EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN TOETS FLORA- EN FAUNAWET WATERSCHAP DE DOMMEL
20 oktober 2009 074361718:0.1 110502.201751.002B
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
Inhoud 1
Inleiding ____________________________________________________________________ 3 1.1 Aanleiding _______________________________________________________________ 3 1.2 Probleemstelling __________________________________________________________ 3 1.3 Leeswijzer _______________________________________________________________ 3
2
Wettelijk kader ______________________________________________________________ 4 2.1 Flora- en faunawet________________________________________________________ 4 2.2 De verbodsbepalingen _____________________________________________________ 4 2.2.1 Plicht om vooraf te toetsen___________________________________________ 5 2.2.2 Mogelijkheid voor vrijstellingen en ontheffingen _________________________ 5 2.2.3 Algemene zorgplicht ________________________________________________ 6 2.2.4 De Flora- en faunawet en andere procedures ___________________________ 6 2.3 Beoordeling en toetsing ___________________________________________________ 7
3
Plangebied en onderzoek_____________________________________________________ 8 3.1 Beschrijving plangebied ____________________________________________________ 8 3.2 Voorgenomen activiteiten __________________________________________________ 9 3.3 Inventarisatie____________________________________________________________ 10
4
Resultaten inventarisatie ____________________________________________________ 11 4.1 (Beschermde) soorten in het plangebied _____________________________________ 11
5
Conclusie___________________________________________________________________ 15 5.1 Conclusie_______________________________________________________________ 15 5.2 Conclusie ten aanzien van de voorgenomen werkzaamheden ___________________ 15
Colofon _______________________________________________________________________ 17
074361718:0.1
ARCADIS
2
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
HOOFDSTUK
1.1
1
Inleiding
AANLEIDING In de stedelijke regio Eindhoven-Helmond ligt tussen de kern Nuenen en Brandevoort (Helmond) het gebied waar de Hooidonksche Beek stroomt. Waterschap De Dommel heeft het voornemen om een noord-zuid gerichte natuurverbinding te realiseren, gekoppeld aan de Hooidonksche Beek. Waterschap De Dommel en Beheermaatschapij Gulbergen ontwikkelen het betreffende gebied gezamenlijk tot een groen, recreatief (stedelijk) uitloopgebied. Waterschap De Dommel heeft ARCADIS gevraagd een toetsing van de voorgenomen werkzaamheden en de toekomstige situatie aan de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet uit te voeren, waarin de uitkomsten van de quick scan Flora- en faunawet en aanvullende inventarisatie zijn meegenomen. Hiertoe is door Faunaconsult in opdracht van ARCADIS een quick scan ecologie uitgevoerd en een aanvullend vleermuisonderzoek.
1.2
PROBLEEMSTELLING De Flora- en faunawet regelt de bescherming van wilde planten en dieren. Het onderzoek naar de gevolgen voor beschermde soorten richt zich op de beantwoording van de vraag of door Waterschap De Dommel algemene verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden (dreigen te) worden en welke noodzakelijke maatregelen of procedurele stappen hieruit volgen.
1.3
LEESWIJZER Het rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 1
Aanleiding voor deze toetsing volgens de Flora- en faunawet, opdracht, korte achtergrond, en de kenmerken van het gebied.
Hoofdstuk 2
Beschrijving van het juridische kader; de Flora- en faunawet en de achtergrond voor de toetsing.
Hoofdstuk 3
Plangebied en onderzoek.
Hoofdstuk 4
Resultaten inventarisatie.
Hoofdstuk 5
Conclusie.
Daarnaast zijn de volgende bijlagen bijgevoegd: Bijlage 1
Overzicht relevante wetteksten.
Bijlage 2
Overzicht beschermde soorten.
Bijlage 3
Colofon.
074361718:0.1
ARCADIS
3
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
HOOFDSTUK
2.1
2
Wettelijk kader
FLORA- EN FAUNAWET De Flora- en faunawet regelt de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. In de wet is onder meer bepaald dat beschermde dieren niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden en planten niet geplukt, uitgestoken of verzameld (algemene verbodsbepalingen, artikelen 8 tot en met 12). Bovendien dient iedereen voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende planten en dieren (algemene zorgplicht, artikel 2). Daarnaast is het niet toegestaan om de directe leefomgeving van soorten, waaronder nesten en holen, te beschadigen, te vernielen of te verstoren. De Flora- en faunawet heeft dan ook belangrijke consequenties voor ruimtelijke plannen. De belangrijkste, voor ruimtelijke plannen relevante wettelijke bepalingen, zijn opgenomen in bijlage 1.
2.2
DE VERBODSBEPALINGEN De algemene verbodsbepalingen, die handelingen die het voortbestaan van planten en diersoorten in gevaar kunnen brengen verbieden, is een belangrijk onderdeel van de Flora - en faunawet. Deze verboden zorgen ervoor dat in het wild levende soorten zoveel mogelijk met rust worden gelaten. De belangrijkste, voor ruimtelijke plannen relevante wettelijke bepalingen staan hieronder genoemd. ALGEMENE VERBODSBEPALINGEN FLORA - EN FAUNAWET (ARTIKELEN 8 tot en met 12) Artikel 8. Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Artikel 9. Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10. Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Artikel 11. Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Artikel 12. Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen.
074361718:0.1
ARCADIS
4
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
2.2.1
PLICHT OM VOORAF TE TOETSEN Wanneer plannen worden ontwikkeld voor ruimtelijke ingrepen of voornemens ontstaan om werkzaamheden uit te voeren, dient vooraf goed te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermde inheemse soorten zijn. In beginsel is daarvoor de initiatiefnemer zelf verantwoordelijk. Deze moet tijdens de uitwerking van zijn plannen of tijdens het plannen van werkzaamheden het volgende in kaart brengen: Welke beschermde dier- en plantensoorten komen in en nabij het plangebied voor? Heeft het realiseren van het plan of de uitvoering van geplande werkzaamheden gevolgen voor deze soorten? Zijn deze gevolgen strijdig met de algemene verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet betreffende planten op hun groeiplaats of dieren in hun natuurlijke leefomgeving? Kunnen het plan of de voorgenomen werkzaamheden zodanig aangepast worden dat dergelijke handelingen niet of in mindere mate gepleegd worden, of zodanig uitgevoerd worden dat de invloed op beschermde soorten verminderd of opgeheven wordt? Is, om de plannen te kunnen uitvoeren of de werkzaamheden te kunnen verrichten, vrijstelling mogelijk of ontheffing (ex-artikel 75 van de Flora- en faunawet) van de verbodsbepalingen betreffende planten op de groeiplaats of dieren in hun natuurlijke leefomgeving vereist? Welke voorwaarden zijn verbonden aan vrijstellingen of ontheffingen en welke consequenties heeft dit voor de uitvoering van het plan?
2.2.2
MOGELIJKHEID VOOR VRIJSTELLINGEN EN ONTHEFFINGEN Bij ruimtelijke plannen, met mogelijke gevolgen voor beschermde planten en dieren, is het verplicht om vooraf te toetsen of deze kunnen leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dat het geval dreigt te zijn, moet onderzocht worden of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen of om de gevolgen voor beschermde soorten te verminderen. Onder bepaalde voorwaarden geldt een vrijstelling of is het mogelijk van de minister van LNV ontheffing van de algemene verbodsbepalingen te krijgen voor activiteiten op het gebied van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Ten aanzien van de criteria die voor vrijstellingen en ontheffingen gelden, kunnen verschillende groepen soorten worden onderscheiden. Deze groepen sluiten aan bij de indeling in tabellen van de AMvB Flora- en faunawet. Groep 1: algemene soorten waarvoor een vrijstelling geldt (Tabel 1 AMvB). Voor algemeen voorkomende soorten geldt een algemene vrijstelling van de verboden 8 tot en met 12. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Wel blijft ook voor deze soorten de algemene zorgplicht van kracht. Groep 2: overige soorten waarvoor een vrijstelling geldt wanneer volgens een gedragscode gewerkt wordt (Tabel 2 AMvB). Voor een aantal soorten geldt een vrijstelling mits volgens een door het ministerie goedgekeurde gedragscode wordt gewerkt. Wanneer een dergelijke gedragscode (nog) niet beschikbaar is, kan een ontheffing worden aangevraagd.
074361718:0.1
ARCADIS
5
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
Deze kan worden verleend, indien de beoogde ruimtelijke ingreep geen afbreuk doet aan de gunstige staat van instandhouding van de soort(en). Eventueel moeten hiertoe mitigerende en compenserende maatregelen genomen worden. Groep 3: habitatrichtlijn bijlage IV-soorten en in AMvB aanvullend aangewezen soorten (streng beschermde soorten; Tabel 3 AMvB). Voor soorten, genoemd in Bijlage IV van de Habitatrichtlijn, en voor de door het ministerie van LNV per algemene maatregel van bestuur nog aanvullend aangewezen soorten geldt een zwaar beschermingsregime. Voor deze soorten geldt géén vrijstelling voor ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. Een ontheffing kan alleen worden verleend wanneer: er geen andere bevredigende oplossing bestaat; er sprake is van dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, en voor het milieu gunstige effecten (alleen indien het soorten betreft van bijlage IV van de Habitatrichtlijn); er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Vogels Vanwege de bepalingen in de Vogelrichtlijn, die overgenomen zijn in de nationale regelgeving, geldt er voor vogels een afwijkend beschermingsregime. Er is geen vrijstelling of ontheffing mogelijk voor het verstoren van broedende vogels, hun eieren of jongen. Voor het verstoren van vaste broed- en verblijfplaatsen van vogels, zoals bedoeld in artikel 11 van de algemene verbodsbepalingen, buiten het broedseizoen, dient een ontheffing te worden aangevraagd. Hiervoor dient een uitgebreide toets doorlopen te worden (zie groep 3).
2.2.3
ALGEMENE ZORGPLICHT De algemene zorgplicht geldt voor alle in het wild levende dier- en plantensoorten, ook voor de soorten die niet als beschermde soort aangewezen zijn onder de Flora- en faunawet. In de Flora- en faunawet wordt de intrinsieke waarde van planten en dieren genoemd. Vanuit deze intrinsieke waarde is ook de algemene zorgplichtbepaling opgenomen (artikel 2). Hierin staat dat iedereen voldoende zorg in acht neemt voor de in het wild levende dieren en planten en hun leefomgeving. Ook mag men het welzijn van dieren niet onnodig aantasten en dieren onnodig laten lijden.
2.2.4
DE FLORA- EN FAUNAWET EN ANDERE PROCEDURES De toets van een ruimtelijk project aan de Flora- en faunawet, en de daaruit eventueel volgende ontheffingverlening, is een zelfstandige procedure. De bestemming van een terrein of de verlening van vergunningen laat onverlet dat een dergelijk plan in overeenstemming moet zijn met de Flora- en faunawet, om tot uitvoering gebracht te mogen worden. In toenemende mate zal het Bevoegd Gezag de Flora- en faunawet betrekken in haar besluitvorming vanuit andere procedures. Zo is er een koppeling tot stand gebracht tussen de Tracéwet en de Flora- en faunawet. De provincie beoordeelt bij de toetsing van bestemmingsplannen of de gewenste bestemmingen gerealiseerd kunnen worden in overeenstemming met de Flora- en faunawet. Wanneer hierover onvoldoende zekerheid bestaat, kan goedkeuring aan een bestemmingsplan worden onthouden.
074361718:0.1
ARCADIS
6
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
2.3
BEOORDELING EN TOETSING Bij de toetsing van het plan aan de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet is op een systematische wijze, in een aantal stappen, beoordeeld welke gevolgen het plan heeft voor beschermde soorten en welke randvoorwaarden de wet hiervoor stelt aan de uitvoering van het plan. Zowel de negatieve als de positieve gevolgen van (uitvoering van) het plan op de beschermde planten- en diersoorten en hun groeiplaatsen c.q. vaste verblijfplaatsen worden beschreven. De door de Flora- en faunawet beschermde soorten waarvoor geen negatieve effecten worden verwacht blijven in de volgende stappen buiten beschouwing. Voor de geconstateerde (negatieve) gevolgen wordt onderzocht of er mogelijkheden zijn voor het vermijden of beperken van de effecten, bijvoorbeeld door de plannen aan te passen, door een goede planning, zorgvuldige uitvoering van werkzaamheden of het treffen van aanvullende beschermingsmaatregelen. Hiermee wordt tevens invulling gegeven aan de algemene zorgplicht. De soorten waarvoor afdoende maatregelen genomen kunnen worden om negatieve effecten geheel te voorkomen, blijven verder buiten beschouwing. In de volgende stap is beoordeeld of de resterende negatieve effecten vallen binnen de algemene verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. Tenslotte wordt beoordeeld of de wet uitzonderingsmogelijkheden (vrijstelling of ontheffing) biedt voor de eventueel geconstateerde strijdigheden met de algemene verbodsbepalingen, welke voorwaarden hieraan zijn verbonden en op welke wijze het plan aan deze voorwaarden kan voldoen.
074361718:0.1
ARCADIS
7
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
HOOFDSTUK
3
Plangebied en
onderzoek 3.1
BESCHRIJVING PLANGEBIED Het gebied rondom de Hooidonksche Beek, tussen de snelweg A 270 en het Eindhovensch Kanaal is momenteel in gebruik als grasland (ten noorden van het spoor Eindhoven-Venlo) en als golfbaan (ten zuiden van het spoor). Landgoed Gulbergen is en wordt verder ontwikkeld tot een toeristisch-recreatief landschapspark met een sterke groene geleding. Het landgoed Gulbergen wordt ontwikkeld waarbij het ervaren van het landgoedkarakter voorop staat. De verschillende recreatieve functies die in het landgoed tot ontwikkeling komen worden doorsneden door de Hooidonksche Beek en de EVZ. Door middel van landschapselementen en keuzes uit gebiedseigen beplanting wordt de EVZ ingepast in de karakteristieke lijnen van het toekomstige landgoed, zodat er een evenwicht ontstaat tussen de recreatieve en natuurlijke invulling van het gebied. Op verschillende trajecten van de Hooidonksche Beek worden de taluds natuurlijker ingericht. De beek krijgt, waar mogelijk, flauwere taluds van 1:4 tot 1:5 zodat de verschillende diersoorten ‘veilig’ gebruik kunnen maken van de beek. In het noordelijke deel van het plangebied wordt een grote stapsteen ontwikkeld, waar ruimte is voor de ontwikkeling van (schraal) bloemrijke graslanden, moerasvegetaties, poelen, mogelijke heideontwikkeling en landschappelijke elementen. In het plangebied worden verschillende delen van de bodem afgegraven zodat het ontstaan van de hierboven genoemde elementen meer kans van slagen heeft. Met de afgravingen wordt waar mogelijk het natuurlijke reliëf gevolgd en het oude reliëf verschil dat onderdeel uitmaakt van het beekdal hersteld. In het zuidelijke deel van het plangebied, ten zuiden van het spoorlichaam, is er te weinig ruimte voor een dergelijk ingrijpende ecologische inrichting. Voor een deel is de Hooidonksche Beek stroomopwaarts al ecologisch ingericht. Voor de kamsalamander en de meeliftende soorten is nog een optimalisering van dit traject wenselijk. Deze optimalisering wordt vooral bewerkstelligd door de functiecombinatie met de golfbaan die voortkomt uit de aanpassingen van het huidige beheer.
074361718:0.1
ARCADIS
8
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
Het plangebied wordt globaal begrenst door: de rijksweg A270 Eindhoven-Helmond aan de noordzijde; het Buurtschap Vaarle aan de oostzijde; het Eindhovensch Kanaal aan de zuidzijde; de toekomstige recreatieve zones aan de westzijde. De ecologische verbindingszone “Hooidonksche Beek” maakt onderdeel uit van het landgoed Gulbergen.
3.2
VOORGENOMEN ACTIVITEITEN Het Waterschap De Dommel en Beheermaatschapij Gulbergen zijn voornemens de Hooidonksche Beek en het omliggend gebied in te richten als ecologische verbindingszone. Het betreffende ontwerp, met kenmerk 110502/ZF8/1V0/201751, heeft betrekking op de inrichting van de ecologische verbindingszone (EVZ) zodat deze past binnen het integrale ontwikkelingsplan voor het Landgoed Gulbergen. De EVZ Hooidonksche Beek wordt de groene dooradering van het Landgoed Gulbergen dat als ecologische oase voldoet voor flora en fauna waaronder de kamsalamander als doelsoort. De landschappelijke inrichting van het landgoed en de inrichting van de EVZ verbinden de verschillende gebruiksfuncties met elkaar tot één landschappelijk geheel. Werkzaamheden die noodzakelijk zijn ter realisatie van deze plannen bestaan grotendeels uit het afgraven van taluds langs de Hooidonksche Beek, de aanleg van een tweetal poelen, het afgraven van de toplaag en het (deels) verwijderen van huidige vegetatie en het aanplanten van nieuwe vegetatie. De nieuwe elementen bestaan onder andere uit vlechtheggen, knot wilgen, hakhout, moeraszone, (vochtig) bloemrijk grasland en laan bomen alsook solitaire bomen.
074361718:0.1
ARCADIS
9
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
3.3
INVENTARISATIE In de nachten van 2 op 3 september 2008 en 24 op 25 juni 2009 heeft Faunaconsult vleermuizen onderzocht in het onderzoeksgebied. Vleermuizen werden opgespoord met behulp van een heterodyne vleermuisdetector en een sterke zaklamp. Van lastig te determineren soorten zijn met behulp van een time expansion detector/recorder geluidsopnamen gemaakt, waarvan achteraf het sonogram op de computer is geanalyseerd. De belangrijkste vliegroutes en foerageergebieden werden op deze manier in kaart gebracht. Eventuele kolonieplaatsen werden in kaart gebracht door te zoeken naar zwermende vleermuizen. Tevens is er gelet op (roepende) uilen of steenmarters. Specialisten van Faunaconsult hebben het onderzoeksgebied op 14 april en 9 juni 2009 onderzocht naar het voorkomen van vissen en amfibieën. Daarvoor werden alle wateren in en naast het onderzoeksgebied met behulp van een steeknet (met een breedte van 70 cm) bemonsterd. De daarbij gevangen vissen, amfibieënlarven en -adulten werden ter plaatse gedetermineerd en direct daarna weer vrijgelaten. Voorafgaand aan elke steeknetbemonstering werd geluisterd om roepende amfibieën te lokaliseren en tevens een beeld te krijgen van de aantallen. Daarnaast is het onderzoeksgebied op 9 juni (2009) ook afgezocht naar (tekenen van aanwezigheid van) beschermde planten.
074361718:0.1
ARCADIS
10
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
HOOFDSTUK
4
Resultaten inventarisatie 4.1
(BESCHERMDE) SOORTEN IN HET PLANGEBIED Het onderzoeksgebied is deels in gebruik als golfterrein (zuidelijk deel) en deels als weiland en grasland (noordelijk deel). De twee delen worden gescheiden van elkaar door een treinspoor en een weg. De noordelijke weilanden zijn soortenrijk en begroeid met ridderzuring, grote brandnetel, kruldistel, echte koekoeksbloem, scherpe boterbloem en pitrus. Op het golfterrein is een aantal poelen aanwezig. Langs de poelen staan kleine lisdodde, gele lis, moeraswederik en mattenbies. Hier komt lokaal gevlekte orchis en wilde gagel voor. Tabel 4.1 geeft een overzicht van de waargenomen beschermde plantensoorten. De wilde gagel is hoogstwaarschijnlijk aangepland. De locaties van beide soorten zijn weergegeven in figuur 4.1 A.
Tabel 4.1 Beschermde plantensoorten in het plangebied.
Nederlandse en wetenschappelijke naam
FF1
FF2
FF3
Gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata) Wilde gagel (Myrica gale)
FF1
= algemene soorten
FF2
= overige soorten
FF3
= streng beschermde soorten
X X
Tijdens de bemonstering werden in de meeste wateren tiendoornige en/of driedoornige stekelbaarzen (beide niet beschermd krachtens de Flora- en faunawet) gevangen. Daarnaast werden larven van de serpeling gevangen. Wat betreft amfibieën zijn de bruine kikker en gewone pad, middelste groene kikker en een vrouwtje van de kleine watersalamander waargenomen. Alle wateren zijn bemonsterd; alleen die waarin beschermde soorten zijn waargenomen zijn aangeduid in figuur 4.1 B. In tabel 4.2 staan de waargenomen beschermde amfibie- en vissoorten en hun locatie. Tabel 4.2 Beschermde amfibieën en vissen in het plangebied
FF1
Middelste groene kikker (Rana esculenta)
X
3, 5, 6 en 7
Bruine kikker (Rana temporalis)
X
1, 2 en 4
Gewone pad (Bufo bufo)
X
1 en 7
Kleine watersalamander (Triturus vulgaris)
X
6
074361718:0.1
FF2
FF3
Locaties (zie
Nederlandse en wetenschappelijke naam
figuur X)
ARCADIS
11
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
Figuur 4.1 A.
Locatie van beschermde plantensoorten op het golfterrein.
B.
Locatie van beschermde amfibieën en vissoorten in het plangebied.
A
B
Tijdens de vleermuisinventarisatie in nacht van 2 op 3 september 2008 is waargenomen dat kort na het vallen van de schemering drie tot vier gewone dwergvleermuizen en één watervleermuis boven de ganzenvijver (figuur 4.2: rode ovaal) jagen. Daarnaast jaagt er één gewone dwergvleermuis tussen de wilgen iets ten zuiden van de vijver (figuur 4.2: donkerblauwe ovaal). Later in de nacht namen de buien in aantal en hevigheid toe. De gewone dwergvleermuizen boven de vijver en de wilgen blijven de hele nacht jagen, de watervleermuis houdt het halverwege de nacht voor gezien. Tegen de ochtend (en waarschijnlijk ook aan het begin van de nacht; toen is hier echter niet gepost) vlogen tientallen gewone dwergvleermuizen langs de bomen van de weg ten zuiden van de vijver (paarse pijl in figuur 4.2). Hier bevindt zich duidelijk een vaste vliegroute van gewone dwergvleermuizen. Op het terrein van de golfbaan is in de tweede helft van de nacht onderzoek gedaan. Hier werden echter geen vleermuizen waargenomen.
074361718:0.1
ARCADIS
12
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
Figuur 4.2 Figuur met waargenomen jachtlocaties en vliegroutes van vleermuizen tijdens het veldbezoek in de nacht van 2 op 3 september 2008.
074361718:0.1
ARCADIS
13
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
In de avond van 24 juni 2009 zijn zeven solitaire gewone dwergvleermuizen waargenomen en gedurende de ochtend (25 juni 2009) één gewone dwergvleermuis. Uit het vleermuizenonderzoek blijkt dat geen vaste vliegroutes of kolonieverblijven van vleermuizen in het onderzoeksgebied aanwezig zijn ten tijde van het veldbezoek. Enkele vogelsoorten die zich in of nabij het onderzoeksgebied bevinden zijn: rietgors, kievit, wilde eend, waterhoen, buizerd en scholekster. Er werden geen nesten waargenomen van vogelsoorten waarvan het Ministerie het nest jaarrond als een vaste rust- en verblijfplaats ziet.
074361718:0.1
ARCADIS
14
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
HOOFDSTUK
5.1
5
Conclusie
CONCLUSIE De resultaten van de vleermuizeninventarisatie in de nacht van 2 op 3 september leiden tot de volgende conclusies: De vijver en de wilgen hebben begin september een functie als foerageergebied voor gewone dwergvleermuizen en een watervleermuis. Kolonieverblijven zijn niet aangetroffen. Vanwege de afwezigheid van meerdere bomen met holtes lijkt het onwaarschijnlijk dat deze aanwezig zijn. De bomen naast de weg ten zuiden van de vijver fungeren als geleiding voor een vaste vliegroute van gewone dwergvleermuizen (zie figuur 4.2 paarse pijl). Vaste vliegroutes van vleermuizen worden in het kader van de Flora- en faunawet als een vaste rust- en verblijfplaats gezien. Uilen of steenmarters werden tijdens het onderzoek niet waargenomen. In het onderzoeksgebied bevinden zich, ten tijden van de veldbezoeken in april en juni 2009, twee individuen van de gevlekte orchis en meerdere aangeplante exemplaren van de wilde gagel. Beide soorten vallen in de categorie tabel 2 van de Flora- en faunawet. Maar gezien de gagel aangeplant is, valt deze buiten de bescherming van deze wet. Er bevinden zich waarschijnlijk geen vaste rust- of verblijfplaatsen van vleermuizen in het onderzoeksgebied.
5.2
CONCLUSIE TEN AANZIEN VAN DE VOORGENOMEN WERKZAAMHEDEN Waterschap De Dommel werkt volgens de door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit goedgekeurde gedragscode “Gedragscode Flora- en faunawet voor waterschappen” (10 juli 2006). Deze gedragscode is van toepassing op een breed scala van werkzaamheden die de waterschappen uitvoeren, waaronder inrichtingsprojecten als deze EVZ ontwikkeling. Als volgens de regels van de gedragscode wordt gewerkt, dan voldoen de waterschappen aan de voorwaarden die verbonden zijn aan de vrijstelling van een aantal verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet. Bij inrichtingsmaatregelen is vrijstelling middels deze gedragscode van toepassing op alle tabel 1 en 2 soorten. De locaties waar de tabel 2 soort, Gevlekte Orchis voorkomt worden geen werkzaamheden uitgevoerd. Vanuit het beheer dat door de Golfbaan wordt gevoerd zal er rekening gehouden dienen te worden met het voorkomen van deze soort. De juiste periode om te maaien is vanaf begin augustus. Op deze wijze blijft het voortbestaan van de gevlekte orchis gehandhaafd.
074361718:0.1
ARCADIS
15
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
De verdere werkzaamheden die gepland staan leveren geen nadelige effecten op voor de soorten die voorkomen in het plangebied. De beplanting rondom de ‘eendenvijver’, waar zich een foerageer gebied voor de gewone dwergvleermuis en de watervleermuis, blijft gehandhaafd op de exoten na. De sparren en dennenbomen worden wel gekapt met de geplande werkzaamheden uit het ontwerp. De beplanting, die in gebruik is als vliegroute, zie figuur 4.2, zal niet worden verwijderd. Deze vormt, vanuit het ontwerp, de volwassen landschappelijk structuur waaraan de inrichtingsmaatregelen worden gekoppeld.
074361718:0.1
ARCADIS
16
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN
COLOFON
EVZ HOOIDONKSCHE BEEK TE GULBERGEN TOETS FLORA- EN FAUNAWET OPDRACHTGEVER: WATERSCHAP DE DOMMEL
STATUS: Vrijgegeven
AUTEUR: B. Backx
GECONTROLEERD DOOR: G. Kos
VRIJGEGEVEN DOOR: P. Zweedijk 20 oktober 2009 074361718:0.1
ARCADIS NEDERLAND BV Utopialaan 40-48 Postbus 1018 5200 BA 's-Hertogenbosch Tel 073 6809 211 Fax 073 6144 606 www.arcadis.nl Handelsregister 9036504 ©ARCADIS. Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitzonderingen door de wet gesteld, mag zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbenden niets uit dit document worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, digitale reproductie of anderszins.
074361718:0.1
ARCADIS
17