EFFECTIEF OMGAAN MET ZWAKKE LEZERS IN HET VOORTGEZET ONDERWIJS Dr. Kees Vernooy Lector hogeschool Edith Stein Nieuwegein 29 november 2012
William S. Gray Lezen is cruciaal voor elk vak…
Elke leerkracht is een ‘leesleerkracht’.
Wat zijn de problemen in het VO? • Een kwart tot een derde van de leerlingen in het VO heeft problemen met de leesvaardigheid (Van den Broek, 2010); • Een deel van de leerlingen kan niet zelfstandig de teksten lezen; • 15% van de leerlingen is laaggeletterd; • De laaggeletterde lezers zijn dikwijls de vroegtijdig schoolverlaters; • Zwakke lezers gebruiken geen leesstrategieën; • De relatie leesvaardigheid – examenresultaten.
Begrijpend Lezen in het eerste leerjaar van het VMBO •24 procent van de vmbo-leerlingen uit de basis- en de kadergerichte leerweg heeft moeite met het lezen van de teksten uit hun schoolboeken •Zij zijn onvoldoende in staat de teksten die op hun school aangeboden worden, zelfstandig met begrip te lezen
Hacquebord, Linthorst, Stellingwerf & De Zeeuw , 2004
Lex Herweijer (2008) Herweijer (2008)(SCP) constateert in “Gestruikeld voor de start. De school verlaten zonder startkwalificatie’, dat een deel van de leerlingen in het vmbo ernstig tekort schiet op het gebied van de basisvaardigheden lezen en rekenen.
Ex- Minister van Bijsterveldt Minister van Bijsterveldt gaf tijdens een interview met De Telegraaf (24 augustus 2012) aan dat er ‘… nu kinderen van het vmbo komen die niet eens begrijpend kunnen lezen’. Dat is natuurlijk een zorgelijk gegeven. Deze kinderen zijn daardoor – hoe jong ook – reeds laaggeletterd.
Gemiddelde scores bij PISA 2000-2009 545 540 535 530 525 520 515 510 505 500 495 490
lezen
wiskunde
science
2000
532
2003
513
538
2006
507
531
525
2009
508
526
522
Problemen begrijpend lezen. Waar aan toe te schrijven? • Is het een probleem met begrijpend lezen of met decoderen? • Is het een probleem met begrijpend lezen of met vlot en vloeiend lezen? • Is het een probleem met begrijpend lezen of met woordenschat/voorkennis? • Is het een probleem met begrijpend lezen of met het nadenken over de inhoud van de tekst? • Is het een probleem met begrijpend lezen of met de werkhouding? • Is het een probleem met begrijpend lezen of met het omgaan met tekstgenres?
Waar hebben oudere zwakke lezers vooral moeite mee? • het lezen van onbekende, meerlettergrepige woorden; • geringe leessnelheid: ze lezen zeer langzaam, maar ook dikwijls onnauwkeurig, slecht technisch lezen beperkt het begrijpend lezen en de hoeveelheid tekst die gelezen kan worden; • van de context gebruik maken om achter de betekenis van bepaalde woorden te komen, compenseert onvoldoende of niet; • geringe woordenschat vanwege het te weinig gelezen hebben; • problemen met het leren van talen.
Andere problemen • laag vertrouwen in de eigen leesvaardigheid • het ontbreken van motivatie en betrokkenheid bij lezen (vermijdingsgedrag) • laag vertrouwen in het verbeteren van hun leesvaardigheid • zijn eerder extrinsiek dan intrinsiek gemotiveerd • lezen niet voor hun plezier of vanuit interesses • voelen zich niet prettig op school, voelen zich sociaal gemarginaliseerd en ervaren geen respect
Biancarosa & Snow (2004) We doen te weinig om zwakke lezers en hun docenten in het voortgezet onderwijs te helpen. Het gevolg is een grote en steeds groter wordende kloof met goede lezers.
Ervaring VMBO-interventietrajecten Vrijwel alle zwakke lezers kunnen lezen, maar veel leerlingen lezen zeer spellend op woordniveau; het lezen gaat daardoor zeer langzaam en wordt als inspannend ervaren. Hierdoor zijn deze leerlingen ook niet op begrijpen - lezen op tekstniveau - gericht en is alle lezen in feite voor hen demotiverend.
Hoe zien VO-scholen zwakke lezers? De meeste scholen zien zwakke lezers als nietlezers met onvoldoende leesvaardigheid of leesmotivatie. Deze labeling is echter te eenvoudig en leidt niet tot effectieve instructie.
Relatie lezen - werkloos zijn Peggy McCardle (NICHD): • 70% van de werkloze Amerikanen in de leeftijd van 25 – 64 jaar leest op de twee laagste leesniveaus (NALS) * * Ze zijn niet in staat een dienstregeling te lezen of een brief te schrijven over een probleem met hun creditcard rekening
VERKLARINGEN VOOR DE LEESPROBLEMATIEK
• Ontbreken leesonderwijs in bovenbouw bao en onderbouw vo terwijl de teksten moeilijker worden: gevolg terugval in leesvaardigheid. De wetenschap vindt dit een fundamentele fout! • Basisscholen en scholen in het voortgezet onderwijs zijn weinig effectief in het omgaan met verschillen in leesontwikkeling. Veel leerkrachten hebben niet het klassenmanagement om dat te kunnen (zie o.a. Kneyber 2010). • Ineffectieve scholen op het gebied van lezen; • Er wordt dikwijls gedacht dat deze leerlingen een laag IQ hebben, terwijl onderzoek laat zien dat dit voor de meeste zwakke lezers niet het geval is; • Er wordt te weinig naar gestreefd om kinderen minimaal geletterd te laten worden; een onaanvaardbaar groot deel van de leerlingen haalt het minimale niveau AVI-9 niet; bovendien geen onderhoud in bovenbouw bao en in het vo. • 30% van de leerkrachten heeft lage verwachtingen!!! (Henkens 2010)
Knelpunten VO 1. Veel leraren in het voortgezet onderwijs vinden dat leerlingen beter leren lezen niet hun verantwoordelijkheid, maar de opdracht van de basisschool is (Vernooy 2010). 2. Veel VO scholen hebben in de praktijk geen beleid voor oudere zwakke lezers, terwijl ze wel met de problematiek van niet goede lezers te maken hebben. 3. In het VO bestaat geen vanzelfsprekend eigenaarschap om tekorten in de basisvaardigheden aan te pakken (SCP, 2011). Gevolg: afwenteling van de problematiek op individuele docenten.
Oplossing: vakinhouden met taaldoelen verbinden.
Wat moet erin het vo gebeuren? - Onderhouden en versterken leesvaardigheid - Aandacht voor de leesvaardigheid bij de vakken - Aandacht voor zwakke lezers (minimaal AVI Plus)
Fundamentele aandacht voor leesvaardigheid gewenst! Elk schooljaar worden de teksten moeilijker Nieuwe woorden die voor het eerst opduiken De zinnen worden langer en complexer
Een correcte interpretatie vereist een brede voorkennis De lengte van de teksten neemt toe Kortom: elk volgend schooljaar vraagt om een betere leesvaardigheid
Basisvaardigheden taal VO. Waarom ook aandacht? Artikel 6c Wet op het voortgezet onderwijs: ‘Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal.’
Het verbeteren van de praktijk De interventies
Wat betekent een betere leesvaardigheid voor de leerling? • heeft positieve effecten bij vak- en vormingsgebieden; • betere examenresultaten; • versterkt het zelfvertrouwen van de leerlingen.
Componenten die leiden tot begrijpend lezen
Fonemisch bewustzijn (.70)
Decoderen
Vlot lezen (.80)
Begrijpend leesstrategieën
Achtergrondkennis en woordenschat (.90)
Motivatie
BEGRIJPEND LEZEN
Taalbehoeften leerlingen • aandacht voor tekstbegrip • voor moeilijke woorden • Hulplessen • Taaluitleg in de klas • Belang van taal in de les
• Ja 44%
Nee 17%
• Ja 56%
Nee 15%
• Ja 47% • Ja 49% • Ja 83%
Nee 26% Nee 16% Nee 3%
Doelgerichtheid. Wat zouden leerlingen moeten kunnen? Internationaal is er consensus over de leesvaardigheden die leerlingen in het voortgezet onderwijs zouden moeten beheersen: • Teksten nauwkeurig en vlot kunnen lezen • Afleidingen uit een tekst kunnen maken • Nieuwe kennis met bestaande kennis kunnen integreren (omgaan met voorkennis) • De taal die in een tekst gebruikt wordt, kunnen begrijpen • Beschikken over de woordenschat die de tekst vraagt • Een leesdoel kunnen stellen
Wat moet er gebeuren? 1. De leeseffectiviteit van het basisonderwijs in het algemeen en in groep 7 en 8 in het bijzonder moet worden verbeterd; 2. Op basis van het ADORE-onderzoek kan worden gesteld, dat het nodig is dat er zowel op het einde van de basisschool als in het voortgezet onderwijs leesonderwijs wordt gegeven; 3. Bij het ondersteunen van de zwakke lezers moet gebruik gemaakt worden van inzichten die leesonderzoek heeft opgeleverd en die tonen dat het vooral van belang is dat deze leerlingen effectieve instructie krijgen. 4. Het ontwikkelen van effectieve leesmethoden voor het voortgezet onderwijs. 5. Het vergroten van de deskundigheid van alle docenten in het omgaan met zwakke lezers. 6. Een leerling gecentreerde schoolorganisatie
Wat zegt de wetenschap over het helpen van oudere zwakke lezers? (COI 2008)
• Aandacht technisch lezen • Aandacht voor woordenschat • Aandacht voor leesstrategieën • Intensieve aandacht voor zwakke lezers
• Middelmatig effect
• Het grootste effect!
• Gemiddeld effect • Hiervoor bestaat sterk bewijs
Essentiële componenten voor oudere zwakke VO lezers Alle zwakke lezers hebben directe en expliciete instructie nodig op het gebied van:
Woordenschat Begrijpend lezen Motivatie en betrokkenheid Sommige zwakke lezers hebben directe en expliciete nodig op het gebied van
Dedoderen meerlettergrepige woorden Vlot en vloeiend lezen (vanuit het perspectief van begrijpend lezen)
1- Het belang van vlot en vloeiend lezen. Wat zegt de wetenschap? Het is niet voldoende om de woorden in een tekst nauwkeurig te kunnen lezen; Te traag lezen leidt tot weinig geheugenruimte voor begrijpend lezen. Vlot en vloeiend lezen heeft alles met een goede leesvaardigheid te maken! Verklaring spellend lezen: het technisch lezen is onvoldoende geautomatiseerd.
Werkgeheugen en automatisering technisch lezen Verwerking leestaak
Werkgeheugen
Spellende lezer
Verwerking leestaak
Vlotte lezer
Goed Begrijpend lezen
Adequaat Vlot en vloeiend lezen
Goede woordenschat
Is vlot lezen niet nauwer verbonden met technisch lezen dan met begrijpend lezen? Nee! Relatie van op Relatie van vloeiend woordniveau lezen lezen met met begrijpend lezen begrijpend lezen .53
.83
--Jenkins, Fuchs, Espin, van den Broek, & Deno, 2003
Hoe word je een vlotte en vloeiende lezer? • Op dezelfde manier als andere processen in het leven geautomatiseerd worden (herhalen); • Door veel te doen en goed te oefenen (herhaald lezen); • Leerlingen samen met een betere lezer laten lezen. Aandachtspunt: steeds inhoud centraal stellen.
2- Veel aandacht voor woordenschat • Als leerlingen 5% van de woorden in een tekst niet kennen, hebben ze moeite om die tekst te begrijpen. • Kennen ze 10% van de woorden in een tekst niet, is er geen leren mogelijk. • Veel woordenschat bij de vakken!
Waarom is woordenschat cruciaal? • Voor het begrijpend lezen; een van de pilaren waar het begrijpend lezen op steunt (voorkennis heeft een effectgrootte 1.04); • Zwakke lezers kunnen dikwijls onbekende meerlettergrepige woorden niet decoderen; • Veel leerlingen hebben moeite met de woordenschat in boeken (kennisgebieden)
Hoe kan de woordenschat worden vergroot? Nieuwste inzichten: • Laat veel woorden aan de orde komen; • Gebruik de woorden uit de methoden; de kinderen moeten de taal van de school leren; • Veel woorden uit methoden zijn voor een deel van de kinderen vreemde taal; • Pre-teaching van onbekende woorden is effectief; • Schrijf de woorden op het bord; • Creëer woordbewustzijn met denken-delenuitwisselen.
• • • • •
Hoe als leerkracht daarmee omgaan? (Kucan 2010)
Schrijf het woord op het bord Plaats het woord in de context Leg de betekenis uit Laat de leerlingen het woord hardop uitspreken Geef voorbeelden van toepassingen buiten de context • Stimuleer leerlingen zelf met enkele toepassingen te komen • Laat kinderen nogmaals het woord hardop zeggen • Laat leerlingen het opschrijven
3- Begrijpend lezen Waar zijn de problemen aan toe te schrijven? - decoderen? - woordenschat? - traag, spellend lezen? - werkhouding, metacognitief handelen? - nadenken over de tekst (afleidingen maken)? - een combinatie van factoren?
Niveaus van begrijpend lezen Evaluatief “Denk en zoek” en boven de tekst staan (beoordelen)
Afleiden “Denk en zoek” of tussen de regels lezen
Letterlijk “Daar staat het”
De zes leesstrategieën van DOINGWHATWORKS (december 2010) 1. Activeren voorkennis, verbinden met persoonlijke ervaring, of voorspellen wat in een tekst zal gebeuren; 2. Vragen stellen tijdens het lezen; 3. Visualiseren van wat is gelezen; 4. Monitoren of checken of je het begrijpt tijdens het lezen; 5. Afleidingen maken; 6. Samenvatten of navertellen. Toelichting: 2, 3, 4 en 6 zijn pas ondersteunende strategieën als je begrijpt wat erin de tekst staat.
Zwakke lezers en strategieën • Scammacca et al. (2007): de winst is gering voor oudere zwakke lezers. Duidelijke doelen gewenst: bijv. Omgaan met voorkennis en afleidingen maken. • Ze moeten leren voor, tijdens en na bij het omgaan met teksten te onderscheiden c.q. beter leren omgaan met teksten tijdens het lezen (Klinger et al., 2007).
Voorkennis is voorwaardelijk Zonder (voor)kennis over dat wat je leest, is het slecht afleidingen maken en is het resultaat (doel: zelfstandig tot de inhoud kunnen komen van de tekst) laag.
• Als ze binnenkomt, is ineens iedereen stil. • Het schilderij is al jaren familiebezit, maar moet nu helaas verkocht worden. • Ik vergeet soms naar mijn werk te gaan.
Het modelen van afleidingen maken
• Wat denk je dat de schrijver hier wil zeggen? • Welke ontdekkingen doe je in de tekst die de schrijver je niet vertelt? Gaat het om een aardige of om een vervelende vrouw?
• Hoe kom je dat te weten als de schrijver je dat niet duidelijk in de tekst vertelt? Welke aanwijzingen vind je?
Leer leerlingen ook …. • Skimmen van een tekst: je ogen snel over de tekst laten gaan om te zien waar deze overgaat; • Scannen van de tekst: neem de tekst snel door om specifieke informatie te vinden.
Wat doen als je het niet meer begrijpt? Herlezen van het deel dat je niet begrijpt
Het aanpassen van de leessnelheid
Om hulp vragen
4. Effectieve monitoring/werkhouding door leerlingen Voor: - Waarom ga ik de tekst lezen (doelgerichtheid) - Even de tekst overzien (wat staat er in? Titel, foto’s enz.) - Wat weet ik al over het onderwerp? (Voorkennis) Tijdens: - Monitoren van het begrijpen vanuit het gestelde leesdoel: - Nadenken over wat je leest (afleidingen maken, vragen beantwoorden) - Leessnelheid aanpassen - Achter de betekenis zien te komen van woorden en zinnen die je niet begrijpt Na: - Controleren of je de tekst begrepen hebt vanuit het gestelde doel. - Kan ik de verkregen informatie toepassen?
Leerlingen leren veel van de leerkracht als model!
Een variant:Verantwoordelijkheid leerkracht Introductie/uitleg/modeling
“Ik doe het”
Begeleide inoefening
“Wij doen het”
Samenwerken
“Jullie doen het samen”
Zelfstandig werken
“Je doet het alleen”
Verantwoordelijkheid leerling
Een succesvol instructiemodel voor alle leerlingen Fisher, D., & Frey, N. (2008). Better learning through structured teaching: A framework for the gradual release of responsibility. Alexandria, VA: Association for Supervision and Curriculum Development.
5. Belang visuele weergave inhoud • Helpt de essentie van de tekst te begrijpen • Helpt bij het maken van een samenvatting • Voorkomt overladen worden aan informatie en overbelasting van het werkgeheugen. Verder: Door visualiseren (web of schema) wordt kennis op een hiërarchische wijze in de hersenen opgeslagen.
Voorbeeld sleutelschema: boomdiagram Bestuur van Nederland
Eerste Kamer
Regering
1e Kamerleden
Koning(in)
Provinciale Staten
Kandidaten van politieke partijen
Kiezers
Minister-president Ministers staatssecretarissen
Tweede Kamer
2e Kamerleden
Kandidaten van politieke partijen
Kiezers
6- Motivatie • Geef leesinstructie met teksten die de leerlingen interesseren • Gebruik actuele teksten
Wat zegt de wetenschap? Volgens Guthrie (2002) is de interactie met de echte wereld (actualiteit), zoals in Nieuwsbegrip plaatsvindt, voor de leerlingen cruciaal. Bij die interactie met de echte wereld zijn ze automatisch bezig met het uiterst belangrijke proces van activering en het opbouwen van voorkennis. Ze denken na over wat ze al weten. Daarnaast beïnvloedt interactie met de echte wereld ook hun motivatie om te lezen, omdat deze teksten meer aansluiten bij hun belevingswereld.
Wat is ook evidence based? • Een effectieve aanpak om zwakke lezers aan het lezen te krijgen, is aansluiten bij hun interesses (Baker & Wigfield, 1999; Guthrie et al., 2006) • Wanneer voorkeuren aan teksten worden gekoppeld, wordt het dieper lezen/leren versterkt. Dit geldt vooral voor jongens. (Alexander, Kulikowich, & Hetton, 1994; Guthrie, 2008, Cavazos-Kottke, 2005; Sullivan, 2009). • Jongens zijn vooral enthousiast voor nonfictie en informatieve boeken (geen schoolboeken!) (Doiron, 2003; Herz & Gallo, 1996 )
7- LAAT LEERLINGEN RONDOM TEKSTEN SAMENWERKEN • Leerlingen kunnen elkaar helpen: goede leerling helpt minder goede leerling. • Samen lezen is motiverend! • Heel veel onderzoek toont, dat tutoring met (jonge) kinderen heel effectief kan zijn (Berrill 2009, Vernooy & Egbertsen 2012). Peer tutoring heeft volgens Hattie (2012) een effectgrootte van 0.55. Dat is hoog! • Tutors moeten getraind worden en vanuit goede inzichten en een goede structuur werken; bovendien moeten ze regelmatig feedback op hun werk krijgen. • Tijd: 3 x 15 minuten per week.
De effecten van Peer Tutoring
Tutors uit hogere klassen (d = 0.79) zijn effectiever dan tutors van dezelfde leeftijd (d = 0.52) of volwassen tutors (d = 0.54) Hattie, 2009/2012
De effecten van peer-tutoring waren er ook als kinderen met problemen als tutor functioneerden (zie ook Vernooy & Egbertsen 2012)
Noodzaak leesbeleid 1. De zwakke lezers maken een omslag in het denken van veel docenten en schoolleiders nodig, o.a. vanuit de optiek dat leesvaardigheid in feite bij alle vakken waar teksten een rol spelen aan de orde komt. 2. Als school nagaan waar de problemen bij de zwakke lezers zitten. 3. Het monitoren van de leesontwikkeling.
Wat weten we nog onvoldoende? Volgens Snow (2007) • Is meer kennis gewenst over effectief leesonderwijs in het voortgezet onderwijs; we interpreteren leesproblemen in het voortgezet onderwijs te veel als leesproblemen in het primair onderwijs; • weten we niet voldoende of aandacht voor het decoderen succesvol is voor leerlingen, die al zo lang zwak zijn; • Is niet duidelijk voor hoeveel zwakke lezers aandacht voor leesstrategieën voldoende is; • Is nog onbekend welke interventies voor de meeste oudere zwakke lezers effectief zijn; De antwoorden op dergelijke vragen moeten de wetenschappelijke basis vormen van interventies voor oudere zwakke lezers.
Waar doen we het allemaal voor? “Een moreel doel van de hoogste orde is een school waar alle leerlingen leren en wat de leerlingen leren hen in staat stelt om succesvolle burgers in een kennissamenleving te worden.” Michael Fullan, 2003