(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Urtgegeven door de vzw Uberaal Vlaams Verbond, Stichting A, Vanderpoorten Hoofdredacteur en verantwoordelijke uitgever Piet Van Brabant. Zeelaan 124, 8670 Koksijde Administratie: de heer Stieltjes, uoerator. Komedieplaats 17, 2000 Antwerpen· Tel. 03/232,66,38
In dit nummer
Barsten in bondgenootschap
e>J ~
:3
0
Maandblad - Jaargang 117, nr. 5, mei 1996 .
Er is nog leven na de dood
Herman De Croo, Willy De Clercq en Guy Verho/stadt: samen 150 jaar liberalisme gedenken. (Lees blz. 5)
cS
Liberaal Vlaams Tijdschrift
Z Politieke degradatie
Z De liberalen van 1846 tot 1996
Z Historiek van het LVSV
Z Licht en beweging
Zaterdag 27 april.- Bij het lezen van zijn vertrouwde krant is Herman De Croo danig geschrokken van het doodsbericht dat daarin is opgenomen. Men had al een beroep gedaan op een begrafenisondernemer ... Gelukkig konden zijn naaste vrienden en verwanten hem troosten: er is nog leven na de dood, althans voor de politieke partij die straks 150 jaar bestaat en al sinds anderhalve eeuw vriend en vijand trotseert. Toch begrepen wij dat de VLD-voorzitter nogal bedrukt was bij het uitlekken van het droevig "nieuws", dat zijn partij zo onverwachts ter ziele was gegaan. Het bericht was gelukkig afkomstig van een politieke vriend, die na het aftreden van Guy Verhofstadt al te hoge verwachtingen had gekoesterd en nu stuurloos ronddrentelt en zijn ontgoocheling uitstalt. Want Herman De Croo had na zes maanden nog steeds geen wonderen verricht. De VLD-voorzitter zal op zijn beurt hebben verzucht: "God behoede mij voor mijn vrienden; mijn vijanden neem ik zelf voor mijn rekening". Het incident onthulde bovendien een al vaak geopenbaarde waarheid, met name dat wie de teugels in handen houdt, meestal door de medereizigers zelf in het oog wordt gehouden en desnoods genadeloos wordt afgeschoten. Guy Verhofstadt heeft het aan den lijve ondervonden. Herman De Croo moet op zijn beurt
HULDIGING
Piet Van Brabant
40 jaar secretaris L.V.V. zaterdag 22 Juni 1996 om 10000 ConscieBcezaaI TaBhet Casino te BlankeB~ Zeedijk ISO
Prognumna 10u00: OatvaDpt 10u15: Verwelkomlaa door de ••••. Ludo ~ouet, burpDleesterftll BIaabIIIIerp "liet LV.V. en Plet Vu Bnbut" door Prof. em. AdrIaaa V•.•• aIat BoodIdIap •••••• AIIert MMrtens, ere-voonitter ftIlliet LV.V. "Een opvoIaer over eeR VOCJI'IIlIIPI"' door Osear De WIUldeI,secretaris LV.V. -Plet Vu •• t.Bt la _Wetstraat" door Frus Vedeyen, dlndearYaD back AIIIzJJ;tW ~",., M.", WWr •• NWsJf'illiGm ~tooIuI&eIIiqdoorllet"""'Arddef 1la3O:Receptie 13a1O: FeestbaDket la de Sa..,.... ftIllaet CasiDo •••••••••••••••. ModaIU __ deelte __ bet......,~ daD 1._ bak te stoneD op nIren ••••••••••• 5$13351480-22 T8D het L~ - llomediepIaats 17 - lI8I AntftrpeD.
ervaren dat sommigen in en rond de partij vooral bewogen worden door persoonlijke frustraties en andere gemoedsdriften en slechts in bijkomende orde bezield zijn door de zorg om het welzijn van de partij die de fundamentele liberale beginselen schraagt. Door een al te lange oppositiekuur vertonen velen tekenen van ontmoediging. Het ongeduld is echter een slechte raadgever. De VLD heeft geen behoefte aan medestanders die telkens weer met de politieke tegenstrever meehuilen, zoals we het vlak voor 1 mei hebben beleefd, toen Herman De Croo een stuk van het liberale ideeängoed van Guy Verhofstadt overnam. Want is het dan zo misdadig een vraagteken te plaatsen bij de toch wel bedenkelijke praktijk om stempelgeld toe te kennen aan personen die met een zelfstandige, een loon- of weddetrekkende samenleeft, die dit vervangingsinkomen niet echt nodig heeft? Zolang men dacht dat de bomen tot in de hemel groeien, was zulks misschien nog verdedigbaar. Maar nu ontdekt men dat het een sociale praktijk betreft die het land zich niet meer kan veroorloven en die uiteindelijk andere, echte behoeftigen nog meer in de verdrukking dringt. Dat de socialisten vlak voor 1 mei dat "godsgeschenk" van De Croo zonder meer verketterden, is begrijpelijk. De SP wil hoe dan ook niet raken aan het stelsel. De partij van Tobback beperkt zich tot schone beloften over de hervorming van de sociale zekerheid. Maar in de praktijk komt hier niets van terecht. Minder begrijpelijk is dat sommigen in de VLD met de wolven meehuilen. We zitten met een angstwekkende schuld, onze economie krijgt harde slagen, het aantal bedrijfssluitingen stijgt op een dramatische manier, de werkloosheid blijft onrustwekkend hoog. Maar onze bewindvoerders doen of hun neus bloedt. Ze koesteren zich in de machtsstructuren en zingen onbezorgd: "Het leven is mooi". En niemand durft ook maar even te denken aan het zwaard van Damocles, dat boven ons hoofd hangt. Niemand heeft de moed bij de prangende vragen te blijven stilstaan die als zovele uitdagingen onbeantwoord blijven. Vaak zijn het heel gewone vragen, die al eerder, o.m. door Guy Verhofstadt, werden gesteld, zoals die over de pensioenen, die de Gentse vernieuwer een halve verkiezingsnederlaag heeft gekost. Er zijn er nog enkele andere die onaangeroerd sluimeren in de vergeetputten der regeringspartijen. Vroeg of laat zullen we deze struisvogelpolitiek bekopen. Aan de top van de VLD beseft men in elk geval het gevaar en lanceert men remedies. Vanwege liberalen zou het kortzichtig zijn de klaarziende politici de rug te keren, omdat ze ons een aantal onaangename waarheden voorhouden. Piel van Brabant
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
BA S E Het westers bondgenootschap is nooit een monolithisch bolwerk geweest. Maar telkens de omstandigheden het vereisten wist het voldoende eensgezind, heid en kracht te mobiliseren. Zo heeft het niet alleen de democratische vrijheden en mensenrechten in het Westen voor de ondergang behoed, maar heeft het meteen de expansie van de democratie in de hele wereld bevorderd. Dit positieve en zegevierende imago is wel van aard om de verdeeldheden en de minder fraaie wederwaardigheden uit het verleden van het westers bondgenootschap met de mantel van de liefde te bedekken en zelfs te doen vergeten. Helaas heeft de ontbinding van het Sovjetimperium niet geleid tot een consolidatie van de westerse eendracht. Integendeel. En nochtans moeten de voordelen en het opbouwend elan van de Amerikaans-Europese alliantie niet meer worden aangetoond. De feiten springen in het oog. In 1945 werd het nazisme verslagen. De offers van de Sovjetunie hebben daar in belangrijke mate toe bijgedragen. Maar het waren de westerse democratieän en vooral de Verenigde Staten, die instonden voor een verpletterend wapenarsenaal. Bovenal waren zij het die de overwinning op het fascisme haar democratische dimensie gaven en die verhinderden, dat het ene totalitarisme het andere zou aflossen op het Europese continent. Stalins machtsen gebiedshonger moest weliswaar ten dele worden gestild, maar West-Europa bleef bevrijd en kon zich daarna onder de Amerikaanse paraplu wijden aan zijn opbouwen samenwerking. Rivaliteit Hetzelfde westerse bondgenootschap, verenigd in de Noordatlanische Verdragsorganisatie, die uitsluitend op verdediging was en nog steeds is ingesteld, heeft in 1989, zonder één schot te lossen, de bevrijding van de sovjetsatellieten in Midden- en Oost-Europa afgedwongen. Deze landen staan nu te trappelen om toe te treden tot de Europese Unie en de NAVO. Maar welke Unie en, vooral. welke NAVO? Want juist nu lijkt commerciäle rivaliteit een wig te drijven tussen de V.S. en Europa. Vanzelfsprekend heeft een vorm van concurrentie in de wereldhan2 / HET VOLKSBELANG
I
ETBO
del altijd bestaan. Dat is trouwens de essentie van de vrije markteconomie. Maar nu begint de tweespalt gevaarlijke, bijna strategische vormen aan te nemen. Het is sinds lang geweten, dat de V.S. met een scheef oog kijken naar de Europese handel met Cuba, Libië en Iran. Thans heeft de conservatieve republikeinse senator Alfonse d' Amato een wetsvoorstel door de Amerikaanse Senaat aangenomen gekregen, dat voorziet in sterke belmmeringen op de Amerikaanse markt voor buitenlandse firma's die investeren in, of handel drijven met de petroleumindustrieën van Libië en Iran. De Francs president Chirac, altijd tuk op een patriottisch robbertje, heeft reeds gedreigd, dat wanneer die wet ook door het Amerikaanse Huis van Mgevaardigden Li Pens zou worden gestemd, "de Europese Unie zou terugslaan" .
"Eropese" diplomatie Frankrijk, hierin gesteund door Duitsland, houdt vol dat de Europese diplomatie Libië en Iran door onderhandelingen tot een gematigder beleid kan brengen. Iets wat de Amerikanen, niet zonder goede redenen, ten zeerste betwijfelen. Want wat stelt vooralsnog die "Europese diplomatie" voor? Maar dit is allemaal nog slechts kinderspel, vergeleken met de AmerikaansEuropese ruzie over China, een tweespalt, die door de Chinese leiders vanzelfsprekend tot de laatste druppel wordt uitgebuit. Amerikanen en Europeanen betichten mekaar van commerciële naijver, die alleen maar voor de oogverblinding wordt verhuld in fraaie principes van mensenrechten en handelsvrijheid. De Verenigde Staten eisen van China een strikte toepassing van de internationale handelsreglementen en het naleven van de mensenrechten. De Europeanen zijn geneigd om pragmatisch "te leven met de realiteit", in mensentaal : een oogje dicht te knijpen. Wat Europese firma's een aantal bestellingen heeft opgeleverd.
DGENOOTSCHAP Zo heeft de Chinese eersteminister Li Peng, de man die verantwoordelijk wordt gesteld voor het bloedbad van Tienanmen in 1989, te Parijs handelsovereenkomsten getekend voor 60 miljard B.F. Een van de contracten betreft de Europese Airbus-industrie, die zal bijdragen tot de bouw van passagiersvliegtuigen in China. Tijdens zijn verblijf in de Parijse hoofdstad was de Chinese premier zo kies - die oude Chinese levenskunst toch ! - om van de Franse gastvrijheid.gebruik te maken voor een felle aanval op de Verenigde Staten, omdat die de Chinese toetreding tot de World Trade Organization verhinderen. De Amerikanen doen dat op grond van een aantal vastgestelde grove overtredingen van de mensenrechten in China, zoals het massaal gebruik van dwangarbeiders, de afwezigheid van vrije vakverenigingen en oneerlijke handelspraktijken. Van Europese kant wordt daar tegen aangevoerd, dat de Amerikanen in andere gevallen, zoals bijvoorbeeld in hun eigen Middenen Zuid-Amerikaanse achtertuin, nooit zo fijngevoelig zijn geweest inzake vakbondsrechten. De ethische grond van al dat westers gekijf zal de Chinese leiders een zorg wezen. Maar het komt ze wel goed uit.
Een flirt Een ander, zwaarwichtiger aspect in deze twist is wel, dat China uiteindelijk Amerikaans kapitaal, techniek en markten nodig heeft om zich werkelijk tot een economische wereldmacht te ontwikkelen. De Chinese flirt met Europa is duidelijk slechts een taktische zet. Het levert Europa op korte termijn voordelen op, maar op de lange duur dreigt het wel in een stevig geschil met de Verenigde Staten verwikkeld te raken, een geschil, dat zowel gaat over principes als over harde commerciële belangen. Van Amerikaanse zijde wordt de Europeanen verweten, dat ze de
Verenigde Staten, maar ook zichzelf ondermijnen. De Amerikaanse verbittering is destemeer te begrijpen omdat de Europeanen in het Verre Oosten roet in het eten gooien, terwijl ze er op hun eigen continent maar niet in slagen orde op zaken te brengen. Om een einde te maken aan de smerige oorlog in ex-Ioegoslavië, moesten de Amerikanen ter plekke komen. Idem dito voor het Nabije-Oosten, waar de Franse minister van Buitenlandse Zaken de Charette weinig meer heeft gedaan dan zicll belachelijk te maken door de Amerikaanse diplomatie voor de voeten lopen. Er moet dringend wat gebeuren. De Amerikanen en de Europeanen moeten de politieke en economische instrumenten weer op mekaar afstemmen of we stevenen af op een twist die beide kampen, maar vooral de Europeanen, duur kan te staan komen. Want alles past in mekaar. Een met de V.S. ruziënd Europa zal er,nog minder dan vandaag in slagen om met één stem te spreken en zijn eigen verdeeldheid en innerlijke conflicten op te te lossen. Zulk verzwakt Europa ~ zeker niet in staat zijn om.ds. Amerikaanse bondgenoten - want dat zijn ze nog steeds - te overtuigen, zelfs in die gevallen waar Europa het gelijk aan zijn kant heeft. Een zich verdiepende Amerikaans-Europese twist over essentiële belangen zou bovendien de isolationistische invloed van Amerikaanse conservatieven zoals d'Amato n0lf.. versterken. . Het wordt tijd, dat men aan. beide kanten van de Atlantische.. Oceaan wakker wordt en he gezond verstand laat spreken. De Verenigde Staten en Europa samen kunnen zeer veel, zoniet alles aan. Ze kunnen vrijheid, democratie en welvaart voor de gehele wereld helpen vestigen, op voorwaarde dat ze zich blijven herinneren hoeveel gemeenschappelijke culturele waarden en praktische belangen hen binden. Slagen ze daar in dan kunnen we de XXle eeuw met enige zekerheden en zelfs met gematigd optimisme binnenstappen. Zoniet zal de wereld hervallen in de fouten en misdaden van de eeuw die ten einde loopt. R.S. MEI 1996
Politieke degradaties
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
De Cvp, maar ook in mindere mate de SP zijn nooit vies geweest van politieke benoemingen. Daarvan getuigen de massa topambtenaren, zowel deze door de federale als door de Vlaamse regering benoemd. Wat de Vlaamse administratie betreft, deze wordt geleid door zeven secretarissen -generaal, waarvan één liberaal, die evenwel geen bevoegdheid heeft. Erger is het nog bij de directeurs-generaal, juist onder de secretarissen-generaal. De Vlaamse administratie telt er 25, onder wie 3 liberalen. Van deze 3 is er slechts één die werkelijk bevoegdheid heeft. Dat de Vlaamse regering ons eens uitlegt hoe zulks mogelijk is, indien politieke overwegingen zouden uitgesloten zijn. Maar sinds enkele tijd wordt door de CVP-SP regeringen een nieuwe cultuur ingeluid: deze van de politieke degradaties, die doorgevoerd worden met een brutaliteit en onbeschoftheid die geen grenzen kent, en waarbij vrijwel uitsluitend ambtenarenrgetroffen worden van liberale signatuur of VU-strekking. Wij zullen deze stelling met enkele voorbeelden illustreren. 1. Oscar De Wandel werd in 1984 &éhdemd tot secretaris-
generaal van de Taalunie. Hij was werkzaam op het kabinet van minister Poma en wordt dus als liberaal gebrandmerkt, hoewel de socialisten, eer hij op het
Oscar De Wandel kabinet-Poma aangesteld werd, dachten dat het een van de hunnen was. Tegen deze liberale hoge ambtenaar werd een hetze ontketend. MEI 1996
Daarbij werd niet geaarzeld om de Nederlanders in te schakelen. Hen werd beloofd dat zij ook de functie van secretarisgeneraal van de Taalunie zouden verkrijgen, wat tegen de afspraken is, daar overeengekomen was dat, zo de zetel van de Taalunie in Nederland gevestigd is, de secretaris-generaal een Vlaming moet zijn. Uit de doorlichting van de Taalunie bleek niet dat De Wandel vervangen moest worden. Maar onze CVP-ers hebben nog liever een Nederlander aan het hoofd van de Taalunie dan een ~ liberaal. Want de Nederlandse mevrouw Geertje Van den Bergh werd benoemd. 0. De Wandel werd 3 jaar geleden ontslagen. Hij werd gedegradeerd; de Vlaams regering voorzag voor hem geen andere functie ! Ongelooflijk maar toch waar ! Dat is nog nooit een topambtenaar overkomen! Vandaag heeft hij opnieuw een job in het middelbaar onderwijs, dat hij in 1984 verlaten had. 2. Ir. Ivo Cappaert is als liberaal gecatalogeerd. Hij werd in 1982
aangesteld tot hoofd van de Vlaamse Waterzuiveringsmaatschappij. (\T.W.M.),een parastatale die verantwoordelijk was voor de zuivering van het oppervlaktewater van het Schelde- en Maasbekken, dat gelegen is in Vlaanderen. In 1988 werd hij hoofd van de Vlaamse Maatschappij voor Waterzuivering (V.M.W.) die geheel het Vlaamse land zou omvatten. Amper is deze parastatale opgericht of ingenieur Cappaert wordt overgeplaatst. Nooit is hem hierover een verklaring meegedeeld. Ir. Cappaert wordt verwezen naar de Algemene Planningdienst, een dienst met een tiental personeelsleden, waar reeds een directeur-generaal aanwezig is, de heer Guido Deblaere. Een dienst van 10 man wordt geleid door 2 directeurs-generaal! Dit is al even ongelooflijk. En toch waar! En wat gebeurt nu, bij de reorganisatie van de Vlaamse administratie? Ir. Cappaert wordt niet benoemd als directeurgeneraal bij de administratie van leefmilieu (AMINAL). Dat komt toe aan een specialist in financiän. uiteraard van CVP strekking, die echter van de materie waarvoor hij nu bevoegd is nog alles moet leren. En ir. Cappaert? Deze ingenieur werd verwezen naar de administratie van het avondon-
derwijs! Van waterzuivering naar de Planningdienst, en nu naar het avondonderwijs, het kan allemaal binnen de Vlaamse administratie. Dat gesol zonder grenzen kan, zo men tot een "verkeerde" partij behoort. Men moet werkelijk moed hebben om als liberaal in de Vlaamse administratie een loopbaan te willen opbouwen. 3. Ir. Brackman is gedegradeerd
alvorens bevorderd te worden! Deze ambtenaar bij de administratie van ruimtelijke ordening, huisvesting en monumentenzorg (AROHM) staat bekend om zijn liberale overtuiging. Het college van secretarissen-generaal van de Vlaamse administratie (bestaande uit 7 leden, onder wie één liberaal) adviseerde de Vlaamse regering ir. Brackman als opvolger van directeur-generaal voor de AROHM, gezien Armand Vermeulen met pensioen ging. Hoewel deze reeds sinds 1 maart van dit jaar de dienst verlaten heeft, is zijn opvolger nog altijd niet aangeduid. Men moet weten dat de minister voor Ruimtelijke Ordening overtuigd was dat het college een nietliberaal zou voorstellen. Maar het college adviseerde anders en de Vlaamse regering, die beweert aan geen politieke benoemingen meer te willen doen en het advies van het college te volgen, zit nu met dit advies zeer verveeld. Daarom wordt de benoeming van ir. Brackman steeds uitgesteld. Het volstaat trouwens de commentaar in "Knack" te lezen, geschreven door o.a. zoontje Tobback, om te weten wat de socialisten denken over ir. Brackman. Een liberaal die een liberaal op ruimtelijke ordening zou opvolgen, dat kan niet. Wij Zouden deze lijst kunnen aanlengen, maar wij beperken ons tot deze drie typische voorbeelden. Niet alleen de liberalen zijn het slachtoffer; de VU wordt evenmin gespaard. 4. Erik Van Lerberghe, gewezen
kabinetschef van minister Schiltz, werd destijds tot secretaris-generaal van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur benoemd. Het moet gezegd dat deze benoeming niet van harte door de CVP gegund was. Nu werd Erik Van Lerberghe van zijn functie van secretarisgeneraal ontheven en gedegradeerd tot directeur-generaal
Erik Van Lerberghe voor de Kunst. Betrokkene beweert wel dat dit gedeelte van het departement zijn voorkeur heeft. Maar-zijn de druiven niet te groen? 5. Hans De Belder. een carriärediplomaat, koos uiteindelijk voor de politiek en werd als senator voor de Volksunie verkozen, mandaat dat hij niet lang waarnam. In de periode dat met de Volksunie rekening gehouden werd, werd Hans De Belder benoemd tot directeur van de Vlaamse Dienst voor de Buitenlandse Handel. Maar enkele maanden geleden werd die dienst gereorganiseerd, en Hans De BeIder zal wandelen gestuurd worden, hoewel minister-president van den Brande van de Vlaamse regering openlijk toegaf dat Hans De BeIder uitstekend werk had verricht. Nog een typisch voorbeeld van een politieke degradatie! Dat waren enkele voorbeelden op de uitzonderingen, maar die de algemene regel bevestigen, van de topambtenaren van liberale en VU origine, kruimeltjes dus in de massa van CVP en SP topambtenaren. Maar die kruimeltjes zijn ons niet gegund, al waren er formele afspraken met de CVP, wanneer die kruimeltjes benoemd werden. "Het leven is mooi" zingt de CVP in koor. J a, als men een CVP-partij kaart bezit. En de socialisten? Die laten maar begaan, als zij maar enkele kruimeltjes kunnen opvangen. HET VOLKSBELANG / 3
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
De Liberalen van 1846 tot 1996 Op 14 juni wordt de honderdvijftigste verjaardag van de oprichting van de Liberale Partij gevierd. De beslissing van de toenmalige liberalen om als eersten in België een echte partij op te richten, kwam uiteraard niet uit het luchtledige. Een aantal politieke feiten, ideologische ontwikkelingen en economische vernieuwingen hadden reeds de fundamenten gelegd voor wat vanaf de negentiende eeuw het liberalisme zou genoemd worden. In de periode van de Verlichting (18e eeuw) waren reeds de basisconcepten van een democratische en een geseculariseerde staat ontwik-' keld en de vrijemarkteconomie werd het organiserend principe in de nationale en internationale economie. De eerste liberale almanak voor België, uitgegeven in 1819 tijdens de Nederlandse periode, kondigt aan haar lezers een nieuwe tijd aan: Quioqu 'on fas,se et qu 'on dise, les IDËES UBERALES I ' entportent. Dans toutes les classes de la société leur empire s 'est substitué à celui des préjugés, qui ne sont plus guère défendus que par quelques hommes auxquels ils sont utiles. Le reste en rit et s' amuse de ce qui I 'a si long-temps tourmenté. C' est pour Ie plaisir de ce reste la, c 'est-à-dire des trois quarts de la société, que nous avons conçu Ie pkui de eet AlMANACH UBERAL. De jonge Belgische staat stelde na haar onafhankelijkheid in 1830 een grondwet met een sterk liberaal karakter op. Ze \,\\'~t \H\
waarborgde tal van vrijheden zoals vrijheid van onderwijs, vrijheid van drukpers en vrijheid van levensbeschouwelijke overtuiging. Om de prille onafhankelijkheid veilig te stellen, werd het land bestuurd door unionistische regeringen. Eens de onafhankelijkheid van de Belgische staat internationaal erkend was, werd de aandacht verlegd naar de binnenlandse politiek en groeiden de tegenstellingen tussen katholieken en liberalen. Het misnoegen in het liberale kamp nam toe en in 1846 werd onder de leiding van de jonge Frère-Orban een partij opgericht met een gemeenschappelijk kiesplatform. De bestaande lokale liberale kringen groepeerden zich in een soort van koepelorganisatie die vooral in verkiezingsperiodes actief werd. De term «partij» is misschien wat zwaar, aangezien er geen belangrijke vaste organen of structuren werden opgericht, op de eerste echte partijvoorzitter moeten we wachten tot na de eerste wereldoorlog. De verkiezingen van 1847 worden met glans gewonnen en tot 1884 domineren de liberalen het parlement. Centraal in geheel deze periode staat de schoolstrijd die klerikalen en antiklerikalen tegenover elkaar plaatste. Daarnaast moeten toch een aantal belangrijke liberale verwezenlijkingen vermeld worden: de handel werd geliberaliseerd, de ASLK, de Nationale Bank en het Gemeentekrediet werden opgericht, de openbare werken waaronder de kanalisering van de waterwegen en de uitbouw van
c; In\
In 1879 wordt onder impuls van de liberale regering de Wet op het Lager Onderwijs goedgekeurd die een neutraal lekenonderwijs invoert. Het protest hiertegen van katholieke zijde is enorm. De schoolstrijd barst in alle hevigheid los. De instorting van een katholiek schoolgebouw in de buurt van Kortrijk vormt dan ook een gedroomde aanleiding voor het maken van deze karikatuur die een antwoord biedt op de aantijgingen vanuit katholieke hoek als zouden de officiële scholen haarden van verderf zijn. 4 / HET VOLKSBELANG
Deze liberale verkiezingsaffiche uit 1936 heeft betrekking op de internationale crisis die ook gevolgen heeft voor de Belgische bankwereld. Wie zijn vertrouwen heeft gesteld in de socialistische Bank van de Arbeid of in de Algemene Bankvereniging (Boerenbond) is, zoals de affiche duidelijk aangeeft, de peer. een spoorwegnet namen een hoge vlucht, de kiescijns werd naar het grondwettelijk minimum gebracht en door de afschaffing van de wet Le Chapelier werd vakbondswerking mogelijk gemaakt. In 1884 nemen de katholieken de macht over, de liberalen komen tot 1914 in de oppositie terecht. Het uitbreken van de eerste wereldoorlog verandert het politieke landschap. Alle partijen nemen deel aan de oorlogskabinetten. In 1918 wordt het unionisme nog voor korte tijd verdergezet om zo een aantal dringende politieke problemen vlug te kunnen oplossen. Een reeks sociale maatregelen waaronder de 8-urendag en de verkorting van de dienstplicht worden goedgekeurd en het algemeen enkelvoudig kiesrecht voor mannen wordt ingevoerd. In de periode tussen de twee
wereldoorlogen was de liberale partij opnieuw een rege~· partij. Een wereldwijde econemische crisis breekt echter ujt en de regeringsactiviteit riCht zich noodgedwongen meer en meer op het financieel beleid. De liberale partij vernieuwt in deze periode haar doctrine en programma en krijgt meer OOI voor een sociaal gerichte màat .... schappij. De kernwoorden woh den vrijheid, verantwoordeli~ heid en solidariteit. De tweede wereldoorlog legt alle partijwerking stil en de koningskwestie domineert de eerste naoorlogse jaren. De troonsbestijging van Boudewijn is voor de liberale partij een definitieve oplossing van deze crisis waarna de meer dringende economische en sociale problemen opnieuw hun verdiende aandacht krijgen. De schoolstrijd blijft echter een storende MEI 1996
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
factor en alle partijen wensen een definitieve oplossing, wat aanleiding geeft tot het Schoolpact dat in 1958 ondertekend wordt. Hierdoor wordt een tijdperk definitief afgesloten en een herpositionering van de liberale partij dringt zich op. De liberale partij wil haar basis verbreden door het antiklerikalisme te laten vallen als een strijdpunt en de partij open te stellen voor katholieke kiezers en mandatarissen. Een katholiek-liberale regering verwerkt vervolgens de zware dossiers betreffende de onafhankelijkheid van Kongo en de stakingen tegen de Eenheidswet. Na de verkiezingen van 1961 komt het tot de vorming van de CVP-BSP regering Lefèvre-Spaak die de Eenheidswet uitvoert zonder verder verzet van de vakbonden en de liberalen komen in de oppositie terecht. Deze oppositiekuur wordt een cruciaal punt in de geschiedenis van de partij. Het is een moment van herbronning dat Omer Vanaudenhove aangrijpt om de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang op te richten. Centraal in het programma komt het pluralisme en het respect voor elke overtuiging, kaderend binnen een eenheidsstaat die de vrijheid van de burger ten volle erkent en in de richting van minimaal interventionisme moet evolueren.
Het gaat de nieuwe partij korte tijd voor de wind en in 1966 komt de regering Vanden Boeynants-De Clercq tot stand die op twee jaar tijd een zeer dynamisch beleid weet te voeren maar uitglijdt over de kwestie Leuven. De verkiezingen van 1968 worden desondanks een ontgoocheling. De PVV kan haar grote winst van de voorgaande verkiezingen bestendigen, doch de verhoopte doorbraak naar de zestig zetels blijft uit. De federaliseringsgedachte wint veld en ook de drie nationale partijen evolueren naar geregionaliseerde partijen. In 1972 wordt de Vlaamse PVV opgericht onder het triumviraat Willy De Clercq, Frans Grootjans en Herman Vanderpoorten. De staatshervorming blijft het politieke leven van de jaren '70 overheersen, ondanks de economische crisis die zich vanaf de oliecrisis in 1973 steeds meer laat gevoelen. Als oppositiepartij kan de PVV bijdragen tot het afwijzen van het Egmontpact, dat door de gehele Vlaamse Beweging werd bestreden. Met de regering Martens-V vanaf 1981 tot 1985 werd effectief begonnen met de sanering van de openbare financiën. Ondertussen was er binnen de Vlaamse PVV vrij veel veranderd. In 1979 lanceert Guy Verhofstadt als jongerenvoorzit-
De verkiezingscampagne van 1968 in het teken van het unitaire België, levert de PVV/PLP een onverwachte nederlaag op. De teleurstelling is groot en de kritiek op Vanaudenhove neemt toe. De federalistische stroming is niet langer tegen te houden, wat in 1972 leidt tot de regionale splitsing van de partij en de oprichting van de Vlaamse PVV. De drie boegbeelden van die operatie, v.l.n.r.: Herman Vanderpoorten, Willy De Clercq en Frans Grootjans.
ter zijn Radicaal Manifest. Het is het begin van een herbronning, ditmaal gesteund op een neo-liberalisme dat werk wilde maken van de economische en sociale hervormingen. De begrotingssanering, het verlagen van de fiscaliteit en het bevorderen van de concurrentiekracht als belangrijkste factor voor de economische ontwikke-
Het Schoolpact dat in 1958 wordt gesloten, betekent het einde van de schoolstrijd. Eén en ander komt duidelijk tot uiting in de verkiezingscampagne van de Liberale Partij in maart 1961, waarin ze haar antiklerikale houding laat varen. Het openstellen van de partij voor gelovigen maakt in oktober 1961 de weg vrij voor de oprichting van een nieuwe centrumpartij: de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang, het geesteskind van Omer Vanaudenhove. MEI 1996
ling en voor het tewerkstellingsbeleid bepaalden het beleid tot 1987.
Toen het klassiek oppositievoeren in de verkiezingen van 1991 niet de verhoopte winst voor de PVV opleverde, begon Guy Verhofstadt via een reeks Burgermanifesten te werken aan een nieuwe verkaveling van het politieke landschap. In november 1992 wordt de VLD opgericht die meer rechtstreekse macht aan de burger wil geven. In de opeenvolgende verkiezingen weet de VLD een lichte winst te boeken terwijl de andere traditionele partijen gevoelig terrein verliezen. De partij blijft echter uitgesloten van regeringsdeelname. In het kader van de viering honderdvijftig jaar Liberale Partij worden een aantal activiteiten op het getouw gezet. De postzegel met het Belgisch liberalisme als thema werd reeds in maart 1996 voorgesteld. Op 14 juni 1996 vindt in het Brusselse stadhuis, waar honderdvijftig jaar geleden de partij werd gesticht, een academische zitting plaats. Er wordt een herdenkingsmedaille uitgebracht en onder de titel De liberalen van 1846 tot 1996 verschijnt een geactualiseerde pocketversie van het boek Het liberalisme in België. 200 jaar geschiedenis. In het zelfde Brusselse stadhuis vindt van 15 juni tot en met 21 juni 1996 een tentoonstelling plaats waarin alle facetten van de liberale geschiedenis aan bod komen. Deze tentoonstelling is open elke dag van 10 tot 18 uur. Bart D "hondt HET VOLKSBELANG /5
Historiek van het LVSV door Wim Duran, voorzitter van het Liberaal Vlaams Studentenverbond
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Tijdens een academische zitting in het Gentse Sofitel Hotel heeft LVSV-voorzitter Wim Duran een belangwekkend historisch overzicht geschetst van het Gentse LVSV. Hij sprak volgende rede uit: Het was op 8 december 1930 dat het LVSV werd opgericht tegen de achtergrond van de «vernederlandsing» van de Gentse Universiteit. Directe aanleiding was de voortwoekerende franskiljonse en volksvreemde burgerij die toendertijd de liberale rangen vulde, en vertegenwoordigd was aan de Gentse Universiteit in de «Gé Libérale». Een historisch viertal, Du,poncheel, Cosyns, Versichelen en' Carré, beseften dan ook dat de proliferatie van het liberale ideeëngoed in Vlaanderen slechts mogelijk was als dit niet langer geïncarneerd en gepropageerd werd door die franstalige - bij wijlen - reactionaire burgerij. Cosyns werd de voorzitter van het voorlopig bestuur maar pas onder Carre - het jaar daarop werd het LVSV op een stevige basis uitgebouwd. De jonge en frisse aanpak sloeg aan bij de studentenpopulatie en een eerste fase van groei was ingezet. Reeds in 1932 werd aansluiting gezocht bij het LW, «het Liberaal Vlaams Verbond», een organisatie waarmee het LVSV heden ten dage nog steeds goede contacten onderhoudt, en waarin het sinds jaar en dag vertegenwoordigd is. Het dynamisme van het LVSV drong algauw, vooral binnen de «Federatie der Liberale Studenten in België» de «Gé Libérale» in het defensief. Deze poogde nog het LVSV te discrediteren via lastercampagnes die de LVSV-kern afschilderde als zijnde een groep extremistische flaminganten. Dit belette echter de verdere opbloei van het LVSV niet! Integendeel. De vereniging werd gedragen en ondersteund door figuren, zoals graaf Lippens, professor Van Werveke en professor Ganshof die borg stonden voor een gave houding binnen de «Vlaamse strijd». Halverwege de jaren ' 30 echter stond het LVSV - inmiddels tot volle bloei gekomen - voor een nieuwe uitdaging. Tegen de achtergrond van een veranderend politiek klimaat werd de dreiging van oprukkend fascisme en communisme steeds meer voelb aar. Er vol; trok zich een liberale bewustwording binnen de gelederen van het LVSV. In Gentse studentenkringen, , vertaalde dit zich in strijd tegen de communisten uit het vrijzinnig en taalminnend genootschap «ï zal wel gaan» en het VNV. Het was de periode die namen voortbracht zoals Frans De Hondt, Albert Maertens en Albert Claes. En het was onder impuls van deze laatste, Albert Claes, dat in 1936 het tijdschrift «Nee-Humanisme» ontstond. De naam van het tijdschrift was geen toeval maar de verwoording van een anti-dictatoriale, sociaal6 / HET VOLKSBELANG
democratische en humanistische levensvisie. Het Gentse voorbeeld werkte stimulerend, en in datzelfde jaar werd het LVSV-Brussel opgericht teneinde de Gentse strijdmakkers in hun ideologische strijd voor het liberalisme en humanisme te vervoegen. Voor wat deze eerste periode betreft kunnen we dus stellen dat de «Vlaamse strijd» en vervolgens de «liberale strijd» de grondslag uitmaakten voor het succes. Oorlogsjaren Reeds in die beginjaren kwamen 2 doelstellingen naar voor die nog steeds actueel zijn. Ten eerste heeft het LVSVals opdracht de geest voor de ideologie van het liberalisme ontvankelijk te maken. Ten tweede staat het LVSV borg voor een school van politieke en filosofische opleiding waar reeds verschillende generaties intelligentsia gevormd werden. Deze dubbele opzet loopt als een leidraad door de geschiedenis van het LVSV. Ook nu nog staat in de statuten te lezen dat het LVSV tot doel heeft «studenten te verenigen die consequent en kritisch een politiek verdedigen en uitvoeren gebaseerd op de liberale ideologie en principes». Tijdens de WO II wordt aan de antifascistische houding van het LVSV duidelijk gestalte gegeven. Een clandestien blad «Den kleinen Belg» wordt opgestart, en heel wat LVSV-ers gaan actief in het verzet. Oud-voorzitter Frans De Hondt en zoveel anderen - zijn erin gebleven. Herstel Maar door het bestaan van «NeoHumanisme», en onder impuls van de pas opgerichte oud-ledenbond - die vandaag ook zijn 50-jarig bestaan viert - komt de werking van het LVSV vlug opnieuw tot volle kracht. Ook in Antwerpen is ondertussen een LVSV-afdeling opgestart. We staan aan de vooravond van een sterke generatie die personaliteiten voortbracht die na hun LVSV-periode uitzwermden in diverse geledingen van het maatschappelijk leven. Het was een lichting die mensen zoals Wtlly De Clercq, Piet Van Brabant, Leon Demeyer, Adri Verhulst en vele anderen in zich droeg. Ook Gilbert Froment die sinds decennia de drijvende kracht uitmaakt van de oudledenbond behoort tot die generatie. Het was ook een periode die zich kenmerkte door een hoog ledenaantal en een actief bestuur. Binnen een gestage na-oorlogse groei en een politiek uitermate roerig landschap werd binnen de LVSV-rangen aandacht besteed aan brandend actuele politieke onderwerpen zoals de koningskwestie en de schoolstrijd, maar ook economische onderwerpen werden niet uit de weg gegaan. De ideologische geladenheid uit die periode bracht met zich mee dat ook veel aandacht besteed werd
aan politieke doctrine en levensbeschouwelijke aspecten. Vrijzinnigheid werd nog hoog in het vaandel gedragen. De tonzittingen uit deze tweede succesperiode zullen de deelnemers altijd bijblijven. Wat het aspect vrijzinnigheid betreft, zien we dat het LVSV duidelijke golfbewegingen kent, waarin nu eens de vrijzinnigheid sterk beklemtoond wordt, dan weer op de achtergrond verdwijnt. Momenteel is het zo dat het LVSV zich niet meer uitgesproken vrijzinnig profileert maar de keuze van z ' n leden hieromtrent respecteert. De overgang naar de jaren ' 60 dan gaat verder op hetzelfde elan maar de kiemen van de politieke apathie beginnen zich langzaam te manifesteren. De tonzittingen ontaardden in die tijd - tenminste, als ik de geschiedschrijving mag geloven - ook wel eens in ... ik citeer ... «min of meer verzopen en verzonken braspartijen ...». Dit alles wijst op een veranderende mentaliteit en typerend voor die tijdsgeest, was het opstarten van een nieuw tijdschrift in 1960 dat onder de benaming «Kruimels» scherp, humoristisch en satirisch uit de hoek kwam en het meer «serieuze» Neo-Humanisme naar de kroon stak. Neo-Humanisme, met zijn ernstig karakter en academische filosofische ondertoon zou pas in ' 63, onder impuls van hoofdredacteur Jan Van Beneden en andermaal de oud-ledenbond, - wat toch wijst op het belang van het bestaan van een dergelijke organisatie opnieuw de bovenhand halen. Twee karakteristieken typeren het LVSV in die jaren. Vooreerst is er de desinteresse voor politiek georiënteerde studentenverenigingen en daarnaast de opkomst van het zogenaamde studentensyndicalisme. De studentenproblematiek en het leven binnen de eigen campus staan centraal, en de vereniging richt zijn pijlen dan ook op meer «studentikoze activiteiten». Vanaf dan is de aandacht voor het reilen en zeilen binnen de universitaire wereld gebleven, mede door de aangroeiende studentengemeen schap en het democratischer worden van de bestuursorganen via inspraak. Dit alles echter kan moeilijk het tij keren. De partij' wordt slaafs gevolgd en de thé-dansants volgen elkaar op. In die jaren '60 was de welvaartstaat - die later zou ontaarden (maar dat wist men toen nog niet) in een bureaucratisch log orgaan - in volle ontwikkeling. De sociaal-democratische familie eiste z ' n groot gelijk op en Keynes werd de «hot shot» binnen de Westerse economieën. De liberale partij opende o.l.v.Omer Vanaudenhove z ' n poorten en begon een centrumkoers te varen voor vele jaren. De belangstelling voor de liberale gedachte - en meer in het algemeen het politiek bedrijf - nam zienderogen af. Het was een algemene malaise die niet
alleen het LVSV aantastte maar ook andere sterke studentenverenigingen zoals « ' t zal wel gaan» en het rechts-conservatieve «Katholiek Hoog Studenten Verbond» dat vandaag nog slechts een marginaal bestaan kent... Geteisterd door «bleedarmoede» en met de meidagen van ' 68 op komst viel de werking van het LVSV, ondanks een kleine kern rond Luc Coolsaet die een niet-partijgebonden radicale koers bleef volgen trouw aan een Vlaams-liberale ideologie volledig stil. Ook dergelijke dieptepunten mogen typerend genoemd worden voor studentenverenigingen daar het gebrek aan continuïteit een groot gevaar uitmaakt binnen de zich steeds opvolgende studentenorganisaties. Generatie- Verhofstadt En het is pas in 1972 dat een nieuwe studentengeneratie opstaat die het LVSV opnieuw leven zal inblazen. Guy Verhofstadten companen ontdekken bij een oud-penningmeester een verbondsvlag en meubelen waarmee ze van start gaan. Het is de voorbode van een jonge generatie liberalen die het aanschijn van het liberalisme in Vlaanderen grondig zou vernieuwen en radicaliseren. Er ontwikkelt zich een kern waar we naast Guy Verhofstadt en broer Dirk ook Daniel Peeters - sinds jaar en dag vast secretaris van de oud-ledenbond-, Yannick De Clercq, Rudy Van Quaquebeke en vele anderen in terugvinden. De periodieken worden opnieuw verzorgd en debatten over brandend actuele onderwerpen en levensbeschouwelijke thema' s zoals abortus en numerus clausus - worden niet geschuwd en lokken veel volk. Het liberalisme begeeft zich echter nog aarzelend op het politieke landschap steeds op zoek naar een excuus, steeds op zoek naar een diepere ideologische onderbouw. Binnen dit rusteloos zoeken groeit echter de liberale overtuiging van het grote gelijk en langzaam maar zeker duiken namen zoals von Hayek en Buchanan op. Het is in eerste instantie onder liberale studenten dat dit rijpproces zich voltrekt en zij worden dan ook opgemerkt door hun woelig optreden op PW-congressen. Het centrum-liberalisme wordt aangevallen. In ' 74 komt de vzw «LVSVnationaal» tot stand die tot op heden gelijkaardige kernen uit Brussel, Antwerpen, Leuven, Kortrijk en Gent overkoepelt. De accenten in de diverse afdelingen liggen wel eens anders doch de geestesverwantschap is altijd een waarborg geweest voor de goede verstandhouding die vandaag heerst binnen de vzw. Dit vertaalt zich in deelname aan elkaars activiteiten en respect voor wederzijdse standpunten. We stellen dan ook vast - tot ons groot genoegen dat alle andere afdelingen hier vandaag vertegenwoordigd zijn. (Lees verder blz. 7) MEI 1996
LICHT EN BEWEGING
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Onder de titel "LICHT EN BEWEGING: naoorlogse kinetische experimenten, licht als natuurlijk fenomeen, licht als werktuig, machinerieën als dragers van ideeën", toont het ICC-Koninklijk Paleis, Meir 50 te Antwerpen nog tot 2 juni 1996 een merkWaardige expo over kinetische kunst. In de jaren vijftig-zestig introduceert de kinetische kunst de beweging als essentieel onderdeel voor de uitwerking die het werk op de toeschouwer heeft. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen beweegtiare werken, bewegende werken en optische werken. Binnen deze kunstvorm situeren zich dus de beweegbare werken waarbij de beweging niet door een motor of een magneet, maar door toev~ jhgrepen zoals de wind, het watffi t)f de activiteit váD. de toeschouwerwordt veroorzaakt. Sleutelfiguur is ongetwijfeld de Amerikaan Alexander Calder (1898-1916). Zijn "mobiles", opgehangen of o:peen voet in de ruimte geplaatst, zljn klassiekers geworden van de moderne kunst. Van Cal der is werk in de expo te zien. De expositie toont trouwens 70 werken van 32 Belgische en buitenlandse kunstenaars. Naast Calder, is er o.m, werk van de Belg Pol Bury. Pol Bury voegt elektrisch of hydraulisch een trage beweging aan zijn sculpturen toe. waardoor de bevreemdende bollen, trillende staafjes en buizen vreemdsoortige insecten of planten lijken. De Fransman Marcel Duchamp (18871968), dadaïst, ligt mede aan de basis van meerdere hedendaagse bewegingen zoals de kinetische kunst. Een .:belangrijke figuur als de Hongaar Victor Vasarely wordt getoond. Hij heeft de geometrische abstractie in de richting van kinetisme en op art (optical) doen ontwikkelen. Hij heeft grote invloed uitgeoefend op de "Groupe de recherche d'art visuel" te Parijs. waartoe de Zuid-Amerikanen [ulio Le Parc en Jesus Soto behoren. De Griek Takis werkt met een magneet als energiebron, waardoor bewegende werken ontstaan. Een aparte plaats neemt Jean Tinguely in met zijn machines. De Belg Jo Delahaut behoort tot de eerste geometrische abstraeten na de 2 wereldoorlog en is sterk geëvolueerd naar een ruimtelijke schriftuur. Van de Zero-groep, gekenmerkt door belangstelling voor licht en onstabiliteit, d.i. vibratie en dynamisme, wordt werk getoond van de Duitsers Heinz Mack en Günther Uecker. Minimale vormen worden toegepast door de Belg Mark Verstockt. Een aparte figuur is Panamarenko met ontwerpen van o.a. vliegtuigen en racewagens. Voor dit artikel wil ik één van de exposanten extra belichten: Hugo Declercq. Hugo Declercq creëert vanuit zijn creatieve zoektocht op het einde van de jaren zestig wat hil' "movings" noemt: speelse. veela lusvormige objecten die door de wind en hun onstabiliteit steeds in beweging zijn. Het materiaal bestaat uit zeer dunne. veerkrachtige stalen lamellen. Geplaatst in een tuin of het landschap schept MEI 1996
0
dit schitterende beelden. Zij vormen een soort van graziek in de ruimte. Het is onbegrijpelijk dat Paul Van Hoeydonck niet werd geselecteerd. Zijn recente retrospectieve te Oostende bewees dat hij reeds in de jaren vijftig als pionier met deze problemanek werkte: vooral met licht. Met deze werken heeft Hugo Declercq op het juiste moment een Europese erkenning genoten, met expo's in o.a. Duitsland, Frankrijk en Engeland. Ns dusdanig wordt
hij ook vermeld in het standaardwerk bij uitstek over kinetische kunst van Frank Pop per "Origins and Developments of Kinetic Art" (Londen. 1968). De jongste jaren heeft Hugo Declercq ook statische openluchtbeelden gemaakt in cortenstaal. Het Universitair Centrum Antwerpen (RUCA) heeft op de campus Groenenborg een recent werk opgesteld (zip. foto). Het is goed deze bijdrage tot de kinetische kunst nog eens voor het voetlicht te brengen. Zij toont een fase in de zoektocht van een onrustig, maar authentiek kunstenaar Hugo Declercq. Emest Van Buynder
Historiek van het LVSV (vervolg) Wat h,t verdere verloop van de jaren '.70 betreft zien we dat het LVSV-Gent opnieuw een volwaardig lid. wordt van het Politiek Konvent, d.i. het overkoepelend orgaan van politieke verenigingen aan de Universiteit Gent, thans het Politiek en Filosofisch Konvent. Ook zien we dat het LVSV - via zijn vertegenwoordiging in de Raad van Beheer aan de Gentse Universiteit - de sterkste vereniging wordt binnen het studentenmilieu. In '75 wordt na de rellen met uiterst rechtse studenten n.a. v. het opvoeren van een toneelstuk dat de praktijken van pastoor Verschaeve aankloeg tijdens de WO 11 het anti-fascistisch front opgericht wat nog eens wijst op de ideologisch zuivere koers die het LVSV ook vandaag nog vaart. Het is ook de periode dat Guy Verhofstadt een bestuursvergadering belegt waar tot zijn grote verwondering niemand op afkomt. Hij was namelijk vergeten - in al zijn enthousiasme - dat het kerstavond was. Radicaal manifest De machtsovername op het ideologisch congres te Kortrijk in ' 79 was duidelijk het werk van een jonge generatie die gevormd was binnen LVSV-rangen. Het LVSVen meer in het algemeen de jonge generatie stond weer waar ze moest staan. De partij was een geweten geschopt. Het Radicaal Manifest liet niet veel twijfel bestaan. de liberale waarden vrijheid, verantwoordelijkheid, sociale basisgelijkheid en pluralisme werden van onder het stof gehaald en geradicaliseerd. Het neo-liberalisme was geboren en wilde komaf maken met wat men toen «de maatschappij in de mist» noemde. De sociale welvaartstaat was uit z'n voegen gegroeid •. Keynes was ten grave gedragen en stagflatie werd een nieuw economisch begrip. Een nieuw tijdpers was aangebroken van idelogische strijd waar het liberalisme een grote uitdaging te wachten stond. een opdracht die we vandaag nog steeds ten dele moeten waar maken. Binnen de post-industriële maatschappij - waar technische dossiers zoals de staatshervorming en de begrotingscontrole de politieke agenda bepalen - en de grote pressie- en belangengroepen angstvallig hun machtspositie trachten te handhaven. is deze nieuwe uitdaging voorwaar geen gemakkelijke zaak.
Nu. anno 1996, weten we dat een mentaliteitsverandering geremd wordt door een immobilisme en conservatisme zonder weerga. Dit moet gebroken worden - om de woorden van Herman De Croo te gebruiken - met een niet aflatend «mentaal barbarisme». Waakhond Vanaf de jaren ' 80 kenmerkte het LVSV zich dan ook door z ' n koortsachtig zoeken naar ideologische profilering en vernieuwing. Mensen zoals Mick Daman, Erwin Devriendt, Mark Devos, en nog velen zetten de traditie voort. In Neo-Humanisme wordt het zijn van het liberalisme voortdurend in vraag gesteld en voortdurend aan herdefiniëring onderworpen wat erop wijst dat de liberale ideologie geen sluitend geheel van norman is maar een evolutief proces dat zich aanpast aan een bewegende maatschappij. De liberale studenten aarzelden dan ook niet het liberaal optreden binnen de regering Martens V te hekelen. Het was tenslotte Guy Verhofstadt zelf - die in het jubileumnummer n.a.v. het 60-jarig bestaan van het LVSV schreef - dat het LVSV de waakhond moet zijn van de partij en de liberale beweging ideologische impulsen moet geven steeds blijk gevend van een gezonde zelfkriti sche houding. Toen begin de jaren '90 de PW verruimde tot de VLD werd de ganse operatie dan ook met argusogen gevolgd en niet altijd kritiekloos gelaten. Diverse politieke comités werden besteed, aan verruimingskandidaten en burgermanifesten, tussenkomsten op congressen werden voorbereid. Diepgang Het LVSV van de jaren '90 is op ditzelfde elan verdergegaan. en is erin geslaagd nog meer ideologische diepgang in z ' n publicaties te stoppen. Van het LVSV-Gent werd er vooral op gewezen het sociaal karakter van de partij niet te verwaarlozen. Een stellingname waartoe mijn voorganger Pascal Geerkens zeker in grote mate heeft toe bijgedragen. Ik herinner mij politieke thema-avonden rond de liberale vakbond en het Nederlandse D'66. alsook diverse publicaties. Het sociale karakter kenmerkt doorheen de jaren onze Gentse afdeling die wel eens smalend het socialistisch bastion van de liberalen genoemd wordt door de andere afdelingen.
Trouw Maar ik meen te mogen stellen dat wij tot op vandaag trouw gebleven zijn aan de fundamentele uitgangspunten en basisprincipes die de «founding fathers» van het LVSV voor ons uitstippelden en gedragen werden door zovele generaties voor ons of zoals Bart Quilliams Nationaal voorzitter - het onlangs verwoordde: «het was en het is nog steeds het geheim van het LVSV een onbevangen groep van vrije geesten te zijn die nadenken en het aandurven tegen de ropulaire linkse stroom in liberaa te zijn en een debatcultuur met studentikoziteit verzoenen. Kritisch en onafhankelijk
I
Niettemin liggen vele uitdagingen in het verschiet teneinde het derde millenium te trotseren. Ten eerste moet rekening gehouden worden met de groeiende apathie van wat ik wel eens «de functionele studen- " tengeneratie» durf te noemen. Alles moet gebeuren «in functie van» en zij zullen wel kleur bekennen conform het kleur van zij die hen werk geven. Te weinigen voelen zich aangetrokken om lid te worden. en zij die dan lid worden. stellen zich veelal passief op. De kloof die de politiek met zich meebracht is niet zozeer een kwestie van niet weten. maar veeleer een kwestie van niet willen weten. Ten tweede moet erover gewaakt worden dat «Neo- , Humanisme» - dat op zijn beurt volgend jaar z ' n 60ste verjaardag viert - het uithangbord van de vereniging blijft en de activiteitenratio en de debatcultuur blijft aanzwengelen. Hoe moeilijk dit soms ook is, dient het inhoudelijk denkwerk verzorgd blijven. En ten derde moet het LVSV z'n kritische en onafhankelijke opstelling blijven verdedigen. Het slaafs volgen van een partij of welke groepering ook druist in tegen het wezen zelf van het «student zijn». Bols indachtig Ik zou mijn betoog willen eindigen met een huldebetoon aan de velen die naast de talloze prominenten in de schaduw hielpen meebouwen aan wat de liberale beweging van vandaag voorstelt. Zij hebben mee het liberalisme gedragen - en de woorden van professor Marcel Bots indachtig - zou ik allen die ooit iets hadden met het LVSV de volgende hoedanigheid toewensen: «Mogen zij iets hebben van een poëtisch realist. een niet al te onpraktisch filosoof. een nonconformist zonder provocatie». HET VOLKSBELANG / 7
Tim Robbins heropent debat over doodstraf
(c) Liberaal Archief - Kramersplein 23 - 9000 Gent
Sterke Dreyfuss als inspirerend leraar
~
....J
U.
Als titel voor zijn jongste film - na zijn opgemerkt regiedebuut in 1992 met de politieke satire "Bob Roberts" - koos Tim Robbins het onheilspellende "Dead Man Walking", de kreet die weerklinkt als een veroordeelde Death Row verlaat om naar zijn executie te worden geleid. De prent waarmee het debat over de doodstraf weer wordt geopend, is gebaseerd op ware gebeurtenissen én het boek van zuster Helen Préjean die een verkrachter en moordenaar, ondanks het feit dat hij guilty as helI is, begeleidt in zijn laatste levensdagen. Zij meent namelijk dat zelfs de ergste misdadiger niet aan zijn lot mag overgelaten worden en trotseert daarvoor het onbegrip en de woede van de familie der slachtoffers, die alleen maar op wraak uit zijn. Daarmee is het thema gesteld: Tim Robbins maakte (nogmaals) een film over de doodstraf, waarvan de toepassing al zoveel emoties, pro en contra, heeft losgewoeld. Robbins neemt evenwel geen stelling in. Net als wijlen Krysztof Kieslowsky met zijn aangrijpende ''A Short Story about KiUing" (1987) brengt hij zonder vooringenomenheid een haast klinisch exposé van een ijselijke terechtstellingsprocedure. De gedetailleerde ten uitvoerlegging van het vonnis volgens een kille mechaniek toont zeer realistisch aan dat een misdaad, hoe verschrikkelijk ze ook mag geweest zijn, niemand het recht geeft op zijn beurt ditmaal een "wettige" misdaad te begaan. ; Voor hij de dodelijke injectie krijgt toegediend, op de executietafel vastgebonden zoals Christus aan het kruis, vraagt de moordenaar vergiffenis aan de ouders van zijn slachtoffers en bekent hij met zijn schuld dat "doden altijd slecht is en blijft, of het nu een particulier of de overheid betreft". Of men nu aanhanger is van het oudtestamentische "Oog om oog, tand om tand" of de voorkeur geeft aan Jezus' keuze de andere wang aan te bieden, in de discussie over de doodstraf, is de slotsom altijd dat een moord plus een (legale) moord twee moorden zijn. Daar kan men niet omheen. Op het nadrukkelijk slot na dat met zijn psalmgezang de EOkijkers naar het hart is gegrepen, is "Dead Man Walking" een nuchtere, tot nadenken stemmende prent over schuld en gerechtigheid, waarin Susan Sarandon en Sean Penn als de non Helen Préjean en de cynische killer, echte Oscar-presta-
8/ HET VOLKSBELANG
ties leveren. Alleen mevr. Robbins kreeg het gegeerde beeldje, wat een schromelijke onrechtvaardigheid is ten opzichte van ex-Mister Madonna! Mr.Holland ' s Opus Ja, Hollywood kàn het nog steeds. Sentimentele films maken rond een idealistisch en rechtschapen hoofdpersonage dat zich door geen enkele tegenspoed laat nekken maar onversaagd verder strijdt voor een betere maatschappij. "Mr .Holland ' s Opus" is de voortzetting van een hele reeks die begon met het onvergetelijke "Goodbye Mr.Chips" om via "Dead Poets Society" en "Dangerous Minds" in onze bewogen (onderwijs- )tijden te arriveren. Door de harde cynici wordt op deze onvervalste melodrama' s vaak spottend neergekeken. Maar moet het in de bios nu altijd blote sex, bruut geweld en onmenselijke wreedheid zijn? Regisseur Stephen Herek, die zijn Frank Capra goed kent, heeft zich met "Mr.Holland ' s Opus" van die neerbuigende kritische benadering niets aangetrokken en van zijn verhaal over een muziekleraar, wiens loopbaan van 1965 tot 1995 paralel loopt met de periode waarin Amerika een paar historische tragedies meemaakte, een innemende film gemaakt die veel meer te bieden heeft dan enkele anecdotische intermezzi die op de traanklieren werken. Herek brengt ook een onverbloemde hulde aan die leraren wier inspirerende pedagogische arbeid het verschil uitmaken en daarvoor van overheidswege niet altijd de passende waardering krijgen. Veel aangrijpender dan de scène waarin Mr. Holland zijn dove zoon van zijn vaderlijke genegenheid en bezordheid poogt te overtuigen door het zingen van John Lennons ' zwanezang "Beautiful Boy", is zijn bitter onderhoud met zijn
Susan SARANDON vriend en collega/sportleraar, nadat hij wegens van hogerhand opgelegde bezuinigingen wordt ontslagen. "Het ergste is dat ik gewoon gedumpt word en bij het oud vuil op straat word gezet omdat ik "maar" wat cultuur aan te bieden heb. Dat zal jou nooit overkomen, wees gerust. Niemand zal het in zijn hoofd halen de interschoolse atletiek-competitie een strobreed in de weg te leggen. Dàt zou pas de ondergang van onze westerse beschaving betekenen ...". Richard Dreyfuss kreeg voor zijn rol van ouder wordende pianist die droomt van het componeren van hemelbestormende symfonieën maar om de brode gedwongen wordt zijn kostje te verdienen als muziekleraar aan een middelbare school, terecht een Oscarnominatie. Met zijn gedreven speelstijl verleent hij de grijze "onbenulligheid" van deze Amerikaanse père tranquilIe een heroïsch reliëf, dat niemand onberoerd laat. Oproer in Toyland Na een indrukwekkende serie klassieke tekenfilms heeft de Walt Disney Company een enorme stap in de toekomst gezet met "Toy Story", door Hollywood met de gekende hoempa een nieuwe mijlpaal genoemd in één eeuw filmgeschiedenis. John Lasseter , de man achter dit project, kreeg voor zijn eerste geheel met de computer gemaakte animatiefilm zopas tijdens de Oscarbedeling een speciale onderscheiding voor al de baanbrekende technische hoogstand-
jes. Technologisch is "Toy Story" inderdaad het neusje van de zalm, het nieuwste van het nieuwste, volledig op locatie opgenomen in "Cyberspace", zoals men zegt in de Pixar Animation Studios in Californië. Niet alleen de kinderen maar ook volwassenen vallen massaal voor de computer-gesimuleerde helden van deze inventieve variatie op een klassiek gegeven, met name dat speelgoed tot leven komt als er geen stervelingen in de buurt zijn. Mede dank zij een reclame- en promotiebudget van ruim 145 miljoen dollar zijn het cowboy-popje Woody, de plastic astronaut Buzz Lightyear en de besnorde aardappel op voeten Mr. Potato Head in de States al een soort nationale helden geworden en qua ontvangsten aan de kassa zijn de records van moneymakers als "Batman forever" en ''Apollo 13" allang gebroken! Ondanks het enorme succes weet men bij Disney niet goed wat ze moeten doen, lachen of huilen, zegt de triomferende Lasseter . Daar de computer sneller en vooral goedkoper is dan de tekenfilmtechniek, die altijd hun grote kracht is geweest,heerst er nu op zijn minst een enbehagelijke sfeer van verwarring. Maar vermits fantasie en creativiteit blijven primeren en beide fors aanwezig zijn bij de Disney Studio' s zal er wel gauw ruimte gevonden worden voor een oplossing, die de digitale wizards of virtuozen verzoent met hun collega' s aan de "oude" tekentafels. Femand PAPON MEI 1996