RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT Bij Stichting Van Brienenoordschool te Rotterdam
Plaats Bestuursnummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Utrecht 31075 4148024 2 juli 2013 13-11-2013
Pagina 1 van 9
Inhoud 1
Inleiding 3
2
Bevindingen 5
3
Toezichtarrangement financiële continuïteit 7
Bijlage 1
Zienswijze van het bestuur 9
Pagina 2 van 9
1
Inleiding De Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) heeft op 2 juli 2013 onderzoek verricht naar de financiële positie van Stichting Van Brienenoordschool te Rotterdam (hierna: Van Brienenoordschool) met bestuursnummer 31075. Aanleiding voor het onderzoek waren vragen die voortkwamen uit de risicoanalyse die de inspectie jaarlijks maakt aan de hand van de jaarcijfers. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: analyse van de conceptjaarrekening 2012 en bij het bestuur ter aanvulling of verduidelijking opgevraagde financiële gegevens; een gesprek met het bestuur en de algemeen directeur. Tijdens het onderzoek beoordeelden wij de financiële positie van het bestuur, met als leidende vraag of de financiële continuïteit van het onderwijs binnen afzienbare termijn in het geding is. Toezichtkader en afbakening onderzoek De inspectie is bij haar onderzoek uitgegaan van de Beleidsregel Financieel toezicht po en vo 2011 inclusief de aanpassingen toegelicht in de sectorale nieuwsbrieven en tevens vermeld op www.onderwijsinspectie.nl. Het onderzoek is niet te kwalificeren als een accountantsonderzoek. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de financiële positie. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement.
Pagina 3 van 9
2
Bevindingen 2.1 Kengetallen In onderstaande tabel staan de signaleringswaarden waarmee de inspectie de jaarcijfers van onderwijsbesturen vergelijkt in haar jaarlijkse risicoanalyse, afgezet tegen de kengetallen van de Van Brienenoordschool over de afgelopen drie jaar: PO
2010
2011
Liquiditeit (current ratio)
≤1
1,13
0,74
2012 0,42
Solvabiliteit 2
≤ 0,30
0,35
0,18
-0,05
Rentabiliteit
laatste 3 jaar negatief
1,50%
-8,50%
-6,40%
Personele lasten/rijksbijdrage ≥ 0,95
0,89
0,89
0,88
Personele lasten/totale baten
≥ 0,90
0,80
0,85
0,87
Buffer
<0
-0,13
-0,24
-0,31
Uit deze kengetallen blijkt dat de financiële positie van het bestuur ultimo 2011 niet goed was. De instellingsaccountant heeft in zijn controleverklaring bij de jaarrekening 2011 aangegeven dat er gerede twijfel zou kunnen bestaan over de continuïteit van de instelling. Het exploitatieresultaat over 2011 bedroeg € 177.890 negatief en het Eigen Vermogen € 5.830 positief. Op basis van een nadere analyse van de jaarrekening 2011 heeft de inspectie begin mei 2013 de conceptjaarrekening 2012 bij het bestuur opgevraagd. Op 6 juni 2013 heeft de inspectie de conceptjaarrekening 2012 ontvangen. Daaruit blijkt dat de financiële positie aanzienlijk is verslechterd door een negatief exploitatieresultaat van € 128.818. Daardoor is een negatief Eigen Vermogen ontstaan van € 122.986 wat resulteert in een negatieve solvabiliteit2. De solvabiliteit 2 is in 2012 verder teruggelopen, evenals de liquiditeit. Het bestuur kan niet meer aan zijn verplichtingen op de lange termijn voldoen en is technisch gezien failliet.
2.2 Overige bevindingen Het bestuur heeft zich in 2012 op financieel gebied onvoldoende laten informeren door het administratiekantoor. Daardoor heeft het bestuur onvoldoende inzicht gehad in de financiële situatie. In 2011 is er nieuwbouw gerealiseerd. Het bestuur heeft voor € 33.521 aan directe kosten voor eigen rekening genomen. Het bestuur heeft geen overzicht van de indirecte kosten omtrent de nieuwbouw. Daarnaast heeft de gemeente in het verleden een subsidie verstrekt van € 80.000 voor aanpassingen van het schoolplein. Dit bedrag is echter nog niet uitgegeven en is onderdeel van de liquide middelen. De gemeente heeft aangegeven dat het bestuur dit bedrag aan het desbetreffende doel moet uitgeven of terug moet betalen. De uitgave van € 80.000 staat gepland in het 2e kwartaal van 2014. Door deze uitgave laat de liquiditeitsprognose van het bestuur eind 2014 een negatief saldo zien van € 65.271.
Pagina 5 van 9
Uit de meest actuele liquiditeitsprognose van september 2013 blijkt een totaal negatief banksaldo van € 129.798 ultimo 2013. In deze prognose zijn de realisatiecijfers tot en met het tweede kwartaal 2013 verwerkt. Om de ontstane liquiditeitsproblemen het hoofd te bieden heeft het bestuur medio 2012 een rekening-courant overeenkomst (kredietfaciliteit) afgesloten met de Staat der Nederlanden ten bedrage van € 105.000. In 2013 heeft het bestuur een verruiming van deze kredietfaciliteit met 2% aangevraagd en ook gekregen. De huidige stand van de kredietfaciliteit is € 147.000. Op het moment van schrijven van dit rapport is er nog geen controleverklaring afgegeven door de accountant bij de jaarrekening 2012. Het bestuur heeft bij DUO uitstel gevraagd voor het deponeren van het jaarverslag. Om in de toekomst weer financieel gezond te worden heeft het bestuur reeds bezuinigingen ingezet op de materiële lasten en zal de komende tijd wederom gaan bezuinigen. Verwacht wordt dat door efficiënter in te kopen een jaarlijkse bezuiniging wordt gerealiseerd van ca. € 30.000. Daarnaast zullen in 2013 en 2014 in totaal 3 FTE door middel van natuurlijk verloop de organisatie verlaten en niet worden vervangen. Het bestuur heeft aangegeven dat de organisatie met minder personeel meer zal moeten gaan doen.
Pagina 6 van 9
3
Toezichtarrangement financiële continuïteit Aangepast financieel continuïteitstoezicht De bevindingen in hoofdstuk 2 wijzen uit dat de financiële continuïteit van het bestuur in het geding is. De inspectie kent dan ook het arrangement aangepast financieel continuïteitstoezicht toe aan het bestuur. Afspraken Het bestuur informeert ons direct over belangrijke wijzigingen in zijn financiële positie en zendt ons de volgende informatie zo spoedig mogelijk toe: De (gewijzigde) statuten van de stichting. Het managementstatuut. De onderbouwingen voor de personele lasten en sociale premies voor 2013 en 2014. De tweede kwartaalrapportage 2013 met een kopie dagafschrift van de bank welke aansluit op het banksaldo ultimo juni 2013. Een kopie toekenning uitbreiding schatkistbankieren (2% uitbreiding). Het verbeterplan. Een maandelijks bijgewerkte liquiditeitsbegroting 2013. De informatie kan aanleiding zijn voor navraag of een vervolggesprek. Verbeterplan Bij aanpassing van het financiële continuïteitstoezicht vragen wij het bestuur om ons zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen 3 weken na de datum van vaststelling van het rapport/na verzending (als het rapport niet meteen wordt verstuurd op de dag van vaststelling), een verbeterplan toe te zenden. Een verbeterplan stelt ons in staat zo concreet en meetbaar mogelijke afspraken te maken met het bevoegd gezag over te realiseren verbeteringen en de voortgang daarvan te monitoren. We gaan er hierbij overigens van uit dat een dergelijk integraal verbeterplan ook voor het bestuur onontbeerlijk is, wil het de problematiek effectief het hoofd kunnen bieden. In het verbeterplan geeft het bestuur concreet alle te nemen en genomen acties weer om de financiële positie te verbeteren, inclusief een duidelijk tijdpad. Het verbeterplan is niet gebonden aan een bepaald format, maar bevat minimaal de volgende punten: 1. een weergave van de huidige problematiek; 2. een analyse van deze problematiek, de oorza(a)k(en) en componenten ervan, zo mogelijk in onderlinge samenhang; 3. de actuele status van alle hierboven genoemde elementen; 4. de noodzakelijke concrete verbeteringen met betrekking tot de hierboven genoemde elementen; 5. een overzicht van de concrete acties, nodig om de verbeteringen te realiseren; 6. de momenten waarop de verschillende acties ondernomen/gereed moeten zijn; 7. een uitgesplitste raming van de verwachte kosten en opbrengsten van het verbeterplan;
Pagina 7 van 9
8.
een bijgestelde liquiditeitsbegroting per maand voor (minimaal) de eerste 12 maanden waarin de kosten en opbrengsten van het verbeterplan op een inzichtelijke manier zijn doorberekend; 9. een bijgestelde meerjarenbegroting voor minimaal de komende 5 jaar waarin de kosten en opbrengsten van het verbeterplan op een inzichtelijke manier zijn verwerkt; 10. een ondertekening waarmee het bestuur tekent voor akkoord bij dit plan.
Pagina 8 van 9
Bijlage 1 Zienswijze van het bestuur Indien over de inhoud van het rapport geen overeenstemming is bereikt tussen het bestuur en de inspectie, nemen we hier de zienswijze van het bestuur op.
Pagina 9 van 9