Examendossier
NIVEAU 4 MIDDENKADER ENGINEERING Werktuigbouwkunde Crebo 94421 BEGELEIDERSVERSIE
NIVEAU 4 middenkader engineering
3
end
Examendossier
i
Projectbegeleiders, Praktijkopleiders en Beoordelaars
k
c e i r f
Werktuigbouwkunde Crebo 94421
wa l
Artikelnummer: 00661850010
NIVEAU 4 MIDDENKADER ENGINEERING Versie 1 - juni 2012
✓
EXAMENDOSSIER
k
icer f i
d n e
PROJECTWIJZER 12C KWALIFICEREN MIDDELS EEN DUAAL OF DEELTIJDTRAJECT
wa l Artikelnummer: 00661850010
Werktuigbouwkunde Gebaseerd op kwalificatiedossier: Middenkader Engineering 2009-2010 Uitstroom: Technicus Crebo-nummer: 94421
Projectbegeleiders, Praktijkopleiders en Beoordelaars
COLOFON Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Directeur en managementteam M. Wouters, L. Fine, B. Huijberts, I. Rabelink en A. Pijnenburg De volgende docenten hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit kwalificerend dossier H. Bakker, BCTI projectmanagement W. Slebus, ROC Nijmegen R. de Jong, ROC Landstede Harderwijk C. Otten, ROC Rivor Tiel P. Vrakking, ROC Rijn en IJssel Arnhem M. Starmans, ROC Albeda Rotterdam J. de Graaf, ROC ASA Utrecht H. de Geest, ROC ASA Utrecht C. Theuns, ROC Tilburg L. Hendriks, ROC Midden Nederland Utrecht A. Papa, ROC Aventus Apeldoorn D. Gray, ROC Flevoland Almere C. Alberts, ROC Nijmegen R. Kassius, ROC Albeda Rotterdam W. de Wit, ROC Albeda Rotterdam T. de Vaal ROC Zadkine Rotterdam M. van der Vlist ROC Midden Nederland Utrecht Werkgroepleider A.G. Bol Redactie M. Brok en A. G. Bol Omslag/Lay-out Studio Blanche Foto’s/figuren Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat de Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degenen die menen alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting.
© 2012 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.
1 INHOUD
1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
INFORMATIE VOOR DE STUDENT . . . . . . . . . . . 9 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3
AFNAMECONDITIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 3.1 3.2 3.3 3.4
4
19 19 20 22
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Richtlijnen examenopdracht . . . . . . . . . . . . . . . 24 Verwerven en vaststellen eigen examenopdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
UITVOERING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 5.1 5.2
6
Plaats van uitvoering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Complexiteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Omschrijving proces van afname . . . . . . . . . . . Stroomschema proces van afname . . . . . . . . . .
VOORBEREIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 4.1 4.2 4.3
5
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Kwalificering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Beoordeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Cesuur en Normering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Hulpmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Omschrijving werkzaamheden per werkproces . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
RESULTAAT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 6.1 6.2 6.3 6.4
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Formulier goedkeuring en vaststelling examenopdracht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Beoordelingsformulieren per werkproces . . . . . Overzicht bewijsmaterialen . . . . . . . . . . . . . . . . .
47 49 54 85
7
NEDERLANDS EN MODERNE VREEMDE TALEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 7.1 7.2 7.3
Communicatie algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 89 Moderne Vreemde Talen (Engels) . . . . . . . . . . . . 91
8
REKENEN EN WISKUNDE . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
9
LEREN, LOOPBAAN, BURGERSCHAP . . . . . . . 95
10 AANVULLENDE INFORMATIE VOOR DE ORGANISATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5
Algemene informatie over het examen . . . . . . . . 97 Onderbouwing uitgangspunten examendossier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100 Aanvullende informatie voor de verantwoordelijke op het ROC . . . . . . . . . . . . . . 102 Aanvullende informatie voor de verantwoordelijke op de afnamelocatie . . . . . . 104 Aanvullende informatie voor de beoordelaars. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
BIJLAGEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107 BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6 BIJLAGE 7 BIJLAGE 8 BIJLAGE 9 BIJLAGE 10 BIJLAGE 11 BIJLAGE 12
4
KWALIFICEREND DOSSIER
Omschrijving kerntaken en voorbeeldprojecten . . . . . . . . . . . . . . . . .109 Beoordelingsmethoden . . . . . . . . . . . . . . .153 Handreiking reflectieverslag . . . . . . . . . .161 Handreiking beoordelingsgesprek . . . . .165 Handreiking presentatie . . . . . . . . . . . . . .169 Begrippen en afkortingen . . . . . . . . . . . . .173 De fasemethode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .177 Scoretabel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .179 Omrekentabel van O-V-G naar cijfers . . .181 Voorbeeld formulier weekstaat . . . . . . . .183 Formulier ‘Feedback examen door studenten’ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .185 Formulier voor feedback examen door betrokkenen uit het bedrijfsleven . . . . . .187
1
1 INLEIDING
Beste collega, Voor u ligt de begeleidershandleiding voor het examendossier/ projectwijzer 12c van de opleiding Middenkader Engineering. Dit is de routebeschrijving voor de afsluitende en kwalificerende periode van de opleiding. Tijdens deze periode kwalificeert de student zich voor alle vier de kerntaken van de opleiding. Afhankelijk van de mogelijkheden doet hij dit deels bij een bedrijf en deels bij het ROC of volledig bij één of meerdere bedrijven. Als de student de vier kerntaken met werkprocessen uit deze projectwijzer naar behoren heeft gerealiseerd, ontvangt hij het diploma Middenkader Engineering uitstroomrichting Technicus. De student gaat in overleg met het ROC bepalen waar hij zich voor de kerntaken wil en kan kwalificeren. Het kan zijn dat hij dat volledig bij één of meerdere bedrijven kan doen. Het kan ook zijn dat hij dat deels bij een of meerdere bedrijven, maar ook deels op het ROC gaat doen. Het is wel van belang dat, voor de student met kwalificeren begint, hij een totaaloverzicht en afspraken heeft waar hij wat gaat doen. In hoofdstuk 4 staat uitgebreid beschreven hoe het kiezen van bedrijven en werkzaamheden in zijn werk gaat. De projectwijzer is zo opgebouwd dat de student eerst aangestuurd wordt om het kwalificerende traject zelf te organiseren. Vervolgens Werktuigbouwkunde
5
vindt hij in deze projectwijzer de instructie, de opdrachtomschrijving en de beoordelingsformulieren voor de uit te voeren kerntaken met werkprocessen. Kwalificerend werken heeft de kenmerken van een examen. De kerntaak moet zelfstandig door de student worden uitgevoerd en de producten worden kwalificerend beoordeeld. De producten, maar ook het competente handelen, zullen beoordeeld worden door de praktijkopleider van het bedrijf en door de begeleider van het ROC. Als de student gemeld heeft dat het product af is, dient het te worden beoordeeld. Het product kan dan niet meer worden aangepast voor een betere beoordeling. De beoordelingen, die de student per werkproces krijgt voor het inzetten van kennis, vaardigheden en voor zijn werkhouding, zijn definitief. Meer over begeleiden en beoordelen staat in de hoofdstukken 2, 3, 4 en bijlage 2. Wij adviseren u de beoordelingen na het afronden van een werkproces zo snel mogelijk aan de student kenbaar te maken. De student heeft dan tijdens het uitvoeren van de volgende werkprocessen nog mogelijkheden zich te verbeteren. Hoe het Competentie Gericht Onderwijs met de methode van het Consortium Beroepsonderwijs georganiseerd wordt, hoe iedereen die betrokken is bij dit examendossier kan werken en hoe er geëvalueerd en beoordeeld kan worden, staat allemaal omschreven in het ‘Basisdocument Middenkader Engineering’. Dit examendossier is zo opgebouwd dat de student werkproces voor werkproces kan uitvoeren en de benodigde bewijzen kan verzamelen. Voor het kwalificeren is het van belang dat hij zelf alle bewijzen verzamelt die daarvoor nodig zijn. Wij adviseren u de student alle bewijzen in dit dossier op te laten slaan. Aan het einde van deze periode kan de student het volledige dossier bij de examencommissie inleveren. Het ROC kan het dossier een bepaalde periode bewaren voor de onderwijsinspectie.
6
KWALIFICEREND DOSSIER
1 INLEIDING
In deze begeleidershandleiding staat exact dezelfde tekst als in de studentenversie. Informatie voor de begeleiders is toegevoegd in aanvullende grijze vlakken. In hoofdstuk 10 staat aanvullende informatie die van belang is voor de organisatie en de beoordelaars. Digitale ondersteuning en aanvullingen bij dit examendossier kunt u vinden bij www.consortiumbo.nl. Veel succes met de begeleiding en beoordeling van de student en zijn examen.
Werktuigbouwkunde
7
8
KWALIFICEREND DOSSIER
2
2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT
2.1
INLEIDING
In dit hoofdstuk vind je de nodige informatie over je examen, beoordeling, cesuur en toegestane hulpmiddelen. Tijdens het examen is het van belang dat je alle bewijzen verzamelt die nodig zijn om je te kwalificeren. Een lijst met de daarvoor benodigde bewijsstukken vind je in paragraaf 6.4. De gerealiseerde bewijsstukken kun je in dit examendossier opslaan of in een digitale omgeving. De werkwijze is verder dezelfde als tijdens het opleidende deel van je opleiding.
2.2
KWALIFICERING
Door het competent uitvoeren van de hieronder omschreven werkprocessen, kwalificeer je je voor de kerntaken van het kwalificatiedossier Middenkader Engineering, uitstroomrichting Technicus.
Werktuigbouwkunde
9
De overheid heeft, om het bedrijfsleven meer te betrekken bij de beroepsopleidingen, vastgesteld dat je je op zijn minst voor een deel in het bedrijfsleven dient te kwalificeren. Daarom kwalificeer je je met behulp van deze projectwijzer deels of helemaal in het bedrijfsleven. De beoordeling wordt te allen tijde gedaan door mensen van het bedrijf en door mensen van het ROC. Het ROC is eindverantwoordelijk voor de kwalificering. Voor het verkrijgen van je diploma moeten alle werkprocessen met Voldoende of Goed aangetoond competent te zijn beoordeeld.
10
Kerntaak 1:
Ontwerpt producten of systemen
Werkproces 1.1:
Verzamelen en verwerken van ontwerpgegevens
Competenties:
M Analyseren T Instructies en procedures opvolgen R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten
Werkproces 1.2:
Uitwerken van ontwerpen
Competenties:
T Instructies en procedures opvolgen E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen
Werkproces 1.3:
Kiezen van materialen en onderdelen
Competenties:
L Materialen en middelen inzetten
Werkproces 1.4:
Maken van een kostenberekening
Competenties:
J Formuleren en rapporteren E Samenwerken en overleggen
Kerntaak 2:
Bereidt productiewerk voor
Werkproces 2.1:
Verzamelen en verwerken van productiegegevens
Competenties:
M Analyseren T Instructies en procedures opvolgen E Samenwerken en overleggen
Werkproces 2.2:
Maken van een tekening(pakket)
Competenties:
T Instructies en procedures opvolgen E Samenwerken en overleggen K Vakdeskundigheid toepassen
Werkproces 2.3:
Organiseren van mensen en middelen
Competenties:
J Formuleren en rapporteren Q Plannen en organiseren E Samenwerken en overleggen
KWALIFICEREND DOSSIER
2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT
Kerntaak 3:
Begeleidt productiewerk
Werkproces 3.1:
Begeleiden van het productieproces
Competenties:
B Aansturen J Formuleren en rapporteren Q Plannen en organiseren
Werkproces 3.2:
Bewaken begroting
Competenties:
J Formuleren en rapporteren E Samenwerken en overleggen
Werkproces 3.3:
Uitvoeren kwaliteitscontroles
Competenties:
B Aansturen J Formuleren en rapporteren
Werkproces 3.4:
Opleveren van werk
Competenties:
J Formuleren en rapporteren R Op de behoeften en de verwachtingen van de klant richten
Kerntaak 4:
Onderhoudt producten en systemen
Werkproces 4.1:
Inspecteren en testen van producten en systemen
Competenties:
B J T R
Aansturen Formuleren en rapporteren Instructies en procedures opvolgen Op de behoeften en de verwachtingen van de klant richten
Werkproces 4.2:
Optimaliseren van producten en systemen
Competenties:
S Kwaliteit leveren L Materialen en middelen inzetten K Vakdeskundigheid toepassen
2.3
BEOORDELING
Beoordeling van werkprocessen Tijdens je examen wordt beoordeeld of je de werkprocessen die bij elk van de vier kerntaken horen, competent uitvoert. Een werkproces omvat werkzaamheden die je competent moet uitvoeren met een gewenst resultaat. Voor iedere competentie die bij een werkproces hoort, wordt gekeken naar het resultaat van je werkzaamheden, naar je gedrag en naar het inzetten van je kennis en vaardigheden. Het resultaat van je werkzaamheden kan een product zijn, een dienst, een tevreden klant enzovoort.
Werktuigbouwkunde
11
Kerntaak Werkproces:
omschrijving werkzaamheden met gewenst resultaat
Competenties: omschrijving gedrag en inzet kennis en vaardigheden met een gewenst resultaat
In hoofdstuk 5 staat voor elk werkproces omschreven welke werkzaamheden je moet verrichten, welke kennis en vaardigheden je moet tonen en welke producten je moet leveren. In hoofdstuk 6 vind je vervolgens voor elk werkproces een apart beoordelingsformulier. Daarop staan de beoordelingsmethoden die worden toegepast, de beoordelingcriteria en de gewenste resultaten. Werkprocessen worden beoordeeld met: O = onvoldoende V = voldoende G = goed. Hoe de score tot stand komt, ligt vast in de cesuur (zie paragraaf 2.4).
s s e c kpro
G V en O
Wer
12
KWALIFICEREND DOSSIER
2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT
Beoordelingsmethoden Om tot een zo objectief mogelijk oordeel te komen word je beoordeeld door meerdere personen, op meerdere plaatsen en op meerdere manieren. Om jouw werken op meerdere manieren te kunnen beoordelen worden vijf beoordelingsmethoden ingezet: 1. Observatie Je beoordelaar observeert je als je aan het werk bent. Hij stelt vast of je werkt volgens de prestatie-indicatoren en of je kennis en vaardigheid toont. 2. Productbeoordeling Je beoordelaar stelt vast of je product voldoet aan de eisen die bij het product staan aangegeven. 3. Reflectieverslag Je beoordelaar leest in je verslag waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en wat je precies gedaan hebt om tot het resultaat te komen. 4. Beoordelingsgesprek Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet. Hij achterhaalt zo nodig wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd. 5. Presentatie Jij legt uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd. In bijlage 2 staat omschreven wat de beoordelingsmethoden precies inhouden en hoe en door wie ze worden uitgevoerd.
Werktuigbouwkunde
13
Beoordelen van producten De aangegeven producten moeten voldoen aan alle (eventueel wettelijke) eisen die de branche en/of de beroepspraktijk en/of de opdrachtgever stellen. In de beoordelingsformulieren staat bij de producten aangegeven aan welke criteria ze moeten voldoen. Producten worden beoordeeld met O – V – G. O Onvoldoende Een product is onvoldoende wanneer niet wordt voldaan aan een of meer van de criteria bij het product. V Voldoende Een product is voldoende wanneer wordt voldaan aan de criteria bij het product. G Goed Een product is goed wanneer het resultaat bovengemiddeld is.
e t c rodu
G V n O-
P
14
KWALIFICEREND DOSSIER
2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT
Beoordelen van competenties Bij elk van de competenties bij een werkproces staat aangegeven wat het gewenste resultaat moet zijn en welk competent gedrag van je wordt verwacht. Het gewenste resultaat is meestal een product of een dienst. Voor de beoordeling van je gedrag staan bij de competentie de prestatie-indicatoren en wordt er naar het inzetten van je kennis en vaardigheden gekeken die in hoofdstuk 5 bij het werkproces staan. De beoordelaars bepalen in principe door middel van observatie en als er een product is met productbeoordeling of je competent hebt gehandeld. In een aantal gevallen wordt één van de aanvullende beoordelingsmethoden ingezet: • Reflectieverslag • Beoordelingsgesprek • Presentatie Competenties worden beoordeeld met O – V – G. O Onvoldoende aangetoond Het gewenste resultaat is onvoldoende en/of je laat het gewenste gedrag onvoldoende zien en/of je zet onvoldoende kennis en/of vaardigheden in. V Voldoende aangetoond Het gewenste resultaat is voldoende en je laat het gewenste gedrag zien en je zet voldoende kennis en vaardigheden in. G Goed aangetoond Het gewenste resultaat is voldoende of goed. Je gedrag is bovengemiddeld en/of je zet kennis en vaardigheden bovengemiddeld in.
G V es O
Com
i t n e pet
Werktuigbouwkunde
15
Proces van beoordeling Van tevoren moet aan jou bekend gemaakt worden wanneer een kwalificerende beoordeling plaatsvindt. Het kan zijn dat er meerdere beoordelingsmomenten zijn over een langere periode. Het kan ook zijn dat de beoordeling in één keer of enkele keren binnen een korte tijd plaatsvindt. De volgorde van activiteiten en de beoordeling kan als volgt plaatsvinden: • Je start met de uitvoering van de kwalificerende werkzaamheden • Tijdens de werkzaamheden word je geobserveerd. • Je levert op de in je planning opgenomen tijdstippen de vastgestelde producten in. • Je levert waar nodig ter verduidelijking eventuele reflectieverslagen in. • Tijdens een beoordelingsgesprek kunnen vragen ter verduidelijking worden gesteld. • Tijdens een presentatie vertel je zelf wat je gedaan hebt en waarom. Welke methode bij welk werkproces gehanteerd wordt, staat in de beoordelingsformulieren van paragraaf 6.3. Daarin staan ook de prestatie-indicatoren en de criteria die bepalen of een product aan de eisen voldoet. De eindbeoordeling van een competentie gebeurt op basis van de uitkomsten van alle beoordelingsmethoden. De eindbeoordeling van een werkproces gebeurt door minimaal twee personen en gebeurt op basis van de cesuur zoals in paragraaf 2.4 omschreven. Als een werkproces met O wordt beoordeeld zullen de beoordelaars in het vak ‘Opmerkingen’ toelichten waarom ze tot die score zijn gekomen. Bij dit examen kunnen, in tegenstelling tot de opleidende periode, producten of werkprocessen niet meer verbeterd worden voor een betere beoordeling! De verantwoordelijke van het ROC bespreekt de resultaten met jou. Je hebt te allen tijde recht op inzage in de door jou ingeleverde bewijsstukken met de daarbij behorende beoordeling. Je ondertekent de beoordelingsformulieren voor gezien.
16
KWALIFICEREND DOSSIER
2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT
Als alle werkprocessen gereed en beoordeeld zijn, beslist de examencommissie op basis van de gehanteerde cesuur (zie paragraaf 2.4) en het examenreglement van het ROC of je geslaagd bent, of je gezakt bent of dat je recht hebt op een herkansing.
BEGELEIDING De meeste beoordelingen bij deze projectwijzer zullen door de praktijkopleider in het bedrijf en de begeleider van het ROC worden gedaan. U kunt per werkproces en van het hele traject een overzicht maken van wie, wat beoordeelt. Uitgaande van minimaal twee beoordelaars per werkproces. Beoordelaars worden gekozen op basis van de inhoud van een werkproces en van de beschikbare personen om de student in de betreffende periode te begeleiden. Het overzicht van de beoordelaars kunt u aan de student kenbaar maken.
2.4
CESUUR EN NORMERING
Examen • Voor het behalen van dit examen moet je voor alle kerntaken tenminste een ‘Voldoende’ behalen. Kerntaak • Een kerntaak is ‘Voldoende’ als alle onderliggende werkprocessen tenminste beoordeeld zijn met ‘Voldoende’. • Een kerntaak is ‘Goed’ als 55% van de onderliggende werkprocessen beoordeeld is met ‘Goed’ en de overige werkprocessen met ‘Voldoende’. Werkproces • Een werkproces is ‘Voldoende’ als 55% of meer van de onderliggende competenties met ‘Voldoende of Goed’ is beoordeeld. • Een werkproces wordt beoordeeld met Goed als 55% of meer van de competenties is beoordeeld met Goed en de overige competenties met ‘Voldoende.
Werktuigbouwkunde
17
Competentie • Een competentie wordt beoordeeld met ‘Voldoende’ als alle bijbehorende producten met een ‘Voldoende’ beoordeeld zijn. Je hebt het gewenste gedrag laten zien met het bijbehorende resultaat en je hebt voldoende kennis en vaardigheden getoond. • Een competentie wordt beoordeeld met ‘Goed’ als alle bijbehorende producten met een ‘Voldoende’ of ‘Goed’ beoordeeld zijn. Je gedrag is bovengemiddeld en/of je toont bovengemiddelde kennis of vaardigheden. Een school kan afwijken van deze cesuur. In zo’n geval word je tijdig op de hoogte gesteld van de door jouw school gehanteerde cesuur.
BEGELEIDING In veel gevallen kan via de beoordelingsmethoden ‘Observatie’ en ‘Productbeoordeling’ de score op een competentie worden vastgesteld. Alleen wanneer het gevraagde competente gedrag onvoldoende zichtbaar is en onvoldoende of niet tot uitdrukking komt in de producten, wordt een van de overige beoordelingsmethoden ingezet.
De cesuur wordt gelegd op het niveau van de competenties omdat de verschillen in kwaliteiten/mogelijkheden tussen de studenten zitten in de competenties.
De essentie van het beroep is vastgelegd in de beschrijving van de werkprocessen. Daarom stellen wij dat de studenten alle werkprocessen met minimaal een voldoende moeten afsluiten.
2.5
HULPMIDDELEN
Alle in het vakgebied gebruikte hulpmiddelen zijn toegestaan.
BEGELEIDING Het ROC kan een overzicht geven van bijzondere hulpmiddelen zoals PC, laptop, softwarepakketten enzovoort.
18
KWALIFICEREND DOSSIER
3
3 AFNAMECONDITIES
3.1
PLAATS VAN UITVOERING
De kerntaken, die uitgevoerd worden aan de hand van dit examendossier, worden volledig bij één of meerdere bedrijven gerealiseerd of deels bij het ROC en deels bij bedrijven. Aan de hand van de formulieren goedkeuring en vaststelling examenopdracht (paragraaf 6.2) maak je inzichtelijk, wat waar wordt gedaan.
3.2
COMPLEXITEIT
Dit examen is geschreven op het niveau van kwalificatie dossier en dient ook op dat niveau te worden uitgevoerd. Dit betekent: • Het is een omvangrijk project. • De beroepscontext is complex. • De projectopdracht dient zelfstandig uitgevoerd te worden. Waarbij ‘het vragen van hulp’ tot een van de competenties behoort. • Het niveau van het examen ligt op het niveau van de kwalificatie. • Nederlands lezen, luisteren, gesprekken voeren, schrijven en spreken wordt uitgevoerd op niveau B2. • Engels lezen, luisteren, gesprekken voeren, schrijven en spreken wordt uitgevoerd op niveau A2. • Rekenen wordt uitgevoerd op niveau X2. Werktuigbouwkunde
19
3.3
Nr. Activiteit
Betrokkenen
Documenten
1.
Start voorbereiden examen Voorlichting geven aan de student over zijn kwalificering Verwerven van passende examenopdracht De student kan een examenopdracht verwerven door: • een project met alle vier de kerntaken bij één bedrijf uit te voeren • verschillende kerntaken bij verschillende bedrijven uit te voeren • kerntaken bij één of verschillende bedrijven en één of meer kerntaken bij het ROC uit te voeren Goedkeuren van de examenopdracht • Er wordt vastgesteld of de examenopdracht(en) aan de in paragraaf 4.2 gestelde eisen voldoet/voldoen
Student Verantwoordelijke ROC Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke bedrijf
Examendossier Examenreglement van het ROC Examendossier Hoofdstuk 4
Plannen • Afstemmen waar en wanneer er wat wordt uitgevoerd en beoordeeld • Beschikbaarheid betrokkenen Voldoen aan startvoorwaarden ROC stelt vast dat de student, voordat hij met het examen begint, heeft voldaan aan de voorwaarden van het opleidende deel van de opleiding
Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke bedrijf Student Verantwoordelijke ROC
6.
Start uitvoering examen • Definitieve start van de kwalificerende werkzaamheden
7.
Uitvoering opdracht • Uitvoering van de opdracht(en)
Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke bedrijf Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke bedrijf
2.
3.
4.
5.
20
OMSCHRIJVING PROCES VAN AFNAME
KWALIFICEREND DOSSIER
Vaststellingscom- Examendossier missie van het ROC Hoofdstuk 4 Formulieren goedkeuring en vaststelling paragraaf 6.2 Examendossier Hoofdstuk 4
Toezichtskader onderwijsinspectie gebied 2.1.1
Examendossier
Examendossier Hoofdstuk 5
3 AFNAMECONDITIES
8.
9.
10.
11.
12.
13.
Beoordelen per werkproces door diverse beoordelaars • Beoordeling vindt voornamelijk plaats tijdens de uitvoering • De beoordelaars observeren de student tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden volgens de voorgeschreven systematiek • Beoordelingsformulieren worden ingevuld Bepalen eindbeoordeling • De beoordelaars komen per werkproces tot een gezamenlijke beoordeling Bewijsstukken verzamelen • De student verzamelt alle bewijsstukken in zijn examendossier • De student levert zijn examendossier in bij de verantwoordelijke van het ROC Controleren bewijsstukken • Controleren of alle bewijsstukken aanwezig zijn Vaststellen eindbeoordeling Op basis van de vastgelegde cesuur wordt: • overgegaan naar diplomeren • een herkansingstraject afgesproken Diplomering Na afronding van dit examen, Nederlands, Moderne Vreemde Talen, LLB en eventueel andere in het KD genoemde zaken
Verantwoordelijken ROC Verantwoordelijke bedrijf
Examendossier Hoofdstuk 2.3, 6, 10.3 en bijlage 4
Verantwoordelijken ROC Verantwoordelijke bedrijf Student
Examendossier Paragraaf 10.3
Verantwoordelijke ROC
Examendossier Hoofdstuk 6
(Sub) examencommissie
Examendossier Paragraaf 2.4
Alle betrokkenen
Diploma
Examendossier Hoofdstuk 6 Bewijsstukken
BEGELEIDING Op basis van de bovengenoemde activiteiten kan een kwalificerend traject worden gepland.
Werktuigbouwkunde
21
3.4
STROOMSCHEMA PROCES VAN AFNAME 1. Start voorbereiden examen 2. Verwerven van passende examenopdracht Nee 3. Goedkeuren van de examenopdracht
4. Plannen Werken aan Startvoorwaarden 5. Voldoen aan startvoorwaarden
Nee
6. Start uitvoering examen 7. Uitvoeren examenopdracht 8. Beoordelen per werkproces door diverse beoordelaars
9. Bepalen eindbeoordeling
10. Bewijsstukken verzamelen 11. Controleren bewijsstukken
12. Vaststellen eindbeoordeling Voldaan 13. Diplomeren
22
KWALIFICEREND DOSSIER
Herkansing
Niet voldaan
4
4 VOORBEREIDING
4.1
INLEIDING
Het doel van dit hoofdstuk is dat je vaststelt welke kerntaak je waar gaat uitvoeren. In overleg met de vaststellingscommissie van het ROC wordt het uit te voeren project of de uit te voeren deelopdrachten definitief vastgesteld. De uitkomst wordt vastgelegd op de formulieren van paragraaf 6.2. Je vraagt eerst om voorlichting en advies over kwalificering aan de begeleider van het ROC. Wat is de gewoonte en wat zijn de mogelijkheden die het ROC biedt! Vervolgens zoek je één of meerdere bedrijven waar je je voor alle, voor een aantal of voor één van de vier kerntaken kunt kwalificeren. Als je niet alle kerntaken in het bedrijfsleven kunt uitvoeren, kun je je wellicht voor een kerntaak of een deel van een kerntaak op het ROC kwalificeren. De kwalificerende activiteiten hoeven niet gedurende de hele werkperiode bij het bedrijf plaats te vinden. Je kunt bijvoorbeeld eerst bij het bedrijf ingewerkt worden, waarna je duidelijke afspraken maakt over de periode en de werkzaamheden om te kwalificeren. Het bedrijf dient bereid te zijn je deze werkzaamheden zelfstandig te laten uitvoeren en je te beoordelen.
Werktuigbouwkunde
23
4.2
RICHTLIJNEN EXAMENOPDRACHT
De onderstaande kerntaken moet je uitvoeren om je te kwalificeren. 1. Ontwerpt producten of systemen 2. Bereidt productiewerk voor 3. Begeleidt productiewerk 4. Onderhoudt producten en systemen • •
•
Het kan zijn dat je ze allemaal in de vorm van een project bij één bedrijf uit kan voeren. Het kan ook zijn dat dit niet mogelijk is en dat je bij verschillende bedrijven deelopdrachten uit kan voeren. Per bedrijf doe je dan één of meer kerntaken. Het kan ook zijn dat je bij één of meerdere bedrijven een aantal kerntaken uit kan voeren, maar dat het noodzakelijk is ook één of twee kerntaken op het ROC te doen.
Het project of een deelopdracht heeft de volgende kenmerken: • De werkzaamheden van het project of de deelopdracht worden gewoonlijk door een middenkaderfunctionaris uitgevoerd. • De opdrachtgever formuleert het project of de deelopdracht zodanig duidelijk en compleet dat je deze zelfstandig uit kunt voeren. Natuurlijk kan er tijdens de werkzaamheden altijd om verduidelijking en advies gevraagd worden. • Het project of de deelopdracht geeft de mogelijkheid alle, bij de kerntaak behorende, werkprocessen uit te voeren. • Het project of de deelopdracht heeft een complexe, maar heldere context. Het is duidelijk wie de opdrachtgever is, op welke locatie het eindproduct wordt geplaatst en in welke ruimte/omgeving het wordt geplaatst. • Ook is duidelijk met wie er wordt gecommuniceerd tijdens de ontwikkeling en de uitvoering van het project, wie de gebruikers zijn en of het een eenmalig product is of dat er serieproductie volgt. • Bij de realisatie van de opdracht(en) draag je verantwoordelijkheden die een Technicus Middenkader Engineering gewoonlijk ook heeft nl.: – werkt binnen de wereld van de industrie, dienstverlening, service en onderhoud
24
KWALIFICEREND DOSSIER
4 VOORBEREIDING
– –
kan dit doen bij kleine, middelgrote en grote bedrijven is kostenbewust, klantgericht, kwaliteitsbewust, heeft goede sociale en communicatieve vaardigheden De Technicus Middenkader Engineering houdt zich gewoonlijk bezig met: – het ontwerpen, maken en onderhouden van producten en systemen – het voorbereiden, uitvoeren en begeleiden van productiewerk – het bewaken van planning, budget en kwaliteit – de oplevering en de nazorg van projecten. In hoofdstuk 5 en in bijlage 1 van dit dossier worden de kerntaken en de bijbehorende werkzaamheden/werkprocessen uitgebreid omschreven. In bijlage 1 vind je ook een aantal voorbeeld- of referentieprojecten om het door jou te kiezen project mee te vergelijken. Dit kan je inzicht geven in wat een examenopdracht ongeveer in kan houden.
4.3 •
•
•
•
VERWERVEN EN VASTSTELLEN EIGEN EXAMENOPDRACHT
Bestudeer de omschrijvingen van de kerntaken en de bijbehorende werkzaamheden in hoofdstuk 5, en in bijlage 1 goed om een indruk te krijgen van inhoud en niveau. Beslis welke kerntaak je waar uit wilt gaan voeren. Mooi is het natuurlijk als je bij één bedrijf in de vorm van een project alle kerntaken kunt doen. Op de manier zoals je bij eerdere BPV-perioden hebt geleerd, zoek je een bedrijf of bedrijven waar je denkt de kerntaken uit te kunnen voeren. Als je een deeltijdopleiding afsluit, kan dat wellicht je eigen werkgever zijn. Tijdens een gesprek met de vertegenwoordiger van het BPVbedrijf bespreek je jouw wensen en verwachtingen. Je vertelt op welke kerntaak of kerntaken je je bij hen wilt kwalificeren en wat dat inhoudt. Je vraagt ook of iemand van het bedrijf je kwalificerend kan beoordelen. Het bedrijf heeft natuurlijk ook wensen en heeft misschien wel extra mogelijkheden te bieden. Je overlegt over start- en einddatum van de werkperiode bij het bedrijf, over werktijden, vergoeding, reiskosten, werkkleding, Werktuigbouwkunde
25
•
•
•
•
•
rijbewijs, verzekeringen, VCA en mogelijkheden om aan de kwalificering te werken. Vraag het bedrijf of zij, conform hoofdstuk 4.2, willen omschrijven welke project of welke deelopdracht je gaat voeren en aan welke eisen het resultaat moet voldoen. Als je met het bedrijf tot overeenstemming bent gekomen, volgt de ondertekening van de overeenkomst. Hiervan gaat het origineel naar de administratie van je school en bewaar jij een kopie in dit projectdossier. Vul het vaststellingsformulier 6.2.1 in als je binnen één bedrijf, alle kerntaken in een project realiseert. Als je op verschillende plaatsen verschillende deelopdrachten doet, dan vul je de formulieren 6.2.2 t/m 6.2.5 in. Geef het formulier of de formulieren, samen met de omschrijving van het project of de opdrachten en de gestelde eisen, ter ondertekening aan je begeleider van het ROC. Zorg dat je de opdrachtomschrijving en het ondertekende formulier retour ontvangt. Doe de opdrachtomschrijvingen met de gestelde eisen en de ondertekende formulieren als eerste bewijsstukken bij paragraaf 6.2 in dit dossier.
BEGELEIDING ROC Vanuit het ROC kunt u de student, begeleiden bij het kiezen van een bedrijf of bedrijven. Ook kunt u aangeven welke mogelijkheden uw eigen ROC heeft met betrekking tot het laten verrichten van kwalificerende opdrachten. Formeel keurt de examencommissie een door het bedrijf omschreven project/deelopdracht goed. U bepaalt zelf wie namens die examencommissie de vaststellingsformulieren ondertekent.
Bedrijf Als bedrijf is het belangrijk dat u vaststelt welke kwalificerende werkzaamheden u de student kunt laten doen. Wees u ervan bewust dat de kwalificerende werkzaamheden niet gedurende de gehele werkperiode van de student hoeven plaats te vinden. De werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd gedurende een door u nader vast te stellen periode. Het kan verheldering geven om de omschrijving van de bijbehorende werkprocessen in hoofdstuk 5 en de kerntaakomschrijving met voorbeeldprojecten van bijlage 1 te lezen. Stel ook vast wie de begeleiders en de beoordelaars van de student worden. Zorg dat degene die gaat beoordelen op de hoogte is van de beoordelingsmethoden en de beoordelingsformulieren.
26
KWALIFICEREND DOSSIER
5
5 UITVOERING
5.1
INLEIDING
Wanneer je start bij je bedrijf is het belangrijk een aantal zaken helder te krijgen. Wie zijn je begeleiders, met wie maak je afspraken over de opdracht en de periode van kwalificeren en wie gaan jou beoordelen? De eerste dag op het bedrijf zal weer een hele ervaring zijn. Je doet er veel nieuwe indrukken op en je toont ambitie en gedrevenheid! Als je al bij het bedrijf in dienst bent, is dat natuurlijk eenvoudiger. Weekstaten bijhouden Vanaf dag 1 leg je al je activiteiten vast in weekstaten. Dit doe je op een duidelijke en beknopte manier. De originelen bewaar je in dit dossier, kopieën stuur je naar je begeleider van het ROC. Het kan zijn dat je bedrijf eigen formulieren heeft voor weekstaten, anders kun je het voorbeeld van bijlage 10 gebruiken. Uitvoeren kwalificerende kerntaak Wanneer jijzelf en je begeleider vinden dat je klaar bent om je kwalificerende activiteiten te gaan doen, leg je de start- en de einddatum duidelijk vast. Vervolgens stel je de begeleider van het ROC op de hoogte. De periode kan variëren van enkele weken tot enkele maanden.
Werktuigbouwkunde
27
De instructie voor het kwalificeren staat per werkproces omschreven in paragraaf 5.2. De criteria, die bepalen of de producten die je maakt als voldoende kunnen worden beoordeeld, staan in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. Hierin staat ook beschreven aan welke voorwaarden een product moet voldoen. Lees dit per werkproces goed door. Producten die als bewijsstuk dienen, doe je in dit dossier. Als de producten te groot zijn, maak je er foto’s van. Je bent zelf verantwoordelijk voor het bewaren van alle bewijsstukken. Hoe er door ‘observatie’ wordt beoordeeld of je competent hebt gehandeld, staat onder de prestatie-indicatoren in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. Bestudeer deze om te weten waar op gelet wordt. Ook de beoordelingen door middel van een reflectieverslag, beoordelingsgesprek of presentatie, staan omschreven in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. Terugkommomenten op school Er zijn momenten tijdens de kwalificerende periode waarop je teruggaat naar het ROC. Tijdens deze bijeenkomsten kun je de voortgang bespreken met je begeleider en mogelijk ervaringen uitwisselen met medestudenten. Neem het bijgewerkte dossier altijd mee naar zulke gelegenheden. Organisatie bezoek BPV-begeleider Je spreekt met je BPV-begeleider van het ROC af wanneer hij, op een voor jou belangrijk moment, op bezoek komt om de voortgang te bespreken. Bij dit bezoek geef je een rondleiding door het bedrijf, laat je iets van je eigen werkzaamheden zien en nodig je jouw praktijkopleider uit. Een verslag van het gesprek tijdens dit bezoek, doe je in dit examendossier en je stuurt een kopie naar de projectbegeleider en naar de praktijkopleider. Op eigen initiatief kan de BPV-begeleider natuurlijk vaker komen. Presenteren Aan het einde of na afloop van je kwalificerende werkzaamheden houd je een presentatie op je bedrijf voor vertegenwoordigers van het bedrijf en je BPV-begeleider. Eventueel kunnen er
28
KWALIFICEREND DOSSIER
5 UITVOERING
medestudenten en andere belangstellenden aanwezig zijn. Voor deze presentatie maak je een uitnodiging en een spreekschema en/ of hand-outs . De presentatie kan gehouden worden volgens de handreiking in bijlage 5 of volgens de regels van je ROC. Gebruik in ieder geval ook je eigen inspiratie. Het belangrijkste van de presentatie is dat je de in de beoordelingsformulieren genoemde punten duidelijk naar voren brengt. Functioneringsgesprekken Je legt je werkzaamheden en ervaringen tijdens deze kwalificerende periode vast in dit examendossier. Dit dossier vormt de basis voor het afsluitende functioneringsgesprek dat je met de praktijkopleider gaat voeren. Je maakt hiervoor zelf een afspraak. In het functioneringsgesprek komt het volgende aan de orde: • Hoe heb je bij het bedrijf gedurende de hele periode gefunctioneerd? • Hoe heb je je verantwoordelijkheden naar het ROC laten zien? • Wat heb je zelf nog te leren? • Wat kan het BPV-bedrijf van jou leren? • Hoe zijn de kwalificerende werkzaamheden verlopen? Van het functioneringsgesprek maak je een kort verslag. Diplomering Voor het behalen van je diploma is het van belang dat je alle werkprocessen van alle kerntaken Voldoende of Goed competent hebt uitgevoerd en dat je hebt voldaan aan de gestelde eisen voor de BPV.
BEGELEIDING In deze kwalificerende periode is het dus van belang dat de student voldoet aan de door het ROC gestelde eisen voor wat betreft de BPV, zoals: •
Het vastgestelde aantal werkdagen controleren op de weekstaten
•
Het bezoeken van de terugkomdagen
•
Het houden van een eindpresentatie
•
Het hebben van een laatste functioneringsgesprek
Daarnaast gaat het om kwalificering op kerntaken. Hiervan worden de bewijzen verzameld die bij de betreffende kerntaken met werkprocessen horen. Werktuigbouwkunde
29
5.2
OMSCHRIJVING WERKZAAMHEDEN PER WERKPROCES
Hieronder staat per kerntaak en per werkproces omschreven wat de uit te voeren werkzaamheden zijn, welke kennis en vaardigheden je moet tonen en welke producten of je in moet leveren.
5.2.1
Kerntaak 1. Ontwerpt producten of systemen
Kerntaak 1
Ontwerpt producten of systemen
Werkproces 1.1
Verzamelen en verwerken ontwerpgegevens
Bij aanvang van het project ga je alle benodigde gegevens verzamelen, bestuderen en analyseren. Daarbij stel je vast wat de doelgroep is en welke behoeften daar leven. Je stelt een overlegschema op en je gaat een marktonderzoek doen. Na overleg breng je de klantenwens helder in beeld. Vervolgens omschrijf je precies wat je gaat ontwerpen en je geeft informatie waaraan het eindproduct zal voldoen. Er wordt verwacht dat je aan de hand van een schets de installatie of het product mondeling toelicht. Dit doe je door de werking, de bijzondere eigenschappen, de voordelen en de kwaliteit ervan te bespreken. Ook geef je aan waarom je juist deze oplossing voor het project of voor jouw deelproject hebt gekozen. De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen, zijn: • het hanteren van de kwaliteitseisen die zijn gesteld • kennis van het vakjargon binnen de branche • Engelstalige instructie lezen • het lezen van technische tekeningen en schema’s. Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • Ontwerpgegevens
30
KWALIFICEREND DOSSIER
5 UITVOERING
Kerntaak 1
Ontwerpt producten of systemen
Werkproces 1.2
Uitwerken van het ontwerp
Op basis van de ontwerpgegevens maak je alle benodigde ontwerptekeningen. De tekeningen en schema’s zijn voldoende duidelijk en compleet om de werking weer te geven en een kostprijsberekening te kunnen maken. Van de tekeningen moeten later tijdens de werkvoorbereiding nog wel productie- en detailtekeningen gemaakt worden. Je gebruikt bij het uitwerken een elektronisch tekenprogramma. Het is verstandig met je begeleider te overleggen welke tekeningen noodzakelijke zijn. Je overlegt en brainstormt regelmatig met je begeleider, de opdrachtgever en andere interne en/of externe medewerkers om de mogelijkheden en de onmogelijkheden van het ontwerp af te wegen. Je maakt aan de hand van de STARRT-methode (bijlage 3) in een reflectieverslag duidelijk op welke manier je hebt samengewerkt en wat de resultaten van het samenwerken zijn. Door middel van een beoordelingsgesprek maak je aan het einde van deze kerntaak aan de beoordelaars duidelijk wat je ontworpen hebt, waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en welke kennis je hebt toegepast. Een handreiking voor het houden van een beoordelingsgesprek staat in bijlage 4. De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen zijn: • kennis van de kwaliteitseisen die zijn gesteld • kennis van producten die je kunt leveren • het lezen van technische tekeningen en schema’s • tekenvaardigheden • werkgebied relevante kennis en vaardigheden. Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • Ontwerptekeningen • Reflectieverslag
Werktuigbouwkunde
31
Kerntaak 1
Ontwerpt producten of systemen
Werkproces 1.3
Kiezen van materialen en onderdelen
Als het ontwerp gereed is, inventariseer je voor alle geplande materialen en onderdelen wat het meest geschikte merk en type is. Afhankelijk van het doel zullen er aan de materialen lagere, hogere of specifieke eisen gesteld worden. Soms zal de prijs medebepalend zijn. Na de inventarisatie maak je definitieve keuzes en leg je een materiaal- en een onderdelenlijst aan voor de realisatie van het project. Door middel van een beoordelingsgesprek maak je aan het einde van deze kerntaak aan de beoordelaars duidelijk welke materialen jij gekozen hebt, waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en welke kennis en vaardigheden je hebt toegepast. De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen zijn: • hanteren van kwaliteitseisen • hanteren van moderne communicatiemiddelen • kennis van materialen en middelen die bij het product worden toegepast • lezen van technische tekeningen en schema’s • werkgebied relevante kennis en vaardigheden. Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • Materiaal- en onderdelenlijst
32
KWALIFICEREND DOSSIER
5 UITVOERING
Kerntaak 1
Ontwerpt producten of systemen
Werkproces 1.4
Maken van een kostenberekening
Je maakt een kostprijsberekening van de realisatiekosten voor het product, systeem of de installatie. Hierbij maak je de kosten per post en voor het totaal inzichtelijk. Je kunt hierbij denken aan materiaalkosten, arbeid, reiskosten, werkplekgerelateerde kosten enzovoort. Overleg regelmatig met je projectbegeleider, je begeleider Techniek, Bedrijfskunde of met andere specialisten. Door middel van een beoordelingsgesprek maak je aan de beoordelaars duidelijk hoe je de kostprijsberekening gedaan hebt, waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en welke kennis en vaardigheden je hebt toegepast. De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen zijn: • kennis van de materialen en de middelen die bij het werk worden toegepast • kennis van de kwaliteitssystemen en de kwaliteitseisen die worden gesteld • kennis van producten en diensten die je kunt leveren • kennis van de instructies en de procedures waar je je aan hebt te houden. Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • Voorcalculatie • Bewijs beoordelingsgesprek
Werktuigbouwkunde
33
BEGELEIDING In de bovenstaande studententekst zijn alleen de producten opgenomen die de studenten als kwalificerend bewijsmateriaal aan moeten leveren. Tijdens de kwalificerende periode worden er meer producten van de student verwacht zoals weekstaten, gespreksverslagen en andere zaken. U kunt als begeleider van het ROC of als opdrachtgever natuurlijk ook producten of verantwoordingsvragen toevoegen.
Voor het uitwerken van het ontwerp kunt u als begeleider vaststellen wat voor tekeningen u wilt zien. Houd er rekening mee dat er bij de werkvoorbereiding nog productie- en detailtekeningen gemaakt moeten worden.
De beoordelingscriteria voor de producten en de prestatie-indicatoren voor het competente handelen van de student zijn te vinden in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. Deze geven tevens richting waar de producten en het handelen aan moeten voldoen.
Tijdens het uitvoeren van de kwalificerende werkzaamheden en tijdens de verschillende overlegmomenten kunt u het competente handelen van de student observeren en beoordelen. Doe dit aan de hand van de prestatie-indicatoren in de beoordelingsformulieren.
De aanvullende beoordelingen door middel van een beoordelingsgesprek bij werkproces 1.2, 1.3 en 1.4 kunnen in één gesprek plaatsvinden. Dit gesprek kunt u houden aan de hand van de STARRT-methode zoals die in bijlage 4 is omschreven. Het gaat er vooral om dat u de student beoordeelt op de criteria uit de beoordelingsformulieren en op zijn competente handelen. Laat de student op tijd weten wat de criteria zijn en wat voor vragen hij kan verwachten.
34
KWALIFICEREND DOSSIER
5 UITVOERING
5.2.2
Kerntaak 2. Bereidt productiewerk voor
Kerntaak 2
Bereidt productiewerk voor
Werkproces 2.1
Verzamelen en verwerken van productiegegevens
Je onderzoekt welke gegevens beschikbaar moeten zijn ten behoeve van de productie of de installatie van je product. Denk aan materiaallijsten, realisatieafspraken, begin- en eindtijd van de realisatie, geschikte leveranciers voor materialen en middelen en kwaliteitseisen. Je analyseert deze gegevens grondig, combineert verschillende gegevens uit verschillende bronnen en overlegt zo nodig met anderen. Je verwerkt en registreert de gegevens volgens geldende bedrijfsvoorschriften, zodat complete en juiste productie- of installatiegegevens beschikbaar zijn. De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen zijn: • hanteren van de gestelde kwaliteitseisen • kennis van de materialen en middelen die bij het werk worden toegepast • lezen van Engelstalige instructie • lezen van technische tekeningen en schema’s. Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • De productiegegevens
Werktuigbouwkunde
35
Kerntaak 2
Bereidt productiewerk voor
Werkproces 2.2
Maken van een tekening(pakket)
Met de bij werkproces 2.1 verzamelde gegevens maak je een compleet tekeningpakket bestaande uit productietekeningen en materiaallijsten. Diverse mensen (afdelingen) moeten in staat zijn om met de afzonderlijke tekeningen deelproducten of delen van de installatie te maken. Dit tekeningenpakket moet volgens beproefde methoden en richtlijnen worden gemaakt, zodat er een voor het bedrijfsleven correct pakket ontstaat. Je overlegt regelmatig met collega’s, leidinggevende en/of andere begeleiders over de inhoud van de productietekeningen en de mate van detaillering. Na afronding van de kerntaak verantwoord je datgene wat je gedaan hebt bij dit werkproces door middel van een beoordelingsgesprek met je praktijkopleider van het bedrijf. De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen zijn: • hanteren van de gestelde kwaliteitseisen • kennis van de gestelde kwaliteitsystemen en de kwaliteitseisen • kennis van benodigde wet en regelgeving • werkgebied relevante kennis en vaardigheden. Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • Set werktekeningen
36
KWALIFICEREND DOSSIER
5 UITVOERING
Kerntaak 2
Bereidt productiewerk voor
Werkproces 2.3
Organiseren van mensen en middelen
Je stelt de hoeveelheden vast van: aantallen manuren, materialen, onderdelen en middelen die nodig zijn om het product of de installatie te realiseren. Daarbij orden je de hoeveelheden in aantallen en eenheden met waar nodig een specificatie. Je bepaalt in overleg de fasering, uitvoeringsvolgorde, de inzetdatum van materieel, materiaal, mensen en middelen en legt dit volgens de geldende bedrijfsregels vast. Je maakt de planning inzichtelijk in een strokenplanning. Vanuit de materiaallijsten maak je bestellijsten om naar de diverse leveranciers te sturen. In een reflectieverslag leg je vast hoe de planning en de bestellijsten tot stand zijn gekomen. (Het reflectieverslag wordt geschreven volgens de STARRT-methode van bijlage 3.) Tot slot verantwoord je datgene wat je gedaan hebt bij werkproces 2.2 en 2.3 door middel van een beoordelingsgesprek met je praktijkopleider bij het bedrijf. Dit gesprek kun je houden aan de hand van de in bijlage 4 omschreven handreiking. Het gaat er vooral om dat je vragen kunt beantwoorden over de criteria uit de beoordelingsformulieren en dat je aantoont dat je voortdurend competent hebt gehandeld. De beoordeling van de producten heeft al eerder plaatsgevonden. De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen zijn: • hanteren van moderne communicatiemiddelen • hanteren van benodigde Arbo-, veiligheid- en milieuvoorschriften • hanteren van de voorschriften van het ROC • kennis van de materialen en middelen die bij het werk worden toegepast • kennis van de gestelde kwaliteitsystemen en de kwaliteitseisen • lezen van Engelstalige instructie
Werktuigbouwkunde
37
• •
planningsvaardigheden werkgebied relevante kennis en vaardigheden.
Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • Werkplanning • Bestellijsten • Reflectieverslag • Bewijs beoordelingsgesprek
BEGELEIDING Tijdens het uitvoeren van bovenstaande werkprocessen zullen de studenten waarschijnlijk veel aan de begeleider en de opdrachtgever vragen. Mogelijk vraagt de student hoe het tekeningenpakket er uit moet zien, welke productietekeningen gemaakt moeten worden en wat de bedrijfsregels voor een tekeningenpakket zijn. U kunt zich hierop voorbereiden door de bedrijfsregels op papier vast te leggen, dan kan het product daaraan getoetst worden.
Observeer en beoordeel de student tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden aan de hand van de prestatie-indicatoren uit de beoordelingsformulieren.
De beoordelingscriteria voor de producten en de prestatie-indicatoren voor het competente handelen van de student zijn te vinden in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. Deze geven tevens richting waar de producten en het handelen aan moeten voldoen.
De aanvullende beoordelingen door middel van een beoordelingsgesprek bij werkproces 2.2 en 2.3 kunnen in één gesprek plaatsvinden. Dit gesprek kunt u houden aan de hand van de STARRT-methode zoals in bijlage 4 is omschreven. Het gaat er vooral om dat u de student beoordeelt op de criteria uit de beoordelingsformulieren en op zijn competente handelen. Laat de student op tijd weten wat de criteria zijn en wat voor vragen hij kan verwachten.
38
KWALIFICEREND DOSSIER
5 UITVOERING
5.2.3
Kerntaak 3. Begeleidt productiewerk
Kerntaak 3
Begeleidt productiewerk
Werkproces 3.1
Begeleiden productieproces
Tijdens de realisatie houd je de actuele status van het werk bij en je vergelijkt deze met de planning. Zo nodig pas je de planning aan. Je bespreekt de voortgang van het werk steeds met je begeleider en brengt alle betrokkenen bij het project op de hoogte als er aanpassingen zijn t.o.v. de planning. Om op het einde verrassingen te voorkomen, rapporteer je ruim voor de oplevering schriftelijk aan de opdrachtgever en je begeleider hoe het werk verloopt en wanneer ze de oplevering kunnen verwachten. Bij de oplevering van het project verantwoord je in een presentatie, de gewerkte tijdsduur voor het realiseren, licht je de afwijkingen t.o.v. de gemaakte planning toe en benoem je de ondernomen acties om afwijkingen t.o.v. de planning te voorkomen. De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen zijn: • kennis van de gestelde kwaliteitsystemen en de kwaliteitseisen • planningsvaardigheden • vaardigheden om het werkproces te begeleiden • werkgebied relevante kennis en vaardigheden. Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • Voortgangsrapportage tijd
Werktuigbouwkunde
39
Kerntaak 3
Begeleidt productiewerk
Werkproces 3.2
Bewaken begroting
Tijdens de realisatie houd je de financiële voortgang van het werk bij. Je verwerkt facturen en rekeningen van leveranciers. Je controleert bedragen, prestaties en leveranties en je rekent afwijkingen op de planning om in geld. Zodra er meer- of minderwerk is, rapporteer je hierover schriftelijk aan de opdrachtgever en geef je de consequenties voor de kosten aan. Om op het einde verrassingen te voorkomen, rapporteer je ruim voor de oplevering door middel van een voortgangsrapportage over de financiële stand van zaken. Spreek van tevoren met de opdrachtgever en je begeleider af wanneer zij de voortgangsrapportage verwachten. Tijdens de presentatie bij de oplevering verantwoord je de kosten van het project en licht je de afwijkingen t.o.v. de gemaakte kostprijsberekeningen toe. Ook benoem je de acties die je hebt ondernomen om binnen de gestelde kostprijs te blijven. De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen zijn: • kennis van de materialen en middelen die bij het werk gebruikt worden • vaardigheden om het werkproces te begeleiden • vaardigheden om te presenteren. Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • Voortgangsrapportage geld
40
KWALIFICEREND DOSSIER
5 UITVOERING
Kerntaak 3
Begeleidt productiewerk
Werkproces 3.3
Uitvoeren kwaliteitscontroles
Je legt bij aanvang van het werk schriftelijk vast hoe er tijdens de realisatie van het project volgens het kwaliteitssysteem van het bedrijf gewerkt zal worden. Je ziet erop toe dat er volgens het kwaliteitssysteem van het ROC of het bedrijf gewerkt wordt. Je stuurt bij als er van afgeweken wordt. Tijdens de realisatie zorg je ervoor dat het te realiseren product gaat voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Om op het einde verrassingen te voorkomen, rapporteer je ruim voor de oplevering door middel van een voortgangsrapportage over de stand van zaken rond de kwaliteit van het product. Spreek van tevoren met de opdrachtgever en je begeleider af wanneer zij deze voortgangsrapportage verwachten. Tijdens de presentatie bij de oplevering verantwoord je de kwaliteit van het product en licht je de eventuele afwijkingen t.o.v. de eerder omschreven kwaliteitseisen toe. Je vermeldt de ondernomen acties die gedaan zijn om aan de kwaliteitseisen te voldoen. De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen zijn: • hanteren van de gestelde kwaliteitseisen • hanteren van de benodigde Arbo-, veiligheid- en milieuvoorschriften • hanteren van de voorschriften van het ROC of het bedrijf • kennis van het gestelde kwaliteitssysteem en van de kwaliteitseisen • kennis van de benodigde wet- en regelgeving • leidinggevende vaardigheden • werkgebied relevante kennis en vaardigheden. Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • Omschrijving kwaliteitssysteem • Voortgangsrapportage kwaliteit
Werktuigbouwkunde
41
Kerntaak 3
Begeleidt productiewerk
Werkproces 3.4
Opleveren van werk
Op de afgesproken datum vindt een oplevering plaats in aanwezigheid van de opdrachtgever, de praktijkopleider en de projectbegeleider. Er wordt gecontroleerd of alles conform de opdracht is geproduceerd en of alles al werkt zoals tijdens het ontwerpen is afgesproken. De opdrachtgever tekent een ‘proces-verbaal van oplevering’. Hierin wordt ook aangegeven of er nog bepaalde extra wensen, aanpassingen, verbeteringen of modificaties gewenst zijn. Tot slot organiseer je een presentatie en demonstratie voor een aantal genodigden. Maak voor deze presentatie tijdig een afspraak en zorg dat alle betrokkenen op tijd zijn uitgenodigd. Iedere deelnemer van de projectgroep licht tijdens de presentatie individueel toe wat hij gedaan heeft en hoe zijn deel werkt. Tevens vindt er een toelichting plaats op het werkproces 3.1 (Begeleiden productieproces), werkproces 3.2 (Bewaken begroting) en werkproces 3.3 (Uitvoeren kwaliteitscontroles) Het kan zijn dat er door de beoordelaars ter plaatse vragen gesteld worden om helder te krijgen of je competent gehandeld hebt. (Een handreiking om de presentatie te houden staat in bijlage 5.) De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen zijn: • kennis van de geleverde producten • kennis van bedrijfs- en organisatiestructuren • werkgebied relevante kennis en vaardigheden. Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • Werkend product met foto’s of film ervan • Proces-verbaal van oplevering • Beoordelingsbewijs presentatie
42
KWALIFICEREND DOSSIER
5 UITVOERING
BEGELEIDING Deze realisatiefase is waarschijnlijk een behoorlijk lange periode met een minimum aan tussentijdse producten. Plan de data voor de voortgangsrapportages tijd, geld en kwaliteit zodanig dat er tussen elke rapportage bijvoorbeeld een week tijd is. Dit zorgt voor een evenwichtige werkverdeling bij de studenten en bij u.
Observeer de student gedurende langere tijd en beoordeel hem vervolgens. Let bij de observatie ook goed op het ‘veilig werken’ in het kader van het kwaliteitssysteem van het bedrijf. Waarschijnlijk vraagt de student aan u wat de inhoud van het kwaliteitssysteem is.
De beoordelingscriteria voor de producten en de prestatie-indicatoren voor het competente handelen van de student zijn te vinden in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. Deze geven tevens richting waar de producten en het handelen aan moeten voldoen.
Bij de presentatie gaat het er vooral om dat u de student beoordeelt op de criteria uit de beoordelingsformulieren. Laat de student op tijd weten wat de criteria zijn en wat voor vragen hij kan verwachten. De beoordeling van de producten is dan al geweest.
Werktuigbouwkunde
43
5.2.4
Kerntaak 4. Onderhoudt producten en systemen
Kerntaak 4
Onderhoudt producten en systemen
Werkproces 4.1
Inspecteren en testen van producten en systemen
Je inspecteert en test het product of het systeem en je voert controles op de werking uit. Het gaat hier om het testen ten behoeve van zowel preventief als correctief onderhoud. De resultaten leg je vast in een inspectierapport, waar je een advies over over preventief en correctief onderhoud en het op voorraad houden van onderdelen aan toe voegt. Je schrijft een reflectieverslag over de manier van testen en inspecteren en hoe het onderhoudsvoorstel tot stand is gekomen. De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen zijn: • hanteren van de gestelde kwaliteitseisen • hanteren van de van toepassing zijnde Arbo-, veiligheid- en milieuvoorschriften • hanteren van de voorschriften van het ROC of het bedrijf • kennis van het gestelde kwaliteitssysteem en van de kwaliteitseisen • kennis van meet- en controlegereedschappen • leidinggevende vaardigheden • lezen van technische tekeningen en schema’s • werkgebied relevante kennis en vaardigheden. Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • Inspectierapport met onderhoudsadvies • Reflectieverslag
44
KWALIFICEREND DOSSIER
5 UITVOERING
Kerntaak 4
Onderhoudt producten en systemen
Werkproces 4.2
Optimaliseren van producten en systemen
Je voert wensen van een klant zorgvuldig uit voor wat betreft aanpassingen, verbeteringen of modificatievoorstellen. Je vraagt toestemming om te beginnen en bespreekt de mogelijke overlast ten gevolge van je werkzaamheden. Je controleert of alles werkt en voldoet aan de gestelde kwaliteitsnormen. Tot slot verantwoord je datgene wat je gedaan hebt bij dit werkproces door middel van een beoordelingsgesprek met je praktijkopleider bij het bedrijf. Dit gesprek kun je houden aan de hand van de in bijlage 4 omschreven handreiking. Het gaat er vooral om dat je vragen kunt beantwoorden over de criteria uit de beoordelingsformulieren en dat je aantoont dat je voortdurend competent hebt gehandeld. De beoordeling van de producten heeft al eerder plaatsgevonden. Je controleert tot slot of alles voldoet aan de gestelde eisen en kwaliteitsnormen. Je levert het gemodificeerde product aan de klant op. Je voert een beoordelingsgesprek over werkproces 4.2. De kennis en vaardigheden die je tijdens dit werkproces moet aantonen zijn: • hanteren van de gestelde kwaliteitseisen • hanteren van de van toepassing zijnde Arbo-, veiligheid- en milieuvoorschriften • hanteren van de voorschriften van het ROC of het bedrijf • kennis van de materialen en middelen die bij het werk worden toegepast • kennis van het gestelde kwaliteitssysteem en van de kwaliteitseisen • kennis van meet- en controlegereedschappen • kennis van de persoonlijke beschermingsmiddelen • lezen van technische tekeningen en schema’s • werkgebied relevante kennis en vaardigheden.
Werktuigbouwkunde
45
Bewijsstukken voor je examendossier zijn: • Gemodificeerd product • Bewijs van resultaat beoordelingsgesprek
BEGELEIDING Voor werkproces 4.1 kunt u de student volgens de regels van de branche en van uw bedrijf een inspectierapport op laten stellen. Ook kunt u de student een onderhoudsvoorstel laten ontwikkelen en een advies over voorraadbeheer laten maken volgens de regels van de branche en van uw bedrijf. Voor werkproces 4.2 is het van belang dat u tijdig duidelijke modificatievoorstellen formuleert.
Observeer de student gedurende langere tijd en beoordeel hem. Let bij de observatie ook goed op het ‘veilig werken’ in het kader van het kwaliteitssysteem van het bedrijf. Waarschijnlijk vraagt de student aan u wat de inhoud van het kwaliteitssysteem is.
De beoordelingscriteria voor de producten en de prestatie-indicatoren voor het competente handelen van de student zijn te vinden in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. Deze geven tevens richting waar de producten en het handelen aan moeten voldoen.
De aanvullende beoordelingen door middel van een beoordelingsgesprek bij werkproces 4.2 kan op een door u gekozen moment plaatsvinden. Dit gesprek kunt u houden aan de hand van de STARRT-methode zoals in bijlage 4 is omschreven. Het gaat er vooral om dat u de student beoordeelt op de criteria uit de beoordelingsformulieren en op zijn competente handelen. Laat de student op tijd weten wat de criteria zijn en wat voor vragen hij kan verwachten. De beoordeling van de producten is dan al geweest.
46
KWALIFICEREND DOSSIER
6
6 RESULTAAT
6.1
INLEIDING
Aan de hand van dit hoofdstuk ga je alle bewijzen verzamelen die nodig zijn voor je kwalificering. In paragraaf 6.2 zit het formulier waarmee je de examencommissie je opdracht goed laat keuren. Je vult het formulier zover als mogelijk zelf in en legt het samen met de gekozen of ontvangen opdracht aan de examencommissie voor. De verantwoordelijken van de examencommissie zullen, aan de hand van paragraaf 4.2, vaststellen of de opdracht aan alle gestelde eisen voldoet. Als dit zo is, zal de examencommissie het formulier ondertekenen. Zowel de opdracht als het ondertekende goedkeuringsformulier moet je als eerste bewijsstuk (in dit dossier) bewaren. In paragraaf 6.3 zitten per werkproces, de beoordelingsformulieren. De kop van het formulier bestaat uit algemene informatie over jou en je opleiding. Die kop vul je zelf in. Op de achterkant van het formulier staat per competentie aangegeven hoe en waarop je beoordeeld wordt (meer over beoordelen in paragraaf 2.3).
Werktuigbouwkunde
47
Bij de producten zijn de criteria opgenomen waaraan de producten moeten voldoen. Bij een beoordelingsgesprek, een reflectieverslag en een presentatie zijn criteria opgenomen waar je rekening mee moet houden. Bij de competenties zijn de prestatie-indicatoren opgenomen aan de hand waarvan je beoordeeld wordt. Wat je precies moet doen en welke kennis en vaardigheden je moet inzetten, staat per werkproces in hoofdstuk 5. De beoordelaars zullen je per competentie beoordelen, aan de hand van de omschreven opdracht, de beschrijving van de in te zetten kennis en vaardigheden en de gegevens op de achterkant van het formulier. Na de beoordeling zal op basis van de cesuur, die omschreven staat in paragraaf 2.4 de score voor het werkproces worden bepaald. Als deze score onvoldoende is, geven de beoordelaars in het vak ‘Opmerkingen’ de redenen aan. Tot slot moeten de beoordelaars en jijzelf het formulier ondertekenen. In paragraaf 6.4 zit een checklist. Aan de hand van deze lijst kun je controleren of de bewijsstukken compleet zijn.
BEGELEIDING Beoordelaars vinden in paragraaf 10.4 verdere instructies.
48
KWALIFICEREND DOSSIER
6 RESULTAAT
6.2
FORMULIER GOEDKEURING EN VASTSTELLING EXAMENOPDRACHT
Formulier goedkeuring en vaststelling examenopdracht Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Uitstroomrichting Studierichting Naam projectopdracht Uit te voeren kerntaken
Start- en einddatum Opdrachtgever met adresgegevens en contactpersonen Naam projectbegeleider: Naam klant: Plaats van uitvoering Projectgroepleden Bijlagen en aantal pagina’s per bijlage
Middenkader Engineering Technicus Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
1. Ontwerpt producten of systemen 2. Bereidt productiewerk voor 3. Begeleidt productiewerk 4. Onderhoudt producten en systemen
Bijlage 1 Projectomschrijving Bijlage 2 Projecteisen Bijlage 3 …………
.... pagina’s .... pagina’s .... pagina’s
Projectgroepleden
Goedkeuring namens examencommissie ROC Ondertekening Naam
Eerste verantwoordelijke
Tweede verantwoordelijke
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
49
Formulier goedkeuring en vaststelling opdracht kerntaak 1 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Uitstroomrichting Studierichting Naam projectopdracht Uit te voeren kerntaken Start- en einddatum Opdrachtgever met adresgegevens en contactpersonen Naam projectbegeleider: Naam klant: Plaats van uitvoering Projectgroepleden Bijlagen en aantal pagina’s per bijlage
Middenkader Engineering Technicus Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Ontwerpt producten of systemen
Bijlage 1 Projectomschrijving Bijlage 2 Eisen en voorwaarden opdracht Bijlage 3 …………
.... pagina’s .... pagina’s .... pagina’s
Projectgroepleden
Goedkeuring namens examencommissie ROC Ondertekening Naam Functie Datum Handtekening
50
KWALIFICEREND DOSSIER
Eerste verantwoordelijke
Tweede verantwoordelijke
6 RESULTAAT
Formulier goedkeuring en vaststelling opdracht kerntaak 2 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Uitstroomrichting Studierichting Naam projectopdracht Uit te voeren kerntaken Start- en einddatum Opdrachtgever met adresgegevens en contactpersonen Naam projectbegeleider: Naam klant: Plaats van uitvoering Projectgroepleden Bijlagen en aantal pagina’s per bijlage
Middenkader Engineering Technicus Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Bereidt productiewerk voor
Bijlage 1 Projectomschrijving Bijlage 2 Eisen en voorwaarden opdracht Bijlage 3 …………
.... pagina’s .... pagina’s .... pagina’s
Projectgroepleden
Goedkeuring namens examencommissie ROC Ondertekening Naam
Eerste verantwoordelijke
Tweede verantwoordelijke
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
51
Formulier goedkeuring en vaststelling opdracht kerntaak 3 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Uitstroomrichting Studierichting Naam projectopdracht Uit te voeren kerntaken Start- en einddatum Opdrachtgever met adresgegevens en contactpersonen Naam projectbegeleider: Naam klant: Plaats van uitvoering Projectgroepleden Bijlagen en aantal pagina’s per bijlage
Middenkader Engineering Technicus Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Begeleidt productiewerk
Bijlage 1 Projectomschrijving Bijlage 2 Eisen en voorwaarden opdracht Bijlage 3 …………
.... pagina’s .... pagina’s .... pagina’s
Projectgroepleden
Goedkeuring namens examencommissie ROC Ondertekening Naam Functie Datum Handtekening
52
KWALIFICEREND DOSSIER
Eerste verantwoordelijke
Tweede verantwoordelijke
6 RESULTAAT
Formulier goedkeuring en vaststelling opdracht kerntaak 4 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Uitstroomrichting Studierichting Naam projectopdracht Uit te voeren kerntaken Start- en einddatum Opdrachtgever met adresgegevens en contactpersonen Naam projectbegeleider: Naam klant: Plaats van uitvoering Projectgroepleden Bijlagen en aantal pagina’s per bijlage
Middenkader Engineering Technicus Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Onderhoudt producten en systemen
Bijlage 1 Projectomschrijving Bijlage 2 Eisen en voorwaarden opdracht Bijlage 3 …………
.... pagina’s .... pagina’s .... pagina’s
Projectgroepleden
Goedkeuring namens examencommissie ROC Ondertekening Naam
Eerste verantwoordelijke
Tweede verantwoordelijke
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
53
6.3
BEOORDELINGSFORMULIEREN PER WERKPROCES
Hieronder staan de beoordelingsformulieren per werkproces van: Kerntaak 1: Ontwerpt producten of systemen (werkproces 1.1 t/m 1.4) Kerntaak 2: Bereidt productiewerk voor (werkproces 2.1 t/m 2.3) Kerntaak 3: Begeleidt productiewerk (werkproces 3.1 t/m 3.4) Kerntaak 4: Onderhoudt producten en systemen (werkproces 4.1 en 4.2)
54
KWALIFICEREND DOSSIER
6 RESULTAAT
6.3.1
Beoordelingsformulieren Kerntaak 1
Beoordelingsformulier werkproces 1.1 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Kerntaak 1
Crebo nr. 94421
Ontwerpt producten of systemen
Werkproces 1.1 Verzamelen en verwerken van ontwerpgegevens Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je onderzoekt zelf de behoeften van de doelgroep, of je schakelt er deskundigen voor in. • Je verzamelt de benodigde ontwerpgegevens. • Je verwerkt en registreert de gegevens volgens geldende bedrijfsvoorschriften. • Je stemt met de klant en leidinggevende af, of ontwerpgegevens compleet en correct zijn. • De complete en correcte ontwerpgegevens zijn vastgelegd volgens bedrijfsvoorschriften.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 1.1
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
55
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 1.1 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product Ontwerpgegevens
Criteria Comp. • De doelgroep is gedefinieerd volgens omschrijvingen van de branche. • De bronnen en conclusies van het marktonderzoek zijn juist weergegeven. M, T, R • De eisen en wensen van de klant zijn volledig in beeld gebracht • De ontwerpgegevens voldoen aan de eisen van de opdrachtgever en aan de bedrijfsvoorschriften.
O-V-G
..
Competentiebeoordeling Beoordelingsmethode
O-V-G
M. Analyseren Prestatie-indicatoren • Je verzamelt de beschikbare ontwerpgegevens en analyseert die grondig. • Je zoekt uit wat de betekenis is van de gegevens, combineert verschillende soorten gegevens uit verschillende bronnen. Met als resultaat dat complete en relevante ontwerpgegevens beschikbaar zijn. T. Instructies en procedures opvolgen Prestatie-indicatoren • Je verwerkt en registreert de ontwerpgegevens volgens de geldende bedrijfsvoorschriften. Met als resultaat dat ontwerpgegevens snel vindbaar en beschikbaar zijn voor anderen. R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Prestatie-indicatoren • Je inventariseert de behoeften van de klant in relatie tot de mogelijkheden. Met als resultaat dat de klantenwens realiseerbaar in kaart is gebracht.
56
KWALIFICEREND DOSSIER
Observatie Productbeoordeling: • Ontwerpgegevens ..
Observatie Productbeoordeling: • Ontwerpgegevens
..
Observatie Productbeoordeling: • Ontwerpgegevens
..
6 RESULTAAT
Beoordelingsformulier werkproces 1.2 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Kerntaak 1 Ontwerpt producten of systemen Werkproces 1.2 Uitwerken van ontwerpen Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je werkt volgens bedrijfsvoorschriften en wettelijke eisen ontwerpgegevens uit tot (deel)ontwerpen en productideeën. • Je gebruikt bij het uitwerken zo nodig een elektronisch tekenprogramma. • Je signaleert mogelijkheden en onmogelijkheden en overlegt met interne en/of externe medewerkers. • Tekeningen van producten of systemen.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 1.2
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
57
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 1.2 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product
Criteria
Ontwerptekeningen • De ontwerptekeningen voldoen aan de omschreven ontwerpgegevens • De ontwerptekeningen voldoen aan de wettelijke normen • De ontwerptekeningen voldoen aan de eisen van de branche en het bedrijf/ROC
Comp.
O-V-G
T, K
..
Beoordeling met criteria van reflectieverslag en beoordelingsgesprek Criteria Reflectieverslag • Volgens STARRT-methode uitgevoerd. over ‘Samenwer• Manier van samenwerking en overleg heeft geleid tot ken en overleggen’ goed ontwerp. • Juiste acties zijn ondernomen om ontwerpmogelijkheden te benutten en om problemen te voorkomen. • Aan de prestatie-indicatoren van competentie E is voldaan. • Reflectieverslag taalkundig op vereist niveau. • Kan uitleggen hoe het product gaat werken. Beoordelingsgesprek over ontwerp • Kan onderliggende berekeningen en principes toelichten. (gelijktijdig met • Kan in ontwerp gerealiseerde eisen en normen gesprek over WP toelichten. 1.3 en 1.4)
Comp.
O-V-G
E
..
K
..
Competentiebeoordeling Beoordelingsmethode
O-V-G
T. Instructies en procedures opvolgen Prestatie-indicatoren • Je maakt een ontwerp volgens beproefde methoden en richtlijnen. Met als resultaat een vakkundig en veilig ontwerp. E. Samenwerken en overleggen Prestatie-indicatoren • Je stemt de (on)mogelijkheden van het ontwerp tijdig en regelmatig af met interne en/of externe medewerkers. Met als resultaat dat ontwerpmogelijkheden zijn benut en problemen zijn voorkomen. K. Vakdeskundigheid toepassen Prestatie-indicatoren • Je neemt informatie betreffende vakspecifieke, ruimtelijke en ontwerpeisen in je op. • Je begrijpt constructies en toont technisch inzicht bij het ontwerpen. Met als resultaat een vakkundig ontwerp van een product of systeem.
58
KWALIFICEREND DOSSIER
Observatie Productbeoordeling: • Ontwerptekeningen
Observatie Reflectieverslag
Observatie Productbeoordeling: • Ontwerptekeningen Beoordelingsgesprek
..
..
..
6 RESULTAAT
Beoordelingsformulier werkproces 1.3 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Kerntaak 1 Ontwerpt producten of systemen Werkproces 1.3 Kiezen van materialen en onderdelen Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je kiest de benodigde materialen en onderdelen. • Je stelt zo nodig alternatieven voor. • Je inventariseert voor dat doel eisen, mogelijkheden en wensen betreffende de benodigde materialen en onderdelen voor het ontwerp. • Materiaal- en onderdelenlijsten.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 1.3
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
59
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 1.3 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product
Criteria
Materiaallijst en onderdelenlijst
• • • •
Voldoen aan kwaliteitseisen van de opdrachtgever. Voldoen aan wettelijke normen. Voldoen aan normen van de branche. Zijn goed uitvoerbaar en/of leveren arbeidsbesparende voordelen. • Keuze van juiste prijs/kwaliteitverhouding. • Er is een juiste keuze gemaakt op het gebied van prijs/ kwaliteitsverhouding.
Comp.
O-V-G
L
..
Comp.
O-V-G
L
..
Beoordeling met criteria van beoordelingsgesprek Beoordelingsgesprek over materiaal- en onderdelenlijst (gelijktijdig met gesprek over WP 1.2 en 1.4)
Criteria • Kan keuzes van materialen en onderdelen verantwoorden op basis van gestelde eisen, prijs/ kwaliteitverhouding en beschikbaarheid. • Kan proces beschrijven hoe de materiaallijst en onderdelenlijst tot stand zijn gekomen.
Competentiebeoordeling Beoordelingsmethode L. Materialen en middelen inzetten Prestatie-indicatoren • Je maakt een juiste keuze voor materialen en onderdelen op basis van het ontwerp. Met als resultaat dat materialen en onderdelen voldoen aan de gestelde eisen betreffende prijs/kwaliteitverhouding en beschikbaarheid.
60
KWALIFICEREND DOSSIER
Observatie Productbeoordeling: • Materiaallijst Beoordelingsgesprek
O-V-G
..
6 RESULTAAT
Beoordelingsformulier werkproces 1.4 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Kerntaak 1 Ontwerpt producten of systemen Werkproces 1.4 Maken van een kostenberekening Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je maakt een voorcalculatie van de realisatiekosten, die als referentie voor de offerte dient. • Je maakt de kosten in totaal en per post inzichtelijk. • Je overlegt over de voorcalculatie met andere afdelingen en jouw leidinggevende. • Je legt afspraken betreffende realisatiekosten vast. • Voorcalculatie van de realisatie van het product of systeem. • Afspraken betreffende realisatiekosten.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 1.4
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
61
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 1.4 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product
Criteria
Voorcalculatie
• De voorcalculatie is tijdig, volgens planning aangeleverd. • Er is een duidelijk overzicht van de in de branche gehanteerde kostenposten. • De kosten zijn zowel per kostenpost als totaal, inzichtelijk gemaakt. • De gecalculeerde kosten komen overeen met de kosten die in de branche gebruikelijk zijn.
Comp.
O-V-G
J
..
Comp.
O-V-G
J, E
..
Beoordeling met criteria van beoordelingsgesprek Beoordelingsgesprek voorcalculatie (gelijktijdig met gesprek over WP 1.2 en 1.3)
Criteria • Kan proces beschrijven hoe de voorcalculatie tot stand is gekomen. • Kan keuzes voor gekozen prijzen verantwoorden. • Kan effecten van overleg met anderen aangeven.
Competentiebeoordeling J. Formuleren en rapporteren Prestatie-indicatoren • Je legt kostenberekeningen en afspraken m.b.t. productrealisatie volledig en nauwkeurig vast. Met als resultaat dat accurate gegevens beschikbaar zijn voor de offerte en de evaluatie van de productrealisatie.
Beoordelingsmethode
O-V-G
Observatie Productbeoordeling: • Voorcalculatie Beoordelingsgesprek • Voorcalculatie
..
E. Samenwerken en overleggen Observatie Prestatie-indicatoren • Je raadpleegt afdeling(en) die het product of systeem gaat/ gaan realiseren. Beoordelingsgesprek • Je overlegt met je leidinggevende. Met als resultaat: haalbare realisatiekosten.
62
KWALIFICEREND DOSSIER
..
6 RESULTAAT
6.3.2
Beoordelingsformulieren kerntaak 2
Beoordelingsformulier werkproces 2.1 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Kerntaak 2
Crebo nr. 94421
Bereidt productiewerk voor
Werkproces 2.1 Verzamelen en verwerken van productiegegevens Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je onderzoekt welke gegevens beschikbaar moeten zijn (bijvoorbeeld materiaallijsten en realisatieafspraken). • Je verzamelt deze zelf of schakelt deskundigen in. • Je verwerkt en registreert de gegevens volgens geldende bedrijfsvoorschriften. • Je stemt met de klant en leidinggevende af of de vastgelegde productiegegevens compleet en juist zijn. • Complete en juiste productiegegevens.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 2.1
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
63
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 2.1 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product
Criteria
Productie-gegevens
• De ontwerpgegevens zijn verwerkt in de productiegegevens. • Er is een afgewogen keuze gemaakt tussen zelf maken en kopen van producten/diensten. • De productiegegevens zijn volgens bedrijfsvoorschriften vastgelegd.
Comp.
O-V-G
M, T
..
Competentiebeoordeling Beoordelingsmethode M. Analyseren Prestatie-indicatoren • Je analyseert de beschikbare productiegegevens grondig. • Je zoekt uit wat de betekenis is van de gegevens. • Je combineert verschillende soorten gegevens uit verschillende bronnen. Met als resultaat dat complete en relevante productiegegevens beschikbaar zijn. T. Instructies en procedures opvolgen Prestatie-indicatoren • Je verwerkt en registreert de productiegegevens volgens de geldende bedrijfsvoorschriften. Met als resultaat dat productiegegevens snel vindbaar en beschikbaar zijn voor anderen. E. Samenwerken en overleggen Prestatie-indicatoren • Je stemt de productiegegevens tijdig en regelmatig af met deskundigen, leidinggevende en klant. Met als resultaat dat complete en betrouwbare productiegegevens beschikbaar zijn.
64
KWALIFICEREND DOSSIER
Observatie Productbeoordeling: • Productiegegevens
Observatie Productbeoordeling: • Productiegegevens
O-V-G
..
..
Observatie ..
6 RESULTAAT
Beoordelingsformulier werkproces 2.2 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Kerntaak 2
Crebo nr. 94421
Bereidt productiewerk voor
Werkproces 2.2 Maken van een tekening(pakket) Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je werkt de verzamelde productiegegevens uit in een compleet pakket bestaande uit werktekeningen en materiaallijsten. • Je raadpleegt daarvoor het ontwerp en de projectspecificaties. • Je overlegt met leidinggevende en/of uitvoering m.b.t. de inhoud van de werktekening en mate van detaillering. • Tekeningpakket.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 2.2
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
65
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 2.2 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product
Criteria
Werktekeningen
• Er zijn aparte tekeningen en materiaallijsten voor de diverse productieafdelingen. • Producten zijn te realiseren aan de hand van de werktekeningen. • Tekeningen voldoen aan de branche- en bedrijfsvoorschriften.
Comp.
O-V-G
T, E, K
..
Comp.
O-V-G
K
..
Beoordeling met criteria van Beoordelingsgesprek Criteria Beoordelingsgesprek werktekeningen (gelijktijdig met gesprek WP 2.3)
• Kan het doel van de diverse werktekeningen toelichten. • Kan de tekeningen toelichten en toont technisch inzicht.
Competentiebeoordeling Beoordelingsmethode T. Instructies en procedures opvolgen Prestatie-indicatoren • Je maakt een tekening(pakket) volgens beproefde methoden en richtlijnen. Met als resultaat een vakkundig en correct tekening(pakket). E. Samenwerken en overleggen Prestatie-indicatoren • Je stemt de inhoud en mate van detaillering af met leidinggevende en/of uitvoering. Met als resultaat dat de tekening(pakket) voor wat betreft inhoud en mate van detaillering correct is. K. Vakdeskundigheid toepassen Prestatie-indicatoren • Je neemt informatie betreffende vakspecifieke, ruimtelijke en ontwerpeisen in je op. • Je begrijpt constructies. • Je toont technisch inzicht bij het tekenen. Met als resultaat een vakkundig tekening(pakket) van een product of systeem.
66
KWALIFICEREND DOSSIER
Observatie Productbeoordeling: • Werktekeningen
O-V-G
..
Observatie Productbeoordeling: • Werktekeningen
..
Observatie Productbeoordeling: • Werktekeningen Beoordelingsgesprek
..
6 RESULTAAT
Beoordelingsformulier werkproces 2.3 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Kerntaak 2
Crebo nr. 94421
Bereidt productiewerk voor
Werkproces 2.3 Organiseren van mensen en middelen Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je stelt de hoeveelheden vast van aantallen manuren, materialen, onderdelen en middelen die nodig zijn om het product te realiseren. • Je rubriceert de hoeveelheden in aantallen en eenheden met waar nodig een specificatie. • Je bepaalt in overleg de fasering, uitvoeringsvolgorde, inzet en afroep van materieel, materiaal, mensen en middelen en legt dit volgens de geldende bedrijfsregels vast in een werkplanning. • Je rapporteert de resultaten aan je leidinggevende. • Planning van mensen, materialen en middelen.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 2.3
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
67
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 2.3 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product
Criteria
Werkplanning
• De planning van werkzaamheden, gekoppeld aan functionarissen en aantal manuren, is realistisch. • De planning van middelen, materieel en werkplaatsuren is realistisch. • Geplande leveringsmomenten van materiaal en onderdelen is reëel. • Het planningsoverzicht voldoet aan de eisen van de opdrachtgever. • De bestellijsten voldoen aan de door de opdrachtgever bepaalde eisen.
Bestellijsten
Comp.
O-V-G
J, Q
..
J
..
Beoordeling met criteria van reflectieverslag en beoordelingsgesprek Criteria Reflectie-verslag
Beoordelingsgesprek planning (gelijktijdig met gesprek WP 2.2)
• Toont aan op welke manier is samengewerkt en overlegd. • Toont aan dat samenwerken en overleggen invloed heeft gehad op de rapportage en de planning. • Aan de prestatie-indicatoren van competentie E is voldaan. • Reflectieverslag is taalkundig op vereist niveau. • Kan keuzes van functionarissen, aantal manuren, werkplaatsuren en leveringsmomenten in planning toelichten en verantwoorden.
Comp.
O-V-G
E
..
Q
Competentiebeoordeling Beoordelingsmethode J. Formuleren en rapporteren Prestatie-indicatoren • Je verwerkt en registreert planningsgegevens van mensen, materialen en middelen accuraat. Met als resultaat een volledige en nauwkeurige rapportage Q. Plannen en organiseren Prestatie-indicatoren • Je brengt werkzaamheden en de benodigde mensen, materialen en middelen tijdig in kaart en plant ze. • Je zorgt ervoor dat werkzaamheden op elkaar en op omstandigheden zijn afgestemd. Met als resultaat een realistische planning van de werkuitvoering, zodat de realisatie van het product optimaal kan verlopen.
68
KWALIFICEREND DOSSIER
Observatie Productbeoordeling: • Werkplanning • Bestellijsten Observatie Productbeoordeling: • Werkplanning Beoordelingsgesprek
O-V-G
..
..
6 RESULTAAT
E. Samenwerken en overleggen Prestatie-indicatoren • Je overlegt tijdig en maakt afspraken met de bij het werk betrokken partijen. Met als resultaat dat het realistisch is dat het werk volgens planning kan worden uitgevoerd.
Observatie Reflectieverslag
..
Werktuigbouwkunde
69
70
KWALIFICEREND DOSSIER
6 RESULTAAT
6.3.3
Beoordelingsformulieren kerntaak 3
Beoordelingsformulier werkproces 3.1 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Kerntaak 3 Begeleidt productiewerk Werkproces 3.1 Begeleiden productieproces Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je houdt tijdens de productie de actuele status van het werk bij en vergelijkt die met de planning. • Afwijkingen van de planning leg je vast en beoordeel je op gevolgen. • Je zoekt waar mogelijk naar alternatieven of oplossingen. • Je bespreekt de aangepaste planning met je leidinggevende. • Je communiceert eventuele consequenties naar de betrokkenen. • Actuele planning. • Voorstellen voor het oplossen van planningsproblemen. • Betrokkenen zijn op de hoogte van de planning.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 3.1
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
71
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 3.1 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product
Criteria
Voortgangsrapportage tijd
• Afwijking in tijd op hoofd- en deelwerkzaamheden is correct weergegeven en actueel. • Voorstel om planningsproblemen op te lossen is realistisch. • Rapportage is taalkundig op het vereiste niveau.
Comp.
O-V-G
B, J
..
Comp.
O-V-G
J, Q
..
Beoordeling met criteria van presentatie Criteria Presentatie
• Er is een heldere eindrapportage over de gewerkte uren, de afwijkingen t.o.v. de planning en de redenen van afwijking. • Gemaakte keuzes en acties met betrekking tot tijdbeheersing zijn verantwoord. • Presentatie is taalkundig op het juiste niveau.
Competentiebeoordeling Beoordelingsmethode B. Aansturen Prestatie-indicatoren • Je geeft helder en duidelijk aan hoe planningsproblemen moeten worden opgelost. Met als resultaat dat betrokkenen precies weten wat er van hen wordt verwacht om de (bijgestelde) planning te halen. J. Formuleren en rapporteren Prestatie-indicatoren • Je zorgt voor volledige, nauwkeurige en actuele planningsrapportages. Met als resultaat dat de voortgang van het werk helder is. Q. Plannen en organiseren Prestatie-indicatoren • Je onderneemt actie als de realisatie van de planning begint af te wijken. Met als resultaat dat de afwijkingen van de planning zo klein mogelijk blijven.
72
KWALIFICEREND DOSSIER
Observatie Productbeoordeling: • Voortgangsrapportage
Observatie Productbeoordeling: • Voortgangsrapportage Presentatie Observatie Presentatie
O-V-G
..
..
..
6 RESULTAAT
Beoordelingsformulier werkproces 3.2 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Kerntaak 3 Begeleidt productiewerk Werkproces 3.2 Bewaken begroting Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je verwerkt facturen en rekeningen van leveranciers. • Je controleert bedragen, prestaties en leveranties. • Je inventariseert meer- en minderwerk en verrekenbare hoeveelheden. • Je overlegt bij kostenoverschrijdingen en onvolkomenheden met de leidinggevende of werkvoorbereiding. • Je doet voorstellen over te ondernemen acties. • Rapportage financiële voortgang van het werk. • Geregistreerd meer- en minderwerk. • Voorstellen kostenbeheersing.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 3.2
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
73
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 3.2 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product
Criteria
Voortgangsrapportage geld
• Financiële afwijkingen t.o.v. de planning zijn correct weergegeven en actueel. • Voorstellen om afwijkingen m.b.t. financiën op te lossen zijn realistisch. • Meer- en minderwerk t.o.v. het ontwerp is helder weergegeven. • De financiële consequenties van meer- en minderwerk zijn helder voor klant en eigen onderneming. • Rapportage is taalkundig op vereist niveau.
Comp.
O-V-G
J
..
Comp.
O-V-G
J
..
Beoordeling met criteria van presentatie Criteria Presentatie
• Er is een heldere eindrapportage over de kosten, de afwijkingen t.o.v. de prijsberekening in de ontwerpfase en de redenen van afwijking. • Gemaakte keuzes en acties met betrekking tot de kosten en kostenbeheersing zijn verantwoord. • Presentatie is taalkundig op het juiste niveau.
Competentiebeoordeling Beoordelingsmethode J. Formuleren en rapporteren Prestatie-indicatoren • Je zorgt voor volledige, nauwkeurige en actuele rapportages van de financiële situatie van het werk. Met als resultaat dat de financiële voortgang van het werk helder is. E. Samenwerken en overleggen Prestatie-indicatoren • Je stemt meer- en minderwerk af met de leidinggevende of werkvoorbereiding. Met als resultaat dat de klant en de onderneming niet voor (financiële) verrassingen komen te staan.
74
KWALIFICEREND DOSSIER
Observatie Productbeoordeling: • Voortgangsrapportage Presentatie
O-V-G
..
Observatie ..
6 RESULTAAT
Beoordelingsformulier werkproces 3.3 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Kerntaak 3 Begeleidt productiewerk Werkproces 3.3 Uitvoeren kwaliteitscontroles Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je ziet er op toe dat bij de realisatie van een project volgens het kwaliteitssysteem van het bedrijf gewerkt wordt. • Je stuurt aan als daarvan afgeweken wordt. • Je registreert dat aan normen, regelgeving en kwaliteitseisen is voldaan en legt dat vast volgens het kwaliteitssysteem van het bedrijf. • Het werk wordt bijgestuurd op kwaliteit. • Registratie dat aan normen, regelgeving en kwaliteitseisen is voldaan.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 3.3
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
75
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 3.3 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product
Criteria
Omschrijving kwali- • Het kwaliteitssysteem is helder vastgelegd. teitssysteem • Omschrijving van werkwijze als gevolg van het kwaliteitssysteem van het bedrijf, is correct. • Er is, indien van toepassing, een omschrijving van Voortgangswaar van de werkwijze afgeweken wordt van het rapportage kwaliteitssysteem van het bedrijf. kwaliteit • Er is, indien van toepassing, een voorstel voor verbetering om te werken naar het kwaliteitssysteem van het bedrijf. • Afwijkingen in kwaliteit van het product t.o.v. vastgelegde kwaliteitseisen zijn correct weergegeven en actueel. • Rapportage is taalkundig op vereist niveau.
Comp.
O-V-G
B
..
B, J
..
Comp.
O-V-G
B
..
Beoordeling met criteria van presentatie Criteria Presentatie
• Er is een heldere eindrapportage over de kwaliteit van het eindproduct. • De afwijkingen t.o.v. de eerder vastgelegde kwaliteitseisen en de redenen van afwijking zijn helder toegelicht. • Gemaakte keuzes en acties met betrekking tot kwaliteitsbeheersing zijn verantwoord. • Presentatie is taalkundig op het juiste niveau.
Competentiebeoordeling B. Aansturen Prestatie-indicatoren • Je geeft aan anderen helder en duidelijk aan hoe het werk binnen de geldende regelgeving, procedures en afspraken moet worden uitgevoerd. • Je onderneemt actie als mensen niet aan de gestelde verwachtingen voldoen of dreigen te voldoen. Met als resultaat dat mensen het werk volgens de geldende eisen uitvoeren. J. Formuleren en rapporteren Prestatie-indicatoren • Je registreert volledig en nauwkeurig op welke wijze er aan normen, regelgeving en kwaliteitseisen is voldaan. Met als resultaat dat duidelijke kwaliteitsgegevens voor latere verantwoording ter beschikking staan.
76
KWALIFICEREND DOSSIER
Beoordelingsmethode
O-V-G
Observatie Productbeoordeling: • Omschrijving kwaliteitssysteem • Voortgangsrapportage kwaliteit Presentatie
..
Observatie Productbeoordeling: • Voortgangsrapportage kwaliteit
..
6 RESULTAAT
Beoordelingsformulier werkproces 3.4 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Kerntaak 3 Begeleidt productiewerk Werkproces 3.4 Opleveren van werk Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je ondersteunt bij de oplevering door samen met je leidinggevende het werk over te dragen aan de klant. • Je legt vast dat het werk volgens specificaties is uitgevoerd, zodat het werk kan worden afgerond. • Vastgelegde acceptatie door de klant van het opgeleverde werk.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 3.4
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
77
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 3.4 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product
Criteria
Werkend product
• Product werkt volgens gestelde eisen. • Product voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Proces-verbaal van • Gebreken met betrekking tot werking en kwaliteit zijn oplevering helder vastgelegd. • Overzicht van meer- en minderwerk met daaraan gekoppelde kosten is helder weergegeven. • De verbeterwensen van de klant zijn helder vastgelegd. • Acceptatie van het opgeleverde werk is helder vastgelegd. • Proces-verbaal van oplevering is taalkundig op vereist niveau.
Comp.
O-V-G
R
..
J
..
Comp.
O-V-G
R
..
Beoordeling met criteria van presentatie Criteria Presentatie
• Werking van het product is helder gedemonstreerd. • Werking van het product is aan de hand van de ontwerptekeningen toegelicht. • Er is een heldere eindrapportage over tijd, geld en kwaliteit. • Gemaakte keuzes met betrekking tot materiaal, onderdelen en kwaliteit zijn verantwoord toegelicht. • Presentatie is voor wat betreft communicatie op het juiste niveau.
Competentiebeoordeling J. Formuleren en rapporteren Prestatie-indicatoren • Je legt de acceptatie van het werk door de klant vast. Met als resultaat een volledige en nauwkeurige rapportage van de oplevering. R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Prestatie-indicatoren • Je controleert of er aan de verwachtingen en wensen van de klant is voldaan. • Je neemt klachten van klanten serieus en onderneemt zo nodig actie. Met als resultaat dat de kans groter wordt dat de klant in de toekomst terugkomt met een opdracht.
78
KWALIFICEREND DOSSIER
Beoordelingsmethode
O-V-G
Observatie Productbeoordeling: • Proces-verbaal van oplevering
..
Observatie Productbeoordeling: • Werkend product Presentatie
..
6 RESULTAAT
6.3.4
Beoordelingsformulieren kerntaak 4
Beoordelingsformulier werkproces 4.1 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Kerntaak 4 Onderhoudt producten en systemen Werkproces 4.1 Inspecteren en testen van producten en systemen Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je inspecteert en test producten en systemen of je laat testen en controles uitvoeren om de kwaliteit van producten en systemen vast te stellen. Het gaat hier om testen ten behoeve van zowel preventief als correctief onderhoud. • Je rapporteert resultaten, voorstellen en/of adviezen. • Rapportage status van onderhoud van producten en systemen. • Voorstellen en adviezen over onderhoud en beheer.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 4.1
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
79
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 4.1 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product
Criteria
Inspectierapport met onderhoudsadvies
• Inspectierapport geeft goede afspiegeling van de werking en de kwaliteit van het product. • Inspectierapport omschrijft de testmethoden en onderzoeken die zijn toegepast ten behoeve van zowel preventief als correctief onderhoud. • Het inspectierapport geeft de testresultaten duidelijk weer. • De voorstellen voor onderhoud en beheer zijn gebaseerd op het inspectie- en testrapport. • De voorstellen voor onderhoud en beheer leveren duurzame werking van het product op. • Inspectierapport is taalkundig op vereist niveau.
Comp.
O-V-G
J
..
Comp.
O-V-G
T, R
..
Beoordeling met criteria van reflectieverslag Criteria Reflectieverslag
• Verantwoordt hoe de geldende regels en voorschriften zijn toegepast bij inspecteren en testen. • Verantwoordt hoe tot de keuze voor preventief en correctief onderhoud is gekomen. • Verantwoordt dat aan de prestatie-indicatoren van competenties T en R is voldaan. • Reflectieverslag is taalkundig op het vereiste niveau.
Competentiebeoordeling Beoordelingsmethode B. Aansturen Prestatie-indicatoren • Je wijst test- en inspectietaken toe aan anderen. Met als resultaat een goede werkverdeling. J. Formuleren en rapporteren
Observatie ..
Observatie Prestatie-indicatoren • Je rapporteert over de status van onderhoud van systemen. Productbeoordeling: Met als resultaat dat de voorstellen en adviezen betreffende • Inspectierapport onderhoud nauwkeurig en volledig in beeld zijn. met onderhoudsadvies T. Instructies en procedures opvolgen Prestatie-indicatoren • Je houdt je bij het inspecteren en testen van producten en systemen aan de geldende regels en voorschriften. Met als resultaat dat inspecties en testen op de juiste wijze worden uitgevoerd.
80
KWALIFICEREND DOSSIER
O-V-G
..
Observatie Reflectieverslag
..
6 RESULTAAT
R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten Prestatie-indicatoren • Je bespreekt mogelijke overlast ten gevolge van werkzaamheden. • Je geeft prioriteit aan zorgen / problemen van klanten. Met als resultaat dat het werk naar tevredenheid van de klant wordt uitgevoerd.
Observatie Reflectieverslag ..
Werktuigbouwkunde
81
82
KWALIFICEREND DOSSIER
6 RESULTAAT
Beoordelingsformulier werkproces 4.2 Student: Studentnummer:
Cohort:
Opleidingsinstituut: BPV-bedrijf: Kwalificatiedossier Middenkader Engineering Uitstroomrichting Technicus Studierichting Werktuigbouwkunde
Crebo nr. 94421
Kerntaak 4 Onderhoudt producten en systemen Werkproces 4.2 Optimaliseren van producten en systemen Omschrijving werkproces
Gewenst resultaat
• Je voert op basis van een onderhoudsopdracht (zo nodig tijdelijke) reparaties uit aan producten en systemen. • Je analyseert en lokaliseert daarvoor storingen aan de hand van informatie en geconstateerde afwijkingen. • Op basis van modificatiebeschrijvingen voer je modificaties uit. • Je test en controleert het uitgevoerde werk. • Je bespreekt de mogelijke overlast ten gevolge van je werkzaamheden met de klant. • Gemodificeerde en gerepareerde producten en systemen. • Minimale overlast voor de klant.
Eindbeoordeling
O-V-G
Competent uitvoeren van werkproces 4.2
Opmerkingen:
Ondertekening Naam
Eerste beoordelaar
Tweede beoordelaar
Student (gezien)
Functie Datum Handtekening
Werktuigbouwkunde
83
Onderliggende beoordelingen bij werkproces 4.2 Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product
Criteria
Gemodificeerd product
• Product werkt volgens afgesproken specificaties.
Comp.
O-V-G
S, K
..
Comp.
O-V-G
L
..
Beoordeling met criteria van beoordelingsgesprek Criteria Beoordelingsgesprek
• Verantwoordt hoe controle- en meetapparatuur en persoonlijke beschermingsmiddelen effectief en efficiënt zijn gebruikt. • Verantwoordt hoe controle- en meetapparatuur en persoonlijke beschermingsmiddelen correct zijn beheerd. • Gesprek is taalkundig op het vereiste niveau.
Competentiebeoordeling Beoordelingsmethode
O-V-G
S. Kwaliteit leveren
84
Prestatie-indicatoren • Je bewaakt de kwaliteit en productiviteit aan de hand van de gestelde kwaliteitseisen. • Je signaleert en rapporteert afwijkingen tijdig. Met als resultaat dat de kwaliteit van het afgeleverde werk voldoet aan de verwachtingen. L. Materialen en middelen inzetten
Observatie
Prestatie-indicatoren • Je gebruikt controle- en meetapparatuur en persoonlijke beschermingsmiddelen effectief en efficiënt. • Je draagt zorg voor controle- en meetapparatuur en persoonlijke beschermingsmiddelen. Met als resultaat dat de controle- en meetapparatuur en persoonlijke beschermingsmiddelen gedurende de verwachte levensduur zijn te gebruiken en het werk veilig wordt uitgevoerd. K. Vakdeskundigheid toepassen Prestatie-indicatoren • Je herstelt, verwijdert en monteert componenten accuraat. Met als resultaat dat de producten en systemen weer optimaal functioneren.
Observatie
KWALIFICEREND DOSSIER
Productbeoordeling • Gemodificeerd product
..
Beoordelingsgesprek ..
Observatie Productbeoordeling • Gemodificeerd product
..
6 RESULTAAT
6.4
OVERZICHT BEWIJSMATERIALEN
Overzicht bewijsmaterialen voor BPV CONTROLE • • • • •
Praktijkovereenkomst (POK) Verslag bezoek BPV-begeleider Verslag functioneringsgesprek Ingevulde weekstaten (verantwoording aantal gewerkte dagen) Speekschema en/of hand-out presentatie
Overzicht bewijsmaterialen voor kwalificering Voor aanvang van de projectrealisatie • Omschrijving examenopdracht(en) en projecteisen • Vaststellingsformulier(en) met gegevens examenopdrachten (ondertekend)
CONTROLE
Kerntaak 1. Ontwerpt producten of systemen • Ontwerpgegevens • Beoordelingsformulier werkproces 1.1 • Ontwerptekeningen • Reflectieverslag • Beoordelingsgesprek werkproces 1.2 • Materiaal- en onderdelenlijst • Beoordelingsformulier werkproces 1.3 • Voorcalculatie • Bewijs beoordelingsgesprek werkproces 1.2, 1.3 en 1.4 • Beoordelingsformulier werkproces 1.4 Kerntaak 2. Bereidt productiewerk voor • Productiegegevens • Beoordelingsformulier werkproces 2.1 • Set werktekeningen • Beoordelingsformulier werkproces 2.2 • Werkplanning • Bestellijsten • Reflectieverslag • Bewijs beoordelingsgesprek • Beoordelingsformulier werkproces 2.3
Werktuigbouwkunde
85
Kerntaak 3 Begeleidt productiewerk • Voortgangsrapportage tijd • Beoordelingsformulier werkproces 3.1 • Voortgangsrapportage geld • Beoordelingsformulier werkproces 3.2 • Omschrijving kwaliteitssysteem • Voortgangsrapportage kwaliteit • Beoordelingsformulier werkproces 3.3 • Werkend product met foto’s of film • Proces-verbaal van oplevering • Bewijs presentatiebeoordeling • Beoordelingsformulier werkproces 3.4 Kerntaak 4 Onderhoudt producten en systemen • Inspectierapport met onderhoudsadvies • Reflectieverslag • Beoordelingsformulier werkproces 4.1 • Gemodificeerd product • Bewijs van resultaat beoordelingsgesprek • Beoordelingsformulier werkproces 4.2
86
KWALIFICEREND DOSSIER
7 NEDERLANDS EN MODERNE VREEMDE TALEN
7.1
7
COMMUNICATIE ALGEMEEN
Hoe je je kunt kwalificeren voor Nederlands en de Moderne Vreemde Taal wordt bepaald door het ROC waar je studeert. Vraag daarom bij je eigen ROC om informatie. In voorgaande projectwijzers heb je producten gemaakt op basis van het communicatiemodel. In deze projectwijzer wordt verondersteld dat je dit model kunt toepassen op al je talige producten en activiteiten. Bewijzen voor kwalificering kun je in dit dossier bewaren.
BEGELEIDING Het taalniveau van de student wordt aangetoond door kwalificerende beoordelingen van de verschillende taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn: Lezen, Luisteren, Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren.
Volgens het kwalificatiedossier Middenkader Engineering moet een student binnen de beroepscontext op een vastgesteld taalniveau binnen het Europese Raamwerk en het Raamwerk Nederlands kunnen functioneren.
In de kwalificatiedossiers 2009-2010 worden voor Nederlands en Rekenen de referentieniveaus van het referentiekader taal & rekenen opgenomen. Werktuigbouwkunde
87
Voor MVT (Engels) zijn de CEF(Common European Framework) niveaus van toepassing. Het niveau van de vijf vaardigheden (Lezen , Luisteren, Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren) is op A2. De regelgeving geeft echter aan dat drie van de vijf vaardigheden met een voldoende moeten worden afgesloten. Let wel – alle vijf vaardigheden moeten aangeboden en geëxamineerd worden.
De student heeft in voorgaande projectwijzers geleerd om te communiceren en zijn taalproducten te maken op basis van het communicatiemodel. Hij is hierdoor in staat kwalificerende producten te maken.
Het Consortium Beroeps Onderwijs gaat ervan uit dat de student zijn taalvaardigheid het meest efficiënt en gemotiveerd ontwikkelt als deze geïntegreerd is in de beroepspraktijk. Hierdoor is het het meest effectief als de toetsing van de vaardigheden gekoppeld is aan de projectwijzer. In dit project zijn hier ook voldoende mogelijkheden voor. De activiteiten (vaardigheden) die in deze projectwijzer aan de orde komen, bieden de docent de mogelijkheid aan de eisen te voldoen die in het kwalificatiedossier worden omschreven. U kunt een aantal producten die vanuit de projectopdracht naar voren komen gebruiken om het niveau te toetsen. U kunt hierbij denken aan de geschreven producten, de klant- en de beoordelingsgesprekken en de presentatie. Verder kunt u de studenten handreikingen geven welke bewijzen (producten en/ of beoordelingslijsten) ze in dit dossier in kunnen voegen om zich te kwalificeren. U kunt ervoor kiezen om de beoordelingen op te nemen in een portfolio als onderdeel van het examen.
Het Consortium gaat er van uit dat taalvaardigheid het beste wordt ontwikkeld door het toepassen van de drieslagmethode. Op basis van deze methode zijn studenten door verschillende begeleiders begeleid, geïnstrueerd en beoordeeld. Ook tijdens het kwalificerende deel kunt u deze manier van werken zeer goed toepassen. Bespreek met uw collega’s welke activiteit zij begeleiden en eventueel beoordelen en bedenk welk product u als vakdocent kwalificerend wil beoordelen. Maak eventueel afspraken met uw collega’s, dat u bij bepaalde gesprekken en de presentatie aanwezig wilt zijn voor kwalificerende beoordeling.
Bij het beoordelen van producten moet gelet worden op de verschillende kenmerken ervan. Deze staan beschreven in de Raamwerken. U kunt met de andere beoordelaars, zoals projectbegeleider en opdrachtgever, afspraken maken hoe de beoordeling van de studenten binnen de projectrealisatie plaats kan vinden. Het is raadzaam om de mondelinge vaardigheden (spreken en gesprekken voeren) te laten beoordelen door de vakdocent en de taaldocent.
88
KWALIFICEREND DOSSIER
7 NEDERLANDS EN MODERNE VREEMDE TALEN
7.2
NEDERLANDS
Bespreek met je docent Communicatie/Nederlands met welke producten je je kunt kwalificeren en aan welke eisen deze producten moeten voldoen. Eventuele bewijzen voor kwalificering kun je in dit dossier bewaren.
BEGELEIDING De richtlijnen zijn gebaseerd op het Raamwerk Nederlands en het kwalificatiedossier. Het taalniveau van de student wordt aangetoond door kwalificerende beoordelingen van de verschillende taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn: Lezen, Luisteren, Schrijven, Spreken en Gesprekken voeren. Voor Nederlands is dit niveau voor alle vijf de vaardigheden B2.
Vanaf 2010-2011 worden de referentieniveaus uit het referentiekader opgenomen in de kwalificatiedossiers.
Van elke vaardigheid moet minstens één kwalificerende beoordeling komen. Voor de vaardigheden Schrijven en Gesprekken voeren kunt u ervoor kiezen meerdere producten kwalitatief te beoordelen. Vooraf zal wel duidelijk vastgelegd moeten zijn onder welke omstandigheden en volgens welke normen er wordt beoordeeld. (Zie voor alle vaardigheden de niveaubepalingen van het Consortium CGO.)
Per kerntaak is er een aantal momenten waarop de verschillende vaardigheden kunnen worden beoordeeld. Hieronder volgt een overzicht per werkproces.
Kerntaak 1: Ontwerpt producten of systemen
Werkproces 1.1 Luisteren: overleg met klant Lezen: samenvatten projectopdracht, informatiebronnen Gesprekken voeren: overleg met klant
Werkproces 1.2 Gesprekken voeren: beoordelingsgesprek Schrijven: reflectieverslag
Werkproces 1.3 Gesprekken voeren: beoordelingsgesprek
Werktuigbouwkunde
89
Werkproces 1.4 Gesprekken voeren: beoordelingsgesprek
Kerntaak 2: Bereidt productiewerk voor
Werkproces 2.1 Schrijven: verslag productiegegevens
Werkproces 2.2 Luisteren: overleg met collega’s Gesprekken voeren: overleg met collega’s
Werkproces 2.3 Schrijven: rapportage, reflectieverslag
Kerntaak 3: Begeleidt productiewerk
Werkproces 3.1 Schrijven: rapportage tijd
Werkproces 3.2 Schrijven: rapportage geld
Werkproces 3.3 Schrijven: rapportage kwaliteit
Werkproces 3.4 Spreken: presentatie
Kerntaak 4 Onderhoudt producten en systemen
Werkproces 4.1 Schrijven: inspectierapport, onderhoudsadvies en reflectieverslag
Werkproces 4.2. Gesprekken voeren: beoordelingsgesprek
Behalve bovenstaande producten kunt u op basis van de geboden mogelijkheden nog andere producten toevoegen. U kunt hierbij denken aan producten als e-mails, brieven, vergaderingen en notulen.
90
KWALIFICEREND DOSSIER
7 NEDERLANDS EN MODERNE VREEMDE TALEN
7.3
MODERNE VREEMDE TALEN (ENGELS)
Bespreek met je docent Communicatie/Engels met welke producten je je kunt kwalificeren en aan welke eisen deze producten moeten voldoen. Eventuele bewijzen voor kwalificering kun je in dit dossier bewaren.
BEGELEIDING In deze projectwijzer worden de studenten niet aangestuurd iets in het Engels of in een andere Moderne Vreemde Taal te doen. Met enige creativiteit kunt u producten, gesprekken of presentatie wel gebruiken om de Engelse vaardigheden te toetsen. U dient de studenten en de collega’s daartoe dan wel duidelijk te instrueren.
Hierdoor ontstaat tijdens de kwalificering in consistentie met het opleidend traject, de meest gewenste situatie. Namelijk dat de MVT is geïntegreerd in de beroepspraktijk van de student.
De eisen van het kwalificatiedossier 2009-2010 zijn voor A2. Voor beoordeling van MVT producten zie ‘Handreiking MVT in het MBO’ op de site http://www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl.
Hieronder volgt een overzicht van vaardigheden die u per werkproces in een MVT kan laten uitvoeren en toetsen. Zo gewenst kunt u de diverse vaardigheden meerdere keren toetsen.
Kerntaak 1: Ontwerpt producten of systemen
Werkproces 1.1 Lezen: samenvatten projectopdracht, technisch tekenen Gesprekken voeren: overleg met de klant
Werkproces 1.2 Gesprekken voeren / Luisteren: beoordelingsgesprek
Werkproces 1.3 Schrijven: materialenlijst / onderdelenlijst
Werktuigbouwkunde
91
Kerntaak 2: Bereidt productiewerk voor
Werkproces 2.1 Lezen: lezen van Engelstalige instructies
Werkproces 2.2 Luisteren: overleg met collega’s Gesprekken voeren: overleg met collega’s
Werkproces 2.3 Schrijven: e-mail naar collega’s Spreken: instructies geven
Kerntaak 3: Begeleidt productiewerk
Werkproces 3.1 Schrijven: Instructies m.b.t. planning
Werkproces 3.4 Spreken: presentatie (eenvoudig)
Naast deze mogelijkheden kunt u vaardigheidsproducten uitbreiden of toevoegen zoals: schriftelijke producten als e-mails, brieven, en mondelinge als telefoongesprekken of een telefonisch bericht of antwoordapparaat inspreken n.a.v. bovenstaande producten behoren tot de mogelijkheden.
92
KWALIFICEREND DOSSIER
8
8 REKENEN EN WISKUNDE
Hoe je je kunt kwalificeren voor rekenen en wiskunde wordt bepaald door het ROC waar je studeert. Vraag daarom bij je eigen ROC om informatie. Vanaf 2014 moeten alle MBO-studenten van de niveaus 2, 3 en 4 een landelijk schriftelijk (digitaal) examen Rekenen afleggen. Alle studenten die in het cursusjaar 2010-2011 starten met een 4-jarige opleiding zullen moeten deelnemen aan dat examen. Dit examen zal met een voldoende afgesloten moeten worden om de desbetreffende opleiding met succes af te kunnen ronden. Wel is duidelijk dat je op het niveau van de middenkaderfunctionaris alle berekeningen binnen het beroep moet kunnen uitvoeren. De berekeningen die nodig zijn om je project te realiseren moet je dan ook zelfstandig uit kunnen voeren. Denk er bij het uitvoeren van berekeningen aan, dat je de rekenregels correct gebruikt met inachtneming van de juiste notatie. Denk hierbij aan de volgende criteria: • Bij berekeningen worden alle stappen vermeld. • Antwoorden worden gevolgd door de juiste eenheden uit het vakgebied. • Voor de variabelen en parameters worden van tevoren de juiste grootheden en eenheden vermeld.
Werktuigbouwkunde
93
• • • • •
Bij gebruik van formules waarbij variabelen zijn geïsoleerd, moet je aantonen hoe dit is ontstaan. Indien eenheden worden omgerekend wordt de omrekening aangetoond. Juist gebruik van machten van 10 volgens de schrijfwijze uit het vakgebied. Hetzelfde geldt voor voorvoegsels. Voor de klant of studenten uit een andere vakrichting dienen de berekeningen begrijpelijk te zijn opgesteld.
Eventuele bewijzen voor kwalificering kun je in dit dossier bewaren.
BEGELEIDING Op het moment van het uitgeven van dit dossier zijn de regelingen voor landelijke examens nog niet van kracht. Volgens het dossier Middenkader Engineering moet een student binnen de beroepscontext wel op een vastgesteld niveau kunnen functioneren.
Er kan dan ook kritisch worden gekeken naar de maatstaven waaraan berekeningen dienen te voldoen. Het is aan te raden ondersteuning te geven bij nieuwe typen berekeningen. Bij berekeningen is het van belang dat anderen dan de opsteller ze ook kunnen begrijpen.
Ook kunt u de studenten handreikingen geven welke bewijzen (producten en/of beoordelingslijsten) ze in dit dossier in kunnen voegen. Dit om de totale kwalificering in dit dossier helder te maken.
Mogelijk wilt u deze periode ook gebruiken om de student voor te bereiden op het HBO. Daar kunt u uw eigen programma’s voor gebruiken.
94
KWALIFICEREND DOSSIER
9
9 LEREN, LOOPBAAN, BURGERSCHAP
Hoe je je kunt kwalificeren voor LLB wordt bepaald door het ROC waar je studeert. Bespreek met je docent LLB met welke producten je je eventueel kunt kwalificeren en aan welke eisen deze producten moeten voldoen. Eventuele bewijzen voor kwalificering kun je in dit dossier bewaren.
Werktuigbouwkunde
95
BEGELEIDING U kunt de studenten informeren over de manier van kwalificeren bij LLB. Ook kunt u de studenten handreikingen geven welke bewijzen (producten en/of beoordelingslijsten) ze in dit dossier in kunnen voegen. Dit om de totale kwalificering in dit dossier helder te maken. De instelling (school) stelt een verantwoordingsdocument op en de inspectietoezicht vindt plaats op basis van dat document (zeven kerntaken). De volgende opdrachten zijn suggesties om hun LLB-portfolio aan te vullen. Kerntaken 3, 6 en 7 zijn hier niet behandeld.
Kerntaak 1 Benoemd zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken Formuleren van leerdoelen.
Kerntaak 2 Stuurt zijn eigen loopbaan Reflectieverslagen.
Kerntaak 4 Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie Arbeidscontract opstellen. Rechten en plichten van een werknemer volgens de cao.
Kerntaak 5 Functioneert als kritische consument Verkoopvoorwaarden van een leverancier.
Voor komende cohorten zal LLB met kerntaken aangepast worden naar LB met dimensies.
96
KWALIFICEREND DOSSIER
10
10 AANVULLENDE INFORMATIE VOOR DE ORGANISATIE
10.1
ALGEMENE INFORMATIE OVER HET EXAMEN
Dit hoofdstuk is bedoeld om de mensen binnen de onderwijsorganisatie te informeren over hun verantwoordelijkheden rondom dit dossier. Deze informatie is in de begeleidersversie van dit dossier toegevoegd.
HET EXAMENDOSSIER In dit hoofdstuk vindt u aanvullende informatie die voor de organisatie van het kwalificeren van belang kan zijn. Zoals eerder vermeld is veel informatie al in de tekst voor de studenten vastgelegd, dit is aangevuld in de grijze vlakken met informatie voor de begeleiding. Wij adviseren u dit vooral te lezen.
Dit dossier is bedoeld als een sturingsinstrument voor de student om zich te kwalificeren, maar ook als verzamelmap voor al zijn bewijsstukken. Als de student volgens de procedure van paragraaf 3.3 uiteindelijk het volledig gevulde dossier aanbiedt, wordt de inhoud gecontroleerd en neemt de (sub)examencommissie op basis van de vastgelegde cesuur een besluit over kwalificeren of niet.
Kunt u de student niet kwalificeren, dan kunt u de student volgens een voor u werkbare methode een traject van herkansing of reparatie aanbieden.
Werktuigbouwkunde
97
Vervolgens kan het dossier van elke student een door de onderwijsinspectie vastgestelde periode opgeslagen worden tot na het eerstvolgende inspectiebezoek.
Wellicht leuk en functioneel om aan het einde van die periode een Alumniavond te organiseren waar u reflectie vraagt op uw prestaties in het verleden. Daar kunt u de student dan ook zijn dossier teruggeven.
Om dit examendossier te produceren is uitgegaan van de onderstaande drie bronnen.
1. Kwalificatiedossier van Kenteq Dit examendossier borgt dat alle kerntaken en werkprocessen van het dossier Middenkader Engineering uitstroom ‘Technicus’ Crebo 94421 worden geëxamineerd en op een transparante manier worden beoordeeld.
2. Toezichtkader BVE 2012 Dit examendossier voldoet aan de volgende door de inspectie geformuleerde eisen in deelgebied 2 ‘Examinering en diplomering’, onderdeel 2.1 van het waarderingskader. Verder geeft dit dossier handvatten en richtlijnen voor de onderdelen 2.2 en 2.3.
GEBIED 2: EXAMINERING EN DIPLOMERING 2.1 Exameninstrumentarium 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelingsgerichte toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier (n.e.) 2.1.3 Cesuur 2.1.4 Beoordeling 2.1.5 Transparantie 2.2 Afname en beoordeling 2.2.1 Authentieke afname 2.2.2 Betrouwbaarheid 2.3 Diplomering
2.3.1 Besluitvorming diplomering 2.3.2 Verantwoordelijkheid examencommissie
Inspectiebeoordeling/diplomering Dit instrument is (informeel) bekeken en gecorrigeerd door een medewerker van de onderwijsinspectie, diverse kwaliteitsdeskundigen van aangesloten ROC’s, onze assessor trainers en natuurlijk door al onze ontwikkelaars. Dit geeft ons de zekerheid dat het een betrouwbaar instrument is. De beoordeling vindt pas plaats nadat het instrument is gebruikt op de ROC’s. De onderwijsinspectie houdt vanaf 2012 op hun site bij welke exameninstrumenten op scholen zijn geïnspecteerd en wat daarvan de resultaten zijn.
Als ROC heeft u de verantwoordelijkheid om dit kwalificerend dossier in te bedden in uw examenorganisatie, zodat u voldoet aan alle eisen voor gebied 2 van het waarderingskader.
98
KWALIFICEREND DOSSIER
10 AANVULLENDE INFORMATIE VOOR DE ORGANISATIE
Een belangrijke actie hierbij is dat u dit product vóór gebruik vast laat stellen door uw vaststellingscommissie.
Voor diplomering zult u er ook voor moeten zorgen dat de student voldoet aan de eisen van het dossier LLB, Nederlands, Moderne Vreemde Talen en Rekenen. Bij hoofdstuk 7, 8 en 9 van dit dossier is enige sturing voor kwalificering ingevoegd. Zelf kunt u deze hoofdstukken aanvullen. Studenten kunnen in deze hoofdstukken ook de bewijzen voor kwalificering op het dossier LLB verzamelen.
Achter de laatste tabbladen is ruimte om informatie van uw eigen ROC, bijvoorbeeld het OER, toe te voegen.
3. Procesarchitectuur Examinering Tevens is het examendossier gebaseerd op de ‘Procesarchitectuur Examinering’ van de Landelijke Regiegroep Examinering waarin o.a. vertegenwoordigd zijn: MBO-raad, Colo, AOC Raad, NRTO, MKB-Nederland/VNO-NCW. Het examendossier valt samen met de procesgebieden: •
Construeren en vaststellen
•
Examineren
•
Diplomeren Toezichtskader BVE 2012 Deelgebied 2: tFYBNFOJOTUSVNFOUBSJVN tBGOBNFFOCFPPSEFMJOH tEJQMPNFSJOH
Kwalificatiedossier van Kenteq
Procesarchitectuur examinering Landelijke regiegroep examinering
Dossier tNJEEFOLBEFSFOHJOFFSJOH tDSFCP tVJUTUSPPN5FDIOJDVT
Procesgebieden: t$POTUSVFSFOFOWBTUTUFMMFO t&YBNJOFSFO t%JQMPNFSFO
Examendossier Consortium Beroepsonderwijs
Vaststellingscommissie ROC
Student
Ondersteuning Het Consortium Beroepsonderwijs kan u op verschillende manieren ondersteunen bij de implementatie van dit exameninstrument. Neem hiervoor contact op via onze website: www.consortiumbo.nl Werktuigbouwkunde
99
10.2
ONDERBOUWING UITGANGSPUNTEN EXAMENDOSSIER
Enkele uitgangspunten die in dit examendossier gekozen zijn, worden voor de begeleiders in de begeleidersversie toegelicht. Als je daar interesse voor hebt, kun je er naar vragen.
HET EXAMENDOSSIER Examendossier betekent, volgens het begrippenkader examinering MBO van 15-07-2011, het totaal van examengerichte resultaten en onderliggende bewijsstukken op grond waarvan kan worden besloten over diplomering van een examenkandidaat.
Dat is precies waar dit examendossier van SCB voor is bedoeld. De student schaft een examendossier van SCB aan (digitaal of paperbased), werkt ermee en verzamelt er al zijn bewijsstukken in. Aan het eind van de kwalificerende periode dient hij het examendossier in bij de verantwoordelijke van de school. Het examendossier blijft eigendom van de student.
Na eventuele diplomering en nadat de periode waarin het dossier beschikbaar moet zijn voor de inspectie is afgerond, kan de student zijn dossier afhalen op de school. Het examendossier kan hij vervolgens gebruiken als aanvulling op zijn CV.
Integrale toetsing van houding, kennis en vaardigheden In de examendossiers van SCB is gekozen is voor integrale toetsing van houding, kennis en vaardigheden in een zorgvuldig gekozen balans. Dat bevordert een holistische beoordeling. Een werkproces is de kleinste concrete eenheid om dit te doen. Houding en gedrag worden binnen de beroepscontext geobserveerd en beoordeeld. Bij de omschrijving van de werkzaamheden wordt vermeld welke kennis en vaardigheden nodig zijn om de werkzaamheden goed uit te voeren. De kwaliteit van de werkzaamheden wordt op werkprocesniveau beoordeeld met behulp van: •
criteria bij de gevraagde producten
•
criteria en een gewenste resultaat bij de competenties binnen het werkproces.
U herkent bij de criteria de kennis- en vaardigheidsaspecten die horen bij de genoemde werkprocessen. De productbeoordeling en de inzet van diverse andere beoordelingsmethoden borgt de kwaliteit van de toetsing.
Door integrale toetsing per werkproces met heldere criteria voor beoordelaar en student kan een school voorafgaand aan het examen vaststellen welke beoordelaars, zowel binnen de school als in de BPV, voldoende (vak)deskundig zijn voor het beoordelen van welke werkprocessen. De benodigde deskundigheid kan immers verschillen per werkproces. Het is aan de school om van tevoren te bepalen wie wat beoordeelt.
100 KWALIFICEREND DOSSIER
10 AANVULLENDE INFORMATIE VOOR DE ORGANISATIE
Volledigheid en passende complexiteit In het Toezichtkader BVE 2012 wordt in het domein Examinering gesteld dat bij de inrichting van kwalificerende examens sprake moet zijn van volledigheid en passende complexiteit, om de beroepsuitoefening op het vereiste beheersingsniveau zoals omschreven in het kwalificatiedossier te examineren. In dit examendossier worden alle werkprocessen van het te examineren kwalificatiedossier aangeboden. SCB vindt dat het beroep in de werkprocessen van het kwalificatiedossier zorgvuldig wordt beschreven. Het kan zijn dat het niet lukt om alle werkprocessen te examineren/beoordelen. De inspectie staat enige afwijking toe. De school zorgt ervoor dat in voorkomende gevallen op kerntaakniveau de essentie van het beroep wordt geëxamineerd.
De school stelt vast of de werkzaamheden die tijdens het examen worden uitgevoerd de complexiteit hebben die verwacht wordt van een beginnend beroepsbeoefenaar. De procedure om dit vast te stellen wordt in dit examendossier beschreven. Er is een formulier ‘Goedkeuring en vaststelling complexiteit’ beschikbaar dat ingevuld een passende complexiteit borgt.
Cesuur De cesuur ligt op het niveau van de score competenties (55% van de competenties bij elk geëxamineerd werkproces moet worden behaald) omdat daar de verschillen mogen optreden tussen individuele studenten. De toekenning van competenties aan werkprocessen in het kwalificatiedossier is zorgvuldig en evenwichtig en geeft studenten de mogelijkheid om aan te tonen dat zij voldoen aan de eisen die gesteld worden aan een beginnend beroepsbeoefenaar. De cesuur is transparant en na vaststelling van de scores bij de competenties van elk werkproces liggen de scores van de werkprocessen en kerntaken vast. SCB kiest hierbij voor de driepuntsschaal onvoldoende – voldoende – goed. Dit is een Alfa numerieke score (letters) die met behulp van transfertabellen naar een numerieke score (cijfers) vertaald kan worden.
Transparantie Dit examendossier geeft eenduidig en transparant de wijze van examinering en beoordeling weer. De versie voor begeleiders en beoordelaars is identiek aan die van studenten en bevat alleen extra aanwijzingen voor projectbegeleiders, praktijkopleiders en beoordelaars waar dat gewenst is voor de organisatie rondom het examen.
Werktuigbouwkunde
101
Authenticiteit Omschrijvingen van werkzaamheden en de beoordeling daarvan zijn in dit examendossier zodanig omschreven dat het examen in de volledige beroepscontext wordt geplaatst. De student kan de werkzaamheden uitvoeren binnen de werkomstandigheden en de sociale context van een BPV-bedrijf. Ook wanneer een deel van het examen gesimuleerd op school wordt gedaan, worden via de omschrijving van de werkzaamheden en de wijze van beoordelen de werkomstandigheden en de sociale context van de beroepspraktijk nagebootst. De school dient in dat geval aan te tonen dat het beroepenveld de afname en beoordeling als realistisch beoordeeld.
Het examendossier omvat een serie specifieke individueel te meten prestaties die onder toezicht plaatsvinden. Observatie en productbeoordeling borgen gezamenlijk de authenticiteit van de individuele prestaties. In een aantal specifieke gevallen wordt de student gevraagd zijn competenties aan te tonen via een presentatie, een reflectieverslag of via een door de beoordelaars uitgevoerd beoordelingsgesprek. Deze methodemix garandeert dat de uitkomsten van het examen betrouwbaar zijn.
Verantwoordelijkheid school De school is ervoor verantwoordelijk dat de in dit examendossier aangegeven afnameprocedure goed verloopt, dat alle betrokkenen op de hoogte zijn van de wijze van examinering en beoordeling en dat de bij de examinering betrokken personen deskundig zijn.
10.3
AANVULLENDE INFORMATIE VOOR DE VERANTWOORDELIJKE OP HET ROC
De verantwoordelijke mensen op het ROC dienen de studenten tijdig te informeren over de wijze waarop zij zich kunnen kwalificeren. Vervolgens dienen ze de studenten te begeleiden en te beoordelen en dienen ze de resultaten van de studenten te registreren. Tot slot zijn ze verantwoordelijk voor de kwalificering. Overleg tijdig met alle betrokkenen op het ROC wat jij als student van de mensen op jouw ROC kan verwachten en wanneer ze beschikbaar zijn.
BEGELEIDING Tijdens dit examen heeft u, als verantwoordelijke op het ROC, de onderstaande taken en verantwoordelijkheden:
•
De student informeren over de wijze waarop hij zich kan gaan kwalificeren.
102 KWALIFICEREND DOSSIER
10 AANVULLENDE INFORMATIE VOOR DE ORGANISATIE
•
Binnen uw ROC ruimten reserveren waarin de student kwalificerende werkprocessen kan uitvoeren.
•
Binnen uw ROC mensen plannen die de student begeleiden en beoordelen tijdens het uitvoeren van hun kwalificerende werkprocessen.
•
De student informeren over uw eigen beschikbaarheid.
•
De student begeleiden bij het kiezen van een project en het formeren van een projectgroep.
•
De student goedkeuring geven voor het uit te voeren project en de individuele goedkeuringsformulieren ondertekenen.
•
Alle betrokkenen informeren over de wijze van beoordelen en het invullen van de beoordelingsformulieren.
•
Een officieel startmoment voor het kwalificeren organiseren.
•
De student vraaggestuurd begeleiden bij het uitvoeren van de werkprocessen.
•
De student beoordelen volgens de methode van hoofdstuk 2.3, 6 en bijlage 2.
•
Met de student overleggen wanneer beoordelingsgesprekken of presentaties kunnen plaatsvinden.
•
Met betrokken collega’s overleggen wanneer u de definitieve beoordeling per werkproces vaststelt en de formulieren invult en ondertekent.
•
Het projectdossier met alle bewijsstukken, zoals aangegeven in het overzicht van paragraaf 6.4, op de geplande datum in ontvangst nemen.
•
Het examendossier controleren op compleetheid en archiveren.
•
Een voorstel tot zakken/slagen van de student bij de examencommissie indienen.
•
De student op de hoogte brengen van de uitslag van de examencommissie voor wat betreft slagen, zakken of herkansen.
Werktuigbouwkunde
103
10.4
AANVULLENDE INFORMATIE VOOR DE VERANTWOORDELIJKE OP DE AFNAMELOCATIE
Dit examen voer je geheel of gedeeltelijk uit bij een bedrijf. De verantwoordelijke mensen bij het BPV-bedrijf dienen jou te informeren over de mogelijkheden bij het bedrijf. Vooral de praktijkopleider zal je informeren over de algemene werkzaamheden en over datgene wat je kan doen om je te kwalificeren voor de gekozen kerntaak. Ook zullen ze je begeleiden en beoordelen en dienen ze in overleg met je Begeleider van het ROC je resultaten te registreren. Het is van groot belang dat je zelf regelmatig met je praktijkopleider overlegt om te borgen dat zaken ook gebeuren.
BEGELEIDING Bij dit examendeel voert de student een kwalificerende kerntaak uit bij een bedrijf. De praktijkopleider zal voor de student optreden als begeleider en als beoordelaar.
U heeft tijdens dit kwalificerende project/examen onderstaande taken en verantwoordelijkheden:
•
Uzelf op de hoogte stellen van de wijze waarop de student zijn kwalificerende werkzaamheden wil gaan uitvoeren.
•
U op de hoogte stellen van de beoordelingssystematiek ten behoeve van de beoordeling van de student.
•
De student informeren over de beschikbaarheid van ruimten, faciliteiten en van uzelf.
•
Afspraken maken met de student wanneer hij daadwerkelijk met de kwalificerende werkzaamheden kan beginnen.
•
In overleg met de verantwoordelijke van het ROC en eventuele collega’s, vaststellen wie welk deel van de werkprocessen gaat beoordelen. En de student daarover informeren.
•
Een officieel startmoment voor het kwalificeren organiseren en erbij aanwezig zijn.
•
De student vraaggestuurd begeleiden tijdens het uitvoeren van de werkprocessen.
•
De student beoordelen volgens de methode van hoofdstuk 2.3, 6 en bijlage 4.
104 KWALIFICEREND DOSSIER
10 AANVULLENDE INFORMATIE VOOR DE ORGANISATIE
•
Met de student overleggen wanneer een presentatie plaats kan vinden.
•
Met de verantwoordelijke van het ROC en eventuele andere beoordelaars vaststellen wanneer u de diverse beoordelingsformulieren definitief maakt.
•
Met betrokken collega’s en met de vertegenwoordiger van het ROC per werkproces, conform de cesuur de formulieren invullen en ondertekenen.
•
Diploma-uitreiking bijwonen
10.5
AANVULLENDE INFORMATIE VOOR DE BEOORDELAARS
De beoordelaars dienen tijdig aan te geven wanneer je, waar en op welke manier wordt beoordeeld. De beoordelaars dienen ook in overleg met elkaar de beoordelingsformulieren in te vullen, te ondertekenen en aan jou te overhandigen. Overleg tijdig met hen wat je van ze kan verwachten en wanneer ze beschikbaar zijn.
BEOORDELAARS Als beoordelaar heeft u tijdens dit kwalificerende project de onderstaande taken en verantwoordelijkheden:
•
Uzelf op de hoogte stellen van de wijze waarop de student zijn kwalificerende werkzaamheden uitvoert en van de beoordelingssystematiek die daarbij hoort. Deze beoordelingssystematiek staat beschreven in hoofdstuk 2, 6 en in bijlage 2.
•
In overleg met collega’s vaststellen welke werkprocessen en competenties u gaat beoordelen.
•
Uzelf op de hoogte stellen wanneer de student de kwalificerende werkzaamheden uitvoert. Competentiegericht beoordelen gebeurt voornamelijk tijdens het door de student uitvoeren van de werkprocessen.
•
Uzelf, eventueel in overleg met collega’s, op de hoogte stellen wanneer andere beoordelingen zoals een beoordelingsgesprek, of presentatie plaats kunnen vinden. Dit is afhankelijk van het Plan van Aanpak van de student.
Werktuigbouwkunde
105
•
De student onafhankelijk beoordelen. De prestatie van elke student beoordeelt u aan de hand van dezelfde normen en op gelijke wijze. Indien u voor of tijdens de kwalificerende periode ook als begeleider van de student optreedt, spreekt u vooraf met de student af, op welke tijdstippen de beoordeling plaatsvindt en over welke werkprocessen het gaat.
•
Bij dit kwalificerend beoordelen kunnen, in tegenstelling tot de opleidende periode, producten of werkprocessen niet meer verbeterd worden voor een betere beoordeling.
•
De beoordeling van de student is gebaseerd op de beoordeling van de mate van competent een werkproces uitvoeren. De beoordeling komt tot stand door observatie van gedrag aangevuld met productbeoordeling, een beoordelingsgesprek, een reflectieverslag of een presentatie.
•
Gedrag van de student observeert u tijdens het uitvoeren van de werkprocessen. De prestatie-indicatoren die uitgangspunt zijn voor deze gedragbeoordeling staan per werkproces bij de competenties op het beoordelingsformulier.
•
Beroepsproducten beoordeelt u op basis van de criteria die daarbij gelden. De criteria staan in dit dossier aangegeven bij het product in het beoordelingsformulier. Zelf kunt u ook criteria aangeven of verwijzen naar criteria die in de beroepspraktijk van toepassing zijn. Dit dient u dan wel tijdig aan de student te melden.
•
Reflectieverslagen die de student bij een aantal werkprocessen maakt, worden beoordeeld op basis van de criteria die in het beoordelingsformulier zijn aangegeven.
•
Beoordelingsgesprekken die de student bij een aantal werkprocessen moet voeren, worden beoordeeld op basis van de criteria die in de beoordelingsformulieren staan. Een beoordelingsgesprek wordt uitgevoerd volgens de STARRT-methode, zie de bijlagen 2 en 4
•
Een presentatie wordt beoordeeld op basis van de criteria die in het beoordelingsformulier staan.
•
In overleg met collega’s wordt op basis van de cesuur de totale beoordeling per werkproces bepaald en ingevuld op het beoordelingsformulier. Is de beoordeling een onvoldoende, dan wordt van u verwacht dat u in het vak ‘Opmerkingen’ deze beoordeling verantwoordt.
106 KWALIFICEREND DOSSIER
11 BIJLAGEN
Werktuigbouwkunde
107
108 KWALIFICEREND DOSSIER
BIJLAGE 1
Omschrijving Kerntaak 1 Kerntaak 2 Kerntaak 3 Kerntaak 4
Omschrijving kerntaken en voorbeeldprojecten kerntaken Ontwerpt producten of systemen Bereidt productiewerk voor Begeleidt productiewerk Onderhoudt producten en systemen
Voorbeeldprojecten Beroepscontext Project-Start-Up (PSU) Project 1: Schroefvijzelpomp Project 2: Stationaire grijper-krooshekreiniger
Werktuigbouwkunde
109
Omschrijving kerntaken Kerntaak 1
Ontwerpt producten of systemen
Uit te voeren werkzaamheden Werkproces 1.1 Verzamelen en verwerken van ontwerpgegevens • Je onderzoekt zelf de behoeften van de doelgroep, of je schakelt er deskundigen voor in. • Je verzamelt de benodigde ontwerpgegevens. • Je verwerkt en registreert de gegevens volgens geldende bedrijfsvoorschriften. • Je stemt met de klant en leidinggevende af, of ontwerpgegevens compleet en correct zijn. Werkproces 1.2 Uitwerken van ontwerpen • Je werkt volgens bedrijfsvoorschriften en wettelijke eisen ontwerpgegevens uit tot (deel)ontwerpen en productideeën. • Je gebruikt bij het uitwerken zo nodig een elektronisch tekenprogramma. • Je signaleert mogelijkheden en onmogelijkheden en overlegt met interne en/of externe medewerkers. Werkproces 1.3 Kiezen materialen en onderdelen • Je kiest de benodigde materialen en onderdelen. • Je stelt zo nodig alternatieven voor. • Je inventariseert voor dat doel eisen, mogelijkheden en wensen betreffende de benodigde materialen en onderdelen voor het ontwerp. Werkproces 1.4 Maken van een kostenberekening • Je maakt een voorcalculatie van de realisatiekosten, die als referentie voor de offerte dient. • Je maakt de kosten in totaal en per post inzichtelijk. • Je overlegt over de voorcalculatie met andere afdelingen en jouw leidinggevende. • Je legt afspraken betreffende realisatiekosten vast.
110 KWALIFICEREND DOSSIER
Verantwoordelijkheden Je werkt op een ontwerpafdeling en mag zelfstandig een (deel) product ontwerpen. Mogelijke bedrijven Mogelijke bedrijven waar je deze kerntaak kan doen zijn b.v. machine- en apparatenbouwbedrijven, constructiebedrijven met een ontwerpafdeling, bedrijven in de procesindustrie, ingenieursbureau, transportmiddelen industrie, levensmiddelenindustrie, hout- en papierindustrie, spoorwegen, adviesbureau. Voorbeelden van projecten Ontwerp maken van b.v. grijper voor een pick- en place-unit, transportsysteem, aandrijving, modificatie van een productielijn, staalconstructie, chassis, bordes of trap, opslagtank, leidingsysteem.
Werktuigbouwkunde
111
Kerntaak 2
Bereidt productiewerk voor
Uit te voeren werkzaamheden Werkproces 2.1 • • • •
Verzamelen en verwerken van productiegegevens Je onderzoekt welke gegevens beschikbaar moeten zijn (bijvoorbeeld materiaallijsten en realisatieafspraken). Je verzamelt deze zelf of schakelt deskundigen in. Je verwerkt en registreert de gegevens volgens geldende bedrijfsvoorschriften. Je stemt met de klant en leidinggevende af of de vastgelegde productiegegevens compleet en juist zijn.
Werkproces 2.2 Maken van een tekening(pakket) Omschrijving werkproces: • Je werkt de verzamelde productiegegevens uit in een compleet pakket bestaande uit werktekeningen en materiaallijsten. • Je raadpleegt daarvoor het ontwerp en de projectspecificaties. • Je overlegt met leidinggevende en/of uitvoering m.b.t. inhoud van de werktekening en mate van detaillering. Werkproces 2.3 Organiseren van mensen en middelen • Je stelt de hoeveelheden vast van aantallen manuren, materialen, onderdelen en middelen die nodig zijn om het product te realiseren. • Je rubriceert de hoeveelheden in aantallen en eenheden met waar nodig een specificatie. • Je bepaalt in overleg de fasering, uitvoeringsvolgorde, inzet en afroep van materieel, materiaal, mensen en middelen en legt dit volgens de geldende bedrijfsregels vast in een werkplanning. • Je rapporteert de resultaten aan je leidinggevende. Verantwoordelijkheden Ontwerp maken van b.v. grijper voor een pick- en place-unit, transportsysteem, aandrijving, modificatie van een productielijn, staalconstructie, chassis, bordes of trap, opslagtank, leidingsysteem.
112 KWALIFICEREND DOSSIER
Mogelijke bedrijven Mogelijke bedrijven waar je deze kerntaak kan doen zijn b.v. productiebedrijven, machine- en apparatenbouw, constructiebedrijven, spoorwegen, transportmiddelenindustrie. Voorbeelden van projecten Werkvoorbereiding en planning van b.v. transportsysteem, aanbrengen productielijn, staalconstructie, chassis, bordes of trap, opslagtank, leidingsysteem, bouwen en plaatsen van machines of apparaten.
Werktuigbouwkunde
113
Kerntaak 3
Begeleidt productiewerk
Uit te voeren werkzaamheden Werkproces 3.1 Begeleiden van het productieproces • Je houdt tijdens de productie de actuele status van het werk bij en vergelijkt die met de planning. • Afwijkingen van de planning leg je vast en beoordeel je op gevolgen. • Je zoekt waar mogelijk naar alternatieven of oplossingen. • Je bespreekt de aangepaste planning met je leidinggevende. • Je communiceert eventuele consequenties naar de betrokkenen. Werkproces 3.2 Bewaken begroting Omschrijving werkproces: • Je verwerkt facturen en rekeningen van leveranciers. • Je controleert bedragen, prestaties en leveranties. • Je inventariseert meer- en minderwerk en verrekenbare hoeveelheden. • Je overlegt bij kostenoverschrijdingen en onvolkomenheden met de leidinggevende of werkvoorbereiding. • Je doet voorstellen over te ondernemen acties. Werkproces 3.3 Uitvoeren kwaliteitscontroles • Je ziet er op toe dat bij de realisatie van een project volgens het kwaliteitssysteem van het bedrijf gewerkt wordt. • Je stuurt aan als daarvan afgeweken wordt. • Je registreert dat aan normen, regelgeving en kwaliteitseisen is voldaan en legt dat vast volgens het kwaliteitssysteem van het bedrijf. Werkproces 3.4 Opleveren van werk • Je ondersteunt bij de oplevering door samen met je leidinggevende het werk over te dragen aan de klant. • Je legt vast dat het werk volgens specificaties is uitgevoerd zodat het werk kan worden afgerond.
114 KWALIFICEREND DOSSIER
Verantwoordelijkheden Je functioneert als productiemedewerker, maar zal daarnaast door de productieleider betrokken worden bij het begeleiden van het productieproces, bewaking van de begroting en de oplevering. Je kunt dit ook doen voor een deel van het productieproces. Mogelijke bedrijven Mogelijke bedrijven waar je deze kerntaak kan doen zijn b.v. machine- en apparatenbouw, constructiebedrijven, procesindustrie, transportmiddelen industrie, levensmiddelenindustrie, hout- en papierindustrie, spoorwegen. Voorbeelden van projecten Uitvoeren en of/begeleiden productiewerk van b.v transportsystemen, verpakkingsmachines of wegenbouwmachines, van staalconstructies of funderingsconstructies, van (deel)producten voor apparatenbouw, piping, food- en non-food industrie of petrochemische industrie.
Werktuigbouwkunde
115
Kerntaak 4
Onderhoudt producten en systemen
Uit te voeren werkzaamheden Werkproces 4.1 •
•
Inspecteren en testen van producten en systemen Je inspecteert en test producten en systemen of je laat testen en controles uitvoeren om de kwaliteit van producten en systemen vast te stellen. Het gaat hier om testen ten behoeve van zowel preventief als correctief onderhoud. Je rapporteert resultaten, voorstellen en/of adviezen.
Werkproces 4.2 Optimaliseren van producten en systemen • Je voert op basis van een onderhoudsopdracht (zo nodig tijdelijke) reparaties uit aan producten en systemen. • Je analyseert en lokaliseert daarvoor storingen aan de hand van informatie en geconstateerde afwijkingen. • Op basis van modificatiebeschrijvingen voer je modificaties uit. • Je test en controleert het uitgevoerde werk. • Je bespreekt de mogelijke overlast ten gevolge van je werkzaamheden met de klant. Verantwoordelijkheden Je werkt bij een technische dienst van een productiebedrijf of bij een onderhouds- en servicedienst en verricht zelfstandig inspectie-, onderhouds- en testwerkzaamheden en voert zo nodig modificaties uit. Mogelijke bedrijven Mogelijke bedrijven waar je deze kerntaak kan doen zijn b.v. machine- en apparatenbouw, procesindustrie, reparatie- en revisiebedrijven, landbouwmechanisatie. Voorbeelden van projecten Uitvoeren van inspectie, onderhoud, testen en modificeren van b.v. transportsystemen, verpakkingsmachines, wegenbouwmachines of offshore-installaties, installaties in de papierindustrie, petrochemische industrie, waterzuivering, of afvalverwerking, productiemachines of -motoren, hydraulische systemen of aandrijfsystemen.
116 KWALIFICEREND DOSSIER
Voorbeeldprojecten Project 1:
Schroefvijzelpomp
Project 2:
Stationaire grijper-krooshekreiniger
Werktuigbouwkunde
117
Beroepscontext
(Thales van Milete 624 v.Chr. - 545 v,Chr.)
Nederland staat in de hele wereld bekend als waterland. Dat is ook niet verwonderlijk als je om je heen kijkt naar de grote hoeveelheden water die ons omringen. Door onze hele geschiedenis heen en ook vandaag de dag speelt water dan ook vaak een grote rol. Soms in negatieve zin door overstromingen, dijkdoorbraken en oorlogsvloten, maar meestal juist in positieve zin. Nederland is bijvoorbeeld groot geworden met de handel over zee in de 17e eeuw. Over heel de wereld waren Nederlandse schepen actief met het importeren en exporteren van allerlei handelswaar. In deze periode heeft Nederland een grote voorsprong ontwikkeld op het gebied van het bouwen van boten en havens. De Nederlandse scheepsbouw staat vandaag de dag nog steeds bekend om haar vakmanschap en kennis van allerlei soorten boten. Rotterdam behoort zelfs tot een van de grootste havens van de wereld en Nederlandse bedrijven bouwen over de hele wereld mee aan nieuwe havens. Het water heeft ons vaker geholpen en gedwongen om innovatief te blijven en een voorsprong te houden op onze concurrenten en gevaren. Door de grote hoeveelheid zeevaarders liep Nederland bijvoorbeeld voorop in de ontwikkeling van wereldkaarten en navigatiesystemen. Nederlanders ontdekten al vroeg vele nieuwe gebieden in de wereld en legden dit overzichtelijk vast op landkaarten. Dit werd mogelijk gemaakt door speciaal ontwikkelde fijnmechanische meetinstrumenten waarmee ze hun exacte locatie op zee konden vaststellen.
118 KWALIFICEREND DOSSIER
Helaas heeft ditzelfde water ons ook al vaak bedreigd, maar daar hebben we uiteindelijk mee leren leven. We hebben er zelfs onze voordelen uit weten te halen door allerlei innovatieve technieken te ontwikkelen om het water te beheersen. Zo werden al vroeg dijken en terpen aangelegd om Nederland te beschermen. Er werden op een gegeven moment zelfs grote waterwerken ontwikkeld om overstromingen te voorkomen en de zee te beheersen. Molens en gemalen pompen onze polders al decennia droog en irrigatiesystemen zoals sloten en vaarten zorgen voor een juiste beheersing en toegankelijkheid van landbouwgrond. We werden er zelfs zo handig in dat we grote watergebieden konden droogleggen om zo meer grond te winnen voor huisvesting, landbouw en recreatie. Kanalen, sluizen en bruggen zorgen op hun beurt weer voor goede transportmogelijkheden over en rond het water. Op nog veel meer vlakken heeft Nederland zich bewezen als een meester in het gebruiken van water als middel van ontwikkeling. Nederland weet haar wateroverschot dusdanig goed af te voeren en te beheersen dat het via een technisch hoogstaande waterzuivering prima voor ons leidingwatersysteem te gebruiken is. De kwaliteit van ons leidingwater is zelfs zo hoog dat het als drinkwater toonaangevend in de wereld is en het bronwater in Nederland feitelijk onnodig heeft gemaakt! Kortom, genoeg voorbeelden die aantonen dat we wijs met water zijn. We zijn ons erg bewust geworden van de mogelijkheden en bedreigingen die water ons te bieden heeft en weten dit vandaag de dag op vele manieren innovatief te gebruiken. Het leidt tot allerlei nieuwe ontwikkelingen. We bouwen tegenwoordig zelfs huizen op het water, weten er onze energietekorten mee aan te vullen en bedenken steeds nieuwe manieren om op of bij het water te recreëren. Er is in Nederland dus al een grote hoeveelheid expertise op het gebied van water en we staat inmiddels wereldwijd bekend als kenniscentrum voor watermanagement. Je kunt je voorstellen dat er hierdoor op allerlei gebieden veel werk ligt voor technische mensen die hun technische specialiteiten hierbij volop kunnen inzetten. Denk Werktuigbouwkunde
119
maar eens aan de rol van water in Nederland in de nabije toekomst en wat jouw rol hierin zou kunnen zijn. In de toekomst zal de rol van water in ons leven alleen nog maar toenemen. Er ontstaan daardoor telkens weer nieuwe uitdagingen op het gebied van water. Zo hebben we te kampen met een stijgende waterspiegel die onze kustlijn bedreigd. Tevens is er meer langdurige en heviger regenval en daarmee te weinig tijd en ruimte voor het water om in de grond te verdwijnen. Ook komen er steeds meer grote hoeveelheden smeltwater en regenwater uit hoger gelegen gebieden in Europa die via onze rivieren een weg naar zee zoeken. De hoeveelheid recreatie op en aan het water neem sterk toe en de drukte bij sluizen en bruggen neemt toe door de toename van verkeer op de weg en op het water. waterrecreatie
Onze kennis van water zal ons dus blijvend goed van pas komen en we moeten ons innovatief opstellen om alle mogelijke problemen voor te blijven en tevens nieuwe markten te openen in zowel het binnenland als ook in het buitenland. Hier ligt duidelijk een mooie kans voor de ondernemende technicus. Hij kan met zijn voorsprong in de techniek oplossingen bedenken voor problemen en op zoek gaan naar marktkansen.
120 KWALIFICEREND DOSSIER
Project-Start-Up (PSU) Een eigen bedrijf in ‘water’ Jouw bedrijf, VODA Nederland Watertechnologie, bestaat uit een directeur en drie medewerkers en is actief in de ‘waterwereld’. In een kleine projectgroep voeren jullie projectmatig opdrachten uit waarbij de directeur de functie van projectleider vervult. Als zelfstandig bedrijf zijn jullie gespecialiseerd in het ontwerpen van vijzelinstallaties, krooshekreinigers en aandrijfsystemen. Techniek is de belangrijkste drijfveer, maar het onderwerp ‘water’ is vaak aanleiding voor interne discussies die dan helemaal niet meer over techniek gaan, maar een meer maatschappelijke inhoud hebben. VODA Nederland Watertechnologie heeft zich tevens gespecialiseerd in het ontwerpen en bouwen van werkende schaalmodellen. Dit om het voor de klant mogelijk te maken op voorlichtingsbijeenkomsten, aan de hand van het model, het publiek te informeren over de vorm en de werking van de te ontwikkelen projecten. Juist daarom wordt VODA Nederland Watertechnologie vaak uitgenodigd om naar anderen hun zegje te doen en de engineering van projecten uit te voeren. Goed voor het aanzien van het bedrijf, goede promotie en goed voor de marketing.
Werktuigbouwkunde
121
Van Rijks Water Management (RWM) is een verzoek binnen gekomen om de engineering te doen voor twee onafhankelijk van elkaar staande projecten. Voor beide projecten geldt dat er een schaalmodel geleverd dient te worden. Project 1 Het leveren en plaatsen van een prefab schroefvijzelpomp bij een afvalwaterzuivering. Deze pompinstallatie is noodzakelijk vanwege capaciteitsuitbreiding van de bestaande installatie.
.
122 KWALIFICEREND DOSSIER
Project 2 Het leveren en plaatsen van een stationaire grijper-krooshekreiniger. De krooshekreiniger kan volledig automatisch werken en is voorzien van een PLC-besturing. Deze installatie dient als vervanging van een verouderde krooshekreiniger.
RWM (Rijks Water Management) geeft de mogelijkheid om voor één van deze projecten te kiezen. Wellicht een goed idee om bij dergelijke installaties, of fabrikanten, te gaan kijken om een indruk te krijgen wat een en ander precies inhoudt. Vervolgens ga je de uitdaging aan om één van de projecten uit te voeren. De opdrachtformuleringen en de benodigde informatie voor het realiseren van de projecten zijn hieronder vermeld.
Werktuigbouwkunde
123
BEGELEIDING TECHNIEK In deze projectwijzer zijn 2 projecten opgenomen: •
Project 1: Schroefvijzelpomp
•
Project 2: Stationaire grijper-krooshekreiniger
Voor deze twee projecten is gekozen omdat ze een duidelijke relatie tot elkaar hebben. In de praktijk van het watermanagement worden schroefvijzelinstallaties vaak voorzien van een geautomatiseerde krooshekreiniging.
Project 1: Schroefvijzelpomp •
Aandrijftechnieken (V-riemen, tandwieloverbrengingen, koppelingen)
•
Sterkteberekeningen (lassen, knik)
•
Staalconstructies (snedemethode van Ritter)
•
Lagerberekeningen op sterkte en levensduur
•
Enkel- en meervoudige schroefvormen
•
Smering van glij- en wentellagers (in relatie met milieueisen)
•
Onderhoudstechnologie (balanceren, uitlijnen, trillingsisolatie)
•
Materiaalkunde
•
Besturingstechniek (PLC-techniek)
•
Draaistroommotoren (ster- driehoekschakelingen, frequentieregelaars)
•
Machinerichtlijn
•
EMC-richtlijn
•
Laagspanningsrichtlijn
Project 2: Stationaire grijper-krooshekreiniger •
Sterkteberekeningen (lagers, tandwielen, buiging, knik, lassen)
•
Tandwieloverbrengingen
•
Berekenen van tandwieloverbrengingen
•
Materiaalkunde
•
Hydraulische systemen (basisschakelingen, snelheidsregelingen)
•
Berekenen van hydraulische installaties
•
Proportionele hydrauliek
•
Besturingstechniek (pneumatiek, PLC-techniek)
•
Onderhoudstechnologie (balanceren, uitlijnen, trillingsisolatie)
•
Draaistroommotoren (ster-driehoekschakelingen, frequentieregelaars)
•
Machinerichtlijn
•
EMC-richtlijn
•
Laagspanningsrichtlijn
124 KWALIFICEREND DOSSIER
TECHNIEK Wat vraagt de machinerichtlijn aan documenten in het Technisch Constructie Dossier? Dit betreft alle documentatie met betrekking tot het product zoals: •
Verkoopbrochures
•
Gebruikershandleidingen (NEN 5509)
•
Overzicht procesdynamiek
•
Sterkteberekeningen
•
Tekeningen
•
Risicobeoordelingen (NEN 1050)
•
Elektrische schema’s
•
Meet- en beproevingsresultaten
•
Certificaten
•
Overzicht en beschrijving van de (benodigde, eventueel optionele) preventieve voorzieningen
•
Onderdelenlijst
•
Montagehandleiding
•
Servicehandleiding
•
Werkdocumenten
•
Controlelijsten zoals een machinerichtlijn-controlelijst
De machinerichtlijn definieert een machine als volgt: Samenstel van onderling verbonden onderdelen of organen waarvan tenminste één kan bewegen en/of voorzien is van een aandrijfmechanisme, bedienings- en/of vermogensschakeling, bestemd voor een bepaalde toepassing.
Werktuigbouwkunde
125
Wat vraagt de EMC-richtlijn aan documenten in het Technisch Constructie Dossier? Dit betreft alle documentatie met betrekking tot het product zoals: •
Gegevens m.b.t. alle apparatuur in relatie tot de EMC, zoals inbouwvoorschriften, test- en/ of meetresultaten, gebruiksomstandigheden etc.
•
Gehanteerde normen en de afwijkingen t.o.v. de normen met onderbouwing.
Overzicht van EMC-maatregelen zoals afscherming, filtering, aarding etc.
Wat vraagt de laagspanningsrichtlijn aan documenten in het Technisch Constructie Dossier? Dit betreft alle documentatie met betrekking tot het product zoals: •
Beschrijving van het product
•
Tekeningen, elektrische schema’s etc.
•
Lijst van gebruikte normen en hoe daarmee aan de eisen uit de richtlijn is voldaan
•
Resultaat van ontwerpberekeningen, controles etc.
•
Eventuele testrapporten
Wet Productaansprakelijkheid en de CE-markering Iedere producent heeft te maken met de Wet Productaansprakelijkheid. De hoofdregel van deze wet luidt: De producent is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door een gebrek in zijn product. De CE-markering is in deze een handreiking om over voldoende gedocumenteerd bewijsmateriaal te kunnen beschikken zodat verweer tegen claims meer succes kan hebben dan bij het ontbreken van deze informatie. CE-markering dekt niet de volle breedte van de productaansprakelijkheid af!
Vanaf 1 januari 1995 mogen in de Europese Unie uitsluitend machines verhandeld of in gebruik genomen worden die voorzien zijn van een CE-markering. Een CE-markering garandeert dat het product voldoet aan de fundamentele (minimum) Europese eisen met betrekking tot veiligheid, milieu en gezondheid voor de gebruiker. Deze garantie is gebaseerd op de voor dat product geldende Europese richtlijnen. Elk bedrijf dat zelf verantwoordelijk is voor het ontwerp, is voor deze producten verplicht zich te houden aan de eerder genoemde Europese richtlijnen. De belangrijkste richtlijnen waaraan een machine dus ook de krooshekreiniger moet voldoen zijn: •
Machinerichtlijn
•
EMC-richtlijn
•
Laagspanningsrichtlijn
Deze normen zijn niet als bijlage toegevoegd, maar kunnen indien gewenst gedownload worden op www.euronorm.net.
126 KWALIFICEREND DOSSIER
Project 1
Rijks Water Management Afd. Polderbeheer Niveauweg 18 8317 PE Den Haag Tel.: +31 930 8564 Fax: +31 930 8563 Rijks Water Management verstrekt hierbij de opdracht voor:
A. Ontwerpen en op locatie, installeren van een prefab schroefvijzelpomp in Apeldoorn Inhoudelijk gaat het hierbij om: – het maken van het ontwerp – het leveren van een voorcalculatie – het doen van de werkvoorbereiding B. Ontwerpen en leveren van een werkend schaalmodel van een schroefvijzelpomp te realiseren in de werkplaats van uw eigen bedrijf/ROC. Inhoudelijk gaat het hierbij om: – het maken van het ontwerp – het leveren van een voorcalculatie – het doen van de werkvoorbereiding – produceren, productiebegeleiding en oplevering van het model – testen, geven van onderhoudsadviezen en zo nodig modificeren van het schaalmodel De elektrische aansturing van de schroefvijzelpomp en het schaalmodel behoren niet tot de voorcalculatie van deze opdracht. In bijgaand schrijven vindt u de projectinformatie en de projecteisen. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met ondergetekende.
Met vriendelijke groet, J. Poldervaart Rijks Water Management
Werktuigbouwkunde
127
Deelopdracht A: De werkelijke situatie in Apeldoorn De schroefvijzelpomp moet worden gerealiseerd volgens de hieronder aangegeven capaciteit en afmetingen.
Capaciteit A B C D E F H L
: : : : : : : : :
31 l/s 6103 mm 1150 mm 450 mm 500 mm 440 mm 780 mm 4300 mm 7320 mm
Motorvermogen TMP (tegenmaalpunt) beta TP (tastpunt) FP (vulpunt) CP (stortpunt) F1 F3 W
: : : : : : : : :
2,2 kW 4,26 m 35º 0,00 m 0,32 m 4,20 m 9 kN 13 kN 1700 kg
Technische ondersteuning voor dit project is verleend door SpaansBabcock bv
128 KWALIFICEREND DOSSIER
TECHNIEK De krachten F1 en F3 zijn de reactiekrachten bij de met water (± 0,5 m3) gevulde schroefvijzel. De kracht W is het hijsgewicht bij installeren van de schroefvijzel.
Eisen Van de werkelijke situatie verwachten wij van u: • • • •
•
•
Een opstellingstekening van de schroefvijzelpomp Werktekeningen van de schroefvijzelpomp Werktekeningen van de draagconstructie van de schroefvijzelpomp Technisch Constructie Dossier (TCD): 1. Gebruikershandleidingen (NEN 5509), Risicobeoordelingen (NEN 1050) 2. Diverse berekeningen, meet- en beproevingsresultaten en schema’s 3. Wat verder dient te worden opgenomen voor een volledig Technisch Constructie Dossier Gespecificeerde voorcalculatie van de op locatie te installeren schroefvijzelpomp, inclusief aandrijving en draagconstructie. De elektrische installatie, grond- en fundatie werkzaamheden vallen buiten de voorcalculatie Werkvoorbereiding van, de op locatie, te realiseren schroefvijzelpomp
De schroefvijzelpomp wordt uitgevoerd in staal en voorzien van een zelfdragende constructie. Hierin zijn de opleider met maalkant, vijzel, aandrijving en lagering geïntegreerd. Het geheel dient te voldoen aan de volgende specificaties: Tweegangige schroefvijzel onder een hoek van 35o Benodigde capaciteit 31 l s-1. bij maximaal 82 omw/min. Diameter schroefvijzel 500 mm Diameter pijp 273 x 6,4 mm Bladdikte 5 mm Nominale opvoerhoogte 4200 mm Aandrijving door elektromotor en V-riemoverbrenging De elektromotor moet geschikt zijn voor aansturing door een frequentieregelaar Werktuigbouwkunde
129
Zelfsmerende lagers, waarvan het onderlager geen vet mag lekken. De schroefvijzel en de binnenvoering van de trog ofwel opleider worden voorzien van een milieuvriendelijke, corrosiewerende coating. De overige constructiedelen worden in een kleur gespoten. In de situatietekening en tabel staan de specifieke vaktermen en hoofdafmetingen, nodig voor het ontwerpen van de schroefvijzelpomp.
TECHNIEK De hieronder aangegeven theoretische uitwerking van de schroefvijzel dient als ondersteuning voor de vakdocenten.
De websites www.spaansbabcock.com en www.landustrie.nl geven zeer uitgebreide informatie over opstellingen en uitvoeringsmogelijkheden van vijzels in het algemeen en prefab installaties in het bijzonder.
In de tabel hieronder zijn de ontwerpgegevens voor de vijzel gegeven. Deze gegevens zijn beschikbaar gesteld door Spaans Babcock
130 KWALIFICEREND DOSSIER
Technische gegevens vijzel Referentie
:
NL-08
Klant
:
RWM
Project
:
Pre-fab vijzelpomp
Aantal vijzels
:
1
type
:
Compact vijzel
Capaciteit
:
31 l/s
Toerental
:
81,2 omw/min
Diameter
:
500 mm
Spoed
:
425 mm
aantal gangen
:
2
opstellingshoek
:
35°
opgenomen vermogen motoras
:
1,9 kW
opvoerhoogte
:
3,94 m
tegenmaalpunt (max.)
:
4,26 m
stortpunt
:
4,2 m
vulpunt
:
0,32 m
tastpunt
:
0,00 m
Bladdikte
:
5 mm
beschoepte lengte
:
7320 mm
pijp
:
273 x 6,4 mm
pijplengte
:
7490 mm
Lagers
:
bovenlager
:
vetgesmeerd LGB-26
vijzel incl. lager
:
717 kg
onderlager
:
voorraad vetgesmeerd LGOECO-18
totaal gewicht
:
±1536 kg
vetpomp
:
n.v.t.
Verfsysteem
:
SPAANS systeem 1
Materiaal
stralen
:
SA 2.5
vijzellichaam
:
S235
primer
:
n.v.t
maalkanten
:
S235
coating
:
epoxy 300 μm
Gewicht
Werktuigbouwkunde
131
Motor
:
fabrikaat
:
type
:
WEG (of gelijkwaardig)
Geschikt voor frequentieomvormer 100L4
spanning
:
400 V
frequentie
:
50 Hz
beschermingsklasse
:
IP 55
efficiëntie klasse
:
1
Nominaal koppel
:
450 Nm
nominaal vermogen
:
2,2 kW
toerental
:
1425 omw/min
teruglooprem
:
Tandwielkast
:
in tandwielkast
fabrikaat
:
Siemens/Flender (o.g.w.)
type
:
MOTOX Z48P
overbr.verhouding
:
17,6
Koppeling
:
fabrikaat
:
Flender (o.g.w.)
type
:
N-Eupex A140
V-riem overbrenging
:
type
:
2 SPZ
motorschijf
:
112 mm
tandwielkastschijf
:
112 mm
De buitenste oplegpunten worden door een betonconstructie gedragen, terwijl de vijzelbehuizing tussen de buitenste oplegpunten door een kolomconstructie wordt ondersteund.
132 KWALIFICEREND DOSSIER
TECHNIEK De vijzel en opleider of trog worden van een corrosiewerende coating voorzien. Meestal gaat men uit van een epoxy coating. De specificaties zijn te vinden op de genoemde websites. De overige constructiedelen worden thermisch verzinkt en van een verflaag voorzien (duplex). De staalkolommen worden op knik berekend. Om de trek- en drukkrachten in de vakwerkconstructie te bepalen wordt de snedemethode van Ritter toegepast. De beplating in de vakwerkconstructie laten we in de berekening buiten beschouwing. De nu bekende trek- en drukkrachten bepalen de afmetingen van lassen en/of bouten. Om het vijzeltoerental sterk te reduceren wordt gebruik gemaakt van een tandwielkast en een V-riemoverbrenging. De elektromotor wordt gestuurd door een frequentieregelaar. Deze maakt samen met de tandwielkast bijna elk gewenst toerental mogelijk. Berekeningen van V-riemen en koppelingen worden geoefend. Bij bepaling van het onderlager wordt uitgegaan van wentellagers. Deze nemen alleen radiale krachten op. Als gevolg van uitzetting moet het onderlager ook de lengteverandering opnemen. Het onderlager mag geen vet lekken. Het bovenlager is opgebouwd uit een zelfinstellend lager, dat geschikt is voor het opnemen van axiale en radiale krachten.
De ontwerpberekeningen voor de vijzel zijn beschikbaar gesteld door Spaans Babcock en zijn te downloaden bij www.consortiumbo.nl
Eisen:
Opstelhoek 35° Capaciteit 31 l/s Diameter vijzel 500 mm Nominale opvoerhoogte 4200 mm
Ontwerpuitwerking Gekozen wordt een 2-gangige vijzel.
Het toerental van de vijzel wordt als volgt bepaald:
n = (60 x Q) / (q x D³) omw./min.
waarbij Q = capaciteit in l/s q = vullingfactor (dimensieloos) D = vijzeldiameter in m
Hier: n = (60 x 31) / (0,19 x 0,5³) = 78,3 omw./min.
Werktuigbouwkunde
133
Voor de capaciteit van 31 l/s moet de vijzel minimaal 78,3 omw/min draaien. Bij de V-riem transmissie moet rekening worden gehouden met de optredende slip in de V-riem overbrenging. Gekozen wordt een toerental van 81,2 omw/min.
Vijzelafmetingen: Het vulniveau van de vijzel wordt als volgt bepaald:
VP – TP = ((D-d)/2+d)cos ß in mm
waarbij D = vijzeldiameter in mm d = pijpdiameter in mm ß = opstelhoek in graden
Hier: VP – TP = ((500-273)/2+273)cos35° = 317 mm (ca.0,32 m).
Het maximale waterniveau TMP boven het stortpunt SP van de vijzel wordt als volgt bepaald:
TMP = SP + percentage x D.
Hier: TMP = 4,2 + (0,12 x 0,5) = 4,26 m.
De hydraulische opvoerhoogte wordt nu: H = TMP – VP.
Hier: TMP = 4,26 – 0,32 = 3,94 m.
Bepaling lengte vijzelbeschoeping LF:
LF = (SP – TP) / sin ß = 4200 / sin 35°= ca.7320 mm.
Bij de gekozen vijzeldiameter wordt de pijplengte ca. 170 mm langer dan de lengte van de beschoeping. Hier dus 7320 + 170 = 7490 mm.
De speling tussen de vijzel en de trog wordt als volgt bepaald: s = 0,0045 x √ D in mm, waarbij D = vijzeldiameter in m.
Hier: s = 0.0045 x √0,5 = 3,18 mm. In de praktijk zal de speling ca. 4 mm bedragen.
134 KWALIFICEREND DOSSIER
Bepaling vijzelas- / motorvermogen.
Het vijzelasvermogen wordt als volgt bepaald: P = (Q x H)/(102 x vijzelrendement) in kW
waarbij Q = capaciteit in l/s H = hydr. opvoerhoogte in m
Hier: P = (31 x 3,94)/(102 x 0,68) = 1,76 kW.
Het minimale motorvermogen wordt als volgt bepaald:
P motoras = P vijzelas / rendement aandrijving.
Hier: P motoras = 1,76 / 0,925 = 1,9 kW.
De te selecteren motor moet geschikt zijn voor aansturing door een frequentieregelaar. Minimaal motorvermogen wordt dan ca. 15% hoger.
Hier: P motor = 1,9 x 1,15 = 2,18 kW.
Eerstvolgende standaard motorvermogen is 2,2 kW.
Bepaling tandwielkastgrootte.
Het koppel aan de vijzelas is: T = (P x 9550) / n in Nm
Waarbij P = vijzelasvermogen in kW n = vijzeltoerental in omw./min.
Hier: T = (1,76 x 9550) / 78,3 = 215 Nm.
Het getal 9550 is een constante die wordt gehanteerd door de tandwielkast leveranciers. Volgens aanbevelingen van tandwielkast leveranciers moet bij een vijzelpomp een veiligheidsfactor van 1,5 worden toegepast om goed functioneren te waarborgen.
Het minimale tandwielkastkoppel moet dus 215 x 1,5 = 323 Nm bedragen.
Werktuigbouwkunde
135
TECHNIEK De vijzelinstallatie vergt weinig onderhoud. De levensduur van een vijzel bedraagt ongeveer dertig jaar. Goede smering van de vijzellagers is het belangrijkste aspect van onderhoud bij vijzels. Het onderlager heeft levensduur smering. Slijtage van de schroef is sterk afhankelijk van de vervuiling van het de samenstelling van het medium. Bijvoorbeeld de aanwezigheid van zand in het verpompte medium. Dit wordt periodieke gecontroleerd. In de controles worden ook smeerschema’s van tandwielkast, evt. lagering e.d. opgenomen. V-riemen worden periodiek gecontroleerd op slijtage. In de risicoanalyse wordt opgenomen het effect van storingen: verontreinigingen, stroomuitval, mechanische gebreken e.d. Onderwerpen als veiligheid en milieu mogen niet ontbreken.
TECHNIEK Richtprijs van de complete pre-fab vijzelpomp is ongeveer €23.000,= netto, af fabriek. (prijspeil december 2008) Montage en inbedrijfstelling, exclusief transport, draagconstructie en bouwkundige voorzieningen kost ca. € 2.500,= (prijspeil december 2008).
136 KWALIFICEREND DOSSIER
Deelopdracht B: Schaalmodel van de schroefvijzelpomp Het schaalmodel hoeft geen exacte kopie, op schaal, te zijn van het werkelijke ontwerp. Belangrijk is dat met een vijzelinstallatie water van een lager niveau naar een hoger niveau wordt getransporteerd. De maximale afmeting van het schaalmodel wordt in overleg met de opdrachtgever bepaald. Eisen Van het werkend schaalmodel verwachten wij van u: • •
• • • • •
• • •
Een opstellingstekening van de schroefvijzelpomp Een niveauregeling, aangestuurd door een PLC. Deze regeling start bij een vooraf bepaald hoog waterniveau de schroefvijzelpomp en stopt de schroefvijzelpomp bij een vooraf bepaald laag niveau Werktekeningen van de schroefvijzelpomp Werktekeningen van de draagconstructie van de schroefvijzelpomp Besturingsschema van de niveauregeling Onderdelenlijsten Een gespecificeerde voorcalculatie inclusief aandrijving en draagconstructie Het ontwerpen en tekenen van het besturingsdeel behoort niet tot deze voorcalculatie De werkvoorbereiding voor het bouwen/realiseren van het schaalmodel in uw werkplaats Het werkend schaalmodel van de schroefvijzelpomp Testverslag, onderhoudsadviezen en zo nodig modificeren van het model
Werktuigbouwkunde
137
TECHNIEK Schaalmodel De afmeting van het schaalmodel wordt in grote mate bepaald door de beschikbare ruimte in het praktijklokaal. In overleg met de projectgroep wordt de maximale grootte vast gelegd. De te gebruiken materialen zijn afhankelijk van beschikbaarheid en eigen creativiteit. Belangrijk is dat met een vijzelinstallatie water van een lager niveau naar een hoger niveau wordt getransporteerd. Kenmerkende eigenschappen worden hierdoor inzichtelijk gemaakt.
De auteurs hebben ervoor gekozen bij het schaalmodel een PLC gestuurde niveauregeling toe te voegen. Dit om het ontwerpen van een PLC-besturing aan de orde te laten komen.
Tip: Op internet kunt u bedrijven vinden die gespecialiseerd zijn in het leveren van transportschroeven in diverse afmetingen. Zie bijvoorbeeld: www.transportschroeven.nl.
138 KWALIFICEREND DOSSIER
Project 2
Rijks Water Management Afd. Polderbeheer Niveauweg 18 8317 PE Den Haag Tel.: +31 930 8564 Fax: +31 930 8563 Rijks Water Management verstrekt hierbij de opdracht voor:
A. Ontwerpen en op locatie, installeren van een prefab schroefvijzelpomp in Apeldoorn Inhoudelijk gaat het hierbij om: – het maken van het ontwerp – het leveren van een voorcalculatie – het doen van de werkvoorbereiding B. Ontwerpen en leveren van een werkend schaalmodel van een schroefvijzelpomp te realiseren in de werkplaats van uw eigen bedrijf/ROC. Inhoudelijk gaat het hierbij om: – het maken van het ontwerp – het leveren van een voorcalculatie – het doen van de werkvoorbereiding – produceren, productiebegeleiding en oplevering van het model – testen, geven van onderhoudsadviezen en zo nodig modificeren van het schaalmodel De elektrische aansturing van de schroefvijzelpomp en het schaalmodel behoren niet tot de voorcalculatie van deze opdracht. In bijgaand schrijven vindt u de projectinformatie en de projecteisen. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met ondergetekende.
Met vriendelijke groet, J. Poldervaart Rijks Water Management
Werktuigbouwkunde
139
Deelopdracht A: De werkelijke situatie in de Hoenwaard bij Hattem De functie van de grijper-krooshekreiniger is het automatisch verwijderen van vuil dat zich heeft opgehoopt voor het krooshek van bijvoorbeeld een schroefvijzel. Het vuil wordt vervolgens gestort in een container of stortplaats. Stationair houdt in dat het frame van de krooshekreiniger zich niet lineair kan verplaatsen. De grijper-krooshekreiniger moet worden gerealiseerd volgens de hieronder aangegeven objectenboom krooshekreiniger. En het programma van eisen dat is opgesteld volgens het principe van de Leidraad Systems Engineering. (Zie: Programma van eisen krooshekreiniger)
Technische ondersteuning voor dit project is verleend door Jansen Venneboer B.V.
TECHNIEK Met de invulling van de objectenboom zijn de systeemgrenzen van de krooshekreiniger vastgelegd.
140 KWALIFICEREND DOSSIER
Eisen Van de werkelijke situatie verwachten wij van u: • • •
•
•
Een opstellingstekening van de grijper-krooshekreiniger Werktekeningen van de grijper-krooshekreiniger Technisch Constructie Dossier (TCD): 1. Gebruikershandleidingen (NEN 5509), Risicobeoordelingen (NEN 1050) 2. Diverse berekeningen, meet- en beproevingsresultaten en schema’s 3. Wat verder dient te worden opgenomen voor een volledig Technisch Constructie Dossier Gespecificeerde voorcalculatie van de op locatie te installeren grijper-krooshekreiniger, inclusief het ontwerpen en tekenen van de besturing. De elektrische installatie, grond- en fundatie werkzaamheden vallen buiten de voorcalculatie. Werkvoorbereiding van de, op locatie, te realiseren grijperkrooshekreiniger.
Werktuigbouwkunde
141
Programma van eisen krooshekreiniger
Objectspecificatie Objectnaam Objectnummer Onderdeel van Samengesteld uit
Nummer SF.0.01 Nummer SO.0.01
SO.0.02 SO.0.03 SO.0.04 Nummer SE.0.01
SE.0.02
Krooshekreiniger 0 Systeem gemaal (geen onderdeel van dit PVE) deelobject 1 Korf deelobject 2 Giek en draaiarm deelobject 3 Frame deelobject 4 Elektrische besturing deelobject 5 Veiligheid deelobject 6 Keuzeopties
Functie-eisen Automatisch reinigen van het krooshek. Objecteisen Normen: Het systeem moet voldoen aan alle wettelijk gestelde eisen. Hierbij valt te denken aan de machinerichtlijn, EMC-richtlijn en de laagspanningsrichtlijn. Capaciteit: Het systeem moet een hoeveelheid van 250 kg drijfvuil in één cyclus kunnen verwerken. Eén cyclus mag maximaal 8 minuten duren. Levensduur: Het systeem moet een aantoonbare ontwerplevensduur van minimaal 10 jaar hebben en/of minimaal 2500 draaiuren. Externe raakvlakeisen Milieu: Omdat het systeem direct in aanraking komt met het oppervlaktewater moet het ontwerp zodanig zijn uitgevoerd dat dit geen directe belasting vormt voor het milieu. Het systeem dient zo ontworpen te zijn dat bij vandalisme het milieu niet direct in ernstig gevaar komt.
142 KWALIFICEREND DOSSIER
SE.0.03
SE.0.04
SE.0.05 SE.0.06
Nummer Nummer SA.0.01 SA.0.02
SA.0.03
SA.0.04
SA.0.05 SA.0.06
SA.0.07 Nummer SO.0.01 SO.0.04 SE.0.01
Gemaalbesturing: De systeembesturing moet kunnen communiceren met de hoger gelegen gemaalbesturing. Krooshek: Het systeem moet toepasbaar zijn voor alle soorten krooshekken. Dit komt voornamelijk tot uiting in de hart-op-hart afstand van de spijlen. Veiligheid: Toepassen van een duidelijk zichtbare noodstopknop. Bij indrukken dient het systeemproces direct te worden gestopt. Van het systeem dienen de veiligheidsrisico’s duidelijk in kaart worden gebracht met de benodigde veiligheidsvoorzieningen. Waarvan in het ontwerpproces samen met verkoop vastgelegd wordt wat standaard tot de levering behoort. Interne raakvlakeisen Aspecteisen Kostprijs: De maximale kostprijs: Verkrijgbaarheid onderdelen: Het systeem dient zoveel mogelijk opgebouwd te worden uit C.O.T.S. (Custom of the shelf) onderdelen m.a.w. maximaal toepassen van standaard in de markt te verkrijgen onderdelen. Toe te passen inkoopdelen dienen de komende 10 jaar verkrijgbaar te zijn. Corrosiebestendigheid: Het toe te passen conserveringssysteem moet een levensduur hebben van 10 jaar. Onderhoudbaarheid: Het systeem moet zoveel mogelijk worden opgebouwd uit onderhoudsvrije onderdelen. De periodiek te onderhouden onderdelen moeten goed toegankelijk zijn. Het systeem moet zo worden ontworpen dat preventief onderhoud, in principe, beperkt blijft tot het uitvoeren van maximaal 2x een halve dag aan onderhoudswerkzaamheden per jaar. Sloop – einde levensduur: De toe te passen materialen moeten bij einde levensduur (sloop), conform de huidige wettelijke eisen, goed te verwerken zijn. Toelichting Iedere machine moet aan deze eisen voldoen. Het aantal draaiuren is gebaseerd op een werking van 40 minuten per dag gedurende 10 jaar. Dit maakt in totaal 250 uur per jaar. Hierbij zal ook gekeken moeten worden naar de hoger gelegen systemen of raakvlaksystemen, zoals het krooshek. De gedachte is dat bijvoorbeeld de toe te passen smeermiddelen niet in het oppervlaktewater terecht kunnen komen of geen belasting zijn voor het milieu. Hierbij valt ook te denken aan toe te passen oliesoorten o.i.d. Dit geldt met name voor hydraulische systemen. Werktuigbouwkunde
143
SE.0.05 SE.0.06
SA.0.01 SA.0.02
SA.0.05
SA.0.08
In principe is dit een wettelijke verplichting en wordt getackeld door SO.0.01. Hierbij valt o.a. te denken aan veiligheidshekken en bebordingen. De levering hiervan hoeft geen onderdeel te zijn van de machine. Advisering over de benodigde aanvullende veiligheidsvoorzieningen hoort er echter wel bij. Deze kostprijs geldt voor het totale systeem. Marktprijs ca. € 42.000. (prijspeil 2009) De gedachte hierachter is dat het toepassen van, op dit moment, goedkope exotische onderdelen leidt tot reparatieproblemen in de toekomst. Uiteraard zal bij de keuze van de onderdelen ook rekening gehouden moeten worden met eis SA.0.01. De bedoeling is dat het systeem niet of zeer minimaal gesmeerd moet worden. Dit geldt vooral voor de draaipunten. Kosten voor preventief beheer dienen tot een minimum gereduceerd te worden tot maximaal 1 mandag per jaar. Materiaalkeuzes moeten onderbouwd worden, milieu-, Arbo-technische evenals maatschappelijke aspecten dienen hierin ook meegenomen te zijn. Dus het toepassen van bijvoorbeeld asbest is verboden.
Objectspecificatie Objectnaam Objectnummer Onderdeel van Samengesteld uit Nummer SF.1.01 Nummer SO.1.01 SO.1.02 SO.1.03 SO.1.04 Nummer SE.1.01 Nummer SI.1.01 Nummer Nummer SO.1.03
Korf 1 Systeem 0: Krooshekreiniger -
Functie-eisen Grijpen en loslaten van drijfvuil. Objecteisen De korf moet een hoeveelheid van maximaal 250 kg drijfvuil in één cyclus kunnen verwerken. De korf moet zo uitgevoerd worden dat het water eenvoudig kan afvloeien. De korf moet minimaal drijfvuil grijpen ter grootte van 80 mm. De korf uitleggen voor een maximale breedte van 2,5 meter. Externe raakvlakeisen Het systeem moet toepasbaar zijn voor krooshekken met een hart-ophart afstand van de spijlen van 80 mm. Interne raakvlakeisen De korf moet scharnierbaar aansluiten op deelobject 2 Giek en draaiarm. Aspecteisen Toelichting De meeste krooshekken bij gemalen hebben een spijlafstand > 80 mm. Hieruit kan geconcludeerd worden dat drijfvuil <80 mm door de pomp heen mag gaan.
144 KWALIFICEREND DOSSIER
Objectspecificatie Objectnaam Objectnummer Onderdeel van Samengesteld uit Nummer SF.2.01 Nummer SO.2.01 SO.2.02 Nummer Nummer SI.2.01 SI.2.02 Nummer Nummer -
Functie-eisen Reiken en draaien Objecteisen Reikwijdte bij volledig gestrekte giek: 3 meter Minimaal zwenkhoek: 90° Externe raakvlakeisen Interne raakvlakeisen De korf moet scharnierbaar aansluiten, inclusief bewegingsmechanisme. De giek en draaiarm moeten draaibaar aansluiten op het frame. Aspecteisen Toelichting -
Objectspecificatie Objectnaam Objectnummer Onderdeel van Samengesteld uit Nummer SF.3b.01 Nummer SO.3b.01 Nummer Nummer SI.3b.01 Nummer Nummer -
Giek en draaiarm 2 Systeem 0: Krooshekreiniger -
Frame 3 Systeem 0: Krooshekreiniger Functie-eisen Ondersteunen van deelobject 2. Objecteisen Bevestiging voor deelobjecten 1 en 2 met de ondergrond d.m.v. chemische ankers. Externe raakvlakeisen Interne raakvlakeisen De Giek en draaiarm moeten draaibaar aansluiten op het frame. Aspecteisen Toelichting -
Werktuigbouwkunde
145
Objectspecificatie Objectnaam Objectnummer Onderdeel van Samengesteld uit Nummer SF.4.01 Nummer SO.4.01
SO.4.02 SO.4.03 SO.4.04 Nummer Nummer Nummer Nummer -
Functie-eisen Automatisch besturen van de krooshekreiniger Objecteisen Verwerken van inkomende signalen, zijnde: - eindschakelaars - storingsmeldingen van de diverse componenten - extern startsignaal Op basis van ingekomen signalen verstrekken van opdrachten aan de overige deelsystemen. De installatie dusdanig besturen dat de grijper altijd op hetzelfde punt in het krooshek aangrijpt ongeacht de bedrijfsomstandigheden. Kunnen communiceren met een hoger gelegen systeem. Externe raakvlakeisen Interne raakvlakeisen Aspecteisen Toelichting -
Objectspecificatie Objectnaam Objectnummer Onderdeel van Samengesteld uit Nummer SF.5.01 Nummer SO.5.01 Nummer Nummer Nummer SA.5.01 Nummer -
Elektrische besturing 4 Systeem 0: Krooshekreiniger -
Veiligheid 5 Systeem 0: Krooshekreiniger -
Functie-eisen Voorkomen dat mensen gewond raken. Objecteisen Noodstopknop op een zichtbare plaats op de machine. Externe raakvlakeisen Interne raakvlakeisen Aspecteisen In kaart brengen van de overige gevaren met mogelijke oplossingen. Toelichting -
146 KWALIFICEREND DOSSIER
Objectspecificatie Objectnaam Objectnummer Onderdeel van Samengesteld uit Nummer SF.6.01 Nummer SO.6.01 SO.6.02 SO.6.03 Nummer Nummer Nummer Nummer -
Keuze opties 6 Systeem 0: Krooshekreiniger -
Functie-eisen Aanvullende opties Objecteisen Leuning of hekwerk zodat gevarenzone / werkzone van de reiniger voor onbevoegden niet toegankelijk is. Trekkoord beveiliging. Hiervoor geldt dat als hieraan getrokken wordt het systeem direct in zijn proces stopt. Licht- en geluidsignalering conform de geldende normen. Externe raakvlakeisen Interne raakvlakeisen Aspecteisen Toelichting -
TECHNIEK Programma van Eisen De inhoud van dit document is opgebouwd volgens het principe van de Leidraad Systems Engineering. De eerste Nederlandstalige versie van de Leidraad voor ‘Systems Engineering binnen de GWW-Sector’ is opgesteld in nauwe samenwerking met Bouwend Nederland en de ONRI. De Leidraad SE is gepresenteerd op het congres dat in Rotterdam plaatsvond op 10 april 2007. Via onderstaande link kunt u de Nederlandstalige of Engelstalige versie van de Leidraad voor Systems Engineering binnen de GWW-Sector downloaden: www.bouwdienst.nl/leidraadse/ Volgens dit principe wordt door middel van onderverdelingen en coderingen een overzichtelijk geheel van eisen gecreëerd. Daarbij geldt dat eisen die gesteld worden in het hoger gelegen systeem ook van toepassing zijn op de onderliggende deelsystemen.
Systems Engineering in het kort Het doel van de Systems Engineering is een betere beheersing van de processen door de keuzes en de uitwerkingen van technische oplossingen eenduidig en expliciet vast te leggen en te toetsen. Hierdoor wordt informatie overdraagbaar en kunnen fouten, dus ook faalkosten, worden voorkomen.
Werktuigbouwkunde
147
De kernelementen die Systems Engineering definiëren zijn: •
Het op een gestructureerde wijze specificeren van een behoefte.
•
Het op een gestructureerde wijze ontwerpen van een passende oplossing bij de behoefte.
•
Het op correcte wijze realiseren van deze oplossing.
•
Het op een juiste wijze beheren van de gerealiseerde oplossing.
•
Het op een juiste wijze verifiëren en valideren.
•
Het op een beheerste wijze managen van het gehele systeem gedurende zijn levensduur.
Systems Engineering is een vorm van systeemdenken. Hierbij wordt een systeem beschouwd als een set componenten, die op een georganiseerde wijze bijdragen aan het invullen van de behoefte. Hoe dat systeem gezien en gedefinieerd wordt, hangt af van de belangen en verantwoordelijkheden van de waarnemer. Bijvoorbeeld een waterschap ziet het gemaal als één systeem, opgebouwd uit deelsystemen waaronder een krooshekreiniger. Terwijl de fabrikant van de krooshekreiniger juist deze installatie als hoofdsysteem beschouwt.
De drie belangrijkste aspecten binnen de Systems Engineering zijn: •
Splitsen van specificatie en ontwerpen. Het vertrekpunt is de behoefte (men noemt dit ook wel de probleemdefinitie), hiervoor worden hoofdeisen vastgesteld. Vanuit deze hoofdeisen ontstaan, meestal gaandeweg de detaillering van het ontwerp, subeisen waaraan de systeemoplossing moet voldoen. Dit proces herhaalt zich totdat een ontwerp is ontstaan dat geschikt is om tot uitvoering te brengen.
•
Verifiëren en valideren. Bij het verifiëren wordt getoetst of het systeem aan de gestelde eisen voldoet en bij het valideren wordt getoetst of het systeem aan de klantwensen voldoet.
•
De levenscyclus als uitgangspunt. Tijdens het ontwerpproces moet ook gekeken worden naar de levenscyclus van het te ontwerpen systeem. Bijvoorbeeld hoe ga je om met het systeem bij einde levensduur?
TECHNIEK De websites van: Machinefabriek Bosker en Zonen B.V.
www.mfbosker.com
Jansen Venneboer B.V.
www.jansen-venneboer.com
Van der Spek Technologie
www.terspecke.com
Mechanisatiebedrijf M.A. van der sluis
www.maartenvandersluis.nl
Hertog Polderbemalingen
www.hertogpolderbemalingen.nl
geven uitgebreide informatie over uitvoeringsmogelijkheden van krooshekreinigers. De bewegingen subsystemen worden gerealiseerd met behulp van hydraulische cilinders. De draaiende beweging kan ontstaan door een hydraulische draaicilinder of een tandkrans/ rondsel overbrenging aangedreven door een elektromotor . Het hydraulisch aggregaat en de besturing bevinden zich in het frame.
148 KWALIFICEREND DOSSIER
TECHNIEK Oppervlaktebehandeling De krooshekreiniger wordt van een corrosiewerende afwerking voorzien. Conform de voorwaarden gesteld in het programma van eisen. Meestal gaat men uit van een epoxy coating en/of thermisch verzinkt en van een verflaag voorzien (duplex) volgens NEN5254. De specificaties zijn te vinden op websites van fabrikanten of leveranciers van dit product. Bijvoorbeeld www.nedcoat.nl.
Sterkteberekeningen Op de scharnier- en steunpunten wordt de momentenstelling toegepast en daarmee worden de optredende krachten bepaald. De scharnierpunten worden berekend op afschuiven, stuik en buiging. De berekeningen van het draaipunt in de voet worden bepaald door de keuze van het type van de aandrijving en de draaiconstructie.
Aandrijving en besturing De optredende krachten zijn bekend, dus nu kunnen de hydraulische cilinderafmetingen worden bepaald. Rekening houdend met de gekozen systeemdruk en toelaatbare knikkracht van de zuigerstang. Hier aan gerelateerd wordt de capaciteit van het hydraulisch aggregaat bepaald. Afhankelijk van de keuze van de zwenkbeweging moeten, als dit met elektromotoraandrijving in combinatie met een tandkrans plaatsvindt, de specificaties van de elektromotor worden berekend. Ook dient dan de tandwieloverbrenging te worden berekend op toerental en sterkte.
TECHNIEK De auteurs gaan ervan uit dat uw studenten in deze fase van hun opleiding in staat zijn met behulp van een 3D-CAD-programma te tekenen en te simuleren.
Werktuigbouwkunde
149
Deelopdracht B: Schaalmodel van de krooshekreiniger Het schaalmodel hoeft geen exacte kopie, op schaal, te zijn van het werkelijke ontwerp. De aandrijving kan verschillen. Belangrijk is dat de krooshekreiniger kan schuiven, grijpen, draaien en storten. De maximale afmeting van het schaalmodel wordt in overleg met de opdrachtgever bepaald. Eisen Van het werkend schaalmodel verwachten wij van u: • Een opstellingstekening van de grijper-krooshekreiniger • Werktekeningen van de grijper-krooshekreiniger • Besturingsschema en PLC-programma • Onderdelenlijsten • Een gespecificeerde voorcalculatie, inclusief het ontwerpen en tekenen van het besturingsdeel • De werkvoorbereiding voor het bouwen/realiseren van het schaalmodel in uw werkplaats • Het werkend schaalmodel van de grijper-krooshekreiniger • Testverslag, onderhoudsadviezen en zo nodig modificeren van het model
150 KWALIFICEREND DOSSIER
TECHNIEK Het schaalmodel kan bijvoorbeeld de volgende bewegingen uitvoeren: •
Schuiven en grijpen
•
Heffen
•
Zwenken
•
Schuiven en storten
Op de downloadsite www.consortiumbo.nl zijn animaties en foto’s beschikbaar van krooshekreinigers.
De afmeting van het schaalmodel wordt in grote mate bepaald door de beschikbare ruimte in het praktijklokaal. In overleg met de projectgroep wordt de maximale grootte vast gelegd. De te gebruiken materialen zijn afhankelijk van beschikbaarheid en eigen creativiteit. Belangrijk is dat met een krooshekreiniger vervuiling ter plaatse van een krooshek wordt verwijderd en wordt gestort op een vaste positie. Kenmerkende eigenschappen worden hierdoor inzichtelijk gemaakt.
Overweeg de aandrijving in plaats van hydraulisch, pneumatisch uit te voeren. Ook elektromechanische aandrijving behoort tot de mogelijkheden. Voor de besturing wordt gebruik gemaakt van een PLC, bijvoorbeeld de Siemens Logo PLC.
Werktuigbouwkunde
151
152 KWALIFICEREND DOSSIER
BIJLAGE 2
Beoordelingsmethoden
Observatie Een observatie heeft tot doel om vast te stellen of jij voldoet aan de beoordelingscriteria van competent handelen. Tijdens een ‘observatie’ bekijkt de beoordelaar hoe jij handelt gedurende het uitvoeren van je opdracht bij een werkproces. Alle competenties die daarbij een rol spelen, worden tijdens de observatie beoordeeld. De observator let daarbij niet alleen op de prestatie-indicatoren uit het kwalificatiedossier, maar ook op de mate waarin je je actief inzet en de manier waarop je kennis en vaardigheden toepast. Vooraf zijn de momenten of de periodes waarin je via observatie wordt beoordeeld, vastgelegd. In het beoordelingsformulier staat aangegeven waaraan jouw gedrag moet voldoen. Vooraf is bepaald of je de opdracht individueel uitvoert of samenwerkend in een groep. Het resultaat van de observatie telt mee in de eindbeoordeling van een competentie.
Werktuigbouwkunde
153
1. Observatie Doel
Werkwijze
Uitvoering
154 KWALIFICEREND DOSSIER
‘Observeren’ heeft tot doel om informatie te verzamelen over iemands gedrag. Via het waarnemen van gedrag kan de observator vaststellen of een student voldoet aan de bij de competenties aangegeven prestatie-indicatoren en/of hij competent handelt bij het uitvoeren van een werkproces. De methode van ‘observatie’ wordt ingezet om gedrag te beoordelen. Gedurende de uitvoering van de kwalificerende leereenheid, dus wanneer een student aan de werkprocessen werkt, wordt hij regelmatig geobserveerd. De observator, tevens beoordelaar, geeft van tevoren aan wanneer hij ‘observatie’ inzet als beoordelingsmethode. Daarbij zijn vooraf het doel en de criteria, ook wel de (prestatie-) indicatoren, vastgesteld. Met andere woorden: wat wordt geobserveerd en waar moet dit aan voldoen? Elke beoordelaar neemt zo objectief mogelijk waar en stelt vast of de student voldoet aan de gestelde eisen van een werkproces, overeenkomstig het KD. Daarnaast observeert hij of een student zich actief inzet en let hij op de manier waarop een student kennis en vaardigheden toepast. Vooraf is bepaald of de student de opdracht individueel uitvoert of samenwerkend in een groep.
Productbeoordeling Bij een productbeoordeling wordt het product dat je hebt gemaakt of de dienst die je hebt geleverd beoordeeld. De producten of diensten die jij oplevert na het uitvoeren van een werkproces, dienen te voldoen aan de eisen van de opdrachtgever en/of de beroepspraktijk. Deze eisen zijn vastgelegd in het beoordelingsformulier. Je weet wanneer je welke producten of diensten dient in te leveren. De beoordeling van het product of dienst wordt uitgedrukt met een O, V of G. Via het product of de dienst worden één of meerdere competenties beoordeeld.
2. Productbeoordeling Doel
Werkwijze
Uitvoering
Via een productbeoordeling kan worden vastgesteld of het product of de dienst aan de gestelde eisen voldoet. Een concreet product of een dienst is het resultaat van het uitgevoerde werkproces. Dit biedt de mogelijkheid om vast te stellen of de student de vereiste kennis en vaardigheden (integraal) kan toepassen en de vereiste competenties heeft ingezet die gezamenlijk leiden tot een concreet en kwalitatief goed product of adequate dienst. Via een productbeoordeling wordt in eerste instantie bepaald of het product of de dienst aan de eisen van de beroepspraktijk voldoet. Deze zijn vastgelegd in het beoordelingsformulier. Op basis van die beroepsspecifieke eisen wordt het product of de dienst beoordeeld. De beoordeling wordt uitgedrukt met een O, V of G. Vervolgens wordt via het product ook beoordeeld of één of meerdere competenties binnen de genoemde werkprocessen zijn aangetoond. De opdracht wordt uitgevoerd in een reële of gesimuleerde praktijksituatie. Vooraf staat vast of de student de opdracht individueel uitvoert of samenwerkend in een groep. Tevens ligt vast wanneer de student welke producten of diensten dient in te leveren en aan welke criteria deze moeten voldoen.
Werktuigbouwkunde
155
Reflectieverslag In het reflectieverslag kijk je terug op de uitvoering van (een deel van) je werkzaamheden bij een werkproces. Je legt uit welke kennis en vaardigheden je wanneer hebt ingezet en je beschrijft welke overwegingen je had en welke keuzes je hebt gemaakt. Maar je competente handelen staat voor de beoordelaar centraal. Vooraf ligt vast over welke werkprocessen en competenties het verslag zal gaan. Met het verslag toon je aan dat je competent bent. De criteria waaraan dit moet voldoen, zijn omschreven in het beoordelingsformulier. Ook ligt vast wanneer je een reflectieverslag ter beoordeling moet inleveren. Je schrijft het reflectieverslag aan de hand van de STARRT-methode (bijlage 3).
3. Reflectieverslag Doel
Werkwijze
Uitvoering
156 KWALIFICEREND DOSSIER
Een reflectieverslag wordt als beoordelingsmethode ingezet om zicht te krijgen op de mate van bewustzijn van de student over zijn competent handelen. Reflecteren wordt o.a. ingezet voor het beoordelen van zogenaamde ‘niet-zichtbare’ competenties, bijv. ‘Samenwerken en overleggen’(E) of ‘Analyseren’ (M). Een reflectieverslag wordt geschreven aan de hand van de STARRT-methode (bijlage 3). Daarin beschrijft en verantwoordt de student de keuzes die hij gemaakt heeft tijdens het uitvoeren van een werkproces. Vooraf ligt vast bij welke werkprocessen en voor welke criteria de student met behulp van een reflectieverslag, zijn competente handelen dient aan te tonen. Ook is vastgelegd wanneer de student een reflectieverslag ter beoordeling aanbiedt. De student schrijft een reflectieverslag voor een werkproces op het moment dat alle activiteiten rondom dat werkproces zijn afgerond. Een student schrijft een reflectieverslag altijd individueel. Hij blikt terug op eigen gedrag: welke activiteiten zijn uitgevoerd, waarom en welke aspecten - persoonlijke inzichten, overwegingen, keuzes, gevoelens speelden een rol bij wat er gebeurde?
Beoordelingsgesprek Een beoordelingsgesprek is een gestructureerd gesprek over (een deel van) je werkzaamheden behorende bij een werkproces. In het gesprek leg je uit welke kennis en vaardigheden je wanneer en op welke wijze hebt ingezet. Tevens kun je aangeven waar je bepaalde keuzes op hebt gebaseerd. Tegelijkertijd kan in het beoordelingsgesprek worden vastgesteld of het beroepsproduct door jou is geproduceerd en dus authentiek is. Kortom: tijdens een beoordelingsgesprek laat je zien dat jij je bewust bent van het eigen competente handelen. Vooraf is vastgesteld over welke werkprocessen en welke competenties het gesprek zal gaan. In het beoordelingsformulier staat bij het gesprek aangegeven waaraan je moet voldoen en welke resultaten je moet bereiken. Je weet daardoor wat de inhoud van het gesprek zal zijn. Ook is vooraf bepaald wanneer en met wie het beoordelingsgesprek wordt gehouden. Je kunt hierbij de STARRT-methode gebruiken (bijlage 4). Een beoordelingsgesprek is altijd individueel.
Werktuigbouwkunde
157
4. Beoordelingsgesprek Doel
Werkwijze
Uitvoering
158 KWALIFICEREND DOSSIER
Het beoordelingsgesprek wordt als beoordelingsmethode ingezet om te achterhalen welke overwegingen en keuzes een student gemaakt heeft tijdens het uitvoeren van een opdracht/ werkproces. Daarnaast achterhaalt de beoordelaar welke kennis en vaardigheden de student eventueel heeft ingezet. Een beoordelingsgesprek leidt tot de (mede)beoordeling van competenties. Het beoordelingsgesprek als zelfstandige toetsvorm wordt gebruikt voor de beoordeling van complexere leerdoelen of leerprocessen. Daardoor wordt inzicht verkregen in de kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten van een student, die de beoordelaar niet zelf heeft waargenomen of heeft kunnen waarnemen. In een beoordelingsgesprek wordt zo nagegaan of de student bewust competent is: hij weet waarom hij zo heeft gehandeld, dit is een belangrijk aspect van competent zijn. Tevens kan in het gesprek worden vastgesteld of het beroepsproduct authentiek is. De student en zijn beoordelaar(s) voeren een gesprek over een afgerond werkproces. In overleg wordt bepaald wanneer het beoordelingsgesprek wordt gehouden en welke beoordelaar(s) daarbij aanwezig zijn. Elke beoordelaar focust zich op datgene wat beoordeeld wordt. Daarbij is vooraf vastgesteld aan welke werkprocessen aandacht wordt besteed en volgens welke criteria de student zijn competent handelen moet aantonen. De beoordelaar noteert de feiten die in het gesprek naar voren komen en hoe die in verhouding staan tot de geldende beoordelingscriteria van één of meer competenties binnen het betreffende werkproces. Zowel kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten, zoals de houding van de student, worden integraal beoordeeld De student en zijn beoordelaar(s) houden een beoordelingsgesprek op het moment dat alle activiteiten rondom een werkproces zijn afgerond. In overleg wordt bepaald wanneer het beoordelingsgesprek wordt gehouden en welke beoordelaar(s) daarbij aanwezig zijn. Het beoordelingsgesprek wordt uitgevoerd met behulp van de STARRT-methode (zie bijlage 4). De beoordelaars onderzoeken op een gestructureerde manier door middel van vragen in hoeverre een student voldoet aan criteria die van tevoren bekend zijn gemaakt.
Presentatie Tijdens een presentatie toon of demonstreer je producten en/of diensten. Daarbij geef je toelichting en/of achtergrondinformatie. Je legt uit welke kennis en vaardigheden je wanneer hebt ingezet en waarom en op basis waarvan je bepaalde keuzes hebt gemaakt. Tijdens de presentatie wordt ook vastgesteld of het beroepsproduct authentiek is, dus door jou is geproduceerd. De beoordelaars kunnen vragen stellen. Kortom: tijdens een presentatie laat je zien dat jij je bewust bent van het eigen competente handelen. Vooraf is bepaald op welke competenties en volgens welke criteria jij wordt beoordeeld tijdens je presentatie. Deze competenties passen bij de uitgevoerde werkprocessen. In het beoordelingsformulier staat aangegeven waaraan je presentatie moet voldoen en welke resultaten je moet bereiken. Vooraf staat ook vast wanneer de presentatie plaatsvindt en of je de presentatie individueel of in een groep uitvoert. Bij een groepspresentatie dienen alle leden van de groep een gelijkwaardig deel van de voorbereiding en/of presentatie voor hun rekening te nemen. (Zie bijlage 5 voor het houden van een presentatie.)
Werktuigbouwkunde
159
5. Presentatie Doel
Werkwijze
Uitvoering
160 KWALIFICEREND DOSSIER
De presentatie wordt als beoordelingsmethode ingezet om de student de kans te geven producten en/of diensten te demonstreren. Daarbij geeft de student aan welke overwegingen en keuzes hij gemaakt heeft tijdens het uitvoeren van (beroeps) specifieke werkprocessen en welke kennis en vaardigheden hij eventueel heeft ingezet. Via een presentatie toont de student aan dat hij voldoet aan de bij de competenties gevraagde criteria en dat hij het gewenste resultaat heeft bereikt. De student houdt een presentatie over de inhoud van een werkproces, nadat alle activiteiten rondom dat werkproces zijn afgerond. Vooraf is bepaald wanneer de presentatie wordt gehouden en welke beoordelaar(s) daarbij aanwezig zijn. De student kiest zelf vorm en inhoud van de presentatie. Tijdens de presentatie komen onderwerpen aan bod, die voldoen aan de vooraf (in het beoordelingsformulier) gestelde criteria. De presentatie van de opdracht wordt uitgevoerd in een reële of gesimuleerde praktijksituatie. Vooraf staat vast of de student de opdracht individueel uitvoert of samenwerkend in een groep. Bij een groepspresentatie dienen alle leden van de groep een evenredig deel van de presentatie uit te voeren.
BIJLAGE 3
Handreiking reflectieverslag
In een reflectieverslag kijk je terug op de uitvoering van (een deel van) je werkzaamheden bij een werkproces. Je legt uit welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet. Daarnaast beschrijf je waar je jouw keuzes op hebt gebaseerd en hoe je competent hebt gehandeld.
S
T
-R-R-T-A
Je schrijft een reflectieverslag aan de hand van de STARRT-methode. Bij elk van de letters STARRT gebruik je datgene wat in jouw situatie van toepassing was. Het kan voorkomen dat je niet op alle vragen antwoord kan geven. De criteria waaraan het verslag moet voldoen, staan in de beoordelingsformulieren van paragraaf 6.3. S = situatie Beschrijf de situatie waarin je de werkzaamheden deed. • Waar vond die situatie plaats? • Wanneer vond die situatie plaats? • Wie waren erbij? T = taak • Wat was jouw taak bij bovengenoemde situatie? • Wat was je verantwoordelijkheid? • Welke competenties wilde je aantonen? A = activiteiten • Wat heb je precies gedaan? • Met wie heb je gesproken? • Hoe was het gedrag van anderen? • Hoe heb je gereageerd op het gedrag van anderen? • Welke kennis, houding en inzichten heb je toegepast? R = resultaat • Wat zijn concrete resultaten van jouw handelen? • Waaruit blijkt (gerelateerd aan de prestatie-indicatoren) dat je tijdens je handelen bovengenoemde competentie(s) hebt getoond?
Werktuigbouwkunde
161
R = reflectie • Wat vind je sterk van jezelf als je terugkijkt op de beschreven situaties? • Waar ben je nog ontevreden over? • Hoe zou je het een volgende keer anders doen? • Wat vonden anderen van de resultaten? T = toepassen • In welke situaties ga je de aangetoonde competenties toepassen?
162 KWALIFICEREND DOSSIER
Voorbeeld beoordelingsformulier voor een reflectieverslag Beoordelingsformulier reflectieverslag Naam student Opleiding en Crebonummer Naam werkproces Van invloed op competenties STARRT Situatie De situatie is duidelijk omschreven. Opmerking:
Score O-V-G
Taak Je hebt je taak helder en conform de opdracht omschreven. Opmerking Activiteiten Je hebt de activiteiten goed omschreven en competent uitgevoerd. Opmerking: Resultaat Je hebt het resultaat helder omschreven en het is hiermee duidelijk dat je de taak conform de opdracht hebt uitgevoerd en competent hebt gehandeld. Opmerking: Reflectie Je hebt voldoende helder de reflectie van jezelf en van anderen omschreven en hieruit blijkt (na eventuele steekproef bij betrokkenen) dat je competent hebt gehandeld. Opmerking: Toepassing Je hebt voldoende helder aan kunnen geven wat je in de toekomst met je ervaringen kunt gaan doen. Daardoor heb je aangetoond dat je bewust competent hebt gehandeld. Opmerking: Eindbeoordeling Naam student:
Handtekening:
Naam beoordelaar:
Handtekening:
Functie beoordelaar:
Datum: Werktuigbouwkunde
163
164 KWALIFICEREND DOSSIER
BIJLAGE 4
Handreiking beoordelingsgesprek
-R-R-T-A
T
Een beoordelingsgesprek vindt plaats aan de hand van de STARRT-methode. De criteria die in het gesprek aan de orde komen en waar je in de beantwoording aan moet voldoen, staan in de beoordelingsformulieren van paragraaf 6.3.
S
Een beoordelingsgesprek is een gestructureerd gesprek over (een deel van) je ingeleverde producten en je werkzaamheden behorende bij een werkproces. In een gesprek leg je uit welke kennis en vaardigheden je wanneer en op welke wijze hebt ingezet. Ook kun je aangeven waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt. Tegelijkertijd kan in het beoordelingsgesprek worden vastgesteld of het beroepsproduct authentiek is en dus door jou zelf geproduceerd. Kortom: tijdens een beoordelingsgesprek laat je zien dat jij je bewust bent van je eigen competente handelen.
S = situatie De beoordelaar vraagt om een situatie in te brengen waarin je genoemde competenties binnen het werkproces hebt getoond. • Waar vond de situatie plaats? • Wanneer vond de situatie plaats? • Wie waren erbij betrokken? T = taak De beoordelaar vraagt naar jouw taak. • Wat was je doel? • Wat was je verantwoordelijkheid? A = activiteiten De beoordelaar vraagt naar je concrete activiteiten. • Welke prioriteiten zijn gesteld en waarom? • Wat heb jij precies gedaan? • Wat hebben anderen gedaan? • Welke kennis, houding en inzichten heb je toegepast?
Werktuigbouwkunde
165
R = resultaat De beoordelaar vraagt naar concrete resultaten van jouw activiteiten. • Voldoen de resultaten aan de gestelde normen? • Waaruit blijkt (gerelateerd aan de prestatie-indicatoren) dat je tijdens je handelen bovengenoemde competentie(s) hebt getoond? R = reflectie De beoordelaar vraagt hoe je op de ingebrachte situatie terugkijkt. • Wat vind je sterk van jezelf als je terugkijkt naar de beschreven situaties? • Waar ben je nog ontevreden over en zou je een volgende keer anders doen? • Wat vonden anderen van de resultaten? T = toepassing De beoordelaar vraagt hoe je de getoonde competenties in andere situaties zal toepassen.
166 KWALIFICEREND DOSSIER
Voorbeeld beoordelingsformulier voor een beoordelingsgesprek Beoordelingsformulier beoordelingsgesprek Naam student Opleiding en Crebonummer Naam werkproces Van invloed op competenties STARRT Situatie De situatie is duidelijk omschreven. Opmerking:
Score O-V-G
Taak Je hebt je taak helder en conform de opdracht omschreven. Opmerking Activiteiten Je hebt de activiteiten goed omschreven en competent uitgevoerd. Opmerking: Resultaat Je hebt het resultaat helder omschreven en het is hiermee duidelijk dat je de taak conform de opdracht hebt uitgevoerd en competent hebt gehandeld. Opmerking: Reflectie Je hebt voldoende helder de reflectie van jezelf en van anderen omschreven en hieruit blijkt (na eventuele steekproef bij betrokkenen) dat je competent hebt gehandeld. Opmerking: Toepassing Je hebt voldoende helder aan kunnen geven wat je in de toekomst met je ervaringen kunt gaan doen. Daardoor heb je aangetoond dat je bewust competent hebt gehandeld. Opmerking: Eindbeoordeling Naam student:
Handtekening:
Naam beoordelaar:
Handtekening:
Functie beoordelaar:
Datum: Werktuigbouwkunde
167
168 KWALIFICEREND DOSSIER
BIJLAGE 5
Handreiking presentatie
Een presentatie kan op twee punten worden beoordeeld. Op je manier van presenteren en op de inhoud. Deze handreiking is bedoeld om je te beoordelen op de inhoud. Tijdens een presentatie toon of demonstreer je producten en/of diensten. Daarbij geef je toelichting en/of achtergrondinformatie. Je legt uit welke kennis en vaardigheden je wanneer hebt ingezet en waarom en op basis waarvan je bepaalde keuzes hebt gemaakt. Tijdens de presentatie wordt ook vastgesteld of het beroepsproduct authentiek is, dus door jou is geproduceerd. De beoordelaars kunnen vragen stellen. Kortom: tijdens een presentatie laat je zien dat jij je bewust bent van het eigen competente handelen. Een presentatie kan ook beoordeeld worden aan de hand van de STARRT-methode. De criteria die in een presentatie aan de orde moeten komen en waar je uitleg aan moet voldoen, staan in de beoordelingsformulieren van paragraaf 6.3. S = situatie • Je vertelt waar de situatie ( de uitvoering) plaatsvond. • Wanneer de situatie (de uitvoering) plaatsvond. • Wie waren erbij betrokken? T = taak • Je vertelt wat de opdracht was en wat precies jouw taak was. • Wat was je doel? • Wat was je verantwoordelijkheid? A = activiteiten • Je vertelt welke concrete activiteiten je hebt verricht. • Welke prioriteiten zijn gesteld en waarom? • Wat heb jij precies gedaan? • Wat hebben anderen gedaan? • Welke kennis, houding en inzichten heb je toegepast?
Werktuigbouwkunde
169
R = resultaat • Je toont het resultaat en zo mogelijk demonstreer je het en je licht het toe. • Je toont of vertelt dat de resultaten voldoen aan de gestelde eisen en normen. R = reflectie • De beoordelaar kan vragen waaruit blijkt (gerelateerd aan de prestatie-indicatoren) dat je tijdens je competent hebt gehandeld. • De beoordelaar kan vragen hoe je kennis en vaardigheden hebt ingezet. • De beoordelaar kan vragen hoe je op de ingebrachte situatie terugkijkt. • De beoordelaar kan vragen wat je sterk vindt van jezelf als je terugkijkt naar de beschreven situaties. • De beoordelaar kan vragen waar je nog ontevreden over bent. • De beoordelaar kan vragen wat anderen vonden van de resultaten. T = toepassing • De beoordelaar kan vragen hoe je de getoonde competenties in andere situaties zal toepassen.
170 KWALIFICEREND DOSSIER
Voorbeeld beoordelingsformulier voor een presentatie Beoordelingsformulier presentatie Naam student Opleiding en Crebonummer Naam werkproces Van invloed op competenties STARRT Situatie De situatie is duidelijk omschreven. Opmerking:
Score O-V-G
Taak Je hebt je taak helder en conform de opdracht omschreven. Opmerking Activiteiten Je hebt de activiteiten goed omschreven en competent uitgevoerd. Opmerking: Resultaat Je hebt het resultaat helder omschreven en het is hiermee duidelijk dat je de taak conform de opdracht hebt uitgevoerd en competent hebt gehandeld. Opmerking: Reflectie Je hebt voldoende helder de reflectie van jezelf en van anderen omschreven en hieruit blijkt (na eventuele steekproef bij betrokkenen) dat je competent hebt gehandeld. Opmerking: Toepassing Je hebt voldoende helder aan kunnen geven wat je in de toekomst met je ervaringen kunt gaan doen. Daardoor heb je aangetoond dat je bewust competent hebt gehandeld. Opmerking: Eindbeoordeling Naam student:
Handtekening:
Naam beoordelaar:
Handtekening:
Functie beoordelaar:
Datum: Werktuigbouwkunde
171
172 KWALIFICEREND DOSSIER
BIJLAGE 6
Begrippen en afkortingen
In de context van dit kwalificerende product hebben de onderstaande begrippen en afkortingen de bijgaande betekenis. Begrip Afnamecondities Afnameproces
Definitie Beschreven voorwaarden en omstandigheden waaronder een exameneenheid wordt afgenomen. Beschreven procedures, waaronder een exameneenheid wordt afgenomen. BBL-opleidingen Bij een Beroeps Begeleidende Leerweg is de student in dienst van een bedrijf en volgt onderwijs op een ROC. Het ROC is verantwoordelijk voor de opleiding. Begeleiding Begeleiding in de examenperiode gebeurt door leidinggevende en collega’s op een wijze zoals beginnend beroepsbeoefenaars die in de beroepspraktijk krijgen. Beoordelaar Een voldoende deskundig persoon die producten en competenties binnen werkproces beoordeelt op de gestelde eisen. BeoordelingsDocument waarin is voorgeschreven op grond waarvan een formulier werkproces met een bepaalde score moet worden gewaardeerd. BeoordelingsEen beoordelingsgesprek is een gestructureerd gesprek waarin gesprek de student dient aan te tonen dat hij in verschillende (beroeps) situaties juist heeft gehandeld, de juiste houding heeft getoond en de juiste kennis en vaardigheden heeft ingezet. Beroepscontext De beroepscontext is de plaats en de situatie waar de beroepshandelingen plaatsvinden. Beroepspraktijkvorming betekent dat een student onder Beroepsprakverantwoordelijkheid van het ROC praktijkvorming opdoet tijkvorming bij een erkend leerbedrijf. In de examenperiode wordt een (BPV) deel van de werkprocessen in de BPV uitgevoerd of er is een medebeoordelaar vanuit de BPV aanwezig bij het examineren van werkprocessen in een gesimuleerde omgeving op het ROC. BeroepsWettelijk geregelde procedure volgens welke de student procedure bij een Commissie van beroep voor examens in beroep kan gaan tegen een uitspraak van de Examencommissie. Aan een beroepsprocedure kan een bezwaarprocedure vooraf gaan. BezwaarProcedure langs welke de examenkandidaat bij de procedure Examencommissie bezwaar kan aantekenen over de gang van zaken rondom examinering. Bewijsstukken/ Dit zijn de resultaten na het uitvoeren van beroepshandelingen Bewijsmateriaal zoals: beoordelingslijsten, producten en diensten. Op grond van bewijsstukken kan de beoordelaar de competentieontwikkeling vaststellen. Hierbij is informatie noodzakelijk over de complexiteit van de opdracht, de mate van zelfstandigheid van de student.
Werktuigbouwkunde
173
BOL-opleidingen Bij een Beroeps Opleidende Leerweg is de student niet in dienst van een bedrijf maar uitsluitend student bij een ROC. De student doet onder verantwoordelijkheid van het ROC wel beroeps praktijk vorming bij een of meerdere bedrijven. Het ROC is verantwoordelijk voor de opleiding. BPV-bedrijf Is een bedrijf wat door de kenniscentra goedgekeurd is om studenten een BPV aan te bieden. Bronmaterialen Het geheel aan informatiebronnen met beroepsrelevante theorie, kennis, informatie. Cesuur Omschrijving waaraan voldaan moet worden om voor het (deel) examen te slagen. Cohort Groep studenten die op basis van hetzelfde kwalificatiedossier en hetzelfde examendossier het examen aflegt. Competentie Een competentie is een specifiek ontwikkelbaar vermogen van een student bestaande uit kennis, inzicht, houding en vaardigheden. Competent Gedrag wat een student laat zien, waarbij waarneembaar is dat gedrag kennis, vaardigheden en houding juist worden ingezet om de gevraagde opdracht adequaat uit te voeren. CompetentieEen verantwoordingsinstrument waarin de scoretabel competentieontwikkeling van een student geregistreerd staat. Complexiteit
Dekkingsgraad Diploma
Duaal traject
ELO
EVC
Examencommissie
174 KWALIFICEREND DOSSIER
Een manier om de moeilijkheidsgraad van de opdracht vast te leggen. Belangrijke onderdelen daarin zijn: De omvang van het project. De complexiteit van de beroepscontext De mate van zelfstandigheid van de student De complexiteit wordt vastgelegd in A, B, C en D. Daarbij is D het kwalificerende niveau. De mate waarin de kerntaken en de werkprocessen van het kwalificatiedossier zijn opgenomen in het examendossier. Door de wet erkend document waarmee is aangetoond en vastgelegd dat de eigenaar een omschreven kwalificatie behaald heeft. De student is deels bij een bedrijf in dienst en deels student op het ROC. Wekelijks wordt een aantal dagen gewerkt en een aantal dagen onderwijs gevolgd. Elektronische leeromgeving, een digitale leeromgeving waarbinnen student en begeleiders gegevens kunnen opvragen, bewerken, toevoegen en registreren. Onder andere toepasbaar binnen het portfolio. Afkorting van Erkenning van Verworven Competenties. Indien daartoe gevraagd, kan een examencommissie besluiten of een EVC-kandidaat aan de diploma-eisen voldoet of nog (delen van) het examen moet afleggen. Commissie, ingesteld door de school, die verantwoordelijk is voor de examinering en diplomering.
Examendossier
Exameninstrument
Gesimuleerde examenomgeving
Kerntaak Kwalificatiedossier
MBO
Methodemix
Observatie
Totaal van examengerichte resultaten en onderliggende bewijsstukken op grond waarvan kan worden besloten over diplomering van een student. Concrete uitwerking van een examen die wordt gebruikt om de prestaties van de student te beoordelen. Deze bestaat in ieder geval uit een vastgestelde set van: - opdracht(en) met bijbehorende afnamecondities - instructie voor de examenkandidaat - criteria en instructie voor de examinatoren en andere betrokkenen - beoordelingsmodel, beoordelingscriteria en de cesuur. Omgeving waar een examen wordt afgenomen die lijkt op de beroepspraktijk, maar hiervan afwijkt doordat de examencondities zijn vastgesteld en worden beheerst. Bijv. door een opzettelijk gecreëerde storing of de inzet van acteurs. Een kenmerkende of bepalende activiteit voor een beroepsbeoefenaar. De beschrijving van de startpositie van de beginnende beroepsbeoefenaar op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Het kwalificatiedossier beschrijft de kerntaken van de beroepsopleiding. Iedere kerntaak is opgebouwd uit werkprocessen. Aan de werkprocessen zijn competenties verbonden. In welke mate de competenties beheerst moeten worden staat beschreven in de prestatie-indicator. Middelbaar Beroeps Onderwijs wordt verzorgd door de ROC ’s en kan op vier niveaus worden gevolgd. Het sluit aan op het Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs en kan vervolgd worden door met het Hoger Beroeps Onderwijs of een functie in het bedrijfsleven. De combinatie van verschillende vormen van beoordelen die in zijn geheel een valide en betrouwbaar oordeel oplevert over de bekwaamheid van de te kwalificeren student. Kwalificerende beoordelingsmethoden zijn: observatie, productbeoordeling, reflectieverslag, presentatie en beoordelingsgesprek. Observatie is het verzamelen van informatie door waarneming. De observator bekijkt hoe de student handelt bij het uitvoeren van een werkproces.
Werktuigbouwkunde
175
Portfolio
Een portfolio biedt een overzicht van de individuele leer- en werkervaringen, onderbouwd met bewijsstukken en gerelateerd aan de eisen uit het beroepenveld en de opleiding. Een portfolio bevat normaal gesproken: persoonlijke gegevens, een overzicht van relevante ervaringen, een overzicht van verworven competenties met bewijzen en conclusies. Veelal wordt onderscheid gemaakt tussen het ontwikkelingsdeel en het kwalificerende deel van het portfolio. Een portfolio is te beschouwen als een registratiesysteem waarin verschillende vormen van beoordeling opgenomen kunnen worden, zoals observatielijsten, fotomateriaal, beoordelingslijsten, reflectieverslagen en resultaten van beroepsprestaties en proeven van bekwaamheid. PraktijkbeoorBeoordelaar die een of meer werkprocessen van een delaar examenkandidaat in de beroepspraktijk of in een gesimuleerde beroepsomgeving beoordeelt. Praktijkopleider Die persoon die bij het BPV-bedrijf verantwoordelijk is voor de begeleiding en de beoordeling van de student. Presentatie Met een presentatie heeft de student de mogelijkheid om de gemaakte beroepsproducten of diensten te tonen en te demonstreren. Daarbij geeft de student toelichting, uitleg en achtergrondinformatie. Beoordeling vindt plaats aan de hand van vooraf gestelde criteria. PrestatieDe prestatie-indicator geeft de mate van competentiebeheersing indicator aan binnen een werkproces. Met de prestatie-indicator van de competentie meet de beoordelaar of het resultaat en het daaraan voorafgaande proces is aangetoond. Een prestatie-indicator is opgebouwd uit beheersingscriteria met daaruit voortvloeiend het uiteindelijke resultaat. ProductbeoorDe producten of diensten die de student oplevert na het uitvoeren deling van een werkproces, worden aan de hand van gestelde criteria op hun kwaliteit beoordeeld. ROC Regionaal Opleidingen Centrum Reflectieverslag In het reflectieverslag kijkt de student terug op de uitvoering van de werkzaamheden uit de fase of leereenheid. Hij beschrijft dit handelen en reflecteert er schriftelijk op. Een reflectieverslag wordt geschreven aan de hand van de STARRT-methode. STARRTDe STARRT-methode is een gestandaardiseerde methode om de methode manier van handelen te verantwoorden: Situatie waarin de student verkeerde Taak welke de student op zich heeft genomen Activiteit die de student heeft uitgevoerd Resultaat van handelen Reflectie op de activiteiten Toepassingsmogelijkheden voor de toekomst Student Student is de aanspreektitel voor alle deelnemers van het ROC. Werkproces Een geheel aan beroepshandelingen gericht op een specifiek doel binnen de beroepspraktijk, vastgelegd in het kwalificatiedossier.
176 KWALIFICEREND DOSSIER
BIJLAGE 7
De fasemethode
Projectmanagement in 7 fasen 1. Oriëntatie Wat wil de opdrachtgever Projectnaam/nummer vastleggen Voorlopige doelstelling vastleggen Informatie verzamelen Informeel overleg, korte omschrijving, ideebepaling Projectinhoud vastleggen: Voorlopig budget/haalbaarheid vastleggen Beheersdocument (TGKIO) vastleggen (structuur) Faserapportage opstellen Beslisdocument ontwikkelen en opstellen →GO- No-GO 2. Definitie Wat kan de opdrachtnemer voor de opdrachtgever doen Visualisatie (schetsen) maken Omschrijving van de werking/van het product maken Definitieve doelstelling vastleggen (eindproduct) Projectdeelnemers vaststellen Budget vastleggen Eisen en wensen vastleggen Plan van Aanpak opstellen Faserapportage opstellen Beslisdocument opstellen →GO- No-GO 3. Ontwerp Ontwerpen, berekenen, tekenen en calculeren Mogelijke oplossingen (brainstormen) weergeven Structureren van alle onderdelen tot ontwerp Keuzeverantwoording opstellen Ontwerptekeningen maken Materialen vastleggen Definitieve prijs vastleggen Faserapportage opstellen Beslisdocument opstellen →GO- No-GO 4. WerkUitvoering/realisatie plannen en voorbereiden voorbereiding Planning uitvoering opstellen Productie afspraken maken Productietekeningen maken Montagetekeningen/schema’s maken Montagevoorschriften opstellen Bedieningshandleidingen maken Stuklijsten + bestelorders maken Faserapportage opstellen Beslisdocument opstellen →GO- No-GO 5. Realisatie Produceren, monteren, installeren Productie/montage/installatie uitvoeren Testen/in bedrijfstellen Interne oplevering Faserapportage opstellen Beslisdocument opstellen →GO- No-GO
Werktuigbouwkunde
177
6. Oplevering
7. Nazorg
178 KWALIFICEREND DOSSIER
Eindproduct opleveren aan de opdrachtgever Projectresultaat presenteren Projectresultaat overdragen Proces-verbaal van oplevering ondertekenen Faserapportage opstellen Beslisdocument opstellen Optimaliseren, evalueren en beoordelen Technische documentatie afronden Revisie tekeningen maken Nacalculatie uitvoeren Onderhoud/service voorstel maken Garantie vastleggen Servicedocument maken Projectdossier afronden en definitief maken Evaluatie- en reflectiegesprekken Reflectie- en functioneringsgesprekken Beoordelingen vastleggen Faserapportage opstellen Beslisdocument opstellen
→GO- No-GO
→GO- No-GO
Kerntaak Analyseren Instructies en procedures opvolgen Op behoeften en verwachtingen van de klant richten Samenwerken en overleggen Vakdeskundigheid toepassen Instructies en procedures opvolgen Materialen en middelen inzetten Samenwerken en overleggen Formuleren en rapporteren Analyseren Instructies en procedures opvolgen Samenwerken en overleggen Instructies en procedures opvolgen Samenwerken en overleggen Vakdeskundigheid toepassen Formuleren en rapporteren Plannen en organiseren Samenwerken en overleggen Aansturen Formuleren en rapporteren Plannen en organiseren Samenwerken en overleggen Formuleren en rapporteren Aansturen Formuleren en rapporteren Formuleren en rapporteren Op behoeften en verwachtingen van de klant richten Aansturen Formuleren en rapporteren Instructies en procedures opvolgen Op behoeften en verwachtingen van de klant richten Kwaliteit leveren Materialen en middelen inzetten Vakdeskundigheid toepassen
Competentie PW 1
x
x
x
x
x
x
x
x x
x x
x
PW 2
x x
x
x x
x
x
x
x x x x
x
x x
PW 3
x x
x x x*
x x x*
x x
x
x
x
x
PW 4
1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1) 1)
2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2) 2)
PW 5
x
x
x x* x
x
x
x*
x
x
x
x x
PW 6
x
x
x
x*
x
x*
x
x x* x
x
x
x x x x
x
PW 7
Resultaat
x
x
x x* x
x x*
x
x*
x
x x
x x x
x
x
x
x
VSM 2
Resultaat
3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3) 3)
PW 9
VSM-1
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
VSM 3
Resultaat
Complexiteit D
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
x : Geeft aan welke competenties in de betreffende projectwijzer worden geadviseerd te beoordelen. x* : Geeft een competentie aan waarop vooral de projectgroepleider van deze periode wordt beoordeeld. 1), 2), 3),4) Tijdens de BPV 1, 2, 3 en 4 uitsluitend de competenties beoordelen die bij de werkprocessen horen waaraan daadwerkelijk is gewerkt. O = Onvoldoende of niet aangetoond competent gedrag Beoordelen met: V = Voldoende aangetoond competent G = Goed aangetoond competent gedrag
4.2 Optimaliseren van producten en systemen
4.1 Inspecteren en testen van producten en systemen
3.4 Opleveren van werk
3.3 Uitvoeren kwaliteitscontroles
3.2 Bewaken begroting
3.1 Begeleiden van het productie proces
2.3 Organiseren van mensen en middelen
2.2 Maken van een tekening (pakket)
1.3 Kiezen materialen en 1.4 Maken van een kostenberekening 2.1 Verzamelen en verwerken van productiegegevens
1.2 Uitwerken van ontwerpen
1.1 Verzamelen en verwerken van ontwerpgegevens
Werkproces
VSM 1
PW 10
Resultaat
VSM-2
Complexiteit C
PW 11
Complexiteit B
VSM-3
Complexiteit A
PW 8
Naam student ____________________Studentnr. _________
PW 12c
Scoretabel bij beoordelingsmodel CGO Stichting Consortium Beroepsonderwijs
VSM 4
VSM-4
Middenkader Engineering Studierichting Werktuigbouwkunde
1. Ontwerpt producten of systemen
2. Bereidt productiewerk voor
3. Begeleidt productiewerk
4. Onderhoudt producten en systemen
BIJLAGE 8 Scoretabel
Werktuigbouwkunde
179
180 KWALIFICEREND DOSSIER
BIJLAGE 9
Omrekentabel van O-V-G naar cijfers
De beoordeling van dit examen wordt gedaan met de zogenaamde driepuntsschaal O-V-G. Toch zijn er ROC’ s die liever met cijfers werken. Daartoe is in de begeleidersversie van dit dossier een mogelijke omrekentabel opgenomen. Wanneer u als ROC om welke reden dan ook de werkprocessen liever met cijfers beoordeelt, is de onderstaande omrekentabel daarvoor een verantwoord instrument.
De tabel is gebaseerd op de cesuur dat de student voor 55% van de werkprocessen een Voldoende of een Goed moet scoren om voor het werkproces te slagen oftewel een 6 scoort. Tevens is er van uitgegaan dat als voor alles een Goed gescoord wordt een relatief hoog cijfer als een 9 wordt gegeven en als voor alles een Onvoldoende wordt gescoord een relatief laag cijfer als een 3 wordt gegeven. Door deze vaste omrekenwaarden te hanteren kan dit in een geautomatiseerd proces verwerkt worden.
Werkproces met aantal competenties Werkproces met 1 competentie 1xG 1xV 1xO Werkproces met 2 competenties 2xG 1xG 1xV 2x V 1xG 1xO 1xV 1xO 2xO Werkproces met 3 competenties 3xG 2xG 1xV 2xG 1xO 1xG 2xV 3xV 1xG 1xV 1xO 2xV 1xO 1xG 2xO 1xV
2xO 3xO
O-V-G
Cijfers
G V O
8 6 4
G V V O O O
9 7 7 5 5 4
G G V V V V V O
9 8 7 7 7 6 6 5
O O
4 3
Werktuigbouwkunde
181
Werkproces met aantal competenties Werkproces met 4 competenties 4xG 3xG 1xV 3xG 1xO 2xG 2xV 1xG 3xV 4xV 2xG 1xV 1xO 1xG 2xV 1xO 3xV 1xO 2xV 2xO 2xG 2xO 1xG 1xV 2xO 1xG 3xO 1xV 3xO
O-V-G
Cijfers
G G V V V V V V V O O O O O
9 8 7 7 7 7 6 6 6 5 5 5 5 4
4xO
O
3
182 KWALIFICEREND DOSSIER
___________ t/m vrijdag ___________ ______________________________ ______________________________ Paraaf: ___________ Datum: ___________
van maandag:
ROC:
Naam student:
______________________________
Weekdag Maandag dd-mm-jjjj Dinsdag dd-mm-jjjj Woensdag dd-mm-jjjj Donderdag dd-mm-jjjj Vrijdag dd-mm-jjjj
Tijd
Werkzaamheden
werkproces Opmerkingen
Naam praktijkopleider: ______________________________ Paraaf:___________
Naam BPV-bedrijf:
Datum: ___________
Naam BPV-begeleider: ______________________________ Paraaf: ___________ Datum: ___________
___________
Weekstaat week nr.
BIJLAGE 10 Voorbeeld formulier weekstaat
Werktuigbouwkunde
183
184 KWALIFICEREND DOSSIER
BIJLAGE 11
Formulier ‘Feedback examen door studenten’
Voor het ROC is het belangrijk te weten wat je van het examen en alles eromheen vond. We kunnen jouw feedback gebruiken om verbeteringen door te voeren. Je vindt hieronder een aantal vragen over het examen. Graag willen we dat je naast ‘ja’ en ‘nee’ uitlegt waarom je dat antwoord geeft. Opleiding: Naam examen: Crebonummer examen: Datum examen: Naam kandidaat: Naam beoordelaar(s): Informatievoorziening Ja/Nee 1 Ik vind dat het examen vooraf voldoende is
Ja uitgelegd.
Nee
2
De instructie gaf mij voldoende informatie om de examenopdrachten uit te voeren.
Ja
Nee
3
Ik weet waar ik met vragen/opmerkingen over, tijdens en na het examen terecht kan.
Ja
Nee
Inhoud 4 De opdrachten die ik moest uitvoeren sloten aan bij wat ik geleerd heb in de opleiding.
Ja/Nee
Toelichting
Toelichting
Ja
Nee
5
De vaardigheden die ik moest toepassen heb ik tijdens de opleiding een aantal malen geoefend.
Ja
Nee
6
In het examen heb ik kunnen laten zien wat ik in de opleiding heb geleerd.
Ja
Nee
Werktuigbouwkunde
185
Organisatie 7 Ik vind dat het examen goed was georganiseerd.
Ja/Nee Toelichting
8
Alle materialen die ik nodig had waren beschikbaar.
Ja
Nee
9
De omgeving van het examen was geschikt voor de uitvoering van de opdrachten.
Ja
Nee
Ja
Nee
Beoordeling 10 De beoordelingscriteria vond ik duidelijk.
11
Ik vind dat ik eerlijk en juist beoordeeld ben.
Ja/Nee Toelichting
Ja
Nee
Ja
Nee
Gemiddeld geef ik dit examen een: Onvoldoende
Andere opmerkingen over het examen:
Conclusie: [In te vullen door Examencommissie]
186 KWALIFICEREND DOSSIER
Goed Handtekening kandidaat:
BIJLAGE 12
Formulier voor feedback examen door betrokkenen uit het bedrijfsleven
Voor het ROC is het belangrijk te weten wat u van het examen en alles eromheen vond. We kunnen uw feedback gebruiken om verbeteringen door te voeren. U vindt hieronder een aantal vragen over het examen. Graag willen we dat u naast ‘ja’ en ‘nee’ uitlegt waarom u dat antwoord geeft. Opleiding: Naam examen: Crebonummer examen: Niveau: 2 - 3 - 4 Leerweg: BBL/BOL Datum examen: Naam kandidaat: Naam beoordelaar: Informatievoorziening 1 Ik vind dat het examen vooraf voldoende mondeling uitgelegd is.
Ja/Nee Toelichting
Ja
Nee
2
De instructie gaf mij voldoende informatie om de examenopdrachten uit te voeren.
Ja
Nee
3
Ik weet waar ik met vragen/opmerkingen over, tijdens en na het examen terecht kan.
Ja
Nee
Inhoud 4 De opdrachten die werden uitvoeren sloten aan bij wat de kandidaat geleerd heeft in de opleiding.
Ja/Nee Toelichting
Ja
Nee
5
De vaardigheden die de kandidaat moest toepassen heeft hij tijdens de opleiding meerdere malen geoefend.
Ja
Nee
6
In het examen heeft de kandidaat kunnen laten zien wat hij in de opleiding heeft geleerd.
Ja
Nee
Werktuigbouwkunde
187
Organisatie 7 Ik vind dat het examen goed was georganiseerd.
Ja/Nee Toelichting
8
Alle materialen en middelen die ik nodig had bij het beoordelen, waren beschikbaar.
Ja
Nee
9
De omgeving van het examen was geschikt voor de uitvoering van de opdrachten.
Ja
Nee
Ja
Nee
Beoordeling 10 De beoordelingscriteria waren (vooraf) duidelijk voor mij.
11
Ik vind dat er eerlijk en juist beoordeeld is.
Ja/Nee Toelichting
Ja
Nee
Ja
Nee
Gemiddeld geef ik dit examen een: Onvoldoende
Andere opmerkingen over het examen:
Conclusie: [In te vullen door Examencommissie]
188 KWALIFICEREND DOSSIER
Goed Handtekening beoordelaar: