Faculteit Medische Wetenschappen Bacheloropleiding Geneeskunde Onderwijs- en ExamenRegeling 2014-2015
Curriculum G2020
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
1
INHOUDSOPGAVE Paragraaf 1 Algemene bepalingen ............................................................................................................................................3 Paragraaf 2 Vooropleiding .........................................................................................................................................................5 Paragraaf 3 Inhoud en inrichting van de opleiding ..........................................................................................................9 Paragraaf 4 De propedeutische fase van de opleiding .................................................................................................... 13 Paragraaf 5 Studievoortgang, inclusief studieadvies ...................................................................................................... 16 Paragraaf 6 Toelating tot het tweede studiejaar van de opleiding, de postpropedeutische fase .................... 20 Paragraaf 7 De postpropedeutische fase van de opleiding ........................................................................................... 21 Paragraaf 8 Overige programma’s ........................................................................................................................................ 23 Paragraaf 9 Tentamens van de opleiding ........................................................................................................................... 25 Paragraaf 10 Examen van de opleiding ................................................................................................................................ 32 Paragraaf 11 Studiebegeleiding ............................................................................................................................................. 35 Paragraaf 12 Honours programma’s ..................................................................................................................................... 36 Paragraaf 13 Overgangs- en slotbepalingen...................................................................................................................... 40 Bijlage I Overzicht van contacturen in de propedeuse ............................................................................................... 41
In de Onderwijs- en Examenregeling zijn de specifieke rechten en plichten opgenomen die per opleiding van de Rijksuniversiteit Groningen gelden voor zowel student als opleiding. In het (algemene universitaire) Studentenstatuut staan de rechten en plichten die voor alle studenten gelden. Deze regeling is vastgesteld door het bestuur van de Faculteit Medische Wetenschappen op 31 juli 2014 met instemming van de faculteitsraad op de daartoe wettelijk bepaalde onderdelen d.d. 31 juli 2014
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
2
PARAGRAAF 1 - ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.1 - Toepasselijkheid van de OER 1.
Deze regeling geldt voor het studiejaar 2014-2015 en is van toepassing op het onderwijs, de toetsen en de examens van de bacheloropleiding Geneeskunde, hierna te noemen: de opleiding, en op alle studenten die voor de opleiding staan ingeschreven.
2.
De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit Medische Wetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen, hierna te noemen: de faculteit.
3.
Deze OER is ook van toepassing op studenten van andere opleidingen, faculteiten of onderwijsinstellingen, voor zover ze onderdelen van de opleiding volgen, al dan niet in de vorm van een door de faculteit aangeboden minor.
4.
Voor de onderdelen of de minor die studenten van de opleiding, als bedoeld in lid 1, volgen bij andere opleidingen, faculteiten of onderwijsinstellingen, geldt de OER van die andere opleiding, faculteit of instelling.
5.
Deze OER is tevens van toepassing op studenten die staan ingeschreven voor de opleiding teneinde (vanaf 2015-2016) een pre master als bedoeld in artikel 8.5, lid 1, te volgen.
Artikel 1.2 - Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW); b. student: degene die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; c. opleiding: de bacheloropleiding genoemd in artikel 1.1 van deze regeling, bestaande uit een samenhangend geheel van onderwijseenheden; d. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van artikel 7.3 van de wet, opgenomen in OCASYS; e. OCASYS: het onderwijscatalogussysteem van de Rijksuniversiteit Groningen; f. EC(TS): studiepunt als bedoeld in de wet, waarmee de omvang van het onderdeel van de opleiding wordt uitgedrukt. 1 EC(TS) staat gelijk aan 28 uur studielast: contacttijd en zelfstudie; g. propedeuse: de propedeutische fase van de bacheloropleiding, bedoeld in artikel 7.8 van de wet; h. postpropedeuse: het gedeelte van de bacheloropleiding dat volgt op de propedeutische fase; i. studievoortgangsoverzicht: een schriftelijk resultatenoverzicht met de daarbij behorende EC(TS), dat per e-mail aan de student wordt verstuurd; j. voorlopig studieadvies: een voorlopig studieadvies verbonden aan een studievoortgangsoverzicht, dat gegeven wordt halverwege het studiejaar; k. definitief studieadvies: een studieadvies, dat gegeven wordt aan het einde van het eerste studiejaar, dat kan luiden: negatief, voorlopig positief en positief. Zulks conform artikel 7.8b lid 1 van de wet; l. bindend studieadvies: een negatief studieadvies dat bindend is voor de student, inhoudende een afwijzing voor de opleiding. Zulks conform artikel 7.8b, lid 3 van de wet;
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
3
m. major: het geheel van verplichte onderwijseenheden in de propedeutische- en postpropedeutische fase; n. facultaire minor: het samenhangend deel van onderwijseenheden dat een verbreding of verdieping biedt gerelateerd aan de opleiding, te volgen bij de eigen faculteit; o. universitaire minor: het samenhangend deel van onderwijseenheden niet per se gerelateerd aan de opleiding, te volgen bij een andere faculteit; p. vrije minor: het deel van onderwijseenheden door de student zelf samen te stellen of door de student in het buitenland te volgen, met toestemming van de examencommissie van de eigen opleiding. q. toets of tentamen: een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten daarvan; r. examen: het propedeuse- of afsluitend bachelorexamen van de opleiding dat met goed gevolg is afgelegd, als aan alle verplichtingen van respectievelijk de gehele propedeuse- of bacheloropleiding is voldaan; s. studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar; t. semester: deel van het studiejaar, beginnend op 1 september en eindigend op een door het College van Bestuur te bepalen datum, dan wel beginnend op een door het College van Bestuur te bepalen datum en eindigend op 31 augustus; u. practicum: een praktische oefening, als bedoeld in artikel 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: - het maken van een scriptie; - het maken van een werkstuk of een proef-ontwerp; - het maken van een Learning Community-taak - het deelnemen aan een werkgroepen (tutorgroep, coachgroep etc.) - het uitvoeren van een onderzoeksopdracht; - het deelnemen aan veldwerk of een excursie; - het doorlopen van een stage; - het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden of kennisniveau. - geïntegreerde taak: een complexe taak waarin meerdere competenties geïntegreerd op een gewenst niveau gedaan worden; v. examencommissie: het onafhankelijk orgaan belast met de taken en bevoegdheden als vermeld in de artikelen 7.11, 7.12 en 7.12b en 7.12 c van de wet, waaronder de beoordeling of aan de eisen van het afsluitend examen is voldaan; w. toelatingscommissie: de commissie die namens de decaan van de opleiding over de toelating tot de opleiding beslist; x. vwo-diploma: het diploma voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, conform art. 13, lid 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs, dan wel art. 7 van de Wet voortgezet onderwijs BES. De overige begrippen hebben de betekenis die de wet daaraan toekent.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
4
PARAGRAAF 2
VOOROPLEIDING
Artikel 2.1 - Toelating tot de opleiding met profieleis 1. a.
b.
c.
Toelating tot de Learning Communities Intramurale Zorg en Duurzame Zorg van de opleiding geeft een VWO-diploma met profiel Natuur en Gezondheid, behaald na 2007. Tevens geeft toelating tot de opleiding een VWO-diploma met het profiel Natuur en Techniek (wiskunde B, natuurkunde, scheikunde), behaald na 2007, met als aanvulling het profielkeuzevak biologie. Toelating tot de Learning Communities Global Health en Molecular Medicine van de opleiding als bij lid 1.a. met als aanvullende eis: Wanneer het Engels niet de voertaal is in het land van herkomst dienen afdoende bewijzen overhandigd te kunnen worden die getuigen van voldoende en adequate kennis en beheersing van de Engelse taal: - computer TOEFL: score van tenminste 237, alle onderdelen voldoende (minimaal 21 op elk onderdeel), en een TWE van tenminste 4.5 of, - schriftelijk TOEFL: score van tenminste 580, all onderdelen voldoende (minimaal 55 op elk onderdeel) en een TWE van tenminste 4.5 of, - internet TOEFL : score van tenminste 92, alle onderdelen voldoende (minimaal 21 op elk onderdeel) of, - IELTS Academic (British Council’s English Language Test), alleen het origineel: Minimale score van 6.5, alle onderdelen voldoende (minimaal 6.0 op elk onderdeel) of, - CPE, Cambridge Certificate of Proficiency in English of, - CAE, Cambridge Certificate of Advanced English of, - officiële verklaring van de middelbare school waarin vermeld wordt dat de voertaal van het onderwijs in alle vakken Engels is (was). - Een Nederlands VWO-diploma Naast de in de wet genoemde diploma’s die toegang geven tot de opleiding, heeft de bezitter van het diploma van een hieronder vermelde gelijkwaardige vooropleiding toegang tot de opleiding: 1. een afsluitend - of master diploma van het HBO 2. een propedeutisch examen of bachelor diploma van het WO 3. een afsluitend – of master diploma van het WO 4. een diploma vallend onder het Europees verdrag 1953 (incl. protocol 1974) 5. een vrijstelling verleend door de Rijksuniversiteit Groningen op grond van een equivalente vooropleiding.
2. Op de bezitter van de in lid 1.c bedoelde diploma’s, is artikel 2.2 van toepassing. Tevens is artikel 2.4 lid 3 van toepassing (indien Engels de taal van de opleiding is). Artikel 2.2 - Vervangende eisen deficiënties voor toelating tot opleiding met profieleis 1.
Degene die niet een diploma met het vwo-profiel Natuur en Gezondheid heeft (dat direct toelating geeft tot de opleiding), maar wel een gelijkwaardig diploma dat op grond van de wet of op grond van artikel 2.1, eerste of tweede lid, toegang geeft, kan pas worden ingeschreven voor de opleiding nadat is aangetoond dat hij of zij voldoende kennis op het niveau van het vwoeindexamen bezit van de volgende vakken van het verplichte vwo-profiel: - wiskunde A (of B); - scheikunde; - biologie; OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
5
- natuurkunde. Aanvullende taaleisen: Engelse taal Toelating van gegadigden indien men heeft voldaan aan de ingangseisen t.a.v. profielinhoudelijke vakken alsmede beheersing van de Engelse taal op VWO-niveau. Voor gegadigden die toegelaten worden tot de Learning Communities Global Health en Molecular Medicine opleiding BSc in Medicine vervalt de ingangseis beheersing van de Nederlandse taal NT2 – II Niveau zoals vermeld in artikel 2.4. Deficiënties in de vooropleiding in de in het eerste lid genoemde vakken kunnen worden vervuld door het afleggen van de desbetreffende toetsen. De Examencommissie kan in bijzondere gevallen een universitair docent in het desbetreffende vak belasten met het afnemen van een of meer toetsen.
2.
Artikel 2.3 - Toelating tot de opleiding met een hbo-propedeuse zonder vwo-diploma 1.
De opleiding is niet toegankelijk voor studenten zonder vwo-diploma of zonder een ander gelijkwaardig diploma als bedoeld in artikel 2.1, lid 2, die in het bezit zijn van een hbopropedeuse.
Artikel 2.4 -
Taaleis bij buitenlandse diploma’s
1.
Indien de student wordt toegelaten tot de opleiding krachtens een diploma dat buiten Nederland is behaald, dan kan de Examencommissie hem – voorafgaand aan de inschrijving - verplichten tot het met goed gevolg afleggen van een toets Nederlands of Engels, afhankelijk van de taal van de gekozen opleiding, af te nemen door een door de Examencommissie aan te wijzen instantie.
2.
Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het staatsexamen Nederlands als tweede taal (NT2-II).
3.
Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Engelse taal wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van een tentamen Engels op het niveau van het VWO-eindexamen of een bewijs te kunnen overhandigen van voldoende en adequate kennis en beheersing van de Engelse taal. (bijv. TOEFL: 580 ‘paper based’, 237 ‘computer based’, 92 ‘internet based’; IELTS: 6.5; CPE; CAE).
Artikel 2.5 - Colloquium doctum 1.
De uitvoering van het toelatingsonderzoek bedoeld in artikel 7.29 WHW (colloquium doctum) is opgedragen aan de Toelatingscommissie.
2.
Degene die het colloquium doctum wil afleggen, dient de leeftijd van eenentwintig jaar te hebben bereikt op de datum, waarop het onderzoek zal plaatsvinden. Van deze eis kan worden afgezien, als betrokkene een diploma bezit equivalent aan het VWO-diploma dat buiten Nederland is afgegeven. Van de leeftijdseis kan eveneens worden afgezien als betrokkene een vluchtelingenstatus bezit en zijn diploma om die reden niet kan tonen. OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
6
3.
Het toelatingsonderzoek heeft betrekking op de volgende vakken op het daarbij vermelde niveau: 1. Algemene aanvullende eisen voor ‘deficiënte aspirant-studenten’ Profiel inhoudelijke eisen; Deficiënties in de vooropleiding worden vervuld indien voldaan is aan de inhoudelijke eisen in de hierna genoemde vakken op VWO- eindexamenniveau: Vanaf 1 september 2010 een samengesteld pakket; - wiskunde A (of B); - scheikunde; - biologie; - natuurkunde. 2. Aanvullende taaleisen; a. Engelse taal Toelating van gegadigden indien men heeft voldaan aan de ingangseisen t.a.v. profielinhoudelijke vakken alsmede beheersing van de Engelse taal op VWO-niveau. b. Nederlandse taal Toelating van gegadigden indien men heeft voldaan aan de ingangseisen t.a.v. profielinhoudelijke vakken alsmede beheersing van de Engelse taal op VWO-niveau en beheersing van de Nederlandse taal middels het Staatsexamen NT2-II. Het bepaalde in artikel 2.4 is van toepassing.
4.
Het bewijs dat het colloquium doctum met goed resultaat is afgelegd, geeft gedurende één studiejaar na het afleggen van het colloquium doctum toelating tot de opleiding van de Rijksuniversiteit Groningen waarvoor het colloquium doctum is afgelegd.
Artikel 2.6 - Toelatingscommissie 1. De Toelatingscommissie beslist namens de decaan over de toelating tot de opleiding. 2. De Toelatingscommissie wordt gevormd door: - een lid, tevens voorzitter, aangewezen uit de hoogleraren die met onderwijs in de opleiding zijn belast; - een lid / twee leden aangewezen uit het overige wetenschappelijk personeel dat met onderwijs in de opleiding is belast. 3. Als adviserend lid, tevens secretaris, wordt aangewezen de studieadviseur voor de opleiding (of een overeenkomstige facultaire medewerker). 4. De aanwijzing geschiedt door de decaan, die tevens het Toelatingsreglement vaststelt. Artikel 2.7 - Studiekeuzeactiviteiten en -advies 1.
2.
Voorafgaand aan de eerste inschrijving voor de opleiding, dient een aspirant-student deel te nemen aan de studiekeuzeactiviteiten, met daaraan verbonden een studiekeuzeadvies, zoals deze gelden voor de opleiding. Het hieromtrent bepaalde in de Regeling Inschrijving en Collegegeld (RIC) van de RUG en de facultaire matchingsprocedure is van toepassing. OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
7
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
8
PARAGRAAF 3 – INHOUD EN INRICHTING VAN DE OPLEIDING Artikel 3.1. - Doel en eindkwalificaties van de opleiding De eindtermen voor de basisartsopleiding zijn gedefinieerd in het Raamplan Artsopleiding 2009 (http://www.nfu.nl/img/pdf/Raamplan_Artsopleiding_2009.pdf). Gebaseerd op het CanMEDS-model van competenties onderscheidt het Raamplan de volgende 7 rollen: Medisch deskundige, Communicator, Samenwerker, Organisator, Gezondheidsbevorderaar, Academicus en Beroepsbeoefenaar. Aan de hand van deze rollen wordt in het curriculum gewerkt met de volgende competenties: Medische Deskundigheid, Communicatie, Samenwerken, Organiseren, Gezondheid bevorderen, Academische vorming en Professionaliteit. 1. Medisch deskundige De juist afgestudeerde bezit een breed pakket aan kennis en vaardigheden uit het medisch kennisdomein en past deze toe in de medische praktijk. Hiermee levert de arts zorg conform de actuele professionele standaard en waar mogelijk evidence based, ethisch onderbouwd en kostenbewust. 2. Communicator De juist afgestudeerde gaat een doeltreffende relatie aan en onderhoudt deze met patiënten, hun naasten en andere werkers in de maatschappelijke zorg en gezondheidszorg met in het oog het kunnen aanbieden van hooggekwalificeerde zorg. 3. Samenwerker De juist afgestudeerde bouwt een collegiale samenwerking op en werkt doeltreffend samen in een multidisciplinair samenwerkingsverband om te komen tot besluitvorming rond optimale patiëntenzorg, onderwijs en/of onderzoek. 4 Organisator De juist afgestudeerde levert een bijdrage aan besluiten over beleid en de toewijzing van beperkte financiële, materiële en personele middelen. Op verantwoorde wijze worden hierbij taken in het werk (strategisch, tactisch en operationeel niveau) en daarbuiten onderling op elkaar afgestemd. 5. Gezondheidsbevorderaar De juist afgestudeerde erkent en bepleit actief het belang van preventieve gezondheidzorg voor de individuele patiënt, patiëntengroepen en de maatschappij. De afgestudeerde draagt dit belang individueel of in teamverband uit aan beleidsmakers op het terrein van de volksgezondheid en brengt preventieve gezondheidszorg (primair, secundair en tertiair) waar mogelijk in de praktijk. 6. Academicus De juist afgestudeerde levert een wetenschappelijke bijdrage aan de beoordeling, opbouw en begrip van kennis en kunde van de gezondheidszorg. Dit uit zich in het, waar mogelijk, nemen van klinische beslissingen op wetenschappelijk verantwoorde wijze en op het bevorderen en geven van onderwijs aan studenten, patiënten en anderen. Hierbij erkent de arts het belang van levenslang leren en fungeert hij/zij hierin als rolmodel. 7. Beroepsbeoefenaar De juist afgestudeerde vervult een unieke maatschappelijke rol om de gezondheid en het welbevinden van de samenleving naar een zo hoog mogelijk niveau te brengen. Hierbij beoefent de arts de patiëntenzorg volgens de hoogst geldende medische en ethische standaarden binnen het Nederlandse en Europese juridische kader. Bij de start van de Bacheloropleiding wordt de student na een selectieprocedure toegelaten tot een van de 4 Learning Communities. Deze toelating is bindend voor de gehele duur van de Bacheloropleiding. OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
9
Deze 4 verschillende Learning Communities vormen het verdiepende deel dat naast het basiscurriculum wordt georganiseerd en worden als volgt gekarakteriseerd: 1. Molecular Medicine (MM): studenten doen kennis en vaardigheden op om de moleculaire basis van ziekten en de bijbehorende diagnostische en therapeutische mogelijkheden te onderzoeken, met behulp van de nieuwste technologie. Het begrijpen van de moleculaire processen van de ziekte maakt toekomstige artsen om deel te nemen in innovatieve fundamenteel biomedisch of technologisch onderzoek. Academische vorming binnen deze LC is gericht op patiënt-en-therapie gericht onderzoek. 2. Global Health (GH): studenten doen kennis en vaardigheden op om een mondiaal en discipline overstijgend perspectief op de geneeskunde en de gezondheidszorg te verkrijgen. Inzicht in Global Health moet toekomstige artsen de mogelijkheid geven om zich in dit perspectief te verdiepen met betrekking tot de dagelijkse zorgpraktijk en de internationale medische arbeidsmarkt. Academische vorming in deze LC richt zich op de gezondheidszorg, indicatoren en ziekte in relatie tot de politieke, sociale en economische factoren. 3. Duurzame Zorg (DZ): studenten doen kennis en vaardigheden op om op lange termijn zorg voor de individuele patiënt als voor groepen patiënten te bieden. Dit alles in de context van intensieve samenwerking met professionals van andere disciplines in de gezondheidszorg. Inzicht in de Duurzame Zorg helpt toekomstige artsen om longitudinale zorg te optimaliseren voor patiënten en groepen patiënten met de daarmee samenhangende medische, sociale, ethische en financiële implicaties. Academische vorming binnen deze LC richt zich op de eerste lijn gezondheidszorg, epidemiologie, leefstijl en preventie. 4. Intramurale zorg (IZ): studenten doen kennis en vaardigheden op om grondige kennis van een ziekte te vertalen in kwaliteit van medische zorg voor individuele patiënten en verband te leggen met klinisch onderzoek met betrekking tot groepen patiënten. Er wordt veel aandacht besteed aan het werken in multidisciplinaire teams. Academische vorming binnen deze LC is gericht op klinisch en translationeel onderzoek. Naast de algemene Eindtermen omvat het "Raamplan 2009 Artsopleiding" een overzicht van ‘vraagstukken' die de basisarts moet kunnen oplossen. Aan het eind van de bacheloropleiding geneeskunde moet de student de theoretische basisconcepten en de klinische concepten, die ten grondslag liggen aan de vraagstukken uit het Raamplan 2009, kennen. Artikel 3.2 - Vorm van de opleiding De opleiding wordt voltijds verzorgd.
Artikel 3.3 - Taal van de opleiding De opleiding wordt in het Nederlands (Duurzame Zorg en Intramurale zorg) en in het Engels (Molecular Medicine en Global Health) verzorgd. Artikel 3.4 - Studielast 1.
De opleiding heeft een studielast van 180 EC(TS).
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
10
2.
De propedeutische fase heeft een studielast van 60 EC(TS).
3.
De studielast wordt uitgedrukt in hele EC(TS).
Artikel 3.5 - Elders behaalde onderdelen 1.
Voorwaarde voor het behalen van het getuigschrift van het bachelorexamen van de opleiding is dat tenminste twee derde deel van het onderwijsprogramma is behaald via onderdelen verzorgd door de RUG.
2.
In geval van een double degree bachelorprogramma met een buitenlandse instelling dient ten minste een kwart van het programma aan de RUG te zijn gevolgd.
Artikel 3.6 - Contacturen 1.
De opleiding heeft in de propedeutische fase minimaal 480 contacturen per jaar.
2.
De opleiding heeft in de postpropedeutische fase minimaal 480 contacturen per jaar.
3.
De voorlopige vormgeving van de contacturen van de propedeutische fase is opgenomen in de bijlage 2 van deze OER en tevens geregistreerd in OCASYS.
Artikel 3.7 - Indeling en examens van de opleiding 1.
In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: a. het propedeutisch examen; b. het bachelor examen.
2.
De opleiding is opgedeeld in een propedeutische fase en een postpropedeutische fase.
Artikel 3.8 - Deelname aan onderwijseenheden 1.
De student kan deelnemen aan een onderdeel van de opleiding nadat hij zich daarvoor tijdig heeft ingeschreven dan wel is ingedeeld door het bureau van de opleiding.
2.
In OCASYS wordt aangegeven hoeveel studenten maximaal aan het onderdeel kunnen deelnemen.
3.
Deelname aan een onderdeel met een beperkte capaciteit vindt plaats op volgorde van inschrijving, dan wel op basis van vooraf vastgestelde en gepubliceerde toelatingscriteria en voorrangsregels.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
11
PARAGRAAF 4 -
DE PROPEDEUTISCHE FASE VAN DE OPLEIDING
Artikel 4.1 - Samenstelling propedeutische fase 1. De propedeutische fase omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: a. Engelstalige variant: - Gemeenschappelijk deel; 1.1 Causes of diseases B1.1 18 EC(TS) 1.2 Causes of diseases B1.2 17 EC(TS) 1.3 Progress test B 1 5 EC(TS) - Verdiepend deel; Molecular Medicine 1.1 Competency development MM B1.1 10 EC(TS) 1.2 Competency development MM B1.2 10 EC(TS) óf, Global Health 1.1 Competency development GH B1.1 10 EC(TS) 1.2 Competency development GH B1.2 10 EC(TS) b. Nederlandstalige variant: - Gemeenschappelijk deel; 1.1 Oorzaken van ziekten B1.1 1.2 Oorzaken van ziekten B1.2 1.3 Kennisprogressie B1 - Verdiepend deel; Intramurale Zorg 1.1 Competentieontwikkeling IZ B1.1 1.2 Competentieontwikkeling IZ B1.2 óf, Duurzame Zorg 1.1 Competentieontwikkeling DZ B1.1 1.2 Competentieontwikkeling DZ B1.2
18 EC(TS) 17 EC(TS) 5 EC(TS)
10 EC(TS) 10 EC(TS)
10 EC(TS) 10 EC(TS)
Alle onderdelen zijn opgenomen in de digitale universitaire onderwijscatalogus, OCASYS.
Artikel 4.2 – Propedeutische verplichtingen 1. De volgende onderdelen van de propedeuse omvatten, naast het onderwijs in de vorm van colleges, practica in de daarbij aangegeven vorm en van de daarbij vermelde omvang: a. Engelstalige variant: - Gemeenschappelijk deel; 1.1 Causes of diseases B1.1: - tutorgroepbijeenkomsten - schriftelijke toetsen 1, 2, 3, 4, 5, 6 1.2 Causes of diseases B1.2 - tutorgroepbijeenkomsten OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
12
- schriftelijke toetsen 1, 2, 3, 4, 5, 6 1.3 Progress test B 1 - schriftelijke voortgangstoetsen 1, 2, 3, 4 - Verdiepend deel; Molecular Medicine 1.1 Competency development MM B1.1 - LC-taken - geintegreerde taken - alle overage community gebonden activiteiten 1.2 Competency development MM B1.2 - LC-taken - geintegreerde taken - alle overage community gebonden activiteiten óf, Global Health 1.1 Competency development GH B1.1 - LC-taken - geintegreerde taken - alle overige community gebonden activiteiten 1.2 Competency development GH B1.2 - LC-taken - geintegreerde taken - alle overige community gebonden activiteiten b. Nederlandstalige variant: - Gemeenschappelijk deel; 1.1 Oorzaken van ziekten B1.1 - tutorgroepbijeenkomsten - schriftelijke toetsen 1, 2, 3, 4, 5, 6 1.2 Oorzaken van ziekten B1.2 - tutorgroepbijeenkomsten - schriftelijke toetsen 1, 2, 3, 4, 5, 6 1.3 Kennisprogressie B1 - schriftelijke voortgangstoetsen 1, 2, 3, 4 - Verdiepend deel; Intramurale Zorg 1.1 Competentieontwikkeling IZ B1.1 - LC-taken - geintegreerde taken - alle overige community gebonden activiteiten 1.2 Competentieontwikkeling IZ B1.2 - LC-taken - geintegreerde taken - alle overige community gebonden activiteiten óf, Duurzame Zorg 1.1 Competentieontwikkeling DZ B1.1 - LC-taken OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
13
- geintegreerde taken - alle overige community gebonden activiteiten 1.2 Competentieontwikkeling DZ B1.2 - LC-taken - geintegreerde taken - alle overige community gebonden activiteiten 2.
Het tentamen van een onderdeel, genoemd in dit artikel, kan niet worden afgelegd dan nadat de desbetreffende practica (met voldoende resultaat) zijn afgelegd.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
14
PARAGRAAF 5 -
STUDIEVOORTGANG, INCLUSIEF STUDIEADVIES
Artikel 5.1 - Studievoortgangsoverzicht In het jaar van eerste inschrijving ontvangt de student halverwege het eerste semester een studievoortgangsoverzicht, met daarin een overzicht van de gerealiseerde studielast.
Artikel 5.2 - Voorlopig studieadvies 1. Na het eerste semester en zo mogelijk vóór het begin van het tweede semester ontvangt de student een schriftelijk voorlopig studieadvies. 2. Dit voorlopig studieadvies geeft een waarschuwing indien er sprake is van onvoldoende studievoortgang, zodat de student nog de gelegenheid heeft om zijn prestaties te verbeteren. 3. Wanneer de studievoortgang zodanig is dat in redelijkheid niet te verwachten is dat de student aan de voorwaarden van een (voorlopig) positief studieadvies, als genoemd in artikel 5.3., lid 1, onder a en b, zal gaan voldoen, wordt de student uitgenodigd voor een gesprek met de studieadviseur. Dit gesprek heeft tot doel het bespreken van de wijze van studeren, een heroverweging van de studiekeuze en een eventuele verwijzing naar een andere opleiding.
Artikel 5.3 - Definitief studieadvies 1. Het definitieve studieadvies aan het einde van het eerste studiejaar houdt het volgende in: a. positief, indien de student heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse; b. voorlopig positief, indien de student ten minste 45 EC(TS) aan studiepunten heeft behaald; c. negatief, indien de student minder dan 45 EC(TS) aan studiepunten van het propedeutisch programma heeft behaald. Dit studieadvies is bindend voor de student (BSA). 2. Indien de resultaten tussentijds al dermate onvoldoende zijn dat het redelijkerwijs niet mogelijk is om aan het einde van het eerste studiejaar te voldoen aan de norm van 45 EC(TS), kan, desgewenst ook op verzoek van de student, na het voorlopig studieadvies conform artikel 5.2, een bindend studieadvies uitgebracht. Dit wordt uitgebracht volgens de procedure als beschreven in artikel 5.5. 3. a. Studenten met een voorlopig positief studieadvies ontvangen ook in hun 2e jaar van Inschrijving voor de opleiding een schriftelijk studieadvies, en wel na de hertentamens van het tweede semester, doch vóór 31 juli. In dit advies wordt het voorlopig positief studieadvies omgezet in: 1. een positief studieadvies, indien de student heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse; 2. een negatief studieadvies (BSA), indien de student niet heeft voldaan aan alle eisen van de propedeuse. b. Bij het vaststellen van het aantal behaalde studiepunten als bedoeld in lid 1, tellen de studiepunten van onderdelen van tentamens (toetsen, deeltentamens en opdrachten) niet afzonderlijk mee.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
15
4. a. Indien de student de norm als bedoeld in artikel 5.3, lid 2 niet heeft behaald doch deze norm in hetzelfde studiejaar wèl heeft behaald bij een opleiding van de RUG waarvoor deze OER niet geldt, wordt voor de opleiding van deze OER geen bindend studieadvies afgegeven. b. Indien een student voor een wo-opleiding waarvoor deze OER niet geldt, van de RUG of een andere universiteit in Nederland, het propedeutisch examen reeds heeft behaald dan wel indien hier geen examen aan verbonden is- de propedeutische fase heeft afgerond, wordt voor de opleiding van de onderhavige OER geen bindend studieadvies afgegeven. 5.
Onverminderd het bepaalde in artikel 5.6, tweede en derde lid, betreffende de aanwezigheid van persoonlijke omstandigheden en behoudens het bekleden van een erkende bestuursfunctie in het tweede jaar van inschrijving op grond van een voorlopig postief studieadvies, wordt aan dit studieadvies een afwijzing met een bindend karakter verbonden, het zogenaamde bindend studieadvies, indien de student: a. minder dan 45 EC(TS) heeft behaald in het eerste jaar van zijn inschrijving; dan wel b. aan het eind van zijn tweede jaar van inschrijving zijn propedeutisch examen niet heeft behaald.
6.
De afwijzing voor de opleiding door middel van een bindend studieadvies geldt gedurende een termijn van 2 volgende studiejaren en heeft betrekking op de CROHO-opleiding van inschrijving, alsmede op de door het College van Bestuur aangewezen verwante CROHOopleidingen als genoemd in bijlage 3 bij deze regeling, alsmede de daarin te onderscheiden tracks.
7.
Het is met een bindend studieadvies niet toegestaan onderdelen voor deze opleiding via een andere opleiding of onderwijsinstelling te volgen teneinde de gevolgen van het BSA te ontlopen. Voor de alsdan behaalde onderdelen zal geen vrijstelling worden verleend en ook anderszins zullen deze onderdelen niet worden erkend in het kader van de opleiding.
8.
Bij het vaststellen van het aantal behaalde EC(TS) tellen alleen de EC(TS) van de onderdelen van de opleiding als bedoeld in paragraaf 4.
Artikel 5.4 - Afwijkingen definitief studieadvies 1.
Aan de student die een verzoek tot uitschrijving met ingang van 1 februari van het eerste jaar van inschrijving doet, wordt geen definitief studieadvies uitgebracht in dat studiejaar.
2.
Indien deze student zich in een volgend studiejaar opnieuw inschrijft in dezelfde opleiding of in een door het College van Bestuur aangewezen verwante CROHO opleiding als genoemd in bijlage 3 bij deze regeling, zal in dat volgende studiejaar een definitief studieadvies worden gegeven. In het jaar dat hij zich opnieuw inschrijft, dient hij de propedeuse te behalen (p in 2eis), artikel 5.3 lid 5 sub b, is van overeenkomstige toepassing. De student valt onder de BSAregeling van het studiejaar waarin hij zich opnieuw voor de opleiding inschrijft.
3.
Voor de student die zich voorafgaand aan of met ingang van 1 februari uitschrijft voor een opleiding en zich daarna meteen, in hetzelfde jaar, met ingang van 1 februari inschrijft voor een door het College van Bestuur aangewezen verwante CROHO opleiding als genoemd in bijlage 3 bij deze regeling, geldt geen aanpassing van de norm als bedoeld in artikel 5.3, lid 2.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
16
De student krijgt een bindend studieadvies indien hij aan het eind van het tweede semester van het eerste jaar van inschrijving minder dan 45 EC(TS) (bij een deeltijdopleiding minder dan 20 EC(TS)) heeft behaald, dan wel het propedeutisch examen niet heeft behaald aan het eind van zijn tweede jaar van inschrijving (bij een deeltijdopleiding aan het eind van zijn derde jaar van inschrijving). Voor het overige zijn de bepalingen als bedoeld in artikel 5.3 van overeenkomstige toepassing. 4.
Voor de student die zich voorafgaand aan of met ingang van 1 februari uitschrijft voor een voltijd opleiding en zich daarna in hetzelfde jaar met ingang van 1 februari inschrijft voor dezelfde CROHO-opleiding in deeltijd of voor een door het College van Bestuur aangewezen verwante CROHO-opleiding als genoemd in de bijlage bij deze regeling in deeltijd, geldt geen aanpassing van de norm als bedoeld in art. 5.3, lid 2. De student krijgt een bindend studieadvies indien hij aan het eind van het tweede semester van het eerste jaar van inschrijving minder dan 45 EC(TS) heeft behaald, dan wel het propedeutisch examen niet heeft behaald aan het eind van zijn tweede jaar van inschrijving. Voor het overige zijn de bepalingen als bedoeld in artikel 5.3 van overeenkomstige toepassing.
5.
De student die zich vanaf 1 februari inschrijft voor een bacheloropleiding van de RUG en niet eerder in hetzelfde jaar als student stond ingeschreven, krijgt een bindend studieadvies indien hij aan het eind van het tweede semester van het eerste jaar van inschrijving minder dan 20 EC(TS) van deze opleiding (bij een deeltijdopleiding minder dan 10 EC(TS)) heeft behaald, dan wel het propedeutisch examen niet heeft behaald aan het eind van zijn tweede jaar van inschrijving (bij een deeltijdopleiding aan het eind van zijn derde jaar van inschrijving). Voor het overige zijn de bepalingen als bedoeld in artikel 5.3 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5.5 - Procedure uitreiken definitief studieadvies / bindend studieadvies 1.
Het definitief studieadvies / bindend studieadvies wordt namens het College van Bestuur uitgebracht door de decaan van de opleiding.
2.
Alvorens een bindend studieadvies wordt uitgebracht, wordt een voornemen tot BSA aan de student verzonden, waarna de student in de gelegenheid wordt gesteld gehoord te worden door of namens de decaan van de opleiding.
Artikel 5.6 - Persoonlijke omstandigheden 1. a. In zijn afweging om een bindend studieadvies uit te brengen betrekt de decaan van de opleiding op verzoek van de student diens persoonlijke, individueel bepaalbare, omstandigheden. b. Uitsluitend persoonlijke omstandigheden die door de student na intreden zo spoedig als redelijkerwijs kan worden verlangd bij de studieadviseur zijn gemeld, worden door de decaan van de opleiding betrokken in zijn afweging. Bij deze afweging worden tevens betrokken het studiegedrag van de student en de tussen de student en studieadviseur gemaakte afspraken, c.q. planning. 2.
Indien op grond van de omstandigheden als bedoeld in lid 1 van een bindend studieadvies wordt afgezien, wordt aan de student aan het einde van diens volgende studiejaar opnieuw het studieadvies als bedoeld in art 5.3 uitgebracht.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
17
3.
Indien op grond van het tweede lid is afgezien van een bindend studieadvies en in het volgende jaar wederom, dan wel nog steeds, sprake is van persoonlijke omstandigheden als bedoeld in lid 1, kan de decaan van de opleiding besluiten om ook in dat studiejaar af te zien van een bindend studieadvies. In dat geval wordt definitief afgezien van het uitbrengen van een bindend studieadvies.
4.
Omstandigheden als bedoeld in het eerste lid leiden niet automatisch tot een succesvolle aanspraak op een uitkering uit het Profileringsfonds.
Artikel 5.7 – Beroepsbepaling In het besluit wordt melding gemaakt van de geldende rechtsbeschermingsvoorziening.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
18
PARAGRAAF 6
TOELATING TOT HET TWEEDE STUDIEJAAR VAN DE OPLEIDING, DE POSTPROPEDEUTISCHE FASE
Artikel 6.1 - Criteria toelating postpropedeutische fase 1.
Toelaatbaar tot het tweede jaar van de opleiding, de postpropedeutische fase, is de bezitter van het propedeutisch getuigschrift.
2.
In afwijking van het eerste lid is voorwaardelijk toelaatbaar de student die ten minste 45 EC in het eerste jaar van de propedeutische fase heeft behaald en/of in het bezit is van een voorlopig positief studieadvies als bedoeld in art. 5. Studenten met een verlaagd BSA alsmede studenten met een propedeuse van een andere opleiding worden niet eerder toegelaten tot de postpropedeuse dan nadat tenminste 45 EC in de propedeuse is behaald.
3.
De voorwaardelijke toelating geldt niet voor de minor van de opleiding. Hiervoor is het propedeutisch getuigschrift vereist.
4.
Een voorwaardelijke toelating tot de postpropedeutische fase vervalt, indien de student aan het eind van het tweede jaar van zijn inschrijving het propedeutisch examen niet heeft behaald.
5
De voorwaardelijke toelating als beschreven in lid 2 van dit artikel geldt alleen voor onderdelen van het eerste jaar van de postpropedeuse (het tweede bachelorjaar). Om te kunnen deelnemen aan onderdelen van het tweede jaar van de postpropedeuse (het derde bachelorjaar) dient het propedeutisch examen met goed gevolg te zijn afgelegd.
Artikel 6.2 - Hardheidsclausule toelating postpropedeutische fase In situaties waarbij een onderwijsinhoudelijke wijziging/onderwijskundige overmacht aantoonbaar leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard, kan de examencommissie afwijken van het in artikel 6.1 bepaalde. In dat geval moet er sprake zijn van een unieke persoonlijke omstandigheid die zodanig onderscheidend is dat de toelating redelijkerwijs niet achterwege kan blijven.
Artikel 6.3 - Studieplanning 1.
Elke student die een voorlopig positief studieadvies heeft gekregen als genoemd in artikel 5.3, lid 1, moet een studieplanning maken. De student moet in deze gevallen samen met de studieadviseur/mentor/aangewezen begeleider van de opleiding een studieplanning opstellen die tenminste behelst: a. de propedeuseonderwijseenheden die nog niet zijn behaald met het daarbij behorende tijdpad; b. de postpropedeuse onderwijseenheden die in aanvulling op de onder a. genoemde vakken zouden kunnen worden gevolgd.
PARAGRAAF 7
DE POSTPROPEDEUTISCHE FASE VAN DE OPLEIDING
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
19
Artikel 7 .1 - Samenstelling postpropedeutische fase Onderstaande beschrijving van de postpropedeutische fase geeft weer hoe op dit moment de stand van zaken van de ontwikkeling van de plannen is. De precieze samenstelling, inhoud, benaming en studielast van de afzonderlijke daartoe behorende onderwijseenheden van dit deel van de bacheloropleiding, is op het moment van dit schrijven nog niet definitief bekend. In de loop van het cursusjaar 2014-2015 zal in ieder geval het tweede opleidingsjaar vastgesteld worden, het derde opleidingsjaar tijdens cursusjaar 2015-2016. Bachelorjaar 2 Engelstalige variant: - Gemeenschappelijk deel; 2.1 Causes of diseases B2.1 2.2 Causes of diseases B2.2 2.3 Progress test B 2 - Verdiepend deel; Molecular Medicine 2.1 Competency development MM B2.1 2.2 Competency development MM B2.2 óf, Global Health 2.1 Competency development GH B2.1 2.1 Competency development GH B2.2 c. Nederlandstalige variant: - Gemeenschappelijk deel; 2.1 Oorzaken van ziekten B2.1 2.2 Oorzaken van ziekten B2.2 2.3 Kennisprogressie B2 - Verdiepend deel; Intramurale Zorg 2.1 Competentieontwikkeling IZ B2.1 2.2 Competentieontwikkeling IZ B2.2 óf, Duurzame Zorg 2.1 Competentieontwikkeling DZ B2.1 2.2 Competentieontwikkeling DZ B2.2
17 EC(TS) 17 EC(TS) 6 EC(TS)
10 EC(TS) 10 EC(TS)
10 EC(TS) 10 EC(TS)
17 EC(TS) 17 EC(TS) 6 EC(TS)
10 EC(TS) 10 EC(TS)
10 EC(TS) 10 EC(TS)
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
20
Bachelorjaar 3: Engelstalige variant: - Gemeenschappelijk deel; 3.1 Causes of diseases B3.1 3.2 Causes of diseases B3.2 3.3 Progress test B 3 - Verdiepend deel; Molecular Medicine 3.1 Competency development MM B3.1 3.2 Competency development MM B3.2 óf, Global Health 3.1 Competency development GH B3.1 3.2 Competency development GH B3.2 -
Nederlandstalige variant: - Gemeenschappelijk deel; 3.1 Oorzaken van ziekten B3.1 3.2 Oorzaken van ziekten B3.2 3.3 Kennisprogressie B3 - Verdiepend deel; Intramurale Zorg 3.1 Competentieontwikkeling IZ B3.1 3.2 Competentieontwikkeling IZ B3.2 óf, Duurzame Zorg 3.1 Competentieontwikkeling DZ B3.1 3.2 Competentieontwikkeling DZ B3.2
17 EC(TS) 17 EC(TS) 6 EC(TS)
10 EC(TS) 10 EC(TS)
10 EC(TS) 10 EC(TS)
17 EC(TS) 17 EC(TS) 6 EC(TS)
10 EC(TS) 10 EC(TS)
10 EC(TS) 10 EC(TS)
Alle onderdelen zijn opgenomen in de digitale universitaire onderwijscatalogus, OCASYS
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
21
PARAGRAAF 8
A.
OVERIGE PROGRAMMA’S
Minoren
Artikel 8 .1 - Minoren Er zijn drie soorten minoren: a) facultaire minor: het samenhangend deel van onderwijseenheden dat een verbreding of verdieping biedt gerelateerd aan de opleiding, te volgen bij de eigen faculteit; b) universitaire minor: het samenhangend deel van onderwijseenheden niet per se gerelateerd aan de opleiding, te volgen bij een andere faculteit; c) vrije minor: het deel van onderwijseenheden door de student zelf samen te stellen of door de student in het buitenland te volgen, met toestemming van de examencommissie van de eigen opleiding.
Artikel 8.2 – Facultaire minor De Faculteit biedt vooralsnog geen facultaire minor aan.
B.
Honoursprogramma
Artikel 8.4 - Honoursprogramma bacheloropleiding 1.
De faculteit neemt deel aan het Bachelor Honoursprogramma van het University of Groningen Honours College. Dit Bachelor Honoursprogramma maakt geen deel uit van het reguliere bachelorcurriculum. (zie paragraaf 12)
2.
Studenten die zijn toegelaten tot een van de bacheloropleidingen van de faculteit kunnen aan het Bachelor Honoursprogramma deelnemen, indien zij worden geselecteerd door de Dean van het University of Groningen Honours College. Voor de selectieprocedure wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College.
3.
Het Bachelor Honoursprogramma heeft een totale studielast van 45 EC, verdeeld over de drie bachelorjaren. Op het Bachelor Honoursprogramma, waar het facultaire verdiepende deel een onderdeel van is, is de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College van toepassing.
4.
a.
b.
C.
Het Honoursprogramma maakt geen onderdeel uit van het reguliere bachelorcurriculum. De resultaten en cijfers tellen niet mee voor de toekenning van het judicium cum laude of summa cum laude van de bacheloropleiding. In het bij het bachelordiploma behorende diplomasupplement worden ook de resultaten van het Bachelor Honoursprogramma vermeld.
Schakelprogramma’s
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
22
Artikel 8.5 – Schakelprogramma’s 1.
De faculteit biedt schakelprogramma’s aan met het oog op toelating tot een master van de faculteit.
2.
Bij deelname aan het schakelprogramma vindt inschrijving bij de bacheloropleiding Geneeskunde plaats.
3.
De Toelatingscommissie van de beoogde masteropleiding beslist over toelating tot het schakelprogramma.
4.
Ten aanzien van onderdelen van het schakelprogramma is de Examencommissie van de opleiding, als bedoeld in artikel 1.1, lid 1, bevoegd.
5.
De bepalingen betreffende schakelprogramma’s in de Regeling Inschrijving en Collegegeld RUG zijn van toepassing.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
23
PARAGRAAF 9
TENTAMENS VAN DE OPLEIDING
Artikel 9.1 - Algemeen 1.
Aan elk onderdeel van de opleiding is een tentamen verbonden.
2.
Door middel van het tentamen wordt de student op academische vorming getoetst en wordt getoetst of de student in voldoende mate de gestelde leerdoelen bereikt.
3.
Het oordeel over een tentamen (de uitslag) is voldoende dan wel onvoldoende, in cijfers uitgedrukt: 6 of hoger, respectievelijk 5 of lager.
Artikel 9.2 - Verplichte volgorde Aan de tentamens van de hierna te noemen onderdelen kan niet eerder worden deelgenomen dan nadat voorgaande tentamens zijn behaald: Bachelorjaar 2 - Engelstalige variant: - Gemeenschappelijk deel: 2.3 Progress test B2
nadat is behaald 1.3 Progress test B1
- Verdiepend deel: Molecular Medicine:
2. 1 Competency development MM B2.1 nadat is behaald 1. 1 Competency development MM B1.1 2. 2 Competency development MM B2.2 nadat is behaald 1. 2 Competency development MM B1.2 óf Global Health: 2.1 Competency development GH B2.1 Competency development GH B1.1 2.2 Competency development GH B2.2 development GHB1.2 Nederlandstalige variant: - Gemeenschappelijk deel: 2.3 Kennisprogressie B2 - Verdiepend deel: Intramurale Zorg: 2.1 Competentieontwikkeling IZ B2.1 Competentieontwikkeling IZ B1.1 2.2 Competentieontwikkeling IZ B2.2 Competentieontwikkeling IZ B1.2 óf
nadat is behaald
nadat is behaald
1.1
1.2 Competency
nadat is behaald 1.3 Kennisprogressie B1
nadat is behaald
1.1
nadat is behaald
1.2
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
24
Duurzame zorg: 2.1 Competentieontwikkeling DZ B2.1 Competentieontwikkeling DZ B1.1 2.2 Competentieontwikkeling DZ B2.2 Competentieontwikkeling DZ B1.2 Bachelorjaar 3: - Engelstalige variant: - Gemeenschappelijk deel: 3.1 Causes of diseases B3.1 3.2 Causes of diseases B3.2 3.3 Progress test B 3
nadat is behaald
1.1
nadat is behaald
2.1
nadat is behaald 2.1 Causes of diseases B2.1 nadat is behaald 2.2 Causes of diseases B2.2 nadat is behaald 2.3 Progress test B 2
- Verdiepend deel: Molecular Medicine:
3. 1 Competency development MM B3.1 nadat is behaald 2. 1 Competency development MM B2.1 3. 2 Competency development MM B3.2 nadat is behaald 2. 2 Competency development MM B2.2 óf Global Health: 3.1 Competency development GH B3.1 Competency development GH B2.1 3.2 Competency development GH B3.2 development GHB2.2 Nederlandstalige variant: - Gemeenschappelijk deel: 3.1 Oorzaken van ziekte B3.1 3.2 Oorzaken van ziekte B3.2 3.3 Kennisprogressie B3 Kennisprogressie B3 - Verdiepend deel: Intramurale Zorg: 3.1 Competentieontwikkeling IZ B3.1 Competentieontwikkeling IZ B2.1 3.2 Competentieontwikkeling IZ B3.2 Competentieontwikkeling IZ B2.2 óf Duurzame zorg: 3.1 Competentieontwikkeling DZ B3.1 Competentieontwikkeling DZ B2.1 3.2 Competentieontwikkeling DZ B3.2 Competentieontwikkeling DZ B2.2
nadat is behaald
nadat is behaald
2.1
2.2 Competency
nadat is behaald 2.1 Oorzaken van ziekte B2.1 nadat is behaald 2.2 Oorzaken van ziekte B2.2 nadat is behaald 2.3
nadat is behaald
2.1
nadat is behaald
3.2
nadat is behaald
3.2
nadat is behaald
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
3.2
25
Artikel 9.3 - Tijdvakken en frequentie tentamens 1. In de studiegids en/of OCASYS worden de tijdvakken waarin de tentamens kunnen worden afgelegd vermeld. Deeltentamens kunnen ook buiten de aangegeven periode afgenomen worden. Artikel 9.4 - de scriptie 1. De scriptie kan uitsluitend gelden voor één opleiding. Een vrijstelling voor de scriptie, op grond van de scriptie voor een opleiding, bij een andere opleiding is niet toegestaan. 2. Artikel 10.1, lid 7 inzake de bezwaartermijn van de scriptie is van toepassing. 3. Indien aan het einde van het tijdvak van het werken aan de scriptie deze naar het oordeel van de beoordelaar(s) niet als voldoende aangemerkt kan worden, is er éénmaal de gelegenheid om binnen een door de opleiding vastgestelde periode door middel van een reparatieopdracht alsnog tot een 6 te komen. 4. Om in aanmerking te komen voor begeleiding en beoordeling van de (eind)scriptie van de opleiding dient de student aan de volgende eisen te hebben voldaan: – hij heeft ten minste 60 EC aan postpropedeutische onderdelen met succes afgerond; – zijn bachelorprogramma is goedgekeurd door de Examencommissie, indien vereist op grond van paragraaf 7. 5. Uitsluitend de Examencommissie kan, op schriftelijk verzoek van de student, afwijken van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde. Artikel 9.5 - Vorm van de tentamens 1. De tentamens worden afgelegd op de in OCASYS vermelde wijze. 2. Op verzoek van de student kan de Examencommissie toestaan dat een tentamen op een andere wijze dan vorenbedoeld wordt afgelegd.
Artikel 9.6 - Tentamenvoorziening bijzondere gevallen 1.
Indien het niet verlenen van een individuele tentamenvoorziening zou leiden tot een ‘bijzonder geval van onbillijkheid van overwegende aard’, kan de Examencommissie besluiten een dergelijke voorziening toe te kennen, in afwijking van het bepaalde in artikel 9.3.
2.
Verzoeken om een individuele tentamenvoorziening moeten zo snel mogelijk, inclusief bewijsstukken, worden ingediend bij de Examencommissie.
Artikel 9.7 - Bevoegdheid Examencommissie bij keuze-onderdelen 1.
Voor beoordelingen en klachten over tentamens of een verzoek voor een afwijkende tentamenregeling is de Examencommissie bevoegd van de opleiding die het tentamen afneemt. Indien het een onderdeel bij een andere opleiding of faculteit betreft, is de Examencommissie van de opleiding waarvan het onderdeel deel uitmaakt bevoegd.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
26
Artikel 9.8 - Tentamens en functiestoornis 1.
Aan studenten met een functiestoornis wordt de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De Examencommissie wint zo nodig deskundig advies in bij de studentendecaan van het Studenten Service Centrum (SSC) alvorens te beslissen.
2.
Bij het afleggen van een tentamen van een keuze-onderdeel door een student met een functiestoornis houdt de Examencommissie van de opleiding die het tentamen afneemt zich aan de voorzieningen zoals deze worden toegestaan door de Examencommissie van de opleiding waarvoor de student staat ingeschreven.
Artikel 9.9 - Mondelinge tentamens 1.
Mondeling wordt niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd, tenzij de Examencommissie anders heeft bepaald.
2.
Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar, tenzij de Examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student daar niet mee instemt.
Artikel 9.10 - Vrijstelling 1.
De Examencommissie kan de student op diens verzoek, gehoord de desbetreffende examinator, vrijstelling verlenen van een tentamen, indien de student: a. hetzij een qua inhoud en niveau overeenkomstig onderdeel van een universitaire of hogere beroepsopleiding , in binnen- of buitenland, heeft voltooid; b. hetzij aantoont door werk- c.q. beroepservaring over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken m.b.t. het desbetreffende onderdeel; c. voor verleende vrijstellingen voor examenonderdelen (of gedeelten daarvan) geldt een zelfde geldigheidsduur als voor tentamenresultaten.
2.
Artikel 5.3, lid 7 is van toepassing.
Artikel 9.11 - Vervanging en keuzeonderdeel elders: 1.
2.
De Examencommissie kan, na een gemotiveerd verzoek van de student, voorafgaande toestemming verlenen: a. een onderdeel van het examenprogramma te vervangen door een ander door de RUG of een andere universiteit in binnen- of buitenland aangeboden vak dat past in het examenprogramma, dan wel b. een keuzeonderdeel van het examenprogramma in te vullen met één of meer vakken die gevolgd worden of aan een andere universiteit in binnen- of buitenland. Bij de beoordeling van het verzoek let de Examencommissie in ieder geval op samenhang van (delen van) het vakkenpakket en het niveau van de vakken.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
27
Artikel 9.12 - Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1.
De examinator stelt terstond na het afnemen van het mondeling deel van het tentamen de uitslag vast en reikt de student desgevraagd een verklaring uit.
2.
De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen tien werkdagen na de dag waarop het is afgelegd en verschaft de administratie van de faculteit de nodige gegevens ten behoeve van registratie van de uitslag in Progress.
3.
Voor een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student de uitslag zal ontvangen.
4.
Bij het bekendmaken van de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in artikel 9.14, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid.
Artikel 9.13 - Geldigheidsduur 1.
De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt.
2.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie voor een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan vijf jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen.
3.
Deeltoetsen en opdrachten die zijn behaald binnen een onderdeel dat niet met goed gevolg is afgelegd, vervallen na het studiejaar waarin zij zijn behaald.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
28
Artikel 9.14 - Inzagerecht 1.
Gedurende tenminste 20 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk.
2.
Gedurende de in het eerste lid genoemde termijn kan de student die aan het tentamen heeft deelgenomen, kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede zo mogelijk van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.
3.
De examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokken student aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn.
Artikel 9.15 - Examencommissie en examinatoren 1.
- De Examencommissie is het onafhankelijk orgaan dat vaststelt of een student de kennis, het inzicht en de vaardigheden bezit die nodig zijn voor het verkrijgen van de graad. - Er is een Signalering- en Remediëring Commissie (SRC) ingesteld, die, onder mandaat van de examencommissie, studenten een begeleidings- en/of verbetertraject met een verplichtend karakter kan opleggen. Het betreft studenten die onvoldoende voortgang tonen in de ontwikkeling tot professional. De uitwerking van deze regeling wordt gedefinieerd in de Regels en Richtlijnen van de Examencommissie.
2.
De decaan van de opleiding benoemt de leden op basis van hun deskundigheid op het terrein van de opleiding (of groep van opleidingen).
3.
De Examencommissie bestaat uit ten minste één lid die: a. als docent is verbonden aan de opleiding (of aan een van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort); b. afkomstig is van buiten de opleiding (of een van de opleidingen die tot de groep van opleidingen behoort). (met ingang van 1 september 2015)
4.
Het is niet toegestaan leden van het bestuur of personen die anderszins financiële verantwoordelijkheid binnen de instelling dragen tot lid van de Examencommissie te benoemen.
5.
Voor het afnemen van tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan, wijst de Examencommissie examinatoren aan.
6.
De Examencommissie stelt Regels en Richtlijnen van de Examencommissie vast.
Artikel 9.16 - Fraude en plagiaat 1.
Onder fraude wordt verstaan het handelen of nalaten van een student waardoor een juist oordeel over zijn of andermans kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk wordt.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
29
2.
Onder fraude wordt tevens het plegen van plagiaat verstaan, hetgeen het overnemen van andermans werk zonder correcte bronvermelding is.
3.
Indien een student fraudeert, kan de Examencommissie hem het recht ontnemen een of meer tentamens of examens af te leggen gedurende ten hoogste een jaar.
4.
Bij zeer ernstige fraude kan de Examencommissie het College van Bestuur voorstellen de inschrijving voor de opleiding van de student definitief te beëindigen.
5.
De Examencommissie legt haar handelwijze bij fraude vast in haar Regels en Richtlijnen.
Artikel 9.17 - Iudicium Abeundi 1.
In geval van ernstig laakbare gedragingen en/of uitlatingen van een student kan het College van Bestuur in bijzondere gevallen na advies van de examencommissie of van de decaan van de opleiding de inschrijving van een student beëindigen, nadat een zorgvuldige afweging van alle belangen van de student en van de instelling heeft plaatsgevonden en nadat aannemelijk is geworden dat de student door zijn/haar gedragingen en/of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem/haar gevolgde studie opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op die beroepsopleiding.
2.
Het hieromtrent bepaalde in de Regeling Inschrijving en Collegegeld van de RUG is van toepassing.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
30
PARAGRAAF 10
EXAMEN VAN DE OPLEIDING
Artikel 10.1 – Examen vaststelling 1.
Aan de opleiding is een examen verbonden ter afsluiting hiervan.
2.
De Examencommissie stelt de uitslag van het examen vast zodra de student de voor het examen benodigde tentamens heeft behaald, waarmee hij tevens de benodigde academische vorming heeft verworven.
3.
Alvorens de uitslag van het examen vast te stellen kan de Examencommissie een onderzoek instellen naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student met betrekking tot een of meer onderdelen of aspecten van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens daartoe aanleiding geven.
4.
Met de vaststelling van de uitslag van het examen draagt de Examencommissie tevens zorg voor een spoedige afhandeling van de buluitreiking.
5. Indien de student de datum van zijn afstuderen wil uitstellen in verband met nog extra af te leggen tentamens, dient hij de Examencommissie tijdig schriftelijk hiertoe te verzoeken. 6.
De datum van afstuderen is de datum waarop het afsluitend examen is behaald, zoals vastgesteld door de Examencommissie conform het bepaalde in lid 2, en niet de datum waarop de bul wordt uitgereikt.
7. Het examen bedoeld in lid 1 dat met goed gevolg is afgelegd en de met het oog daarop vervaardigde werkstukken worden door de decaan van de opleiding gedurende een periode van ten minste 7 jaar bewaard. Artikel 10.2 – Getuigschrift 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Per opleiding wordt één getuigschrift uitgereikt, ook al rondt de student meerdere programma’s af. 2. De Examencommissie voegt aan het getuigschrift het Internationaal Diploma Supplement toe. 3. Indien van toepassing, worden de resultaten van het Bachelor Hounoursprogramma in het bij het bachelordiploma behorende diplomasupplement vermeld.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
31
Artikel 10.3 - Graad 1. Aan degene die het examen met goed gevolg heeft afgelegd, wordt de graad “Bachelor of Science” in de Geneeskunde verleend. 2. De verleende graad wordt op het getuigschrift van het examen aangetekend.
Artikel 10.4 - Judicium 1.
De Examencommissie beoordeelt of aan het bachelorgetuigschrift een onderscheiding wordt toegekend.
2.
Hierbij dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: a) De student wordt door de Learning Community waar hij/zij toe behoort voorgedragen voor een judicium. b) Het cijfer voor de scriptie moet voldoen aan de volgende minima: i. ‘Cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is tenminste 8,0; ii. ‘Summa cum laude’: het cijfer voor de scriptie of thesis is tenminste 9,0. c) Het onafgeronde gewogen gemiddelde van alle onderwijseenheden, exclusief de scriptie, van het door de examencommissie goedgekeurde examenprogramma is i. groter dan of gelijk aan 8,0 voor ‘Cum laude’; ii. groter dan of gelijk aan 9,0 voor ‘Summa cum laude’. d) Voor de onderwijseenheid Kennisprogressie in jaar 1 een V en in jaar 2 en 3 een G is behaald behaald .
3.
Geen judicium wordt toegekend indien de omvang van de vrijstellingen in EC(TS) meer dan de helft van het totale aantal EC(TS) van de opleiding bedraagt.
4.
Voor het behalen van enig judicium geldt dat het tentamen van een onderwijseenheid slechts eenmaal afgelegd mag zijn.
5.
Voor het behalen van een judicium geldt dat voor geen enkel vak een cijfer lager dan 7,0 is behaald.
6.
Voor het behalen van een judicium geldt als voorwaarde dat er geen beslissing is van de Examencommissie inhoudende dat de student, vanwege vastgestelde fraude/plagiaat, niet meer in aanmerking komt voor een judicium.
7.
In bijzondere gevallen kan de Examencommissie afwijken van het bepaalde in de leden 2 tot en met 6 van dit artikel.
7.
Voor studenten die vóór 1 september 2010 met de opleiding zijn gestart blijft de Judiciumregeling van kracht die voor hen gold op 31 augustus 2010.
Artikel 10.5 – Toetsplan
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
32
Er is een door de decaan van de opleiding vastgesteld toetsplan. Dit toetsplan bevat de volgende onderwerpen: 1. de eindtermen van de opleiding; 2. de curriculumonderdelen en leerdoelen van ieder curriculumonderdeel; 3. de relatie tussen curriculumonderdelen en eindtermen; 4. de toegepaste toetsvorm en de toetsmomenten per onderdeel; 5. de gehanteerde opstellingsprocedures, beoordelingsprocedures en beoordelingscriteria; 6. de verantwoordelijken voor de uitvoering van de verschillende onderdelen van het toetsbeleid; 7. de wijze van periodieke evaluatie.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
33
PARAGRAAF 11
STUDIEBEGELEIDING
Artikel 11.1 - Studievoortgangsadministratie De decaan van de opleiding registreert de individuele studieresultaten van de studenten en geeft de student op zijn verzoek en minimaal tweemaal per jaar een overzicht van de door hem behaalde studieresultaten.
Artikel 11.2 – Studiebegeleiding De decaan van de opleiding draagt zorg voor de introductie en de studiebegeleiding van de studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun voortgang tijdens de studie en oriëntatie op mogelijke studiewegen in en buiten de opleiding.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
34
PARAGRAAF 12 'Honours'-programma’s Artikel 12.1 Toepasselijkheid van de regeling 12.1.1 Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de bacheloropleiding Geneeskunde en is een aanvulling op genoemde opleiding. 12.1.2 De faculteit Medische Wetenschappen heeft een facultair, op wetenschappelijke vorming gericht Junior Scientific Masterclass (JSM) Bachelor 'Honours'-programma en neemt daarnaast deel aan het Honours-programma van het University of Groningen Honours College door middel van een Gemeenschappelijke Regeling. 12.1.3 Alle studenten die zijn toegelaten tot de bacheloropleiding Geneeskunde kunnen deelnemen aan het facultaire JSM Bachelor 'Honours'-programma. Studenten kunnen deelnemen aan het Honours-programma van het University of Groningen Honours College, indien zij worden geselecteerd door de Dean van het University of Groningen Honours College. Voor de selectieprocedure wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College 12.1.4 Op het JSM Bachelor 'Honours'-programma is de Onderwijs- en Examenregeling van de bacheloropleiding Geneeskunde van toepassing. Op het verdiepende deel van het Honoursprogramma van het University of Groningen Honours College, wat studenten facultair dienen in te vullen met cursussen/activiteiten uit het JSM Bachelor 'Honours'-programma, is de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College van toepassing. 12.1.5 In het bij het bachelordiploma behorende diplomasupplement wordt van het behalen van een Honoursbul een aantekening gemaakt. Een student kan slechts één ‘Honours’-aantekening verwerven. Artikel 12.2 Begripsbepalingen In deze regeling zijn alle begripsbepalingen van toepassing zoals vermeld onder artikel 1.2 van de Onderwijs- en Examen Regeling. Artikel 12.3 Omschrijvingen JSM Bachelor 'Honours'-programma en Honours-programma van het University of Groningen Honours College 12.3.1 JSM Bachelor 'Honours'-programma Het brede, facultaire JSM Bachelor 'Honours'-programma stelt zich ten doel binnen én buiten de opleiding tot basisarts een additionele, wetenschappelijke scholing aan te bieden. Het programma richt zich op gemotiveerde en getalenteerde studenten in de geneeskunde, die zich in het wetenschappelijk onderzoek willen bekwamen. Het programma biedt studenten binnen de opleiding geneeskunde een infrastructuur aan, waaruit zij een individueel vakkenpakket samen kunnen stellen, 12.3.2 Honours-programma van het University of Groningen Honours College Het ‘Honours’-programma van het University of Groningen Honours College biedt studenten binnen èn buiten de studie de kans het beste uit zichzelf te halen. Het programma bestaat uit een verdiepend, facultair deel (25 EC) en een verbredend deel (20 EC). Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een meer verdiepend traject te volgen, het facultaire deel bestaat dan uit 35 EC en het verbredende deel uit 10 EC. Binnen het University of Groningen Honours College kijken studenten over de disciplinegrenzen heen en staat de persoonlijke ontwikkeling centraal. Binnen het University of Groningen Honours College zijn studenten Geneeskunde verplicht het verdiepende, facultaire deel van het Honours-programma in te vullen met cursussen/activiteiten uit OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
35
JSM Bachelor 'Honours'-programma. De student is vrij zelf een individueel programma samen te stellen. M.b.t. het verbredende deel dient de student cursussen/activiteiten te volgen welke in dit kader aangeboden worden door het University of Groningen Honours College. (http://www.rug.nl/ocasys/rug) 12.3.3 JSM MD/PhD-traject Deelnemers aan het JSM Bachelor 'Honours'-programma of het Honours-programma van het University of Groningen Honours College hebben in aansluiting hierop de mogelijkheid om binnen het masterprogramma, gecombineerd met de coassistentschappen, een promotietraject te doorlopen en af te ronden, het JSM MD/PhD-traject. Dit (twee-fasen) traject is bedoeld voor artsen, die later patiëntenzorg willen combineren met wetenschappelijk onderzoek. Artikel 12.4 Toelating en indeling 1a. Deelname aan het JSM Bachelor ‘Honours’-programma staat open voor alle studenten. Wie aan het eind van het tweede studiejaar minimaal 15 EC binnen de onderdelen van het ‘Honours’programma behaald heeft, wordt als definitief toegelaten beschouwd. Definitief toegelaten studenten hebben de garantie van voldoende onderwijsaanbod om het programma binnen de in artikel 11.8 gestelde termijn af te kunnen ronden. 1b. Studenten kunnen deelnemen aan het Honours-programma van het University of Groningen Honours College, indien zij worden geselecteerd door de Dean van het University of Groningen Honours College. Voor de selectieprocedure wordt verwezen naar de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College. 2. Wanneer uit aanmeldingen blijkt dat voor een onderdeel uit het JSM Bachelor ‘Honours’programma de beschikbare capaciteit ontoereikend is, zal in eerste instantie bezien worden of de capaciteit uitgebreid kan worden. Vervolgens worden definitief tot het JSM Bachelor 'Honours'programma of het Honours-programma van het University of Groningen Honours College toegelaten studenten met voorrang geplaatst. Pas in tweede instantie volgt een selectieprocedure. In dat geval beoordeelt een commissie van vier docenten onafhankelijk van elkaar de sollicitatiebrieven van studenten die toegelaten wensen te worden tot dat betreffende onderdeel. De commissie kan besluiten de selectieprocedure uit te breiden met sollicitatiegesprekken. 3. In afwijking van artikel 11.4 lid 2 geldt dat voor het onderdeel ‘COMPASS week’ altijd een selectiemethode toegepast wordt bestaande uit een sollicitatiebrief met curriculum vitae en eventueel sollicitatiegesprekken (zie http://www.jsmgroningen.nl). Artikel 12.5 Overige eisen en bepalingen Het JSM Bachelor ‘Honours’-programma valt onder de bacheloropleiding Geneeskunde en is behoudens de bepalingen in artikel 11.8 onderhevig aan de eisen en bepalingen van de bacheloropleiding Geneeskunde. Het ‘Honours’-programma van het University of Groningen Honours College valt onder de Onderwijs- en Examenregeling van het University of Groningen Honours College van toepassing. Artikel 12.6 Studielast ‘Honours’-aantekening voor wetenschap - Om in aanmerking te komen voor de ‘Honours’-aantekening voor wetenschap in het kader van het facultaire JSM Bachelor ‘Honours’-programma dient een student minimaal 30 EC te behalen binnen het JSM Bachelor‘Honours’- programma. De Bacheloropleiding Geneeskunde, inclusief het facultaire JSM Bachelor ‘Honours’-programma beslaat daarmee in totaal een studielast van minimaal 210 EC. Om in aanmerking te kunnen komen voor de ‘Honours’-aantekening voor wetenschap dient de student: OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
36
-
uit de onderdelen van jaar 2 èn van jaar 3 van het JSM Bachelor ‘Honours’-programma ieder minimaal 10 studiepunten te hebben behaald én minimaal 1 JSM Proefproject (6 EC) te hebben afgelegd én de cursus ‘wetenschappelijke integriteit’ met een voldoende te hebben afgesloten.
‘Honours’-aantekening i.h.k.v. het ‘Honours’-programma van het University of Groningen Honours College - Om in aanmerking te komen voor de ‘Honours’-aantekening i.h.k.v. het Honours-programma van het University of Groningen Honours College dient de studenten minimaal 25 EC (òf 35 EC) te behalen binnen het JSM Bachelor ‘Honours’-programma en minimaal 20 EC (òf 10 EC) binnen het programma van het verbredende deel van University of Groningen Honours College. De bacheloropleiding Geneeskunde inclusief het Honours-programma van het University of Groningen Honours College beslaat daarmee in totaal een studielast van minimaal 225 EC, Ten einde in aanmerking te kunnen komen voor de Honours-aantekening i.h.k.v. het Honoursprogramma van het University of Groningen Honours College dient de student: - uit de onderdelen van studiejaar 2 èn van jaar 3 van het JSM bachelor Honours-programma ieder minimaal 8 studiepunten te hebben behaald. - en minimaal 1 JSM Proefproject (6 EC) te hebben afgelegd én de cursus ‘wetenschappelijke integriteit’ met een voldoende te hebben afgesloten.
Artikel 12.7 Samenstelling JSM Bachelor 'Honours'-programma Het onderwijsaanbod ten behoeve van het JSM Bachelor 'Honours'-programma bestaat uit een jaarsgewijze opbouw van cursussen en activiteiten die in extenso beschreven staan op de internetsite van de Junior Scientific Masterclass. Het onderwijsaanbod beslaat in totaal ongeveer 55-60 EC, waarbij studenten de mogelijkheid krijgen tot differentiatie en specialisatie. Het aanbod en de kwaliteitsbewaking van de cursussen en activiteiten vallen onder de verantwoordelijkheid van de Programmagroep JSM. Jaar 1
EC
- Introductiecollege - JSM mentorgroepen/extra opdracht - Triple- B lectures (6 lectures per jaar) - TTT-projecten - CMB-cursus ‘Literatuuronderzoek, welke strategie?’ - Filosofie van de geneeskunde
2
3
- Introductiecollege - Triple- B lectures (6 lectures per jaar) - Critical Reading Classes - Science Electives (meerdere cursussen) - Wetenschapsmethodologie I; Laboratoriumtechnieken - Wetenschapsmethodologie II; Patiënt-gebonden onderzoek - JSM mentorgroepen, extra opdracht (blok 2.4) - JSM-mentorgroepen, extra opdracht - Critical Reading Classes - Individuele ‘cursus op maat’ - Proefproject - Introductiecursus ‘Project Management’ - Science Electives (meerdere cursussen) - Wetenschappelijke Integriteit
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
1 1 3 3 1 1 3-6 4 2
1 -
4
1 1 1-4 6+1 1 3-6 2 37
- COMPASS week
3
Artikel 12.8 Geldigheidsduur In afwijking van het bepaalde in artikel 7.8 lid 1 en 2 dient de student binnen drie jaar na aanvang van de bachelor opleiding het JSM Bachelor 'Honours'-programma of het Honours-programma van het University of Groningen Honours College met goed gevolg af te ronden om aanspraak te kunnen maken op de Honours-aantekening. In uitzonderlijke gevallen kan er besloten worden om deze termijn te verlengen.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
38
PARAGRAAF 13
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 13.1 - Wijzigingen 1. Wijzigingen van deze regeling worden door de decaan van de opleiding, gehoord de opleidingscommissie en na overleg met de O&O-raad, bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Een wijziging van deze regeling heeft geen betrekking op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Een wijziging kan voorts niet ten nadele van studenten van invloed zijn op enige andere beslissing, die krachtens deze regeling door de Examencommissie is genomen ten aanzien van een student.
Artikel 13.2 - Bekendmaking 1. De decaan van de opleiding draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de Regels en Richtlijnen die door de Examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van elke wijziging van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. De bedoelde stukken zijn tevens digitaal toegankelijk op de facultaire website via ‘my university’.
Artikel 13.3 - Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2014 en geldt voor studenten die voor het eerst stonden ingeschreven voor de opleiding op 1 september 2014.
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
39
Bijlage I Overzicht contacturen propedeuse Bachelor jaar 1 Onderwijsvorm Patiënt en responsie colleges Werkcolleges Tutorgroep/mentorgroep/coachgroep Stagebegeleiding Tentamens/examens Studieloopbaanbegeleiding Practica/workshops Totaal
Aantal contacturen 144 104 178 5 46 2 90 569
NB Veel programmaonderdelen van het nieuwe programma G2020 zijn momenteel nog volop in ontwikkeling. Derhalve is bovenstaand overzicht grotendeels gebaseerd op de Blauwdruk van G2020
OER Bacheloropleiding Geneeskunde G2020 studiejaar 2014-2015
40