Vragen en antwoorden aan GL/PvdA over het nieuwe gemeentekantoor Aanleiding Het is onrustig op de Utrechtse Heuvelrug. De gevolgen van de economische crisis zijn ook in onze gemeente voor de inwoners voelbaar en zichtbaar aan het worden. De gemeente moet de teugels aantrekken en flinke bezuinigingen doorvoeren. Inwoners vragen zich af of in deze tijd het fors investeren in een nieuw gemeentekantoor nog wel verantwoord is en prioriteit heeft. Een artikel in het Binnenlands Bestuur in oktober 2010 laat zien dat het gemeentekantoor in de Utrechtse Heuvelrug in verhouding tot andere te bouwen gemeentehuizen duur is. Dit artikel leidde tot nog meer bezorgdheid, onbegrip en verontwaardiging bij de inwoners. De onrust van veel inwoners is expliciet tot uitdrukking gebracht met een burgerinitiatief dat bijna ruim 5385 handtekeningen opleverde onder de petitie ‘stop de bouw van het nieuwe gemeentekantoor’. Fractie en besturen van GroenLinks/PvdA hebben een aantal gesprekken gevoerd met de achterban over de ontstane twijfel en onrust. De fractie heeft het besluitvormingsproces in de voorbije jaren nog eens geschetst en antwoord gegeven op veel vragen. Op verzoek van de leden en betrokkenen geeft GL/PvdA hieronder een overzicht van de meest gestelde vragen en haar antwoorden daarop.
DE VRAGEN 1. Klopt het artikel in het Binnenlands Bestuur? 2. Wat zijn de investeringskosten en jaarlasten van het gehele nieuwbouwplan? 3. Waarom is de grond zo duur? 4. Kon het elders in de gemeente niet goedkoper? 5. Hoe duurzaam wordt het nieuwe gemeentekantoor en wat is de terugverdientijd? 6. Maakt de verschijningsvorm het plan zo duur? Kan het niet goedkoper? 7. Wat kost de instandhouding van de kantoren in Driebergen, Maarn en Leersum? 8. Wat zijn de (financiële) consequenties van afblazen van het gehele project? 9. Is gefaseerde invoering een optie? 10. Kan besluitvorming over de gunning worden uitgesteld en welke consequenties heeft dit? 11. Is GroenLinks/PvdA, mede gezien recente financiële debacles van deze gemeente, niet bang voor financiële overschrijdingen bij dit omvangrijke project? 12. Leidt één centraal kantoor echt tot efficiencywinst en betere dienstverlening? 13. Leidt één centraal gemeentekantoor tot verdwijnen van de loketten in de dorpen? 14. Hoeveel ambtenaren komen er in het nieuwe kantoor, hoeveel ruimte hebben ze en hoeverre is rekening gehouden met flexibel werken en ‘het nieuwe werken’? 15. Hoe gaat de buitenruimte rondom het nieuwe gemeentekantoor er uit zien? 16. Hoe zit het met parkeren en de verkeerssituatie aan de Dorpsstraat? 17. Waar vind ik achtergrondinformatie over het project gemeentekantoor?
DE ANTWOORDEN 1.
Klopt het artikel in het Binnenlands Bestuur? http://www.binnenlandsbestuur.nl/vakgebieden/publieke-zaken/het-ene-gemeentehuisis-het-andere-niet.368309.lynkx
We hebben geen reden om aan te nemen dat het artikel onjuistheden bevat. Wel merken we op dat in veel nieuwbouwplannen ook de trouwzaal, de raadszaal, de publieksruimten en het bestuurscentrum zijn meegenomen. Deze zijn en blijven in de Utrechtse Heuvelrug ondergebracht in het Cultuurhuis. Voor die ruimten en de 71 medewerkers die daar werken is 1,5 mln opgenomen in de berekeningen van het Binnenlands Bestuur. In het eerste overzicht bij het artikel: ‘de totaalkosten: top vijf duurste gemeente per ambtenaar’ staat de gemeente Utrechtse Heuvelrug (ondanks de relatief ‘goedkoop’ gehuisveste medewerkers in het cultuurhuisgedeelte) bovenaan. Kijken we naar het tweede overzicht, ‘de totaalkosten: top vijf duurste gemeente per inwoner’ dan komt de gemeente Utrechtse Heuvelrug, met een prijs van € 533,-, bij lange na niet voor in de top vijf. Het artikel geeft duidelijk en eerlijk weer dat de gemeente Utrechtse Heuvelrug duur uit is door de hoge grondkosten (5,7 miljoen) voor het gemeentekantoor. Deze grond was tot voor kort eigendom van een projectontwikkelaar, die hier op basis van een oude Doornse toezegging appartementen wilde bouwen. De gemeente moest de projectontwikkelaar uitkopen. Verder wordt terecht als kostenverhogend aspect de rustieke uitstraling en parkachtige inrichting genoemd. Door de stedenbouwkundige wens tot beperking van de bouwhoogte en het bouwvolume is gekozen voor de kostenverhogende oplossing van losstaande paviljoens met ondergrondse verbindingen, vergader- en parkeerruimte. 2.
Wat zijn de investeringskosten en jaarlasten van het gehele nieuwbouwplan?
Het investeringskrediet nieuwe gemeentekantoor is 25 mln euro. Daarnaast is er 0,5 mln euro investeringskrediet voor het implementeren van het flexibel kantoorconcept en het vervoersmanagement én 0,5 mln euro investeringskrediet voor de kantoorinventaris. De kosten voor inrichting van de buitenruimte vormen onderdeel van het bestek van de aanbesteding en zijn niet openbaar. Taakstellend budget €1850 per m2 (BVO 5319 m2). Inclusief parkeren is dit kengetal €1612 per m2 BVO. Het college refereert voor enig vergelijk aan de jaarlijkse kengetallen voor de bouw van het Bureau Documentatie Bouwwezen. Het kengetal voor totale investeringskosten per m2 BVO voor een gemiddeld kantoorpand (prijspeil 2010) bedraagt bij hen € 1827. De huisvestingslasten op jaarbasis bedragen € 1.450.000. 3.
Waarom is de grond zo duur?
De raad heeft de grond in februari 2007 gekocht van projectontwikkelaar Van Grootheest voor € 4.960.000 (€ 3,9 mln voor ontbinding van het contract en € 1,7 mln voor derving opbrengst grond). Daaraan zijn rentekosten en grondvoorbereidingskosten toegerekend. Dit brengt de totale post grondkosten op € 5,7 mln.
4.
Kon het elders in de gemeente niet goedkoper?
De stuurgroep herindeling heeft begin 2005 een principebesluit genomen over één centraal gemeentekantoor. De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft in 2006 nog eens alle plussen en minnen tegen elkaar afgewogen en kwam tot hetzelfde besluit. Maar voordat in februari 2007 definitief gekozen is voor de locatie naast het cultuurhuis in Doorn is op basis van de voorwaarden onderzoek gedaan naar mogelijke locaties. Geen van de onderzochte locaties voldeed. Ook werd duidelijk dat het aanpassen van bestaande huisvesting (zoals bijvoorbeeld Hogeschool de Horst) veel duurder uitkwam dan nieuwbouw. 5.
Hoe duurzaam wordt het nieuwe gemeentekantoor en wat is de terugverdientijd?
Duurzaamheid is (naast het financiële kader en de rustieke verschijningsvorm) één van de drie hoofdkaders van het nieuw te bouwen gemeentekantoor. Voor GroenLinks/PvdA een essentieel kader waar we gedurende de gehele besluitvormingsperiode voor hebben gevochten en over hebben gewaakt. Onze aanvankelijke inzet was een maximale duurzaamheid (MIG score van 300) maar dat bleek zonder eigen elektriciteitopwekking niet haalbaar. De optie dit op termijn wel/meer te gaan doen blijft open. Met de uiteindelijke MIG score van 235 is GroenLinks/PvdA dik tevreden. Het wordt een zeer duurzaam kantoor, dat belangrijk zal bijdragen aan de ambitie van deze gemeente om in 2015 energieneutraal te functioneren, waarbij zo min mogelijk een toevlucht wordt genomen tot compenserende maatregelen. Het definitieve ontwerp behaalt een Greencalc+ Milieu Index Gebouw (MIG) van 235. Daarmee krijgt het gebouw het Greencalc+ A-label. Bij de berekeningen is uitgegaan van een referentiegebouw met alleen kantoorfuncties en van een levensduur van het gebouw van 35 jaar. De GreenCalc+ Milieu Index Gebouw (MIG) is een rapportcijfer voor de duurzaamheid van het gebouw. Voor het berekenen van deze duurzaamheidscore wordt gekeken naar de duurzaamheid van het materiaalgebruik (15%), het energiegebruik (80%) en het watergebruik (5%) van het gebouw. De meeste winst is te behalen uit beperken van het energiegebruik. De berekening is gebaseerd op integrale levenscyclusanalyses. Dat wil zeggen dat bij de berekening van de duurzaamheid gekeken is naar duurzaamheid vanaf de winning van de grondstoffen, productie, transport, gebruik tot en met de afvalverwerking. De gemeente heeft ook de GPR gebouwscore berekend. Dit is een rapportcijfer (van 1 tot 10) voor de duurzaamheid van het gebouw. Het is niet goed mogelijk om een GPR gebouwscore te vergelijken met GreenCalc+ MIG scores, omdat Greencalc+ en GPR gebouw naar verschillende aspecten van duurzaamheid kijken. De gemeente werkt in haar duurzaam bouwen beleid vooral met de score van GPR gebouw en heeft er daarom voor gekozen om naast de GreenCalc+ MIG score ook een GPR gebouw score te berekenen. Het GPR gebouw cijfer is een gemiddelde van de duurzaamheidspunten die het gebouw scoort op het gebied van energie, milieu (materialen, milieuzorg en water), gezondheid (geluid, luchtkwaliteit, comfort), gebruikskwaliteit (toegankelijkheid, functionaliteit, technische kwaliteit en sociale veiligheid) en toekomstwaarde (toekomstgerichte voorzieningen, flexibiliteit en belevingswaarde). Het definitief ontwerp behaalt een GPR gebouwscore van 8. Op energie wordt een 8.3 gehaald, wat betekent dat het gemeentekantoor zéér energiezuinig wordt. Het definitief ontwerp heeft dan ook een Q/Q van 0,42. Dat wil zeggen dat het definitief ontwerp van het nieuwe gemeentekantoor een 58% betere energieprestatie heeft dan een standaard gemeentekantoor dat wordt gebouwd volgens het ten tijde van het onderzoek (2010) geldende bouwbesluit. Dit komt door een bijzonder goede isolatie, zoals drielaags glas, een zeer efficiënte verwarming met behulp van warmte koude opslag, kunstharsgebonden
pleisterwerk met hoge isolatiewaarde en duurzame energieopwekking met zonnepanelen, slim ingepast in de rustieke verschijningsvorm. Om water te besparen krijgt het gemeentekantoor een regenwatersysteem. Regenwater wordt verzameld en opgeslagen en vervolgens gebruikt om de toiletten mee door te spoelen. Daarnaast krijgen de toiletten spoelonderbrekingen en de douches waterbesparende douchekoppen. Hierdoor is er minder drinkwater nodig. Het kantoor wordt gebouwd met FSC-hout en er worden geen materialen gebruikt zoals koper en zink. Ondanks deze keuzes blijven de duurzaamheidscores voor materialen in Greencalc+ en GPR gebouw enigszins achter, door de betonconstructie waarvoor gekozen is. Bij het ontwerp is actief rekening gehouden met duurzaam vervoer. Er komt een goed en veilig bereikbare grote ondergrondse fietsenstalling en zijn er douches en een kleedruimte voor de fietsers. Doordat de gemeentelijke kantoren door de nieuwbouw op een locatie samenkomen zal het zakelijk verkeer van de gemeente afnemen. Daarnaast wordt duurzaam vervoersmanagement geïmplementeerd voor zakelijk verkeer én woon-werkverkeer. Het nieuwe kantoor wordt niet alleen duurzaam gebouwd maar er is uiteraard ook aandacht voor duurzaam beheer en gebruik. Naast energiebeheer wordt daarbij gewerkt aan duurzame automatisering, duurzame inkoop en inrichting en duurzaam afvalbeheer. Door toepassing van het nieuwe werken zijn er minder werkplekken nodig. Medewerkers krijgen geen vaste werkplek meer. Hierdoor staan bureaus minder vaak leeg, wanneer mensen parttime werken of in overleg zijn. Door het flexibel kantoorconcept is er ‘minder gebouw’ nodig per medewerker en dus ook minder materialen en energie voor de bouw en het gebruik van het kantoor. Ook is het gebouw meer toekomst bestendig omdat de ruimtelijke indeling relatief makkelijk aanpasbaar is. N.B.
Voor berekeningen van Greencalc+, MIG en GPR gebouw en energieprestatie EPC en Q/Q én voor documenten zoals duurzaamheidsuitgangspunten voorontwerp en het rapport bouwfysisch en akoestische beoordeling definitief ontwerp zie: http://www.gemeenteutrechtseheuvelrug.nl/index.php?mediumid=29&pagid=2959. Voor vergelijkingen met andere gebouwen: http://www.greencalc.com/Voorbeeldprojecten_GC_v2.html
Terugverdientijd: Bij een dergelijk innovatief ambitieniveau zijn er meerkosten bij de bouw en investering. De meerinvestering ten behoeve van duurzame maatregelen wordt vooral terugverdiend door een belangrijke besparing op de energielasten. Daarbij betekent een duurzaam gebouw waardevermeerdering/ toekomstwaarde van het vastgoed door hoger comfort- en kwaliteitsniveau en toevoeging van flexibiliteit. Een daadwerkelijk duurzaam gebouw is, zeker vanuit een lange termijn perspectief, een aantrekkelijke investering. De terugverdientijd van de duurzaamheidinvesteringen van dit gemeentekantoor is 10 jaar. 6.
Maakt de verschijningsvorm het plan zo duur? Kan het niet goedkoper?
De uitgangspunten van de nieuwbouw zijn sober en doelmatig. Maar er drie fors kostenverhogende factoren. Naast een hoge duurzaamheidsambitie die de aanvankelijke investering hoger maakt en de dure grond is het ook de verschijningsvorm en de landschappelijke inpassing die dit project duurder maken dan strikt noodzakelijk. Het gaat dan met name om de keuze gedeeltelijk ondergronds te bouwen om de hoogte te kunnen beperken en om het bouwen van drie paviljoens in plaats van één groot gebouw om een betere parkachtige inpassing in de omgeving mogelijk te maken. Dat kan dus goedkoper. Ook het
bouwvolume heeft invloed op de prijs en is met 0,8 werkplek per fte ruimer dan strikt nodig bij optimaal invoeren van het flexibel kantoorconcept en het nieuwe werken. Op dit moment nog veranderen van het bouwplan brengt hoge kosten met zich mee. De aanbesteding van het project is achter de rug en de gunningprocedure loopt. Er is al veel geld uitgegeven. Wijzigen van het bestek betekent dat daar de kosten van een nieuw bestek en een nieuwe aanbestedingsprocedure bij komen. 7.
Wat kost de instandhouding van de kantoren in Driebergen, Maarn en Leersum?
De totale kosten voor de vier huidige gemeentekantoren (exploitatiekosten, rentelasten etc.) zijn op jaarbasis nauwelijks lager dan die van het nieuw te bouwen kantoor én het gemeentelijk deel van het cultuurhuis. Daarbij is uitgegaan van de huidige situatie zonder rekening te houden met opknapkosten en hogere bedrijfsvoeringskosten. Wanneer de gemeente de huidige kantoorpanden in stand wil houden moeten deze grondig opgeknapt worden. Dat betekent investeren in oudbouw, zonder daarmee optimale arbeidsomstandigheden en duurzaamheid te bereiken. Arcadis heeft berekent dat het opknappen van de huidige huisvesting, zodat deze tenminste nog 25 jaar mee gaat en zal voldoen aan wet- en regelgeving , een investering van 11 mln euro vraagt. Hierbij gaat het niet alleen om arbo-eisen, maar ook om milieumaatregelen, opheffen slechte isolatie, ruimtes geschikt maken voor het nieuwe werken, vernieuwen van de installaties etc. In de berekeningen is een opslag toegepast voor architecthonorarium en overige advieskosten. Er is gerekend met 20% aanbestedingsvoordeel. Voor deze investering is in de begroting geen dekking aanwezig. We kunnen zonder twijfel concluderen dat in stand houden van de huidige situatie zal leiden tot hogere jaarlasten dan nieuwbouw. 8.
Wat zijn de (financiële) consequenties van afblazen van het gehele project?
Als de gemeente nu, aan het einde van het proces, nog zou besluiten het nieuwbouwproject niet door te laten gaan, hebben we te maken met aangegane verplichtingen en met tevergeefs uitgegeven en dus weggegooid geld. Het college heeft aan directiekosten (o.a. architect e.a. adviseurs), bestemmingsplankosten en leges € 2,3 mln is uitgegeven. Daar komt € 5.7 mln aan grondkosten (met voorbereidingskosten en rentetoerekening) bij. De raad heeft in februari 2007 besloten dat op de grond en het voorbereidingskrediet niet wordt afgeschreven en alleen rekening moet worden gehouden met de rentecomponent (3,7% = € 202.020 per jaar). De jaarlijkse rentecomponent is gedurende de drie jaar looptijd van de voorbereiding (2008, 2009, 2010) bijgeschreven op de boekwaarde. Vanaf 1 januari 2011 moet, indien de bouw niet gestart wordt, de rentelast structureel worden opgenomen in de exploitatie. Hiervoor is geen dekking aanwezig. Daarnaast is er de onzekere kostenfactor van mogelijke rechtsgevolgen. De grond kan natuurlijk weer verkocht worden maar zal al alleen een met de aankoopprijs vergelijke prijs opbrengen als de raad/inwoners bereid zijn om een groot bouwplan toe te staan op deze grond. Het oorspronkelijke plan van Grootheest ging uit van vijftig appartementen. Verder is het zo dat voor elke andere bestemming dan een gemeentekantoor een bestemmingsplanprocedure gelopen moet worden met de daarbij komende kosten. 9.
Is gefaseerde invoering een optie?
Een gefaseerde realisatie van het nieuwbouwproject heeft tot gevolg dat de aannemers opnieuw een prijs moeten opgeven. De aanbesteding van hetzelfde plan mag echter niet nog eens in de markt geplaatst worden (concurrentievervalsing door beschikken over voorkennis bij de vijf inschrijvers). Gevolg is dat de gehele aanbestedingsprocedure opnieuw moet. 10.
Kan besluitvorming over de gunning worden uitgesteld? Welke consequenties heeft dit?
De gunning moet uiterlijk 1 september 2011 plaatsvinden. Na die tijd zijn de aannemers niet meer gehouden aan de door hen opgegeven prijs. Wanneer de gunning voor 1 september 2011 niet heeft plaatsgevonden is de aanbesteding ongeldig geworden en moet deze geheel opnieuw gedaan worden. Dat mag niet met hetzelfde bestek gedaan worden. Voor een nieuwe aanbesteding is dus een wezenlijk gewijzigd bouwplan noodzakelijk. 11.
Is GroenLinks/PvdA, mede gezien recente financiële debacles van deze gemeente, niet bang voor financiële overschrijdingen bij dit omvangrijke project?
Wij zijn erg geschrokken van de forse overschrijdingen op diverse gemeentelijke projecten (zoals de ambtswoning, de aula en het cultuurhuisplein) de afgelopen jaren en hebben dit politiek hoog opgenomen. Om er alles aan te doen om te voorkomen dat de gevoteerde financiële marges overschreden worden houdt de raad voortdurend de vinger aan de pols. Geen enkele overschrijding van het taakstellend budget is acceptabel. Alle betrokken partijen en medewerkers weten dit. De bestekken zijn door twee onafhankelijk specialisten doorgelopen op omissies en gebreken. Om de kosten structureel te kunnen monitoren is voor de nieuwbouw een project- en verplichtingenadministratie opgezet. Er worden periodieke kostenoverzichten gemaakt door de projectleider, die begeleid wordt door een externe ‘kostendeskundige’. Er zijn duidelijke afspraken over strak financieel toezicht op de bouw en directievoering om meer- en minderwerk te bewaken. De raad wordt elk kwartaal door het college geïnformeerd. Per motie is door GroenLinks/PvdA de financiële controle in de raad van 20 juni 2011 nog verder aangescherpt. 12.
Leidt één centraal kantoor echt tot efficiencywinst en betere dienstverlening?
De efficiencywinst die ontstaat door centrale huisvesting is moeilijk te kwantificeren. Duidelijk is dat de fysieke afstand tussen medewerkers het snel kortsluiten van zaken buiten de formele overlegmomenten belemmert. In haar streven naar een optimale dienstverlening wil de gemeente zaken meer integraal benaderen. Dat vraagt een frequentere en snellere onderlinge afstemming en samenwerking tussen verschillende afdelingen en sectoren. Bij een voorzichtige aanname van 3% efficiencywinst wordt, op loonsom van 18 miljoen, zeker € 540.000 per jaar aan arbeidsproductiviteit gewonnen. Daar komt € 130.000 aan te besparen reistijd tussen de dislocaties bij. In de gemeentebegroting is (tot en met 2012!) aan extra lasten (exclusief beheer- en groot en klein onderhoud) voor facilitair personeel, telefoon, dienstauto’s, datalijnen, energie, schoonmaak en beveiliging € 390.000 opgenomen. Mocht de nieuwbouw niet doorgaan moeten deze lasten ook na 2012 worden opgenomen in de begroting. Daar staat geen dekking tegenover.
Maar belangrijker nog is de meerwaarde voor de publieke dienstverlening. Het werken van de ‘back-office’-medewerkers op meerdere locaties heeft tot gevolg dat de medewerkers en bezoekers van de centrale balie met de meeste afdelingen niet rechtstreeks contact kunnen hebben om iets te bespreken. GroenLinks/PvdA verwacht zeker dat centrale huisvesting positief zal bijdragen aan de integraliteit, de snelheid en het niveau van de dienstverlening.
13.
Leidt één centraal gemeentekantoor in Doorn tot verdwijnen van de loketten- en achteruitgang van de dienstverlening in de dorpen?
Op dit moment zijn de baliefuncties gecentreerd in het Cultuurhuis. In de huidige dislocaties zijn geen loketten en het is, ook als één centraal gemeentekantoor niet doorgaat, niet de bedoeling baliefuncties op die dislocaties te realiseren. Wel zijn er in onze gemeente vijf informatiepunten voor wonen, zorg en welzijn in de dorpen. Hier kunnen inwoners terecht met vragen en voor bijvoorbeeld hulp bij het invullen van formulieren, het bellen van instanties of een luisterend oor. In het kader van het dorpsgericht werken en de woonservicegebieden denkt de gemeente na over uitbreiding van haar rol in deze servicepunten. 14.
Hoeveel ambtenaren komen er in het nieuwe kantoor en hoeveel ruimte hebben die per persoon? Is rekening gehouden met flexibel werken en ‘het nieuwe werken’?
Er komen 186 werkplekken (inclusief als werkplek tellende teamwerkplekken) voor 229 medewerkers. Dit aantal is inclusief plekken voor stagiaires en inhuur. Het ruimtegebruik in de nieuwbouw is 5.319 m² BVO (excl. parkeren). Bij het bouwontwerp is rekening gehouden met het nieuwe werken en het flexibel kantoorconcept. Het gebouw is flexibel ingedeeld en daardoor relatief makkelijk aanpasbaar. Er wordt uitgegaan van een ratio van 0.8. Dat wil zeggen dat er op 10 fte bij de ambtelijke organisatie voor 8 daadwerkelijk plek is. Wat GroenLinks/PvdA betreft had de ambitie op het gebied van het nieuwe werken scherper gemogen. Maar gezien de verwachting dat met het decentraliseren van taken van de rijksoverheid naar de gemeente het aantal medewerkers op onderdelen zal gaan toenemen is enige marge wenselijk om niet direct uit het nieuwe jasje te groeien. Deze kan in optimaliseren van het nieuwe werken gevonden worden. De visie voor het flexibel kantoorconcept gaat uit van een passende werkomgeving die optimaal aansluit bij de werkprocessen van de gemeente en die de samenwerking bevordert. Een werkomgeving die medewerkers aanspreekt en een bijdrage levert aan de duurzaamheidsdoelstellingen van de gemeente en waarbij op een zo efficiënt mogelijke wijze gebruik gemaakt wordt van de beschikbare ruimte. Deze visie is omgezet in uitgangspunten voor de werkomgeving en het werkplekconcept. 15.
Hoe gaat de buitenruimte rondom het nieuwe gemeentekantoor er uit zien?
Nadat de inwoners begin 2010 voor de ‘rustieke variant’ kozen is die rustieke uitstraling ook vertaalt naar een voorlopig ontwerp buitenruimte dat tevens aan moest sluiten bij het cultuurhuis. Daarover is veel overleg gevoerd met omwonenden. Het ontwerp past in het groene karakter van de Stichtse Lustwarande en voorziet in een goede overgang naar Huis Doorn. Het is een parkachtig ontwerp, gebouwen ingebed in het groen (vooral gras met
daarop groepen rododendrons) met relatief eenvoudige paden. Tussen het cultuurhuis en de nieuwe kantoorpanden zal een plein komen met veel verkeersbewegingen van bestemmingsverkeer, fietsers en wandelaars. Het plein krijgt een ‘shared space’ indeling omdat ervaring heeft uitgewezen dat dit een positief effect heeft op de verkeersveiligheid. 16.
Hoe zit het met parkeren en is de verkeerssituatie bestand tegen toename verkeer?
Het aantal parkeerplekken bij de nieuwbouw is bovengronds 23 en 154 ondergronds. In de al bestaande parkeergarage zijn 79 parkeervakken, deze garage wordt uitgebreid met 75 parkeerplaatsen. Op het maaiveld ten westen van het gemeentekantoor worden 20 parkeerplaatsen gesitueerd en 3 gehandicaptenparkeerplaatsen ter hoogte van de Kapelweg. Gerekend is met de parkeernormen bij ruimtelijke ontwikkelingen zoals opgenomen in het Gemeentelijke verkeer- en vervoersplan (GVVP). Bij bepalen van de parkeerbalans en de piekbelasting zijn voor de verschillende aanwezige functies aanwezigheidspercentages gebruikt. Gezien de ligging van het Cultuurhuis en het Gemeentekantoor moet het aantal parkeerplaatsen conform normering liggen tussen de 172 en 187, inclusief de parkeerbehoefte van overige Cultuurhuisfuncties. Hiermee voorziet het gemeentekantoor in de eigen parkeerbehoefte. Ook is rekening gehouden met de parkeerbehoefte van de Koningshof. Wanneer het in te voeren vervoersmanagement wordt meegenomen in de behoefteberekening komt de parkeerbehoefte aanmerkelijk lager uit. Na doorrekening hiervan komt het vereiste aantal parkeerplaatsen, inclusief eerder aangegeven functies, te liggen tussen 142 en 155. Het Verkeersberaad voorziet verkeerscongestie op en rond de Dorpsstraat. Het college is er echter, na diverse berekeningen, van overtuigd dat door het nieuwe gemeentekantoor slechts een geringe verkeertoename op de Dorpsstraat zal ontstaan. Actief vervoersmanagement draagt daar toe bij. Ook zal er een einde komen aan de huidige extra verkeersbewegingen tussen de dislocaties. 17.
Waar vind ik achtergrondinformatie over het project nieuwbouw gemeentekantoor?
Op de website van de gemeente Utrechtse Heuvelrug staat onder actueel/projecten/ nieuwbouw gemeentekantoor algemene informatie over het project, de geschiedenis, het flexibele kantoorconcept, de duurzaamheid en de buitenruimte. Op al deze punten staan links naar achterliggende informatie en documenten. Ook met de zoekfunctie op de homepage van de website kunt u door intypen van nieuwbouw gemeentekantoor links naar achterliggende informatie vinden. Alle openbare informatie zoals die door het college aan de raad is voorgelegd is op de website terug te vinden. GroenLinks en PvdA hebben op hun website ook een globaal overzicht van de gang van zaken vanaf 2005 tot nu toe geplaatst. De besluit- en planvorming heeft in alle openbaarheid plaatsgevonden. Alle procedures zijn via openbare commissie- en raadsvergaderingen gelopen. Besluiten en notulen zijn op de website terug te vinden onder bestuur & organisatie. Ten aanzien van de financiële gegevens zijn een aantal gegevens vertrouwelijk gehouden. Dat betreft uitsluitend die gegevens waar marktpartijen uit kunnen herleiden hoe de directieramingen zijn opgebouwd. Het is onwenselijk dat deze gegevens bij bijvoorbeeld aannemers bekend worden omdat deze van invloed kunnen zijn op de hoogte van de inschrijving.