Deel 3
De school als schrijfpaleis
Een school die haar leerlingen kansen wil geven om hun schrijfvaardigheid ten volle te ontwikkelen, doet meer dan haar leerlingen af en toe een goede schrijftaak voorschotelen. De schrijftaken van Het Schrijfpaleis kunnen een aanzet vormen om als schoolteam na te denken over en te werken aan een schrijfvriendelijk en schrijfrijk klas- en schoolklimaat. In wat volgt, gaan we in op: - teamoverleg over schrijfvaardigheid optimaliseren - schrijftaken screenen met behulp van een kijkwijzer - schrijfkansen benutten en creëren
1 Teamoverleg over schrijfvaardigheid optimaliseren
Het is belangrijk om op teamniveau te overleggen over schrijfvaardigheid. Het doel van zo’n overleg is verschillende aspecten van schrijfvaardigheid in kaart te brengen (Wat doen we al? Waar zijn nog hiaten?) en als schoolteam concrete afspraken te maken om het schrijfvaardigheidsonderwijs stapsgewijs bij te sturen. De volgende vragen kunnen daarbij als leidraad dienen:
Hoe gaan de leerkrachten van de verschillende klassen concreet met schrijftaken om? - Hoe zit het met leerlingen samen laten schrijven? (Zie ook deel 1, p. 16.) - Wordt er ondersteuning geboden tijdens het schrijven? Hoe gebeurt dat? (Vergelijk met deel 1, p. 20.) - Geeft iedereen op dezelfde manier feedback? (Vergelijk met deel 1, p. 20.) - Schrijven de leerlingen geregeld een tweede versie? (Zie ook deel 1, p. 25.) - Hoe worden schrijftaken geïntroduceerd en afgerond? Hoe kan het hele team het schrijfplezier bij de leerlingen (nog) vergroten? (Zie ook deel 1, p. 13.) Wordt er enkel geschreven tijdens de taallessen, of wordt schrijven ook geïntegreerd in andere leergebieden, zoals wereldoriëntatie en/of muzische vorming? - Wat gebeurt er al? - Welke mogelijkheden liggen nog open? (Zie verder 3.3, p. 212.) Welke mogelijkheden zijn er om klasoverschrijdend aan schrijfvaardigheid te werken? - Wat gebeurt er al? - Welke extra mogelijkheden zijn er? (Zie verder 3.6, p. 218.) Hoe wordt de schrijfvaardigheid van de leerlingen geëvalueerd? - Ligt de nadruk voldoende op inhoud en niet teveel op vorm (o.a. spelling)? - Krijgt het schrijfproces voldoende aandacht? - Wordt er gewerkt met een portfolio? (Zie ook deel 1, p. 30.) De insteek voor het teamoverleg is steeds: hoe kunnen we er als schoolteam voor zorgen dat àlle leerlingen over zes leerjaren heen optimale kansen krijgen om hun schrijfvaardigheid te verhogen?
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
Welke schrijftaken worden er gegeven in de verschillende leerjaren? - Wat zit er in de taalmethode en wat gebeurt er daarnaast nog? - Is dat voldoende in overeenstemming met de eindtermen (zie ook deel 1, p. 14)? - Zitten er voldoende complete schrijftaken (zie ook deel 1, p. 12) bij? De onder par.2 opgenomen kijkwijzer is een hulpmiddel bij het screenen van schrijftaken.
203
2 Schrijftaken screenen met behulp van een kijkwijzer De volgende kijkwijzer voor schrijfopdrachten geeft teams of individuele leerkrachten de mogelijkheid om alle schrijftaken die ze geven - zowel eigen schrijftaken als schrijftaken uit de taalmethode - kritisch te bekijken. Zo kan een team of een individuele leerkracht minder goede schrijftaken aanpassen of vervangen door andere.
Is de schrijftaak compleet, motiverend en relevant ? Is het een complete schrijftaak, met onderwerp, doel en lezer? Onderwerp: Waarover schrijven de leerlingen? Doel: Waarom schrijven de leerlingen? Met welk doel? Lezer: Aan/voor wie schrijven de leerlingen? Zo niet, (hoe) kan je er dan een complete schrijftaak van maken?
Is het een motiverende schrijftaak? D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
204
Sluit het onderwerp aan bij de interesses van de leerlingen? Spreekt de opdracht (tekstsoort, lezer, schrijfdoel) leerlingen van die leeftijd aan? Zo niet, (hoe) kan je er dan een motiverende schrijftaak van maken?
Is het een relevante schrijftaak? Moeten de leerlingen zelf/samen een tekst(je) met een echte boodschap schrijven? (En niet: enkel op- of overschrijven, of slechts losse woorden of geïsoleerde zinnen schrijven.) Sluit de schrijftaak aan bij de eindtermen? (Zie deel 1, p. 14.) Zo niet, (hoe) kan je er dan een relevante schrijftaak van maken?
Tips om schrijftaken te verrijken Introductie
Kern Zorg voor een goede ondersteuning tijdens het schrijven: Laat de leerlingen geregeld samenwerken met een partner of partners. Loop tijdens het schrijven rond in de klas: - Observeer gericht. - Geef gedifferentieerde feedback (aangepast aan de leerling en aan de taak). - Moedig de leerlingen aan. - Besteed vooral aandacht aan de inhoud van het schrijfproduct. Laat de leerlingen geregeld twee versies schrijven: een klad- en een definitieve versie.
Afsluiting
Zorg ervoor dat de activiteit mooi afgerond wordt: Geef de schrijfproducten van de leerlingen een functie. Zorg ervoor dat ze gelezen worden. Waardeer elk schrijfproduct. Laat de leerlingen hun schrijfproduct niet nodeloos overschrijven.
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
Zorg voor een motiverende introductie, zodat je een schrijfdrang creëert bij de leerlingen: Kader de schrijfopdracht voldoende. Leg een link met het doel. Geef duidelijk aan waarom en voor wie de leerlingen zullen schrijven. Bied voldoende (inhoudelijke!) context, zodat de leerlingen ideeën hebben om snel aan de slag te kunnen gaan. Laat de leerlingen bijvoorbeeld in groepjes brainstormen over het onderwerp. Vermijd elementen die de motivatie erg afremmen, zoals: - een langdurig klassikaal gedeelte; - een sterke nadruk op het bespreken van vormelijke aspecten en/of het strak hanteren van stappenplannen.
205
3 Schrijfkansen benutten en creëren In de klas en op school doen zich veel schrijfkansen voor of kunnen schrijfkansen relatief gemakkelijk gecreëerd worden. Er zijn heel wat mogelijkheden om schrijfvaardigheid op school een volwaardige plaats te geven. In wat volgt worden de onderstaande mogelijkheden geconcretiseerd: - dagelijks schrijfkansen zien en benutten (3.2) - schrijven in andere leergebieden (3.3) - schrijven in de schrijfhoek (3.4) - schrijven naar een correspondentieklas (3.5) - klasoverschrijdend schrijven (3.6) - schrijven en ICT (3.7) Omdat schrijven in het eerste leerjaar meestal een aparte plaats inneemt, wordt dat hieronder ook apart toegelicht (3.1).
3.1 Schrijven in het eerste leerjaar Doorheen de lagere school (en ook lang daarna) leren leerlingen ‘schrijven’. In de beginfase, in het eerste leerjaar, ligt de nadruk op het technische aspect (handschrift ontwikkelen en klanken in de juiste lettertekens leren omzetten). Dit gaat meestal ten koste van de inhoud: de boodschap zelf. De leerlingen schrijven, maar denken niet na over, en begrijpen soms zelfs niet, wat ze schrijven. Bijvoorbeeld: als oefening schrijven leerlingen woordenlijstjes als ‘kaai, baai, maai’ over.
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
206
We vinden het belangrijk om ook in het eerste leerjaar al voldoende aandacht te besteden aan het schrijven als ‘een boodschap op papier zetten voor iemand anders’, hoe kort deze schrijfproducten soms ook zijn. Leerlingen moeten zich van bij het begin bewust worden en blijven van het functionele aspect van schrijven. De schrijfproducten van leerlingen van het eerste leerjaar kan je beschouwen als een overgang tussen ontluikende geletterdheid, waaraan gewerkt wordt in de kleuterschool, en schrijfvaardigheid zoals omschreven in de eindtermen. Dat betekent onder meer: dat je leerlingen toelaat om tekenen en schrijven te combineren: leerlingen schrijven bijvoorbeeld wat uitleg (al is het slechts één woord) bij een tekening, of tekenen in een eigen tekstje de woorden die ze nog niet kunnen schrijven; dat je leerlingen toelaat om in eigen schrijfsels drukletters te gebruiken, zeker zolang ze bepaalde schrijfletters nog niet geleerd hebben; dat je heel soepel omgaat met schrijffouten: de leerlingen kennen immers enkel de ‘Ik schrijf wat ik hoor’- regel. Ze schrijven fonetisch en proberen zich uit te drukken met de letters die ze al kennen (‘mein’, ‘oopa’, ‘nagt’, ‘dienoo’, ‘ogtntzon’); dat je leerlingen in principe geen tweede versie laat schrijven. Ze moeten immers al heel wat inspanningen leveren om een eerste versie op papier te krijgen; dat je leerlingen extra aanmoedigt en heel positief reageert op wat ze schrijven: in deze beginfase is het ontzettend belangrijk dat leerlingen zich competent voelen en zin krijgen om te schrijven. Er zijn heel wat mogelijkheden om leerlingen in het eerste leerjaar te confronteren met betekenisvolle schrijfopdrachten.
De volgende schrijftaken uit Het Schrijfpaleis zijn zeker ook geschikt voor het eerste leerjaar, vanaf het tweede trimester: Wenskaart, p. 37 De leerlingen schrijven hun naam en een korte boodschap op hun zelfgemaakt kaartje. Spreek vooraf met de leerlingen af naar wie ze een kaartje zullen sturen, bv. naar een oma of opa. Brief aan een ziek klasgenootje, p. 49 De leerlingen kunnen voor de zieke medeleerling een kort tekstje schrijven bij een tekening of een stripverhaal maken. Je eigen nieuwjaarsbrief, p. 61 Maak gebruik van de suggesties onder ‘Andere mogelijkheden’ (p. 66). Zo wordt het schrijfwerk beperkt voor de leerlingen: ze moeten geen echte brief schrijven, maar ze schrijven enkele losse wensen op. Klasdagboek, p. 75 Leerlingen van het eerste leerjaar kunnen situaties of gebeurtenissen tekenen en daar kort iets bij schrijven. Het klasdagboek kan ook de vorm hebben van een fotoalbum, waarbij de leerlingen voor een onderschrift zorgen. Als aanzet voor het klasdagboek kan je kiezen voor een leuke klasfoto, waarbij elke leerling zijn naam schrijft.
Fotoreportage van de schoolreis, p. 89 De leerlingen schrijven in duo’s een kort onderschrift bij foto’s van een klasuitstap. Opdrachtentocht, p. 171 De leerlingen schrijven in duo’s een korte opdracht op een kaartje. Van strip tot verhaal, p. 127 (derde trimester) De leerlingen schrijven in duo’s tekst bij een strip. De eerste strip, op kopieerblad p. 134, is de eenvoudigste en daardoor waarschijnlijk het meest geschikt voor het eerste leerjaar. Dit is een iets langere schrijfopdracht, maar de leerlingen wisselen elkaar af met schrijven. Uitnodiging voor het schoolfeest, p. 165 (derde trimester) Je zal misschien meer zaken klassikaal aanpakken, maar waak er in dat geval wel over dat de schrijfopdracht geen overschrijfopdracht wordt. Gebruik als voorbeeld enkel een uitnodiging voor een verjaardagsfeestje. Bijkomende voorbeelden (naast activiteiten uit Het Schrijfpaleis) van motiverende schrijfopdrachten die geschikt zijn voor het eerste leerjaar: Brief aan de sint of ... Tijdens het thema ‘Sinterklaas’ of ‘Sint-Maarten’ plakken, tekenen en schrijven de leerlingen een brief aan de sint om in hun schoen te leggen. Als niet alle kinderen uit je klas thuis Sinterklaas of Sint-Maarten vieren, kan je de brieven ook in de klas leggen vóór de sint op school op bezoek komt.
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
Memory, p. 83 De leerlingen schrijven in duo’s een korte omschrijving op van een bekend dier of voorwerp.
207
Dromenboek De leerlingen tekenen en schrijven over wat ze de vorige nacht gedroomd hebben of over een droom die hen is bijgebleven. Ze mogen ook een dagdroom opschrijven. De dromen worden gebundeld en in de leeshoek gelegd. Nachtmerries in de lucht De leerlingen tekenen en schrijven over hun ergste nachtmerrie. Alle nachtmerries worden met een heliumballon de lucht in geblazen of ze worden gezamenlijk verbrand, zodat de leerlingen ervan verlost zijn. Boekje voor de jarige De leerlingen maken (bv. tijdens hoekenwerk) een tekening voor de jarige en schrijven er een kort tekstje bij. Ze schrijven hun naam, een woordje uitleg bij wat ze getekend hebben en eventueel een wens voor de jarige (‘Ik wens je ...’) of iets positiefs over de jarige. De tekeningen met de tekstjes erbij, worden gebundeld en aan de jarige gegeven als cadeautje van de klas. Naarmate het schooljaar vordert, zullen de tekstjes uitgebreider worden. Einde van een verhaal Lees een leuk verhaal voor aan de leerlingen, maar stop voor het helemaal uit is. De leerlingen verzinnen in duo’s een einde. Ze tekenen het en/of schrijven het kort op. Laat de leerlingen die dat willen, hun einde vertellen of voorlezen aan de rest van de klas. Lees daarna het oorspronkelijke einde voor.
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
208
Alle leerlingen kunnen aan de bovenstaande schrijfactiviteiten deelnemen, ook leerlingen die nog (bijna) niet kunnen schrijven. Ze kunnen zich immers ook via tekeningen uitdrukken. Je kan als leerkracht dingen voorschrijven of, indien nodig, zelf opschrijven wat de leerling vertelt. Je krijgt als leerkracht een duidelijk beeld van hoe ver leerlingen staan op het vlak van schrijfvaardigheid, en kan hierbij goed aansluiten met individuele feedback. Een voorbeeld: Margo tekende en schreef elke maandag over wat ze in het weekend gedaan had. Je ziet goed welke evolutie Margo doormaakt doorheen het eerste leerjaar.
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
209
3.2 Dagelijks schrijfkansen zien en benutten Afspraken op papier zetten De leerlingen kunnen nauw betrokken worden bij afspraken die gemaakt worden in verband met de klasorganisatie. Zo kan je bij het begin van het schooljaar de leerlingen vragen om mee na te denken over: - algemene klasafspraken, - taakjes in de klas (bv. planten water geven, bord afvegen, ...), - afspraken voor hoeken- en contractwerk, - ... In groepjes schrijven de leerlingen de afspraken uit, in de vorm van instructies. Ondersteun hen bij het schrijven en geef feedback. Wijs de leerlingen erop dat het belangrijk is dat de afspraken duidelijk en eenduidig geformuleerd zijn. De definitieve versie wordt op het prikbord gehangen. Voorbereiding van een klasuitstap Bij het samen met de leerlingen voorbereiden van een klasuitstap, geef je een concrete invulling aan leerlingenparticipatie en dienen zich tegelijkertijd heel wat schrijfkansen aan. Je kan de leerlingen mee laten beslissen waarheen de klas op uitstap gaat, rekening houdend met een aantal criteria, zoals tijd, geld, afstand, thema, ... De website <www.schoolreis.be> biedt een waaier van mogelijke uitstappen in België. Betrek de leerlingen vervolgens ook bij de organisatie van de klasuitstap.
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
210
De leerlingen gaan op zoek naar informatie en proberen bijvoorbeeld te weten te komen hoe ze het gemakkelijkst en het goedkoopst ter plaatse geraken, of ze ergens hun lunchpakket kunnen opeten, wat in de omgeving de mogelijkheden zijn voor het namiddagprogramma, ... Ze zoeken op het internet, telefoneren en schrijven brieven of mailen naar de betrokken organisaties. Schrijven komt zo op een natuurlijke manier aan bod. Verslag van bos-, zee-, plattelandsklassen, ... Bos-, zee- of plattelandsklassen zijn een ideale gelegenheid om de leerlingen - tijdens en ook na het verblijf - functionele schrijftaken te geven: - De leerlingen kunnen een kaartje of een briefje schrijven naar hun ouders. - Er kan ter plaatse een speciaal klasdagboek worden bijgehouden. - De leerlingen kunnen een klaskrant, tijdschrift of projectboek maken over de bos-, zee- of plattelandsklassen. - ... Het is ook interessant om de leerlingen tijdens het verblijf dagelijks (aan het einde van de dag) een briefje te laten schrijven naar de school. Elke dag schrijft een ander groepje een verslag. Dat verslag wordt naar de directie of naar het secretariaat gefaxt of gemaild. De verslagen worden in de school op het prikbord gehangen, zodat de thuisblijvers - andere leerkrachten, leerlingen en ouders - ze onmiddellijk kunnen lezen. (Er kan bijvoorbeeld ook worden afgesproken dat leerlingen van een andere klas eens een briefje terugmailen of faxen.) Nadien kunnen de verslagen voor elke deelnemende leerling gekopieerd en gebundeld worden als herinnering.
Afscheid van de basisschool In het zesde leerjaar bereiden de leerlingen zich al een beetje voor op het secundair onderwijs (via infodagen enz.), maar het is misschien ook interessant om eens stil te staan bij hun ‘carrière’ in het basisonderwijs. Via klas- of groepsgesprekken kan je herinneringen ophalen aan vroeger: - Bij welke leerkrachten heb je allemaal gezeten? - Bij welke leerkracht zat je erg graag? Waarom? - Wat herinner je je nog van je kleuterjaren? - Hoe was het in het eerste leerjaar? - Wat zal je zeker bijblijven als je weggaat van deze school? Geef de leerlingen tijd om na te denken en een tekst te schrijven over hoe zij hun basisschooltijd ervaren hebben. Het hoeft zeker geen chronologisch overzicht te worden, maar veeleer een verzameling van anekdotes, herinneringen, ... die in een tekstje worden gegoten. Het is interessant als de leerkrachten (als team) ook een persoonlijk tekstje schrijven over en voor de leerlingen die de school zullen verlaten. Het team kan samen brainstormen en het schrijfwerk verdelen. Alle teksten worden gekopieerd en gebundeld in een boekje voor elke leerling van het zesde leerjaar. De leerlingen krijgen dit boek op de laatste schooldag mee naar huis.
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
Een voorbeeld:
211
Briefje aan de directie Als de leerlingen van een bepaalde klas een vraag hebben voor de directie of een idee hebben dat ze aan de directie willen signaleren, kunnen ze dat via een briefje of een kattebelletje laten weten. Brief aan de burgemeester Als de leerlingen van je klas, van verschillende klassen of van de hele school, iets willen veranderen in de eigen gemeente, kunnen ze bijvoorbeeld een brief schrijven naar de burgemeester en de schepenen (en die persoonlijk gaan afgeven). Dingen die leerlingen soms willen verbeteren: verkeersveiligheid in de schoolomgeving, meer groen, een plek om te kunnen spelen, ... Het is belangrijk dat het probleem door de leerlingen zelf gesignaleerd wordt. Brief aan de koning (of minister) Als je merkt dat de leerlingen van je klas echt verontwaardigd zijn over wat er gebeurt in de ruimere maatschappij (ze hebben bijvoorbeeld iets op het journaal gezien), kan je hen voorstellen om een brief te schrijven aan de koning. Je krijgt in principe altijd een antwoord van het hof. De koning heeft immers mensen in dienst die post beantwoorden. (Zie <www.monarchie.be>). Herinrichting van de speelplaats De speelplaats wordt heraangelegd. De directie kan aan een klas of aan alle klassen vragen om een voorstel te doen voor de herinrichting van de speelplaats, rekening houdend met een aantal criteria. De leerlingen werken in groepjes: ze tekenen een plan en schrijven er een tekst bij. De voorstellen worden ernstig bekeken door het leerkrachtenteam. De leerlingen krijgen concrete feedback op hun voorstel.
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
212
Surfen op het internet Als leerlingen in de klas de mogelijkheid krijgen om te surfen op het internet, komt daar vaak ook schrijven aan te pas. Leerlingen kunnen via websites voor kinderen (bv. <www.ketnet.be>, <www. kidcity.be>) berichtjes sturen, deelnemen aan discussiefora, e-cards versturen, zich inschrijven voor wedstrijden, soms ook eigen werk publiceren, ... Website van de klas Als de klas een eigen website heeft (gemakkelijk aan te maken via de website <websitemaker. scholier.kennisnet.nl>), kunnen de leerlingen allerlei foto’s, verslagen en andere schrijfproducten op deze site zetten.
3.3 Schrijven in andere leergebieden De in dit bronnenboek voorgestelde aanpak voor schrijven kan je ook toepassen in andere leergebieden, zoals wereldoriëntatie en muzische vorming. Er zijn heel wat kansen om schrijven daar op een natuurlijke, functionele manier in te bouwen. Bijvoorbeeld: - De leerlingen schrijven zelf een stappenplan voor het maken van een bepaald knutselwerkje. - De leerlingen schrijven zelf een beschrijving van een proefje. - De leerlingen doen in duo’s opzoekwerk over een bepaald WO-onderwerp en schrijven samen een samenvattende tekst. - De leerlingen maken samen een projectboek of een ‘gespecialiseerd’ tijdschrift als neerslag van een project. - De leerlingen schrijven een uitnodiging voor andere leerlingen of voor de ouders om naar een
tentoonstelling, voorstelling, ... te komen kijken. - De leerlingen maken in groepjes een foto- of wandelzoektocht in de eigen gemeente. - De leerlingen schrijven een persoonlijke evaluatie over een thema of project. - ... Een aantal uitgewerkte schrijftaken in deel 2 van Het Schrijfpaleis vormen een mooie integratie van het leergebied Nederlands en het leergebied wereldoriëntatie of muzische vorming. Nederlands en wereldoriëntatie - Je eigen verhaal in de grond, p. 67 - Toeristische folder op kindermaat, p. 107 - Inspecteurs op ronde, p. 195 Nederlands en muzische vorming - Wenskaart, p. 37 - Fantasiedier, p. 93 - Gezelschapsspel, p. 187
3.4 Schrijven in de schrijfhoek
De schrijfhoek kan gebruikt worden voor het uitvoeren van schrijfopdrachten tijdens hoeken- of contractwerk. Maar het kan ook een plek zijn waar leerlingen af en toe vrij kunnen schrijven, aan anderen of voor zichzelf. Een klassikale schrijfopdracht kan voor leerlingen een aanleiding zijn om later zelf iets gelijkaardigs te schrijven in de schrijfhoek. Bijvoorbeeld: - Nadat de leerlingen tijdens een klassikale opdracht een kaartje hebben geschreven naar hun grootouders, willen enkele leerlingen nog een kaartje schrijven naar iemand anders. Dit kan gebeuren in de schrijfhoek. - Na de klassikale introductie en inhuldiging van het klasdagboek, schrijven de leerlingen er beurtelings een stukje in. Het klasdagboek ligt in de schrijfhoek. Inrichting van de schrijfhoek De hoek zelf hoeft niet al te veel plaats in te nemen. Je hebt vooral wat hang- en bergruimte (vensterbank, kast, rek) nodig. Door een herschikking van enkele banken - tegen elkaar met de stoelen rondom - maak je de hoek snel klaar als je hem nodig hebt. In de schrijfhoek kunnen de volgende zaken voorkomen: één of twee computers met internetaansluiting en een printer, om teksten op te schrijven of in te typen en af te drukken, om te mailen, om een website te maken, ...; een brievenbus (een schoendoos met een gleuf in het deksel) die regelmatig leeggemaakt wordt of persoonlijke postvakjes (versierde koffiefilters, geschilderde wc-rolletjes, ...) voor de leerlingen,
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
Als je werkt aan een schrijfvriendelijk en schrijfrijk klasklimaat, maak je bewust tijd en ruimte om leerlingen te laten schrijven. De schrijfhoek is een hoek of plekje in de klas waar de leerlingen kunnen schrijven. Er is allerlei materiaal voorhanden dat hen daartoe kan stimuleren. Vergelijk het met een lees- of boekenhoek, die in veel scholen ingeburgerd is.
213
zodat ze briefjes kunnen schrijven naar elkaar maar ook naar jou als leerkracht. Je kan zelf ook af en toe een briefje schrijven naar leerlingen; een prikbord op leerlingenhoogte om eigen werk (zoekertjes, ...) tijdelijk op te hangen; het klasdagboek of het fotoalbum van de klas; het vriendenboekje van de leerkracht, ... Ook vriendenboekjes of poëzies van klasgenootjes kunnen er tijdelijk een plaatsje krijgen; het verhalenboek van de klas, de dichtbundel van de klas, ... Dit kan bijvoorbeeld een schrift of een ringmap zijn; een stapel kladpapier, briefpapier, lijntjespapier, omslagen; materiaal om zelf wenskaarten en/of boekjes (dagboekjes, logboekjes, gedichtenboekjes) te maken: - verschillende soorten en kleuren papier, oude tijdschriften, kranten (bv. om letters uit te knippen), mooi inpakpapier, (geribbeld) karton, vouwblaadjes, ... - nietmachine, perforator, plakband, lijm, verschillende soorten scharen, wol en stopnaalden, cadeaulintjes, ... glitterpennen, stempelstiften, toverpennen voor geheime boodschappen; stempels, lippenstift (voor een zoen), stickertjes, ...;
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
214
Het is mogelijk om de schrijfhoek thematisch te gebruiken, vooral voor jongere leerlingen is dat interessant. In dat geval schrijven de leerlingen per thema andere soorten teksten in de schrijfhoek en is er ook telkens (gedeeltelijk) ander materiaal aanwezig. De schrijfhoek kan, afhankelijk van het thema, ook telkens anders ingekleed worden. Bijvoorbeeld: - Tijdens het thema ‘Post’ wordt de schrijfhoek de plek waar de leerlingen brieven en kaartjes kunnen schrijven naar klasgenootjes of naar andere bekenden. - Tijdens het thema ‘Griezelen’, schrijven de leerlingen in duo’s een griezelverhaal in de schrijfhoek. De schrijfhoek wordt ‘verstopt’ onder een groot laken, zodat de leerlingen knus bij elkaar zitten, een beetje afgezonderd van de rest van de klas. Tip In het boek Kansrijke Taalhoeken in groep 1-8 (Hansma M., HBuitgevers, Baarn, 2001) vind je ideeën en voorbeelden voor het uitwerken van een ‘Wenskisthoek,’ een ‘Maak-een-boek-hoek,’ en een ‘Verhalenschrijfhoek’. De schrijfhoek kan ook ‘groeien’: na elke schrijfopdracht die de leerlingen klassikaal of tijdens hoekenwerk uitvoeren, blijft er in de schrijfhoek materiaal beschikbaar om nadien een gelijkaardig schrijfproduct te maken. Bij elke nieuwe schrijfactiviteit komt er materiaal bij en geleidelijk aan krijgen de leerlingen een waaier van schrijfmogelijkheden, waaruit ze kunnen kiezen. Ze zullen waarschijnlijk ook zelf steeds meer ideeën krijgen of varianten bedenken op reeds uitgevoerde schrijftaken.
Zorg ervoor dat de leerlingen de mogelijkheid hebben om hun extra schrijfproducten aan hun lezer(s) te bezorgen of publiek te maken. Je kan dat op verschillende manieren doen: bezorgen via post, fax of mail; op het prikbord hangen (in de klas of in de gang); voorlezen aan de klas; publiceren in het verhalenboek van de klas; publiceren in de klaskrant of het kindertijdschrift; plaatsen op de website van de klas of van de school. Ideaal is het als de schrijfhoek zowel voor opgelegde als voor aanvullende, vrije schrijftaken gebruikt wordt. Je kan dit vrij schrijven inbouwen in contractwerk (de mogelijkheid om in de schrijfhoek een schrijfproduct naar keuze te maken) of wekelijks een vrij-hoekenuurtje inlassen, waarbij de leerlingen in de schrijfhoek, de leeshoek, de WO-hoek, ... een activiteit naar keuze doen.
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
Een voorbeeld: Naar aanleiding van het thema ‘Sprookjes’ in het eerste leerjaar, schreef een taalsterke leerling spontaan het volgende (strip)verhaal. Een schrijfhoek in de klas biedt hiertoe de mogelijkheid.
215
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
216
3.5 Schrijven naar een correspondentieklas Corresponderen met een klas van een andere school biedt heel wat schrijfkansen. Als het echter enkel vrijblijvend op leerling-leerling-niveau gebeurt, bestaat het gevaar dat het contact snel verwatert en het potentieel niet voldoende benut wordt. Daarom is het belangrijk om leerlingen en klassen over concrete onderwerpen en doelgericht met elkaar te laten corresponderen (via post, fax of mail). Een greep uit de mogelijkheden: Van leerling tot leerling In eerste instantie stellen alle leerlingen van beide klassen zichzelf kort schriftelijk voor. Beide leerkrachten verzamelen alle tekstjes en bezorgen ze aan elkaar. De leerkrachten stellen vervolgens zelf schrijfduo’s samen, zoveel mogelijk rekening houdend met de hobby’s, interesses, ... van de leerlingen. Elke leerling krijgt dus een ‘schrijfmaatje’ naar wie hij mag schrijven (bij voorkeur mailen). Leerkrachten kunnen de communicatie tussen individuele leerlingen bevorderen door voldoende schrijftijd vrij te maken en door concrete opdrachten te geven. Bijvoorbeeld: uit een gevarieerde boekenlijst kiezen de schrijfmaatjes samen een boek dat ze beiden zullen lezen. Ze communiceren over dat boek voor, tijdens en na het lezen. Of de schrijfmaatjes bedenken samen een grap om met de leerkracht uit te halen, ...
Twee klassen bereiden samen een gezamenlijke klasuitstap voor. Beide klassen verkennen de mogelijkheden, doen voorstellen, spreken af wie wat precies doet en verdelen de taken. De klassen brengen elkaar verslag uit van de vorderingen, ... Het hoogtepunt vormt natuurlijk de uitstap zelf, waarbij de leerlingen elkaar ook voor het eerst ontmoeten. Een klas kan een andere klas uitnodigen op de eigen school en daarvoor allerlei dingen voorbereiden, zoals een rondleiding in de school, een toneelstukje, een workshop, een sportactiviteit, een wandeling of zoektocht in de omgeving, ... Ook daarvoor moet er heel wat over en weer gecommuniceerd worden. De organiserende klas kan vooraf alvast een brochure van de school (zie activiteit ‘Brochure van de school’, p. 113) maken en opsturen, faxen of mailen. Een klas kan een andere klas een WO-uitdaging voorleggen. Bijvoorbeeld: een klas heeft tijdens een thema rond uitvindingen een knappe ‘uitvinding’ gedaan (natuurlijk op hun niveau), stuurt een foto van de uitvinding door en een tekst met uitleg erbij, en daagt een andere klas uit om het beter te doen. Een klas heeft een concrete vraag over een bepaald onderwerp, vindt zelf geen bevredigend antwoord en stuurt deze vraag door naar een andere klas. Klassen van verschillende scholen kunnen samen een stapelverhaal maken (zie ook activiteit ‘Stapelverhaal’, p. 137). Twee klassen maken een kindertijdschrift voor elkaar of werken samen aan één kindertijdschrift (zie ook activiteit ‘Kindertijdschrift’, p. 101).
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
Van klas tot klas Twee klassen (van hetzelfde leerjaar) van verschillende scholen kunnen met elkaar communiceren met verschillende doelen voor ogen:
217
Een klas heeft een eigen jeugdjournaal opgenomen (met een digitale camera) en stuurt die beelden door naar een andere school voor feedback.
3.6 Klasoverschrijdend schrijven Communicatie tussen klassen binnen dezelfde school Schrijfkansen in de school zijn er ook omdat er vele potentiële lezers (leeftijdsgenoten) aanwezig zijn, namelijk al die andere leerlingen. Maak voldoende gebruik van de andere leerlingen als doelpubliek. Leerlingen kunnen iets schrijven voor leerlingen van een andere klas binnen de eigen school, zoals wordt voorgesteld in een aantal taken van Het Schrijfpaleis. Klassen maken een kindertijdschrift (zie p. 101) voor elkaar, klassen nodigen elkaar schriftelijk uit om hun minizoo te bezoeken (zie p. 93), naar verhalen te komen luisteren, naar kunstwerken of een toneeltje te komen kijken, ... Er kan beslist worden om aan elke klas een brievenbus te hangen waarin post voor de klas verzameld wordt. Als er op school een leerlingenraad is, kan er centraal een ideeënbus geplaatst worden waarin alle leerlingen voorstellen kunnen deponeren. Geef leerlingen de mogelijkheid om eigen teksten beschikbaar te maken voor andere leerlingen van de school via een prikbord in de hal of de gang, via een muurkrant, via de schoolwebsite, ... Gemeenschappelijke schrijfproducten Klassen kunnen samen met een andere klas, per graad of met de hele school aan een gemeenschappelijk schrijfproduct werken.
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
218
De schoolkrant is hiervan een bekend voorbeeld. Een schoolkrant is voor leerlingen een manier om teksten te publiceren. In de meeste scholen wordt de redactie van de schoolkrant verzorgd door leerkrachten en mogen leerlingen stukjes inleveren. De schoolkrant wordt verspreid onder de leerlingen en is daarnaast ook gericht aan de ouders. Een school kan ervoor kiezen om de leerlingen meer te betrekken bij de redactie van de schoolkrant of om er een echte leerlingenkrant (of een leerlingentijdschrift) van te maken. Eén klas, bijvoorbeeld het zesde leerjaar, neemt het voortouw, verzorgt de eindredactie en draagt de eindverantwoordelijkheid. Alle andere leerlingen van de school zijn journalisten en worden opgeroepen om (in teams) stukjes te schrijven en in te dienen. Als er meermaals per jaar een schoolkrant verschijnt (bv. eenmaal per trimester), kunnen verschillende klassen via een beurtrolsysteem de leiding nemen. In plaats van een schoolkrant kunnen leerlingen bijvoorbeeld ook een verhalenboek van de school of een eigen jeugdencyclopedie van de school samenstellen, per graad een kindertijdschrift maken, ... Samenwerking tussen leerlingen uit verschillende klassen Leerlingen van verschillende klassen kunnen in duo’s of in groepjes echt samenwerken aan één schrijftaak. Bijvoorbeeld: een leerling uit het eerste leerjaar en een leerling uit het tweede leerjaar schrijven samen een stripverhaal.
Door leerlingen van verschillende leerjaren te laten samenwerken aan een schrijftaak, kan je de heterogeniteit ten volle benutten: - Jongere leerlingen leren bij van oudere en zien in dat schrijven een leerproces is. - Taalzwakkere leerlingen die samenwerken met een jongere leerling krijgen zo de kans om ook eens de ‘sterkere’ te zijn. Dat is positief voor hun zelfvertrouwen en motivatie.
3.7 Schrijven en ICT Schrijftaken bieden heel wat mogelijkheden om ICT te integreren en andersom biedt ICT weer bijkomende schrijfkansen. Mailen In plaats van een brief te schrijven, kunnen leerlingen ook mailen: naar een ziek klasgenootje, naar een andere klas binnen dezelfde school, naar hun schrijfmaatje in de correspondentieklas, naar bepaalde organisaties (zoals de Kinder- en Jongerentelefoon), ... Mailen vereenvoudigt en versnelt de schriftelijke communicatie, wat vaak meer communicatie tot gevolg heeft. Schoolwebsite De schoolwebsite is een manier om teksten van leerlingen publiek te maken. Betrek de leerlingen bij de invulling van deze website. Bekijk met de ICT-coördinator van je school hoe je dat het best doet. Bijvoorbeeld:
Als elke klas een eigen website heeft, voorzie dan op de schoolwebsite een link naar de verschillende klaswebsites. Geef op de website alle leerlingen (en leerkrachten) een plaats om zichzelf kort voor te stellen: wie is wie op onze school? Bekijk welke schrijfproducten een plaats kunnen krijgen op de schoolwebsite. Vele van de in dit bronnenboek opgenomen schrijftaken kunnen resulteren in een bijdrage voor de website: - een verslag van een klasuitstap, van bosklassen, van een project, ... - een digitale versie van een schoolkrant, klaskrant, kindertijdschrift, ... - zelf opgestelde brieven, oproepen, instructies, ... voor alle leerlingen, - ... Opmerking: Ter inspriratie kan je een kijkje nemen op de website van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs: <www.ond.vlaanderen.be>. Daar vind je onder ‘Basisonderwijs’ - ‘Adressen en Onderwijsaanbod’ verwijzingen naar schoolwebsites.
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
Laat elke klas een onderdeel van de schoolwebsite invullen.
219
Een voorbeeld: Eva stelt zichzelf voor op de website van de klas.
D E S C H O O L A L S S C H R I J F PA L E I S
220
derde leerjaar
Schrijven in tekstverwerkingsprogramma’s Heb voldoende aandacht voor schrijven in tekstverwerkingsprogramma’s. Als leerlingen geregeld de kans krijgen om teksten onmiddellijk op de computer te maken (en niet louter intypen achteraf), kunnen ze hun tekst ‘organisch’ opbouwen: een tekst kan veel meer groeien, is gemakkelijker te wijzigen (stukken van plaats veranderen, toevoegen of weglaten), ... Dit is een andere manier van schrijven dan met pen en papier. Zeker voor het schrijven van langere teksten is dat interessant. Meer informatie over welke plaats ICT krijgt in de uitgewerkte schrijftaken van Het Schrijfpaleis vind je in deel 1, p. 26.
Het Schrijfpaleis bundelt 25 schrijftaken voor het eerste tot en met het zesde leerjaar. Het materiaal is ook geschikt voor groepen van een vergelijkbaar niveau in het buitengewoon onderwijs. De motiverende schrijftaken werden ontwikkeld in samenwerking met leerkrachten. De taken leiden de leerlingen naar de eindtermen schrijven voor het basisonderwijs. De leerlingen schrijven brieven, instructies, verhalen, informatieve teksten, ... voor een echte lezer en met een duidelijk doel voor ogen. Het Schrijfpaleis is flexibel te gebruiken naast elke taalmethode. Schrijftaken kunnen geïntegreerd worden in de taallessen, maar ook in lessen wereldoriëntatie of muzische vorming. Dit kan ook tijdens hoeken- en contractwerk.
Het Schrijfpaleis
Schrijven is voor kinderen een uitdaging. Met Het Schrijfpaleis kunnen leerkrachten van de lagere school boeiend en leerrijk schrijfonderwijs aanbieden aan hun leerlingen.
Het Schrijfpaleis werd ontwikkeld door het Steunpunt NT2/Centrum voor Taal en Migratie in opdracht van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs.
Martien Geerts Saskia Timmermans Kris Van den Branden Koen Van Gorp Tom Verheyen
Illustraties: Helga Bontinck Vormgeving: Riet Theys
Motiverende schrijftaken
Redactie:
Het Schrijfpaleis Motiverende schrijftaken voor de lagere school