OefenCAT Cursus
Praktijkcursus Gezondheidszorg
Cursuscoördinator
Dr. M.B.M. Soethout / Drs. W. Hopmans
Oefentoets met 55 MC en stellingen MET antwoorden 1
Wat is de belangrijkste determinant van ziektelast in lage-
c
inkomenslanden zoals weergegeven in Mackenbach en Stronks?
M&S H2 blz 52 tabel 2.2
a. Roken b. Onveilige seks c.
Ondergewicht bij kinderen
d. Suboptimale borstvoeding
2
Wat is de belangrijkste doodsoorzaak wereldwijd zoals beschreven in
a
Mackenbach en Stronks?
M&S H2 blz 51 tabel 2.1
a. Ischemische hartziekte b. COPD c.
HIV/AIDS
d. Longkanker
3
In welk land is de incidentie van tuberculose het hoogst?
a
M&S H2 blz 54
b
M&S H3 blz 90
b
M&S H3 blz 80
a. Sub-Saharisch Afrika b. Noord-Amerika c.
4
China
Hoe wordt de gezonde levensverwachting berekend? a. Door bij een aselecte steekproef van patiënten de ziektevrije overlevingsduur te bepalen. b. Door in een overlevingstafel de getallen in de kolom met het aantal levenden te vermenigvuldigen met de proportie niet-zieken c.
Door een schatting te maken van het aantal jaren dat mensen gemiddeld ziek zijn, en dat van de totale levensverwachting af te trekken
5
Welke ziekte staat op nummer 1 in de top 5 van ziekten met de hoogste incidentie volgens Mackenbach en Stronks?
tabel 3.2
a. Contacteczeem b. Infecties van de bovenste luchtwegen c.
Coronaire hartziekten
d. Beroerte
6
Hoe wordt de vierde fase van de epidemiologische transitie in de
oefenCAT Praktijkcursus Gezondheidszorg MET antw.
b
M&S H3 blz 73
Pagina 1 van 11
Nederlandse volksgezondheid genoemd? a. Langlopende chronische ziekten b. Uitgestelde degeneratieve ziekten c.
Welvaartsziekten
d. Nieuwe infectieziekten
7
Het belang van een risicofactor voor een bepaalde aandoening wordt in
b
de epidemiologie veelal uitgedrukt met het Relatief Risico (RR).
M&S H3, blz. 108/109
Wat is het RR? a. De verhouding tussen de kans op overlijden met en die zonder de risicofactor b. De verhouding tussen de kans op ziekte met en die zonder de risicofactor c.
De verhouding tussen de kans op overlijden met en zonder terugkeer van de ziekte.
d. De verhouding tussen de kans op ziekte met en zonder terugkeer van de ziekte.
8
Welke determinant is de belangrijkste oorzaak van verlies van
d
M&S H3, blz 110
a
M&S H3, blz 133
d
M&S H3, blz.
levensjaren in Nederland? a. Verhoogde bloeddruk b. Overgewicht c.
Lichamelijke inactiviteit
d. Roken
9
Door welke factor worden gezondheidsverschillen in Nederland naar burgerlijke staat verklaard? a. Gedragsfactoren b. Genetische factoren c.
Urbanisatiefactoren
d. Fysieke omgevingsfactoren
10
Welke volksgezondheidsmaat wordt aangeduid als verliesmaat? a. Levensverwachting
91/92
b. Gezonde levensverwachting c.
Quality-adjusted life years (QALY)
d. Disability-adjusted life year (DALY)
11
Ongevallen kunnen onderverdeeld worden in verkeers-, arbeids-, sport-
d
M&S H3, blz. 96
en privéongevallen. Welke ongevallen vormen de primaire categorie wat
oefenCAT Praktijkcursus Gezondheidszorg MET antw.
Pagina 2 van 11
betreft het aantal gewonden? a. Verkeersongevallen b. Bedrijfsongevallen c.
Sportongevallen
d. Privéongevallen
12
Het filtermodel van Goldberg en Huxley wordt gebruikt in de
a
M&S H3 blz. 98
a
M&S p.161 Thema C
a
M&S H8 pag .273
psychiatrische epidemiologie en bevat verschillende niveau`s. Wat is niveau 1? a. Psychische problematiek binnen de bevolking b. Diagnose door de huisarts c.
Geestelijke gezondheidszorg totaal
d. Intramurale geestelijke gezondheidszorg
13
De toegankelijkheid van zorg voor allochtone groepen kan onderzocht worden door te analyseren in hoeverre het zorggebruik past bij de zorgbehoefte. Bij welke vorm van zorg is de toegankelijkheid in Nederland beperkter voor allochtone groepen dan voor autochtonen? a. Prenatale zorg b. Consultatiebureauzorg voor zuigelingen en kleuters c.
Huisartsenzorg
d. Diabeteszorg
14
Bij welke instelling moeten aangifteplichtige ziekten (zoals polio en pokken) worden gemeld? a. Bij de plaatselijke GGD b. Bij het Centrum Infectiebestrijding (CIb) c.
Bij de desbetreffende gemeente
d. Bij het dichtstbijzijnde ziekenhuis
15
De in 2008 vastgestelde Wet Publieke Gezondheidszorg (Wpg) vormt het b
M&S H8 blz 267
wettelijk kader voor gezondheidsdiensten. Wat is de sleutelorganisatie voor de uitvoering van de Wpg? a. De thuiszorg b. De GGD c.
Het Riagg
d. De gemeente
16
Welke organisatie is bestuurlijk verantwoordelijk voor preventie in
oefenCAT Praktijkcursus Gezondheidszorg MET antw.
b
M&S H8 blz 279
Pagina 3 van 11
Nederland? a. Universitair medische centra`s b. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport c.
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
d. Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie
17
Hoe heet het WHO classificatiesysteem voor doodsoorzaken dat
c
M&S H8 blz 281
b
M&S H9 blz 320
Om het begrip toegankelijkheid van zorg goed te kunnen begrijpen, wordt b
M&S H9 blz 324
mondiaal wordt gebruikt? a. Morbidity and Mortality Categorization b. Directorate Mortality Rating c.
International Classification of Diseases and Causes of Death
d. International System of Death Causes
18
Wat is het coördinatiemechanisme dat kenmerkend is voor het sociaal verzekeringsstelsel? a. Budgetmechanisme b. Overleg c.
Prijsmechanisme
d. Toegankelijkheid
19
er een onderscheidt gemaakt tussen een drietal begrippen: behoefte aan zorg, vraag naar zorg en gebruik van zorg. Wat is de definitie van de behoefte aan zorg? a. De vraag naar gezondheidszorg b. De subjectieve of objectieve zorgbehoefte c.
Het aanbod van gezondheidszorg
d. De relatie tussen vraag en aanbod in de gezondheidszorg
20
Welke patiënt gerelateerde factor is van invloed op de behoefte aan
a
M&S H9 blz 324
c
M&S H9 blz 323
zorg? a. Zijn/haar klaaggedrag b. Zijn/haar gegeven zorgaanbod c.
Zijn/haar afstand tot de voorzieningen
d. Zijn/haar verzekeringsdekking
21
Wat zijn de drie partijen die een driehoeksverhouding vormen in het stelsel van de gezondheidszorg zoals beschreven in Mackenbach en
oefenCAT Praktijkcursus Gezondheidszorg MET antw.
Pagina 4 van 11
Stronks? a. De overheid, de zorgverzekeraar en de zorgaanbieder b. De overheid, de zorgaanbieder en de zorgvrager c.
De zorgverzekeraar, de zorgaanbieder en de zorgvrager
d. De zorgverzekeraar, de zorgaanbieder en de hulpverlener
22
Wat is ‘evidence based medicine’?
d
M&S H9 p. 336
a
M&S H10 blz 359
b
M&S H10 blz 363
b
M&S H10 blz 374
a
M&S H10 blz 381
a. Een in een beperkte periode meten van kwaliteit van zorg op vooraf gekozen onderwerpen, en vervolgens zorginstellingen van elkaar laten leren b. Herorganisatie en financiering van zorg door betere afstemming tussen verschillende vormen van zorgverlening c.
Het gebruik van economische evaluaties om beslissingen over het toelaten van nieuwe geneesmiddelen te nemen
d. Het gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal om beslissingen over individuele patiënten te nemen
23
Zorginstellingen in Nederland worden vaak onderverdeeld in een drietal sectoren, namelijk cure, care en maatschappelijke ondersteuning. Door wie wordt de zorg verleend in de sector Care? a. Thuiszorgorganisaties, verpleeghuizen en verzorgingshuizen b. Huisartsen, medisch specialisten en ziekenhuizen c.
Openbare gezondheidszorg, huisartsen en thuiszorgorganisaties
d. Huisartsen, ziekenhuizen en verpleeghuizen
24
Welke vorm van zorg voeren thuiszorgorganisaties uit? a. Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar b. Kraamzorg aan huis c.
Zorg van dak- en thuislozen
d. Bestrijding van infectieziekten
25
Wat is de missie van de Inspectie voor de Gezondheidszorg? a. Toetsen van de gegeven zorg van zorgaanbieders aan de wet b. Bevorderen van veiligheid, effectieve patiëntgerichte zorg c.
Toezicht houden op de marktwerking in de zorg
d. Afhandelen van klachten van patiënten
26
Bij zorginstellingen is er sprake van zowel intern als extern kwaliteitsbeleid. Een sleutelbegrip hierbij is certificatie. Wat is certificatie?
oefenCAT Praktijkcursus Gezondheidszorg MET antw.
Pagina 5 van 11
a. Een externe kwaliteitsbeoordeling door een onafhankelijke instantie b. Een externe kwaliteitsbeoordeling in opdracht van de instelling of sector zelf c.
Een vorm van interne kwaliteitsbeoordeling
d. Een vorm van formele visitatie, leidend tot een eindoordeel
27
Met welke maat wordt de kwaliteit van verleende zorg tussen
a
M&S H10 blz 381
a
M&S H10 p.373
d
M&S H10 pag
ziekenhuizen vergeleken? a. Prestatie-indicatoren b. Aantal behandelingen c.
Percentage onbedoelde schade
d. Aantal genezen patiënten
28
Van welke organisatie maakt de Nederlandse overheid gebruik voor het toezicht op de gezondheidszorg naast de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)? a. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) b. Het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) c.
De Gezondheidsraad (GR)
d. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ)
29
Wat is volgens Mackenbach & Stronks een belangrijk knelpunt in de Nederlandse kwaliteit van zorg?
388-392
a. Het aantal vermijdbare ziekenhuisopnamen b. De bejegening van chronisch zieke patiënten door medisch specialisten c.
Het vragen om toestemming voor het starten van een behandeling
d. De lichamelijke verzorging van psychogeriatrische patiënten in verpleeghuizen
Vragen 30 en 31 zijn 2 stellingen met betrekking tot zorgaanbod en zorggebruik in de Nederlandse gezondheidszorg 30
Stelling 1: Een primair doel van zogenoemde DBC’s (diagnose-
a
M&S H10 pag 398
behandelcombinaties) is het beperken van het aantal uitgevoerde verrichtingen. a. Juist b. Onjuist
oefenCAT Praktijkcursus Gezondheidszorg MET antw.
Pagina 6 van 11
31
Stelling 2: Om kosten beter te beheersen is in het huidige zorgstelsel
a
M&S H10 blz 370
b
Engberts H10
b
Engberts H10
a
Engberts H10
b
Engberts H10
a
Engberts H10
a
Engberts H10
marktwerking opgenomen. a. Juist b. Onjuist
32
Volgens wat vindt de toetsing van het medisch handelen door het medisch tuchtcollege plaats? a. Volgens de richtlijnen b. Volgens de professionele standaard c.
Volgens de wetgeving
d. Volgens de afspraken die gemaakt zijn tussen de behandeld arts en de patiënt
Vraag 33 tot en met 38 zijn 6 stellingen met betrekking tot gezondheidsrecht 33
Meneer Jansen dient een klacht in bij de klachtencommissie van een gezondheidszorginstelling. Stelling 1: Als meneer Jansen het niet eens is met de uitspraak van de klachtencommissie, kan hij in hoger beroep gaan. a. Juist b. Onjuist
34
Stelling 2: Het tuchtrecht is een vorm van kwaliteitsbewaking van de beroepsgroepen die onder het tuchtrecht vallen. a. Juist b. Onjuist
35
Stelling 3: Alleen de patiënt kan een klacht indienen bij de tuchtrechter. a. Juist b. Onjuist
36
Stelling 4: In uitzonderlijke omstandigheden kan er strafrechtelijke toetsing plaatsvinden als een arts een fout maakt bij de behandeling van een patiënt. a. Juist b. Onjuist
37
Stelling 5: Er zijn twee tuchtnormen opgenomen waaraan de hulpverlening van de beroepsbeoefenaar kan worden getoetst. De eerste
oefenCAT Praktijkcursus Gezondheidszorg MET antw.
Pagina 7 van 11
tuchtnorm betreft het tekortschieten in zorgvuldigheid ten opzichte van de patiënt of diens naaste betrekkingen (bv. echtgenoot). a. Juist b. Onjuist
38
Als een klacht gegrond wordt verklaard, moet een maatregel worden
b
Engberts H10
c
Hengeveld, pag
opgelegd. Stelling 6: Als lichtste maatregel kan een geldboete worden opgelegd. a. Juist b. Onjuist
39
Huisartsen verwijzen de laatste decennia meer naar de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ).
681
Waardoor kan deze groei volgens Hengeveld het beste verklaard worden? a. Betere behandelingen in de tweede lijn b. Betere toegankelijkheid van de GGZ c.
Absolute groei van de bevolking
d. Toename van eerstelijns prevalentie van psychische stoornissen
40
Het artikel van Swinkels beschrijft de doelen van richtlijnontwikkeling.
c
Artikel Swinkels
b
Artikel Swinkels
c
Artikel
Hoe heet het proces waarbij de door patiënten gewenste uitkomstmaten in kaart worden gebracht? a. Concept mapping b. Outcome-based c.
Preference-based
d. Evidence-based
41
Het artikel van Swinkels beschrijft de doelen van richtlijnontwikkeling. Wat zijn richtlijnen? a. Richtlijnen geven aan hoe precies in de dagelijkse praktijk gehandeld dient te worden b. Richtlijnen geven, voorzien van wetenschappelijke onderbouwing, aan wat er het beste gedaan kan worden c.
Richtlijnen geven een algemene samenvatting van wetenschappelijke feiten en beschrijven beleidsopties
42
Om de kwaliteit van de diabeteszorg te verbeteren volgen huisartsen de kwaliteitscyclus om de zorg nog verder te kunnen verbeteren. Ze nemen
Wollersheim
daarom de volgende stappen:
oefenCAT Praktijkcursus Gezondheidszorg MET antw.
Pagina 8 van 11
1) Ze maken een projectplan 2) Ze voeren het projectplan uit in 5 praktijken 3) Op basis van hun praktijkervaringen passen ze na een jaar het plan aan Welke stap van de kwaliteitscyclus mist? a. Er is geen controlegroep als vergelijking b. Ze hebben de mening van de patiënt niet gevraagd c.
Er zijn geen metingen geweest om de implementatie te testen
d. Ze moeten de aanpassingen na een jaar nog evalueren
43
Wollersheim beschrijft in het artikel de domeinen van kwaliteit van zorg.
b
Eén van de domeinen is organisatorische kwaliteit.
Artikel Wollersheim
Wat is organisatorische kwaliteit? a. Dat wil zeggen dat de zorg is afgestemd op de wensen, noden en behoeften van de patiënt. b. Dat wil zeggen dat de zorg op doelmatige (of efficiënte) wijze wordt aangeboden. c.
Dat wil zeggen dat de zorg doeltreffend, veilig en effectief is en verleend wordt door competente zorgverleners.
d. Dat wil zeggen dat de zorg tijdig, vrij toegankelijk en geïndividualiseerd naar de patiënt wordt verleend.
44
Wollersheim beschrijft in het artikel de organisatiepiramide van
a
gezondheidszorg op micro-, meso- en macroniveau.
Artikel Wollersheim
Welke determinant hoort er bij het microniveau? a. Patiënt b. Organisatie c.
Systeem
d. Team
45
Wat is volgens het rapport ‘Kwaliteit als medicijn’ de belangrijkste factor
b
in het bereiken van bewuste, conservatievere, behandelkeuzes door
Rapport Booz en Co
patiënten? a. Een prettige, huiselijke inrichting van het ziekenhuis b. Goede informatie over behandelopties voor de patiënt c.
Patiënttevredenheidsonderzoek
d. Goede uitleg bij het behandeladvies van de arts
46
Welke van de hieronder genoemde factoren vergroot volgens de RVZ
a
RVZ rapport
(Raad voor de Volksgezondheid en Zorg) de kans dat een oudere wordt
oefenCAT Praktijkcursus Gezondheidszorg MET antw.
Pagina 9 van 11
opgenomen in een verzorgings- of verpleeghuis? a. Psychische kwetsbaarheid van de oudere b. Een gunstige financiële positie van de oudere c.
Een migrantenachtergrond van de oudere
d. Een relatief minimaal zorgverzekeringspakket van de oudere
47
Wat is volgens de RVZ (Raad voor Volksgezondheid en Zorg) een van de a
RVZ rapport
redenen van de relatief sterk stijgende overheidsuitgaven aan langdurige ouderenzorg? a. Lage eigen bijbetalingen van burgers b. Meer bezuinigingen op het gebied van de sociale zekerheid en veiligheid c.
Een groot beroep op huisartsenzorg door ouderen
d. De opkomst van luxe verpleeghuizen
48
De RVZ (Raad voor Volksgezondheid en Zorg) reikt 3
a
RVZ rapport
b
Begrippenkader
oplossingsstrategieën aan om goede zorg en kwaliteit van leven in de toekomst te borgen voor niet-redzame ouderen. Stelling: Voorzorg is één van de 3 oplossingsstrategieën. a. Juist b. Onjuist
49
Stelling: Een voorbeeld van een “near miss” is dat een patiënt een naadlekkage krijgt na een darmoperatie.
patiëntveiligheid
a. Juist b. Onjuist
50
Stelling: Een complicatie van een operatie is een adverse event.
a
a. Juist
Begrippenkader patiëntveiligheid
b. Onjuist
51
Wat is volgens Coulter (“Patient engagement - what works”) een
a
Artikel Coulter
probleem van veel educatieve programma’s gericht op het verbeteren van gezondheidsvaardigheden van patiënten? a. Ze maken gebruik van een directieve didactische stijl b. Ze maken onnodig gebruik van privacygevoelige gegevens van patiënten c.
Ze leiden niet tot verbetering van kennis onder patiënten
d. Ze zijn alleen op internet beschikbaar
oefenCAT Praktijkcursus Gezondheidszorg MET antw.
Pagina 10 van 11
52
Het zorgverzekeringsstelsel is radicaal veranderd in Nederland om er
a
Artikel Schut en
voor te zorgen dat de competitie tussen zorgverzekeraars onderling
van der Ven. Pag.
wordt versterkt. In het artikel van Schut en van der Ven worden een
114 tabel 2.
aantal positieve en negatieve effecten genoemd van deze competitie. Wat wordt gezien als negatief effect? a. Competitie focust zich met name op zorg prijzen b. Kortere wachtlijsten c.
Verlaging van de kosten van algemene geneesmiddelen
d. Meer investering in management programma`s, bijvoorbeeld voor diabetes en COPD
53
Jacobs et al. beschrijven in hun artikel elementen die van belang zijn bij
c
het ontwikkelen van trainingsprogramma`s. Eén element daarbij is het
Artikel Jacobs et al. pag. 3+4
evalueren. Wat wordt er bedoelt met formatieve evaluatie? a. Evaluatie waarbij er wordt gekeken hoe het programma is geïmplementeerd b. Evaluatie waarbij er wordt bekeken of alle programma doelen zijn bereikt c.
Evaluatie voorafgaand aan de start van het programma
d. Evaluatie op lange termijn
54
Care programs zijn essentieel in de kwaliteitszorg volgens Berg en
d
Schellekens in hun artikel “Bridging the quality chasm”.
Artikel Berg et al, pag. 76.
Wat is GEEN essentieel element in care programma’s? a. Informatietechnologie b. Professioneel kwaliteitssysteem c.
Geïntegreerde planning
d. Gestandaardiseerde behandelingen
55
De inzet van primary care verpleegkundigen in de huisartsenpraktijk heeft a
Artikel v. Dijk et al,
volgens een studie van van Dijk e.a. geleid tot
pag. 7
a. Zorgverschuiving van bekende diabetespatiënten van internisten naar huisartsen b. Zorgverschuiving van diabetespatiënten van huisartsen naar internisten c.
Minder verwijzingen naar een oogarts door de huisarts
d. Meer contacten door de huisarts met diabetespatiënten
oefenCAT Praktijkcursus Gezondheidszorg MET antw.
Pagina 11 van 11