STUDIUM GENERALE
Wordt gegeven in Hoorcollege
[A] 10.0
Werkcollege
[B] 0.0
Begel. zelfst./extern werk
[C] 65.0
Totale studietijd
[D] 75.0
Studiepunten
[E] 3
Niveau
verdiepend
Creditcontract
Ja
Examencontract
Neen
Onderwijstaal
Nederlands
Titularis
Sofie Vandamme
Referentie Trefwoorden
Studium Generale Interdisciplinariteit Kritische cultuurstudie Actualiteit Niveau Verdiepend Onderwijstaal Nederlands of indien de spreker Engelstalig is: Engels Doelstellingen Het Studium Generale heeft een educatieve, multidisciplinaire en een wetenschapscommunicatieve opdracht. Het beoogt studenten aan te zetten tot reflectie en hun betrokkenheid op het maatschappelijke en culturele leven te vergroten. Op die manier wil het Studium Generale de opleiding van studenten met een diverse achtergrond verbreden en de kennis over wetenschap en cultuur verdiepen. De thema’s van het Studium worden telkens zo gekozen dat elke studiediscipline er een aanknopingspunt in kan vinden.
Leerinhoud
Lezingen rond thema’s die vanuit volgende criteria vertrekken: -
het hedendaagse in al zijn verschijningsvormen
4
-
maatschappelijke relevantie kritische bevraging van de gekozen thema’s vakoverschrijdende thematiek
Studium 2013-2014: “Tijd?! Altijd!” Tijd triggert. Het regelt ons bestaan. Tegelijkertijd is het ‘niets’, glipt het ons door de vingers. De wijzers van de klok wijzen de tijd aan, maar tegelijkertijd kunnen we er de vinger niet op leggen. ‘Tijd’ op zichzelf bestaat niet, maar staat altijd in verhouding tot plaats, ruimte en niet in het minst tot onze ervaring van tijd. Daarom maken we doorgaans een onderscheid tussen chronos’ versus 'kairos', enerzijds ‘kloktijd’, ook wel de lineaire tijd genoemd en anderzijds de ‘subjectieve’ of ‘innerlijke tijd’, de ‘cyclische tijd’ waarin de tijd ‘is’, waarin tijd beleefd wordt. Over het begrip tijd denken is zo oud als het denken zelf. Beroemd zijn de bespiegelingen over de tijd van Augustinus in zijn Confessiones: ‘ Ik weet wel wat tijd is als men er mij niet naar vraagt, maar zodra deze vraag mij gesteld wordt weet ik het niet meer’ …. Het jaarthema van het Studium zich volgend jaar focussen op de wijze waarop de hedendaagse mens bezig is met tijd. Daarbij komt de nadruk niet zozeer te liggen op de vraag wat tijd is, maar wel hoe wij met tijd omgaan. Meer in het bijzonder zullen we een reflectie bieden op de moeilijke verhouding tussen de ‘kloktijd’ en de ‘innerlijke tijd’ en op het discours dat daarover wordt gevoerd in diverse disciplines. In onze maatschappij is er een hang naar dat tweede terwijl we opgeslorpt worden door het eerste. Anders uitgedrukt: de verhouding Chronos/ Kairos zit in het slop. Enkele ‘symptomen’: Ondanks het gebrek aan tijd wordt tijd gecultiveerd. Tijd is een werkwoord geworden: je moet je ‘tijd nemen’, bijvoorbeeld in de hoedanigheid van tijdsactiviteiten als ont-haasten. Het verzet tegen de rat-race is op verschillende domeinen uitgegroeid tot een heuse beweging, de ‘slowmovement’ genoemd. Dat uit zich o.a. in de vormen van slowcooking, slow parenting, slow traveling over slow living, slow gardening tot slow science. We ‘lijden – haast letterlijk - aan de tijd’, meer in het bijzonder ontwikkelen we aandoeningen die met de tijdsdruk te maken hebben: stress, burn-out, ADHD enz. Tijdsgebrek lijkt de meest concrete tijdservaring te zijn, iets wat in tijden van internet, sociale media en andere tijdbesparende maatregelen toch wel eigenaardig is. Tijd is een kostbaar economisch goed, zo blijkt uit het taalgebruik omtrent tijd. Dit is niet alleen omdat tijd geld is, maar we besparen, we investeren en we verspillen tijd. De digitale revolutie heeft de klassieke tijdsindeling, tussen ‘werktijd’ en ‘vrije tijd’ vervaagd: wie kijkt er immers niet ‘s avonds en in het weekend naar zijn mail? Tegelijkertijd hadden we nooit zoveel ‘vrije tijd’ die we – eens te meer –als een professionele ‘timemanager’ invullen, bij voorkeur met ‘quality time’ en zo mogelijk geïnspireerd door tijdthemabladen als ‘Flow’ die het onthaasten promoten als een wijze van ‘herbronnen’. Nochtans worden het spontane ‘niet in de tijd zijn’ zoals in geval van verveling of wachten als inspirerend ervaren. Een bijzondere vorm van zoeken naar de cyclische tijd krijgt zijn uitdrukking in de nostalgie en de rages als vintage en retro. Zoals elk jaar zal het Studium naast een algemeen beschouwelijke inleiding over het thema, diverse disciplines aan bod te laten komen zodat onze hedendaagse omgang met tijd vanuit uiteenlopende disciplines wordt benaderd. Enkele sprekers die op het studiumpodium zullen staan ( het volledige programma is bekend in juni 2013): Schrijver en essayist Benno Barhard verzorgt de openingslezing. De Engelsen cultuurcriticus Mark Fisher geeft een lezing met de prikkelende titel: Time-wars! We buigen ons over ‘slow-journalism’ en ‘slow-science’ en we staan stil bij het overvraagde kind. In het voorjaar hebben de Nederlandse schrijfster Joke Hermsen ( auteur van ‘Stil je tijd’) en de filosofe Marli Huijer ( auteur van ‘Ritme. Op zoek naar een terugkerende tijd’) het over hun tegengestelde visie op onthaasten. En zo net voor de vermoedelijke verkiezingen komt politicoloog Carl De Vos praten over De hectiek van de politiek. We sluiten zeer ‘slow’ af met een lezing door filosofe Petra Van Brabandt over wachten, luiheid en verveling. Begincompetenties Het Studium zal zo worden opgevat dat studenten vanuit alle richtingen makkelijk kunnen instappen.
5
Vereiste is de modale culturele achtergrond die van een student hoger onderwijs redelijkerwijs verwacht mag worden. Omdat de thema's van het Studium telkens breed, actueel en kritisch zullen worden opgevat, zal de student worden uitgenodigd om zelf ook bijkomende informatie over het jaarthema te zoeken via bibliotheken, andere manifestaties, internet, pers en media. Eindcompetenties 1.
2.
3.
4.
Kritische ingesteldheid Indicatoren: kan aangeboden informatie van zeer diverse aard synthetiseren en toetsen aan de eigen standpunten kan zijn eigen standpunt argumenteren gaat kritisch om met informatie kan verbanden leggen en aantonen met andere relevante cultuuruitingen Formuleervaardigheid Indicatoren: kan een schriftelijk rapport schrijven, met name een paper die ofwel een kritisch verslag van het bijgewoonde Studium met commentaar bevat, of op een andere wijze creatief reageert op het aangeboden debat. kan de aangeboden informatie verwerken kan correct, vlot en stijlvol schrijven Zelfstandig werken Indicatoren: kan tijdig taken afwerken kan eigen werkzaamheden plannen kan gepast de hulp van begeleiders inroepen en reageert gepast op geboden hulp is zelfkritisch Ingesteldheid tot levenslang leren Indicatoren: toont openheid tegenover geboden informatie gaat actief op zoek naar andere bronnen heeft een leergierige attitude
Leermaterialen De studenten krijgen op aanvraag en aan gereduceerd tarief een exemplaar van het jaarboek van de vorige jaargang ter illustratie voor hun opdracht. Het Studium beschikt over een eigen internetsite (www.studiumgent.be). Daarop is onder meer deze studiefiche te vinden. De website biedt een elektronische ondersteuning bij het leerproces en wil studenten verbreding van het onderwerp aanbieden. Naast informatie en aankondigingen over de eigen activiteiten (ook terug te vinden op de digitale leeromgeving) bevat de website concrete verwijzingen naar andere culturele evenementen en verwante lezingen, films, tentoonstellingen,… De website werkt ook verdiepend: achtergrondinformatie over de sprekers, filmpjes en audio-opnames zullen hier terug te vinden zijn. Via de website en via Facebook richten we een discussieforum op. Het is absoluut noodzakelijk dat de studenten deze website bezoeken en raadplegen, alsook de cursus Studium Generale op de digitale leeromgeving. Studium bericht studenten, docenten, externen en een selectieve lijst van geïnteresseerde instellingen via een aparte mailing list met nieuwsbrieven, die een kleine week voorafgaand aan elke activiteit worden verstuurd. Studiekosten In principe geen extra kosten, behalve: kosten verbonden aan de eventuele verplaatsingen
6
kosten voor de documentatie kosten verbonden aan het schrijven van de paper
Studiebegeleiding De studenten krijgen de gelegenheid tot begeleiding bij het schrijven van hun paper in de zogenaamde studiumworkshops. Deze worden tweewekelijks georganiseerd, op verschillende momenten in verschillende campussen ( naargelang de vraag). In kleine groepen wordt de lezing nabesproken, wordt samen naar de essentie van de lezing gezocht en wordt commentaar en kritiek op de lezing geformuleerd. De studenten kunnen hier hun samenvattingen met medestudenten bespreken en een korte feedback ontvangen op de eerste versies van de papers. Studenten dienen zich uiterlijk 1 week voor de workshop in te schrijven voor deze bijeenkomsten via de website. Onderwijsvormen Twee reeksen van vijf lezingen in het eerste en tweede semester (streefdatum resp. tussen begin oktober en eind december, en tussen midden februari en eind april), te houden door externe sprekers uit specifieke velden, eventueel vergezeld van een co-referent en gevolgd door een debat. De lezingen zullen een accumulatief karakter hebben. Het staat de departementen vrij hun studenten te laten inschrijven voor de najaars- of de voorjaarsreeks, of voor een combinatie van beide. Op 9 oktober 2013 wordt een ‘studium kick-off meeting’ gehouden, waarbij eerst een college over het jaarthema wordt gegeven en een toelichting over de paper. Dit college wordt herhaald in januari. Die tekst staat ook op de website, naast een aantal websites en literatuurverwijzingen over het schrijven van een essay. Daarnaast is er de mogelijkheid voor de studenten om tussen 17 en 19 uur in kleinere groepen 2 van de 4 sessies te volgen over: ‘Hoe een essay schrijven’ door Martine Dierickx waarbij aandacht geschonken wordt aan de opbouw van een essay, het verschil tussen feiten en argumenten, argumenten onderbouwen,.... ‘Taal-en schrijftips’ door Eveline Steenhout ‘ Opzoeken in de bibliotheek en op databases’ door Paul Buschmann ‘ Evaluatievorm 1) Diplomacontract - Creditcontract Voor Studium Generale kan de student, afhankelijk van de regeling binnen zijn departement, de paper indienen in de examenperiode januari/februari of mei/juni. Er is mogelijkheid tot 2e zittijd. Eerste examenzittijd: Het volgen van minimaal vijf lezingen en het schrijven van een paper van minimaal 3500 tot maximaal 6000 woorden is verplicht om te slagen, de bijkomende studiebegeleiding is optioneel maar ten zeerste aan te raden. De paper bestaat uit drie delen en omvat: Een korte samenvatting van elk van de vijf gevolgde lezingen. (max.200 woorden/lezing) Een persoonlijke commentaar, inclusief beargumentering op elk van de lezingen of op een bepaald aspect van de lezing. (min. 200 - max.500 woorden/lezing) Een persoonlijke reflectie op het jaarthema, onderbouwd met verwijzingen naar minimaal 3 externe informatiebronnen (andere dan internetbronnen en krantenartikels). (min. 1500 – max. 3000 woorden) Op het voorblad van de paper moet vermeld worden: Naam, faculteit, opleiding, of het Studium in het eerste, het tweede semester of als jaarvak wordt gevolgd. Het standaard voorblad kan gedownload worden van de website. De tekst moet taalkundig goed geschreven zijn. Zeer slordig of ontoereikend geredigeerd/gecorrigeerd taalgebruik kan leiden tot weigeren van de
7
paper. De paper wordt beoordeeld door de coördinator van het Studium Generale. Het evaluatieformulier dat gehanteerd zal worden bij het quoteren van de papers zal ter inzage op de digitale leeromgeving staan.
De tweede examenzittijd: Studenten die reeds een paper indienden in de eerste examenzittijd maar niet slaagden, dienen hun paper te herwerken tot een aanvaardbaar niveau.
8