FILMMUZIEK MAGAZINE
OSCAR 2009 Bollywoodcomponist A.R. Rahman wint twee Oscars MARK KILIAN In gesprek met een ritmisch componist BOEKBESPREKINGEN Fraaie boeken van Schifrin en Barry NUMMER 151 – 38ste JAARGANG – FEBRUARI 2009 1
Score 151 Februari 2009 38ste jaargang ISSN-nummer: 09212612 Het e-zine Score is een uitgave van de stichting Cinemusica, het Nederlands Centrum voor Filmmuziek Informatienummer: +31 050-5251991 E-mail:
[email protected]
Hoofdredactie: Paul Stevelmans Eindredactie: Paul Stevelmans
FILMMUZIEK MAGAZINE REDACTIONEEL Het is u afgelopen weekend vast niet ontgaan: de victorie van de film Slumdog Millionaire tijdens de jaarlijkse Oscaruitreiking. Liefst acht gouden beeldjes veroverde de relatief kleine film die voor een tamelijk bescheiden bedrag werd geproduceerd. Dat er twee beeldjes voor de muziek bijzaten zal u niets verbazen, immers in Indiase films wordt veel gezongen en gedanst en de pakkende muziek doet het op cd ook erg goed. In het jaarlijkse Oscarartikel onderzoeken we of de gelauwerde componist deze prijzen echt verdient.
Meer Indiase muziek komt aan bod in het interview met Mark Redactie: Henk Maassen, Kilian die er geen geheim van maakt dat hij deze muziek een warm hart toedraagt. Albert Pouw, Paul Stevelmans, Sijbold Tonkens, Robert Valkenburg, Julius J.C. Wolthuis Vormgeving: Paul Stevelmans
Met dank aan: Academy of Motion Picture Arts and Sciences (AMPAS), Mark Kilian, Universal Pictures
Ten slotte zijn er in deze eerste uitgave van 2009 twee boekbesprekingen van filmcomponisten die de afgelopen jaren de respectabele leeftijd van 75 jaar hebben bereikt: Lalo Schifrin en John Barry. We wensen u weer veel plezier met deze digitale Score.
INHOUDSOPGAVE
3 Oscar 2009 9 Mark Kilian - Interview 14 Boekbespreking: autobiografie van Lalo Schifrin 15 Boekbespreking: update boek John Barry 17 Cd-recensies
2
BOLLYWOOD VEROVERT HOLLYWOOD
OSCAR 2009
De opkomst van de nieuwe economieën is door de kredietcrisis enigszins vertraagd. Vroeg of laat moeten we er echter aan geloven. Of een economische hegemonie van landen als India, China en Rusland gepaard zal gaan met een culturele overname moet nog blijken. Een voorproefje op een culturele heerschappij door India deed zich afgelopen zondag voor tijdens de jaarlijkse Oscaruitreiking toen Slumdog Millionaire acht prijzen won waaronder twee voor de beste muziek. Moeten we hier blij mee zijn? De kans dat Slumdog Millionaire – feitelijk een Britse productie – er met enkele hoofdprijzen vandoor zou gaan was aan de vooravond van het prijzenfestijn levensgroot. Immers, eerder dit jaar had de productie al een handvol Golden Globes en BAFTA-prijzen weggekaapt. En zoals verwacht ging de film er tijdens de prijs-der-prijzenavond met het leeuwendeel van de beeldjes vandoor, films als de veelvuldig genomineerde The Curious Case of Benjamin Button en Milk het nakijken gevend. Dat ook de componist van de film A.R. Rahman (foto) in de prijzen zou vallen, was evenzeer een haast voldongen feit, gezien zijn uitverkoring tijdens voornoemde prijsuitreikingen. Dat hij ook nog de prijs voor het beste liedje in de wacht zou slepen, zal niemand hebben verbaasd. En zo veroverde de Indiase componist, bijgenaamd de Mozart van Madras, liefst twee muziekoscars. Geen geringe prestatie voor deze buiten India nauwelijks bekende componist die vooral als liedjesschrijver in eigen land een onaantastbare faam kent.
De nominatie voor de score van Slumdog Millionaire was direct bij de bekendmaking enigszins omstreden. Het merendeel van de score wordt gezongen, veel zuivere scorefragmenten zitten er niet in de film en al helemaal niet op de op cd verschenen soundtrack. Maar kenmerkend voor een Indiase film zijn toch de vele liedjes en dans – in een Bollywoodfilm een verplicht nummer. Slumdog Millionaire kende overigens maar een enkel 3
dansnummer, namelijk het voor een Oscar genomineerde Jai Ho dat tijdens de wervelende finale wordt uitgevoerd. Daarmee is de film volgens de geldende wetten toch niet echt een strikte Bollywoodfilm. Producent Christian Colson en regisseur Danny Boyle hebben met het in dienst nemen van A.R. Rahman in ieder geval een gouden greep gedaan. Als de John Williams van de Indiase filmmuziek schreef hij een treffende score voor de film en getrouw voornoemde wetten hoort daar nu eenmaal een flinke portie zang (en dans) bij. Overigens werd met Slumdog Millionaire de bestaande hegemonie van opnamestudio’s in de Verenigde Staten en Engeland ook nog eens doorbroken. Rahman nam – niet verwonderlijk – zijn score in Mumbai en Chennai (Madras) op. De andere genomineerde scores werden in Los Angeles en Londen opgenomen. Over Williams gesproken, 2008 was ook het jaar waarin de meester weer eens present was met een solide score na een afwezigheid van drie jaar. Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull leverde hem echter niet zijn 46ste nominatie op, maar nieuwe kansen dienen zich de komende jaren aan met aangekondigde Spielbergprojecten als Lincoln en Interstellar. Andere scores die dit jaar niet werden genomineerd waren Frost/Nixon,The Dark Knight, Burn After Reading, Changeling, Waltz With Bashir, The Happening, Ponyo on the Cliff en Valkyrie. De Academy koos overduidelijk voor vooral gevestigde namen die degelijke scores afleverden. Filmmuziek speelt uiteraard een wat ondergeschikte rol tijdens het Oscargala, op enkele uitzonderingen na. Allereerst kwam componist Leonard Rosenman kort in beeld tijdens het overzicht met overleden filmartiesten en -medewerkers. En kort daarvoor had de Engelse kostuumontwerper Michael O’Connor erop gewezen dat de muziek die weerklonk toen hij het erepodium betrad om zijn Oscar voor The Duchess in ontvangst te nemen, niet de muziek van de kostuumfilm was. Die is van Rachel Portman, zo corrigeerde hij lachend. Zoals u van ons gewend bent onderzoekt Score dit jaar wederom of de keuze van de Academy voor de categorie Beste score terecht was of niet. Criteria die deze zoektocht begeleidden zijn vernieuwing van de score en de beste track. Helaas hebben we de film Defiance nog niet kunnen zien (die gaat in maart pas in België en Nederland in première), zodat het effect van de muziek niet kon worden onderzocht en als criterium dus achterwege blijft.
DE VIJF GENOMINEERDE SCORES Ontrafelen doet hij het evenwel niet en dat is misschien maar goed ook.
THE CURIOUS CASE OF BENJAMIN BUTTON – ALEXANDRE DESPLAT Algemeen: Desplat bewijst zijn meesterschap andermaal met een score boordevol dromerige, mysterieuze composities die de sfeer van een sprookje uitademen. Ondanks de veelal lichtvoetige klanken ontroert de muziek voortdurend. Praktisch elk belangwekkend personage in de film kent een motief hetgeen de rijkheid en variatie van de door piano en strijkers gedomineerde score kenmerkt. Desplat redt zo een veel te lange, wat onevenwichtige film door met name het mysterie van Benjamin Button te benadrukken. 4
Vernieuwend: Desplat schreef zonder meer een imposante score, het type score waarmee je in Hollywood menig potje kunt breken. Toch klinkt het allemaal iets te vertrouwd. Zo horen we hier een vleugje Birth en daar een vleugje Syriana. Dit is niet zozeer de grote sprong voorwaarts voor de componist, maar eerder het inlossen van vele verwachtingen.
score, slechts een enkele keer klinkt er een vleugje hoop door in de symfonische klanken. Vernieuwend: nauwelijks. Dit is Howard op zijn ambachtelijke best: melodieuze, epische en vaak spannende filmmuziek. Gezien het thema schuwt hij het grote gebaar niet en zo zwelt de muziek soms behoorlijk aan. Defiance bewijst opnieuw Howards virtuositeit.
Beste track: de score kent vele hoogtepunten, maar de laatste track springt er toch uit. Benjamin and Daisy is het hoofdthema dat hier slechts door piano wordt uitgevoerd. Juist deze briljante eenvoud imponeert na een uur aan prachtmuziek. Technische gegevens: deze soundtrack telt twee schijfjes en laat daarmee zien hoe het hoort. Cd 1 met de originele score omvat 23 tracks en duurt 60:10. Cd 2 met de liedjes heeft ook 23 tracks en duurt 52:02. Oscarhistorie: dit is de tweede nominatie voor Desplat. Twee jaar geleden werd hij voor The Queen genomineerd. DEFIANCE – JAMES NEWTON HOWARD
Beste track: Exodus, het hoofdthema van de film, is een oorstrelende compositie die extra schittert door de ontroerende uitvoering door Joshua Bell.
Algemeen: Howard heeft met vijf scores een productief 2008 achter de rug. Het jaar ervoor was met zes scores nog drukker. Elk van zijn werken is de moeite waard en een bewijs van zijn vakmanschap. Voor de Academy was het vast lastig te moeten kiezen tussen zijn scores voor The Happening en Defiance, maar uiteindelijk viel de keuze op de laatste score. Defiance werd in de pers wel de Schindler’s List van Howard genoemd en deze kwalificatie is niet eens zo vreemd. Defiance is een zogenoemde Holocaustfilm met passende muziek die wordt uitgevoerd door een groot orkest met de bekende violist Joshua Bell in een hoofdrol. De laatste overheerst met zijn prachtige spel praktisch elke track op de cd en lijkt de joodse ziel in de muziek te vertolken. Dit is geen vrolijke
Technische gegevens: 15 tracks, 49:48. Oscarhistorie: dit is alweer de achtste nominatie voor Howard. De vorige ontving hij voor de scores van The Prince of Tides (1991), The Fugitive (1993), My Best Friend´s Wedding (1997), The Village (2004) en Michael Clayton (2007). Daarnaast ontving hij twee nominaties voor liedjes, te weten Look What Love Has Done uit Junior (1994) en For the First Time uit One Fine Day (1996). Beide liedjes schreef hij met anderen samen.
5
MILK – DANNY ELFMAN
is daarmee geknipt als hoofdthema dat de titelfiguur treffend kleurt. Het nummer kent een scheurende sax en drukt ook een zekere trots uit. Technische gegevens: 28 tracks (het cdhoesje vermeldt slechts 26 tracks), 59:05. Zes liedjes waaronder nummers van David Bowie, Sly & the Family Stone en Sylvester gaan aan de originele score – die goed 38 minuten duurt – vooraf. Oscarhistorie: dit is Elfmans vierde nominatie. Eerdere nominaties ontving hij voor Good Will Hunting (1997), Men in Black (1997) en Big Fish (2003). SLUMDOG MILLIONAIRE – A.R. RAHMAN
Algemeen: Elfman schreef een integere, rustige score waarmee hij bewijst ook buiten het universum van Tim Burton zijn mannetje te kunnen staan. De ingetogen muziek verdrinkt niet in pompeuze klanken. De score identificeert zich hoofdzakelijk met het titelpersonage dat van begin tot eind de film domineert en wiens ontwikkeling van passieve toeschouwer tot actieve politicus door Elfman muzikaal wordt ondersteund. De score kent enkele thema’s en klinkt opvallend opgewekt ondanks het dramatische levensverhaal van de betreurde homoactivist. Overdreven dramatisch of zelfs sentimenteel wordt het nergens en dat pleit beslist voor de componist.
Algemeen: Rahman is een relatief onbekende naam buiten India. Voor meer dan 100 Indiase films schreef hij de afgelopen vijftien jaar de muziek. Enige bekendheid verwierf de door hem gescoorde film Lagaan uit 2001 die twee jaar later de Nederlandse bioscopen haalde. Pas recent werkte hij ook voor buitenlandse producties zoals Water (met Mychael Danna, 2005) en in 2007 nog voor Elizabeth: The Golden Age (met Craig Armstrong). De score voor Slumdog Millionaire bestaat praktisch geheel uit liedjes. Drie liedjes zijn niet van de hand
Vernieuwend: de vernieuwing zit hem misschien wel het meest in het feit dat Elfman een beheerste, rijpe score heeft geschreven. Jammer dat hij het een enkele keer niet kan laten een engelenkoor op de achtergrond te laten weerklinken zoals dat in Edward Scissorhands fenomenaal werkte. In de fantasywereld van Burton misstaan de engeltjes niet, bij Milk werkt het enigszins kitscherig. Beste track: Harvey’s Theme. Dit nummer heeft iets triomfantelijks, hoopgevends en 6
van Rahman. Twee ervan stammen van de Britse zangeres M.I.A. die ook het voor een Oscar genomineerde O… Saya zingt met Rahman zelf. Slechts twee tracks zijn puur filmmuziek, de rest bestaat uit composities die zang kennen, wat een Bollywoodfilm nu eenmaal niet vreemd is. De sterk ritmisch bepaalde tracks zijn geschreven in een Indiaas popidioom en nodigen uit tot meezingen dan wel bewegen. Net als de film is de muziek onweerstaanbaar.
voor Wall-E een space opera gecomponeerd. Een rake typering want inderdaad bestaat de score uit knappe melodieën, enkele zangstukken en een prachtig lied als afsluiter. Opmerkelijk is ook het gebruik van stemmen en geluidseffecten (met dank aan geluidsman Ben Burtt) en de van Newman bekende instrumentkeuze. Ondanks de vaak losse stukjes vormt de score toch een coherent geheel met emoties variërend van uitbundigheid tot bescheiden ontroering.
Vernieuwend: zeker als je niet gewend bent aan muziek uit India of van een Bollywoodfilm. Binnen het œuvre van Rahman is dit misschien eerder een doorsneescore. Maar de uitgekiende composities begeleiden de overrompelende film uitstekend en zijn ook los van de film zeer de moeite waard. Stuk voor stuk zijn het goed in het gehoor liggende nummers die verschillende emoties verklanken. Het liefdesthema – Latika’s Theme – is een treffend voorbeeld van Rahmans feilloze beheersing van het componistenvak. Beste track: Mausam & Escape, een van de twee tracks zonder zang op de cd is een pakkende compositie die de flitsend gemonteerde beelden in het begin van de film meesterlijk begeleidt. Het popnummer wordt ondersteund door symfonische klanken die het dreigende geweld in de bewuste scène versterken.
Vernieuwend: niet helemaal. In feite is Wall-E een staalkaart van Newmans inmiddels bekende muzikale vernuft zonder dat hij nieuwe stilistische wegen begaat of onbekende exotische instrumenten inzet. Een enkele keer leunt hij aan tegen de muziek van Richard Strauss, te weten Also sprach Zarathustra, hiermee ongetwijfeld verwijzend naar 2001: A Space Odyssey.
Technische gegevens: 13 tracks, 51:06. Oscarhistorie: dit is de eerste nominatie voor Rahman. Eigenlijk zijn het drie nominaties want voor twee van de drie genomineerde liedjes ontving hij ook een nominatie (steeds met iemand anders).
Beste track: Define Dancing. Dit is vintage Newman: een fraaie melodie, positief stemmend en weelderig uitgevoerd. Kortom, een stimulerende compositie.
WALL-E – THOMAS NEWMAN
Technische gegevens: 38 tracks, 62:09. De cd kent vier liedjes waaronder Down to Earth dat Newman samen met Peter Gabriel schreef.
Algemeen: na Finding Nemo uit 2003 is dit de tweede animatiefilm waarvoor Newman de muziek schreef. Volgens regisseur Andrew Stanton heeft Newman 7
Oscarhistorie: voor Wall-E ontving Newman ook nog een liedjesnominatie (voor Down to Earth). Daarmee komt zijn totaal aan nominaties op tien. Eerdere nominaties ontving hij voor The Shawshank Redemption (1994), Little Women (1994), Unstrung Heroes (1995),
American Beauty (1999), Road to Perdition (2002), Finding Nemo (2003), Lemony Snicket´s A Series of Unfortunate Events (2004) en The Good German (2006).
DE WINNAAR … Na de bekendmaking van de Oscarnominaties in januari jongstleden leek The Curious Case of Benjamin Button enige tijd de gedoodverfde winnaar voor beste filmmuziek. De weken erna kreeg Slumdog Millionaire enkele belangrijke prijzen en groeide de film uit tot grootste kanshebber voor een handvol of meer Oscars. Ook het commerciële succes van de film nam zienderogen toe. Dat componist A.R. Rahman zou meeliften op het alomtegenwoordige succes van de film gaat te ver. Daarvoor zijn de score en de liedjes te sterk. Hun overwinning is – mede door enkele tegenkandidaten in de scorecategorie die misschien iets teveel op de automatische piloot voeren – dan ook terecht. Rahmans songscore is een indrukwekkende prestatie. En het gemak waarmee hij direct na het winnen van de Oscar voor de beste score zijn genomineerde liedjes dansend en vooral zingend ten beste gaf (foto), laat zien dat we te maken hebben met een door de wol geverfde artiest. Indrukwekkend, verfrissend en overtuigend tegelijk. PS 8
ALTIJD OP ZOEK NAAR NIEUWE INSTRUMENTEN INTERVIEW MET MARK KILIAN De Oscar die de Zuid-Afrikaanse film Tsotsi drie jaar geleden won, zette zijn regisseur Gavin Hood volop in de schijnwerpers. Het succes voerde Hood naar Hollywood waar hij zijn opvolger Rendition maakte. Ook Mark Kilian en Paul Hepker, die verantwoordelijk waren voor de originele score voor Tsotsi, volgden hem en schreven een enerverende score voor Rendition. Terwijl Hepker nadien wat in de marge bleef werken, maakte Kilian een sprong voorwaarts met scores voor Before the Rains en Traitor, een thriller die onlangs in Nederland en in België in première ging. Score sprak tijdens de laatste editie van het Filmfestival van Vlaanderen in Gent met de energieke en goedlachse Kilian. In de filmwereld is een handvol Zuid-Afrikanen tot het sterrendom doorgestoten zoals de acteurs Basil Rathbone, Janet Suzman en – recentelijk nog – Charlize Theron, schrijvers als Ronald Harwood en een regisseur als Roger Michell. Die sterrenstatus verwierven ze niet in hun vaderland, maar in Hollywood of Engeland. Zo ook Mark Kilian (foto), een van oorsprong ZuidAfrikaanse componist die alweer ruim tien jaar in Los Angeles woont en werkt. Gevraagd of er in zijn vaderland een filmmuziekscene is, antwoordt hij: ‘Die is erg klein. Meestal richt men de blik op Amerika en Europa. Er zijn maar weinig filmcomponisten werkzaam.’ De wellicht meest bekende Zuid-Afrikaanse filmcomponisten zijn de twee Trevors: Trevor Rabin en Trevor Jones. De laatste is een groot voorbeeld voor Kilian, maar Jones woont al lange tijd niet meer in Zuid-Afrika. Of Kilian hem kent? ‘Ik heb hem gisteren voor ’t eerst ontmoet, hier in Gent! Ik had hem al geruime tijd willen spreken omdat hij een enorme bron van inspiratie vormt. Enkele scores van hem uit de jaren ’80 hebben mij tijdens mijn studie heel erg aangesproken. Het was prachtig om hem gisteren te mogen spreken.’ Mark Kilian werd in 1967 – ‘tijdens de Summer of love’ – in Benoni, dichtbij Johannesburg geboren. Zijn liefde voor muziek begon al op jonge leeftijd toen hij in de ban raakte van diverse muziekgenres zoals rock, jazz en klassiek en de gitaar en de piano begon te bespelen. Deze muziekliefde ontwikkelde zich gestaag net als zijn liefde voor films toen hij jazz studeerde aan de Universiteit van Natal in Durban. Niet veel later volgde een interesse in filmmuziek: ‘Ik besefte toen wat muziek met een film kon doen.’ Een opleiding als filmcomponist heeft hij echter nooit genoten, wel volgde hij colleges compositie bij Jürgen 9
Bräuninger, een van oorsprong Duitse componist die enkele scores had geschreven. Ook schreef Kilian een thesis over filmmuziek. ‘Oorspronkelijk zou de thesis over jazz gaan, maar door mijn interesse in filmmuziek en het feit dat mijn docent Bräuninger filmmuziek had geschreven veranderde ik van onderwerp. Waarna ik het verband tussen geluidseffecten en muziek heb onderzocht.’ De titel van de thesis luidde dan ook The relationship between music and sound effects in contemporary popular Hollywood film. Christopher Young In 1994 vertrok Kilian naar de Verenigde Staten waar hij aan de University of Southern California zijn studie vervolgde. Toen het geld op dreigde te raken, belde hij Christopher Young – naast filmcomponist ook docent aan de universiteit – met de vraag of hij werk voor hem had. ‘Ja, dat had hij! Hij zorgde ervoor dat ik de studie kon afmaken en tegelijk stelde hij me aan als assistent wat ik drie jaar lang ben geweest.ʾ In die laatste hoedanigheid werkte Kilian aan films als Copycat (1995), Species (1995) en Hard Rain (1998). En zo rolde hij de filmwereld in en schreef hij zijn eerste eigen scores voor enkele kleine films als Looking For Bruce (1996) en Lover Girl (1997). Ook werkte hij voor televisie (films en series) en schreef hij muziek voor enkele games en zelfs enkele klassieke stukken. Een volgende belangrijke stap zette hij in 1998 door in dienst te treden van Machine Head, een bedrijf in Venice, Californië, dat muziek bij commercials levert. ʽEen studievriend belde me op een dag en zei dat hij bij een reclamebedrijf werkte. Ik dacht bij mezelf: commercials? Maar hij zei: het verdient goed en je moet in diverse muziekstijlen componeren. Toen ik het bedrijf eenmaal had bezocht, raakte ik snel onder de indruk van de mogelijkheden om in korte tijd en in diverse stijlen te schrijven. Ik heb hier uiteindelijk zes jaar lang gewerkt.ʼ Dit bleek al gauw een ideale leerschool voor de aanstormende componist. ‘Inderdaad betaalde het prima en ik heb er veel geleerd. Kijk, het is interessant om iets in dertig seconden te schrijven waarmee je een bepaalde gedachte moet uitdrukken. Dat vereist een zekere vaardigheid.’ Het componeren voor commercials leverde Kilian een flinke dosis ervaring in het componeren op en tegelijkertijd kon hij zijn stijl verfijnen. ‘Ik zoek steeds naar nieuwe instrumenten die ik nooit eeder heb gebruikt en waarvan ik denk dat ik ze nodig heb voor de te schrijven score. Ik leer mezelf dan het bewuste instrument te bespelen. Op deze wijze componeer ik thema’s bewuster dan wanneer ik achter de piano plaats neem en mijn vingers hun gang maar laat gaan …’
10
Zijn doorbraak als filmcomponist kwam met de score die hij samen met de Zuid-Afrikaan Paul Hepker schreef voor Tsotsi (2005) van regisseur Gavin Hood. Hepker kende hij al langere tijd, beiden speelden in Zuid-Afrika in diverse bands. Hoe raakten ze betrokken bij de film? ‘Gavin was in Los Angeles en ontmoette Paul en mij een paar maal. We spraken over zijn script, maar de opdracht kregen we niet meteen want er waren andere gegadigden die de score wilden doen, vooral in Zuid-Afrika. Daarom besloten Paul en ik naar Zuid-Afrika te vliegen om de opdracht te pakken te krijgen. Die kregen we en daarna werkten we een maand of vier à vijf aan de score in Zuid-Afrika.’ Die relatief lange periode lijkt wat vreemd, aangezien Tsotsi veel bestaande muziek kent van locale artiesten als hip-hop-artiest Zola. Deze muziek is een mengeling van hip-hop en Zuid-Afrikaanse muziek, gezongen/gesproken in een onvervalst dialect. De score van Kilian en Hepker is minder uitbundig en luidruchtig, eerder is sprake van korte nummers die worden gekenmerkt door langgerekte klanktapijten, ondersteund door de zangstem van Vusi Mahlasela. Vóór de opnames Vanaf de eerste opnamedag waren beide componisten betrokken bij de film, en niet alleen als componist. ‘Omdat het een lowbudgetfilm was, was er geen music supervisor evenmin als een music editor; die taken hebben wij allemaal op ons genomen. Tijdens de opnames las Gavin ons voor uit het script en speelde hij scènes voor zodat we wisten hoe een en ander eruit zou komen te zien.’ Ook bij Rendition, de volgende film van Hood die Hepker en Kilian zouden scoren, was deze betrokkenheid vanaf het begin er. Over de samenwerking met Hood is Kilian meer dan tevreden. ‘Gavin is geen muzikant, maar als regisseur voelt hij de emotionele subtekst van de film goed aan en weet hij zodoende goed wat muziek kan toevoegen aan een film, wat de muziek uiteindelijk dient uit te drukken in de film. Hij heeft echt een passie voor muziek en het is prachtig als een regisseur die hartstocht heeft.’ Het wereldwijde success van Tsotsi straalde ook af op Kilian en Hepker. De Oscar betekende niet alleen meer opdrachten. Kilian: ‘Niet eens zozeer meer opdrachten, maar eerder meer bekendheid. Als ze me vragen wat ik gedaan heb en ik noem Tsotsi en vooral de Oscar, hebben ze beslist meer interesse in mij. Het visitekaartje is groter geworden (lacht).’ Was de score voor Tsotsi behoorlijk ondergesneeuwd door de vele nummers van Zola, hun volgende gezamenlijke score was een volwaardiger product. Rendition (2007) was een grote Amerikaanse productie met wereldsterren als Reese Witherspoon, Jake Gyllenhaal, Meryl Streep en Alan Arkin in de hoofdrollen. Net als bij voorganger Tostsi werden beide componisten vanaf het begin bij de film betrokken. Veel opnames vonden plaats in Marokko en hier deden Hepker en Kilian research naar plaatselijke muziek. Op de vraag wiens idee dat laatste was, antwoordt Kilian: ‘Dat was Gavins idee. Toen hij in Marokko aan het filmen was zei hij tegen ons: Bekijk de filmopnames hier en begin dan ook maar vast met de 11
muziekopnames. We hebben de score toen ontworpen, ook al bevonden we ons nog aan het begin van het project.’ De even melodieuze als ritmische score kent behoorlijk wat momenten met wereldmuziek. Volgens Kilian is dat niet vreemd want ‘wereldmuziek is altijd een deel van mijn muzikale bestaan en mijn ontwikkeling geweest. Ik was eigenlijk geen klassiek componist. Ik deed vooral jazz, hoewel ik nooit de voorkeur aan één speciale muziekstijl heb gegeven. Ik heb altijd een grote affiniteit gehad met muziek die elementen van crossover heeft. Het heeft ook allemaal te maken met mijn Zuid-Afrikaanse roots, de tribale en culturele tradities van het land.’ Nominatie De samenwerking met Paul Hepker had Kilian stevig op de kaart gezet. Zijn volgende (solo)project betrof een Indiase film, getiteld Before the Rains. Regisseur was Santosh Sivan die hem naar India haalde. Voor Kilian was deze film een droom die in vervulling ging. ‘Dit was het soort film die ik gedurende lange tijd heb willen doen. Ik heb gestudeerd in Durban en daar is een enorme Indiase gemeenschap. Destijds heb ik de geluidmix gedaan voor alle concerten op de universiteit. Veel van die concerten waren klassiek Indiaas en deze muziek vormde ook een onderdeel van mijn studie. Niet verwonderlijk dus dat ik van Indiase muziek evenals de cultuur houd.’ Deze blijdschap werd nog eens extra vergroot toen Kilian vorig jaar een nominatie voor de World Soundtrack Awards ontving voor de score van Before the Rains. ‘Ik was aangenaam verrast. Ik had wel iets gehoord van het Filmfestival van Gent, maar dat er een prijs was voor filmmuziek, wist ik niet.’ En zo reisde hij voor het eerst van zijn leven naar België. Helaas is het bij een nominatie gebleven, maar zijn bekendheid in kringen van filmmuziek is in ieder geval weer wat groter geworden. 2007 was een druk jaar voor Kilian. Behalve Rendition en Before the Rains werkte hij – ditmaal weer met Paul Hepker – voor een coproductie tussen Zuid-Afrika en Nederland. The Bird Can’t Fly was een magisch/realistisch drama van de Nederlandse toneelregisseuse Threes Anna. Hepker en Kilian stonden voor een nieuwe uitdaging. ‘De film is visueel gezien erg avant-gardistisch. Zo moest de muziek beslist ook klinken. De score is erg etnisch, erg sfeervol maar niet geworteld in Zuid-Afrikaanse muziek of enige andere soort muziek. In feite is het erg emotionele muziek geworden.’
12
Diverse stijlen Kilians enige film in 2008 was de actiethriller Traitor ¹ van Jeffrey Nachmanoff met Don Cheadle (foto) in de hoofdrol. Hoe hij betrokken raakte bij deze film, wil hij graag toelichten: ‘De reden waarom ik deze opdracht heb gekregen was in de eerste plaats omdat ik muziek had geschreven nog voordat het project van start ging. De manier waarop ik percussie mengde met de etnische instrumentatie sprak de regisseur aan. Ik denk dat hij deze mix geschikt vond want vanaf het begin zag hij de film niet louter als een actiefilm.’ Het naast elkaar gebruiken van diverse stijlen lijkt Kilians handelsmerk te zijn. ‘Misschien wordt dit mijn handelsmerk. Het boeit me nu eenmaal om verschillende soorten muziek met elkaar te mixen. Ik zie graag dat barrières worden geslecht, dat is het meest opwindende voor mij. De muziek van Traitor is als een personage. Muziek kan veel gedaantes hebben in een film en als muziek een karakter is dat de film iets extra’s geeft, dan pakt mij dat enorm.’
Over een nieuwe samenwerking met Gavin Hood laat Kilian weinig los. Hood legt momenteel de laatste hand aan Wolverine, de vierde aflevering uit de populaire X-Men-reeks. Voor deze film heeft Harry Gregson-Williams de muziek geschreven. ‘Paul en ik konden helaas niet meedoen. Maar ik weet zeker dat we ooit weer met Gavin zullen samenwerken.’ Kilian wordt deze zomer pas 42 en heeft inmiddels voldoende ervaring opgedaan om nog decennialang filmmuziek van wereldallure te schrijven. PS ¹ Zie ook de cd-recensie van Traitor op pagina 18.
13
BOEKBESPREKING:
AUTOBIOGRAFIE VAN LALO SCHIFRIN
Afgelopen zomer verscheen de autobiografie van Lalo Schifrin. In ruim 200 pagina’s komt zijn leven voorbij en kunnen we lezen wat voor een schat aan composities uit zijn componistenpen is gevloeid gedurende een carrière die ruim een halve eeuw heeft geduurd. De bruggenbouwer tussen jazz en klassiek was ook een verdienstelijk film- en televisiecomponist en al deze muziekstijlen passeren de revue in dit vlot geschreven boek waarbij de Argentijnse grootmeester werd bijgestaan door de Engelse jazzkenner Richard Palmer. jeugd en onderwijs in Buenos Aires, waar hij in 1932 werd geboren. Zijn voorliefde voor zowel jazz als klassiek stamt reeds uit deze Argentijnse jaren. Met een beurs vertrekt hij in 1952 richting Parijs waar hij enkele jaren studeert, onder meer onder Olivier Messiaen. Dat waren vormende jaren net zoals de periode erna, wanneer hij in de Verenigde Staten de jazzwereld leert kennen. Als pianist in de band van Dizzy Gillespie leert hij het vak van componist, arrangeur en muzikant. Deze pioniersjaren komen uitvoerig aan bod en Schifrin schrijft er met enige heimwee over. Een volgende episode betreft zijn vak van componist voor film en televisie. In slechts zeventien pagina’s lezen we over zijn scores voor films als The Cincinnati Kid en uiteraard de tv-serie die hem onsterfelijk heeft gemaakt: Mission Impossible. Dit gedeelte is meteen het zwakste gedeelte van het boek want veel komen we niet te weten over zijn reilen en zeilen als componist van filmmuziek. Wel vertelt hij hoe een dagindeling eruitzag tijdens het scoren, maar de ins & outs van deze discipline blijven grotendeels achterwege. Ook doet hij een boekje open over zijn turbulente betrokkenheid bij The Exorcist. Zijn score werd door regisseur William Friedkin afgewezen en Schifrin laat zijn licht schijnen op deze onverkwikkelijke gebeurtenis.
Mission Impossible: My Life in Music, zoals de autobiografie heet, verscheen in de serie Studies in Jazz, een reeks over jazzmusici van uitgeverij Scarecrow. Deze Amerikaanse uitgever is geen onbekende op filmmuziekgebied, getuige de fraaie serie monografieën die het afgelopen decennium verscheen over legendarische scores als The Good, the Bad and the Ugly, The English Patient en recentelijk nog The Ice Storm. Het feit dat de autobiografie van Schifrin in een jazzreeks is verschenen zou de indruk kunnen wekken dat hij louter in de jazzhoek past, maar daar is beslist geen sprake van. Schifrin heeft tal van sporen verdiend op meerdere muziekterreinen en dat valt aan de inhoudsopgave meteen op. Hij begint zijn relaas met zijn geboorte,
Gelukkig volgt dan een langere passage waarin Schifrin wellicht zijn grootste gewicht heeft gelegd, namelijk de compositie van klassieke werken. In deze 14
wereld belandde hij als man van middelbare leeftijd en hier is de wisselwerking met het publiek voor hem doorslaggevend. Daarnaast blijkt ook op dit gebied een belangrijke drijfveer van de man te liggen en dat is de relatie met de historie of zoals hij het zelf schrijft: We reizen met Schifrin mee over de hele wereld. Overal wil men een voor de gelegenheid gemaakte compositie van hem horen en dat schept verplichtingen van Hawaii tot Oman en van Parijs tot Mexico. In dit laatste land had Schifrin wellicht zijn finest hour met het grootse Cantos Aztecas, een door hem gecomponeerd opera-achtig klassiek werk met zang van Plácido Domingo dat wortelde in de LatijnsAmerikaanse cultuur, zowel muzikaal als tekstueel.
samenwerking met de groten uit vooral de muziekwereld. Sommige anekdotes zijn humoristisch en raak, maar een enkele keer is het allemaal wat te gezapig en flauwtjes. Daartegenover staan de betere passages over de jazzjaren en de klassieke werken. Het zal de Schifrinfans dan ook niet verbazen dat zijn jarenlange streven om jazz en klassiek met elkaar te verbinden uitgebreid aandacht krijgt en daar kan niemand wat tegen hebben. Immers, Schifrin heeft op dit gebied als bruggenbouwer veel goeds bereikt zoals zijn serie Jazz Meets the Symphony onmiskenbaar heeft bewezen. Dat iedereen wegloopt met deze immer bescheiden, innemende componist is dan misschien nog zijn grootste wapenfeit. Mission Impossible: My Life in Music. Lalo Schifrin en Richard Palmer. Scarecrow Press, INC., Lanham, Maryland, 2008. ISBN: 9780810859463, 219 blz. Prijs: $ 29,30. Het boek bevat een ruim 70 minuten durende cd met vooral jazzcomposities. PS
Mission Impossible: My Life in Music kent zwakke en – gelukkig – meer sterke punten. Zoals gezegd komt de filmmuziek er wat bekaaid af. Ook enigszins storend zijn de anekdotes die Schifrin in elk hoofdstuk vertelt. Het betreft dan een ontmoeting met een beroemdheid of de
BOEKBESPREKING:
UPDATE BOEK JOHN BARRY In 1998 zag een uitermate fraai boek over John Barry, getiteld John Barry: A Life in Music (zie Score 110) het licht. Precies tien jaar later verscheen een nieuwe versie van dit boek, nu onder de titel John Barry – The Man With the Midas Touch. Het nog steeds rijk geïllustreerde boek is geen diepzinnige beschouwing van Barry´s leven en werk. Wel bevat het een uitstekende disco- en filmografie en komen al zijn scores kort aan de beurt, waarbij het niemand zal verwonderen dat de Bondmuziek (nog steeds) een speciaal hoofdstuk heeft. Geoff Leonard, Pete Walker en Gareth Bramley verrasten vriend en vijand met het vooral door de (kleuren)illustraties opvallende boek dat wellicht – wat oneerbiedig – een koffietabelboekkarakter 15
had. Na tien jaar leek het de heren gepast om een update van hun werk het levenslicht te laten zien. Dit heuglijke feit zou dan moeten plaatsvinden in het jaar 2007 wat niet zonder reden is natuurlijk, getuige de laatste drie cijfers 007. Echter, het lukte hen niet deze deadline te halen en aldus kwam het boek afgelopen najaar uit ter gelegenheid van de 75ste verjaardag van Barry. De ondertitel The Man With the Midas Touch refereert natuurlijk aan de tekst van de ultieme Bondsong Goldfinger. Barry´s baanbrekende Bondscores behouden dan ook in de nieuwe versie een apart hoofdstuk.
korte hoofdstukken toegevoegd zoals een voorwoord van Don Black, enkele persoonlijke tributes en een nawoord. Helaas zijn er ook enkele veranderingen die minder goed uitpakken. Zo ontbreken zestien pagina´s met kleurenhoezen van lp´s en cd´s uit Barry´s rijke œuvre evenals kleurenposters van films waarvoor hij de muziek schreef en enkele kleurenportretten. Die maakten het oude boek tot een feest voor de ogen. Ook was de kwaliteit van het papier elf jaar geleden iets beter dan nu. Maar wat is gebleven zijn de bijna 50 pagina´s met alle werken van Barry. Veel is hier helaas niet bijgekomen want slechts twee scores heeft de man geschreven na 1998: Playing by Heart en zijn voorlopige zwanenzang Enigma uit 2001. Voor een definitieve (auto)biografie moeten we nog even wachten. Dat alles neemt niet weg dat The Man With the Midas Touch voor eenieder die John Barry een warm hart toedraagt een aangename aanschaf zal blijken te zijn. En zolang het pond dicht bij de euro blijft, is de prijs in ieder geval geen excuus om het boek links te laten liggen.
Veel significante veranderingen zijn er overigens niet. In grote lijnen volgt The Man With the Midas Touch de inhoud van zijn voorganger. Uiteraard passeren belangrijke gebeurtenissen uit Barry´s leven na 1998 de revue zoals de door hem gedirigeerde concerten, de Bondrechtszaak uit 2001, de opvoering van Brighton Rock in Londen in 2004 en de toekenning van enkele belangrijke onderscheidingen zoals de Fellowship Award in 2005. Verder staan er enkele nieuwe foto´s van de Engelsman in het boek en hebben de auteurs enkele hoofdstukken ververst zoals dat over regisseur Bryan Forbes met wie Barry in de jaren ´60 veelvuldig heeft samengewerkt. Ten slotte zijn er enkele
John Barry – The Man With the Midas Touch. Geoff Leonard, Pete Walker, Gareth Bramley. Redcliff Press Ltd, Bristol, 2008. ISBN: 978904537779, 304 blz. Prijs: £ 19,99.
PS
16
CD-RECENSIES TWISTED NERVE / THE BRIDE WORE BLACK Kritzerland KR 20012-0 12 tracks, 28:33 Op de valreep van 2008, precies 40 jaar nadat de films Twisted Nerve en La mariée était en noir – de oorspronkelijke titel van The Bride Wore Black – verschenen, komt cd-label Kritzerland met een cd waarop de scores voor beide films staan. Niemand minder dan Bernard Herrmann – in 1968 in de nadagen van zijn carrière – schreef de scores voor beide thrillers. Enkele decennia terug werden de scores reeds op lp uitgebracht, maar een cduitgave was er tot nu toe niet. Twisted Nerve is een film van de Engelse Boulting tweeling met Hayley Mills en Hywel Bennett in de hoofdrollen. De acht korte tracks duren in totaal goed achttien minuten. Dit scoregedeelte begint met het hoofdthema dat wordt gefloten tegen de achtergrond van een bescheiden orkest. Iedereen kent het inmiddels uit Kill Bill: Vol. 1 waar het een opvallende plaats inneemt in de door regisseur Tarantino gerecyclede score. Het thema keert enkele keren terug, nu eens luchtig dan weer in een jazzjasje gestoken. Met enkele andere thema’s dient de score klaarblijkelijk het getroubleerde gemoed van hoofdrolspeler Martin te benadrukken. Herrmann slaagt daar moeiteloos in door de score soms een droomachtige, rondtollende uitstraling te geven à la Vertigo. Fraaiste track is Swimming, in feite een medley van alle thema’s met een opvallende rol voor enkele blaasinstrumenten en de harp. De laatste track The Twisted Nerve is het hoofdthema, andermaal gefloten en gestoken in een heus poparrangement waarmee Herrmann destijds zo de hitparade in had gekund. Een leuke revanche op Hitchcock. La mariée était en noir was een film van François Truffaut die hiermee een hommage bracht aan zijn grote voorbeeld Hitchcock. Dankzij onder meer de score van Herrmann is hij daar uitstekend in geslaagd. Slechts vier tracks staan er op deze cd die samen goed tien minuten duren. Ondanks deze korte duur komt Herrmann snel ter zake en creëert hij feilloos een beklemmende sfeer. Ook is er een speelse track (Cookie) voor de scène waarin hoofdrolspeelster Julie (Jeanne Moreau) met het zoontje van een van haar prooien speelt. Hoogtepunt is Mariage de Julie waarin Herrmann op meesterlijke wijze de dreiging van de moord naar een ongekende hoogte weet op te stuwen. Dit is een briljant staaltje van orkestratie waarbij diverse solo-instrumenten de revue passeren en elk op hun wijze de handeling sturen. De cd verscheen in een beperkte oplage en is inmiddels uitverkocht. Helaas, want ondanks de zeer korte duur vormen de kleine, bescheiden scores voor deze ver van Hollywood geproduceerde films een inmiddels onmiskenbaar bewijs van Herrmanns ongeëvenaarde vakmanschap. PS 17
TRAITOR Varèse Sarabande 3020669212 25 tracks, 56:06 Traitor is een actiefilm van Jeffrey Nachmanoff met Don Cheadle in de hoofdrol. De thriller speelt op diverse continenten en kent een pulserende score die wordt gedomineerd door drums en andere etnische percussie-instrumenten. Verantwoordelijk voor de soms opzwepende score is de Zuid-Afrikaanse filmcomponist Mark Kilian. Naast veelvuldige gebruikmaking van percussie valt ook het gebruik van instrumenten uit het MiddenOosten op zoals de ud (de voorloper van de luit) en de ney (een lange fluit gemaakt van riet). Dat de klankkleur niet al te etnisch wordt is vooral te danken aan het feit dat Kilian ook westerse muziek in de vorm van symfonische klanken en elektronische beats paart aan de wereldmuziek. Spanning die nu eenmaal een vereiste is van een thriller creëert hij door de drums die soms angstaanjagend klinken zoals in het nummer Walk to Carter. Meer rustige stukken dienen om de gemoedstoestand en sfeer van het verdere gebeuren te kleuren zoals het sterke Traitor thema. Twee liedjes op tekst van Marcel Adjibi passen naadloos in de gehele score en zijn er niet met de haren bijgesleept wat zo vaak het geval is in hedendaagse films. Kilian heeft twee muziekculturen prima met elkaar in verbinding gebracht en past daarmee in de post 9/11-traditie waarin muziek dan wel instrumenten uit het Midden-Oosten worden gebruikt. PS IL DIVO Universal Music Italia 5309448 20 tracks, 64:28 Il Divo is een film van Paolo Sorrentino die gaat over het leven van de bekende Italiaanse politicus Giulio Andreotti. De score werd geschreven door de bij ons tamelijk onbekende Italiaanse filmcomponist Teho Teardo die vanaf het begin van deze eeuw een dozijn films van muziek heeft voorzien. De cd begint met een gedragen compositie in kleine orkestbezetting. Lage strijkers domineren het nummer dat verder door getokkel op snaarinstrumenten opvalt. Dit wordt geen vrolijke score en na enkele tracks blijkt dit vermoeden te kloppen. Het kleinschalige karakter van de openingnummers geldt ook voor de rest van de score. De cello treedt enkele malen als soloinstrument op de voorgrond evenals de gitaar die door de componist wordt bespeeld in het aansprekende Che cosa ricordare di lei? Ondanks de vaak sombere klankkleur weten de diverse thema’s te imponeren. Teardo houdt het ingetogen door eenvoudige composities in te zetten, maar hij weet hier wel een sfeer van dreiging en benauwing mee op te roepen. Teardo is een componist om rekening mee te houden. De cd kent naast de originele score enkele klassieke en populaire nummers. PS 18
CHE Varèse Sarabande 3020669292 21 tracks, 58:25 Alberto Iglesias lijkt de uitgelezen componist voor dit epos van Steven Soderbergh. De eerste track van de cd – Ese hombre es el Che Guevara geheten – is een kale compositie met een prominente rol voor de akoestische gitaar. Gaandeweg de cd horen we composities die net zo spaarzaam zijn met instrumenten. Ook betreft het vaak lang aangehouden klanken die nauwelijks een melodie kennen en soms meer op geluiden lijken. Langzaamaan ontwikkelen zich uit deze collectie geluiden een of meer melodielijnen en krijgen de nummers een afgeronder geheel zoals in het stemmige March en het fraaie Political Skills. Iglesias weet met deze muziek een exotische, licht dreigende sfeer op te roepen. De tocht door Guevaras leven eindigt op cd in de finale scoretrack La Higuera, October 9, 1967. Het nummer begint met ijle, angstaanjagende klanken en gaat daarna ongemerkt over in het prachtige hoofdthema, ditmaal uitgevoerd door een breed orkest met het karakter van een requiem. Twee liederen sluiten de cd af, een van Mercedes Sosa en een van Silvio Rodriguez. De score is bij de eerste beluistering nogal ongenaakbaar, maar na enkele luistersessies begint de muziek steeds meer te intrigeren. Dit is geen traditionele score, wel een gedurfde nieuwe dimensie binnen het werk van Spanjes wellicht meest vooraanstaande componist van filmmuziek van dit moment. PS
19