Gemeente Dronten – april 2008
Evaluatie ‘Leren werken in de wijk’ Inleiding In deze rapportage wordt de evaluatie gedaan van het project 'Leren werken in de wijk'. Het eerste deel is tot stand gekomen uit de evaluatie die de verschillende partners samen gedaan hebben. Het tweede deel gaat om de financiële afronding door Chainworks. De rapportage begint met een presentatie van de behaalde resultaten. Hierna worden specifieke onderdelen verder toegelicht. Realisatie Doelen Bij aanvang van het project zijn er op drie punten doelen gesteld. Onderstaande tabel geeft weer welke doelen er gesteld zijn en welk resultaat er gehaald is. Type
Doel
Fysiek
Plaatsen erfafscheidingen en opknappen uitstraling van de wijk
Resultaat -
Werkgelegenheid/sociale activering
Sociale activering en mogelijke doorstroom naar werk
-
Leefbaarheid
Vergroten van de leefbaarheid in de wijk Biddinghuizen centrum door activering niet actieven inwoners uit de wijk.
-
-
-
-
Beoordeling
gehaald volgens planning Goed Binnen het gestelde budget Kwaliteit goed Fysieke uitstraling/aanzicht van de wijk is enorm opgeknapt vaste enthousiaste groep Goed Merendeel deelnemers fase 4 cliënten met meer potentie = taalstage ROC. Dagritme/kennis en kunde/trots/zelfver-trouwen Aantal deelnemers: 13 Voor alle deelnemers is een vervolgtraject gestart, weinig mensen uit de wijk Deels geslaagd zelf aan het werk. Dus wel activering maar van mensen uit de plaats Dronten. Onderwerp leefbaarheid is een moeilijk begrip dat lastig onder de aandacht te brengen is van de deelnemers. Themabijeenkomsten konden niet georganiseerd worden. In de één-op-één gesprekken is hier beperkt aandacht voor geweest. Wel veel contacten in de wijk. Veel bewoners staan open voor een praatje en er worden contacten gelegd tussen allochtoonautochtoon. Vooroordelen worden zo minder. Wijkbewoners zijn trots op de wijk door renovatie en schuttingen. Dit gevoel en betrokkenheid vast houden.
1
Gemeente Dronten – april 2008
Deelnemers aan het project In het totaal hebben 12 mensen deelgenomen aan het project. Deze mensen staan ingeschreven bij de gemeente Dronten en hebben recht op een uitkering. Over het algemeen hebben de mensen 1 tot 3 dagen gewerkt. De deelnemers werkte verdeeld over 4 dagen. 9 mensen zijn ingestroomd via het ROC de rest zijn klanten van Re-work. Het was een groep met een gemengde samenstelling; man-vrouw en met verschillende nationaliteiten. Belangrijk daarbij is dat er niet een te groot aantal deelnemers uit één land komt, de kans is dan groot dat er een groep binnen de groep ontstaat. Vooraf was het uitgangspunt dat er 12 tot 15 mensen per week aan het werk zouden zijn. We zijn gestart met 6 mensen in de week, dit is gedurende het project opgelopen tot 11 mensen en uiteindelijk zijn we geëindigd met 8 mensen in de week. Deze lagere bezetting bleek uiteindelijk veel beter uit te pakken. 6 deelnemers op 1 begeleider en 1 professionele werkman bleek het maximaal haalbare. Bij een grotere groep deelnemers werd er minder werk verzet en kwam de kwaliteit van het werk onder druk te staan. Voor een deel had dit ook met het beschikbare gereedschap te maken maar belangrijker is de noodzaak van een behoorlijk intensieve begeleiding. Echt zelfstandig werken lukt deze groep mensen niet. Dat blijkt ook uit de motivatie om wat anders op te pakken op de momenten dat er als gevolg van slecht weer niet buiten gewerkt kon worden. De laatste weken hebben de deelnemers nestkastjes/zwaluwhuisjes in elkaar gezet. De materialen worden gesponsord en Salverda zorgt voor de ruimte en de technische begeleiding. De motivatie bij de deelnemers was groot en groter dan door de professionals van te voren was ingeschat. Er was gerekend op een behoorlijke tussentijdse instroom van nieuwe deelnemers als gevolg van uitval. Zeker op het moment dat we de wintermaanden zouden ingaan. Maar eenmaal aan het werk bleek de groep zeer gemotiveerd en constant. Dit was ook een eye-opener voor de professionals die maar al te vaak mensen een etiket opplakken en van te voren de inschatting maken dat mogelijke kandidaten niet geschikt zijn. Bij aanvang van het project was het uitgangspunt dat 80% van de deelnemers uit de betreffende wijken in Biddinghuizen zou komen. Drie mensen (25%) kwamen uit Biddinghuizen. Het is denkbaar dat mensen schroom hebben om in het eigen dorp aan de slag te gaan. Uiteindelijk bleek bij de 3 deelnemers uit Biddinghuizen dat gevoel snel te keren. De drempel om te starten is wel hoog. Door mensen te dwingen deel te nemen kan het aandeel vergroot worden. Er is gekozen voor vrijwillige deelname aan het project. Dit om het groepsproces niet te verstoren. Uiteindelijk is één persoon toch (min of meer) verplicht om mee te doen. Deze persoon blijkt uiteindelijk uitstekend mee te draaien. Een 'steuntje in de rug' kan dus een positief effect hebben. De veiligheid van andere deelnemers, begeleiding en bewoners moet bij gedwongen deelname wel geborgd zijn. Mensen moeten bijvoorbeeld met negatieve reacties om kunnen gaan en dan niet agressief gedrag gaan vertonen. De deelnemers blijken erg gevoelig voor veranderingen in de omstandigheden zoals een lange kerstvakantie en wat strubbelingen rondom de doorstart na afloop van de tweede fase van de modernisering. Deze omstandigheden hadden meteen gevolgen voor de motivatie van de deelnemers. Persoonlijke bezigheden krijgen dan meteen de overhand. Aansluitend aan de kerstvakantie ontstond onduidelijkheid over de overgang van ROC naar IVEO. IVEO verzorgt vanaf 1 januari 2008 de inburgeringscursus in de gemeente Dronten. Re-work heeft heel wat inspanning moeten leveren om de deelnemers weer aan het werk te krijgen. Om deelnemers te stimuleren is de status die ze door het werk verkrijgen belangrijk. Werkkleding en goede PR zijn hiervoor belangrijk. Maar ook het feit dat ze zich inzetten voor de gemeenschap en dat er goede technische begeleiding is, is van belang. Samenwerking met een organisatie die kinderopvang kan regelen kan een goede aanvulling zijn. Nu is de stap voor mensen met kinderen voor sommigen te groot. Anderen werken alleen tijdens schooluren.
2
Gemeente Dronten – april 2008
Op individueel niveau hebben de deelnemers veel geleerd. In sommige gevallen was dat op de werkplek niet duidelijk maar was er op school bijvoorbeeld duidelijk vooruitgang te zien. Hoofdzaak is het vergroten van de sociale activering door zelfredzaamheid. De deelnemers werkten op de werkdagen zoals dat normaal ook in een werksituatie gebeurt . De werkdag begon om 8.00 uur, weer of geen weer. De deelnemers kregen eigen verantwoordelijkheden zoals het ophalen van de juiste schuttingen vanaf de bouwplaats. Ze moesten deel uitmaken van een groep en hun positie daarbinnen bepalen. Belangrijk was ook het contact met de bewoners, deze waren meestal positief maar soms ook niet. De deelnemers moeten hier mee leren omgaan. Het project heeft bijgedragen aan hun zelfredzaamheid en heeft de deelnemers zelfvertrouwen gegeven. Met de goede begeleiding kan vanuit hier een stap vooruit gemaakt worden. Belangrijk was dat mensen werkritme/dagritme opbouwden. Voor veel deelnemers was deze structuur belangrijk en de eerste stap naar sociale activering. Voor alle deelnemers zijn na afloop individuele plannen gemaakt door mensen van de sociale dienst en de begeleider vanuit Chainworks. Deze plannen richten zich over het algemeen op het te volgen scholingstraject, maar twee deelnemers hebben een vervolg gevonden in het maken van zwaluwhuisjes en twee mensen zijn aan het werk. Doorloop project Het project heeft 30 weken gelopen, waarvan er 25 weken gewerkt is. De 5 weken uitval zijn voor een deel het gevolg van de kerstvakantie. Na 2 weken vakantie was het voor veel deelnemers moeilijk de draad weer op te pakken. Persoonlijke problemen waren belangrijker. Verder ging een aantal deelnemers over van ROC naar IVEO waardoor verwarring ontstond. Mensen werden uitgeschreven bij het ROC terwijl dit niet moest en waren hierna slecht bereikbaar. Verder was er een aantal dagen waarop Salverda geen technische begeleiding kon geven, ook waren er momenten dat er onvoldoende materiaal beschikbaar was waardoor mensen op elkaar moesten wachten of dat de materialen niet op tijd besteld waren. Dit was met name het gevolg van het feit dat OFW en Salverda laat hebben besloten het plaatsen van de schuttingen in de derde fase vooruitlopend op de modernisering te doen. Bewoners moesten toen nog laat een keuze maken voor de schuttingen. Dit sloot precies aan op de kerstvakantie waardoor een extra groot gat in de doorlooptijd ontstond. Tot slot heeft het weer af en toe voor uitval gezorgd, bijvoorbeeld doordat de grond bevroren was. Leefbaarheid Een doel van het project was het vergroten van de leefbaarheid in de wijk. We wilden dit bereiken doordat een belangrijk deel van de deelnemers in Biddinghuizen woonachtig was en dan het liefst in de wijk Biddinghuizen centrum. Door mensen die nu niet actief zijn te activeren en zich in te laten zetten voor hun wijk wilden we de leefbaarheid vergroten. Zoals hiervoor al is beschreven kwam uiteindelijk maar zo'n 25% van de deelnemers uit Biddinghuizen. Activering van deze groep is wel gelukt maar zal geen effect hebben op hun invloed op de leefbaarheid in de wijk Biddinghuizen centrum. In een aantal themabijeenkomsten zou aandacht worden gevraagd voor leefbaarheid. Zo'n gezamenlijke aanpak bleek niet mogelijk. Dit was in de eerste plaats een gevolg van taalachterstand, door de taalbarrière blijven de gesprekken oppervlakkig. Maar ten tweede hebben we hier een groep mensen aan het werk die met allerlei problemen op het terrein van primaire en secundaire levensbehoeften te maken heeft. Nadenken over de leefbaarheid in de wijk is dan even niet de eerste prioriteit. Uiteindelijk is er voor gekozen leefbaarheid in de één-op-één gesprekken met de deelnemers aan bod te laten komen. Voor de deelnemers was het werken in een woonwijk en het contact met buurtbewoners wel belangrijk. Op deze manier leren zij hoe je contact legt en het persoonlijke netwerk wordt vergroot. Ook komen de deelnemers in contact met mensen die niet vriendelijk zijn en soms zelfs vijandig. Ook hiermee leren zij omgaan. Voor de buurtbewoners was het goed om met deze groep met name allochtone deelnemers in aanraking te komen. Er leven veel vooroordelen en deze worden zo voor een deel weggenomen.
3
Gemeente Dronten – april 2008
Een goede PR is belangrijk. Het stimuleert de deelnemers en maakt ze trots op het werk dat ze doen. Hiernaast wordt de bekendheid in het dorp over het project en de mensen groter. Zo ontstaat begrip voor de deelnemers en worden ook de bewoners trots op het werk dat wordt gedaan. Begeleiding Elke organisatie had een duidelijke rol in de begeleiding: 1. Bouwbedrijf Salverda verzorgde de technische begeleiding. Hierbij maakt de persoon het verschil. De begeleider vanuit Salverda had een natuurlijk overwicht en wist mensen te motiveren. De technisch begeleider behandelt de mensen zoals dat ook in een 'gewone' werksituatie zou gebeuren. Persoonlijke situaties spelen even geen rol. Natuurlijk is er wel intensief overleg met re-work. 2. Re-work verzorgde de persoonlijk begeleiding. De deelnemers moeten toegeleid worden naar activering/werk. Hierbij moet voor verschillende problemen een oplossing gevonden worden. Het kan gaan om praktische zaken zoals kinderopvang of vervoer maar het kan ook zijn dat er medisch advies nodig is of bijvoorbeeld scholing. 3. ROC verzorgde de taallessen voor een deel van de deelnemers. De deelnemers hebben hun woordenschat vergroot, voor een deel met vakjargon. Verder heeft het project de lessen op het ROC verrijkt. Zo werden er bijvoorbeeld boeken opgezocht rondom bepaalde werkzaamheden. Het was goed dat er naast de begeleiding op de werkplek ook op school aandacht voor het project was en aandacht werd besteed aan terugkoppeling. Dit werkte voor de deelnemers motiverend en was een waardevolle aanvulling. Plaatsen schuttingen Kwaliteit van het werk is goed. Professionele technische begeleiding en controle is daarvoor wel een voorwaarde. De deelnemers kunnen het werk niet zelfstandig uitvoeren en af en toe moet er werk worden overgedaan. Dit is niet ten koste gegaan van de kwaliteit van het werk. In Almere is een dergelijk project mislukt omdat de kwaliteit van het geleverde werk niet goed was. Hier moesten de bewoners ook zelf voor de schutting betalen. In Biddinghuizen hebben bewoners niet hoeven meebetalen aan de erfafscheidingen. Het werk is geheel volgens planning uitgevoerd. Er waren minder mensen nodig om dit te doen. Samenwerking partijen Geen van de partijen had nog ervaring met een dergelijk project. En alle partijen hebben het als een positief project ervaren met een goede samenwerking waarbij veel leerervaringen zijn opgedaan die bij een vervolgproject kunnen worden toegepast. Alle partijen zijn enthousiast over de samenwerking en de uitvoering van het project. Het is de eerste keer dat deze partijen op deze manier samenwerken en allen hebben ze aangegeven dat wanneer de mogelijkheid zich voordoet zij een dergelijk project in de toekomst weer samen willen doen. Het ROC heeft al aangegeven dat er grote behoefte is aan dergelijke projecten. Ten behoeve van inburgering en het opdoen van werkervaring. Omdat het gaat om een pilot vraagt een dergelijk proces nog wel veel organisatie en afstemming. Wanneer deze manier van werken vaker wordt toegepast zal dit steeds gemakkelijker verlopen. Bij de uitvoering was het belangrijk dat alle partijen bereid waren om samen barrières die we tegen kwamen gedurende het proces op te lossen. Ook alle partijen hebben dit voortvarend gedaan. Een voorbeeld is de overgang van deelnemers van Roc naar IVEO.
4
Gemeente Dronten – april 2008
Aanbevelingen Voor het vervolg: 1. Gezocht moet worden naar een vergelijkbaar zelfstandig project waar goede begeleiding op komt (persoonlijk en technisch) met één (technisch) begeleider op 6 deelnemers. 2. Uiteindelijk moet worden toegewerkt naar een aanbod van verschillende projecten waardoor continuïteit ontstaat. Meerdere partijen/werkgevers moeten dan projecten aanbieden. Regievoering is dan noodzakelijk. Sturing kan het beste gebeuren vanuit een partij die verantwoordelijk is voor de reïntegratie van werklozen en de inburgering van allochtonen. Bovendien moet het een partij zijn die inzicht heeft in de deelnemers en in de projecten. De gemeente zou de meest geëigende partner zijn om deze rol op te pakken. 3. Om het mogelijk te maken dergelijke projecten permanent uit te voeren moeten kosten en baten met elkaar in balans zijn. Er moet gezocht worden naar financiering uit bestaande budgetten. Wanneer de begeleiding voor de deelnemers deel uitmaakt van de reguliere begeleiding kan deze manier van werken mogelijk structureel worden uitgevoerd. Aandachtspunten bij de uitvoering: 4. De continuïteit tijdens de uitvoering moet bewaakt worden. Deelnemers zijn moeilijk te motiveren en wanneer er even geen werk is dan is de kans op uitval groot. De groep is gevoelig voor verandering. Door dat er mensen komen en gaan uit de groep ontstaat er een gevoel van ' los zand' . Mensen zijn dan sneller geneigd andere prioriteiten te stellen, wanneer het werkritme verstoord wordt. 5. Zorgen voor doorstroming na afloop van het project. Mensen mogen niet in een gat vallen. Aan het einde van het project worden er individuele plannen gemaakt per deelnemer die gericht zijn op een nuttige tijdsbesteding. Wanneer je dit niet doet vallen mensen in een gat en is het project zinloos geweest. 6. In de huidige opzet moet het project vooral worden uitgevoerd als werkgelegenheidsproject. Het doel is dan om mensen te activeren en niet om de leefbaarheid in de wijk te vergroten. Leefbaarheid kan in een volgend project meer aandacht krijgen maar het blijft de vraag of er geen betere projecten zijn om de leefbaarheid in een bepaalde wijk te vergoten. Met name het vergroten van de sociale cohesie tussen verschillende groepen bewoners in een wijk is van belang voor de leefbaarheid in een wijk en dit is slechts gedeeltelijk te bereiken met een project als 'Leren weken in de wijk'. 7. Er is nog maar incidenteel gewerkt met gedwongen deelname. Dit zou meer moeten worden uitgebreid opdat mensen die een bijstandsuitkering hebben zich nuttig kunnen maken voor de samenleving. 8. Zorg dat er aanvullend werk is voor de momenten dat het slecht weer is. Door dit vooraf beter op te zetten kan meer uit het project worden gehaald. 9. Om een grotere groep deelnemers te krijgen kan samenwerking met een organisatie die kinderopvang kan regelen een goede aanvulling zijn. Nu is de stap voor mensen met kinderen voor sommigen te groot. Anderen werken alleen tijdens schooluren. 10. Bij het zoeken naar deelnemers moeten mogelijke kandidaten niet onderschat worden. Te vaak krijgen mensen een etiket opgeplakt. 11. Vooraf moet beter in beeld gebracht worden welke groepen aan het werk moeten en welke projecten hierbij passen. Om welke cliënten gaat het, welke capaciteiten hebben zij en wat wil je met de groep bereiken. Nu hadden we een idee van welke groep ( de niet-actieven in de wijk Biddinghuizen centrum) we wilden activeren en er moesten schuttingen geplaatst worden. De combinatie leek ideaal maar uiteindelijk bleek de doelgroep die we voor ogen hadden niet vrijwillig deel te nemen. Het kan zijn dat deze groep ook niet in de eigen wijk wil werken. Verder bleek het onder de aandacht brengen van de leefbaarheid in de wijk lastig. Dit onderwerp spreekt niet aan, taal is een probleem maar bovenal gaan de eigen problemen voor en identificeren mensen zich hier niet mee.
5
Gemeente Dronten – april 2008
Algemeen: 12. Om de lange termijn effecten te meten moet er een monitor ingericht worden. Hierin moet gemeten worden wat de effecten voor de deelnemers zijn maar ook voor de wijk. 13. Uit de reacties van bewoners uit de wijk blijkt dat ze vinden dat de wijk opknapt. Het is goed naar een manier te zoeken om deze betrokkenheid van wijkbewoners bij de wijk vast te houden.
6