DOSSIER BANDENLABEL versie 2.0, september 2012
INHOUD
HET BANDENLABEL
3
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE BRANCHE
6
GRIP OP NAT WEGDEK
7
BRANDSTOFEFFICIENTIE
9
EXTERN AFROLGELUID
12
VEELGESTELDE VRAGEN OVER HET BANDENLABEL
14
TRENDS EN CIJFERS OVER DE BANDENMARKT IN EUROPA
19
ARTIKELEN IN VACO NIEUWS
22
DOCUMENTEN DIE U KUNT DOWNLOADEN
35
COLOFON
35
2
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
HET BANDENLABEL
Op weg naar meer veiligheid in het verkeer, meer milieubewust gedrag en ook om economisch efficiënt te rijden heeft het Europees Parlement het bandenlabel verplicht gesteld. In diverse verordeningen worden de eisen beschreven om banden te classificeren. Daarmee wordt vergelijking van banden onderling mogelijk, zodat het gebruik van veilige, zuinige en stille banden kan worden gestimuleerd. Ingangsdatum De Europese regelgeving wordt op 1 november 2012 van kracht voor personenwagen-, bestelwagen- en bedrijfsvoertuigbanden die geproduceerd zijn vanaf ste 1 juli 2012. Het gaat dus om banden vanaf productiecode ‘2712’ (27 week van 2012). Vanaf deze datum zijn fabrikanten verplicht het label te gebruiken.
2712
Voor welke banden geldt de Europese regelgeving De nieuwe regelgeving geldt voor personenwagenbanden (C1), bestelwagenbanden (C2) en bedrijfsvoertuigbanden (C3) met een aantal uitzonderingen. Dit zijn: vernieuwde banden, Professional-Off-Roadbanden (POR-banden), banden voor competitiedoeleinden, banden met spikes, reservebanden met een T-markering, banden die ontworpen zijn voor voertuigen die vóór de datum 1 oktober 1990 zijn geregistreerd, banden met een maximaal toelaatbare snelheid van 80 km/uur en banden waarvan de hieldiameter kleiner is dan 254 mm (10 inch) of groter is dan 635 mm (25 inch). In tabel 1 staan de bandenklassen en de bandencategorieën vermeld.
C1: personenwagenbanden
C2: bestelwagenbanden
C3: bedrijfsvoertuigbanden
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
3
Tabel 1. Bandenklassen en -categorieën Klasse
Categorie
C1
M1 personenvervoer < 8 personen
(ECE30) N1
C2
Speedindex
Loadindex
≥ N (140 km)
≤ 121 (1.450 kg)
≤ M (130 km)
≥ 122 (1.500 kg)
goederenvervoer < 3.5 ton
O1
trailer < 0,75 ton
O2
trailer > 0,75 ton en < 3,5 ton
M2 personenvervoer > 8 personen en < 5 ton
(ECE54) M3 personenvervoer > 8 personen > 5 ton
C3
N
goederenvervoer > 3,5 ton
O3
trailer > 3,5 en < 10 ton
O4
trailer > 10 ton
M2 personenvervoer > 8 personen < 5 ton
(ECE54) M3 personenvervoer > 8 personen > 5 ton N
goederenvervoer > 3,5 ton
O3
trailer > 3,5 en < 10 ton
O4
trailer > 10 ton
Label voor vernieuwde banden Het bandenlabel geldt (nog) niet voor vernieuwde banden. Er zijn plannen om eisen aan vernieuwde banden te verbinden, echter, pas na een gedegen inschattingsonderzoek. De resultaten van dit onderzoek zullen uiterlijk in maart 2016 gepubliceerd worden. Intussen heeft de Europese koepelorganisatie voor de onafhankelijke bandenvernieuwers (BIPAVER) initiatieven ondernomen om na gedegen onderzoek een gelijkwaardig label te realiseren voor vernieuwde C3-banden. Tabel 2 geeft aan hoeveel banden er in Europa worden vernieuwd.
Tabel 2. Bandenvernieuwing (warm en koud) in Europa C3 Jaar Aantal (x1.000)
2007 5.800
2008 5.193
2009 4.561
2010 5.605
Bron: Europool De prestatiecriteria Er zijn tientallen prestatiecriteria om de kwaliteit van een band te beoordelen. Voor het bandenlabel richt de aandacht zich op drie belangrijke prestatie-indicatoren: grip van de band op nat wegdek, de brandstofefficiëntie en het externe afrolgeluid. Consumenten en eindgebruikers kunnen met het label banden met elkaar vergelijken als zij nieuwe banden aanschaffen en zo een afgewogen keuze maken. Voorbeelden van criteria die niet op het bandenlabel worden vermeld zijn: slijtvastheid (kilometerrendement), remmen op droog wegdek, geluidsproductie in het voertuig, weggedrag en aquaplaning. Deze criteria komen in reguliere bandentests vaak wel aan de orde. In de meeste gevallen wordt dan ook nog gebruikgemaakt van wegingsfactoren bij de verschillende criteria. Zie tabel 3.
Grip op nat wegdek
4
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
Brandstofefficiëntie
Extern afrolgeluid
Tabel 3. Criteria reguliere bandentest versus het bandenlabel Testcriteria Financieel prijs Veiligheid algemeen snelheidsproef Veiligheid op droog wegdek remmen handling wegligging Veiligheid op nat wegdek remmen handling wegligging aquaplaning in lengterichting aquaplaning in dwarsrichting zijdelingse grip Veiligheid op besneeuwd wegdek remmen tractie zijdelingse grip Veiligheid op wegdek met ijs remmen zijdelingse grip Milieu brandstofefficiëntie aanwezigheid PAK's slijtvastheid = levensduur extern afrolgeluid intern afrolgeluid
Bandentest
Bandenlabel
JA
NEE
JA
NEE
JA JA JA
NEE NEE NEE
JA JA JA JA JA JA
JA NEE NEE NEE NEE NEE
JA JA JA
NEE NEE NEE
JA JA
NEE NEE
JA JA JA JA JA
JA NEE NEE JA NEE
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
5
VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE BRANCHE
In Verordening (EG) 1222/2009 worden de verantwoordelijkheden van de verschillende marktpartijen beschreven. Van deze marktpartijen worden definities gegeven, zodat duidelijk is welke verantwoordelijkheden voor wie gelden. Verantwoordelijkheden van bandenleveranciers Wat betreft C1- en C2-banden die aan distributeurs of eindgebruikers worden geleverd, moeten leveranciers ervoor zorgen dat op het loopvlak van die banden een sticker is aangebracht met een etiket waarop de brandstofefficiëntieklasse, de gemeten waarde van het externe afrolgeluid, en de klasse grip op nat wegdek staan vermeld. Als alternatief mag het label bij een partij identieke banden ook in gedrukte vorm worden bijgeleverd. Voor C3-banden is de sticker of het gedrukte etiket dus niet verplicht. Technisch reclamemateriaal Onder technisch reclamemateriaal worden verkoopgerichte handleidingen, brochures, folders en catalogi, (zowel gedrukt, elektronisch als online), alsook websites verstaan. Voor C1-, C2- en C3-banden moeten de brandstofefficiëntie, het externe afrolgeluid en de grip op nat wegdek in het technische reclamemateriaal worden vermeld. Als een band, door verschillen in afmetingen of andere parameters, in verschillende klassen kan worden ingedeeld, moet het verschil tussen de slechtst en de best presterende band worden vermeld. Websites Leveranciers moeten behalve de parameters ook een aantal andere zaken op hun websites plaatsen. Zo moet er een link naar de website van de Commissie met deze verordening komen. Daarnaast moeten de gebruikte pictogrammen van het etiket worden toegelicht. Verder moet worden benadrukt dat het brandstofverbruik en de verkeersveiligheid in de eerste plaats worden bepaald door het gedrag van de bestuurder zelf, dat door ecologisch verantwoord rijden het brandstofverbruik aanzienlijk kan dalen en dat de bandenspanning regelmatig moet worden gecontroleerd om de grip op nat wegdek en de brandstofefficiëntie te optimaliseren. Technische documenten Technische documenten zijn documenten met informatie over de band, de fabrikant, het merk, en geven een beschrijving van het bandentype of de bandengroep, testverslagen en de nauwkeurigheid van de testen. De technische documenten moeten voldoende gedetailleerd zijn om op juistheid te controleren. Nadat de laatste band van een bepaald type in de handel is gebracht moeten deze documenten nog vijf jaar worden bewaard. Verantwoordelijkheden van bandendistributeurs Distributeurs moeten ervoor zorgen dat de stickers die door de leveranciers op de band zijn aangebracht goed zichtbaar zijn op het verkooppunt. Als de leverancier alleen een gedrukt etiket heeft geleverd, moet dat etiket bij de band worden getoond. Zijn de banden niet zichtbaar voor de eindgebruiker – bijvoorbeeld door verkoop via internet – dan moet de distributeur de informatie over de parameters op een andere manier verstrekken aan de eindgebruiker. Vermelding op of bij facturen Wat C1-, C2- en C3-banden betreft, moeten distributeurs de brandstofefficiëntie, het externe afrolgeluid en de grip op nat wegdek tevens vermelden op de factuur. Maar de informatie mag ook op een andere manier bij de factuur worden verstrekt.
6
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
GRIP OP NAT WEGDEK
De grip van een band op nat wegdek kan verschillen door het voertuigtype of door weersomstandigheden. De remweg van een personenwagenband met klasse A zal echter altijd 30% korter zijn dan van een band met klasse F (klasse D en G zijn niet in gebruik) als er maximaal geremd wordt bij een snelheid van 80 km per uur, en het voertuig volledig met dezelfde banden is uitgerust. Dit betekent in de praktijk ca. 18 m verschil in remweg.
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
7
Het verband tussen de grip op nat wegdek en de verkeersveiligheid Grip op nat wegdek is het kenmerk voor de veiligheidsprestatie van banden. Het zegt iets over het remvermogen van een band op nat wegdek. Er zijn ook andere parameters relevant voor de veiligheid, zoals wegvastheid, richtingsstabiliteit, vertraging- of remvermogen op nat en droog wegdek bij hoge snelheid en waterafvoervermogen. Grip op nat wegdek is in Europa gekozen als de meest representatieve waarde voor het verlies van wegvastheid. Het meten van grip op nat wegdek De remweg onder natte condities wordt volgens de huidige Europese normen gemeten. Dat betekent dat de test wordt uitgevoerd op een wegdek dat bestaat uit dicht asfalt, voorzien van een laagje water van 0,5 tot 1,5 mm dik. De testauto remt af van 80 km/uur tot 20 km/uur. De gemeten remweg wordt vergeleken met de remweg van een standaard referentieband. Wat betekent het cijfer voor de grip op een nat wegdek? De uitkomst van de test wordt vergeleken met de remweg van een standaardreferentieband. Het cijfer is het percentage dat de gemeten band tijdens de test beter presteert dan de referentieband. Een voorbeeld: een waarde van 132% (grip op nat wegdekindex 1,32) betekent dat deze band onder de testcondities een 32% kortere remweg heeft dan de standaardreferentieband waarvan de remweg op 100% is gesteld.
Tabel 4. Indexcijfers per klasse voor grip op nat wegdek klasse
Grip op nat wegdek index
A B C D E F G
1,55 ≤ G 1,40 ≤ G ≤ 1,54 1,25 ≤ G ≤ 1,39 Leeg 1,10 ≤ G ≤ 1,24 G ≤ 1,09* Leeg
1,40 ≤ G 1,25 ≤ G ≤ 1,39 1,10 ≤ G ≤ 1,24 Leeg 0,95 ≤ G ≤ 1,09 G ≤ 0,94* Leeg
1,25 ≤ G 1,10 ≤ G ≤ 1,24 0,95 ≤ G ≤ 1,09 0,80 ≤ G ≤ 0,94 0,65 ≤ G ≤ 0,79 G ≤ 0,64 Leeg
totaal aantal klassen 7
aantal klassen in gebruik 5
aantal klassen in gebruik 5
aantal klassen in gebruik 6
* na 01.11.2014 niet meer toegestaan
8
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
BRANDSTOFEFFICIËNTIE
De rolweerstand van een band kan verschillen door het voertuigtype of door weersomstandigheden. Het brandstofgebruik van een personenwagenband met klasse A is altijd 7,5% lager dan van een band met klasse G, als het voertuig volledig met dezelfde banden is uitgerust. Voor bedrijfsvoertuigbanden kan het verschil zelfs oplopen tot 15%.
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
9
Brandstofverbruik Het brandstofverbruik van een voertuig is afhankelijk van veel factoren. Bijvoorbeeld: het voertuiggewicht, het motortype, snelheid en snelheidsveranderingen, luchtweerstand, weghelling, rijstijl, mechanische weerstanden in onder meer de aandrijflijn, bandenspanning, airconditioning, algemene verkeersomstandigheden en de rolweerstand van banden. De rolweerstand van de banden van een auto is verantwoordelijk voor circa 20% van het brandstofverbruik.
Grafiek 1. Gemiddelde weerstandskrachten bij gecombineerd gebruik
Wat is rolweerstand Rolweerstand is een kracht die tegenovergesteld is aan de rijrichting van een rollende band. Als gevolg van het voertuiggewicht wordt de band gedeformeerd in het contactvlak met het wegdek. Deze vervorming veroorzaakt interne verliezen (inwendige wrijving) die vergelijkbaar zijn met het minder hoog terugstuiten van een vallende rubberen bal. De rolweer-stand van banden kan uitgedrukt worden in een kracht (N) of als coëfficiënt (RRC). Deze coëfficiënt is gedefinieerd als de RR (N) gedeeld door de bandenbelasting (kN). Het voordeel van de RRC is dat een eenvoudige vergelijking van banden mogelijk is bij montage onder verschillende voertuigen. De vervorming van het rubber van de band vangt ook oneffenheden van het wegdek op, met als voordeel een goed contact tussen de weg en de band. Een bijkomend pluspunt is het extra comfort voor de inzittenden. Door de dempende eigenschappen van het rubber wordt energie omgezet in warmte. Hoe zachter het toegepaste rubber is, hoe meer het beweegt en hoe groter de inwendige wrijving en vervorming is. Het effect van rolweerstand op het brandstofverbruik De motor van het voertuig moet vermogen realiseren om de rolweerstand te overwinnen. Dit vermogen kost brandstof. De vuistregel laat zien dat bij personenauto’s ca. 6% daling in rolweerstand ongeveer 1% minder brandstofverbruik oplevert. Het verband tussen grip op natwegdek en rolweerstand Er zijn veel karakteristieken van een band die de rolweerstand beïnvloeden. Rolweerstand kan beïnvloed worden door wijziging van deze karakteristieken. Enkele daarvan kunnen ook een negatieve invloed hebben op de grip op nat wegdek. Bandenproducenten zoeken altijd naar de optimale balans tussen grip op nat wegdek en rolweerstand. Als de rolweerstand te ver wordt verlaagd, heeft dat te veel negatieve invloed op de grip op nat wegdek. 10
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
Het meting van de rolweerstand van een band Elke band heeft een weerstand tegen rollen. Hoe hoger die rolweerstand, hoe hoger de benodigde kracht om dóór te rollen en hoe hoger daardoor het brandstofverbruik. Een goede indicator voor deze eigenschap van een band is de rolweerstandscoëfficient. Deze coëfficiënt geeft het verband aan tussen het gewicht dat de band moet dragen en de kracht die nodig is om de band te laten rollen. Hoe hoger de coëfficiënt (weergegeven in promille), hoe hoger het brandstofverbruik.
Tabel 5. Brandstofefficiëntie Rolweerstandscoëfficiënt (RRC) in kilogram per ton (in ‰)
Klasse
A B C D E F G
RRC ≤ 6,5 6,6 ≤ RRC ≤ 7,7 7,8 ≤ RRC ≤ 9,0 Leeg 9,1 ≤ RRC ≤ 10,5 10,6 ≤ RRC ≤ 12,0 RRC ≥ 12,1*
RRC ≤ 5,5 5,6 ≤ RRC ≤ 6,7 6,8 ≤ RRC ≤ 8,0 Leeg 8,1 ≤ RRC ≤ 9,2 9,3 ≤ RRC ≤ 10,5 RRC ≥ 10,6*
RRC ≤ 4,0 4,1 ≤ RRC ≤ 5,0 5,1 ≤ RRC ≤ 6,0 6,1 ≤ RRC ≤ 7,0 7,1 ≤ RRC ≤ 8,0 RRC ≥ 8,1 Leeg
totaal aantal klassen 7
aantal klassen in gebruik 6
aantal klassen in gebruik 6
aantal klassen in gebruik 6
* na 01.11.2014 niet meer toegestaan Wat betekent het cijfer voor het brandstofverbruik? De rolweerstand van banden is verantwoordelijk voor circa 20% van het brandstofverbruik. Wanneer een band een rolweerstandcoëfficiënt heeft die 10% beter is dan een vergelijkbare band, zal de ‘zuinige’ band ongeveer 10% van 20% = 2% van het totale brandstofverbruik besparen. Een band met klasse A realiseert een brandstofbesparing van 7,5% ten opzichte van klasse G. Fictief rekenvoorbeeld Bij een brandstofprijs van € 1,80 (benzine), een verbruik van 8 liter/100 km en 14.000 km per jaar levert een besparing van 7,5% op jaarbasis € 151,- op. Bij een literprijs van € 2,00 stijgt de besparing tot € 168,- per jaar. Of, anders geredeneerd: bij een levensduur van de band van drie jaar is de brandstofbesparing in dit rekenvoorbeeld zonder veel moeite ruim boven de honderd euro per band. Zie ook tabel 6. Een lager brandstofverbruik draagt daarnaast bij aan minder CO2-uitstoot; 2% minder verbruik komt overeen met 2% minder CO2-uitstoot.
Tabel 6. Fictief rekenvoorbeeld brandstofefficiëntie klasse A t.o.v. klasse G Variabelen
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
14.000 8 € 1,80
14.000 8 € 2,00
Totale besparing in 3 jaar (7,5%)
€ 453,60
€ 504,00
€ 630,00 - levensduur band 3 jaar
Besparing in 3 jaar per band
€ 113,40
€ 126,00
€ 157,50 - normaal rijgedrag
Jaarkilometrage Gemiddeld verbruik (l/100 km) Brandstofprijs
Voorbeeld 3 Uitgangspunten 14.000 - brandstof benzine 10 - bandenspanning volgens € 2,00 fabrieksopgave
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
11
EXTERN AFROLGELUID
Het bandenlabel vermeldt het externe afrolgeluid van de band. Drie zwarte golfjes betekent dat de band voldoet aan de huidige regelgeving. Een band met twee zwarte golfjes zal voldoen aan de toekomstige limiet (Verordening 661/2009). En een band met één zwart golfje presteert ten minste 3 dB(A) beter dan twee golfjes. Per golfje meer of minder verschilt het geluid 3 dB(A). De geluidssterkte wordt bij een daling van drie decibel gehalveerd. Dus van drie golfjes naar één golfje is het geluid zelfs 75% minder.
De meting van het externe afrolgeluid van een band Het externe afrolgeluid (geluidsemissie) wordt gemeten met een auto met vier identieke banden op een ISOgecertificeerd wegdek (ISO 10844). De auto rijdt met een snelheid van 80 km/uur, met de motor uitgeschakeld, precies tussen twee microfoons door. Het externe afrolgeluid is het geluid dat de microfoons meten, uitgedrukt in decibels. De meting betreft uitsluitend het geluid dat buiten de auto hoorbaar is (extern afrolgeluid). Hiervoor is gekozen omdat vooral anderen (omwonenden, omstanders) last hebben van geluidsemissie. Zij worden ongevraagd aan het geluid blootgesteld. De grenswaarden vindt u in tabel 7 en 8.
12
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
Tabel 7: Richtlijn 2001/43/EG = huidige limiet Bandenklasse C1a C1b C1c C1d C1e
Nominale sectiebreedte (mm) ≤ 145 > 145 < 165 > 165 < 185 > 185 < 215 > 215
Grenswaarden in dB(A) 70 71 71 72 74
voldoet aan huidige limiet
Tabel 8: Verordening 661/2009 = toekomstige limiet Bandenklasse C1A C1B C1C C1D C1E
Nominale sectiebreedte (mm) ≤ 185 > 185 ≤ 215 > 215 ≤ 245 > 245 ≤ 275 > 275
Grenswaarden in dB(A) 70 71 71 72 74
0 tot 3 dB onder de toekomstige limiet 3 dB of meer onder de toekomstige limiet
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
13
VEELGESTELDE VRAGEN OVER HET BANDENLABEL
Nr
Vraag
Antwoord
1
Wat is het doel van het bandenlabel?
2
Waar gaan de regels over?
3
Moeten alle banden voorzien zijn van een bandenlabel?
4
Moeten banden die buiten de EU worden geproduceerd ook aan de regelgeving voldoen? Waarom krijgen POR-banden geen bandenlabel?
Het bandenlabel is bedoeld om het gebruik van veilige, zuinige en stille banden de stimuleren. De aandacht richt zich daarvoor op drie belangrijke prestatie-indicatoren: grip van de band op nat wegdek, de brandstofefficiëntie en het externe afrolgeluid. Consumenten en eindgebruikers kunnen daardoor banden met elkaar vergelijken als zij nieuwe banden aanschaffen en zo een afgewogen keuze maken. De regelgeving schrijft voor dat bepaalde eigenschappen van banden gecommuniceerd moeten worden naar de consument. Die informatie gaat over: De impact van de rolweerstand van de band op de brandstofefficiëntie van het voertuig (van belang voor de economische prestatie en voor de hoeveelheid CO2-uitstoot). De impact van de grip van de band op nat wegdek op de veiligheid van het voertuig. En het externe afrolgeluid van de band, weergegeven in decibels. Dus niet het geluid in het voertuig. De informatie gaat over personenwagen-, bestelwagen- en bedrijfsvoertuigbanden, ook wanneer deze banden worden gemonteerd op opleggers en aanhangwagens. Nee, de regelgeving geldt voor personenwagen-, bestelwagen- en bedrijfsvoertuigbanden met uitzondering van vernieuwde banden, ProfessionalOff-Road-banden (POR-banden), banden voor competitiedoeleinden, banden met spikes, reservebanden met een T-markering, banden die ontworpen zijn voor voertuigen die vóór 1 oktober 1990 zijn geregistreerd, banden met een maximaal toelaatbare snelheid van 80 km/uur en banden waarvan de hieldiameter kleiner is dan 254 mm (10 inch) of groter is dan 635 mm (25 inch). Daarnaast vallen gebruikte (eerder gemonteerde) en zo goed als nieuwe banden buiten de Europese regelgeving. Ja, alle banden die verkocht worden in de 27 lidstaten van de Europese Unie moeten vanaf 1 november 2012 voldoen aan de nieuwe eisen (met uitzondering van banden geproduceerd voor 1 juli 2012).
5
6
14
Vernieuwde banden zijn uitgezonderd voor het label. Blijft dat zo?
Professional-Off-Road-banden zijn speciaal ontwikkeld om in het terrein optimale wegvastheid te realiseren bij zeer slechte omstandigheden. Het is daarom niet realistisch om POR-banden te vergelijken met ‘gewone’ banden en de drempelwaarden voor het bandenlabel. Er zijn plannen om eisen aan vernieuwde banden te verbinden, echter, pas na een gedegen inschattingsonderzoek. De resultaten van dit onderzoek zullen uiterlijk in maart 2016 gepubliceerd worden. Intussen heeft de Europese koepelorganisatie voor de onafhankelijke bandenvernieuwers (BIPAVER) initiatieven ondernomen om na gedegen onderzoek een gelijkwaardig label te ontwikkelen.
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
Nr
Vraag
Antwoord
7
Wanneer gaat de regelgeving in?
8
Wie verzorgt de informatie aan de consument?
De regelgeving is op 1 november 2012 van kracht voor personenwagen-, bestelwagen- en bedrijfsvoertuigbanden die geproduceerd zijn vanaf 1 juli ste 2012. Het gaat dus om banden vanaf productiecode ‘2712’ (27 week van 2012). Drie marktpartijen hebben de plicht om de consument voor te lichten: 1. Bandenleveranciers (producenten en importeurs) a. Voor personenwagen-, bestelwagen- en bedrijfsvoertuigbanden moet de informatie beschikbaar zijn in het technisch reclamemateriaal, respectievelijk op hun websites. b. Voor personenwagen- en bestelwagenbanden hebben producenten en importeurs de keuze tussen het aanbrengen van een sticker op het loopvlak en het meezenden van een bandenlabel van een partij identieke banden bij de retailer (de bandenspecialist, de autodealer of het garagebedrijf) of de eindgebruiker. 2. Retailers (verkooppunten) a. Retailers moeten ervoor zorgen dat de consument vóór de aankoop duidelijke en zichtbare informatie krijgt in de vorm van een sticker of een bandenlabel bij de personen- en bestelwagenband. b. Als de band bij de aanschaf niet zichtbaar is – bijvoorbeeld bij webshops en telefonische verkoop – moeten retailers ervoor zorgen dat de consument duidelijke informatie krijgt. c. Retailers moeten de klassen voor de brandstofefficiëntie en de grip op nat wegdek, en gemeten waarde voor het externe afrolgeluid vermelden op de factuur of deze meeleveren met de factuur.
9
10
De Europese Verordening stelt eisen aan technisch reclamemateriaal. Mag ook een andere taal worden gebruikt? Wat zijn de waarden voor de rolweerstanden en voor grip op nat wegdek?
3. Voertuigleveranciers en -distributeurs a. Leveranciers en distributeurs van nieuwe voertuigen moeten de klassen voor brandstofefficiëntie en grip op nat wegdek, en de klasse en de gemeten waarde voor extern afrolgeluid benoemen voor alle banden die voor het voertuig in aanmerking komen en waaruit de koper van het voertuig kan kiezen om als eerste montageband gemonteerd te worden. b. Als sprake is van een aanbod in een andere maat of een ander type band, al dan niet gemonteerd op het standaard wiel, en de koper van het nieuwe voertuig kan kiezen uit dit aanbod, dan moet vooraf de labelinformatie ten minste in het technische reclamemateriaal worden verstrekt. De taal waarin de technische documentatie geschreven moet zijn, is niet expliciet in de verordening aangegeven. Vooralsnog wordt een andere taal dan Nederlands – bij voorkeur Engels of Duits – geaccepteerd in b-to-bsituaties. Als technisch reclamemateriaal bedoeld is voor de consument, dan wordt van de leverancier verwacht dat de toelichting in de Nederlandse taal is opgesteld zodat de informatie begrijpelijk is. De waarden zijn verkregen door een geharmoniseerde testmethode, vastgelegd in UN-ECE 117.02.
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
15
Nr
Vraag
Antwoord
11
Wat zijn de waarden voor het externe afrolgeluid?
12
Waarom zijn er verschillen tussen de waarden van het label en de uitkomsten van gepubliceerde bandentest?
13
Welke testprocedures worden gebruikt?
14
Hoe gaat de industrie om met de verschillen tussen de onderscheiden en bestaande testmethoden?
15
Wanneer nemen de bandenfabrikanten het label in gebruik? Wat zijn de prestaties van banden voor wet grip, brandstofefficiëntie en afrolgeluid? Wordt er voorzien in een centrale database?
De waarden zijn verkregen door een geharmoniseerde testmethode, vastgelegd in UN-ECE 117.02. Naast de absolute waarde is er aanvullend een markering voor de geluidsproductie in relatie tot bestaande en komende regelgeving. Zo voldoet een band met drie zwarte golfjes aan de huidige regelgeving (Richtlijn 2001/43). Twee golfjes zal voldoen aan de toekomstige limietwaarde en één golfje presteert ten minste 3 dB(A) beter dan de toekomstige limietwaarden in Verordening 661/2009. Voor het label worden slechts drie prestatiecriteria getoetst onder geharmoniseerde testomstandigheden. Onafhankelijke testinstanties (ADAC, TÜV, enz.) testen onder eigen (vaak niet-geharmoniseerde) omstandigheden en maken gebruik van meer prestatiecriteria met verschillende wegingsfactoren. Bij de ontwikkeling van een band houden producenten rekening met vele tientallen prestatiecriteria. Voorbeelden van deze criteria zijn: slijtvastheid (kilometerrendement), remmen op droog wegdek, geluidsproductie in het voertuig, weggedrag en aquaplaning. Alle testprocedures zijn omschreven in bijlage I en V van Verordening 1222/2009 nadat deze is gewijzigd door Verordening 228/2011 en Verordening 1235/2011. Veelal wordt verwezen naar en gemeten volgens UN-ECE 117.02. Voor het meten van de grip op nat wegdek is voor bestelwagen- en bedrijfsvoertuigbanden tevens ISO-norm 15222:2011 relevant. In algemene zin mag gesteld worden dat de algemeen geaccepteerde geluidsmeting geen toelichting meer nodig heeft. Voor rolweerstand (laboratoriumtest) is een alignementprocedure beschreven waarmee de rolweerstandcoëfficiënt wordt gemeten en waarmee laboratoria met elkaar vergeleken kunnen worden. Voor de metingen van grip op nat wegdek is de relatieve testmethode gebruikt, waarbij de waarde wordt uitgedrukt in de prestaties van de referentieband. Op deze manier worden de verschillen tussen de varianten van testcentra en wegdekken geëlimineerd. De Europese regelgeving verplicht fabrikanten het label te gebruiken met ingang van 1 november 2012 voor banden die geproduceerd zijn na 30 juni 2012. Nu alle testmethoden vastliggen is een start gemaakt om tijdig en onder toezicht van toezichthouders alle producten te waarderen. Elke producent of importeur in de EU is zelf verantwoordelijk voor de uitvoering.
16
17
18
16
Wordt de zijwandmarkering aangepast aan de nieuwe regelgeving?
De Europese Commissie heeft besloten om de ontwikkeling en het onderhoud van een centrale database aan de markt over te laten. In Nederland beschikt Vereniging VACO over een database (de BAC-database), die op dit moment in samenwerking met bandenleveranciers wordt geactualiseerd om labelinformatie centraal beschikbaar te kunnen stellen. Voor het bandenlabel conform Verordening 1222/2009 is geen aanpassing van de zijwandmarkering noodzakelijk.
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
Nr
Vraag
Antwoord
19
Wat is rolweerstand?
20
Hoe draagt de rolweerstand bij aan het brandstofverbruik van voertuigen?
21
Wat is het verband tussen grip op natwegdek en rolweerstand?
22
Wat is het verband tussen de grip op nat wegdek en de verkeersveiligheid in het bijzonder onder verschillende weersomstandigheden? Wat is het verschil tussen de limiet en de classificatie?
Rolweerstand is een kracht die tegenovergesteld is aan de rijrichting van een rollende band. Als gevolg van het voertuiggewicht wordt de band gedeformeerd in het contactvlak met het wegdek. Deze vervorming veroorzaakt interne verliezen die vergelijkbaar zijn met het minder hoog terugstuiten van een vallende rubberen bal. De rolweerstand van banden kan uitgedrukt worden in een kracht (N) of als coëfficiënt (RRC). Deze coëfficiënt is gedefinieerd als de RR (N) gedeeld door de bandenbelasting (kN). Het voordeel van de RRC is dat een eenvoudige vergelijking van banden mogelijk is bij montage onder verschillende voertuigen. De motor van het voertuig moet vermogen realiseren om de rolweerstand te overwinnen. Dit vermogen kost brandstof. De vuistregel laat zien dat bij personenauto’s ca. 6% daling in rolweerstand ongeveer 1% minder brandstofverbruik oplevert. Vele andere factoren dragen bij aan het brandstofverbruik. Bijvoorbeeld aerodynamica, voertuiggewicht, motortype, airconditioning, weghelling, rijstijl, bandenspanning en algemene verkeersomstandigheden. Er zijn veel karakteristieken van een band die de rolweerstand beïnvloeden. Rolweerstand kan beïnvloed worden door wijziging van deze karakteristieken. Enkele daarvan kunnen ook een negatieve invloed hebben op de grip op nat wegdek. Bandenproducenten zoeken altijd naar de optimale balans tussen grip op nat wegdek en rolweerstand. Als de rolweerstand te ver wordt verlaagd, heeft dat te veel negatieve invloed op de grip op nat wegdek. Grip op nat wegdek is het kenmerk voor de veiligheidsprestatie van banden. Het zegt iets over het remvermogen van een band op nat wegdek. Er zijn ook andere parameters relevant voor de veiligheid, zoals wegvastheid, richtingsstabiliteit, vertraging- of remvermogen op nat en droog wegdek bij hoge snelheid en waterafvoervermogen. Grip op nat wegdek is in Europa gekozen als de meest representatieve waarde voor het verlies van wegvastheid. De limiet is het minimaal acceptabele toelatingsniveau voor een band op de Europese markt. De classificatie voor het label geeft aan wat het prestatieniveau is in een gedefinieerde testomgeving voor de brandstofefficiëntie, grip op nat wegdek en het extern afrolgeluid. Het is de verantwoordelijkheid van nationale toezichthouders om de conformiteit van de waarden te beoordelen. De procedures voor dit toezicht zijn beschreven in de bijlage IV van Verordening 1235/2011. In Nederland zal de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) de handhaving gaan uitvoeren. De ILT is een samenvoeging van de oude VROM-inspectie (VI) en Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW). De Europese Commissie zal werkzaamheden starten om een geharmoniseerde brandstofcalculator te ontwikkelen. Deze calculator, die het mogelijk maakt om verschillen in brandstofverbruik te berekenen, kan op termijn eventueel op de websites van individuele bandenleveranciers worden geplaatst.
23
24
Hoe is de naleving van het bandenlabel geborgd?
25
Zijn er plannen voor een brandstofcalculator om de invloed van de rolweerstand duidelijk te maken? Is de grip op nat wegdek voor zomeren winterbanden vergelijkbaar?
26
Ja, maar u moet zich realiseren dat de meetcondities voor beide groepen verschillend zouden moeten zijn. De buitentemperatuur voor winterbanden speelt een belangrijke rol, evenzo de vormgeving van het profiel en de profieldelen. De oppervlaktetemperatuur van de natgemaakte testbaan en de omgevingstemperatuur moeten tussen 2°C en 20°C liggen voor winterbanden en tussen 5°C en 35°C voor zomerbanden. Een ‘B’ voor een winterband is dus ongelijk aan een ‘B’ voor een zomerband. Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
17
Nr
Vraag
Antwoord
27
Waarom zijn de testresultaten voor grip op nat wegdek voor winterbanden in het algemeen minder dan zomerbanden? Kan ik als retailer mijn bestaande voorraad banden nog verkopen na 1 november 2012? Wat gebeurt er als de verordeningen niet worden nageleefd? In welke Europese publicaties worden de voorschriften voor het bandenlabel beschreven?
Wil men tot een gelijkwaardige uitkomst komen, dan moeten de meetcondities per categorie worden aangepast. De rubbersamenstelling van winterbanden moet bij lagere temperaturen presteren en niet, zoals de meetmethodiek nu voorschrijft, bij hogere temperaturen.
28
29
30
Alleen banden voorzien van een productiecode van voor 1 juli 2012 (2712) kunnen na 1 november 2012 nog worden verkocht zonder label. Banden met een uitzondering (zie vraag 3) kunt u zonder label blijven verkopen.
Zowel leveranciers als distributeurs moeten voldoen aan de nieuwe regelgeving. Het is de verantwoordelijkheid van de nationale overheid om de strafmaat te bepalen.
Verordening 661/2009 typegoedkeuringsvoorschriften aan voertuigen. Verordening 1222/2009 etikettering van banden. Verordening 228/2011 wijziging Verordening 1222/2009 over de testmethode grip op nat wegdek van personenwagenbanden. Rectificatie van Verordening 228/2011. Verordening 1235/2011 wijziging Verordening 1222/2009 over de gripklasse van banden op nat wegdek, het meten van de rolweerstand en de controleprocedure. UN-ECE Reglement 117.02.
Primaire bron: ETRMA, bewerking Vereniging VACO.
18
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
TRENDS EN CIJFERS OVER DE BANDENMARKT IN EUROPA
Tabel 9. Vervangingsmarkt versus eerste montage Marktverdeling EU
Aandeel
Vervangingsmarkt Eerste montage
78% 22%
Totaal
100%
Tabel 10. Bandenvernieuwing (warm en koud) in Europa C3 Jaar
2007
2008
2009
2010
Aantal (x1.000)
5.800
5.193
4.561
5.605
Tabel 11. Ontwikkeling vervangingsmarkt Vervangingsmarkt
Totaal
2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Aantallen x 1.000
229.161 238.952 245.823 257.173 260.904 249.222 251.192 277.446
11.762 12.063 11.964 12.763 13.981 11.418 10.232 11.555
240.923 251.015 257.787 269.936 274.885 260.640 261.424 289.001
Tabel 12. Ontwikkeling im- en export C1 en C2 C1 en C2 Export Import Aantallen x 1.000
2003
2005
2007
2008
2009
2010
33.269 69.976
52.379 83.134
66.531 106.064
56.699 95.096
40.730 92.054
49.594 108.305
Tabel 13. Ontwikkeling im- en export C3 C3
2003
2005
2007
2008
2009
2010
Export Import Aantallen x 1.000
4.503 3.045
5.647 3.339
5.137 6.109
5.184 5.311
4.331 3.186
5.940 3.797
Tabel 14. Verdeling exporteurs naar EU in 2010 Exporteurs naar EU in 2010 C1 en C2 C3 In miljoenen euro’s
China
Japan
Korea
Turkije
1.003 193
548 117
505 55
344 103
VS Rusland Thailand 228
193
176 51
Rest
Totaal
802 64
3.799 519
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
19
Tabel15. EU-China bandenhandelsbalans C1 en C2
2000
2005
2010
Export naar China Import vanuit China Aantallen x 1.000
9 3.464
361 14.145
2.900 40.755
Tabel 17. EU-Japan bandenhandelsbalans C1 en C2 Export naar Japan Import vanuit Japan Aantallen x 1.000
2000
2005
2010
2.406 11.820
1.801 12.757
1.245 10.791
Tabel 19. EU-Korea bandenhandelsbalans C1 en C2 Export naar Korea Import vanuit Korea Aantallen x 1.000
2000
2005
2010
423 14.834
716 16.050
412 14.501
Geraadpleegde bronnen: Eurostat Europol Verordening 1222/2009 Bewerking: Vereniging VACO
20
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
Tabel 16. EU-China bandenhandelsbalans C3 Export naar China Import vanuit China Aantallen x 1.000
2000
2005
2010
5 70
14 548
161 1.487
Tabel 18. EU-Japan bandenhandelsbalans C3 Export naar Japan Import vanuit Japan Aantallen x 1.000
2000
2005
2010
221 1.004
223 1.022
118 569
Tabel 20. EU-Korea bandenhandelsbalans C3 Export naar Korea Import vanuit Korea Aantallen x 1.000
2000
2005
2010
48 467
42 270
157 376
ARTIKELEN IN VACO NIEUWS
December 2010
BAC-online en het bandenlabel
September 2011 Oktober 2011 Februari 2012 Juni 2012 September 2012 September 2012
Energielabel voor banden: branche treft voorbereidingen Energielabel voor banden (deel 2): de verantwoordelijkheden van de branche Duurzaam bandbeheer voor het wegtransport Het belang van een unieke code Verwachtingen rond het bandenlabel Eenheid in vormgeving voor het nieuwe bandenlabel
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
21
VERENIGING
“ B AC - O N L I N E G A AT E U R O PA I N ”
Waarde BAC-online neemt snel toe Alle gegevens van bijna alle banden bij elkaar in één database. Dat is BAC-online. Dagelijks profiteren tal van VACO-leden van de vele voordelen van het Branche Artikel Coderingssysteem, kortweg BAC. Het spaart tijd, geld en voorkomt fouten. En het informatiesysteem heeft nog veel meer potentie.
A
Als je de vele voordelen aanschouwt, zou je denken dat iedereen in de branche BAC-online gebruikt. Toch is dat niet zo. “Er zijn veel verschillende administratieve servicepakketten in gebruik. Maar niet al deze pakketten zijn in staat om met BAConline te communiceren”, vertelt Harry van Klaveren van Stichting SICT.
Administratief servicepakket SICT staat voor Stichting Informatie- en Communicatie Technologie. In opdracht van Vereniging VACO onderhoudt SICT de BACbestanden. Sinds jaar en dag is Harry van Klaveren verantwoordelijk voor het uniforme en classificerende coderingssysteem. “Wij adviseren, als je een nieuw administratief servicepakket aanschaft, altijd om de mogelijkheid om BAC in te lezen vooraf met de leverancier te bespreken,” vervolgt hij.” Als je een pakket in gebruik hebt dat niet aansluit op BAC, is het lastig om over te gaan op een ander pakket. Het is nogal arbeidsintensief. En de kosten kunnen behoorlijk zijn.”
Terugverdienen “Aan de andere kant verdien je de investering ook weer terug als je overgaat naar een administratiepakket dat kan communiceren met BAC. BAC stroomlijnt de administratieve en logistieke communicatie bij de handel in banden. Dankzij BAC hoef je bijvoorbeeld niet handmatig te factureren. Het systeem kan ook als basis dienen voor een eenduidige voorraadadministratie.”
20
| VACO Nieuws december 2010
Producteigenschappen De BAC-code is meer dan een streepjescode. De streepjescode, de EAN-code, bevat geen specifieke producteigenschappen. BAC wel. Daarin zit juist de kracht. Een voorbeeld van de opbouw van een BAC-code:
Opbouw BAC-code Voorbeeld: personenwagenband VR .145.70.013.T .TTR.00 VR:
merkcode
145: bandbreedte 70:
verhoudingspercentage hoogte/breedte
013: velgdiameter T:
snelheidscode of ply-rating
TTR: model-/type-/profielaanduiding 00:
records betrekking hebben op luxe wagenbanden. 16.000 records zijn daarnaast opgenomen in het archief.”
volgnummer
Een gigadatabase met actuele prijzen Behalve producteigenschappen bevat BAC ook informatie over bijvoorbeeld de categorie waartoe de band behoort (personenwagen, truck etc.) en de prijs. “Bij iedere prijswijziging past het systeem automatisch de actuele brutoprijs aan”, weet Harry van Klaveren. “En juist door de registratie van producteigenschappen is BAC zeer geschikt als zoekmachine. Aan een EAN-code kan je geen zoekfunctie koppelen. BAC bevat een database met 52.000 banden! 36.000 records zitten in het actieve bestand, waarvan wel 28.000
Toekomst op Europees niveau Als branchemanager van Vereniging VACO praat Edwin Brinksma regelmatig met leden over BAC. “Gebruikers van BAC zijn in de regel erg enthousiast”, zegt hij. “BAC is constant in ontwikkeling. Het begon met het versturen van bestanden op diskette, later via e-mail en nu kunnen de gebruikers online geactualiseerde ASCII- of XMLbestanden downloaden wanneer het ze uitkomt. Onze Europese zusterorganisaties zijn, zeg ik in alle bescheidenheid, razend jaloers op onze BAC. We hebben met onze database een unieke positie in Europa. De toekomst van BAC zou dan ook wel eens op Europees niveau kunnen liggen. Vanuit verschillende Europese landen is er al veel belangstelling voor BAC.”
bestelwagenbanden in BAC zijn aangevuld met de EAN-code. Er zijn nog enkele kleine merken die ontbreken, maar gezien de ontwikkelingen zullen ook zij straks mee willen doen. Anders missen ze de boot als BAC doorgroeit naar een systeem dat op Europees niveau wordt gebruikt”, stelt Edwin Brinksma.
Labeling De kans dat BAC daadwerkelijk doorgroeit naar een Europees systeem is een gerede kans. “De verplichte labeling van luxe wagenbanden in 2012 vraagt gewoonweg om een systeem zoals BAC”, legt Edwin Brinksma uit. “Vooralsnog lijkt het erop dat het labelen – classificeren van de band
Maar die stickers komen de consument echt niet onder ogen. De banden liggen in een magazijn en dat is geen showroom van een witgoedwinkel. De consument kiest een band niet op het zicht. Hij ziet de band pas als die onder de auto is gemonteerd. Een voorlichtende milieusticker schiet dan zijn doel voorbij; als die er dan al nog op zou zitten. Het is te bizar voor woorden. En dan hebben we het nog niet eens over de milieubelasting om zoveel stickers te drukken, en de kosten om de stickers op de band te plakken.”
Digitaal etiket “We onderzoeken heel serieus alternatieve mogelijkheden om de classificatie van de
“Nul-komma-drie-miljard stickers op banden plakken is zinloos en milieubelastend”
Alle banden in één database “Het leeuwendeel van de banden die in Europa worden verkocht is in BAC opgenomen. 80% van de personenwagen- en
op geluid, rolweerstand en weggrip – zal ontaarden in het plakken van nul-kommadrie-miljard stickers op banden in Europa.
band zonder sticker naar de consument te communiceren.” Edwin Brinksma legt dit graag uit: “Je zou het etiket bijvoorbeeld
kunnen vertalen naar een digitaal etiket. BAC zou daarbij kunnen faciliteren en zelfs als basis kunnen dienen op Europees niveau. Actueel, met zoekstructuur, zou de informatie digitaal beschikbaar kunnen komen in de verkoopruimte. Stickers zijn dan niet meer nodig.” “Om dat te kunnen doen moet BAC wel worden voorbereid. We zijn daar op voorhand alvast mee begonnen. Bandenleveranciers zullen bijvoorbeeld classificerende gegevens uniform moeten aanleveren. Zo worden ‘luxe wagenbanden’ voortaan zomerbanden, winterbanden of vierseizoenenbanden genoemd. Alle andere benamingen voor deze banden komen dan te vervallen. We hebben dus nog wel even een slag te maken. Maar we zijn gelukkig ruim op tijd begonnen”, besluit Harry van Klaveren.
Edwin Brinksma (links) en Harry van Klaveren
Meer informatie Als u vragen hebt over BAC-online of zich wilt aanmelden, kunt u contact opnemen met Harry van Klaveren van SICT. Telefoon: (071) 568 69 10 of e-mail
[email protected]. •
VACO Nieuws december 2010
| 21
VERENIGING
“ B AC - O N L I N E G A AT E U R O PA I N ”
Waarde BAC-online neemt snel toe Alle gegevens van bijna alle banden bij elkaar in één database. Dat is BAC-online. Dagelijks profiteren tal van VACO-leden van de vele voordelen van het Branche Artikel Coderingssysteem, kortweg BAC. Het spaart tijd, geld en voorkomt fouten. En het informatiesysteem heeft nog veel meer potentie.
A
Als je de vele voordelen aanschouwt, zou je denken dat iedereen in de branche BAC-online gebruikt. Toch is dat niet zo. “Er zijn veel verschillende administratieve servicepakketten in gebruik. Maar niet al deze pakketten zijn in staat om met BAConline te communiceren”, vertelt Harry van Klaveren van Stichting SICT.
Administratief servicepakket SICT staat voor Stichting Informatie- en Communicatie Technologie. In opdracht van Vereniging VACO onderhoudt SICT de BACbestanden. Sinds jaar en dag is Harry van Klaveren verantwoordelijk voor het uniforme en classificerende coderingssysteem. “Wij adviseren, als je een nieuw administratief servicepakket aanschaft, altijd om de mogelijkheid om BAC in te lezen vooraf met de leverancier te bespreken,” vervolgt hij.” Als je een pakket in gebruik hebt dat niet aansluit op BAC, is het lastig om over te gaan op een ander pakket. Het is nogal arbeidsintensief. En de kosten kunnen behoorlijk zijn.”
Terugverdienen “Aan de andere kant verdien je de investering ook weer terug als je overgaat naar een administratiepakket dat kan communiceren met BAC. BAC stroomlijnt de administratieve en logistieke communicatie bij de handel in banden. Dankzij BAC hoef je bijvoorbeeld niet handmatig te factureren. Het systeem kan ook als basis dienen voor een eenduidige voorraadadministratie.”
20
| VACO Nieuws december 2010
Producteigenschappen De BAC-code is meer dan een streepjescode. De streepjescode, de EAN-code, bevat geen specifieke producteigenschappen. BAC wel. Daarin zit juist de kracht. Een voorbeeld van de opbouw van een BAC-code:
Opbouw BAC-code Voorbeeld: personenwagenband VR .145.70.013.T .TTR.00 VR:
merkcode
145: bandbreedte 70:
verhoudingspercentage hoogte/breedte
013: velgdiameter T:
snelheidscode of ply-rating
TTR: model-/type-/profielaanduiding 00:
records betrekking hebben op luxe wagenbanden. 16.000 records zijn daarnaast opgenomen in het archief.”
volgnummer
Een gigadatabase met actuele prijzen Behalve producteigenschappen bevat BAC ook informatie over bijvoorbeeld de categorie waartoe de band behoort (personenwagen, truck etc.) en de prijs. “Bij iedere prijswijziging past het systeem automatisch de actuele brutoprijs aan”, weet Harry van Klaveren. “En juist door de registratie van producteigenschappen is BAC zeer geschikt als zoekmachine. Aan een EAN-code kan je geen zoekfunctie koppelen. BAC bevat een database met 52.000 banden! 36.000 records zitten in het actieve bestand, waarvan wel 28.000
Toekomst op Europees niveau Als branchemanager van Vereniging VACO praat Edwin Brinksma regelmatig met leden over BAC. “Gebruikers van BAC zijn in de regel erg enthousiast”, zegt hij. “BAC is constant in ontwikkeling. Het begon met het versturen van bestanden op diskette, later via e-mail en nu kunnen de gebruikers online geactualiseerde ASCII- of XMLbestanden downloaden wanneer het ze uitkomt. Onze Europese zusterorganisaties zijn, zeg ik in alle bescheidenheid, razend jaloers op onze BAC. We hebben met onze database een unieke positie in Europa. De toekomst van BAC zou dan ook wel eens op Europees niveau kunnen liggen. Vanuit verschillende Europese landen is er al veel belangstelling voor BAC.”
bestelwagenbanden in BAC zijn aangevuld met de EAN-code. Er zijn nog enkele kleine merken die ontbreken, maar gezien de ontwikkelingen zullen ook zij straks mee willen doen. Anders missen ze de boot als BAC doorgroeit naar een systeem dat op Europees niveau wordt gebruikt”, stelt Edwin Brinksma.
Labeling De kans dat BAC daadwerkelijk doorgroeit naar een Europees systeem is een gerede kans. “De verplichte labeling van luxe wagenbanden in 2012 vraagt gewoonweg om een systeem zoals BAC”, legt Edwin Brinksma uit. “Vooralsnog lijkt het erop dat het labelen – classificeren van de band
Maar die stickers komen de consument echt niet onder ogen. De banden liggen in een magazijn en dat is geen showroom van een witgoedwinkel. De consument kiest een band niet op het zicht. Hij ziet de band pas als die onder de auto is gemonteerd. Een voorlichtende milieusticker schiet dan zijn doel voorbij; als die er dan al nog op zou zitten. Het is te bizar voor woorden. En dan hebben we het nog niet eens over de milieubelasting om zoveel stickers te drukken, en de kosten om de stickers op de band te plakken.”
Digitaal etiket “We onderzoeken heel serieus alternatieve mogelijkheden om de classificatie van de
“Nul-komma-drie-miljard stickers op banden plakken is zinloos en milieubelastend”
Alle banden in één database “Het leeuwendeel van de banden die in Europa worden verkocht is in BAC opgenomen. 80% van de personenwagen- en
op geluid, rolweerstand en weggrip – zal ontaarden in het plakken van nul-kommadrie-miljard stickers op banden in Europa.
band zonder sticker naar de consument te communiceren.” Edwin Brinksma legt dit graag uit: “Je zou het etiket bijvoorbeeld
kunnen vertalen naar een digitaal etiket. BAC zou daarbij kunnen faciliteren en zelfs als basis kunnen dienen op Europees niveau. Actueel, met zoekstructuur, zou de informatie digitaal beschikbaar kunnen komen in de verkoopruimte. Stickers zijn dan niet meer nodig.” “Om dat te kunnen doen moet BAC wel worden voorbereid. We zijn daar op voorhand alvast mee begonnen. Bandenleveranciers zullen bijvoorbeeld classificerende gegevens uniform moeten aanleveren. Zo worden ‘luxe wagenbanden’ voortaan zomerbanden, winterbanden of vierseizoenenbanden genoemd. Alle andere benamingen voor deze banden komen dan te vervallen. We hebben dus nog wel even een slag te maken. Maar we zijn gelukkig ruim op tijd begonnen”, besluit Harry van Klaveren.
Edwin Brinksma (links) en Harry van Klaveren
Meer informatie Als u vragen hebt over BAC-online of zich wilt aanmelden, kunt u contact opnemen met Harry van Klaveren van SICT. Telefoon: (071) 568 69 10 of e-mail
[email protected]. •
VACO Nieuws december 2010
| 21
VANAF NOVEMBER 2012 VERPLICHT
Energielabel voor
BRANCHE VOOR Het energielabel, in de vorm van een sticker op de band (hierna te noemen bandenlabel), wordt vanaf november 2012 verplicht in Europa voor de vervangingsmarkt. Bandenleveranciers en bandendistributeurs krijgen volgend jaar per bandencategorie, meerdere en verschillende verantwoordelijkheden toebedeeld. Het secretariaat van Vereniging VACO heeft de laatste maanden veel vragen ontvangen over de invoering van het bandenlabel. Een teken dat de branche actief aan de slag is gegaan met de voorbereidingen voor volgend jaar.
beschikken over eigenschappen die elkaar beïnvloeden. Vandaar dat is gekozen om het energielabel te voorzien van drie parameters.
• Veilig: de remweg op nat wegdek
Om de klimaatdoelstellingen te behalen heeft de Europese Commissie in 2009 besloten om een energielabel voor banden in te voeren. Banden veroorzaken 20 tot 30 % van het brandstofverbruik van een voertuig, vooral door hun rolweerstand. Een beperking van de rolweerstand van banden kan daarmee een bijdrage leveren aan de energieefficiëntie van het wegvervoer en de beperking van emissies. De Europese Commissie heeft zich tegelijkertijd gerealiseerd dat banden
10
| VACO Nieuws september 2011
bepaalt het label (A=korte remweg, G=langere remweg) • Zuinig: door de rolweerstand te meten, wordt een indicatie gegeven voor het brandstofverbruik van de auto (A=weinig rolweerstand, G=meer rolweerstand). • Stil: door een geluidsmeting buiten het voertuig wordt aangegeven hoeveel geluidsoverlast een band in het voorbijrijden veroorzaakt. Op het label wordt dit aangegeven door middel van drie grafische geluidsgolven en het aantal decibel, uitgedrukt in dB(a). De opinie van de branche Om een indruk te krijgen van de huidige stand van zaken in de branche heeft Rob van der Werf, manager opleidingen SVOB en technisch adviseur van Vereniging VACO, een onderzoek uitgevoerd naar de opinie van de banden-
en wielenbranche ten opzichte van de invoering van het bandenlabel. Het onderzoek Het onderzoek is in juni 2011 uitgevoerd door middel van een onlineenquête onder VACO-leden uit de sectoren Producenten, Handel en Bandenservice. Bij de vraagstelling is uitgegaan van de markt voor personenwagenbanden. Bijna een kwart van de genodigden hebben de enquête ingevuld en hebben de resultaten in een de vorm van een uitgebreid rapport ontvangen. VACO Nieuws zet een selectie uit de onderzoeksresultaten op een rij. Tussen de onderzoeksresultaten staan interessante opmerkingen van respondenten vermeld. Wettelijke verplichting; verantwoordelijkheden Op de vraag in hoeverre men op de hoogte is van de wettelijke verplichting voor de invoering van het bandenlabel geeft 36% aan op de hoogte te zijn. 64% van de respondenten geeft aan niet of slechts gedeeltelijk op de hoogte te zijn.
BRANCHE
‘
Een sticker op een band voegt niets toe omdat de consument een vergelijking moet kunnen maken. Zelden zal een consument alle opties naast elkaar in een magazijn mogen aanschouwen alvorens tot aanschaf over te gaan...
banden
’
TREFT BEREIDINGEN is iets anders dan ‘Bandenbewust bewust een keuze kunnen maken. ’ er door onwetendheid nog ‘teNuvaakworden appels met peren vergeleken. ’ Is informatie omtrent het ‘bandenlabel op de factuur van de fabrikant aan de handel noodzakelijk?
’
Een meerderheid (55,7%) verwacht dat de invoering van het bandenlabel een positieve bijdrage zal leveren aan het bandenbewustzijn bij consumenten.
VEILIG Eén overzicht? Is het wenselijk om één digitaal overzicht te maken waarin alle bandenlabels met elkaar vergeleken kunnen worden? Een grote meerderheid (bijna 80%) geeft aan voorstander te zijn van een dergelijk overzicht.
Op de vraag welke factoren van veiligheid belangrijk zijn voor de eindgebruiker antwoordt een grote meerderheid (86,3%) van de respondenten met ‘remweg op nat wegdek’. Als tweede en derde worden respectievelijk genoemd ‘aquaplaning’ en ‘grip in de bochten’.
De eindgebruiker Het uiteindelijke doel van de invoering van het bandenlabel is om eindgebruikers aan te moedigen om veiligere, zuinigere en stillere banden te kopen. Maar hoe kijkt de branche aan tegen de belevingswereld van diezelfde eindgebruiker?
ZUINIG
Verwacht u dat de introductie van het bandenlabel een positieve bijdrage levert aan het bandenbewustzijn bij consumenten? ja nee geen mening
Waarom zou een eindgebruiker kiezen voor een energiezuinige band? Ruim driekwart van de respondenten geeft aan dat de belangrijkste motivatie van de eindgebruiker om te kiezen voor een energiezuinige band brandstofbesparing is. Geen enkele respondent denkt dat de eindgebruiker kiest voor een zuinige band vanwege de geringere CO2 uitstoot.
STIL Waarom kiest een eindgebruiker voor een geluidsarme band? Ruim 80% denkt dat de eindgebruiker kiest voor een stillere band vanwege de geluidsoverlast in de auto. ‘Vanwege geluidsoverlast voor de omgeving’ wordt geen enkele keer genoemd. Op zijn minst
‘
Een enkele prijskoper daargelaten is het gros van onze klanten gevoelig voor genoemde argumenten.
’
een opvallend onderzoeksresultaat. De parameter ‘stil’ in het bandenlabel geeft immers een indicatie van het geluid dat wordt veroorzaakt buiten de auto. Prijs en levensduur belangrijk Al jaren hechten eindgebruikers belang aan de prijs en de levensduur van een band. Rijeigenschappen en merkimago komen op de tweede plaats. Opvallend is dat rolweerstand en geluidsproductie volgens de respondenten geen belangrijke keuzefactoren zijn voor de eindgebruiker. Beide factoren maken echter wel onderdeel uit van het bandenlabel. In de volgende uitgaven van VACO Nieuws wordt, onder andere op basis van de onderzoeksresultaten, verder ingegaan op de invoering van het bandenlabel. •
‘
Ik denk dat de prijs in hoge mate de beslissing beïnvloed. En dat de verschillen tussen banden niet zo groot zijn wat het label betreft. Echt slechte banden haal je er wel uit, maar die wil je als leverancier ook niet verkopen.
’
Voor VACO-leden zijn de uitgebreide onderzoeksresultaten op aanvraag beschikbaar. Stuur hiervoor een mail naar
[email protected].
VACO Nieuws september 2011
| 11
VERPLICHT VANAF NOVEMBER 2012
Energielabel voor
..
De verantw van de bra
In de vorige uitgave van VACO Nieuws hebben wij u uitgebreid geïnformeerd over het bandenlabel dat vanaf november 2012 verplicht wordt voor de vervangingsmarkt. Per bandencategorie krijgen bandenleveranciers en bandendistributeurs dan beide een aantal eigen verantwoordelijkheden toebedeeld. Nog even teruggrijpend op dat artikel in VACO Nieuws 4. Uit onderzoek blijkt dat twee derde van de branche nog niet of slechts gedeeltelijk op de hoogte is van de wettelijke verplichting voor de invoering van het bandenlabel. Zo wordt nog wel eens gedacht dat de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk bij de consument kan worden neergelegd. Of dat informatie over het bandenlabel bij de factuur niet noodzakelijk is. Met de invoeringsverplichting van het bandenlabel krijgt de branche echter verantwoordelijkheden. Verordening 1222/2009 In verordening (EG) 1222/2009 van het Europees Parlement worden de verantwoordelijkheden van de verschillende marktpartijen beschreven. Van deze marktpartijen worden definities gegeven, zodat duidelijk moet zijn welke verantwoordelijkheden voor wie gelden. Verder is de verordening van toepassing op personenwagenbanden (C1-banden), lichte bestelwagenbanden (C2) en bedrijfswagenbanden (C3). De regels gelden niet voor onder meer vernieuwde banden, professionele off-the-roadbanden, oldtimerbanden, spijkerbanden en banden exclusief voor competitie. Bandenleveranciers Leveranciers zijn volgens de verordening fabrikanten, gemachtigde vertegenwoordigers en importeurs. De fabrikant
10
| VACO Nieuws oktober 2011
wordt omschreven als “een natuurlijke of rechtspersoon die een product fabriceert of een product laat ontwerpen of fabriceren en dat product onder zijn naam of handelsnaam in de handel brengt.” De gemachtigde vertegenwoordiger is “een in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door de fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen in verband met de verplichtingen van laatstgenoemde op grond van deze verordening.” En de importeur is “een in de Gemeenschap gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die een product uit een derde land in de Gemeenschap in de handel brengt.” Bandendistributeurs De tweede categorie met eigen verantwoordelijkheden is de distributeur. De verordening verstaat daaronder “een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, met uitzondering van de leverancier of de importeur, die een band in de handel brengt.” Het gaat hier dus vooral om bandenservicebedrijven, garagebedrijven en internetaanbieders. Verantwoordelijkheden van bandenleveranciers Wat betreft C1- en C2-banden die aan distributeurs of eindgebruikers worden geleverd, moeten leveranciers ervoor zorgen dat op het loopvlak van die banden een sticker is aangebracht
met een etiket waarop de brandstofefficiëntieklasse, de gemeten waarde van de rolgeluidemissie, en de klasse grip op nat wegdek staan vermeld. Als alternatief mag het etiket (het label) bij een partij identieke banden ook in gedrukte vorm worden bijgeleverd. Voor C3-banden is de sticker of het gedrukte etiket dus (nog) niet verplicht. Technisch reclamemateriaal Onder technisch reclamemateriaal worden verkoopgerichte handleidingen, brochures, folders en catalogi, (zowel gedrukt, elektronisch als online), alsook websites verstaan. Voor C1-, C2- en C3-banden moeten de rolweerstand, de remprestaties en het geluidsniveau in het technische reclamemateriaal worden vermeld. Als een band, door verschillen in afmetingen of andere parameters, in verschillende klassen kan worden ingedeeld, moet het verschil tussen de slechtst en de best presterende band worden vermeld. Websites Leveranciers moeten behalve de parameters ook een aantal andere zaken op hun websites plaatsen. Zo moet er een link naar de website met de verordening van de Commissie komen. Daarnaast moeten de gebruikte pictogrammen van het etiket worden toegelicht. Verder moet worden benadrukt dat het brandstofverbruik en de verkeersveiligheid in
BRANCHE
banden deel 2
Het is denkbaar om het etiket van een band te printen vanuit BAC.
woordelijkheden nche de eerste plaats wordt bepaald door het gedrag van de bestuurder zelf, dat door ecologisch verantwoord rijden het brandstofverbruik aanzienlijk kan dalen, de bandenspanning regelmatig moet worden gecontroleerd om de grip op nat wegdek en de brandstofefficiëntie te optimaliseren en dat de remafstanden altijd strikt moeten worden nageleefd. Technische documenten Technische documenten zijn documenten met informatie over de band, de fabrikant, het merk, en geven een beschrijving van het bandentype of de bandengroep, testverslagen en de nauwkeurigheid van de testen. De technische documenten moeten voldoende gedetailleerd zijn om de juistheid te controleren. Nadat de laatste band van een bepaald type in de handel is gebracht, moeten deze documenten nog vijf jaar worden bewaard. Verantwoordelijkheden van bandendistributeurs Distributeurs moeten ervoor zorgen dat de stickers die door de leveranciers op de band zijn aangebracht goed zichtbaar zijn op het verkooppunt. Als de leverancier alleen een gedrukt etiket heeft geleverd, moet dat etiket bij de band worden getoond. Zijn de banden niet zichtbaar voor de eindgebruiker – bijvoorbeeld bij verkoop via internet – moet de distributeur de informatie over de parameters op een andere manier verstrekken aan de eindgebruiker. Vermelding op of bij facturen Wat C1-, C2- en C3-banden betreft, moeten distributeurs de rolweerstand,
De branche moet zich beslist voorbereiden op haar nieuwe verantwoordelijkheden. de remprestaties en het geluidsniveau tevens vermelden op de factuur. Maar de informatie mag ook op een andere manier bij de factuur worden verstrekt.
DE STICKER De sticker en het etiket moeten voldoen aan verschillende voorschriften. Zo is de maatvoering en de opmaak vastgelegd. De sticker bestaat uit twee delen: het etiket en ruimte voor het merk. Hierin moet de leverancier zijn handelsmerk, de soort band en allerlei technische gegevens zoals de bandenafmetingen, de belastingsindex en de snelheidscategorie vermelden.
Ook voor bestelwagen- en bedrijfswagenbanden is er inmiddels overeenstemming bereikt over de testmethoden voor het meten van de grip op nat wegdek.
Praktijk Of er straks werkelijk gestickerd gaat worden blijft vooralsnog de vraag; de verordening laat ook ruimte open om de eindgebruiker op andere manieren te informeren. Het is bijvoorbeeld denkbaar om het etiket van een band te printen vanuit BAC. Als de consument maar goed en vóór zijn verkoopbeslissing wordt geïnformeerd. Dezelfde BAC-uitdraai kan met een simpel nietje aan de factuur worden gehecht. Overigens is er nog een voorbehoud. De Europese Raad van Ministers zal medio november 2011 de definitieve regeling moeten bekrachtigen. VACO zal alle relevante marktpartijen blijven informeren over de voortgang. •
VACO Nieuws oktober 2011
| 11
NIEUWE TRAINING SVOB:
DUURZAAM BANDBEHEER VOOR HET WEGTRANSPORT Duurzaam bandbeheer in het wegtransport heeft alleen maar voordelen. De belangrijkste is een verlaging van de kilometerkostprijs. U las daar al over in de vorige editie van VACO Nieuws. Stichting SVOB ontwikkelt op dit moment de eendaagse training ‘Duurzaam bandbeheer bedrijfsvoertuigen’. SVOB-docent Henk van Dam: “Het resultaat van goed duurzaam bandbeheer is dat de klant bij zijn bandenspecialist terugkomt, juist vanwege diens specialistische kennis en adviezen.”
Medewerkers van bandenspecialisten die zich mede richten op transportbedrijven hebben over het algemeen veel bandenkennis opgedaan tijdens hun werk en gedurende trainingen van onder meer Stichting SVOB. Henk van Dam constateert echter dat een aanvullende training over duurzaam bandbeheer zeker toegevoegde waarde heeft. “Naast mijn werk voor Stichting SVOB bezoek ik als adviseur bij Profile Tyrecenter Utrecht bedrijven uit de transportsector. Het is mijn ervaring dat truckbanden veel langer meegaan als de klant de juiste adviezen van zijn bandenspecialist krijgt. Dat bespaart kosten. De klant wordt aldus overtuigd van de toegevoegde waarde van zijn bandenspecialist en komt straks weer terug voor zijn vervolgaankopen.” Training vanuit de praktijk De training ‘Duurzaam bandbeheer bedrijfsvoertuigen’ wordt ontwikkeld voor medewerkers van bandenspe-
14
| VACO Nieuws februari 2012
cialisten die contacten onderhouden met transportbedrijven. Van Dam: “De doelgroep bestaat dus onder meer uit bedrijfsleiders, receptionisten en vertegenwoordigers.” Tijdens de training wordt een aantal praktische voorbeelden behandeld van banden die door de 3 O’s van Onwetendheid,
het probleem was. Hoe is de beschadiging volgens hen ontstaan?” Adviezen Vervolgens is het tijd voor de theorie. Van Dam: “We gaan praten over adviezen die je de klant kunt geven. Denk aan bandenspanning, balanceren,
“Bezuiniging van een paar procent brandstof tikt flink aan” Onachtzaamheid en Onvoorzichtigheid vroegtijdig zijn uitgevallen en daardoor niet de maximale levensduur hebben bereikt. Daarnaast komen banden aan bod die ogenschijnlijk wel de juiste kilometerprestatie hebben gehaald, maar door beter bandbeheer toch nog vele kilometers extra hadden kunnen maken. “Een belangrijk onderdeel van de training is de vraag hoe een eventueel bandenprobleem is ontstaan en vervolgens de vraag hoe je dat probleem voortaan kunt voorkomen”, benadrukt Van Dam. “Daarom beginnen we de training met de beoordeling van een aantal beschadigde banden. Denk bijvoorbeeld aan onregelmatige slijtage of een scheur in de hiel of de schouder. We willen van de cursisten horen wat
uitlijnen, naprofileren en vernieuwen van banden. Verder komt het komende bandenlabel uiteraard ter sprake.” Praten over het belang van de juiste bandenspanning lijkt zonde van de tijd. Iedereen doorziet immers het belang hiervan? Van Dam ziet dat anders. “Truckbanden worden kleiner, waardoor ook het luchtvolume in de band afneemt. Het draagvermogen van de band wordt bepaald door de hoeveelheid lucht. Het gevolg is dat de juiste bandenspanning nog belangrijker is geworden. Bij de huidige truckbanden is een halve bar te weinig vaak al funest; de band kan daardoor scheuren.” Van Dam adviseert het gebruik van stikstof om de afname van de bandenspanning af te remmen.
OPLEIDINGEN
SVOB-docent Henk van Dam: “Het resultaat van goed duurzaam bandbeheer is dat de klant bij zijn bandenspecialist terugkomt, juist vanwege diens specialistische
truckbanden een minimale profieldiepte van 1,6 mm dienen te hebben, is dat extra belangrijk. Onder het profiel van een truckband bevindt zich nog drie millimeter rubber. Als een band nog 1,6 mm profiel heeft, is er dus nog 4,6 millimeter loopvlak over. Door banden na te profileren, maak je hier optimaal gebruik van. De band in kwestie heeft een betere kilometerprestatie, tegen geringe extra kosten.” Van Dam kent de bezwaren die in de praktijk geuit worden tegen naprofileren. Onterecht, vindt hij. “Elke bandenfabrikant heeft zijn eigen voorschriften voor naprofileren opgesteld. Wie zich daaraan houdt en het juiste gereedschap gebruikt, ziet dat naprofileren alleen maar voordelen heeft.”
kennis en adviezen.”
Herbeoordeling Aan het einde van het theoriegedeelte gaan de cursisten de genoemde praktijkbanden nogmaals beoordelen, met als extra bagage hun vers opgedane kennis. De typische problemen of slijtage kunnen ze nu beter verklaren. Nog belangrijker: de cursisten zijn nu beter in staat om een deskundig advies aan de klant te geven hoe zij zo lang mogelijk met hun banden kunnen doen. Het is de bedoeling dat de training zowel bij Stichting SVOB in Leiden als op locatie wordt gegeven. •
Uitlijnen en balanceren Tijdens de training wordt ook ingegaan op het belang van uitlijnen. “Een truck gebruikt zomaar 40 duizend liter brandstof per jaar”, illustreert Van Dam. “Als de wielen niet goed zijn uitgelijnd, leidt dat tot meer rolweerstand. Een bezuiniging van een paar procent brandstof tikt dan al flink aan. Die besparing is veel groter dan de uitlijnkosten.” Ook als de te vervangen banden een uitstekende levensduur hebben gehad, is uitlijnen een aanrader. “De wielstanden zijn immers niet meer optimaal na al die kilometers. Dat betekent dat de nieuwe banden sneller zullen slijten als je niet vooraf uitlijnt”, doceert Van Dam. “Als specialist
moet je dat goed kunnen uitleggen aan de klant.” Een ander voorbeeld: balanceren. De voorwielen van een truck worden gebalanceerd voor het comfort van de chauffeur, het balanceren van de wielen op de trekas behoort tot de uitzonderingen. Van Dam raadt aan om alle wielen te balanceren. “Wielen met onbalans trillen op het wegdek, waardoor de banden weer sneller slijten. Dat geldt ook voor de banden op de trekas.” Ook in dit geval geldt: de kosten zijn veel geringer dan de uiteindelijke baten. Naprofileren Van Dam maakt zich ook sterk voor het naprofileren van truckbanden. “Sinds
AANMELDEN? De voorlopige data voor de training Duurzaam bandbeheer zijn bekend. Aanmelden kan via het aanmeldingsformulier op www.vaco.nl/opleidingen. Heeft u vragen over de opleiding neem dan contact op met SVOB via
[email protected] of (071) 568 69 40. Duurzaam bandbeheer bedrijfsvoertuigen 08 mei Zwolle 22 mei Best 30 mei Leiden Duurzaam bandbeheer personenauto’s 05 juni Zwolle 07 juni Leiden 12 juni Best
VACO Nieuws februari 2012
| 15
EAN-CODES
n e e n a v g n a l e b t He
Opbouw van EAN-codes We nemen als voorbeeld een streepjescode met het nummer 87 14692 15149 1
8
514 1 2 69 714
91
87 betekent dat het nummer (systeemcode) is uitgegeven in Nederland (door GS1 Nederland). GS1organisaties in andere landen hebben een ander tweecijferig getal (bijv. België 54). 87 betekent overigens niet dat het artikel in Nederland is geproduceerd. 14692, is het nummer dat de aanvrager krijgt (aansluitnummer). Een bedrijf kan meerdere van deze nummers aanvragen en krijgen. Alle Nederlandse codes die beginnen met 14692 bijvoorbeeld zijn van Apollo Vredestein. De systeemcode en het aansluitnummer samen worden het 'bedrijfsnummer' genoemd. 15149 is de code voor een bepaald artikel/type. Voorbeelden hiervan zijn de Sportrac 3 of de Ultrac Sessanta etc. Het laatste, hier het cijfer 1, is het controlegetal. Het dient als hulpcijfer voor de kassa in geval één van de streepjes is beschadigd.
6
| VACO Nieuws juni 2012
Iedereen kent ze wel. De streepjescode op producten. GS1 pleit voor unieke EAN-codes op ieder product. Zo houden we de productenstroom zuiver. De EAN-codes worden gebruikt voor onze digitale etalage van banden die te koop zijn: de BAC-database. Hoe zijn EAN-codes opgebouwd en wat is het belang van deze unieke code in combinatie met BAC Online? EAN staat voor European Article Numbering. Een EAN-code is een uniek identificatienummer met een bijbehorende barcode voor het snel en foutloos
Producten in de banden- en wielenbranche zijn volop in (door)ontwikkeling, helemaal met de komst van het bandenlabel. Helaas zien we regelmatig
Productwijziging? Vraag een nieuwe EAN-code aan! identificeren van producten. Vrijwel alle producten in Nederland hebben een EAN-13-code; een reeks van 13 cijfers. Het belang van een unieke EAN Het uitwisselen van gegevens wordt steeds makkelijker. EAN-codes zorgen ervoor dat data eenvoudig kan worden uitgewisseld. Maar hoe zorgen we ervoor dat EAN-codes zuiver en correct blijven? Hoe weten we zeker dat de EAN-code verwijst naar één specifiek product?
dat het interne artikelnummer wijzigt, maar geen nieuwe EAN-code wordt toegevoegd/aangevraagd. Ook zien we dat bij OE-mar-keringen er één EAN-code wordt aangevraagd voor verschillende OE-markeringen. A Hiermee heeft het A B B B B C product niet meer C D D een uniek en dus E E F zuiver nummer F G G en zijn de gegevens lastig uit te 72 dB
BRANCHE
e d o c E K E I UN
BAC en EAN De BAC code is meer dan een EAN-code. De EAN-code bevat geen specifieke producteigenschappen, de BAC-code wel. Harry van Klaveren: “Door de registratie van producteigenschappen is de BAC heel geschikt als zoekmachine.” Inmiddels bevat de BAC een database van 52.000 banden! De BAC is hiermee dé digitale etalage van de banden- en wielenbranche!
onderhoudt in opdracht van Vereniging VACO de BAC database. Sinds jaar en dag is Harry van Klaveren hiervoor verantwoordelijk. Voor de invoering van de gegevens maakt Harry gebruik EANcodes. Ook is het mogelijk dat wanneer merken gebruik maken van EAN-codes, er naast de BAC-code extra gegevens worden toegevoegd. Bijvoorbeeld een vrije omschrijving, de ISO-markering en ‘Overige markeringen’ (zoals de OE-markering), en straks ook de gegevens van het bandenlabel. Harry: “Ik raad bedrijven aan de gegevens altijd aan te leveren met EANcode. Dit maakt het herhaaldelijk invoeren van de gegevens en wijzigingen
eenvoudiger en deze service is dan ook gratis. Levert een bedrijf de gegevens aan zonder EAN-codes, dan zijn we genoodzaakt een uurtarief in rekening te brengen.” •
BAC Online Voor vragen over BAC Online kunt contact opnemen met Harry van Klaveren van Stichting SICT. Telefoonnummer: (071) 568 69 10 of per e-mail:
[email protected].
wisselen. Immers, één nummer heeft betrekking op verschillende producten.
GS1 Nederland GS1, maar ook Vereniging VACO, pleiten daarom voor unieke en vooral zuivere EAN-codes. Dat wil zeggen dat wanneer een kenmerk van de band wijzigt, een nieuwe EANcode aangevraagd dient te worden. Praktisch gezien: wijzigt het interne artikelnummer, dan dient een nieuwe EAN-code aangevraagd te worden. BAC Online: dé digitale etalage BAC Online is de digitale etalage van de bandenbranche. Stichting SICT
De Stichting GS1 Nederland, maakt onderdeel uit van de wereldwijde GS1organisatie. GS1 Nederland is voor de Nederlandse markt de standaardisatie autoriteit en geeft codes af aan fabrikanten die een nieuw product op de markt brengen. GS1 Barcodes zorgen voor een unieke identificatie van uw product en is wereldwijd te gebruiken. Ook zijn de codes sectoronafhankelijk en -overschrijdend. Op de website www.gs1.nl vindt u alle informatie over het aanvragen van EAN-codes en de verschillende pakketten die zij aanbieden. Ook kunt u contact opnemen met GS1 Nederland via telefoonnummer (020) 511 38 88.
VACO Nieuws juni 2012
| 7
Specialisten geven hun mening
Verwachtingen rond het bandenlabel Bandenspecialisten zijn verdeeld over de vraag of het bandenlabel voor een wezenlijke toename van het bandenbewustzijn zal zorgen. Zij verwachten dat het bandenlabel tot meer vragen zal leiden. Met hun deskundigheid kunnen bandenspecialisten zich hiermee extra onderscheiden.
Per 1 november 2012 is het bandenlabel verplicht voor personen-, bestelauto- en truckbanden die na 1 juli 2012 zijn geproduceerd. Zal het label ook bijdragen aan een toename van het bandenbewustzijn bij de automobilist? Arthur Schaap, directeur
Profile Tyrecenter Van Kleef in Delft, is positief. “De media-aandacht voor de winterband heeft het bandenbewustzijn sowieso al vergroot. Met zoiets herkenbaars als een label zal het bandenbewustzijn verder toenemen, verwacht ik.” Bate Wijnja, mede-eigenaar
van B&O Bandenservice in Bolsward, heeft dezelfde mening. “Maar ik denk dat het wel eens heel lang kan duren voor we daar iets van merken.” Maurice Nooteboom, directeur Profile Tyrecenter Nooteboom (zes vestigingen): “Het bandenbewustzijn zal een klein beetje
ZEG HET MAAR… is een rubriek waarin we op zoek gaan naar meningen en standpunten uit de branche over uiteenlopende onderwerpen. Heeft u ideeën voor deze rubriek of wilt u uw mening laten weten? Mail dan naar
[email protected]
Rens van Pagee: “De klant wil ‘een goede band’ en vraagt ons om advies.”
6
| VACO Nieuws september 2012
Bate Wijnja: “Het label biedt kansen voor de bandenspecialist.”
Arthur Schaap: “Met het bandenlabel verwacht ik dat het bandenbewustzijn verder toeneemt.”
ZEG HET MAAR… toenemen, dat geldt misschien voor vijf procent van de consumenten.” Rens van Pagee, directeur Pagee Banden in Kruiningen en Krabbendijke, en Erik Kalk, directeur Kalk Bandenservice in Heiligerlee, zijn sceptisch. Zij verwachten dat de klant vooral naar de prijs blijft kijken. Adviserende rol Met de labelgegevens in de hand, kan de eindgebruiker banden onderling vergelijken voor wat betreft de eigenschappen brandstofefficiëntie, grip op nat wegdek en extern afrolgeluid. De meeste bandenspecialisten verwachten dat het label tot meer vragen zal leiden. Hun adviserende rol wordt eerder belangrijker dan minder belangrijk. “De meeste klanten zien het label pas als ze bij ons in het bedrijf zijn”, verwacht Gert-Jan Hazeleger, directeur Hazeleger Bandenservice in Harderwijk. “Het label is een handvat bij de keuze van de juiste band, maar uiteindelijk komt het toch op ons specialisme aan. Samen met de klant zoeken we de beste band voor hem uit. Indien nodig, leggen we hem uit dat een band met bijvoorbeeld een AA-label niet per definitie beter is dan een band met een BB-label.” Ook Arie Krijgh, Bandenservice Zuid-West in Klaaswaal en Noordwijkerhout, denkt dat het label niet meer dan een ondersteunende factor bij het aankoopproces is. “Bij de verkoop van banden komt het aan op het advies van de bandenspecialist. Wij verkopen de klant de banden die hij nodig heeft.” Service en kwaliteit Maurice Nooteboom verwacht eveneens dat de adviserende rol van de
Maurice Nooteboom: “De adviserende rol van de bandenspecialist wordt groter dankzij het bandenlabel.”
bandenspecialist groter wordt. “De prijs van de band is zeker belangrijk, maar niet leidend. Service en kwaliteit van onze diensten zijn belangrijk. Het label bevat slechts drie componenten, dat doet tekort aan de overige eigenschappen die van belang zijn. Dat kunnen wij de klant uitleggen. De bandenspecialist geeft de klant een goed advies, hij biedt de klant de band aan die bij hem past.” Rens van Pagee is het daarmee eens. “De klant wil ‘een goede band’ en vraagt ons om advies.” Bate Wijnja vindt het ‘enigszins een probleem’ dat het label slechts drie aspecten van een band beoordeelt. “Ik ben benieuwd hoe de bandenfabrikanten met de overige eigenschappen omgaan. Hoe gaat het product zich ontwikkelen?” Het label biedt kansen voor de bandenspecialist, vindt hij. “De aanbieder moet straks meer over het product weten. Dat betekent dat er kansen zijn voor de bandenspecialist, hij kan het bandenlabel beter uitleggen.” Erik Kalk onderscheidt in grote lijnen twee klantengroepen. “Er zal een kleine groep klanten zijn die zich thuis in de materie verdiept en zelf een band uitzoekt met bijvoorbeeld de laagste rolweerstand. Van de overige klanten verwacht ik vragen. Ze zien het label en ze willen er vervolgens meer over weten.” Gevolgen voor assortiment Wat doen de bandenspecialisten als blijkt dat banden uit hun assortiment slecht scoren qua bandenlabel? “Een band met een slecht label is misschien helemaal geen verkeerde band”, aldus Bate Wijnja. “Als de overige relevante eigenschappen die niet op het label staan goed zijn, dan houden we de
Erik Kalk: “Ik verwacht wel vragen van klanten, ze zien het label en willen er meer over weten.”
band in het programma.” De vraag van de klant staat voorop, vindt Arthur Schaap. “Als de klant om een goedkopere band vraagt, dan moet ik die leveren. De markt bepaalt. Maar ik geloof wel heilig dat de klant door het label eerder geneigd zal zijn om duurzamere, betere banden te kopen.” Maurice Nooteboom neemt de labelprestaties mee bij zijn assortimentbepaling. “Wij zijn een hyperspecialist, dat betekent onder meer dat we straks banden met een goed label verkopen. Ik denk dat er straks een verschuiving van de verkoop richting betere banden komt.” •
Administratieve lasten Voor bandenspecialisten betekent de komst van het bandenlabel het nodige werk op administratief gebied. “Wij moeten de boekhouding en de facturering nog aanpassen”, aldus Erik Kalk. “Ons artikelbestand moet nog op de schop. Het label betekent voor ons veel extra administratieve rompslomp.” “Ik moet de administratie nog aanpassen”, blikt Bate Wijnja vooruit. “We gaan investeren in software, maar dat waren we toch al van plan.” Gert-Jan Hazeleger verwacht dat het label veel extra werk zal opleveren. Hij zet zijn vraagtekens bij het nut. “Het gros van de klanten zit niet te wachten op extra informatie bij hun factuur nadat ze hun keuze al hebben gemaakt.”
Gert-Jan Hazeleger: “Samen met de klant zoeken we de beste band voor hem uit.”
Arie Krijgh: “Wij verkopen de klant de banden die hij nodig heeft.”
VACO Nieuws september 2012
| 7
BRANCHE
Voorschriften vormgeving bandenlabel
Eenheid in vormgeving voor het nieuwe bandenlabel Inspelen op de actualiteit met een grapje is leuk. Zo had Van Aalderen Twen-Tyre, om aandacht te trekken tijdens de Reifen-beurs in Essen, een aardige inhaker op het nieuwe bandenlabel. Moet kunnen. Maar de vormgeving voor het nieuwe label is voor het Europees Parlement toch een serieuze zaak. Hoe het label eruit moet zien is dan ook nauwkeurig vastgesteld en omschreven in Verordening 1222/2009. Het Europees Parlement wil dat de gebruikers van banden eenduidig worden geïnformeerd. Als alle aanbieders de voorgeschreven informatie op hun eigen manier zouden aanbieden, wordt het ondoorzichtig, zo is de redenering. Daarnaast is ook visuele overeenkomst gewenst met andere labels, als herkenning. Het oogmerk van het bandenlabel als labelfenomeen profiteert dan ook
Van Aalderen Twen-Tyre wist goed aandacht te trekken op de Reifen-beurs in Essen met een knipoog naar het label.
van de bekendheid en vertrouwdheid met andere labels zoals die bestaan voor elektrische apparaten, gloeilampen en auto’s. Vereisten voor het label In de verordening over het label zijn de vereisten voor de vormgeving uitgebreid beschreven. Zo moet het label minstens 75 mm breed en 110 mm hoog zijn. Wordt het label groter afgebeeld, dan moeten alle onderdelen van het label in dezelfde verhouding worden vergroot. Van alle elementen, zoals de pictogrammen, zijn de maten en de positie in het label vastgelegd. Evenzo zijn de lettertypen en lettergroottes vastgesteld. Verder zijn ook alle kleuren bepaald en zelfs de lijndikten zijn opgegeven. Ruimte voor het merk Als het label wordt afgebeeld op een sticker, moet op die sticker ook diverse merkinformatie van de band worden afgedrukt. Hier zijn er geen voorschriften voor de vormgeving, zolang de aandacht maar niet afgeleid wordt van het label. De kleur, het formaat en de lay-out zijn verder vrij en de bandenproducent kan zijn eigen huisstijl toepassen. In de ruimte voor het merk moet de leverancier zijn handelsnaam of -merk, het bandengamma, de bandenafmetingen, de belastingsindex en de snelheidscategorie vermelden en zo
Voorbeeld van een sticker met label- en merkinformatie. De vormgeving van het label is strikt voorgeschreven, maar voor de ruimte voor het merk is er veel vrijheid.
nodig mag hij nog andere technische gegevens toevoegen. De totale oppervlakte van de sticker mag niet groter zijn dan 250 m2 en de totale hoogte van de sticker mag niet meer zijn dan 200 mm. • L 342/54
Publicatieblad van de Europese Unie
NL
22.12.2009
1.2. Hierna worden de specificaties voor het etiket uiteengezet:
1.3. Het etiket moet minstens 75 mm breed en 110 mm hoog zijn. Als het etiket op groter formaat wordt afgedrukt, moet de inhoud in verhouding tot de bovenvermelde specificaties blijven. 1.4. Het etiket moet aan de volgende voorschriften beantwoorden: a)
De gebruikte kleuren zijn: cyaan, magenta, geel en zwart — en worden volgens het volgende voorbeeld gebruikt: 00-70-X-00: 0 % cyaan, 70 % magenta, 100 % geel, 0 % zwart;
b)
De onderstaande cijfers verwijzen naar de legende van punt 1.2: Brandstofefficiëntie Zie bijgevoegd pictogram: breedte: 19,5 mm, hoogte: 18,5 mm — Kader van het pictogram: lijndikte: 3,5 pt, breedte: 26 mm, hoogte: 23 mm — kader rond de klasse-indeling: lijndikte: 1 pt — Einde van het kader: lijndikte: 3,5 pt, breedte: 36 mm — Kleur: X-10-00-05;
Grip op nat wegdek Zie bijgevoegd pictogram: breedte: 19 mm, hoogte: 19 mm — Kader van het pictogram: lijndikte: 3,5 pt, breedte: 26 mm, hoogte: 23 mm — kader rond de klasse-indeling: lijndikte: 1 pt — Einde van het kader: lijndikte: 3,5 pt, breedte: 26 mm — Kleur: X-10-00-05;
Een pagina uit de verordening met voorschriften voor het label.
VACO Nieuws september 2012
| 5
DOCUMENTEN DIE U KUNT DOWNLOADEN OP HET LEDENDEEL VAN VACO.NL
Verordening 0661-2009 typegoedkeuringsvoorschriften.pdf Verordening 1222-2009 etikettering van banden.pdf Verordening 0228-2011 wijziging verordening 1222-2009 testmethode grip C1.pdf Verordening 0228-2011 rectificatie.pdf Verordening 1235-2011 wijziging verordening 1222-2009 gripklasse op nat wegdek, meten rolweerstand en controleprocedure.pdf
COLOFON Hoewel aan de inhoud van deze uitgave uiterste zorg is besteed, kunnen betrokkenen op geen enkele wijze aansprakelijkheid aanvaarden voor onvolledigheden of onjuistheden in deze uitgave. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd of openbaar worden gemaakt zonder schriftelijke toestemming van Vereniging VACO. Vereniging VACO Bedrijfstakorganisatie voor de Banden- en Wielenbranche Postbus 33 2300 AA Leiden Archimedesweg 31 2333 CM Leiden Telefoon Fax E-mail Internet
(071) 568 69 70 (071) 568 69 71
[email protected] www.vaco.nl
Realisatie Uitgever: Stichting SUBP Redactie en coördinatie: Stichting SUBP Vormgeving en reproductie: Stichting SUBP © Vereniging VACO Versie 2.0, september 2012 22
Dossier bandenlabel – versie 2.0, september 2012
Vereniging VACO Bedrijfstakorganisatie voor de Banden- en Wielenbranche Postbus 33 2300 AA Leiden Archimedesweg 31 2333 CM Leiden Telefoon (071) 568 69 70 Fax (071) 568 69 71 E-mail
[email protected] Internet www.vaco.nl