Een eeuw innovatie in de bouw De specifieke rol van de handel en toelevering
Frens Pries, directeur Balance&Result Peter van Heijgen, directeur HIBIN
De bouw staat te boek als een weinig innovatieve, conservatieve sector. Onderzoekers en adviseurs schrijven rapporten vol en ministeries ontwikkelen beleid om de bouwsector mee te laten komen in de vaart der volkeren. De bouw zou eens wat meer aan innovatie mogen doen is de teneur. De bouw zelf vindt dat eigenlijk ook wel, maar kan toch niet nalaten om te wijzen op de verpletterende prijsconcurrentie. Recentelijk zijn initiatieven als PSIB en Regieraad Bouw ontstaan. Ook hier is het adagium: de bouw moet transparanter worden, meer klantgericht en bouwprocessen beter. Er moet dus geïnnoveerd worden! Ondanks deze aandacht is er maar weinig samenhangende informatie over de stand van zaken omtrent innovatie in de bouw. Het gaat vaak over beleid en over voorbeelden. In het onderhavige artikel wordt het fenomeen innovatie meer gestructureerd beschouwd. De gegevens zijn gebaseerd op een database van bijna 1000 innovaties die de gehele 20e eeuw bestrijken. Daarbij is er specifieke aandacht nodig voor de rol van de handel en toelevering. Uit het onderhavige voorbeeld blijkt dat deze partij de belangrijkste bron van innovatie is. Tegelijk kunnen we constateren dat haar huidige rol in collectieve initiatieven zoals PSIB wel erg schriel is. De brancheorganisatie van toeleveranciers HIBIN wil graag een meer actieve rol spelen bij het verbeteren van de bouw.
Innovatie is vooral incrementeel en procesgeoriënteerd. In de bouw heeft innovatie vooral een incrementeel karakter. Een incrementele innovatie is een kleinschalige innovatie die geringe verandering teweeg brengt. Het aantal kleinschalige innovaties is 10 keer groter dan het aantal radicale innovaties. Als je daarbij bedenkt dat incrementele innovatie relatief onzichtbaar is (en dus lastig te meten) zal het werkelijke aandeel nog vele malen groter zijn. Daarbij komt dat innovatie in de overgrote hoeveelheid van gevallen met name procesinnovatie betreft. Dit houdt in dat het gaat om eigen productieprocessen en dus relatief introvert (niet teveel naar de buitenwereld kijken) kan worden ingevuld. Het voorgaande is ook logisch in een markt waar prijsconcurrentie belangrijk is: je kunt je onderscheiden door een lage prijs en dus ben je aangewezen op het efficiënter maken van je eigen productieprocessen.
alle
proces
product
innovaties
innovatie
innovatie
Bouwbedrijven
10,9%
18,2%
3,4%
Toelevering
64,6%
50,9%
78,4%
Adviseurs
8,8%
10,7%
7,2%
Diversen
15,7%
20,1%
11,1%
n=
422
214
208
Partijen en soorten innovaties
Bronnen van innovatie; het belang van de toelevering De toeleverende industrie is de belangrijkste innovator. 65% van alle innovatie komt uit deze toelevering en bijna 80% van alle productinnovaties! Ook de bijdrage uit de chemie en de machinebouw hebben een grote invloed op de bouwsector. De banden met deze sectoren zijn voor verbetering vatbaar: de bouw weet niet goed wat er allemaal kan en de chemie bijvoorbeeld weet niet goed waaraan de bouw behoefte heeft.
25,0 20,0 15,0 10,0 5,0 0,0 1946-1955
1956-1965
1966-1975
1976-1985
1986-1995
1996-2000
Het aantal innovaties gemiddeld per jaar (n = 421 Innovatie wordt belangrijker Er zijn meerdere belangrijke perioden in de historie van bouwinnovatie te onderscheiden. Na WO II zijn de industriële bouwmethoden sterk opgekomen. Met name de gietbouw heeft in de zestiger jaren tot een ware revolutie geleid en enorme marktaandelen gekend. De kalkzandsteenindustrie vervolgens speelde goed in op een wijzigende bouwopgave en haalde in
de zeventiger jaren in de woningbouw een marktaandeel van meer dan 70%. Het ging hierbij om integrale productontwikkeling waarbij ook marketing goed werd ingevuld. Recentelijk is de bouwopgave zeer gevarieerd. Vooral in de woningbouw werd geïnvesteerd in consumentgerichte bouwinnovatie. Innovatie als de kunst 100%
van het samenwerken
90% 80%
De analyse toont dat de
70%
meeste innovaties
60%
ontstaan door bedrijven alone
50%
together
40%
die alleen werken. De afgelopen jaren is de
30% 20%
bouwopgave steeds
10%
complexer geworden.
0% 1901-1945
1946-1955
1956-1965
1966-1975
1976-1985
1986-1995
Hierdoor wordt er steeds
1996-2000
samenwerking per periode n=331
meer samengewerkt bij innovatie. Deze
samenwerking beperkt zich dan vooral tot twee of meer bedrijven. Succesvolle collectieve of branche-gewijze innovatie komt maar heel zelden voor. Dit hoewel het laatste (kijk bijvoorbeeld naar de baksteen en kalkzandsteenindustrie) toch wel degelijk een enorme invloed kan hebben.
De bedrijfsomvang doet er niet veel toe Is het MKB de motor van innovatie? De EU bijvoorbeeld gelooft van wel en speelt sterk in op dat MKB met haar industriepolitiek. Uit de analyse blijkt dat het overgrote deel van de innovaties inderdaad ontstaat in het MKB (60 tot 70%). Anderzijds behoort 88% van het totale aantal 80%
bedrijven in de bouw tot
70% 60%
het MKB (kleiner dan
50%
large
40%
SME
30%
10 werknemers)! Het is onmiskenbaar dat
20% 10%
kleinere bedrijven vaker
0% 19011945
19461955
19561965
19661975
19761985
19861995
19962000
betrokken zijn bij incrementele
Bedrijfsomvang en het aantal innovaties per periode (n=328)
procesinnovatie dan grotere bedrijven. Dit is logisch gelet op de voor productinnovatie noodzakelijke resources.
Motieven voor innovatie 50% 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 1901-1945
1946-1955
1956-1965
1966-1975
1976-1985
1986-1995
1996-2000
Figuur 4 aandeel van regelgeving als motief voor innovatie n=309
In het overgrote deel van de gevallen was het motief om te innoveren productiviteit-gericht. In slechts 25% van de gevallen was het de bedoeling om een behoefte uit de markt te vervullen. Marketing bestaat eigenlijk niet in de bouw. We maken geen dingen omdat er behoefte aan is; we maken dingen omdat we er goed in zijn! Verder blijkt regelgeving (zoals Bouwbesluit, Milieu en ARBO) een enorme invloed heeft op het innovatieve gedrag van de bouwsector. In 30% van alle gevallen is regelgeving de directe oorzaak van een innovatie en de laatste jaren is dat aandeel nog aanzienlijk gestegen. De overheid speelt dus een hele belangrijke rol in het innovatief gedrag van de bouwsector.
Tenslotte; een meer actieve rol voor de handel en toelevering is noodzakelijk! De roep om innovatie lijkt op dit moment vooral te worden aangewakkerd door de overheid. De drie grote ´bouwministeries´ (VROM, EZ, V&W) hebben de Regieraad Bouw in het leven geroepen met het oog op transparantie, betere prijs/kwaliteitverhouding én bevordering van innovatie. De grootste winst op het gebied van innovatie wordt verwacht van verticale samenwerking in de bouwketen. Vooral op de scharnierpunten tussen fabrikanten en handel én tussen handel en aannemerij, zijn verbeteringen mogelijk. De relevantie van de handel voor innovatie in de bouw is tweeledig: •
productinnovatie: makelaar en schakelaar tussen bouwers en hun klanten enerzijds en de fabrikanten anderzijds. Kennis over nieuwe producten kan via handelaren worden
uitgewisseld met de markt, hetgeen toepassing en verbetering van producten ten goede komt. •
procesinnovatie: het uitvoeringsproces is in toenemende mate een logistiek proces geworden. Meer dan 70% van de omzet van bouwbedrijven wordt ingekocht bij onderaannemers en toeleveranciers. De handel speelt een belangrijke rol in het verbeteren van de efficiency van dit proces. Daarnaast is bouwlogistiek een belangrijke bron van hinder rondom bouwplaatsen en maatschappelijk steeds minder aanvaard.
Verticale samenwerking betekent in feite een keuze voor integraal werken, waarbij kennisdeling en maatwerk in de logistieke dienstverlening als vliegwiel kunnen fungeren voor procesinnovatie door de hele bouwketen heen. De bouwmaterialenhandel kan op dit gebied een belangrijke rol spelen. Met het vooruitzicht dat de faalkosten substantieel kunnen dalen, werkt de brancheorganisatie voor de bouwmaterialenhandel HIBIN aan het enthousiasmeren van andere partijen in de keten voor zo’n integrale aanpak. Met het congres ‘Succesvol samenwerken: De Nieuwe Bouw’ op 15 april in Aalsmeer wil de HIBIN de aanzet hiertoe geven. Concrete projecten, waarin ook de opdrachtgever actief participeert, moeten vervolgens zichtbaar maken dat deze vorm van procesinnovatie naast productiviteitsverbetering ook tot een marktgerichter aanbod leidt.