In de volgende paragraaf worden enkele projecten toegelicht die FEZ heeft uitgevoerd met het doel (haar eigen) bedrijfsprocessen te optimaliseren, die ondersteunend zijn aan Onderwijs en Onderzoek. Beleidsondersteuning Omdat alle P&C-producten met elkaar zijn verweven is ook in 2013 aandacht besteed aan de onderlinge communicatie en samenwerking tussen de verschillende afdelingen binnen en buiten FEZ, die verantwoordelijk zijn voor het opstellen en beheren van deze producten. Dit is van belang om de kwaliteit van de producten te kunnen garanderen. Naast de interne samenwerking heeft FEZ ook nauw samengewerkt met de diensten S&B, HR en M&C bij de strategische beleidsvorming en ondersteuning van het bestuur. Om de samenwerking met de andere diensten te versterken en uiteindelijk de ondersteuning aan het primair proces te optimaliseren is eind 2013 een breed stafoverleg voor alle beleidsadviseurs van de diensten georganiseerd. Hierin stond o.a. de huidige strategieontwikkeling van de UT centraal. Doorontwikkeling UT-verdeelmodel Het nieuwe onderwijsverdeelmodel is in 2013 ingevoerd, terwijl het onderwijsmodel nog volop in ontwikkeling was en nog steeds is. Er is bij het opstellen van de Begroting 2014-2018 een aantal knelpunten aan het licht gekomen, waarvoor oplossingen moeten worden gevonden. In december 2013 is gestart met de evaluatie van het verdeelmodel. Een breed opgezette werkgroep van onderwijsdirecteuren, controllers en beleidsmedewerkers heeft zich gebogen over de knelpunten en in het voorjaar van 2014 zal een voorstel worden gedaan over de mogelijke oplossingsrichtingen. De bedoeling is dat de aanpassingen in het verdeelmodel in de Nota Kaderstelling 2015-2019 worden verwerkt. Herstructurering controlfunctie Door FEZ/Concerncontrol is het initiatief genomen om een plan op te stellen dat leidt tot een herstructurering van de controlrollen binnen de UT. Als uitwerking van dit plan is in 2013 een aanvang genomen om binnen de diensten S&B en HR de controlrol sterker te positioneren. De Concerncontroller zal dan ook een ontwikkeling doormaken van een ‘voorwaardenscheppende’ controlfunctionaris naar die van een ‘betrokken en verbindende’ controller. Managementcontrolplan In 2013 is de opzet van het nieuwe Managementcontrolplan (MC-plan) een aantal keren besproken in diverse gremia en in vergaderingen met diverse samenstellingen (controllersoverleg, Beleidscontrolteam Diensten, CODI, secretaris, portefeuillehouder CvB en strategisch CvB). Uiteindelijk is besloten dat het MC-plan dient aan te sluiten bij de huidige strategieontwikkeling, die in 2014 zal worden
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 284/342
afgerond. Om deze reden zal in het voorjaar 2014 dan ook een MC-plan voor de korte termijn (2014) worden opgesteld. Een aantal geplande maatregelen zijn echter al doorgevoerd: een Beleidscontrolteam is opnieuw opgezet vanuit de diensten (voorheen concerndirecties) en toegevoegd aan het (dan brede) controllersoverleg. Hiermee wordt o.a. invulling gegeven aan de rol van de ‘betrokken’ controller, die ‘aan de voorkant’ van het beleid zijn/haar adviezen verstrekt. Gelieerde instellingen FEZ functioneerde in 2013 zowel voor het CvB als voor de directie van Holding Technopolis Twente B.V. als controller, adviseur en kritisch klankbord in onder andere de volgende projecten: CMI, Gallery en Hogekamp. Tijdelijke projecten/bedrijfsvoering In deze paragraaf worden enkele projecten toegelicht die FEZ heeft uitgevoerd met het doel de UT bedrijfsprocessen te optimaliseren, die ondersteunend zijn aan Onderwijs en Onderzoek. Taakstelling F kolom In 2013 zijn alle processen in de financiële centrale basisadministratie van de UT doorgelicht. Hierbij is nadrukkelijk beoordeeld waar procesoptimalisaties doorgevoerd kunnen worden, die ertoe leiden dat de processen met meer kwaliteit en hogere betrouwbaarheid uitgevoerd kunnen worden. Deze procesoptimalisatie zijn vervolgens doorgevoerd en een van de uitkomsten van die procesoptimalisaties is de voorbereiding van de reorganisatie van het Accounting House (AH). Als gevolg van verdergaande digitalisering van financiële processen en de invoering van OCR software verdwijnt in het AH het werk voor medewerkers in het UFO profiel administratief medewerker. In 2013 is deze reorganisatie voorbereid, begin 2014 is het medezeggenschapstraject begonnen. Medio 2015 moet de reorganisatie afgerond zijn. In 2014 zal ook gekeken worden naar andere aspecten van de financiële huishouding van de UT. Hierbij is met name vereenvoudiging een belangrijk aandachtspunt. Uitbouwen kwaliteitsverbetering budgetrapportages en -analyses De financiële resultaatsprognoses in de periodieke managementrapportages door de eenheden zijn vanaf 2013 mede gebaseerd op basis van de gerealiseerde baten en lasten (de ‘actuals’) op het rapportagemoment. Om zo actueel mogelijk te rapporteren worden ook de vaste lasten en begrote interne doorberekeningen maandelijks geboekt. In 2013 is een voor alle faculteiten uniforme waardering van het ‘onderhanden werk’ en daarmee de dekkingsbijdragen besloten in de omzet van derden doorgevoerd. De mutaties in het onderhanden werk en de dekkingsbijdrage kunnen nu systematisch worden bepaald. Niet alleen de kwaliteit van de rapportages is door deze maatregelen sterk verhoogd, ook draagt dit bij aan een verlichting van de administratieve lastendruk. Controle EFRO Medio 2013 heeft in opdracht van de subsidieverstrekker een controle plaatsgevonden met betrekking tot EFRO-subsidies. De belangrijkste opmerking was dat er onvoldoende vertrouwen was in onze urenregistraties en autorisaties. Ons systeem en de voorgeschreven procedures voor TAS werden als voldoende beoordeeld, maar de toepassing ervan niet. Afgesproken is dat de UT enkele correcties in projecten zal doorvoeren en voortaan deze procedures nauwlettender zal gaan volgen. Systeem optimalisaties: Digitale verwerking facturen Afgelopen jaar heeft FEZ samen met ICTS onderzoek gedaan of de invoering van een OCR/e-invoicing applicatie toepasbaar is voor de UT. De conclusie is dat met de OCRtechniek het mogelijk is om de kwaliteit van de administratie te verbeteren, namelijk minder kans op fouten en een snellere verwerking. Verder verkrijgen we met een dergelijke applicatie mogelijkheden voor een modern factuurportal waar facturen elektronisch kunnen worden aangeleverd. Inmiddels is een pakketselectie gedaan en een business case uitgewerkt. In de loop van 2014 wordt de aangeschafte OCR applicatie in gebruik genomen. Digitalisering buitenlandse (reis-)declaraties Het is sinds medio 2013 mogelijk om buitenlandse reisdeclaraties digitaal in te dienen. Deze applicatie wordt op dit moment tot ieders tevredenheid gebruikt. Invoering Europese betaalsysteem SEPA In november 2013 is de UT met haar betalingsverkeer probleemloos overgegaan op het Europese betaalsysteem SEPA. Alle systemen zijn aangepast en bankrekeningnummers
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 285/342
geconverteerd. Inmiddels worden alle betaal- en incasso-opdrachten volgens de SEPA voorschriften verwerkt. Invoering internetkassa (een nieuw platform om internetbetalingen te faciliteren) De ‘oude’ internetkassa is eind 2013 vervangen door een portal voor webreserveringen en betalingen. Op dit moment vindt er een pilot plaats met een 3-tal congressen. Vormgeving functionele houderschap MISUT Medio 2013 is capaciteit binnen de concerndirectie S&B beschikbaar gekomen om invulling te geven aan de taak van beleidsmonitoring. Ter versterking van deze taak is Institutional Research, inclusief het project MISUT, overgedragen van FEZ/CC aan S&B/BM. De geplande activiteiten zijn/worden opgepakt binnen S&B/BM. De werkkostenregeling Er is vanuit de overheid nog steeds geen definitieve duidelijkheid gegeven omtrent de wetgeving van de werkkostenregeling. Als gevolg hiervan is in 2013 een beperkt aantal werkzaamheden inzake de werkkostenregeling uitgevoerd. De verwachting is dat dit in 2014 wel het geval zal zijn uitgaande van definitieve invoering en overgang in 2015. HRM-beleid FEZ kampt, in vergelijking met de andere diensten, met een relatief hoog ziekteverzuim. Het ziekteverzuim bedroeg in 2013 6% (2012: 5%). Het percentage wordt voor een belangrijk deel bepaald door een drietal langdurige ziekten. Ook het korte ziekteverzuim vraagt aandacht. In de jaargesprekken staat de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers prominent op de agenda. FEZ hecht er sterk aan dat haar medewerkers zich kunnen ontplooien in hun werkzaamheden en met plezier en toewijding hun taken uitvoeren. Wij constateren dat medewerkers een studie oppakken om zich op hun vakgebied of anderszins verder te bekwamen en daarmee ook voor de toekomst een goede positie op de arbeidsmarkt te behouden. In 2013 is onder andere uitvoering gegeven aan het taalbeleid van de universiteit. Op verschillende niveaus volgden de medewerkers een cursus Engels. FEZ heeft ook in 2013 enkele werkbezoeken georganiseerd naar verschillende UT onderdelen en sprekers uitgenodigd in het FEZ ‘koffie-uurtje’. Dit om de kennis over het primair proces bij alle FEZ medewerkers te vergroten. Ook zijn drie medewerkers in 2013 vanuit FEZ gedetacheerd bij faculteiten en instituten. Ook op die manier vergroten wij de kennis van het primair proces.. De gemiddelde personeelsomvang van FEZ is afgenomen van 51,4 fte in 2012 naar 49,3 fte in 2013. Deze daling is toe te schrijven door de verschuiving van de afdeling Institutional Research naar S&B en door een restrictief aanname beleid met het oog op de taakstelling in de F-kolom. Financiën In 2013 komt het resultaat van FEZ uit op k€ 155 positief. Dit komt hoofdzakelijk omdat in 2013 twee medewerkers tijdelijk waren gedetacheerd, waardoor de baten hoger uitvielen dan begroot.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 286/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Dienst Financiële en Economische Zaken Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
2.215 10 1.203 7 92 3.527
2.196
265
278
272
13 278
10 288
2 274
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
1 8
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
1.199 10 40 3.445
2.104 (12) 1.148 30 29 3.300
10
1 90
0 9
10
9 100
1 1 22
2 2 17
0 0 16
24
21
16
10 44 8 68 2 (4) 25
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
145
207
3.485
137 3.557
3.487
3.630
3.694
3.694
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
0
Totaal Werk voor Derden
0
0
0
Overige opbrengsten
199
185
263
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
12 40 10 20 3 10 20
8 42 8 44 4 18 41
152
115
166
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
0
0
53
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
0 0
155 155
3.829
3.879
4.010
Totaal van de baten
3.829
3.879
4.010
0
0
0
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
(162) (162)
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
3,8 10,7 36,4 1,8
286 580 1.282 46
3,0 10,4 37,1 1,0
227 582 1.343 27
3,0 9,9 35,3 1,0
228 542 1.289 27
52,7
2.193
51,5
2.179
49,2
2.086
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
52,7
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
22
16
pm
17
pm 2.215
51,5
2.196
49,2
2.103
0,0
PAGINA 287/342
Specificatie per afdeling FEZ: Realisatie 2013 Directie
Planning & Control
en
FV
Algemene
BEZ
Treasury
Secr.
Account.
Concern
kosten
house
Control
FEZ
Totaal 2013
Strategische budgetten
1
8
10
126
48
13
0
Verwachte strategische budgetten
0
0
0
0
0
0
0
0
332
540
423
424
1.191
177
400
3.487
333
548
433
550
1.239
190
400
3.694
0
0
0
0
0
0
0
0
0
259
0
0
0
0
3
262
0
13
40
0
0
0
0
53
0
0
0
0
0
0
0
0
333
820
473
550
1.239
190
404
4.010
208
501
274
230
769
122
0
2.104
0
0
0
0
1
0
-12
-11
114
274
149
125
420
67
0
1.148
5
8
2
5
6
0
2
29
0
0
0
0
0
0
30
30
328
783
425
359
1.196
189
20
3.300 2
Normatieve budgetten Totaal toewijzingen
Werk voor Derden 3e gs. Overige opbrengsten Doorberekende interne opbrengsten Bijzondere baten Totaal van de Baten
Schaalsalarissen Ambtstoel; uitzendkr; decl. Sociale verplichtingen Indirecte personeelslasten Doorberekende salarissen Totaal personele lasten
207
Overige huisvestingslasten
0
0
0
0
0
0
2
Afschrijving gebouwen (alleen HVL)
0
0
0
0
0
0
0
0
Huisvestingslasten m2
0
0
0
0
0
0
272
272
274
0
0
0
0
0
0
274
Afschrijvingskosten apparatuur/inventaris Aanschaf app./inv. tlv expl.
Totaal huisvestingslasten
0
0
0
0
0
0
1
1
0
2
0
85
2
0
1
90
Huur apparatuur en inventaris
0
0
0
0
0
0
0
0
Onderhoud en reparatie
0
0
0
9
0
0
0
9
0
2
0
94
2
0
2
100
Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
15
16
Grondstoffen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16
16
Facilitaire dienstverlening ICT-dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk aan derden (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Kosten mbt interne dienstverlening Rentekosten
0
0
0
0
0
0
8
8
0
0
0
21
0
0
20
42
Toekenningen uit centrale reserves
Totaal apparatuur/inventaris
Totaal materieel gebonden kosten
2
3
0
0
0
0
2
8
2
17
0
17
0
0
7
44
0
1
0
2
0
0
0
4
0
0
0
5
0
0
13
18
0
1
1
6
2
1
32
41
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal overige lasten
5
22
1
52
4
1
82
166 0
Bijzondere lasten
0
0
0
0
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal resultaat
0
13
47
45
38
0
12
155
Fte realisatie 2013
3,5
11,6
5,1
6,2
21,0
2,0
0,0
49,3
Fte begroting 2013
3,7
11,4
5,1
6,9
21,5
3,0
0,0
51,5
Fte verschil
-0,2
0,2
0,0
-0,7
-0,4
-1,0
0,0
-2,2
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 288/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 289/342
Human Resources Profilering “High Tech, Human Touch: De UT staat voor het aantrekken, uitdagen en ontwikkelen van (wetenschappelijk) talent. Een University of Talent. Een inspirerende omgeving waar ondernemerschap, samenwerken en betrokkenheid intrinsieke waarden zijn. Een krachtige positie op de (inter) nationale arbeidsmarkt zorgt ervoor dat onderzoeks-, onderwijs- en ondersteunend talent zich aan de UT bindt. Door maatwerk in ontwikkeling, coaching en opleiding wordt talent gestimuleerd te investeren in zichzelf en de organisatie” Bovenstaande HR visie, afgeleid van de RoUTe 14+ richting, heeft de concerndirectie HR begin 2011 geformuleerd als leidraad voor haar handelen. Daarbij richt zij zich, om deze visie te realiseren, de komende jaren op de focusgebieden Talentmanagement, Performance Management en Stimulerende omgeving. Talent Management betekent het aantrekken, inspireren, coachen en leidinggeven van en aan wetenschappelijk en ondersteunend talent. Onder Performance Management verstaan we het sturen op ontwikkeling en resultaat; op UT, faculteit/eenheid en medewerker niveau. Een Stimulerende omgeving gaat over het bieden van een inspirerende, uitdagende, flexibele en duurzame omgeving. Vanuit de verschillende HR werkdomeinen wordt met HR in de faculteiten en eenheden meer of minder direct invulling gegeven en gewerkt aan deze thema’s voor de toekomst. Dit heeft voor 2013 een HR jaaragenda werkdomein opgeleverd. Daarnaast hebben de onderwijsontwikkelingen (TOM, Instellingstoets etc.) en de daarbij gewenste advisering en ondersteuning voor de concerndirectie HR een impact gehad op de totale werkagenda. Bovenop een groot aantal operationele onderwerpen die gedurende het jaar op “ons pad kwamen” leverden wij zo een wezenlijke bijdrage aan de “UT…University of Talent”.
Management Development We investeren continu in de ontwikkeling van ons management. We doen dat door het ondersteunen van de individuele ontwikkeling van leidinggeven en het collectieve leren. Doel is het krijgen en behouden van kwalitatief hoogwaardig management. De gewaardeerde managementontwikkelingsprogramma’s voor Academisch Leiderschap, Professioneel Leiderschap en Effectief begeleiden en coördineren zijn ook in 2013 uitgevoerd. In 2013 hebben in totaal een 40-tal leidinggevenden deelgenomen aan deze leergangen. Talentmanagement Tenure Track Bijzondere aandacht binnen het talentbeleid, verdient de Tenure Track. De Tenure Trackpositie staat open voor de groep zeer getalenteerde wetenschappers van wie de verwachting bestaat dat die kandidaat kan uitgroeien tot hoogleraar. Met de implementatie van het Tenure Tracksysteem vergroot de UT haar aantrekkingskracht voor talentvolle wetenschappers en beogen we een kwaliteitsverhoging van onze resultaten.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 290/342
Eind 2013 zijn, binnen de UT verdeeld over zes faculteiten, 95 Tenure Trackers actief. In 2013 is er een pilot van start gegaan met de inzet van een ontwikkelassessment voor Tenure Trackers. Er waren 13 deelnemers aan het assessment. Diversiteit Om tegemoet te komen aan de toenemende vraag aan talent en omdat diversiteit in de top van een organisatie leidt tot betere prestaties investeren we op in- en doorstroom van vrouwen naar de top. Bij het WP ligt het percentage vrouwen aan de top op koers voor de streefwaarden die zijn vastgesteld voor 2014. De groei van vrouwen in de subtop blijft achter bij de streefcijfers. Bij het OBP liggen de percentages in lijn met de streefwaarden voor 2014. Naast beleidsontwikkeling, kaderstelling en monitoring van diversiteit stimuleerden we in 2013 het aantrekken en behouden van talentvolle vrouwen door de organisatie van het mentorenprogramma, de organisatie van twee loopbaantrainingen specifiek voor vrouwen, de ondersteuning van het ambassadeursnetwerk, het FFNT en het OBP vrouwennetwerk. Learning & Development Employability De voortdurende maatschappelijke en organisatorische ontwikkelingen vragen veel van het vermogen en de bereidheid om te veranderen en van de inzet en motivatie van medewerkers. Optimale en flexibele inzet van medewerkers is noodzakelijk om de ambities van de organisatie te blijven verwezenlijken. Hiertoe investeert de UT continu in de ontwikkeling van haar medewerkers. Een substantieel deel van deze activiteiten wordt verzorgd door het Career Development Centre (CDC), dat in 2013 ca. 45 soorten trainingen heeft georganiseerd met in totaal 1050 deelnames door medewerkers. De vraag naar maatwerktrajecten, coaching en loopbaangesprekken is wederom toegenomen. Het programma van het CDC wordt voortdurend herijkt. Meer focus nog zal komen te liggen op loopbaanadvisering en ontwikkeling. In 2013 heeft zich dat vertaald door het aanbod en de expertise van het nieuw op te richten Employability Point te integreren binnen het CDC. Daarnaast is in 2013 het Centre for Training and Development gerealiseerd (CTD), waar alle trainingen voor medewerkers thematisch gebundeld zijn. Met het doel om dit brede aanbod onder de aandacht te brengen van de gehele organisatie heeft het CTD in mei 2013 een succesvolle Open Dag georganiseerd. Tevens heeft in 2013 de Loopbaan4daagse, een initiatief gericht op het kennis kunnen maken - via speciale workshops - met andere grotere regionale organisaties, een succesvol vervolg gekregen. Docentprofessionalisering Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) Binnen de UT wordt sinds 2008 invulling gegeven aan de BKO voor docenten. In 2012 is hier een stevige impuls aan gegeven door in te zetten op het certificeren van de zittende staf. In december 2013 bedroeg het percentage van BKO-waardige docenten 30%. De prestatieafspraak met OCW voor eind 2015 is 45%. De verwachting is dat deze streefwaarde wordt gehaald. Engelse taalvaardigheid docenten De UT profileert zich als een internationale universiteit. Sinds 2004 is een taalbeleid van kracht. In 2013 lag de focus op het verder verbeteren van het proces en de registratie en op het voortzetten van de ‘inhaalslag’. Dit heeft in 2013 geresulteerd in 87 afgeronde class assessment. Eind 2013 heeft 45% van de doelgroep een class assessment afgelegd, is 20% vrijgesteld op basis van de vrijstellingscriteria en dient 30% van de docenten nog een class assessment af te leggen. Onderwijspositionering Naast het bestaande beleid heeft HR in 2013 een aantal nieuwe initiatieven rondom de positionering van onderwijs opgepakt. Deze zijn uitgewerkt in een aantal opdrachten met als doel beleid en instrumenten te ontwikkelen om de kwaliteit van onderwijsgevenden verder te versterken, loopbaanperspectieven te creëren op basis van onderwijsprestaties en het beter (h)erkennen en belonen van onderwijstalent in de wetenschappelijke loopbaan.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 291/342
In het kader van de onderwijsvernieuwingen heeft HR geparticipeerd in het programmabureau onderwijsvernieuwingen en geadviseerd over de inrichting van de onderwijsorganisatie en benoemingsprocedures op de sleutelposities in het onderwijs. Jaargesprekcyclus De door de medewerker gerealiseerde werkzaamheden/resultaten en diens professionele ontwikkeling zijn continu onderwerp van gesprek tussen leidinggevende en medewerker. Het jaargesprek vormt het fundament voor het sturen, stimuleren en faciliteren van de ontwikkeling van de medewerker en zijn werkresultaten. In 2013 is de jaargesprekcyclus herzien via een nieuwe release van FJUT, het uitwerken van een toekomstige ideale cyclus, het starten van een pilot bij ITC en het realiseren van speciale (jaargesprek) trainingen voor leidinggevenden en medewerkers. Recruitment Op het terrein van personeelswerving en arbeidsmarktcommunicatie zijn wervingskanalen (nieuwe media) ingezet met een weloverwogen strategie en gericht om de doelgroep aan te spreken. Daarnaast draagt het bij aan de internationale positionering van de UT als werkgever met diverse carrière mogelijkheden. t.o.v. 2011. In 2013 zijn in totaal 371 nieuwe medewerkers aangetrokken (WP 304, OBP 67) Daarmee is de instroom in beide categorieën gedaald t.o.v. 2012 totaal 15 %, WP 13% en OBP 22%. Het aantal vacatures dat is aangemeld voor open werving in 2013 betreft 162, 44% van de totale instroom nieuwe medewerkers. Selectie en screening Naast werving is er beleid gevormd op screening van ondersteunend personeel om de kwaliteit van onze selectie OBP medewerkers te verhogen. Uitgangspunt bij het screeningbeleid is de norm dat bij iedere werving en selectieprocedure van OBP gescreend wordt op een aantal onderdelen. In het bijzonder is een aantal functies gewaardeerd als kwetsbare functie. Hierbij zal een zwaardere vorm van screening van toepassing zijn. Bij interne sollicitaties naar kwetsbare en niet kwetsbare functies dienen interne referenties opgevraagd te worden. PeopleXS Sinds 2010 is de werving en selectie workflow gedigitaliseerd door middel van het recruitmentsysteem PeopleXS. In 2013 is het systeem geëvalueerd op functioneren. Een intensief verbetertraject in samenwerking met PeopleXS is ingezet en zal in Q1 2014 worden afgerond. Internationalisering In 2013 is het internationaliseringsonderzoek afgerond en is het implementatieplan I-kolom opgeleverd. Uit het onderzoek is voortgekomen dat Office Foreign Employees verantwoordelijk is voor de visa procedures van de internationale medewerkers (inclusief alle promovendi) afkomstig uit landen buiten Europa. In 2013 is de nieuwe wet Modern Migratiebeleid (MOMI) aangenomen waarmee de UT erkend referent is geworden voor de categorie arbeid. In 2013 is de wet geïmplementeerd in de bedrijfsvoering van HR-OFE. De drie plichten waar de erkend referent verantwoordelijk voor is, te weten: informatieplicht, zorgplicht en administratieplicht, worden door HROFE uitgevoerd waarbij digitalisering van dossiers één van de randvoorwaarden is. Project HR Strategy for Researchers In 2013 is het project ‘HR Strategy for Researchers’ gestart door een projectgroep en klankbordgroep. Het betreft een Europese accreditatie voor HR beleid binnen universiteiten. De interne beleidsanalyse is afgerond op basis van de 40 principes van het handvest en gedragscode vastgesteld door de EU. In 2014 zal een interne praktijkanalyse onder wetenschappelijk personeel plaatsvinden. Veiligheid, Gezondheid & Milieu VGM organisatie De afgelopen jaren heeft VGM al flinke stappen gemaakt in de optimalisering van de VGM-organisatie. De voorgenomen bezuinigingen, die aanleiding zouden zijn voor een verdere optimalisering in 2013, zijn doorgeschoven naar 2014. Daarmee is de optimalisering en doorlichting van de VGM-kolom ook uitgesteld naar 2014. Op gebied van veiligheid en vergunningen zijn in 2013 wel al verschillende stappen gemaakt: Herziening crisisplan, inclusief de ontwikkeling van een versie voor de iPad..
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 292/342
Ontwikkeling crisiscommunicatieplan inclusief training van betreffende medewerkers. Richtlijn alcoholgebruik, opgesteld in samenwerking met de SU en OS. Gestart met een cursus Instructie Verantwoord Alcoholschenken voor de studieverenigingen. Invoering digitale RIE instrument voor onderzoeksopstellingen. Benoeming plaatsvervangend Biologische Veiligheidsfunctionaris (BVF) bij de faculteit TNW. Deze neemt bij afwezigheid van de BVF van VGM waar bij eventuele ongevallen, incidenten en calamiteiten. Vergunning voor werken met dierlijke bijproducten aangevraagd en toegekend. Richtlijn veilig werken met dierlijk materiaal opgesteld en geïmplementeerd.
Duurzame inzetbaarheid In 2013 zijn we verder gegaan met het implementeren van het verzuimbeleid, waarbij leidinggevende en medewerker samen verantwoordelijk zijn voor een goed verlopende re-integratie. Ook het uitgangspunt dat ziekte niet altijd tot verzuim hoeft te leiden vergt op verschillende plekken bij de UT nog een cultuuromslag. Daarnaast is de nadruk gelegd op preventie: bevorderen van de duurzame inzetbaarheid van medewerkers door bevordering van hun vitaliteit. Belangrijk aandachtspunt is de geconstateerde toename van psychische problemen als gevolg van reorganisaties en toegenomen werkdruk. Slimmer werken kan ook een bijdrage leveren aan de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. In 2013 is een expertisegroep Slimmer Werken opgericht bestaande uit HR, ICTS en huisvesting. Deze adviseert geïnteresseerden binnen de UT. Derden op de campus Om de ontwikkeling van The Gallery mogelijk te maken is het oude radionucliden lab ontmanteld. Na definitieve vrijgave is het gebouw volgens de van toepassing zijnde richtlijnen gesloopt en afgevoerd. Daarnaast is een aanvraag wijziging omgevingsvergunning ingediend en toegekend i.v.m. de activiteiten van het CMI. Duurzame campus VGM en FB hebben in samenwerking met UT wetenschappers, een methodiek ontwikkelt om de CO2 footprint van de UT vast te stellen. In 2013 is deze methodiek zo ver ontwikkeld, dat deze in het UT jaarverslag 2013 voor het eerst kan worden gebruikt. Bij een duurzame campus hoort ook een proactieve invulling van de zorgplicht, voortkomend uit de milieuvergunning. In het kader van beperking van de geluidsoverlast heeft VGM samen met de Campus Company de contacten met studenten aangehaald. Dit heeft ertoe geleid dat studenten actief advies vragen over veiligheid en beperking van geluidsoverlast, ook bij bv. flatfeesten. De verwachting is dat hierdoor het aantal klachten van omwonenden zal afnemen. Arbeidsvoorwaarden Rechtspositie en Medezeggenschap Ontwikkelingen Arbeidsvoorwaarden en CAO NU In 2013 is een nieuwe cao voor de Nederlandse universiteiten afgesloten. Hierin zijn afspraken gemaakt over een salarisverhoging, de afbouw van leeftijdsgerelateerde verloffaciliteiten (seniorenregeling, 60+ regeling en leeftijdsgerelateerde vakantiedagen), de opbouw en opname van vakantieverlof bij ziekte en de versobering van bovenwettelijke regelingen bij werkloosheid en ziekte. Daarnaast hebben partijen een beleidsagenda vastgesteld gericht op persoonlijke ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid van medewerkers. De UT verlofregeling is in 2013 in lijn gebracht met de nieuwe cao. Promovendibeleid Het promovendistatuut is in 2013 vastgesteld. Dit statuut voorziet in een lacune en regelt de rechten en plichten van promovendi en hun begeleiders. Het poogt duidelijkheid en consistentie te verschaffen tussen de verschillende categorieën van promovendi. Verder is o.a. bepaald dat elke promovendus een qualifier doorloopt voor het eind van het eerste jaar, op grond waarvan wordt bepaald (via een beoordeling/voortgangsgesprek) of een promotie binnen de gestelde termijn haalbaar is. In 2013 is verder gewerkt aan de ontwikkeling van het promovendivolgsysteem Prodoc. Het nieuwe beleid is per 2014 ingevoerd. Met invoering van dit promovendibeleid beoogt de UT de interne kwaliteitsborging te uniformeren en minder uitval en een nominale doorlooptijd van het promotietraject te realiseren.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 293/342
UFO De landelijke invoering van versie 6 van het Universitair Functie Ordenensysteem heeft met name gevolgen gehad voor functies bij de dienst Bibliotheek & Archief. Bij de reorganisatie van B&A is direct ook de nieuwe UFO-indeling bewerkstelligd. Bezwaren en beroepen In 2013 heeft het College van Bestuur 29 bezwaren ter advisering voorgelegd aan de bezwarencommissie personele aangelegenheden Universiteit Twente. Deze commissie heeft in 2013 ten aanzien van zeven bezwaren (drie bezwaren uit 2012 en vier bezwaren ingediend in 2013) advies uitgebracht. Van de 29 in 2013 ingediende bezwaren is bijna de helft gedurende de procedure ingetrokken. Het College van Bestuur heeft in 2013 op zeven bezwaren besloten. Indien de medewerker het niet eens is met een beslissing op bezwaar, kan deze in beroep gaan bij de rechtbank en vervolgens bij de Centrale Raad van Beroep. Eind 2013 waren bij de rechtbank en de Centrale Raad van Beroep 6 beroepen aanhangig. Klachten In 2013 was de instroom van klachten vier. Twee klachten, ingediend door dezelfde student, zijn op vrij korte termijn voor de hoorzitting door de klager ingetrokken. De andere twee klachten zijn ingediend in het najaar van 2013 en zullen in 2014 worden afgehandeld. Medezeggenschap Naar aanleiding van de conferentie ‘Vernieuwing medezeggenschap Universiteit Twente’ die in 2012 heeft plaatsgevonden, heeft een werkgroep in 2013 gewerkt aan het omzetten van aanbevelingen in activiteiten. HR heeft geparticipeerd in de werkgroep, tevens is een actieve bijdrage geleverd aan het voorbereiden van een nieuwe conferentie in november 2013. Organisatieadvies Prestatieafspraken OC&W; indirecte kosten Met betrekking tot de verlaging van het overheadpercentage van de UT in het kader van de prestatieafspraken van de UT met het ministerie van OC&W zijn in 2013 organisatieveranderingstrajecten in gang gezet die doorlopen in 2014 en 2015. In 2013 is onder andere de internationaliseringsketen geoptimaliseerd. Monitoring reorganisatie RoUTe’14+ In 2013 zijn de personele gevolgen van de reorganisatie RoUTe ’14+ (2012) gemonitord. De personele gevolgen die uit RoUTe’14+ voortkomen lopen door tot 2015. Planning en control cyclus In 2012 is een set van afgeleide KPI’s en monitorpunten ontwikkeld die aansluiten op onze focuspunten. Deze zijn in 2013 verder ingeregeld in de planning en control-cyclus. Het medewerkersonderzoek editie 2012 was een belangrijk meetinstrument voor het monitoren van KPI’s binnen de P&C-cyclus. In 2013 is door de eenheden en UT-breed gewerkt aan de op basis van het onderzoek geformuleerde actie- en verbeterpunten. Reorganisaties en organisatieveranderingen 2013 Reorganisaties en organisatieveranderingen die in 2013 aan de orde zijn geweest zijn, reorganisatie ICTS, reorganisatie EWI, reorganisatie B&A, Organisatieverandering Eenheid Campus, reorganisatie faculteiten GW/MB en voorbereiding van de reorganisatie Accounting House en Operational Audit. Informatie & Administratie Uniformering & digitalisering In 2013 zijn diverse HR processen tussen centraal en decentraal geoptimaliseerd en tussen eenheden onderling geüniformeerd. Het gehele mutatieproces wordt momenteel gedigitaliseerd. Deze tool wordt het eerste kwartaal 2014 opgeleverd. Dit leidt tot een kortere doorlooptijd en een efficiëntere procedure. Daarnaast is steeds meer (management)informatie digitaal ontsloten. Via de applicatie myHR is er betere inzage gekomen in de status van jaargesprekken, taalbeleid en BKO.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 294/342
Implementatie promovendivolgsysteem Om de voortgang van promovendi beter te kunnen volgen, heeft de Graduate School Twente een promovendi volgsysteem aangeschaft. Alle soorten promovendi kunnen via dit systeem – via koppelingen naar bestaande informatiesystemen – op uniforme wijze worden geregistreerd, gemonitord en begeleid. Het houderschap van dit systeem is bij HR belegd. In 2013 is het systeem verder ingericht en heeft er een pilot gedraaid. In 2014 wordt het systeem UT-breed geïmplementeerd. SEPA In 2013 zijn de (salaris)administratie en systemen aangepast aan de eisen conform SEPA. Vanaf november worden alle salarissen via het IBAN-formaat betaald. Loonbeslag Ook bij de Universiteit Twente worden steeds meer mensen geconfronteerd met financiële problemen. Dit zien we terug in het aantal loonbeslagen. Samen met bedrijfsmaatschappelijk werk en VGM zijn hiervoor betere procedures vastgesteld. Medewerkers worden nu beter en sneller ondersteund bij het oplossen van de financiële problemen, zoals het aanstellen van een budgetcoach en schuldsanering. HRM beleid Het HRM beleid voor de eigen concerndirectie is om toe te groeien naar een sterke klantgerichte concerndirectie bestaande uit een hoogwaardig competent innovatie team, effectieve en efficiënt operationele diensten met daarnaast kwalitatief sterke HR managers/adviseurs, die fungeren als “strategisch HR partner” voor hun eenheden/klanten. Ieder (uitstroom-)moment wordt daarbij benut om de samenstelling van het team verder te ontwikkelen. Daarnaast heeft het Medewerkersonderzoek geleid tot een drietal focuspunten voor de eigen dienst te weten: Verhogen klantgerichtheid, verhogen efficiency plus verlagen werkdruk en verhogen mobiliteit en employability. Aan de uitvoering hiervan is in 2013 een vervolg gegeven. Bedrijfsvoering Voor de HR kolom ligt er een opdracht om eind 2015 met 10% minder FTE’s te werken. Daartoe zijn een aantal gebieden gedefinieerd waarbinnen die efficiency moet gaan plaatsvinden: Diversiteit, Organisatieadvies, Veiligheid, Gezondheid & Milieu. De eerste bezuinigingen zijn reeds in 2012 gerealiseerd. De verdere realisatie hiervan vergde ook in 2013 aandacht en monitoring. Daarnaast ligt er continue focus op de verdere efficiency van HR processen. Toelichting op baten en lasten 2013 Baten De toewijzing voor de concerndirectie bedroeg k€ 3.380. (Verwachte) strategische budgetten en overige opbrengsten: begroot k€ 47, gerealiseerd k€ 88, veroorzaakt door hogere opbrengst i.v.m. compensatie bij ziekte, ouderschapsverlof, seniorenregelingen en gefactureerde kosten i.v.m. detacheringen. Interne opbrengsten: begroot k€ 656, gerealiseerd k€ 716. Lasten De personele lasten vallen k€ 41 lager uit dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het later invullen van een vacature en minder uitgaven voor (bhv)gratificaties. Extra afschrijving en lease van apparatuur heeft gezorgd voor een overschrijding van k€ 30. Bij overige lasten is de overschrijding van het budget voornamelijk veroorzaakt door de hogere kosten voor de salarisverwerking, een onverwachte rekening van de VSNU(UFO) en de kosten aan advocatenkantoor Capra. Deze laatste kosten komen t.l.v. het bijzonder resultaat.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 295/342
Ontwikkeling cash-flow Begrotin g 2013 A. -20 Exploitatieresultaat B. Afschrijvingen 29 C. Investeringen 0 Totaal cash-flow 9
1e budgetrapportage -28
2e budgetrapportage -3
3e budgetrapportage -11
Jaarrekening 2013 -15
46 0 18
46 0 43
46 0 35
46 0 31
Resultaat uit bijzondere bedrijfsvoering. De kosten voor advocatenkantoor Capra voor uitbestede werkzaamheden door capaciteitsproblemen i.v.m. reorganisatiewerkzaamheden, k€ 20. Resultaat uit normale bedrijfsvoering De concerndirectie HR sluit het jaar 2013 af met een totaal resultaat van k€ -15. Hiervan is een resultaat van k€ +5 uit normale bedrijfsvoering. Er is een bijzonder resultaat van k€ -20 welke wordt veroorzaakt door uitbesteed werk in verband met een reorganisatie.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 296/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Concerndirectie Human Resources Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
1.995 6 1.085 37 205 3.328
1.979 1.081 25 127 3.212
1.987 9 1.085 26 66 3.173
283
288
290
5 288
288
1 291
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
36 11 0 7 54
29 5 2 36
46 7 3 9 65
8 25 16
6 12 10
4 7 8
49
28
19
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
133
60
3.356
28 3.380
3.379
3.490
3.408
3.439
Totaal Werk voor Derden
0
0
0
Overige opbrengsten
49
20
28
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
14 30 10 603 15
14 16 8 494 15
13 20 16 533 8
70 13
41 3
49 15
755
591
655
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
616
655
721
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
(52)
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
(20) (20)
(15) (15)
Totaal van de baten
4.155
4.083
4.188
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
(320) (320) 4.155
4.083
4.188
0
0
0
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
0,0
1
1,0 17,3 27,4
86 933 976
1,0 16,9 27,3
87 901 991
0,0 1,0 17,2 26,4
1 87 934 959
45,7
1.994
45,2
1.979
44,6
1.979
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
45,7
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
0
1.995
pm
45,2
1.979
7
pm
0
44,6
1.987
0,0
PAGINA 297/342
Kostenplaats: Human Resources
bedragen in k€
Directie/algemeen Toewijzingen Strategische budgetten Verwachte strategische budgetten Normatieve budgetten Totaal toewijzingen Werk voor derden (incl. mut. OHW) Overige opbrengsten Doorberekende interne opbrengsten Doorsluizingen Rentekosten en renteopbrengsten Totale baten Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoelagen, uitzendkrachten en decl. Vaste sociale verplichtingen Indirecte personeelslasten Doorberekende salarissen Totaal personele lasten Huisvestingslasten Overige huisvestingslasten Afschrijving gebouwen (alleen HVL) Huisvestingslasten m2 Totaal huisvestingslasten Apparatuur/inventaris Afschrijvingskosten aparatuur/inventaris Aanschaf app./invent. T.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie Totaal apparatuur/inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen Totaal materieel gebonden kosten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT‐dienstverlening Reis‐, verblijf‐ en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties voorzieningen Toekenningen uit centrale reserves Totaal overige lasten Totale lasten Totaal resultaat
Beleid
HR Info & adm.
HR‐advies
AVRM
Internat.
7
6
15
928 935
77 83
1.020 1.035
330 330
2 36
198
129
32
973
281
1.164
362
356
196
206
225
107 5 0 308
113 2
603 1 330 4
321
938
46 4 3 0 53 0 2 8 0 10
2
15
345 347
106 121
VG&M
15 545 560
3.440
160
17 167
28 722
121
189
744
4.190
71
87
123 1
220 7 120 2
39 1
47 ‐2
349
349
111
132
377 0 206 55 26 664
3.172
0
0 0 0 0
291
9
0
0
0
Totaal 2013
29 29
1 290 291
Opleiding
0
0
1
0
2
1 9
0
0 1
0
1 0
0
1
0
0
0
0
8
2 0 0 0
2
2 1 23
1
0 0
3 7 25 5
0
1
1
0
0
2
0
0
10
66
3 5
19
13 4 5 326 3 0 22 12 0 0 385 1.047
4
8 3 160 1 0 16
6 327
188 1.128
2 351
27 376
1 114
0 132
47 729
656 4.204
‐74
‐46
36
11
‐20
7
57
15
‐14
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
‐1
5 2
PAGINA 298/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 299/342
Algemene Zaken Inleiding De dienst Algemene Zaken (AZ) bestaat als zodanig sinds januari 2012 nadat een groot deel van de onderdelen van de voormalige Eenheid Secretaris zijn opgegaan in een nieuwe dienst. Kerntaken van AZ zijn enerzijds de ondersteuning van het College van Bestuur (CvB) en anderzijds het inbedden van afdelingen en projectorganisaties met een onafhankelijke opdracht en/of een projectmatig-strategisch karakter. Algemene Zaken bestaat uit de volgende onderdelen: - Bestuursondersteuning College van Bestuur (BOCvB) - Plechtigheden & Ontvangsten (P&O) - Operational Audit (OA) - UT Nieuws (UTN) - Eenheid Campus (EC) - Innovationlab (INVL) - Bureau Projecten • Onderwijsvernieuwing (POV) • Vastgoed (PVG) De diverse organisatieonderdelen maken AZ tot een gevarieerd geheel. De onderdelen zijn, afhankelijk van aard en omvang, verschillend georganiseerd. De positie van directeur AZ wordt vervult door de Secretaris van de Universiteit. Profilering Alle onderdelen binnen AZ dragen op hun eigen wijze bij aan het goed functioneeren van de Universiteit Twente. Een belangrijke rol was in 2013 weggelegd voor het Projectbureau Onderwijsvernieuwing, welke een trekkende rol heeft vervuld bij de invoering van het Twents Onderwijsmodel (TOM) en hiermee mede heeft gezorgd voor een nieuwe, toekomstbestendige invulling van het bacheloronderwijs in Twente. Om dit proces en andere aan onderwijs gerelateerde ontwikkelingen in goed banen te leiden is een Decaan Onderwijsvernieuwing aangesteld, die functioneert als rechterhand van de Rector op dit dossier. Andere onderdelen als BOCvB, PVG en OA, dragen bij aan het algemeen functioneren van de UT. Dit uit zich in 2013 onder meer in de ondersteuning uit BOCvB bij het formuleren van een aangescherpte UT strategie, en de ontwikkeling binnen OA om in de toekomst meer te focussen op financiële audits. Innovationlab, het organisatieonderdeel dat de deelname van de UT in Kennispark vormt, neemt hierbij ook een aparte positie in. De samenwerking binnen Kennispark is essentieel voor de valorisatiedoelstellingen van de UT en vormt een belangrijke hub voor innovatie binnen de Regio Twente. De karakteristieke campus geldt als unique selling point van de Universiteit Twente, welke bijvoorbeeld een belangrijke troef kan zijn bij de werving van internationaal toptalent voor het onderwijs en onderzoek van de UT. Om het bijzondere karakter en aantrekkingskracht van de campus te behouden, voorziet de Eenheid Campus in het behoud en ontwikkeling van de vele voorzieningen. Hiertoe is in 2013 sterk ingezet op de mogelijkheid om middels deze voorzieningen externe partners aan de UT te verbinden. De afdelingen van de Eenheid Campus zijn in 2013 verhuisd naar de Vrijhof. Hierdoor is de Eenheid Campus nog slechts in twee gebouwen gehuisvest (Sportcentrum en Vrijhof) dat ten goede komt van de samenwerking en de zichtbaarheid. In september 2013 is de Campus Company opgericht met als doel om bedrijven, scholen en andere organisaties van buiten de UT te verleiden om de campus te komen beleven. Een goed voorbeeld hiervan is de UT-zwemschool, die in augustus 2013 met +/- 50 kinderen is gestart en gestaag groeit.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 300/342
Begin 2014 zwemmen bijna 100 kinderen bij de zwemschool en deze groei zal zich naar verwachting de komende jaren voortzetten. In 2013 is er op het gebied van vernieuwing ontwikkeling campus in combinatie met O&O een mooi resultaat geboekt door het organiseren van het festival Høtspot. UT wetenschappers als Dave Blank, Albert van den Berg en Hans Hilgenkamp gaven acte de présence, waarmee voor een passend publiek de juiste mix van music & science gecreëerd werd. Met externe partner Absolutely Fresh is in 2013 een driejarig contract afgesloten waarin financiële bijdragen aan de UT zijn vastgelegd. Het UT Nieuws vervult een belangrijke rol in de onafhankelijke berichtgeving over de UT. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een brede mix aan kanalen, van magazine tot social media. Ook biedt het UT Nieuws een platform aan betrokkenen om van gedachten te wisselen over ontwikkelingen op de UT. Onderwijs Zoals reeds hierboven vermeld, heeft het Projectbureau Onderwijsvernieuwing een trekkende rol vervuld bij invoer van het TOM onderwijs. De start van dit onderwijsmodel in september 2013 is een van de belangrijkste mijlpalen van de UT in het afgelopen jaar. Het projectbureau ondersteunt het onderwijsmanagement in de transitiefase en bespreekt de voornaamste en instellingsbrede ontwikkelingen met het College van Bestuur. De ontwikkelingen binnen TOM worden ook door de andere afdelingen nauwlettend gevolgd en waar mogelijk worden samenwerkingen gezocht om, bijvoorbeeld door Eenheid Campus, onderwijs en Sport & Cultuur te verbinden. Een tweede project waar het POV nauw bij betrokken is geweest is de begeleiding van het proces rond de instellingstoets kwaliteitszorg. In 2013 is de UT door een audit commissie van de VSNU gevisiteerd. Het proces rondom deze instellingstoets, met onder meer het opstellen van een kritische zelfreflectie en de voorbereidingen en organisatie van het locatiebezoek, is mede door het POV voorspoedig verlopen. Ook vanuit BOCvB is hier ondersteuning aan geboden. Inhoudelijk wordt door INVL aan het onderwijs bijgedragen door mee te werken aan versterking van de ondernemerschapscomponent in het regulier onderwijs. Dit onderdeel wordt aangevoerd door het Nederlands Instituut voor Kennisintensief Ondernemerschap (Nikos, MB) en staat buiten de directe activiteiten van Kennispark. Het vormt een belangrijk onderdeel van het Kennispark ecosysteem. Onderzoek Ondersteuning van onderzoek vindt binnen AZ met name plaats binnen de onderdelen INVL en P&O. INVL is binnen Kennispark nauw betrokken in de regionale discussie rond innovatie en vanuit die activiteit in de topsectorendiscussie. Vanuit die verbindingen speelt Kennispark een rol in het ontwikkelen en helpen financieren van projecten rond innovatie, die een sterke binding hebben met het UT onderzoek. Dit gebeurt in zeer nauwe samenwerking met, en doorgaans onder regie van de onderzoekinstituten. Tevens is de juridische ondersteuning van alle externe onderzoekcontracten bij Kennispark ondergebracht. Plechtigheden & Ontvangsten organiseert en begeleidt alle academische plechtigheden die op de UT plaatvinden, waarvan de voornaamste promoties en oraties zijn. Dit bureau ondersteunt hierbij het primair het College voor Promoties, maar staat daarnaast alle promovendi en aankomend hoogleraren bij in de voorbereidingen die aan een promotie of oratie vooraf gaan. HRM-beleid AZ voert het algemene HR beleid van de UT uit en probeert een zo goed mogelijke invulling te geven aan de uitgangspunten die hierin zijn verwoord. Daarbij is onder meer op grond van de uitkomsten van het medewerkersonderzoek 2012 een aantal activiteiten opgezet om de specifieke aandachtspunten voor AZ die uit dit onderzoek naar voren zijn gekomen op te pakken. Eind 2013 is gebleken dat de alle voorgenomen acties zijn gestart. In 2013 is nadrukkelijk aandacht gegeven aan talentmanagement, projectmatig werken en mobiliteitsbeleid.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 301/342
De afdelingen binnen AZ zijn behoorlijk verschillend wat betreft kwantiteit en positie in de organisatie. Elke afdeling bepaalt na de jaargesprekken wat er afdelingsbreed opgepakt moet worden aan scholing en waar er individueel bijgeschoold moet worden. Er wordt veel waarde gehecht aan de ontplooiing van professionele vaardigheden. Zo is o.m. klantgerichtheid en Engels aan de orde geweest. Daarbij wordt er rekening gehouden met de ontwikkeling van de organisatie. Tevens is er veel aandacht voor een prettige werkomgeving, waarbinnen de medewerkers van AZ met plezier en toewijding hun taken kunnen uitvoeren. Om meer kennis op te doen van de universiteit, zijn verschillende afdelingen binnen AZ bij elkaar en/of bij andere afdelingen binnen de UT op bezoek geweest. In het medewerkersonderzoek is ook de hoge werkdruk als knelpunt naar voren gekomen. Verder hebben medewerkers, om de ontwikkelingsmogelijkheden te overzien, voorlichting gekregen van het CDC, diverse medewerkers hebben workshops gevolgd of een loopbaantraject ondergaan. Het ziekteverzuimpercentage binnen AZ is 4,45%; met name bij EC is het verzuim bovengemiddeld. In een jaarlijkse vergadering met de bedrijfsartsen is gesproken over frequent verzuim en de wijze waarop dit omlaag zou kunnen. Het gemiddelde fte 2013 bedraagt 76,8 ten opzichte van 78,1 begroot, een afname van 1,3 fte. Bij Operational Audit is het aantal fte’s afgenomen met 1. Bij Academische Plechtigheden is de vacature coördinator (0,5 fte) nog niet ingevuld. Bij EC-Sport is het aantal fte’s afgenomen met 2,8; bij Cultuur met 0,3. Afname is hier veroorzaakt door het niet invullen van vacatures en afname van uren of door deze in te laten vullen door UT-flex medewerkers. Daarnaast hebben het Hoofd Sport en het Hoofd Cultuur plaats gemaakt voor één Hoofd Sport & Cultuur, die de opdracht heeft meegekregen een plan te schrijven om de gebleken organisatorische en financiële problemen op te lossen. Dit plan is in juni 2013 door het CvB overgenomen en is vervolgens de uitvoering ter hand genomen. Financiën; Jaarrekening 2013 2013 is door AZ afgesloten met een resultaat van -K€ 705 (Begroot: -K€ 28). Het verschil wordt voornamelijk veroorzaakt door het lager dan begrote resultaat op inverdienen bij Eenheid Campus. Hieronder wordt een korte analyse van de verschillen weergegeven en wordt nauwkeuriger ingegaan op de resultaten van de verschillende afdelingen. Analyse cashflow Tabel 1: Cashflow ( in K€ )
A. Exploitatieresultaat B. Afschrijvingen C. Investeringen Totale cashflow ( A+B-C)
Begroting 2013 0 144 0 144
Rapportage Maart -614 144 8 -478
Rapportage Juni -469 144 23 -348
Rapportage September -565 144 68 -489
Jaarrekening 2013 -677 144 69 -602
De schommelingen in de prognose van het resultaat komen vanuit de campus. De verwachte opbrengsten waren moeilijk in te schatten. De investering betreffen de Eenheid Campus, voornamelijk de overname van fitness apparatuur.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 302/342
Integrale budget analyse Tabel 2: Exploitatie ( in k€ ) 2013 Jaarrekening
Begroting
Resultaat
7.862 1.349 2.257 11.468
7.317 1.614 2.857 11.788
545 -265 -600 -320
5.820 3.691 264 443 1.955 12.173
6.095 3.728 254 246 1.638 11.961 -145 -28 -28 0
275 37 -10 -197 -317 -212
Baten Centrale middelen Interne doorberekeningen Overige inkomsten Totaal van de Baten Lasten Personeel Huisvesting Apparatuur Materieel Overige lasten Totaal van de Lasten Bezuinigingstaakstelling Resultaat Normale Bedrijfsvoering Bijzonder Resultaat Resultaat
-705 -28 -677
Het negatieve resultaat K€ 677 is te splitsen in: -
Baten
Toewijzing
Realisatie Begroting Afwijking 7.025 7.025 0 CO 350 350 POV - begr. als strat.b. en ov. opbrengst 56 0 0 108 199 124 7.862
7.317
0 Strat.budget -54 Bijdrage VG - geb.als db sal.kst -123 POV - begr. als strat.b. en ov. opbrengst 49 Div.compensaties 199 OPUT Xtra card - beg.als ov.ink. 124 Bijdrage Sport 545
Interne Opbrengsten
633 43 21 652 1.349
585 220 14 795 1.614
48 -177 OA - interne controle 7 UTN- meer intern -143 EC/RB - meer externe verhuur -265
Ov.opbrengsten
23 0 7 35 884 666 160 194 288 2.257
21 199 367 79 582 1.171 332 0 106 2.857
2 -199 OPUT Xtra card - geb.als CO -360 POV - begr. als strat.b. en ov. opbrengst -44 UTN - minder advertentie inkomsten 302 INVL - Octrooien en Business Development -505 EC - verhuur sport -172 EC - verhuur cultuur 194 EC - Batavieren niet begroot 182 EC - RB meer externe verhuur -600
11.468
11.788
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
56 54 123 59
-320
PAGINA 303/342
-
Personeel
Personeel (regulier) Personeel (regulier) Personeel (regulier) Uitzendkr./Declaranten Sociale verplichtingen Indirecte personele lasten Doorberekende salarissen Doorberekende salarissen Doorberekende salarissen
-
Realisatie 253 68 1.050 341 747 97 -110 95 -54 2.487
Begroting Afwijking 336 83 Samenvoegen hoofd sport en cultuur 94 26 Vacature coordinator niet ingevuld 991 -59 Uitbreiding INVL 430 89 Minder inhuur sport/verkeerd begroot 769 22 44 -53 zie declaranten -87 23 40 -55 DB sal. Aan M&C 0 54 PVG - Begroot als interne opbrengst 2.617 130
Overige lasten
HVL Apparatuur Materieel Overige lasten Overige lasten Overige lasten
Realisatie 3.691 264 443 972 46 937
Begroting 3.728 254 246 967 150 521
Afwijking 37 -10 -197 -5 104 -416
6.353
5.866
-487
Kosten Bata, niet begroot POV - kosten centraal geboekt INVL - meerkosten Octrooien en Bus.Dev.
Toelichting per afdeling: Management, BOCvB, P&O, POV, PVG & UTN Deze afdelingen hebben allemaal een positief resultaat gedraaid over 2013. Bij het management (K€ 42,7 totaal resultaat) en PVG (K€ 25,3 totaal) wordt dit voornamelijk veroorzaakt door een niet gebruikt adviesbudget. BOCvB had een toegestaan tekort van K€ 28, maar draait positief met een resultaat van K€ 34,1 door lagere salarislasten en het doorbelasten van 0.5 fte bestuurssecretaris aan M&C. Bij P&O is o.m. geen coördinator ingezet à K€ 12, waardoor het positief resultaat uitkomt op K€ 25. UT Nieuws heeft weliswaar minder advertenties binnengehaald dan begroot (-K€ 24,6), maar dankzij lagere salariskosten (K€17,1) en lagere portokosten (K€ 9) draait het toch een positief resultaat. POV heeft i.v.m. minder uitbesteed werk (K€ 136,8) een even zo groot bedrag minder toegezegd gekregen en draait een resultaat van K€ 0,0. Operational audit Het verslagjaar 2013 is afgesloten met een negatief resultaat van circa K€ 100 (2012: K€ 12 positief). De afname van het resultaat ten opzichte van voorgaand jaar wordt voornamelijk (circa K€ 50) veroorzaakt door hogere personele lasten dan begroot. Er is van inhuur van derden gebruik gemaakt om mutaties in de personele bezetting op te vangen die het gevolg zijn van natuurlijk verloop, ziekte en verlof. In de personele lasten zijn tevens de afvloeiingskosten van een tweetal medewerkers
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 304/342
begrepen. Daarnaast heeft in het verslagjaar 2013 een wijziging plaatsgevonden in de financiering en doorbelasting van accountantskosten van de controle van subsidiedeclaraties. Dit heeft eveneens geresulteerd in een verlies van circa K€ 50. Dit houdt verband met accountantskosten inzake de controle van o.m. de tariefstelling van laboratoria en overhead, waarvan het CvB omwille van administratieve lastenverlichting heeft aangegeven deze kosten niet te willen verbijzonderen naar het niveau van de individuele onderzoeksprojecten. Deze kosten blijven achter bij de afdeling OA en drukken met ingang van 2013 op het normatieve afdelingsbudget, omdat het strategisch budget hiervoor in 2013 is komen te vervallen. Voor 2014 is voor deze controle wel een budget, K€ 50, beschikbaar gesteld. Innovationlab Het negatieve resultaat 2013 van K€ 169 is te verdelen in twee onderdelen, te weten algemeen (K€ 60,2) en octrooien (K€ 119). Het tekort onder de post Algemeen wordt veroorzaakt door het niet meer kunnen doorberekenen van 1 fte (K€ 38,7), hogere kosten voor uitbesteed werk en de verhuizing naar de Gallery (K€ 21,5). Er is een aparte bedrijfsreserve voor octrooien, omdat de kosten vaak pas later kunnen worden terugverdient. De totale kosten voor octrooien bedroegen in 2013 K€ 387. Een deel kan direct worden gefactureerd aan derden en een deel wordt bekostigd vanuit de Koploper A1. Daarnaast stelt de UT ieder jaar K€ 50 beschikbaar. Het restant gaat t.l.v. de reserve. Eenheid Campus Management EC heeft 2013 afgesloten met een tekort van K€26. Het tekort wordt veroorzaakt door het aanstellen van 0,5 fte vanaf september voor acquisitiewerkzaamheden. De verwachting is dat deze meerkosten in 2014 inverdiend kunnen worden. Ook de kosten van de verhuizing naar de Vrijhof waren niet begroot. Het tekort van het Evenementen bureau (à K€ 79,4) wordt veroorzaakt door salarislasten die onverwacht nog doorliepen t/m maart en het niet kunnen doorberekenen van inzet binnen de UT. Dit was de eerste editie die georganiseerd werd na het vertrek van centrale coördinator Tonnie Buitink. Het feest eindigde met een tekort van K€ 22. Dit tekort werd mede veroorzaakt door het stopzetten van de bijdrage van het CvB en een tegenvallende muntverkoop in verband met de kou. Het reserveringsbureau heeft het jaar afgesloten met een positief resultaat van K€ 58. Dit komt door een besparing op de huisvestingslasten en onderhoud. Daarbij heeft men nauwelijks flex- medewerkers moeten inhuren. Bij Sport bedroeg het tekort K€ 280. Om een sluitende begroting te krijgen, zijn de baten onrealistisch hoog begroot. Ondanks een extra budget en diverse activiteiten om de inkomsten te verhogen, zijn deze toch K€ 363,5 lager uitgevallen. Aan de kostenkant heeft men wel een besparing kunnen realiseren van K€ 83. Aan de kostenkant zat een knelpunt door de niet beïnvloedbare systematiek m.b.t. de subsidies aan sportverenigingen. De consequenties van de veranderingen door de Student Union kwamen voor rekening van het Sportcentrum. Met de SU is afgesproken dat de verantwoordelijkheid voor de besteding van de subsidie (voor 2014 K€ 875 en vanaf 2015 K€ 810) volledig bij de SU ligt. Eventuele overschrijdingen komen vanaf dat moment voor rekening van de SU. Door ruimtes in de Sporthal te verhuren aan fysiotherapiepraktijk Polman en deze gebruik te laten maken van de aldaar aanwezige fitnessruimte, is een besparing op huisvestingslasten gerealiseerd van grofweg K€ 36 per jaar. Daarnaast zijn door aanscherpen van afspraken met de Stichting Sportkantine de uitgaven met K€ 17 verlaagd. Ook het contract met het ROC voor het gebruik overdag van alle sportaccommodaties is met ingang van 2014 aangescherpt, hetgeen leidt tot K€ 23 aan hogere inkomsten. Cultuur heeft het jaar afgesloten met een tekort van K€ 243. Ook hier zijn de baten, om een sluitende begroting te krijgen, onrealistisch hoog begroot. De inkomsten zijn dan ook K€ 173 lager. Bij Cultuur stond een bezuinigingstaakstelling à K€ 145. Dit is slechts gedeeltelijk (K€ 75) gerealiseerd door minder inhuur en kostenbesparing op de overige uitgaven.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 305/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Concerndirectie Algemene Zaken Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten
3.432 497 1.851 (256) 208 5.731
3.502 550 1.899 26 118 6.095
3.425 416 1.869 (145) 255 5.820
3.366 47 431 3.844
3.226 80 422 3.728
3.128 47 502 3.678
122 29 72 24 247
144 55 18 38 254
130 62 61 11 265
14 147 209 4 373
7 92 147
11 210 131 91 443
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
246
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
Totaal Toewijzingen
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
1.106 7.092
179 113 7.025
7.025
837
8.198
7.317
7.862
421
(0)
Totaal Werk voor Derden
421
0
Overige opbrengsten
1.920
2.857
2.232
(0)
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
40 56 40 1.030 370 53 837 3
65 80 61 557 333 96 442 3
36 77 29 596 306 4 829 3
2.429
1.638
1.879
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
1.226
1.614
1.285
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
11.765
11.787
11.379
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
(145)
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
(859) (859)
(28) (28)
(705) (705)
11.765
11.787
11.379
0
0
0
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
7,3 13,0 49,8 5,9 0,9 76,9
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
76,9
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Begroting 2013 k€
gem. fte.
595 658 1.843 153 39 3.288
gem. fte.
8,7 13,3 51,5 3,4
671 726 1.867 93
76,9
3.357
137
3.425
Jaarrekening 2013 k€
k€
145
76,9
3.502
7,2 14,0 48,9 5,2 0,9 76,1 pm
621 704 1.770 142 40 3.277 139
pm
1
76,1
3.418
0,0
PAGINA 306/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 307/342 -0,4
-0,9
0,2
4,8 4,6
0,0
2,0 2,0
2,1
3,6 1,5
0
0,1
2,4 2,3
-26
-2,8
16,3 19,1
-280
-0,3
8,0 8,3
-243
1.479
0,0
2,0 2,0
-79
387
0,0
4,7 4,7
58
983
0,9
13,4 12,5
-169
2.104
395 2 937
1 23 11 325 181
65
0
90
6 6 77
76,7
-705
12.083
36 77 29 595 306 9 824 3 1.878 0
11 210 222 443
130 66 57 11 264
3.128 47 502 3.678
3.425 416 1.869 255 -145 5.820
2.232 1.284 11.378
78,0
-28
65 80 61 557 333 96 442 3 1.638
7 92 147 246
144 55 18 38 254
3.226 80 422 3.728
3.502 550 1.900 118 26 6.095
2.857 1.614 11.787
7.025 179 113 7.317
-0,2
6,6 7,5
25
3.800
327 6 344
2 0 3 6
7 1 9 18
13 13
25 65 90
7.375 486 0 7.862
0,0
2,2 2,6
7
227
46
21
0 1 23
1 2 2
20
20
67 80
13
669 5 366 31 -21 1.050
1.935
885
1.050
1.034 16
Realisatie Begroting
8,9 9,1
-100
357
15 1 50
6 1 21 6
37 93 130
17
13 4 0
267 378
110
153 4 84 1 0 241
288 652 1.041
101
41 60
INTD EE
1,8 1,8
25
206
87
14
10 3 24 35
0 8 12 20
55
54
1
6 21
15
65 31 35 11 -7 134
194 37 308
77
70 7
Innovation Lab
Personeel: gemiddelde FTE ( werkelijk) Personeel: gemiddelde FTE (begroot) Afwijking
34
524
6 1 19
7 1 1 1 3
1 104 6 111
15 5 0 4 25
667 0 54 722
662
334 83 183 61
160 81 1.236
995
980 15
EC Res.Bur.
42
852
53
4
0 2 0 46
2 1 3
0
89 5 2 6 102
2.080 47 105 2.231
705 224 383 19 -62 1.269
666 240 3.519
2.613
2.278 335
EC Even.Bur.
Totaal Resultaat
482
14
5 4 1
1 2
0
2 2 4
5
0 1
0
10 25
15
180
114 0 62 4
1 200
199
199
EC Cultuur
11.815
485
47
5
9 9 1 15 8
1 34 46 81
7
5
1 31
29
76 4 47 265
139
358
7
350
350
1
0 8
8
82 4 -54 183
151
231
2
229
216 13
EC Sport
287
153
5
16 2 129 2
0 0 3 4
13
3 4
44
44
218 11 119 9 -12 345
35 36 531
461
458 3
Proj.Bur. Vastgoed Onderw. EC UT-Nieuws Dienst VernieuwingManagemen
Totaal van de Lasten
177
31
14 1 0 7 124
20 41 61
9
2 11
0 51
50
336 42 183 80 -9 631
20 43 753
690
662 28
Op. Audit
-145
3 13
8
4 4 0 2
16
0
3 5
1 1 9 10
10
7 1 1
2 33
31
68 22 37 6 70 203
89 507
419
411 8
Acad. Plechtigh.
bedragen in k€
Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT-dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk aan derden (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Kosten m.b.t. interne dienstverlening Totaal overige lasten Bijzondere lasten Bezuinigingstaakstelling
1
1
0
Apparatuur/ inventaris Afschrijvingskosten apparatuur/ inventaris Aanschaf app./inv. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie Totaal Apparatuur/inventaris
Materiaal gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Totaal materiaal gebonden kosten
0 48
1 18
10
48
17
171 14 -96 404
314
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving Gebouwen Overige huisvestingslasten Totaal huisvestingslasten
252
159 -4 87 10
170 329
Overige opbrengsten Doorberekende interne opbrengsten Totaal van de Baten
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel; uitzendkr; decl. Sociale verplichtingen Indirecte personeelslasten Doorberekende salarissen Totaal personele lasten
519
159
519
517 2
Bestuurs Onderst.
159
Management
Specificatie naar lasten - en batensoorten 2013
Toewijzingen Normatieve budgetten Strategische budgetten Verwachte strategische budgetten Totaal toewijzingen
Kostenplaats: Algemene Zaken
-1,3
-532
-122
29 3 32 -38 27 87 -382 0 -241 0
-4 -119 -75 -197
14 -12 -39 27 -10
98 33 -80 50
77 134 31 -137 171 275
625 330 410
-350 -307 113 -545
Resultaat
College van Bestuur Het College van Bestuur is het hoogste bestuursorgaan van de Universiteit Twente. Het College wordt gevormd door de voorzitter, vicevoorzitter en de rector magnificus. In 2013 heeft de voorzitter van het College van Bestuur, Anne Flierman afscheid genomen van de Universiteit Twente. Als nieuwe voorzitter is met ingang van 1 oktober 2013 Victor van der Chijs aangesteld. De drie leden van het College van Bestuur worden benoemd worden door de Raad van Toezicht. In de administratieve eenheid College van Bestuur zijn zowel de kosten van de Collegeleden als die van de Raad van Toezicht opgenomen. Het boekjaar 2013 is afgesloten met een positief resultaat van k€ 8. Op baten- en lastenniveau is dit weergegeven in onderstaand tabel: Begroting 2013 Toewijzingen Overige opbrengsten Totaal van de baten Personele lasten Niet-personele lasten Totaal van de lasten Resultaat
Realisatie 2013
1.255 0 1.255 815 440 1.255 0
Realisatie -/Begroting
1.256 0 1.256 798 449 1.248 8
1 0 1 -17 9 -7 8
Baten Het College van Bestuur inclusief de Raad van Toezicht worden bekostigd uit centrale middelen. Als toewijzing is hiervoor k€ 1.256 ontvangen, conform begroting (behoudens een afrondingsverschil). Lasten De personele lasten vallen k€ 17 lager uit dan in de begroting opgenomen. Enerzijds zijn er minder personele lasten gerealiseerd doordat er tijdelijk geen voorzitter van het College van Bestuur is geweest. Maar anderzijds zijn er ook (niet begrote) kosten gemaakt ten aanzien van de werving van een nieuwe voorzitter. Ook is met ingang van 2013 de vergoeding voor de Raad van Toezicht leden gewijzigd als gevolg van fiscale maatregelen wat meer kosten met zich mee heeft gebracht. De niet-personele lasten liggen k€ 9 hoger dan begroot. De voornaamste oorzaak ligt zowel in de reis-en verblijfkosten als in de post bestuurskosten. Het inzetten van studentenchauffeurs in plaats van een vaste chauffeur heeft een besparing van de kosten opgeleverd. Ook uitstel van vervanging van een dienstauto had minder kosten tot gevolg. Daarnaast is de verhoging van het reisbudget ten behoeve van het Internationaliseringsbeleid van de universiteit nog niet volledig benut. Van dit budget zal naar verwachting in 2014 wel volop gebruik worden gemaakt. Aan de andere kant zijn er meer (incidentele) kosten gemaakt op het gebied van onder meer representatie dan in de begroting is opgenomen. Ontwikkeling van de cashflow B2013
Mrt-rapp.
Juni-rapp.
Sep-rapp.
Jrrek. 2013
A. Exploitatieresultaat B. Afschrijvingen C. Investeringen
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
8 12 0
Totale cashflow (A+B-C)
0
0
0
0
20
Risicoparagraaf Niet van toepassing.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 308/342
UNIVERSITEIT TWENTE
College van Bestuur Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Huisvestingslasten Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
482
482
417
262 1 58 803
263
228
70 815
154 798
72
75
73
6 78
75
7 81
12 2
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
1 3
13
0 1 1
1 2 2
3 1 1
2
5
5
1.255
1.256
1.237
1.255
1.256
Totaal Werk voor Derden
0
0
0
Overige opbrengsten
0
0
0
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
12 (0,24587) 1
0 12
1.237
Totaal Toewijzingen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
163 5 62 1 3
202 5 59
89
90
137 0
324
357
351
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
0
0
0
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal Resultaat
19 19
0 0
8 8
Totaal van de lasten
1.237
1.255
1.256
Totaal van de baten
1.237
1.255
1.256
0
0
0
Overige lasten
162 5 41 3 3
1
Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
3,0
482
3,0
482
2,6
417
3,0
482
3,0
482
2,6
417
Overige inzet
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
3,0
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
pm pm 482
3,0
482
2,6
417
0,0
PAGINA 309/342
Centrale kosten HRM-beleid Baten en lasten 2013 Reguliere Projecten Secretaressepool WSW + Minder validen Vertrouwenspersonen UT-Kring Crisisplan UT Introductiebijeenkomst Mobiliteit & Management Uitvoeringskosten USZO Projecten HRM, incl. Copwo Personeelsadvertenties (positie arbeidsmarkt.) Sofokles Duurzame campus Legeskosten Digitalisering mutaties Van Rijnmiddelen Trainingen top UT Compensatie seniorenregeling Aspasia
Totale baten Totale lasten 30.000 23.000 165.000 100.912 30.000 40.766 0 0 30.000 19.571 15.000 7.159 776.716 814.983 127.149 64.130 818.825 751.610 259.360 250.097
Resultaat 7.000 64.088 -/- 10766 0 10.429 7.841 -/- 38.267 63.019 67.215 9.263
0 0 200.884 58.000 380.000 0 300.000 40.023 3.230.957
29.896 5.261 109.799 58.080 310.559 0 379.868 40.522 3.006.213
-/- 29.896 -/- 5.261 91.085 -/- 80 69.441 0 -/- 79.868 -/- 500 224.744
Compens. OPUT-lidm. OPUT-algemeen Uitvoering soc.plan route 14+ Comp. Seniorenregeling UT Comp. ouderschapsverlof Gezond + Sterk/Vitaliteit In- en doorstroom vrouwen Employability (w.o. werkdruk) IPAP (aanvul. WA-verzek.) WIW-banen Vluchtelingen Harmon. Netwerkschijf medez. Onderzoek employ. beveiliging
0 1.810.000 0 0 330.000 0 0 1.059 0 0 0 0 0 2.141.059
81.735 21.386 48.687 480.708 329.962 319.341 143.196 276.626 277.423 57.517 47.227 12.000 37.510 2.133.318
-/- 81.735 1.788.614 -/- 48.687 -/- 480.708 38 -/- 319.341 -/- 143.196 -/- 275.567 -/- 277.423 -/- 57.517 -/- 47.227 -/- 12.000 -/- 37.510 7.741
TOTAAL
5.372.016
5.139.531
232.485
Proj. opslag arbeidsvw.
Toelichting per project Reguliere projecten Secretaressepool Het budget is bedoeld als buffer voor de loonkosten van tijdelijk niet geplaatste secretaresses. De salariskosten van de chef secretaressepool en ondersteuning worden voor 0,2 fte vanuit de concerndirectie PA&O doorberekend WSW De uitgaven hebben betrekking op de loonkosten van bij de UT tewerk gestelde DCW-ers (4 personen).
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 310/342
Vertrouwenspersonen Het beschikbare budget is bestemd voor compensatie aan eenheden van de tijd die de vertrouwenspersonen aan hun taak besteden plus hun gratificatie. UT-Kring Baten en kosten betreffen de activiteiten van de personeelsvereniging UT. Einde boekjaar wordt het resultaat verrekend met de rekening courant van UT-Kring. Crisisplan Het budget is bestemd om de kosten te dekken die gepaard gaan met het kunnen laten functioneren van het crisisteam en de oefening van het crisisteam. Introductiebijeenkomst Introductiebijeenkomsten voor nieuw personeel worden uit dit budget bekostigd. De bedoeling is 3 tot 4 maal per jaar een dergelijke bijeenkomst te organiseren. Mobiliteit & Management De kosten bestaan vnl. uit de salarislasten van medewerkers die om uiteenlopende redenen ten laste van de centrale middelen komen. Door toevoeging van een extra persoon zijn de kosten hoger uitgevallen dan begroot. Uitvoeringskosten USZO De door Raet gefactureerde uitvoeringskosten van de uitkeringsadministratie over 2012. Ook worden de kosten van reïntegratie en loopbaanplanning van ww-ers uit dit budget betaald. Projecten HRM. Het betreft hier de projecten: Management Development In 2013 zijn er o.a weer trainingen voor (Aankomend) Academisch Leiderschap, Professioneel Leidinggeven voor hoger OBP en Effectief begeleiden en managen gegeven; deze trainingen worden voor ca. 50% doorberekend In- en doorstroom Vrouwen Dit project wordt deels gefinancierd arbeidsvoorwaardengelden. De kosten betreffen vnl. subsidies aan vrouwelijke onderzoekers en trainingen. Ook worden de salarislasten van de medewerker diversiteit en een administratieve kracht doorberekend naar dit project. Werving & Selectie De kosten bestaan uit de licentiekosten van een geautomatiseerd W&S-systeem. Ook zijn de kosten van bezoek aan een career fair in de VS door de recruitmentmedewerker uit dit project betaald. Talentontwikkeling De kosten zijn vnl. gemaakt voor het geven van presentatietrainingen voor aanvragen van Vici en ERC gelden en de vergoedingen voor mentoren. De salariskosten van de medewerker die zich bezighoudt met het ontwikkelen en vormgeven van talentbeleid drukken ook op dit budget. CareerDevelopmentCentre/employability De salarislasten van de projectleider CDC worden naar dit project doorberekend. Verder worden coachtrajecten en workshops gegeven. Het lidmaatschap van Career Centre Twente drukt op dit budget. Personeelsadvertenties (positie arbeidsmarkt) Deze post opgenomen in het opslagpercentage sociale lasten. De kosten betreffen de plaatsing van personeelsadvertenties, vertaalkosten van de advertentieteksten en de salariskosten ven de bij HR geplaatste recruiter. Sofokles Dit betreft de contributie die de UT verschuldigd is aan Sofokles (=sociaal fonds voor de kennissector). Er is geen apart budget toegewezen om de kosten te dekken.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 311/342
Duurzame campus Geen budget beschikbaar; kosten betreffen uitgaven t.b.v. activiteiten ter bevordering van duurzaamheid op het terrein van de campus. Legeskosten Het betreft hier de leges die door de IND aan buitenlandse medewerkers in rekening worden gebracht. De Universiteit neemt deze kosten over. Digitalisering mutaties Er is een bureau ingehuurd om de ict-werkzaamheden te verrichten om digitalisering van mutatieopdrachten mogelijk te maken. Het budget hiervoor is afkomstig van ICTS. Van Rijnmiddelen Uit dit budget worden cursussen en trainingen voor promovendi, zoals Technical writing, Nederlands, loopbaanoriëntatie, persoonlijke effectiviteit en (her/bij)scholing promovendi- begeleiding gefinancierd. Ook worden de salariskosten gefinancierd van contractverlenging van promovendi die een stage aan een VO-school lopen teneinde een onderwijsbevoegdheid te verkrijgen. Trainingen top UT Kosten gepaard gaande met trainingen van het topmanagement van de UT. In 2013. K€ 0. Compensatie seniorenregeling Compensatie aan de eenheden voor vervanging van medewerkers die gebruik maken van de seniorenregeling. Aspasia Dit betreft een deel van de subsidie van Aspasia/NWO. Het overgrote deel van de subsidie komt ten gunste van de subsidie-aanvrager, zijnde een vrouwelijke wetenschapper. Resultaat Het resultaat voor projecten regulier is k€ 225.
Projecten opslag arbeidsvoorwaardengelden. OPUT-algemeen Van het budget van k€ 1810 is een k€ 10 gedoneerd aan UT-Kring en zijn er kosten gemaakt t.b.v. personeelsleden met financiële problemen (budgetcoaching). Uitvoering sociaal plan route 14+ Hier worden de kosten op geboekt voor outplacement en re-integratie na ontslag in het kader van de reorganisatie route 14+. Diverse compensatiebudgetten Bedoeld voor compensatie aan eenheden voor vervanging bij gebruik van ouderschapsverlof, seniorenregeling UT en tijdsbesteding van personeelsleden als OPUT-lid. Gezond en Sterk op het Werk / Vitaliteit Activiteiten binnen deze projecten zijn m.n. gericht op preventie van ziekteverzuim en bevordering van gezondheidsbesef. In- en doorstroom Vrouwen Het budget wordt besteed aan de netwerken voor vrouwelijke wetenschappers (FFNT) en vrouwlijke OBP, alsmede trainingen specifiek voor vrouwen en stimuleringsubsidies. Employability / Werkdruk Het betreft hier cursussen en trainingen die moeten bijdragen aan het verminderen van het ervaren van werkdruk, zoals effectief communiceren, loopbaanbegeleiding en loopbaan/ levensfases. Verder wordt uit dit budget (individuele) coaching betaald.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 312/342
IPAP Aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekering. Vluchtelingen. Het lidmaatschap van Scholars at Risk is ten laste van dit project gebracht, evenals de salariskosten van een in het Scholars at Risk programma erkende vluchteling. WIW-banen Uit arbeidsvoorwaardengelden is een budget ter beschikking gesteld om een deel van de salarislasten van een aantal ex-WIW-ers (=Wet Inschakeling Werkzoekenden) die inmiddels een vaste aanstelling bij de UT hebben, te betalen na stopzetten van de gemeentelijke subsidie. Harmonisatie netwerkschijf medezeggenschap Bedoeld om de afstemming en communicatie tussen UR en OPUT beter te laten verlopen. Onderzoek employablity beveiliging UT Een extern bureau heeft een onderzoek gedaan naar inzetbaarheid en employability van de sectie beveiliging van FB. Resultaat Het resultaat 2013 voor de projecten arbeidsvoorwaardengelden komt uit op k€ 7. Totaal resultaat. Projecten CHRM sluit 2013 af met een positief resultaat van k€ 232.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 313/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Centrale kosten HRM-beleid Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
245 47 375 1.212 392 2.270
Huisvestingslasten
43 50
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
117 2 324 1.120 447 2.010
308 34 446 733 340 1.861
8 8
40 40
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
0
92
1.303
30 1.164
1.164
1.303
1.194
1.256
Totaal Werk voor Derden
0
0
0
Overige opbrengsten
60
0
8
Totaal Toewijzingen
7
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
1 12
Apparatuur / inventaris
7 1
13
Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
0
8
5 2 5
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
3 3 1
13
0 1 19 881 304 (12) 153 98
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
0
6
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
2 6 899 215
32 14 866 379
150
109 81
1.428
1.731
1.636
2.872
3.003
3.116
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
4.417
3.827
3.999
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal Resultaat
562 562
0 0
232 232
Totaal van de lasten
5.781
5.021
5.263
Totaal van de baten
5.781
5.021
5.263
0
0
0
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
1,0
60
0,2
10
0,2
10
1,0
29
1,0
30
1,0
31
2,0 1,8
88 127
1,2 1,0
40 60
0,5
16
0,5
16
1,2 2,0 1,5 0,5
41 143 95 17
1,5
76
4,0
255
pm
12
2,3
143
Overige inzet
pm
13
Overige kosten
pm
TOTAAL
4,3
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
pm 245
2,7
117
5,2
308
0,0
PAGINA 314/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 315/342
0
0
0
23
Vaste sociale verplichtingen
Indirecte personeelslasten
Doorberekende salarissen
0
Huisvestingslasten M2
43
Crisisplan
Onderhoud en reparatie
Introductiebijeenkomst
0
0
Uitvoering sociale wetten
Projecten HRM, incl. copwo
Grondstoffen
Aspasia
0
Personeelsadvertenties Legeskosten
compensatie seniorenregeling duurzame campus
0 65
-18
89 0
655
332
144
17
265
0
0
0
0
0
64 64
7
7
- resultaat uit normale bedrijfsvoering Totaal resultaat
101
0
0
0
23
Toekenningen uit centrale reserves
Totaal van de Lasten
0
Dotaties voorzieningen
0 0
0
0
Lasten m.b.t. interne dienstverlening
Totaal overige lasten
0
0
Bestuurskosten
0
0
-10
-10
40
38
36
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
11
11
19
16
0
0
0
11
0
0
8
8
7
7
0
0
0
7
0
0
0
0
-39
-39
816
113
50
0
0
0
0
63
0
0
0
63
63
64
64
1
0
0
0
0
0
63
6
34
34
785
487
11
0
3
36
0
199
229
-30
-30
30
30
0
0
0
0
0
30
0
0
0
0
40
40
4
0
2
0
0
34
0
0
43
43
216
28
10
0
0
0
0
0
18
0
0
91
91
110
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-80
-80
380
380
380
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-5
-5
5
5
0
0
0
0
0
2
2
1
0
0
0
0
0
550
0
48
72
0
379
443
7
3
0
1
0
0
68
68
225
225
312 2.948
294 1.502
58
0
43
18
0
51
124
0
0
0
0
0
0
0
-82
-82
82
60
59
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
21
21
10
0
0
0
0
0
11
0
0
0
0
0
0
0 1.789
0 1.789
330
330
330
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-49
-49
49
40
38
0
0
0
0
0
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-481
-481
481
481
481
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-321
-321
321
298
219
0
0
2
0
0
77
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
-141
-141
141
128
0
0
35
24
0
0
65
4
0
0
1
0
0
0
1
1
0
1
0
-275
-275
279
227
0
0
27
12
0
0
171
1
16
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
6
0
0
6
46
30
0
0
16
-277
-277
277
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
277
0
0
277
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
59
-59
59
59
59
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
12
-12
12
12
0
0
0
0
0
0
0
0
12
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-38
-38
38
38
0
0
0
0
0
0
38
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
6
4
0
0
0
0
0
0
4
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
1
0
6
1
0
5
0
0
0
0
5
0
0
0
0
1
0
62
39
0
0
366
7
28
0
3
0
0
2
1
4
0
1
3
0
11
0
0
11
428
50
18
301
17
42
-48
-48
7
7
48 2.144
0 1.698
0 1.196
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
48
0
2
17
0
29
0 2.150
0
0 2.144
0
0
0
0
0
65
-67
94 1
675
350
445
34
307
0
39
0
0
39
8
0
1
7
2
4
0
0
0
71
111
0
379
809
14
31
0
0
232
232
118 4.974
0
88 3.112
49 1.697
0
39
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
30 1.811
30
0
0
0
0
118 5.205
0
69 3.948
0
49 1.162
0 1.164
0
49
0
5
0
0
0
0 0
0 0
0
0
0
0
0
0
4
0
0
4
7
0
7
0
0
0
4
0
4
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 1
0 0
0
3
0
0 0
0
1
0
0
1
21
1
0
7
0
13
0
0
0
0
0
0
0
0
Subsidies en lidmaatschappen
2
0
3
0
0 0
0 0
1
4
0
3 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Advieskosten
0
0
0
0
0 0
0 0
0
0
0
4 0
0
0
0
0
0
9
9
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
0 0
0
0
0
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
0 0
0
0
0
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
330 1.810
0
330 1.810
0
0
0
0
0
Uitbesteed werk (extern UT)
0
0
0 0
0 0
1
0
0
0 0
0
0
0
0
0
19
19
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
Reis-,verblijf- en congreskosten
0
0
0
0
0 0
0
0
0
0 0
0
28
0
0
28
0 0
0 0
0
0
0
0 0
0
0
0
0 0
0
18
0
0
18
0 1.413
0
0
0
0
0
380 3.173
0
0 1.873
4
376 1.211
376 1.164
0
0
0
0
0
0
0 0
0
0
0
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Van Rijn-middelen
0
0
0
0 0
0
0
0
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
300
0
300
0
0
0
0 0
Compensatie OPUT-lidm
0
0
0
0 0
0
0
0
0 0
0
0
0
0
0
109
0
109
0
0
0
201
0
201
0
0
0
0 0
Ouderschapsverlof
ICT-dienstverlening
0
0 0
0
1
0
0 0
0
0
0
0
0
188
81
107
0
0
0
259
0
259
0
0
0
0 0
OPUT-algemeen
Facilitaire dienstverlening
0
0
0
0
0
0
1 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
40
0
0
40
0
0
0 0
uitvoering sociaal plan route 14+
Overige lasten
0
0
Administratieve hulpmiddelen
Totaal materieel gebonden kosten
0
0
Materialen
0
3
0
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0
Gezond en Sterk/Vitaliteit
0 0
0
0
3 0
0
10
0
0
10
288
277
2
0
9
0
819
0
156
0
663
663
0 0
compensatie seniorenregeling UT
2
0
0
0
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
127
0
0
2
125
125
0 0
IPAP (arb.ongeschiktheidsverzek.)
0
0
0 0
0
0
0
0
0
702
274
11
144
8
265
777
0
712
0
65
0
0 0
WIW-medewerkers
Collectievorming
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
15
0
15
0
0
0
Mobiliteit & Management 65
harmonisering netwerkschrijf medezeggenschap
Materieel gebonden kosten
0
0
Huur apparatuur en inventaris
Totaal apparatuur/inventaris
0
0
Aanschaf app./invent. t.l.v. exploitatie
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
30
0
30
0
0
0
0 0
onderzoek employability beveiliging FB
0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-25
0 0
Duurzame Campus
0
0
0
0
0
0
2
0
2
0
0
0
30
0
-18
0
0
Vluchtelingen
0
0
Vertrouwenspersonen 30
0
0
0
UT-Kring -18
Totaal OPUT-projecten
Afschrijvingskosten apparatuur/inventaris
0
0
0
0
101
0
101
0
0
0
0 0
Sofokles
OPUT-projecten
Eliminaties EE
Apparatuur/inventaris
0
0
Afschrijving gebouwen (alleen HVL)
Totaal huisvestingslasten
0
Overige huisvestingslasten
23
0
165
30
0
Huisvestingslasten
0
0
0
0
Ambtstoel. Uitzendkr.en declaranten
Totaal personele lasten
0 0
165
WSW
0
30
Schaalsalarissen
Personele lasten
Rentekosten en renteopbrengsten Totaal van de Baten
Doorberekende interne opbrengsten
Overige opbrengsten
Werk voor Derden (incl.mut.OHW)
0
0
Normatieve budgetten
Totaal toewijzingen
0
0
Verwachte strategische budgetten
Secretaressepool
Strategische budgetten
Toewijzingen
Eindstand CHRM 2013
Totaal HRM-beleid
Specificatie naar lasten- en batensoorten
In- en doorstroom Vrouwen
Centraal HRM-beleid
Employability (w.o. werkdruk)
Kostenplaats : Projecten CHRM
Totaal CHRM
Centrale Subsidies en Lidmaatschappen Centrale Subsidies en Lidmaatschappen (CSL) is een onderdeel van de Centrale UT Eenheid (CUTE), waarin activiteiten worden verantwoord ten behoeve van de uitvoering van het centrale UT-beleid. In de begroting 2013 van CSL is een tekort opgenomen van –k€ 735. Het gerealiseerde tekort bedraagt –k€ 829. Dit is k€ 94 meer dan begroot. Op baten- en lastenniveau kan dit als volgt worden uiteengezet: Begroting Realisatie Realisatie 2013
2013
-/Begroting
Toewijzingen
3.520
3.390
-130
Overige opbrengsten
870
937
67
Totaal van de baten
4.390
4.326
-64
Personele lasten
447
478
30
Niet-personele lasten
4.677
4.677
0
Totaal van de lasten
5.125
5.155
30
-735
-829
-94
Resultaat
Ten opzichte van de begroting 2013 liggen de totale baten k€ 64 lager dan begroot: -100 -34 67 3
3TU / geen CS Ethics, AMI en Bouw (staan ook geen kosten tegenover) UTCatering / lager strategisch budget (reeds in CO) UTCatering / meer opbrengsten i.v.m. afrekening cateraar (staan ook meer kosten tegenover) Overig / meer baten (diverse kleinere posten)
-64 Totaal / minder baten dan begroot
De totale lasten komen k€ 30 hoger uit dan in de begroting opgenomen: -100 100 39 -9 30
3TU / geen kosten Ethics, AMI en Bouw (ook geen dekking door CS) UTCatering / meer kosten i.v.m afrekening cateraar (gerelateerd aan meer opbrengsten) UTCatering / meer kosten voor onderhoud en afrekening personeelspot cateraar Overig / minder kosten (diverse kleinere posten) Totaal / meer lasten dan begroot
In onderstaand tabel is het begrote en gerealiseerde resultaat 2013 per onderdeel weergegeven met aansluitend een toelichting.
Resultaat per onderdeel Lidmaatschappen, subsidies, bijdragen en advieskosten
Begroting 2013 -285
Realisatie -/Begroting
Realisatie 2013 -290
-5
Algemene kosten 3TU
0
5
5
ECIU
0
11
11
-450
-553
-103
UTCatering UTSP-beurzen
0
0
0
Promotievouchers
0
-2
-2
-735
-829
-94
Totaal
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 316/342
Lidmaatschappen, subsidies, bijdragen en advieskosten Het College is, zoals ook was voorgenomen, in 2013 zeer kritisch omgegaan met het verstrekken van bijdragen en het inwinnen van adviezen. Met als resultaat dat het gerealiseerde tekort van –k€ 290 op het niveau ligt van het begrote tekort. Algemene kosten 3TU De Technische Universiteit Delft, de Technische Universiteit Eindhoven en de Universiteit Twente werken intensief samen in de 3TU.Federatie. De algemene kosten die hiermee gemoeid zijn, worden geregistreerd bij de eenheid CSL. Voor 2013 gaat het om een bedrag van k€ 175. In de begroting is een budget van k€ 180 opgenomen. ECIU Naast het lidmaatschap ECIU (European Consortium of Innovative Universities) worden hier ook de deelname kosten van UT-medewerkers aan diverse uitwisselingsprogramma’s verantwoord. Doordat hier minder gebruik van is gemaakt vallen deze kosten lager uit dan begroot, waardoor een overschot van k€ 11 ontstaat. UTCatering Het resultaat over 2013 is k€ 553 negatief. Dit is k€ 103 lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door onder meer gestegen kosten voor onderhoud. Verder is bij het opstellen van de begroting geen rekening gehouden met de “afrekening personeelspot” van de cateraar Sodexo ad. k€ 25 voortkomende uit het sociaal plan. Hiernaast is in de loop van 2013 duidelijk geworden dat het begrote strategische budget ad k€ 34 om het verschil tussen werkelijke salarislasten van personeel in dienst UT en door te berekenen salarislasten aan Sodexo onderdeel uitmaakt van de huidige CO. Tegenover de gestegen kosten “uitbesteed werk-bestuurskosten” staan hogere inkomsten die voortvloeien uit de overeenkomst met Sodexo. UTSP-beurzen Voor het verstrekken van beurzen aan buitenlandse studenten is in 2013 een bijdrage van k€ 748 beschikbaar gesteld, conform begroting. Promotievouchers Ten behoeve van het aantrekken van meer gepromoveerde HBO-docenten is een budget van k€ 275 beschikbaar. De gerealiseerde kosten in 2013 liggen op het niveau van de begrote budget. Ontwikkeling van de Cashflow A. Exploitatieresultaat B. Afschrijvingen C. Investeringen Totale Cashflow (A+B-C)
B2013 -735 69 0 -667
mrt-rapp -735 69 0 -667
juni-rapp -735 69 0 -667
sep-rapp -842 69 0 -773
Jrrek. 2013 -829 69 0 -760
Risicoparagraaf Niet van toepassing.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 317/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Centrale Subsidies en Lidmaatschappen (incl. Catering) Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen 300 (1) 163 2 4 469
Huisvestingslasten
6 478
1.560
1.595
1.590
5 1.565
1.595
2 1.592
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
78 2 0 91 171
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
Mat. gebonden lasten Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
269 56 147
447
Personele lasten Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
276 152 20
69
69 1
70 139
84 153
1 2 2
5
1 1 1
5
5
2
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
3.436
375 45 3.100
3.100
3.863
3.520
3.390
Totaal Werk voor Derden
0
0
0
Overige opbrengsten
921
870
937
Totaal Toewijzingen
427
290
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
0 6 21 634 1.794 81 203 20
5 15 500 1.935 104 107
5 10 116 1.730 78 694 20
488
275
277
3.246
2.940
2.931
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
0
0
0
Bijzondere lasten
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Bezuinigingstaakstelling
0
(2)
0
Resultaat deelnemingen
0
0
0
Totaal van de baten
4.783
4.390
4.326
Overige lasten Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
Saldi
Resultaat
Totaal Resultaat Totaal van de lasten
(673) (673)
(735) (735)
(829) (829)
4.783
4.390
4.326
0
0
0
Dekkingsbijdrage
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte. WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP Totaal OBP-formatie
Overige inzet
Begroting 2013 k€
gem. fte.
Jaarrekening 2013 k€
k€
gem. fte.
0,2 1,5 8,9
12 53 235
2,0 8,0
66 210
1,0 8,7
37 232
10,7
300
10,0
276
9,7
269
pm
Overige kosten
pm
TOTAAL
10,7
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
1
pm pm
301
10,0
276
9,7
269
0,0
PAGINA 318/342
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 319/342
0 0
0 0
175 5
-290
Resultaat
175
170 0 2
0 3
0
0
0
11
20
20
0
16
4
0 0
0
0 0 0
0 0 0
0
31
180
31
31
ECIU
180 0
1.098
808 0 0 808 0 14 0 3 0 17 3 0 3 0 0 0 0 0 1 1 0 0 2 0 0 3 110 789 78 96 0 0 1.076
180 0
Algemene kosten 3TU
Totaal van de Lasten
Bezuinigingstaakstelling
Normatieve budgetten Strategische budgetten Verwachte strategische budgetten Toewijzingen Overige opbrengsten Doorberekende interne opbrengsten Totaal van de Baten Schaalsalarissen Ambtstoel; uitzendkr; decl. Sociale verplichtingen Indirecte personeelslasten Doorberekende salarissen Personeel Huisvestingslasten m2 Overige huisvestingslasten Huisvesting Afschrijving op apparatuur Aanschaf app./inv. tlv expl. Huur apparatuur en inventaris Onderhoud inventaris Apparatuur / Inventaris Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen Materiaal Facilitaire dienstverlening ICT-dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk aan derden (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Kosten mbt interne dienstverlening Toekenningen uit Centr.Res./Voorz. Overige Lasten
Lidm Subs Bijdr en Advieskn 808 0
-553
2.837
634
5 7 0 596 20
2.284 269 42 147 3 0 461 1.587 2 1.589 69 1 0 84 153 0 0 0 0 0 0 5
1.348 937
1.333 15
UTCatering
0
748
748
748
0
0
0
0
748
748
748
UTSP-Beurzen
Specificatie naar lasten- en batensoorten 2013
Kostenplaats: Centrale Subsidies en Lidmaatschappen (CSL)
-2
277
277 277
0
0
0
0
275
275
0 275
Promotievouchers
0
-829
-735
5.125
-2
3.390 937 0 4.326 269 56 147 6 0 478 1.590 2 1.592 69 1 0 84 153 1 1 1 0 2 0 5 10 116 1.730 78 694 20 277 2.931
5.156
3.100 375 45 3.520 870 0 4.390 276 0 152 0 20 447 1.595 0 1.595 69 0 0 70 139 0 5 0 0 5 0 5 15 500 1.935 104 107 0 275 2.940
3.100 290
-94
30
2
0 -85 -45 -130 67 0 -64 -7 56 -5 6 -20 30 -5 2 -3 0 1 0 14 14 1 -4 1 0 -3 0 0 -5 -384 -205 -26 587 20 2 -10
Realisatie 2013 Begroting 2013 Realisatie -/Begroting
Centrale Egalisatie UT Binnen de kostenplaats Centrale Egalisaties (CEG) worden diverse centrale exploitaties verantwoord. Begroot is een overschot van k€ 5.914. De realisatie komt uit op een overschot van k€ 7.373. Dit is k€ 1.459 positiever dan begroot. In onderstaand tabel is het begrote en gerealiseerde resultaat 2013 per onderdeel weergegeven met aansluitend een toelichting. Resultaat per onderdeel
Reserve personele lasten Reserve exploitatie huisvesting Centrale stimulering 3TU Sectorplan
Begroting
Realisatie
Realisatie -/Begroting
0
681
681
492
911
419
1.310
1.319
9
0
0
0
Voorziening RoUTe 14+
0
409
409
Mutaties overige personele voorzieningen
0
338
338
Voorziening ondersteuning studenten
0
38
38
Voorziening Gallery
0
-3.985
-3.985
Mutaties overige voorzieningen
0
-664
-664
2.646
2.716
70
-947
1.518
2.465
Zwaartepuntmiddelen
0
499
499
Reserveringen
0
223
223
2.475
2.475
0
0
759
759
-62
-133
-71
Overig
0
269
269
Totaal
5.914
7.373
1.459
Rente Verdeling middelen
Bezuinigingen cie. Berger Resultaat deelnemingen Stadsweide
Reserve personele lasten Het resultaat van de reserve personele lasten (inclusief voorzieningen) komt ultimo jaar 2013 uit op k€ 681 positief. Dit resultaat bestaat uit de componenten; reserve sociale lasten (k€ 648), ziekteverevening (k€ 280), keuzemodel (k€ -15) en voorzieningen (k€ -232). Het positieve resultaat van de reserve sociale lasten (k€ 648) wordt met name veroorzaakt door een positief resultaat op de WAO kosten door enerzijds een eenmalige teruggaaf WAO/WIA 2013 (k€ 750) van de belastingdienst en anderzijds daling van de WAO-premie (k€ 550). Door een stijging van de ZVW-premie en Pensioenpremie vallen deze kosten respectievelijk k€ 500 en k€ 1.000 hoger uit dan begroot. De toename van de premies kan opgevangen worden door de risico-opslag (k€ 1.150) in het sociale lasten percentage. De kosten flexwerkers (k€ 323) zorgen voor een verdere daling van het resultaat reserve sociale lasten. Het positieve resultaat (k€ 280) op reserve ziekengeldverevening wordt met name veroorzaakt door terugontvangen ziekengeld 2013. De werkelijke kosten keuzemodel waren nagenoeg conform begroting. Het resultaat voorzieningen binnen de reserve personele lasten bedraagt k€ -232. Dit omvat mutaties in de reorganisatievoorzieningen (k€ -101), Pemba (k€ -66) en wachtgelden (k€ -65). Reserve Exploitatie Huisvesting Het resultaat exploitatie huisvesting over 2013 (k€ 911) is k€ 419 positiever dan begroot (k€ 492). De voornaamste oorzaken zijn als volgt te specificeren. Door het aanpassen van schoonmaakprogramma’s zijn de kosten voor schoonmaak in 2013 k€ 220 lager dan begroot. De leegstandskosten zijn k€ 393 lager dan begroot doordat o.a. het Hogedruk laboratorium in 2013 nog niet in de verbouwingslegstand is opgenomen. Tevens zijn minder ruimten in leegstand gezet dan eerder aangekondigd. Een zachte winter (laatste maanden 2013) heeft tot een verlaging van de energiekosten geleid (k€ 251). Een gelieerde onderneming heeft een deel van de erfpacht afgekocht waardoor een positief incidenteel resultaat van k€ 400 is geboekt. De hogere afschrijvingskosten van k€ 798 worden veroorzaakt door desinvesteringen in 2013. FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 320/342
Centrale stimulering Het overschot op de component Centrale stimulering bedraagt k€ 1.319, hetgeen vrijwel overeenkomt met het begrote bedrag (k€ 1.310). 3TU-Sectorplan De 3 technische universiteiten ontvangen van het Ministerie van OC&W jaarlijks elk een bedrag van k€ 2.900 ten behoeve van onderwijsvernieuwingen. Dit bedrag is in 2013 volledig besteed. Voorziening RoUTe 14+ Deze voorziening is in 2011 gevormd naar aanleiding van de reorganisatie RoUTe 14+. Doordat diverse personen inmiddels zijn herplaatst of buiten de Universiteit Twente een baan gevonden hebben, valt een deel van de voorziening vrij. Dit levert voor 2013 een positief resultaat van k€ 409 op. Mutaties overige personele voorzieningen De overige personele voorzieningen omvat mutaties in onder meer de voorziening non-activiteiten (k€ 175) welke in het kader van herstructurering van de organisatie is gevormd. Hiernaast is de voorziening UTCatering (k€ 121) en de voorziening ten aanzien van UT-jubilea (k€ 41) in deze component opgenomen. Voorziening ondersteuning studenten Gerealiseerd is een overschot van k€ 38. Dit is een beperkte (positieve) afwijking ten opzichte van de begroting. Voorziening Gallery Het negatieve resultaat van k€ 3.985 m.b.t. de voorziening Gallery heeft voor k€ 2.000 betrekking op een investering die moet worden gedaan in verband met het vergroten van de verhuurbaarheid van de Gallery. Het resterende deel heeft betrekking op een huurgarantie die door de UT is afgegeven. Mutaties overige voorzieningen Onder deze noemer met een gerealiseerd tekort van k€ -664 zijn de volgende voorzieningen opgenomen: - Voorziening Stadsweide Deze voorziening heeft betrekking op de mogelijke verkoop van Stadsweide en de huurgarantie die hierbij wordt overeengekomen. Er is sprake van een dotatie van k€ 485. - Voorziening milieurisico’s In verband met een indexatie heeft er ten behoeve van de voorziening milieurisico’s Hogekamp en Langezijds een dotatie van k€ 111 plaats gevonden. - Voorziening EU Deze voorziening is in 2012 gevormd en dient ter dekking van mogelijke financiële correcties die doorgevoerd moeten worden op EU-projecten. Dit naar aanleiding van een EU-audit op projecten e die vallen onder het 6 kader. De dotatie van k€ 68 is het gevolg van indexatie. Rente Begroot is een overschot van k€ 2.646. Het overschot op het onderdeel Rente bedraagt k€ 2.716. Ten opzichte van de begroting is de (positieve) afwijking van k€ 70 relatief gering te noemen. Verdeling middelen Het begrote resultaat verdeling middelen vertoont een tekort van –k€ 947. Ten opzichte van de begroting ontvangt de Universiteit Twente een hogere Rijksbijdrage. In de vierde bekostigingsbrief 2013 van eind november 2013 zijn de middelen uit het Nationaal Onderwijsakkoord aan de instellingen uitgekeerd. Het aandeel hierin voor de UT bedroeg k€ 1.977. Door het late tijdstip van toekenning was er geen mogelijkheid meer deze middelen in 2013 in te zetten. In de derde bekostigingsbrief was de loon- en prijsbijstelling 2013 uitgekeerd. Samen met enkele kleinere afrondingen steeg de Rijksbijdrage hierdoor met k€ 562. Per saldo is de post verdeling middelen k€ 2.465 hoger uitgevallen dan bij de begroting was geraamd. Zwaartepuntmiddelen Het overschot bij zwaartepuntmiddelen van k€ 499 wordt met name veroorzaakt doordat in de begroting opgenomen vrije ruimte niet is toegekend. Reserveringen Het positieve resultaat ten aanzien van Reserveringen bedraagt k€ 233 door minder uitgaven ten aanzien van de projectenportfolio.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 321/342
Bezuinigingen cie. Berger Deze bezuinigingen van k€ 2.475 zijn in de loop van het jaar 2013 volledig behaald. Resultaat deelnemingen Over het jaar 2013 is een positief resultaat van k€ 759 op de deelnemingen gerealiseerd. Dit resultaat vindt voornamelijk zijn basis in de activering van het minderheidsaandeel per 31-12-2013 van de universiteit in The Gallery BV ad k€ 495. Verder heeft er in 2013 nog een aanvullende resultaatboeking aangaande de jaarrekening 2012 van HTT plaats gevonden (k€ 176), doordat de definitieve jaarrekening 2012 van HTT afweek van de geconsolideerde versie in de jaarrekening 2012 van de universiteit. Over 2013 hebben de meerderheidsdeelnemingen HTT en DOG een gezamenlijk overschot van k€ 51 behaald. De deelneming van de universiteit in BTC, Controllab en 52 North leverde in 2013 een positief resultaat van k€ 37 op. Stadsweide Stadsweide laat een tekort van k€ 133 zien waar voor 2013 een resultaat van k€ -62 is begroot. Het verschil van k€ -71 is te verklaren doordat de begroting ten onrechte was gebaseerd op een deel van het jaar in plaats van een volledig jaar. Overig Het overschot van k€ 269 is het gevolg van diverse mutaties binnen meerdere overige posten.
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 322/342
UNIVERSITEIT TWENTE
Centrale Egalisatie UT (incl. FBH) Specificatie naar lasten en baten
Lasten
Baten ( in k€ )
Jaarrek. 2012
Personele lasten Schaalsalarissen Ambtstoel. uitzendkr. en declaranten Vaste sociale verplichtingen Doorberekende salarissen Indirecte personeelslasten
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
( in k€ )
Jaarrek. 2012
Begroting 2013
Jaarrek. 2013
Toewijzingen
Personele lasten
84 22.903 (27.298) (957) (164) (5.431)
Huisvestingslasten
(40) 16.033 19.186 35.179
Huisvestingslasten Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten
Apparatuur / Inventaris Afschrijv.kosten apparatuur/inventaris Aanschaf app. / invent. t.l.v. exploitatie Huur apparatuur en inventaris Onderhoud en reparatie
200 (1.224)
85 22.754 (25.970) (771) 2.814 (1.089)
15.344 21.527 36.871
(55) 16.723 18.125 34.793
19.746 (21.170)
102 32 44 13 191
Apparatuur / inventaris Materieel gebonden kosten Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Grondstoffen
0
Mat. gebonden lasten
Overige lasten
10.875
4.401
38.493
9.741
47.595
38.492
20.616
51.996
Totaal Werk voor Derden
0
0
0
Overige opbrengsten
5.374
2.165
5.385
Totaal Toewijzingen
(0)
Werk voor Derden (incl.mut.ohw) - 2e geldstroom (nationaal) - 3e geldstroom EU - 3e geldstroom - Afschrijving OHW 2e/3e geldstroom - Werk voor Derden diversen
102 9 60 20 192
0 69 1
Overige lasten Facilitaire dienstverlening ICT dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Lasten m.b.t. interne dienstverlening Dotaties Voorzieningen Toekenning uit Centrale reserves Interne lasten ivm kanteling
- Strategische budgetten - Verwachte strategische budgetten - Normatieve budgetten
0 85 5
70
0
90
Doorsluizingen - Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmidd. - Doorsluizing kanteling Promotiepremiering - Doorsluizing kanteling Convenantsbijdrage - Doorsluizing kanteling Eigen verwacht.Fac. - Doorsluizing kanteling OO component - Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden - Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling WVD 2e gs Doorsluizing kanteling WVD 3e gs EU Doorsluizing kanteling WVD 3e gs
119 129 32 608 29 628 1.073 127 2.896 39.362
15.266
98 126 9 632 176 557 957 110 5.195 41.952
45.004
15.760
49.811
Doorsluizingen
0
0
0
0
0
0
Doorberekende interne opbrengsten
37.545
39.140
37.257
368
0
414
(127)
0
759
61.921
95.811
494
Doorsluizingen Doorsluizing kanteling Strat. Instituutsmiddelen Doorsluizing kanteling Promotiepremiering Doorsluizing kanteling OZ component Doorsluizing kanteling OO component Doorsluizing kanteling Stimuleringsgelden Doorsluizing 1e gs Strat.Ontwikkeling Doorsluizing 1e gs Nog te verdelen OZ-budget Doorsluizing kanteling Werk voor Derden Doorsluizing kanteling overig
Doorsluizingen Bijzondere lasten Rentekosten Buitengewone lasten
5.155
4.600
4.640
Bijzondere lasten
5.155
4.600
4.640
Bijzondere baten
Bezuinigingstaakstelling
0
0
0
Resultaat deelnemingen
Totaal Resultaat
1.484 1.484
5.914 5.914
7.373 7.373
Totaal van de lasten
81.653
61.921
95.811
0
0
0
Saldi
Resultaat
Dekkingsbijdrage
Totaal van de baten
81.653
Specificatie van schaalsalarissen Jaarrekening 2012 gem. fte.
Begroting 2013 k€
gem. fte.
k€
Jaarrekening 2013 k€
gem. fte.
WP Management Hoogleraar UHD UD Docent Onderzoeker TWAIO Promovendus Niet ingedeeld WP Totaal WP-formatie Schaal 13-18 / CvB-leden Schaal 11-12 Schaal 5-10 Schaal 1-4 Niet ingedeeld OBP
1,0
1,0
1,0
1,0
0,5
2,8
17
Totaal OBP-formatie
0,5
2,8
17
Overige inzet
pm
pm
5
Overige kosten
pm
pm
TOTAAL
1,5
PNUT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
0,0
3,8
22
0,0
PAGINA 323/342
337 1.524 7.508
7.508 46.338
911
1 5.370
681
RESULTAAT
47.249 23 19 13 1 20 76 801 16.486 19.682 36.969 102 9 56 17 184 0 78 0 78 98 108 1 225 29 216 444 67
6.051 10 22.702 -21.649 3.306 -679 3.690 0
18 0 2 0 0 0 0 0 1.659 1.680 1
39.700 0
4.400 0
0 0
0
0 0
0
1.451
0 4.401 4.401 0 3.148
0 200 200
Reserve Expl. Huisv.
Normatieve budgetten Strategische budgetten Toewijzingen Werk voor Derden Overige opbrengsten Doorsluizingen Doorberekende interne opbrengsten Bijzondere/Buitengewone baten Resultaat deelnemingen Totaal van de baten Schaalsalarissen Ambtstoel; uitzendkr; decl. Sociale verplichtingen Indirecte personeelslasten Doorberekende salarissen Personeel Huisvestingslasten m2 Afschrijving gebouwen Overige huisvestingslasten Huisvesting Afschrijving op apparatuur Aanschaf app./inv. tlv expl. Huur apparatuur en inventaris Onderhoud inventaris Apparatuur / Inventaris Collectievorming Materialen Administratieve hulpmiddelen Materiaal Facilitaire dienstverlening ICT-dienstverlening Reis-, verblijf- en congreskosten Uitbesteed werk aan derden (extern UT) Subsidies en lidmaatschappen Advieskosten Bestuurskosten Kosten mbt interne dienstverlening Dotaties voorzieningen Toekenningen uit Centr.Res./Voorz. Overige Lasten Rentekosten Bijzondere/Buitengewone lasten Bijzondere lasten Totaal van de lasten
Reserve personele lasten
Kostenplaats: Centrale Egalisaties
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 324/342
1.319
0 6.681
6.681 6.681
0
0
0
0
0
0
0 4.154
4.154 4.154
0
0
0
0 0
0
0
4.154
4.154 0 4.154
8.000
8.000 0 8.000
409
0 -409
0
0
0
0
-372 -62 -409
25
0
0
Centrale 3TU / Voorziening stimulering Sectorplan RoUTe 14+
0
0
0
0 0 0
338
0 -338
1 0 0 0 0 0 0 0 0 1
0 0
0 0
0
38 -231 -145 -338 0
Mutaties overige pers. vz
38
0 579
546 0 571
0
25
0
0
0
0
9 0 9
0
618
2
500 116 616
-3.985
0 3.985
3.985
3.985
0
0
0
0
0
0
Voorziening Voorziening onderst. Gallery studenten
0
0
0
0
-664
0 664
664
2.716
500 566 4.639 0 4.639 5.206
66
0 0 0
0
0
0 0
0
0
7.922
0 7.922
Rente
0
0
0
0
664
Mutaties voorz. overig
1.518
0 29.737
29.724 29.737
13
0
0
0
0
0
31.256
111
29.775 1.370 31.145
Verdeling middelen
Specificatie naar lasten- en batensoorten 2013
499
0 1.039
1.039 1.039
0
0
0
0
1.538
1.538 0 1.538
Zwaartepunt middelen
223
0 930
930 930
0
0
0
0 0
0
1.153
1.153
1.153
Reserveringen
2.475
0 0
0 0
0
0
0
0
0
2.475
0 0
2.475 0 2.475
Bezuinig. cie Berger
759
0 0
0
0
0
0
0
759 759
0
Resultaat deelnemingen
0
-133
0 509
49
4
4 0 0 1 12 31
4
3 4
1
238 180 418
35 35
0
376
376
Stadsweide
269
1 1 0 0 4 0 4 0 3 5 8 0 0 8 392 122 342 429 43 0 -737 600 0 0 0 862
1.131 52 8 29 101 60 249 0
32 0
0 651 651 0 449
Overig
7.373
47.595 6.738 54.333 0 5.535 0 44.133 7.922 759 112.682 85 22.754 -21.570 2.814 -771 3.311 801 16.723 19.863 37.387 102 9 60 20 192 0 85 5 90 98 126 9 632 208 557 957 110 5.195 44.289 52.180 12.148 0 12.148 105.308
Subtotaal
0
7.508 16.870
2.337 2.368 7.508
1
32
0 -1
0
1.738 2.594
4.400 856
4.400
16.870
6.876 7.508
150
2.337 2.337
Eliminatie EE
7.373
47.595 4.401 51.996 0 5.385 0 37.257 414 759 95.811 85 22.754 -25.970 2.814 -771 -1.089 -55 16.723 18.125 34.793 102 9 60 20 192 0 85 5 90 98 126 9 632 176 557 957 110 5.195 41.952 49.811 4.640 0 4.640 88.437
Totaal 2013
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 325/342
Overige overzichten
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 326/342
Algemene Bedrijfsreserve 2013 Beheerseenheid
Begin-
Vermogens-
Vermogens-
Resultaat-
Eind-
balans
mut. 2013
mut. 2013
bestemming
balans
2013
2013
Inkomsten
Uitgaven
2013 (in k€) Construerende Technische Wetenschappen Elektrotechniek, Wiskunde & Informatica NanoLab ATLAS Technische Natuurwetenschappen Technische Geneeskunde Management en Bestuur Gedragswetenschappen Loket-VO International Institute for Geo-Information Science and Earth Observatio Totaal Faculteiten
11.873 23.570 932 (76) 21.092 5.762 6.703 6.311 603 24.754 101.523
6.727 5.291 22 8.030
6.748 5.292
6.055 5.762
20.069
23.857
106
388
(1.203) (6.764) (133) 571 (34)
10.649 16.805 799 517 23.032
(1.009) (63) (183) 2.014 (6.804)
5.694 6.248 420 26.768 90.932 95 4.024 3.171 8.693 465 16.448
238 4.018
238
Totaal Instituten
513 3.719 3.763 6.313 172 14.480
4.362
626
(136) 305 (593) (1.638) 293 (1.767)
Totaal primair proces
116.003
24.431
24.483
(8.571)
107.380
1.616 100 1.716
1.665
Totaal Centrale UT Eenheid
5.399 20.069 10.072 35.540
1.665
8 6.365 227 6.600
5.406 26.386 10.399 42.191
Totaal Universiteit
151.542
26.147
26.148
(1.971)
149.571
Institute of Mechanics, Processes and Control Twente Centrum voor Telematica en Informatietechnologie MESA+, Institute for Nanotechnology MIRA - Institute for Biomedical Technology and Technical Medicine Institute for Governance Studies
Centrale kosten HRM-beleid Centrale Eenheid Geconsolideerde ondernemingen
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 327/342
Universiteit Twente Reserve exploitatie Huisvesting Nadere specificatie per onderdeel Verhuurdersdeel Rijksbijdrage IVH M2 baten Generieke toevoeging model Afschrijving gebouwen Afschrijving structuurplan Rente Compensatie SU (volgens mail GW/AA) leegstand Compensatie leegstand Poolzalen Compensatie SU (volgens mail GW/AA) Atrium Compensatie hvl T-1300 (FB) Energiecoordinator ( FB en PAO ) sub-totaal Huur DOG Huur Citadel Huur Chalet (GW) ITC Bastille Walstraat Watersportcomplex Pakkerij Erfpacht Overige huren
27.848
Onderhoud wegen/terreinen en infra Groenonderhoud Onderhoud infrastructuur totaal onderh W&T
OZB Waterschap Verontreiniging totaal wett lasten
Overige kosten Leegstand Kosten i.v.m. gratis verhuur zalen Verhuis en herinrichtingskosten Overige Verzekeringspremie (incl. calamiteiten) Kosten S&B niet begrote kosten VG Kosten uithuizen oude gebouwen totaal overige
14.508 598 7.506 28 47 56 126 22.870 1.200 510 366
389 15
986 43 31 168 491 26.665
3.542
1.110 2.720 792 373 4.994
798 855 1.653
1.213 805 2.018
1.111 53 1.164
1.100 80 150 1.330
1.049
1.926
2.498
2.506
37.845
Schoonmaak Energie Bedrijfsafval Totaal Huurdersdeel
Resultaat
27.483
450
60.390-
8.885 8.75413.36497014.203-
816
2.865
80 678 626 29.317
15.264 668 7.508 29 35 47 56 20 23.627 1.140 538 365 11889 26 7 84 388 27.053
58.126-
3.517
1.431 2.346 1.058 246 5.081
10.971 11.10014.4221.21615.767-
785 842 1.627
1.166 953 2.119
324
1.035 115 1.150
1.105 90 140 1.335
2.680
1.075
1.533
3.517
443
161 437
25.860-
2.501
26 2.157
25.516-
37.513
96.772-
38.112
37.745
96.405-
3.360 5.794 97
3.200 5.794 97
912141318
3.201 5.221 134
2.943 4.972 97
654108 355
9.251
9.091
735-
8.556
8.012
191-
47.096
46.604
97.507-
46.668
45.757
96.596-
492
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
Eindbalans 31-dec-13
983
449
Totaal
-
999 100 480
Totaal Verhuurdersdeel
Mutaties 2013 Inkomsten Uitgaven 4.400 23.083
58
3.542
totaal onderhoud
Beginbalans 1-jan-13 60.390-
4.400 23.448
90 467 120 28.987
Onderhoud gebouwen Storingen Contractonderhoud Modificaties Beheer
Wettelijke lasten Wettelijke lasten Wettelijke lasten Wettelijke lasten
Begroting 2013 Inkomsten Uitgaven
911
PAGINA 328/342
Reserve Personele Lasten 2013 (bedragen in k€) Nadere specificatie per onderdeel
bruto-loonsom
Begroting 2013 bedrag % 121.655
Sociale lasten Vakantie uitkering Eindejaars uitkering ZVW Pensioen WAO UFO-premie Sociaal beleid totaal Sociale lasten Ziekengeldverevening Ziekteverevening Externe inkomsten Compensatie totaal Ziekteverevening
Totaal perc.soc.lst.
Jaarrekening 2013 stortingen 123.635
%
9.756 9.984 8.109 20.358 5.773 1.459 9.497 64.936
8,0% 8,2% 6,7% 16,7% 4,7% 1,2% 7,8% 53,4%
8,0% 8,3% 7,2% 17,5% 3,7% 1,2% 7,2% 53,1%
9.896 10.127 8.225 20.650 5.856 1.480 9.633 65.868
1.430
1,2%
1,0%
1.481
lasten
9.929 10.215 8.930 21.656 4.547 1.465 8.925 65.669
1.430
1,2%
1,0%
1.481
-701 1.902 1.201
66.366
54,6%
54,1%
67.350
66.870
Totaal overig TOTAAL RESERVE PERSONELE LASTEN
0
0
67.350
66.870
RESULTAAT Interne toevoeging ZVW TOTAAL RESULTAAT
480 200 680
Nacalculatie Percentage Sociale lasten 2013 (t.b.v. Werk voor Derden)
bruto-loonsom
Jaarrekening 2012 bedrag % 125.366
Sociale lasten Vakantie uitkering Eindejaars uitkering ZVW Pensioen WAO UFO-premie Sociaal beleid Totaal sociale lasten Ziekengeldverevening Ziekteverevening Externe inkomsten Compensatie Totaal Ziekteverevening
Totaal perc. Soc.lst. Totale personeelskosten
%
Jaarrekening 2013 Baten Lasten 123.635 123.635
10.046 10.357 8.284 20.526 5.410 1.492 4.105 60.221
8,0% 8,3% 6,6% 16,4% 4,3% 1,2% 3,3% 48,1%
8,0% 8,3% 7,2% 17,5% 3,7% 1,2% 3,6% 49,5%
9.896 10.127 8.225 20.650 5.856 1.480 9.633 65.868
1.205
1,0%
1,0%
1.481
9.929 10.215 8.930 21.656 4.547 1.465 4.477 61.220
1.205
1,0%
1,0%
1.481
-701 1.902 1.201
61.426
49,0%
50,5%
67.350
62.422
186.792
186.057
Kosten Sociaal beleid JR 2012 Wachtgelden Comp. Seniorenregeling Ouderschapsverlof Compensatie OPUT-lidmaatschap Nieuwe seniorenregeling SOFOKLES IPAP Secretaressepool WSW Minder Validen UT Kring Vertrouwenspersonen Management development Crisisplan Mobiliteit & Management Broodje introductie personeelsadvertenties Legeskosten Uitvoeren sociaal plan route 14 Copwo
2.328 260 214 100 593 30 242 0 0 0 0 34 0 0 0 0
subtotaal (begroting) Overige kosten (WAO-lasten) Totaal kosten Jaarrekening
4.045 60 4.105
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
177 0 67
Jaar 2013 Begroting Realisatie 2.500 2.668 300 380 330 213 1.810 82 0 481 0 30 0 277 30 0 150 0 15 0 25 0 30 41 50 0 30 0 712 0 15 0 250 0 200 110 0 46 0 77 6.447 0 6.447
4.405 72 4.477
PAGINA 329/342
Centrale Stimulering + Zwaartepuntmiddelen; Afrekening 2013 CS Eenh. 1 2 3 4 5 6
Minor Music (t.g.v. ArtEZ Conservatorium) PKM-Excellentietrajecten / Graduate studies Bijdrage t.b.v. projectorganisatie 3TU-middelen Manager Onderwijsvernieuwingen (aanvulling 0,5 fte) TOO: Top Ow Onderste.(0 2012, 628 2013, rest uit ICT-proj.) TOO, Roosterproject. 2 fte roostermedew. sept 2012-2014
CES CUTE AZ S&B CUTE CES
7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7
Tenuretrack vrouwen Max. 6 jr, 1 fte 2008/2009, 2010-2014 Tenuretrack vrouwen Max. 6 jr, 1 fte 2011-2016 Tenuretrack vrouwen Max. 6 jr, 1 fte 2008-2013 Tenuretracks vrouwen ( ronde 2) Max. 6 jr, 1 fte (UTwist3) 2010-2015 Tenuretracks vrouwen ( ronde 2) Max. 6 jr, 1 fte (UTwist3) 2011-2016 Tenuretracks vrouwen ( ronde 2) Max. 6 jr, 1 fte (UTwist3) 2011-2016 Tenuretracks vrouwen (ronde 3) start 1-1-2013 Tenuretracks vrouwen (ronde 3) start 1-1-2013 Tenuretracks vrouwen (ronde 3) start 1-9-2013 Tenuretracks vrouwen start 1-1-2014 (uit CS-budget aanspraken ITC) Tenuretracks vrouwen ( ronde 4 e.v.) start 1-7-2015 2 tracks
CTW TNW EWI EWI CTW TNW CUTE EWI GW ITC CUTE
7 8 8 8 8 8 8
Totaal Tenuretracks vrouwen PvA-Internat.; CRM-systemen PvA-Internat.; Summerschool PvA-Internat.; Extra fte Admission-office PvA-Internat.; 3-weeks acculturatieproject PvA-Internat.; Bijdrage in ontwikkelkosten Joint Degree-programma's PvA-Internat.; Bijdrage in ontwikkelkosten 2-jarige progr. met partners
B2013
JR2013
Verschil
40 142 123 47 628 120
40 78 123 47 525 120
0 -64 0 0 -103 0
63 63 63 63 63 63 120
63 63 63 63 63 63 0 0 20 0 0
0 0 0 0 0 0 -120 0 20 0 0
498
398
-100
10 30 40 75 120 150
10 3 40 75 0 0
0 -27 0 0 -120 -150
8 UT-vertegenwoordiging Indonesië
S&B S&B CES CES CUTE CUTE EWI
15
15
0
8 UT-vertegenwoordiging Indonesië
ITC
40
40
0
8 UT-vertegenwoordiging Indonesië (secr.)
CES
10
10
0
490
193
-297
CUTE
10 500
0 193
-10 -307
MB S&B CES TNW EWI
250 15 80
250 11 80
0 -4 0
150
150
0
150
150
0
300 100 125
300 0 125
0 -100 0
40
67
27
27
0
-27
8
Totaal PvA Internationalisering 2010-2014
8 Internat. vh Ow 2010 e.v.; nader in te vullen
8
Totaal Internationaliseringbudget
9 Bijdrage in aanloopkosten IBA 10 Onderwijsdag 11 Docentprofessionalisering (BKO) incl. CvB 2-4-2013 12 Universiteitsleerstoelen; Lohse 12 Universiteitsleerstoel; Van de Berg
12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 22
Totaal Universiteitsleerstoelen 3TU (CoEthics, AMI, Bouw)) Integratie ITC-UT (CTIT), 2 aio's
CUTE CTIT
Route '14; Thema-stimulering Energie
TNW
Route '14; Thema-stimulering Energie
MB
3TU
MB
Route '14; Thema-stimulering Energie
Route '14; Thema‐stim.Energie; nader in te vullen. idem; Vergoeding vz RvA, vooralsnog tot 1‐2‐2014 GEI: (Green energy Initiative) dir + bureaukosten GEI: Bijdrage Research Dir. (0,2 fte + 5% sal. 2013-2017)
ThermoPlastic comp. Research Centre (TPRC). Revitalisatie-TNW (2010-2014) Ondersteuning bij aanvragen EU-subsidies (v.a. 2014 FCO/doorb. ovbhd.) Hoogleraarposities PO en PR Twentse Jonge Academie, activiteitenbudget Bijdrage bekostiging groep Bijkerk, t/m 2020 ATLAS Premiëring promotievouchers Aanvulling Afstudeerondersteuning Uitbreiding Honoursprogramma Reservering Roessingh R&D Publicatie in Open Acces tijdschriften Pilot Subsidiedatabase Research Professional Instellingskwaliteitszorgsysteem Evalueren en versterken/herstructureren JEP's Investeren in Distance Education (DE) Marktonderzoek: N-Amerika/NL/EU (post-)initiële Msc CS ITC o.b.v. in te dienen meerjarige verzoeken CS ITC, idem. Aanvulling op Kaderstelling 40 Matching-bijdrage in nieuw Veiligheidscentrum
23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
TNW GEI TNW GEI TNW GEI TNW CTW TNW S&B CTW S&B MESA+ EWI-ATLAS CUTE CSL CUTE EWI MIRA B&A EU-office S&B S&B ITC ITC ITC ITC ITC IGS
67
67
0
138 12
100 12
‐38 0
268 42 100 400 170 122 20 250 300 275 116 72 100 50 21 55 75 125 20
268 42 100 400 161 122 8 250 317 275 116 72 75 50 21 88 75 125 20 0 0 50
0 0 0 0 -9 0 -12 0 17 0 0 0 -25 0 0 33 0 0 0 0 0 0
50
PAGINA 330/342
CS Eenh. 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61
Invulling vacature IO 3TU-datacentrum (i.a.v. deelname TUD en TUE) Matching bijdrage Econ. ITC (ov deelname ITC en IGS) Overheveling tgv Centrale Bekostiging Innovatiebudget B&A PKM/Graduate Studies BasisKwalificatie Studie-adviseurs (BKS) Ontw. &Analyse Comm.syst. (0,8 fte Hgl 1-4-13 tot 1-7-14) Nationale Denktank (1-3-2013 tot 1-3-2014, evt 2014 en 2015) Honours Dean (miv 28-2-2014, t/m 2016, 0,2/0,4 Hgl, 0,1 secr + k10 st ass) Samenw.overeenk. UMCG, RUG en UT ('13 - '15) RSV OZ-middelen: Gamma RSV OZ-middelen: Create / IO / Design RSV OZ-middelen: Create / IO / Design (tgv Create/Design) RSV OZ-middelen: Engineering
CES B&A IGS CUTE FCO's B&A CUTE CUTE EWI S&B EWI CUTE CUTE CUTE EWI CUTE
B2013
JR2013
40 113 75 1.000 0
0
Verschil
40 113 75 1.000 0 0 0 95 12 0 0
0 0 0 0 0 0 0 95 12 0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0 0 0 167 75
0 0 0 0 167 75
7.044
6.681
-363
B2013
JR2013
Verschil
Totaal budget CSow Totaal budget CSoz Totaal Bijdrage ITC aan CS A. Totaal Budget CS
3.780 3.780 440 8.000
3.780 3.780 440 8.000
0 0 0 0
B. Totaal reserveringen en toekenningen CS
7.044
6.681
-363
-354
1.319
363
Eenh.
B2013
JR2013
Verschil
CUTE EWI-ATLAS CUTE GW-LVO GW
500 200 277 48 48
466 200 277 48 48
-34 0 0 0 0
A. Totaal reserv. en toekenningen Zwaartepuntmiddelen
1.073
1.039
-34
Beschikbaar budget: Middelen Zwaartepuntvorming (selectief)
1.538
1.538
0
B. Totaal beschikbaar
1.538
1.538
0
465
499
34
Reservering Strategische Verruiming OZ-middelen Projectmanager (1,0 fte 1-7-2013 tot 1-7-2016 + k€ 10 +10 studie) Deskundigheidsbevordering EC Campus company / innovatiebudget PDEng opleidingen (k€ 290- bijdrage uit 3TU k€ 123) Bijdrage in verhuiskosten Citadel naar Zilverling
S&B AZ AZ CTW EWI
EC EC
A. Totaal reserveringen en toekenningen CS
CS reserveringen en toekenningen Eenh.
C.Taakstellend resultaat / Budgetblokkering 1 Resultaat: Budgetblokkering (ivm Res.taaks.Opbouw MIRA) 1 Negatief resultaat door overbesteding CS
CUTE CUTE
D. Saldo / Vrije ruimte CS
1.310
Budget Zwaartepuntmiddelen
Reservering TOM ATLAS Onderwijsincentive (10 x 0,3 fte x k€ 65) ATLAS; bijdrage i.v.m. t-2 naijlende opbrengsten GW-LVO; 1 aio invoering NOM GW; 1 aio invoering NOM Aanvulling exploitatie ATLAS (vanaf 2014 niet meer uit OWverdeelmodel)
C. Saldo / Vrije ruimte Zwaartepuntmiddelen (B-A)
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
CUTE
PAGINA 331/342
UNIVERSITEIT TWENTE Projecten 2e geldstroom Lopende projecten Werk voor Derden (bedragen in eur) CTW EWI EWI-ATLAS NanoLab TNW MB GW LVO ITC
TOTAAL UNIVERSITEIT TWENTE Beginbalans
PersoneelsLasten
Overige lasten
Eigen bijdrage
Baten
Tussentijds Resultaat
Eindbalans
Gedeclareerde termijnen
Voorzieningen
2.767.850 8.009.872 0 0 19.145.697 1.345.409 1.638.857 2.151 367.222 33.277.056
1.943.925 4.443.962 0 0 8.098.359 1.120.169 943.153 135.209 234.110 16.918.886
2.900.530 7.848.248 0 0 23.266.499 1.182.500 1.251.252 32.422 430.582 36.912.033
(2.648.600) (7.120.277) 0 0 (8.370.892) (1.220.380) (1.173.436) (51.021) (372.241) (20.956.846)
(125.985) (255.703) 0 0 (14.494.350) 0 (2.443) 0 (13.764) (14.892.244)
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
4.963.705 13.181.804 0 0 42.139.663 2.427.698 2.659.825 118.761 659.673 66.151.129
(5.115.936) (12.681.548) 0 0 (29.387.440) (697.316) (3.188.066) (121.000) (785.717) (51.977.023)
0 0 0 0 0 0 (3.188.066) 0 0 (3.188.066)
0 0 51.962 0 0 51.962
0 0 0 0 0 0
0 0 10.931 0 0 10.931
0 0 (19) 0 0 (19)
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 62.874 0 0 62.874
0 0 (56.929) 0 0 (56.929)
0 0 0 0 0 0
33.329.018
16.918.886
36.922.963
(20.956.865)
(14.892.244)
0
66.214.003
(52.033.952)
(3.188.066)
Totaal Diensten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Centrale UT Eenheid
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
33.329.018
16.918.886
36.922.963
(20.956.865)
(14.892.244)
0
66.214.003
(52.033.952)
(3.188.066)
Totaal Faculteiten IMPACT CTIT MESA+ MIRA IGS Totaal Instituten Totaal Primair proces ICTS S&O SU B&A FB S&B M&C FEZ HR AZ CVB
CE
Totaal Universiteit Twente
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 332/342
UNIVERSITEIT TWENTE Projecten 2e geldstroom Afgesloten projecten Werk voor Derden (bedragen in eur) CTW EWI EWI-ATLAS NanoLab TNW MB GW LVO ITC
TOTAAL UNIVERSITEIT TWENTE Beginbalans
PersoneelsLasten
Overige lasten
Eigen bijdrage
Baten
Tussentijds Resultaat
Eindbalans
Gedeclareerde termijnen
Voorzieningen
1.528.014 7.191.408 0 0 6.221.237 2.138.721 600.736 0 103.657 17.783.773
140.077 493.730 0 0 447.362 277.797 137.960 0 47.188 1.544.114
230.265 914.331 0 0 1.111.606 377.391 204.536 0 67.958 2.906.087
(235.393) (840.932) 0 0 (503.517) (377.126) (185.016) 0 (11.448) (2.153.433)
(1.664.383) (7.758.536) 0 0 (7.276.875) (2.417.026) (758.216) 0 (211.240) (20.086.276)
1.420 0 0 0 187 244 0 0 3.885 5.735
1.664.383 7.758.536 0 0 7.276.875 2.417.026 758.216 0 211.240 20.086.276
1.917 0 0 0 62.393 450.552 (0) 0 (0) 514.862
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
17.783.773
1.544.114
2.906.087
(2.153.433)
(20.086.276)
5.735
20.086.276
514.862
0
Totaal Diensten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Centrale UT Eenheid
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
17.783.773
1.544.114
2.906.087
(2.153.433)
(20.086.276)
5.735
20.086.276
514.862
0
Totaal Faculteiten IMPACT CTIT MESA+ MIRA IGS Totaal Instituten Totaal Primair proces ICTS S&O SU B&A FB S&B M&C FEZ HR AZ CVB
CE
Totaal Universiteit Twente
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 333/342
UNIVERSITEIT TWENTE Projecten 2e geldstroom Bestemmingsfondsen (lopend + afgesloten) (bedragen in eur) CTW EWI EWI-ATLAS NanoLab TNW MB GW LVO ITC
TOTAAL UNIVERSITEIT TWENTE Beginbalans
PersoneelsLasten
Overige lasten
Eigen bijdrage
Baten
Tussentijds Resultaat
Eindbalans
Gedeclareerde termijnen
Voorzieningen
Totaal Faculteiten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
6.032 247.748 0 0 0 0 0 0 0 253.780
646 117.208 0 0 0 0 0 0 0 117.853
55.942 0 0 0 0 0 0 0 0 55.942
(62.620) (364.955) 0 0 0 0 0 0 0 (427.575)
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
62.620 364.955 0 0 0 0 0 0 0 427.575
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Instituten
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Totaal Primair proces
0
253.780
117.853
55.942
(427.575)
0
427.575
0
0
Totaal Diensten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Centrale UT Eenheid
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal Universiteit Twente
0
253.780
117.853
55.942
(427.575)
0
427.575
0
0
IMPACT CTIT MESA+ MIRA IGS
ICTS S&O SU B&A FB S&B M&C FEZ HR AZ CVB
CE
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 334/342
UNIVERSITEIT TWENTE Projecten 2e geldstroom Resultaatprojecten (lopend + afgesloten) (bedragen in eur) CTW EWI EWI-ATLAS NanoLab TNW MB GW LVO ITC
TOTAAL UNIVERSITEIT TWENTE Beginbalans
PersoneelsLasten
Overige lasten
Eigen bijdrage
Baten
Tussentijds Resultaat
Eindbalans
Gedeclareerde termijnen
Voorzieningen
Totaal Faculteiten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Instituten
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Totaal Primair proces
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal Diensten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Centrale UT Eenheid
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal Universiteit Twente
0
0
0
0
0
0
0
0
0
IMPACT CTIT MESA+ MIRA IGS
ICTS S&O SU B&A FB S&B M&C FEZ HR AZ CVB
CE
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 335/342
UNIVERSITEIT TWENTE Projecten 3e geldstroom Lopende projecten Werk voor Derden (bedragen in eur) CTW EWI EWI-ATLAS NanoLab TNW MB GW LVO ITC Totaal Faculteiten IMPACT CTIT MESA+ MIRA IGS Totaal Instituten Totaal Primair proces ICTS S&O SU B&A FB S&B M&C FEZ HR AZ CVB Totaal Diensten
TOTAAL UNIVERSITEIT TWENTE Beginbalans
PersoneelsLasten
Overige lasten
Eigen bijdrage
Baten
Tussentijds Resultaat
Eindbalans
Gedeclareerde termijnen
Voorzieningen
14.528.425 20.705.935 0 0 23.020.024 5.147.417 3.477.914 47.503 3.034.932 69.962.150
7.664.663 10.987.775 0 74.136 11.943.448 3.371.932 2.787.271 417.388 1.070.627 38.317.240
11.233.572 16.710.338 0 334.878 38.370.239 3.874.706 3.692.792 406.891 2.027.731 76.651.146
(8.403.277) (14.521.816) 0 (120.216) (16.242.152) (2.183.608) (2.728.081) (81.362) (500.150) (44.780.663)
(1.570.543) (727.577) 0 (430.945) (18.033.546) (763.297) (423.605) (394.884) (439.584) (22.783.981)
0 8.138 0 142.147 (2.000) 60.316 0 0 0 208.600
25.023.382 33.890.370 0 430.945 57.089.558 16.581.037 7.229.896 790.419 3.810.923 144.846.530
(19.405.216) (22.716.751) 0 0 (28.453.450) (4.415.925) (7.517.476) (587.726) (1.130.014) (84.226.558)
0 0 0 0 0 (70.000) 0 0 0 (70.000)
143.067 185.384 6.161.988 440.486 0 6.930.926
74.436 62.160 766.684 521.857 0 1.425.137
40.338 93.628 5.323.908 492.461 0 5.950.335
(44.350) 351 (1.271.228) (502.748) 0 (1.817.975)
0 (11.500) (257.382) (57.669) 0 (326.550)
0 6.843 0 0 0 6.843
213.491 348.366 10.981.353 952.056 0 12.495.267
(158.193) (311.548) (6.684.058) (446.120) 0 (7.599.919)
0 0 0 0 0 0
76.893.076
39.742.377
82.601.482
(46.598.638)
(23.110.531)
215.443
157.341.797
(91.826.477)
(70.000)
0 0 0 0 0 36.321 0 0 0 0 0 36.321
0 0 0 0 0 46.705 0 0 0 0 0 46.705
0 0 0 0 0 5.635 0 0 0 0 0 5.635
0 0 0 0 0 5.635 0 0 0 0 0 5.635
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 83.646 0 0 0 0 0 83.646
0 0 0 0 0 (73.195) 0 0 0 0 0 (73.195)
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
76.929.397
39.789.082
82.607.116
(46.593.003)
(23.110.531)
215.443
157.425.443
(91.899.672)
(70.000)
CE Totaal Centrale UT Eenheid
Totaal Universiteit Twente
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 336/342
UNIVERSITEIT TWENTE Projecten 3e geldstroom Afgesloten projecten Werk voor Derden (bedragen in eur) CTW EWI EWI-ATLAS NanoLab TNW MB GW LVO ITC
TOTAAL UNIVERSITEIT TWENTE Beginbalans
PersoneelsLasten
Overige lasten
Eigen bijdrage
Baten
Tussentijds Resultaat
Eindbalans
Gedeclareerde termijnen
Voorzieningen
7.723.095 9.138.095 0 0 12.522.141 4.374.242 1.674.432 161.651 1.823.681 37.417.338
1.634.878 1.476.786 0 0 964.000 1.644.091 836.607 140.684 239.098 6.936.143
2.179.772 1.296.822 0 0 1.393.092 1.554.819 1.031.134 283.122 587.298 8.326.059
(1.590.102) (1.924.921) 0 0 (1.411.900) (1.182.720) (741.683) (64.847) 59.628 (6.856.544)
(10.228.532) (10.015.658) 0 0 (13.688.135) (6.677.767) (2.821.535) (555.647) (2.796.807) (46.784.080)
280.890 28.877 0 0 220.801 287.334 21.045 35.037 87.102 961.085
10.228.532 10.015.658 0 0 13.688.135 6.677.767 2.821.535 555.647 2.796.807 46.784.080
708.912 0 0 0 119.357 936.992 (0) (0) (0) 1.765.260
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 145 0 145
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 (145) 0 (145)
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
37.417.483
6.936.143
8.326.059
(6.856.689)
(46.784.080)
961.085
46.784.080
1.765.260
0
Totaal Diensten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Centrale UT Eenheid
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
37.417.483
6.936.143
8.326.059
(6.856.689)
(46.784.080)
961.085
46.784.080
1.765.260
0
Totaal Faculteiten IMPACT CTIT MESA+ MIRA IGS Totaal Instituten Totaal Primair proces ICTS S&O SU B&A FB S&B M&C FEZ HR AZ CVB
CE
Totaal Universiteit Twente
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 337/342
UNIVERSITEIT TWENTE Projecten 3e geldstroom Bestemmingsfondsen (lopend + afgesloten) (bedragen in eur) CTW EWI EWI-ATLAS NanoLab TNW MB GW LVO ITC
TOTAAL UNIVERSITEIT TWENTE Beginbalans
PersoneelsLasten
Overige lasten
Eigen bijdrage
Baten
Tussentijds Resultaat
Eindbalans
Gedeclareerde termijnen
Voorzieningen
Totaal Faculteiten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
69.996 0 0 0 0 243.873 0 63.303 0 377.172
291.041 0 0 0 0 256.585 0 0 0 547.626
138.390 0 0 0 0 (223.158) 0 0 0 (84.767)
(499.427) 0 0 0 0 (277.300) 0 (63.303) 0 (840.030)
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
499.427 0 0 0 0 277.300 0 63.303 0 840.030
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Instituten
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Totaal Primair proces
0
377.172
547.626
(84.767)
(840.030)
0
840.030
0
0
Totaal Diensten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Centrale UT Eenheid
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal Universiteit Twente
0
377.172
547.626
(84.767)
(840.030)
0
840.030
0
0
IMPACT CTIT MESA+ MIRA IGS
ICTS S&O SU B&A FB S&B M&C FEZ HR AZ CVB
CE
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 338/342
UNIVERSITEIT TWENTE Projecten 3e geldstroom Resultaatprojecten (lopend + afgesloten) (bedragen in eur) CTW EWI EWI-ATLAS NanoLab TNW MB GW LVO ITC
TOTAAL UNIVERSITEIT TWENTE Beginbalans
PersoneelsLasten
Overige lasten
Eigen bijdrage
Baten
Tussentijds Resultaat
Eindbalans
Gedeclareerde termijnen
Voorzieningen
Totaal Faculteiten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
54.350 33 0 0 47.387 393.357 28.851,79 16.358 0 540.337
96.006 15.551 0 530.847 75.694 32.619 (16) 0 0 750.700
0 64.075 0 0 76.006 (79.126) (782) 925 0 61.100
(330.403) (76.776) 0 (790.024) (199.088) (346.850) (28.054) (17.284) 0 (1.788.479)
180.047 (2.882) 0 259.177 0 0 0 0 0 436.341
330.403 76.776 0 790.024 199.088 346.850 28.054 17.284 0 1.788.479
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Instituten
0 0 0 0 0 0
0 0 0 (46.507) 0 (46.507)
0 0 0 2.700 0 2.700
0 0 0 (900) 0 (900)
0 0 0 44.707 0 44.707
0 0 0 0 0 0
0 0 0 (44.707) 0 (44.707)
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
Totaal Primair proces
0
493.830
753.400
60.200
(1.743.772)
436.341
1.743.772
0
0
Totaal Diensten
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Totaal Centrale UT Eenheid
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Totaal Universiteit Twente
0
493.830
753.400
60.200
(1.743.772)
436.341
1.743.772
0
0
IMPACT CTIT MESA+ MIRA IGS
ICTS S&O SU B&A FB S&B M&C FEZ HR AZ CVB
CE
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 339/342
Totaaloverzicht UT-middelen 2013 (in k€) Toewijzing Strategisch budget
Toewijzing Normatief budget
Totale budgettoewijzing
2e gs nationaal (incl.mut.ohw)
Werk voor Derden 3e gs 3e gs EU (incl.mut.ohw) (incl.mut.ohw)
Afschrijving Werk voor Derden
Overige Totale Opbrengsten Doorsluizingen (incl.int.doorb. baten & res.deeln.)
CvB
Totaal Jaarrekening 2013
Rente
CTW EWI NANOLAB EWI-ATLAS TNW MB GW GWLVO ITC
1.142 2.026 16 840 3.210 1.090 647 145 22.341
11.931 6.716 1.104 500 13.477 11.679 8.974 1.729 (1.026)
13.073 8.742 1.120 1.340 16.687 12.769 9.621 1.874 21.315
2.332 6.104 12.043 1.361 1.178 117 400
3.150 6.486 6.435 1.226 884 24 524
9.850 7.576 431 11.585 6.200 4.015 1.109 3.047
134 -
1.579 1.350 2.238 6 3.042 1.653 940 441 2.142
8.936 36.523 431 50.370 10.431 10.155 1.001 170
(0) -
38.920 66.781 4.220 1.346 100.163 33.774 26.794 4.565 27.599
Faculteiten
31.457
55.084
86.542
23.535
18.730
43.814
134
13.390
118.017
(0)
304.161
IMPACT CTIT MESA+ MIRA IGS
162 319 1.928 142
12.384 18.795 6.934 8.810
12.546 19.114 8.862 8.952
11 -
32 -
70 130 4.819 511 -
-
2.714 14.653 27.777 10.787 12.067
-
2.784 28.022 52.672 20.156 21.574
Speerpunten
2.551
46.923
49.474
11
32
5.532
0
2.162
67.998
0
125.209
34.009
102.007
136.016
23.546
18.762
49.346
134
15.552
186.015
(0)
429.370
445 926 86 222 433 452 229 207 60 837
10.987 6.640 1.303 4.437 7.075 3.042 6.448 3.487 3.379 1.256 7.025
11.432 7.566 1.389 4.659 7.508 3.494 6.677 3.694 3.439 1.256 7.862
-
-
0 (0) (0) 47 0 (0)
-
2.840 1.036 1.003 2.724 3.560 84 1.563 316 749 3.517
-
-
14.272 8.602 2.392 7.382 11.068 3.625 8.240 4.010 4.188 1.256 11.379
Totaal Diensten
3.896
55.079
58.975
-
-
47
-
17.392
-
-
76.414
CSL CHRM CE
290 92 4.401
3.100 1.164 47.595
3.390 1.256 51.996
-
-
-
-
937 4.007 43.401
-
414
4.326 5.263 95.811
Tot.Primair proces ICTS CES SU B&A FB S&B M&C FEZ HR CVB AZ
Totaal CUTE Totaal UT
660 951 (5) 556
4.782
51.859
56.641
-
-
-
-
48.345
-
414
105.400
42.687
208.945
251.632
23.546
18.762
49.393
134
81.289
186.015
413
611.184
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 340/342
Specificatie Toewijzingen 2013
Beheerseenheid (in k€)
Initiële Begroting 2013
CTW EWI EWI-Nanolab EWI-ATLAS TNW MB GW Loket-VO ITC Faculteiten
12.157 7.079 1.104 1.000 15.745 11.929 9.022 1.777 21.032 80.844
CTIT MESA+ MIRA IGS Speerpunten Tot. Primair proces
Mutaties Begroting 2013
Totaal Slotregularisatie 2013
380 24 404
12.157 7.079 1.104 1.000 15.745 11.929 9.022 2.157 21.056 81.249
12.546 19.114 8.758 8.877 49.295
0
12.546 19.114 8.758 8.877 49.295
130.139
404
130.544
ICTS CES SU B&A FB S&B M&C FEZ HR AZ CvB Tot. Diensten
10.987 7.045 1.379 4.550 7.201 3.341 6.448 3.557 3.379 7.203 1.256 56.344
0
10.987 7.045 1.379 4.550 7.201 3.341 6.448 3.557 3.379 7.203 1.256 56.344
CUTE
21.796
2.539
24.335
Proj.UT
21.796
2.539
24.335
208.280
2.943
211.223
Totaal lasten UT
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
PAGINA 341/342
Specificatie toekenningen 2013 12590110 12600045 12600062 PROMOTIEVO TOEWIJZI RESERVE: UCHERS NGEN ZIEKENGE LDVEREV.
Faculteiten
200 CTW
34
300 TNW
1.270
117
515
157
1.165 20
400 GW
59
172
430 GW-LVO
26
24
500 EWI
82
184
520 NANO
Faculteiten
277 315 MESA
12602090 12900450 12900451 12900456 12900458 OPUT OPUT OPUT OPUT 3TU.SECT ORPLAN: OUDERSC COMPENS GEZOND ALGEMEEN EN ATIE TOEKENN HAPSVER STERK/VI LEDEN LOF INGEN TALITEIT
317
477 96
21.871
36
260
75
23.141
927
3.060
75
410 MIRA
1.824
515 CTIT
37
36
461
29
57
420
29
95
516
23
36
8
1.179
28
29
11
23
92
2 980
25
38
17 669
20
2
3.592
164
75
27
38
116 SC
56
115 M&C
155
118 SECR
22
128 INVL
7
131 HR
17
142 FEZ
56
0
575
0 143
118
361
15
32
46
12 50
11
11
123
222
10
19
4 11 120
100
740 CES
155
405
50
750 BA
3
163
10
0
760 EC
18
124
4
901 SU
7 667
1.052
125 CVBP
11
4
21
601 FB
41
497
174
41
514
10
27
18
15
115
22
32
199
11
210
156
275 200
129 CHRM
1.719 34
900 UT Projecten 277
12900475 WiW-banen
200 CTW
4.400
1
4.600
35
29.688
1.659
370
48
48
1
4.154
280
58
10
18
1
36
1.994
58
370
6.681
630
1.039
20
2
41
10 59
210
10
18 38
12900555 12900556 12900557 12900600 12900610 12900629 12900631 12900645 12999999 61000020 61000025 61000040 61019800 61029800 61029890 61029900 VERTROU VROUWE MANAGE MOBILITEIT & CVB VAN ASPASIA POSITIE COMPENS TOEWIJZI Beheersko Centrale Exploitatie Onderhoud huurdersde Bedrijfsafval Energiekoste n centraal el NG sten REH besluiten algemene Diversen ATIE ARBEIDS MANAGEMENT RIJN MENT WENSPE N AAN DE contractbe gebouwkos SENIORE MARKT MIDDELE DEVELOP UT RSONEN heer ten NREGELI N MENT NG 10
300 TNW
3
400 GW
12
50
4
2
430 GW-LVO 500 EWI
2
814 MB 930 ITC Faculteiten
1.262
13
3.210
25
912
3
145
56
2.179
8
840
25
2
2
50
4
25
1.730
47 216
22.341 32.634
315 MESA
319
410 MIRA
1.928
515 CTIT
162
811 IGS
142 2.551
Instituten 114 ICTS 116 SC
6
115 M&C
10
19
445
6
452
3
229
118 SECR
8
404
128 INVL
5
16
18
60
131 HR 142 FEZ 601 FB
10 58
46
740 CES
58
750 BA
5
760 EC
207 22
58
11
58
10
20
35
59
32
16
22
446
10
926
19
222
5
901 SU Diensten
3 151
56 22
76 152
417 35
59
32
16
22
125 CVBP
86 3.909 275
126 CBE
2.337
129 CHRM
8
13
141
8
13
4.403 7.155
900 UT Projecten UT-totaal
TOTAAL
16
530 ATLAS
Projecten
481
39
520 NANO
Diensten
307
125 29 72
126 CBE
Instituten
17 35
125
114 ICTS
UT-totaal
4
250
17 1.947
12900462 12900463 UITVOERIN SENIORE G SOCIAAL NREGELI NG PLAN NIEUW ROUTE14+
2
250
Diensten
Faculteiten
20
533
69
811 IGS
Projecten
48 48
36
Instituten Diensten
12600434 TOOROOSTER UT
2
223
77
930 ITC
Instituten
12600315 12600335 12600368 DOELSUB DOELSUB WOSIDIE BES- SIDIE SPRINT JOINT EILANDEN DEGREES
14
530 ATLAS 814 MB
12600076 12600252 12600257 12600258 HERINVE CvB RESERVE COLLEGE BELEIDSR STERING CENTRALE GELDEN 2013-2014 STIMULERING ESERVE
58
36
2
10
FINANCIEEL JAARVERSLAG 2013
50
58
4
10
380
22
152
35
59
32
16
PAGINA 342/342
22
46.250