Rapport Gemeentelijke Ombudsman
Elke rat zijn contract Gemeente Amsterdam GGD Amsterdam Stadsdeel Zuid
20 april 2012 RA120624
Samenvatting Een echtpaar woont in de buurt van het Marie Heinekenplein in Stadsdeel Zuid dat geteisterd wordt door een rattenplaag. Ook de horecazaken ter plaatse ondervinden veel overlast van de ratten. Met name ’s avonds en ’s nachts zwermen de ratten over het plein en doen zich tegoed aan de etensresten van mensen. De ratten storten zich ook op de vuilniszakken die naast de ondergrondse vuilniscontainer worden neergezet. Als het echtpaar de zaak bij het stadsdeel meldt, verwijst deze naar de GGD. Het echtpaar wendt zich vervolgens ook tot de GGD maar de bestrijding wordt niet direct opgepakt. Op 12 oktober 2011 legt het echtpaar de zaak aan de ombudsman voor. Uit het onderzoek van de ombudsman komt naar voren dat de GGD slagvaardiger kan optreden als alle meldingen over rattenoverlast direct naar de GGD worden doorgeleid. Ook zou de GGD, in plaats van bij elke afzonderlijke plaag te moeten wachten op de opdracht van het stadsdeel, direct tot ongediertebestrijding over moeten gaan.
Datum : 20 april 2012 Rapportnummer: RA120624 Pagina : 2/7
Oordeel Stadsdeel Zuid en de GGD hebben in strijd met het vereiste van samenwerking gehandeld.
Aanbevelingen De ombudsman verzoekt de wethouder Dierenwelzijn te bevorderen dat - vanwege het gevaar voor de volksgezondheid - alle meldingen over ongedierteoverlast alleen door de GGD worden afgehandeld. De ombudsman verzoekt de portefeuillehouders Dierenwelzijn van alle stadsdelen te bevorderen om met de GGD een standaardcontract af te sluiten waarin de GGD wordt gemachtigd om iedere rattenkolonie direct te kunnen bestrijden. Amsterdam, 20 april 2012
Ulco van de Pol Gemeentelijke Ombudsman
Datum : 20 april 2012 Rapportnummer: RA120624 Pagina : 3/7
Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 12 oktober 2011 schriftelijk ingediend en betreft de gemeente Amsterdam, stadsdeel Zuid en de GGD.
Bevindingen aanleiding Verzoeker woont in de onmiddellijke nabijheid van het Marie Heinekenplein dat geteisterd wordt door een rattenplaag. Ook de horecazaken ter plaatse ondervinden veel overlast van de ratten. Met name ’s avonds en ’s nachts zwermen de ratten over het plein en doen zich tegoed aan etensresten. De ratten storten zich ook op de vuilniszakken die naast de ondergrondse vuilniscontainer worden neergezet.
eerste melding Medio mei 2011 meldt verzoeker de overlast per e-mail bij stadsdeel Zuid. Het stadsdeel beantwoordt de e-mail en verwijst hem naar de GGD.
Datum : 20 april 2012 Rapportnummer: RA120624 Pagina : 4/7
tweede melding Verzoeker wendt zich tot de GGD. Hij maakt gebruik van het ‘contactformulier particulieren’ op de internetsite van de GGD, afdeling Dierplaagbeheersing (DPB). Eenmaal verstuurd, staat verzoeker met lege handen. Dat wil zeggen; het systeem genereert geen afschrift van zijn melding en hij ontvangst evenmin een ontvangstbevestiging. derde melding Op 9 juni 2011 wijdt AT5 een uitzending aan de overlast. De directeur van de GGD verklaart voor camera nog nooit klachten over rattenoverlast op het Marie Heinekenplein te hebben ontvangen. Deze uitspraak schiet verzoeker in het verkeerde keelgat. Hij doet opnieuw een melding bij de GGD. Ook deze keer ontvangt hij geen ontvangstbevestiging. klacht bij de ombudsman Op 12 oktober 2011 wendt verzoeker zich tot de ombudsman, omdat hij zich niet kan vinden in de gang van zaken. nadere ontwikkelingen In oktober 2011 komt het Parool met een stuk over de overlast. In de krant van 23 oktober 2011 staat dat klagen – volgens bewoners en ondernemers – bij de gemeente geen zin heeft, aangezien de gemeente niets aan het probleem doet. Een woordvoerder van het stadsdeel geeft aan dat vanaf november 2011 het probleem echt zal worden aangepakt. In het artikel staat ook dat de GGD in opdracht van het stadsdeel medio augustus 2011 gif heeft gestrooid. klachtomschrijving Het onderzoek van de ombudsman richt zich op: de behandeling van meldingen over ongedierte. reactie GGD De GGD is niet bekend met verzoekers melding die hij via het contactformulier van de GGD/DPB heeft gedaan. De GGD is wel bekend met een Melding Openbare Ruimte (MOR) die verzoeker via de internetsite van Antwoord van de gemeente heeft ingediend. Antwoord heeft een ontvangstbevestiging gestuurd (correspondentienummer 523111). Deze melding is vervolgens doorgestuurd naar Stadsdeel Zuid. Het stadsdeel heeft de melding op 19 juli 2011 naar de GGD/DPB doorgestuurd. De GGD heeft de melding weer op het bordje van het stadsdeel gelegd, omdat het geen actie kan ondernemen zonder opdracht van het stadsdeel. Naar aanleiding van andere meldingen heeft de GGD overigens in opdracht van, en in samenwerking met het stadsdeel al eerder een inspectie uitgevoerd. Dat het rattenprobleem niet op korte termijn kon worden opgelost, komt mede door het feit dat de ondernemers rond het Marie Heinekenplein niet (of onvoldoende) wilden bijdragen aan de kosten. hoorzitting De ombudsman heeft het vermoeden dat de aanpak van de overlast in een impasse verkeert. Ook heeft hij de indruk dat de overlast niet voortvarend is opgepakt door het stadsdeel en/of de GGD. De ombudsman besluit op 15 februari 2012 een hoorzitting te houden. Aanwezig zijn: een adviseur van de GGD/DPB, een manager Beheerbedrijf Rayon Oost van Stadsdeel Zuid en de klachtencoördinator van Stadsdeel Zuid. Verzoeker geeft geen gehoor aan de uitnodiging. Hieronder volgt een beknopte weergave van het besprokene. de overlast
Datum : 20 april 2012 Rapportnummer: RA120624 Pagina : 5/7
In de zomer van 2011 werd het stadsdeel voor het eerst geconfronteerd werd met de aanwezigheid van ratten op het Marie Heinekenplein. Het heeft toen contact gezocht met de GGD. Uit onderzoek bleek dat de oorzaak van de plaag was gelegen in: a. voedselresten onder de vlonders van de terrassen van de horecagelegenheden op het plein; b. onjuist aangeboden huisvuil; c. voldoende schuilplaatsen (onder meer onder de plantenbakken); d. vrije doorgang tussen de hemelwaterafvoeren en het riool. Op 13 oktober 2011 heeft het stadsdeel de eerste MOR ontvangen over overlast van ratten. Het stadsdeel heeft deze melding aan de GGD doorgegeven die aangaf dat er geen contract is met het stadsdeel om aan het werk te gaan. Voor iedere kolonie ratten dient de GGD een contract te hebben om aan de slag te kunnen. Het stadsdeel had op dat moment al wel een afspraak gemaakt met de wijkmanager, de winkelstraatmanager en de ondernemersvereniging om na afloop van het terrassenseizoen tot een gerichte aanpak te komen. Op 24 oktober 2011 heeft het stadsdeel de GGD opdracht gegeven om een onderzoek naar de overlast in te stellen en met een plan van aanpak te komen. Diezelfde dag zijn ook de plantenbakken verwijderd. De GGD is op 26 oktober 2011 een onderzoek gestart en heeft dat een week later afgerond. Op 27 oktober 2011 is het plein schoon gespoten en zijn de aan- en afvoerwegen naar/van het riool met roosters afgesloten. Na afloop van het zomerseizoen zijn de vlonders verwijderd. De horecaondernemers is geadviseerd deze in deze vorm niet meer terug te plaatsen. Met deze maatregelen is een einde gekomen aan de overlast. de verantwoordelijkheidsverdeling De centrale stad heeft de wettelijke taken wat betreft dierplaagbeheersing aan de GGD gedelegeerd. Het accent ligt daarbij op overlast bij mensen thuis en bij bedrijven (achter de gevel). Voor de dierplaagbeheersing in de openbare ruimte ligt dit anders. In 2006 is de Dierenwelzijnnota opgesteld waarin onder meer wordt ingegaan op dierplagen in de openbare ruimte1. De verantwoordelijkheid voor het beheer van de openbare ruimte ligt bij de stadsdelen. Daaronder valt ook de overlast/schade door dieren in de openbare ruimte. Stadsdelen zijn tevens verantwoordelijk voor het vaststellen van hun eigen beleid aangaande overlast/schade van dieren. De meeste Amsterdammers denken bij de bestrijding van overlast van ratten, muizen en ander ongedierte aan de GGD. Burgers kunnen met hun melding op de internetsite van de GGD doen maar zij kunnen ook terecht bij Antwoord 14020 of bij Amsterdam.nl. In beginsel mag het niet uitmaken via welke ingang de burger zich tot de gemeente wendt zolang de melding maar direct bij de juiste afdeling terecht komt. De GGD is bereid het portaal te willen zijn voor alle meldingen over dieroverlast. Pas nadat een stadsdeel de GGD daartoe opdracht geeft, kan de GGD tot actie overgaan. Voor iedere rattenkolonie dient afzonderlijk een overeenkomst te worden afgesloten. schriftelijke reactie van Stadsdeel Zuid naar aanleiding van de hoorzitting De bestaande terrasvergunningen lopen tot november 2013 en voorzien niet voldoende in een adequate aanpak van rattenoverlast wat het gebruik van vlonders betreft. Vlonders zijn toegestaan en er zijn uitsluitend schriftelijke afspraken over algemene regels zoals toegang hulpdiensten, niet toegangbelemmerend en doorloopruimte etc. In de vergunningen staan geen (maximale) afmetingen, aantallen stoelen/tafels of specifieke reinigingsvoorwaarden. Aangezien ook de aanwezige ondernemers last hebben van ratten, zal het stadsdeel met de ondernemers in overleg treden over de spelregels en afspraken over reiniging. Doel is afstemming van de inzet van het stadsdeel en die van de ondernemers, bijvoorbeeld door het afspreken van vaste tijdstippen voor gezamenlijke schoonmaakacties. Daarover vindt in de tweede week van Nota Beleid en aanpak van overlast van dieren in de openbare ruimte in Amsterdam. Tweede herziene versie van februari 2010.
1
Datum : 20 april 2012 Rapportnummer: RA120624 Pagina : 6/7
maart 2012 overleg plaats met de ondernemers, wijkmanagement, handhaving (openbare ruimte en horeca), winkelstraatmanagement, GGD en de Noord-Zuidlijn. Alle bij het probleem betrokken partijen zijn daarmee bijeen. Naast het tegengaan van rattenoverlast is het voornemen om afspraken te maken over andere vormen van overlast en vervuiling (bijvoorbeeld door duiven). Met zowel de stadsdeelafdelingen Handhaving als Afvalinzameling (huis, bedrijfs, ondergronds) worden aanvullende afspraken gemaakt over extra toezicht, inzamelen en vegen. Dit dient meer vraaggericht te geschieden in aanvulling op de bestaande zes veegbeurten per week. Afval in welke vorm dan ook, dient zo kort mogelijk op straat te blijven liggen. Daarbij geldt uiteraard dat het voorkomen hiervan de eerste prioriteit is. Tot slot is met de GGD afgesproken dat mogelijke bronnen achter de gevel (zoals in opslagruimten voor voorraden en inpandig opgeslagen afval) onderdeel uitmaken van de aanpak. Hierover worden de ondernemers geïnformeerd en waar nodig geadviseerd. Het stadsdeel zal het komende terrassenseizoen actief monitoren in overleg met de GGD en zo mogelijk direct overgaan tot het nemen van maatregelen. Indien nodig vindt actieve bestrijding van ratten plaats. Na afloop van de huidige terrasvergunningen zullen bij nieuwe vergunningaanvragen veel striktere voorwaarden voor de terrassen worden gesteld. reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoeker, Stadsdeel Zuid en de GGD om na te gaan of de feiten juist zijn weergegeven. Verzoekers hebben niet gereageerd. Stadsdeel Zuid heeft aangegeven zich in het verslag van bevindingen te kunnen vinden. De GGD laat het volgende weten. Het feit dat na een melding via het contactformulier op de internetsite van de GGD/DPB geen ontvangstbevestiging wordt verzonden, is met de afdeling Communicatie van de GGD besproken. Deze afdeling zal zo spoedig mogelijk een voorziening te treffen dat dit wel gebeurt. Totdat dit technisch is gerealiseerd – de verwachting is medio 2012 – zal het bedrijfsbureau van de GGD/DPB een ontvangstbevestiging versturen. Met betrekking tot de situatie waarin de GGD in de openbare ruimte geen actie kan ondernemen zonder opdracht van het betreffende stadsdeel valt het volgende te melden. De meeste stadsdelen reageren positief op de offerte van de GGD om in 2012 standaard zonder opdracht te kunnen reageren, dus niet via een opdracht per incident. Met de twee stadsdelen die nog niet positief reageerden wordt nog overleg gevoerd.
Beoordeling De ombudsman beoordeelt of het bestuursorgaan zich in de door hem onderzochte aangelegenheid behoorlijk heeft gedragen2.
Behoorlijkheidsvereisten Indien naar het oordeel van de ombudsman de gedraging niet behoorlijk is, vermeldt hij in het rapport welk vereiste van behoorlijkheid is geschonden3. In dit onderzoek toetst hij de gedragingen aan het vereiste van samenwerking.
2 3
artikel 9:27 lid 1 Algemene wet bestuursrecht artikel 9:36 lid 2 Algemene wet bestuursrecht
Datum : 20 april 2012 Rapportnummer: RA120624 Pagina : 7/7
Overwegingen Het vereiste van samenwerking houdt in dat overheidsinstanties bij het vervullen van hun taken niet primair kijken naar de organisatiebelangen en doelen van de eigen organisatie, maar in het belang van burgers, bedrijven en instellingen goed samenwerken, zelfs als die samenwerking nadelen oplevert voor een bepaalde overheidsinstantie. Vaststaat dat de stadsdelen verantwoordelijk zijn voor het beheer van de openbare ruimte maar dat de uitvoering van de wettelijke taken wat betreft dierplaagbeheersing voor een deel aan de GGD is gedelegeerd. De aanwezigheid van ratten in de stad is een gegeven. Daar waar ratten (veelvuldig) door mensen gesignaleerd worden, is al gauw sprake van overlast en dienen de ratten te worden bestreden. De bestrijding van rattenoverlast op een druk bezocht plein zoals het Marie Heinekenplein duldt geen uitstel en dient voortvarend te worden opgepakt. Niet is komen vast te staan wanneer en op welke wijze het stadsdeel en de GGD precies op de hoogte waren van de rattenoverlast. Verzoeker zegt de GGD al in mei 2011 te hebben geïnformeerd maar de GGD ontkent in juni 2011 ooit een melding te hebben ontvangen. Het stadsdeel verklaart sinds de zomer 2011 met de rattenoverlast bekend te zijn en volgens het Parool heeft de GGD in augustus 2011 gif gestrooid. Toch duurde het tot eind oktober 2011 voordat het stadsdeel de GGD opdracht gaf om een onderzoek in te stellen en met een plan van aanpak te komen. Al met al duurde het tot eind 2011 voordat de overlast effectief werd bestreden. De oorzaak daarvan is mede gelegen in het feit dat de GGD afhankelijk is van een opdracht van het stadsdeel en pas eind oktober 2011 een opdracht van het stadsdeel heeft ontvangen: voor iedere rattenkolonie een afzonderlijk contract. De GGD kan veel slagvaardiger optreden als alle meldingen over ongedierteoverlast direct bij de GGD terechtkomen en de GGD – zonder opdracht van een stadsdeel – de overlastbestrijding direct ter hand kan nemen. Dit betekent ook dat alle meldingen die op welke wijze dan ook bij de gemeente binnenkomen (de meeste telefonisch of per e-mail via Antwoord en 14020) naar de GGD moeten worden doorgeleid. De ombudsman stelt vast dat de bestrijding van rattenoverlast niet voortvarend is opgepakt en niet voortvarend kan worden opgepakt. De samenwerking tussen Stadsdeel Zuid (lees ‘de stadsdelen’) en de GGD moet worden verbeterd. Om die reden verbindt de ombudsman een aanbeveling aan dit rapport.
Oordeel Stadsdeel Zuid en de GGD hebben in strijd met het vereiste van samenwerking gehandeld.
Aanbevelingen De ombudsman verzoekt de wethouder Dierenwelzijn te bevorderen dat - vanwege het gevaar voor de volksgezondheid - alle meldingen over ongedierteoverlast alleen door de GGD worden afgehandeld. De ombudsman verzoekt de portefeuillehouders Dierenwelzijn van alle stadsdelen te bevorderen om met de GGD een standaardcontract af te sluiten waarin de GGD wordt gemachtigd om iedere rattenkolonie direct te kunnen bestrijden.