Erfgoedverhalen voor Charlotte van Rappard-Boon
Erfgoedverhalen voor Charlotte van Rappard-Boon door Ariëns Kappers, Asselbergs, Bedaux, Van Berge-Gerbaud, Bergvelt, De Boer, Van Bolhuis, Buijs, Buijs, Campfens, De Clercq, Ekkart, Engelsman, Filedt Kok, De Haas, Van Heese, Helmus, De Jong, De Koomen, Kuijvenhoven, Van Laarhoven, Leeuw, De Leeuw, Leistra, Lokin, Meul, Mijnlieff, Van der Peet, Pennock, Schoemaker, Schouten, Schretlen, Sorgdrager, Tiggelman, Tijhuis, Van ’t Veen, Van der Vlies, Van de Wetering, Willink, Van Zoest
Erfgoedverhalen voor Charlotte van Rappard-Boon
Erfgoedverhalen voor Charlotte van Rappard-Boon
Inhoud
9
Ten geleide
10
Voorwoord
Stef Oosterloo
12
Over Charlotte van Rappard-Boon
Josefine Leistra
15
Japanse kunst
16
Charlotte van Rappard en de Japanse kunst
Erik Ariëns Kappers en Lot Ariëns Kappers-van der Peet
22
Een groot bewonderaar van Japanse kunst
Hanna Pennock
Philip Zilcken (1857-1930)
29
Musea en collecties
30
Een Museumwet voor de Collectie Nederland
Ronald de Leeuw
35
Een tevreden roker is geen onruststoker
Jan van Laarhoven
39
Schenken aan musea, een geringe belasting
Kees Schoemaker
44
Op weg naar een lokale Erfgoedinspectie
Daniëlle Lokin
Cultureel erfgoed Delft: beschermen op maat in één organisatie
49
Van bedelaarsgesticht tot Gevangenismuseum
Heleen Buijs
55
Het museum (zonder muren) van het landschap
Steven de Clercq
60
Een ‘gouden’ bruiloft
Mària van Berge-Gerbaud en
De Fondation Custodia en de Nederlandse Staat
Rob van Zoest
68
Van Schuver uit ‘Equatoria’…
Joost Willink
73
Drie duale masters
Ellinoor Bergvelt
Erfgoedstudies, Museumconservator en Museumstudies
77
Wat bewaren we nu eigenlijk?
81
Inspectie en toezicht
82
RBK, WBC en verzelfstandiging
Robert de Haas
87
Het geheime wapen
Cees van ’t Veen
Nico Schouten
Hoe de rijkscollecties zichtbaar werden
90
Charlotte, inspectiewerk en Vide
Frans Leeuw
94
De wet van de grote en de wet
Jan van Bolhuis en
van de kleine aantallen
Léander Kuijvenhoven
Van Hedy naar Medy
Chris Buijs en Roeland Tiggelman
98
Over de wenselijkheid van intergaal museumbeleid
6
Inhoud
105
Beheer en behoud
106
Ambachtelijke trots als gevaar bij cultuurbehoud
Ernst van de Wetering
112
Het boek op de plank
Tanja de Boer
118
Luchtspiegelingen
Veerle Meul
Een onderzoek naar het binnenklimaat bij de rijkscollectie
124
De basisregistratie voorbij
129
Beladen erfgoed
130
De Toi Moko van Volkenkunde
Steven Engelsman
135
Cultureel erfgoed in Mali
Rogier Bedaux
141
Recht en onrecht in roofkunstkwesties
Evelien Campfens en Inge van der Vlies
148
Bureau Herkomst Gezocht
Helen Schretlen
153
De handel in cultuurgoederen
Edgar Tijhuis
Wilbert Helmus
vanuit criminologisch perspectief 157
De Erfgoedinspectie en de bescherming
Marja van Heese
van het (Europese) cultureel erfgoed 163
Wet behoud cultuurbezit
164
De beperkte bescherming van de WBC
Winnie Sorgdrager
170
De c van Charlotte in de WBC
Ad de Jong
176
De vroegste cartons terug in Gouda
Jan Piet Filedt Kok en Ewoud Mijnlieff
185
Roerend en onroerend
186
Waar doe je het voor?
Fons Asselbergs
Een pleidooi voor meer empathie
194
Portretten op Kasteel Heeswijk
Rudi Ekkart
200
Zwerfkeien van de rijkscollectie
Arjan de Koomen
Verdwenen bouwfragmenten uit de tuin van het Rijksmuseum
206
Op de bres voor ensembles
Josefine Leistra
212
Bibliografie Charlotte van Rappard-Boon
Tanja de Boer en Josefine Leistra
216
Fotoverantwoording
216
Colofon
7
8
Ten geleide
In een interview in het overheidstijdschrift PM vertelde Charlotte van Rappard over de reden waarom zij halverwege de jaren tachtig haar bestaan als expert Japanse kunst verruilde voor dat van beleidsmedewerker bij de Rijksdienst Beeldende Kunst. Na de relatief eenzame positie van de freelancer was het hier mogelijk ‘meer midden in de maatschappij te zitten’. Vanaf dat moment heeft zij vervolgens ruim twintig jaar bij de rijksoverheid gewerkt en die plek midden in de maatschappij en in het culturele veld meer dan waar gemaakt. Het is dan ook niet meer dan passend, dat haar bij gelegenheid van haar afscheid als hoofdinspecteur Collecties van de Erfgoedinspectie deze bundel wordt aangeboden. De redactie hoopt hiermee twee dingen te bereiken: Charlotte een plezier te doen met een zeer persoonlijk afscheidscadeau, en eenieder die geïnteresseerd is in kunst en cultuur een blik te gunnen op veel aspecten van de omgang met roerend en onroerend erfgoed, die zelden zo gevarieerd bijeen worden gepresenteerd. De auteurs van de bijdragen kennen Charlotte al jaren goed en zijn werkzaam (geweest) op de diverse terreinen waarmee Charlottes werk raakvlakken heeft. Met gemak had de bundel dubbel zo dik kunnen worden, ongetwijfeld ontbreken enkele warme contacten en interessante onderwerpen. Volledigheid lag niet binnen het bereik van de redactie, niet in de keus van auteurs of onderwerpen, noch in de biografische schets of publicatielijst van Charlotte. Wel is ernaar gestreefd om hulde te brengen aan de brede inzet van Charlotte en hopelijk daarmee ook anderen te inspireren. De redactie dankt alle auteurs voor hun hartelijke medewerking, Marian van Bommel, Petra Irosemito en Christa Stuip, Charlottes ‘oude’ bedrijfsbureau, voor alle hulp op de achtergrond, Miriam Windhausen en Gijsbert Raadgever voor de eindredactie, de beeldredactie en de vormgeving, en tot slot de Erfgoedinspectie in de persoon van Stef Oosterloo die deze publicatie mogelijk maakte.
9
Voorwoord
Binnen de openbare dienst is de zorg voor het cultureel erfgoed door de jaren heen toevertrouwd geweest aan departementen, directies, rijksdiensten en inspecties met wisselende namen en afkortingen. De kleinste bouwsteen en tevens constante factor in deze organisaties is de ambtenaar, die niet zozeer met de wisseling der kabinetten als wel met de wisseling der generaties van signatuur verandert. Het tempo van veranderingen in het openbaar bestuur hangt met dat laatste gegeven in belangrijke mate samen. Zo hebben de tijdgenoten van Charlotte van Rappard, scheidend hoofdinspecteur Collecties van de Erfgoedinspectie, het nodige teweeggebracht. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is de directe bemoeienis van de rijksoverheid met het culturele bedrijf in een aantal slagen aanzienlijk teruggebracht ten gunste van de culturele instellingen en hun professionals, die daarmee ook een grotere verantwoordelijkheid voor de realisatie van de doelen van dat cultuurbeleid kregen. Hoewel de terminologie door de kabinetten heen verschilde, was de stabiele tendens er een van ‘beleid op hoofdlijnen en uitvoering op afstand’, waarbij die afstand werd gemeten vanaf de politiek verantwoordelijke minister. Rijksmusea werden verzelfstandigd, subsidieregelingen overgedragen aan zelfstandige bestuursorganen, bestuursovereenkomsten gesloten met gemeenten en provincies, adviesraden gefuseerd en het cultuurbeleid gestructureerd in een vierjarige cyclus. Hoewel met een minder steile curve, is die trend ook vandaag de dag nog steeds gaande, meer in het bijzonder binnen het overheidstoezicht. Zonder dat dat ooit in die bewoordingen is geformuleerd, kan worden geconstateerd dat het oorspronkelijke verzelfstandigingsbeleid daar in een tweede fase is beland. Inspecties ontlenen hun bestaansrecht aan de wens van de overheid om ook na de verzelfstandigingen nog enig zicht te blijven behouden op ‘de werkvloer’. De volgende stap is dat in de verschillende sectoren van het cultuurbedrijf kwaliteitszorgsystemen worden ingevoerd die op termijn voldoende waarborgen bieden om het traditionele eerstelijnstoezicht door overheidsdiensten te verminderen. Wanneer we deze ontwikkeling langs het curriculum vitae van Charlotte van Rappard leggen, zien we de verschillende stadia als het ware terug in de door haar beklede functies. In de vroege jaren zeventig, toen zij nog twee zoontjes thuis had, begon zij als vrijwilliger bij 10
het Rijksmuseum Amsterdam in het voetspoor van haar vader, Karel G. Boon. Naast haar werk vervolgens als freelance prentspecialist trad zij in 1985 als deeltijd-beleidsambtenaar toe tot de Rijksdienst Beeldende Kunst in Den Haag. In 1993 richtte zij, in opdracht van toenmalig cultuurminister Hedy d’Ancona, een Afdeling Inspectie bij die dienst in en werd hoofdinspecteur. Vanaf 1996 ging dit onderdeel zelfstandig verder als Inspectie Cultuurbezit, om ten slotte in 2005 op te gaan in de bredere Erfgoedinspectie. Ter voltooiing van wat met enig gevoel voor dramatiek toch wel haar levenswerk mag worden genoemd, zal zij zich, na het neerleggen van haar functie als hoofdinspecteur Collecties, vanaf 2007 exclusief wijden aan de totstandkoming van een kwaliteitszorgbeleid in het museale domein, zodat de Erfgoedinspectie haar toezichtstaak in de toekomst vanaf een hoger abstractieniveau zal kunnen uitoefenen. De Inspectie hoopt met dit project nog één keer maximaal gebruik te maken van haar ongeëvenaarde kennis van de materie, haar indrukwekkende netwerk en haar samenbindend vermogen, dat in de ambtelijke rangen node gemist zal worden. Als eerbetoon voor haar niet te overschatten bijdrage aan behoud en beheer van het Nederlandse cultureel erfgoed draag ik deze bundel Erfgoedverhalen met groot genoegen op aan Charlotte. Het initiatief voor dit boek is genomen door ‘haar’ inspecteurs van de sector Collecties. De verhalen zien op veel meer kanten van haar werk en persoon dan waartoe dit voorwoord ruimte biedt. Haar samenbindende vermogen blijkt ook hier: zelfs zonder het te weten heeft zij in dit boek allerlei facetten van het cultureel erfgoed bijeengebracht. De redactiecommissie heeft, geheel conform de verwachtingen, geen druk van betekenis hoeven te zetten op de veertig schrijvers; eerder nog heeft zij het aantal moeten beperken om de bundel overzichtelijk te houden en recht te doen aan de geschakeerdheid van Charlottes leven en werk. Ik dank de schrijvers voor hun bijdragen, en wens u veel leesplezier. Stef Oosterloo Directeur Erfgoedinspectie 11
Over Charlotte van Rappard-Boon Josefine Leistra Charlotte Elisabeth van Rappard-Boon (1944) specialiseerde zich tijdens haar studie Kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam in de Japanse en negentiende-eeuwse (prent)kunst. Tussen 1977 en 1990 verschenen vijf catalogi over de Japanse prenten in de verzameling van het Rijksmuseum, die zij gedeeltelijk of geheel samenstelde. Daarna volgden nog meer catalogi over de Japanse prentkunst – achterin dit boek is Charlottes bibliografie opgenomen. Behalve als freelance prentspecialist werkte zij vanaf 1985 parttime als beleidsambtenaar bij de toenmalige Rijksdienst Beeldende Kunst (RBK), speciaal belast met de uitvoering van de Wet tot behoud van cultuurbezit (WBC). Vooruitlopend op de verzelfstandiging van de rijksmusea werd in 1993 binnen de RBK een afdeling Inspectie opgericht voor de ontwikkeling en de uitvoering van het toezicht op het behoud en beheer van de rijkscollectie bij deze musea. Charlotte werd de hoofdinspecteur. In 1996 werd de afdeling een zelfstandige unit binnen het ministerie als Inspectie Cultuurbezit, met een eigen locatie in Den Haag. In november 2005 fuseerde de Inspectie Cultuurbezit met de Rijksarchiefinspectie, de Inspectie voor de Archeologie en de Rijksinspectie voor de Monumentenzorg tot de Erfgoedinspectie, waarbinnen ze nu de sector Collecties vormt. Charlotte stuurde haar medewerkers altijd met losse hand aan – de inspecteurs zijn zelfstandige professionals, en zij gaf hun alle ruimte om zich te ontplooien. Maar zij volgde iedereen en gaf feedback en sturing wanneer dat nodig was. Tot de taken van de Inspectie behoren behalve de inspectie van de rijkscollecties ook de uitvoering van de Wet tot behoud van cultuurbezit, taken op het gebied van EU-regelgeving voor cultuurgoederen en (tot 2003) recuperatie en restitutie (het opsporen van kunstbezit dat tijdens of ten gevolge van de Tweede Wereldoorlog onrechtmatig het land had verlaten). Met het haar kenmerkende enthousiasme pakte Charlotte deze taken aan. Er werd niet alleen in overleg met het museumveld een inspectiemethode ontwikkeld, maar meteen ook een ondersteunend steekproefonderzoek, in een veld dat daarmee nog weinig vertrouwd was. Zij vond ook aansluiting bij de informele groep van inspecteurs die, met haar, de beroepsvereniging Vide oprichtten. En natuurlijk werd zij ook bestuurslid, met als aandachtsgebied opleidingen en scholing. De inspectietaken werden niet alleen uitgeoefend, die kennis droeg zij ook uit. Dit gebeurde deels in individuele lezingen en presentaties, maar ook door meer structurele bijdragen aan het onderwijs, zoals het gastcollege dat zij enige jaren gaf aan de Reinwardt Academie over het werk van de Inspectie. Vanaf 1992 gaf 12
Over Charlotte van Rappard-Boon
zij jaarlijks ook een dergelijk college aan studenten van de Universiteit van Amsterdam, waaruit enkele stages bij de Inspectie zijn voortgekomen. Vanaf 1997 vond onderzoek naar de NK-collectie (Nederlands Kunstbezit) van na de oorlog gerecupereerde kunst plaats, door het Bureau Herkomst Gezocht dat aanvankelijk bij de Inspectie werd ondergebracht. Charlotte kreeg hiermee de leiding over een bureau dat bijna even groot was als haar eigen Inspectie, zo’n tien medewerkers. Zij ondersteunde ook de werkzaamheden van een onderzoek van de museumwereld zelf, naar aanwinsten gedaan in en kort na de oorlogsperiode. En aansluitend op de werkzaamheden voor de Wet tot behoud van cultuurbezit zette zij zich ook elders vaak in voor objecten of collecties die verweesd dreigden te raken, zowel in werktijd als in eigen tijd. Resultaten waren het rapport over de problematiek van ensembles bestaande uit roerende en onroerende zaken, maar ook bijvoorbeeld haar inspanningen om draaiorgels, de collectie van het Glasmuseum in Leerdam of de collectie van het Nationaal Museum voor Historische Landbouwtechniek in Wageningen veilig te stellen. Charlotte heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat zij vond dat Nederland in gebreke bleef op het terrein van de bestrijding van illegale handel in cultuurgoederen. Hoewel een niet onbelangrijke kunstmarkt, is Nederland nooit toegetreden tot het Unescoverdrag van 1970 over illegale uitvoer of het Unidroit-verdrag, dat daarnaast ook kunstdiefstal probeert te bestrijden.1 Toen begin jaren negentig discussie was over het Unidroitverdrag, zag het er naar uit dat het binnen afzienbare tijd bekrachtigd en geïmplementeerd zou worden in de Nederlandse wetgeving. Charlotte zou Charlotte niet zijn geweest als zij vervolgens lijdzaam zou hebben afgewacht. Zij organiseerde een bijeenkomst voor de kunsthandel en de museumwereld over internationale cultuurwetgeving met vooren tegenstanders van toetreding tot het verdrag. Uiteraard vond dit plaats in een toepasselijke erfgoedrijke omgeving, namelijk Kasteel Duivenvoorde in Voorschoten. En natuurlijk zorgde zij ook voor de aanwezigheid van de meest prominente spreker over dit onderwerp, dr. Lyndel Prott van Unesco zelf. Overigens is een naar buiten gerichte blik ook een kenmerk van Charlottes manier van werken. De J. Paul Getty Trust ontwikkelde vanaf 1993 een internationale standaard voor de beschrijving van cultuurgoederen, die het beter terugvinden en terugclaimen na diefstal mogelijk moet maken, het Object-ID.2 De twee onderzoekers van het Getty werden 13
Josefine Leistra
naar Nederland gehaald en in contact gebracht met het onvolprezen maar helaas in 2002 wegbezuinigde korpsonderdeel Kunst en antiek van de toenmalige Centrale Recherche Informatiedienst, tot wederzijds nut en genoegen. En natuurlijk zijn er goede contacten met Engelse collega’s van het Department for Culture, Media and Sport, met de Belgische collega’s over douanezaken en met de Vlaamse collega’s van het ministerie van Cultuur, bijvoorbeeld over het Topstukkendecreet dat zoveel raakvlakken heeft met onze WBC. Kenmerkend voor Charlotte is dat zij vanuit haar positie als hoofdinspecteur allerlei initiatieven ontwikkelde, conflicten hielp oplossen en haar uitgebreide netwerk gebruikte om mensen bijeen te brengen. Zo organiseerde zij een bijeenkomst voor vertegenwoordigers van verschillende belanghebbende partijen om tot de oprichting te komen van een diefstalregister en een incidentenregister. Het resultaat is dat beide in ontwikkeling zijn. Ook organiseerde ze tal van lunchlezingen ‘op de zaak’, zoals zij het noemde, en stimuleerde haar medewerkers tot deelname aan symposia en vakinhoudelijke cursussen. Ook uit haar vrijetijdsbesteding blijkt maatschappelijke betrokkenheid op veel fronten. Voor Amnesty International heeft zij zich als landencoördinator langere tijd ingezet voor dissidenten in China. En op cultuurgebied was zij betrokken bij de Stichting Vijfhonderdtien, die in 2004 een fonds op naam overdroeg aan het Prins Bernhard Cultuurfonds. De doelstelling van het Fonds Vijfhonderdtien is het behoud van voorwerpen van geschiedenis en kunst van bijzondere culturele waarde, die op hun oorspronkelijke plek worden beheerd en bewaard. Ook op het praktische vlak droeg Charlotte hier overigens aan bij. Zij was vele jaren bestuurslid van Kasteel Duivenvoorde, waar zij ervoor gezorgd heeft dat de subsidiemogelijkheden van het Deltaplan voor het Cultuurbehoud ten volle benut werden. Dertien jaar heeft Charlotte het gezicht van de Inspectie bepaald. Als je ergens ‘in het veld’ vertelde dat je bij de Inspectie werkte, was steevast het antwoord: ‘O, bij Charlotte van Rappard?’ Gelukkig neemt zij alleen nog maar afscheid als hoofdinspecteur. De auteurs van dit boek zwaaien haar uit, maar hopen ook dat Charlotte nog lang haar kennis en kunde met hen en met het veld wil delen.
1 2
Convention on the Means of Prohibiting and Preventing the Illicit Import, Export and Transfer of Ownership of Cultural Property (1970); UNIDROIT Convention on Stolen or Illegally Exported Cultural Objects (1995). http://www.object-id.com
14
Bibliografie Charlotte van Rappard-Boon Tanja de Boer en Josefine Leistra
Charlotte van Rappard-Boon, ‘Japonism, The
c. 1800-1840. Catalogue of the collection of Japanese
First Years, 1856-1876’, in: Christopher White,
Prints, 3, tent. cat. Amsterdam (Rijksprenten-
Dieuwke de Hoop Scheffer, Carlos van Hasselt
kabinet) 1982.
(eds.), Liber Amicorum Karel G. Boon, Amsterdam 1974, p. 110-121.
J.P. Filedt Kok (ed.), Charlotte van RappardBoon, Roger S. Keyes and Keiko Keyes-
J.P. Filedt Kok (ed.), Charlotte van Rappard-
Mizushima, Hiroshige and the Utagawa school.
Boon, Roger S. Keyes and Keiko Keyes-
Japanese prints c. 1810-1860. Catalogue of the
Mizushima, The age of Harunobu. Early
collection of Japanese Prints, 4, tent. cat. Amster-
Japanese prints, c. 1700-1780, tent.cat.
dam (Rijksprentenkabinet) 1984.
Amsterdam (Rijksprentenkabinet) 1988. Charlotte van Rappard, ‘Roger S. Keyes. J.P. Filedt Kok (ed.), Charlotte van Rappard-
Japanese woodblock prints, Mary A. Ainsworth
Boon et al., The age of Utamaro. Catalogue of the
collection’, Andon. Bulletin of the Society for
collection of Japanese Prints, 2, tent.cat. Amster-
Japanese Arts and Crafts, 5 (1985) 19, p. 62-64.
dam (Rijksprentenkabinet) 1979.
Boekbespreking.
Charlotte van Rappard (red.), Dirk Bergvelt,
Ch. van Rappard-Boon, ‘Japonisme in Neder-
De papieren lente. Documenten van de Chinese
land’, in: In het spoor van de Liefde. Japans-
democratische beweging, 1978-1980, Utrecht/
Nederlandse ontmoetingen sinds 1600, tent. cat.
Antwerpen 1981.
Rotterdam (Museum voor Volkenkunde), Amsterdam 1986, p. 133-168.
Charlotte van Rappard, Nishiki-e. Japanese prints, tent. cat. Amsterdam (Galerie Magdalene So-
Charlotte van Rappard, De decoratieve traditie
thman) 1982.
in de Meiji-prentkunst. Een presentatie in twee zalen van de afdeling Aziatische Kunst,
J.P. Filedt Kok (ed.), Charlotte van Rappard-
Rijksmuseum, tent.cat. Amsterdam (Rijks-
Boon, Hokusai and his school. Japanese prints
museum) 1987. 212
Bibliografie Charlotte van Rappard-Boon
C. van Rappard-Boon, ‘Hiroshige. The 53
museum Vincent van Gogh) 1991-1992, Zwolle/
stations of the Tokaido’, Van Gogh Bulletin 2
Amsterdam 1991. Herdruk van een gedeelte van
(1987) z.p.
de catalogus van de tentoonstelling Degas, georganiseerd door Tokyo Shimbun in 1988-1989.
P. Dirkse, F. Grijzenhout, M. Hoogesteger, Charlotte van Rappard-Boon, Vermaakt aan de
Charlotte van Rappard-Boon (red.), Patricia
Staat. Het legaat Thurkow-van Huffel, tent.cat.
Eckert Boyer, Philip Dennis Cate et al., L’estampe
Utrecht (Rijksmuseum Het Catharijneconvent)
originale. Artistic printmaking in France 1893-1895,
1988.
tent.cat. New Brunswick, NJ (The Jane Voorhees Zimmerli Art Museum) 1991 / Amsterdam
Charlotte van Rappard, ‘“Internationalism
(Rijksmuseum Vincent van Gogh) 1991-1992,
versus the local patriot”: Is modern art ousting
Zwolle/Amsterdam 1991.
history from our municipal museums?’, in: Rob van Zoest (ed.), Generators of culture. The museum
Charlotte van Rappard-Boon, R.J. Baarsen et al.,
as a stage, Amsterdam 1989.
Imitatie en inspiratie. Japanse invloed op Nederlandse kunst van 1650 tot heden, tent.cat. Am-
Charlotte van Rappard-Boon, ‘Katsushika
sterdam (Rijksmuseum) 1991 / Tokyo (Suntory
Hokusai. Houtzagerij in de bocht van een rivier,
Museum of Art) 1991-1992.
illustratie bij een gedicht van Harumichi no Tsuraki, 1835’, Bulletin van het Rijksmuseum, 37
Charlotte van Rappard-Boon et al., Imitation and
(1989), p. 259-261.
inspiration. Japanese influence on Dutch art from 1650 to the present, Amsterdam 1991.
Ch. Kozyreff, P. Morse, M. Forrer, Th. Leims, M. Fagioli, Ch. van Rappard-Boon, Y. Hirokazu,
Charlotte van Rappard-Boon, Willem van Gulik,
Estampes japonaises. Collection des Musées royaux
Keiko van Bremen-Ito, Tsukasa K dera, Catalo-
d’Art et d’Histoire, Bruxelles, tent.cat. Brussel/
gue of the Van Gogh Museum’s collection of Japa-
Charleroi 1989.
nese prints, tent.cat. Amsterdam (Rijksmuseum Vincent van Gogh), Amsterdam/Zwolle 1991.
Charlotte van Rappard-Boon, ‘De vriendschap tussen prentmaker, dichter en acteur. Gakutei’s
C. van Rappard-Boon, K. van Bremen-Ito, ‘Van
“Drie krabben aan de waterkant”’, Bulletin van
Gogh in Japan en Engeland. Van Gogh en de
het Rijksmuseum 38 (1990), p. 37-47.
courtisane Nishikigi’, Van Gogh Bulletin 7 (1992) 3, p. 15-19.
J.P. Filedt Kok (ed.), Charlotte van Rappard-Boon et al., The age of Yoshitoshi. Japanese prints from
C. van Rappard-Boon, ‘Herman Heyermans
the Meji and Taisho periods. Nagasaki, Yokohama
in Parijs. Omslagontwerpen voor theaterpro-
and Kamigata prints. Recent acquisitions. Catalo-
gramma’s 1890-1900’, Van Gogh Bulletin 7
gue of the collection of Japanese prints, 5, tent.cat.
(1992) 3, p. 8-10.
Amsterdam (Rijksprentenkabinet) 1990. Charlotte van Rappard-Boon, Félix Bracquemond. Ronald Pickvance (ed.), Charlotte van Rappard et
1833-1914, tent.cat. Amsterdam (Rijksmuseum
al., Degas sculptor, tent.cat. Amsterdam (Rijks-
Vincent van Gogh), Amsterdam/Zwolle 1993. 213
Bert W. Meijer, Charlotte E. van Rappard-Boon
Mark Poysden (red.), Charlotte van Rappard-
(samenstelling), D’ARTS, W.P. Spies et al. (red.),
Boon, Lee Bruschke-Johnson, Keiko van
Kunsthistorisch onderzoek in Nederland.
Bremen-Ito et al., Surimono. Poetry & image in
Rapport van de Verkenningscommissie voor de
Japanese prints, tent.cat. Amsterdam (Rijkspren-
Kunstgeschiedenis, Zoetermeer 1993.
tenkabinet), Leiden/Amsterdam 2000.
Charlotte van Rappard, Umio watata ukiyo-e ten,
Charlotte van Rappard-Boon, Beheer
tent.cat. Kochi/Sakai/Sakura 1994.
rijkscollectie 1994-1999, Inspectie Cultuurbezit, Den Haag 2000.
Ger Luijten (red.), Chris Uhlenbeck, Margarita Winkel, Matthi Forrer, Charlotte van Rappard-
Charlotte van Rappard, ‘Betere wetgeving en
Boon, De Courtisane en de acteur. Ukiyo-e. Japanse
fiscale maatregelen. De bescherming van his-
prenten van het Rijksmuseum Amsterdam en het
torische interieurs door passende regelgeving’,
Rijksmuseum voor Volkenkunde Leiden, tent.cat.
Cr, interdisciplinair vakblad voor conservering en
Amsterdam (Rijksprentenkabinet), Leiden/
restauratie, 2 (2001) 4, p. 44-45.
Amsterdam 1995. Tanja de Boer, Charlotte van Rappard, Ger Luijten (ed.), Matthi Forrer, Charlotte van
‘Boeken als behang’, Nieuwsbrief Stichting
Rappard-Boon, The beauty and the actor. Ukiyo-e.
Het Nederlandse Interieur, nr. 4 (februari 2003).
Japanese prints from the Rijksmuseum Amsterdam
Verslag van een studiedag.
and the Rijksmuseum voor Volkenkunde Leiden, Amsterdam/Leiden 1995.
Charlotte E. van Rappard-Boon, Jan van Bolhuis, Josefine Leistra, De inspectie van rijkscollecties in
Ch.E. van Rappard, J.E.P. Leistra, ‘Kunst in den
de praktijk, Inspectie Cultuurbezit, Den Haag
vreemde. Internationale verdragen ter bescher-
2004 (3de editie).
ming van nationaal cultureel erfgoed’, Justitiële verkenningen. Documentatieblad van het Ministerie
Hélène Winkelman, Charlotte van Rappard,
van Justitie, 23 (1997) 1, p. 18-31.
Marie Christine van der Sman, De verborgen schatten van bedrijfscollecties, Haarlem 2005.
Charlotte E. van Rappard-Boon, ‘Kunst uit
Verslag symposium ter gelegenheid van het
het illegale circuit’, Boekmancahier 9 (1997) 31,
100-jarig bestaan van het Museum Enschedé,
p. 63-65.
gehouden op 11 november 2004.
R. Ekkart, Ch. van Rappard, J. Leistra, R. Vos,
Charlotte van Rappard, ‘Het ontstaan van
J. Belinfante, R. Naftaniel, Vl. Bina, G.C. Lodder,
MusIP en de genomen beslissingen’, in:
Herkomst gezocht. Rapport van het proefonderzoek
Marianne de Rijke et al., MusIp. Eruit halen
naar de herkomst van de onder beheer van het
wat er in zit. De database Collectie Nederland
Rijk gebleven uit Duitsland gerecupereerde
als bron voor museumbeleid, Den Bosch 2005,
kunstwerken, Den Haag 1998.
p. 17-18.
Charlotte E. van Rappard-Boon, Charles van den Heuvel, De inspectietaak in de praktijk,
Frans Jansen (red.), Rien van den Brand, Toon
Den Haag 1999.
den Brok, Harry Tummers, Charlotte van 214
Rappard (inleiding), Kathedraal van de Peel. De
Charlotte van Rappard’, in: Underground Theory
rijkste kerk van Nederland, Wijk en Aalburg 2005.
2004. ‘Cultureel Goed!’, Arnhem 2004, p. 27-42.
Arjan de Koomen, Charlotte van Rappard (voor-
Jan Sanders, ‘Je komt er niet achter hoe omvang-
woord), Buitenstaanders. Rijkscollectie in de open
rijk kunstroof is’, PM. Hét magazine voor
lucht, Inspectie Cultuurbezit, Den Haag 2005.
de overheid 2 (2006) 4, p. 18-20.
Charlotte van Rappard, Beheer rijkscollectie 2000-
Daniëlle Arets, ‘Nederland eindelijk in actie te-
2005. Verslag van bevindingen, Erfgoedinspectie,
gen kunstroof’, SICAmag. Kwartaalmagazine van
Den Haag 2006.
de Stichting Internationale Culturele Activiteiten (2006) 13, p. 12-13. Vraaggesprek met Charlotte van Rappard.
OVER CHARLOTTE VAN RAPPARD Lien Heyting, ‘De boel wordt verwaarloosd. Homme Siebenga, ‘Het gaat vòòr alles om
Cultuurinspecteur Van Rappard over het beheer
openheid’, Museumvisie 24 (2000) 4, p. 10-14.
van museumcollecties’, NRC Handelsblad,
Interview met Charlotte van Rappard over
6 oktober 2006, p. 20.
oorlogskunst. Yvonne van Eekelen, ‘Kwaliteitszorg voor het erfgoed’, Uitleg. Weekblad van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, 16 (2000), 14 juni, p. 8-15. Vraaggesprek met Charlotte van Rappard. Lien Heyting, ‘Meestal kunnen wij niet veel doen’, NRC Handelsblad, 8 maart 2002. Vraaggesprek met Charlotte van Rappard over het project Herkomst Gezocht. Koos de Wilt, ‘The past is a different country. Charlotte van Rappard, Hoofd Inspectie Cultuurbezit’, in: Passie voor kunst. 31 interviews met prominente kunstliefhebbers, Wormer 2003. Ook bewerkt tot een aflevering in de serie Liefhebbers door regisseur en documentairemaker Hans Pool en Koos de Wilt die de AVRO in 2004 uitzond. De aflevering met Charlotte van Rappard was te zien op 18 december 2004. Alex de Vries, ‘Het grootste containerbegrip van deze tijd, Rob van der Laarse in gesprek met 215
FOTOVERANTWOORDING 7, Martijn Beekman, Den Haag 24, 25 Hanna Pennock, Utrecht 32, Jeroen Wandemaker, Utrecht 40, 42, 43, Rijksprentenkabinet, Rijksmuseum, Amsterdam 50, Gevangenismuseum, Veenhuizen 51, Henk Veenstra, Groningen 53, Eddy de Rook, Roden 56, www.kunstkammer.at 58, www.vensteropdevecht.nl 61, 64, 66, Fondation Custodia, Parijs 69, 70, 71, Rijksmuseum voor Volkenkunde, Leiden 83, ANP, Den Haag 88, Fries Museum, Leeuwarden 91, Gerrit de Heus, Den Haag COLOFON
92, Erfgoedinspectie, Den Haag 95, Stedelijk Museum, Amsterdam 101, Milo, Amsterdam
Erfgoedverhalen voor Charlotte van Rappard-Boon is
108, 109, Ernst Klusman, Instituut Collectie Nederland,
uitgegeven ter gelegenheid van het afscheid van Charlotte
Amsterdam/Rijswijk
van Rappard-Boon als hoofdinspecteur Collecties van de
113, Rijksmuseum, Amsterdam
Erfgoedinspectie per 1 januari 2007.
117, Museum Meermanno, Den Haag 119, Museum de Gevangenpoort, Den Haag
Uitgave
120, TU/e, Eindhoven
Erfgoedinspectie, Den Haag, 2007
131, Rijksmuseum voor Volkenkunde, Leiden
Redactie
132, 133, Peter Hilz, Rijksmuseum voor Volkenkunde,
Hanna Pennock, Josefine Leistra,
Leiden
Tanja de Boer, Marja van Heese
136, 138, Rogier Bedaux, Rijksmuseum voor
Coördinatie
Volkenkunde, Leiden
Hanna Pennock
137 G. Jansen, Rijksmuseum voor Volkenkunde, Leiden
Eindredactie en beeldredactie
149, Tim Koster, Instituut Collectie Nederland,
Miriam Windhausen, Amersfoort
Amsterdam/Rijswijk
Vormgeving
151, Rijksmuseum voor Volkenkunde, Leiden
Raadgever en Partners, Amersfoort
154, Erfgoedinspectie, Den Haag
Druk
159, Carabinieri T.P.C. Italia
Grafisch Bedrijf Tuijtel, Hardinxveld-Giessendam
160, Paul de Bruin, Rotterdam Douane, Rotterdam
Afwerking
161, Koninklijke Bibliotheek, Den Haag
Binderij Janssen, Leiden
171, Orgelmuseum, Haarlem
Papier binnenwerk
173, Archief Nationaal Museum Historische
Go! Matt, 150 g/m2
Landbouwtechniek, Wageningen
Papier schutbladen
174, W.F. Leijns, Collectie Stichting Nederlands
120 g/m2 IJsselprint
Fotoarchief, Rotterdam/Nederlands Instituut voor
Papier omslag
Oorlogsdocumentatie, Amsterdam
éénzijdig gestreken sulfaatkarton Trucard Gloss
189, 190, 191, 192, Google Earth
Lettertypes
195, Kasteel Heeswijk v.o.f., Heeswijk
FF Scala (Martin Majoor), Univers
196, 197, Henri Pronk, RKD/Iconografisch Bureau, ISBN 978 90 811353 1 3
Den Haag 201, 203, 204, Rijksmuseum, Amsterdam 207, 208, 209, 210, Rijksdienst voor de
© 2007 Erfgoedinspectie, Den Haag
Monumentenzorg, Zeist.
www.erfgoedinspectie.nl
216