Praktijkvoorbeelden Energiezuinige Utiliteitsbouw
Duurzame nieuwbouw in het MKB Ondernemer Bert Jansen geeft nieuw industrieterrein Goor duurzame glans
“Als je gaat werken met systemen voor warmte en koude opslag in de bodem, is het van belang dat je installateur weet waar hij het over heeft.”
Wie aan duurzame nieuwbouw denkt, ziet al snel een rijtje grote namen voor zich: project ontwikkelaar OVG, post en pakketbedrijf TNT, de architecten Paul de Ruiter en Thomas Rau. Het is maar een kleine greep, vast staat echter dat ze allemaal hun sporen in de duurzame bouw hebben verdiend. Maar wie zegt dat duurzame nieuwbouw alleen is weggelegd voor ‘de grote jongens’? Ondernemer Bert Jansen van Bert Jansen Minicars uit het Overijsselse Goor, liet zich niet imponeren en bewees met de nieuwbouw van zijn garage annex showroom dat ook het MKB op het gebied van duurzaam bouwen een behoorlijk partijtje mee kan blazen.
zich ergens in vast bijt, dan wil hij er ook echt alles van af weten.” En hij voegt er lachend aan toe: “Het liefst weet hij nog meer dan zijn adviseurs.”
Belastingdienst
Terriër Bert Jansen is een ras ondernemer. Een ondernemer dus, die inspeelt op veranderingen. Zo was Jansen er in 1994 als de kippen bij om zich met zijn allround autobedrijf te richten op verkoop en reparatie van minicars. Een verandering in de wetgeving maakte het mogelijk voor houders van een bromfietsrijbewijs om zelf bestuurder te worden van een kleine personenwagen. De gevolgen bleven niet uit. Garagebedrijf Jansen ging zich specialiseren in de brommobielen en werd Bert Jansen Minicars. Het bedrijf groeide uit zijn jasje en vanaf 2001 ging Jansen op zoek naar een geschikte locatie voor een nieuw pand. Met eenzelfde oog voor verandering, was het Jansen ondertussen niet ontgaan dat de energiemarkt sterk in beweging was gekomen. De nieuwbouw van zijn garage annex showroom op het nieuwe bedrijventerrein in Goor vormde voor de sympathieke Twentenaar aanleiding om zich te verdiepen in de mogelijkheden van duurzame bouw en de bijbehorende energiebesparingen. Jansen: “Ik houd mijn variabele lasten graag onder controle. De energierekening aan het eind van het jaar viel dan weer lager uit, dan weer onverwacht hoog. Bovendien weet iedereen dat de energielasten over het algemeen alleen maar toenemen en dat ook blijven doen. Ik ben toen uit gaan zoeken welke technieken er beschikbaar zijn en welke kosten en baten daaraan verbonden zijn.” Jansen startte zijn zoektocht door een aantal bouwbeurzen te bezoeken. Hier vond hij informatie over onder ander warmte koude opslag (WKO) in de bodem en kreeg hij enig inzicht in de mogelijkheden van financiële ondersteuning. Voor het bouwtechnisch deel werd Jansen onder andere gesteund door bouwkundig tekenaar en adviseur Arjan Schutten, destijds werkzaam bij Ten Dam|De Leeuw Architecten te Diepenheim. Schutten: “Bert is een terriër, als die
Zijn nieuw verworven kennis op het gebied van duurzaamheid hielp Jansen bij het vinden van een geschikte installateur. Jansen: “Als je gaat werken met systemen voor warmte en koude opslag in de bodem, is het van belang dat je installateur weet waar hij het over heeft. Omdat ik me van te voren goed had verdiept in de materie, had ik meteen in de gaten welke installateur zijn zaken op orde had en wie niet.” Naast zaken van louter technische aard, eisten ook de financiën de nodige aandacht van Jansen. De rijksoverheid steunt duurzaam bouwen met belastingvoordeel en groenfinanciering. Jansen glimlacht: “Het is niet zo dat je een zak met geld krijgt aangereikt. Het belastingvoordeel werkt pas in je voordeel als je voldoende netto winst hebt.” Jansen nam daarom de financiele structuur van zijn bedrijf onder de loep, om te bezien hoe hij het belastingvoordeel kon optimaliseren: “Uiteindelijk bleek dat het voor mijn situatie het beste was om mijn bedrijfsvorm om te zetten van VOF naar eenmanszaak. De belastingdienst had daar geen bezwaar tegen. Als het te zijner tijd weer voordeliger is om naar de oude vorm terug te keren, dan kan dat ook weer”. Arjan Schutten voegt toe: “Wat de Groenfinanciering betreft, ligt het weer anders; wanneer je aan de eisen van de regeling voldoet, kom je in aanmerking voor een korting van 1 procent op de hypotheekrente, gedurende de looptijd van je hypotheek. Die korting staat verder los van je bedrijfsvorm”. De Groenfinanciering is overigens niet op het gehele bedrijfspand van Bert Jansen Minicars van toepassing. Jansen: “De vierkante meters van het garagedeel van ons pand vielen niet binnen de groenfinanciering, omdat daar destijds ook geen EPC-eis voor gold. De showroom en de kantoorruimten kwamen daar wel voor in aanmerking. Aan dat gedeelte worden dan dus ook eisen gesteld wat betreft onder andere materiaalgebruik, ventilatie, isolatie en lichttoetreding. Alles bij elkaar beslist de moeite waard, want per vierkante meter mag ik 400 euro opvoeren voor de groenhypotheek. Die levert dan vervolgens weer 1 procent rentekorting op; over 1250 vierkante meter tikt dat behoorlijk aan.”
Eigen knopje Het papierwerk rondom de groenfinanciering, besteedde Jansen uit aan Subvention, een voornamelijk in het oosten van het land opererend adviesbureau. Zijn accountant adviseerde Jansen op het gebied van investeringsaftrek. Jansen zelf had het druk genoeg met leiding geven aan de bouwactiviteiten. “Toen Bert bij ons binnenkwam had hij het hele plan en de logistiek daarom heen al in zijn hoofd zitten, compleet met zelfgemaakte maquette en al”, herinnert bouwkundig tekenaar Schutten zich. Ook tijdens de bouw zat Jansen zelf de driewekelijkse vergaderingen van het bouwteam voor. Hoewel hij de term zelf niet in de mond neemt, blijkt Jansen een warm pleitbezorger van integraal bouwen. “Het is gewoon noodzakelijk”, stelt Jansen, “je moet er voor zorgen dat de één niet de problemen van de ander hoeft op te lossen, dat moet je telkens voor zijn door het werk op elkaar af te stemmen”. Het resultaat mag er zijn. De showroom, die plaats biedt aan maximaal 70 minicars, heeft een uiterst prettig binnenklimaat. De benodigde energie die voor 75 % aan de opslag in de grond wordt onttrokken, zorgt via een warmtewisselaar en het
leidingstelsel in de vloer voor warmte in het stookseizoen en koelte in de zomer. Panelen aan de zuidzijde van de showroom helpen om een teveel aan zonlicht buiten te sluiten. Een ventilatiesysteem met warmteterugwinning maakt de prettige atmosfeer compleet. Jansen is er dik tevreden mee; maar tegelijkertijd zou Jansen Jansen niet zijn als hij toch niet zijn eigen kleine aanpassing aan de installatie zou hebben aangebracht. “Kijk” zegt hij, als we langs de warmtepomp lopen, “dit knopje heb ik er nog zelf op laten zetten.” Triomfantelijk wijst hij op een kleine zwarte schakelaar die het mogelijk maakt om extra koelvermogen in te zetten als er de volgende dag extreme hitte wordt voorspeld. Het knopje is meer dan een klein handigheidje; het is de signatuur van een ondernemer die alles graag helemaal onder controle wil houden.
Terugverdientijd en financiële voordeel Jansen gaat er van uit dat zijn duurzame investeringen binnen vijf jaar gemakkelijk zijn terugverdiend. “Eigenlijk kost het allemaal niets extra’s”, stelt de garagehouder nuchter, “je moet het geld alleen eerst even voorschieten”. Jansens aanname van vijf jaar is gebaseerd op de energieprijzen van 2007. Daarom nuanceert hij: “Die terugverdientijd van vijf jaar is een hele veilige aanname. Ik wil mezelf niet rijk rekenen.
Verdubbelt de olieprijs, dan verdien ik mijn investering misschien in anderhalf jaar terug. Het hangt natuurlijk wel af van je fiscale situatie en je groenfinanciering”. Fiscale voordelen uit de EIA en MIA leverden Jansen in totaal € 85.000 bruto op. De groenfinanciering, over een hypotheekbedrag van € 350.000 zorgde nog eens voor een extra voordeel van € 15.000. De waarde van Jansens bedrijf bedraagt € 1.600.000; hiervan is € 1.200.000 subsidiabel. Het bepalen van de terugverdientijd per onderdeel vindt Jansen lastig en ook niet geheel realistisch. “Kijk”, legt hij uit, “het hart van de installatie is de WKO-installatie, daar hangt alles aan vast”. Ik heb misschien tienduizend euro meer betaald voor de vloerverwarming, maar die is uiteraard direct aan de WKO gekoppeld. Bovendien hoef ik zomers geen airco te laten draaien, want dan laat ik het koude water door de vloer stromen. Dan heb je bovendien hartje zomer ook nog eens zonder extra kosten een heerlijk binnenklimaat van rond de 23 graden”.
Bouwgegevens Opdrachtgever
Bert Jansen Mini Cars, Klavermaten 26, in Goor
Architect
Ten Dam / De Leeuw Architecten
Adviseurs Energieprestatieadvies
Adviesbureau Bluemink
Subsidie-adviesbureau
Subvention Subsidie- & Projectmanagement
Gebruiksfunctie
winkel/showroom
Gebruiksoppervlakte
1.000 m2
Datum oplevering
2009
Energieprestatie
EPC
0,34 (eis 1,5)
Gebouwkenmerken
Averlies/Ag
1,7
Duurzame energie
Zonnecollectoren
nee
PV-cellen
nee
Overig Isolatie
Warmte-opwekking
Rc begane grondvloer [m2K/W]
3,50
Rc gevels [m2K/W]
3,50
Rc dak [m2K/W]
3,50
Uraam [W/m2K]
2,10
Bodemwarmtewisselaar met warmtepomp
Warmte-afgiftesysteem
vloerverwarming <350 C
Ventilatiesysteem
Mechanisch gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning Warmteterugwinning
twincoil 60%
Luchtdichtheid (qc; 10; kar/m2)
0,6
Koude-opwekking
Bodemwarmtewisselaar met warmtepomp
Koude-afgiftesysteem
Vloer en lucht
Verlichting
Geïnstalleerd vermogen [W/m2]
10
Regeling
Vertrekschakeling
Q&A Duurzaamheid in het MKB Ondernemers uit het midden- en klein bedrijf (MKB) kunnen zich zowel oriënteren op als verdiepen in het onderwerp duurzaam bouwen op de website van het Energiecentrum MKB (www.energiecentrum.nl) . De ondernemer vindt hier alle relevante informatie op het gebied van onder meer wetgeving, bouw en subsidies. MKB-kenner Jac van Trijp van Agentschap NL was langere tijd werkzaam bij het Energiecentrum en geeft antwoord op enkele vragen over duurzaamheid in het MKB:
Op welke wijze steunt de overheid het MKB op het gebied van duurzaam bouwen? “De overheid doet dit door middel van algemene instrumenten als Antwoord voor Bedrijven, subsidieregelingen, garantstellingen etc. Via Energiecentrum MKB wordt specifiek voor het MKB ondersteuning geboden op het gebied van energie en duurzaamheid. Vanaf 2002 is er geen specifieke MKB-aanpak meer vanuit de overheid. In feite heeft Energiecentrum MKB als initiatief van het bedrijfsleven zelf, vanaf die tijd het stokje overgenomen. In het Duurzaamheidakkoord tussen rijksoverheid en het bedrijfsleven van eind 2007 is wel het MKB als doelgroep opgenomen, maar ook daar zie je dat voor de invulling weer naar Energiecentrum MKB wordt verwezen. Ook voor MKB geldt natuurlijk wel gewoon de bouwregelgeving, voor apparatuur zijn steeds vaker energielabels van toepassing, dus in die zin raakt het generieke overheidsinstrumentarium ook wel het MKB.”
Welke typen subsidie zijn er te onderscheiden, hoe werken ze in de praktijk? “Er is een groot aantal subsidies voor het MKB; als het gaat om energiebesparing en duurzaamheid is de EIA veruit de belangrijkste regeling. Dat is een investeringsaftrek waarbij de investering in maatregelen wordt afgetrokken van de bedrijfswinst. Netto voordeel is ongeveer 11%.”
In welke mate wordt de EIA door het MKB benut? “De EIA wordt goed benut door het MKB, er worden jaarlijks overzichten gemaakt door EIA, waaruit blijkt dat het merendeel van de aanvragen door MKB-bedrijven wordt gedaan. Dan gaat het dus om de aantallen aanvragen, qua budgetbeslag hebben uiteraard de echt grote bedrijven het grootste aandeel”.
Waar moet de MKB’er op letten als hij subsidie aanvraagt? Zijn er addertjes onder het gras? “De EIA is een goed uitgewerkte regeling die werkt met een Energielijst waarop alle maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen zijn opgenomen. In hoeverre die maatregelen in incidentele gevallen averechts werken op andere terreinen is mij niet bekend. Vaak ziet een ondernemer wel op tegen de rompslomp
van de aanvraag. Hij zit met termijnen en voorwaarden, die vaak als lastig worden ervaren. Belangrijk om te weten: behalve bij EIA en MIA altijd vooraf subsidie aanvragen Als je al klaar bent, ben je te laat. Zie voor meer informatie: http://regelingen.agentschapnl.nl/ content/energie-investeringsaftrek-eia”.
Kan de MKB’er zelf subsidies en groenfinanciering aanvragen of kan hij dat maar beter overlaten aan een gespecialiseerd bureau? “De aanvraagprocedure is niet ingewikkeld, maar vaak zie je dat ze het liever aan een bureau uitbesteden. Voorwaarde is dan wel dat het om redelijk substantiële bedragen gaat, anders loont het de moeite al bijna niet. Een subsidieadviseur weet wel de weg binnen organisaties als Agentschap NL en weet van de hoed en de rand van de regeling. Indien je in zee gaat met een externe partij, maak dan goede afspraken over de waardering en beloning. De subsidieadviseur moet je betalen direct na toekenning van de subsidie, echter, als ondernemer krijg je pas je subsidie na verloop van tijd of na afronding van het subsidieproject.”
Welke vragen leven er onder de MKB’ers op het gebied van duurzaam bouwen? “Het grootste probleem is wellicht het gebrek aan kennis: wat is mogelijk? Wat kost het en wat levert het op? Welke andere voordelen biedt het nog meer?”
Is er onderscheid te maken binnen sectoren van het MKB? “Er zijn grote verschillen tussen industrie, detailhandel, zakelijke dienstverlening, zorg, horeca, etc. dat heeft vooral te maken met hoe het gebouw wordt gebruikt, of de ondernemer ook eigenaar van het pand is en hoe het perspectief van de onderneming is: lange of korte termijn.”
Is er bereidheid binnen het MKB om iets te betekenen op het gebied van duurzaamheid? “De bereidheid is er zeker, maar om op enige schaal tot resultaten te kunnen komen zullen de oplossingen, technieken, systemen, kant-en-klaar moeten worden aangeboden aan het MKB. Je kunt van een gemiddelde MKB-ondernemer niet verwachten dat hij veel tijd gaat steken in het verzamelen van alternatieven en het maken van afwegingen. Het voorbeeld van Bert Jansen Minicars toont aan dat er voortrekkers zijn die laten zien dat het kan.”
Websites www.energiecentrum.nl http://regelingen.agentschapnl.nl/content/energieinvesteringsaftrek-eia
Lessons learned: wat Bert Jansen tijdens de bouw van zijn duurzame garagebedrijf leerde
nog een troef achter de hand: “Op het dak is ruimte gereserveerd voor zonnepanelen. De elektrotechnischeinstallatie is er op voorbereid. Als het nodig wordt, laat ik die er zo opzetten”. Brandwerende deuren
Door de mand Voor hij met zijn duurzame nieuwbouwproject begon, wist Bert Jansen nog weinig van duurzaam bouwen. Bert Jansen startte zijn zoektocht naar informatie over duurzaam bouwen op diverse bouwbeurzen. Hij deed hier zijn eerste kennis op over onder andere duurzame installaties en werd gestimuleerd door de mogelijkheden van groenfinanciering. Naar eigen zeggen hielp de opgedane kennis hem om goed beslagen ten ijs te komen bij zijn eerste oriënterende gesprekken met de installateurs die hij eventueel bij zijn project zou gaan betrekken. Jansen: “Ik kon direct merken of ze werkelijk kennis van zaken hadden op dit terrein. De vaklui onderscheidden zich meteen van de rest. Wat die laatsten betreft: ik hoefde ze maar twee vragen te stellen en ze vielen door de mand”.
Troef achter de hand: zonnepanelen Bert Jansen koos voor duurzame energievoorziening om grenzen te stellen aan zijn variabele energiekosten: “De eerste winst van je bedrijf is het minimaliseren van je kosten”. Nu heeft Jansen geen gasaansluiting meer en staan zijn energiekosten voor de komende tien jaar zo goed als vast. Mocht de stroomrekening te hoog gaan oplopen door een stijgende olieprijs, dan heeft Jansen
Dit is een publicatie van: Agentschap NL NL Energie en Klimaat Croeselaan 15 Postbus 8242 | 3503 RE Utrecht T +31 (0) 88 602 70 00 T +31 (0) 88 602 90 00 (helpdesk) E
[email protected] www.agentschapnl.nl/gebiedsontwikkeling © Agentschap NL | april 2011 Publicatie-nr. 2EGOG1109
‘De duivel zit in de details’, verzucht men weleens wanneer mooie plannen dreigen te stranden door vooraf over het hoofd geziene kleinigheden. Jansen beleefde zijn moment van verzuchting toen hij er achter kwam dat de groenfinanciering vereiste dat de in zijn pand opgenomen brandwerende houten deuren FSC-goedgekeurd moesten zijn. Geen probleem dacht Jansen aanvankelijk, tot hij er na grondig zoeken achter kwam dat dergelijke deuren in Nederland niet geleverd werden. Even dreigde een financiële tegenvaller; de groenfinanciering stond immers op het spel. Jansen werkte zich echter om het probleem heen en liet de FSC-deuren speciaal door een timmerman vervaardigen. Jansen benadrukt na zijn ervaring met de brandwerende FSC-deuren om vooraf de consequenties van een ontwerp grondig te toetsen aan de eisen van subsidie- of financieringsregelingen.
Bonus: beter verkoopbaar Hij is het voorlopig niet van plan, maar mocht Jansen zijn duurzame pand ooit willen verkopen dan verwacht hij voor zichzelf een sterke verkooppositie in het verschiet: “Als ik later ooit nog van dit pand af wil, moet je sowieso een A-label hebben. Nou, zwaarder A dan dit is er gewoon niet. Dat is nu, maar over tien jaar is dat nog hetzelfde want beter dan dit kan het niet”.
Ter info De nieuwbouw van het bedrijfspand van Bert Jansen Minicars is door Agentschap NL ondersteund met de afgifte van een Groenverklaring. Hiermee kon een voor Bert Jansen Minicars voordelige groene financiering tot stand komen. Naast deze financiering van groenprojecten konden zij fiscaal voordelig investeren in milieuvriendelijke producten of bedrijfsmiddelen door middel van de Milieu Investeringsaftrek regeling (MIA).
Meer informatie www.agentschapnl.nl/groenbeleggen www.agentschapnl.nl/mia
Hoewel deze publicatie met de grootst mogelijke zorg is samengesteld kan Agentschap NL geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele fouten. Agentschap NL is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Agentschap NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie en internationaal. Agentschap NL is hét aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving. Divisie NL Energie en Klimaat voert in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het programma ‘Energie & Gebouwde Omgeving’ uit.
Wij ondersteunen Aedes, Bouwend Nederland, NEPROM en NVB bij de uitvoering van het Convenant Lente-akkoord. Dit convenant heeft als doel energiezuinige nieuwbouw tot stand te brengen. Meer informatie: www.lente-akkoord.nl.