De Wet Werk en Zekerheid in vogelvlucht NCD Avondcollege
11 Februari 2015 Loyens & Loeff N.V. Door: Edith Franssen
Plan van behandeling • • • • • • • •
Proeftijd en concurrentiebeding Aanzegplicht Oproepcontracten Ketenregeling Ragetlie-regel Uitzendarbeid Ontslag Transitievergoeding
2
Proeftijd
Art. 7:652 BW
• Geen proeftijd bij een arbeidsovereenkomst aangegaan voor 6 maanden of korter. • Bij een arbeidsovereenkomst voor langer dan 6 maanden maar korter dan 2 jaar: proeftijd van ten hoogste 1 maand. • Lid 8 sub d: Geen proeftijd in nieuwe arbeidsovereenkomst tussen dezelfde partijen. • Lid 8 sub e: Geen proeftijd in arbeidsovereenkomst met opvolgend werkgever.
3
Proeftijd
Art. 7:652 BW
• Inwerking getreden op 1 januari 2015 • Overgangsrecht: • Oude art. 7:652 blijft gelden voor arbeidsovereenkomsten die vóór 1 januari 2015 zijn aangegaan (= getekend). • Oude art. 7:652 lid 6 blijft gelden als op 1 januari 2015 een cao geldt die afwijking toestaat tot einde looptijd cao en maximaal tot 1 juli 2016.
4
Concurrentiebeding
Art. 7:653 BW
• Lid 1 sub a: Geen concurrentiebeding bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. • Lid 2: Uitzondering: als werkgever schriftelijk motiveert dat zwaarwichtige bedrijfsof dienstbelangen het noodzakelijk maken dat een concurrentiebeding wordt opgenomen. • Lid 3 sub a: Rechter kan toetsen of die zwaarwegende belangen er zijn. Zo niet: geheel of gedeeltelijk vernietigen. • Lid 3 sub b: Zelfs als zwaarwegende belangen er wèl zijn: rechter kan geheel of gedeeltelijk vernietigen als werknemer onbillijk wordt benadeeld.
5
Concurrentiebeding
Art. 7:653 BW
• Lid 4: Geen beroep op concurrentiebeding als arbeidsovereenkomst is geëindigd/niet voortgezet t.g.v. ernstig verwijt werkgever. • Lid 5: Geldig concurrentiebeding maar toch vergoeding aan werknemer tenzij ernstig verwijt aan werknemer.
6
Concurrentiebeding
Art. 7:653 BW
• Inwerking getreden op 1 januari 2015 • Overgangsrecht: • Oude art. 7:653 blijft gelden voor arbeidsovereenkomsten die vóór 1 januari 2015 zijn aangegaan (= getekend).
7
Aanzegplicht
Art. 7:668 BW
• Lid 1: Aanzegplicht (werkgever) van 1 maand voordat arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt over: o Wel of niet voortzetten o Indien wel voortzetten: voorwaarden waaronder • Lid 2: Uitzonderingen: o Einddatum is niet op kalenderdatum bepaald o Arbeidsovereenkomst is korter dan 6 maanden
8
Aanzegplicht
Art. 7:668 BW
• Lid 3: Financiële sancties (tenzij faillissement, surseance of schuldsanering): o Vergoeding van 1 maandloon als werkgever niet informeert (bij AmvB komt uitwerking loonbegrip) o Vergoeding pro rata als werkgever te laat informeert. • Lid 4: stilzwijgende voortzetting voor zelfde periode met max. 1 jaar als: o De arbeidsovereenkomst wordt voortgezet maar de werkgever niet heeft aangezegd (of in aanzegging niet de duur van voortzetting heeft aangegeven), of o Arbeidsovereenkomst voor duur project of korter dan 6 maanden zonder tegenspraak is voortgezet.
9
Aanzegplicht
Art. 7:668 BW
• Inwerking getreden op 1 januari 2015 • Overgangsrecht: Oude art. 7:668 blijft gelden voor arbeidsovereenkomsten die vóór 1 februari 2015 eindigen.
10
Oproepcontracten
Art. 7:628 BW
• Lid 1: Werknemer moet nu aantonen dat niet verrichten van arbeid voor rekening en risico van de werkgever komt. Bewijslast wordt straks in feite omgedraaid. • Lid 9: Minister SZW kan bepalen dat lid 1 niet geldt i.g.v. buitengewone omstandigheden en als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. • Lid 5: Afwijking ten nadele van de werknemer nu alleen de 1e zes maanden in individuele arbeidsovereenkomst.
11
Oproepcontracten
Art. 7:628 BW
• Lid 7: Nu na 6 maanden afwijken bij cao zonder verdere voorwaarden. Straks alleen maar als het daarin genoemde specifieke functies betreft èn de daaraan verbonden werkzaamheden incidenteel zijn en geen vaste omvang hebben. • Lid 8: Minister SZW kan op verzoek van de SvdA bepalen dat de beperkte afwijkingsmogelijkheden van leden 5-7 niet gelden voor bepaalde bedrijfstakken.
12
Oproepcontracten
Art. 7:628 BW
• Inwerkingtreding per 1 januari 2015. Calamiteitenregeling per 1 april 2016. • Overgangsrecht: • Als je nu geen cao hebt waarin afwijking van de 6-maandstermijn is geregeld mag je nu ook al slechts maximaal 6 maanden oproepcontract gebruiken. Verandert straks niet. • Oude lid 7 blijft gelden voor cao’s en daarop gebaseerde arbeidsovereenkomsten als die cao geldt op 1 januari 2015. Blijft gelden tot einde looptijd cao maar maximaal tot 1 juli 2016. • Oude lid 7 blijft ook gelden voor arbeidsovereenkomst die na 1 januari 2015 wordt gesloten als die arbeidsovereenkomst valt onder een cao die was afgesloten vóór 1 januari 2015. Nieuwe lid 7 gaat gelden na einde cao maar uiterlijk op 1 juli 2016. 13
Ketenregeling
Art. 7:668a BW
• Lid 1: Hoofdregels - Duur keten gaat van 3 naar 2 jaar; - Tussenpoos gaat van 3 naar 6 maanden; - Aantal arbeidsovereenkomsten blijft 3
14
Ketenregeling
Art. 7:668a BW
• Afwijkingsmogelijkheden van de totale duur van 2 jaar: •
Lid 5: Bij cao tot max. 4 jaar mits: - het een uitzendovereenkomst betreft of - uit de cao blijkt dat intrinsieke aard bedrijfsvoering dit vereist voor de in die cao te bepalen functies
•
Lid 7: Bij schriftelijke overeenkomst oneindig voor bestuurder rechtspersoon.
15
Ketenregeling •
Art. 7:668a BW
Afwijkingsmogelijkheden van het aantal van max. 3 arbeidsovereenkomsten: •
Lid 5: Bij cao tot max. 6 mits: - het een uitzendovereenkomst betreft of - uit de cao blijkt dat intrinsieke aard bedrijfsvoering dit vereist voor de in die cao te bepalen functies
16
Ketenregeling
Art. 7:668a BW
• Afwijkingsmogelijkheden van het hele artikel. • Lid 8: Bij cao mits: - Minister van SZW dit toestaat omdat: - Het bepaalde functies betreft en - Het voor die functies bestendig gebruik is en - Het vanwege de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering en van die functies noodzakelijk is om de arbeid uitsluitend te verrichten o.g.v. een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en - Het geen uitzendovereenkomsten betreft
17
Ketenregeling
Art. 7:668a BW
• Ketenregeling helemaal niet van toepassing op: • Lid 9: arbeidsovereenkomsten uitsluitend of overwegend omwille van de educatie indien cao dit bepaalt. • Lid 10: arbeidsovereenkomsten in de zin van art. 7.2.2. Wet Educatie Beroepsonderwijs. • Lid 11: arbeidsovereenkomst met werknemer jonger dan 18 jaar met een arbeidsovereenkomst met een gemiddelde omvang van max. 12 uur per week.
18
Ketenregeling
Art. 7:668a BW
• Inwerkingtreding per 1 juli 2015 • Overgangsrecht: • Nieuwe ketenregeling geldt voor ketens die starten op of na 1 juli 2015. • Als je op of na 1 juli 2015 tijdelijk contract sluit: opletten of het daaraan voorafgaande contract langer dan 6 maanden geleden is geëindigd. Zo nee: dan telt die laatste arbeidsovereenkomst mee in de nieuwe keten. De keten van vóór 1 juli 2015 wordt beoordeeld op basis van het oude artikel 7:668a.
19
Ketenregeling
Art. 7:668a BW
• Oude afwijkingsmogelijkheden in de cao blijven gelden als die cao op 1 juli 2015 nog geldt. Is tot einde looptijd cao maar maximaal tot 1 juli 2016. • Geldt dan ook voor op die cao gebaseerde arbeidsovereenkomsten die op 1 juli 2015 lopen of na 1 juli 2015 worden gesloten. Nieuwe recht gaat gelden na einde cao maar uiterlijk op 1 juli 2016.
20
Ragetlie-regel
Art. 7:667 BW
• Tussenpoos tussen vast en tijdelijk contract gaat van 3 naar 6 maanden. • Ook bij opvolgend werkgevers ongeacht of inzicht bestaat in bekwaamheden werknemer. • Ragetlie-regel geldt niet als: • is opgezegd zonder dat instemming van de werknemer nodig is; • is opgezegd door de curator; • de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter is ontbonden; • in geval van pensioenontslag. • Inwerkingtreding op 1 juli 2015. • Geen overgangsrecht opgenomen.
21
Uitzendarbeid
Art. 7:691 BW
• Toepasselijkheid ketenregeling: • Ketenregeling gaat lopen nadat in 26 weken is gewerkt. Kan bij CAO van afgeweken worden tot maximaal 78 weken. Kon voorheen tot in oneindige. • Aantal tijdelijke contracten wordt maximaal 6 bij cao. Was voorheen onbeperkt. • Uitzendbeding: • Geen geldig uitzendbeding meer nadat in 26 weken is gewerkt. Kan bij CAO van afgeweken worden tot maximaal 78 weken. Kon voorheen tot in oneindige.
22
Uitzendarbeid
Art. 7:691 BW
• Oproepcontract: • Kan niet meer nadat in 26 weken is gewerkt. Kan bij CAO van afgeweken worden tot maximaal 78 weken. Kon voorheen tot in oneindige. • Aanzegplicht geldt niet voor een uitzendovereenkomst.
23
Uitzendarbeid
Art. 7:691 BW
• Inwerking getreden per 1 januari 2015 • Overgangsrecht: • Oude art. 7:691 blijft gelden voor arbeidsovereenkomsten die vóór 1 januari 2015 zijn aangegaan. • Oude afwijkingsmogelijkheden in cao blijven gelden als die cao geldt op 1 januari 2015 tot einde cao maar maximaal tot 1 juli 2016. • Geldt dan ook voor op die cao gebaseerde arbeidsovereenkomsten die op 1 januari 2015 lopen of na 1 januari 2015 worden gesloten. Nieuwe recht gaat gelden na einde cao maar uiterlijk op 1 juli 2016.
24
Het nieuwe ontslagrecht: belangrijkste wijzigingen • Ontslagroute wordt voorgeschreven door ontslaggrond. • Werknemer kan instemming met opzegging of met beëindigingsovereenkomst binnen 14 dagen herroepen. • Kantonrechtersformule verdwijnt. • Kennelijk onredelijk ontslag verdwijnt. • Transitievergoeding en billijke vergoeding komen er in. • Hoger beroep mogelijk van ontbindingsbeschikking.
25
Ontslagroute wordt voorgeschreven door ontslaggrond • Verplicht naar UWV bij bedrijfseconomisch ontslag of bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. • Naar de kantonrechter in alle andere gevallen. • Verder kan werkgever eenzijdig opzeggen in sommige gevallen. • Beëindigen met wederzijds goedvinden kan ook nog steeds.
26
Vereisten aan geldige opzegging/ontbinding • Redelijke grond: limitatief genoemde redelijke gronden in art. 7:669 BW. • Herplaatsing binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing, in een andere passend functie is niet mogelijk is of ligt niet in de rede.
27
Werknemer kan instemmen met opzegging • Art. 7:671 BW • Instemming van de werknemer kan alleen schriftelijk • Werknemer mag instemming binnen 14 dagen herroepen. Uitsluiting van dit recht is nietig (lid 6) • Werkgever moet werknemer binnen 2 dagen na de instemming schriftelijk wijzen op herroepingsrecht. Sanctie: termijn wordt drie weken • Gevolg van de herroeping: Opzegging wordt geacht niet te hebben plaatsgevonden. • Eenmaal bedenktermijn per zes maanden.
28
Als werknemer niet instemt: UWV route: Art. 7:671a BW • Alleen in geval van: o bedrijfseconomisch ontslag; o langdurige ziekte (periode van 2 jaar is verstreken en aannemelijk dat binnen 26 weken geen herstel zal opstreden) • Bij CAO kan een van de werkgever onafhankelijke en onpartijdige commissie worden aangewezen die verzoeken van werkgever o.g.v. bedrijfseconomische redenen behandelt i.p.v. het UWV.
29
Als werknemer niet instemt: Kantonrechtersroute. Art. 7:671b BW • Dit kan als: o Een andere reden dan bedrijfseconomisch of langdurige ziekte of o Bij bedrijfseconomische reden of langdurige ziekte: als UWV toestemming weigert of o Bij bedrijfseconomische reden of langdurige ziekte: als er een tijdelijk contract is dat niet tussentijds kan worden opgezegd.
30
Proceduretijd bij UWV/Kantonrechter aftrekken van opzegtermijn • Proceduretijd na toestemming UWV begint als UWV volledige ontslagaanvraag heeft ontvangen en eindigt op dag van de beslissing. • Kantonrechter bepaalt einde van de arbeidsovereenkomst op het tijdstip waarop de arbeidsovereenkomst bij opzegging zou zijn geëindigd. Maar proceduretijd aftrekken. Proceduretijd bij ontbinding begint als verzoekschrift is ontvangen en eindigt op de dag van de beschikking. Bij arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd zonder tussentijds opzegbeding : kantonrechter bepaalt op welk tijdstip arbeidsovereenkomst eindigt. Ontbinding op eerder tijdstip als deze het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten werknemer (art. 7:671b lid 8 sub b BW).
31
Rechtsgeldige opzegging zonder instemming werknemer/toestemming UWV of kantonrechter • • • • • • •
Tijdens de proeftijd (art. 7:671 lid 1 sub b BW) Ontslag op staande voet (art. 7:671 lid 1 sub c BW) Huishoudelijke diensten (art. 7:671 lid 1 sub d BW) Bestuurder rechtspersoon (art. 7:671 lid 1 sub e BW) Geestelijk ambt (art. 7:671 lid 1 sub f BW) AOW leeftijd/pensioenbeding (art. 7:671 lid 1 sub g BW) Bijzonder onderwijs (art. 7:671 lid 1 sub h BW)
32
Beëindiging met wederzijds goedvinden 7:670b • Alleen schriftelijke beëindigingsovereenkomst. • Werknemer mag beëindigingsovereenkomst binnen 14 dagen ontbinden. Uitsluiting van dit recht is nietig (lid 6) • Werkgever moet het recht tot ontbinding vermelden in beëindigingsovereenkomst. Sanctie: termijn wordt 3 weken. • Eenmaal bedenktermijn per zes maanden. • Recht tot ontbinding geldt niet voor bestuurder rechtspersoon als herstel van diens arbeidsovereenkomst niet kan o.g.v. Boek 2 BW.
33
Opzegverboden • Ziekte: Tijdens de eerste twee jaar van ziekte (art. 7:670 lid 1 sub a BW) o UWV-route: Uitzondering bij niet naleving re-integratieverplichtingen (7:670a lid1) o UWV-route: Uitzondering bij bedrijfseconomisch ontslag: Maar alleen als het werk in de hele onderneming eindigt! (art. 7:670a lid 2 sub d BW) o Kantonrechters-route: Als ontbindingsverzoek geen verband houdt met de omstandigheid waar het opzegverbod op ziet, of er is sprake van omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst in het belang van de werknemer behoort te eindigen.
34
Opzegverboden • Zwangerschap en bevallingsverlof: Niet tijdens zwangerschap, tijdens bevallingsverlof en tijdens de periode tot 6 weken na afloop bevallingsverlof. • UWV-route: Uitzondering bij bedrijfseconomisch ontslag. Maar alleen als: o Bij sluiting hele onderneming of o Bij sluiting deel onderneming waarin de werknemer uitsluitend of in hoofdzaak werkzaam mits werknemer minstens 26 weken werkt op de te vervallen arbeidsplaats. o Maar: in alle gevallen nooit tijdens verlof! • Kantonrechters-route: Als ontbindingsverzoek geen verband houdt met de omstandigheid waar het opzegverbod op ziet, of er is sprake van omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst in het belang van de werknemer behoort te eindigen. 35
Opzegverboden • OR-leden/kandidaat-leden: • UWV-route: Uitzondering bij bedrijfseconomisch ontslag. Maar alleen als: o Sluiting hele onderneming of o Sluiting deel onderneming waar de werknemer uitsluitend of in hoofdzaak werkzaam is, mits de werknemer minstens 26 weken op de te vervallen arbeidsplaats werkt. • Kantonrechters-route: Als ontbindingsverzoek geen verband houdt met de omstandigheid waar het opzegverbod op ziet, of er is sprake van omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst in het belang van de werknemer behoort te eindigen.
36
Transitievergoeding • Voorwaarden o Arbeidsovereenkomst (van ten minste 2 jaar) is op initiatief van werkgever beëindigd/niet verlengd. o Arbeidsovereenkomst is door werknemer beëindigd als gevolg van ernstig verwijt aan werkgever. • Hoogte o 1/6 van het maandloon per periode van 6 maanden over de eerste 10 jaar. o 1/4 van het maandloon per periode van 6 maanden over de jaren daarna. o Voor 50+er met dienstverband van tenminste 10 jaar: ½ van het maandloon per periode van 6 maanden over de jaren na 50ste jaar, tenzij kleine werkgever (minder dan 25 werknemers). o Maximaal EUR 75.000 of één jaarsalaris als dat hoger is dan EUR 75.000 37
Transitievergoeding • Vermindering van de transitievergoeding o Als eerder in het kader van beëindiging arbeidsovereenkomst bepaalde tijd een transitievergoeding is betaald. o Bij AMvB: Kosten i.v.m. voorkomen werkloosheid werknemer of bevorderen inzetbaarheid werknemer. • Geen transitievergoeding o Als einde arbeidsovereenkomst gevolg is van ernstig verwijt aan werknemer. o Bij einde wegens bereiken AOW-gerechtigde leeftijd. o Bij werknemer jonger dan 18 met arbeidsovereenkomst voor minder dan 12 uur per week. o Beëindiging met wederzijds goedvinden (wel reflexwerking). o Bij faillissement, surseance van betaling of schuldsanering.
38
Billijke vergoeding •
Rechter kan aan werknemer billijke vergoeding toekennen bij ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, naast recht van werknemer op de transitievergoeding (art. 7:671b lid 8 sub c BW
39
Wat kan de werknemer doen tegen de opzegging? • Vernietiging inroepen of billijke vergoeding vorderen: Wanneer? o Geen instemming werknemer èn geen toestemming UWV waar deze wel vereist was o.g.v. artikel 7:671; o Wel toestemming UWV maar er is opgezegd in strijd met een opzegverbod en uitzonderingen op opzegverbod zijn niet van toepassing; o Wel toestemming UWV, maar (uitzend)werkgever heeft gehandeld in strijd met wederindiensttredingsvoorwaarde;
40
Wat kan de werknemer doen tegen de opzegging? • Herstel of billijke vergoeding vorderen: Wanneer? • Er was geen bedrijfseconomische reden of langdurige ziekte. • Werknemer in huishoudelijke diensten of bijzonder onderwijs: geen redelijke grond of geen herplaatsingsinspanningen verricht. • Bestuurder of geestelijk ambt: alleen billijke vergoeding want herstel is niet mogelijk. • Billijke vergoeding alleen bij ernstig verwijtbaar handelen/nalaten werkgever.
41
Vragen?
42
Edith Franssen Advocaat Arbeidsrecht
Senior Medewerker Edith Franssen (1965), advocaat, is lid van de praktijkgroep Loonheffingen & Arbeidsrecht. Zij is gespecialiseerd in grensoverschrijdende arbeidsrecht.
Edith is docent sociaal recht aan de Universiteit van Amsterdam.
Opleiding Nederlands recht, Universiteit van Maastricht, 1992 Europees arbeidsrecht (gepromoveerd), Universiteit van Maastricht, 2002 T: 020-5785452 / 020-5785959 M: 06-23004342 E:
[email protected]
43
Amsterdam Arnhem
Aruba Brussel Curaçao Dubai Genève Hong Kong Londen Luxemburg New York Parijs Rotterdam Singapore Tokio Zürich
www.loyensloeff.com