Docentenhandleiding Wol- en textielfabrieken in Veenendaal Een lesproject voor groep 7 en 8
Dit project is samengesteld door de Werkgroep Educatie van het Historisch Informatiepunt: Petra Boelhouwer (Bibliotheek Veenendaal) Natalie Kriek (Viseum Veenendaal) Jan van Oeveren (Viseum Veenendaal) Henk van ’t Veld (Historische Vereniging Oud Veenendaal)
Inhoudsopgave Woord vooraf
4
Inleiding
5
Opzet en organisatie
5
De wol- en textielfabrieken in Veenendaal : achtergrondinformatie voor de docent
8
Les 1
Kinderarbeid in Veenendaal in de 19e eeuw
14
Kinderarbeid : achtergrondinformatie voor de docent
16
Werkblad bij de film
19
Les 2
Werken met wol: van thuiswerker naar fabrieksarbeider
22
Werkblad met antwoorden
22
Les 3
De stoommachine in Veenendaal
26
Werkblad met antwoorden
26
Les 4 Verzet tegen kinderarbeid
29
Werkblad met antwoorden
29
Bezoek aan de Cultuurfabriek en het Viseum
33
Bijlagen Werkblad leerlingen les 1 Werkblad leerlingen les 2 Werkblad leerlingen les 3 Werkblad leerlingen les 4 Opdrachten Cultuurfabriek (mét antwoorden voor de docent)
1
Woord vooraf In de Cultuurfabriek aan het Kees Stipplein is sinds eind 2011 het Historisch Informatiepunt (HIP) ingericht. Het HIP is een structurele samenwerking van het gemeentearchief, Viseum Veenendaal, de Historische Vereniging Oud Veenendaal en Bibliotheek Veenendaal. In het HIP staat een multitouchtafel met applicaties over het verleden van Veenendaal centraal. Iedere bezoeker van de Cultuurfabriek, jong en oud, kan genieten van de historische informatie en beelden die te zien zijn. De applicaties nodigen uit om met elkaar herinneringen op te halen aan het Veenendaal van toen. De multitouchtafel is ook onderdeel van het lesproject Wol- en tex-
tielfabrieken in Veenendaal: in ontwikkeling is een applicatie met oude beelden van de wol- en textielfabrieken. Maar het HIP is meer dan een plek in de Cultuurfabriek. Het HIP ontwikkelt in samenwerking met enkele basisscholen educatieve projecten voor het onderwijs. Het lesproject Wol- en textielfabrie-
ken in Veenendaal is de start van een doorgaande erfgoedleerlijn voor de groepen van het basisonderwijs. De keuze van het onderwerp Industrialisatie voor dit startproject is een logisch gevolg van het feit dat de Cultuurfabriek gebouwd is op de plek van de voormalige Hollandia wolfabriek en dat bij de bouw gebruik gemaakt is van originele muren van de voormalige fabriek. Het project Wol- en textielfabrieken in Veenendaal wil proberen aan te sluiten bij de begrippen uit de geschiedenismethode van de school. De ervaring leert, dat kinderen deze begrippen beter onthouden en toepassen, wanneer ze verbonden worden aan concrete voorbeelden uit de eigen omgeving. Het ‘overslaan’ van hoofdstukken uit de methode ter wille van de eigen omgeving kan op die manier meer winst opleveren. Wij wensen u veel plezier bij de uitvoering van het project! Werkgroep Educatie van het Historisch Informatiepunt Veenendaal
2
Inleiding
Opzet en organisatie
Het project Wol- en textielfabrieken in Veenendaal is bestemd voor
De opbouw van het project.
leerlingen van groep 7 en 8. Het project Wol- en textielfabrieken in Veenendaal bestaat uit lesIn de geschiedenismethoden gaat het bij het onderwerp Industri-
sen, die op school worden gegeven en een bezoek van 60 minuten
alisatie vaak over de industrie in Engeland of, waar het om textiel
aan de Cultuurfabriek en Viseum Veenendaal.
gaat, over de industrie in Twente. Door dit project ontdekken de leerlingen dat ook in Veenendaal tijdens en na de industrialisatie
Les 1
veel wol- en textielfabrieken ontstonden. Ook zullen zij ontdekken,
Gaat over één van de nare gevolgen van de ‘industriële revolutie’:
wat het was om als kind te moeten werken in deze fabrieken.
het laten werken van kinderen in de fabrieken. De situatie in Veen-
De leerdoelen voor het project Wol- en textielfabrieken in Veenen-
endaal wordt door auteurs en archiefbeelden in de film zichtbaar
daal voor groep 7 en 8 zijn:
gemaakt. De film wordt gevolgd door werkblad 1 met vragen over
- leren hoe in Veenendaal de wol- en textielindustrie ontstond;
de film en een uitnodiging om de eigen mening te geven.
- ontdekken hoe er werd gewerkt in de wol- en textielindustrie; - weten welke termen er in de wol- en textielindustrie werden ge bruikt en wat ze betekenen; - inzien wat kinderarbeid betekent;
Les 2 Maakt de ‘industriële revolutie’ duidelijk tegen de achtergrond van gebeurtenissen in Veenendaal. Het werkblad bevat vragen en opdrachten voor de leerlingen.
Het project Wol- en textielfabrieken in Veenendaal sluit aan bij twee vensters uit de nationale canon:
Les 3
- de eerste spoorlijn 1839. Sneller vervoer.
Zet een onderdeel van de ‘industriële revolutie’ centraal en plaatst
- verzet tegen kinderarbeid 19e eeuw. De fabriek uit, de school in.
de stoommachine in Veenendaal. Deze les bevat een waargebeurd verhaal over het vervoer van een stoomketel van het station naar
En ook bij twee vensters uit de Canon van Veenendaal van Dr. H.
de Hollandiafabriek. Het werkblad bevat vragen voor de leerlingen.
van ’t Veld: - 29: de eerste spoorlijn
Les 4
- 32: verzet tegen kinderarbeid.
Is een uitbreiding van het onderwerp kinderarbeid uit de film en gaat over het verzet tegen de kinderarbeid. Deze les bevat een verhaal van een fabrieksjongetje. Het werkblad bevat vragen voor de leerlingen.
Bezoek Cultuurfabriek Na het behandelen van de lessen bezoekt de klas de Cultuurfabriek. Hier zien de leerlingen in de vitrines van het Viseum voorwerpen die te maken hebben met de lessen op school. Ook ontdekken ze in de Cultuurfabriek elementen die verwijzen naar de oude fabriek.
3
Differentiatie Het project is bestemd voor groep 7 en 8. Aangezien er per school
Les 2, 3 en 4 op school door de docent.
en per klas aanzienlijke niveauverschillen kunnen bestaan, zijn er mogelijkheden voor differentiatie; de docent speelt hierin de be-
De informatie over de geschiedenis van de textielindustrie en de
langrijkste rol. Niet alle opdrachten en vragen hoeven gemaakt te
werkbladen geven de docent de gelegenheid om lessen te verzor-
worden.
gen die afgestemd zijn op de groep leerlingen. Deze lessen dienen ook ter voorbereiding op het bezoek aan de Cultuurfabriek.
De docent kan bij de lessen zelf de verdeling in basis- en verrijkingsopdrachten aangeven. Ook kan een keuze gemaakt worden
Tijdens het bezoek aan de Cultuurfabriek maken de leerlingen in
op grond van interesse en beschikbare tijd.
groepjes opdrachten over de
Organisatievormen
- elementen van de Cultuurfabriek die verwijzen naar de Hollandia Wolfabriek; - huisvlijt bij de vitrines in Viseum Veenendaal;
Behalve klassikale behandeling van het project, is het natuurlijk
- fabrieksarbeid en arbeidsomstandigheden bij de vitrines in Vi-
ook mogelijk groepjes gelijktijdig aan verschillende lessen te laten
seum Veenendaal;
werken, eventueel gevolgd door verslaggeving aan de klas. De do-
Deze opdrachten worden tijdens het bezoek aan de leerlingen ver-
centenhandleiding omvat voor de docent de werkbladen met ant-
strekt.
woorden. De bijlagen bij de docentenhandleiding zijn de werkbla-
De docentenhandleiding bevat ter informatie voor de docent een
den zonder antwoorden voor de leerlingen. Het vermenigvuldigen
(voorbeeld)boekje met de opdrachten met de bijbehorende ant-
van deze werkbladen wordt door de docent verzorgd.
Het project per les Les 1 op school door de docent. - introductie van het project in de klas; - tonen van film Kinderarbeid in Veenendaal in de 19e eeuw uit de derde serie van Het verleden van Utrecht. Het Verleden van Utrecht is een project van RTV Utrecht en Landschap Erfgoed Utrecht. De film biedt de docent de gelegenheid om een aantal begrippen uit te leggen. De leerlingen ervaren door de film en door de opgestelde vragen, wat het is om als kind in een fabriek te werken.
4
woorden.
Overzicht van het project: de lessen, de benodigdheden en de verbindingen. LES BENODIGDHEDEN PER LES
KOMT TERUG TIJDENS BEZOEK CULTUURFABRIEK EN VISEUM
1
Tekst Hoedemaker
Kinderarbeid in Veenendaal
Dvd kinderarbeid in Veenendaal,
Docentenhandleiding les 1:
AchtergrondinformatieKant
tekeningen bij de film
Werkblad bij de film
2
Werken met wol, van
Docentenhandleiding les 2
Weefgetouw
thuiswerker naar
Werkblad les 2
Spinnewiel
fabrieksarbeider
(de industriële revolutie)
3
De stoommachine in Veenendaal
Weefraampje
Docentenhandleiding les 3
Maquette Voskuilen
Werkblad les 3
Model stoommachine
Schoorsteen
Brokken steenkool
Maquette station voor vervoer
steenkool en ketel
4
Verzet tegen kinderarbeid
Docentenhandleiding les 4
in Veenendaal
Werkblad les 4
Bezoek aan de Cultuurfabriek
informatie ter voorbereiding op het
bezoek
Opdrachten mét antwoorden
behorende bij het bezoek aan
de Cultuurfabriek
5
De wol- en textielfabrieken in Veenendaal: achtergrondinformatie voor de docent Voordat er wolfabrieken waren, werd er thuis wol verwerkt. Rond 1750 was de veengrond grotendeels uitgeput. Wolverwerking was een nieuwe bron van inkomsten. Een wolkammer pofte (= kocht en betaalde later) in het grijze verleden bij boeren ruwe wol. Achter de huizen van veel mensen in Veenendaal was er een wolkammerij. Eerst ging men de wol wassen, om ze te ontdoen van vet en vuil. Na het drogen volgde het uiteenplukken, het voorpluizen. Een volgende handeling was het op een grove manier ontwarren en in dezelfde richting brengen van de vezels, het kaarden; dit gebeurde met behulp van een soort distel of een blok met ijzeren punten, de kaarde. Dit kon gevolgd worden door het fijnere kammen. Beide handelingen hadden als doel het spinnen te vergemakkelijken. Door draaien ging men de vezels tot draden spinnen op een bepaald toestel, het spinnewiel, dat nu nog wel gebruikt wordt door hobbyisten.
Drie poten (1) met daarop een blad, waarop zich de inrichtingen voor het spinnen bevonden. Een pedaal, de trede (2), bracht via een lat, de koppelstang (3), de trapbeweging over op een drijfwiel (5), dat tussen een vorkachtige wielgaffel (4) liep. Een snaar (6) bracht vervolgens de beweging van het drijfwiel over op de beweegbare klos (7). Die klos draaide rond een spil binnen een hoefijzervormig houten voorwerp, de vleugel (8). Klos en vleugel waren bevestigd tussen twee verticale latjes, de nonnen (9), die op een horizontaal latje, de ligger (10) stonden. Uiteindelijk werd er sajet gesponnen Om het garen sterker te maken, kon de wolkammer twee of meer draden (laten) twijnen (= ineendraaien). Met een drie- of vierarmig ronddraaiend toestel, de haspel, kon men de getwijnde garens, voordat men ze zwart of blauw ging verven haspelen (= tot strengen verwerken). Zo maakte men uiteindelijk drie- of vierdraadse sajet, sjet in het Vèèns dialect, die gebruikt werd als breigaren voor kousen en als stopgaren. De sajet werd door de wolkammer verkocht aan handwevers. Daarna betaalde hij de boeren.
6
Het werk van de handwevers
Vroegere wolfabrieken en weverijen in Veenendaal 2
Een handwever had één of meer door mankracht aangedreven handweefgetouwen in de weefkamer staan, (een mooie naam voor een kamer of de huiskamer in zijn woonhuis), of in een weverijtje (vaak niet meer dan een schuurtje buitenshuis). Kleine stukken weefde hij op een smal weefgetouw, grote of meerdere tegelijk op een breed weefgetouw. Over een zware brede rol aan de achterzijde, de kettingboom, ging hij in de lengterichting het kettinggaren scheren (=spannen).
Afbeelding 1 1859: D.S./De Schup/Scheepjeswol
De grootste Veenendaalse wolkammersbaas Dirk Stevensz. van Schuppen liet vanaf 1838 een deel van de garens machinaal in LeiDoor dat garenraam, de schering, werden tijdens het proces van
den spinnen. Daardoor kon hij ze goedkoper verkopen.
het eigenlijke weven met een weefspoel met een bepaalde regel-
Na zijn overlijden in 1855 zette zijn zoon Steven het werk voort. In
maat in de breedte de inslagdraden geschoten.
1859 nam hij in zijn eigen wolspinnerij de eerste stoommachine in gebruik. Toen men later ook wol ging weven op een weeftoestel met vijf
Het Nederlands heeft er de uitdrukking “dat is schering en
schachten, ging de fabriek van Wed. D.S. van Schuppen en Zoon
inslag bij hem” aan overgehouden. ( = daar praat hij
vanaf 1906 de N.V. Veenendaalsche Sajet- en Vijfschachtfabriek v.h.
steeds over, dat doet hij altijd)
Wed. D.S van Schuppen heten. De fabriek, die bekend stond als ‘D.S.’ of ‘De Schup’, of ‘Scheepjeswol’ (een nette naam voor ‘Schupjeswol’)
Veenendalers werden ‘wolpoezen’ of ‘blauwkousen’ genoemd 1
stond aan de Zandstraat.
De inwoners van een bepaalde woonplaats gaven de inwoners van een ander dorp of en andere stad vaak een bijnaam. Veenendalers noemden Rhenenaren ‘klokkeverkopers’. Zelf werden ze vanwege hun werken met wol thuis wel wolpoezen genoemd. Omdat ze kousen droegen, gemaakt van blauw geverfde sajet, hadden ze de bijnaam blauwkousen.
Afbeelding 2 1861: De Veenendaalsche Stoomspinnerij en -Weverij (VSW) 1 Werkgroep Dialect, veldnamen, straatnamen en bijnamen, Bewaord van vrogger. Taol in ’Vèèn:uitschelle en dialekwoorden, Veenendaal 2007, pag. 55. 2 E.F. W. Hinders, ‘Industrialisatie in Veenendaal 1860-1940’, in: Geschiedenis van Veenendaal 2, Veenendaal 2005, pag. 225-228
7