ACTUALITÉS DIGITALE
12
PERIODIEK | 6 NOVEMBER 2014 | VOORBEHOUDEN AAN HET MEDISCH CORPS | AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X | P605277
TEMPO DIGITAAL N° 39
TEMPO MEDICAL N° 372
TEMPO DIGITAAL N° 39
ONDERHANDELINGEN AAN DE GANG … Onderhandelen is een centraal aspect van menselijke relaties.
FOCUS "RESPI" van op het ERS
PATIËNTEN AAN HET WOORD "Hij enerveert mij met al zijn gemoraliseer en zijn pillen…"
TIËN PA
Ni eu w
www.tempodigitaal.be
RD O
COPD
T WO HE
NAAN TE
www.tempomedical.be
Verpakkingen 110/50 µg (30 caps.) 110/50 µg (90 caps.)
Publieksprijs € 72,80 € 172,90
www.tempodigitaal.be
Remgeld € 11,80 € 14,70
Terugbetalingsaanvraag ook beschikbaar op WWW.MYBF.BE
EEN NIEUW HOOFDSTUK IN DE BEHANDELING VAN COPD
ULTIBRO BREEZHALER ®
®
DE 1STE ONDERHOUDSBEHANDELING MET DUBBELE BRONCHODILATATIE1-4
ULTIBRO® BREEZHALER® is de eerste éénmaaldaagse onderhoudsbehandeling met dubbele bronchodilatatie, geïndiceerd als 1x daagse onderhoudsbehandeling voor het verlichten van de COPD symptomen bij volwassen patiënten. Niet gebruiken als noodmedicatie.1
PH14_ULT_2805_Tempo_Digest_NL_v01.indd 1
TDigest_12_nl.indd 1
05/11/14 10:32
05/11/14 15:31
q Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek “Bijwerkingen” voor het rapporteren van bijwerkingen. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL: Ultibro Breezhaler 85 microgram /43 microgram inhalatiepoeder in harde capsules. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING: Elke capsule bevat 143 microgram indacaterolmaleaat, gelijk aan 110 microgram indacaterol, en 63 microgram glycopyrroniumbromide, gelijk aan 50 microgram glycopyrronium. Elke afgeleverde dosis (de dosis die het mondstuk van de inhalator verlaat) bevat 110 microgram indacaterolmaleaat, gelijk aan 85 microgram indacaterol, en 54 microgram glycopyrroniumbromide, gelijk aan 43 microgram glycopyrronium. Hulpstof(fen) met bekend effect: Elke capsule bevat 23,5 mg lactose (als monohydraat). FARMACEUTISCHE VORM: Inhalatiepoeder in harde capsule. Capsules met een doorzichtige gele bovenste helft en een natuurlijk doorzichtige onderste helft die een wit tot nagenoeg wit poeder bevatten, met de productcode “IGP110.50” in het blauw bedrukt onder twee blauwe balken op de onderste helft en het bedrijfslogo ( ) in zwart bedrukt op de bovenste helft. THERAPEUTISCHE INDICATIES: Ultibro Breezhaler is geïndiceerd als onderhoudstherapie voor bronchodilatatie om symptomen te verlichten bij volwassen patiënten met chronisch obstructieve longziekte (COPD). DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING: Dosering: De aanbevolen dosis is inhalatie van de inhoud van één capsule eenmaal daags met behulp van de Ultibro Breezhaler-inhalator. Het wordt aanbevolen Ultibro Breezhaler elke dag op hetzelfde tijdstip toe te dienen. Als een dosis wordt overgeslagen moet deze zo snel mogelijk worden ingenomen op dezelfde dag. De patiënten moeten worden geïnstrueerd dat ze niet meer dan één dosis per dag mogen innemen. Bijzondere patiëntgroepen: Ouderen: Ultibro Breezhaler kan bij oudere patiënten (75 jaar of ouder) in de aanbevolen dosering worden gebruikt. Gestoorde nierfunctie: Ultibro Breezhaler kan in de aanbevolen dosis worden gebruikt bij patiënten met een licht tot matig gestoorde nierfunctie. Bij patiënten met een ernstig gestoorde nierfunctie of terminale nierziekte die dialyse nodig hebben, mag Ultibro Breezhaler alleen gebruikt worden als de verwachte voordelen opwegen tegen het mogelijke risico. Gestoorde leverfunctie: Ultibro Breezhaler kan in de aanbevolen dosis worden gebruikt bij patiënten met een licht tot matige leverfunctiestoornis. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van Ultibro Breezhaler bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis, daarom is voorzichtigheid geboden bij deze patiënten. Pediatrische patiënten: Er is geen relevante toepassing van Ultibro Breezhaler bij pediatrische patiënten (tot 18 jaar) voor de indicatie COPD. De veiligheid en werkzaamheid van Ultibro Breezhaler bij kinderen zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar. Wijze van toediening: Alleen voor inhalatie. De capsules mogen niet worden ingeslikt. De capsules mogen alleen worden toegediend met de Ultibro Breezhaler-inhalator. De patiënten moeten instructies krijgen over hoe ze het product correct moeten toedienen. Patiënten die geen verbetering van de ademhaling ervaren, moet gevraagd worden of ze het geneesmiddel inslikken in plaats van te inhaleren. CONTRA-INDICATIES: Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor (één van) de vermelde hulpstof(fen). BIJWERKINGEN: De weergave van het veiligheidsprofiel is gebaseerd op de ervaring met Ultibro Breezhaler en de individuele bestanddelen. Samenvatting van het veiligheidsprofiel: De ervaring met de veiligheid met Ultibro Breezhaler bestond uit blootstelling tot 15 maanden in de aanbevolen therapeutische dosis. Ultibro Breezhaler liet vergelijkbare bijwerkingen zien als de individuele bestanddelen. Aangezien Ultibro Breezhaler indacaterol en glycopyrronium bevat, kunnen het type en de ernst van de bijwerkingen geassocieerd met elk van deze bestanddelen verwacht worden bij de combinatie. Het veiligheidsprofiel wordt gekarakteriseerd door typische anticholinerge en bèta-adrenerge symptomen gerelateerd aan de individuele bestanddelen van de combinatie. Andere veel voorkomende bijwerkingen gerelateerd aan het geneesmiddel (gerapporteerd bij tenminste 3% van de patiënten met Ultibro Breezhaler en tevens meer dan bij placebo) waren hoest en orofaryngeale pijn (waaronder irritatie van de keel). Samenvatting van bijwerkingen in tabelvorm: De bijwerkingen die werden gerapporteerd tijdens de eerste zes maanden in twee gepoolde fase III-hoofdstudies van 6 en 12 maanden (kernveiligheidsdatabase van 6 maanden), worden weergegeven volgens de MedDRA-systeem/ orgaanklassen. Binnen elke systeem/orgaanklasse worden de bijwerkingen gerangschikt in volgorde van frequentie, met de meest voorkomende reacties eerst. Binnen elke frequentiecategorie worden de bijwerkingen gepresenteerd in dalende volgorde van ernst. Bovendien is de overeenstemmende frequentiecategorie voor elke bijwerking gebaseerd op de volgende conventie: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); zelden
TDigest_12_nl.indd 2 PH14_ULT_2805_Tempo_Digest_NL_v01.indd 2
(≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Bijwerkingen gerapporteerd in the kernveiligheidsdatabase van 6 maanden. Infecties en parasitaire aandoeningen: Bovenste luchtweginfectie2: Zeer vaak. Nasofaryngitis2: Vaak. Urineweginfectie2: Vaak. Sinusitis2: Vaak. Rinitis2 : Vaak. Immuunsysteemaandoeningen: Overgevoeligheid2: Soms. Voedings- en stofwisselingsstoornissen: Diabetes mellitus en hyperglykemie2: Soms. Psychische stoornissen: Slapeloosheid2: Soms. Zenuwstelselaandoeningen: Duizeligheid2: Vaak. Hoofdpijn2: Vaak. Paresthesie2: Soms. Oogaandoeningen: Glaucoom1: Soms. Hartaandoeningen: Ischemische hartziekte2: Soms. Atriumfibrillatie2: Soms. Tachycardie2 : Soms. Palpitaties2: Soms. Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: Hoest2: Vaak. Orofaryngeale pijn waaronder irritatie van de keel2 : Vaak. Paradoxale bronchospasmen3: Soms. Bloedneus2: Soms. Maagdarmstelselaandoeningen: Dyspepsie2: Vaak. Tandcariës2: Vaak. Gastro-enteritis3: Vaak. Droge mond2: Soms. Huid- en onderhuidaandoeningen: Jeuk/uitslag2: Soms. Skelet-spierstelsel- en bindweefselaandoeningen: Skeletspierpijn2: Vaak. Spierspasme2: Soms. Myalgie2: Soms. Pijn in extremiteiten3: Soms. Nier- en urinewegaandoeningen: Blaasobstructie en urineretentie2: Soms. Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: Pyrexie1: Vaak. Thoracale pijn2: Vaak. Perifeer oedeem2: Soms. Vermoeidheid2: Soms. 1) Bijwerking waargenomen met Ultibro Breezhaler maar niet met de individuele bestanddelen. 2) Bijwerking waargenomen met Ultibro Breezhaler en tenminste één van de individuele bestanddelen. 3) Bijwerking waargenomen met tenminste één van de individuele bestanddelen, maar niet met Ultibro Breezhaler; frequentiecategorieën volgens rubriek “Bijwerkingen” van de Samenvatting van de Productkenmerken van de individuele bestanddelen. Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen: Hoest kwam vaak voor, maar was meestal van lichte aard. Melding van vermoedelijke bijwerkingen: Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Zie bijsluiter voor verdere details. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: Novartis Europharm Limited, Wimblehurst Road, Horsham, West Sussex, RH12 5AB, Verenigd Koninkrijk. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: EU/1/13/862/001-006. AFLEVERINGSWIJZE: Geneesmiddel op medisch voorschrift. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST: 23.01.2014. Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelen-bureau (http://www.ema.europa.eu). BE1407226334 - 11/07/2014 1 Ultibro® Breezhaler® SmPC, 23/01/2014. 2 Bateman ED et al., ERJ 2013; 42:1484-1494. 3 Vogelmeier A. et al.,Lancet Respir Med 2013; 1: 51–60. 4 Wedzicha J, et al.,Lancet Respir Med. 2013; 1:199-
05/11/14 15:31 10:32
12
PERIODIEK | 6 NOVEMBER 2014 | VOORBEHOUDEN AAN HET MEDISCH CORPS | AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X | P605277
TEMPO DIGITAAL N° 39
TEMPO MEDICAL N° 372
TEMPO DIGITAAL N° 39
ONDERHANDELINGEN AAN DE GANG … Onderhandelen is een centraal aspect van menselijke relaties.
FOCUS "RESPI" van op het ERS
PATIËNTEN AAN HET WOORD "Hij enerveert mij met al zijn gemoraliseer en zijn pillen…"
www.tempodigitaal.be
www.tempomedical.be
COPD
RD O
TIËN PA
NAAN TE
T WO HE
14 10:32
ACTUALITÉS DIGITALE
www.tempodigitaal.be
EDITORIAAL
INHOUD CONGRESSEN ACTUALITEIT
2-7 PHARMA NEWS
8 AGENDA
10 AUTO
12
3DE EDITIE
ENDOCRINOLOGIE IN DE HUISARTSENPRAKTIJK
Overwegingen bij Allerheiligen In de periode rond Allerheiligen gaan heel wat families naar het kerkhof of denken ze minstens even aan hun ‘dierbare overledenen’. Vandaag kiest 50 % van de Belgen voor crematie en misschien zijn dagen als Allerheiligen en –zielen een goede gelegenheid om met naasten te praten over iemands voorkeur : begrafenis of crematie ? Ik sprak er met mijn kinderen over en vroeg hen om hun mening. Hun reacties verrasten mij, ook zal zijn ze misschien typisch voor jongeren van hun leeftijd. Ze hadden het over milieuvervuiling en energieverslindende crematoria, maar begrafenissen, zo wisten ze, zijn nog dubbel zo vervuilend. En crematoria zouden uitgerust zijn met anti-recupereren voor de verwarming van de lokalen. Mensen die milieuvriendelijk willen zijn kiezen dus voor crematie. Iets anders. Ook wat het ‘schenken van het lichaam aan de wetenschap’ betreft, hebben jongeren een duidelijke mening. Ze zijn wel te vinden voor orgaandonatie, maar een heel lichaam voor de wetenschap, voor de opleiding van studenten geneeskunde, ligt veel moeilijker. Jongeren willen wel nuttig zijn, ook na hun overlijden, maar ze vragen zich toch af of de wetenschappen er ooit voor zullen zorgen dat men kan verrijzen… En ze denken ook aan hun naasten en hun rouw die ze willen respecteren. Het is inderdaad zo dat mensen die een naaste verliezen die zijn lichaam aan de wetenschap schenkt heel wat obstakels moeten overwinnen : bureaucratie,
een gebrek aan begeleiding of een gesprek, een wachttijd voor de crematie en moeite om de as te verkrijgen. En het moeilijkste is de afwezigheid van een of ander ceremonieel, en de eventuele afwezigheid van een plaats waar men iemand kan herdenken. Anderzijds gaan sommige mensen wel heel ver om hun naasten te herdenken. Een Belgische start-up lanceerde een rouwplatform op het internet, een soort numeriek kerkhof. En net zoals Facebook staan op Elysway profielen van overledenen (sterren genaamd) en naasten (engelen genaamd). De formules worden aangepast. Geen ‘likes’, maar ‘medeleven’. Naasten kunnen berichten of foto’s sturen naar het profiel van overledenen. Daarnaast zijn er op Facebook heel wat profielen van overledenen die ‘onderhouden’ worden door vrienden en of familie. Getuigt dit alles van een nieuwe manier van rouwen ? In het publiek ? Feit is dat deze uiting van verdriet niet vreemd is in andere culturen. Dit jaar hebben we onze dierbare naasten die er niet meer zijn op Zuid-Amerikaanse wijze herdacht : een boodschap vastgeknoopt aan een ballon. Zelf blijf ik bij mijn standpunt. Ik wil gecremeerd worden en mijn asse laten uitstrooien in de zee. In een bioafbreekbare urne. D. Léotard ■
DIABETES 15 NOVEMBER 2014
INSCHRIJVINGEN WWW.MEDIPRESS.BE
12 TEMPO–DIGEST | 3
TDigest_12_nl.indd 3
05/11/14 15:31
CONGRESSEN ACTUALITEIT ACTUALITÉS DIGITALE
VOOR U! IN TEMPO DIGITAAL, TEMPO MEDICAL & TEMPO WELLNESS
ONDERHANDELINGEN AAN DE GANG …
ERS/ESC
DERMATOLOGIE IN DE PRAKTIJK
Onderhandelen is een centraal aspect van menselijke relaties. Ook gezondheidswerkers ontsnappen daar niet aan.
Nieuwe richtlijnen voor de aanpak van longembolie.
Wat is uw diagnose ?
www.tempodigitaal.be
www.tempomedical.be
www.tempodigitaal.be
Ter gelegenheid van het jaarlijks congres van de European Respiratory Society kwamen in München meer dan 15.000 experts samen.
LEVEN MET EEN ROKER, is schadelijker dan leven op een autosnelweg Soms doet een eenvoudige vergelijking meer dan een groot pleidooi. Om de negatieve gevolgen van het roken op de omgeving duidelijk te maken, vonden Schotse onderzoekers een sprekende vergelijking : "zijn huis delen met een roker, is even gevaarlijk voor de longen dan leven in een stad met sterk vervuilde lucht". Onderzoekers van de universiteit van Aberdeen en Edinburgh vergeleken het fijn stof (PM 2,5) bij 93 rokers (die ze de toestemming hadden gegeven om veel te roken en overal) en 17 huizen zonder tabaksgebruiker." De luchtkwaliteit in de huizen met rokers was 10 maal meer beladen met fijne nanopartikels dan in het tweede geval, eenmaal andere bronnen van fijn stof waren uitgesloten zoals centrale verwarming of stookolie. De gemiddelde concentratie van PM 2,5 gevonden bij een roker was 31 µg/m3, wat driemaal hoger is dan de toegelaten dosis door de WGO, volgens welke een concentratie 35 µg/m3 wordt geassocieerd met een mortaliteitsrisico op lange termijn van 15 %. Op een levensduur van 80 jaar, inhaleert een persoon die samen leeft met een roker een totaal van 5,82 g fijne stofdeeltjes, tegenover 0,76g in een rookvrij huis. Dr. Sean Temple, de hoofonderzoeker van het artikel, verduidelijkt "wanneer je aan een roker de gevaren van passief tabaksgebruik uitlegt, zeggen rokers vaak dat de externe pollutie nog veel belangrijker is. Maar onze berekeningen tonen aan dat roken aanleiding geeft tot sterk verhoogde hoeveelheden aan toxische stoffen binnenshuis, zelfs hoger dan deze die men vindt in zeer sterk vervuilde steden in het Verenigd Koninkrijk."
PASSIEF ROKEN en longkanker Een nieuwe meta-analyse bevestigt de rol van passief roken bij de ontwikkeling van longkanker. De studie verzamelt de gegevens van drie systematische studies gepubliceerd in 1997, 2004 en 2007 over het verband tussen passief roken en longkanker. De resultaten tonen aan dat er een significante correlatie is tussen het aantal sigaretten dat de echtgenoot dagelijks rookt en het mortaliteitsrisico van de echtgenote door longkanker. Wanneer de partner meer dan 40 sigaretten per dag rookt, is het risico quasi verdubbeld (RR = 1,9). Wordt de partner echter meer dan 30 jaar blootgesteld aan de rook, dan is het risico driemaal zo hoog (RR = 3,1). Talrijke epidemiologische studies werden reeds gewijd aan de analyse van de effecten van de secundaire blootstelling aan tabaksrook in huis (blootstelling door de partner) en/of op de werkplek. Globaal gezien schat men dat passieve rokers ongeveer 1,4 maal meer risico hebben om bronchiale kanker te ontwikkelen. Deze resultaten zijn constant in alle Europese of internationale studies. Stefan Andreas, Abstract 4350
Nieuw bewijs van de POSITIEVE EFFECTEN VAN SPORT OP ASTMA Al zijn de positieve effecten van fysieke activiteit op de algemene gezondheid en op de respiratoire gezondheid in het bijzonder niet meer te ontkennen, belichten twee studies de belangrijke specifieke informatie over de positieve impact van sport bij astma.
S. Temple & al., October 2014, Tobacco Control.
MUCOVISCIDOSE : levensverwachting stijgt nog steeds Dankzij een betere aanpak is het epidemiologisch profiel van mucoviscidose helemaal veranderd. De kindersterfte is vandaag bijna onbestaand. De laatste gegevens van het Europees register van patiënten met mucoviscidose, die de gegevens bevat van 16 landen, bevestigen dat de populatie met mucoviscidose ouder wordt. Projecties naar 2015 werden uitgevoerd in zes landen (België, De Tsjechische republiek, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Nederland) : terwijl de prevalentie stijgt tot 20 % tussen 2010 en 2025, zal ze stijgen tot 78 % bij volwassen. In Frankrijk bedragen deze cijfers respectievelijk +18,4 et +75,7 %, het aantal volwassen patiënten stijgt van 2.718 naar 4.776 volgens de projectie. De volgende uitdaging is dus de manier van aanpakken aanpassen. Burgel P., Abstract n° 4390
De eerste studie toont aan dat aërobe fysieke activiteit de bronchiale hyperactiviteit afremt evenals de pro-inflammatoire cytokines bij patiënten met matig tot ernstig astma. 55 patiënten met astma en een gemiddelde leeftijd van 42 jaar met een FEV 76,8 ± 21,4 % werden gerandomiseerd in twee groepen : de eerste groep kreeg een educatief programma met ademhalingsoefeningen, de tweede groep deed onder meer regelmatig aan sport. Na drie maanden, is de hoeveelheid eosionofielen in het sputum evenals de hoeveelheid uitgeademde NO verminderd in de tweede groep, tegenover de controle groep. Aërobe training gaat ook gepaard met een verbetering van de symptomen en een vermindering van het aantal exacerbaties. De tweede studie betreft obese personen met astma. 25 patiënten met een BMI ≥ 35 kg/m² en met een matige tot ernstige astma volgden een voedingsprogramma tweemaal per week gedurende drie maanden ; de helft van hen werd ook gevraagd sport te doen door onder meer aërobe uithoudingsoefeningen, de controlegroep werd gevraagd om stretching te doen. Fysieke activiteit op regelmatige basis gaat gepaard met een verbetering van de score van controle van de astma, de levenskwaliteit en de scores voor angst en depressie, en met een belangrijk gewichtsverlies. Volgens Carvalho CRF et al., abstract 1707 et Freitas PD et al., abstract 1710.
Mis het uitvoerig verslag van het ERS-congres in de volgende edities van Tempo Medical en Tempo Digitaal niet !
4 | TEMPO DIGEST 12
TDigest_12_nl.indd 4
05/11/14 15:31
CONGRESSEN ACTUALITEIT
Een VEEL GROTERE ROL VOOR DE HUISARTS in de diagnose va COPD Beginnende COPD is vaak slecht of niet gediagnostiseerd, wat resulteert in vertraagde medische aanpak, aldus de pneumologen. "Een groot aantal patiënten met COPD vertonen veel symptomen, maar zeggen dit niet altijd aan hun arts. Ze komen er zelfs niet toe ze zelf op te merken", verklaart de belangrijkste auteur van een nieuwe studie, professor Barbara P Yawn. "Personen met COPD gaan hun activiteiten progressief verminderen door kortademigheid. Ze veranderen hun activiteiten langzaam, soms over meerdere jaren. "Een instrument hebben die de symptomen aantonen, laat ook toe om dit met de patiënt te bespreken en het helpt ook om de symptomen te benoemen op dewelke de arts kan inspelen", legt ze uit. Dr. Yawn en haar collega’s hebben de vragenlijst om COPD op te sporen in de populatie bestudeerd (COPD-PS). Met of zonder spirometer kan het de huisarts helpen om de diagnose van COPD te stellen en de problemen gelinkt aan ademhalingssymptomen.
Kwalitatief
geneesmiddel aan de laagste prijs 68% van de Apotex
geneesmiddelen zijn de goedkoopste in België *,**
68
257,2 Mio €
Goedkoopste in België Beschikbaar in België
MVG/34/2014
De studie SEARCH1 werd uitgevoerd in 168 centra in de Verenigde Staten en dit gedurende twee jaar. De medische kabinetten werden onderverdeeld in drie groepen : zij die de vragenlijst COPD-PS gebruikten en een spirometer, zij die enkel de vragenlijst COPDPS gebruikten en zij de enkel de gewone zorg gaven zonder specifiek onderzoek naar COPD. Volwassenen boven de 40 jaar die op consultatie bij de huisarts kwamen voor om het even welk probleem, kwamen in aanmerking. Van de 9.704 patiënten, hadden er 8770 geen enkel antecedent van diagnose van COPD en zij werden geïncludeerd in de finale analyse. Het aantal patiënten en hun demografische gegevens waren vergelijkbaar in alle groepen. Onder de geanalyseerde patiënten was de gemiddelde leeftijd 60 jaar : 3.599 (40,6 %) was man ; 4.297 (49,0 %) waren actieve rokers of ex-rokers ; 326 (3,7 %) hadden respiratoire problemen en 1.220 (19,9 %) hadden reeds een geneesmiddel voor de ademhaling voorgeschreven gekregen. Het aantal nieuw gedocumenteerde gediagnostiseerde gevallen van COPD was significant sterk verhoogd in beide groepen van de studie in vergelijking met de groep die gewoon de standaardzorg kreeg. En dit na acht weken. De rol van de eerstelijnsarts is primordiaal bij het opsporen van COPD en dit voordat de patiënt een eerste exacerbaties vertoont. Dat kan alleen als men over de nodige gevalideerde diagnostische middelen beschikt en ermee vertrouwd is, besluit de studie.
www.apotex.com/be
* Generische markt waar Apotex in aanwezig is - ** Prijzen van Apotex producten effectief op 1 september voor terugbetaalde producten in vergelijking met EG, Mylan, Sandoz en Teva (IMS MAT/Q2/2014). Goedkoopste = de goedkoopste prijs per tablet per dosering per galeniek en per verpakkingsgrootte geëxtrapoleerd naar de totale molecule.
APOTEX_pub_180x280.indd 2
27/10/14 13:23
De link tussen ASTMA EN GASTROOESOFAGEALE REFLUX De symptomen van gastro-oesofageale reflux zijn frequent geassocieerd met symptomen van astma, meer bepaald bij het verlies van controle of een exacerbatie. De auteurs analyseerden, in het kader van een meta-analyse van de Cochrane database verschillende gerandomiseerde therapeutische schema’s die de behandeling van GOR bij volwassenen en kinderen bij zowel astma als GOR werd gediagnosticeerd. De doelstelling van de studie is de impact op de symptomen van astma en GOR te evalueren. De auteurs gebruikten 25 studies die voldeden aan de inclusiecriteria. Betreffende de exacerbaties bij astma, waren slechts 5 studies bruikbaar ; ze vertegenwoordigen 150 events in de behandelde groep tegenover 158 in de placebo groep (OR = 0,92 ; IC95 : 0,70-1,22 ; p = 0,56). Ze besluiten dat de behandeling van GOR geen significante impact heeft op de verbetering van de controle van astma, maar dat de gegevens van deze meta-analyse onvoldoende zijn om de impact van de behandeling van GOR te meten op de frequentie van exacerbaties bij astma evenals de impact op ziekenhuisopname of bezoek aan de spoeddienst. Volgens Yap HS et al., abstract 230.
09 TEMPO–DIGEST | 5
TDigest_12_nl.indd 5
05/11/14 15:31
CONGRESSEN ACTUALITEIT
Statines en exacerbaties bij COPD Welke plaats hebben statines in de behandeling van patiënten met COPD ? Volgens de Copenhagen General Population study identificeerden onderzoekers 5.798 patiënten voor wie de merkers van inflammatie beschikbaar weren bij inclusie. De exacerbaties die werden behandeld zowel thuis als in het ziekenhuis werden geregistreerd gedurende drie jaar.
De auteurs voerden vervolgens, vetrekkende van deze cohorte, een case-controlleerde studie (controle betreffende de leeftijd, de ernst van COPD, comorbiditeit en tabakgebruik). Ze evalueerden de associatie van statines en het optreden van exacerbaties. Het feit dat een patiënt behandeld wordt met statines (op het niveau van gelijke comorbiditeit, dus cardiovasculair inbegrepen) vermindert het risico op exacerbaties (OR = 0,67 ; p = 0,01). Te meer werd een verhoogd CRP gelinkt met een verhoogd risico voor exacerbaties. De auteurs schatten dat statines het aantal exacerbaties met 14 % vermindert. In deze studie werd het gebruik van statines geassocieerd met een vermindering van het aantal exacerbaties, misschien gelinkt aan een daling van het CRP. Ingebrigtsen T et al., Abstract 426.
ERNSTIG ASTMA : hoop op fenotypering Vandaag is goed gecontroleerd ernstig astma nog niet altijd het geval. Ernstig astma vertoont een grote diversiteit in fenotype. Vandaar de lancering van het Europees project U-BIOPRED, waarvan de eerste resultaten gepresenteerd werden op een congres. Een enquête bij astmapatiënten gedurende vijf jaar in vijf Europese landen – Frankrijk, Spanje, Italië, Duitsland – toont aan dat de verhouding van patiënten met ongecontroleerd astma stabiel blijft op 56,6 %. Deze persisterende vorm van astma vertegenwoordigt een belangrijke kost voor de volksgezondheid die geschat wordt op 20,65 miljard euro per jaar in Europa. Gezien dit gegeven, legden de recente aanbevelingen van de ATS/ERS de precieze definitie, de evaluatie en de behandeling vast om de aanpak te verbeteren. Ze definieert ernstig astma als een aandoening die een behandeling vergt met hogere dosissen inhalatiecorticoïden en dit geassocieerd met een andere molecule om te beletten dat astma ongecontroleerd wordt of blijft door gebrek aan aangepaste behandeling. De redenen waarom de controle moeilijk blijft zijn multiple. Verschillende studies hebben aangetoond dat astma een multigenetische aandoening is die verschillende klinische en/of fysiologische fenotypes groepeert. Daarom werd U-BIOPRED (Unbiased BIOmarkers in PREDiction of respiratory disease outcomes) opgericht, een Europees consortium dat de academische vertegenwoordigers en de industrie groepeert rond een groots onderzoeksproject met als doel de fenotypes in kaart te brengen om de behandeling beter te kunnen afstemmen volgens de specificiteit van elk individu. 1.028 personen werden gerekruteerd tussen januari 2012 en maart 2013 (729 volwassenen en 299 kinderen). De volwassenen werden onderverdeeld in vier groepen : ernstig astma niet rokers (n = 366), ernstig astma rokers of ex-rokers (n = 121), niet ernstig astma (n = 130) en personen zonder astma (n = 112). De eerste resultaten tonen aan dat personen met ernstig astma de grootste co-morbiditeit vertonen en een zeer lage levenskwaliteit hebben (angst, depressie, slapeloosheid,…). De resultaten werden getoond op het ERS-congres. Meer bepaald een studie over patiënten onder corticoïdtherapie. De patiënten met ernstige astma hebben vaak nood aan dagelijks orale corticoïdtherapie, bovenop de inhalatiecorticoïden. De auteurs wensten te preciseren of patiënten met lange termijn orale corticoïdtherapie andere klinische karakteristieken vertonen of inflammatoire merkers tegenover de niet corticoïd afhankelijke patiëntengroep. De vertegenwoordiging van vrouwen en de BMI waren in beide groepen vergelijkbaar, maar het jaarlijks aantal exacerbaties was sterk verhoogd in de corticoïd afhankelijke groep (3 vs 2/jaar ; p = 0,001), evenals de prevalentie van neuspoliepen (48 vs 23 % ; p = 0,0003). Het maximaal expiratoir volume per seconde (FEV1) was op significante manier verlaagd (63,1 vs 66,4 % ; p ‹ 0,05). In de corticoïd afhankelijke patiëntengroep was het percentage neutrofielen in het bloed sterk verhoogd en het eosinofielgehalte laag. Evaluatie van de inflammatoire component gebeurde op basis van een analyse van het sputum en de bepaling van stikstofoxide in de uitgeademde lucht. Het gehalte van polynucleaire eosinofielen in het sputum was niet significant verschillend in beide groepen (5,2 vs 2 % ; p = 0,063), maar het gehalte van macrofagen daarentegen was veel lager in de groep met orale corticoïdbehandeling (13,9 vs 27,8 % ; p = 0,01). De patiënten behandeld met corticoïden hadden een sterk verhoogd percentage eosinofielen in het sputum, maar een lager gehalte in het bloed. Een verhoging van granulocytair astma werd vastgesteld in de groep van corticoïd afhankelijk astma (26 vs 8 %), dus paucigranulocytair astma (10 vs 31 %). Zonder verrassing, het NO bepaald in de uitgeademde lucht was veel hoger in de patiëntgroep met orale corticoïden (30 ppm vs 22 ppm, p = 0,001). Deze preliminaire resultaten tonen aan dat corticoïdafhankelijke astmapatiënten vaak ernstiger astma hebben met sterk verhoogde inflammatoir aspect en minder gevoelig zijn voor de positieve effecten van corticoïden. Het is niet de eerste poging om de patiënten systematisch in fenotypes in te delen. Deze fenotypes blijven toch moeilijk bruikbaar in de klinische praktijk omdat de classificatie niet direct gelinkt is aan een specifieke therapeutische strategie voor elk fenotype. Sousa AR.,UBIOPRED consortium, Abstract n°4858
e-SIGARET : (on)schadelijk ? Zelfs al is het gebruik van de elektronische sigaret aan een constante opmars begonnen in verschillende Europese landen (niet in België), maar bewijzen van de voordelen op lange termijn evenals de risico’s ontbreken. De European Respiratory Society (ERS) schaart zich achter de positie van de American Heart Association en de WGO en meent dus dat het principe van de voorzichtigheid moet worden toegepast en roept op tot een uitgebreid reglementair kader en aan de voortzetting van de studies. Ze verzet zich tegen het gebruik en de niet gereglementeerde commercialisatie van de elektronische sigaret in het bijzonder om kinderen, jongeren en niet rokers te beschermen. In zijn editorial van de European Respiratory Journal (ERJ) van de maand september 2014, vat professor Franscesco Blasi (Milaan) zeer goed de contrasterende opinies van de klinische experts samen, volgens dewelke de elektronische sigaret op zijn beurt ‘het begin is van het einde van het tabaksgebruik… en van een nieuwe bedreiging voor de gezondheid." Een Britse studie buigt zich over de kennis en de perceptie van de artsen over het gebruik van de elektronische sigaret door patiënten. Een korte vragenlijst werd via internet aan alle artsen bezorgd van het ziekenhuis van Leeds, alle specialismen werden betrokken. 146 van hen antwoordden. Daarvan verklaart 52 % dat ze occasioneel patiënten hebben gezien die de elektronische sigaret gebruiken, 41 % zien er één tot vijf per week en 6 % 5 tot 10 per week. 44 % van de artsen geven de patiënt het advies om verder te gaan met het gebruik van de elektronische sigaret om zo te stoppen met roken (20 %) ; om verder te doen wat ook de reden is (5 %) ; 14 % raadt aan om te stoppen met de elektronische sigaret. Maar de meerderheid (61 %) verklaart dat ze geen medisch advies kunnen geven over dit onderwerp. 18 % beschouwt het gebruik van de elektronische sigaret equivalent aan het gebruik van tabak en 15 % weet het niet. 14 % denkt dat de elektronische sigaret veilig is, 46 % weet het niet en 40 % denkt dat het gevaarlijk is. De bevraging toont dat artsen wel degelijk patiënten ontmoeten die de elektronische sigaret gebruiken en dat het merendeel van het artsenkorps niet in staat is om specifiek advies te geven. Er is een gebrek aan consensus wat de veiligheid betreft. Een Italiaanse retrospectieve studie bij astmapatiënten evalueert voor de eerste maal de effecten van de elektronische sigaret bij astmapatiënten die roken : n = 18 patiënten met gematigd astma. Na één jaar was er geen enkele exacerbatie die een ziekenhuisopname vroeg. Het gebruik van de elektronische
sigaret verbetert de respiratoire functie bij de astmapatiënten. Controlestudies op grote schaal zijn nodig om deze resultaten te bevestigen. Een studie uitgevoerd in de Verenigde Staten op een kleine groep muizen (8 dieren per groep) toont aan dat de elektronische sigaret minder partikels en minder toxines uitstoot dan de traditionele sigaret, ze stelt niettemin stoffen vrij die potentieel gevaarlijk zijn. De studie gebruikt een model in vivo om de muizen bloot te stellen aan de dampen van de elektronische sigaret door gebruik te maken van een kleine nebulisator voor dieren. De muizen werden gedurende een uur per dag blootgesteld en dit gedurende vijf dagen per week gedurende vier maanden, hetzij aan de damp van de vloeistof van een elektronische sigaret (voor de helft samengesteld uit propyleenglycol en natuurlijke glycerine) die 18 of 36 mg/ml nicotine bevat. De blootstelling aan de damp van de elektronische sigaret met nicotine bewijst een verhoging van de expressie van cytokines en inflammatoire proteïnen. Een chronische blootstelling zou emfysemateuze letsels kunnen veroorzaken en een bronchiale hyperactiviteit. Ze verhoogt de kans op emfyseem en astma. Een ander studie uitgevoerd door Estlandse onderzoekers zou aantonen dat de elektronische sigaret onmiddellijke ernstige effecten zou hebben op het metabolisme van de epitheliale cellen van de bronchiën, vergelijkbaar met de effecten van een normale sigaret. Vandaag is er alleen de zekerheid van ernstige toxiciteit van nicotine maar een grote onzekerheid over de langetermijneffecten van het grote reeks moleculen in de e-sigaret om de sigaret smaak en geur te geven. Volgens Polosa R et al., Abstract 3440 et Geraghty P et al., Abstract 3435
6 | TEMPO DIGEST 12
TDigest_12_nl.indd 6
05/11/14 15:31
TDigest_12_nl.indd 7
05/11/14 15:31
CONGRESSEN ACTUALITEIT
MONOCLONALE ANTILICHAMEN in de strijd tegen allergie (SIRIUS studie) Ernstig astma treft niet zo veel patiënten (minder dan 10 % van de astmapatiënten) maar de morbiditeit, de mortaliteit en de gezondheidszorgkosten geassocieerd met deze ernstige ziekte zijn belangrijk. Bij allergische patiënten observeert men en aanhoudende bronchiale inflammatie, voornamelijk aan eosinofielen, ondanks een aanhoudende goede basisbehandeling, met inclusie van inhalatiecorticoïden en/of orale corticoïden. Mépolizumab is een humaan antilichaam dat selectief is tegen het interleukine-5. Deze molecule laat toe de inflammatie door eosinofielen te wijzigen en vermindert het aantal cellen in het bloed en in het sputum. De resultaten van een dubbel blind gerandomiseede trial fase 3 die deze therapie evalueert verschijnt. Astmapatiënten die kampen met terugkerende exacerbaties ondanks sterke dosissen inhalatiecorticoïden werden gerekruteerd vanaf oktober 2012 tot januari 2014. Ze werden in groepen ingedeeld om vervolgens te worden behandeld met mepolizumab in een dosis van 75 mg, of via intraveneuze weg (IV) of 100 mg subcutaan (SC), of een placebo elke vier weken en dit gedurende 32 weken. Het belangrijkste beoordelingscriterium is gebaseerd op het aantal exacerbaties gedefinieerd als een verergering van de symptomen die een algemene corticoïdtherapie nodig heeft, een bezoek aan de spoedafdeling of een ziekenhuisopname. De andere
onderzochte parameters zijn het FEV1 en de levenskwaliteitsscore van St-George (SGRQ). Van de 576 weerhouden is de gemiddelde leeftijd 50 jaar (van 12 tot 82 jaar), 57 % zijn vrouw en 25 % krijgt orale corticoïdtherapie . 446 exacerbaties van astma werden geregistreerd. De frequentie van de exacerbaties werden gereduceerd met 47 % (vertrouwens interval van 95 % [IC 95] van 29 tot 61 %) bij patiënten onder mepolizumab IV en van 53 % (IC 95 : 37à 65 %) bij de groep die het mepolizumab SC, in vergelijking met de placebogroep (p < 0,001 voor beide vergelijkingen). De frequentie van ernstige (die een bezoek aan de spoeddienst of een ziekenhuisopname nodig maken) werd verminderd met 32 % in de groep met mepolizumab IV en met 61 % in de groep onder SC behandeling. Betreffende de functionele verbetering aan het einde van de studieperiode (32ste week), een verhoging van de FEV1 met 100 ml in de groep onder mepolizumab IV en van 98 ml in de mepolizumab SC in vergelijking tot de placebogroep (p = 0,02 et p = 0,03). De verbetering van de SGRQ score is 6,4 punten en 7,0 punten voor respectievelijk IV en SC behandeling met mepolizumab tegenover de placebogroep (klinisch significant vanaf 4 punten). Voor wat betreft de neveneffecten in kaart gebracht door de onderzoekers, de incidentie is vergelijkbaar in de groepen mepolizumab (17 % voor IV et 20 % voor SC) of de placebogroep (16 %). De reacties ter hoogte
van de injectieplaats zijn frequenter voor de SC toediening. Het mepoluzimab lijkt dus een veelbelovende nieuwe behandeling voor ernstig allergisch astma.
Volgens Bel E et al., abstract 2907.
ECNP Van 18 tot 22 oktober, vond het 27ste congres van het European College of NeuropsychoPharmacology plaats in Berlijn. Dat congres gewijd aan de neurowetenschappen brengt elk jaar tussen de 4000 en 7000 psychiaters, neurologen, psychologen en neurowetenschappers van over de hele wereld samen om te praten over de laatste ontwikkelingen en de therapeutische ontwikkelingen voor hersenaandoeningen.
MUZIEK als wapen tegen depressie bij jongeren Een team van de Queen's University in Belfast in Noord-Ierland toonde recent aan dat een kuur van muziektherapie bovenop een behandeling met antidepressiva op een significante manier de depressieve symptomen verbetert bij jongeren tussen 8 en 16 jaar en dit in vergelijking met uitsluitend een behandeling met antidepressiva. Dit effect werd reeds vastgesteld bij sommige patiënten maar geen enkel wetenschappelijk bewijs was voorhanden om het reële voordeel van deze therapeutische aanpak voor de populatie te bewijzen. Daar brengt deze studie nu verandering in. Ze evalueerde het effect van muziektherapie bij 251 kinderen tussen 8 en 16 jaar met ernstige psychische problemen waarvan één derde een depressie vertoonde. Deze jonge patiënten zetten hun primaire behandeling verder, welke deze ook was, maar de helft van hen – uitgekozen bij toeval – nam daarbovenop nog deel aan een programma muziektherapie begeleid door een specialist : individuele sessies van vrije improvisatie en van 30 minuten per week en dit gedurende 12 weken. De auteurs gebruikten verschillende evaluatiemethodes om de kwaliteit en de kwantiteit van de orale en sociale interactie te meten, het zelfbeeld, de depressie en de familiale omgang voor en na het 12 weken durende programma muziektherapie. De onderzoekers stelden vast dat er een significante reductie was van de depressieve symptomen bij de kinderen die muziektherapie volgden. Ze stelden in deze groep ook een verbetering vast van het zelfbeeld evenals een significante verbetering in de orale communicatie, in het bijzonder in de leeftijdsgroep van 13-16 jaar. Volgens de auteurs professor Sam Porter en dokter Valerie Holmes "is het de eerste keer dat een studie zo duidelijke resultaten aantoont. De opvolging na drie maanden, die trouwens nog wordt verder gezet, lijkt aan te tonen dat de verbetering aanhoudt in de tijd. Ze zijn zeker geassocieerd met het programma muziektherapie dat gebaseerd is op communicatie en creativiteit". "De idee is niet zozeer de traditionele therapie te vervangen maar een bijkomende therapeutische aanpak ter beschikking te stellen voor kinderen, waarvan de aanpak vaak moeilijk is, met vaak wisselende resultaten. En de opvolging op lange termijn leert ons dat het mogelijk zou zijn de dosis aan antidepressiva te verminderen", aldus de onderzoekers. De hypothese om deze resultaten te verklaren vindt men in het feit dat muziek een vector is van cerebrale plasticiteit die een herschikking teweeg brengt in de vaste neuronale netwerken met nieuwe schakelingen tot gevolg. Muziek zou ook de vrijstelling van dopamine verhogen en dus mogelijks de chemie in de hersenen beïnvloeden met misschien verlengde effecten van enkele dagen of weken.
MENTALE EN NEUROLOGISCHE PROBLEMEN : een prioriteit voor Europa Het Europees college van de neurofarmacologie (ECNP) toont aan dat met meer dan 38 % van de personen die lijden aan neurologische problemen, Europa voor een belangrijke uitdaging staat voor wat de volksgezondheid betreft. De wetenschappelijke vereniging vraagt gerichte actie voor het verbeteren van de behandelingen, die slechts toegankelijk zijn voor een derde van de patiënten. Hun analyse omvatte 30 landen (Europese unie, evenals Zwitserland, IJsland en Noorwegen) en 514 miljoen individuen. Ze houdt rekening met mentale aandoeningen bij kinderen, adolescenten, volwassenen en ouderen. Elk jaar wordt 38,2 % van de Europese bevolking, of 164,8 miljoen mensen getroffen door een psychische of neurologische aandoeningen. De meest frequente pathologieën zijn angststoornissen (14 %), slapeloosheid (7 %), majeure depressie (6,9 %), somatoforme stoornis (6,3 %), alcoholverslaving en andere drugs. Dementie, alleen al kent een significante toename sinds het voorgaande rapport in 2005 en dit door de toenemende levensverwachting. Daar komen nog patiënten bij met een beroerte, neurologische trauma’s, de ziekte van Parkinson en MS. In zijn totaliteit zijn deze hersenaandoeningen goed voor 26,6 % van de morbiditeit in Europa. Bovenop deze cijfers wijzen de experts van het Europees college voor neuropsychofarmacologie op de onderbehandeling. Slechts één derde van de patiënten krijgen verzorging, een cijfer dat identiek is aan dat van 2005. Nog erger "de zeldzame personen die een behandeling krijgen, krijgen dit pas na een aanzienlijke wachttijd van meerdere jaren en hebben zelden toegang tot aangepaste behandeling volgens de laatste geneeskundige inzichten." Meerdere reden kunnen hiervoor worden ingeroepen : de fragmentatie van de verschillende disciplines in de domeinen van onderzoek en de praktijk ; de stigmatisatie van hersenaandoeningen en de afwezigheid van sensibilisatie van het publiek voor deze problematiek. Enkel de drastische verhoging van de fondsen voor onderzoek kunnen deze uitdaging van de 21ste eeuw beantwoorden.
8 | TEMPO DIGEST 12
TDigest_12_nl.indd 8
05/11/14 15:32
PHARMA NEWS
DE RUM ROUTE : analyse van de slaap van zeilers als hulp voor de nachtwerkers De 91 solozeilers van de 10de Rum route zijn op zondag 2 november vertrokken in Sint Malo voor de vermaarde race met bestemming Pointe-à-Pitre (Guadeloupe). Voor het anker te lichten, nam schipper Kito de Pavent deel aan een slaapstudie die kan leiden tot aanbevelingen voor personen die werken in een ploegstelsel. "Tot vandaag slaap ik wanneer ik moe ben." Volgens zijn uitleg is schipper Kito de Pavent geen gewone slaper zoals anderen. Vooraleer de Rumroute af te varen met zijn 40 voet "Otio-Bastide Médical", heeft de zeiler van Port-Camargue (Gard) gepoogd rustperioden op een meer wetenschappelijke manier te optimaliseren met de hulp van dr. Bertrand de la Gisclais, een arts die gespecialiseerd in de slaap. Dr. de la Gisclais is een van de sponsors van Bastide Médical, een vereniging gespecialiseerd in de aanpak van slaapapneu. "De schippers met het beste resultaat zijn de schippers die het best slapen", onderlijnt de arts. Om de zeiler voor te bereiden, wordt zijn slaap eerst bestudeerd aan wal en vervolgens op zee, gedurende vier dagen – om representatief te zijn – dankzij electroden geplaatst op het gelaat van de zeiler en een polysomnografie. "Ongeveer 50 % van onze slaap is niet herstellend", verduidelijkt de specialist. "De resultaten die we bekomen aan wal en op zee laten toe om de poorten van de slaap van Kito te kennen. Bij een race zoals de Rum route, is de slaaptijd ingedeeld in twee of drie episoden. Men moet dus de schipper helpen om de specifieke momenten te kennen van de diepe slaap. Die zijn eigen aan elk individu en men probeert over de lichte slaap heen te springen. De jas en de laarzen uitdoen om niet te warm te hebben, zorgt voor een zeker ‘slaapritueel’, zoals dit ook onbewust gebeurt thuis, het dragen van een zonnebril voor het slapen gaan, of in tegendeel hem niet dragen op het moment dat de schipper moet wakker blijven, zijn maar een paar van de aanbevelingen die de schipper krijgt van de arts en die de zeiler zal toepassen tijdens de wedstrijd voor het slapen waarvan duur kan gaan van 10 minuten tot 1 uur maximum, in het midden van de drie uur reeksen (23 u/1 u ; 4 u/6 u ; et 13 u/16 u). Het is alleen spijtig voor de verzorger, die reeds werkte met de navigator Isabelle Autissier, dat hij de slaap niet kan meten van Kito de Pavent gedurende de wedstrijd. Het reglement van de Rum route verbiedt elke hulp van buitenaf. De uitrusting aan boord zou kunnen worden vergeleken met apparatuur voor telegeneeskunde. Van het onderzoek uitgevoerd bij Kito Pavent, wil dr. de la Gisclais graag gegevens verzamelen "om de polygefasdeerde slaap beter te begrijpen, waaraan ook nachtarbeiders worden blootgesteld."
Kleren TEGEN ZEEZIEKTE Er is een nieuw soort kleren op de markt om zeeziekte te voorkomen of te vertragen. En het is vreemd, maar het lijkt te werken, tenminste als je de gebruikers mag geloven ! Het zeeziekte-werend effect van de kleren is gebaseerd op een speciale vezel, een complex van mineralen/polymeren die lange infrarode zonnestralen capteert en doorstuurt naar het lichaam. De keuze van de materialen, de naden, de snit en de compressie versterkt het effect van de technologie. De weldoende effecten van de lange infrarode stralen worden geoptimaliseerd om het comfortgevoel te vergroten en het herstel na een inspanning te bevorderen. Dat zou op zijn beurt het verlies aan energie en tonus beperken dat voorafgaat aan reisziekte. Het gamma ‘Wear is my boat’ biedt T-shirts, polo’s, een softschell, enz. en dat aan redelijke prijzen. Dat is goed om weten als je bedenkt dat een personen op de drie last heeft van zeeziekte. Voor meer informatie : www.wearismyboat.com
2 N D N ATI O N A L SY M P OS I U M O N A D D I C TI O N B E S T P R AC T I C E I N A L C O H O L D E P E N D E N C E A N D O U R PAT I E N T ’ S J O U R N E Y T H R O U G H I T
SCIENTIFIC PROGRAMME 08:30 Welcome 09:15 – 09:30 Introduction Dr. Hendrik Peuskens, M.D., Ph.D. Psychiatrist at Kliniek Broeders Alexianen (Tienen) & Universitair Psychiatrisch Centrum Katholieke Universiteit Leuven The alcohol dependent population in Belgium seen through the eyes of GPs and psychiatrists. 09:30 – 09:40 Patient’s testimonial 09:40 – 11:20 Session 1 : Treatment Gap and Brief Intervention Introduction and Reasons for treatment gap Dr. Salvatore Campanella, Psychologist at Université Libre de Bruxelles (ULB) - Laboratoire de Psychologie Médicale et Addictologie (CHU Brugmann) & Prof. de Timary, , M.D., Ph.D. – Psychiatrist at Clinique universitaire Saint-Luc - Université Catholique de Louvain, Brussels Brief Intervention Prof. Antoni Gual, Psychiatrist at Addictions Unit. Hospital Clinic. Barcelona, Spain Q&A 11:20 – 11:40 Break
THE HOTEL BRUSSELS
29.11.14 TAKEN BY THE DRINK SIMULTANEOUS TRANSLATION (FR/NL)
11:40 – 13:10 Session 2 : Alcohol dependent body General overview Dr. Bernard Dor, GP in Liège & CHS L’Accueil, Lierneux Detoxification Dr. Annemie Vermassen, GP at ZNA – Psychiatrisch Ziekenhuis Stuivenberg
SCIENTIFIC PROGRAM & ONLINE REGISTRATION : WWW.MPSEVENTS.BE/TAKENBYTHEDRINK
Q&A 13:10 – 14:30 Lunch 14:30 – 14:45 Introduction Prof. Philippe de Timary, M.D., Ph.D. – Psychiatrist at Clinique universitaire Saint-Luc - Université Catholique de Louvain, Brussels 14:45 – 14:55 Patient’s testimonial 14:55 – 16:25 Session 3 : Relapse prevention & treatment Relapse prevention Prof. Frieda Matthys, M.D., Ph. D., Psychiatrist at UZ Brussels Pharmacotherapy : now and in the future Prof. Wim van den Brink, M.D., Ph.D. – Psychiatric Epidemiologist at Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam, The Netherlands Q&A
LOCATION : THE HOTEL Waterloolaan 38 Boulevard de Waterloo 1030 Brussels SECRETARIAT : Medipress Services
[email protected] Tel : 02 777 03 78 www.medipress.be
With the kind support of
16:25 – 16:40 Closing remarks ETHIC AND GENERAL ACCREDITATION REQUESTED
12 TEMPO–DIGEST | 9
TDigest_12_nl.indd 9
05/11/14 15:32
PHARMA NEWS
70 % van de Belgen kampen met een CHRONISCHE VENEUZE aandoening en weten het niet. Servier stelt op het internet zijn gratis ‘fleboscore’ voor en vraagt die te raadplegen bij alarmerende klinische gevallen. www.testphleboscore.be
KINDEREN MET DIABETES : zeg het met checklists ! Een nieuw document, gratis te downloaden, is beschikbaar voor ouders van kinderen met diabetes. Het formulier kan ouders helpen essentiële informatie uit te wisselen met andere volwassenen wanneer die de zorg voor het kind tijdelijk overnemen.
PSORIASIS QUALITYCARE™ : een nieuw internetplatform met gepersonaliseerde informatie Om alle patiënten die geconfronteerd worden met psoriasis te helpen, te informeren en hun levenskwaliteit te verbeteren, onafhankelijk van de voorgeschreven behandeling werd een nieuw internet platform Psoriasis-QualityCare™ opgericht, ondersteund door de vzw Psoriasis Contact, en uitgegeven door LEO Pharma. Zoals Mevrouw Dany Mathieu, voorzitter van de vzw Psoriasis Contact zegt, "is elke patiënt uniek en beleeft hij op zijn manier de ziekte. We ondersteunen dit initiatief om dat het gemeenschappelijke doelstellingen voorstelt met onze vzw: het informeren, het ondersteunen, het adviseren om een dermatoloog te consulteren, te overleggen in alle vertrouwen en om de opvolging van de therapie aan te moedigen." Na zich gratis te hebben aangemeld op QualityCare™, kan elke patiënt met psoriasis of mensen uit zijn omgeving een eigen profiel creëren en zijn noden en interesses specificeren. Men vindt er een massa wetenschappelijke en praktische informatie over de ziekte, over de manier om er mee om te gaan in het dagelijks leven maar ook individuele begeleiding. EEN GEPERSONALISEERDE DIALOOG OP MAAT Hoe werkt het in de praktijk? Eenmaal het profiel is voltooid, kan men inloggen op een persoonlijke pagina, er artikels en aan toevoegen en advies van experts over de thema’s van zijn keuze bekomen. Om de patiënt te helpen omgaan met de ziekte worden eenvoudige en praktische zaken voorgesteld, evenals een toegang tot e-mails en SMS. Op elk moment is het mogelijk om vragen te wijzigen en zijn niveau van tevredenheid te evalueren met betrekking tot de dienstverlening.
Dit formulier genaamd ‘Hypo Checklist’ bevat eenvoudige informatie over diabetes, hypoglycemie en een stappenplan in geval van urgentie. Het kan worden gepersonaliseerd door de ouders in functie van hun kind. Dit formulier kan bij gelegenheid gegeven worden aan ouders of volwassenen die op dat moment verantwoordelijk zijn voor het kind, bijvoorbeeld op een verjaardagsfeestje, in het kader van buitenschoolse activiteiten of wanneer het kind een nacht doorbrengt bij vrienden.
Inschrijving gratis en vrijblijvend – http://psoriasis.qualitycare.be
Het document geeft klare informatie over wat een hypoglycemie is, zoals hoe dit te herkennen, en hoe een volwassene kan ingrijpen als zich een dergelijke situatie voordoet. Het formulier kan gepersonaliseerd worden en kan worden voorzien van illustraties. Zo kunnen de ouders bijvoorbeeld een foto van hun kind toevoegen en alle informatie die hun nodig lijkt, zoals op welk uur welke dosis van welk geneesmiddel moet worden genomen en de gegevens van de behandelende arts. De checklist is een eenvoudige manier om volwassenen die tijdelijk voor het kind zorgen attent te maken en te sensibiliseren voor hypoglycemie. De ouders kunnen op die manier gerust zijn dat de zorgende ouders of het personeel goed geïnformeerd is en in geval van nood zorg kan dragen voor het kind. Hypo Checklist werd ontwikkeld door de eenheid Diabetes Care van Becton Dickinson, een bedrijf gespecialiseerd in medische technologie waarvan het doel is hulp te bieden zodat de samenleving in betere gezondheid kan leven. Dit initiatief is een een educatieve tool die weigert om kinderen beperkingen op te leggen omwille van hun gezondheid. De Hypo Checklist laat ouders toe om de personen die zich ontfermen over hun kinderen te sensibiliseren en er zeker van te zijn dat ze alle nodige informatie hebben en ze er op elk ogenblik kunnen naar terug grijpen. Het formulier in het Nederlands en het Frans kan worden gedownload op het volgende adres: www.bd.com/be/diabetes/ french/ et www.bd.com/be/diabetes/dutch/
PAH : resultaten van de AMBITION studie Een gecombineerde behandeling bij idiopathische pulmonaire arteriële hypertensie (PAH) kan efficiënter zijn dan monotherapie of het instellen van een sequentiële bitherapie, maar de overweging in termen van neveneffecten is onzeker. AMBITION is een gerandomiseerde dubbel-blind gecontroleerde studie met een randomisatie 2 :1 :1 (zonder groep die uitsluitende placebo krijgt). De populatie van de studie omvat 500 patiënten met idiopathische PAH NHYA klasse II of III. De behandelingsarmen zijn de volgende : gecombineerde behandeling (ambrisentan 10 mg + tadalafil 40 mg) versus monotherapie (ambrisentan 10 mg of tadalafil 40 mg). De belangrijkste doelstelling van de studie is aantonen dat een gecombineerde behandeling superieur is tegenover een monotherapie op de tijd dat een klinisch event optreedt gelinkt aan PAH. Het event kan een overlijden zijn (alle oorzaken), een ziekenhuisopname voor een verslechtering van de toestand, een progressie van PAH, of een klinische respons bestempeld als niet voldoende. De secundaire doelstelling is de groep patiënten met gecombineerde behandeling vergelijken met de groep tadalafil voor het voornaamste criterium en het bestuderen van de impact van de gecombineerde behandeling op dyspnoe, de zes minuten wandeltest en het
NT-proBNP. De analyse werd gerealiseerd met de intentie te behandelen. De resultaten zijn indrukwekkend : de gecombineerde behandeling is geassocieerd met een vermindering van het relatief risico met 50 % voor het belangrijkste criterium, sterk significant. De vermindering van het relatief risico is identiek als men de gecombineerde behandelingsgroep vergelijkt met de monotherapie per molecule. Een verhoging van de wandelafstand gemeten met de wandeltest is bevestigd in de groep met de gecombineerde behandeling versus de groep met monotherapie (+ 49 meter tegenover + 24 meter, p < 0,0001) ; de NT-proBNP waarde is gedaald met 35 %. De verhouding van patiënten die neveneffecten vertoonde bij het stopzetten van de behandeling in de studie was identiek in beide groepen ; de neveneffecten waren gelijkaardig. Tot besluit, toont deze studie aan dat een gecombineerde behandeling met ambrisentan 10 mg en tadalafil 10 mg het relatief risico van een klinische achteruitgang met 50 % reduceert tegenover een behandeling met monotherapie. Volgens Galiè N et al., abstract 2916.
Editie, redactie, administratie : MEDIPRESS SERVICES NV - Gustave Demeylaan 57 - 1160 Oudergem Tel : (02) 352 07 80 of (02) 777 03 79 - Fax : (02) 354 59 17 Afgevaardigde beheerders: Stéphane Schor • Creative Director : Pascale Audergon • Verantwoordelijke uitgever: Stéphane Schor Hoofdredactrice : Dominique Léotard • Coördinatie: Marie-Chantal Struelens Commercieel contact: Stéphane Schor • Marie-Kristin de Rochelée • Kristof Cannoot Foto's : Fotolia – Thinckstockphotos Drukkerij : Dereume Printing De uitgever kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor de inhoud van de advertenties in deze publicatie.
10 | TEMPO DIGEST 09
TDigest_12_nl.indd 10
05/11/14 15:32
TDigest_12_nl.indd 11
05/11/14 15:32
AGENDA
Op 24 januari 2015
DE EERSTE ZOO VAN MICRO-ORGANISMEN IN AMSTERDAM
CONGRES VAN DE BELGIAN BONE CLUB 2015 CALCIUM AND VITAMIN D IN MUSCULOSKELETAL HEALTH
BELGIAN BONE CLUB
Preferencial registration via website
Yolande Piette Communication 108, Bd G. Kleyer B-4000 Liège
In het Jubelparkmuseum, Jubelpark 14, 1000 Brussel
Clinical Update Symposium 2015
Beste collega’s en vrienden,
Calcium and Vitamin D in Musculoskeletal Health
"Micropia", de eerste ‘interactieve zoo van micro-organismen" ter wereld opende zijn deuren in Amsterdam. De zoo brengt een ode aan deze minuscule creaturen die deel uitmaken voor een derde van alle levende organismen op aarde en omschreven worden als essentieel voor de toekomst van onze planeet.
Belgian Bone Club
Dit jaar opnieuw is het een privilege om u uit te nodigen op een fascinerend symposium georganiseerd door de BBC. Calcium en FOR MORE INFORMATIONS: PIETTE COMMUNICATION vitamine D YOLANDE behoren tot Kleyer de meest voorgeschreven geneesmiddelen. January 24 - 2015 108 Bd Gustave B-4000 Liège MUSEE DU CINQUANTENAIRE - JUBELPARK MUSEUM Gegevens over deze geneesmiddelen verschenen al in meer dan
[email protected] Parc du Cinquantenaire 10 Jubelpark Tel: +32 4 254 12 25 Fax: +32 4 254 12 90 1000 Brussels 25.000 Pubmed publicaties. In 2013 alleen verschenen er meer dan 1.100 artikels over dit onderwerp. Het is dan ook onmogelijk om al die artikels te lezen… Op 24 januari kom je alles te weten over calcium en vitamine D : bij gezonde volwassenen, bij fragiele personen, bij jonge kinderen en ouderen, voor wie en wanneer suppletie aanbevolen of tegenaangewezen is, wat de rol is bij osteoporose en sarcopenia, en meer nog. Dit is een buitenkans om experts en opinion leaders aan het woord te horen. Niet te missen dus ! Ik kijk ernaar uit om u te verwelkomen op het symposium. Serge Rozenberg Contact : Yolande Piette Tel : 32 4 254 12 25 Email :
[email protected]
Op 18 en 19 december 2014 4ÈME INTERNATIONAAL FRANSTALIG COLLOQUIUM OVER DE VERSLAVING AAN OPIOÏDEN
"Dierentuinen tonen meestal maar een stuk van de natuur, meer bepaald de grote dieren", aldus Haig Balian, directeur van de Koninklijke Zoo in Amsterdam waaraan deze attractie verbonden is. "Vandaag willen we de micro-natuur tonen." Micropia Artis-Park, Plantage Kerklaan, 36 in Amsterdam. Dagelijks open, www. micropia.nl
Tot 18 januari DELVAUX ONTHULD Het museum van Elsene pakt uit met een originele tentoonstelling over Paul Delvaux opgebouwd rond zes gekoesterde thema’s van de schilder : de vrouw, het geheim, de droom, de ontsnapping, de eenzaamheid en het theatrale. Een mooie gelegenheid om zijn delicate vrouwenportretten met hun naakte lichamen tussen vreemde decors te herontdekken.
Op 18 en 19 december 2014 in het cultureel centrum van SintPieters Woluwe, Thielemanslaan 93 in 1150 Brussel.
Als eerbetoon aan de geheime agent 007, nodigt de Kunsthal Rotterdam invite fans uit voor de tentoonstelling ‘Designing 007 : Fifty Years of Bond Style. presenteert de wereld van innovatie en actie, stijl en aantrekkingskracht van de meest bekende en favoriete geheim agent. Meer dan 500 gadgets, kostuums, iconische auto's, story boards, grafische ontwerpen en rekwisieten bieden samen met vele filmfragmenten een ongeëvenaarde multimediale beleving van vijftig jaar filmgeschiedenis van James Bond. De tentoonstelling is samengesteld met exclusief materiaal uit de archieven van EON Producties in opdracht van het Barbican Londen door gastcurator Bronwyn Cosgrave, Oscar®winnende kostuumontwerper Lindy Hemming en ontwerper Ab Rogers en is eerder te zien geweest in Londen, Toronto, Shanghai en Melbourne, en doet voor Rotterdam eerst nog Moskou aan. U ontdekt er scènes uit heel wat Bond-films, heel wat filmextracten, meer dan vijfhonderd gadgets, mythische wagens en andere : Roger Moore’s witte smoking in Octopussy accessoires (1983) en zijn ruimtepak uit Moonraker (1979) ; de oranje bikini, gedragen door Halle Berry in Die Another Day (2002) ; Scaramanga’s gouden pistool uit The Man with the Golden Gun (1974) ; de afschrikwekkende zilveren tanden van Jaws, voor het eerst te zien in The Spy who Loved Me (1977) ; gadgets van de "Q afdeling" zoals de attachékoffer in From Russia with Love (1963) ; en de Aston Martin DB5 uit GoldenEye (1995), die in 2012 zijn rentree maakt in Skyfall. Voor meer informatie : http ://www.kunsthal.nl/en-22-744-Designing007-Fifty-Years-of-Bond-Style.html
Van 1 november 2014 tot 8 februari 2015 ONTDEK DE MAYACULTUUR IN PARIJS Het musée du Quai-Branly toont de antieke Mayasteden in een uitzonderlijke expositie die meer dan vierhonderd zuilen, beeldhouwwerken, maskers, juwelen en voorwerpen waaronder een vijftigtal meesterwerken uit de grootste musea en instellingen in Mexico en dat in Parijs. Drieduizend jaar geschiedenis van een legendarisch volk in een en dezelfde tentoonstelling die een idee geeft van het dagelijks leven van de Maya’s, de rol van de natuur, de sterren, de machthebbers, de geheime krachten, de begrafenisrituelen, en meer nog. Een buitengewone tentoonstelling in een buitengewone context die complex is, ook al wordt er veel informatie gegeven. Neem dus voldoende tijd om kennis te maken met een van de meest uitzonderlijke beschavingen ooit.
www.tdo4.be 02/514 12 60
Zaterdag 7 maart 2015 HYPERTENSION UPDATE 2015 9u00 – 13u00 Plaats : Square Brussels Meeting Centre Kunstberg - 1000 Brussel Accreditering zal aangevraagd worden Inlichtingen : 02/529.43.73 met de steun van
50 JAAR JAMES BOND IN ROTTERDAM
www.museumvanelsene.be
Zaterdag 27 december om 20u30 THE LORD OF THE RINGS IN CONCERT
[email protected]
Op 13 december 2014 10E SYMPOSIUM LIPIDEN EN AHTEROSCLEROSE De Belgian Lipid club en de Belgian Atherosclerosis Society organiseren dit jaar hun 10de symposium. Op het programma staan zes conferenties met sprekers uit heel wat landen evenals een specialist van de Columbia University ( New York)
Herbeleef de vermaarde film van het "Fellowship of the Ring" op groot scherm terwijl de muziek live gebracht wordt door het nationaal orkest van België dat vergezeld van 250 personen de muziek live speelt. Sportpaleis van Antwerpen www.quaibranly.fr
Tot 22 februari 2015 EN PROFITEER VAN DE GELEGENHEID OM SONIA DELAUNAY TE (HER)ONTDEKKEN 400 werken van Sonia Delaunay in verschillende vormen als gouache, mode, prenten en ook muurdecoratie worden tentoongesteld in het Musée d’Art moderne de Paris. Geniet van een bijzonder vrolijk gebruik van kleuren, intens licht en veel abstracte poëzie.
Paleis der Academiën, Hertogstraat 1 in 1000 Brussel www.lipidclub.be
Les couleurs de l’abstraction. Au Musée d’Art moderne de la Ville de Paris, www.mam.paris.fr
12 | TEMPO DIGEST 09
TDigest_12_nl.indd 12
05/11/14 15:32
TDigest_12_nl.indd 13
05/11/14 15:32
AUTO
WINTERBANDEN, waarom ? Na een winter zoals vorig jaar, kan men zich de vraag stellen of het zinvol is om winterbanden te gebruiken. Is dit werkelijk noodzakelijk als men alleen in België de baan op gaat ? door Pierre Laoureux
Men hoort veel praten over winterbanden. Eerst en vooral zijn er mensen die altijd over sneeuwbanden spreken. Deze foute benaming levert vaak een van volgende opmerkingen op : "ik woon in de Brusselse regio, en het is niet omdat het één maal per jaar sneeuwt dat ik sneeuwbanden ga kopen." Dergelijke bezwaren waren de voorbije jaren vaak te horen en gaan hun eigen leven lijden. De benaming "winterbanden" is geen bedenksel van de marketing, ze vertaalt reëel de specificiteit van nieuwe producten die speciaal ontworpen zijn voor regio’s met matige winters, zeker wanneer de temperatuur vaak zakt onder de 7°C. Deze banden zijn niet gemaakt om exclusief in de sneeuw te rijden maar wel om meer efficiënt te zijn bij lage temperaturen. Let op, dit wil niet zeggen dat ze gevaarlijk zijn boven de 15°C maar hun doeltreffendheid is niet optimaal bij deze temperatuur in vergelijking met een zomerband. Winterbanden geven dus een betere veiligheid gedurende de winter welke ook de klimatologische omstandigheden zijn. Een mening of wetenschappelijk bewezen ? Voor dit antwoord zijn we overgeleverd aan een reeks van uitgebreide testen, volgens welbepaalde procedures en met een instrumentarium van een RED dienst van een grote producent (Goodyear die we bedanken voor de inspanning). DE TESTWAGEN : DE PEUGEOT 3008 Hoe sportiever een wagen is, te meer de versnellingsbak exclusief zal zijn en op punt gesteld. In dat geval zal een wisseling van de banden volgens het seizoen een must zijn… We hebben bijgevolg een wagen uitgekozen die niet anders kan dan tot het sportieve gamma behoren : we weerhielden de Peugeot 3008 uitgerust met 225.50.17 banden . De crossover van de Franse autobouwer is een auto van het polyvalente type, voor alle gebruik. Bij gebruik moeten we erkennen dat de Peugeot 3008 veel troeven heeft. Hij is super praktisch. Zijn bouw laat toe om comfortabel en gemakkelijk te reizen met vier volwassenen zelfs met hun bagage aan boord, evenals het transporteren van allerlei zaken, om te beginnen met de wielen die gemonteerd worden voor de test.
Om de vergelijking zo correct mogelijk te laten verlopen, hebben we de originele afmeting behouden voor de zomerbanden en voor de winterbanden hebben we gewerkt met dezelfde bandenspecialist Dunlop die twee uitstekende soorten banden ter beschikking stelde een voor de zomer (Dunlop Sport Maxx RT) en een voor de winter (Dunlop Winter Sport 4D). TEST 1 : BESTUREN EN MANOEUVREREN IN DE SNEEUW Stel u voor : een piste die volledig onder de sneeuw zit, met diverse bochten maar ook met een rechte lijn om snelheid te halen om vervolgens te moeten afremmen om een de volgende bocht in te draaien…. In dat geval is het de regel om zo snel mogelijk en zo perfect mogelijk het parcours te doen. Met winterbanden is de Peugeot 3008 zeker, doeltreffend en zelfs performant. Met winterbanden rijdt men met een gevoel van veiligheid. De auto volgt zonder probleem de instructies van de bestuurder, hij trekt op, hij remt, hij reageert wanneer de bestuurder minder gas geeft en draait vlot. Zelfs in klimatologisch moeilijke omstandigheden is het aangenaam om met de auto te rijden en om onaangename verrassingen te vermijden… Een wereld van verschil als men overschakelt op zomerbanden. Het gedrag van de wagen is totaal verschillend. De tractie stelt problemen en zelfs gewoonweg zich aan de kant zetten wordt gevaarlijk. Het remmen vergt een grote anticipatie en elk onvoorzien of dringend maneuver is uitgesloten. Om de wagen te draaien moet en sterk vertragen. Voor wat betreft de tijd, de winterbanden tekenen een tijd op van 43’’72, de zomerbanden van 1’00’’24, wat 40 % supplementaire tijd is, maar los daarvan is het vooral het verschil in termen van veiligheid die de doorslag geeft.
ene test en van 25 km/uur naar 5 km/uur voor de remtest. Deze snelheden, die in absolute waarde laag lijken, komen in werkelijkheid overeen met de snelheden die een veilige bestuurder in reële omstandigheden zal aanhouden. Bij de versnellingstest zet een Dunlop Winter Sport 4D een afstand neer van 33m, de Dunlop Sport Maxx RT doet er 47m (+ 42 %) over. Bij de remtest gaat de afstand respectievelijk van 20 m naar 32 m (+ 60 %).
TEST 2 : VERSNELLEN EN REMMEN IN DE SNEEUW
TEST 4 : REMMEN OP NAT WEGDEK
Men meet de tijd nodig om van 10 naar 30 km/u te komen. De test wordt een tiental keer herhaald om zo een gemiddelde tijd te bekomen. De remtest is identiek maar volgt de omgekeerde procedure. Het is de afstand nodig om het voertuig te vertragen van 50 km/uur naar 5 km/uur.
Bij deze test wordt de remafstand gemeten bij een snelheid van 70 km/uur op een natte piste bij een temperatuur van 4°C. Logisch is de remafstand tussen beide type banden drastisch gedaald van 26 meter voor een winterband en 27,5 meter voor een zomerband. Niettegenstaande deze kleine winst kan dit toch tal van blikschade voorkomen !
Voor de versnelling is er geen foto : daar waar de winterbanden een afstand neer zetten van 18,15 m, heeft men 63,43 m nodig voor een zomerband voor aan 20 km/uur te komen ! Voor de remtest zijn de bevindingen identiek. Aan 50 km/uur heeft de winterband 29 m nodig om tot 5km/uur te komen, de wagen met zomerbanden daarentegen doet er 40 meter langer over (69 meter, omgerekend 70 % extra afstand).
TEST 5 : REMMEN OP EEN DROOG WEGDEK Zelfde procedure voor de remtest bij droog wegdek, voor de eerste keer scoort de zomerband gelijk met de winterband (24 m). Maar hoe dan ook wanneer de temperatuur zeer dicht bij de 0°C graden komt, heeft de winterband zijn voordelen. BESLUIT
TEST 3 : VERSNELLEN EN REMMEN OP IJS Dezelfde testen werden uitgevoerd op ijs met een versnelling en remmen aangepast aan de toestand : van 8 tot 25 km/uur voor de
De resultaten zijn zonder meer duidelijk. In de winter, meer bepaald wanneer de temperatuur daalt onder de 7°C, geven de winterbanden een betere wegvastheid en bijgevolg een hogere veiligheid. ■
WEES ONZE GAST ! Vanaf october nodigt Medipress services u en uw partner graag uit om samen een nieuw ‘adresje’ te ontdekken van de Restauration Nouvelle groep.
SCHRIJF U NU IN EN WEES EEN VAN ONZE GEKOZEN GASTEN
INFOS : MPSEVENTS.BE/TDT/NL/ >
OR 16/10/2014 DANK U VO
ME
NA UW DEELMellaerts rn Etangs
20/11/2014
rn Waterloo
22/01/2015
rn Prince Orange
19/02/2015 rn Heysel
14 | TEMPO DIGEST 09
TDigest_12_nl.indd 14
05/11/14 15:32
PH14_U
q Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Daardoor kan snel nieuwe veiligheidsinformatie worden vastgesteld. Beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg wordt verzocht alle vermoedelijke bijwerkingen te melden. Zie rubriek “Bijwerkingen” voor het rapporteren van bijwerkingen. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL: Ultibro Breezhaler 85 microgram /43 microgram inhalatiepoeder in harde capsules. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING: Elke capsule bevat 143 microgram indacaterolmaleaat, gelijk aan 110 microgram indacaterol, en 63 microgram glycopyrroniumbromide, gelijk aan 50 microgram glycopyrronium. Elke afgeleverde dosis (de dosis die het mondstuk van de inhalator verlaat) bevat 110 microgram indacaterolmaleaat, gelijk aan 85 microgram indacaterol, en 54 microgram glycopyrroniumbromide, gelijk aan 43 microgram glycopyrronium. Hulpstof(fen) met bekend effect: Elke capsule bevat 23,5 mg lactose (als monohydraat). FARMACEUTISCHE VORM: Inhalatiepoeder in harde capsule. Capsules met een doorzichtige gele bovenste helft en een natuurlijk doorzichtige onderste helft die een wit tot nagenoeg wit poeder bevatten, met de productcode “IGP110.50” in het blauw bedrukt onder twee blauwe balken op de onderste helft en het bedrijfslogo ( ) in zwart bedrukt op de bovenste helft. THERAPEUTISCHE INDICATIES: Ultibro Breezhaler is geïndiceerd als onderhoudstherapie voor bronchodilatatie om symptomen te verlichten bij volwassen patiënten met chronisch obstructieve longziekte (COPD). DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING: Dosering: De aanbevolen dosis is inhalatie van de inhoud van één capsule eenmaal daags met behulp van de Ultibro Breezhaler-inhalator. Het wordt aanbevolen Ultibro Breezhaler elke dag op hetzelfde tijdstip toe te dienen. Als een dosis wordt overgeslagen moet deze zo snel mogelijk worden ingenomen op dezelfde dag. De patiënten moeten worden geïnstrueerd dat ze niet meer dan één dosis per dag mogen innemen. Bijzondere patiëntgroepen: Ouderen: Ultibro Breezhaler kan bij oudere patiënten (75 jaar of ouder) in de aanbevolen dosering worden gebruikt. Gestoorde nierfunctie: Ultibro Breezhaler kan in de aanbevolen dosis worden gebruikt bij patiënten met een licht tot matig gestoorde nierfunctie. Bij patiënten met een ernstig gestoorde nierfunctie of terminale nierziekte die dialyse nodig hebben, mag Ultibro Breezhaler alleen gebruikt worden als de verwachte voordelen opwegen tegen het mogelijke risico. Gestoorde leverfunctie: Ultibro Breezhaler kan in de aanbevolen dosis worden gebruikt bij patiënten met een licht tot matige leverfunctiestoornis. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van Ultibro Breezhaler bij patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis, daarom is voorzichtigheid geboden bij deze patiënten. Pediatrische patiënten: Er is geen relevante toepassing van Ultibro Breezhaler bij pediatrische patiënten (tot 18 jaar) voor de indicatie COPD. De veiligheid en werkzaamheid van Ultibro Breezhaler bij kinderen zijn niet vastgesteld. Er zijn geen gegevens beschikbaar. Wijze van toediening: Alleen voor inhalatie. De capsules mogen niet worden ingeslikt. De capsules mogen alleen worden toegediend met de Ultibro Breezhaler-inhalator. De patiënten moeten instructies krijgen over hoe ze het product correct moeten toedienen. Patiënten die geen verbetering van de ademhaling ervaren, moet gevraagd worden of ze het geneesmiddel inslikken in plaats van te inhaleren. CONTRA-INDICATIES: Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor (één van) de vermelde hulpstof(fen). BIJWERKINGEN: De weergave van het veiligheidsprofiel is gebaseerd op de ervaring met Ultibro Breezhaler en de individuele bestanddelen. Samenvatting van het veiligheidsprofiel: De ervaring met de veiligheid met Ultibro Breezhaler bestond uit blootstelling tot 15 maanden in de aanbevolen therapeutische dosis. Ultibro Breezhaler liet vergelijkbare bijwerkingen zien als de individuele bestanddelen. Aangezien Ultibro Breezhaler indacaterol en glycopyrronium bevat, kunnen het type en de ernst van de bijwerkingen geassocieerd met elk van deze bestanddelen verwacht worden bij de combinatie. Het veiligheidsprofiel wordt gekarakteriseerd door typische anticholinerge en bèta-adrenerge symptomen gerelateerd aan de individuele bestanddelen van de combinatie. Andere veel voorkomende bijwerkingen gerelateerd aan het geneesmiddel (gerapporteerd bij tenminste 3% van de patiënten met Ultibro Breezhaler en tevens meer dan bij placebo) waren hoest en orofaryngeale pijn (waaronder irritatie van de keel). Samenvatting van bijwerkingen in tabelvorm: De bijwerkingen die werden gerapporteerd tijdens de eerste zes maanden in twee gepoolde fase III-hoofdstudies van 6 en 12 maanden (kernveiligheidsdatabase van 6 maanden), worden weergegeven volgens de MedDRA-systeem/ orgaanklassen. Binnen elke systeem/orgaanklasse worden de bijwerkingen gerangschikt in volgorde van frequentie, met de meest voorkomende reacties eerst. Binnen elke frequentiecategorie worden de bijwerkingen gepresenteerd in dalende volgorde van ernst. Bovendien is de overeenstemmende frequentiecategorie voor elke bijwerking gebaseerd op de volgende conventie: zeer vaak (≥1/10); vaak (≥1/100, <1/10); soms (≥1/1.000, <1/100); zelden
TDigest_12_nl.indd 15 PH14_ULT_2805_Tempo_Digest_NL_v01.indd 3
(≥1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000); niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald). Bijwerkingen gerapporteerd in the kernveiligheidsdatabase van 6 maanden. Infecties en parasitaire aandoeningen: Bovenste luchtweginfectie2: Zeer vaak. Nasofaryngitis2: Vaak. Urineweginfectie2: Vaak. Sinusitis2: Vaak. Rinitis2 : Vaak. Immuunsysteemaandoeningen: Overgevoeligheid2: Soms. Voedings- en stofwisselingsstoornissen: Diabetes mellitus en hyperglykemie2: Soms. Psychische stoornissen: Slapeloosheid2: Soms. Zenuwstelselaandoeningen: Duizeligheid2: Vaak. Hoofdpijn2: Vaak. Paresthesie2: Soms. Oogaandoeningen: Glaucoom1: Soms. Hartaandoeningen: Ischemische hartziekte2: Soms. Atriumfibrillatie2: Soms. Tachycardie2: Soms. Palpitaties2: Soms. Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: Hoest2: Vaak. Orofaryngeale pijn waaronder irritatie van de keel2 : Vaak. Paradoxale bronchospasmen3: Soms. Bloedneus2: Soms. Maagdarmstelselaandoeningen: Dyspepsie2: Vaak. Tandcariës2: Vaak. Gastro-enteritis3: Vaak. Droge mond2: Soms. Huid- en onderhuidaandoeningen: Jeuk/uitslag2: Soms. Skelet-spierstelsel- en bindweefselaandoeningen: Skeletspierpijn2: Vaak. Spierspasme2: Soms. Myalgie2: Soms. Pijn in extremiteiten3: Soms. Nier- en urinewegaandoeningen: Blaasobstructie en urineretentie2: Soms. Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: Pyrexie1: Vaak. Thoracale pijn2: Vaak. Perifeer oedeem2: Soms. Vermoeidheid2: Soms. 1) Bijwerking waargenomen met Ultibro Breezhaler maar niet met de individuele bestanddelen. 2) Bijwerking waargenomen met Ultibro Breezhaler en tenminste één van de individuele bestanddelen. 3) Bijwerking waargenomen met tenminste één van de individuele bestanddelen, maar niet met Ultibro Breezhaler; frequentiecategorieën volgens rubriek “Bijwerkingen” van de Samenvatting van de Productkenmerken van de individuele bestanddelen. Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen: Hoest kwam vaak voor, maar was meestal van lichte aard. Melding van vermoedelijke bijwerkingen: Het is belangrijk om na toelating van het geneesmiddel vermoedelijke bijwerkingen te melden. Op deze wijze kan de verhouding tussen voordelen en risico’s van het geneesmiddel voortdurend worden gevolgd. Zie bijsluiter voor verdere details. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: Novartis Europharm Limited, Wimblehurst Road, Horsham, West Sussex, RH12 5AB, Verenigd Koninkrijk. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN: EU/1/13/862/001-006. AFLEVERINGSWIJZE: Geneesmiddel op medisch voorschrift. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST: 23.01.2014. Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelen-bureau (http://www.ema.europa.eu). BE1407226334 - 11/07/2014 1 Ultibro® Breezhaler® SmPC, 23/01/2014. 2 Bateman ED et al., ERJ 2013; 42:1484-1494. 3 Vogelmeier A. et al.,Lancet Respir Med 2013; 1: 51–60. 4 Wedzicha J, et al.,Lancet Respir Med. 2013; 1:199-
05/11/14 15:32 10:32
Ni eu w
Verpakkingen 110/50 µg (30 caps.) 110/50 µg (90 caps.)
Publieksprijs € 72,80 € 172,90
Remgeld € 11,80 € 14,70
Terugbetalingsaanvraag ook beschikbaar op WWW.MYBF.BE
EEN NIEUW HOOFDSTUK IN DE BEHANDELING VAN COPD
ULTIBRO BREEZHALER ®
®
DE 1STE ONDERHOUDSBEHANDELING MET DUBBELE BRONCHODILATATIE1-4
ULTIBRO® BREEZHALER® is de eerste éénmaaldaagse onderhoudsbehandeling met dubbele bronchodilatatie, geïndiceerd als 1x daagse onderhoudsbehandeling voor het verlichten van de COPD symptomen bij volwassen patiënten. Niet gebruiken als noodmedicatie.1
TDigest_12_nl.indd 16 PH14_ULT_2805_Tempo_Digest_NL_v01.indd 4
05/11/14 15:32 10:32