EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 30.1.2015 C(2015) 383 final
GEDELEGEERDE RICHTLIJN ../…/EU VAN DE COMMISSIE van 30.1.2015 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een vrijstelling voor cadmium in verlichting en beeldweergavetoepassingen
(Voor de EER relevante tekst)
NL
NL
TOELICHTING 1.
ACHTERGROND VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
Betreft: gedelegeerde richtlijn van de Commissie tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een vrijstelling voor cadmiumhoudende toepassingen. De herschikte BGGS-richtlijn, Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur1 (hierna de "BGGS-richtlijn 2" genoemd) beperkt het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen (lood, kwik, cadmium, zeswaardig chroom, polybroombifenylen, polybroomdifenylethers) in elektrische en elektronische apparatuur (hierna "EEA" genoemd). De BGGS-richtlijn 2 is op 21 juli 2011 in werking getreden. De stoffen waarvoor beperkingen gelden, staan in bijlage II bij de BGGS-richtlijn 2; de bijlagen III en IV bevatten een lijst van materialen en onderdelen die van de in artikel 4, lid 1, vastgestelde beperking op het gebruik van die stoffen zijn vrijgesteld. Artikel 5 voorziet in de aanpassing aan de vooruitgang van wetenschap en techniek (door het opnemen en schrappen van vrijstellingen) van de bijlagen III en IV. Overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder a), worden vrijstellingen in de bijlagen III en IV opgenomen mits deze opneming de door Verordening (EG) nr. 1907/2006 geboden milieu- en gezondheidsbescherming niet afzwakt en wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: de verwijdering of vervanging ervan door middel van ontwerpwijzigingen of door middel van materialen en onderdelen waarvoor geen gebruik hoeft te worden gemaakt van de in bijlage II opgesomde stoffen of materialen, is om technische of wetenschappelijke redenen onmogelijk; de betrouwbaarheid van vervangende stoffen is niet gewaarborgd; de vervanging houdt als geheel voor het milieu, de gezondheid en de veiligheid van de consument waarschijnlijk meer nadelen dan voordelen in. In artikel 5 van de BGGS-richtlijn 2 is een procedure voor de aanpassing van de bijlagen aan de vooruitgang van wetenschap en techniek vastgelegd. In artikel 5, lid 1, onder a), van de BGGS-richtlijn 2 is bepaald dat de Commissie materialen en onderdelen van EEA voor specifieke toepassingen in de lijsten in de bijlagen III en IV opneemt door middel van afzonderlijke gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 20. 2.
RAADPLEGINGEN VOORAFGAAND AAN DE VASTSTELLING VAN DE HANDELING
Sinds de bekendmaking van de BGGS-richtlijn 2 heeft de Commissie bijna vijftig verzoeken voor nieuwe vrijstellingen ontvangen overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, lid 3, en bijlage V inzake verlening, verlenging of intrekking van een vrijstelling op grond waarvan belanghebbenden een vrijstelling kunnen aanvragen. Met het oog op de beoordeling van de aangevraagde vrijstellingen heeft de Commissie de opdracht gegeven tot het uitvoeren van verscheidene studies en heeft zij de vereiste technische en wetenschappelijke beoordeling, met inbegrip van een officiële raadpleging van belanghebbenden2 voor elke aanvraag3, uitgevoerd. Het eindrapport over deze toepassing, dat door adviesbureau "Oeko-Institut" is 1 2
3
NL
PB L 174 van 1.7.2011, blz. 88. http://ec.europa.eu/environment/consultations/rohs7_en.htm; raadplegingsperiode van 19 augustus 11 november 2013. De lijst van geraadpleegde belanghebbenden wordt door de consultants in samenwerking met Commissie bijgehouden en regelmatig bijgewerkt en omvat bedrijfsorganisaties uit elektronicabranche, fabrikanten en leveranciers, recyclers, consumentenorganisaties, ngo's, academische wereld, vertegenwoordigers van de lidstaten enz.
2
tot de de de
NL
geschreven en door DG Milieu is goedgekeurd, is beschikbaar op de website van dat bureau4; de belanghebbenden en de lidstaten zijn hiervan in kennis gesteld. Op de webpagina van DG Milieu staat een link naar de projectpagina5. Vervolgens heeft de Commissie de officiële deskundigengroep voor gedelegeerde handelingen uit hoofde van BGGS-richtlijn 2 geraadpleegd. Op 25 juni 2014 is een bijeenkomst met consultants en deskundigen gehouden, op 1 juli 2014 is een geconsolideerde aanbeveling met alle nodige achtergrondinformatie verstuurd, en de deskundigen is gevraagd uiterlijk 25 augustus 2014 hun commentaar op het voorstel te leveren. De groep van deskundigen heeft het voorstel unaniem gesteund. Alle noodzakelijke stappen uit hoofde van artikel 5, leden 3 tot en met 7, zijn genomen. De Raad en het Parlement zijn van alle activiteiten in kennis gesteld. Volgens het eindrapport is de volgende technische informatie, die in de openbare raadpleging was besproken, verzameld (voor nadere gegevens zie voetnoot 4): De bestaande vrijstelling 39 van bijlage III staat het gebruik toe van cadmium in II-VI-leds met kleuromzetting voor halfgeleiderverlichting of -beeldweergavesystemen. Het onderdeel voor kleuromzetting in leds bestaat uit cadmium dat kwantumpunten bevat. Kwantumpuntentechnologie is een zeer geavanceerde technologie met aanzienlijke voordelen wat betreft energie-efficiëntie en kleurenweergave. Vrijstelling 39 is op 1 juli 2014 verlopen. De Commissie heeft in december 2012 een verzoek om verlenging van vrijstelling 39 ontvangen, en in 2013 een soortgelijke aanvraag, die specifiek is gericht op het gebruik van cadmium kwantumpunten in beeldschermen. In overleg met de Commissie heeft het adviesbureau besloten in zijn evaluatie beide aanvragen als één zaak te beschouwen. Uit de evaluatie bleek dat het gebruik van kwantumpunten in beeldschermen inderdaad een positief algemeen effect heeft, omdat zij weinig energie verbruiken. De kwantumpuntentechnologie is een nieuwe technologie die oudere systemen om kleur om te zetten in de nabije toekomst in veel toepassingen zal vervangen. De verwijdering van kwantumpunten via ontwerpwijzigingen is technisch onuitvoerbaar, aangezien het een nieuwe en superieure technologie betreft. Hoewel het wenselijk zou zijn om het cadmium in kwantumpunten te vervangen, bevinden cadmiumvrije kwantumpunten (waarbij bijvoorbeeld indiumfosfide wordt gebruikt) zich nog steeds in de wetenschappelijke ontwerpfase en zijn zij nog jaren verwijderd van het productiestadium. Hoewel leds met kwantumpunten (met en zonder cadmium) voor verlichting (lampen) nog niet beschikbaar zijn, zijn beeldweergavetoepassingen (tv's, telefoons) reeds beschikbaar. Het positieve milieu-effect kon derhalve slechts overtuigend worden aangetoond voor beeldweergavetoepassingen. Niettemin moet de oorspronkelijke formulering van de vrijstelling, die verlichting en beeldschermen dekt, voor een korte periode worden uitgebreid, zodat de verlichtingsindustrie een specifieke vrijstelling kan aanvragen, aangezien verlichtingstoepassingen met kwantumpunten op basis van cadmium zich reeds in de preproductiefase bevinden en aangezien het waarschijnlijk is dat de prestaties over het algemeen vergelijkbaar zullen zijn met die in beeldschermen. In het licht van artikel 5, lid 1, onder a), eerste en derde streepje, en om een onderscheid te maken tussen het gebruik in verlichting en het gebruik in beeldweergave, moet de bestaande vrijstelling worden gesplitst in twee vrijstellingen. Een nieuwe, specifiek op beeldschermen 4
Directe link naar evaluatie en aanbeveling: http://rohs.exemptions.oeko.info/fileadmin/user_upload/RoHS_IX/20140422_RoHS2_Evaluation_Ex_Requests_ 2013-1-5_final.pdf, blz. 40-91. 5 http://ec.europa.eu/environment/waste/rohs_eee/studies_rohs1_en.htm.
NL
3
NL
gerichte vrijstelling is gerechtvaardigd en moet tot medio 2018 worden verleend. Daarnaast moet de oorspronkelijke vrijstelling 39 worden verlengd tot medio 2017 om de rechtszekerheid te waarborgen en om lampenfabrikanten de gelegenheid te geven hun onderzoek op het gebied van kwantumpuntentechnologie voort te zetten. Het betreft betrekkelijk korte overgangsperiodes die hoogstwaarschijnlijk geen negatieve gevolgen zullen hebben op de innovatie en de ontwikkeling van cadmiumvrije alternatieven. De specifieke vrijstelling vormt geen afzwakking van de milieu- en gezondheidsbescherming die wordt geboden door Verordening (EG) nr. 1907/2006 (REACH) overeenkomstig artikel 5 van Richtlijn 2011/65/EU. 3.
JURIDISCHE ELEMENTEN VAN DE GEDELEGEERDE HANDELING
De voorgestelde handeling stelt het gebruik van cadmium in specifieke toepassingen vrij van de in bijlage II bij Richtlijn 2011/65/EU (BGGS 2) vermelde beperkingen. Deze vrijstelling moet in bijlage III bij die richtlijn worden opgenomen. Het voorgestelde instrument is een gedelegeerde richtlijn. Het ontwerp van gedelegeerde richtlijn legt Richtlijn 2011/65/EU, en met name artikel 5, lid 1, onder a), ten uitvoer. De voorgestelde handeling heeft ten doel de juridische zekerheid en duurzame marktvoorwaarden voor elektronicafabrikanten te waarborgen door specifieke toepassingen van voor het overige verboden stoffen toe te staan overeenkomstig de bepalingen van de BGGS-richtlijn 2 en de daarin vastgelegde procedure voor de aanpassing van de bijlagen aan de vooruitgang van wetenschap en techniek. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaat deze maatregel niet verder dan wat nodig is om de doelstelling ervan te verwezenlijken. Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Unie.
NL
4
NL
GEDELEGEERDE RICHTLIJN ../…/EU VAN DE COMMISSIE van 30.1.2015 tot wijziging, met het oog op aanpassing aan de technische vooruitgang, van bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft een vrijstelling voor cadmium in verlichting en beeldweergavetoepassingen (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, Gezien Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur6, en met name artikel 5, lid 1, onder a), Overwegende hetgeen volgt:
NL
(1)
Op grond van Richtlijn 2011/65/EU is het gebruik van cadmium in elektrische en elektronische apparatuur die in de handel wordt gebracht, verboden.
(2)
Overeenkomstig punt 39 van bijlage III is het gebruik van cadmium in leds met kleuromzetting voor verlichtings- en beeldweergavetoepassingen tot 1 juli 2014 van dat verbod vrijgesteld. De Commissie heeft vóór 1 januari 2013 een verzoek om verlenging van die vrijstelling ontvangen overeenkomstig artikel 5, lid 5, en meer in het bijzonder een verzoek inzake het gebruik van cadmium in kwantumpunten voor beeldweergavetoepassingen.
(3)
Leds met kleuromzetting die gebruikmaken van kwantumpunten hebben aanzienlijke voordelen wat betreft energie-efficiëntie en kleurenweergave. Kwantumpunten worden reeds in beeldschermen gebruikt en worden de komende jaren waarschijnlijk in verlichtingstoepassing geïntroduceerd. Het gebruik van kwantumpunten in beeldschermen heeft een positief algemeen effect, omdat zij weinig energie verbruiken. De verwijdering van kwantumpunten door wijzigingen van het ontwerp is technisch onhaalbaar. Cadmiumvrije kwantumpunten zijn technisch nog niet beschikbaar.
(4)
Om een onderscheid te maken tussen het gebruik in verlichting en het gebruik in beeldweergave, moet de bestaande vrijstelling worden gesplitst in twee afzonderlijke vrijstellingen. Het verbod op het gebruik van cadmium in halfgeleider-nanokristalkwantumpunten op basis van cadmium om de lichtgolflengte om te zetten ("downshifting") voor gebruik in beeldweergavetoepassingen moet derhalve tot en met 30 juni 2018 worden opgeschort. Bovendien moet de geldigheidsperiode van punt 39 van bijlage III worden verlengd tot 30 juni 2017 om de rechtszekerheid te garanderen en de verlichtingssector toe te staan het onderzoek op het gebied van de kwantumpuntentechnologie voort te zetten. Het betreft korte overgangsperiodes die hoogstwaarschijnlijk geen negatieve gevolgen zullen hebben op de innovatie en de ontwikkeling van cadmiumvrije alternatieven.
6
PB L 174 van 1.7.2011, blz. 88.
5
NL
(5)
Richtlijn 2011/65/EU moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 Bijlage III bij Richtlijn 2011/65/EU wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn. Artikel 2 1.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op de laatste dag van de negende maand na de inwerkingtreding aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee. Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 4 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, op 30.1.2015
Voor de Commissie De Voorzitter Jean-Claude JUNCKER
NL
6
NL