Deel 4 Schriftelijke communicatie
Een helder rapport produceren: begin met een goede structuur! Maarten Vergouwen*
Inleiding Er gaat veel papier rond in organisaties: brieven, notulen, kattebelletjes. Af en toe moet er een groter stuk worden afgeleverd: een beleidsstuk, een strategisch plan, een businessplan, het verslag van een marketingonderzoek of een omvangrijk beargumenteerd advies. In dit dossier van Management en Communicatie komt dit ‘grotere werk’ aan de orde. We zullen hieronder telkens spreken over een ‘rapport’ als overkoepelende term. Waarop moet de schrijver letten bij het schrijven van een rapport?
* Maarten Vergouwen is werkzaam als tekstschrijver en communicatieadviseur bij Hendrikx Van der Spek, Bureau voor bedrijfscommunicatie in Bussum.
Structuur centraal Een langere tekst vraagt een speciale aanpak. Het aspect waarin een langere tekst zich van een korte tekst onderscheid is het element structuur. Om twee redenen wordt aandacht voor de structuur belangrijker naarmate de lengte van een tekst toeneemt. Ten eerste voor het overzicht: een lezer wil zich goed kunnen oriënteren op de tekst. Wanneer de lezer midden in het rapport is, wil hij ook een idee hebben van de plaats van de paragraaf of alinea in de gehele tekst. Hij wil het grotere verband, de rode draad, blijven zien. Een heldere logische opbouw van de bouwstenen waar het rapport uit bestaat helpt de lezer hierbij. Ten tweede is de structuur belangrijk voor de selectieve lezer. Een lezer met een speciale interesse wil snel en gericht informatie kunnen opzoeken. De opbouw levert de lezer de eerste duidelijke aanwijzingen over waar wat te vinden is.
Doel, centrale vraag De eerste voorwaarde voor een heldere opbouw is helderheid over het doel en de functie van het rapport. Er is altijd een aanleiding voor de productie van een tekst. Er is bijvoorbeeld een probleem in de organisatie dat om een oplossing vraagt. Er is behoefte aan informatie, inzicht of overzicht van iets. Doel en functie van de tekst worden bij Dossier 13, september 2002
33
Een helder rapport produceren
voorkeur zo vroeg mogelijk geformuleerd in de vorm van de ‘centrale vraag’. Een duidelijke centrale vraag is een grote hulp bij het afbakenen van de tekst en ook bij het structureren.
Tip Zorg, als u het op u neemt een rapport te produceren, voor een concrete formulering van de opdracht. Een vage opdracht zal u vroeg of laat in de problemen brengen. Het zal niet de eerste keer zijn dat iemand begraven onder verschillende tekstconcepten met spijt verzucht: “Had ik maar in de beginfase de moeite gedaan mijn onderwerp goed af te bakenen.” U formuleert de ‘centrale vraag’ zo vroeg mogelijk in het schrijfproces; voorafgaand aan het verzamelen van informatie.
Informatie verzamelen In het ideale geval gaat u pas na het formuleren van de centrale vraag de informatie verzamelen die nodig is voor het rapport. Mogelijk gaat u mensen interviewen of vraagt u mensen in de organisatie gegevens over onderwerpen aan te leveren. Het verzamelde materiaal is de basis van uw tekst. De centrale vraag stuurt uw zoektocht naar informatie. In de praktijk zal het vaak voorkomen dat de volgorde omgekeerd is, dat wil zeggen dat de schrijver zich pas na het verzamelen van gegevens gaat afvragen wat hij hiermee nu precies gaat doen. Dat hoeft niet altijd erg te zijn. Maar als er veel informatie verzameld moet worden, kan deze aanpak tot veel onnodig werk leiden; soms blijkt dan achteraf dat u met een kwart van de gegevens ook toe had gekund. In de voorfase doet de centrale vraag dus al nuttig werk.
Tekstplan Kan een schrijver zich bij een korte tekst nog veroorloven direct te beginnen met schrijven, en daarna verfijning en ordening aan te brengen, bij een grotere tekst wordt dit moeilijker. Een schrijver zal toch, in het hoofd of op papier, een soort tekstplan moeten hebben voordat hij aan de slag gaat. Het tekstplan bestaat uit een hoofdstuk- en paragraafindeling in grote lijnen. Het beste is het tekstplan op papier te hebben staan, zodat u erop kan teruggrijpen. Uiteraard kan een schrijver gaandeweg ertoe besluiten het tekstplan iets te wijzigen.
34
Management & Communicatie
Basisschema’s Er zijn veel soorten tekstindelingen mogelijk. In boeken over rapporten komt men diverse varianten tegen. Vaak worden basisschema’s gegeven voor verschillende soorten rapporten. Hieronder gaan we uitgebreid in op basisschema’s voor de indeling van teksten. Deze basisschema’s zijn, samen met de centrale vraag, een grote hulp voor het ordenen van het materiaal. Het basisschema geeft de standaard inrichting van de tekst aan. Het is geen volledig uitgewerkte hoofdstukindeling; die zal van tekst tot tekst verschillen. Wel geeft een basisschema aan welke kernonderdelen in de inhoudsopgave aanwezig en voor de lezer herkenbaar moeten zijn.
Soorten rapporten Rapporten zijn er in alle soorten en maten. We gaven hierboven al aan dat we de term als verzamelnaam gebruiken. In overheidsorganisaties worden veel beleidsrapporten geschreven. Ook bedrijven maken, implementeren en evalueren beleid. Maar in bedrijven spreekt men eerder over plannen: een productplan (businessplan), een marketingplan, een personeelsplan, plan van aanpak et cetera. De onderverdeling van rapporten hangt mede samen met het beoogde doel. Het is belangrijk als schrijver te onderkennen welk soort rapport de opdrachtgever (en de lezer) verwacht. Het type rapport bepaalt namelijk in grote lijnen de indeling. Hieronder beschrijven we enkele typen en hun kenmerken. Het onderscheidende kenmerk van de soorten rapporten is de centrale vraag, de vraag die u als schrijver uiteindelijk in de tekst wilt beantwoorden.
Soorten rapporten
Type centrale vraag
Inventarisatierapport Onderzoeksrapport (conclusierapport) Adviesrapport Plan (van aanpak)
Hoeveel …? Hoe staat het met …? Hoe komt het dat …? Wat is het beste om te doen? Hoe pakken we het aan?
Inventarisatierapport Een inventarisatie is een opsomming van zaken, zonder een beoordeling daarvan. Wie een inventarisatie(rapport) maakt, verzamelt alleen gegevens. De centrale vraag die in Dossier 13, september 2002
35
Een helder rapport produceren
een inventarisatierapport wordt beantwoord, is een vraag naar: hoeveel …, hoe staat het met …, et cetera. Het gaat daarbij om zaken die te tellen, eenduidig te beoordelen of te rubriceren zijn. Een voorbeeld van een inventarisatierapport is een inspectierapport.
Onderzoeksrapport Een onderzoeksrapport is een verslag van een gericht onderzoek. Tijdens een onderzoek worden ook gegevens verzameld. Maar de centrale vraag is een meer complexe vraag dan bij een inventarisatie wordt gesteld. Bijvoorbeeld: welke factoren zijn verantwoordelijk voor de terugval in omzet van ons bedrijf het afgelopen halfjaar? Het rapport geeft antwoord op een dergelijke vraag. Het antwoord wordt doorgaans gepresenteerd als een conclusie of reeks conclusies.
Adviesrapport Een adviesrapport is meestal ook gestart met een vraag (van het management, van het bestuur). Maar in dit geval gaat het om een adviesvraag. Bijvoorbeeld: Moeten we de wervingsinspanningen van het bedrijf verhogen? Het advies is in dit geval ‘ja’ of ‘nee’. Een ander voorbeeld: Via welke strategie moet de overheid de stagnatie op de wegen terugdringen? Het advies bestaat dan uit een uitgesproken voorkeur voor een bepaald alternatief of aanbevelingen.
Plan (van aanpak) Een plan is een uitvoeringsgericht rapport. De centrale vraag is hier: Hoe gaan we het doen? Het bestaat doorgaans uit een doel met daaraan gekoppeld acties, termijnen en budgetten.
Indelingen Een belangrijke eerste stap bij het schrijven van een rapport is de keuze voor de indeling. Het type rapport is hiervoor sterk richtinggevend. Voor elk type rapport is een globaal inhoudsschema te geven. We bespreken hieronder de verschillende indelingen (basisschema’s) per soort rapport.
Basisschema inventarisatierapport De ‘boodschap’ van het inventarisatierapport is in feite de opsomming. Het basisschema van een dergelijk rapport ziet er als volgt uit:
36
Management & Communicatie
Inleiding Werkwijze Inventarisatie
De inleiding gaat in op de aanleiding van de inventarisatie, de opdracht, de opdrachtgever, het doel, ofwel het kader van de opdracht. Het onderdeel ‘Werkwijze’ gaat meer uitvoerig in op de manier waarop de gegevens zijn verkregen. Wie zijn daarvoor benaderd, welke documenten zijn gebruikt. Eventueel kan hier ook worden ingegaan op knelpunten. Een knelpunt kan bijvoorbeeld zijn dat het uitgangsmateriaal niet altijd even actueel is. De rest van het rapport bestaat uit de opsomming. Er is geen conclusie of advies aan het eind. Hoogstens is er aan het eind van het rapport een verzamelstaat met de belangrijkste gegevens. De inventarisatie zelf kan op verschillende manieren zijn ingedeeld. We noemen hier enkele mogelijke indelingscriteria. ● de geografische indeling; ● de thematische indeling; ● de chronologische indeling. Zie voor een uitwerking case 1.
Case 1 Voordat zij een wervingsplan opstelt, wil de directie eerst weten hoe de actuele situatie is voor wat betreft de personeelsbezetting. De afdeling P&O is gevraagd hiervan een gedetailleerd overzicht te geven. De vraag is een overzicht te leveren van de openstaande vacatures op alle vestigingen, inclusief aard van de vacature, het aantal maanden dat de vacature al openstaat en de verwachting van de bedrijfsleiders op welke termijn in de vacature voorzien kan worden. Werkwijze: alle bedrijfsleiders zijn benaderd om het gevraagde overzicht aan te leveren. Hieronder geven we voorbeelden volgens de verschillende indelingscriteria die de schrijver kan kiezen nadat de gegevens zijn geïnventariseerd.
Dossier 13, september 2002
37
Een helder rapport produceren
I GEOGRAFISCH Hoofdstuk 3 Noord-Holland: Vestiging A: ... vacatures Toelichting: ... (bijzonderheden, accenten) Vestiging B: ... vacatures Toelichting: ... … Hoofdstuk 4 Zuid-Holland Vestiging E: … vacatures Toelichting: … … II THEMATISCH Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 …
Kaderpersoneel Technisch personeel Administratief personeel
III CHRONOLOGISCH Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6
Vacatures die al langer dan een jaar openstaan Vacatures die tussen een half jaar en een jaar openstaan Vacatures die tussen drie en zes maanden openstaan Vacatures die korter dan drie maanden openstaan
De keuze voor een indeling is afhankelijk van de functie van de inventarisatie. Zijn er niet veel verschillen in soorten vacatures en worden op basis van de inventarisatie wervingsbudgetten over regio’s verdeeld, dan ligt indeling I voor de hand. Wil men vooral weten op welke sectoren de wervingsinspanningen zich moeten richten, dan is wellicht indeling II het meest geschikt. Gaat het met name om het blootleggen van de grootste knelpunten dan kiest de schrijver voor indeling III. Uiteraard zijn er mengvormen en nog weer andere soorten indelingen mogelijk. Het belangrijkste is dat de schrijver vooraf goed nadenkt over de vraag van de lezer (het doel van het rapport, de centrale vraag) en de indeling daarop toesnijdt. Daarmee voorkomt men dat de lezer alsnog zelf veel werk moet verzetten om uit de inventarisatie het antwoord op zijn specifieke vraag op te diepen.
38
Management & Communicatie
Basisschema onderzoeksrapport Voor een onderzoeksrapport zullen ook gegevens zijn verzameld. Een onderzoek gaat echter verder dan een inventarisatie. In een onderzoek wordt vaak een causaal verband tussen feiten gezocht. Bijvoorbeeld: Welke factoren zijn van invloed op het personeelsverloop in onze organisatie en hoe zwaar weegt elke factor? De indeling van een onderzoeksrapport ziet er globaal als volgt uit:
Inleiding Vraagstelling Beschrijving onderzoek Conclusie(s)
Het belangrijkste element, dat wil zeggen dat waar de lezer mee verder moet, is de conclusie. De beschrijving van het onderzoek staat in het rapport om de lezer de mogelijkheid te geven te controleren hoe de conclusie is verkregen. Het is een verantwoording. Omdat de conclusie het belangrijkste element is, wordt deze ook wel voor de beschrijving gezet. Alternatieve indeling onderzoeksrapport:
Inleiding Vraagstelling Conclusie(s) Toelichting (beschrijving onderzoek)
De toelichting kan heel uitgebreid zijn en werkt bij voorkeur van grof naar fijn. Eerst een globale beschrijving. Daarna de meer uitvoerige toelichting per thema. Echt detaillistische informatie komt in de bijlagen. Bij grotere rapporten (meer dan 10 pagina’s) is het raadzaam vooraf een samenvatting op te nemen.
Basisschema adviesrapport In een adviesrapport bestaat de kern uit het advies, een aanbeveling, een onderbouwd voorstel. Vaak gaat het om een keuze tussen alternatieven of scenario’s. Voorbeelden van vragen zijn: Moeten we onze wervingsinspanningen vergroten, gelijk houden of verkleinen? Welke media moeten we inzetten voor ons wervingsbeleid? Hoe kan de regering de stroom asielzoekers het best opvangen? Dossier 13, september 2002
39
Een helder rapport produceren
Een adviesrapport heeft de volgende basisstructuur:
Inleiding Vraagstelling Analyse probleem Visie (beoordelingscriteria voor mogelijke oplossingen) Oplossingsmogelijkheden Beoordeling mogelijke oplossingen Advies
De lezer is vooraleerst geïnteresseerd in het advies. Daarna pas in de onderbouwing. Veel professionele lezers van adviesrapporten bladeren dan ook eerst naar achteren om daar de conclusies of aanbevelingen te lezen. Om deze lezers tegemoet te kunt u de volgorde ook omdraaien. Dat levert het volgende schema op:
Inleiding Vraagstelling Advies Achtergronden Analyse probleem Visie Oplossingsmogelijkheden Beoordeling
In dit basisschema geldt ook weer de aanbeveling van grof naar fijn te werken. Na het advies volgen de hoofdlijnen van de onderbouwing. Daarop pas de volledige toelichting.
40
Management & Communicatie
Valkuil Het is belangrijk in een adviesrapport duidelijk de feiten te scheiden van de interpretatie of beoordeling daarvan. Een valkuil waar schrijvers vaak in vallen, is dat de visie van de schrijver al tot uiting komt bij de presentatie van het probleem of de oplossingsmogelijkheden. Deze beschrijvingen dienen zo objectief mogelijk te zijn. De beoordeling van de feiten komt pas later aan de orde. Dat is voor de lezer inzichtelijk.
Basisschema plan van aanpak Bij het plan van aanpak is de centrale vraag: Hoe gaan we iets aanpakken? Het is de vraag naar: wie, wanneer, hoe en welk budget hoort daarbij. Een basisschema voor een plan van aanpak ziet er als volgt uit:
Inleiding Projectbeschrijving (doel, opzet, afbakening, betrokkenen) Planning Beschrijving afzonderlijke acties Kosten
Het karakter van een plan van aanpak is pragmatisch. De omschrijvingen van doelen en acties zijn zo concreet mogelijk, zodat ze evalueerbaar zijn. Ook een plan van aanpak kan op vele manieren worden vormgegeven.
Tip Uitwerken van de inhoudsopgave Hiervoor zijn basisschema’s gepresenteerd voor de indeling van verschillende soorten rapporten. Na de keuze voor een basisschema op basis van de centrale vraag, is het zaak de inhoudsopgave uit te werken. Elk rapport vraagt toch weer een iets andere aanpak. Het verdient aanbeveling de uitwerking van de inhoudsopgave zo gedetailleerd mogelijk te doen. U schrijft de titels van de hoofdstukken en paragrafen op en daaronder in steekwoorden de elementen die hierin aan bod moeten komen.
Dossier 13, september 2002
41
Een helder rapport produceren
Check op een consistente inhoudsopgave Een aantal praktische vragen kan een schrijver richting geven over het verbeteren van de tekst. Een goed opgebouwde, evenwichtige tekst resulteert ook in een evenwichtig ogende inhoudsopgave. De elementen van een dergelijke inhoudsopgave zijn: ● gelijksoortige hoofdstukken zijn bij benadering even lang; ze hebben ongeveer hetzelfde aantal pagina’s; ● gelijksoortige hoofdstukken hebben ongeveer hetzelfde aantal paragrafen; in ieder geval komt het niet voor dat het ene hoofdstuk sterk onderverdeeld is in paragrafen en het andere hoofdstuk helemaal niet. De indeling in hoofdstukken en paragrafen is logisch en hiërarchisch; ofwel: de vlag (de titel) dekt telkens de lading. Wanneer een hoofdstuktitel verderop terugkomt als titel van een paragraaf duidt dit meestal op een inconsistentie. Ook verderop in de tekst geeft de verdeling van alinea’s inzicht in de helderheid van de tekst. Alinea’s van sterk afwijkende lengte duiden erop dat de schrijver nog niet ‘boven de stof staat’. Wie een onderwerp beheerst, slaagt erin de stof te behandelen in eenduidige alinea’s van ongeveer dezelfde, beperkte lengte. Wat moet u doen als u met een inhoudsopgave geconfronteerd wordt die niet aan bovenstaande criteria voldoet?In de eerste twee gevallen is de vraag aan de orde of uw tekstplan niet gewijzigd moet worden. Is sprake van een rapport met een waterhoofd, dat wil zeggen is er een hoofd-stuk dat alle andere in lengte verre overtreft? Kijk dan of u de inhoud van dit hoofdstuk niet kunt splitsen en verdelen over meerdere hoofdstukken. Ditzelfde geldt bij sterk afwijkende aantallen paragrafen. Komt eenzelfde titel op meerdere niveaus terug dan kunnen er twee dingen aan de hand zijn. Het kan zijn dat op een van de plekken de titel onjuist gekozen is. Het kan ook zijn dat de inhoud niet goed geordend is. Ga in dit geval bij uzelf na of de informatie op het lagere niveau niet thuishoort op het hogere niveau of omgekeerd.
Aan de slag: schrijven in fasen Voor een langere tekst is het belangrijk om in fasen te schrijven. Het is tijdrovend om van begin af aan veel aandacht aan de precieze formulering te besteden. Beter is het in het begin door te schrijven tot er een volledige conceptversie is. Als de inhoud naar uw idee compleet is, en alles staat op zijn plek, dan is het tijd voor de volgende fase: het fijnslijpen. Nu kunt u per alinea tijd besteden aan heldere en bondige formuleringen. Dit uiteindelijke schrijfwerk komt hier niet aan de orde. Hiervoor gelden de tips die ook op kortere teksten van toepassing zijn.
42
Management & Communicatie
Afwerking Naast een goede structuur geven andere elementen de lezer ook snel een goed inzicht in de inhoud. Maak gebruik van de volgende hulpmiddelen.
Samenvatting
Een rapport van meer dan vijftien tot twintig pagina’s bevat bij voorkeur een samenvatting met de hoofdlijnen.
Index
Een index achterin maakt het de lezer gemakkelijk de onderwerpen te vinden waarin hij geïnteresseerd is.
Tussenkopjes
Zorg voor veel tussenkopjes boven alinea’s; dit is heel belangrijk voor de zappende lezer; een goed tussenkopje maakt direct duidelijk waar de alinea over gaat; soms kan het plezierig zijn vetgedrukte steekwoorden in de kantlijn te plaatsen.
Paginaopmaak
Laat regels niet over de volle breedte van de pagina lopen. Kies marges die een aangename regellengte opleveren.
Witregels
Gebruik witregels. Die breken het beeld. Gebruik minimaal twee witregels op een bladzijde. Bij voorkeur meer.
Case 2 Onderstaande opsomming van hoofdstukken is afkomstig uit het vierde Nationaal Milieubeleidsplan. We zullen deze analyseren. Titel: Een wereld een wil Ondertitel: Werken aan duurzaamheid Inleiding 1. Een aantal lessen uit het verleden 2. Zeven grote milieuproblemen 3. De ambities van het milieubeleid en de barrières 4. Systeeminnovatie naar duurzaamheid
Dossier 13, september 2002
43
Een helder rapport produceren
5. Emissies, energie en mobiliteit (Transitie naar een duurzame energiehuishouding) 6. Biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen (Transitie naar een duurzaam gebruik) 7. Milieu, natuur en landbouw (Transitie naar een duurzame landbouw) 8. Beleidsvernieuwing stoffen 9. Beleidsvernieuwing externe veiligheid 10. Beleidsvernieuwing Milieu en gezondheid 11. Vernieuwing van milieubeleid voor de leefomgeving 12. Financiering 13. Tot slot De hoofdstukindeling is nogal warrig. Hierop afgaand heeft de ‘schrijver’ verzuimd de verschillende onderwerpen effectief te bundelen zodat er meer overzicht ontstaat. Het zou hier te ver voeren om ook de paragrafen op te nemen. Ook die roepen vragen op. Zo valt het direct op dat er hoofdstukken zijn met zo’n vier tot zeven paragrafen en er in het midden ineens een hoofdstuk verschijnt zonder paragraaf. Dat wekt bevreemding. Zonder de inhoud te kennen, is er alleen al op basis van de titels een veel meer open en transparante opbouw te maken. We geven twee alternatieven. Vergelijk om te beginnen de bovenstaande indeling met de onderstaande:
44
1
Analyse Lessen uit het verleden Uitdagingen voor het heden
2
De ambities van het milieubeleid (evt. onderverdeling)
3
De belangrijkste barrières (evt. onderverdeling)
4
Gewenste ombuigingen Op weg naar een duurzame energiehuishouding Op weg naar een duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en behoud van biodiversiteit Op weg naar een duurzame landbouw
Management & Communicatie
5
Beleidsvernieuwingen (Nieuw beleid) Stoffenbeleid Externeveiligheidsbeleid Beleid op het terrein van ‘milieu en gezondheid’ Leefomgevingbeleid
6
Financiële aspecten
7
Tot slot
Merk op dat door deze ingrepen ook meer helder wordt welk basisschema onder deze inhoudsopgave gelegd kan worden. Dit is het basisschema voor een plan van Aanpak. Er is geen hoofdstuk met de titel Conclusie(s) of met de titel Aanbeveling. Merk ook op dat hoofdstuk 4 uit de oorspronkelijke inhoud is verdwenen. Niet voor niets. Hier lijkt sprake te zijn van een inconsistentie in de hiërarchie (fout nr. 3). De vage (ongrammaticale!) titel maakt het moeilijk te bepalen of dit ook werkelijk zo is, maar de titel lijkt een ‘ambitie’ te verwoorden. In dat geval zouden hoofdstuk 3 en hoofdstuk 4 concurreren. De ambities waren al aan de orde gekomen en dan wordt er apart nog één genoemd. We geven nog een tweede alternatieve indeling. Die ziet er als volgt uit:
Dossier 13, september 2002
1
Evaluatie van het vorige milieubeleidsplan
2
De huidige situatie Zeven belangrijke milieuproblemen Te slechten barrières
3
Ambities en doelstellingen Samenvatting gewenste ombuigingen Samenvatting gewenste beleidsvernieuwingen
4
Uitwerking per milieuthema Energiehuishouding Gebruik van grondstoffen Landbouw Gevaarlijke stoffen Externe veiligheid ‘Milieu en gezondheid’ Leefomgeving
45
Een helder rapport produceren
5
Financiële aspecten
6
Tot slot
Ook dit is een meer gebundelde en daardoor meer overzichtelijke inhoudsopgave. Merk op dat deze inhoudsopgave meer in de richting schuift van het basisschema voor een inventarisatierapport. Dit schema kan wellicht ook meer van toepassing zijn, namelijk in het geval het overkoepelende beleidsplan voornamelijk een optelsom (inventarisatie) is van de bestaande plannen op de verschillende deelterreinen. Merk ook op dat nu blijkt dat er op zeven thema’s wordt ingegaan. Vermoed kan worden dat de eerder genoemde zeven milieuproblemen precies betrekking hebben op de zeven thema’s. Zou dit zo zijn, dan kan dit in de inhoudsopgave al expliciet worden gemaakt, bijvoorbeeld door in hoofdstuk twee niet van problemen, maar al van ‘thema’s’ te spreken. De case laat zien dat aandacht voor een transparante inhoudsopgave belangrijk is. Het geeft de lezer veel inzicht in de tekst die hij voor zich heeft.
Aanbevolen literatuur Van der Spek, E., Schrijven met perspectief. Structuuradviezen voor schrijvers, Nijhoff, 1996. Nederhoed, Peter, Een handleiding voor het schrijven van rapporten, scripties nota’s en artikelen in wetenschap en techniek, (Vijfde druk) Van Loghum Slaterus, 1993.
46
Management & Communicatie