Desiderio
Eerste druk, juli 2011 © 2011 Evelien van Steenis Coverfoto: Liubov Vadimovna (Luba) Nel Portretfoto: Adrienne Korzilius www.evansteenis.nl isbn: nur:
978-90-484-1937-1 343
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Desiderio Een duister verlangen
Evelien van Steenis
Voor mijn moeder, Cornelia. Voor al haar liefde en steun door goede en slechte tijden.
Mijn enige liefde voortgekomen uit mijn enige haat. Te lang was hij onbekend en nu is het te laat. Wonderbaarlijke geboorte van liefde, dat is aan mij, dat ik moet houden van een verafschuwde vijand. Romeo en Julia, Akte I scène V
Inhoudsopgave
Proloog 1. Casa d’aste Abruzzo 2. Voorstellen 3. Eerste kennismaking 4. Middelpunt 5. Carpoolen 6. Verlangen 7. De waarheid 8. Onderzoek 9. Royal reservering 10. Bekentenis 11. Club Napoli 12. Uitnodiging 13. Inchecken 14. Villa Massimo 15. Een oude bekende 16. Risotto, kip en Vincenzo 17. Ongewenst bezoek 18. Afscheid Italië 19. Overgave 20. Fictie of waargebeurd 21. Zomaar een cadeau 22. Casa LaRocca 23. Bungalow di Vincenzo 24. Café Padrino 25. Een waarschuwing 26. Vluchten 27. Onrustig 28. Constructies 29. Angst aanvaardt 30. Jezus, de verlosser 31. In het ziekenhuis Epiloog – Onvoorziene verrassing Woord van dank
9 11 18 25 35 43 53 60 68 73 81 87 92 97 101 106 111 114 120 125 132 138 145 152 160 168 176 182 187 192 199 203 210 217
Proloog
Weet jij wat liefde is? Echte liefde? Ik had nooit echt nagedacht over de liefde, hoewel ik voldoende relaties heb gehad. Ik had nooit bedacht dat het zo zou zijn. Ik staarde met ingehouden adem door de kantine, zoekende naar hem. Hij die mijn hart sneller liet bonzen en me betoverde met zijn goudbruine ogen. Hij die de adrenaline in mijn aderen sneller liet stromen. Ik wilde zijn volle lippen kussen en mijn vingers wilden door zijn haren glijden. Ik wist dat als ik nooit bij Casa d’aste Abruzzo werkte, ik hem nooit had ontmoet. Heb je ooit zo intens liefgehad dat je jezelf voor eeuwig tot de hel zou veroordelen? Ik wel.
9
1
Casa d’aste Abruzzo
Een taxi bracht me naar het centraal station. De airco stond aan, want het was 28 graden in Amsterdam en de wolkeloze lucht was lichtblauw. Ik was dol op Amsterdam. De musea, festivals, theater, bars en cafés. De talloze winkels en de gezellige menigte. Ik hield van de levendige stad. Het veilinghuis: Casa d’aste Abruzzo, is gevestigd aan de Landlust te Diemen. In dit dorpje had ik mijn vierde sollicitatiegesprek. Mijn goede vriendin Helena was het nichtje van de eigenaar. Zij had mij aanbevolen voor de functie ‘antieke artefacten deskundige’. Dankzij mijn studie ‘Kunst en antiek’ beschikte ik over expertisegebieden die dateren uit de Mingh dynastie tot aan de eredivisie voetbalkaarten. ‘Dat is dan 8 euro,’ zei de taxichauffeur tegen me. De taxi chauffeur had kort haar en een vriendelijke uitstraling. Ik voelde een vlaag van paniek toen ik besefte dat mijn sollicitatiegesprek naderde. Hoe kon ik mezelf kalm houden? Natuurlijk kon ik een Valeriaanpilletje innemen, maar dan zou ik suf overkomen. Men kon dan misschien verkeerde gedachten over mij krijgen…. ‘Mevrouw?’ ‘Mijn excuses,’ zei ik snel en zocht direct naar geld om de taxichauffeur te betalen. Ik stapte uit de taxi en liep naar de grote hal van het Centraal Station. Op het informatiebord kon ik aflezen dat de trein bij spoor 13b, binnen een kwartier zou arriveren. Het was nog geen een half uur reizen van Amsterdam Centraal naar Diemen. Met de trein reizen vond ik niet erg, zo kon ik mijn sollicitatie voorbereiden. 11
Mijn mobiele telefoon, de nieuwste iPhone, ging af in mijn handtas. Als ik hem maar niet vergat uit te zetten voordat mijn sollicitatiegesprek begon. Door de ‘caller-id’ zag ik dat Helena belde. Haar foto was lachwekkend. We waren die dag in een gekke bui. Ze stond met haar handen op de grond en haar benen in de lucht. Ik had de foto verticaal gedraaid en het lijkt nu alsof haar haren recht overeind staan. Daarnaast stak ze haar tong uit en keek ze scheel. ‘Gianna!’ zei Helena bijna schreeuwend, voor ik de trein in stapte. ‘Waar ben je?’ ‘Ik zit op mijn balkon,’ loog ik. ‘Je bent een slechte leugenaar.’ Mijn mondhoeken krulden op. ‘Je hebt gelijk.’ ‘Ben je al onderweg naar Casa d’aste Abruzzo?’ Ik liep door de wagon en zocht een zitplaats. ‘Ja, ik zit al in de trein,’ zei ik haastig. Er was een zitplaats vrij bij het raam en nam plaats. Tegenover mij zat een zakenman. Hij had een zwart pak aan en zijn aktetas lag naast hem op de stoel. ‘Mijn oom is onder de indruk van je.’ Ik hoorde een mannenstem op de achtergrond. ‘Ik heb een goed woordje voor je gedaan. Heb je mijn vragen goed bestudeerd?’ ‘Maak je geen zorgen om mij,’ drukte ik haar op het hart. ‘Het komt goed.’ Helena grinnikte. ‘Oké, dan zie ik je zo!’ ‘Zie ik je zo?’ Ze had al opgehangen. Helena had enorm veel moeite gedaan voor mijn sollicitatie. Ze leek oprecht blij met het idee dat ik in de ‘familie business’ kwam werken. Helena werkt ook bij Casa d’aste Abruzzo, op de afdeling Personeelszaken. Ze had de sollicitatievragen geselecteerd en aangeleverd bij haar oom. Ze had me geïnterviewd en getraind voor het gesprek. Ze wist wat haar oom zou vragen en gebruikte deze vragen om mij sterker in mijn schoenen te laten staan. 12
Toen ik op het perron van Diemen arriveerde, stond Helena op me te wachten. Ze zwaaide alsof we elkaar al tijden niet meer hadden gezien. Ik had niet anders verwacht. Ze staat graag in het middelpunt van de belangstelling. Niets trekt zoveel aandacht als een springende vrouw met een open decolleté. Ik zag de voorbijgaande mannen haar van top tot teen bekijken. Haar donkerbruine haren hingen over haar schouders en de rode lippenstift sierde haar lippen. Ze droeg een strakke jeans waardoor je haar lange benen goed zag. Ik begrijp nog steeds niet waarom ze geen carrière in de modellen wereld had gekozen. Helena omhelsde me met beide armen. ‘Fijn je te zien, Gianna,’ zei ze glimlachend. ‘Wat doe jij nu hier?’ Haar glimlach werd steeds breder. ‘Ik heb pauze, en wilde je verrassen.’ We liepen over het perron naar de uitgang. Ik wilde oversteken tot Helena me bij mijn arm pakte en me meenam naar een parkeerplaats, waar een glimmende Audi A1 stond te wachten. De auto was zwart metallic gekleurd en het aanzicht was in een woord: prachtig! ‘Als je sollicitatiegesprek goed verloopt, waar ik niet aan twijfel, is dit jouw bedrijfsauto.’ Ik keek ongeloofwaardig naar Helena, maar ik zag mezelf er al in rijden. ‘Je hebt nog een half uurtje. Wil je een rondrit maken?’ Zonder te twijfelen knikte ik met een brede glimlach naar Helena, deed het portier open en ging zitten op de mooi met leer beklede stoel en startte de motor. We reden door het dorpje Diemen. Door de smalle straten van een woonwijk en langs een winkelcentrum. ‘Wat als je oom me niet aanneemt?’ Ik keek voor me op de weg terwijl ik dit vroeg. Helena staarde uit het raam. ‘Maak je daar maar geen zorgen om.’ Uiteindelijk kwamen we bij Casa d’aste Abruzzo. Het veilinghuis had een eigen weg en een grote parkeerplaats. Het pand was geen kantoorgebouw dat door een moderne architect was gemaakt, maar een romantisch landhuis. Het deed me denken aan een château in Zuid-Frankrijk waar ik vorig jaar in verbleef tijdens mijn vakantie. 13
Het veilinghuis was wit, zo wit dat een vel papier er nog gekleurd uit zou zien. De authentieke ramen sierden het gebouw. Boven de entree was een klein balkonnetje dat me deed denken aan Romeo en Juliette. Alles aan dit pand bracht me terug in de tijd. De omgeving was prachtig, dat kon ik niet ontkennen. Het autoweggetje had aan beide zijden een smal grindpad met daarachter mooie bloemen – hortensia’s – die volop in bloei stonden. De hortensia’s hadden de kleuren blauw, wit, roze en paars. Achter de bloemen groeide een haag aan struiken – buxus – die zo mooi gesnoeid was dat het leek alsof je het koninklijk huis bezocht. Daar, geparkeerd op de parkeerplaats voor het veilinghuis, stond een levensgroot beeld van Aphrodite van Melos. Een beroemd beeld uit de oudheid. Tot mijn grote verbazing was ik er meteen dol op. Ik wist niet eens of ik hier wel kwam werken, maar ik zag mezelf hier al iedere dag arriveren. We liepen door de grote hal naar de wachtruimte. Helena liep zo snel door dat ik amper de tijd kreeg om alles te bewonderen. Vergeleken met de authentieke uitstraling vanaf de buitenkant, was de binnenkant van het veilinghuis modern ingericht. De hoge muren waren angstaanjagend maar de enorme kroonluchters maakten de sfeer goed. En de ivoorkleurige marmeren vloertegels waren net een spiegel. ‘Wil je koffie?’ vroeg Helena. ‘Een cappuccino.’ Helena wees naar de zithoek. ‘Ga maar even zitten. Ik ben zo terug.’ Achter de balie zat een slanke vrouw met donkerbruin opgestoken haar. Ze droeg een zwart-kleurig mantelpak met een gouden broche, waardoor ik me gelijk te gewoontjes voelde. De vrouw keek op. ‘Kan ik iets voor u doen?’ ‘Ik ben Gianna Marci,’ zei ik en ik zag aan haar ogen dat ze meteen wist wie ik was. Ik werd verwacht, ongetwijfeld het onderwerp van roddels. De vriendin van de beeldschone nicht van de baas. ‘Juist,’ zei ze. Ze pakte de telefoon op en ik hoorde haar zeggen dat ik was gearriveerd. Ze glimlachte naar me en hoopte, net als Helena, dat ik hier zou komen werken. Toen ik een tijdschrift doorbladerde, liepen er medewerkers door 14
de hal. Het was fijn om te zien dat de meesten gewonere kleding aan hadden, net als ik. Ik voelde hoe mijn ademhaling langzaamaan veranderde in hyperventilatie toen ik de deur aan het einde van de hal open zag gaan. Ik probeerde mijn ademhaling in orde te krijgen door rustig te ademen. Ik hield mijn blik gericht op het tijdschrift dat ik in mijn handen had. Hij was nogal standaard: de dochters van prins Willem-Alexander en prinses Maxima; Johnny de Mol is verliefd; Wesley Sneijder en Yolanthe; beroemde supervaders. Ik had alles al gelezen. Ik vroeg me af of Helena nog terug zou komen met koffie. Toen ging de deur weer open. Er kwam een man op me af lopen. Hij had een normaal postuur, had een zwarte pantalon aan, een donkerblauw overhemd en zijn gezicht leek veel op Artie Bucco van de televisieserie ‘The Sopranos’. Hij had ook een snorretje, ook alleen nog haren aan de zijkant van zijn hoofd en de bovenkant was kaal. Een vriendelijke uitstraling met een brede glimlach. ‘Gianna Marci?’ ‘Ja,’ antwoordde ik en stond direct op. ‘Mijn naam is Giovanni Abruzzo. De meeste spreken me aan met Giovanni. Zo wil ik het ook graag. Mijn nichtje heeft me alles over je verteld.’ Hij gaf me een hand en verwees me naar de deur die open stond. Ik glimlachte aarzelend, niet te overdreven. ‘Aangenaam.’ We liepen door een lange gang. Ik kon geen kant opkijken zonder nieuwsgierige blikken te zien van werknemers in hun kantoren. ‘Kon je het makkelijk vinden?’ vroeg hij. ‘Ja prima. Helena heeft me de laatste meters goed geholpen.’ We liepen om de kantine heen, naar zijn kantoor. Nog een paar meter en dan zou het kruisverhoor beginnen. In zijn kantoor stonden twee koppen koffie. Een cappuccino met een enorme schuimlaag en een espresso – een klein kopje koffie met een gitzwarte kleur. Die waren zeker door Helena neergezet. Het sollicitatiegesprek verliep goed. Zo goed dat ik direct een arbeidsovereenkomst aangeboden kreeg voor een jaar. Giovanni had zo te zien allang besloten mij aan te nemen. Mijn salaris was hoger dan 15
ik had voorgesteld en ik kreeg een bedrijfsauto – waar ik samen met Helena al een proefrit in had gemaakt. Ik was uiterst tevreden. Na het ondertekenen van de overeenkomst, bood Giovanni me een rondleiding aan. Hij stelde me voor aan mijn nieuwe collega’s en wees me naar mijn kantoor. Ik kreeg het kantoor op het zuiden dat uitkeek op de achtertuin. De achtertuin was in één woord: hemels! De tuin had groene grasvelden die waren afgezet door een lage haag aan struiken. Dezelfde stijl als aan het autoweggetje aan de voorkant van het veilinghuis. Daarnaast lagen weggetjes die alle kanten op kunnen. Ideaal! Zo kon je alle beelden die op de grasvelden stonden goed bekijken. Er stonden historische beelden van circa 450 jaar voor Christus, zoals Diskobolos van de beeldhouwer Myron van Eleutherae. Maar ook moderne beelden uit 19de eeuw, zoals de gezette vrouw van de beeldhouwer en schilder Fernando Botero. De achtertuin gaf het gevoel dat je in de tuinen van Paleis Het Loo stond, alleen dan veel kleiner. Het kantoor was een grote kamer. Hij had een authentieke houten vloer en witte muren. Het plafond had fraaie ornamenten en de ramen hadden houten jaloezieën. Er stonden twee planten in grote plastic potten, alsof het buiten niet al groen genoeg was. Op het bureau stonden een computer, printer, telefoon, kleine bureau-accessoires en een welkomstcadeau, een fruitmand versierd met strikken en een kaart. Ik liep naar de fruitmand toe en haalde de kaart uit de enveloppe. De voorkant had een geestige uitstraling. Een cartoontekening van een hond. ‘Gianna,’ schreef Helena…. ‘Gefeliciteerd met je nieuwe baan! Ik wist wel dat je het voor elkaar kreeg. Sorry dat ik ineens verdween, maar onze stagiaire stroomde over van de telefoontjes. Ik zie je morgen op je eerste werkdag! Samen lunchen?’ Ik glimlachte en deed de kaart terug in de enveloppe. Naast de kaart lagen de autosleutels van de Audi A1 en ik stopte deze in de zak van mijn blazer. 16
Giovanni liep snel door en ik haastte achter hem aan. Bij de kantine legde hij de procedure en de lunchtijden uit. Er stonden een koud en warm buffet. Er lagen vers afgebakken broden, salades, eieren en spek, meerdere soorten broodbeleg, fruit en voldoende keuze uit drinken. Ik kreeg bijna het gevoel dat ik in een hotel verbleef. ‘Zo… nu ken je Casa d’aste Abruzzo van binnen.’ zei Giovanni. ‘Ik wil je nogmaals welkom heten en we zien je morgen. Voor vragen staat mijn deur altijd open.’ Verheugd gaf ik Giovanni een hand. ‘Dank u en tot morgen!’ Ik verliet het veilinghuis door zijn grote glazen voordeur, liep naar mijn nieuwe auto en bewonderde hem nogmaals. Het was zo onwerkelijk. Ik had de baan die ik wilde hebben, een leuke auto, een hoger salaris en mijn beste vriendin om de hoek. Ben ik aan het dromen? Ik kneep mezelf en besefte dat het geen droom was. Ik stond nog steeds voor de glanzende Audi A1 en het prachtige veilinghuis. Het was werkelijkheid. Mijn mondhoeken krulden toen ik de autosleutels in het slot liet glijden, het portier open deed en achter het stuur ging zitten. Ik drukte de autoradio aan en stelde mijn favoriete radiozender in op frequentie 102.3 FM, radio 538, en reed zingend naar huis.
17