DOSSIER BANDENLABEL Alles over het nieuwe bandenlabel
INHOUD
HET BANDENLABEL
HET BANDENLABEL
3
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE BRANCHE
5
GRIP OP NAT WEGDEK
6
BRANDSTOFEFFICIENTIE
7
EXTERN AFROLGELUID
9
VEELGESTELDE VRAGEN OVER HET BANDENLABEL
11
COLOFON
15
Op weg naar meer veiligheid in het verkeer, meer milieubewust gedrag en ook om economisch efficiënt te rijden heeft het Europees Parlement het bandenlabel verplicht gesteld. In diverse verordeningen worden de eisen beschreven om banden te classificeren. Daarmee wordt vergelijking van banden onderling mogelijk, zodat het gebruik van veilige, zuinige en stille banden kan worden gestimuleerd. Ingangsdatum De Europese regelgeving is vanaf 1 november 2012 van kracht voor personenwagen-, bestelwagen- en bedrijfsvoertuigbanden die geproduceerd zijn vanaf 1 juli 2012. Het gaat dus om banden vanaf productiecode ‘2712’ (27ste week van 2012). Vanaf deze datum zijn fabrikanten verplicht het label te gebruiken.
2712
Voor welke banden geldt de Europese regelgeving De nieuwe regelgeving geldt voor personenwagenbanden (C1), bestelwagenbanden (C2) en bedrijfsvoertuigbanden (C3) met een aantal uitzonderingen. Dit zijn: vernieuwde banden, Professional-Off-Roadbanden (POR-banden), banden voor competitiedoeleinden, banden met spikes, reservebanden met een Tmarkering, banden die ontworpen zijn voor voertuigen die vóór 1 oktober 1990 zijn geregistreerd, banden met een maximaal toelaatbare snelheid van 80 km/uur en banden waarvan de hieldiameter kleiner is dan 254 mm (10 inch) of groter is dan 635 mm (25 inch).
C1: personenwagenbanden
C2: bestelwagenbanden
C3: bedrijfsvoertuigbanden
De prestatiecriteria Er zijn tientallen prestatiecriteria om de kwaliteit van een band te beoordelen. Voor het bandenlabel richt de aandacht zich op drie belangrijke prestatie-indicatoren: grip van de band op nat wegdek, de brandstofefficiëntie en het externe afrolgeluid. Consumenten en eindgebruikers kunnen met het label banden met elkaar vergelijken als zij nieuwe banden aanschaffen en zo een afgewogen keuze maken. Voorbeelden van criteria die niet op het bandenlabel worden vermeld zijn: slijtvastheid (kilometerrendement), remmen op droog wegdek, geluidsproductie in het voertuig, weggedrag en aquaplaning. Zie de tabel op de volgende bladzijde.
Grip op nat wegdek
2
Dossier bandenlabel – september 2012
Brandstofefficiëntie
Extern afrolgeluid
Dossier bandenlabel – september 3 3
Criteria reguliere bandentest versus het bandenlabel
Testcriteria Financieel prijs Veiligheid algemeen snelheidsproef Veiligheid op droog wegdek remmen handling wegligging Veiligheid op nat wegdek remmen handling wegligging aquaplaning in lengterichting aquaplaning in dwarsrichting zijdelingse grip Veiligheid op besneeuwd wegdek remmen tractie zijdelingse grip Veiligheid op wegdek met ijs remmen zijdelingse grip Milieu brandstofefficiëntie aanwezigheid PAK's slijtvastheid = levensduur extern afrolgeluid intern afrolgeluid
Bandentest
Bandenlabel
JA
NEE
JA
NEE
JA JA JA
NEE NEE NEE
JA JA JA JA JA JA
JA NEE NEE NEE NEE NEE
JA JA JA
NEE NEE NEE
JA JA
NEE NEE
JA JA JA JA JA
JA NEE NEE JA NEE
Spinnenwebdiagram De verschillende prestatiecriteria van een band kunnen in een spinnenwebdiagram worden gezet om de prestaties van een band te beoordelen. Daarmee wordt in één oogopslag zichtbaar op welke punten een band goed scoort of juist minder goed. Het lastige is vaak dat verbetering van het ene criterium ten koste gaat van een ander criterium. Zo zal bijvoorbeeld een verbetering van de grip op nat wegdek de rolweerstand negatief beïnvloeden. Hoewel de band dus altijd een compromis is van allerlei gewenste eigenschappen, leveren de fabrikanten dankzij investeringen van vele miljoenen per jaar steeds betere prestaties, waarbij de noodzakelijke compromissen kleiner worden. 4
Dossier bandenlabel – september 2012
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE BRANCHE
In Verordening (EG) 1222/2009 worden de verantwoordelijkheden van de verschillende marktpartijen beschreven. Van deze marktpartijen worden definities gegeven, zodat duidelijk is welke verantwoordelijkheden voor wie gelden. Verantwoordelijkheden van bandenleveranciers Wat betreft C1- en C2-banden die aan distributeurs of eindgebruikers worden geleverd, moeten leveranciers ervoor zorgen dat op het loopvlak van die banden een sticker is aangebracht met een etiket waarop de brandstofefficiëntieklasse, de gemeten waarde van de rolgeluidemissie, en de klasse grip op nat wegdek staan vermeld. Als alternatief mag het label bij een partij identieke banden ook in gedrukte vorm worden bijgeleverd. Voor C3-banden is de sticker of het gedrukte etiket dus niet verplicht. Technisch reclamemateriaal Onder technisch reclamemateriaal worden verkoopgerichte handleidingen, brochures, folders en catalogi, (zowel gedrukt, elektronisch als online), alsook websites verstaan. Voor C1-, C2- en C3-banden moeten de rolweerstand, de remprestaties op nat wegdek en het geluidsniveau in het technische reclamemateriaal worden vermeld. Als een band, door verschillen in afmetingen of andere parameters, in verschillende klassen kan worden ingedeeld, moet het verschil tussen de slechtst en de best presterende band worden vermeld. Technische documenten Technische documenten zijn documenten met informatie over de band, de fabrikant, het merk, en geven een beschrijving van het bandentype of de bandengroep, testverslagen en de nauwkeurigheid van de testen. De technische documenten moeten voldoende gedetailleerd zijn om op juistheid te controleren. Nadat de laatste band van een bepaald type in de handel is gebracht moeten deze documenten nog vijf jaar worden bewaard. Verantwoordelijkheden van bandendistributeurs Distributeurs moeten ervoor zorgen dat de stickers die door de leveranciers op de band zijn aangebracht goed zichtbaar zijn op het verkooppunt. Als de leverancier alleen een gedrukt etiket heeft geleverd, moet dat etiket bij de band worden getoond. Zijn de banden niet zichtbaar voor de eindgebruiker – bijvoorbeeld door verkoop via internet – dan moet de distributeur de informatie over de parameters op een andere manier verstrekken aan de eindgebruiker. Vermelding op of bij facturen Wat C1-, C2- en C3-banden betreft, moeten distributeurs de rolweerstand, de remprestaties op nat wegdek en het geluidsniveau tevens vermelden op de factuur. Maar de informatie mag ook op een andere manier bij de factuur worden verstrekt. Verantwoordelijkheden van leveranciers en distributeurs van nieuwe voertuigen Als in het verkooppunt de eindgebruiker de mogelijkheid heeft om te kiezen tussen verschillende soorten banden voor het nieuwe voertuig dat hij wil kopen, moeten de leveranciers en distributeurs, vóór de verkoop, van alle aangeboden soort banden informatie verstrekken over de brandstofefficiëntie, de grip op nat wegdek, en het externe afrolgeluid. Het gaat hierbij om C1-, C2- en C3-banden. Deze informatie moet minimaal worden opgenomen in het technische reclamemateriaal.
Dossier bandenlabel – september 5 3
GRIP OP NAT WEGDEK
BRANDSTOFEFFICIËNTIE
De grip van een band op nat wegdek kan verschillen door het voertuigtype of door weersomstandigheden. De remweg van een band met klasse A zal echter altijd 30% korter zijn dan van een band met klasse F (klasse D en G zijn niet in gebruik) als er maximaal geremd wordt bij een snelheid van 80 km per uur, en het voertuig volledig met dezelfde banden is uitgerust. Dit betekent in de praktijk ca. 18 m verschil in remweg.
De rolweerstand van een band kan verschillen door het voertuigtype of door weersomstandigheden. Het brandstofgebruik van een personenwagenband met klasse A is altijd 7,5% lager dan van een band met klasse G, als het voertuig volledig met dezelfde banden is uitgerust. Voor bedrijfsvoertuigbanden kan het verschil zelfs oplopen tot 15%.
Het verband tussen de grip op nat wegdek en de verkeersveiligheid Grip op nat wegdek is het kenmerk voor de veiligheidsprestatie van banden. Het zegt iets over het remvermogen van een band op nat wegdek. Er zijn ook andere parameters relevant voor de veiligheid, zoals wegvastheid, richtingsstabiliteit, vertraging- of remvermogen op nat en droog wegdek bij hoge snelheid en waterafvoervermogen. Grip op nat wegdek is in Europa gekozen als de meest representatieve waarde voor het verlies van wegvastheid. Het meten van grip op nat wegdek De remweg onder natte condities wordt volgens de huidige Europese normen gemeten. Dat betekent dat de test wordt uitgevoerd op een wegdek dat bestaat uit dicht asfalt, voorzien van een laagje water van 0,5 tot 1,5 mm dik. De testauto remt af van 80 km/uur tot 20 km/uur. De gemeten remweg wordt vergeleken met de remweg van een standaard referentieband. Wat betekent het cijfer voor de grip op een nat wegdek? De uitkomst van de test wordt vergeleken met de remweg van een standaardreferentieband. Het cijfer is het percentage dat de gemeten band tijdens de test beter presteert dan de referentieband. Een voorbeeld: een waarde van 132% (grip op nat wegdekindex 1,32) betekent dat deze band onder de testcondities een 32% kortere remweg heeft dan de standaardreferentieband waarvan de remweg op 100% is gesteld. 6
Dossier bandenlabel – september 2012
Brandstofverbruik Het brandstofverbruik van een voertuig is afhankelijk van veel factoren. Bijvoorbeeld: het voertuiggewicht, het motortype, snelheid en snelheidsveranderingen, luchtweerstand, weghelling, rijstijl, mechanische weerstanden in onder meer de aandrijflijn, bandenspanning, airconditioning, algemene verkeersomstandigheden en de rolweerstand van banden. De rolweerstand van de banden van een auto is verantwoordelijk voor circa 20% van het brandstofverbruik. Dossier bandenlabel – september 7 7
EXTERN AFROLGELUID
Het bandenlabel vermeldt het externe afrolgeluid van de band. Drie zwarte golfjes betekent dat de band voldoet aan de huidige regelgeving. Een band met twee zwarte golfjes zal voldoen aan de toekomstige limiet (Verordening 661/2009). En een band met één zwart golfje presteert ten minste 3 dB(A) beter dan twee golfjes. Per golfje meer of minder verschilt het geluid 3 dB(A). De geluidssterkte wordt bij een daling van drie decibel gehalveerd. Dus van drie golfjes naar één golfje is het geluid zelfs 75% minder.
Gemiddelde weerstandskrachten bij gecombineerd gebruik
Het verband tussen grip op nat wegdek en rolweerstand Er zijn veel karakteristieken van een band die de rolweerstand beïnvloeden. Rolweerstand kan beïnvloed worden door wijziging van deze karakteristieken. Enkele daarvan kunnen ook een negatieve invloed hebben op de grip op nat wegdek. Bandenproducenten zoeken altijd naar de optimale balans tussen grip op nat wegdek en rolweerstand. Als de rolweerstand te ver wordt verlaagd, heeft dat te veel negatieve invloed op de grip op nat wegdek. De meting van de rolweerstand van een band Elke band heeft een weerstand tegen rollen. Hoe hoger die rolweerstand, hoe hoger de benodigde kracht om dóór te rollen en hoe hoger daardoor het brandstofverbruik. Een goede indicator voor deze eigenschap van een band is de rolweerstandscoëfficient. Deze coëfficiënt geeft het verband aan tussen het gewicht dat de band moet dragen en de kracht die nodig is om de band te laten rollen. Hoe hoger de coëfficiënt (weergegeven in promille), hoe hoger het brandstofverbruik. Fictief rekenvoorbeeld Bij een brandstofprijs van € 1,80 (benzine), een verbruik van 8 liter/100 km en 14.000 km per jaar scheelt dat € 151,- op jaarbasis. Bij een literprijs van € 2,00 stijgt de besparing tot € 168,- per jaar. Of, anders geredeneerd: bij een levensduur van de band van drie jaar is de brandstofbesparing in dit rekenvoorbeeld zonder veel moeite ruim boven de honderd euro per band. Zie ook de onderstaande tabel. Een lager brandstofverbruik draagt daarnaast bij aan minder CO2-uitstoot; 2% minder verbruik komt overeen met 2% minder CO2uitstoot.
Extern en intern afrolgeluid Er is geen verband tussen intern en extern afrolgeluid. Het is een misverstand dat een laag extern afrolgeluid per definitie betekent dat het stiller wordt in de auto. Evenzo kan een band met een hoog extern afrolgeluid, weinig afrolgeluid in de auto veroorzaken.
Fictief rekenvoorbeeld brandstofefficiëntie klasse A t.o.v. klasse G
Variabelen
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
14.000 8 € 1,80
14.000 8 € 2,00
14.000 10 € 2,00
Totale besparing in 3 jaar (7,5%)
€ 453,60
€ 504,00
€ 630,00
- levensduur band 3 jaar
Besparing in 3 jaar per band
€ 113,40
€ 126,00
€ 157,50
- normaal rijgedrag
Jaarkilometrage Gemiddeld verbruik (l/100 km) Brandstofprijs
8
Dossier bandenlabel – september 2012
Voorbeeld 3 Uitgangspunten - brandstof benzine - bandenspanning volgens fabrieksopgave
Dossier bandenlabel – september 9 7
VEELGESTELDE VRAGEN OVER HET BANDENLABEL
Nr
Vraag
Antwoord
1
Wat is het doel van het bandenlabel?
2
Waar gaan de regels over?
3
Moeten alle banden voorzien zijn van een bandenlabel?
4
Moeten banden die buiten de EU worden geproduceerd ook aan de regelgeving voldoen? Waarom krijgen POR-banden geen bandenlabel?
Het bandenlabel is bedoeld om het gebruik van veilige, zuinige en stille banden de stimuleren. De aandacht richt zich daarvoor op drie belangrijke prestatie-indicatoren: grip van de band op nat wegdek, de brandstofefficiëntie en het externe afrolgeluid. Consumenten en eindgebruikers kunnen daardoor banden met elkaar vergelijken als zij nieuwe banden aanschaffen en zo een afgewogen keuze maken. De regelgeving schrijft voor dat bepaalde eigenschappen van banden gecommuniceerd moeten worden naar de consument. Die informatie gaat over: - De impact van de rolweerstand van de band op de brandstofefficiëntie van het voertuig (van belang voor de economische prestatie en voor de hoeveelheid CO2-uitstoot). - De impact van de grip van de band op nat wegdek op de veiligheid van het voertuig. - En het externe afrolgeluid van de band, weergegeven in decibels. Dus niet het geluid in het voertuig. De informatie gaat over personenwagen-, bestelwagen- en bedrijfsvoertuigbanden, ook wanneer deze banden worden gemonteerd op opleggers en aanhangwagens. Nee, de regelgeving geldt voor personenwagen-, bestelwagen- en bedrijfsvoertuigbanden met uitzondering van vernieuwde banden, ProfessionalOff-Road-banden (POR-banden), banden voor competitiedoeleinden, banden met spikes, reservebanden met een T-markering, banden die ontworpen zijn voor voertuigen die vóór 1 oktober 1990 zijn geregistreerd, banden met een maximaal toelaatbare snelheid van 80 km/uur en banden waarvan de hieldiameter kleiner is dan 254 mm (10 inch) of groter is dan 635 mm (25 inch). Daarnaast vallen gebruikte (eerder gemonteerde) en zo goed als nieuwe banden buiten de Europese regelgeving. Ja, alle banden die verkocht worden in de 27 lidstaten van de Europese Unie moeten vanaf 1 november 2012 voldoen aan de nieuwe eisen (met uitzondering van banden geproduceerd voor 1 juli 2012).
5
6
Vernieuwde banden zijn uitgezonderd voor het label. Blijft dat zo?
Professional-Off-Road-banden zijn speciaal ontwikkeld om in het terrein optimale wegvastheid te realiseren bij zeer slechte omstandigheden. Het is daarom niet realistisch om POR-banden te vergelijken met ‘gewone’ banden en de drempelwaarden voor het bandenlabel. Er zijn plannen om eisen aan vernieuwde banden te verbinden, echter, pas na een gedegen inschattingsonderzoek. De resultaten van dit onderzoek zullen uiterlijk in maart 2016 gepubliceerd worden. Intussen heeft de Europese koepelorganisatie voor de onafhankelijke bandenvernieuwers (BIPAVER) initiatieven ondernomen om na gedegen onderzoek een gelijkwaardig label te ontwikkelen.
Dossier bandenlabel – september 10 11
Nr
Vraag
Antwoord
7
Wanneer gaat de regelgeving in?
8
Wie verzorgt de informatie aan de consument?
De regelgeving is vanaf 1 november 2012 van kracht voor personenwagen-, bestelwagen- en bedrijfsvoertuigbanden die geproduceerd zijn vanaf 1 juli 2012. Het gaat dus om banden vanaf productiecode ‘2712’ (27ste week van 2012). Drie marktpartijen hebben de plicht om de consument voor te lichten: 1. Bandenleveranciers (producenten en importeurs) a. Voor personenwagen-, bestelwagen- en bedrijfsvoertuigbanden moet de informatie beschikbaar zijn in het technisch reclamemateriaal, respectievelijk op hun websites. b. Voor personenwagen- en bestelwagenbanden hebben producenten en importeurs de keuze tussen het aanbrengen van een sticker op het loopvlak en het meezenden van een bandenlabel bij de aflevering van een partij identieke banden bij de retailer. 2. Retailers (verkooppunten) a. Retailers moeten ervoor zorgen dat de consument vóór de aankoop duidelijke en zichtbare informatie krijgt in de vorm van een sticker of een bandenlabel bij de personen- en bestelwagenband. b. Als de band bij de aanschaf niet zichtbaar is – bijvoorbeeld bij webshops en telefonische verkoop – moeten retailers ervoor zorgen dat de consument duidelijke informatie krijgt. c. Retailers moeten de klassen voor de brandstofefficiëntie en de grip op nat wegdek, en gemeten waarde voor het externe afrolgeluid vermelden op de factuur of deze meeleveren met de factuur.
9
10
10
De Europese Verordening stelt eisen aan technisch reclamemateriaal. Mag ook een andere taal worden gebruikt? Wat zijn de waarden voor de rolweerstanden en voor grip op nat wegdek?
Dossier bandenlabel – september 2012
3. Leveranciers en distributeurs van voertuigen a. Leveranciers en distributeurs van nieuwe voertuigen moeten de klassen voor brandstofefficiëntie en grip op nat wegdek, en de klasse en de gemeten waarde voor extern afrolgeluid benoemen voor alle banden die voor het voertuig in aanmerking komen en waaruit de koper van het voertuig kan kiezen om als eerste montageband gemonteerd te worden. b. Als sprake is van een aanbod in een andere maat of een ander type band, al dan niet gemonteerd op het standaard wiel, en de koper van het nieuwe voertuig kan kiezen uit dit aanbod, dan moet vooraf de labelinformatie ten minste in het technische reclamemateriaal worden verstrekt. De taal waarin de technische documentatie geschreven moet zijn, is niet expliciet in de verordening aangegeven. Vooralsnog wordt een andere taal dan Nederlands en Frans – bij voorkeur Engels of Duits – geaccepteerd in b-to-b-situaties. Als technisch reclamemateriaal bedoeld is voor de consument, dan wordt van de leverancier verwacht dat de toelichting in de Nederlandse en Franse taal is opgesteld zodat de informatie begrijpelijk is. De waarden zijn verkregen door een geharmoniseerde testmethode, vastgelegd in UN-ECE 117.02.
Nr
Vraag
Antwoord
Nr
Vraag
Antwoord
11
Wat zijn de waarden voor het externe afrolgeluid?
19
Wat is rolweerstand?
12
Waarom zijn er verschillen tussen de waarden van het label en de uitkomsten van gepubliceerde bandentest?
De waarden zijn verkregen door een geharmoniseerde testmethode, vastgelegd in UN-ECE 117.02. Naast de absolute waarde is er aanvullend een markering voor de geluidsproductie in relatie tot bestaande en komende regelgeving. Zo voldoet een band met drie zwarte golfjes aan de huidige regelgeving (Richtlijn 2001/43). Twee golfjes zal voldoen aan de toekomstige limietwaarde en één golfje presteert ten minste 3 dB(A) beter dan de toekomstige limietwaarden in Verordening 661/2009. Voor het label worden slechts drie prestatiecriteria getoetst onder geharmoniseerde testomstandigheden. Onafhankelijke testinstanties (ADAC, TÜV, enz.) testen onder eigen (vaak niet-geharmoniseerde) omstandigheden en maken gebruik van meer prestatiecriteria met verschillende wegingsfactoren. Bij de ontwikkeling van een band houden producenten rekening met vele tientallen prestatiecriteria. Voorbeelden van deze criteria zijn: slijtvastheid (kilometerrendement), remmen op droog wegdek, geluidsproductie in het voertuig, weggedrag en aquaplaning. Alle testprocedures zijn omschreven in bijlage I en V van Verordening 1222/2009 nadat deze is gewijzigd door Verordening 228/2011 en Verordening 1235/2011. Veelal wordt verwezen naar en gemeten volgens UN-ECE 117.02. Voor het meten van de grip op nat wegdek is voor bestelwagen- en bedrijfsvoertuigbanden tevens ISO-norm 15222:2011 relevant. In algemene zin mag gesteld worden dat de algemeen geaccepteerde geluidsmeting geen toelichting meer nodig heeft. Voor rolweerstand (laboratoriumtest) is een alignementprocedure beschreven waarmee de rolweerstandcoëfficiënt wordt gemeten en waarmee laboratoria met elkaar vergeleken kunnen worden. Voor de metingen van grip op nat wegdek is de relatieve testmethode gebruikt, waarbij de waarde wordt uitgedrukt in de prestaties van de referentieband. Op deze manier worden de verschillen tussen de varianten van testcentra en wegdekken geëlimineerd. De Europese regelgeving verplicht fabrikanten het label te gebruiken vanaf 1 november 2012 voor banden die geproduceerd zijn na 30 juni 2012.
20
Hoe draagt de rolweerstand bij aan het brandstofverbruik van voertuigen?
21
Wat is het verband tussen grip op natwegdek en rolweerstand?
22
Wat is het verband tussen de grip op nat wegdek en de verkeersveiligheid in het bijzonder onder verschillende weersomstandigheden? Wat is het verschil tussen de limiet en de classificatie?
Rolweerstand is een kracht die tegenovergesteld is aan de rijrichting van een rollende band. Als gevolg van het voertuiggewicht wordt de band gedeformeerd in het contactvlak met het wegdek. Deze vervorming veroorzaakt interne verliezen die vergelijkbaar zijn met het minder hoog terugstuiten van een vallende rubberen bal. De rolweerstand van banden kan uitgedrukt worden in een kracht (N) of als coëfficiënt (RRC). Deze coëfficiënt is gedefinieerd als de RR (N) gedeeld door de bandenbelasting (kN). Het voordeel van de RRC is dat een eenvoudige vergelijking van banden mogelijk is bij montage onder verschillende voertuigen. De motor van het voertuig moet vermogen realiseren om de rolweerstand te overwinnen. Dit vermogen kost brandstof. De vuistregel laat zien dat bij personenauto’s ca. 6% daling in rolweerstand ongeveer 1% minder brandstofverbruik oplevert. Vele andere factoren dragen bij aan het brandstofverbruik. Bijvoorbeeld aerodynamica, voertuiggewicht, motortype, airconditioning, weghelling, rijstijl, bandenspanning en algemene verkeersomstandigheden. Er zijn veel karakteristieken van een band die de rolweerstand beïnvloeden. Rolweerstand kan beïnvloed worden door wijziging van deze karakteristieken. Enkele daarvan kunnen ook een negatieve invloed hebben op de grip op nat wegdek. Bandenproducenten zoeken altijd naar de optimale balans tussen grip op nat wegdek en rolweerstand. Als de rolweerstand te ver wordt verlaagd, heeft dat te veel negatieve invloed op de grip op nat wegdek. Grip op nat wegdek is het kenmerk voor de veiligheidsprestatie van banden. Het zegt iets over het remvermogen van een band op nat wegdek. Er zijn ook andere parameters relevant voor de veiligheid, zoals wegvastheid, richtingsstabiliteit, vertraging- of remvermogen op nat en droog wegdek bij hoge snelheid en waterafvoervermogen. Grip op nat wegdek is in Europa gekozen als de meest representatieve waarde voor het verlies van wegvastheid. De limiet is het minimaal acceptabele toelatingsniveau voor een band op de Europese markt. De classificatie voor het label geeft aan wat het prestatieniveau is in een gedefinieerde testomgeving voor de brandstofefficiëntie, grip op nat wegdek en het extern afrolgeluid. Het is de verantwoordelijkheid van nationale toezichthouders om de conformiteit van de waarden te beoordelen. De procedures voor dit toezicht zijn beschreven in de bijlage IV van Verordening 1235/2011. De Europese Commissie zal werkzaamheden starten om een geharmoniseerde brandstofcalculator te ontwikkelen. Deze calculator, die het mogelijk maakt om verschillen in brandstofverbruik te berekenen, kan op termijn eventueel op de websites van individuele bandenleveranciers worden geplaatst.
13
Welke testprocedures worden gebruikt?
14
Hoe gaat de industrie om met de verschillen tussen de onderscheiden en bestaande testmethoden?
15
16
17
18
12
Wanneer nemen de bandenfabrikanten het label in gebruik? Wat zijn de prestaties van banden voor wet grip, brandstofefficiëntie en afrolgeluid? Wordt er voorzien in een centrale database?
Wordt de zijwandmarkering aangepast aan de nieuwe regelgeving?
Dossier bandenlabel – september 2012
Nu alle testmethoden vastliggen is een start gemaakt om tijdig en onder toezicht van toezichthouders alle producten te waarderen. Elke producent of importeur in de EU is zelf verantwoordelijk voor de uitvoering.
De Europese Commissie heeft besloten om de ontwikkeling en het onderhoud van een centrale database aan de markt over te laten. In Nederland beschikt Vereniging VACO over een database (de BAC-database), die in samenwerking met bandenleveranciers wordt geactualiseerd om labelinformatie centraal beschikbaar te kunnen stellen. Voor het bandenlabel conform Verordening 1222/2009 is geen aanpassing van de zijwandmarkering noodzakelijk.
23
24
25
26
Hoe is de naleving van het bandenlabel geborgd? Zijn er plannen voor een brandstofcalculator om de invloed van de rolweerstand duidelijk te maken? Is de grip op nat wegdek voor zomeren winterbanden vergelijkbaar?
Ja, maar u moet zich realiseren dat de meetcondities voor beide groepen verschillend zouden moeten zijn. De buitentemperatuur voor winterbanden speelt een belangrijke rol, evenzo de vormgeving van het profiel en de profieldelen. De oppervlaktetemperatuur van de natgemaakte testbaan en de omgevingstemperatuur moeten tussen 2°C en 20°C liggen voor winterbanden en tussen 5°C en 35°C voor zomerbanden. Een ‘B’ voor een winterband is dus ongelijk aan een ‘B’ voor een zomerband.
Dossier bandenlabel – september 13 13
Nr
Vraag
Antwoord
27
Waarom zijn de testresultaten voor grip op nat wegdek voor winterbanden in het algemeen minder dan zomerbanden? Kan ik als retailer mijn bestaande voorraad banden nog verkopen na 1 november 2012? Wat gebeurt er als de verordeningen niet worden nageleefd? In welke Europese publicaties worden de voorschriften voor het bandenlabel beschreven?
Wil men tot een gelijkwaardige uitkomst komen, dan moeten de meetcondities per categorie worden aangepast. De rubbersamenstelling van winterbanden moet bij lagere temperaturen presteren en niet, zoals de meetmethodiek nu voorschrijft, bij hogere temperaturen.
28
29
30
Alleen banden voorzien van een productiecode van voor 1 juli 2012 (2712) kunnen na 1 november 2012 nog worden verkocht zonder label. Banden met een uitzondering (zie vraag 3) kunt u zonder label blijven verkopen.
Zowel leveranciers als distributeurs moeten voldoen aan de nieuwe regelgeving. Het is de verantwoordelijkheid van de nationale overheid om de strafmaat te bepalen. • • • •
• •
Verordening 661/2009 typegoedkeuringsvoorschriften aan voertuigen. Verordening 1222/2009 etikettering van banden. Verordening 228/2011 wijziging Verordening 1222/2009 over de testmethode grip op nat wegdek van personenwagenbanden. Rectificatie van Verordening 228/2011. Verordening 1235/2011 wijziging Verordening 1222/2009 over de gripklasse van banden op nat wegdek, het meten van de rolweerstand en de controleprocedure. UN-ECE Reglement 117.02.
COLOFON
Hoewel aan de inhoud van deze uitgave uiterste zorg is besteed, kunnen betrokkenen op geen enkele wijze aansprakelijkheid aanvaarden voor onvolledigheden of onjuistheden in deze uitgave. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd of openbaar worden gemaakt zonder schriftelijke toestemming van Vereniging VACO, Bedrijfstakorganisatie voor de Banden- en Wielenbranche in Nederland. Pneuband.be geniet de steun van de volgende bandenfabrikanten: Bridgestone, Continental, Dunlop, Goodyear, Michelin, Toyo Tires en Vredestein.
Primaire bron: ETRMA, bewerking door Vereniging VACO.
Vereniging VACO Bedrijfstakorganisatie voor de Banden- en Wielenbranche
Federauto VZW Belgische Confederatie van de Autohandel en -reparatie en van de Aanverwante Sectoren
Archimedesweg 31 2333 CM Leiden Nederland
Jules Bordetlaan 164 1140 Brussel België
Telefoon Fax E-mail Internet
Telefoon Fax E-mail Internet
+31 (0)71 568 69 70 +31 (0)71 568 69 71
[email protected] www.vaco.nl
02/778.62.00 02/778.62.22
[email protected] www.federauto.be
Pneuband.be Commissie van Bandenfabrikanten – Federauto
Avenue Jules Bordetlaan 164 1140 Brussel België
Telefoon Fax E-mail Internet
02/778.62.00 02/778.62.24
[email protected] www.pneuband.be
Realisatie Uitgever: Stichting SUBP Redactie en coördinatie: Stichting SUBP Vormgeving en reproductie: Stichting SUBP © Vereniging VACO November 2012 14
Dossier bandenlabel – september 2012
Dossier bandenlabel – september 15 13
Federauto VZW
Pneuband.be
Jules Bordetlaan 164 1140 Brussel België
Avenue Jules Bordetlaan 164 1140 Brussel België
Telefoon 02/778.62.00 Fax 02/778.62.22 E-mail
[email protected] Internet www.federauto.be
Telefoon 02/778.62.00 Fax 02/778.62.24 E-mail
[email protected] Internet www.pneuband.be
Belgische Confederatie van de Autohandel en -reparatie en van de Aanverwante Sectoren
Commissie van Bandenfabrikanten ─ Federauto