N E G E W L E N S S T E I met F g e w l e n s s t e ukje fi Bouw uw st eun t s e l a i c n i v o pr
ale besturen k lo r o o v s ubsidie Provinciale s ren aat-bouwhe id d n a k re e and
en
Inhoudstafel
Kwaliteit en veiligheid doen fietsen
Voorwoord Kwaliteit en veiligeheid doen fietsen.
3
Fietssnelwegen in Vlaams-Brabant Waar liggen ze .. en kunt u er subsidies voor krijgen?
4
Het Vlaams-Brabantse fietssnelwegennetwerk
6
Krijg uw fietssnelweg tot 100% gesubsidieerd Overzicht van subsidiemogelijkheden.
8
Een fietssnelweg in uw gemeente Snel op weg met een handig 10-stappenplan
10
Kwaliteitscriteria voor fietssnelwegen
14
Het reglement Provinciaal reglement voor het toekennen van subsidies voor de aanleg en herinrichting van fietssnelwegen
18
Nominatieve subsidie: een aanpak op maat Als een project niet in het subsidiekader past...
21
Goed om weten Subsidieregeling fietssnelwegen: veelgestelde vragen
22
Meer info
24
COLOFON - Deze brochure werd uitgegeven door de provincie Vlaams-Brabant in opdracht van de deputatie. Redactie: dienst mobiliteit, Provincie Vlaams-Brabant / Vormgeving: grafische cel, Provincie Vlaams-Brabant Foto’s: Lander Loeckx / Druk: drukkerij Steylaerts / Oplage: 300 / v.u.: Provincie Vlaams-Brabant, Provincieplein 1, 3010 Leuven Februari 2014 / D/2014/8495/01
2
In 2012 voerden we een onderzoek naar het fietsgebruik en de fietservaring op de fietssnelweg tussen Leuven en Brussel. Wat bleek? De gebruikers van de fietssnelweg fietsen vaker dan de gemiddelde Vlaming. Ze fietsen bovendien ook langere afstanden. En ze zijn enthousiast over de fietssnelweg. Dat blijkt uit de hoge tevredenheidsscore die ze de fietssnelweg gaven. Velen geven bovendien aan dat de fiets voor hen een waardig alternatief is voor de auto: aangenamer, soms sneller en in ieder geval gezonder. Kortom: goede en veilige infrastructuur doet fietsen! FIETSEN ZONDER REMMEN De provincie schakelt met haar fietsbeleid daarom een tandje hoger. Naast de volgehouden inspanningen om het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (BFF) in onze provincie te verbeteren en te vervolledigen, trekken we nu ook volop de kaart van de fietssnelwegen: snelle, veilige en comfortabele fietsverbindingen tussen locaties met een hoog fietspotentieel. Daarom tekenden we, samen met het Vlaamse en Brusselse Gewest, 15 grotendeels nog te realiseren fietssnelwegen uit in de Vlaamse rand en Brussel. Daar is het mobiliteitsprobleem nijpender dan elders en het fietspotentieel groter dan in de rest van de provincie. De meerderheid van de verplaatsingen door de inwoners gebeurt er nu met de auto en is korter dan 5 kilometer. Een uiterst befietsbare afstand! Met investeringen in fietssnelwegen willen we in deze regio een omslag maken naar meer fietsverplaatsingen. Aan de oostelijke zijde van de provincie is de mobiliteitssituatie anders dan in de Brusselse regio, maar ook hier kan het aandeel fietsers nog flink groeien. Daarom zetten we ook in op fietssnelwegen tussen de grotere Oost-Brabantse steden Leuven, Tienen, Aarschot en Diest.
Start nu een fietssnelwegproject op en kom zo in aanmerking voor een volledige subsidiëring van uw stukje fietssnelweg. SNELLE REALISATIE Ruim 190 kilometer fietssnelweg ligt er op het ‘to do’-stapeltje in Vlaams-Brabant. Ambitieus, maar broodnodig. Daarom trekt provincie Vlaams-Brabant jaarlijks, tot en met 2018, een ruim budget uit om gemeenten en andere bouwheren te ondersteunen bij het realiseren van fietssnelwegen: tot 100% subsidies kunnen er uitgedeeld worden voor een project, zowel voor de studiefase als voor de aanlegfase. In deze brochure leest u er alles over. BOUW MEE! Loopt er door uw gemeente een toekomstige fietssnelweg? Aarzel dan niet om contact op te nemen met ons. Maak van onze subsidiemogelijkheden gebruik om nu uw project op te starten en geniet zo van de subsidiëring van uw stukje fietssnelweg!
Tom Dehaene Gedeputeerde voor mobiliteit Provincie Vlaams-Brabant 3
Fietssnelwegen in Vlaams-Brabant Waar liggen ze… en kunt u er subsidies voor krijgen? Een nieuw fenomeen in het Vlaamse en Vlaams-Brabantse fietsbeleid zijn de fietssnelwegen: goede, veilige en snelle verbindingen tussen steden en tussen woon- en werklocaties. De fietssnelwegen moeten werknemers die op fietsbare afstand wonen, stimuleren om de fiets te nemen naar het werk.
Vlaams-Brabant focust de komende jaren voornamelijk op fietsverbindingen tussen tewerkstellingspool Brussel en de Vlaamse Rand en tussen de grotere steden Leuven, Aarschot, Diest en Tienen. Ambitie is een netwerk van fietssnelwegen die woon- en werkkernen met elkaar verbinden, waarbij een fietsafstand van 15-20 kilometer haalbaar is. FIETSSNELWEGEN IN DE VLAAMSE RAND In 2012 voerde Vlaams-Brabant, samen met het Vlaamse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest een studie uit om fietsassen met een hoog potentieel uit te tekenen in de Vlaamse Rand en Brussel – het fietsGEN, als aanvulling op het (openbaarvervoer)GEN. Het resultaat zijn 15 fietssnelwegen, grotendeels nog te realiseren, die de Vlaamse Rand en Brussel met elkaar verbinden. Ze lopen tot zo’n 15 kilometer buiten het centrum van Brussel. Deze afstand werd gekozen omdat binnen deze straal het grootste fietspotentieel zit. Deze fietssnelwegen worden nu stap voor stap gerealiseerd. Vier routes kregen de hoogste prioriteit: de route Asse/Dilbeek-Brussel, de route langs het kanaal van Halle via Brussel naar Vilvoorde/Grimbergen, de route langs de spoorlijn van Leuven tot Brussel en de route tussen Mechelen en Vilvoorde.
4
FIETSSNELWEGEN IN ARRONDISSEMENT LEUVEN Ook in het arrondissement Leuven werden enkele fietssnelwegen uitgetekend. Via deze snelwegen worden de grootste steden van het arrondissement met elkaar verbonden: Diest krijgt een snelle fietsverbinding met Aarschot, terwijl Leuven via een fietssnelweg verbonden wordt met Tienen en Aarschot.
SUBSIDIES VOOR UW GEMEENTE? Loopt er een wenslijn voor een fietssnelweg door uw gemeente? Maak dan nu gebruik van de gunstige subsidiemechanismen die de provincie aanbiedt. Met een minimum aan kosten krijgt u zo een stukje fietssnelweg cadeau. De subsidieregeling voor fietsinfrastructuur op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk blijft uiteraard bestaan!
5
t an he atie V realis lokaal tief BoVen eel en recrea
Het Vlaams-Brabantse fietssnelwegennetwerk
HET BOVENLOKAAL FUNCTIONEEL EN RECREATIEF FIETSROUTENETWERK
n functio netwerk s tsfond ute fietsro suBsidiereglementen - fie ciale
proVin
Geen fietssnelweg in uw gemeente? Investeer in fietsinfrastructuur op het bovenlokaal functioneel of recreatief fietsnetwerk! Ook hiervoor zijn subsidies mogelijk. Lees meer op www.vlaamsbrabant.be/fiets. Hier kunt u de brochure ‘Bovenlokaal functioneel en recreatief fietsnetwerk’ downloaden. Liever een gedrukte versie? Vraag ze aan via www.vlaamsbrabant.be/publicaties > ‘verkeer en mobiliteit’.
Deze kaart geeft u een overzicht van de fietssnelwegen die de provincie samen met de gemeenten wil realiseren of verbeteren en waarvoor extra subsidies kunnen verkregen worden. Sommige fietssnelwegen of delen ervan zijn reeds befietsbaar, andere stukken moeten nog volledig gerealiseerd worden. Deze kaart geeft dus een beeld van het gewenste netwerk* en niet van het gerealiseerde netwerk.
27/05/2013 16:33:15
ch-013.indd
fietsroutenetwerk-bro
1
Kappele-op den-Bos Begijnendijk Londerzeel
Diest
Zemst Boortmeerbeek
Merchtem
Aarschot
Haacht
ScherpenheuvelZichem
Opwijk Meise Wemmel
Rotselaar
Grimbergen Vilvoorde Machelen Steenokkerzeel
Asse
Herent
Holsbeek
Zaventem Kortenberg Kraainem
Leuven
Bierbeek Boutersem
Dilbeek Liedekerke
Tienen Tervuren
TIP! Wilt u deze wenslijnen meer in detail raadplegen? Surf dan naar www.vlaamsbrabant.be/ fietssnelwegen en raadpleeg het geoloket Mobiliteit.
Sint-Pieters-Leeuw
Hoegaarden
Drogenbos Beersel
Fietssnelwegen met hoge prioriteit: 100% subsidie voor studie en ontwerp; 100% subsidie voor aanleg. Fietssnelwegen met normale prioriteit: 40% subsidie voor studie en ontwerp; 100% subsidie voor aanleg. Non-stop-hoofdroutes in het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk: 0% subsidie voor studie en ontwerp; 80% subsidie voor aanleg (Fietsfonds).
Hoeilaart
Linkebeek Meer over de mogelijke subsidies: zie blz. 8
Halle
Sint-Genesius -Rode
* De trajecten of exacte ligging van de fietssnelwegen kunnen nog wijzigen n.a.v. trajectstudies in functie van de realisatie van de afzonderlijke fietssnelwegen. Bron: ©NAVSTREETS Raster, versie 2012.3, NAVTEQ. (GDI Vlaanderen)
6
7
Krijg uw fietssnelweg tot 100% gesubsidieerd! Overzicht van de subsidiemogelijkheden De provincie wil de realisatie van fietssnelwegen aanmoedigen. Daarom voorziet ze een aparte subsidieregeling, met hogere subsidiebedragen dan voor Fietsfondsdossiers en met de mogelijkheid om ook de ontwerpfase te subsidiëren. Zodat niets uw gemeente nog in de weg staat om met uw stukje fietssnelweg aan de slag te gaan!
SUBSIDIE VOOR HET ONTWERP VAN FIETSSNELWEGEN Als uw gemeente werk maakt van een stukje fietssnelweg, kan uw gemeente, afhankelijk van de prioriteit van de route (zie kaart blz. 6-7), provinciale subsidies krijgen om de kosten voor de opmaak van de ontwerpstudie volledig of voor 40% te dekken. Dit gebeurt, omwille van administratieve vereenvoudiging, door een vast percentage uit te betalen, berekend op de subsidiabele kosten voor de uitvoering/aanleg van de infrastructuur. Een subsidie voor de honoraria voor de studie en de leiding van de werken voor fietssnelwegen, de veiligheidscoördinatie, het milieuhygiënisch en geotechnisch bodemonderzoek, opmaak van de rooilijnenplannen of het grondinnemingsplan en de proefkosten. Toekenbaar aan gemeenten en autonome gemeentelijke overheidsbedrijven. Ook gemeenten die het ontwerp zelf uitvoeren kunnen de subsidie ontvangen. De subsidie bedraagt max. 10% van de aanlegkosten voor de fietssnelwegen met hoge prioriteit en max. 4% van de aanlegkosten voor de fietssnelwegen met normale prioriteit. Non-stop-hoofdroutes (BFF) komen niet in aanmerking voor deze subsidie.
AANLEG VAN SUBSIDIE VOOR DE AANLEG VANFIETSSNELWEGEN FIETSSNELWEGEN Afhankelijk van de prioriteit van de fietssnelweg (zie kaart blz. 6-7) heeft uw gemeente recht op 100% of 80% subsidies voor de uitvoering van de werken. Dat betekent dat 100% of 80%* van de subsidiabele posten terugbetaald worden aan uw gemeente als uw project voldoet aan de vereiste kwaliteitscriteria (zie blz. 14). Heel wat posten komen in aanmerking voor de berekening van de subsidie: de volledige aanleg van de verharding, de verlichting, de signalisatie … De belangrijkste niet-subsidiabele posten zijn onteigeningen, straatmeubilair (bankjes, vuilnisbakken…) en de aanleg van voetpaden. Ook kosten voor werken die niet strikt bij de fietsinfrastructuur horen (bijv. de heraanleg van de autoweg) worden uiteraard niet gesubsidieerd. Meer details over de toegelaten posten vindt u in het reglement (zie blz. 18-19). Een subsidie voor de aanleg van fietsinfrastructuur op fietssnelwegen. Toekenbaar aan gemeenten en autonome gemeentelijke overheidsbedrijven.
SUBSIDIE VOOR STRATEGISCHE SCHAKELS EN INNOVATIEVE MAATREGELEN Wil uw gemeente werken uitvoeren die niet subsidiabel zijn volgens bovenstaande subsidies? Bent u een organisatie of onderneming die niet begunstigd kan worden met bovenstaande subsidies? Dan biedt deze subsidie mogelijk een uitweg. Het is een nominatieve subsidie: ze wordt door de deputatie al dan niet toegekend na het bestuderen van de plannen, de argumentatie en de noodzaak en past in een ‘aanpak om maat’. Meer informatie over deze subsidie en het kader waarin ze kan toegekend worden, leest u op blz. 21. Nominatieve subsidie voor de aanleg van fietsinfrastructuur en fietsmaatregelen die niet binnen een reglement passen. Toekenbaar aan gemeenten, autonome gemeentelijke overheidsbedrijven, overige overheden, organisaties en ondernemingen. Geen vaste subsidiepercentages, aanpak op maat.
100%* subsidiëring voor de subsidiabele posten voor fietssnelwegen met normale en hoge prioriteit. De non-stop-hoofdroutes in het BFF krijgen 80%* subsidiëring voor de subsidiabele posten (Fietsfondssubsidieregeling). *De uitbetaling gebeurt door de provincie Vlaams-Brabant die nadien een gedeelte terugvordert bij het Vlaamse Gewest. In totaal wordt 40 % door het Vlaamse Gewest betaald en de overige 40 of 60% door de provincie Vlaams-Brabant.
START NU UW PROJECT OP! Hou er rekening mee dat de subsidieaanvraag van uw gemeente goedgekeurd moet zijn ten laatste eind 2017 door de deputatie als u een beroep wil doen op de verhoogde subsidies.
8
9
STAP
4
Een fietssnelweg in uw gemeente?
OPMAAK PROJECTNOTA EN GOEDKEURING KWALITEITSADVISEUR
STAP
3
Maak de projectnota op en leg hem voor op de Gemeentelijke Begeleidings Commissie (GBC).
Snel op weg met een handig 10-stappenplan
OPSTART VAN DE STUDIE- EN ONTWERPOPDRACHT: STARTNOTA
Daarna vraagt u een advies aan de kwaliteitsadviseur of licht u uw project toe op een Regionale Mobiliteitscommissie (RMC). Het advies moet gunstig zijn om naar de volgende stap te kunnen overgaan.
Loopt er een te realiseren fietssnelweg in uw gemeente? En uw gemeente wil nu de kans grijpen om (een deel van) het traject aan te leggen, met de extra financiële middelen die tot 2018 ter beschikking zijn? Dan vindt u hieronder de stappen die uw gemeente moet volgen.
Uw gemeente stelt een ontwerpbureau aan of voert de opdracht zelf uit. Ook voor deze ontwerpfase kunt u subsidies krijgen. Opgelet: Het ontwerp moet voldoen aan de kwaliteitseisen voor fietssnelwegen (zie blz. 14). Voeg daarom in uw bestek deze eisen toe en betrek uw provinciale contactpersoon nauw in het proces.
STAP
2
UW GEMEENTE, FIETSGEMEENTE De fiets is steeds populairder. Heel wat mensen zien de fiets bovendien als een steeds beter alternatief voor de auto, zeker voor korte verplaatsingen. Kwalitatieve fietsinfrastructuur trekt meer fietsers aan (goed voor uw lokale economie), haalt auto’s van de straat (goed voor de leefbaarheid in en rond uw gemeente) en biedt uw inwoners een sterke lokale meerwaarde. Betrek zeker uw bevolking en/of middenveld bij uw beslissing om plaats te maken voor de fiets.
Organiseer een Gemeentelijke Begeleidings Commissie (GBC) en vraag vervolgens een advies aan de kwaliteitsadviseur of licht uw project toe op een Regionale Mobiliteitscommissie (RMC). Het advies moet gunstig zijn om naar de volgende stap over te gaan.
KOMT UW PROJECT IN AANMERKING? EN HOE ZIET U HET PROJECT? Betrek de provincie zo snel mogelijk bij uw project. Samen zorgen we ervoor dat de fietssnelweg een kwalitatieve bovenlokale route wordt waar uw project perfect inpast.
STAP
1
KOM NU IN ACTIE EN LOOP DE EXTRA FINANCIËLE STIMULI NIET MIS! De provincie voorziet tussen 2014 en 2018 in ruim 2 miljoen euro per jaar voor de financiering van fietssnelwegen in Vlaams-Brabant. Pik uw graantje mee en realiseer uw stukje fietssnelweg nu. U kunt al een beroep doen op de subsidies bij projecten vanaf 50.000 euro. Uw gemeente treedt op als bouwheer, de provincie betaalt!
We bekijken de huidige wenslijn, uw eventuele alternatieve lijn, opportuniteiten, knelpunten... We bekijken hoe we uw bevolking en plaatselijke actoren kunnen betrekken bij het lokale fietssnelwegproject. D e subsidiabele wenslijn van de fietssnelweg kan uitzonderlijk en indien voldoende geargumenteerd hertekend worden. W e onderzoeken aantakroutes of evalueren de aantakkende wenslijnen van het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (BFF). W e bekijken hoe de kwaliteitseisen (zie blz. 14) voor fietssnelwegen toegepast kunnen worden op uw project.
Mail of bel ons:
[email protected] of tel. 016-26 75 44.
10
11
STAP
7
OPMAAK AANBESTEDINGSDOSSIER, GEVOLGD DOOR GUNNING EN UITBETALING VAN TWEEDE SCHIJF Uw gemeente maakt een aanbestedingsdossier op, vraagt offertes op en stelt een aannemer aan. U hebt nu recht op een tweede schijf van de subsidie. Bezorg daarvoor de nodige documenten aan de dienst Mobiliteit van de provincie. Op basis daarvan wordt het bedrag van de maximum subsidie bepaald en wordt een tweede schijf uitbetaald aan uw gemeente (de helft van de aanlegsubsidie).
STAP
5
GRONDINNAMES? Indien grondinnames noodzakelijk zijn, maakt u nu de rooilijnplannen en grondinnameplannen op en laat u deze goedkeuren. Vervolgens gebeuren de schattingen, de gesprekken met de eigenaars en de nodige onteigeningen. U maakt nu ook afspraken met de nutsmaatschappijen. U kunt ervoor opteren om deze stap ook na de volgende stap uit te voeren (na de subsidieaanvraag en voor de aanbesteding).
STAP
9
STAP
8
UITVOERING VAN DE WERKEN EN CONTROLE De werken kunnen nu starten. Hou ook tijdens de werken rekening met fietsers, voorzie bijvoorbeeld een omleiding. De provinciale mobiliteitsambtenaar kan tijdens of na de werken het (tussentijdse) resultaat komen bekijken.
EINDAFREKENING EN UITBETALING DERDE SCHIJF (SALDO) U bezorgt uw eindafrekeningsdossier aan de provincie. Op basis daarvan wordt de eindafrekening gedaan en wordt het saldo van de subsidie uitbetaald.
STAP
10
KLAAR!?
STAP
6
INDIENING SUBSIDIEAANVRAAG EN UITBETALING EERSTE SCHIJF Nu de startnota en projectnota goedgekeurd zijn, kan uw gemeente de subsidieaanvraag indienen bij de provincie. Na de behandeling van uw aanvraag door de deputatie, ontvangt uw gemeente de genomen beslissing. U krijgt een overzicht van de eventuele voorwaarden die de deputatie aan u oplegt en welke posten niet gesubsidieerd kunnen worden. De eerste schijf (de helft van de ontwerpsubsidie) wordt uitbetaald.
Uw infrastructuurproject is afgerond en u hebt uw volledige subsidiebedrag ontvangen. Maak zeker werk van de nazorg. Communiceer naar uw bevolking (met vermelding van de steun die u ontving). Misschien kunt u een feestmoment of een fietstocht over de nieuwe fietssnelweg organiseren? Informeer de provincie dan op voorhand over dit initiatief. Zorg ook voor het onderhoud en hou de infrastructuur in de winter sneeuw- en ijsvrij.
Opgelet: Uiterlijk eind 2017 moet de subsidieaanvraag van uw gemeente goedgekeurd zijn door de deputatie. De verhoogde subsidiemogelijkheden zijn momenteel slechts bepaald voor de huidige beleidsperiode (2013-2018).
UITGEBREID STAPPENPLAN Op www.vlaamsbrabant.be/mobiliteit > Fiets > Subsidies > Subsidie fietssnelwegen vindt u een meer uitgebreide versie van dit stappenplan. Stap voor stap krijgt u een overzicht van uw to do’s, een afpuntlijst met de te bezorgen documenten, de acties die de provincie onderneemt en de aandachtspunten. U kunt dit stappenplan bij uw dossier voegen en gaandeweg aanduiden welke stappen u hebt uitgevoerd. 12
13
ROUTEKWALITEIT
TECHNISCHE KWALITEIT
De routekwaliteit van een fietssnelweg wordt bepaald door het bovenlokale traject: een fietssnelweg wordt in zijn geheel kwalitatief als de op elkaar volgende lokale trajecten goed op elkaar aansluiten en samen een fiets- en fietservriendelijk geheel vormen. De basis voor de routekwaliteit is gelegd in de uitgetekende wenslijn voor de fietssnelweg. Die is zo bepaald dat de route zo rechtdoor, vlak en conflictvrij mogelijk is waardoor fietsers er zorgeloos kunnen fietsen.
Om in aanmerking te komen voor subsidies, moet een fietssnelweg dus voldoen aan de ‘routekwaliteitseisen’ die hierboven beschreven werden. Maar hij moet ook ontworpen en uitgevoerd worden in overeenstemming met strenge kwaliteitsnormen. Het gaat hier bijvoorbeeld over breedte, materiaalkeuze en ontwerp van bochten.
Het uitdenken van de loop van de wenslijn van een fietssnelweg is uiteraard geen exacte wetenschap. Soms is de wenslijn niet het meest ideale scenario of is het een scenario dat gewoonweg niet (meer) kan. Daarom zullen er bij een discussie over het traject altijd afwegingen moeten gemaakt worden, waarin de pro’s en contra’s tegen elkaar afgewogen worden.
Kwaliteitscriteria voor fietssnelwegen Fietsinfrastructuur aanleggen is niet goedkoop. Daarom kunnen gemeenten voor belangrijke infrastructuurprojecten ten voordele van trappers subsidies krijgen. In ruil daarvoor wordt uiteraard een vlekkeloze kwaliteit van de infrastructuur gevraagd. Voor fietssnelwegen zijn die eisen zelfs nog ietsje ‘strenger’ dan voor gewone Fietsfonds-projecten – maar de subsidies zijn dan ook hoger. Hierna leest u waaraan het ontwerp van de fietssnelweg en de aan te leggen infrastructuur moet voldoen.
TIP! U vindt de kwaliteitsvereisten in pdf-formaat op onze website: www. vlaamsbrabant.be/fietssnelwegen. Voeg de kwaliteitsvereisten toe aan uw bestek voor de studieopdracht zodat het ontwerp van de fietsinfrastructuur eraan zal voldoen.
VAN LOKAAL PROJECT NAAR BOVENLOKALE ROUTE Fietssnelwegen bieden ruimte aan de fiets en zorgen ervoor dat een fietser vlot en zorgeloos kan doorfietsen. Daarvoor is er meer nodig dan ‘technische kwaliteit’ (vlekkeloze ondergrond, comfortabele breedte …). Er moet ook ‘routekwaliteit’ worden nagestreefd. Dit betekent dat het geheel van de fietssnelweg kwalitatief moet zijn: aangenaam om te fietsen, zo conflictvrij mogelijk en zonder onnodige omwegen. Door routekwaliteit én technische kwaliteit te combineren bij het uitwerken van een fietssnelweg, evolueren we van het ‘lokale projectdenken’ naar het ‘bovenlokale routedenken’.
iezen we voor een iets langere route (omweg) of voor een K route met veel stops (verkeerslichten)?
iezen we de kortste route parallel met een drukke baan K (lawaai- of geurhinder) of voor een iets langere route langs aangenamere wegen?
iezen we voor een traject doorheen de bebouwde kom K (sociale controle, lokale meerwaarde maar meer conflictpunten) of langs een alternatief tracé (vlotjes doorfietsen, maar weinig lokale verankering)?
Het is belangrijk dat uw gemeente de provincie bij deze tracéstudie betrekt. Indien een alternatief tracé meer voordelen heeft dan de originele wenslijn, dan kan die wenslijn verlegd worden waardoor u voor het alternatieve tracé subsidies kunt ontvangen. Door ook het middenveld, uw bevolking en potentiële gebruikers bij de tracéstudie te betrekken, komt u tot een gedragen wenslijn die vervolgens naar ieders tevredenheid, mét subsidies, kan uitgevoerd worden. Andere aandachtspunten bij het bepalen van een tracé en het uitwerken van het ontwerp is de omliggende publieke ruimte: de manier waarop een fietssnelweg in zijn omgeving wordt ingebracht, kan de publieke ruimte maken of kraken. Daarnaast moet ook aandacht besteed worden aan de zichtbaarheid en leesbaarheid van de infrastructuur en van de route. Het wervend effect en de signaalfunctie van een fietssnelweg die goed zichtbaar en leesbaar is, mogen niet onderschat worden. Duidelijke signalisatie en bewegwijzering zijn daarbij hulpmiddelen. Ook daarin kan de provincie u adviseren en bijstaan.
In tegenstelling tot de routekwaliteit hoeven beslissingen over de technische kwaliteit niet bovenlokaal gemaakt te worden, maar kan de individuele bouwheer daarover beslissen, binnen het kader dat de provincie oplegt voor fietssnelwegen die in aanmerking willen komen voor subsidies (zie hierna). De ontwerpsnelheid: van gewoon naar ambitieus Fietssnelwegen in Vlaams-Brabant moeten ontworpen worden voor een gemiddelde fietssnelheid van minimaal 20 km/ uur, inclusief stops. Betekent dit dat iedereen ook minstens 20 km per uur moet fietsen op zo’n fietssnelweg? Uiteraard niet, maar wie gemiddeld 20 km per uur fietst, moet dat langs de hele route ook comfortabel kunnen doen, bijvoorbeeld met bochten die aangepast zijn aan die snelheid. Goed, beter, best: wat als ‘best’ onmogelijk is? Uiteraard is het niet op alle plaatsen mogelijk om voluit voor het allerbeste te gaan. Vlaanderen is nu eenmaal een volgebouwde regio en soms zijn er beperkingen die niet omzeild kunnen worden. In deze situaties kan er, geval per geval, bekeken worden in hoever er afgeweken kan worden van de normen. De provinciale deputatie zal daarna beslissen of een afwijking kan toegestaan worden om nog in aanmerking te komen voor subsidies. Technische kwaliteitseisen Het vertrekpunt voor de technische kwaliteitseisen is de hierboven beschreven minimum ontwerpsnelheid.
I n de tabel op volgende bladzijde werden in de eerste kolom enkele ‘minimum’-kwaliteitsnormen of adviezen uit het Vademecum Fietsvoorzieningen opgesomd die daarbij essentieel zijn.
I n de tweede kolom leest u de bijkomende eisen, die specifiek voor fietssnelwegen worden opgelegd, om de (langeafstands)fietser een vlotte en zorgeloze fietservaring te bieden.
Ieder ontwerp zal op basis van deze kwaliteitseisen (routekwaliteit + technische kwaliteit uit Vademecum + bijkomende eisen) geëvalueerd worden indien uw project in aanmerking wil komen voor subsidies.
Tabel: Technische kwaliteitseisen 14
>>> 15
AANDACHTSPUNTEN UIT HET VADEMECUM FIETSVOORZIENINGEN* (versie november 2013)
BIJKOMENDE KWALITEITSEISEN VOOR FIETSSNELWEGEN ROUTEKWALITEIT
gestrekt (zo rechtdoor mogelijk), vlot, aangenaam, conflictvrij ONTWERPSNELHEID min. 20 kilometer per uur, inclusief stops DIRECTHEID B eperkt aantal kruispunten - Kruising met drukke verkeerswegen: liefst ongelijkgronds - Kruising met verkeersluwe wegen: voorrang voor de fietser (versmalling rijbaan, plateau, stopbord; de fietsweg loopt visueel door, de rijbaan wordt onderbroken, …)
Voorrangsregelingen voor fietser op andere weggebruikers
W egwerken of minimaliseren van omwegen en wachttijden aan kruispunten RIJCOMFORT
Hoge kwaliteitseisen i.v.m. vormgeving, trilcomfort…
A anbevolen breedtes voor fietspaden met grote fiets-intensiteiten: 3,5 m voor dubbelrichtingsfietspaden, 2,5 m voor enkelrichtingsfietspaden. K ruispunten: Geen omweg voor fietsers en geen onnodig verlies van voorrang op kruispunten, zo kort mogelijke oversteeklengten, geen lange wachttijden T unnels, bruggen en hellingen: fietsvriendelijk ingericht, volgens adviespercentages in het Vademecum.
reedtes: voor dubbelrichtingsfietspaden wordt B gestreefd naar een breedte van 4 m en een minimale breedte van 3 m. Voor enkelrichtingsfietspaden wordt gestreefd naar 2,5 m met een minimale breedte van 2 m.
andacht voor de leesbaarheid, herkenbaarheid en A continuïteit van de route
Traject wordt zoveel mogelijk conflictvrij ingericht
Grotendeels autovrij traject
Maximale scheiding fietser / voetganger/ auto
oorkeur voor asfalt. Ook in ecologisch waardevolle V gebieden gaat de voorkeur uit naar (ecologisch) asfalt. Eventueel beton (hoge eisen i.v.m. vlakheidsmeting!).
Ruime bochten (boogstralen van > 20 m)
Strakke doorgaande routes ter hoogte van kruispunten (= geleidelijke inbuiging van vrijliggende fietspaden naar aanliggende fietspaden ter hoogte van kruispunten met ruime bochten, bij grote afstand (> 5 m) tussen autoweg en fietspad niet inbuigen)
Vlak (geen drempels op en af)
een hekjes om gemotoriseerd verkeer te weren, G enkel paaltjes indien nodig
Zoektocht naar zo vlak en recht mogelijke trajecten (spoorroutes, kanaal, valleiroutes, …)
ijzicht (het zicht op het traject dat een fietser aflegt R in 8 à 10 seconden): minimaal 70 m
CONTINUÏTEIT
VEILIGHEID
Streven naar een constant (minimum) kwaliteitsniveau: laagwaardige of ontbrekende schakels worden vermeden of weggewerkt.
Samenhang (leesbaarheid) van de fietssnelweg wordt bereikt door het toepassen van elementen (paaltjes, signalisatie, …) die over de hele route terugkomen en die onderscheidend zijn van andere infrastructuur.
rijliggende fietsinfrastructuur. Indien onmogelijk: V maatregelen nemen om de route verkeersluw te maken.
ruisingen van de fietssnelweg met verkeersaders K worden veilig ingericht (ongelijkgronds, goed afstemmen van de verkeerslichten, een voorrangsregeling voor de fietser, …)
erlichting: Fietssnelwegen worden overal verlicht. V In landelijke zones, of in gebieden met een hoge natuurwaarde kan hiervoor met dynamische verlichting gewerkt worden, die enkel brandt wanneer er fietsers passeren.
AANTREKKELIJKHEID, BELEVINGSWAARDE
ij voorkeur ontvlechting van fietsinfrastructuur met B auto-infrastructuur
andacht voor luchtkwaliteit en lawaaihinder ten A gevolge van grote verkeersintensiteiten bij uittekenen routes
andacht voor publieke ruimte (bijv. kunstwerken A zoals bruggen en tunnels als landmarks, …)
INTEGRATIE IN DE OMGEVING
erzorgde stedenbouwkundige of landschappelijke V inpassing (jaagpaden, spoorwegbermen, …)
A angepaste verlichting en samenhangende groenstructuur
aar er een gebrek is aan ruimte voor afzonderlijke W fietsvoorzieningen moet gezocht worden naar ontwerpoplossingen voor gedeeld ruimtegebruik. - Lokale wegen type III: streven naar autoluwe zones. Wegbeeld erkent de fiets als hoofdvervoermiddel. - Wegen van hogere categorie: geen gedeeld ruimtegebruik. Verplichte vrijliggende verharding of zoektocht naar parallelwegen die autoluw of autovrij worden gemaakt.
*Opgelet: deze lijst bevat geen volledige opsomming van de ontwerpvereisten uit het Vademecum, maar stipt enkele handvaten aan voor een ontwerpsnelheid van 20 km/uur. U kunt het Vademecum raadplegen op www.mobielvlaanderen.be.
16
17
HET REGLEMENT
(Tekst goedgekeurd bij raadsbeslissing van 21 januari 2014)
PROVINCIAAL REGLEMENT VOOR HET TOEKENNEN VAN SUBSIDIES VOOR DE AANLEG EN HERINRICHTING VAN FIETSSNELWEGEN Artikel 1 - Doel Dit subsidiereglement geeft uitvoering aan het artikel 26/11 van het decreet van 20 maart 2009 betreffende het mobiliteitsbeleid, en titel 3, hoofdstuk 3, afdeling 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking inzake het mobiliteitsbeleid. Met dit reglement wil de provincie de aanleg van kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur stimuleren en verhoogde subsidies geven voor de realisatie van fietssnelwegen. Hiertoe kan de deputatie binnen de perken van het daartoe op het budget van de provincie Vlaams-Brabant goedgekeurde kredieten een subsidie toekennen. Art. 2 - Toepassingsgebied Het hier voorliggende reglement is van toepassing voor de volgende fietssnelwegen: 4 fietssnelwegen met hoge prioriteit • Fietssnelweg Vilvoorde/Grimbergen – Brussel – Halle - Tubize (Kanaalroute) • Fietssnelweg Brussel - Leuven en aantakking luchthaven (hst-route) • Fietssnelweg Asse/Dilbeek – Brussel • Fietssnelweg Vilvoorde - Mechelen Andere fietssnelwegen • Fietssnelweg Wemmel – Brussel – Groenendaal • Fietssnelweg Meise – Brussel – Waterloo • Fietssnelweg Asse (Zellik) - Luchthaven/Vilvoorde • Fietssnelweg Sint-Genesius-Rode – Brussel • Fietssnelweg Luchthaven – Brussel • Fietssnelweg Sterrebeek – Brussel • Fietssnelweg Asse (Zellik) – Brussel - Tervuren • Fietssnelweg Zaventem/Diegem (Machelen) - Brussel • Fietssnelweg Dilbeek – Brussel - Tervuren (Jezus-Eik) • Fietssnelweg Halle (Huizingen) – Brussel • Fietssnelweg Dilbeek (Itterbeek) – Brussel • Fietssnelweg Leuven - Tienen • Fietssnelweg Aarschot - Diest • Fietssnelweg Leuven - Aarschot. Het betreft alleen die delen die gelegen zijn in de provincie Vlaams-Brabant. Voor de tracés van deze routes wordt verwezen naar de bijlage bij het reglement en het geoloket op de website van de provincie Vlaams-Brabant. De gemeente kan een wijziging van de fietssnelweg aanvragen, voorafgaand aan de subsidieaanvraag voor de fietsinfrastructuur. De deputatie oordeelt of de wijziging aanvaard kan worden.
Art. 3 - Definities Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder: 1° Mobiliteitsdecreet: het decreet van 20 maart
18
2009 betreffende het mobiliteitsbeleid, gewijzigd op 10 februari 2012. 2° Besluit van de Vlaamse Regering: Besluit van de Vlaamse Regering van 25 januari 2013 tot bepaling van de nadere regels betreffende de organisatorische omkadering, de financiering en de samenwerking inzake het mobiliteitsbeleid. 3° (I)GBC: (inter)gemeentelijke begeleidingscommissie 4° RMC: regionale mobiliteitscommissie, zoals bedoeld in artikel 2, 18° van het gewijzigd mobiliteitsdecreet van 10 februari 2012. 5° BFF: Bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk zoals goedgekeurd door de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant. Art. 4 - Begunstigden De subsidie kan toegekend worden aan: 1° Een gemeente; 2° Een autonoom gemeentebedrijf zoals bedoeld in de artikelen 232 t.e.m. 244 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005. Art. 5 - Subsidiepercentages en subsidiabele kosten Algemeen §1 Een begunstigde kan een subsidieaanvraag indienen voor de aanleg of herinrichting van fietsinfrastructuur, zoals hieronder bepaald: 1° De aanleg van nieuwe fietsinfrastructuur (fietswegen, fietspaden …); 2° De verbreding van een eenrichtingsfietspad van minder dan twee meter breed; 3° De verbreding van een tweerichtingsfietspad van minder dan drie meter breed; 4° Het vervangen van een tweerichtingsfietspad door de aanleg van eenrichtingsfietspaden per rijrichting van minimaal twee meter breed; 5° De omvorming van een aanliggend fietspad tot een gescheiden fietspad, waar de verkeersomstandigheden dit noodzakelijk maken. §2 De provinciale subsidie is een combinatie van subsidies voor het ontwerp en voor de uitvoering van de fietsinfrastructuur. §3 Indien de subsidiabele kosten minder dan 50.000 (inclusief btw) euro bedragen, komt het project niet in aanmerking voor subsidies. §4 De subsidiabele kosten staan verplicht in een afzonderlijk hoofdstuk in de raming, offerte en eindafrekening. §5 Het gecumuleerde bedrag van deze subsidie en andere subsidies mag niet meer bedragen dan 100 % van het uiteindelijke gunningsbedrag, aangevuld met 4% of 10% voor het ontwerp, afhankelijk van de prioriteit volgens artikel 2. In voorkomend geval zal de provinciale subsidie verminderd worden. Ontwerp §6 Voor het ontwerp wordt een vast percentage
gegeven op de subsidiabele kosten voor uitvoering. Deze subsidie is bedoeld om de kosten te dekken voor erelonen voor de studie en de leiding van de werken, de veiligheidscoördinatie, het milieuhygiënisch en geotechnisch bodemonderzoek, opmaak van de rooilijnenplannen of het grondinnemingsplan, proefkosten; Het subsidiebedrag per project voor het ontwerp bedraagt 10 % van de subsidiabele kosten voor de uitvoering, voor de fietssnelwegen met hoge prioriteit zoals bepaald in artikel 2. Het subsidiebedrag per project voor het ontwerp bedraagt 4 % van de subsidiabele kosten voor de uitvoering, voor de andere fietssnelwegen zoals bepaald in artikel 2. Uitvoering §7 Het subsidiebedrag per project voor de uitvoering bedraagt maximaal 100 % van de subsidiabele kosten. §8 De subsidiabele kosten voor werken inherent aan de fietsinfrastructuur omvatten: 1° De voorbereidende werken, de opbraakwerken en de grondwerken aan de bermlichamen waarin de fietsinfrastructuur wordt aangelegd, in voorkomend geval met inbegrip van het bouwkundig verbeteren van de ondergrond, met uitsluiting van eventuele meerkosten verbonden aan een bodemsanering; 2° De aanleg en de uitrusting van de fietsinfrastructuur: onderfundering, fundering, verharding en signalisatie; 3° De afdekking van de strook tussen fietsinfrastructuur en de rijbaan, inclusief de verharding, de levering en de aanplanting van het groen en de levering en plaatsing van noodzakelijke scheidende veiligheidselementen in deze strook; 4° De herstelling van de strook gelegen tussen de fietsinfrastructuur en de rooilijn, met uitzondering van bomen en struiken; 5° De constructie van kantopsluitingen, de straatgoten en de waterslikkers in de straatgoten inbegrepen; 6° Voor zover het door de aanleg of de verbetering van de fietsinfrastructuur noodzakelijk is, het aanpassen, verplaatsen of nieuw aanleggen van een waterafvoersysteem voor hemelwater. Dat waterafvoersysteem kan bestaan uit: bermsloten (inbegrepen de duikers in de bermsloten), draineersleuven of RWA-rioolleidingen, met inbegrip van toebehoren. In het geval van een nieuw aan te leggen RWA-rioolleiding, die water afvoert van de fietspaden en de rijbaan en/of de aangelanden, kan slechts het deel van de kosten, naar rata van het aandeel van het hemelwater dat van de fietspaden afstroomt in aanmerking worden genomen voor subsidie; 7° Het vernieuwen of het aanpassen van de DWA-riolering is niet subsidiabel, behalve het op de juiste hoogte brengen van de bovenbouw van bestaande inspectieputten in de verharding van de fietsinfrastructuur en het leveren en plaatsen van geschikte riooldeksels;
8° Het verlengen van dwarse duikers of onderbruggingen onder de fietsinfrastructuur; 9° Kunstwerken langs, over of onder wegen en onbevaarbare waterlopen die niet vallen onder het beheer van het Vlaamse Gewest; 10° Paaltjes en hekkens die dienen om oneigenlijk gebruik van de fietsinfrastructuur te voorkomen; 11° Het aanbrengen van de bovenlaag van de fietssuggestiestrook over een beperkte lengte en enkel als projectonderdeel van de aanleg van een volwaardige fietsinfrastructuur; 12° Werfsignalisatie en omleidingssignalisatie tijdens de uitvoering van de werken; 13° Het aanpassen van de kruispunten, ingevolge de inplanting van de fietsinfrastructuur, ter hoogte van uitmondende zijstraten; dit betreft de heraanleg van de verharding of het op hoogte brengen van de verharding ter hoogte van de kruispunten; 14° De aanleg en het uitrusten, waar nodig, van gelijkvloerse fietsoversteekplaatsen; ook specifieke signalisatie en verkeerslichten voor de verhoging van het fietscomfort zijn mogelijk. 15° Het voorzien van functionele verlichting van wegen die voorbehouden zijn voor fietsverkeer; 16° De btw op de werken vermeld in 1° t.e.m. 15°. §9 De volgende kosten komen in geen geval in aanmerking voor subsidies: 1° De grondverwervingen en kosten hiervoor; 2° De verplaatsing van nutsleidingen en aanleg van nieuwe nutsleidingen; 3° Rioolleidingen, die gesubsidieerd worden door het gewest en/of andere instanties; 4° De reinigingskosten of stortkosten van bodem als gevolg van eventuele verontreiniging van de aanwezige bodem; 5° Werkuren, ingeval de aanleg uitgevoerd worden met eigen personeel; 6° Onderhoudswerken; 7° Onderhoud van groenaanleg tijdens de waarborgtermijn; 8° De aanleg van nieuwe stoepen en straatmeubilair; 9° Aanleg en inrichting van bushaltes; 10° Verbruikskosten en onderhoud van de verlichting.
vraag voor de fietsinfrastructuur; de deputatie oordeelt, na advies van het Vlaamse Gewest, of de wijziging aanvaard kan worden. 3° Fietsinfrastructuur langs wegen die onder het beheer van het Vlaamse Gewest vallen komt niet in aanmerking voor deze subsidie; 4° De gemeente beschikt over een definitief vastgesteld gemeentelijk of intergemeentelijk mobiliteitsplan, dat in voorkomend geval binnen de termijn, vermeld in artikel 16 §2 tweede lid, van het decreet van 20 maart 2009, aan een sneltoets is onderworpen; 5° De werken voor de realisatie van de fietsinfrastructuur zijn nog niet gestart vóór het indienen van de subsidieaanvraag. §2 Kwaliteitsvoorwaarden: 1° De aan te leggen fietsinfrastructuur voldoet aan de richtlijnen van hoofdroutes en/of fietssnelwegen uit het Vademecum Fietsvoorzieningen van de Vlaamse overheid. De deputatie bepaalt de kwaliteitseisen waaraan de fietssnelwegen (bijkomend) moeten voldoen. Deze (bijkomende) kwaliteitseisen zijn terug te vinden op de website van de provincie Vlaams-Brabant. De gemeente kan gemotiveerd voorstellen om van deze richtlijnen af te wijken. De deputatie zal hierover oordelen. 2° Een toegankelijkheidsadvies wordt door de provincie zelf aangevraagd en toegevoegd aan het dossier. Dit advies is gratis voor de aanvrager (d.w.z. op kosten van de provincie Vlaams-Brabant) en wordt verstrekt door het Toegankelijkheidsbureau. Art. 7 - Procedure voor aanvraag §1 De startnota en projectnota met bijbehorende ontwerpplannen (of in voorkomend geval de unieke verantwoordingsnota) van het dossier moeten besproken zijn op GBC en een gunstig advies hebben van de kwaliteitsadviseur. §2 Enkel volgende wijze van indiening is mogelijk: per mail inzenden van het volledige aanvraagdossier naar het e-mailadres
[email protected], vermeld op het aanvraagformulier. De datum van ontvangst komt overeen met de datum van ontvangst op de mailserver van de provincie.
Art. 6 - Voorwaarden §1 De in artikel 5 vermelde subsidiabele kosten komen slechts voor subsidiëring in aanmerking indien elk van volgende criteria wordt nageleefd: 1° De grond waarop de fietsinfrastructuur zal aangelegd worden is een openbare weg in openbaar domein. Op andere wegen kan fietsinfrastructuur worden aangelegd indien de gemeente een overeenkomst aangaat, waardoor ze voor minstens 20 jaar het gebruiksrecht heeft op de aan te leggen fietsinfrastructuur; 2° Het traject maakt deel uit van de routes vermeld in artikel 2 van dit reglement. De gemeente kan een wijziging van de fietssnelweg aanvragen, voorafgaand aan de subsidieaan-
§3 Het dossier voor de subsidieaanvraag omvat volgende stukken: 1° Aanvraagformulier, te vinden op de website van de provincie. 2° De startnota en projectnota met bijbehorende ontwerpplannen (of in voorkomend geval de unieke verantwoordingsnota) en het advies van de kwaliteitsadviseur; 3° Het gemeenteraadsbesluit over de goedkeuring van het definitieve ontwerpdossier voor de werken waarin de fietsinfrastructuur vervat zit; 4° De definitieve ontwerpplannen: grondplan bestaande toestand en nieuwe toestand, typedwarsprofielen, andere relevante detailplannen;
5° Het bestek voor de werken; 6° De raming van de werken met opsplitsing tussen subsidiabele en niet-subsidiabele posten. Op basis van het voorgelegde ontwerp beslist de deputatie over de toekenning van de subsidie. Hierbij kunnen bindende voorwaarden naar uitvoering bepaald worden. In deze fase is er alleen een raming van de totale subsidie. §4 De aanvragen worden afgehandeld in volgorde van indiening en tot uitputting van het krediet. Art. 8 - Betalingsmodaliteiten §1 De uitbetaling van de totale subsidie gebeurt in drie fasen: 1° Bij toekenning van de subsidie op basis van een goedgekeurd ontwerpdossier 2° Na ontvangst van het bevel van aanvang van de werken 3° Na voorlopige oplevering en goedgekeurde eindafrekening §2 Bij de toekenning van de subsidie wordt als eerste schijf ineens de helft van de ontwerpsubsidie (dus 2% of 5% van de subsidiabele kosten afhankelijk van de prioriteit van de fietssnelweg volgens artikel 2 en 5) betaald. Aangezien het maximum subsidiebedrag nog niet gekend is, gebeurt dit op basis van de raming. §3 De bepaling van maximaal subsidiebedrag en uitbetaling van de tweede schijf (50% van de subsidiabele kosten) gebeurt nadat de aanvrager volgende dossierstukken bezorgt: 1° Een kopie van de laagste of voordeligste regelmatige offerte voor de werken met opsplitsing tussen subsidiabele en niet-subsidiabele posten; 2° Het aanbestedingsverslag voor de uit te voeren werken; 3° Het besluit van het college of gemeenteraad betreffende de gunning van de werken; 4° Een verklaring dat de betrokken overheid eigenaar is of gebruiksrechten bezit op de grond waarop de fietsinfrastructuur wordt aangelegd; 5° Indien van toepassing, een bevestiging dat aan de bijkomend opgelegde voorwaarden van de subsidietoekenning wordt voldaan. 6° De overeenkomst met de aannemer (sluiting van de opdracht). De maximum subsidie wordt berekend op basis van de laagste of voordeligste regelmatige offerte van de aannemer. §4 Het saldobedrag of derde schijf van de subsidie (maximaal 50% van de subsidiabele kosten voor uitvoering + 2% of 5% voor het ontwerp afhankelijk van de prioriteit van de fietssnelweg volgens de artikelen 2 en 5) wordt betaald als de aanvrager volgende dossierstukken bezorgt: 1° Een cumulatieve eindstaat voor de werken; 2° Overzicht van de uitgevoerde proeven en
19
HET REGLEMENT
attesten met betrekking tot de gesubsidieerde posten; 3° Gedetailleerde opmeting van de gesubsidieerde posten; 4° Proces-verbaal van voorlopige oplevering; 5° College- of gemeenteraadsbeslissing over de goedkeuring van de eindafrekening. Bij de saldoberekening van de subsidie kunnen meerwerken (met betrekking tot de fietsinfrastructuur), verrekeningen en herzieningen mee in rekening gebracht worden tot het oorspronkelijk bepaalde subsidiebedrag bereikt is. Enkel indien bij de eindafrekening de vastgestelde kostprijs van de te subsidiëren werken lager is dan bepaald bij de gunning, wordt de subsidie herberekend. §5 Het eindafrekeningsdossier wordt binnen een maximumtermijn van drie jaar na de start van de werken bezorgd aan de provincie. Nadien vervalt de subsidie. Art. 9 - Verbintenissen De aanvrager verbindt zich ertoe om: 1° Alle maatregelen te nemen om het onderhoud van de fietsinfrastructuur te garanderen; 2° Bij iedere publieke communicatie (informatieborden, publicaties, website, persberichten) in verband met de uitvoering en de resultaten van het project op een duidelijke wijze het logo van de provincie en het Vlaamse Gewest te gebruiken en de volgende zin te vermelden: ‘met de steun van de provincie Vlaams-Brabant en het Vlaamse Gewest’; 3° Elke daartoe gemachtigde afgevaardigde van de provincie toestemming te verlenen om ter plaatse het gebruik van de toegekende subsidie te controleren, toegang tot de bouwplaats te verlenen en deel te nemen aan werfvergaderingen; 4° Medewerking te verlenen aan provinciale acties die verband houden met het gerealiseerde traject (bv. vaste of mobiele fietstelpunten toelaten op het traject, toelaten van borden voor bewegwijzering en andere vormen van signalisatie op het traject, toelaten van fietspromotiecampagnes op het grondgebied, …) 5° Voor alle werken de vereiste vergunningen te verkrijgen. 6° Voor subsidies met een toekenningsbedrag van 24.790 euro of meer, wordt de onder art. 8 § 4 vermelde lijst met bewijsstukken aangevuld met volgende documenten: een verslag inzake beheer en financiële toestand en kopie van de balans en de rekeningen. Art. 10 – Sancties De deputatie kan sancties opleggen in de volgende gevallen: 1° Eén of meer bepalingen van het reglement werden niet nageleefd; 2° Onjuiste of onvolledige gegevens werden aan de provinciale administratie meegedeeld; 3° De medewerking van de gemeente aan het proces werd als onvoldoende geëvalueerd;
20
4° De werken werden niet uitgevoerd conform het ingediende plan. De mogelijke sancties zijn: 1° De subsidie wordt geheel of gedeeltelijk teruggevorderd; 2° De subsidieaanvrager wordt uitgesloten van verdere subsidiëring gedurende een bepaalde periode; 3° De uitbetaling van reeds toegekende, maar nog niet of slechts gedeeltelijk uitbetaalde subsidies wordt stopgezet. Art. 11 – Overgangsbepalingen Op alle subsidies die definitief zijn toegekend overeenkomstig de bepalingen van het provinciaal reglement van 26 februari 2013 voor het toekennen van subsidies voor de aanleg en herinrichting van fietsinfrastructuur op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk, blijven de bepalingen uit het voornoemde reglement van 26 februari 2013 integraal van toepassing. Het nieuwe reglement is van toepassing op alle lopende aanvraagdossiers binnen het toepassingsgebied waarvoor nog geen definitieve subsidie werd toegekend overeenkomstig het vermelde subsidiereglement van 26 februari 2013. De reeds voor de inwerkingtreding van het nieuwe subsidiereglement gekregen conforme adviezen van de start- en projectnota’s door de auditor van de PAC of door de kwaliteitsadviseur van de RMC blijven geldig (vergelijkbaar met een gunstig advies van een kwaliteitsadviseur).
Art. 12 – Inwerkingtreding §1 Dit reglement treedt in werking op 1 februari 2014 en is geldig tot 31 december 2017. Binnen deze periode moet de subsidie toegekend zijn door de deputatie. §2 Gedurende de periode waarin dit reglement van kracht is, is het provinciaal reglement van 26 februari 2013 voor het toekennen van subsidies voor de aanleg en herinrichting van fietsinfrastructuur op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (Fietsfonds), niet van toepassing op de routes vermeld in artikel 2 van dit besluit.
Nominatieve subsidie: een aanpak op maat Als een project niet in het subsidiekader past… Sommige ingrepen op een fietssnelweg vallen niet onder het reglement voor de subsidiëring van fietssnelweginfrastructuur. Omdat ze niet voorzien zijn in het reglement (bijvoorbeeld de herinrichting van een zone 30) of omdat de wegbeheerder niet in aanmerking komt om de subsidies te ontvangen (bijvoorbeeld een privé-instantie). Om te vermijden dat belangrijke fietsprojecten daarom niet uitgevoerd worden, voorziet de provincie Vlaams-Brabant de mogelijkheid om zulke projecten toch te ondersteunen. De subsidiereglementen voor fietssnelwegen, bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk en bovenlokaal recreatief netwerk vangen veel vragen op. Ook voor projecten op gewestwegen zijn er subsidiemogelijkheden via het Vlaamse Gewest (meer info op www.mobielvlaanderen.be). Toch glippen sommige projecten door de mazen van het net. Om te vermijden dat ze door deze beperking niet gerealiseerd worden en er een ‘missing link’ op een fietssnelwegtraject ontstaat, kan de provincie – onder bepaalde voorwaarden – toch een financieel zetje geven. De provincie kan daarom projecten begunstigen met een nominatieve subsidie. MEER DAN FIETSPADEN! De ‘reguliere’ subsidies focussen sterk op fietsinfrastructuur: fietspaden, fietswegen, fietsstraten.... Met deze nominatieve subsidie wil de provincie ook expliciet andere maatregelen aanmoedigen die de realisatie van een fietssnelweg in een verstedelijkte omgeving moeten vergemakkelijken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan maatregelen die de fietsbeleving en het fietscomfort verhogen, maatregelen die het ‘samenleven’ van fietser en autobestuurder verbeteren (oplossingen voor gedeeld ruimtegebruik zoals herinrichting tot fietsvriendelijke zone 30, de plaatsing van snelheidsremmers), de verhoging van de verkeersveiligheid en innovatieve testcases via (technologische) ingrepen.
SUBSIDIE MET AANPAK OP MAAT Deze nominatieve subsidie kan toegekend worden aan gemeenten, autonome gemeentelijke overheidsbedrijven, overige overheden, organisaties en in uitzonderlijke gevallen aan privéondernemingen. Zowel de realisatie van maatregelen of fietsinfrastructuur als het ontwerpen van maatregelen kunnen in aanmerking komen. Er is geen vast subsidiepercentage en geen reglement. Op basis van volgende criteria kunt u nagaan of uw project kans maakt. Het is echter steeds de deputatie die oordeelt of een project in aanmerking komt na het bestuderen van de plannen, de argumentatie, de noodzaak en de beschikbare middelen.
w project valt buiten de voorwaarden voor U een ‘reguliere’ subsidie (bv. subsidiereglement fietssnelwegen, bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk of bovenlokaal recreatief fietsroutenetwerk). Uw project past in de verbetering of vervolledi ging van een fietssnelweg. U bent bereid een deel van de investering zelf te dragen en een samenwerking op maat met de provincie aan te gaan. Als u een privéonderneming bent en fietsmaat regelen neemt op uw privédomein: u bent bereid een overeenkomst te sluiten waardoor de fietsinfrastructuur gedurende een lange termijn beschikbaar blijft van de samenleving. 21
Subsidieert de provincie ook fietssnelwegprojecten op gewestwegen? Neen. Voor de gewestwegen op uw grondgebied bestaan er aparte subsidiemechanismen. U krijgt meer uitleg hierover op www.mobielvlaanderen.be of bij de mobiliteitsbegeleiders van de Vlaamse Overheid. De kwaliteitseisen vragen een ontwerpsnelheid van 20 km/uur. Dat is toch onhaalbaar in een stedelijke omgeving! Fietssnelwegen lopen inderdaad niet alleen in gebieden waar alle ruimte voorhanden is om aan deze ontwerpsnelheid tegemoet te komen. Ze lopen bijvoorbeeld ook doorheen stadcentra of langs schoolomgevingen, waar voetgangers en fietsers elkaar kruisen of waar de auto en de fiets de beschikbare ruimte moeten delen. Specifieke ingrepen kunnen een fietssnelweg met een hoge ontwerpsnelheid toch mogelijk maken: infrastructurele ingrepen, maar ook meer technologische ingrepen zoals groene golven of fietsdetectors.
Goed om te weten! Subsidieregeling fietssnelwegen: veelgestelde vragen 100% subsidiëring voor de aanleg van fietssnelwegen: is dat ook écht 100%? In het reglement (blz. 18) werden subsidiabele posten vastgelegd. Die zijn dezelfde als voor Fietsfondsdossiers. En daar valt heel veel onder: aanleg, maar ook bijvoorbeeld verlichting en signalisatie. Daarnaast zijn er enkele kosten die de gemeente zelf moet dragen, zoals grondverwervingen, verplaatsing van nutsleidingen, gelijktijdige wegen- of rioleringswerken, voetpaden, meerwerken. Mijn gemeente voert zelf de ontwerpstudie uit. Wij kunnen dus geen factuur van een studiebureau voorleggen. Kan het ontwerp toch gesubsidieerd worden? Ja, dat kan. De subsidie bestaat uit een vast percentage (4 of 10 %, afhankelijk van de fietssnelweg) dat berekend wordt op de subsidiabele kosten voor de uitvoering/aanleg van de fietssnelweg. In de kwaliteitseisen staat dat een dubbelrichtingsfietspad 4 meter breed moet zijn. Dat is voor het traject in onze gemeente niet haalbaar. Kan de fietsinfrastructuur smaller en toch gesubsidieerd worden? Dat wordt geval per geval bekeken. Neem contact op met de provincie om uw dossier door te praten. Is 4 meter echt niet haalbaar? Ook niet als bijvoorbeeld de parkeerplaatsen weggehaald worden? Kan de straat autoluw gemaakt worden
22
waardoor een andere oplossing dan een vrijliggend fietspad mogelijk wordt? De fietssnelweg loopt in onze gemeente grotendeels door een woonstraat. We zouden de doortocht fietsvriendelijker willen inrichten. Kunnen we een beroep doen op subsidies? Mogelijk is een fietsstraat in deze situatie een goede oplossing. Een fietsstraat inrichten kan binnen de krijtlijnen van het subsidiereglement fietssnelwegen en bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk. Mogelijk zijn er ook andere oplossingen. Neem contact op met de provincie om uw project te bespreken. Het project is afgerond en de subsidies zijn uitbetaald. Wat dan? Met het aanvragen en ontvangen van de subsidies hebt u zich ermee akkoord verklaard om nog een aantal zaken te doen na afronding van het project. U zorgt bijvoorbeeld voor een goed onderhoud van de fietssnelweg (kwaliteitscontrole, snoeien, herstellingswerken, sneeuwruimen …). Daarnaast vermeldt u in uw communicatie over het project altijd de steun van de provincie en/of Vlaams Gewest. U maakt het ook mogelijk dat de provincie de fietssnelweg promoot: u verleent bijvoorbeeld toestemming om fietstellingen uit te voeren of om een promotieactie te voeren op uw grondgebied.
Mijn gemeente heeft géén goedgekeurd mobiliteitsplan. Kan ik dan geen subsidies krijgen voor de aanleg van de fietssnelweg? Volgens het subsidiereglement is een goedgekeurd mobiliteitsplan noodzakelijk voor de goedkeuring van de subsidies. Als uw gemeente nog geen goedgekeurd mobiliteitsplan heeft, is het dus tijd om in actie te schieten. Op het ogenblik dat het fietssnelwegontwerp klaar is en de subsidieaanvraag wordt ingediend bij de provincie, moet ook uw gemeentelijk mobiliteitsplan goedgekeurd zijn. Beide processen kunnen perfect gelijktijdig lopen.
Asfalt-beton-betonstraatsteen… hoe kiezen? En hebben we de keuze? De provincie wil kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur aanmoedigen en hecht daarom een groot belang aan de materiaalkeuze. Voor fietspadprojecten die in aanmerking willen komen voor subsidies, wordt daarom bij voorkeur asfalt gebruikt. Dit materiaal biedt het hoogste comfort aan fietsers. Indien het fietspad toch in beton wordt uitgevoerd, dan wordt de vlakheid ervan gecontroleerd voordat de subsidie uitbetaald wordt. Fietspaden in betonstraatsteen (klinkers) kunnen in principe niet. De kwaliteitseisen: hoe dwingend zijn die? Ze hebben een bindend karakter. Minimumeisen moeten gerespecteerd worden en er moet naar gestreefd worden om zo veel mogelijk de aanbevelingen te volgen. Uiteraard is iedere situatie anders en wordt een uiteindelijke keuze gemaakt op basis van de concrete situatie. Wat is een GBC? Een GBC of Gemeentelijke Begeleidings Commissie is een overlegforum, opgericht bij gemeenteraadsbesluit, dat verantwoordelijk is voor de opmaak en opvolging van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan en van (infrastructuur)projecten rond duurzame lokale mobiliteit. Een GBC bestaat uit enkele vaste leden: de gemeente, het departement MOW van het Vlaamse Gewest, de Lijn, de initiatiefnemer voor het te bespreken project en de betrokken wegbeheerder(s). Variabele leden, die verplicht uitgenodigd worden afhankelijk van het project, zijn de provincie (verplicht uitgenodigd bij Fietsfondsdossiers en bij gesubsidieerde fietssnelwegprojecten), het departement RWO, het departement LNE en adviesverlenende overheden in het kader van verdere vergunningsprocedures. Daarnaast kunnen er adviserende leden aangesteld worden door de gemeente. Dit zijn lokale vertegenwoordigers die een belangrijke rol kunnen hebben in de draagvlakverwerving tijdens de GBC of mensen met een specifieke expertise.
23
RMATIE
MEER INFO
ant laams-Brab Provincie V biliteit Dienst Mo in 1 Provincieple n 3010 Leuve 75 44 6 -2 6 tel.: 01 75 60 fax: 016-26 t.be aamsbraban vl mobiliteit@ jke
ntwoordeli
Beleidsvera
Tom Dehaene iliteit e voor mob Gedeputeerd 23 70 tel.: 016-26 sbrabant.be ene@vlaam kabinet.deha