De ziekte van Alzheimer. Afstudeer onderzoeksverslag. Anne Simons RO4
Afstudeer onderzoeksverslag. Student: Studierichting:
Anne Simons. Ruimtelijk ontwerp. Interieur architectuur.
Docenten:
Gerrit Schilder, Jeroen Baars.
Onderwerp: Onderzoeksvraag:
De ziekte van Alzheimer. Hoe kan de ruimte een positieve invloed hebben op mensen met de ziekte van Alzheimer?
Datum:
18 mei 2013. 1
2
Proloog. Een demente mevrouw loopt ‘s ochtends door de gangen van de zorginstelling. Zij klampt iedereen aan om te vragen waar ze is, hoe laat het is, waar ze naar toe moet, wat ze moet doen enzovoort. De verzorgers zijn druk en iedereen probeert haar snel gerust te stellen. Dit lukt niet, ze blijft maar dolen en vragen. Haar angst draait uit tot paniek, een existentiële angst. Op het toppunt van haar angst, moet ze opeens aan haar moeder denken. Nu gebeurt er iets in haar hoofd: de angst is over en ze weet wat ze wil, naar haar moeder toe! Ze zet de pas erin en loopt de groene tekens van de uitgang achterna. Ze wil de voordeur uit en dan wordt ze tegen gehouden... De angst begint opnieuw... Ze vecht voor haar leven, ze scheldt, ze bijt en slaat.
bron: ISAO
3
Inhoudsopgave.
4
Onderzoeksvraag. Inleiding.
p. 6 p. 7
Alzheimer of een andere vorm van dementie? Wat is Alzheimer? Verschillende stadia.
p. 9 p. 9 p. 10 t/m 11
De wondere wereld van dementie. Principe 1 Principe 2 Principe 3 Principe 4 Principe 5 Principe 6 Principe 7 Principe 8
p. 12 t/m 21 p. 12 t/m 13 p. 14 t/m 15 p. 16 t/m 17 p. 18 p. 19 p. 20 p. 21 p. 21
Woordweb Alzheimer. Woordweb dementerenden. Oneindige gangen.
p. 22 t/m 23 p. 24 t/m 25 p. 26 t/m 27
Onderzoeksschetsen deel 1.
p. 28 t/m 37
The perfect floor plan Le Corbusier, Museum of Western art Tokyo. Sanaa, Glass pavillion, the Toledo Museum of Art. Aldo van Eyck, Sonsbeek Paviljoen. Sanaa, 21st Museum of Contemporary Art Kanazawa.
p. 38 t/m 43
Conclusie.
p. 70 t/m 71
p. 38
Bronnenlijst.
p. 72 t/m 73
Onderzoeksschetsen deel 2.
p. 44 t/m 45
Sonsbeek paviljoen versus 21st Century Museum of Contemporary Art.
p. 46 t/m 49
Onderzoeksschetsen deel 3.
p. 50 t/m 53
Terug naar vroeger.
p. 54 t/m 55
Simeonshof te Erp.
p. 56 t/m 63
Herkenbaarheid.
p. 64 t/m 67
Onschuldige prikkels.
p. 68 t/m 69
p. 39 p. 40 t/m 41 p. 42t/m 42
5
Hoe kan de ruimte een positieve invloed hebben op mensen met de ziekte van Alzheimer?
6
Inleiding. Dit is mijn afstudeer onderzoeksverslag over de ziekte van Alzheimer. De hoofdvraag die ik mezelf heb gesteld is: Hoe kan de ruimte een positieve invloed hebben op mensen met de ziekte van Alzheimer? Allereerst leg ik uit wat het verschil is tussen de ziekte van Alzheimer en dementie. Daarna vertel ik wat de ziekte van Alzheimer is en hoe de ziekte zich manifesteert. De bron die ik hiervoor heb gebruikt is het ISAO (Internationale Stichting Alzheimer Onderzoek). Vervolgens beschrijf ik een aantal elementen uit de studie die sociaal geriater Anneke van der Plaats heeft gedaan. Zij heeft onderzoek gedaan naar de werking van de hersenen en deze toegepast op dementie. De bron die ik voor deze informatie heb gebruikt is het werk: “De wondere wereld van dementie”. Daarna volgt er een onderzoeksproces waarin ik aan het onderzoeken ben hoe de ruimte een positieve invloed kan hebben aan de hand van de gegevens van sociaal geriater Anneke van der Plaats.
7
8
bron: www.dementie-alzheimer.nl
Alzheimer of een andere vorm van dementie? Er zijn verschillende vormen van dementie. In Nederland zijn momenteel 250.000 dementerenden. Van hen lijdt ongeveer 70 % aan de ziekte van Alzheimer. Andere mogelijke oorzaken van dementie zijn hersenletsel, een hersentumor, een stofwisselingsstoornis, bijwerkingen van medicijngebruik, verkeerde voeding, een slecht werkende schildklier of andere ziekten zoals de ziekte van Parkinson. Dementie kan dus het gevolg zijn van verschillende aandoeningen of stoornissen.
Wat is Alzheimer? De ziekte is genoemd naar de Duitse neuroloog Alois Alzheimer, die in het begin van de twintigste eeuw kenmerkende veranderingen ontdekte in het hersenweefsel van mensen die aan dementie waren overleden. De ziekte is een ongeneeslijke hersenziekte waarbij de cellen in sommige delen van de hersenen ophouden te functioneren en afsterven. Hierdoor ontstaat dementie.
De ziekte van Alzheimer treft voornamelijk mensen van boven de vijfenzestig jaar. Nederland telt momenteel ruim 2,5 miljoen mensen van vijfenzestig jaar of ouder. Dat is ruim 15,3 % van de totale bevolking. Naar verwachting zal het aantal personen boven de vijfenzestig jaar de komende twintig jaar door de toenemende vergrijzing flink stijgen. Hierdoor zal ook het aantal gevallen van dementie stijgen. De ziekte uit zich vaak eerst ‘onschuldig’ met een lichte vorm van geheugenverlies en een afnemend reactievermogen. Deze symptomen lijken op ‘gewone’ ouderdomsverschijnselen. Maar het geheugenverlies dat bij de ziekte van Alzheimer optreedt, is veel heviger en neemt sneller toe. De ziekte van Alzheimer is onomkeerbaar. Ondanks uitgebreid wetenschappelijk onderzoek zijn oorzaak en behandelmethoden voor genezing nog onbekend. De belangrijkste symptomen zijn vergeetachtigheid, veranderingen in de persoonlijkheid, desoriëntatie en verlies van spraak. Als iemand de ziekte heeft betekend het niet dat diegene snel komt te overlijden, maar onderzoek heeft wel uitgewezen dat de levensverwachting van mensen met de ziekte van Alzheimer korter is dan die van gezonde mensen. bron: ISAO
9
Verschillende stadia. De duur van de ziekte van Alzheimer is gemiddeld zeven jaar. Het tempo waarin de ziekte zich ontwikkelt, verschilt per patiënt. Voor de een kan dit twee en voor de ander vijftien jaar zijn. Hoewel de ziekte zich bij iedere patiënt anders manifesteert, zijn er duidelijk drie stadia te onderscheiden.
10
Het eerste stadium: geheugenverlies.
Het derde stadium: volledige afhankelijkheid.
Belangrijke symptomen in dit stadium zijn vergeetachtigheid, verandering van persoonlijkheid, desoriëntatie, en vermindering van het reactievermogen. Dit zijn de eerste kenmerken die kunnen duiden op de ziekte van Alzheimer. Ook wordt de patiënten minder spontaan, en lusteloos. In dit stadium van de ziekte kunnen de Alzheimer patiënten nog enigszins zelfstandig handelingen verrichten. Maar hun spraak en geheugen gaan nu snel achteruit, als ze halverwege hun verhaal zijn vergeten ze vaak wat ze willen zeggen. Waardoor ze toch al veel begeleiding nodig hebben. De patiënten ontkennen dikwijls hun afnemende geheugen, maar zodra zij zich hier bewust van worden, treedt irritatie, onrust en depressiviteit op.
Dit is het laatste stadium van de ziekte van Alzheimer. De patiënten zijn volledig afhankelijk van anderen en hebben 24 uur per dag verzorging nodig. Belangrijke symptomen in dit stadium zijn slaapstoornissen, slaapwandelen, hallucinaties en verlies van de controle over de ontlasting. Door het verlies van de controle over het lichaam verliezen de patiënten ook het vermogen om te kauwen en te slikken en zijn ze vatbaarder voor longontsteking en andere infecties. Een aantal patiënten in dit stadium zijn bedlegerig, hierbij verloopt de ademhaling uiterst moeizaam. Uiteindelijk leidt dit alles tot een onvermijdelijke dood.
Het tweede stadium: geestelijke invaliditeit. Het is nu duidelijk te merken dat de Alzheimer patiënt niet goed meer kan functioneren in het dagelijks leven. Het kortetermijngeheugen functioneert matig, terwijl oude herinneringen uit een ver verleden juist heel duidelijk in het geheugen staan. Ze vergeten de tijd, de dag van de week of het seizoen. Ze kunnen zelf woorden gaan verzinnen en ze hebben moeite met het herkennen van familieleden en vrienden.
De ziekte kan pas officieel vastgesteld worden als de patiënt is overleden door middel van een autopsie op de hersenen. Als de patiënt nog in leven is kan alleen een grondig medisch onderzoek duidelijkheid brengen, maar dit is echter niet 100% betrouwbaar.
bron: ISAO
11
De wondere wereld van dementie.
Principe 1: Er is een indeling van hersenen naar 4 niveaus en bijhorende functies.
Anneke van der Plaats is sociaal geriater, docent en consulent voor het CCE Utrecht en Noord-Holland. Zij heeft studie gedaan naar de werking van de hersenen en deze kennis toegepast op de dementie. Het is opvallend dat bij de verschillende vormen van dementie meer overeenkomsten dan verschillen zijn. Overal spelen dezelfde principes een grote rol.
Het eerste en meest simpele niveau in de hersenen is het niveau van ongerichte bewegingen en enkelvoudige prikkelingen. Op dit niveau kunnen vaak neurologische stoornissen ontstaan. Dit zijn bijvoorbeeld verlammingen, het niet onder controle hebben van de reflexen, en het wel of niet voelen van een aanrakingsprikkel.
- Principe 1: Er is een indeling van hersenen naar 4 niveaus en bijhorende functies. - Principe 2: Een dementerende is afhankelijk van zijn omgeving. - Principe 3: Bij dementerenden is het doseren van prikkels belangrijk. - Principe 4: Het is ongunstig om dementerenden te laten falen. - Principe 5: Het geheugen bestaat uit plaatjes. - Principe 6: Externe prikkels kunnen bij dementerenden doelgerichte bewegingen bevorderen. - Principe 7: Dementerenden kunnen impulsen, emoties en stemmingen niet meer bedwingen. - Principe 8: Dementerenden hebben minder behoefte aan slaap en meer behoefte aan dutten en veel licht overdag.
Op het tweede niveau worden veel prikkels samengevoegd tot bijvoorbeeld het coördineren van handelingen, het vormen van een beeld van wat iemand ziet, hoort en voelt. Op dit niveau ontstaan stoornissen zoals apraxie1, gnostische stoornissen2 en geheugen stoornissen. Een belangrijke taak op dit niveau is het organiseren en ordenen van prikkelingen om een beeld te krijgen van de situatie. Als dit niet lukt ontstaat er chaos in het hoofd.
12
Apraxie: Het onvermogen om complexe handelingen uit te voeren. De oorzaak van het probleem is het onvermogen om verschillende spierbewegingen in de juiste volgorde te laten verlopen. 1
Gnostische stoornissen: De zintuiglijke waarnemingen worden vertraagd, onvolledig of onjuist opgenomen en/of verwerkt als gevolg van een letsel in de hersenen. 2
Op het derde niveau komen de emoties die bij binnenkomende prikkelingen horen naar boven. De betrokkene is zichzelf bewust van wat hij voelt en hij kan bedenken wat hij met die emoties gaat doen: ze uiten, binnen houden, netjes reageren etc. Op dit niveau heeft de betrokkene een keus. Op het vierde niveau komen allerlei hersenfuncties samen. De betrokkene kan bewust keuzes maken, motivatie, verantwoordelijkheden nemen, inzicht krijgen, aanpassen aan bepaalde situaties, dingen aanvoelen, besef hebben van tijd, kritiek kunnen geven en verdragen, plannen en organiseren, verantwoordelijkheidsgevoel, behoeftes uit kunnen stellen etc. Bij aantasting of een ontwikkellingsstoornis op dit niveau ontstaan psychiatrische stoornissen en de zogenaamde karakterveranderingen. De niveaus worden achtereenvolgend ontwikkeld. Niveau 1 begint in het baby brein, de ingewikkelde functies van niveau 4 zijn pas na het 21e jaar klaar.
De functies op niveau 1 hebben een duidelijke plek in de hersenen. De functies van niveau 2 beslaan bepaalde gebieden in de hersenen. Op niveau 3 en 4 zijn zoveel functies dat er overal verbindingen binnen de gehele hersenen liggen. Dit betekend dat bij vrijwel iedere hersenbeschadiging, ook bij dementie, deze niveaus worden aangetast. Veel handelingen worden hierdoor onbewust en impulsief. De emotionele angst word sterker, en word sneller omgezet in agressie. Men word egocentrischer en verliest zelfinzicht. Ook wordt men overgevoelig voor kritiek en stress. Iemand met een hersenbeschadiging kan zijn hersenen niet meer sturen en gaat reageren op niveau 1 en 2. Dit betekend dat we demente mensen niet mogen beoordelen zoals wij dat bij ‘gewone’ mensen doen. We kunnen hen hun gedrag niet kwalijk nemen.
bron: De wondere wereld van dementie, Anneke van der Plaats.
13
Principe 2: Een dementerende is afhankelijk van zijn omgeving. De mevrouw uit de proloog loopt in het spitsuur over de gangen van een zorg instelling. Ze weet niet wat ze moet doen en waar ze is. Ze wordt steeds angstiger, en daarom wil ze naar huis, naar haar moeder, veilig en vertrouwd. Door die gedachte verdwijnt de chaos in haar hoofd en loopt ze naar de uitgang. Daar wordt ze tegen gehouden, en ze begint te vechten.
In een gunstige omgeving zie je minder ziekteverschijnselen dan in een ongunstige omgeving.
Op dit moment zijn er veel ziekteverschijnselen in de vorm van gedragsproblemen zichtbaar, en de mevrouw lijkt flink dement. Een half uur later zit deze zelfde mevrouw bij de activiteiten begeleiding, ze is nu rustig en zit gezellig te praten. Nu zijn er nauwelijks ziekteverschijnselen zichtbaar. De verplegers zouden haar nu licht dement inschatten. Dat er zoveel verschil zit tussen de ziekteverschijnselen komt door de omgeving. De omgeving was eerst ongunstig, daarna gunstig. In een gunstige omgeving zie je minder ziekteverschijnselen dan in een ongunstige omgeving.
14
Ziekteverschijnselen zijn uiterlijke tekenen van de ziekte die binnenin zit. Maar ze kunnen ook veroorzaakt en versterkt worden door stress. En de oorzaak van stress zit vaak in de omgeving, deze is dan ongunstig. Wat is de omgeving? Dat zijn de naasten, de verzorgenden en verplegers, en de letterlijke omgeving, het gebouw en de inrichting.
- In de omgeving mag de patiënt geen dwang of overmacht voelen. Dit gebeurt al als de dementerende zich ondergeschikt, gecommandeerd of overvraagd voelt.
Alzheimer en dementie is medisch nog niet te genezen, de enige mogelijkheid tot verlichting is omgevingszorg. Omgevingszorg is het zorgen voor een gunstige omgeving, dit vermindert de gedragsproblemen en dat biedt de dementerenden een prettiger leven, wat de taak van de verzorgende verlicht.
- Het personeel, de verzorgende en de verplegende, moeten gunstig aanvoelen. Ze zijn ongunstig als ze bijvoorbeeld te gehaast en te druk in de weer zijn.
Een gunstige omgeving bestaat uit een aantal voorwaarden. De belangrijkste zijn: - Een veilige omgeving. Deze moet geborgenheid en prettige sfeer uitstralen.
- De omgeving moet de juiste prikkel op het juiste moment geven. De tafel moet bijvoorbeeld alleen gedekt zijn tijdens etenstijd zodat de patiënt niet in de war raakt.
- Veel gebaren gebruiken. Woorden zijn vaak moeilijk omdat deze vaak vergeten worden. Het is belangrijk om deze te ondersteunen met gebaren. - Een parkachtige omgeving. Wandelen in de natuur, of door een parkachtige omgeving is zeer gunstig voor de patiënten.
- Een herkenbare omgeving. De inrichting moet enigszins ouderwets zijn. bron: De wondere wereld van dementie, Anneke van der Plaats.
15
Principe 3: Bij dementerenden is het doseren van prikkels belangrijk. De beschadigde hersenen van een dementerende werken langzaam. Ze hebben moeite om verschillende prikkels tegelijkertijd te verwerken en herkennen niet meer alles uit hun omgeving. Ook zijn er op de afdelingen vaak teveel prikkels. Personeel dat veel heen en weer loopt, er word naar elkaar geroepen, de telefoon en piepers die af gaan, de radio die aan staat etc. Doordat er teveel prikkels zijn kan de dementerende zich niet meer concentreren en niet meer bijhouden wat er op de afdeling gebeurt. Er kunnen ook te weinig prikkels op de afdeling zijn omdat stilstaande prikkels vaak niet meer worden opgevangen. Als er bijvoorbeeld niemand anders aanwezig is in de huiskamer gaat de bewoner zelf prikkels produceren door over de tafel te wrijven, aan de armen voelen of af en toe roepen. Er zijn 3 soorten dementerenden, elk met hun eigen behoeften en benodigde prikkels.
16
De zen-dementerenden. Deze dementerenden zijn de gehele dag vrijwel bewegingsloos, als het ware zitten ze te zitten. Het lijkt alsof ze slapen, maar dat is niet zo, ze hebben alleen hun ogen dicht om zichzelf af te sluiten voor alle prikkels van buitenaf. Deze dementerenden hebben behoefte aan weinig prikkels en rustige muziek in een stille omgeving.
De dolers. Voor de dolers zijn te weinig prikkels juist funest, zij worden daar onrustig van. Als er geen geluids- of bewegings- prikkels zijn hebben deze dementerenden het gevoel dat ze niet bestaan. In de huiskamer kunnen vaak teveel prikkels zijn waardoor ze onrustig worden en de gang op lopen op “jacht” naar de juiste prikkels, daar zijn vaak te weinig prikkels waardoor ze weer terug lopen, met als gevolg dat ze de hele dat op en neer lopen. Deze dementerenden hebben behoefte aan “onschuldige” prikkels, dit is bijvoorbeeld rustige muziek en films, vloeistof dia’s, discobollen etc.
De evenwichtszoekers. Alle dolers gaan op den duur een keer vallen, waardoor ze niet meer kunnen lopen en in een rolstoel terecht komen. Deze dementerenden zijn de evenwichtszoekers. Zij hebben nog steeds de behoefte aan prikkels, maar omdat ze zelf niet meer op zoek kunnen gaan, gaan zij deze zelf produceren. Dit doen ze door de roepen, wriemelen en kloppen. Vooral het hard roepen geeft de benodigde trillingen van binnen dat een verslavende werking heeft. Deze dementerende hebben ook behoefte aan de “onschuldige prikkels”.
Het moet beschikken over verschillende zitgelegenheden waar ze als het ware naartoe getrokken worden en een tijdje gaan zitten. Hun benen krijgen dan even rust waardoor de kans kleiner is dat ze gaan vallen. Een goed loopcircuit of een looproute is altijd nodig, ook bij kleinschalige woongroepen.
Het is belangrijk dat er binnen de verzorg- en verpleeghuizen interessante en uitnodigende prikkels aangeboden kunnen worden aan de patiënten. Een voorbeeld hiervan zijn stomme films, met langzame trage beelden uit het verleden. Deze stomme films maken gebruik van non-verbale communicatie die beter word begrepen dan taal. Om te voorkomen dat de dolers gaan vallen is het verstandig om een belevingsgericht loopcircuit te ontwerpen. Dit circuit moet er aantrekkelijk en uitnodigend uitzien met prettige hoekjes. Deze hoekjes bestaan bijvoorbeeld uit een filmhoek, een dia-hoek, een snoezelhoek en een muziekhoek. bron: De wondere wereld van dementie, Anneke van der Plaats.
17
Principe 4: Het is ongunstig dementerenden te laten falen.
“Ik ben niet gek, maar jullie!”
Probleemgedrag begint vaak met een faal-gevoel. Dit gevoel wordt veroorzaakt door het personeel of de familie. “Gezonde” mensen kunnen zich beter aanpassen wanneer ze inzien dat ze iets niet goed hebben gedaan. Demente hersenen kunnen dat niet meer, ze kunnen zich niet meer inleven en zijn niet meer flexibel. Zij kunnen hier alleen maar tegenin gaan en worden boos of gaan schelden. Zogenaamde test vragen zoals “wat heb je tussen de middag gegeten?” of “welke dag is het vandaag?” maken de dementerende alleen maar boos omdat hij of zij het antwoord niet weet, met als resultaat: “Ik ben niet gek, maar jullie!”. Hoe meer ze het gevoel hebben dat ze falen, hoe erger de reactie wordt. De beste manier is de dementerende het zelf laten ontdekken. Ze zijn vaak pas echt overtuigd als ze het zelf eerst meemaken, horen of zien. Bijvoorbeeld: Als een dementerende in paniek raakt omdat er nog boodschappen gedaan moeten worden, kan de verzorgende het kastje laten zien waar nog voorraad staat, zodat de dementerende zelf ontdekt dat het niet nodig is, en weer rustiger word.
18
Principe 5: Het geheugen bestaat uit plaatjes. Alles wat je verteld, of waaraan je terug denkt zie je voor je. Herinneringen worden opgeslagen in beelden of plaatjes. Omdat wij iedere dag nieuwe dingen mee maken komen hier weer iedere dag nieuwe plaatjes bij. Ons geheugen is nooit vol, er kunnen altijd nieuwe dingen bij. Behalve als we teveel informatie in een te korte tijd moeten verwerken. Bij dementie is dit anders. Vanaf het punt dat dementie begint worden er geen nieuwe plaatjes en beelden meer opgeslagen in het geheugen. Het begin stadium van dementie is niet zozeer dat alles word vergeten, maar ook dat er geen nieuwe informatie meer word opgeslagen. De bestaande plaatjes vervagen en gaan verloren. Allereerst de plaatjes van de afgelopen 10 jaar, gevolgd door die van de laatste 20 jaar, dan die van 30 jaar etc. Uiteindelijk blijven steeds oudere plaatjes bestaan. Een dementerende van 80 jaar heeft dus een heel ander beeld bij een radio dan de werkelijkheid. Dus als aan diegene gevraagd word: “Wil je de radio even aanzetten?” Kan deze persoon de radio niet vinden. Het is dus van groot belang om de omgeving in te richten met herkenbare ouderwetse en traditionele voorwerpen.
Bepaalde bewegingen kunnen ook een beeld oproepen. Als de verzorgende bijvoorbeeld een onverwachtse beweging maakt tijdens het wassen kan de dementerende opeens angstig of kwaad worden. Dit kan komen omdat zij vroeger op school weleens een tik met de liniaal van de leraar kreeg als zij niet goed haar best deed. Dit word onbegrepen gedrag genoemd. Het is niet persoonlijk gericht tegen de naasten of verzorgende.
bron: De wondere wereld van dementie, Anneke van der Plaats.
19
Principe 6: Externe prikkels kunnen bij dementerenden doelgerichte bewegingen bevorderen. Hoe verder de patiënten aan het dementeren zijn, hoe minder ze kunnen. Als ze gevraagd wordt: “Doe uw armen eens omhoog”, dan is de kans groot dat er niets gebeurd. Dit komt omdat het maken van doelgerichte bewegingen in de hersenen op niveau 4 gebeurd. Maar de patiënt zit op niveau 1 of 2, deze bewegingen zijn intuïtief, spontaan en reflexmatig. Dus als de verzorgende of de naasten gaan zingen: “Hiep hiep hoera!” dan gaan de armen wel omhoog. Er zijn dus externe non-verbale prikkels nodig om ervoor de zorgen dat de dementerende de juiste bewegingen maakt. Het uitvoeren van opdrachten is voor de dementerende een van de moeilijkste dingen. Ze weten niet waar ze moeten beginnen en hoe een beweging uitgevoerd moet worden, dit roept weer op tot falen, negatief en onrustig gedrag.
Prikkels die doelgerichte bewegingen van niveau 2 uitlokken zijn bijvoorbeeld: - Muziek en liedjes zorgen voor automatische spontane bewegingen. - Humor, grapjes stellen de dementerende op het gemak waardoor een actie gemakkelijker gaat. - Ritme, één, twee, drie... - Kinderen en dieren wekken ook veel spontane bewegingen op. - Het na-apen, verzorgende of naasten moet ergens mee beginnen en daarna meehelpen. - Emoties, zoals boosheid, angst en vreugde, roepen ook spontane bewegingen op. Je kunt spontaan een knuffel krijgen, of je wordt reflexmatig ineens geslagen.
20
Principe 7: Dementerenden kunnen impulsen, emoties en stemmingen niet meer bedwingen.
Principe 8: Dementerenden hebben minder behoefte aan slaap en meer behoefte aan dutten en veel licht overdag.
Impulsen zijn onweerstaanbare prikkels. Wij “gezonde” mensen kunnen deze bedwingen, bijvoorbeeld geen boer of scheet laten waar andere mensen bij zijn. Maar er hoeft maar een adertje in onze hersenen te knappen en al onze nette manieren zijn verloren. Dementerenden hebben vaak ook last om sterke emoties te bedwingen, een verkeerd woord en ze gaan van lief naar boos, en een goed gebaar en ze zijn weer blij.
Ouderen hebben minder behoefte aan slaap. De zogenaamde r.e.m. slaap of droomslaap van 4 tot 6 uur is voldoende. Overdag moet er voldoende mogelijkheid zijn voor de dementerende om te dutten. Vooral na het middageten vinden dementerenden dit prettig. Uit recent onderzoek blijkt dat de dementerende overdag veel te weinig licht krijgen. Een “zee” van licht is het beste. Helderwitte plafonds waarop sterke lampen schijnen zodat het licht weerkaatst. ‘s Avonds moet het wel schemeren met dichte gordijnen, schemerlampjes en bijvoorbeeld een open haard zodat het naar bed gaan vergemakkelijkt.
bron: De wondere wereld van dementie, Anneke van der Plaats.
21
Woordweb Alzheimer. Uit het werk “De wondere wereld van dementie” heb ik de belangrijkste punten gehaald die voor mijn onderzoek het meest van belang zijn, en hier een woordweb van gemaakt. Wat mij opvalt is dat de omgeving ongelofelijk veel invloed heeft op het ziektebeeld van de patiënt. Zodra de omgeving ongunstig is, met teveel ongunstige prikkels, kan de patiënt onrustig, depressief en agressief worden. Als de omgeving gunstig is, met gunstige prikkels, dan is de patiënt rustiger, meegaander en lijkt de patiënt ook veel minder dement. Het is dus van belang dat er rekening word gehouden met de behoefte van de patiënten. Iedere patiënt zit in een andere fase van de ziekte, ze hebben dus allemaal behoefte aan een verschillende hoeveelheid prikkels. De ruimte moet hierop kunnen inspelen.
22
23
Woordweb dementerenden. Er zijn drie soorten dementerenden, de zen-dementerende, de evenwichtszoeker en de doler. De zen-dementerende heeft baat bij een stille omgeving, de evenwichtszoeker functioneert het beste in een semi actieve omgeving, en de doler functioneert het beste in een prikkelende omgeving. De ruimte moet voldoen aan de behoefte van de verschillende soorten dementerenden. Een belevingsgericht loopcircuit is van groot belang omdat de patiënt het idee heeft dat ze op de gangen “even weg” zijn omdat ze buiten de woon en slaapkamers komen. Ze vinden hier hun afleiding en de benodigde prikkels. Onrustige patiënten worden weer rustig.
24
25
Oneindige gangen. De zen-dementerende, de evenwichtszoeker en de doler hebben alle drie behoefte aan andere prikkels. De zen-dementerende heeft baat bij een stille omgeving met rustige muziek waar hij of zij rustig met haar ogen dicht kan gaan zitten luisteren.
Deze verschillende onschuldige prikkels vinden grotendeels plaats op het belevingsgericht loopcircuit. Dit loopcircuit loop door de verschillende afdelingen en eromheen. Dit loopcircuit is oneindig, zodat de patiënten rond kunnen blijven lopen.
De doler heeft baat bij een prikkelende omgeving, als in de huiskamer teveel prikkels zijn gaat hij of zij de gang op omdat hij onrustig is geworden, en gaat op “jacht” naar de juiste prikkels. Als in de huiskamer te weinig prikkels zijn gaat hij of zij ook de gangen op, ook op jacht naar de juiste prikkels. De juiste prikkels zijn onschuldige prikkels. Dit zijn hoekjes of een ruimte met zitgelegenheden waar iets te zien en horen is. Bijvoorbeeld een oude film, bewegende lichten, muziek etc.
Interview met Nicole Krekelaar, Hof van Hintham te Rosmalen.
De evenwichtszoeker kan zelf niet meer op zoek gaan naar de juiste prikkels omdat hij of zij in een rolstoel zit. Als er niet voldoende prikkels zijn gaan zij vaak zelf prikkels produceren, tikken, wriemelen en roepen. Voor deze dementerenden zijn de onschuldige prikkels ook heel belangrijk.
26
Ik heb het met Nicole Krekelaar, verpleegkundige bij Hof van Hintham, over de verschillende soorten dementerenden en de oneindige gangen gehad. Zij zegt dat het heel belangrijk is dat deze gangen herkenbaar zijn voor de patiënten, dat ze weten waar ze lopen, zodat ze gemakkelijk hun weg terug kunnen vinden naar hun eigen afdeling of woongroep. Een nadeel van oneindige gangen is dat de patiënt het gevoel krijgt dat ze nooit klaar zijn met lopen, dit zorgt weer voor onrust en angst. Er moet dus altijd een “makkelijke” mogelijkheid zijn om het loopcircuit te verlaten. Ook moeten er deuren tussen de verschillende afdelingen zijn zodat de afdelingen individueel afgesloten kunnen worden als er rust nodig is.
De zen dementerede, de evenwichtszoeker en de doler.
Belevingsgericht loopcircuit met oneindige gangen.
27
Onderzoeksschetsen deel 1. Na dit alles te hebben onderzocht kom ik uit op een verpleeghuis voor mensen met de ziekte van Alzheimer gebaseerd op kleinschalig wonen met 4 woongroepen. Iedere woongroep bestaat uit 6 slaapkamers, een woonkamer met keuken en een subruimte. Als de deuren tussen de verschillende woongroepen open zijn, zijn de gangen en het loopcircuit oneindig. Als een of meerdere deuren tussen de verschillende woongroepen gesloten zijn is het loopcircuit beperkt. De bewoners kunnen dan nog wel op de woongroepen zelf circuleren. Het geheel bevat een groene kern en word omringd door een groene schil.
28
29
De vorige schets is te structuralistisch. In de volgende schetsen ben ik gaan spelen met de hoogte, woongroepen op verschillende niveau’s, verschillende routing, het loopcircuit in de lucht en de afdelingen op de begane grond, een parkachtige omgeving erin verwerken, en random geplaatste elementen op een plek. In het belevingsgericht loopcircuit moet de parkachtige omgeving centraal staan. Het circuit ontstaat niet door de manier waarop de ruimten geplaatst zijn. Maar de ruimten worden juist om het circuit geplaatst. Ik heb ondervonden dat het belangrijk is om de afdelingen gelijkvloers te houden, anders word de mogelijkheid tot circulatie beperkt omdat de patiënten niet gemakkelijk de trap of een helling nemen. Met als gevolg dat ze allemaal op hun eigen afdeling blijven.
30
31
32
33
34
35
36
37
The perfect floor plan. Voor de perfecte routing, het belevingsgericht loopcircuit, ben ik verschillende musea gaan onderzoeken met een speciaal loopcircuit.
Le Corbusier, Museum of Western art Tokyo. Routing wat is gebaseerd op stijging. Het gebouw bestaat uit één route naar boven, spiraalvormig, maar uiteindelijk moet je dezelfde weg weer terug nemen. Deze routing is niet oneindig.
bron: http://architecturalmoleskine.blogspot.nl
38
SANAA, Glass pavillion, the Toledo Museum of Art 2006. Elke ruimte is individueel omringd door glas, er ontstaan “spouwmuren/buffer zones” die de scheidingen tussen verschillende functies aangeven. De bezoeker volgt hier de stroom van de reeks verbonden “bellen.”
bron: www.toledomuseum.org
39
Aldo van Eyck, Sonsbeek Paviljoen 1965 1966 Arnhem, Kröller-Müller Museum Otterlo 2006 - heden. Het paviljoen bestaat uit 6 evenwijdig geplaatste muren, elk met een onderlinge afstand van circa 2,5 meter en een hoogte van 4 meter. De muren zijn eenvoudige betonnen bouwblokken. Het geheel wordt overdekt door een vrijwel zwevend transparant vlak. De 6 muren vormen 5 straten. Elke muur is ofwel onderbroken of door middel van halve cirkelvormen uitgebogen. Hierdoor word het interieur van het paviljoen getransformeerd tot een complex ruimtelijk systeem dat uitdrukkelijk uitnodigt tot dwalen. Ik heb het Sonsbeek Paviljoen bezocht. En toen ik er doorheen liep viel het mij op dat ik automatisch willekeurig door de ruimte heen liep. Vooral de grote halve cirkel in het midden stuurt je onbewust. De muren hebben een aantal doorgangen/openingen die niet altijd in het zicht liggen, waardoor ze uit het niets komen. Door het verrassingseffect word je aandacht er ineens naartoe getrokken waardoor je willekeurig door de ruimte gaat dwalen. Links rechts links links rechts etc. bron: www.classic.archined.nl
40
41
SANAA, 21st Museum of Contemporary Art Kanazawa 2005. Het concept van het museum: Het museum is op 2 manieren te bezoeken, betalen of niet betalen. het blauwe binnenste gedeelte is betaald, de rest is vrij toegankelijk. Het museum dient als het nieuwe ‘stadsplein’ voor de stad. Door het gebruik van glazen wanden, binnen en buiten, is het museum transparant en helder en versterkt het gevoel van ontmoeting. Ook versterkt de transparantie het bewustzijn van elkaars aanwezigheid, en een eenheid onder de bezoekers, of ze nu binnen of buiten het gebouw zijn. Door de meerdere ingangen ontstaat circulariteit en is het museum toegankelijk als een park. Dit versterkt de relatie tussen de stad en het museum. Dit museum is uniek door haar looprouting, deze routing is circulair en oneindig. Er zijn twee verschillende loopcircuits in een gebouw, als je het museum gaat bezoeken kun je een keus maken, je loopt niet dezelfde routing maar bent je wel bewust van elkaars aanwezigheid.
42
bron: www.kanazawa21.jp/en
43
Onderzoeksschetsen deel 2. Ik ga het Sonsbeek paviljoen van Aldo van Eyck, en het 21st Museum of Contemporary Art van SANAA gebruiken als referentie voor het ontwerp van het verpleeghuis en met name het belevingsgericht loopcircuit. De volgende schetsen zijn de eerste aanzetten om deze twee projecten te combineren.
44
45
Sonsbeek paviljoen versus 21st Century Museum of Contemporary Art. Het museum van SANAA is op 2 manieren te bezoeken, betalen of niet betalen. Het blauwe binnenste gedeelte, de kern, is betaald, de rest daaromheen sluitend is vrij toegankelijk. Door de meerdere ingangen ontstaat circulariteit en is het museum toegankelijk als een park. Het Sonsbeek paviljoen bestaat uit 6 evenwijdig geplaatste muren. Deze muren vormen 5 straten, elke muur is ofwel onderbroken, of d.m.v. halve cirkelvormen uitgebogen. Hierdoor word het paviljoen een complex ruimtelijk systeem dat uitdrukkelijk uitnodigt tot dwalen. Wat mij opvalt aan deze projecten is dat ze beide een ronde omsluitende vorm hebben. Daarbinnen bevatten ze verschillende vormen van verschillende afmetingen. Ondanks deze verschillende vormen en afmetingen zijn de projecten toch harmonieus. Dit komt omdat alles op elkaar is uitgelijnd.
46
47
Ook hebben ze beide een aantal hoofdgangen, sommige doorkruisen de gehele ruimte, andere deels, waardoor rust ontstaat en het geen doolhof word.
48
Het museum heeft 2 loopcircuits, 1 in de kern, het betaalde gedeelte, en 1 daaromheen in het openbare gedeelte. Het paviljoen heeft daarin tegen niet echt een loopcircuit, maar eerder een complex systeem waardoor de bezoekers door het paviljoen blijven dwalen.
49
Onderzoeksschetsen deel 3. Dit kan ik vertalen naar een verpleeghuis met 4 woongroepen, elke woongroep bestaat uit 6 patiënten met elk hun eigen slaap en badkamer, het bevat een gezamenlijke woonkamer met keuken, een bijkeuken en een ruimte voor het personeel.
50
Het geheel is omsloten door een cirkelvorm. De verschillende ruimten zijn op elkaar uitgelijnd waardoor er een aantal hoofdgangen ontstaan.
In de schil rondom de slaap en woonkamers en rondom de kern bevind zich een belevingsgericht loopcircuit.
Als de verschillende woongroepen open zijn kunnen de patiënten ook via de afdelingen circuleren.
51
Al er een of meerdere woongroepen gesloten zijn, omdat er bijvoorbeeld rust nodig is, dan kunnen de patiënten op hun eigen woongroep ook nog circuleren.
52
Naast deze circulatie is belevingsgerichtheid ook zeer belangrijk. Een parkachtige omgeving heeft een gunstige invloed op de patiënten. De buitenste schil en de binnenste kern bestaat uit deze parkachtige omgeving waarin het belevingsgericht loopcircuit plaatsvind
Cirkelvormen omringen en geven een gevoel van geborgenheid. De benodigde prikkels van het loopcircuit bevinden zich ook deels binnen deze veilige schillen van cirkels die zich ook op het circuit en op de afdelingen bevinden.
Deze tekeningen zijn een eerste aanzet voor het ontwerp van het verpleeghuis. Het uiteindelijke ontwerp heb ik uitgewerkt in het proces verslag.
53
Terug naar vroeger. Op pagina 19 bij principe 5 heb ik uitgelegd dat het geheugen uit herinneringen in beelden en plaatjes bestaat. Bij dementerenden worden geen nieuwe plaatjes meer opgeslagen. De bestaande plaatjes vervagen en gaan verloren. Allereerst de plaatjes van de afgelopen 10 jaar, gevolgd door die van de laatste 20 jaar, dan die van 30 jaar etc. Uiteindelijk blijven steeds oudere plaatjes bestaan. Het is dus van groot belang om de omgeving in te richten met herkenbare ouderwetse en traditionele voorwerpen. Deze omgeving bestaat vooral uit de woonkamer en de slaapkamers. De slaapkamers worden vaak gevuld met spullen van de patiënten zelf zodat ze zich zo veel mogelijk thuis voelen. De woonkamer is ook ingericht met zo veel mogelijk herkenbare ouderwetste en traditionele voorwerpen.
54
bron: www.cultuurgids.nl
55
Simeonshof te Erp. Tijdens mijn stage bij van aken architecten in Eindhoven heb ik meegewerkt aan het project nieuwbouw Simeonshof te Erp. Simeonshof biedt zorg en zelfstandig wonen. De bewoners ervaren Simeonshof als een huiselijke en fijne omgeving. Het biedt momenteel ruimte aan 63 patiënten en heeft plaats voor 10 mensen met dementie. De cliënten, over het algemeen senioren, wonen zo veel mogelijk zelfstandig, door de aanwezigheid van de verpleging kunnen mensen met verschillende indicaties lang in Simeonshof blijven wonen. Er zijn allerlei voorzieningen binnen Simeonshof, van een restaurant tot een kapel, van een multifunctionele ruimte tot een winkel etc. Ook zijn er een aantal woonkamers aanwezig voor de PG (psychogeriatrische) afdeling.
56
bron: van aken architecten.
57
Deze huiskamers van de PG afdelingen bestaan uit vrolijke en opvallende kleuren en hebben veel lichtinval, dit om de bewoners positief te stimuleren. Daarnaast moet er voldoende bewegingsruimte zijn om met de rolstoel en rollator gemakkelijk door de ruimte te kunnen bewegen.
58
bron: van aken architecten.
59
Iedere verdieping word gekenmerkt door een andere kleur en pictogram zodat de bewoners zich goed kunnen oriënteren in het gebouw. De verschillende pictogrammen zijn afbeeldingen van gebouwen en andere opvallende elementen uit Erp die horen bij de historie. Dit zijn het kruisbeeld, het raadhuis, de SintServatiuskerk, de verdwenen molens van Erp, de stoomzuivelfabriek St. Jozef en de stoomtram.
60
bron: van aken architecten.
61
Vervolgens heb ik van deze elementen pictogrammen gemaakt. Deze worden toegepast op de wanden in de gangen in combinatie met een afdelingsnummer. Ook worden de pictogrammen toegepast op de kopse kanten van de wanden bij de appartementen, als extra oriëntatiepunt.
62
bron: van aken architecten.
63
Herkenbaarheid. De pictogrammen van Simeonshof zorgen ervoor dat de bewoners zich goed kunnen oriënteren door het gebouw. Een nadeel van deze pictogrammen is dat ze alleen herkenbaar zijn voor bewoners die uit Erp en de omgeving komen. Ik kies ervoor om algemene pictogrammen te gebruiken. In dit geval bestaat het verpleeghuis uit 4 woongroepen. Een mogelijkheid is om de afdelingen herkenbaar te maken aan de hand van de 4 seizoenen, de lente, de zomer, de herfst en de winter. Ieder seizoen heeft een eigen pictogram, een vogel voor de lente, een vlinder voor de zomer, een egel voor de winter en een eekhoorn voor de herfst. Zodat de bewoners weten of ze bij de egel, eekhoorn vogel of vlinder moeten zijn. De woongroepen worden ingericht aan de hand van kleuren en materialen die bij het seizoen passen. Dit zijn vrolijke en opvallende kleuren om de bewoners positief te stimuleren.
64
65
lente
66
zomer
herfst
winter
www.design-seeds.com
67
Onschuldige prikkels. Op pagina 16 bij principe 3 heb ik uitgelegd dat het doseren van prikkels heel belangrijk is bij dementerenden. “Onschuldige prikkels” bieden de dementerende, en dan vooral de evenwichtszoekers en de dolers, voldoende afleiding waardoor ze hun rust vinden en niet meer onrustig zijn. Met als gevolg dat de patiënt veel minder dement lijkt. Het is belangrijk dat er binnen de verpleeghuizen interessante en uitnodigende prikkels aangeboden kunnen worden aan de patiënten. Deze prikkels bevinden zich in het belevingsgericht loopcircuit. Voorbeelden van deze onschuldige prikkels zijn: Rustige muziek. Vloeistof dia’s. Een open haard. Rustige films. Stomme films. Discoballen. Snoezel attributen. Vogel geluiden. Bewegende lichten. Parkachtige omgeving. 68
De ruimten die de onschuldige prikkels bevatten moeten eenvoudig weer prikkelarm en neutraal gemaakt kunnen worden als hier behoefte aan is.
69
De ruimte heeft een positieve invloed op mensen met de ziekte van Alzheimer.
70
Conclusie. Er zijn 3 soorten dementerenden, de zendementerende, de evenwichtszoeker en de doler. Alledrie hebben ze behoefte aan een andere hoeveelheid en andere soort prikkels, de ruimte moet hierop in kunnen spelen.
De schetsen en tekeningen in dit verslag zijn een eerste aanzet voor het ontwerp. Het uiteindelijke ontwerp voor het verpleeghuis heb ik uitgewerkt in het proces verslag.
Een belevingsgericht loopcircuit is zeer belangrijk omdat de patiënten op de gangen het gevoel hebben dat ze even weg zijn, omdat ze buiten de woon en slaapkamers komen. Op dit circuit bevinden zich onschuldige prikkels die inspelen op de behoefte van de dementerenden. Ook is het zeer belangrijk dat de omgeving herkenbaar is en veel herkenbare punten heeft. De hersenen van de dementerenden gaan als het ware terug naar de kindertijd, de omgeving moet dus hiernaar ingericht zijn. Hoe gunstiger de omgeving, hoe positiever de invloed van de ruimte, hoe minder ziekteverschijnselen er zichtbaar zijn bij de patiënt. Het zorgen voor een gunstige omgeving vermindert ook de gedragsproblemen. Dat biedt de dementerenden een prettiger leven en dat verlicht de taak van de verzorgende en verplegende. 71
Bronnenlijst. Aldo van Eyck
Sonsbeek paviljoen. http://www.classic.archined.nl (Toegang 15 - 05 - 2013)
Dr. Anneke van der Plaats
Literatuur: ‘De wondere wereld van dementie.’ Door Anneke van der Plaats en bewerkt door Bob Verbraeck.
Dr. Anneke van der Plaats
Film: ‘De wondere wereld van dementie.’ http://www.dementiefilm.nl (Toegang 15 - 05 - 2013)
ISAO
‘Internationaal Stichting Alzheimer Onderzoek’ https://www.alzheimer.nl (Toegang 15 - 05 - 2013)
ISAO
‘Internationaal Stichting Alzheimer Onderzoek’ Alzheimer informatiegids
ISAO
‘Internationaal Stichting Alzheimer Onderzoek’ Alles over dementie
Le Corbusier
Museum of Western art Tokyo. http://architecturalmoleskine.blogspot.nl (Toegang 15 - 05 - 2013)
Nicole Krekelaar
Hof van Hintam te Rosmalen, Vivent. Interview 7 - 12 - 2012
72
Sanaa
Museum: 21st Century Museum of Contemporary Art. http://www.kanazawa21.jp/en (Toegang 15 - 05 - 2013)
Sanaa
Glass pavilion, Toledo Museum of Art. http://www.toledomuseum.org (Toegang 15 - 05 - 2013)
73