M AG A Z I N E VA N H A N SPORT EN BEWEGEN. NR.8
DE ZWARE JONGENS VAN DE POLITIE HAN SENECA test Dienst Speciale Interventies
NIJMEGEN KLEURT ROZE De HAN in de organisatie van de Giro d’Italia
social media
www.han.nl/sEb
VOOR STUDENTEN facebook.com/HANsportenbewegen twitter.com/HANsportbewegen HANsportenbewegen.nl
VOOR ALUMNI Alumni HAN Sport en Bewegen
VOOR PRO’S twitter.com/HAN_SenB HAN Sport en Bewegen
HANsportenbewegen.nl/professionals
COLOFON Sporthart is het magazine van HAN Sport en Bewegen (Hogeschool van Arnhem en Nijmegen)
Heyendaalseweg 141 6525 AJ Nijmegen
2 Sport en Bewegen
REDACTIE
EINDREDACTIE
FOTOGRAFIE
VORMGEVING
DRUKWERK
Lennart van Eekhout Marcel Rözer Patrick Spierts Han Geurts
Lennart van Eekhout Han Geurts
Ralph Schmitz Redactie
Bureau Bright Ben Schot, Andreea Hopinca
Bureau Bright
TROTS OP DE GOEDE WEG In de afgelopen periode was er goed nieuws te melden voor de
verbinden. In die zin is HAN SENECA te beschouwen als een state of the
opleidingen binnen HAN Sport en Bewegen. De ALO en SBE kwamen
art ‘hub’ waarin studenten, medewerkers en het werkveld samenwerken
volgens Elsevier als beste opleidingen naar voren, terwijl SGM met stip
aan de ontwikkeling en transfer van kennis en innovatie.
steeg. Natuurlijk maakt het je trots wanneer de opleidingen of andere
Op 7 en 8 november vond een internationaliseringcongres plaats. Het
onderdelen van de organisatie hoog worden gewaardeerd. Tegelijkertijd
verbreden en uitbreiden van ons internationale netwerk van partners
gaat goed onderwijs niet alleen over lijstjes en rankings, maar over
en samenwerkingsverbanden was een van de doelstellingen voor
passie voor de inhoud van het vakgebied en een enorme interne drive om
2015. We zijn hier goed in geslaagd, maar zijn ook nog niet klaar. Binnen
jonge mensen en professionals op te leiden voor functies die relevant zijn
zowel de opleidingen als de expertisegebieden is het van belang dat
voor het werkveld. Vanuit die context bezien beschouwen we een hoge
we ons internationaal sterk verbinden. Op deze manier kunnen we onze
studenttevredenheid dan ook als een bevestiging van deze passie en een
kennis valideren en het onderwijs en onderzoek aan laten sluiten op
positieve interactie tussen opleiding en student. In combinatie met een
de internationale ontwikkelingen op het gebied van sport, bewegen en
hoge tevredenheid van het werkveld en van medewerkers (die ook erg
gezondheid. Maar het gaat verder dan dat; graag zouden we onze studenten
hoog was) maakt dat we als organisatie op een hele goede weg zijn.
en medewerkers de kans bieden om internationale ervaring op te doen om
HAN SENECA speelt een belangrijke rol als kennispoort. Het
bij te dragen aan zowel hun professionele als persoonlijke ontwikkeling.
expertisecentrum is compleet vernieuwd en de samenwerking met
Kortom, het gaat niet alleen om het verinternationaliseren van het onderwijs-
de opleiding Fysiotherapie (en het Instituut Paramedische Studies) is
en onderzoeksprogramma, maar ook om het vergroten van ons exchange
geïntensiveerd. Met de nieuwe omgeving kunnen we nog meer invulling
netwerk en de mogelijkheden daarvoor voor studenten en collega’s.
geven aan deze opdracht en zijn we nog beter in staat om het werkveld meer naar binnen te halen en het onderwijs nog meer met het werkveld te
Inhoud
Joris Hermans (links) en Eric Versluijs – Directie HAN Sport en Bewegen
HAN Sport en Bewegen nr. 8
10
NIEUW: FLINGGOLF
17
HAN SENECA VERNIEUWD 26
DECENTRALE SELECTIE
28
DE HAN EN DE GIRO
20
DSI TESTEN Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 3
johan Ik zou hem dan eindelijk een keer in levende lijve ontmoeten: Johan Cruijff kwam naar Papendal en zou daar in het kader van zijn Foundation een dag aanwezig zijn. Ik was voorzien als dagvoorzitter. Het is inmiddels oud nieuws, Johan Cruijff is ernstig ziek en hij zal vrijwel zeker al zijn energie aanwenden voor zijn genezing. Zou ik ook doen. Mag ik daarover klagen? Dat Johan niet komt, juist nu ik mijn held van vroeger zou gaan ontmoeten. Mijn lichte ongenoegen is natuurlijk niet in verhouding tot wat de beste voetballer van Nederland door moet maken. Alvast sorry voor mijn gemopper. Dan naar Johan Cruijff. Voordat hij een ergerlijke afwezige was in het vaderlandse voetbal, ver daarvoor, was hij… Tja, hoe leg je zoiets uit? Hij was een kruising tussen Lionel Messi en Andrea Pirlo, je weet wel die mooie meneer van Italië en Juventus. Ik heb me altijd afgevraagd of het toeval was dat zowel Vincent van Gogh als Johan Cruijff uit Nederland kwam. In hun ‘kunst’ zit dezelfde kwetsbaarheid, alleen had Van Gogh de pech dat hij in een verkeerde tijd werd geboren. Cruijff, dat was kracht zonder agressie, snelheid met een ongelooflijke sierlijkheid. Cruijff was het mooiste dat voetbal ons heeft geboden. Het eerbetoon aan de oude meester was dan ook nationaal, Cruijff is boven de clubs komen te hangen. Ook in de Kuip zijn ze hem nog altijd dankbaar voor dat ene kampioenschap. Waarom nu dit betoog in een Sporthart? Ten eerste als geschiedenisles, iedere sportliefhebber moet weten hoe mooi Johan Cruijff de Voetballer was. Daarnaast werd Johan Cruijff na zijn kunstenaarschap bestuurder, waarin hij samen met zijn media-vrienden voor heel wat invloed zorgde binnen het voetbal in Nederland. Wat een interessant onderzoek zou dat zijn, om de invloeden van Cruijff en De Telegraaf in kaart te brengen. En hoe leerzaam zou het zijn om te zien
NAAR EEN MEER ‘BEWEEGRIJKE’ NATUUR Vanuit de opleiding Sport- en Bewegingseducatie is er een nieuwe samenwerking met Beter in het Groen. Dit is een organisatie die het gezonde aanbod in het groen beter zichtbaar maakt voor burgers, scholen, artsen en andere adviserende of verwijzende gezondheidsprofessionals. ‘Mensen op prettige wijze laten bewegen in de natuur is een van de doelen van studenten SBE’, aldus docent Wilfried Deelen. SBE onderkent de positieve relatie tussen natuur en gezondheid en heeft daarom de onderwijsmodule ‘Bewegen in de Openbare Ruimte en de Natuur (BORN)’ ontwikkeld. Hierin leren studenten hoe ze – samen met andere professionals – een natuurlijke omgeving beweegvriendelijk kunnen inrichten, en hoe ze uitnodigende beweegprogramma’s voor in de natuur kunnen ontwerpen. Buiten bewegen is leuk, daarom heeft de HAN ook Beter in het Groen opgenomen in haar curriculum. De nieuwe generatie sport- en beweegprofessionals zorgt straks voor meer laagdrempelig buiten-beweegaanbod.
hoe een bedrijf als een sportonderneming wordt geregeerd door emoties. Zowel voor de toekomstige sportmanager als voor mensen die in een groot sportbedrijf werken zou het openbaring zijn om de zaak Ajax door te lichten. Het gaat er om macht en geld en dan zijn hier wel zo’n beetje de belangrijkste valkuilen van het menselijk ras genoemd. In de sportwereld komt daar nog eens de emotie bij. Bestuurlijke beslissingen in de sport worden zelden met het hoofd en vaker met het hart gemaakt. Cruijffs revolutie is vooral op dat laatste gebaseerd.
Marcel Rözer 4 Sport en Bewegen
HAN-SPORTOPLEIDINGEN IN NEDERLANDSE TOP Elsevier Magazine vergelijkt jaarlijks alle verschillende opleidingen in Nederland. In hun onlangs gepubliceerd rapport over de Hbo-opleidingen kwam de ALO van HAN Sport en Bewegen als beste ALO opleiding van Nederland naar voren. Sport- en Bewegingseducatie (SBE) was wederom de beste SBE opleiding en werd in de Studiekeuzegids als enige sportopleiding zelfs betiteld als Topopleiding. Sport, Gezondheid en Management (SGM) van de HAN scoorde op bijna alle punten hoger dan in het jaar ervoor en steeg dus ook met stip in de beoordeling.
SUCCESVOLLE STUDIEDAG BASISONDERWIJS Op woensdag 4 november vond op Papendal een studiedag plaats voor bewegingsonderwijs op de basisschool. Deze dag werd georganiseerd door de ALO van HAN Sport en Bewegen, in samenwerking met de Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoeding (KVLO). Er was onder andere aandacht voor de combinatie van leren spellen en rekenen en bewegen. Ook kwamen nieuwe mogelijke activiteiten voor in de sportzaal aan bod. Kijk voor meer informatie op www.HANsportenbewegen.nl/professionals.
WK-ZILVER VOOR SANNE WEVERS ALO studente Sanne Wevers, die haar studie logischerwijs tijdelijk op een laag pitje heeft staan, heeft vriend en vijand verbaasd door een zilveren medaille te winnen op het wereldkampioenschap turnen in Glasgow. Op het onderdeel evenwichtsbalk hoefde de 24-jarige slechts één tegenstander voor zich te dulden. Het gat naar de kersverse wereldkampioen Simone Biles was een vol punt, een straatlengte in het turnen, maar daarachter was de strijd om zilver en brons erg spannend. Wevers, die zeker geen favoriete was voor eremetaal, bleef uiteindelijk de Duitse Pauline Schäfer een neuslengte voor. Daarmee pakte Wevers voor het eerst in tien jaar een Nederlandse medaille op een wk turnen.
BRUGGEN BOUWEN MET UNIEK SPORTEN Een beperking zou geen belemmering mogen zijn om te sporten of bewegen. Om die reden helpt Uniek Sporten, hét regionaal Sportservicepunt aangepast sporten in de regio Arnhem, Nijmegen, Tiel en de stedendriehoek, mensen met een beperking een geschikte vorm van sport- of bewegen te vinden. Ook binnen HAN Sport en Bewegen is dit een belangrijk thema. Daarom gaan de twee organisaties de komende jaren samen proberen bruggen te bouwen om mensen met een beperking nog meer kansen te bieden om te sporten en bewegen.
meer nieuws lezen? www.hansportenbewegen.nl Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 5
STUDENTEN SBE BEDENKEN BEWEEGACTIVITEITEN
UNIEKE
KIND BELANG VAN BEWEGING VOOR KINDEREN Beweging is goed voor iedereen. Dat is niets nieuws. Maar los van het bewegen op zichzelf, is het voor jonge kinderen tussen 0 en 12 jaar ook zeer van belang om op een goede manier te bewegen. Spelen en bewegen stimuleert de ontwikkeling van kinderen. Diverse onderzoeken (zoals die van Zimmer in 1981 en Diem en anderen in 1980) hebben aangetoond dat regelmatig bewegen leidt tot betere (leer)prestaties, tot een verbeterde cognitieve ontwikkeling en dat het een positieve invloed heeft op de sociale ontwikkeling en persoonlijkheidsontwikkeling.
6 Sport en Bewegen
OVER KINDEROPVANGINBEWEGING.NL Kinderopvanginbeweging.nl is een initiatief van Johan Brinkman. Deze sportdocent op het CIOS in Enschede was zelf kort werkzaam in de kinderopvang. Daar viel het hem op hoe weinig diverse beweegactiviteiten er gebruikt werden. Daarop bedacht hij eerst beweegactiviteiten op papier dat uiteindelijk doorontwikkeld werd tot De Beweegapp. Dit is een speciale iPad applicatie voor de kinderopvang, waarin honderden beweegactiviteiten staan voor kinderen van 0 – 12 jaar. In de beweegapplicatie is een unieke koppeling gemaakt met het reguliere bewegingsonderwijs. Zo zijn leerlijnen en bewegingsthema’s die gebruikt worden binnen het onderwijs, vertaald en aangepast voor de kinderopvang. Op die manier is een bijzondere methode en werkwijze gecreëerd die aansluit bij het bewegingsonderwijs. De kosten zijn 100 euro per jaar voor kinderdagverblijven. Kijk voor meer informatie op: www.kinderopvanginbeweging.nl.
Johan Brinkman
SAMENWERKING VOOR DE
DEROPVANG Een app die de kinderopvang in beweging moet brengen. Duidelijker kan een naam niet zijn: kinderopvanginbeweging.nl. En studenten Sport- en Bewegingseducatie (SBE) helpen de ontwikkelaars door activiteiten te ontwikkelen die in deze applicatie komen, genaamd De Beweegapp. ‘Een unieke samenwerking voor de kinderopvang.’ Een tekort aan diversiteit in de sport- en beweegactiviteiten die in de kinderopvang te zien was; dat was de belangrijkste reden voor sportdocent Johan Brinkman om in actie te komen. Telkens zag hij dezelfde tik- en balspellen terugkomen, ondanks de aanwezigheid van zeer betrokken leidsters. Daarop kwam hij met het idee om een app voor de iPad te ontwikkelen waarin een groot en divers aanbod aan activiteiten te vinden is om kinderen te laten bewegen. ‘Het idee is ontstaan op basis van de grote behoefte die er was en de daarbij horende kans, omdat er in de kinderopvang weinig met bewegen werd gedaan. Uiteindelijk is 1 en 1 dan 3’, aldus Johan.
BEWEEGACTIVITEITEN De sportdocent, die zelf ook een tijd in de kinderopvang werkte, zag een belangrijke ontwikkeling. ‘De beweegmethodes die vanuit het onderwijs in de kinderopvang gebruikt werden, sloten niet aan. Bij BSO’s (buitenschoolse opvang, red.) heb je nu eenmaal te maken met ruimte- en materiaalbeperkingen en een hoge diversiteit in de groepen. Bovendien ging het financieel ook lange tijd niet goed.’ Daarop bedacht Johan enkele activiteiten op papier die beter aansloten bij de doelgroep. Daar bleef het dus niet bij. ‘De ontwikkeling gaat
nu zo rap. Sinds april is er een app voor de iPad en het gaat nu zo snel dat ook SBE studenten erbij betrokken zijn. De studenten lopen stage in de kinderopvang, waar zij hoogwaardige beweegactiviteiten bedenken. Als die goed genoeg zijn, komen de activiteiten ook in de app terecht. ‘De studenten ontwikkelen gerichte activiteiten voor de app en ze kunnen die ook zelf invoeren. Als ze goed genoeg zijn, nemen we de activiteiten ook daadwerkelijk op. Maar de BSO’s waar de studenten stage lopen profiteren er sowieso van, want zij krijgen allemaal gratis de beschikking over alle activiteiten die door SBEstudenten zijn ontwikkeld. Dat maakt het een unieke samenwerking voor de kinderopvang’, reageert Johan enthousiast.
INSPIRATIEBRON Ook Boukje Smeets van SBE is positief. ‘Het platform en de app zijn een inspiratiebron voor studenten. Daarnaast ontwikkelen en verzorgen onze eerstejaars studenten tijdens hun stage sport- en beweegactiviteiten voor het BSO. Tijdens deze activiteiten wordt binnen de didactische en pedagogische context specifieke aandacht besteed aan de cognitieve, sociale emotionele- en motorische ontwikkeling.’ De studenten zijn enthousiast na het zien van en het werken met het platform. Boukje: ‘Het was in eerste instantie vooral een inspiratiebron. Inmiddels hebben de studenten zich meer en meer ontwikkeld en realiseren ze zich dat ze ook echt een bijdrage mogen en kunnen leveren bij de ontwikkeling en invulling van het platform.’ Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 7
INTERNATIONAL WORK CONFERENCE
WERELDWIJD STUDEREN AAN DE HAN
Wie erbij was, op 8 en 9 oktober bij de International Work Conference, die kreeg er zin in. Waar in? In reizen, mensen ontmoeten, nieuwe ervaringen opdoen, en vooral in leven en studeren buiten de gebaande paden. Gwendolijn Boonekamp zat namens HAN Sport en Bewegen in het organiserend comité van de conferentie: ‘Onze stip op de horizon is een studiemodel waarin studenten binnen één jaar in vier Europese steden hun Master halen.’
8 Sport en Bewegen
Ze waren niet met heel erg veel, maar dat was een bewuste keuze. Boonekamp: We hebben er uit de deelnemende instituten twee per opleiding uitgenodigd. Het moest vooral werkbaar zijn.’ De gasten kwamen uit Oslo (Akershus University College of Applied Science), Bad Gleichenberg (FH Joanneum) en Brugge (Hogeschool West Vlaanderen). Ondanks de relatief kleine groep waren de plannen concreet en de intenties duidelijk: ‘We starten maandag met het uitwisselen van onze curricula’, vertelde Dr. Helmut Simi van het Joanneum. ‘Dat is alvast een begin.’
KLEUREN Binnen scherp afgebakende paden werd twee dagen lang gesproken over een verregaande vorm van samenwerking. Boonekamp: ‘De buurtsportcoach is een uitstekend voorbeeld van een mogelijkheid tot specialisatie zoals we die hier inmiddels kennen, maar die bij onze partners nog wel wat verder en beter uitgebouwd kan worden.’ Martijn Kamper, ook al namens Sport en Bewegen in de organisatie, vertelt hoe ervoor gezorgd werd dat de beste plannen en ideeën werden gekoesterd. ‘We hebben ervoor gekozen om onze voornemens op drie verschillende kleuren aan te geven. Groen is onmiddellijk uitvoerbaar, geel is voor de middellange termijn en rood is onze droom die binnen een paar jaar gestalte moet krijgen.’ Verder was er zodanig sturing dat er in elk geval op vier verschillende gebieden een uitwisseling plaatsvond. Boonekamp: ‘Het ging daarbij om De Gezonde School en in het verlengde daarvan de gezonde HBO/universiteit, de buurtsportcoach, Sportmanagement en de Student Company, het ondernemerschap.’ Vooral op dat laatste gebied zagen de meeste deelnemers grote mogelijkheden tot samenwerking. ‘We gaan docenten van ons jullie studenten laten beoordelen’, zei Helmut Simi uit Oostenrijk. ‘En vice versa natuurlijk.’ ‘En we zorgen ervoor dat Nederlandse studenten in een van de drie landen een evenement organiseren. En dat de Noren, Belgen en Oostenrijkers dat bij ons doen’, voegde Martijn Kamper toe. ‘Internationaal werken moet een van de mogelijkheden worden die wij bieden.’ Boonekamp: ‘En verder was er veel belangstelling voor een gezamenlijk onderzoeksproject naar een gezond HBO voor studenten en medewerkers. Waarin we kunnen laten zien dat ‘we practise what we preach’.
GROTER Dat het een en ander tegen de trend in is, beseffen ook Boonekamp en Kamper. Immers, studenten wonen niet per se meer op kam-
ers en studeren voornamelijk vanuit hun dorp of stad van herkomst. De wereld intrekken doen ze met een rugzak, maar niet tijdens hun studie. Kamper: ‘We willen studenten bij dit project betrekken. Het gaat tenslotte om hun toekomst. Ik denk dat het onze taak is om te laten zien dat de wereld groter is dan het dorp, de sportclub en de supermarkt waar je werkt. Er is meer tussen Ulft en Nijmegen en die wereld is veel makkelijker bereikbaar dan velen denken. Studenten hoeven bij wijze van spreken alleen een keer een andere buslijn dan nummer 36 te pakken.’ Maar wordt er dan niet te simpel gekeken naar de keuzes die studenten moeten maken? ‘Nou nee’, zegt Kamper stellig. ‘Ja, ze moeten even kijken of hun Engels op peil is. En het gaat hier om denken in mogelijkheden en niet in beperkingen. Mensen die interesse hebben in outdoor-activiteiten die kunnen naar Noorwegen of België, waar dat onderdeel onder invloed van de aanwezige natuur een enorme vlucht heeft genomen. In Oostenrijk is de combinatie tussen sport, wellness en toerisme een vanzelfsprekendheid. Leren over teambuilding? Ga naar België.’
‘Samenwerking met buitenlandse hogescholen begint morgen’ EXPERTISE Waarom studenten van ver weg naar Nijmegen moeten komen, is voor Boonekamp en Kamper ook direct duidelijk. ‘We hebben al veel expertise ontwikkeld op thema’s als de buurtsportcoach, talentontwikkeling en de relatie tussen voeding en sportprestaties. En bij HAN Sport en Bewegen kennen we een interessante organisatiestructuur die ze daar niet hebben. Ik denk dat er genoeg op ons visitekaartje staat.’ Al met al ontstond het beeld van een samenwerkingsvorm die nog maar het begin is van een Europees netwerk van Hogescholen, waarin onderwijs, toegepast onderzoek én de toenemende internationalisering wordt gecombineerd. Boonekamp: ‘We staan aan het begin van iets heel moois.’ Nadere info bij Gwendolijn Boonekamp of Martijn Kamper (
[email protected],
[email protected]). Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 9
AFGESTUDEERDE SGM-ER WORDT ONDERNEMER IN DE GOLFSPORT
FLINGGOLF MOET JONGEREN
NAAR DE GOLFBAAN TREKKEN
Niels Geven studeerde een paar maanden geleden af aan de opleiding Sport, Gezondheid en Management. Hij besloot verder te studeren aan de Vrije Universiteit van Brussel. Maar het ondernemersbloed van de 23 jarige Brabander kruipt waar het niet gaan kan. Tijdens zijn laatste jaar aan de HAN startte hij zijn eigen bedrijf met een nieuwe golfvariant: FlingGolf.
WAT IS FLINGGOLF? ‘Een actieve, natuurlijke en atletische sport. Het wordt gespeeld op golfbanen, tegelijk met traditioneel golf. In plaats van het slaan van een bal met een golfclub, werp (Fling) je de bal weg met een nieuw soort golfstick, de FlingStick. Je maakt daarmee een natuurlijke beweging en gebruikt slechts één stick voor de hele baan. Het maakt golf dus veel toegankelijker, vooral ook voor een jonger publiek.’
HOE BEN JE OP HET IDEE GEKOMEN? ‘Ik kwam voor het eerst in aanraking met FlingGolf tijdens mijn afstudeerstage. Ik zat hiervoor in het managementteam van een golfbaan. Mij werd de vraag gesteld hoe we meer jongeren naar de golfbaan konden trekken. Ik heb me hiervoor met name verdiept in het thema ‘fun op de golfbaan’. Zodoende kwam ik uit bij FlingGolf, dat in Amerika al langer bestaat. Na een bezoek
10 Sport en Bewegen
aan een beurs daar is er een samenwerking ontstaan en nu ben ik verantwoordelijk voor heel Europa. Van het introduceren tot promoten van de sport, van verkoop van de materialen tot het zoeken van resellers.’
WAT ZIJN DE TOEKOMSTPLANNEN? ‘Op dit moment zijn we actief op zo’n tien golfbanen. Negen in Nederland en één in België. Daarnaast ben ik druk met het benaderen van nieuwe banen. In Nederland hebben meer dan 60 banen al kennisgemaakt met deze variant. Duitsland zal vanaf 2016 kennis maken met FlingGolf. Daarnaast zijn er plannen om in 2016 een overkoepelende bond op te richten, verantwoordelijk voor toernooien, wedstrijden en events.’
ondernemen, marketing en sponsoring bijvoorbeeld. Ik moet sponsors vinden voor de nieuw op te richten bond en zorgen dat mijn product in de markt gezet wordt. Maar ook het besturen van sportorganisaties, beleidsplannen schrijven en ethische kwesties die in weinig sectoren zo nadrukkelijk aanwezig zijn als in de sport. Deze verschillende invalshoeken hebben bijgedragen aan een brede visie op de sportsector. Het is des te leuker dat ik nu ook SGM studenten betrek bij het schrijven van een marketingplan. Ik ben benieuwd naar hun ideeën en hoe zij dit aan zouden pakken. Studenten denken wellicht nog wat vrijer en een combinatie van die ideeën zou zomaar ook in de praktijk toegepast kunnen worden. Voor beide partijen dus een leuke ervaring!’
WAT HEB JE IN BIJ DIT ALLES AAN JE OPLEIDING GEHAD?
ALS JE TERUGKIJKT, WAAR BEN JE DAN TROTS OP?
‘Er zijn veel facetten van SGM die me nu van pas komen. Alle vakken op het gebied van
‘Dat ik binnen de geplande vier jaar mijn diploma gehaald hebben. Ik heb zelf hele
'Als dit mij lukt, kan ik daar altijd met een goed gevoel op terug kijken’
leuke en leerzame stages gehad. Daarnaast ben ik erg trots op de start van FlingGolf tijdens mijn afstudeerperiode.’
HOE ZIE JIJ JOUW EIGEN TOEKOMST? ‘Ik heb geen ambities om na de opleiding die ik nu volg nog verder te studeren. Qua werk heb ik nog niet een helder idee wat ik wel of niet wil. Ik ben er in ieder geval van overtuigd dat ik in de sportsector wil blijven werken. Maar op welke manier daar ben ik nog niet uit. Ik kijk wat op mijn pad komt en zoek steeds nieuwe uitdagingen. Natuurlijk wil ik wel doorgaan met FlingGolf. Het is nog steeds hartstikke leuk om te doen en ik hou ervan om nieuwe dingen op te zetten. Helemaal onderaan met niks beginnen en uitgroeien tot een wereldwijde sport. Als dat me lukt, kan ik daar altijd met een goed gevoel op terug kijken.’
WAT HAAL JIJ JE MOTIVATIE VANDAAN? ‘Mijn grootste motivatie zijn mensen die zeggen dat iets niet kan of niet lukt. Ik ben zeer eigenwijs wat dat betreft en zal ook altijd proberen het tegendeel te bewijzen. Wanneer het niet lukt, ben ik wel in staat om dat toe te geven en mijn eigen ongelijk te erkennen. Om in sporttermen te blijven zou je kunnen zeggen dat ik wel tegen m’n verlies kan, maar toch het liefste wil winnen en daar ook altijd voor zal gaan.’
WAT ZOU JE AAN NIEUWE STUDENTEN WILLEN MEEGEVEN? ‘Als je iets in je hoofd hebt of iets wil doen, ga ervoor en gewoon doen! Plannen werken niet altijd in de praktijk dus zorg dat je flexibel bent. Inspringen op kansen en schakelen bij bedreigingen. Eén ding is wel zeer belangrijk: verlies nooit je einddoel uit het oog.’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 11
DE ZIPCOACH METHODE
de LEERLING aan zet Wie kent ze niet, leerlingen die er niet in slagen een beweging in de gymles uit te voeren of een som op te lossen en vervolgens totaal uit het veld geslagen zijn? Leerlingen die slechts na grote moeite te bewegen zijn om het nog een keer te proberen. Faalangst, motivatieproblemen, slecht kunnen samenwerken, niet kunnen omgaan met tegenslag, een docent of onderwijzer anno 2015 heeft in de snelkookpan van een veranderende wereld de handen vol. Onderzoekers van het Centre of Expertise Sport & Talent ontdekten dat je op veel fronten winst kunt boeken door tijdens de les met je leerlingen te werken aan zelfregulatieve vaardigheden volgens de methode ZIPcoach. Marjolein Torenbeek en Wietske Idema schreven er een boek over. De resultaten zijn overtuigend: kinderen ontwikkelen zich sneller, presteren beter en intrinsieke motivatie en zelfvertrouwen groeien. Marjolein Torenbeek en Wietske Idema, beiden docent, trainer en onderzoeker in de (top)sport en het bewegingsonderwijs en werkzaam bij HAN Sport en Bewegen, richten zich op de vraag hoe je als docent de ontwikkeling en prestaties van leerlingen tijdens je lessen optimaal kunt beïnvloeden. De onderzoekers voerden de afgelopen jaren vele studies uit in de top- en breedtesport en het bewegingsonderwijs, in samenwerking met het Centrum voor Bewegingswetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Deze studies hebben ervoor gezorgd dat ze een steeds duidelijker beeld kregen over de manier waarop je samen met je leerlingen efficiënt kunt werken aan gedragsverandering en daarmee prestatieverbetering en talentontwikkeling. Het onderzoek van Torenbeek en Idema wijst erop dat bepaalde gedragingen van leerlingen leiden tot een snellere ontwikkeling en uiteindelijk betere prestaties in de lessen LO. Je ziet het gebeuren: leerlingen luisteren beter naar de uitleg van de docent, gaan direct na de uitleg aan de slag, stellen vragen over de oefening en passen op eigen initiatief de oefening of de opdracht aan. Hierdoor leren ze efficiënter en gaan ze sneller vooruit.
BEWUST VAN HET LEERPROCES Het gedrag, intrinsieke motivatie en vertrouwen in eigen kunnen, kun je als docent beïnvloeden door leerlingen te sti-
12 Sport en Bewegen
muleren bewuster om te gaan en meer verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat een leerling van zichzelf weet wat hij binnen een bepaalde oefening al goed kan, wat hij nog niet of minder goed kan en dat hij hier ook naar kan handelen. De leerling kan bijvoorbeeld bedenken hoe hij zichzelf kan verbeteren tijdens een oefening en denkt hier voor, tijdens of na de oefening over na. Dit staat in contrast met de leerling die ‘gewoon maar wat doet’ tijdens de lessen en de opdrachten die je als docent geeft, uitvoert zonder zich al te veel bewust te zijn van zijn eigen ontwikkeling. Als docent kan je bewust en proactief leergedrag van leerlingen tijdens je lessen stimuleren door een leerklimaat te creëren waarin je ze op een plezierige manier tegelijkertijd uitdaagt én ondersteunt om na te denken over hun eigen (bewegings)uitvoering voor, tijdens en na de oefeningen.
‘IN DE ANDERE LESSEN DOE JE GEWOON WAT JE MOET DOEN, MAAR NU GA JE ECHT ERGENS VOOR WERKEN’
ZELFREGULATIEVE VAARDIGHEDEN Aan de basis van zo’n bewust leerproces, of dit nu plaatsvindt in de les bewegingsonderwijs, de les Nederlands, of de mentorles, liggen zelfregulatieve vaardigheden. Leerlingen die gebruik maken van deze vaardigheden weten allereerst wat zij goed kunnen, waarom zij dit goed kunnen en waar zij nog beter in kunnen worden. Met andere woorden, zij zijn in staat te analyseren waarom de uitvoering van een bepaalde oefening of opdracht meer of minder goed gaat en wat dit betekent voor de volgende keer dat ze dit zullen oefenen (reflecteren). Deze kennis gebruiken zij om zichzelf een doel te stellen, bijvoorbeeld ‘de volgende keer dat we weer gaan
INTRINSIEKE MOTIVATIE DOOR ZELFREGULATIE In een ander onderzoek van het Centre of Expertise Sport & Talent uitgevoerd in het basisonderwijs werkten 58 leerlingen uit groep 6 en groep 8 gedurende vijf weken in een drievakkensysteem aan zelfregulatie. In één vak werd onder leiding van de docent gewerkt aan het gebruik van zelfregulatieve vaardigheden. Een tweede docent begeleidde de leerlingen in de andere twee vakken. In het ‘zelfregulatievak’ stond in de eerste drie weken de wendsprong centraal en in de laatste twee weken de koprol. Iedere week stelde de docent drie doelen op die aansloten bij de verschillende beweegniveaus binnen de klassen. De leerlingen werd gevraagd hieruit een doel te kiezen waaraan zij tijdens dat lesdeel wilden werken. De docent liep tijdens de uitvoering van de oefening rond en stelde de leerlingen zowel individueel als in groepjes vragen gericht op het monitoren van de eigen vooruitgang. Om de leerlingen te helpen deze vragen te beantwoorden liet de docent de leerlingen hun eigen uitvoering vergelijken met een afbeelding van de juiste beweging en korte instructies (bijvoorbeeld ‘kin op de borst’) op een poster. Het effect van deze interventie werd onderzocht met behulp van een vragenlijst over motivatie, speciaal ontwikkeld voor jonge kinderen. De docent nam deze vragenlijst voor en na de interventie af. De leerlingen die werkten aan zelfregulatie waren na afloop van de interventie significant intrinsiek gemotiveerder voor de lessen LO. De 67 leerlingen die niet aan zelfregulatie werkten, maar gedurende deze periode dezelfde oefeningen eveneens in een drievakkensysteem uitvoerden, lieten geen verandering in hun intrinsieke motivatie zien.
Wietske Idema: ‘Leerlingen stimuleren meer verantwoordelijkheid te nemen.’ Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 13
basketballen wil ik nog beter de lay-up leren’ en om na te denken hoe ze dit gaan aanpakken (het maken van een actieplan). Tijdens het uitvoeren van de oefening stellen zij zichzelf de vraag hoe het werken aan hun doel gaat (monitoren) en hoe dit komt (reflecteren), zodat zij eventueel hun aanpak kunnen aanpassen. Na afloop denken zij na hoe het werken aan hun doel is gegaan (evalueren) en wat dit betekent voor de volgende keer (reflecteren). Dit vormt de basis voor een nieuwe doelstelling en daarmee is de cirkel rond. Doordat iedere leerling tijdens de lessen gericht bezig gaat met een persoonlijke doelstelling en actieplan, voortdurend bijhoudt hoe het gaat en leert bij te sturen wanneer nodig, wordt hij bewuster van zijn eigen ontwikkeling. Dit leidt tot efficiënter leren. Door zijn voortgang te monitoren merkt hij kleine ontwikkelingen eerder op, waardoor hij eerder succeservaringen beleeft en zijn intrinsieke motivatie en vertrouwen in eigen kunnen toenemen. Hierdoor zal hij geneigd zijn ander gedrag te vertonen, zoals het stellen van vragen over de uitvoering van de oefening of opdracht, of het optimaler benutten van de beschikbare lestijd. Als docent kan je je leerlingen helpen om deze zelfregulatieve vaardigheden te ontwikkelen tijdens de lessen.
‘JE DOET NIET ZOMAAR EVEN EEN SPEL’ ZIPCOACH Op basis van het onderzoek uitgevoerd binnen het Centre of Expertise Sport & Talent is de didactische methode ZIPcoach ontwikkeld. Deze methode is bedoeld voor iedereen die de talenten van kinderen of leerlingen wil ontwikkelen tijdens de les. Het boek is gericht op begeleiders in de sport, maar is net zo bruikbaar voor docenten of begeleiders die werken met leerlingen die het beste uit zichzelf willen halen, of leerlingen die dit nog niet lukt. Met ZIPcoach bevorder je als docent namelijk de zelfregulatieve vaardigheden van je leerlingen, waarmee je ‘Zelfregulatie In Praktijk’ (ZIP) brengt. ZIPcoach is erop gericht om leerlingen tijdens de lessen uit te dagen om te reflecteren, doelen te stellen, te plannen (met behulp van de actieplanpiramide), monitoren en evalueren, waardoor intrinsieke motivatie, vertrouwen in eigen kunnen en zelfregulatief gedrag toenemen, met als uiteindelijk resultaat een optimalere ontwikkeling en betere prestaties. ZIPcoach bestaat uit drie fasen. Tijdens de voorbereidingsfase worden de leerlingen uitgedaagd na te denken over het doel waaraan ze willen werken tijdens de oefening en de manier waarop ze dat willen doen. Tijdens de uitvoeringsfase gaan ze aan de slag met hun doel, waarbij de docent hen begeleidt door ze te stimuleren te monitoren en reflecteren. In de verbeterfase stimuleert de docent de leerlingen om na te denken over hoe het werken aan het doel is gegaan en welke lessen ze hieruit trekken voor de volgende keer.
De methode is praktisch uitgewerkt, zodat je deze als docent direct kunt toepassen tijdens de les. Het is een aanvulling op je didactisch repertoire. ZIPcoach is gemakkelijk af te stemmen op het werken met groepen leerlingen en sluit aan bij verschillende ontwikkelingsniveaus: met varianten voor jonge en onervaren leerlingen, maar ook voor de oudere leerlingen die al meer ervaring hebben met zelfregulatie. Ook wanneer je werkt met videofeedback of videoanalyse kan ZIPcoach helpen om het beste uit jouw leerlingen te halen. Marjolein Torenbeek: ‘Het beste uit je leerlingen halen.’ 14 Sport en Bewegen
ZIPCOACH: HET BOEK De methode ZIPcoach is beschreven in een praktisch handboek voor trainers, coaches en andere begeleiders in de sport, met daarin diverse oefeningen die je direct in de praktijk kunt toepassen. Ook docenten in het (bewegings)onderwijs kunnen ZIPcoach gebruiken als methode voor talentontwikkeling. Het boek bevat verschillende varianten voor diverse doelgroepen, zoals de onervaren sporter, de jonge sporter, de ervaren sporter en groepen sporters, geïllustreerd met voorbeelden uit de praktijk. Wietske Idema en Marjolein Torenbeek werken beiden als docent, trainer en onderzoeker in de (top)sport en het bewegingsonderwijs bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen binnen het Instituut Sport en Bewegen. Binnen die functie begeleiden ze trainers, coaches, docenten en studenten bij het opzetten en uitvoeren van programma’s voor talentontwikkeling. Het boek is te bestellen via www.sportsmedia.nl.
Contact:
[email protected] en
[email protected]
Meer informatie: www.han.nl/sportentalent www.goudenkansen.eu Volg ZIPcoach op twitter via @ZIPcoach_NL Wietske Idema & Marjolein Torenbeek, Zelfregulatie in de sportpraktijk, ISBN: 978-90-5472-316-5, € 24,33
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 15
wie iets met sport heeft leest sportboeken
IK HEB AL EEN BOEK In deze rubriek zoomen we in op de beste sportboeken. We kiezen telkens drie actuele sportboeken en zoomen in op de Top 10 van beste sportboeken ooit. Daarin recenseren we dan telkens één boek.
Lionel Messi en Cristiano Ronaldo – Luca Caiol Soms lijkt het wel een beetje op een sprookje, Assepoester en de gemene stiefzus. Of in Disney-termen, The Beauty – Lionel Messi – versus The Beast – Cristiano Ronaldo. De door de media gevoedde en aangewakkerde rivaliteit is gelukkig niet alleen verzonnen. Messi ís de jongen van twee deuren verderop die zijn afkomst niet zal verloochenen. Ronaldo is het verwende blaag dat overal en altijd zijn zin wil hebben. Voor de ware sportliefhebber blijft er echter genoeg over om over na te denken. Wat te denken van het enorme ego van Cristiano Ronaldo, die als ventje van twaalf weigerde om de kleedkamer van Sporting Lissabon schoon te maken. ‘Ik speel nu bij Sporting en hoef niets van de grond te rapen.’ Heeft de arme Cristiano dat ego niet broodnodig om de top te halen? En dan Lionel Messi. Een nukkig mens, dat liever zwijgt dan spreekt. Zijn imago op het veld is zonder enige smet, maar daarbuiten vraag je je af… Hij doet zijn hele leven letterlijk niets anders dan voetballen. Maar dan ook helemaal niets.
Cruijff, Hendrik Johannes, Fenomeen. - Nico Scheepmaker Je gaat het pas zien als je het doorhebt. - Pieter Winsemius Kijk dezer dagen in de ogen van iemand die ouder is dan 40. Je vader, opa, oom… Alle Nederlanders die zijn opgegroeid met Johan Cruijff kregen 22 oktober 2015 een klap. Johan Cruijff heeft longkanker en gaat misschien wel sterven… Johan Cruijff, dat was de man die als voetballer nauwelijks vijanden had. Snel als Ronaldo, sportief als Messi, briljant als Iniesta en een leider als… Tja, als wie. Spelers als Cruijff hebben we niet meer, spelers die een team op sleeptouw namen, die in hun eentje het hoofd van de tegenstander op het hakblok legden. Wie de ouderen wil begrijpen, die kijkt eens even op google naar het voetbal van een andere planeet dat Cruijff ons bood. Wat Van Gogh was voor de kunst, was Johan Cruijff voor de sport. Nico Scheepmaker schreef het mooiste boek tot nu toe. Oud-minister Pieter Winsemius tekende voor het grappigste, met de leukste citaten van de meester.
top 10 In willekeurige volgorde
SECRET hoops
sportboeken aller tijden
Even voor de niet-kenners en de wat jongere sport-
1 Open, de biografie van André Agassi
die met Chicago Bulls en Los Angeles Lakers maar liefst
2 De proloog, Bert Wagendorp
elf NBA-titels in de wacht sleepte. Bij The Bulls had hij
3 Chez Stans, Jan Mulder
niemand minder dan Michael Jordan onder zijn hoede.
4 Wij waren de besten, Auke Kok 5 Sacred Hoops, Phil Jackson 6 Futebol, Alex Bellos 7 Moneyball, Michael Lewis
liefhebbers: Phil Jackson is een beroemde basketbalcoach,
In Sacred Hoops (hoop is Engels voor de basket) legt Jackson zijn coachingsstijl uit. Als je geïnteresseerd bent in coaching, zowel in als buiten de sport, dan is Sacred Hoops een must read. Van Zen-boeddhisme tot Westerse filosofie via de eeuwenoude gebruiken van de Sioux-indianen,
8 Het Gevecht, Norman Mailer
Jackson gebruikt in de successeizoenen van The Bulls alles
9 Nadal, biografie van een fenomeen
om van een groepje egocentrische miljonairs een team te
10 De renner, Tim Krabbé 16 Sport en Bewegen
maken. Misschien is het boek een mooi cadeau voor zo’n beetje alle voetbalcoaches.
NIEUW INNOVATIELAB HAN SENECA
LEERWERKPLEK VOOR STUDENTEN HAN SENECA in Nijmegen is afgelopen zomer compleet gerenoveerd en uitgebreid. Het expertisecentrum voor sport, arbeid en gezondheid van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen heeft nu een nieuw ingericht behandelcentrum. Studenten van de opleiding fysiotherapie zijn daar nauw bij betrokken. Zij werken nu hand in hand met elkaar en met onderzoekers en professionals en staan zo tijdens hun studie al met één been in de praktijk. Dat past bij de gedachte van de University of Applied Sciences van de HAN.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 17
Geert van de Veer, hoofd van HAN SENECA, is met recht trots op het nieuwe uiterlijk: ‘We deden al zo veel op het gebied van onder andere leefstijladviezen, gezondheidsmetingen en fitness. Maar nu is het helemaal een ‘state of the art’ eerstelijns zorgpraktijk. Denk hierbij aan de nieuwste technieken zoals een DEXA-scan en een videoanalyse lab. Het is gebouwd om de service naar het werkveld nog verder te vergroten en om zowel studenten van HAN Sport en Bewegen als die van Paramedische Studies een platform te bieden waar zij kwalitatieve praktijkervaring kunnen opdoen. Het moet nog meer aansluiten bij de behoeften van zowel studenten, onderzoekers, medewerkers, consumenten als het werkveld. Met deze verbouwing willen we een toonbeeld zijn voor het werkveld met een landelijke en regionale uitstraling.’
‘STUDENTEN LEREN AL TIJDENS HUN OPLEIDING OM OVER DE GRENZEN VAN HET EIGEN VAKGEBIED HEEN TE KIJKEN’
LEERWERKPLEK
aanwezig, naast bijvoorbeeld de geregistreerde fysiotherapeuten die het behandelcentrum runnen. Zij werken daarnaast ook als docent voor de opleiding, waardoor de driehoek onderwijs, onderzoek en ondernemen (praktijk) duidelijk naar voren komt. Herman Berndt: ‘De verbouwing heeft ruimte gecreëerd om de samenwerking met HAN SENECA verder te intensiveren. Tegelijkertijd bieden we studenten nu een leerwerkplek waar ze niet alleen collega’s uit het eigen vakgebied zullen tegenkomen maar ook collega’s van de andere opleidingen van Paramedische Studies en van HAN Sport en
Naast de verbeterde service voor consumenten, zal het vernieuwde centrum dus ook dienen als leerwerkplek voor studenten fysiotherapie. Herman Berndt, hoofd opleiding Fysiotherapie, is blij dat ook de opleiding Fysiotherapie nu in het Praktijkhuis de beschikking heeft over praktijklokalen die een herkenbare, realistische beroepscontext uitstralen. Het is een eerstelijns behandel- en revalidatiecentrum, wat het voor de studenten makkelijker maakt om deze straks in de praktijk te herkennen. Bij alle behandelingen zijn dan ook in principe altijd studenten
Geert van der Veer, hoofd HAN SENECA
18 Sport en Bewegen
‘NU IS HET HELEMAAL EEN ‘STATE OF THE ART’ EERSTELIJNS ZORGPRAKTIJK’ Bewegen. Zo leren ze al tijdens hun opleiding om over de grenzen van het eigen vakgebied heen te kijken.’ In het vernieuwde expertisecentrum kan iedereen terecht, zoals medewerkers en studenten van de HAN, bedrijven en particulieren. Ook kunnen zij, vaak op kosten van de zorgverzekeraar, een Health Check doen. Tevens worden er uitgebreide testen gedaan bij onder andere medewerkers van de politie, arrestatieteams, brandweer, topsporters en voetbalclubs als N.E.C. Nijmegen. Meer informatie: www.HAN.nl/SENECA of www.HAN.nl/fysiotherapie.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 19
HAN SENECA TEST
DE ZWARE JONGENS VAN DE POLITIE Wie kent ze niet, de beelden van de aanslag op Charlie Hebdo? 7 januari 2015 was een zwarte dag voor de vrije wereld. En ook een dag die terreurbestrijders nog een keer extra alarmeerde. Niet alleen worden de eenheden die terreur en zware misdadigers in Nederland onschadelijk moeten maken uitgebreid, de testen waaraan ze worden onderworpen zijn strenger en frequenter. En daar komt HAN SENECA in beeld. HAN SENECA, het expertisecentrum voor sport, arbeid en gezondheid, testte al langer politie- en brandweermensen. ‘En we hadden ook al contact via Papendal’, vertelt Tom Janssen (de naam Janssen is een gefingeerde naam omdat de DSI strikte privacy-regels hanteert, red.), psycholoog in dienst van de DSI, de Dienst Speciale Interventies. ‘Daar deden we tot nog toe onze testen in het Sport Medisch Centrum. We willen nu een professionaliseringsslag maken.
INZETBAAR ‘Dat laatste gebeurt niet alleen vanwege de actuele druk, die ervoor zorgt dat er veel meer mensen worden aangenomen. Maar ook vanwege het feit dat monitoring van onze mensen onvoldoende was. Ze moesten wel een aantal standaard-testen doen, maar daarmee konden we bijvoorbeeld geen ontwikkelingen in kaart brengen. En we kregen geen zicht op wie er op welk moment inzetbaar was.’
20 Sport en Bewegen
Het expertisecentrum tekent in samenspraak met de DSI voor complete programma’s. ‘Daarbij wordt ook nog meer rekening gehouden met persoonlijke kenmerken’, vertelt Janssen. ‘Tot nog toe mocht iemand zes jaar in dienst blijven en die kreeg dan twee keer twee jaar erbij als hij dat kon en wilde. Iemand kon dus, mits hij een leidinggevende functie kreeg, maximaal tien jaar in dienst blijven. Maar sommigen zijn dan misschien juist wel zeer geschikt voor deze baan. Met veel ervaring, en nog sterk genoeg om het aan te kunnen.’
LOODZWAAR De DSI bestaat uit een aantal onderdelen, zo zijn er een afdeling Interventie en een afdeling Expertise/Operationele ondersteuning (AI en AEO&O). Beide hebben ze een bijzondere bijstandstaak. Deze onderdelen van de DSI bestaan voor de helft uit politiemensen en de andere helft uit militairen. Dan is er nog een afdeling die bestaat uit Arrestatie en
‘NORMAALGESPROKEN WIL EEN MENS BIJ GEVAAR VLUCHTEN. DEZE MANNEN GAAN ER JUIST OP AF.’
Ondersteunings Teams (AOT). Janssen: ‘Dit laatste betreft een pure politietaak en die groep bestaat dus ook alleen uit politiemensen.’ Janssen wil er geen doekjes om winden, dit is een loodzware baan. ‘AI en AEO&O worden ingezet op terreur en grof geweld, AOT wordt ingezet bij levensbedreigende situaties. De mensen die voor de DSI werken komen grotendeels of bij de politie vandaan, of het zijn ex-commando’s en mariniers. Janssen: ‘Normaal gesproken wil een mens bij gevaar vluchten. Deze mannen gaan er juist op af. Daarbij moeten ze dan wel het gevoel hebben dat ze er honderd procent klaar voor zijn.’ Mede daarom gaat HAN SENECA een veldtest ontwikkelen. ‘Er was een laboratoriumtest, maar die wordt vervangen’, vertelt Janssen. ‘Die veldtest kan meerdere keren per jaar op locatie worden afgenomen, waardoor er een beter overzicht ontstaat. Hoewel we uitbreiden gaat het in principe om een klein aantal mensen. We wilden een beter overzicht hebben over hun beschikbaarheid.’
WAPENS Het gaat bij het testen om verschillende onderdelen van de DSI. ‘Je hebt de arrestatieteams, die zijn over zes regio’s over het hele land verdeeld’, legt Janssen uit. ‘En dan is het team Bijzondere Bijstand. Dat zetelt ergens in het midden van het land. De leden daarvan werken ook vanuit thuis. Dat wil zeggen dat ze 24/7 beschikbaar zijn en er onmiddellijk op
af kunnen als dat nodig is. Zij dragen hun wapens altijd bij zich.’ De meeste leden van de teams zijn mannen tussen de 25 en 40 jaar oud. Janssen: ‘En we willen ook vrouwen erbij, maar dat is tot op heden niet gelukt. Dat geeft ook aan hoezeer de mannen fysiek onder druk staan.’ Door de keuringen van HAN SENECA moet er een beter beeld komen over de inzetbaarheid. Janssen: ‘Maar we moeten ook tegen onze mensen kunnen zeggen als ze er níet klaar voor zijn. Dan krijgen ze extra trainingen en de mogelijkheid om zich zo snel mogelijk weer aan te sluiten. Via de software van het expertisecentrum kunnen we dan met een druk op de knop een overzicht krijgen van wie er beschikbaar is. Met andere woorden, wij kunnen waken over de inzetbaarheid van deze mannen. En dat alles in de hoop dat hun inzet niet nodig is.’ Wat kan een expertisecentrum vanuit HAN Sport en Bewegen dan voor toegevoegde waarde geven aan DSI? Geert van der Veer, hoofd HAN SENECA, vertelt dat topsport er niet ver vanaf zit. ‘Bij deze speciale interventie-eenheden is de koppeling tussen fysiek en mentaal sterk aanwezig. Dat is bij topsporters niet anders. Voor ons levert een dergelijk project weer inzichten op die we in de sportwereld kunnen gebruiken, of ook als het gaat om integraal gezondheidsbeleid. Ongelooflijk interessant dus.’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 21
Het sporthart van...
In ‘Het sporthart van…’ komen medewerkers en studenten van HAN Sport en Bewegen aan het woord over sporten waar hun hart sneller van gaat kloppen. Sommigen zijn topsporter, sommige doen het puur omdat ze het leuk vinden. Maar één ding hebben ze gemeen: sporten is een belangrijk onderdeel van hun leven. Marcel Rözer interviewde een viertal over hun passie voor bewegen.
Ria van Weijenburg – Docent/procescoördinator ‘Ik heb van jongs af aan volleybal gespeeld. Daarna ging ik tennissen, en dat ging best fanatiek. Maar nadat ik Italiaans had gestudeerd en in Turijn ging wonen, ben ik daarmee gestopt. Dat was een ander leven.’ ‘Tegenwoordig doe ik aan Zumba om fit te blijven. En ik tennis, vooral voor de gezelligheid. Al wil ik nog altijd graag winnen. Het enkelspel doe ik niet meer aan mee. Dat is te intensief, daarvoor heb ik de conditie niet meer en bovendien sta je dan alleen op de baan. Ik speel in de dubbel en in de mix. Ja, het gaat dan vooral om de gezelligheid. Ik ben net verhuisd en ook om sociale reden lid geworden van de tennisclub in mijn nieuwe woonplaats. Op een sportclub leer je op een prettige manier toch de meeste mensen kennen.’ ‘Haha, de foto is wel leuk he? Ik sta links. Dat was op ons tennistoernooi dat bekend staat onder de naam ‘Warsteiner Cup’. Heel fijn toch?’
22 Sport en Bewegen
Robert Theunissen – docent ‘Ik twijfelde welke foto ik moest kiezen. Ik heb vroeger fanatiek gevoetbald, eerst in Groesbeek, bij Achilles. Maar daar kwam elk jaar een buslading nieuwe voetballers, jongens uit de jeugd kregen nauwelijks een kans.’ ‘Ik ben vertrokken naar Milsbeek, waar we drie keer achter elkaar kampioen werden. Ik was spits. En ik kwam er pas later achter dat ik niet echt wedstrijdgericht speelde. Het was meer een circus bij mij, als ik drie keer achter elkaar iemand door de benen had gespeeld, was mijn wedstrijd geslaagd.’ Ik ben in 2002 gestopt, eigenlijk veel te vroeg. Ik mis de kleedkamer nog steeds. Ik geef cursussen namens de KNVB, dus ik ben nog wel betrokken bij het voetbal. Zelf fiets ik nu veel. Direct nadat ik was gestopt ging ik op vakantie in Frankrijk en ik had een oude Koga meegenomen om de Alpe d’Huez te beklimmen. Ik ben na twee bochten gestopt, maar ik wist opeens wel wat mijn nieuwe sport zou worden.
Kristin Jonvik – onderzoeker/sportdiëtist ‘Op deze foto uit 2004 zit in de nationale selectie van het Noors voetbalteam onder -17. Ik kon redelijk goed mee, al kwam ik fysiek te kort. Ik ben klein en licht en mijn rol was het om anderen het spelen zo lastig mogelijk te maken. Mij kwamen ze wel drie keer tegen voordat ze verder konden, ik was een Duracel-batterij, die net even langer door kon dan anderen. Verder kon ik op alle posities uit de voeten. “Een aardappel die voor alles gebruikt kan worden”, zeggen ze in Noorwegen. Ik heb nog drie keer met Noorwegen onder-23 meegedaan. En toen ben ik gestopt.’ ‘Na het voetballen ben ik gaan hardlopen. Dat doe ik fanatiek, maar ik mis het teamverband wel. Het voordeel is dat het makkelijk te plannen is. En ik bleek er ook nog eens talent voor te hebben. Haha, ik heb dit jaar mijn eerste marathon gelopen. En gewonnen. Ik ben dus officieel winnares van de marathon van Sneek. Mijn tijd? 3.06,30. Best aardig toch?’
Walter Leurink – docent ‘Fietsen betekent voor mij ontspanning en inspanning tegelijk. Een paar minuten vanuit huis en je bent even helemaal weg. Het begon voor mij een kleine tien jaar geleden. Het voetbal bij USC Hercules in Utrecht kwam tot een natuurlijk einde, ik was op zoek naar alternatieven.’ ‘Ik begon met mountainbiken, voor zover je daarover kunt spreken in Nederland. Maar langzamerhand werd de ATB ingeruild voor een racefiets. Op dit moment heb ik een aantal prachtige toertochten achter de rug. Zo heb ik deelgenomen aan Tibet Expeditie met een aantal collega’s van HAN S&B in 2008. Dat betekende fietsen van Lhasa naar Kathmandu. Ik heb in Limburg menig rondje gemaakt (Amstel Gold en Limburgs Mooiste), en ik fietste twee keer deTrois Ballons in de Vogezen. In juni van 2016 doe ik mee aan de Dreiländergiro, met onder andere de beklimming van de beroemde Stelvio. Ook ben ik lid van toerclub Ledig Erf uit Utrecht. Tien jaar nadat ik voetballer-af was, kan ik zeggen: ‘Ik mis het geen seconde.’
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 23
Studenten en alumni delen hun verhalen in deze blogrubriek. Hoe verloopt de studie? Waar lopen ze tegenaan? Hoe vergaat het hen na de studie? En hoe kijken ze er op terug?
S G BLO
‘Toekomstige studenten helpen bij hun keuze’ Het student-ambassadeurschap
Marleen van de Donk
Als HAN Sport en Bewegen-student ben je natuurlijk altijd en overal vertegenwoordiger van jouw en de twee andere twee sportstudies. Net als ik! Ik ben Marleen van de Donk en ik geef als ambassadeur van HAN Sport en Bewegen voorlichtingen en informatie aan toekomstige studenten. Ik help ze graag bij het maken van hun keuze voor de juiste studie. Zelf heb ik de ervaring dat het maken van de juiste studiekeuze enorm lastig is. Zo ben ik zelf twee keer met een, voor mij, niet passende studie begonnen. Na lang rondkijken en veel informatie krijgen, heb ik uiteindelijk de keuze voor SGM gemaakt. En dat bevalt mij enorm. Het prettige aan het bieden van eerlijke informatie aan toekomstige studenten vind ik dat je ze net dat ene zetje kunt geven om wel of juist niet voor de studie te kiezen waar ze over twijfelen. Je kunt met ze in gesprek gaan over wat ze van hun studie verwachten, wat ze leuk vinden en waar ze tegenaan lopen. Niet alleen ik, maar ook vele andere HAN Sport en Bewegen-studenten zijn al actief op open dagen, voorlichtingsavonden en profielkeuzedagen om toekomstige studenten te helpen bij hun studiekeuze. Ook zij geven hun ervaring: Corné Stoop, ALO-student: ‘Als aanstaand student krijg je heel veel informatie op je afgevuurd. Wie kan je nu beter helpen dan een student die net hetzelfde heeft meegemaakt?’ Gabriëlla Lansink, oud ALO-student, nu docent LO: ‘Het ambassadeurschap is ontzettend leuk omdat je de passie van het vak kan overdragen en aankomend studenten enthousiast kan maken voor het worden van een docent LO. Het geeft voldoening om de persoon te zijn die de leerling kan helpen bij het maken van zijn of haar keuze!’ Peter-Jan Hardenbol, SGM-student: ‘Dankzij het ambassadeurschap ga je anders met je docenten om en is het een leuke uitdaging om samen met hen de HAN S&Bopleidingen te promoten!’ Bart Cillekens, SGM-student: ‘Als ambassadeur ben ik bezig met het voorlichten en selecteren van studenten die goed bij onze opleiding passen. Door goede voorlichtingen weten de studenten of de opleiding bij ze past waardoor er minder afvallers zullen zijn.’ Wil jij ook informatie geven aan toekomstige studenten over de studies van HAN S&B? Stuur dan een mailtje naar
[email protected] Nog aan het twijfelen?! Naast een flinke lading gezelligheid en ervaring krijg je ook nog een vergoeding voor je werkzaamheden als ambassadeur!
24 Sport en Bewegen
‘SBE is een basis’ Sport- en Bewegingsnogwattes Het is al twee zomervakanties, zes seizoenen, vijftig familie-verjaardagen, een jaarwisseling, één jaar werkervaring en een uitschakeling van Nederland voor het EK geleden dat ik, samen met veel andere SBE-toppers, mijn diploma trots ondertekende en het studentenleven inruilde voor het echte ‘grote mensen leven’. Aan het werk! Mensen in beweging zetten, netwerken, mezelf ontwikkelen en hopelijk eindelijk een duidelijk antwoord vinden op de vraag die gemiddeld ongeveer twee keer voorbij komt op verjaardagen: ‘Wat word je dan, met Sport- en Bewegingsnogwattes?’ Zo’n twee Tour de Frances geleden was mijn antwoord op die verjaardagen: ‘Wij zetten sport in als middel in plaats van als doel (na deze zin stond er standaard iemand op om een rondje worst met augurk te delen). We proberen zoveel mogelijk mensen in beweging te zetten, met of zonder beperking. Ook voor mensen voor wie bewegen niet zo vanzelfsprekend is.’ Inmiddels ben ik ervan overtuigd dat SBE meer is dan dat, het is een basis. Je kunt er zelfs Arbocoördinator mee worden, zoals ik nu. Misschien niet een functie die je direct linkt aan SBE, maar toch heb ik een goede basis om me hier verder in te ontwikkelen. Ik houd me bezig met de gezondheid, veiligheid en het welzijn van de werknemers in de sociale werkvoorziening in de breedste zin van het
Carolien Bosman
woord. Ik doe werkplekonderzoeken, ben hoofd BHV en gelukkig gaat het sporten ook gewoon door. Leuk om die kans te krijgen om dit op te pakken en opleidingen te volgen. En dat met mijn opleiding Sport- en Bewegingseducatie! Je kunt er alle kanten mee op! Het antwoord op de vraag wat je dan wordt met Sport- en Bewegingsnogwattes wordt er niet korter op, dus tegenwoordig ga ik dan maar worst met augurk delen. Want ja, zelfs dàt kun je er mee.
‘Communicatie staat centraal’ Waarvoor heb je handen en voeten? Samenwerken – het wordt steeds belangrijker. Dat betekent ook, zorgen zonder grenzen. En dan dien je niet alleen te denken aan multidisciplinaire, interdisciplinaire en transdisciplinaire samenwerking. Maar ook internationaal samenwerken, de globalisering van gezondheid en in dit kader kennis delen en van elkaar leren, zijn belangrijke en wenselijke doelen voor de toekomst. De opkomende gezondheidsproblemen vragen om een dergelijke aanpak. Maar wat staat daarbij dan centraal? Juist – communicatie. Het is echter de vraag hoe je een betere samenwerking kunt bereiken als dat zelfs in het eigen land of tussen buurlanden nogal lastig is en stroef loopt. Schroom, onveiligheid, ongeduld, complexiteit en grenzen waardoor mensen liever in hun comfortzone blijven, remmen deze ontwikkeling. Vooral een gebrek aan communicatie maakt samenwerking soms zo ingewikkeld. Communicatie is toch het belangrijkste instrument om naar elkaar te kunnen luisteren, wensen uit te
Saskia Müller
spreken en van elkaar te leren. Daarbij is het bijna altijd mogelijk om één taal te spreken. Ook al noem je die taal dan ´handen en voeten taal´. Op dat punt spreek ik uit ervaring. Als Duitse in Nederland wordt niet altijd meteen alles goed ´begrepen´ wat je zegt. Bovendien ga je niet maar één keer de fout in. Dan moet je uit je comfortzone stappen, want alleen dan kan je groeien en vooral samen groeien. Internationale samenwerking vereist begrip en geduld voor elkaar. Als je open staat, ´out of the box´ denkt en vooral interesse toont, dan
Wil je meer verhalen van studenten ALO, SBE of SGM lezen? Kijk op www.HANsportenbewegen.nl.
kan communicatie helpen om grenzen te verzetten. Ik zeg alleen: Maak gebruik van handen en voeten, ze zijn er niet alleen maar om te kunnen sporten!
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 25
HUH? STUDIEKEUZECHECK, DECENTRALE SELECTIE, INTAKE:
Loting, studiekeuzecheck, selectie, decentrale selectie, intake, test. Het zijn allemaal woorden die voorbij komen vliegen bij een toekomstige student. Je zit tegen het einde aan van de havo of vwo of je bent bijna klaar met een mbo-opleiding. Wat nu? Je weet welke kant je op wil en je gaat je verdiepen in de mogelijkheden. Maar hoe weet je nou of je de goede keuze gaat maken? En hoe zorg je er daadwerkelijk voor dat je ook kan starten met die bacheloropleiding?
26 Sport en Bewegen
‘Voor mij was de studiekeuze vrij moeilijk, ik heb lang gezocht naar een opleiding die bij mij past, maar ik kon hem niet vinden.’ Het is een uitspraak van student Thijs Janssen. Voor hem was, zoals ook bij zoveel anderen, het vinden van een geschikte studie een hels karwei. Gelukkig was er zoiets als de studiekeuzecheck. Een studiekeuzecheck geeft een toekomstig student de kans om erachter te komen welke opleiding het beste bij hem of haar past. ‘Totdat ik de studiekeuzecheck deed, wist ik nog niet wat ik wilde. De studiekeuzecheck gaf de opleiding Sport, Gezondheid en Management (SGM) aan. Deze opleiding was de enige die mij aansprak. Het enige obstakel was dat ik op kamers zou moeten gaan, dit was in eerste instantie voor mij een minpuntje’, aldus Thijs. Toch is hij nu bezig aan zijn eerste jaar SGM.
GEEN SPIJT Ook voor Ilse Peters was het even zoeken. ‘Ik ben in 2010 begonnen aan de opleiding voor doktersassistente. Die opleiding heb ik in 2010 afgerond en ik ben direct gaan werken op Sport Medisch Centrum Papendal. Ik heb altijd gezegd dat ik graag doorwilde studeren, maar daarbij kwam de vraag: waarin? Zo heb ik gedacht aan fysiotherapie, verpleegkunde, psychomotorische therapie (PMT) en SGM. De keuze was daardoor wel heel lastig.’ Voor Ilse was het bezoeken van de open dag een belangrijk hulpmiddel bij het maken van een definitieve keuze. ‘Door naar verschillende open dagen te gaan en de selectiedag van PMT en SGM te hebben gevolgd, ben ik pas echt na gaan denken wat ik wilde. Wil ik door in de sport en gezondheid of wil ik straks als een therapeut
‘Decentrale selectie moet de uitval in het eerste jaar verminderen’
gaan werken? Na lang nagedacht te hebben over welke studie meer bij mij zou passen en waar ik straks meer mee kan, besloot ik om voor SGM te kiezen. Een keuze waar ik geen spijt van heb gehad!’
INTAKE Voor zowel Ilse als Thijs kwam er na het maken van een definitieve keuze om SGM te gaan studeren een volgende horde: de decentrale selectie. Ze moesten deelnemen aan een intake, waarna de opleiding bepaalde of ze toegelaten werden of niet. Een spannende tijd, zeker als je pas laat een keuze maakt en dus in de laatste intakeronde zit, zoals Ilse. ‘Omdat ik mij zo laat pas had ingeschreven voor SGM, zat ik bij de laatste intakedag. Dit maakte het toch wel spannender. Nu moest ik nog extra mijn best doen om te bewijzen dat ik bij de studie pas! De opdrachten die je moest voorbereiden voor de intakedag waren goed te doen. Er stond duidelijk in wat ze van mij verwachtten en je had genoeg tijd om je er goed op voor te bereiden. De intakedag zelf heb ik als leuk en spannend ervaren. Als ik niet zou worden toegelaten, wat dan? Gelukkig ging de intake goed en ben ik in september gestart met de studie SGM.’ Voor Thijs liep de intake iets anders, omdat hij niet kon op de geselecteerde dag. ‘Ik heb toen met zes of zeven andere studenten een gedeelte van de selectie doorlopen. Dit ging goed en soepel, het was goed geregeld en we waren vrij snel weer klaar’, aldus de SGM student. Ook hij haalde de schifting en dus kon ook hij beginnen met de opleiding.
DE OPLEIDING-CHECK Bij HAN Sport en Bewegen zijn er diverse mogelijkheden om te checken of één van de drie bacheloropleidingen bij je past. Voor de opleidingen Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO), Sport- en Bewegingseducatie (SBE) en Sport, Gezondheid en Management (SGM) is De Opleiding-Check ontwikkeld. Door zo’n dertig vragen te beantwoorden, kom je erachter of de opleiding waar jij interesse in hebt wel bij jou past. Benieuwd? Kijk op www.deOpleidingCheck.nl.
DECENTRALE SELECTIE Als een opleiding zelf (een deel van de) studenten selecteert voor een lotingstudie, heet dat decentrale selectie. Opleidingen gebruiken dit onder andere om de uitval in het eerste studiejaar te verminderen. Bij zowel Sport- en Bewegingseducatie (SBE) als Sport, Gezondheid en Management (SGM) geldt zo’n decentrale selectie. Tijdens een intakedag maak je een aantal oefeningen en heb je een aantal gesprekken. Naderhand krijg je bericht of je bent toegelaten tot de loting. Als er genoeg plekken zijn, kan je vervolgens in september daadwerkelijk beginnen met de opleiding.
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 27
DE HAN IN DE ORGANISATIE VAN DE GIRO D’ITALIA
NIJMEGEN
KLEURT ROZE Het professionele wielerjaar werd onlangs afgesloten met de 109de editie van de ‘Klassieker van de vallende bladeren’ ofwel de Ronde van Lombardije. Het was een voor Nederlandse begrippen succesvol wielerjaar. Niet alleen speelden we een hoofdrol in de diverse klassiekers en maakten de geboorte mee van een nieuwe ronderenner, we waren ook getuige van een fantastisch wielerfeest in Utrecht. Vooral het laatste sprak tot de verbeelding, waarbij er met trots gesproken werd (en wordt) over het Grand Départ en hoe dit georganiseerd werd. Als inwoner van deze stad heb ik mezelf ook ondergedompeld in het evenement. Het blijft het de komende jaren ongetwijfeld op mijn netvlies staan.
Nederland heeft echter nog lang niet genoeg van de wielersport. Naast de groeiende belangstelling voor de actieve sportbeoefening, verschijnen er ook steeds meer wielerevenementen op de jaarkalender. En wederom komt een van de drie grote wielerrondes naar Nederland. La Grande Partenza vindt op vrijdag 6 mei 2016 plaats in Apeldoorn. Vervolgens worden er twee etappes verreden tussen Arnhem en Nijmegen, waarna het roze circus op dinsdag 10 mei het land verlaat naar Italië. Een driedaags Italiaans volksfeest op Gelderse bodem, welke liefhebber smult hier nou niet van?
Start Mede dankzij de inzet van de HAN en in het bijzonder van het kennisteam Sporteconomie is het de provincie Gelderland gelukt de start naar Nederland te halen. Een prachtig resultaat dat het mogelijk maakt om niet alleen de provincie Gelderland, maar ook steden als Apeldoorn, Nijmegen en Arnhem, de HAN en natuurlijk HAN Sport en Bewegen op de kaart te zetten. De invloed van het kennisteam binnen de besluitvorming was goed zichtbaar; zo lag er bijvoorbeeld het advies om al op vrijdag te starten met de tijdrit en niet op de gebruikelijke zaterdag. Het argument hiervoor was natuurlijk van economische aard. Zodra het nieuws rondom de toewijzing bekend werd, ontstonden er binnen Sport en Bewegen diverse plannen om het aanstaande wielerfeest vorm te geven. Docenten werd bijvoorbeeld
28 Sport en Bewegen
gevraagd ideeën in te brengen hoe het instituut ‘in the picture’ te zetten. Uiteindelijk resulteerde dit in een aantal aantrekkelijke en uitdagende ideeën die mogelijk in de komende periode verder uitgerold gaan worden. Een van de projecten is het organiseren van een collegetour over negen verschillende locaties in Gelderland waar de HAN en de Radboud Universiteit kennis en inzichten rondom de fiets in aantrekkelijke colleges naar de wijken gaan brengen.
Economische effecten Deze collegetour, een idee van docent & onderzoeker Jelle Schoemaker, is opgepakt door de provincie. Daarnaast is er een projectgroep van zeven derdejaars ALO studenten (Marjolein Nooteboom, Bart Hommes, Jacco Geuzebroek, Coen Uyterwaal, Mats Gillissen, Tobias Braam en Niels Klein Baltink) vanuit het vak Evenementenmanagement in het leven geroepen om diverse evenementen die in het teken staan van de Giro van A tot Z te organiseren. Het zijn stuk voor stuk gepassioneerde studenten/wielerliefhebbers die het als een enorme uitdaging zien hun deel van dit wielerfeest tot een grandioos succes te maken. Ze zoeken hierbij nadrukkelijk de samenwerking met allerlei partijen, waaronder Sportservice Nijmegen, Topsport Gelderland, diverse onderwijsinstellingen en (lokale) ondernemers. Studenten van de minor Sporteconomie gaan de start van de Giro op de voet volgen en
zullen onder andere onderzoek doen naar de economische effecten van dit wielersportevenement. De kans is tot slot groot dat ook andere jaarlagen binnen het instituut uiteindelijk een rol krijgen in het ‘roze’ geheel. Zo hebben binnen het vak Evenementenmanagement al een aantal SGM studenten zich aangemeld om mee te werken aan het spektakel. Uiteindelijk dragen al deze initiatieven niet alleen bij aan de promotie van het instituut, maar mogelijk ook aan het doel om doelgroepen meer in beweging te krijgen. En wie weet is Gelderland na de start de ‘gezondste’ provincie van Nederland en zijn vele provinciegenoten in aanraking gekomen met deze prachtige sport. Mocht je dus de komende tijd het idee krijgen dat het Gymnasion transformeert tot een roze bastion, dan weet je dat er ‘iets’ aankomt. Maar natuurlijk heb je al direct bij het lezen van dit stuk het tweede weekend van mei in de agenda gezet. Niet alleen om het spektakel van dichtbij te kunnen beleven, maar misschien ook wel om onze Nederlandse troeven (Dumoulin? Gesink?) een droomstart te bezorgen. En wie weet neemt een van deze twee de titel van Anna van den Breggen over als laatste Nederlandse Girowinnaar.
‘Het wordt een fantastisch wielerfeest’ Tot slot, mocht je zelf nog een idee hebben, maar vervolgens géén idee hebben hoe dit tot uitvoer te brengen, neem dan contact op met ondergetekende. Wellicht krijgt dan jouw idee ook een passend roze vervolg binnen HAN Sport & Bewegen.
Walter Leurink Docent ALO en bloktrekker Evenementenmanagement
[email protected] 06-51362899
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen | 29
WAAR LEIDEN WIJ VOOR OP 30
WAAR LEIDT HAN SPORT EN BEWEGEN VOOR OP? Sport, Gezondheid en Management (SGM)
Leraar Lichamelijke Opvoeding (ALO)
De SGM’er is een professional die werkzaam kan zijn als sportmanager, leefstijlbegeleider of als adviseur voor gezond leven en bewegen. Hij is een specialist in de werelden van sport en gezondheid.
Een docent sport en bewegen begeleidt leerlingen in verschillende onderwijscontexten. Dat doet hij op wetenschappelijke onderbouwde wijze en heeft daarbij ook aandacht voor een gezonde leefstijl en voor talentontwikkeling in de breedste zin van het woord.
Sport- en Bewegingseducatie (SBE)
Masteropleiding
De SBE’er ontwikkelt en begeleidt sport- en bewegingsactiviteiten die mensen in bijzondere omstandigheden helpen om beter te functioneren. Het kan gaan om mensen met een beperking, bewoners in probleemwijken, maar ook recreanten en toeristen.
De Master Sport- en Beweeginnovatie beantwoordt aan de professionaliseringsbehoefte. Het programma van deze Master is gebaseerd op het innovatieproces: van het eerste, onderzoekende begin tot het daadwerkelijk invoeren en zelfs winstgevend maken van een vernieuwing. Tijdens deze Master leert u hoe u succesvol innoveert binnen de sector sport en bewegen.
HAN SENECA biedt naast genoemde opleidingen diverse cursussen aan. - Basistraining tot leefstijlcoach
- Sportdiëtetiek
- De Voetbalindustrie
- Sportpsychologie en Mentale Training
- Economische waarde van Sport
- Testleider PPMO (o.a. voor Brandweer)
- Integraal Vitaliteit Management
- Verdieping Sportpsychologie en mentale training
- Leefstijlcoach voor fysiotherapeuten aangesloten bij ClaudicatioNet
www.han.nl/deeltijdstudies
Gijs Even Gijs Even (21) woont in Arnhem in een studentenhuis voor topsporters en is dit jaar begonnen met de studie Sport, Gezondheid en Management. Hij zit in de selectie voor het nationaal team rolstoelbasketbal. Hoezo rolstoelbasketbal? Dat is eigenlijk pas ontstaan toen ik vanwege mijn ziekte een andere sport moest zoeken. Ik heb altijd gevoetbald maar door de ziekte van Perthes is mijn heupkop zo broos geworden dat deze nog maar de grootte heeft van één derde van een normale heup. Mijn ouders zijn heel sportminded en hebben mij steeds gepusht om te blijven bewegen en sporten. Ik ben dus gaan zoeken naar een andere sport en eerst uitgekomen bij handboogschieten. Daar kon ik echter mijn energie niet in kwijt. Via atletiek, wat ik te solistisch vond, ben ik uitgekomen bij rolstoelbasketbal. En daar werd ik al snel gescout door de bond. Hoe ziet jouw dag eruit? Ik ben twee jaar geleden voor de sport verhuisd naar Arnhem, vlakbij Papendal. Dat betekent dus ook dat ik mijn vrienden en familie minder zie. Alles staat nu in het teken van de sport. Ik train met de nationale selectie mee. Dat is het hoogst haalbare niveau en dat betekent twee trainingen per dag. Het is een hele puzzel om dit te combineren met mijn studie. Daarom heb ik ook gekozen voor SGM. Zij hebben namelijk de topsportklas waarin de lessen worden aangepast aan de trainingen, anders is het echt niet te combineren. Ik rij zelf van school naar huis in mijn automaat met aangepaste stoel. In het beetje vrije tijd dat ik heb, doe ik heel weinig. Beetje relaxen, playstation, tv kijken en slapen. Wat doe je over 3 jaar? Dan heb ik SGM afgerond en ben ik een nog betere rolstoelbasketballer. Ik hoop dat ik dan in Duitsland speel. Alle Nederlandse topspelers spelen daar omdat het niveau er een stuk hoger is. Eventueel heb ik dan ook een partner, mocht dat voorbijkomen.
‘Inspanning is ontspanning’ Concept en creatie: GreatMatch Fotografie: Jasper Loeffen
Waar haal je inspiratie vandaan? Ik hou van muziek en vind het lekker om in dance of techno te verdwijnen. Maar de sport is ook een grote inspiratiebron. Ik haal daar heel veel energie uit. Een training duurt meestal twee uur maar de tijd lijkt dan stil te staan. Inspannen is ontspannen. Waar ben je het meest trots op? Dat ik binnen zo’n korte tijd zo’n succesvol rolstoelbasketballer ben geworden. Binnen vijf jaar zat ik het nationaal team. Ik ben een doorzetter, positief ingesteld. Mijn lichaam is gedurende de beginjaren van mijn aandoening sterk afgetakeld en ik ben nog steeds uit die put aan het komen. Toch kan ik het niet hebben als andere mensen verdrietig of zielig zijn. Ik wil ze dan oppeppen. Ik denk dat ik een goede mental coach zou kunnen zijn.