studie
Ziekte van Alzheimer
Impact van de beperkingsmaatregelen op de terugbetaling van geneesmiddelen
❝ De ziekte van Alzheimer is een groot probleem voor onze volksgezondheid, niet alleen omdat er zoveel personen getroffen worden, maar ook in termen van directe en indirecte kosten voor de gezondheidszorg.
❞
De ziekte van Alzheimer is de meest verspreide vorm van dementie. Dit syndroom tast het geheugen aan, het redeneervermogen, het gedrag en het vermogen om bepaalde handelingen in het dagelijkse leven te stellen. Volgens de beschikbare statistieken zouden er in België 100.000 à 130.000 patiënten lijden aan de ziekte van Alzheimer. Deze cijfers zijn slechts een deel van de werkelijkheid, want de diagnose wordt niet bij iedereen even snel gesteld. Het gaat meestal om bejaarden (65-plussers), hoewel de ziekte soms ook begint voor 65 jaar. De ziekte zou 10% van de 65-plussers treffen, 20% van de 80-plussers en 40% van de personen ouder dan 85 jaar. Dit is dus een groot probleem voor onze volksgezondheid, niet alleen omdat er zoveel personen getroffen worden, maar ook in termen van directe en indirecte kosten voor de gezondheidszorg.
Rudy Van Tielen & Ingrid Umbach, Dienst Studies & Strategie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen
01
Analyse Het departement Studies van de Onafhankelijke Ziekenfondsen heeft, over de periode 20062012, een analyse gemaakt van de kenmerken en de consumptie van geneeskundige verzorging van 14.855 leden/patiënten die behandeld werden met geneesmiddelen die speciaal bedoeld zijn voor de ziekte van Alzheimer. De individuen die niet behandeld werden met een dergelijk geneesmiddel, werden niet opgenomen in onze studie. Algemene ‘epidemiologische’ kenmerken
ta b e l 1
Baseline populatie
Individuen met alzheimer die binnen het jaar overlijden
Incidentele gevallen
Prevalentie levende patiënten op het einde van het jaar
Prevalentie van de behandelde patiënten, per 100.000 leden
2006
340
4520
4180
214.4
2007
643
1790
5327
270.4
90.9
2008
904
1766
6189
314.2
89.6
2009
990
1806
7005
355.6
91.7
2010
1165
1819
7659
388.8
92.3
2011
1233
1727
8153
413.9
87.7
2012
1397
1427
8183
415.4
72.4
Incidentie behandelde patiënten, per 100.000 leden
Tabel 1 bevat de verschillende vastgestelde ‘stromen’ binnen de populatie, alsook een raming van de prevalentie en de incidentie, vastgesteld bij de populatie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen. Het jaar 2006 is ons uitgangspunt voor de opsporing van de prevalente gevallen. We stellen vast dat er elk jaar een binnenkomende en uitgaande stroom is van individuen met de ziekte van Alzheimer. In 2007 overschreed het aantal incidentele gevallen (de nieuwe patiënten die een behandeling tegen de ziekte van Alzheimer aanvatten) ruimschoots het aantal alzheimerpatiënten dat overleed in de loop van het jaar (1.790 vs. 643). In de loop van de jaren bleek er een evenwicht te ontstaan, al is het duidelijk dat er een gestadige stijging is van het aantal overledenen. Onlogisch is dat niet, want de populatie met Alzheimer wordt natuurlijk ouder, zoals iedereen… Het is dus geen verrassing dat de patiënt op een bepaald ogenblik overlijdt.
* Donepezil, rivastigmine, galantamine en mémantine.
De evolutie van de incidentie van de nieuwe gevallen van behandelde alzheimer is interessant, want we stellen een stijging vast van 2007 tot 2010, gevolgd door een ‘forse daling’ in 2011 en 2012. Er zijn volgens ons 2 oorzaken: 1/6/2011: wijziging van de regels voor de terugbetaling van de specifieke geneesmiddelen, bedoeld voor de behandeling van de ziekte van Alzheimer: afschaffing van de terugbetaling voor patiënten met een ernstige vorm van alzheimer 2012: versterkte controle van hoofdstuk IV in het kader van besparingsmaatregelen
2
Thuis/in een instelling Wij hebben een gedetailleerde analyse gemaakt van de populatie, naargelang de vraag of de patiënten (al dan niet) opgenomen zijn in een instelling en naargelang hun behandeling, dit om na te gaan of er verschillen waren tussen patiënten die thuis blijven wonen en patiënten in een instelling. De observatieperiode is 7 jaar. Wij bekomen aldus de onderverdeling van de individuen, die u terugvindt in tabel 2.
Onderverdeling van de individuen, naargelang ze in een instelling verblijven of niet en volgens hun behandeling (BEH) Opgenomen alz patïenten overleden in het jaar
ta b e l 2
Stopz. behandeling in het jaar
Niet meer in behandeling
Stopz. behandeling in het jaar
in behandeling
310
1137
Niet meer in behandeling
Stopz. behandeling in het jaar
Niet meer in behandeling
Niet opgenomen alzheimer patïenten Stopz. behandeling in het jaar
in behandeling
226
2507
Niet meer in behandeling
2006
200
2007
293
114
385
1405
249
198
38
281
2872
135
2008
366
260
460
1633
454
217
61
311
3056
275
2009
390
313
493
1814
689
193
94
342
3262
404
2010
468
374
496
1965
915
218
105
396
3352
534
2011
461
442
626
1948
1118
219
111
452
3338
670
2012
485
571
1179
1241
1327
224
117
1021
2564
851
Opgenomen alz patïenten overleden in het jaar
ta b e l 2
Niet opgenomen alz patïenten overleden in het jaar
Opgenomen alz païenten
140
Niet opgenomen alz patïenten overleden in het jaar
Opgenomen alz païenten
Niet opgenomen alzheimer patïenten
Stopz. behandeling in het jaar
Niet meer in behandeling
Stopz. behandeling in het jaar
in behandeling
Niet meer in behandeling
Stopz. behandeling in het jaar
Niet meer in behandeling
Stopz. behandeling in het jaar
in behandeling
Niet meer in behandeling
2006
100 %
0%
21 %
79 %
0%
100 %
0%
8%
92 %
0%
2007
72 %
28 %
19 %
69 %
12 %
84 %
16 %
9%
87 %
4%
2008
58 %
42 %
18 %
64 %
18 %
78 %
22 %
9%
84 %
8%
2009
55 %
45 %
16 %
61 %
23 %
67 %
33 %
9%
81 %
10 %
2010
56 %
44 %
15 %
58 %
27 %
67 %
33 %
9%
78 %
12 %
2011
51 %
49 %
17 %
53 %
30 %
66 %
34 %
10 %
75 %
15 %
2012
46 %
54 %
31 %
33 %
35 %
66 %
34 %
23 %
58 %
19 %
Tabel 2 vat alle beschikbare informatie samen over de verdeling van de individuen in een welbepaald jaar. Wij stellen vast dat in 2007, 87% van de individuen thuis behandeld werd, tegenover 69% in een instelling (ROB/RVT).
3
In 2010 (het jaar voorafgaand aan de wijzigingen van de wetgeving en de controle), werden respectievelijk 78% en 58% van de individuen behandeld. In 2012 bedroegen die percentages nog slechts 58% en 33%. Eind 2012 krijgen 3.805 van de 8.183 nog levende patiënten een behandeling (46,5%), terwijl het in 2010 nog ging om 5.317 op een totaal van 7.658 levende patiënten (69%). Grafiek 1 toont duidelijk de impact aan van de maatregelen op de stopzetting van de behandeling in de verschillende groepen van patiënten.
grafiek 1
Percentage van de individuen die al dan niet een behandeling krijgen, rekening houdend met hun status
Late diagnose Tabel 3 geeft de evolutie weer van de gemiddelde leeftijd van de incidentele gevallen (dit wil zeggen, de gemiddelde leeftijd van de nieuwe alzheimerpatiënten die een behandeling aanvatten).
ta b e l 3
de gemiddelde leeftijd van de nieuwe patiënten die een behandeling krijgen vanwege alzheimer
4
Jaar
Niet opgenomen alzheimer patïenten overleden in het jaar
Opgenomen alzheimer patïenten overleden in het jaar
Niet opgenomen alzheimer patïenten
Opgenomen alzheimer patïenten
2006
82.1
83.2
78.4
82.5
2007
81.4
84.6
78.8
83.0
2008
81.3
83.2
79.2
83.2
2009
83.9
84.4
78.9
83.8
2010
83.5
83.9
79.0
83.6
2011
81.3
84.7
79.6
84.0
2012
83.0
83.8
79.5
84.3
Los van de groep, waarvan de patiënt deel uitmaakt, stellen we vast dat de leeftijd de hoogte lijkt in te gaan (+1 jaar, tot zelfs +2 jaar, al naargelang de patiënt thuis verblijft of in een instelling opgenomen is).
❝ In 2012, de jaarlijkse behandeling stabiliseert met een gemiddeld bedrag van ongeveer e 700.
❞
Deze vaststelling verbaast ons, want alle specialisten van de aandoening (maar ook bepaalde verantwoordelijken van volksgezondheid) zijn voorstander van een vroegtijdige opsporing of diagnose van de ziekte. Het speelt daarbij geen rol of de patiënt al dan niet in een instelling verblijft. Over de periode 2007-2012 blijkt het in 25 à 30% van de nieuwe gevallen om patiënten te gaan, die al opgenomen zijn in een instelling.
Therapietrouw bij de behandeling Wij hebben een analyse gemaakt van de consumptie van geneesmiddelen voor de symptomatische behandeling van de ziekte van Alzheimer. Als consumptie-eenheid hebben wij ons gebaseerd op de DDD (Defined Daily Dose of dagelijkse dosis, aanbevolen door de WGO voor elke molecule, bij toediening aan een individu dat 70 kg weegt, volgens de primaire indicatie van het geneesmiddel). Tabel 4 geeft, jaar per jaar, het aantal DDD’s weer dat een individu zou kunnen slikken op basis van de verpakkingen die terugbetaald worden door het ziekenfonds. Jaarlijkse consumptie en kostprijs per jaar van de geneesmiddelen tegen alzheimer
Niet opgenomen alzheimer patïenten (= Thuis)
ta b e l 4
Opgenomen alzheimer patïenten
DDDs per persoon/jaar
Gemiddel de RIZIV uitgaven voor Alzheimer geneesmiddelen
2006
277
689.53 �
2007
335
824.92 �
2008
342
836.79 �
2009
334
823.23 �
2010
336
799.18 �
2011
348
805.85 �
2012
366
675.95 �
DDDs par individu/an
Dépenses moyennes pour les médicaments pour Alzheimer
2006
275
712.82 �
2007
335
841.29 �
2008
342
855.65 �
2009
344
847.57 �
2010
336
805.34 �
2011
350
822.76 �
2012
375
723.99 �
In de kolom van de DDD’s lezen we dat de therapietrouw zeer groot is bij alzheimerpatiënten. We stellen immers vast dat de gemiddelde consumptie, per individu, bijna gelijk is aan 365 (dagen) = een behandeling van 1 jaar. Dit is natuurlijk een goede zaak, want de patiënten worden behandeld zoals het hoort. Die hoge therapietrouw is natuurlijk te verklaren door het feit dat die specifieke geneesmiddelen alleen voorgeschreven mogen worden wanneer de zieke bijgestaan wordt door een betrouwbare mantelzorger. 5
De kolom ‘Uitgaven geneesmiddelen Alzheimer ’ toont overigens aan dat de jaarlijkse behandeling in 2012 stabiliseert met een gemiddeld bedrag van ongeveer € 700. Dankzij de komst van de generische geneesmiddelen en de grote verpakkingen, daalt de kostprijs van de behandeling.
Hoeveel kost een alzheimerpatiënt? Wij beschikken over informatie in verband met de terugbetaling van alle geneeskundige verstrekkingen, toegediend aan leden van de Onafhankelijke Ziekenfondsen, die behandeld worden vanwege Alzheimer. De tweede grafiek bevat voor de twee voornaamste groepen van onze analyse (de patiënten die thuis verzorgd worden en de patiënten in een instelling), de gemiddelde uitgaven geneeskundige verzorging voor alle terugbetaalbare verstrekkingen (artsen, ziekenhuisopname, medische beeldvorming, klinische biologie, …) (in het rood), de gemiddelde uitgaven voor alle geneesmiddelen (in het groen) en de gemiddelde uitgaven voor de geneesmiddelen die speciaal bedoeld zijn voor de behandeling van de ziekte van Alzheimer (in het paars). De blauwe lijn vertegenwoordigt het aantal patiënten in elk jaar. De gemiddelde uitgaven van het RIZIV voor patiënten die een behandeling krijgen vanwege Alzheimer.
globale gemiddelde RIZIV-uitgave, per patiënt, e 18.000 per jaar in een instelling en e 6.000 thuis. Tussen 2006 en 1012 is die kostprijs gestegen met e 4.500 per persoon, in een instelling, in vergelijking met e 1.500 thuis.
❞
6
grafiek 2
❝ In 2012 bedraagt de
Wij stellen vast dat alzheimerpatiënten in een instelling gemiddeld drie keer meer ‘kosten’ dan een thuiswonende alzheimerpatiënt. Deze vaststelling geldt voor alle bestudeerde jaren. In 2012 bedraagt de globale gemiddelde RIZIV-uitgave, per patiënt, € 18.000 per jaar in een instelling en € 6000 thuis. Tussen 2006 en 1012 is die kostprijs gestegen met € 4.500 per persoon, in een instelling, in vergelijking met € 1.500 thuis. Ondanks deze vaststelling die pleit voor een tenlasteneming thuis, blijken alzheimerpatiënten steeds vaker in een instelling te verblijven (rustoord of rust- en verzorgingstehuis). In 2006 was dat nog 36% van de patiënten, in 2012 bleek het om 50% te gaan (een stijging met 14%). Wij stellen tevens vast dat de totale uitgaven voor geneeskundige verzorging van thuiswonende patiënten mettertijd stabiliseren. Bij patiënten die in een instelling verblijven, gaan de totale uitgaven nochtans van jaar tot jaar gestadig de hoogte in. De voornaamste trigger voor dergelijke kosten in de instellingen, blijkt de toekenning te zijn van vaste bedragen aan de RVT/ROB’s. Alle andere kosten stijgen, maar in mindere mate.
De totale kostprijs van de geneeskundige verzorging van thuiswonende alzheimerpatiënten is over het algemeen overigens lager bij patiënten die behandeld worden met geneesmiddelen dan bij patiënten waarbij de behandeling stopgezet werd (verschil van 20% in 2012). De gemiddelde uitgaven voor het geheel van de terugbetaalbare geneesmiddelen, zijn stabiel in de tijd en vergelijkbaar van de ene groep tot de andere. Er is geen verschil tussen patiënten die thuis behandeld worden en patiënten die in een instelling behandeld worden. Het aantal behandelde patiënten is fors gedaald in 2012, zowel bij de thuiswonende patiënten als bij de patiënten in instellingen (zie de blauwe lijn van de grafiek).
02
Conclusie: de patiënt thuis houden
en de mantelzorgers ondersteunen Gezien de voordelen van thuisverzorging, zowel op financieel vlak als op vlak van comfort voor de patiënt, vragen de Onafhankelijke Ziekenfondsen dat de bedragen die de ziekteverzekering bespaart via de ingevoerde beperkingen in 2011 en 2012 qua terugbetaling van geneesmiddelen (geraamd op ± 5,2 miljoen euro per jaar), besteed zouden worden aan de ondersteuning van hun mantelzorgers. Dankzij hun hulp kunnen de patiënten namelijk langer in hun vertrouwde woonomgeving blijven, wat bevorderlijk is voor het goede verloop van de behandeling. De Onafhankelijke Ziekenfondsen hebben de maatregelen die deze besparingen mogelijk maakten ondersteund en beschouwen ze als gerechtvaardigd. Niettemin zijn ze van mening dat het bespaarde budget de thuisverzorging van alzheimerpatiënten mogelijk moet maken. Om de impact op lange termijn te kunnen nagaan van de beperking van de terugbetalingen van geneesmiddelen op de gezondheid van patiënten en op de evolutie van de ziekte, is meer afstand nodig. De Onafhankelijke Ziekenfondsen zullen dit aspect in de komende jaren dan ook nauw opvolgen.
Meer info! 7
❝ De Onafhankelijke Ziekenfondsen vragen dat de bedragen die de ziekteverzekering bespaart via de ingevoerde beperkingen in 2011 en 2012 qua terugbetaling van geneesmiddelen (geraamd op ± 5,2 miljoen euro per jaar), besteed zouden worden aan de ondersteuning van hun mantelzorgers.
❞
Ingrid Umbach, Expert Geneesheer •
[email protected] • Tél. : 02 778 92 82 • Gsm : 0475 97 37 58
01
St.-Huibrechtsstraat 19 - 1150 Brussel T 02 778 92 11 - F 02 778 94 04
Onze studies op www.mloz.be (©) Onafhankelijke Ziekenfondsen, October 2013 (Ondernemingsnummer 411 766 483)
De Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen groepeert: