VELON TIJDSCHRIFT VOOR LERARENOPLEIDERS
DOCENTEN-IN-OPLEIDING ONDERZOEKEN DE PRAKTIJKKENNIS VAN ERVAREN DOCENTEN Deel 2: het gebruik van het stimulated recall interview in de lerarenopleiding
door PAULIEN MEIJER en NICO VERLOOP
In een vorig artikel (‘Docenten-in-opleiding onderzoeken de praktijkkennis van ervaren docenten. Deel 1: het gebruik van concept mapping in de lerarenopleiding’) bespraken wij waarom praktijkkennis van ervaren docenten interessant kan zijn voor docenten-in-opleiding (DiO’s). Verschillende uitkomsten van onderzoek naar praktijkkennis van ervaren docenten werden besproken, waaronder de ontwikkeling van instrumenten waarmee de praktijkkennis van docenten in kaart gebracht kan worden. Er is toegelicht dat de praktijkkennis van docenten zich kenmerkt door persoons-, context- en vakgebondenheid, dat deze op ervaring gebaseerd en bovendien ‘tacit’ is. Dit en het voorliggende artikel hebben betrekking op een aantal instrumenten waarmee praktijkkennis van ervaren docenten naar boven kan worden gehaald en die DiO’s kunnen gebruiken in de context van de lerarenopleiding. In het vorige artikel stond het instrument concept mapping centraal, terwijl in dit artikel het nut en gebruik van het stimulated recall interview voor de opleiding van docenten wordt besproken. Dit artikel richt zich evenals het vorige op één specifiek doel voor het gebruik van dit instrument: DiO’s het denken ‘achter’ het lesgeven van hun mentor te laten exploreren.
Interactieve cognities van docenten In het vorige artikel (nr. 22/1 2001) werd al uitgebreid ingegaan op het begrip praktijkkennis. Voor onderbouwing van dit begrip verwijzen wij dan ook naar dat artikel. Wel zal hier worden ingegaan op het begrip interactieve cognities, omdat dit is wat met het stimulated recall interview naar boven wordt gehaald. Praktijkkennis van docenten kan worden opgevat als het geheel aan kennis, opvattingen en interactieve cognities die ten grondslag liggen aan de onderwijspraktijk van een docent (Meijer, Verloop & Beijaard, 1999). De praktijkkennis van ervaren docenten werd in een promotie-onderzoek in kaart gebracht (Meijer, 1999). Een belangrijk onderdeel in dit onderzoek was het beschrijven van de interactieve cognities van de betrokken docenten en het vinden van een manier om dit te kunnen doen. Met interactieve cognities worden de cognities bedoeld die een docent heeft wanneer hij of zij daadwerkelijk aan het lesgeven is: het is datgene waar een docent aan denkt, op let, of wat door zijn of haar hoofd gaat tijdens het lesgeven (Verloop 1989). Voor veel ervaren docenten geldt dat zij tot op zekere hoogte routinematig handelen en dat zij tijdens een les in een fractie van een seconde beslissingen (moeten) nemen. Het zijn deze ‘split-second thoughts’ die het lesgeven van de docent onmiddellijk beïnvloeden, maar een kenmerk van van deze gedachten is ook dat ze vrijwel onbewust
26
(‘tacit’) zijn, dus moeilijk te achterhalen. Het stimulated recall interview kan worden gebruikt om deze ‘tacit’ gedachten van docenten naar boven te halen, met andere woorden om de cognities die direct achter het lesgeven van docenten liggen te achterhalen (Calderhead, 1981). De kenmerken van interactieve cognities van docenten (zie ook Meijer, Beijaard & Verloop, 1999) zijn dat deze: + plaatsvinden in een fractie van een seconde; + gebonden zijn aan een specifieke context (de les); + gerelateerd zijn aan de kennis en opvattingen van de docent enerzijds, en + gerelateerd zijn aan de praktijk van het onderwijzen anderzijds; + integratief van aard zijn.
“In een stimulated recall interview expliciteren docenten hun interactieve cognities terwijl ze naar een video-opname kijken van een les die zij kort daarvoor hebben gegeven”
Voor een uitgebreide onderbouwing van de kenmerken van interactieve cognities verwijzen wij naar Meijer (1999) en Meijer, Beijaard en Verloop (1999). In dit artikel zullen we ingaan op het belang van interactieve cognities voor lerarenopleidingen. Nr. 22/3
DOCENTEN-IN-OPLEIDING ONDERZOEKEN DE PRAKTIJKKENNIS VAN ERVAREN DOCENTEN (2)
De genoemde kenmerken van interactieve cognities kunnen problematisch zijn indien men in het kader van onderzoek objectieve uitspraken wil doen over de cognities die docenten in het algemeen hebben tijdens het lesgeven, maar het zijn daarentegen ook juist deze kenmerken die dit type cognities interessant maken voor DiO’s die proberen te begrijpen wat er in de onderwijspraktijk gebeurt.
Het stimulated recall interview In deze paragraaf wordtingegaan op de wijze waarop het stimulated recall interview werd vormgegeven en gebruikt in een studie naar de praktijkkennis van twintig ervaren docenten (Meijer, 1999). De instructie aan de docenten wordt beschreven, en er wordt een suggestie gedaan op welke wijze het instrument ingezet kan worden in de lerarenpleiding. Citaten van docenten zullen worden gegeven om aan te geven wat voor type informatie het stimulated recall interview oplevert en om het nut van de instrumenten in de lerarenopleiding te illustreren. Het stimulated recall interview is in feite een substituut van de hardop-denk techniek (Shavelson, Webb & Burstein, 1986). Hoewel de hardop-denk techniek zeker interessant zou zijn om te achterhalen wat docenten denken tijdens het lesgeven, is deze techniek niet bruikbaar, om de voor de hand liggende reden dat deze de les zou verstoren. In een stimulated recall interview expliciteren docenten hun interactieve cognities terwijl ze naar een video-opname kijken van een les die zij kort daarvoor hebben gegeven. De video-opname wordt daarbij gebruikt om de docent te helpen herinneren wat hij of zij dacht tijdens de les en om de docent te ondersteunen bij het ‘herbeleven’ van de les (vergelijk Calderhead, 1981; Verloop, 1989). In Schema 1 wordt de instructie weergegeven die de docenten kregen voorafgaand aan het stimulated recall interview.
Redenen om de stimulated recall techniek te gebruiken in de lerarenopleiding Dat het voor DiO’s waardevol kan zijn de interactieve cognities van docenten te onderzoeken kan geïllustreerd worden met een kort voorbeeld. DiO’s leren vaak een vuistregel van andere (ervaren) docenten of tijdens de lerarenopleiding: om te stimuleren dat leerlingen bij de les blijven moet je niet al je vragen aan één leerling of aan een klein groepje leerlingen stellen, maar moet je je vragen verdelen over alle leerlingen (het “beurten spreiden”). DiO’s geven ook aan dat zij dit zien gebeuren als ze lessen van hun mentor of van andere docenten observeren. Maar op het moment dat Nr. 22/3
Schema 1 Verbale instructie voor het stimulated recall interview We gaan nu kijken naar de video-opname van de les die u zojuist heeft gegeven. De bedoeling hiervan is dat u zich probeert te herinneren wat er tijdens deze les ‘door uw hoofd’ ging. In een les van zo’n 50 minuten gaat er natuurlijk veel door uw hoofd. Dit zou u zich vrijwel onmogelijk allemaal kunnen herinneren zonder hulp. Ik hoop daarom dat de videobeelden u helpen om te herinneren wat u dacht tijdens de les. Probeer bij het kijken naar de video-band de les opnieuw te ‘beleven’. Stop de videoband op ieder moment dat u zich herinnert wat er door uw hoofd ging; waaraan u dacht tijdens de les. Probeer daarbij alles wat u zich herinnert te zeggen, zonder u af te vragen of het belangrijk genoeg is om te vermelden, of wat dan ook. Het is dus de bedoeling dat u vertelt wat er door uw hoofd ging tijdens de les. Het gaat er dus niet om wat u denkt als u naar de videoband kijkt. Stop de video-band wanneer u zich herinnert wat u dacht tijdens de les. Vertel uw herinnering en start de band weer. Soms gaan leraren helemaal op in de videobeelden van hun eigen les, waardoor het lijkt of ze de instructie zijn vergeten. Mocht dit gebeuren en u laat de videoband langer dan 45 seconden lopen zonder iets te zeggen, dan zal ik de band stoppen en vragen wat u op dat moment tijdens de les dacht. Als u zich dit niet kunt herinneren, kunt u dit zeggen en de band weer starten. In het algemeen zal ik u echter niet onderbreken. U bent de enige die aan het woord is. Ik luister en schrijf zo nu en dan iets op. (Heeft u nog vragen? U kunt de band starten.)
zij een stimulated recall interview afnemen bij hun mentor, vernemen zij dat ervaren docenten niet ‘zomaar’ hun vragen en beurten spreiden, maar dat zij heel specifieke strategieën hebben om dit in de praktijk te doen. Zulke strategieën zijn bijvoorbeeld gebaseerd op specifieke kennis van iedere individuele leerling, al dan niet in relatie tot de andere leerlingen in de klas, inclusief kennis van de capaciteiten en van meer persoonlijke eigenschappen (zoals sociale vaardigheden) van leerlingen. Bijvoorbeeld: Ik vroeg hem, want ik dacht dat hij wel met een tegengestelde mening zou komen. Ik hoopte dat een aantal mensen zeg maar aan de ene, en een aantal mensen aan de andere kant zouden komen te staan (D-17 [Docent 17]).
27
VELON TIJDSCHRIFT VOOR LERARENOPLEIDERS
Ik had Joep in die groep een opmerking horen maken . . . die positieve opmerking, wilde ik hier [in de klassikale bespreking] heel duidelijk naar voren halen (D-15). Hier kies ik iemand expres uit, omdat ik het idee heb dat de aandacht aan het verslappen is, want het is het zevende uur etcetera. En van Colijn merkte ik onderweg dat hij wel meedeed en meningen had, dus koos ik direct hem en hoopte dat er iets zou komen wat weer reacties zou oproepen (D-17, p.12). Het is niet vergezocht om te veronderstellen dat de strategieën die docenten gebruiken om beurten te spreiden interessanter zijn voor DiO’s dan enkel het vaststellen van het feit dat docenten beurten spreiden.
Een andere toegevoegde waarde van het onderzoeken van de interactieve cognities van ervaren docenten is dat daaruit duidelijk kan worden hoe verschillende categorieën van kennis worden geïntegreerd en tegelijkertijd ingezet tijdens het lesgeven. Bijvoorbeeld: Hier vond ik het saai worden, al die woordjes. En zij zitten daar als zoutzakken. En ik dacht we moeten het weer wat levendiger maken; los van het saaie vertaalstramien en even maar dat grammaticale niveau loslaten. Eventjes een paar zinnetjes aan hun inlevingsvermogen appelleren (D-13, p.6/7). Daar komt het: “He, makkelijk tekst!” ik vond het leuk dat ze dat zelf signaleerden. Ik vond het zelf ook, maar had het niet gezegd. En het leuke is dat ze dan zelf beseffen dat nu ze de truc [een manier om teksten te analyseren] doorhebben, ze ook beter met moeilijke teksten om kunnen gaan (D-16, p.32). In het eerste voorbeeld (Docent 13) combineert de docent zijn kennis van het gedrag van leerlingen, zijn kennis van componenten van het leren van een taal, en zijn kennis van hoe leerlingen gemotiveerd kunnen worden. In het tweede voorbeeld combineert de docent haar kennis van het begrip van leerlingen en haar kennis van het omgaan met moeilijke teksten.
Mogelijkheden om de stimulated recall techniek te gebruiken in de lerarenopleiding Er zijn verschillende manieren om de stimulated recall techniek in te zetten in de lerarenopleiding. In een pilotstudie lieten wij bijvoorbeeld vier DiO’s experimen-
28
Schema 2 Stappen in de reeks bijeenkomsten, gebaseerd op het programma ‘Making explicit and gaining access to the thinking underlying expert practice’ (Ethell, 1999) 1. Observatie en afleiding. DiO’s bekijken fragmenten van de lessen van een expert docent en beantwoorden de vragen: Welke doelen denk je dat achter de praktijk van deze docent zitten? Hoe kun je afleiden wat de doelen van docent waren? 2. Expliciteren van persoonlijke theorieën. DiO’s expliciteren hoe zijzelf hetzelfde onderwerp aan leerlingen uit een vergelijkbare klas zouden onderwijzen. De vraag is: gezien je eigen begrip van het onderwijzen van je vak, wat zou hetzelfde zijn en wat zou verschillend zijn in jouw aanpak van deze les? 3. Interactieve cognities van de expert docent. DiO’s bekijken delen uit het stimulated recall interview met de expert docent; en wel die delen die aansluiten bij de fragmenten die de DiO’s in stap 1 hebben gezien. De vraag aan de DiO’s is: Probeer de interactieve cognities van de docent te beschrijven in termen van theorieën over leren en onderwijzen. 4. Contrasteren van theorieën van DiO en expert docent. DiO’s beantwoorden de vragen: Bekijk je antwoorden op de vragen na het bekijken van de video-fragmenten (stap 1), de persoonlijke theorieën waarvan je denkt dat deze je zouden leiden bij het onderwijzen van een vergelijkbare les (stap 2), en je reacties na het bekijken van de stimulated recall fragmenten (stap 3). Op welke punten zijn deze vergelijkbaar? Op welke punten verschillen ze van elkaar? Probeer te komen tot verklaringen voor de gevonden overeenkomsten en verschillen.
teren met het afnemen van stimulated recall interviews bij hun mentoren. Zij waren van mening dat het stimulated recall interview een toegevoegde waarde had ten opzichte van observeren en van het spreken over de lessen van andere docenten (zoals van hun mentoren). Interactieve cognities laten het denken achter het ‘hoe’ van onderwijzen zien, en gaan dus meer over het ‘waarom’ van dat onderwijzen. Het is dit punt in het bijzonder dat de DiO’s als een voordeel zagen van dit instrument, bijvoorbeeld: Nr. 22/3
DOCENTEN-IN-OPLEIDING ONDERZOEKEN DE PRAKTIJKKENNIS VAN ERVAREN DOCENTEN (2)
Ik vond het lesgeven van m’n mentor zo natuurlijk ties, bij de lerarenopleiding betrokken kan worden. Het dat ik nooit vragen stelde over het waarom ervan. fundamentele uitgangspunt daarbij is dat docenten die Door het stimulated recall interview realiseerde ik me dat hij daadwerkelijk Stimulated Concept mapping nadenkt bij wat hij doet tijdens de les. . . recall interview . Sommige van de dingen die hij vertelde hebben me aan het denken gezet en dat Relatie met Direct gerelateerd aan Staat verder van leszal ik onthouden en gebruiken. onderwijzen het lesgeven: verbongeven af: geen directe Bijvoorbeeld over het creëren van een den aan feitelijk relatie met wat feitelijk lesgedrag gebeurt in een les pauze in de les door iets op bord te schrijven (DiO-1). Inhoud 1. Afhankelijk van les 1. Vrije keuze: varieert
Een ander voorbeeld van het gebruik van de stimulated recall techniek in de context van een lerarenopleiding kan worden gevonden in de experimenten van Ethell (1999). Zij beschreef een manier waarop de techniek op een systematische wijze in de opleiding kan worden ingevoerd. Haar experimenten waren gebaseerd op de vraag: “How can the knowledge of expert classroom teachers be made available to student or novice teachers if such knowledge is, to a large degree, unarticulated, tacit in nature and grounded in experience?” (p.4) Ethell ontwikkelde het programma “Making explicit and gaining access to the thinking underlying expert practice”, bestaande uit een serie workshops met DiO’s. De stappen in dit programma staan beschreven in Schema 2. Wanneer het stimulated recall interview wordt ingezet in de lerarenopleiding, voegt deze vooral waarde toe aan het observeren van ervaren docenten door DiO’s, zoals hierboven beschreven. Omdat het zicht geeft op cognities die direct achter het onderwijs van een docent liggen, kan inzicht worden verkregen in de complexiteit van het onderwijzen zelf en hoe docenten hiermee omgaan. DiO’s kunnen stimulated recall interviews met hun eigen mentor houden, maar het is ook mogelijk om DiO’s gezamenlijk naar opnamen van lessen en bijbehorende stimulated recall interviews te laten kijken, waardoor ook discussie gestimuleerd kan worden. In de werkwijze van Ethel wordt bovendien een manier voorgesteld om een relatie te leggen tussen interactieve cognities en theoretische noties.
van praktisch tot theoretisch 2. Altijd verschillend
2. Rondom een van te voren vastgesteld centraal begrip (bijv. ‘orde houden’ of ‘tekstbegrip onderwijzen’)
3. Situatie-specifiek
3.
4. Toegevoegde waarde
1. Creëert mogelijkheden om over onderwijs te praten
1. Creëert mogelijkheden om over onderwijs te praten
2. Geeft toegang tot het ‘waarom’ achter het lesgeven
2. Is gericht op de (verbanden tussen) concepten die aan het onderwijs ten grondslag liggen
3. Laat zien hoe de categorieën van praktijkkennis geïntegreerd zijn en in combinatie worden gebruikt tijdens het lesgeven
3. Relatief eenvoudig om concept maps van anderen te relateren aan die van jezelf: stimuleert DiO’s tot nadenken over de concepten die ten grondslag liggen aan hun eigen onderwijs
4. Geeft inzicht in het contextgebonden karakter van lesgeven en van praktijkennis
4.
5. Tijd
1. Kost veel tijd
1. Relatief eenvoudig en snel
2. Altijd gebonden aan een (zojuist gegeven) les
Kan op ieder moment gedaan worden
3.
3.
Conclusie en discussie In dit artikel is beschreven hoe een onderdeel van de praktijkkennis van ervaren docenten, namelijk hun interactieve cogniNr. 22/3
Tabel:
Kenmerken van het ‘stimulated recall interview’ en ‘concept mapping’ bij het gebruik ervan in de lerarenopleiding
29
VELON TIJDSCHRIFT VOOR LERARENOPLEIDERS
in oppleiding zijn verder zouden moeten kijken dan het observeerbare gedrag van hun mentoren. De kenmerken van het stimulated recall interview wanneer deze wordt ingezet in de lerarenopleiding, zijn samengevat in de tabel. Om een vergelijking te maken met het vorige artikel over het gebruik van concept mapping, zijn de kenmerken van dit instrument wanneer deze wordt ingezet in de lerarenopleiding, ook in deze tabel opgenomen. Uit ervaringen met beide instrumenten kwam naar voren dat het analyseren van de praktijkkennis van (ervaren) docenten zicht geeft op het ‘waarom’ achter het lesgeven (zie ook Tomlinson, 1995). Ethell (1999) schreef: “For the participants in this study, the opportunities to gain access to the thinking underlying the practices of expert practitioners represented a pivotal point in their understanding of the existence and nature of relationships between the theory and practice of learning to teach” (p.16). We kunnen concluderen dat DiO’s, na het bestuderen van de praktijkkennis van hun mentor, dit type beschouwen als informatief voor het denken over hun eigen onderwijs en dat het zinvol is om hen de prak-
tijkkennis van ervaren docenten op een systematische wijze te laten onderzoeken. We willen hierbij opmerken dat de rol van mentoren als ‘explicateur’ van hun praktijkkennis slechts één van hun rollen is, en gezien moet worden als een aanvulling op rollen als ondersteuner en informatiebron. Verder willen we opmerken dat de manieren die hierboven zijn beschreven om het stimulated recall interview en concept mapping in te zetten als instrumenten om de praktijkkennis van ervaren docenten te betrekken bij de lerarenopleiding, gezien moet worden als voorbeelden, welke bruikbaar zijn gebleken. Andere manieren waarbij dezelfde instrumenten als basis dienen kunnen eveneens bruikbaar zijn. Wij zijn bovendien van mening dat een combinatie van verschillende instrumenten voordeel oplevert, zeker als daarbij zowel praktijkkennis die ‘dichtbij’ het lesgeven van docenten staat (zoals de interactieve cognities van docenten) als praktijkkennis die wat verder van het feitelijk lesgeven staat, naar boven wordt gebracht. DiO’s gaven aan dat zij de combinatie van een meer ‘concreet’ instrument (het stimulated recall interview) en een meer abstract instrument (concept mapping) waardevol vonden.
Literatuur ° Calderhead, J. (1981). ‘Stimulated recall: A method for research on teaching’. In: British Journal of Educational Psychology, 51; pp. 211-217. ° Ethell, R. (1999). Enhancing the learning of beginning teachers: Accessing the knowledge-inaction of expert practitioners. Paper presented at the meeting of the International Study Association on Teachers and Teaching (ISATT), Dublin. ° Meijer, P.C. (1999). Teachers’ practical knowledge. Tecahing reading comprehension in secondary education. Academisch proefschrift. Universiteit Leiden: ICLON. ° Meijer, P.C., Beijaard, D. & Verloop, N. (1999). Examining teachers’ interactive cognitions using insights from research on Over de auteur: teachers’ practical knowledge. Paper Paulien Meijer is als universitair docent presented at the biennial conference of the verbonden aan de sectie Lerarenopleiding International Study Association on van het ICLON, Universiteit Leiden. Teachers and Teaching (ISATT), Dublin. Zij is in 1999 bij het ICLON gepromoveerd ° Meijer, P.C., Verloop, N., & Beijaard, D. op een onderzoek naar de praktijkkennis van (1999). ‘Exploring language teachers’ ervaren talendocenten op het gebied van practical knowledge about teaching reading tekstbegriponderwijs. comprehension’. In: Teaching and Teacher Nico Verloop is hoogleraar Toegepaste Education, 15(1); pp.59-84. Onderwijskunde en hoogleraar-directeur ° Shavelson, R.J., Webb, N.M., & Burstein, L. van het ICLON, Universiteit Leiden. (1986). ‘Measurement of teaching’. In: M.C. Adres: Wittrock (Ed.), Handbook of research on ICLON, Universiteit Leiden teaching (3rd ed.; pp. 50-91). New York: Postbus 9555 Macmillan. 2300 RB LEIDEN Tel.: 071 - 527 38 68 ° Verloop, N. (1989). Interactive cognitions of E-mail:
[email protected] student-teachers. An intervention study. Doctoral dissertation. Arnhem, The Netherlands: Cito.
30
Nr. 22/3