VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL TIERLANTIJN BASISSCHOOL OBERON
Locatie Brinnr. Plaats Documentnummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 13672 + 13671
: : : : : : : :
peuterspeelzaal Tierlantijn basisschool Oberon 15PB ’s-Hertogenbosch 3076810 13672 + 13671 20 december 2010 16 mei 2011
Onderzoeksdatum: 20-12-2010
Pagina 1 van 8
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen Aantal peuters: 17, waarvan 3 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen Aantal kleuters in groep a: 14, waarvan 8 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep b: 15, waarvan 7 doelgroepkleuters
VVE-rapport 13672 + 13671
Onderzoeksdatum: 20-12-2010
Pagina 2 van 8
2. HET TOTAALBEELD Peuterspeelzaal Tierlantijn en basisschool Oberon bevinden zich op loopafstand van elkaar. Peuterspeelzaal Tierlantijn is inpandig met een andere basisschool dan basisschool Oberon. In de omgeving van de peuterspeelzaal bevindt zich naast deze twee basisscholen nog een andere basisschool. Het aantal peuters dat doorstroomt naar basisschool Oberon is vanwege de uitstroom naar drie basisscholen gering te noemen. Er is echter wel sprake van een warme overdracht van de kindgegevens van peuterspeelzaal Tierlantijn naar basisschool Oberon. De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool is een punt van aandacht. Er is geen afstemming in aanbod, waardoor een doorgaande lijn in eerste instantie wordt belemmerd. Onlangs is de intern begeleider van de basisschool als VVE-coördinator aangesteld. Het is een winst dat beide partners de ambitie hebben om het VVE op locatie, maar ook de afstemming van het VVE tussen beide locaties meer vorm te gaan geven. De leidsters van peuterspeelzaal Tierlantijn volgen op dit moment scholing rondom het onlangs aangeschafte VVE-programma Puk&Ko. De leerkrachten van de basisschool hebben geen opleiding voor VVE gevolgd. Daarmee zijn op beide locaties een aantal aspecten van VVE in ontwikkeling. Zo kan er nog winst worden gehaald in het vormgeven van ouderbetrokkenheid en de inrichting van de leeromgeving. Daarnaast is aandacht voor planmatige differentiatie naar leeftijd en ontwikkeling in zowel de voor- als de vroegschool nodig.
VVE-rapport 13672 + 13671
Onderzoeksdatum: 20-12-2010
Pagina 3 van 8
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS A CONDITIES A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Tierlantijn: Puk&Ko Oberon: Schatkist A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor Tierlantijn: twee en half jaar VVE? A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het VVEprogramma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
Tierlantijn 3 2
Oberon -
3 3 3
3 -
3
-
3 3 3
3 3 2
2
2
Condities Er is van peuterspeelzaal Tierlantijn een GGD rapport (juli 2010). In het GGD-rapport zijn geen specifieke indicatoren voor VVE opgenomen (A0.2) maar de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie zijn wel in dit inspectierapport meegenomen. De leidsters van de peuterspeelzaal zijn sinds september werkzaam voor locatie Tierlantijn en gestart met de uitvoering van het VVE-programma Puk&Ko. Tegelijkertijd volgen zij specifieke scholing voor het werken met dit programma. De leerkrachten van de basisschool hebben geen scholing rondom VVE gevolgd (A5.4). De leerkrachten van de vroegschool werken met het programma Schatkist. Het programma stimuleert de ontwikkeling van taal, rekenen motoriek en de sociaal- emotionele ontwikkeling, maar kent geen doorgaande lijn met een voorschool (A1.2). Er is in zowel de voorschool als de vroegschool geen opleidingsplan specifiek voor VVE waarin tot uitdrukking komt op welke wijze de kennis en vaardigheden van de leidsters en leerkrachten wordt onderhouden (A5.5). B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal
Tierlantijn 2 3 3 2 2 2 3
Oberon 2 3 3 2 2 3 3
Ouders De ouders met wie de inspectie gesproken heeft, zijn tevreden over de peuterspeelzaal en de basisschool. De ouders van zowel de voorschool als de vroegschool worden gevraagd voor ouderhulp. Naast ouderhulp worden in zowel de voorschool als de vroegschool weinig ouderactiviteiten georganiseerd die gericht zijn op ouderparticipatie, zoals activiteiten samen met de kinderen bij afsluiting van een thema en themabijeenkomsten voor ouders over verschillende onderwerpen. De voorschool heeft een inloop voor de ouders waarin de ouders samen met hun kind activiteiten ondernemen. In de vroegschool is geen aanbod van activiteiten bij binnenkomst (B5). Het ontbreekt de voorschool en de vroegschool aan een gericht ouderbeleid in het kader van
VVE-rapport 13672 + 13671
Onderzoeksdatum: 20-12-2010
Pagina 4 van 8
VVE, waarin de ouderpopulatie wordt gekenschetst en daaruit voortvloeiend de wensen en mogelijkheden van ouders. Ook het opstellen van eigen doelstellingen ten aanzien van het betrekken van ouders bij de voor- of vroegschool heeft nog niet plaatsgevonden (B1). Ouders geven aan dat zij adequaat geïnformeerd zijn over de dagelijkse gang van zaken in de groepen. De ouders van de vroegschool ontvangen via de nieuwsbrief van school algemene informatie over de groepen 1 en 2. Soms wordt een informatiebrief meegegeven waarin het thema wordt uitgelegd en waarin gevraagd wordt naar specifieke materialen die de kinderen mee mogen nemen naar school. De ouders van de voorschool krijgen soms een nieuwsbrief waarin ook toelichting over het thema in de peutergroep wordt gegeven. Dit heeft dit schooljaar echter nog niet plaatsgevonden. Het ontbreekt aan ontwikkelingsstimulerende activiteiten in het verlengde van het aanbod binnen de groepen. Er worden geen extra materialen meegegeven of activiteiten beschreven die de ouders samen met hun kind kunnen uitvoeren (B4). In zowel de algemene als de kindgebonden informatievoorziening naar ouders is het gezien de populatie ouders en kinderen niet nodig rekening te houden met de thuistaal van de ouders (B7). De ouders van zowel de voorschool als de vroegschool waarderen de toegankelijkheid van de leidsters en de leerkrachten. Leerkrachten en leidsters houden informeel korte gesprekken met de ouders bij het halen en brengen van de kinderen. Op peuterspeelzaal Tierlantijn wordt op de leeftijd van drie en vier jaar een gesprek met de ouders gevoerd over de ontwikkeling van het kind. Om ouders adequaat te informeren over de ontwikkeling van hun kind is echter minimaal twee keer per jaar een gesprek op uitnodiging van de voorschool vereist. Op basisschool Oberon gebeurt dit twee maal per jaar (B6). C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Tierlantijn
Oberon
3 2 2 2
2 3 3 2
3 3
3 3
3
3
4
3
2
2
2
-
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
2
2
Kwaliteit van de uitvoering van VVE De leidsters van de peuterspeelzaal werken sinds september dit jaar met het VVE-programma Puk&Ko. Omdat de scholing van Puk&Ko onlangs is gestart, zijn er nog geen thema’s van het
VVE-rapport 13672 + 13671
Onderzoeksdatum: 20-12-2010
Pagina 5 van 8
programma uitgevoerd. De leidsters hebben een aantal losse activiteiten uitgeprobeerd. Tijdens de cursus is een planning opgesteld, die op dit moment niet gevolgd wordt. Per dag wordt bepaald welke activiteiten uitgevoerd worden (C1.2). Vanwege het ontbreken van een gerichte planning kan niet worden vastgesteld of het aanbod gericht op de taalontwikkeling voldoende dekkend is (C1.3 en C3.2). In de voorschool wordt niet bewust en planmatig een koppeling gemaakt tussen de kindobservaties en de planning van activiteiten. De planning laat niet zien dat er bewust extra ondersteuning wordt ingezet welke is afgestemd op de behoefte van het individuele kind (C1.4 en C3.7). De leerkrachten van de basisschool werken met het programma Schatkist. Het programma is geen gecertificeerd VVE-programma en kent geen doorgaande lijn met een voorschool (C1.1). De leerkrachten stellen samen een themaplanning van de activiteiten uit Schatkist op. De activiteiten worden vervolgens vastgelegd in een weekplanning. De planning in de vroegschool laat naast de activiteiten van Schatkist echter niet duidelijk zien wanneer er gedifferentieerd wordt naar leeftijd of ontwikkelingsniveau (C1.4 en C3.7). Hier is voor de vroegschool nog winst te behalen. In de voorschool wordt gebruik gemaakt van labels om de kinderen te ondersteunen in het zelfstandig pakken en opruimen van materialen. Er wordt actief gebruik gemaakt van dagritmekaarten. Het is een voorbeeld voor anderen dat daarnaast ook gewerkt wordt met kaarten waarmee de peuters de activiteiten tijdens het spelen en werken plannen (C2.4). De aankleding van de ruimtes is sfeervol en gekoppeld aan het thema dat centraal staat. Er worden themahoeken ingericht, maar mogelijkheden voor kinderen om te spelen met themamaterialen in de speelhoeken worden te weinig benut. Het is noodzakelijk om in de speelhoeken themamaterialen te leggen waardoor de (kern)woorden ook binnen spel worden toegepast (actieve woordenschat). Een aandachtspunt voor de inrichting van de ruimte is een thematafel in de groep waarmee gespeeld mag worden, boeken en woorden op ooghoogte van de kinderen (C2.5). Het educatief handelen van beide leidsters in de voorschool is verdeeld gedurende de dag. De leidsters hebben weinig overleg nodig om activiteiten op elkaar af te stemmen. Het ontbreekt echter aan vaste afspraken in bijvoorbeeld een rooster, waardoor een ieder op de hoogte is van de doelstellingen en activiteiten die op een dag van hen verwacht worden (C3.1). D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Tierlantijn
Oberon
2 2
3 3
2 2
3 3
3
3
3
3
3
3
Ontwikkeling, begeleiding en zorg In de vroegschool wordt gebruik gemaakt van het observatie- en registratiesysteem ‘Kijk!’ dat de brede ontwikkeling van kinderen in beeld brengt. De voorschool heeft op dit moment geen kindgegevens ingevuld in het observatie-instrument van stichting peuterspeelzalen en is voornemens dit vanaf januari structureel uit te voeren (D1.1). In de vroegschool zijn handelingsplannen opgesteld voor kinderen die uitvallen op basis van de toets- en observatiegegevens. In de voorschool worden de gegevens van de kindobservatie niet gebruikt voor extra ondersteuning in kleine groepen (D1.2, D1.3 en D1.4).
VVE-rapport 13672 + 13671
Onderzoeksdatum: 20-12-2010
Pagina 6 van 8
E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken
Tierlantijn 2 2 2 2
Oberon 2 2 2 2
2 2
2 2
Kwaliteitszorg: In de voorschool is geen VVE-coördinator aangesteld op locatieniveau. In de vroegschool is onlangs de intern begeleider als VVE-coördinator aangesteld. De activiteiten rondom het bewaken van de kwaliteit en uitvoering van VVE op de werkvloer is echter in deze korte periode nog niet ten uitvoer gebracht (E1). De voorschool en de vroegschool hebben geen concrete doelstellingen voor VVE geformuleerd. Er is dan ook geen meerjarenbeleid opgesteld waarin onder andere competenties van de leidsters en leerkrachten zijn opgenomen. De kwaliteit van VVE wordt dan ook niet planmatig en tenminste één keer per jaar geëvalueerd. Met name het educatief handelen, de vaardigheden van de leidsters en de leerkracht en de effecten van de extra begeleiding en zorg dienen regelmatig geëvalueerd en indien nodig opgefrist te worden (E2). Er kunnen dan ook geen beredeneerde verbeteractiviteiten op basis van evaluatie in gang worden gezet (E4). Het ontbreekt bij de voorschool en de vroegschool naast kwaliteitsverbetering dan ook aan borging om de bereikte resultaten vast te houden (E5). In de kwaliteitszorg van de vroegschool wordt VVE niet specifiek benoemd (E6). Noch op gemeentelijk niveau noch op locatie niveau zijn afspraken gemaakt over de te bereiken doelen, waarop de voor- en vroegschool de opbrengsten van de kinderen evalueert (E3). F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd
Tierlantijn
Oberon 3 2 3 2 2 2 2
Doorgaande lijn: Er is nog veel winst te behalen in de afstemming van een doorgaande lijn tussen voorschool en vroegschool. De peuterspeelzaal en de basisschool bevinden zich op loopafstand van elkaar. De peuterspeelzaal is inpandig met een andere basisschool dan basisschool Oberon. Afstemming in onder andere aanbod is lastig, maar niet onmogelijk. Het aantal peuters dat van peuterspeelzaal Tierlantijn naar basisschool Oberon doorstroomt is minder vijfenzeventig procent (F2). Van de kinderen die van peuterspeelzaal Tierlantijn naar basisschool Oberon gaan wordt een overdrachtsformulier ingevuld. Er is sprake van een warme overdracht van de kindgegevens van de voorschool naar de vroegschool bij kinderen die extra zorg vragen (F3). De intern begeleider van basisschool Oberon is als VVE-coördinator aangesteld om gezamenlijke overlegmomenten tussen voor- en vroegschool te stroomlijnen. Eerste gesprekken over afstemming in aanbod zijn gevoerd. In praktijk heeft dit echter nog niet tot afstemming op de werkvloer geleid (F4). Er is ook geen afstemming in het pedagogisch klimaat en educatief handelen tussen de voor- en de vroegschool (F5). E is geen sprake van een afstemming in de wijze waarop met ouders om wordt gegaan (F6). De wijze waarop de zorg binnen de voorschool en de vroegschool is georganiseerd verschilt van elkaar Er wordt bijvoorbeeld niet een zelfde observatie-instrument gebruikt (F7).
VVE-rapport 13672 + 13671
Onderzoeksdatum: 20-12-2010
Pagina 7 van 8
G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
Tierlantijn -
Oberon 3
Opbrengsten van VVE De inspectie doet geen over de resultaten wanneer op gemeentelijk niveau nog geen afspraken gemaakt zijn over de opbrengst van VVE (G1, G2). Het aantal kinderen dat op dit moment verlengde kleuterperiode doorloopt wijkt niet af van het landelijk beeld (G3). 4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.
VVE-rapport 13672 + 13671
Onderzoeksdatum: 20-12-2010
Pagina 8 van 8