HûS fan fryslân
HûS fan fryslân
It lân it lân Ik dream dy yn streamend ljocht fan slinken, Blinkend leechlân yn leafdesgers en ieuwen Winkend reid dat rûzet, in wetterfaam Yn glinsterringen en fyn kristal allyk. Yn har glimkjende eagen rint in do – Dyn trinten iepen ik – op in treffen fan Waarmhertige hanne en eagen ta Dy’t sprekke: Jins dreamen no, jins skiednis skielk. tjêbbe hettinga
fan fryslân
Inhoud: 00 Voorwoord CdK p6, 01 Proloog p10, 02 HûS fan Fryslân p12, bewoner 01 Lolke Pruiksma p22, 03 Ontwerpfase p26, bewoner 02 Alice van Unen p36, fotodagboek sloop p40, 04 bouwfase p44, bewoner 03 Wieger van der Bij p54, 05 blauwdrukken p58, bewoner 04 Jacqueline Fahner p68, fotodagboek opbouw p72, 06 elementen bouw p76, bewoner 05 Irona Groeneveld p86, fotodagboek afbouw p90, 07 kantoorconcept p94, bewoner 06 Marcel Visser p106, 08 provincie & samenleving p110, veel geziene gast 07 Andries Bakker p118, fotodagboek exterieur p122, 09 Epiloog p126, fotodagboek laatste loodjes p131 Colofon/sponsors p134, DVD de bouw van het HûS fan fryslân p138
5
00 voorwoord Zichtbare democratie
‘Kun je ergens thuis komen waar je nooit bent geweest?’
Voor veel Friezen is het Provinsjehûs aan de Tweebaksmarkt in Leeuwarden een begrip. Voor mij is het nieuw. Mijn werkplek was vanaf dag 1 in mei 2008 in het voormalige postverdeelcentrum naast de C1000 aan het spoor naar Harlingen. Op zich is dit een prima gebouw en een prima kantoor, maar niet voor een organisatie die zichtbaar wil zijn in de Fryske Mienskip. De democratie moet je niet verstoppen, die moet je zichtbaar maken. Vandaar dat ik met een trots gevoel kijk naar die torentjes op het nieuwe Provinsjehûs, die al vanuit de verte zichtbaar zijn. De provincie is nu echt aanwezig in het hart van de Friese hoofdstad. Dat verplicht ons om er ook voor te zorgen dat we op andere terreinen ook zichtbaar zijn in de Friese samenleving. Architect Sjoerd Soeters heeft het nieuwe Provinsjehûs ontworpen vanuit een duidelijk visie. Zijn leidende thema was: ‘Let the variety of each be dominated by the harmony of the whole’. In het altijd kortere en krachtiger Fries is dit op te vatten als: Mei-inoar ien. Samen zijn we één. g 7
John Jorritsma
In het uiterlijk van het gebouw is dit thema goed te herkennen. Ook het nieuwe Provinsjehûs is opgebouwd uit een veelheid aan afzonderlijke gebouwen, die samen één geheel vormen. Oud en nieuw, historisch en modern, het sluit uitstekend op elkaar aan.
een wereld te winnen voor de provincie. Zo zijn er ook voor andere groepen uit de Friese samenleving nog slagen te maken voordat we de rol van open en klantvriendelijke overheid hebben die we voor onszelf graag zien weggelegd.
Bovendien zitten Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de ambtelijke organisatie in één gebouw. Er is geen duidelijke fysieke afstand tussen de uitvoerende en de controlerende macht, zoals die er bijvoorbeeld op landelijke schaal in Den Haag wel is. In Fryslân stralen we uit: ‘We klaren deze klus samen’. In de bij de voordeur aangebrachte woorden van dichter Tsjêbbe Hettinga: ‘Jins dreamen no, jins skiednis skielk’.
Het nieuwe Provinsjehûs is daarom een uitstekende aanleiding voor ons om het thema ‘Mei-inoar ien’ als opdracht op te vatten. Als provincie moeten we laten zien dat we niet alleen in het stadsbeeld zichtbaar zijn, maar dat we ook anderszins herkenbaar deel uitmaken van de Fryske Mienskip. We zitten niet aan een zijspoor, we zitten in het hart van de samenleving.
De volgende opdracht die we hebben, is om ervoor te zorgen dat iedere Fries zich thuis voelt in het nieuwe Provinsjehûs. Architect Soeters verbeeldt de transparantie onder meer door een publiek toegankelijke straat door het Provinsjehûs te laten lopen en binnen veel glas te gebruiken.
Iedere Fries, ieder bedrijf, iedere instelling moet zijn weg naar het Provinsjehûs weten te vinden. Wie er binnenstapt, moet hetzelfde gevoel hebben als ik had toen ik voor het eerst over de drempel kwam van het Provinsjehûs: hier voel ik me thuis, ook al ben ik er nooit eerder geweest. Dit is ons Hûs fan Fryslân.
Maar het is ook een kwestie van mentaliteit van de organisatie. Voorafgaand aan de Bedrijvencontactdagen van 2011 hebben we een enquête laten uitvoeren: hoe kijken bedrijven tegen de provincie als organisatie aan? De uitkomst was duidelijk, er is in ondernemersland nog
John Jorritsma Commissaris van de Koninginrnare dui.
9
1997 eerste signalen dat het provinciehuis niet meer voldoet
01 proloog In het hart Het nieuwe provinciehuis staat. Tweeënhalf jaar lang is hard gewerkt aan het ‘HûS fan Fryslân’. Tijdens de bouw was de blik gericht op een mooi eindresultaat. En dat is het geworden: een prachtig gerestaureerd historisch deel én een moderne kantoortoren.
links Het provinciehuis in 2009, vlak voordat de sloop begint rechts hier nog bijschrift?
december 2000 kostenoverzicht verschillende varianten: 81-165 miljoen gulden
De bouwput is inmiddels vergeten. Het water in de kelder weg. Het bereiken van het hoogste punt geschiedenis. De geur van de nieuwe inrichting vervlogen. Dat maakt het boeiend om nog even terug te blikken. In dit boek wordt het proces van ontwerpen en bouwen getoond. In woord en beeld, van begin tot eind. Meteen valt op hoeveel werk is verzet. In de fotospreads is het enorme bouwtempo te zien. De bouwers vertellen over de hoogtepunten en tegenvallers. Architecten laten zien waarom het gebouw eruit ziet zoals het eruit ziet. Aan de buitenkant en aan de binnenkant. Ook wordt duidelijk waarom de historische locatie zo belangrijk is, en wordt de bestuurlijke toekomst aangestipt. Een modern en functioneel gebouw, dat voor de gebruikers goed voelt. Dat was het plan en dat is het geworden. En een ieder beleeft het Hûs op zijn eigen manier, zo blijkt uit de zeven portretten van medewerkers. Statenlid Irona Groeneveld verwoordt het op een bijzonder manier: ‘Dit is onze plek, die mij in het hart raakt.’ 11
januari 2001 onderzoek naar drietal scenario’s voor nieuw provinciehuis > Werpsterhoek wordt genoemd als optie
02 HûS fan Fryslân 430 jaar provinciehuis
Het dagelijks provinciaal bestuur komt al meer dan vierhonderd jaar aan de Tweebaksmarkt bij elkaar om te vergaderen. Eerst het collegie, toen het gouvernement en vervolgens Gedeputeerde Staten. De namen voor de bestuurders veranderden in de loop der tijd, maar allemaal gingen ze hier naartoe om Fryslân te dienen. Ze traden de bestuurswereld binnen door de smalle ingang met het wapen er boven. De deur, die nog steeds de oudste gevel siert, sloot achter hen. De provincie wil in deze tijd deze werelden meer met elkaar verbinden. Zij wil meer naar buiten treden en zichtbaarder zijn voor de burgers. Een wens die past bij de heersende open bestuurscultuur. Het nieuwe provinciehuis is dan ook gebouwd als een open en toegankelijk modern bestuurscentrum. Het gebouw laat aan de buitenkant zien wat er binnen gebeurt. De entree is ruim en laagdrempelig. Burgers kunnen via een wandelroute van de Heerestraat naar de Tweebaksmarkt een kijkje nemen in het hart van het provinciale bestuur. 13
links De nieuwe entree rechts Het gebouw
van het college van Gedeputeerde Staten voor 1784
18 december 2002 Provinciale Staten kiezen voor nieuwbouw op de huidige locatie, waarbij de historische oudbouw in stand blijft
Friese staten erkennen Amerika De Friese Staten erkennen in 1782 als eerste in Nederland de onafhankelijkheid van de Amerikaanse Staten. Dit initiatief wordt in Amerika van grote betekenis geacht in de geschiedenis, omdat het de jonge republiek de mogelijkheid gaf om leningen te sluiten met Amsterdamse bankiers. In 1909 schenkt The Witt Historical Society of Tomkins County een bronzen gedenkplaat aan Friesland als herinnering.
De koffiekamer en de gedeputeerdenzaal Een van de meest oorspronkelijke vertrekken is de koffiekamer, op de eerste etage van het Renaissancehuis in de Korfmakersstraat. De kamer, die gebruikt wordt voor vergaderingen en recepties, is helemaal in oude stijl gebleven. Bijzonder zijn onder meer de eikenhouten betimmering en de gebrandschilderde ramen. De gedeputeerdenzaal aan de Tweebaksmarktzijde is in 1784 gebouwd en heeft kenmerken van de zogenaamde Lodewijk XVI-stijl. Het stucplafond is rijk gedecoreerd met attributen die verwijzen naar de provincie en het bestuur. Een schilderij aan het schoorsteenstuk verbeeldt het bezoek van Koningin Sheba aan Salomo en wordt toegeschreven aan Gerard de Lairesse. De kamer heeft dubbele deuren, afluisteren is dus niet mogelijk.
Statenzaal De Statenzaal heeft in de nieuwbouw een prominentere plek gekregen dan in de oudbouw. De neogotische Statenzaal ademt Friese geschiedenis en symboliek. Vanaf de vrij toegankelijke binnenplaats is de Statenzaal beter zichtbaar gemaakt. De acht meter hoge ruimte uit 1891-1894 is rijk versierd met spitsvensters, met gebrandschilderde glazen, beeldhouwwerk en schilderingen. In de schilderingen zijn onder meer de wapens van de elf steden, dertig grietenijen en drie kwartieren te zien. Een van de taferelen op de noordelijke wand beeldt de edelman Gemme van Burmania uit, die bij de eedaflegging voor Filips II weigert te knielen. Hij zou de volgende woorden hebben gesproken: Wy Friezen knibbelje allinne foar God.’ Onder de bogen van het balkon staan de Friese spreekwoorden Wierhiet boppe al, Dy folle praet, moat folle wier meitsje en It is mei sizzen net to dwaen.
De provinciale taken vroeger en nu Het woord provincie komt van het Latijnse woord ‘provincia’, dat wingewest betekent. Tegenwoordig wordt er geen overwonnen gebied mee bedoeld, maar een deelgebied van een land met een eigen overheid. Friesland is net als de andere gewesten onder de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795) erg zelfstandig. De andere zes ‘Nederlanden’ zijn Holland, Zeeland, Utrecht, Overijssel, Gelderland en Groningen. De meeste hiervan groeien later uit tot de huidige provincies. De gewesten functioneren als zelfstandige staatjes met ieder hun eigen bestuur. Alleen op het gebied van buitenlandse zaken en defensie beslissen de Staten Generaal. Dat is het feitelijke bestuur van de republiek en wordt gevormd door vertegenwoordigers van alle gewesten. De macht van de gewesten en dus ook van Friesland wordt sterk ingeperkt als Nederland na de Franse overheersing in 1814 een koninkrijk wordt. g
links Commissaris van de Koningin H.P. Linthorst Homan in zijn werkkamer in 1955 midden De gedeputeerdenzaal in 1985 rechts De tribune van de
Statenzaal werd in de jaren tachtig ook al uitgebreid
15
november 2003 plannen voor een 84 miljoen euro kostend provinciehuis lopen spaak > plan gaat van tafel
Nederland wordt een gedecentraliseerde eenheidsstaat. Den Haag krijgt het vooral voor het zeggen en de bevoegdheden van de provincies worden nauw begrensd om te voorkomen dat ze te veel macht krijgen. Toch blijft de gewestelijke identiteit in Friesland sterk. Dat heeft vooral te maken met de lange eigen politieke en culturele traditie. De taken van de provincies worden in de grondwetten in 1814 en 1848 vastgelegd. De provinciewet uit 1850 die er uit voortvloeit, houdt vooral democratisering in. De provinciale staten moe-sten bijvoorbeeld voortaan openbaar vergaderen. De vanouds bestaande waterstaatstaak en toezicht op gemeenten en waterschappen worden benoemd, maar verder worden geen andere taken duidelijk vastgelegd. Het rijk zorgt er met wetgeving voor dat de provinciale macht niet te groot wordt. Zo moet op
links De ingang van het provinciehuis in 1981 midden Tekening in vogelvlucht-
perspectief van de Tweebaksmarkt door Pieter Bast in 1603 rechts De sierlijke gevels aan de Korfmakersstraat
alle provinciale verordeningen een Koninklijke goedkeuring worden verleend. Het provinciale bestuur ontwikkelt zich desondanks en richt haar aandacht op terreinen als elektriciteitsvoorziening (zoals het Provinciaal Elektriciteits Bedrijf PEB), watervoorziening en geestelijke gezondheidszorg. Na de Tweede Wereldoorlog krijgt de provincie een nog grotere betekenis, ook wettelijk. De provinciewet van 1962 zorgt voor een sterke uitbreiding van taken. Het coördineren, stimuleren en subsidiëren van anderen, het toezicht houden op gemeenten op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu en gezondheidszorg zijn het meest belangrijk. Daarnaast richt de provincie zich op taal en cultuur.
17 december 2003 PS besluit tot een sober nieuwbouwmodel
Behoud van historische bouw
Het nieuwe sluit echter het oude niet uit. Fryslân koestert haar verleden en de historische plek waarop het provinciehuis is gegroeid. De historische oudbouw en de plek zijn zo belangrijk voor Fryslân, dat opties om nieuw te bouwen aan de rand van de stad of binnenstad worden afgewezen. Ook al zijn deze opties goedkoper dan verbouw op de huidige locatie. In 2002 besluiten Provinciale Staten tot nieuwbouw op de huidige plaats, met behoud van de historische oudbouw. In de zestiende eeuw schitterde het oudste deel van het provinciehuis hier al. Tijdens de Reformatie in 1580 hadden de bestuurders het van de stadhouder gekregen, toen de calvinisten de macht van de katholieken overnamen. Zij hadden het bisschoppelijk paleisje van bisschop Cunerus Petri geconfisqueerd, dat daarvoor woonhuis was van de overste van het Barraconvent in Bergum. De Friese Staten konden hier vanwege ruimtegebrek niet bij elkaar komen, maar vergaderden verderop in de straat. In het in 1594 gebouwde Landschapshuis, naast de Kanselarij, waar ook het Hof van Friesland zetelde. De staten waren gevolmachtigden van de
17
2 november 2004 zeven architecten presenteren hun ideeën, na een selectie uit 17 inschrijvingen
Tweebaksmarkt: markt voor beschuiten Het provinciehuis staat aan de Tweebaksmarkt, die samen met de Turfmarkt en Druifstreek voor het oog eigenlijk één straat vormen. Ze lopen ongemerkt in elkaar over. De stratenreeks heette in de zestiende eeuw Nieuwe Markt. De Turfmarkt, het meest zuidelijke stuk, was eeuwenlang de plek waar turf werd verhandeld. In de zestiende en zeventiende eeuw werden aan de Tweebaksmarkt beschuiten verhandeld. Beschuiten heetten ook wel zwieback of tweebak, omdat ze twee keer gebakken zijn. De schepen met beschuit aan boord voeren door de grachten en meerden hier aan. In 1876 stelde stadsarchivaris Wopke Eekhoff voor om de naam Tweebaksmarkt te vervan-
gen door Heerengracht. Er werd toen al twee eeuwen geen beschuit meer verkocht. Eekhoffs voorstel werd afgewezen. Wel werd een ander deel midden negentiende eeuw hernoemd in Druifstreek: naar de brouwerij De Druif op de hoek met de Keizersgracht. De gracht van de Tweebaksmarkt werd in 1894 gedempt toen deze overbodig geworden was voor de scheepvaart. Door de aanwezigheid van bestuurlijke instellingen groeide in de loop van de eeuwen het aantal voorname woonhuizen in de straat en omgeving. Op deze statigheid van de straat is met de herinrichting van de straat eind 2011 meer nadruk gekomen.
23 november 2004 toekenning opdracht aan Soeters Van Eldonk
kwartieren Oostergo, Westergo en de Zevenwouden. Later kwam daar na veel strijd het kwartier van de Elf Steden bij. Toen in 1891 werd besloten dat er een nieuw gebouw voor de Friese Staten moest komen, werden kosten noch moeite gespaard. ‘Laten deze muren getuigen van Frieslands kracht en ontwikkeling’, zei de Commissaris der Koningin mr. B.P. baron van Harinxma thoe Slooten in zijn openingsrede tijdens de eerste Statenvergadering op 3 maart 1896. De Statenzaal met al haar pracht en praal is in de huidige nieuwbouw opgenomen. Uitbreiding
Tegelijk met de taken van de provincie, breidt het provinciehuis zelf ook uit. Aan weerszijden van het oude paleis worden door de eeuwen heen panden aangekocht en verbouwd. Eind achttiende eeuw ontstaat één geheel in de gebouwen van het ‘Kollegie der Gedeputeerde Staten’ en komt er onder andere een verdieping op het bestaande pand.
19
links Het provinciehuis
na de verbouwing van 1790 midden De demping van de Tweebaksmarkt in 1894 rechts Het provinciehuis in de jaren tachtig
maart 2005 GS-besluit vaststelling taakstellend budget 61,4 miljoen euro
Op zijn elf en dertigst De Friese Staten vormen de basis voor de uitdrukking Op zijn elf en dertigst, wat betekent dat het langzaam gaat. De afgevaardigden van de elf Friese steden en dertig grietenijen vergaderden blijkbaar nogal lang en traag. Toch zou de uitdrukking in het begin van de zeventiende eeuw juist een positieve klank hebben gehad en betekende het: ‘zo als ‘t hoort, netjes.’
Van Friesland naar Fryslân De provincie Friesland heet sinds 1 januari 1997 officieel Fryslân. Aanleiding voor de naamsverandering is de Friese taal en het willen uitdragen van een consequente houding hierin. Twaalf jaar eerder hadden Provinciale Staten al besloten dat de naam gewijzigd moest kunnen worden. Daarvoor was een wetswijziging nodig die in Den Haag aangevraagd moest worden. Het voorstel werd op 24 april 1985 door Provinciale Staten aangenomen.
22 juni 2005 Statenbesluit taakstellend budget 61,4 miljoen
Een sierlijke uitbreiding volgt in de Korfmakersstraat in de negentiende eeuw. Een nieuwe vleugel aan de Heerestraat ontstaat als in 1966 enkele panden worden aangekocht. In 1970 kan dit deel onder andere in gebruik worden genomen als kantine op de bovenste verdieping. Tussen 1980 en 1985 wordt door afbraak en nieuwbouw het oppervlak van het provinciehuis verdubbeld. Sindsdien beslaat het provinciehuis het hele blok Heerestraat, Oosterstraat, Tweebaksmarkt en Korfmakerstraat. Enkele herenhuizen worden gesloopt, maar de voormalige openbare leeszaal aan de Tweebaksmarkt wordt in de nieuwbouw ingevlochten. In de huidige nieuwbouw van Sjoerd Soeters is dat opnieuw gedaan. De architect en het bestuur vinden dat de nieuwbouw goed moet passen in het historische centrum van Leeuwarden. De 45 meter hoge toren vormt de bekroning van het gebouw. Het is een nieuw landmark in de stad, het trotse topstuk van een provinciehuis dat midden in de samenleving staat.
21 links De gevel aan de Tweebaksmarkt voor de verbouw van 19801985 midden Aanbieding eerste kievitsei aan premier Lubbers en Commissaris van de Koningin Wiegel in 1988 rechts De hal voor
2007
2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk maart 2006 selectie ontwerpteamoktober afgerond
‘Deze klus nog afmaken en dan met pensioen’ Lolke Pruiksma
23
oktober 2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk
Lolke Pruiksma maakte als opzichter werktuigbouw en elektrotechniek meerdere ingrijpende verbouwingen van de provincie Fryslân mee. Apetrots is hij op het laatste topstuk, waar hij zelfs zijn pensioen voor uitstelde.
januari 2007 gemeenteraad Leeuwarden gaat akkoord met ver/nieuwbouw > windturbines op dak worden afgewezen
‘In 1977 kwam ik als ambtenaar bruggen en sluizen in dienst van provinciale waterstaat en een paar jaar later was ik monteur onderhoud van het provinciehuis. Daarna werd ik opzichter werktuigbouwkundige en elektrotechnische installaties. Toezicht houden op de aanleg/ uitbreiding van centrale verwarmingsinstallaties, vervangen van regelen elektrotechnische installaties en aanbrengen van nieuwe luchtbehandelingsystemen waren mijn belangrijkste taken. Ik heb meerdere grote verbouwingen meegemaakt. De verbouw in 1982, de verbouw van het witte en het hege hûs en de tijdelijke huisvesting aan de Snekertrekweg. Maar ook de verbouw van het Fries Museum, Tresoar en het Wetterskip Fryslân vielen onder toezicht van de provincie. Maar het grootse project is toch wel deze ver/ nieuwbouw. Mijn collega van bouwtoezicht vroeg een paar jaar geleden:
,,Ga je nog één keer mee bouwen?” Ik wilde dat graag, maar hij zei er wel bij: ,,dan moet je het wel afmaken.” Daarom ga ik later met pensioen, op mijn 64ste op 1 mei 2012. Ik heb een magnifieke tijd gehad, en nu is het ook wel klaar. Ik kijk ernaar uit om meer tijd met mijn vrouw door te brengen. In dertig jaar tijd is er veel veranderd. Vroeger was ik eigenlijk 24 uur per dag, zeven dagen per week beschikbaar. Alleen wanneer ik naar huis reed was ik niet bereikbaar, want mobiele telefoons bestonden toen nog niet. Als er een storing in een ketel was, ging ik vanuit Winsum naar Leeuwarden om te kijken wat er aan de hand was. Vaak liep ik dan door de duistere gangen met alleen noodverlichting als oriëntatie. Tegenwoordig komt dat niet meer voor, via de computersystemen kan ik meteen zien waar de storing zit en die vaak ook meteen oplossen.
De techniek heeft de laatste jaren een enorme vlucht genomen en dat vind ik mooi om mee te maken. Werd vroeger de centrale verwarming op kolen gestookt, later was dat olie en gas en in het nieuwe provinciehuis zelfs met aardwarmte. Ook is er een compleet datanetwerk aangebracht toen de computer zijn intrede deed. De apparatuur voor de dataopslag produceerde nogal wat warmte, waarvoor koelinstallaties nodig waren. Het vorige provinciehuis was geschikt voor carbonpapier en typemachines, hierop was het ventilatie- en koelsysteem destijds berekend. Nu is dat ondenkbaar. Het is trouwens lastig om het goed te doen voor de medewerkers qua ventilatie en warmte. De één vindt het te koud, de ander te warm of tochtig. Soms merkte ik dat wat aandacht en een luisterend oor al hielp. Mensen moeten nu eenmaal wennen aan nieuwe zaken. Uit de nieuwe ventilatiesystemen komt gefilterde lucht, die schoner is dan de buitenlucht. Toch hebben mensen de neiging om het raam open te willen zetten. Het huidige provinciehuis heb ik de afgelopen jaren zien groeien van de fundering tot het dak. Ik heb er veel energie in gestoken en het is een topstuk geworden.’
25
januari 2007 provinciemedewerkers krijgen tijdelijk onderkomen in het voormalige PTT-gebouw aan de Snekertrekweg
03 ontwerpfase Architect Sjoerd Soeters:
‘Er moet continuïteit bestaan tussen verleden, heden en toekomst’
links Architect Sjoerd Soeters op de binnenplaats voor de Statenzaal midden Oud en nieuw naast elkaar rechts Het gebouw staat niet in één strakke lijn
Onze behoeftes zijn de afgelopen eeuwen niet wezenlijk veranderd, zo is de visie van architect Sjoerd Soeters. Hij ontwierp heel bewust een provinciehuis dat onderdeel is van de stadse bebouwing. ‘Geen bastion dat de stad domineert, maar juist integreert in de stad.’ Het gewone is een wezenlijk uitgangspunt voor Soeters’ ontwerpproces. ‘Dat is volgens mij typisch voor Fryslân: het gewone in al haar schoonheid. Dat inspireert me. Het past ook bij de mentaliteit’, aldus Soeters, die samen met Jos van Eldonk eigenaar is van het architectenbureau Soeters Van Eldonk in Amsterdam. Fryslân kent hij uit zijn jeugd. ‘Ik ben geboren in Nes op Ameland. Als ik die huisjes in het dorp nu zie, is dat van een eenvoudige bijzondere schoonheid. Ik heb geprobeerd die Friese mentaliteit in het ontwerp terug te laten komen. En dus geen arrogant provinciehuis dat als bastion de stad domineert, zoals je dat elders wel ziet.’ Integratie in het stedelijk weefsel betekent volgens Soeters dat je het gevoel hebt dat het gebouw bij de stad hoort. ‘Contained space noemen we dat in jargon. Het omvat de ruimte.’ Een van de aspecten om dat effect te bereiken zijn de geknikte rooilijnen. ‘Vooral als je door de Heerestraat loopt, is dat duidelijk zichtbaar. Het gebouw staat niet in één strakke lange
27
februari 2007 start eerste aanbestedingsronde
Programma van eisen voor de inrichting ‘Het gebouw moet van entree tot de achterste kamer goed aanvoelen en een inspirerende en prettige werkomgeving zijn.’ Dat is de belangrijkste samenvattende voorwaarde die wordt genoemd in het programma van eisen voor de inrichting. Het programma van eisen werd samengesteld op basis van onderzoeken naar inrichting bij andere organisaties en brainstormen en interviews met medewerkers, interne deskundigen en leidinggevenden. Het interieur moet een spiegel zijn van de cultuur die de provincie Fryslân heeft en wil uitstralen: een transparante, samenwerkingsgerichte, levendige en flexibele organisatie.
links en midden Schetsen van het interieurontwerp van OTH rechts De toren past volgens Soeters goed in
het Leeuwarder dakenlandschap
Deze elementen moesten dus terug te vinden zijn in kleur- en materiaalgebruik, de overgangen tussen ruimten, het wel of niet plaatsen van wanden, toetreding van daglicht en inrichting van ruimten. De behoefte aan enige intimiteit moest volgens het programma van eisen niet worden vergeten. ‘De juiste balans treffen tussen transparantie/ openheid enerzijds en intimiteit/thuis voelen anderzijds in het devies.’
oktober 2007 eerste aanbestedingsronde ver/nieuwbouw mislukt
lijn, maar verspringt. In het begin van de straat zie je niet hoe het er verderop precies uitziet. Dat roept spanning op. Je krijgt zin om verder te lopen. Het suggereert ook oudbouw.’ Zichtbaar
De provinciale organisatie wil van een intern gerichte organisatie meer naar buiten treden. Ook dit vormt een uitgangspunt van het ontwerp. Aan de buitenkant van het provinciehuis moet beter te zien zijn wat er binnen gebeurt. Soeters houdt echter niet van enorme oppervlakten glas. ‘De ramen zijn nu als het ware tafereeltjes op schilderijen die je van buitenaf kunt bekijken.’ Soeters maakt in navolging van dit accent op transparantie ook de negentiende-eeuwse Statenzaal beter zichtbaar. Via een route over de binnenplaats tussen de Heerestraat en de Tweebaksmarkt kan het publiek langs het markante gebouw met torentje wandelen. De neo-gotische Statenzaal vol symboliek vindt Soeters geweldig. ‘In Nederland is men geneigd om te denken dat alle oude gebouwen gesloopt moeten worden. Ik vind juist dat er continuïteit moet bestaan tussen verleden, heden en toekomst. In het leven, en dus ook in de architectuur. In de architectuur wordt naar mijn idee teveel naar de toekomst gekeken. Het schreeuwt erg: ‘Dit is een andere tijd’, maar onze behoeften zijn sinds de tijd van Cleopatra weinig veranderd. Mensen hebben nog steeds behoefte aan geborgenheid en veiligheid in gebouwen.’
29
november 2007 provinciehuis krijgt tijdelijke bewoners > negen studenten wonen er anti-kraak
Zichtbaar is ook vanzelfsprekend de toren. De 45 meter hoge ‘stadskroon’ is een nieuw landmark in de stad. De hoogte opzoeken is niet alleen om esthetische redenen gedaan, maar vooral ook uit praktische overweging: het vergroten van het vloeroppervlak voor het werkgebied van de ambtenaren. De toren moet volgens de architect echter geen moloch worden die de stad domineert. Het dak van de toren is geïnspireerd op de schilddaken die typerend zijn voor de huizen in de Friese steden, de stadhuizen in het bijzonder. ‘We hebben daarom ook voor zwarte pannen gekozen. Het gebouw past heel goed in het Leeuwarder dakenlandschap.’ Licht en kleur
Lichtinval is een cruciaal punt van het ontwerp. Het is immers van belang dat medewerkers voldoende daglicht op hun werkplek krijgen. ‘Omdat met name de etages in de toren diep zijn, zorgen we er met horizontale reflectievlakken tussen onder- en bovenramen voor dat het licht diep de ruimte binnendringt.’ In de publiekshal en de bovengelegen werkruimten die de toren vormen, is optimaal gebruik gemaakt van het daglicht dat door het ‘gat’ in de Oosterstraat achter de voormalige school aan de zuidkant binnenvalt. De hal vangt ook licht vanaf de andere zijde, de binnenplaats.
Soeters en zijn team tekenen twee binnenplaatsen in plaats van de oude drie om juist zo meer licht in het provinciehuis te krijgen. De kleuren van de basis van de toren zijn ook op lichtbehoefte gekozen. De basis kreeg een zandsteenachtige kleur, die goed past bij de Friese geeltjes op de binnenplaats. ‘Een donkere kleur aan de basis zou de binnenplaats te massief en donker maken, daarom heb ik voor de lichte grote bakstenen gekozen, die geïnspireerd zijn op de mooie natuurstenen uit het Loire-gebied. De kleuren aan de buitenkant van het gebouw moeten moeiteloos naar binnen zijn te vouwen, zo is het in het interieur terug te vinden, zoals bijvoorbeeld de lichte publiekshal. Het oranjerood van de toren is daarvoor minder geschikt. Het architectenbureau speelt ook met lichtval en contrasten in de buitengevels. Bijvoorbeeld door lichtkleurige bakstenen elementen in de donkere gevel aan de Tweebaksmarkt. In de Heerestraat zijn enkele gevels helemaal wit gemaakt.
31
links De publiekshal vangt veel licht rechts De tafel is gemaakt
van samengeperste strookjes gerecycled hout
maart 2008 fractievoorzitters weigeren extra geld uit te trekken voor nieuwe provinciehuis, melden zij in een brief aan de gedeputeerde > gestelde budget is 61,4 miljoen euro (ongeïndexeerd)
Het interieur: duurzaam en intiem Duurzame materialen en veel natuurlijke kleuren sieren het nieuwe provinciehuis. Niet alleen de buitenkant, maar ook het interieur straalt een voorname soberheid uit. ‘Wij noemen het ingetogen chique’, aldus Ferdinand van Dam van OTH, interieurarchitect uit Amsterdam. Fietsend door
Tapijtkleuren In de kleur van het tapijt zijn de tinten van het Friese landschap terug te zien. In het souterrain ligt tapijt in verschillende aardetinten. Groen siert de drie etages daarboven. Het blauw van de lucht ligt op de verdiepingen daarboven en helemaal in de top is wit de basiskleur. ‘Dat is de loft. Het is niet alleen het Friese woord voor lucht, maar betekent ook zolder. Hier is de witte kleur van wolken gebruikt.’ De typisch oranje tint van de Friese dakpannen is als accentkleur gebruikt, bijvoorbeeld in de zitjes en informele overlegplekken op alle kantoorverdiepingen.
Leeuwarden deden de interieurontwerpers inspiratie op. ‘Met volle teugen genoten we van de rijke cultuur’, vertelt projectarchitect Ferdinand van Dam van OTH. De stedelijke monumenten, de estriken op de vloeren en andere bijzondere elementen werden vastgelegd op camera. ‘We hoorden toen dat de Friese politiek zich in de Middeleeuwen niet zozeer in de stad afspeelde, maar juist op het platteland’, aldus Van Dam. Mede daarom tekende OTH tijdens het proces dat volgde de kleuren van het Friese landschap in het ontwerp. ‘We hebben ze eigenlijk van buiten naar binnen gehaald.’ Naast de kleuren van het landschap zijn Friese waarden als inspiratiebron gebruikt. Kwaliteiten als openheid, duurzaamheid, identiteit en transparantie passen bij Fryslân en het provinciaal bestuur. Duurzaamheid komt tot uiting in natuurlijke materialen van bijvoorbeeld
links De kleuren van de Friese natuur vormen inspiratiebron voor de tapijtkleuren midden
Twee tinten bruin in de kommisjeromte rechts Ontmoeten is een belangrijk thema van het interieur
33
oktober 2008 presentatie bouwbedrag door gedeputeerde Tineke Schokker: 79,8 miljoen euro (geïndexeerd)
vloeren, trappen en vast meubilair. Er is goed nagedacht over de constructieve opbouw van meubels, zodat deze ook weer demontabel zijn. De kasten zijn in samenwerking met firma Rendemint modulair geconstrueerd. ‘De meubels zijn eenvoudig uit elkaar te halen zonder gereedschap.’ Een ander voorbeeld zijn de tafels, die gemaakt zijn van samengeperste strookjes gerecycled hout van oude kasten en ledikanten. Architect Sjoerd Soeters gebruikte de genoemde waarden ook als inspiratiebron voor het ontwerp, waarmee het interieur aansluit bij het exterieur. Bovendien is het effect van meerdere gevels aan de binnenkant doorgetrokken door in het tapijt met kleurentinten de verschillende zones aan te geven. ‘Dit vergroot de variatie op de kantoorvloeren en zorgt voor meer intimiteit’, aldus Van Dam. Van Dam en collega Angelina Bolten liepen in het beginstadium vaak binnen bij afdelingen om de sfeer te proeven en de behoeften van de ambtenaren te peilen. Ontmoeten
Ontmoeten is een ander belangrijk centraal thema van het interieur, dat aansluit bij het nieuwe kantoorconcept. Centrale ruimtes zijn ontworpen voor informeel overleg en er is veel diversiteit in werkplekken. Aan het begin van een afdeling zijn vooral dynamische plekken te vinden en aan het einde zijn meer rustige plekken gemaakt.
links en rechts Het restaurant
Om intimiteit in het restaurant te creëren is een indeling in niveaus gemaakt. Voor overleg zijn er tafels maar ook loungeachtige zitbankopstellingen. De zogenaamde windowseats zijn geschikt voor onderonsjes met een collega. Deze indeling en sfeer maakt het restaurant ook aantrekkelijk voor gebruik buiten lunchtijden. Tijdloos
Vóórdat begonnen wordt met het kiezen van kleuren en meubilair vindt een intensief proces plaats: de functionele indeling van het gebouw. ‘Hoewel de globale indeling en routing met de positie van diverse representatieve ruimten vast lag, zagen we kans om dit te optimaliseren’, vertelt Van Dam. In overleg met de provincie en de architect isbijvoorbeeld het trappenstelsel in de ontvangsthal gedraaid, waardoor een betere doorloop is gemaakt naar de Statenzaal en het souterrain. ‘Het is een puzzel. Je wilt natuurlijk zo efficiënt mogelijk gebruik maken van de ruimte. Er is dan ook gezamenlijk veel aandacht besteed aan de routing.’ Een zekere tijdloosheid in de stijl is volgens Van Dam belangrijk voor een publieksgebouw als een provinciehuis. ‘Het moet de tand des tijds doorstaan, ook om de kosten binnen de perken te houden.’ Gedeputeerde (Tineke) Schokker benadrukte dat het interieur, net als de rest van het gebouw, een voorname soberheid moest uitstralen. Van Dam: ‘Onze vertaling daarvan is: ingetogen chique.’
35
20 november 2008 gedeputeerde betoogt dat ver/nieuwbouw goedkoper kan oktoberSchokker 2008 1 inschrijving op aanbesteding niet Bouwurk
‘Mijn waardering groeide met iedere fase’ Alice van Unen
37
oktober 2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk
Alice van Unen wordt in de wandelgangen de ‘boufrou’ van het nieuwe provinciehuis genoemd. Haar officiële functie is ambtelijk opdrachtgever van de ver/nieuwbouw. Ze is de spil tussen de bouwcombinatie en het bestuur. ‘Ik moet ervoor zorgen dat iedereen tevreden is.’
26 november 2008 Provinciale Staten stemmen in met verhoging van het benodigde bouwbudget
‘Mijn functie bevindt zich tussen twee werelden: de bouwcombinatie Friso Bouwgroep, BAM Utiliteitsbouw regio Noord, Koopmans Bouwgroep en het provinciaal bestuur. Het belangrijkste van mijn werk is dat ik de werkzaamheden binnen het budget van 79,8 miljoen euro en de planning moest houden. Dat is gelukt, en daar ben ik best trots op. Vertrouwen hebben en toch zakelijk zijn, is voor mij altijd het uitgangspunt. Ik kom uit een ondernemersgezin, daardoor begrijp ik de bouwers erg goed. ‘Afspraak is afspraak’, en ‘het werk moet af’, zijn hun credo’s. De politiek handelt meer op gevoel. Tussen die twee werelden zit het spanningsveld waar ik in beweeg. Ik voel me soms een slangenmens die wel geregeld de rug recht moet houden. Aan iedere zijde van het speelveld krijg ik verzoeken om meerwerk en zijn er extra wensen, zoals ambtenaren betreffende hun bureau, werkplek of grootte
van de kamer. Iedereen vindt daarbij iets van de keuzes die je maakt, maar daar kan ik wel tegen. Het bouwen van de fundering zorgde in het begin voor een flinke uitdaging. Bij het slaan van palen onder de kelder werden wellen geraakt, die zorgden voor wateroverlast. De kelder is toen onder water gezet om tegendruk te krijgen. Ook op andere punten kom je natuurlijk onvoorziene zaken tegen bij een dergelijk project, bijvoorbeeld op het gebied van gebruiksvriendelijkheid van het gebouw. En hoewel je er van te voren over nadenkt, is het vaak toch net even anders. Je moet dus proactief te werk gaan. Waar nodig huurden we deskundigen in voor zaken waar wij als provincie maar eenmaal mee te maken krijgen, zoals een interieurontwerper. Nieuwbouw is immers niet ons dagelijks werk.
Eerst vond ik het moeilijk voor te stellen hoe de nieuwbouw eruit zou komen te zien. Toen ik op het terrein rondliep en alleen nog maar grote blokken beton zag, vergde dat wel wat van mijn inlevingsvermogen. Stap voor stap kreeg het vorm en ik heb iedere fase heel bewust meegemaakt. Mijn waardering voor het gebouw is daardoor ook groot nu ik er na vijf jaar Snekertrekweg weer werk. Ik weet dat bij ieder materiaal of ontwerp een weloverwogen keuze is gemaakt. Het resultaat is geweldig. Het is een groot en toch warm kantoor geworden waar we trots op mogen zijn. Het gebouw heeft absoluut allure. Over vorm, materiaal en kleur ben ik met name erg enthousiast. Het natuursteen in combinatie met het hout in de publiekshal bijvoorbeeld, prachtig natuurlijk en duurzaam. Daar in de buurt kom ik te werken, maar ook op andere etages. Deze functie is opgeheven en ik ga als adviseur op andere beleidsterreinen aan de slag. Hoe dan ook: ik ben en blijf flexibel.’
39
oktober 2008 1 inschrijving op aanbestedingFriso, Bouwurk 24 februari 2009 tweede aanbesteding leidt tot resultaat > aannemerscombinatie BAM en Koopmans krijgt de opdracht het nieuwe Provinsjehûs te realiseren
41
oktober tonen 2008 1zich inschrijving op aanbesteding Bouwurk 25 februari 2009 bewoners bezorgd over overlast bouw tijdens informatie-avond > klankbordgroep met omwonenden en ondernemers wordt opgestart
juli 2009 sloop gerealiseerd tot maaiveld
43
maart 2009 de aannemer start met de sloop
04 bouwfase ‘Groot project op kleine plek’ links In april 2009 wordt een begin gemaakt met de sloop. midden Op de plekken waar de oudbouw moet blijven staan, worden voorzorgsmaatregelen getroffen. Zo worden de glas-in-loodramen van de Statenzaal dichtgetimmerd.
maart 2009 welstandscommissie Hûs en Hiem is bezorgd over kwaliteit bouwmateriaal provinciehuis
De afdeling ‘Bouwurk’ kreeg vanaf 2008 haar vaste werkplek in Post Plaza. De muren toonden bouwtekeningen in alle soorten en maten. De afdeling heeft drie jaar lang de bouw intensief begeleid. Gerard Jeunink en Doeke Reinsma van de bouwcombinatie BAM-Koopmans-Friso en Koos Stevens en Peter Buursma (Arcadis), projectleiders voor de provincie, blikken gezamenlijk terug. ‘Het is op alle fronten een hoogstandje geweest’, zo concluderen de mannen. Sloop, afvoer van afval, aanvoer van grondstoffen, nieuwbouw en het behoud van de monumentale panden vroegen het uiterste van de bouwploeg. ‘Om midden in een stad op zo’n kleine ruimte zo’n groot gebouw neer te zetten, is een monsterklus. En het is ons gelukt. En ook nog eens binnen het budget en de tijd,’ zo stelt de projectleider namens de provincie, Koos Stevens, met gepaste trots. ‘En wat ook prettig is: iedereen is tevreden met het resultaat. De architect, wij als bouwers. Ook de reacties uit de stad zijn goed. En het belangrijkste, de ambtenaren die hier werken, zijn gelukkig met het gebouw.’ Gevraagd naar het meest spannende moment tijdens de verbouwing, komen de vier mannen
In september 2009 wordt een grote groene kraan geplaatst, die ruim een jaar boven de stad uitsteekt. Vanuit de kraan is goed te zien dat het merendeel van het provinciehuis is gesloopt.
foto
45
maart 2009 PvdA Leeuwarden is bezorgd over versobering provinciehuis
Goodwill ‘We hebben ramen staan zemen bij buurtbewoners’, antwoordt Peter Buursma op de vraag naar de memorabele momenten. Tijdens de sloop was het een grote stofbende. ‘Ook al hielden we het stof in bedwang met heel veel water uit brandslangen. Op een gegeven moment konden bewoners van de Heerestraat werkelijk niets meer zien, zo vies waren de ramen. Toen hebben we die gezeemd. Om zo goodwill te kweken.’ Was er in het begin nog grote weerstand vanuit de binnenstadbewoners tegen de bouw, gaandeweg het proces sloeg dat om. ‘We hebben iedere stap gecommuniceerd met de bewoners. Ze zijn meerdere keren op de bouw geweest. Dat heeft ontzettend goed gewerkt. In plaats van tegenstanders, zijn ze de ambassadeurs van het nieuwe provinciehuis geworden.’
Het begin Koos Stevens zucht nog eens diep als hij terugdenkt aan het prille begin. ‘De aanloop naar de nieuwbouw van het provinciehuis ging niet altijd even makkelijk.’ Twee aanbestedingsrondes leverden niet het gewenste resultaat. Het beschikbaar gestelde budget kwam niet in de buurt van de goedkoopste aanbieding. Naast het financiële gat, begon ook de tijd te dringen. En dus zat er eigenlijk maar één ding op, net zolang praten tot er alsnog een oplossing kwam. Projectleider Stevens reed in die tijd iedere dag op een neer naar Sneek, naar Bouwgroep Friso. g
juli 2009 problemen bij aanbrengen van de palen voor de fundering > werkzaamheden tijdelijk stilgelegd
met hetzelfde onderwerp. ‘De kelder, daar heb ik bij wijze van spreken, grijze haren van gekregen’, aldus Peter Buursma. Gerard Jeunink, Koos Stevens en Doeke Reinsma kunnen het beamen. ‘Dat heeft voor de meeste hoofdbrekens gezorgd.’ Om de fundering voor het nieuwe gebouw aan te leggen, moesten er in de kelder van het bestaande pand 211 palen de grond in. En bij het boren van de eerste paal, kwam er een groot probleem aan het licht. De grond onder de kelder bleek niet alleen uit een afsluitende kleilaag te bestaan, er bevonden zich ook zandlagen en enkele oude waterbronnen in die bodem. De druk in die zandlagen was bijzonder hoog omdat het water via deze laag naar boven wilde. Het gevaar op uitspoeling van de grond was groot. ‘Als dat was gebeurd, hadden we hier geen provinciehuis meer kunnen bouwen. Dan is de grond alleen nog maar geschikt om er een plantsoen op aan te leggen’, zo vat Stevens kort en krachtig samen. Stevens weet nog hoe hij in juli 2009 vanaf de camping in Frankrijk dagelijks contact had met z’n collega’s in Leeuwarden, Doeke Reinsma van de Bouwgroep en gedeputeerde Tineke Schokker. ‘We hebben het toen voor het eerst gehad over de mogelijkheid om de kelder onder water te zetten. Uiteindelijk heeft het tot november geduurd voor we zover waren.’ Jeunink weet nog dat bijna alle experts van Nederland om advies zijn gevraagd. ‘We wilden uiteraard geen enkel risico lopen. Dit moest in één keer goed. We konden ons geen enkele fout permitteren.’ 47
links Om stofvorming tijdens de sloop
zoveel mogelijk tegen te gaan, worden brandslangen ingezet. midden Om de 211 palen in de grond te krijgen die nodig zijn voor de fundering van de nieuwbouw, wordt de kelder onder water gezet. rechts vlnr: Doeke Reinsma, Peter Buursma, Gerard Jeunink en Koos Stevens
23 augustus 2009 plaatsen eerste grote kraan
Friso had samen met BAM en Koopmans ingetekend op de aanbesteding. Maar de geraamde offerte lag ver boven het beschikbare budget. ‘We moesten dus bij elkaar zien te komen’, zo licht Stevens de situatie toe. ‘En dat betekende dat ik bij de provincie moest kijken naar extra budget, het beschikbare bedrag was door de jaren niet geïndexeerd. En de bouwcombinatie moest kijken naar mogelijkheden om te bezuinigen. We hebben in die tijd ontzettend veel overleg en contact gehad. Er ging geen dag voorbij zonder dat we elkaar spraken. Dat ging ook in het weekend gewoon door.’ Als bewijsstuk haal Stevens een ordner uit de kast. ‘Kijk’, zegt hij, ‘hier kun je punt voor punt zien, hoe we bezuinigd hebben. Per punt hebben we omschreven hoe het anders, goedkoper kon en de besparing uitgerekend. Daar heeft de bouwcombinatie ook ongelooflijk veel tijd in gestopt en daar is ook letterlijk de basis gelegd voor dit pand.’
links en midden De hele zomer wordt er doorgebouwd, ook tijdens de weekenden en de bouwvak. rechts Het afval wordt op de bouwplaats gescheiden en afgevoerd.
24 augustus 2009 herstart funderingswerkzaamheden
Uiteindelijk weten de partijen bij elkaar te komen, zonder veel aan kwaliteit in te boeten. ‘We hebben in dit proces aan het algemeen belang gedacht. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het provinciehuis op een verantwoorde manier en met een verantwoord budget wordt gebouwd,’ aldus projectleider vanuit de bouwcombinatie Doeke Reinsma. Alle partijen zijn dan ook enorm blij als de handtekening onder de overeenkomst tussen de provincie en de bouwcombinatie wordt gezet. Reinsma, Jeunink, Stevens en Buursma zijn er alle vier van overtuigd dat er tijdens die onderhandelingen een fundament is gelegd voor de uiteindelijke bouw. ‘Het is een heel intensief traject geweest, waarin we elkaar hebben gevonden en elkaar konden vertrouwen.’
oktober 2009 plaatsen tweede grote kraan
Na het raadplegen van verschillende experts, wordt gekozen voor het onder water zetten van de kelder. ‘Omdat we daar zo lang over na hebben kunnen denken, hebben we dat ook heel efficiënt aan kunnen pakken. We hebben bedacht op welke manier we het water de kelder in wilden hebben en hoe we daarna een zo schoon mogelijke kelder opgeleverd konden krijgen. Dat is uiteindelijk wel de winst geweest’, aldus Peter Buursma. In de kelder komt in november 2009 vijf meter water te staan, als tegendruk voor het grondwater dat via de zandlagen omhoog wil. En tot grote opluchting van de technici werkt het zoals van tevoren bedacht. ‘Toen konden we ook echt verder’, aldus Buursma. Sterk staaltje
Aan die hele spannende fase van de kelder, was al een fase voorafgegaan: de sloop. Althans, een gedeeltelijke sloop. De monumentale panden en gevels, zoals de Statenzaal en de voormalige Openbare Leeszaal, ook wel pand 64 genoemd, moesten blijven staan. Een technisch hoogstandje. ‘Sommige delen hebben we echt letterlijk laag voor laag af moeten pellen’, legt Reinsma uit. ‘Dat slopen moet je uiterst zorgvuldig doen. Ook was het spannend of alles wel zou blijven staan. Voor pand 64 hadden we besloten meer te laten staan dan oorspronkelijk was gepland. Meer laten staan betekent minder nieuwbouw en dus minder kosten. En het was ook nog eens veel beter voor de stabiliteit van het pand. In het oorspronkelijke plan zou
49
29/30 oktober 2009 de kelder van het provinciehuis wordt onder water gezet voor het boren van de laatste funderingspalen
alleen de gevel blijven staan, die volgens een kostbaar en ingewikkeld procedé in een soort ijzeren kooi werd gezekerd. Omdat we veel meer van het pand hebben laten staan, konden we ons die kosten besparen. Het is maar zeer de vraag of het pand, met die stalen bekisting, was blijven staan’, zo denkt Reinsma na afloop. Bij de sloop kwam ook de oude Statenzaal weer ‘bloot’ te liggen. Die was zo’n veertig jaar ingemetseld geweest. Bij die laatste verbouwing in de jaren ’70 was het torentje van de statenzaal scheefgezakt. Bij het uitpellen zakte het torentje recht en kwam weer in de originele stand terug. ‘We hebben dat torentje toen direct verankerd. We wilden absoluut niet het risico lopen dat het torentje er bij de eerste de beste herfststorm af zou vallen’, zo vertellen Buursma en Jeunink. ‘We hebben toen ook direct de perstribune tegen de Statenzaal gebouwd, om zo weer voor stabiliteit te zorgen’, aldus Jeunink.
december 2009 afronden funderingswerkzaamheden
We hadden een bouwdepot buiten de stad, zodat we op afroep spullen konden laten brengen. Meestal deden we dat ’s ochtends voor zes uur, om het verkeer in de stad zo min mogelijk te hinderen. Ook hebben we twee verkeersregelaars ingezet. We moesten met grote vrachtwagens in de binnenstad zijn. Dat vraagt ook heel wat van de chauffeurs. Achteraf kunnen we gelukkig constateren dat zich geen ongelukken hebben voorgedaan en dat de overlast beperkt is gebleven’, vertelt Buursma. Een ander essentieel punt tijdens de bouw was de discipline op het bouwterrein. ‘We hebben ontzettend gedisciplineerd gewerkt. Iedereen moest aan het einde van de dag opruimen. We wilden absoluut geen troep op het bouwterrein. Simpelweg omdat er zeer beperkte ruimte was, maar ook om vandalisme te voorkomen. Drie jaar is dit bouwterrein in de binnenstad geweest, en we hebben geen enkele keer ellende gehad. Geen brandjes, vernielingen, helemaal niks. Het kan dus wel’, aldus Reinsma.
Logistiek
De sloop was ook een logistieke puzzel. Om het verkeer in de binnenstad van Leeuwarden zoveel mogelijk te ontzien, werden de sloopmaterialen op gezette tijden afgevoerd. Bovendien moest er op de kleine ruimte ook worden gesorteerd. ‘Je moet bouwafval gescheiden aanbieden. Glas, puin, ijzer. Er is zoveel mogelijk gescheiden ingezameld. Dat was een forse logistieke opgave in de binnenstad.’
Opbouw
Toen de sloop achter de rug was en de palen in de grond zaten, kon er vanaf maart 2010 echt gebouwd worden. En dat ging in een razend tempo. In nog geen anderhalf jaar tijd is er een pand met vijftienduizend vierkante meter kantoorvloer neergezet. ‘Dat is in onze wereld niet niks’, zo laat Stevens weten. Tijdens de hoogtijdagen van de bouw, liepen er zo’n
links De koude winter van 2010 speelt de bouwers parten. Er
wordt voornamelijk in de kelder gewerkt. In februari 2011 kan er nog niet gebouwd worden aan de nieuwe kantoren. rechts Zodra de winter voorbij is, gaat het razendsnel. In april 2010, nog geen twee maanden later, zijn de eerste contouren al zichtbaar.
51
december 2009 de aannemer pompt in vier dagen het water in etappes uit de kelder
350 bouwvakkers rond. Om een duidelijke lijn in de bouw te krijgen, was er iedere morgen ‘keetoverleg’. ‘Om 11 uur moesten alle uitvoerders van de bouw in de keet zijn. We bespraken dan de plannen voor de volgende dag, de logistiek, mogelijke knelpunten en de doorloop van het werk. Iedere keer zat een andere uitvoerder de vergadering voor. Alleen wist je niet van tevoren wie dat zou zijn. Daarmee bereikten we dat iedereen uiterst goed voorbereid naar dit overleg kwam. Als je iets in wilde brengen, moest het op dat moment’, zo licht Reinsma toe. Voor uitvoerders was deze werkwijze in het begin wennen. ‘In de reguliere bouw wordt ’s ochtends vroeg de dag doorgesproken. Maar wij haalden dat moment naar voren, om te kunnen anticiperen. We hebben door deze manier van werken een grote betrokkenheid bij het project voor elkaar gekregen. Iedereen was verplicht vooruit te denken.’ Dat vooruitdenken gebeurde voor een groot deel al aan de tekentafels, zoals dat voor ieder bouwproject geldt. ‘De timmerman moet natuurlijk wel weten wat de maatvoering is, en de installateur moet ook weten waar hij zijn kabels moet leggen. Maar het vooruitdenken ging verder. Zo hebben we bijvoorbeeld in het voortraject al bedacht dat de vloeren op de begane grond extra dik moesten zijn zodat we er met heftrucks overheen konden om materiaal aan te leveren.’
januari 2010 bouwvakkers beginnen met het bouwen van het nieuwe provinciehuis
Unieke samenwerking
‘We hebben met z’n allen een hoogstandje geleverd. De kelderkwestie zorgde voor vertraging, en toch waren we op tijd klaar. Dat kon omdat we elkaar vanaf het begin hebben begrepen. We zijn in dit project gestapt met een gezamenlijk doel. We hebben steeds aan het algemeen belang gedacht. En dat zie je terug’, concluderen de vier mannen. ‘Iedereen is voor meer dan honderd procent in dit traject gestapt.’ Er is steeds gedacht in oplossingen. ‘Als het ergens tegenzat, keken we wat we alvast wel konden doen. Dat betekende soms dat de hele planning over de kop moest. Zo hebben we er uiteindelijk voor kunnen zorgen dat het provinciehuis op tijd af is.’ Wat ze straks het meeste zullen missen? ‘Elkaar. We hebben drie jaar heel intensief samengewerkt en contact gehad met elkaar. Maar zo gaat het in de bouw. We stappen straks weer in een nieuw project. Al onze leermomenten en goede ervaringen nemen we mee.’
53
links Na opnieuw een strenge
winter, is in februari 2011 de buitenkant zo goed als klaar. Nu wordt er vooral binnen gewerkt. midden In februari 2011 gaan de pannen op het dak en is het gebouw wind- en waterdicht. rechts Vlnr: Wietske Spijkstra, Anne Damsma, Jan Veldman en Nellie Aukema.
oktober 2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk
‘Iedereen moet zich hier welkom voelen’ Wieger van der Bij
21 januari 2011 provincie huurt 305 parkeerplaatsen gemeente Leeuwarden > parkeergarage moet begin 2014 klaar zijn
55
10 maart 2010 eerste hoek Oosterstraat krijgt vorm
oktober februari 2008 1 inschrijving op aanbesteding 2010 vertraging door strengeBouwurk winter
Het duurt niet lang voordat Wieger van der Bij het nieuwe provinciehuis van haver tot gort kent. Hij wandelt als bode namelijk het hele gebouw door. Als receptionist en telefonist is het voor hem van belang dat alle gasten zich welkom voelen.
‘In 1981 begon ik bij de provinciale griffie. De bibliotheekdienst was een belangrijk onderdeel daarvan. Het was nog voor het digitale tijdperk. We bewaarden alle wetgeving die vanuit de Tweede Kamer en Eerste Kamer kwam. Ook alle kranten werden verzameld en ingebonden. Ambtenaren konden ze dan raadplegen. Bibliotheekwerk was dus dankbaar werk. De bibliotheek zat in het monumentale deel, op de eerste etage. Het was een sfeervolle kamer met een grote opslagruimte. Ook moesten we wel eens informatie opsporen in de provinciale bibliotheek aan de Boterhoek. Tegenwoordig gaat zoveel mogelijk digitaal en scan ik ingekomen post in, dat wordt ingeboekt door DIM (Documentair Informatie Management) en daarna gaat het naar betreffende afdelingen. Daarnaast doe ik zo nu en dan een boderondje, en breng ik post rond bij alle afdelingen. De organisatie is enorm
gegroeid. Destijds waren er veel afzonderlijke diensten als provinciale waterstaat en planologische dienst maar nu is alles samengevoegd, waardoor het als één organisatie functioneert. Doordat ik al heel wat jaren meedraai, ken ik heel wat mensen. Voordeel daarvan is dat ik heel vaak op afscheidsborrels word uitgenodigd. Vroeger kende ik bijna iedereen, maar met ongeveer achthonderd ambtenaren is dat niet te doen. Het is in die zin wel wat onpersoonlijker geworden. Receptiedienst en telefoondienst horen ook bij mijn taken. Een goed visitekaartje zijn voor de provincie is voor mij erg belangrijk. Gasten moeten zich hier welkom voelen. Als een burgemeester langskomt, moet je als receptionist niet hoeven vragen naar zijn naam. Je moet je dus wel wat verdiepen in nieuwe ontwikkelingen in het bestuur en de organisatie.
Ook voor de telefoondienst geldt dat je gastvrij en behulpzaam moet zijn. De telefoondienst zit nu apart van de receptie trouwens, want anders leidt het rumoer in de ontvangsthal teveel af. Mensen bellen soms met heel algemene vragen. Omdat ik hier al lang werk, weet ik precies welke afdeling wat doet. Ik kan mensen dus eigenlijk altijd naar de juiste persoon doorverbinden. Het gebouw is mooi geworden. Ik heb een vaste plek in de oudbouw waar ik het scanwerk doe. Het is wel prettig dat ik daar een ladekastje voor mezelf heb. Het restaurant is voor mij de belangrijkste ruimte, want ik eet hier tussen de middag altijd warm. We hebben een hele goede kok!’
57
april 2010 vertraging strenge winter ingelopen
05 blauwdrukken Ontwerpen is geen lineair pad De ontwerpfase is een proces dat architect Sjoerd Soeters vergelijkt met het lopen van een pad. ‘Het is geen rechte lijn. Op sommige momenten moet je terug, omdat een onderdeel niet aansluit bij het doel dat je voor ogen hebt’, aldus Soeters, die met een team van medewerkers aan het project werkte. In het blauwe katern hiernaast is iets van dit schetsproces te zien.
20 april 2010 start bouw toren
Veranderingen in het uiteindelijke ontwerp zijn volgens Soeters geen grote aantasting, omdat het totaal eigenlijk een lappendeken is aan kleine ontwerpen. ‘Het is een eclectisch geheel. Oud, nieuw, verschillend materiaal. De lapjes zijn niet allemaal van zijde, maar hebben ieder hun eigen kwaliteit. De kwaliteit van de lappendeken wordt bepaald door de verschillende lapjes als compositie of als patroon.’ In eerste instantie tekende Soeters twee symbolische windmolens op het torendak die uiteindelijk niet de goedkeuring kregen van de provincie. Vervolgens ontstond het idee van de glazen torentjes als markering van de uiteinden van het zadeldak. Het uiteindelijke resultaat zoals dat er nu staat, vindt Soeters prachtig. Hij is met name gefascineerd door het spel van licht in de gebouwen. Eén van zijn favoriete plekken zijn dan ook de zwaluwnestjes, zoals hij ze noemt. Dat zijn werkplekken hoog in de publiekshal die veel licht vangen. Toch is het provinciehuis geen grote verassing voor hem als de schetsen en tekeningen eenmaal tot leven wordt gewekt door de bouwvakkers. ‘Op papier zie ik al helemaal voor me hoe het wordt. Ik proef al de sfeer. Als dat niet zo zou zijn, ben ik geen goede architect.’
59
augustus 2010 plaatsen tijdelijke waterpompen voor provinciehuis
61
perspectief hoek Oosterstraat– Tweebaksmarkt
september 2010 start bouw loopbrug
5 oktober 2010 leggen officiële eerste steen
63
de middenbouw
6 oktober 2010 start metselwerk onderbouw voorkant
65
plattegrond
de torens
7 oktober 2010 start bouw gevels Heerestraat
15 oktober 2010 aanbrengen kozijnen bestaande provinciehuis
67
principe daglichtplank
Doorkijk op het Hûs fan Fryslân vanuit het Nieuwstraatje
2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk 20 oktober 2010 start voegwerk pandoktober 64
‘Ik ben hier helemaal op mijn plek’ Jacqueline Fahner
69
oktober 2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk
Jacqueline Fahner werkte twintig jaar bij de catering van het provinciehuis en is sinds twee jaar kamerbewaarder. Een stap die ze achteraf gezien veel eerder had kunnen maken. ‘Ik heb een superbaan.’
21 oktober 2010 aanbrengen overkapping tuin
‘In het nieuwe provinciehuis werk ik in de gerenoveerde oudbouw. De gedeputeerdenkamers zijn helemaal opgefrist, maar wel in historische stijl gehouden. Ik werk in een ruimte daar vlakbij, in de buurt van de statenzaal. Het is wel vrij ver naar het restaurant lopen vanaf die plek. Het gedeelte waar ik in het oude provinciehuis zat, is nu afgebroken. Twintig jaar was ik met plezier werkzaam bij de catering, maar twee jaar geleden moest ik terug in uren, óf naar ‘boven’. Met dat laatste werd bedoeld: kamerbewaarder voor de gedeputeerde staten en commissaris van de koningin. Ik bedien hen, en het betekent vooral ook: horen, zien en zwijgen. Eerst keek ik tegen deze functie op. Als ik vroeger eens moest invallen als kamerbewaarder vond ik dat erg spannend. Maar collega’s zeiden tegen me:
Het is net wat voor jou. En achteraf bleek dat ook. Want toen ik de stap eenmaal had genomen, vond ik het geweldig. Ik ben hier helemaal op mijn plek. Ik haal de gasten van de vijf gedeputeerden en de commissaris op bij de receptie, zorg dat ze rustig even kunnen wachten, serveer koffie of thee. Bij lange of late vergaderingen regel ik ook lunch of maaltijden via het restaurant. Dinsdags is de vaste vergaderdag van de gedeputeerde staten. Het is voor de gedeputeerden fijn om één aanspreekpunt te hebben. Wel zijn er twee collega’s die mijn taken prima kunnen overnemen. We weten wat ze lekker vinden en of ze bijvoorbeeld wel of niet suiker in de koffie drinken.
Ik dacht dat het een erg rustige baan was, maar het is juist best hectisch en afwisselend. Dat vind ik prettig. Iedere dag maak ik wel wat nieuws mee. Het ene moment komt iemand met het eerste kievitsei voor de commissaris, dan weer krijgen we een ambassadeur of minister op bezoek. Een representatief uiterlijk is erg belangrijk in deze functie en daarom draag ik altijd een pak, net zoals de bodes. We hebben een leuk team, ik werk nauw samen met de secretaresses van de vijf gedeputeerden, de commissaris en de directie. Het komt wel eens voor dat ik ’s avonds nog terugkom als de vergadering nog gaande is en ik al naar huis ben gegaan. Dan denk ik toch: ik moet nog maar even kijken. En dan zeggen ze soms: blij dat je er bent Jacqueline.’
71
oktober 2008 inschrijving op aanbesteding Bouwurkonderbouw 10 november 2010 voegwerk gevels Heerestraat 151november 2010 aanbrengen plafonds
16 november 2010 plaatsen dakgoten
73
oktober 2008 1man inschrijving op aanbesteding Bouwurk parkeert 17 november 2010 aanhouding 22-jarige die ’s nachts scooter op bouwplaats
75
18 november 2010 herplaatsen kroontje en wapen bij oude gedeelte
06 elementen bouw Eyecatchers van het HûS Het meest markante element van het nieuwe provinciehuis is de oranjerode toren, een nieuw landmark in Leeuwarden. Ook de binnenplaatsen, de natuurlijke materialen, de hekken met lisdodden en de oude Statenzaal springen in het oog. De meest opvallende elementen van het nieuwe provinciehuis op een rij.
De toren: stadskroon De oranjerode toren was vanaf het begin van de planvorming het meest besproken element van de nieuwbouw. Architectonische handigheid zorgde ervoor dat het geen overheersend bouwwerk in de oude binnenstad is geworden. ‘Het is de stadskroon in het silhouet van de stad,’ aldus architect Sjoerd Soeters. De toren is opvallend en onopvallend tegelijk. Door de abstractie van de gevel is het formaat van de toren op afstand niet goed in te schatten. Dat is bewust zo gedaan door architect Soeters. De schuine borstweringen en de naar voren en achteren geschoven ramen in de gevel zorgen voor dit effect. Met de begane grond meegerekend is de toren negen verdiepingen hoog. De constructie staat op een bestaande kelder, die in eerste instantie zou worden gesloopt maar bij nader inzien toch deels hergebruikt kon worden. Aan de voet van de toren zijn grote lichtgekleurde stenen gebruikt die geïnspireerd zijn op natuurstenen uit het Loiregebied. Daarboven koos Soeters voor een monochrome oranjerode kleur. Dat effect is
77
links Het hek met wuivende lisdodden midden De publieke doorgang rechts Het dak van de toren is geïnspireerd op de typisch Friese daken
2 december 2010 snelle inval kou > bouwvakkers verhogen tempo
Vergelijk De toren van het provinciehuis is 45 meter hoog. Dat is ongeveer net zo hoog als de zestiendeeeuwse Oldehove, die met houten opbouw 48 meter hoog is. De koepel van de Friesland Bank is iets lager, ongeveer 42 meter. Het dichtstbijzijnde hogere gebouw is de katholieke SintBonifatiuskerk (85 meter) aan de Voorstreek, die sinds 1884 de stad siert. Verderop staan de moderne torens van Avéro (77 meter) en Achmea (120 meter). Deze laatste is het hoogste gebouw van Leeuwarden.
beneden Het uitzicht vanuit de loft midden Het provinciehuis kan zich meten met andere torens in Leeuwarden rechts De glazen
constructies hebben een esthetische functie
4 december 2010 hijsen eerste torentje Heerestraat
bereikt door de voegen dezelfde kleur als de stenen te geven. Het dak is geïnspireerd op de typische Friese daken. De glazen constructies op de uiteinden doen qua vorm denken aan schoorstenen, maar hebben alleen een esthetische functie. De torentjes zijn via een ronde trap toegankelijk. In eerste instanties had Soeters voor de dakuiteinden een moderne variant van de windturbine bedacht, die zou gaan draaien in de wind. Soeters noemde het zelf ‘slagroomkloppers’ met een dak erop. De draaiende turbinevorm werd afgewezen uit vrees voor lawaai en flikkering. De uiteindelijke vorm lijkt op dit eerste ontwerp, maar draait niet en is met glas afgesloten. Materiaalgebruik en kleur
Traditionele materialen als zink, baksteen, hardsteen en dakpannen zijn de basismaterialen van het gebouw. Ze vormen een harmonie met de omgeving, omdat dit soort materialen ook elders veel in de historische binnenstad terug zijn te vinden. Een ander aspect van de gekozen materialen is dat deze duurzaam zijn en dus ook mooi blijven. De gevels zijn opgebouwd uit verschillende kleuren baksteen. Op die manier ontstaat ‘een familie van gevels’. De onderste delen van de gevels zijn gemaakt van hardsteen in verschillende bewerkingen. Ook zijn meerdere kleuren zink toegepast. De kozijnen zijn
79
8 december 2010 aanbrengen dakpannen
van aluminium. Dit alles zorgt er volgens het architectenbureau voor dat het relatief grote gebouw teruggebracht wordt tot menselijke maat en de schaal van de binnenstad. De gevels aan de binnenplaats zijn voornamelijk van glas en aluminium.
14 december 2010 verwijderen steigers bovenbouw Heerestraat
daglicht er binnenvalt, hoe minder kunstlicht automatisch gaat schijnen. Dat bespaart energie. De plank doet ook dienst als zonwering voor het onderste raam. De medewerkers die dichtbij de gevel zitten, kunnen op die manier hinder van direct zonlicht op het beeldscherm voorkomen.
Geknipte rooilijnen
Het provinciehuis is één gebouw, maar lijkt door de suggestie van gevels, een dynamisch samenspel van meerdere panden. De geknikte rooilijn draagt bij aan dit effect. Een geknikte rooilijn houdt in dat de lijn waarop het gebouw in de straat staat niet recht is. Het zonlicht valt hierdoor net even anders op iedere gevel. De ruimte ontvouwt zich als het ware voor de voetganger. Kozijnen
De ramen in aluminium kozijnen van de toren zijn zo vormgegeven dat ze zoveel mogelijk daglicht diep in de toren brengen. Het bovenraam staat in het voorvlak van de gevel en het onderraam ligt verder terug. Tussen de twee ramen ligt een horizontale plank met een spiegel erop. Het zonlicht dat door het bovenraam schijnt, wordt door de spiegel op het plafond gereflecteerd. Het witte plafond brengt het licht vervolgens verder de ruimte in. Het daglicht en het kunstlicht zijn op elkaar afgestemd. Hoe meer
links Het gebouw lijkt door de geknikte rooilijn uit meerdere panden te bestaan midden In mei 2011 zijn alle steigers verdwenen en is het werk buiten helemaal klaar. rechts De zuidelijke binnenplaats vangt veel licht door het ‘gat’ in de bebouwing in de Oosterstraat
Binnenplaatsen en verbindingsroute
Het provinciehuis heeft twee binnenplaatsen. Het oude telde er drie. Op de binnenplaatsen liggen Friese geeltjes en een lichtgekleurd soort grind: een kalksteen die in fijnere vorm wel wordt gebruikt voor Franse jeu de boules banen. De lichte kleur is gekozen om de binnenplaatsen zo licht mogelijk te maken. De noordelijke binnenplaats bij de Statenzaal is 725 vierkante meter. Deels is die beplant, maar er zijn geen bankjes. Vanaf de Tweebaksmarkt en de Heerestraat is deze binnenplaats toegankelijk voor bezoekers. De verbindingsroute, die burgers als het ware het gebouw in trekt, is een wezenlijk deel van het ontwerp. Mede op basis van dit idee van Soeters en zijn medewerkers kreeg het architectenbureau de opdracht van de provincie Fryslân. De zuidelijke binnenplaats is 645 vierkante meter groot. Tussen de ‘opengeknipte’ gevel aan de Oude Oosterstraat stroomt het daglicht diep de binnenplaats binnen. Ook het
81
15 december 2010 bereiken hoogste punt met hijsen tweede torentje
restaurant profiteert van het daglicht aan deze kant. Op het hogere gedeelte van de zuidelijke binnenplaats komt beplanting en een boom. Medewerkers kunnen zitten op hardstenen randen en bij het restaurant kunnen ook stoelen en tafels buiten gezet worden. Hekken
Drie stalen hekwerken omgeven het provinciehuis. De in Noorwegen wonende kunstenaar Hans Pulles maakte in overleg met Soeters Van Eldonk het ontwerp, dat geïnspireerd is op het Friese landschap. De hekken ‘ode aan het riet’ met doerebouten (lisdodden) zijn helemaal van staal en computergestuurd uitgesneden. De hekken staan aan de openbare ruimte: aan de Heerestraat, aan de Tweebaksmarkt en aan de Oude Oosterstraat. Een vierde hek, met twee lelies, staat bij het torentje van de Statenzaal. De kroon en het wapen
De kroon en het wapen die het oorspronkelijke hoofdgebouw aan de top van de gevel sieren, zijn gerestaureerd. In november 2010 is de kroon herplaatst. Het Friese wapen is een azuurblauw wapenschild met twee leeuwen. Het schild wordt ‘vastgehouden’ door twee klimmende leeuwen. Boven de nieuwe hoofdentree hangt een nieuw gemaakt wapen.
Restauratie van de Statenzaal Uitbreiding van de publiekstribune is de belangrijkste ingreep in de oude Statenzaal. Een dikke muur is weggebroken en vervangen door een moderne uitbouw van zink en staal. Het andere deel van de tussen 1895 en 1897 gebouwde neogotische Statenzaal is ook gerestaureerd. De sloop van achtermuur van de publiekstribune was een van de meest spannende momenten voor de mensen die aan de restauratie van de Statenzaal werkten. ‘Je weet niet wat de rest van het oude gebouw gaat doen’, vertelt uitvoerder Tabe Soepboer van Friso Bouwgroep. De muren bleken gelukkig stabiel. Door de ingreep staat de Statenzaal weer helemaal los van de rest van de gebouwen. In de jaren tachtig was een deel van de nieuwbouw aan de Statenzaal geplakt. Het oude torentje dat enigszins scheef was gezakt, trekt nu ineens weer recht. Soepboer heeft er geen verklaring voor. ‘Het heeft iets met de fundamenten te maken.’ De moderne uitbouw van staal en zink zorgt voor uitbreiding van de publiekstribune. Aan de onderkant van dit overwelfd paviljoen worden vierkante vlakken reliëf gemaakt.
83
links De kroon en het wapen op de gevel van het oorspronkelijke hoofdgebouw zijn gerestaureerd rechts De moderne uitbouw vormt de publiekstribune van de Statenzaal
16 december 2010 voegwerk Statenzaal
‘Dat was een moeilijke tijdrovende klus’, stelt Soepboer. Een pinakel hoort op het puntje van dit zinken dak, vindt hij. ‘Architect Sjoerd Soeters vond dat wel een goed idee, vandaar dat er nu een moderne pinakel op staat.’ Na de uitbouw is de rest van de Statenzaal aan de beurt, die einde negentiende eeuw ontworpen is door rijksbouwmeester Jacobus van Lokhorst. De twaalf glas-in-loodvensters, waarin de wapens van de drie gouwen, elf steden en dertig grietenijen zijn afgebeeld, geven de Statenzaal die typisch gekleurde lichtinval. De ramen, destijds gemaakt door Nicolaas van Roermond, zijn nog in goede staat. De ramen hoeven alleen maar goed schoongemaakt te worden. Eén raampje moet worden vervangen. Een elektricien stootte het kapot door er een ladder tegenaan te zetten. ‘Die man kon wel vertrekken’, aldus Soepboer. Zeventien verschillende vormen rode baksteentjes moesten op maat worden gemaakt om de kapotte rode baksteentjes van de Statenzaal te vervangen. Ook stukken zandsteen werden vervangen. Een dakkapel die in de jaren tachtig was geplaatst om een doorloop te maken naar de nieuwbouw, is verwijderd. De kozijnen, zinken dakgoten, overloopbakken voor de afwatering zijn waar nodig hersteld en de koperen bliksemafleiders gecontroleerd. Het leien dak is grotendeels nog goed.
20 december 2010 verwijderen steigers binnenbouw
Het stukje toren dat tegen de jaren tachtig nieuwbouw aan stond, is met leien gedekt die Soepboer bewaarde van een gesloopt deel. Aan de binnenkant werkten acht schilders tien weken lang aan de restauratie van de plafondschilderingen in 72 vakken. Daarin zijn de geslachten van de Friese grietmannen te zien. Het vinden van exact de juiste kleur is een precies werkje waar één schilder bijna fulltime mee bezig is geweest. Ook de andere symbolische schilderingen, zoals de wandschilderingen met taferelen uit de Friese geschiedenis worden schoongemaakt en zo nodig bijgewerkt. Datzelfde geldt voor de achterwand waarop acht deugden staan geschilderd en uitgebeeld. De uitschuifbare bladen van de houten tafels zijn allemaal uit elkaar gehaald en hersteld zodat ze weer soepel bewegen. Het hout van de bankjes en stoelen is in de was gezet en de stoelen zijn opnieuw bekleed met groene stof. Ook is de rode wandbespanning vervangen. Restauratie is fantastisch werk, vindt Soepboer. ‘De oude bouwmaterialen die vroeger werden gebruikt zijn erg degelijk. Aan een bestek heb je niets, want alles is anders. Improviseren vind ik prachtig. Het was een eer aan de Statenzaal te werken en ik vind het resultaat geweldig.’ 85
links Zeventien verschillende vormen rode baksteen moeten op maat worden gemaakt midden Detail van de plafondschilderingen rechts Acht schilders werken tien weken lang aan de plafondschilderingen
oktober 2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk 20 januari 2011 weghalen steigers gevel Tweebaksmarkt
‘Deze plek raakt mij in het hart’ Irona Groeneveld
87
oktober 2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk
Ze vergaderde nog in de oude Statenzaal vóór de verhuizing van het provinciehuis naar de Snekertrekweg. Statenlid Irona Groeneveld (GrienLinks) uit Burgum. ‘Je zit hier midden in de historie.’
4 februari 2011 leggen eerste stroken vloerbedekking
‘Mijn eerste Statenvergadering herinner ik me nog heel goed. Ik kon niet van het laatje en uitschuifbare tafelblad van het houten bankje afblijven. Dat was vóór de verbouwing. Sinds 2003 ben ik Statenlid en tegenwoordig fractievoorzitter van de tweekoppige GrienLinks fractie. Toen we als Statenleden samen met Leeuwarder raadsleden vlak na de oplevering rondkeken, werd ik weer helemaal warm en enthousiast. Allerlei herinneringen aan de periode 20032007 kwamen boven. Aan kwesties als de noodopvang voor asielzoekers en het streekplan bijvoorbeeld. Wezenlijke discussies werden gevoerd en in de gangen van het bestuurscentrum was het in die dagen drukte van belang. De noodhulp aan asielzoekers is een onderwerp dat me veel bezig heeft gehouden. Net als duurzaamheid, natuur, landbouw en jeugdzorg. De laatste tijd heeft de betrouwbaarheid
van de overheid ook mijn aandacht. Het beeld dat bij de burger ontstaat dat de overheid niet betrouwbaar is, baart me wel zorgen. Sommige statenleden die één periode hebben gediend, tussen 2007 en 2011, hebben nooit in de oude Statenzaal vergaderd. Ze hebben wat gemist, het is een prachtige ruimte. Je moét gewoon naar de plafondschilderingen staren. De Statenzaal aan de Snekertrekweg was functioneel, maar zonder sfeer en daglicht. Moderne provinciehuizen die ik wel eens bezoek zijn mooi en functioneel, maar missen toch een bepaalde sjeu. Aan de Snekertrekweg zat je toch ook wat in de periferie; we zijn nu meer onderdeel van de stad.
In de prachtig gerestaureerde Statenzaal zijn we van alle gemakken voorzien. Draadloos internet bijvoorbeeld, zodat we de papierloos kunnen vergaderen. Dat de houten bankjes niet lekker zitten, moeten we maar op de koop toe nemen. Ik vind dat niet erg. We vergaderen maar één woensdag in de vier weken. De commissieruimte zit in de kelder, waar een groot raam wel voor daglicht zorgt. Je zit hier midden in de historie. Dat is voor mij van belang. De wandschilderingen, de Latijnse spreuk ‘Eendracht maakt macht’. In de Statenzaal voel ik dat vóór ons ook met hart en ziel is gewerkt aan onze prachtige provincie. De zichtbaarheid van de geschiedenis motiveert. Tegelijkertijd relativeert het. Wij zijn onderdeel van een lange traditie. Met een gebouw dat aansluit bij de historie laat je zien waar je vandaan komt. Het moderne deel is tegelijkertijd fier en trots. Dit is onze plek, die mij in het hart raakt. Hier Statenlid zijn, heeft wat te betekenen. Daar probeer ik mijn steentje aan bij te dragen.’
89
2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk 10 februari 2011 weghalen steigers oktober Oosterstraat
91
oktober 2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk
14 maart 2011 weghalen kleine groene kraan
93
maart 2011 start plaatsen pantry’s
07 kantoorconcept Het Nieuwe Werken yn it HûS Onoverzichtelijk, donker en vele, vele hokjes. Typeringen van medewerkers die jarenlang in het oude provinciehuis werkten. Met het nieuwe provinciehuis wordt ook meteen overgestapt naar een nieuwe werkwijze.
april 2011 start plaatsen printerhoeken
Ingegeven door een veranderende, transparantere samenleving is er een grote roep om openheid in de organisatie en meer samenwerking tussen afdelingen. Daarmee wordt een efficiencyslag gemaakt. Dit alles is terug te zien in de ruimtelijke indeling van het nieuwe provinciehuis; de vele hokjes zijn weg, de donkere kleuren zijn vervangen door moderne, lichte kleuren. En er wordt anders gewerkt, ook wel het nieuwe werken genoemd. Een provinciaal ambtenaar heeft geen vaste werkplek meer. Wel een eigen telefoon, een eigen kastje voor persoonlijke spullen. En een eigen inlognaam zodat overal op het netwerk gewerkt kan worden. ’s Ochtends vertrekt iedereen naar zijn eigen afdeling, maar heeft geen vaste plaats. Digitaal werken is het uitgangspunt. In het concept wordt uitgegaan van een 80% bezettingsgraad. In totaal is uitgegaan van dik 700 werkplekken voor ongeveer 800 medewerkers. De afdelingen zijn nu georganiseerd in grote ruimtes waarbij de medewerkers elkaar veel tegen (kunnen) komen. 95
links Elke ambtenaar zoekt een plekje binnen grote, open afdelingen rechts Met elkaar overleggen in pantry’s
3 mei 2011 weghalen grote zilverkleurige kraan
Vrijstelling In het nieuwe provinciehuis houden de drie directeuren, de gedeputeerden én de Commissaris van de Koningin hun eigen bureau. In het kader van vertrouwelijkheid en representativiteit is hiervoor gekozen. De originele kamers van de gedeputeerden zijn in volle glorie hersteld, in overleg met monumentenzorg. Directeur Uitvoering Jan van der Weij heeft een kamer met een persoonlijke achtergrond. Zijn kamer zit in de historisch oudbouw. Toevalligerwijs is het dezelfde kamer waar hij ooit zijn verloofde ophaalde, toen dat nog openbare bibliotheek was.
25 mei 2011 plaatsen hekken ‘Ode aan het Riet’
‘Daarnaast zijn er op strategische plaatsen pantry’s gecreëerd waar kort overlegd kan worden’, vertelt Herman Groenwold, projectleider inrichting. Medewerkers hebben nu de mogelijkheid om makkelijker met elkaar te overleggen. ‘Overleg is hier natuurlijk core-business.’ Overleggen kan in de vaste overlegzalen per afdeling, of in kleinere ruimten waar rustig gewerkt wordt of in klein verband met elkaar gepraat wordt. Cultuur
Feitelijk is de impuls voor nieuwbouw ingegeven door de behoefte aan een andere manier van werken, een cultuuromslag. De cultuur die de provincie voor ogen heeft is samenwerkingsgericht, flexibel, integer, efficiënt. Van de mensen die hierin functioneren wordt verwacht dat zij een grote mate van eigen verantwoordelijkheid voelen. De aanloop naar dit concept begon met een aantal pilots op de tijdelijke locatie aan de Snekertrekweg. ‘In het begin stuitte het op veel verzet, het is een verandering die niet door iedereen als nuttig werd ervaren’, vertelt Herman Groenwold. ‘Gaandeweg draaide het negatieve gevoel en zagen mensen in dat dit idee beter bij de toekomst past. Wel is het natuurlijk een kwestie van wennen, ook al ben je geen voorstander.’ 97
links De vergaderkamer van GS rechts In de tafels zitten technische faciliteiten voor de laptops
15 juni 2011 oplevering patio’s in de tuinen
De afdeling P&O was zo’n pilotafdeling in de tijdelijke huisvesting. Veel enthousiasme was er in het begin niet bij de afdeling. ‘Ik weet nog goed dat we een eerste excursie hadden naar de tijdelijke huisvesting. We kwamen in grote fabriekshallen waar nog de oude postzakken van de PTT lagen. Weinig aansprekend’, vertelt P&O-medewerker Henk Tulner, werkzaam bij de provincie Fryslân sinds 2003. Van de kleine hokjes met rood en bruin in het oude provinciehuis kwam zijn afdeling aan de Snekertrekweg in een lange pijpenla met dertig bureaus terecht. ‘We moesten erg wennen aan het lawaai. Er waren prikkels, veel prikkels.’ Na een aantal aanpassingen ging het beter. Er werd bijvoorbeeld een glazen wand geplaatst, en onderling afspraken gemaakt over telefoneren en praten op de werkvloer. ‘We merkten dat de voordelen groter waren dan de nadelen. We hadden als afdeling meer en makkelijker contact, ook de afstemming ging beter. Het gemeenschappelijke gevoel nam toe’, vertelt Henk Tulner. Na een gewenningsperiode werd de pilot aangenomen. Overlegruimtes
Over de ver/nieuwbouw van het provinciehuis is Tulner positief. ‘Het ziet er allemaal fantastisch uit, het werkt prettig ondanks dat we nog moeten wennen.’ Met name de integratie van oudbouw en moderne elementen spreekt hem aan.
18 juli 2011 plaatsen en inrichten keuken kantine
Wennen aan de nieuwe manier van werken hoeven ze op de afdeling niet. ‘Dat hebben we nu al een paar jaar gedaan. Zelfs werken met weinig vaste spullen waren we al gewend. Vaste plekken hebben we niet op de afdeling P&O, al ontstaan na enige tijd vast en zeker weer favoriete werkplekken. Dat het secretariaat een vaste plaats moet krijgen, dat hebben ze al wel geconstateerd. Ook dat de grotere vergaderzaal een reserveringssysteem nodig heeft. Voor de kleinere overlegruimtes en concentratiewerkplekken lijkt dat niet noodzakelijk. Tulner heeft wel moeite met de glazen overlegruimtes in het midden van de afdeling. Door het karakter van zijn werk heeft hij meer behoefte aan vertrouwelijke overlegruimtes. Die zoekt hij nu buiten zijn afdeling. ‘De dinsdagen en donderdagen zijn drukke dagen. Dan moet een deel van de medewerkers een andere plaats zien te vinden. Maar relatief valt het mee, want als je langer dan een uur van je plaats bent, moet je je bureau opruimen en komt je plek vrij. Dat geeft ook weer mogelijkheden.’ De anderhalve boekenplank ligt bij Tulner lang niet vol. ‘Je vergist je echt als je zegt dat het niet veel is. Er kan heel wat op! Soms komt het wel eens voor dat een collega me om iets vraagt dat ik een week of maand eerder net heb weggegooid Dat is echt opvallend en ook wel eens jammer.’ 99
Verhuizen naar de Tweebaksmarkt begin november 2011
29 juli 2011 plaatsen eerste fietsenrekken garage
Resultaat Pilots Snekertrekweg In het nieuwe provinciehuis is het Nieuwe Werken een gegeven, en geen keuze meer. Uit de pilots blijkt dat de rol van de leidinggevende belangrijk is om het nieuwe kantoorconcept goed te laten slagen. Hij of zij heeft veel beter overzicht wat er gebeurt op de afdeling, door de ruimtelijkheid die erin gebracht is. De hokjes zijn letterlijk en figuurlijk verdwenen. Groenwold: ‘Op deze manier kan de afdelingsleider veel meer sturen met de extra informatie die beschikbaar is. Juist de klacht dat langs elkaar heen gewerkt wordt is weggenomen.’
1 september 2011 bezemschoon opleveren pand
Demping
In het kantoorconcept zijn vier soorten werkplekken: de bureaus, overlegplekken, stiltewerkplekken en informele werkplekken. Ondanks de openheid is tijdens de inrichting veel rekening gehouden met één duidelijke klacht die uit de pilots naar voren kwam: de moeite die een deel van de mensen had om de concentratie vast te houden. Groenwold: ‘Er is veel meer lawaai en onrust op de werkvloer. Mensen praten over de bureaus heen, horen elkaars telefoongesprekken en er wordt meer gelopen op de afdeling. Tijdens de inrichting hebben we goed gekeken naar de akoestiek, mede door de ervaring die we hebben uit de pilots.’ Door het gebruik van geluidsdempende materialen in wanden, kasten en vloerbedekking is dat sterk verbeterd. Zo is ook de ervaring van Henk Tulner: ‘Geluidsproblemen hebben ze op de afdeling veel minder in vergelijking tot de tijdelijke locatie. De geluidsdemping blijkt veel beter geregeld. Een verademing’ Telefoon
Twintig jaar lang heeft hij een eigen kantoor gehad, concerncontroller Theo Jellema. Nu zit hij weer tussen zijn ‘eigen’ mensen, in totaal een man of zeven. Zijn mensen vormen een aparte stafafdeling. Veel spullen heeft hij weggegooid en zijn werkkastje ziet er nog akelig 101 links Werkplekken bovenin de publiekshal midden De kast aan het begin van iedere afdeling waar de flexkoffers in kunnen rechts Een open overlegruimte
5 september 2011 start herinrichting Tweebaksmarkt
Basisgegevens Iedere medewerker heeft de beschikking over een eigen privékluisje dat wordt afgesloten met een eigen ingevoerde code. Daarnaast heeft elke medewerker zijn eigen draadloze telefoon zodat achter elk bureau gewerkt kan worden en de telefoon naar elk overleg meegenomen kan worden. Verder heeft iedereen de beschikking over anderhalve boekenplank in één van de houten kasten. Medewerkers zijn ondergebracht in een eigen afdeling, die vrij invulbaar is. Echter, andere medewerkers kunnen ook plaatsnemen als plaatsen nog niet ingevuld zijn en extra werkruimte noodzakelijk is. Laptops kunnen ingeplugd worden in de speciale pantry’s waar stopcontacten in de tafel zijn verzonken.
10 oktober 2011 plaatsen computers
leeg uit. Zijn afdeling heeft afgesproken zoveel mogelijk bij elkaar te zitten, dat maakt het werken effectiever. Jellema moet nog wennen aan de manier van werken: ‘Het is veel gehoriger, onrustiger. Je wordt wel pragmatischer en maakt onderling goede afspraken, bijvoorbeeld over het telefoneren. In dit mooie gebouw zijn daar vele plekjes voor gecreëerd. Het secretariaat heeft wel een eigen plaats, al is dat voor bezoekers niet herkenbaar.’ Zijn nieuwe werkplek geeft Jellema een trots gevoel. De bouw heeft hij tot in detail meebeleefd. Als controller was hij aan het project toegevoegd en werkte hij op met het Bouwurkteam. ‘Het is iets om trots op te zijn, het gebouw dat er nu staat, op tijd opgeleverd en binnen de begroting. Dat is te danken aan een fantastisch team met een groot onderling vertrouwen en een betrokken gedeputeerde.’
103 links Voldoende licht op de werkplek is van groot belang midden Verzamelde telefoons van een afdeling rechts Een kleine overlegplek
15 oktober 2011 plaatsen loungeplekken
Beveiligers kennen gedeputeerde niet Beveiligers hielden op een zondagmiddag in de jaren negentig gedeputeerde Sicko Heldoorn aan die in het provinciehuis was om wat stukken te lezen. ‘Dat deed ik wel vaker, dan fietste ik even naar het provinciehuis en ging ik werken op mijn kamer’, aldus Heldoorn. Beveiligers hielden hem echter die dag staande. ‘Men was niet gewend aan relatief jonge gedeputeerden in vrijetijdskleding.’ Het was volgens Heldoorn niet gemakkelijk om de beveiligers te overtuigen van zijn identiteit. ‘Ze sloten me in achter de receptie. Uiteindelijk wist ik een folder achter de balie vandaan te halen, waar ik met mijn foto in stond.’
Het spookt Beveiligers, in het algemeen geen watjes, vinden het provinciehuis in de jaren tachtig maar spooky. Verhalen gaan rond over bewegende vitrages, vreemde geluiden en raar gesmoezel. Beveiliger Gerrit Kootstra deed zijn schoenen uit om het uit te zoeken. ‘Op mijn sokken heb ik rondgelopen om uit te vinden waar geluiden vandaan kwamen. Een keer zat op de derde verdieping een postbak van het interne systeem vast.’ Een andere keer was het enger. ‘In de GS-zaal hoorde ik allemaal gesmoezel, na verschillende controles was ik er nog niet achter en heb heel hard geroepen wie daar was en geen reactie. Daar voelde ik me toch niet prettig bij.’ Kootstra houdt nu zijn verhalen over het provinciehuis voor zichzelf. ‘Mijn jongere collega’s werden er bang van.’
17 oktober 2011 sleuteloverdracht
Nieuwe kunstwerken
Een driedelig kunstwerk van de in Harlingen geboren kunstenaar Hans van Houwelingen siert het provinciehuis. Het is geïnspireerd op Friese tradities. In de loft staat de drie meter hoge eikenhouten kast ‘Mecenaat’. Deze is bedoeld voor culturele archiefstukken. Elf witte porseleinen harnassen staan in de publiekshal, gemaakt bij Tichelaar in Makkum. Van Houwelingen heeft stad en land afgezocht naar authentieke harnassen om daar mallen van te maken. Voor de GS-zaal schakelde Van Houwelingen de Chinese kunstenares Mu Xue in. Zij maakte zes abstracte tekeningen van houtskool die in contrast staan met de statigheid van de zaal en symbool staan voor ‘fensters iepen’. De Wolkenman, een marmeren beeld van de in Oudebildtzijl geboren kunstenaar en schrijfster Jannie Regnerus, is te vinden bij de entree. De Wolkenman is geïnspireerd op hoofdpersonen uit haar boek ‘De Ent’. Als de hoofdpersoon Rixt na lange tijd terugkeert naar haar ouderlijke huis, ziet ze haar vader in de tuin staan. Hij kijkt naar de wolken. Als er ooit een standbeeld van mijn vader opgericht zou worden, moet hij er zo opstaan, denkt Rixt. In het restaurant hangen vilten wandkleden die gemaakt zijn door Claudy Jongstra uit Spannum. De ontwerpster probeert met haar werken de productiecyclus van de natuur duidelijk te maken. Het hele productieproces houdt Jongstra in eigen hand. De wandkleden zijn een geschenk van het aannemerstrio Friso, BAM en Koopmans.
links De bijzondere wandkleden van Claudy Jongstra in het restaurant rechts
Houtskool op papier in de GS-zaal van de Chinese kunstenares Mu Xue
105
18 oktober 2011 plaatsen koffieautomaten oktober 2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk
‘Nieuw pand, nieuwe werkgewoontes’ Marcel Visser
107
oktober 2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk
Met zijn flexkoffer zoekt hij elke ochtend een werkplek. Inkoopadviseur Marcel Visser is de verpersoonlijking van de ‘flexwerker’. ‘Het contrast tussen het oude statische en nieuwe dynamische is prachtig. Zowel qua bouw als werkomgeving.’
19 oktober 2011 aanbrengen wifi-installatie
‘De ramen kunnen open, gelukkig. Het gebouw aan de Snekertrekweg was een betonnen isolement. Niet geschikt als kantoorruimte. Vier jaar geleden ben ik bij de provincie gekomen. Ik adviseer en begeleid Europese aanbestedingstrajecten. Alles op de werkvloer aan de Tweebaksmarkt is splinternieuw, want de huidige inventaris was grotendeels afgeschreven. Bovendien horen bij een nieuw pand moderne faciliteiten, zoals mobile printing. Vanaf nu kunnen we met de mobiele telefoon een printopdracht geven. Het hagelnieuwe kantoor is prachtig opgebouwd tussen de twee oude panden. De ouderwetse bankjes en prachtige glas-in-loodramen in de Statenzaal staan in mooi contrast met het duurzame meubilair en grote open ramen van het nieuwe pand. De verschillende bouwstijlen en stenen die zijn gebruikt om het in één geheel op te laten gaan, vind ik prachtig gelukt. Het past perfect bij elkaar.
De bereikbaarheid is niet optimaal, maar de provincie hoort in het centrum van de hoofdstad. Het is belangrijk dat de Statenzaal behouden blijft. Een ruimte met status en allure. Het nieuwe pand brengt ook een grote uitdaging met zich mee; flexwerken. De meeste medewerkers zijn gewend om met een paar collega’s in een kamer te zitten. Een eigen bureau met familiefoto erop, plant ernaast en het koffiezetapparaat binnen handbereik. Dat is verleden tijd. Hoewel de eerste stap naar flexwerken is gezet aan de Snekertrekweg door de grotere werkruimtes, had vrijwel iedereen een vaste plek. Van een eigen bureau ben ik langzaam gaan flexwerken.
Door te flexwerken integreer je collega’s en afdelingen met elkaar. Dat is ook het idee achter het nieuwe kantoorconcept. Op die manier creëer je ook weer een open provincie. Dat begint bij de interne organisatie. De poorten van de binnentuin zijn elke dag al open voor bezoekers. Stap voor stap wordt de omslag naar ‘het nieuwe werken’ gemaakt. Er zijn trainingen over gegeven. Maar bij het ontwikkelen van het nieuwe kantoorconcept merkte je nog heel erg de territoriumdrift. Hoe krijg ik mijn eigen werkplek? Je kunt het pand wel verjongen met moderne faciliteiten en een hagelnieuw kantoorconcept, maar de ambtenaren moeten het doen. Houd niet vast aan oude werkgewoontes, dat is geweest. Het nieuwe provinciehuis is een pand waar we trots op kunnen zijn. We zijn terug op de plek waar de provincie hoort, alleen dan in een nieuwe werkomgeving.’
109
24 oktober 2011 weghalen laatste containers Tweebaksmarkt
08 provincie & samenleving Hart van bestuurlijk Fryslân Het kloppend hart van bestuurlijk Fryslân. Dat moet het nieuwe provinciehuis zijn. Met een gebouw dat meer zichtbaar is voor de burger en tegelijkertijd aansluit bij de historie.
De samenwerking met gemeenten en andere partners is steeds belangijker. Een focus op kerntaken zal de komende jaren nodig zijn. Deze bestuurlijke ontwikkelingen sluiten naadloos aan bij het gebouw. Bestuurlijk Fryslân zetelt al meer dan vier eeuwen aan de Tweebaksmarkt, één van de meest lommerrijke straten van de Leeuwarder binnenstad. In 1579 zijn Gedeputeerde Staten en de Rekenkamer hier al gevestigd. Provinciale Staten voegen zich eind negentiende eeuw bij hen in de Statenzaal, die tegelijk met de nieuwbouw prachtig is gerestaureerd. Vóór 1579 is de Tweebaksmarkt echter ook al het centrum van het Friese bestuur. Schuin tegenover het provinciehuis komen de bestuurders bijeen op de Landdag, de voorloper van Provinciale Staten. Fryslân bestaat dan nog niet als provinciale eenheid. Het Friese Land wordt bestuurd door grietenijen en gouwen. Politiek, bestuur en rechtspraak zijn in die tijd nauw met elkaar verweven en van een scheiding der machten is nog geen sprake. In de naastgelegen Kanselarij wordt door dezelfde bestuurders ook recht gesproken in het ‘Hof van Friesland’, het hoogste rechtscollege toentertijd. 111
links De oude ingang midden Het
provinciehuis beslaat de Tweebaksmarkt, Oosterstraat, Heerestraat en Korfmakersstraat rechts De landsmaagd, de personificatie van Friesland op het plafond van de GS-zaal. Ze wordt omringd door putti en attributen die verwijzen naar de provincie en het bestuur
30 oktober 2011 plaatsing wandkleden Claudy Jongstra in het bedrijfsrestaurant > aangeboden door de aannemerscombinatie
Historisch versus visionair
Het wel of niet behouden van de historische locatie vormt rond 2000 de belangrijkste kwestie in de bestuurlijke discussie over ver- of nieuwbouw. Moet het nieuwe provinciehuis op de Tweebaksmarkt blijven? Of is huisvesting elders in de binnenstad, aan de rand van de stad of zelfs buiten de stad ook een optie? Hoewel het logisch lijkt op de historische plek te blijven, kost aanpassing van de oude locatie wel het meest: 165 miljoen gulden (75 miljoen euro), zo is de schatting eind 2000. Nieuwbouw aan de stadsrand kost 113 miljoen gulden (51 miljoen euro) en elders in het Leeuwarder centrum 145 miljoen gulden (65 miljoen euro). De standpunten van bestuurders en de bevolking lopen onderling sterk uiteen. Ook binnen politieke partijen zorgt de kwestie voor verdeeldheid. In het college van Gedeputeerde Staten wordt flink gediscussieerd. Gedeputeerde Gerard van Klaveren (VVD) ziet het liefst een nieuw provinciehuis in het open landschap buiten de stad verrijzen. Ook vanwege de betere bereikbaarheid. Hij laat zijn oog vallen op de Werpsterhoek, dat kilometers ten zuiden van de stad ligt en de belangrijkste locatie is voor stadsuitbreiding de komende decennia. Nieuwbouw aan dit knooppunt van autowegen is volgens Van Klaveren de beste optie voor de toekomst. ‘Ik wilde vooruit kijken’, vertelt Van Klaveren tien jaar later als burgemeester van Weststellingwerf. ‘Leeuwarden had groot belang bij economische ontwikkeling
en moest aansluiten bij de snelle ontwikkeling van de A7-zone. Een nieuw provinciehuis ten zuiden van de stad had die aansluiting kunnen realiseren. Ik vond daarnaast de Tweebaksmarkt geen representatieve locatie en de bereikbaarheid van en de parkeergelegenheid bij het provinciehuis was ronduit slecht. Een toren zoals Soeters die heeft ontworpen zie ik buiten de stad ook veel beter uitkomen. Het huidige ontwerp is mooi, maar het volume is te groot voor een binnenstad. Mijn idee was blijkbaar te visionair’, aldus Van Klaveren. De meeste andere gedeputeerden hechten zeer aan de (binnen)stad. Daarbij speelt ook mogelijk hergebruik van de oude panden als het bestuur en de ambtenaren zouden vertrekken. Gedeputeerde Sicko Heldoorn spreekt deze vrees uit. ‘Dat is vaak grote ellende, zeker met zo’n groot complex’, aldus Heldoorn, tegenwoordig burgemeester van Assen. De discussie is stevig, en Gedeputeerde Staten komen niet op één lijn. GS geven Provinciale Staten in april 2001 dan ook een verdeeld advies, waarna de volksvertegenwoordiging uiteindelijk kiest voor de Tweebaksmarkt. Aanbesteding en stijging kosten
Vervolgens is de aanbesteding geen gemakkelijk traject. Het bouwproject is zo ingewikkeld dat geen enkel bouwbedrijf zich in een periode van bouwcrisis aan de opdracht durft te wagen. Als de aanbesteding van de parkeergarage en de nieuwbouw uit elkaar worden gehaald, schrijft
113
links Wel of niet blijven
op de historische locatie vormt de belangrijkste kwestie in het beslissingsproces midden Voordat de bouw los kan, is flink onderhandeld rechts De Snekertrekweg was vijf jaar lang het onderkomen van de provincie
2 november 2011 start verhuizing > overbrengen 1500 dozen en 2500 grote bakken > 40 verhuizers actief
een combinatie van bouwbedrijven zich in. De onderhandelingen moeten worden afgebroken omdat de provincie de inschrijving te hoog vindt. Er moet een andere oplossing komen. ‘Er werd hard onderhandeld’, herinnert verantwoordelijk gedeputeerde Tineke Schokker (CDA) zich. ‘Maar wel op basis van vertrouwen.’ De aannemerscombinatie ziet kans om de begroting naar beneden te brengen. Schokker moet vervolgens 18 miljoen euro extra budget van de Staten lospeuteren om de indexering van de afgelopen jaren te kunnen dekken. Door enerzijds te bezuinigen en anderzijds meer geld beschikbaar te krijgen, ligt er een goed voorstel voor alle partijen. Het lukt haar om het voorstel door de Staten te loodsen. Zo komen beide partijen bij elkaar. Ook daarna is Schokker nauw betrokken bij de nieuwbouw, door haarzelf gesymboliseerd door de mobiele telefoon die tijdens haar vakantie op Ameland in 2009 bijna letterlijk aan haar oor vastplakt. In die zomer werd de bouw stilgelegd wegens problemen met de funderingswerkzaamheden. In het najaar wordt dat opgelost door de kelder onder water te zetten om de laatste funderingspalen in de grond te kunnen slaan. ‘We hebben gezamenlijk heel hard gewerkt en de bouwbedrijven hebben klasse werk verricht.’
links De provincie zoekt
meer de samenwerking met gemeenten en andere organisaties midden Concordia Res Parvae Crescunt (eendracht maakt macht) in de Statenzaal rechts De dubbele deur naar de GSzaal voorkomt afluisteren
Veranderende taken
De nieuwbouw past perfect bij de veranderende rol van de provincie in de bestuurlijke arena. Dat heeft met een verschuiving in taken te maken, maar ook met een andere verhouding met de bevolking. Vroeger deelde de provincie in Fryslân bestuurlijk de lakens uit. Fryslân telde dertig jaar geleden 44 voornamelijk kleine gemeenten. De verwachting is dat dit aantal binnen tien jaar gereduceerd zal zijn. Gemeenten krijgen steeds meer overheidstaken toegeschoven, omdat ze het dichtst bij de burger staan. Zorg en welzijn zouden primair aan de gemeenten overgelaten moeten worden, zo luidde in 2008 al het landelijke advies van de commissie Lodders. Provincies moeten zich volgens deze discussie over decentralisatie concentreren op het ruimtelijk economisch terrein en cultuur. Een aantal taken van de provincie kan dus de komende jaren verdwijnen. De Friese gemeenten van de toekomst zijn groter en tellen meer inwoners, ambtenaren en budgetten. Gemeenten zullen op sommige punten dus ook minder op de expertise van de provincie leunen. ‘Ook deze ontwikkeling heeft de provincie ertoe gebracht haar rol opnieuw te definiëren en bij te stellen. Integraal werken is veel meer het credo’, zo vat Tineke Schokker het samen. De provincie is minder een overheidsinstantie die de gemeenten met
115
5 november 2011 einde verhuizing van onder andere 180 kasten, 350 bureaustoelen, 500 vergaderstoelen
opgeheven vinger toespreekt, maar zoekt juist veel meer de samenwerking met gemeenten en tal van andere publieke en particuliere organisaties. ‘Meer faciliteren en initiëren’, zo verwoordt Jan van der Weij het, directeur Uitvoering, en in die functie verantwoordelijk voor de nieuwbouw. Het richten op kerntaken is dus van belang. Fryslân weet volgens Van der Weij duidelijk wat haar focus is. ‘Met name taal en cultuur zijn beleidsonderdelen die voor de provincie tot haar identiteit behoren. Fryslân zal daarom ook de laatste provincie zijn die opgeheven wordt.’ De provincie Fryslân houdt wel rekening met een inkrimping van de eigen organisatie. Dat zou betekenen dat de nieuwbouw mogelijk te ruim wordt voor het ambtelijk apparaat. ‘Samenwerkingspartners zouden ook hier gehuisvest kunnen worden als er door deze ontwikkelingen veel plaats over is. Het gebouw sluit sowieso nauw aan bij de samenwerkingscultuur. Het nodigt uit tot ontmoeten, overleggen en samenwerken.’ De provincie kent een veel minder hiërarchische structuur dan vroeger. Waar nu iedereen een flexibele werkplek heeft, was dat in het oude gebouw uitgesloten. ‘Iemands positie kon je aflezen aan het aantal collega’s waarmee hij of zij op een kamer zat. Als je alleen een kamer had, dan had je echt status’, aldus Van der Weij.
Betrokkenheid
De provincie heeft als bestuurlijke organisatie van oudsher een nauwe band met de bevolking. ‘Bij de vaststelling van streekplannen en ander belangrijk beleid zijn de tribunes vaak goed gevuld’, vertelt Van der Weij. Toch is deze betrokkenheid niet meer vanzelfsprekend. De verbinding met de bevolking wordt meer opgezocht. Ook in het ontwerp van het gebouw, met bijvoorbeeld de doorgang van de Heerestraat naar de Tweebaksmarkt. ‘In die zin moet het provinciehuis een ‘Hûs fan Fryslân’ zijn, en niet alleen de huisvesting van bestuur en ambtenaren.’ Van der Weij kent de organisatie en de verschillende gebouwen door en door. Hij begon in 1979 als secretaris van de commissie kleine scholen en vervulde daarna nog dertien functies. Hij herinnert zich nog goed hoe enthousiast iedereen was na de verbouwing begin jaren tachtig. ‘Ook toen speelde er een discussie over kapitaalvernietiging.’ Een groot nadeel van de aaneenschakeling van panden was volgens hem de tientallen vloerniveaus. ‘Het was echt trappetje op, trappetje af.’ Bij de aanleg van ICT-voorzieningen, maar ook onderhoud en schoonmaak bleek dit erg onhandig. Het nieuwe gebouw zal volgens Van der Weij langer meegaan dan het vorige. ‘Daar durf ik wel een weddenschap op af te sluiten.’ 117
De officiële verhuizing van het bestuur van de Snekertrekweg naar de Tweebaksmarkt
6 november 2011 afronden schoonmaakoktober 2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk
‘Dit is dé politieke arena, hier gebeurt het’ Andries Bakker
119
oktober 2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk
Als politiek verslaggever is Andries Bakker van Omrop Fryslân al bijna tien jaar een bekend gezicht in het Provinciehuis. Hij kent alle ins en outs van bestuurlijk Fryslân. ‘De statenzaal is voor mij nog steeds hét pronkstuk.’
7 november 2011 eerste werkdag ambtenaren > bouwurk biedt Schokker inrichting provinciekamer aan
‘Op het trapje voor de Gedeputeerdenzaal heb ik lange avonden doorgebracht. Wachtend op informatie en besluiten, om als eerste het nieuws te brengen. Alles heeft met politiek te maken. Het provinciehuis is ook een goede plek voor onderzoeksjournalistiek. Hier halen we de ‘nieuws’-krenten uit de pap tijdens vergaderingen en commissies. Dat alles geeft vorm aan het journalistieke ambacht voor mij als politiek verslaggever. Het oude gedeelte van het gebouw is ons domein. Het is dé politieke arena, hier gebeurt het. Nu ik na vijf jaar weer in de Statenzaal ben, valt het me meteen op dat er minder bankjes zijn, 48 in plaats van 56. Het aantal statenleden is immers van 55 teruggebracht naar 43. Alle herinneringen komen weer boven. De collegevorming in 2007 waar politieke dieptepunten voor ons nieuwshoogtepunten waren. Zoals de rode Ford Ka van Anita Andriesen die
de plek van de geheime college onderhandelingen verraadde in Earnewâld. Of toen ik tijdens de lunch van het nieuwe college live interviews af mocht nemen en er achter kwam dat Piet Adema gedeputeerde werd terwijl hij fractievoorzitter zou worden. Maar ook de politieke heisa rond de ATF-brand en het onderzoek omdat iemand een rapport naar mij had gelekt.’ ‘De Statenzaal is een prachtig pronkstuk. Ik vind het belangrijk dat de oude authentieke zaal in stand is gebleven. De publieke tribune is een praktische oplossing, maar niet mooi. De lichte en grijzige kleuren, de kuipstoeltjes, het past minder bij het geheel. Had wel wat statiger gemogen. De oudbouw heeft wel een prachtige verbinding gekregen met de nieuwbouw. Het is een strak en statig geheel.
‘De diverse stijlen aan de buitenkant vind ik mooi. Door verschillende steensoorten te gebruiken komt de oude stijl goed terug. De twee torentjes vormen mede de skyline van Leeuwarden. Maar de hoogte van het gebouw valt me van de voorkant niet echt op. Het past prima in het straatbeeld. Al met al is het een mooi gebouw om in te werken. Zowel in ons oude vertrouwde domein als het nieuwe gedeelte dat alle technische faciliteiten biedt voor de pers. De publieksruimte beneden is een prachtige locatie voor politieke televisieprogramma’s. Ik zie mij zelf daar al staan. Ik ben blij dat het provinciehuis op deze plek is gebleven. Het gebouw is een verrijking voor de stad. Dit hoort in het centrum van Leeuwarden. Maar als journalist ben en blijf ik kritisch. Ik vraag me af, met de wetenschap van nu, of nieuwbouw de investering waard is geweest.’
121
10 november 2011 ondernemers oktober 2008 1Tweebaksmarkt inschrijving op verwelkomen aanbesteding ambtenaren Bouwurk
123
28 november 2011 schildersgroep oktober wint prijs2008 voor1decoratiewerk oudbouw inschrijving op aanbesteding Bouwurk
125
30 november 2011 eerste vergadering Statenleden in oude Statenzaal
09 epiloog It giet oan! ‘24 februari 2009: It giet oan!’ Het is de tekst op de pen waarmee het contract met de Bouwcombinatie wordt ondertekend. Een tekst die de start aangaf van de bouw van ons provinciehuis. It giet oan! Zo voelde het voor mij al in mei 2007 toen ik als gedeputeerde aantrad en mijn eerste overleg had met het team van Bouwurk.
Tineke Schokker
Een team dat toen al één en ander voor de kiezen had gehad en verder moest met én een nieuwe gedeputeerde én een nieuwe bouwmeester. De eerste vraag die de nieuwe bouwmeester Koos Stevens me stelde was hoe ik wilde werken: meer op afstand of er bovenop. De toen afgesproken werkwijze is mij prima bevallen: er bovenop en vooral het ‘slechte nieuws’ steeds luid en duidelijk eerst te horen krijgen. De aanbesteding was al van start gegaan en de aannemers waren geselecteerd. Een aantal Friese aannemers was niet blij. Het project had, door onder meer de combinatie van provinciehuis en parkeergarage, dermate hoge referentie-eisen dat zij geen kans zagen daaraan te voldoen. In een gesprek met één van de ondernemers bleek vooral hun zorg over de Friese werkgelegenheid. Ook vonden ze het jammer om zo’n mooi project al op voorhand mis te lopen. Wat toen nog niemand kon weten: er kwam een herkansing. In oktober bleken we te maken te hebben met een mislukte aanbesteding. Op een gegeven moment hadden twee van de drie partijen afgehaakt en het college besloot, zo’n beetje tegelijk met het afhaken van nummer drie, de aanbesteding te stoppen. Een tweede aanbesteding werd voorbereid. Omdat het niet handig is belangrijke informatie naar buiten te brengen als er nog een aanbesteding moet komen, werden de Staten in een ver-
127
december 2011 einde herinrichting Tweebaksmarkt
7 december 2011 klankbordgroep wordt ontbonden, 80 bewoners en ondernemers aanwezig
trouwelijke commissie geïnformeerd. Dat zorgde voor reuring, vooral door de brede beveiligers die voor de deuren van de commissiezaal stonden. Iedereen die te laat was, of je nou statenlid was of gedeputeerde, werd tegengehouden. Ik had gevraagd om ‘beveiliging’ bij de deuren en niet aangegeven dat in de sporadische gevallen van vertrouwelijke commissies die ‘beveiliging’ gewoon door de bodes werd uitgevoerd. Dus werd er keurig beveiliging ingehuurd bij een gerenommeerd bedrijf. Het werd weer spannend. Een (wereld)markt met sterk gestegen prijzen van grondstoffen en aannemers die het een ingewikkeld project vonden. De beslissing om eerst het provinciehuis aan te besteden en pas later de parkeergarage viel goed. Er werd nog een aantal zaken aangepast die de aannemers hadden aangedragen als reden om af te haken en de tweede aanbesteding ging los. Uiteindelijk bleken de drie bedrijven waarvan wij vrijwel zeker wisten dat ze serieus aan de gang waren zich verenigd te hebben tot één combinatie. Het bedrag van inschrijving bleek hoog. Zo hoog, dat de aanbesteding werd afgebroken en er een onderhandelingstraject volgde. En toen naar PS met het verzoek om extra geld om te kunnen gunnen. Zo’n achttien miljoen euro meer was er nodig door de gestegen prijzen, maar ook doordat in de periode 2003-2007 de Staten het budget met zo’n zeventien miljoen euro omlaag hadden gebracht. Het onderhandelingstraject met de bouwcombinatie had één voordeel: alles wat je normaal tijdens de bouw tegenkomt was nu al uitonderhandeld. PS stemden
in en het contract kon worden getekend. It giet oan. De sloop kon beginnen. In rap tempo verdween het bijgebouwde deel. En heel snel kon begonnen worden met de fundering. We wisten dat dat technisch uitdagend was, maar dat het zo spannend zou worden... Ik heb nog nooit zoveel gebeld tijdens een vakantie als in de zomervakantie van 2009. Uiteindelijk besloten de bouwers de kelder onder water te zetten om de fundering af te maken. Toen begin december het water er weer uitgepompt werd, was de fundering een feit. Het bouwen ging in rap tempo. Elke keer als ik kwam was er van alles veranderd. En elke keer ontmoette ik bouwers die wisten wat ze deden en die trots waren op hun werk. Er groeide een gebouw dat in het echt nog mooier was dan op de tekeningen. Een prachtig moment: het hoogste punt meemaken, bungelend in een bakje hoog boven de stad. It giet oan! Terug in het Provinsjehûs. Naar een gebouw dat geworden is wat architect Sjoerd Soeters had beloofd, dat snel en goed is gebouwd door Friso, Bam en Koopmans en dat prachtig is ingericht door OTH. Aangestuurd door het Bouwurkteam, inclusief de externe bouwmeester en projectleider. Een spannend project dat tot een goed einde kon worden gebracht door een combinatie van vertrouwen, stevig onderhandelen en hard werken. Tineke Schokker Gedeputeerde
129
april 2012 plaatsing kunstwerk Fryslân’ van van Houwelingen oktober ‘Mecenaat 2008 1 inschrijving opHans aanbesteding Bouwurk in de loft
131
oktober 2008 1 inschrijving op aanbesteding Bouwurk
eind april 2012 plaatsing kunstwerk ‘Harnassen’ van Hans van Houwelingen in de publiekshal
133
eind april 2012 plaatsing kunstwerk ‘Wolkenman’ van Jannie Regnerus in het entreegebied
colofon © Provincie Fryslân Tekst, productie en eindredactie PS Produkties – Jolanda Haven, Christel Pieper, Ellen Schat, Ingrid Spijkers Fotografie en illustraties Winfried Walta (Tresoar): p14,15,16,19,20,21. Tresoar: p16,18. Friesch Dagblad: p20. Historisch Centrum Leeuwarden p13,14,17,18,19,20. Martin Rijpstra: p22,23,3 7,38,55,56,69,70,87,88,107,108,119,120,128. Jolanda Haven en Neeltsje Marije de Boer: p2,5,7,8,26,27,29,32,33,35,40-53, 72-75,76,77,78,79,80,81,82,83,85,85,9093,95,96,97,98,99,100,101,102,103,105,110,111,112,114,115,116,117,122-125, 127,128,130-133. Provinsje Fryslân: p6,10,11,105,113. Soeters Van Eldonk architecten: p54-66. OTH: p28,32,34,94. DVD PS Produkties – Ilona Vergonet, Mirjam van der Veen, Ingrid Spijkers, Christel Pieper Vormgeving Monique Vogelsang grafisch ontwerp Druk Grafische Industrie de Marne
Bureau voor architectuur en interieurarchitectuur w w w. o t h . n l
eind april 2012 plaatsing kunstwerk ‘Tekeningen’ van Mu Xue in de GS zaal
Dit boek is gedruk op TripleStar silk, Emotion en HV offset. TripleStar is PEFC gecertificeerd. PEFC (Programme for Endorsement Forest Council) is opgericht in 1999 en is een internationale nonprofit organisatie die het duurzaam beheer van bossen wereldwijd als doel heeft. Duurzaam beheer van het bos houdt in dat men rekening houdt met zowel de economische, als ecologische en sociale functies die het bos vervult. Nu en in de toekomst. Emotion is zacht houtvrij ongestreken papier uit FSC mixed sources. Het blauwe katern is gedrukt op 80 grams houtvrij offset (FSC).
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
www.provinciefryslan.nl Dit boek is mede mogelijk gemaakt door Ontwerpgroep Trude Hooykaas, DHV BV, Arcadis Nederland BV, Cauberg Huygen Raadgevende Ingenieurs BV, Schreuder Groep Ingenieurs/Adviseurs, Bouwcombinatie Friso, Bam en Koopmans, Fugro Ingenieursbureau BV, Soeters Van Eldonk architecten BV, Stevens Advies BV Met dank aan Historisch Centrum Leeuwarden en Tresoar
Fr ys k Hi s t oar ys k en Let t erk undi ch Si nt rum
135
mei 2012 officiële opening nieuwe Provinsjehûs