jaargang 16 _ nummer 3 _ november 2010
3
Kader Primair vakbl ad voor leidinggevenden in het primair onderwijs
thema
_ De school als onderneming
Ondernemerschap en school kunnen niet zonder elkaar _ ‘Een school run je deels als bedrijf, af en toe moet je een risico nemen’ _ Marketing loont _ Drie ‘gaten’ in de markt: over het grijpen van kansen
actueel _ Helft basisscholen kampt nu al met krimp achtergrond _ De strijd om bevoegde gymleerkrachten
Uitgelicht
Kader Primair Kader Primair is een uitgave van de Algemene V ereniging Schoolleiders (AVS), dé vereniging voor alle leidinggevenden in het basis-, voortgezet en s peciaal onderwijs. Kader Primair verschijnt tien of elf keer per jaar. Oplage: 6.000. Overname van artikelen na overleg met de hoofdredacteur. ISSN 1384-1165 Redactie Tineke Snel (hoofdredactie), Vanja de Groot, Joëlle Poortvliet (bureau- en eindredactie), Hans van den Berg, Jos Hagens, Carine Hulscher-Slot, Tom Roetert. Redactieadres: AVS
thema _ Hoezo onderneming? De school is onder andere een omgeving waar kennis wordt overgedragen, toch geen onderneming? Waarom onderwijs – met de verantwoording over publieke middelen – en ondernemerschap helemaal niet zover uit elkaar liggen, legt AVS-directeur Michiel Wigman uit.
Medewerkers deze maand Jaan van Aken, Femke Bakkeren, Lisette Blankestijn, Jeannet Bruins, Jos Collignon, Roger Dohmen/Hollandse Hoogte, Ton Duif, Will Geurds, Wendy de Geus (Oberon), Jan de Groen, Eugène Hansen, Gerard Helt, Irene Hemels, Monica van der Hoff-Israël (gastredacteur), Winnie Lafeber, Rick Matser, Marijke Nijboer, Bert Nijveld, Bob Ravelli, Hans Roggen, Manja Smits, Harry van Soest, Jaap Spieker, Karen Titulaer, Michiel Wigman (gastredacteur)
pagina 8
Abonnementen AVS-leden ontvangen Kader Primair en Kadernieuws gratis. Abonnementprijs voor niet-leden: t 113 (excl. 6% BTW). Administratie: AVS-secretariaat
thema _ De ‘bedrijfsvoering’ van de schoolleider zelf Bij sommige schoolleiders zit ondernemerschap ingebakken in de beroepshouding. Ze investeren in zichzelf, leren van kritiek, doen onverwachte stappen en steken hun nek om anderen ook te laten bloeien. Prestatiebeloning is daarbij niet per se een middel. Drie portretten. pagina 12
Grafische vormgeving en druk Thoben Offset Nijmegen Telefoon: 024-3220287 Advertenties Recent, Ray Aronds, Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam Telefoon: 020-3308998, fax: 020-4204005 E-mail:
[email protected] www.recent.nl Ledenservice AVS Postbus 1003, 3500 BA Utrecht Telefoon: 030-2361010, fax: 030-2361036 E-mail:
[email protected] www.avs.nl
achtergrond _ Feminisering en teamsfeer Mannen voor de klas zijn, in tegenstelling tot leiding gevenden, met een lampje te zoeken. Dat dat niet ideaal is voor het kind is bekend, maar wat zijn de gevolgen voor het team? Is specifiek beleid noodzakelijk om de instroom van mannelijke leerkrachten te bevorderen, zoals de recente ‘mannenklas’ in Rotterdam? pagina 32
Helpdesk Voor adviezen over wet- en regelgeving, functiewaardering, de individuele rechtspositie en arbeidsvoorwaarden. maandag t/m vrijdag: 09.00 – 17.00 uur telefoon: 030-2361010 Bestuur Ton Duif (voorzitter), Jan Morsink (secretaris), Petra van Haren (penningmeester), Hans Pennings
achtergrond _ ‘Een draak van een regeling’ De subsidieregeling energiebesparing en binnenmilieu, die voortkwam uit crisisgelden, blijkt voor veel scholen lastig uitvoerbaar, onder meer door onvoorziene extra kosten. Waar stuiten deze scholen op en hoe kun je als schoolleider wél je voordeel doen met de subsidie? pagina 34
Ledenraad E-mail:
[email protected] Decentraal Georganiseerd Overleg De AVS overlegt namens het Ambtenarencentrum. Secretariaat: Winlan Man,
[email protected], tel. 030-2361010 Lidmaatschap Lidmaatschap schooljaar 2010/2011 Persoonlijk deel: t 136,50 Managementdeel: t 197 – t 288, afhankelijk van het aantal leerlingen (1 x per school) Postactief lid: t 103 (FPU, pensioen) Aspirant lid: v.a. t 30 (u bent (nog) geen (adjunct-)schoolleider) Buitengewoon lid: t 103 Kijk voor het huidige actieaanbod en de lidmaatschapsvoorwaarden op www.avs.nl/lidworden. De mening van in Kader Primair geïnterviewde personen is niet noodzakelijkerwijs de mening van de AVS. Ook duidt adverteren in dit blad niet op samenwerking of goedkeuring van de AVS met of voor de betreffende organisatie, behoudens de AVS Voordeelpartners.
Kader Primair wordt gedrukt op papier dat het FSC-keurmerk draagt.
actueel 2
Helft basisscholen nu al te maken met krimp
Verwachte leerlingenkrimp van 7 procent tussen 2010 en 2015
2
Petitie tegen bezuinigingen Passend onderwijs
Overhandiging op 9 november aan Tweede Kamer
3
Kamervragen over volle scholen
Speciaal onderwijs in Drenthe puilt uit
Foto omslag: Directeur Paul Dekter met leerlingen van basisschool De Fontein in Houten. Foto: Will Geurds
Inhoud november
Kaderspel _ door ton duif
thema _ De school als onderneming 8 De school kan niet meer zonder ondernemerschap
n de maatschappij niet zonder ondernemende E school
12 Schoolleider laat anderen bloeien
‘Bezieling overbrengen en voorwaarden scheppen’
Passend onderwijs
1 6 Kwaliteit for sale!
Hoe krimp leidt tot marketing
2 0 Buiten de gebaande paden
Gat in de markt in het primair onderwijs
verder in dit nummer 30 ‘Een gezonde mix is het ideaal’
Effecten feminisering op team en sfeer
3 4 ‘Een grote ontnuchtering’
ubsidieregeling energiebesparing en S binnenklimaat
3 8 Worstelen met gym
‘ Scholen nemen het risico aansprakelijk te worden gesteld bij ongelukken’
iedere maand 7 Illustratie Jos Collignon 10 Uw mening telt _ peiling 2 5 Zo kan het ook! _ Good practice
1 + 1 = 3: bso-medewerkers voor de klas
2 7 Eindverantwoordelijk management
Gevolgen wet OKE voor basisonderwijs
29 Speciaal (basis)onderwijs
Een van de meest opvallende voorstellen van het nieuwe kabinet is de bezuiniging van 300 miljoen op Passend onderwijs. Hoewel het eigenlijk de gewoonste zaak van de wereld zou moeten zijn dat scholen in alle gevallen Passend onderwijs voor elk kind kunnen aanbieden, is de werkelijkheid erg gecompliceerd. Aan de ene kant stellen we met z’n allen steeds meer eisen aan de kwaliteit van het onderwijs in het algemeen en van de school in het bijzonder. Aan de andere kant hebben scholen te maken met de gevolgen van de gecompliceerde samenleving waarin we leven. Konden scholen het vroeger nog maken slecht presterende kinderen op de achterste bank te plaatsen, in onze op perfectie gerichte samenleving kan dit – terecht – niet meer. Er zijn ook bijna geen banen meer voor ongeschoolde medewerkers. Daarnaast neemt het aantal kinderen met ontwikkelings- en/of gedragsstoornissen zorgwekkend toe. Daarom is er in het verleden extra geld toegezegd om scholen te helpen hun specifieke kwaliteit te verhogen en in kaart te brengen hoe andere scholen dat doen, om zo elk kind een passende onderwijsloopbaan te kunnen bieden. Juist op dit proces wordt bezuinigd. Terecht dat alle onderwijsorganisaties daartegen protesteren op 9 november in Den Haag, vlak voor de behandeling van de Onderwijsbegroting (zie pagina 2). Protesteert u gerust mee! Het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) voorspelt verder in haar nieuwste rapport ‘Krimp als kans’ een forse daling van de leerlingenaantallen in grote delen van het land, vooral buiten de Randstad en de grote steden (zie ook pagina 2). Dit zal de komende jaren het uiterste gaan vergen van besturen, schoolleiders en gemeenten om het aanbod van kwalitatief goed onderwijs in stand te houden. Terugloop betekent voor veel scholen een verarming van het aanbod en minder middelen om het werk goed te doen. Dat vraagt veel van schoolleiders. Het thema van deze Kader Primair is ondernemerschap. Dat zullen we de komende jaren hard nodig hebben. _
Samen doelgericht werken aan regionale expertise
43 Politieke column
Manja Smits (SP)
4 4 46 4 8 49
Van de AVS AVS School for Leadership Voor u geselecteerd Boekbespreking
Van ‘gewoon goed’ naar ‘geweldig’
k a der prim a ir nov ember 20 10
1
ac tueel
verwachte leerlingenterugloop van 7 procent tussen 2010 en 2015
Helft basisscholen kampt nu al met krimp Tussen 2010 en 2015 krimpt in Groningen, Friesland, Drenthe, Gelderland en Limburg het aantal leerlingen van basisscholen naar verwachting met 12 procent. Landelijk ligt het gemiddelde waarschijnlijk op 7 procent. De helft van alle basisscholen heeft nu al te maken met krimp en vanaf heden gaat het bijna overal spelen. Dat blijkt uit de prognoseanalyse ‘Krimp als kans. Leerlingendaling in het primair en voortgezet onderwijs’ van het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO). Waar vijf provincies al te maken hebben met een leer lingenkrimp, kennen Utrecht en Flevoland nu nog een groei. Dat geldt ook voor de grote steden, terwijl in de omliggende gemeenten en op het platteland het leerlingen aantal daalt. Vanaf 2015 krijgt ook het voortgezet onderwijs met een sterke krimp te maken, maar ook daar met
regionale en lokale verschil len. Daarom zullen scholen op regionaal niveau naar oplossingen op maat moeten (blijven) zoeken. Veel scholen springen al op deze ontwikkelingen in. Met kennis over de verwachte daling van leerlingenaantal len kunnen scholen gerichter inspelen op toekomstige verwachte personele en
overhandiging op 9 november aan tweede kamer
Petitie tegen bezuinigingen Passend onderwijs De AVS wil, samen met de PO-Raad, CMHF, AOb en CNV Onderwijs, op 9 november aanstaande een petitie aanbieden aan de Vaste Kamercommissie Onderwijs tegen de bezuinigingen op Passend onderwijs. De overhandiging vindt plaats vlak voor de behande ling van de Onderwijsbegro ting in de Tweede Kamer. Werkgevers en werknemers slaan de handen ineen omdat een bezuiniging van 300 miljoen euro op Passend onderwijs te veel consequen ties heeft voor zorgleerlingen en alle mensen die met deze
2
leerlingen te maken hebben in het onderwijs, dus ook hun medeleerlingen. Voorafgaand aan de overhan diging van de petitie vindt in Nieuwspoort een debat plaats over Passend onderwijs met politici, mensen uit het onderwijs en vertegenwoor digers van de verschillende vakorganisaties. _
materiële problemen. Op de vraag welke oplossingen scho len hanteren en/of zien voor de problemen door leerlin genkrimp, noemen zij vooral samenwerking en samengaan met andere scholen. Andere oplossingen zijn: verhuur van leslokalen, mobiliteit en uit stroom van personeel bevor deren en het personeelsbeleid beter afstemmen op toekomst scenario’s en op de onder wijsvisie. Dit laatste biedt ook weer kansen op kwaliteitsver betering binnen scholen. Ver der zien individuele scholen een sterkere profilering als oplossing om zoveel mogelijk leerlingen te werven.
Gevolgen Dalingen van het leerlin genaantal zorgen voor toe nemende problemen voor scholen. Omdat de rijksbij drage afneemt, leidt het nu al tot bijvoorbeeld het vormen van combinatiegroepen, het snijden in remedial teaching en het opheffen van kleine basisscholen. Hiermee komt de onderwijskwaliteit onder druk te staan. SBO-directeur Freddy Weima: “Samen met de lopende en komende bezuinigingen op onderwijs, wordt het een hard gelag voor scholen, die zo waarschijnlijk ook moeilijk voldoende leer krachten vast kunnen houden voor de vele vacatures die door de vergrijzing over twee, drie jaar weer gaan ontstaan.”
Zeeland Onder de titel ‘Onderwijs ons goed – Afnemende leer lingenaantallen in Zeeland’, hebben onderzoeksbureau Scoop en adviesbureau RPCZ in opdracht van het Platform Primair Onderwijs Zeeland eind oktober ook een rapport uitgebracht over de gevolgen van de terugloop van het aan tal (schoolgaande) kinderen in Zeeland. Hieruit blijkt dat er over tien jaar in Zeeland 5.000 minder leerlingen in het basisonderwijs zijn. In 2020 zullen 24 Zeeuwse dorpen het daarom zonder basisschool moeten doen, vanwege het teruglopende leerlingenaantal. Ook zullen aparte openbare en christe lijke basisscholen door de verwachte bevolkingskrimp in een aantal gemeenten niet meer houdbaar zijn. De AVS heeft, samen met de andere bonden en de PORaad, al een aantal keren overleg gevoerd met het ministerie van OCW over de gevolgen van de krimp, en dringt aan op passende maat regelen door het ministerie. _ De prognoseanalyse van het SBO is te vinden op www.onderwijsarbeids markt.nl. Het rapport over de situatie in Zeeland staat op www.scoopzld.nl en www.rpcz.nl.
actueel
ac tueel
speciaal onderwijs in drenthe puilt uit
Kamervragen over volle scholen De SP heeft onlangs Kamervragen gesteld over de overvolle scholen voor speciaal onderwijs. Het Regionaal Expertisecen trum Noord-Nederland, RENN 4, luidde recentelijk de nood klok. Acht weken na begin van het nieuwe schooljaar zat een groot aantal scholen al helemaal vol, zodat nieuwe leerlingen op een school ver van huis geplaatst moeten worden. In Drenthe gaat het om tien locaties.
De oorzaak van de capaci teitsproblemen zit volgens de bestuursvoorzitter in de bezuiniging op de ambulante begeleiding, waardoor het reguliere onderwijs sneller doorverwijst naar het speciaal onderwijs. Bovendien krijgt het speciaal basisonderwijs minder geld voor de opvang van cluster 4-leerlingen. De
voorspellingen in Drenthe zijn dat als het zo doorgaat rich ting Kerst ‘nee’ moet worden verkocht aan nieuwe leerlin gen en dat men wachtlijsten moet hanteren. RENN 4 ver wacht dat de problemen door de aangekondigde bezuinigin gen op Passend onderwijs de komende jaren alleen maar erger zullen worden en dat
op den duur leerlingen voor wie extra zorg nodig is, thuis moeten blijven. _ Nieuwsuur besteedde eind oktober aandacht aan deze (landelijke) problematiek, zie http://nieuwsuur.nl/ onderwerp/193625-passendonderwijs-in-gevaar.html.
standaardregels
Spelregels OCW-subsidies gepubliceerd Voormalig demissionair minister Rouvoet van OCW heeft de ‘spelregels’ met betrekking tot de onderwijssubsidies gepubliceerd. Deze regeling geeft de alge mene standaardregels die van toepassing zijn op de subsidie verstrekking op basis van de Wet Overige OCW-subsidies (WOOS) en op de verstrekking
van aanvullende middelen op grond van bepaalde onder wijswetten. De standaardre gels betreffen bijvoorbeeld de eis om bij een subsidieaan vraag een activiteitenplan en
een begroting te overleggen, de administratieplicht, de meldingsplicht, de beta ling, de in acht te nemen termijnen en de manier van verantwoording. _
De regels zijn te vinden op www.avs.nl/dossiers/ financien/subsidieregeling.
bestuursbokaal uitgereikt
Salto uit Eindhoven maakt beste bestuursverslag Uit tientallen inzendingen werd onlangs het Eindhovense schoolbestuur Salto gekozen als de maker van het beste bestuursverslag van Nederland in het primair onderwijs over het jaar 2009. Wim Touw, voorzitter van de Werkgroep Nieuwe Richtlijnen Jaarverslaggeving Onderwijs, reikte de bijbehorende Bestuursbokaal uit aan een afvaardiging van Salto. De prijs is een initiatief van onderwijsdienstverlener Dya de. De jury spreekt over “een prachtig vormgegeven, hand zaam boekwerkje in A5-for maat, uitgevoerd in de kleuren felgroen en blauw.” Salto geeft haar 24 scholen een primaire
k a der prim a ir nov ember 20 10
plaats in het bestuursverslag. De jury: “Uit het zeer duidelijk leesbaar en kwalitatief correct, bondig en to-the-point bestuurs verslag spreekt grote betrok kenheid van alle geledingen. De communicatie naar de stakeholders is zeer open.”
De tweede prijs ging naar Penta Primair in Grootegast en de derde prijs naar INOS uit Breda. Drie eervolle vermeldin gen waren er voor Stichting Katholiek Onderwijs te Hoofd dorp, VVOGG in Krimpen aan den IJssel en Gearhing, primair
onderwijs Zuidwest Friesland. In de Werkgroep Nieuwe Richtlijnen Jaarverslaggeving Onderwijs zijn onder andere de PO-Raad, het ministerie van OCW, de NIVRA en ouderorga nisaties vertegenwoordigd. _
3
ac tueel
binnen onderwijs minder verschil dan bij financiële instellingen
Loonverschil mannen en vrouwen neemt langzaam af De afgelopen jaren is het verschil in loon tussen mannen en vrouwen kleiner geworden, blijkt uit cijfers van het CBS. Het tempo waarin dit gebeurt is echter laag. Bij financiële instellingen bedroegen de gemiddelde uurloonverschillen tussen mannen en vrouwen in 2008 meer dan 30 procent, terwijl deze in het onderwijs onder de 20 procent bleven. Onder jonge werknemers is een minder groot verschil waar te nemen dan in hogere leeftijdsgroepen. De grote verschillen tus sen financiële instellingen en het onderwijs hebben te maken met hoeveel vari atie er bestaat in functies en beloningen. Bij de financiële instellingen lopen deze veel meer uiteen, waarbij mannen oververtegenwoordigd zijn in de beter betaalde banen. In
het onderwijs is de variatie veel kleiner. Het loonverschil is uit te drukken als het gemiddelde bruto-uurloon van vrou wen als percentage van het gemiddelde uurloon van mannen. Zo was in 2008 voor vrouwen van 15 tot 65 jaar het gemiddelde bruto-
uurloon 81 procent van dat van mannen. Bij jongeren is het verschil in bruto-uurloon tussen mannen en vrouwen ongeveer 10 procent. Voor de 45-plussers kan het oplopen tot 35 procent. Bij financiële instellingen verdienden vrou wen van 55 tot 65 jaar ruim 40 procent minder. In het
onderwijs liep het verschil op tot bijna 20 procent. Bij de 15- tot 25-jarigen verdienden de vrouwen in beide bedrijfs takken iets meer dan hun mannelijke collega’s, maar in hogere leeftijdsgroepen lopen de vrouwen snel een achter stand op. _
einde verzuimmeester per 1 januari 2013
Ziekteverzuimbeheerssysteem Vervangingsfonds verdwijnt De afgelopen jaren zijn er enkele nieuwe salarisverwerkers bijgekomen. De grootste daarvan hebben aangegeven een koppeling met de VerzuimMeester van het Vervangingsfonds niet meer te willen ondersteunen, omdat zij de voorkeur geven aan hun eigen (ziekte)verzuimsysteem. Uitgangspunt van het Vervan gingsfonds is dat de Verzuim Meester beschikbaar moet zijn voor álle schoolbesturen in het primair onderwijs. Omdat dat niet langer het geval is, vindt het fonds het niet meer verantwoord kosten te blijven maken om de VerzuimMeester in de lucht te houden. Voorheen werkte het hele pri mair onderwijs met het CASOsalarissysteem. Personeels- en
4
verzuimgegevens en de wijzi gingen daarin, werden dage lijks geautomatiseerd inge lezen in de VerzuimMeester. CASO is echter overgenomen door RAET. RAET is voorne mens uiterlijk 1 januari 2014 te stoppen met CASO. De Ver zuimMeester zal dan aan geen enkel salarissysteem meer gekoppeld zijn. Ondanks de beëindiging van de VerzuimMeester
onderstreept het Vervangings fonds het belang van een goed functionerend (ziekte) verzuimbeheerssysteem bij het inzichtelijk en volgbaar maken van het (ziekte)ver zuim. Het biedt ook belang rijke input voor het arbo- en personeelsbeleid en ondersteunt bij het terug dringen en voorkomen van (ziekte)verzuim.
De gebruikers van de Verzuim Meester zijn inmiddels geïn formeerd, zodat zij voldoende tijd hebben voor het zoeken naar en implementeren van een alternatief (ziekte)ver zuimsysteem. _ Meer informatie: Vervangings fonds, tel. 045–5798107 of
[email protected]
actueel
ac tueel
bezittingen stijgen, maar lage rente gooit roet in eten
Dekkingsgraad ABP schommelt hevig in derde kwartaal In het derde kwartaal schommelt ABP boven en onder het herstelpad. Volgens het herstelplan moet het pensioenfonds eind van het jaar een dekkingsgraad van 96 procent hebben. Als dat niet het geval is zal het bestuur begin 2011 moeten bekijken welke aanvullende maatregelen het moet nemen bovenop de maatregelen uit het herstelplan. Dat zou kunnen betekenen dat de premie tijdelijk verder omhoog gaat of – als uiterst redmiddel – dat pensioenrechten verminderd worden.
Aan het eind van het derde kwartaal 2010 staat de dek kingsgraad van ABP op 94 procent; een afname van één procentpunt ten opzichte van het tweede kwartaal. Eind juli bedroeg de dekkingsgraad nog 98 procent. In augustus
ging daar 10%-punt af, om in september weer een herstel van 6%-punt te laten zien. De heftige schommelingen in de dekkingsgraad in het derde kwartaal worden veroorzaakt door de veranderingen in de rentestand. Met de dagelijks
wisselende rente moet ABP de verplichtingen berekenen die het fonds voor nu en de lange termijn heeft. Die rente heeft daardoor een grote invloed op de dekkingsgraad. De bezittingen van ABP stijgen flink, maar het rendement
kan het effect dat de lage rente op de waardering van de verplichtingen heeft niet com penseren. _ Meer informatie: www.abp.nl
vooralsnog geen harde conclusies beschikbaar
Gevolgen variatie in schooltijden nog nauwelijks onderzocht Uit een internationale literatuurstudie van Its, naar de effecten van verschillende invullingen van de schooldag, de schoolweek en het schooljaar, blijkt dat adequaat onderzoek naar effecten nog nauwelijks is verricht, en dat er vooralsnog geen harde conclusies getrokken kunnen worden over effecten van variatie in de inrichting van tijd. Er is vooral dringende behoefte aan goed opgezet effectenonderzoek.
Voor zover er wel onderzoek is gedaan, heeft het hoofd zakelijk betrekking op de Verenigde Staten. Dergelijk onderzoek concentreert zich meestal op effecten op de taalen rekenprestaties bij leerlin gen; niet-cognitieve aspecten zoals attitudes en gedrag heb ben beduidend minder aan dacht gekregen. Gevolgen voor ouders, scholen en instellin gen voor opvang, sport of cul tuur zijn nauwelijks dan wel in het geheel niet onderzocht. Met de nodige terughou dendheid zou, wanneer het
k a der prim a ir nov ember 20 10
specifiek gaat om het verbete ren van de leerprestaties van de kinderen, wellicht kun nen worden geconcludeerd dat de mate van succes van de uiteenlopende varianten afhankelijk is van verschil lende factoren. Niet alleen is substantieel meer tijd nodig, maar ook moet er bij de invulling daarvan voldoende samenhang zijn met het regu liere onderwijsprogramma, dienen de begeleiders hoog gekwalificeerd te zijn (bij voor keur de eigen leerkrachten) en lijkt een meer individuele
benadering effectiever. De toegenomen aandacht voor de gevolgen van verschillende invullingen van de tijd wordt veroorzaakt door allerlei recente maatschappelijke en onderwijskundige ontwikke lingen, zoals de toegenomen arbeidsparticipatie van vrou wen, de veranderde wet- en regelgeving, het gestegen gebruik van buitenschoolse opvang, experimenten met de verlengde schooldag en de toename van het aantal brede scholen. In de studie van ITS is een aantal onderwerpen
uitvoerig onder de loep geno men. Het gaat om: naschoolse programma’s; brede scho len; het bioritme; de (lange) duur van de zomervakantie; de invulling van een meer evenwichtige schoolkalender; uitbreiding van het aantal schooldagen; het op jongere leeftijd starten in groep 1; schakelklassen. Een aantal van deze onder werpen wordt overigens ook betrokken bij het overleg over de nieuwe CAO-PO. _
5
ac tueel
haarlemse schooldirecteuren schrijven manifest over ‘de no nonsens school’
‘Goed lesgeven weer centraal stellen’ Het moet op basisscholen maar eens voorbij zijn met de tijdrovende ‘warmetruiendagen’, voorleesontbijten met bekende Nederlanders en schoolreisjes die niet spectaculair genoeg kunnen zijn. Dat schrijven twee Haarlemse schooldirecteuren in hun manifest ‘de No Nonsens School’, bericht het Haarlems Dagblad. Het basisonderwijs is volgens de directeuren te ver afge dwaald van de kern: goed lesgeven. Andere voorbeelden zijn juffen- en meesterdagen, het maken van moederdagca deautjes, schoolzwemmen, de sinterklaasviering, schooltuin tjes, voorlichting over homo seksualiteit, de gevaren van
drugs en verantwoord omgaan met geld. “Hele vergaderin gen worden er soms belegd over de aankomst van de Sint. Er zijn genoeg commerciële activiteiten die het kind in de juiste sinterklaasstemming brengen”, aldus directeur en AVS-lid Reinier Bos van de Dr. A. Van Voorthuijsenschool
regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten
Premie gedifferentieerde WGA licht gestegen UWV heeft de premies en parameters voor de berekening van de individuele gedifferentieerde premie WGA (Werk hervatting gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) voor 2011 vast gesteld. Deze premie stijgt volgend jaar iets.
advertentie
De gedifferentieerde premie in het kader van de regeling WGA is opgebouwd uit een gemiddelde lastendekkende pre mie van 0,53 procent, die wordt opgehoogd met een vaste opslag van 0,09 procent, de zogenaamde ‘rentehobbel’. Hier door komt de premie uit op 0,62 procent. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2010 (0,59 procent). _
6
voor (voortgezet) speciaal onderwijs in Haarlem en Hoofddorp. Samen met colle ga-directeur Frank Voskuilen van de openbare mytylschool De Regenboog in Haarlem wil hij met het manifest een discussie losmaken en het onderwijsveld kritisch in de spiegel laten kijken, in plaats
van alleen maar te klagen over de invloed van de overheid, meldt het Haarlems Dagblad. _ Het manifest is te vinden op www.avs.nl/dossiers/ onderwijsenleerlingzorg/ kwaliteit.
2011–2014
Budgetten gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid bekend Op www.cfi.nl staat welke gemeenten tussen 2011 en 2014 in aanmerking komen voor een uitkering voor het onderwijsachterstandenbeleid. De gemeentelijke herindeling per 1 januari 2011 is in dit over zicht verwerkt. Duo maakt een voorbehoud op de verstrekte gegevens, omdat de begroting 2011 van OCW nog niet definitief is vastgesteld. Duo stuurt de beschikkingen begin januari 2011 naar de betrokken gemeenten. _
illustratie _ jos collignon
k a der prim a ir nov ember 20 10
7
them a _ de school al s onderneming
De kop van dit artikel lijkt een vrij boude stelling. De school is toch een omgeving waar kennis wordt
Over het thema
overgedragen, of breder geformuleerd: waar vanuit maatschappelijke verantwoordelijkheid
Als het gaat om ondernemerschap in relatie tot het primair onderwijs zijn nogal wat invalshoeken denkbaar. Voor dit thema gaat het om ‘ondernemen binnen een maatschappelijk verantwoorde context’. Rekening houdend met het feit dat de school nu eenmaal een door de maatschappij gefinancierd instituut is en een wezenlijke bijdrage levert aan diezelfde maatschappij. Maar dan nog is het fenomeen verder in te perken. Er bestaat namelijk zowel ondernemend denken en het stimuleren daarvan bij leerlingen, als het bevorderen van het ondernemend handelen bij leerkrachten, schoolleiders en besturen. Wat is vandaag de dag de rol van de directeur binnen de school en wat is de rol van die school? Daar gaat het inleidende betoog van AVS-directeur Michiel Wigman over. Vervolgens vertellen drie schoolleiders hoe zij ondernemerschap in hun eigen carrière vormgeven, komt de rol van marketing binnen het onderwijs aan de orde en worden drie scholen belicht die een ‘gat in de markt’ zagen.
een bijdrage wordt geleverd aan het volwassen worden van kinderen? Toch geen onderneming? Onderwijsinstellingen hebben immers de verantwoording over publieke middelen. Ondernemerschap en school lijken ver uit elkaar te liggen, maar het tegendeel is waar, betoogt AVS-directeur Michiel Wigman.
De zonder
tekst michiel wigman
“Bijna vier jaar geleden hebben de ministeries van Onderwijs en Economische Zaken een poging gedaan om ondernemerschap in het primair onderwijs te stimuleren. Kansloos, omdat de doelgroep bestond uit leerlingen, ter wijl men zou moeten beginnen bij stimuleren onder het management en de leerkrachten. Hoe kun je anders onder nemend denken en handelen laten groeien bij leerlingen? Sinds 2006 is echter veel veranderd. Door de invoering van de lumpsum, nauwere samenwerking met kinderopvang en door toenemende regionalisering werken scholen op allerlei terreinen meer samen met natuurlijke en minder natuurlijk partners in een regio. Of het nu gaat over een dekkend aanbod in het kader van Passend onderwijs, om het gezamenlijk gebruik van voorzieningen, of om bredere samenwerkingsvormen tussen besturen zonder dat er spra ke is van een fusie. De ondernemende geest sluipt dankzij deze ontwikkelingen ook zonder stimuleringsprogramma’s in het onderwijs en in de hoofden van schoolleiders.
Variëteit in rollen Wel is er – terecht – keuze in hoe schoolleiders en besturen
8
school kan niet meer ondernemerschap … e n d e m a at s c h a p p i j n i e t zo n d e r o n d e r n e m e n d e s c h o o l
Vier jaar geleden was ondernemerschap in het onderwijs ‘hot’. Men focuste zich op de leerling: die moest meer in aanraking komen met het onderwerp. Hier promoot Tim Draper, durfkapitalist, zijn simulatie Bizworld op de Dick Bruna School in Veldhoven. BizWorld bevordert kennis over het bedrijfsleven en stimuleert ondernemerschap bij kinderen. Foto: Roger Dohmen/Hollandse Hoogte
ondernemerschap vormgeven. Een grote variëteit aan rol len die de school kan aannemen in de maatschappij is niet alleen denkbaar, maar ook gewenst. Deze lopen uiteen van een systeem waarbij het overdragen van kennis centraal staat in een relatief geïsoleerde omgeving, tot een heel brede taak die zelfs verder gaat dan ‘mee opvoeden’ en de sociale of bindende rol in een dorp of wijk op zich neemt. Bevolkingskrimp kan hiertoe aanleiding zijn, maar ook de specifieke situatie in een stadsdeel. Mede gastredacteur van dit thema, Monica van der HoffIsraël, was projectleider bij de invoering van de lumpsum en is directeur van Infinite Financieel bv. Zij maakt onder scheid tussen ‘maatschappelijk’ ondernemerschap en ‘onderwijskundig’ ondernemerschap: “Bij het eerste gaat het
k a der prim a ir nov ember 20 10
om de visie van de school als onderdeel van de maatschappij; van de maatschappelijke keten die kinderen en jongvolwassenen tot volwassenheid, participatie en bloei brengt. Hoe incorporeren we onderwijs en opvoeding? Bij het tweede gaat het om de visie van de school op doelgroepen en op effectief onderwijs: gaan we als school bewust focussen op bepaalde doelgroepen en/of gaan we allianties aan met andere (onderwijs)aanbieders, zoeken we nieuwe onderwijswerkvormen? Maatschappelijk ondernemerschap en onderwijskundig ondernemerschap kunnen elkaar versterken, maar ze kunnen ook goed zonder elkaar. De school die alleen wil opleiden en vormen ten behoeve van onderwijs en studie kan prima onderwijskundig ondernemerschap neerzetten zonder zich te bekommeren om aanpalende organisaties. De school die zichzelf echter ziet als een onderdeel in de opvoedings- en ontwikkelingsschakel van het kind zal niet zonder externe partners kunnen.” Ideologie, visie op onderwijs, maatschappelijke betrok kenheid, alles kan ten grondslag liggen aan de keuze die een school(bestuur) maakt. Gevolg is dat er steeds minder eenheid in aanbod zal zijn en dat de ene school steeds makkelijker van de andere te onderscheiden is. Deze differentiatie is al zichtbaar en wordt sterker. Ouders >
9
kunnen en zullen bewuster kiezen en niet meer automa tisch gaan voor de dichtstbijzijnde school, of eisen stellen aan de dichtstbijzijnde school die ingaat op hun behoeften. Ouders zullen zich ook steeds meer als klant opstellen en naast de geboden kwaliteit zaken als de maatschappelijke positie van de school gaan meewegen.
Beleidsvoerend vermogen De vraag voor de AVS is vervolgens: langs welke lijnen wordt de rolverdeling ingericht? Kan een filosofie waarbij de directeur uitsluitend onderwijskundig leider is, leiden tot de gewenste ondernemende geest op een veelheid van terreinen? Kan een bestuur het ondernemend handelen volledig aan de directeuren laten? Beide leidt niet tot de gewenste symbiose in de natuurlijke samenwerking tus sen directies en bestuur. Natuurlijk zijn er in de praktijk allerlei mengvormen. Waar het om gaat is dat de profes sional op welk niveau dan ook zich maximaal kan ontwik kelen en continue kan werken aan competenties die in de nieuwe rollen van leiderschap in en buiten de school noodzakelijk zijn. Zodra men de visie op de positie van de school in de maatschappelijke omgeving heeft vastgesteld, komt het namelijk aan op handelen. De invoering van de lumpsum is meer dan het veranderen van een spreadsheet voor het bijhouden van cijfers. Het betekent leren keuzes te maken. Of, ingewikkelder gezegd, het vergroten van het beleids voerend vermogen. Dat was en is de centrale vraag voor veel besturen en directeuren. En dat gevraagd aan een doelgroep die jaar na jaar gewend was om op basis van gele katernen vooral niet zelf na te denken!
Binnen de keuze die gemaakt is en wordt omtrent de posi tie van de school, zullen bestuur en directeuren invulling geven aan partnerships. Zij gaan de relaties aan met mensen en instanties buiten de school, zij onderhandelen, doen aan intensief ‘netwerken’ en vergroten daardoor de bewust wording rond ‘klant-denken’. Een veranderende rol die in volle gang is en zich zal doorzetten.
Competenties Dit roept de vraag op of elk bestuur en elke directeur daartoe in staat is, of wil zijn. Ook roept het de vraag op wie binnen de governance welke verantwoordelijkheid heeft en over welke competenties men dan moet beschik ken. Volgens het profiel van de Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA) zijn de competenties van een onderne mende directeur: • Is ambitieus, ondernemend en betrokken bij het werk • Handelt proactief vanuit zijn/haar maatschappelijke positie en verantwoordelijkheid • Laat bestaande aannames los en staat open voor nieuwe ideeën
uw mening telt _ peiling De afgelopen maand heeft u via www.avs.nl kunnen reageren op de stelling: Een ondernemende schoolleider moet voor binding in de buurt zorgen.
18%
oneens
40%
deels eens
10
42% eens
De reacties zijn (ingekorte) weergaven, ingezonden via de website. Berry Hakkeling van cbs Overschie in Rotterdam: “Eens. Zorg voor binding in de buurt maakt logischerwijs deel uit van je netwerk, (brede) schoolprogramma en schoolprofilering. Een effectieve buurtsamenwerking kan echter ook leiden tot een betere wijkcohesie, dus een verbetering in de leefomgeving van het kind, wat weer kan leiden tot positieve neveneffecten op sociaal-emotioneel vlak en op het gebied van leerresultaten. Kortom, een vast onderdeel van ondernemerschap.”
Walter Heijman (gepensioneerd school leider): “Deels eens. Als de school een wijkfunctie vervult (brede school), kan ze niet achter blijven. De schoolleiding is meestal creatief genoeg om een stempel op bindende activiteiten te drukken en daarbij niet overmatig veel energie (lees: vrije tijd) te verspillen. Onder werktijd moet de schoolleider tijd investeren in de wijk door strategische contacten te onderhouden. Ik heb daar in het verleden veel aan gehad.” Theo van Lankveld van de Hazesprong in Nijmegen: “Deels eens. Het is van groot belang dat de schoolleider de buurt kent waarin de school staat. Een ondernemende
them a _ de school al s onderneming
‘het stimuleren van ondernemerschap vergt een stijl van leidinggeven, gericht op h e t fa c i l i t e r e n e n o n d e r s t e u n e n van de professionals’ • Onderscheidt kansen en bedreigingen voor de organisatie • Gaat op verantwoorde wijze om met risico’s • Opereert in het krachtenveld van verschillende opvattingen en belangen • Bevordert de positieve beeldvorming van de organisatie • Bouwt netwerkrelaties op en onderhoudt deze • Gaat effectief om met de media • Geeft de samenwerking tussen school, gezin en gemeenschap (mede) vorm • Organiseert inspraak en medezeggenschap Het Sectorbestuur Arbeidsmarkt (SBO) bracht in juni 2010 het rapport ‘Ondernemerschap in het onderwijs’ uit. Daar in staat over de competenties van onder andere school leiders: “Het realiseren van ondernemerschap vergt niet alleen veranderingen op het niveau van de relatie leraar-leerlingen, maar ook op het vlak van de relatie organisatie-leraar. Welke factoren bevorderen intern ondernemerschap en hoe kunnen die in een organisatie verder worden ontwikkeld? Beoogde resultaten geven inzicht in de noodzakelijke organisatievoorwaarden voor ondernemerschap van de professionals: de gewenste stijl van leidinggeven, de vorm van kenniscirculatie en een krachtenveldanalyse op het terrein van processen, procedures, systemen en structuur. De stijl van leidinggeven is belangrijk, omdat het stimuleren van ondernemerschap
schoolleider kent de buurt. Samen met andere instellingen en organisaties kan de (ondernemende) schoolleider voor meer cohesie in de buurt zorgen. Het gaat te ver om te zeggen dat de ondernemende schoolleider voor binding in de buurt móet zorgen. Samen met de gemeente, (school)maatschappelijk werk en welzijnsorganisaties is hij of zij wel medeverantwoordelijk voor de samenhang in de buurt.” Nelly Roek-Bösecke van obs De Margriet in Leidschendam: “Oneens. De school/ schoolleider heeft wel een band met de buurt, maar hoeft daar niet de voorttrek
k a der prim a ir nov ember 20 10
een stijl van leidinggeven vergt, gericht op het faciliteren en ondersteunen van de professionals. Meer coachend en resultaatgericht en minder gericht op throughput. Het ‘wat’ staat centraal en niet zozeer het ‘hoe’.”
Regie op eigen positie Tot slot nog een element van ondernemerschap dat vaak onderbelicht blijft. Het managen van de eigen loopbaan of carrière. Als we dan uiteindelijk met alle benodigde competenties in staat zijn ondernemend te denken en te handelen voor de school en met de ‘buitenwacht’, zou het dan ook niet logisch zijn meer regie te kunnen nemen op onze eigen huidige en toekomstige positie? Moeten we dan ook niet een begin maken met het – in ieder geval op managementniveau – toestaan van onderscheid, en kwali teit meetbaar maken? Prikkels en uitdaging, trots en een gevoel van rechtvaardigheid ten opzichte van geleverde prestaties! Nee, (nog) geen oproep tot prestatiebeloning – onderwijsinstellingen blijven maatschappelijke onderne mingen – maar dat is geen excuus om geen onderscheid te maken, om bewuster met je loopbaan bezig te zijn en om mogelijkheden te zien en te pakken. Dit zonder dat regelgeving verzandt in eenheidsworst die elk initiatief in de kiem smoort. Geef de directeur de ruimte en de verant woordelijkheid om zijn of haar professionaliteit te ont wikkelen en te bewijzen. Laat hem of haar ten bate van de school, het bestuur en zichzelf de ruimte om onderne mender te denken en te handelen. Het zal het onderwijs ten goede komen.” _ Michiel Wigman is AVS-directeur. Hij stuurt onderwijsadviseurs aan en geeft mede vorm aan het beleid van de AVS.
kersrol in te nemen. Je kan participeren in de wijk/buurt wanneer er een link is met school. Maar laten we ons vooral richten op onderwijs en opvoeding.” Peter de Graaf van osbs ’t Kruisrak in Bunschoten: “Eens. Je kunt voor beter begrip zorgen om je heen door de buurtbewoners in je school te halen. Met behulp van allerlei activiteiten (zoals een open week, een kerstmarkt) en andere projecten laat je deze mensen een kijkje nemen in de keuken van je school. Voordeel kan zijn dat je op deze manier zaken als vandalisme buiten de deur kan houden. Door kennis te nemen van je school,
reageren buurtbewoners sneller bij het melden van ongeregeldheden. Wij zijn op dit gebied ervaringsdeskundig.”
Nieuwe peiling De nieuwe stelling waarop u kunt reageren luidt:
De school verwacht anno 2010 te veel inzet van ouders. Ga snel naar www.avs.nl en geeft uw mening!
11
them a _ de school al s onderneming
Schoolleider laat
Bij sommige schoolleiders zit ondernemerschap ingebakken in de beroepshouding. Zij investeren in
indien nodig hun nek uit. Drie voor Kader Primair geïnterviewde directeuren willen vooral
Over de prestatiebeloning die het nieuwe kabinet
‘Bezieling overbrengen en voorwaarden scheppen’ Annelies de Graaf (51) is sinds kort adjunct-directeur van de P.C. Hooftschool in Den Haag. Daarvoor was ze leerkracht op een andere school van De Haagse Scholen. “Ik heb het high potential-traject gevolgd van ons bestuur, omdat ik het directeurschap ambieer. Momenteel heb ik de dagelijkse leiding omdat de directeur ziek is. Ik merk dat ik dit inderdaad een heel leuke baan vind. Na een tijdje op een nieuwe school ga je zien wat er nodig is. Ik ben pas toen ik 35 was naar de pabo gegaan. Daarvoor studeerde ik psychologie en had ik verschillende banen. Het onderwijs heeft mij ech ter altijd getrokken. Toen mijn eigen kinderen op de basisschool zaten, zag ik als bestuurslid van dichtbij hoe een school functioneert.
Aan het eind van het high potential-traject werden wij beoordeeld op tien eigenschappen, waaronder onderne merschap. Wij interviewden zelf directeuren over wat zíj belangrijke eigenschappen vonden voor een professional, maar niemand noemde ondernemerschap. Ten onrechte, denk ik: je runt een school deels als een bedrijf. Je moet ook af en toe een risico nemen. Ik heb een leerkracht aan getrokken voor een neveninstroomgroep zonder dat de financiering daarvoor rond was. Ik wil dat kinderen die vanuit het buitenland halver wege de basisschoolperiode instromen, goed worden opgevangen en Nederlands leren in een kleine groep. Soms moet je pro-actief han delen, vind ik.
Regie in de wijk
Ik wil een ondernemende rol gaan spelen in onze wijk. Ideaalbeeld Het bestuur wil dat onze Foto: Jan de Groen scholen gaan samenwerken Ik was zes jaar leerkracht, met de naschoolse opvang, twee jaar bouwcoördinator ‘e e n s c h o o l r u n j e d e e l s a l s het consultatiebureau en en vier jaar intern begeleider. de jeugdzorg. Ik vind dat Als directeur wil ik bezieling e e n b e d r i j f, a f e n t o e m o e t j e de regie het beste bij de overbrengen en voorwaarden een risico nemen’ school kan liggen, omdat scheppen, zodat mijn collega’s wij de kinderen het beste hun werk kunnen doen. kennen. Het prestatieloon zal voor veel onrust zorgen, Geen van onze leerlingen spreekt thuis Nederlands. Ik maar we moeten wel die kant op. Mensen worden te weinig wil dat ze hier veilig zitten, goed Nederlands leren en aangesproken op hun functioneren. Er is een vrij grote leren samenleven. Dat ideaalbeeld drijft mij: een goed groep die doet wat ze al jaren doen. Het is goed om mensen functionerende school die bagage meegeeft waar de die veel voor je organisatie betekenen, te belonen en kinderen de rest van hun leven wat aan hebben. duidelijk te maken dat je wilt dat ze blijven.”
12
anderen bloeien
hun professionele ontwikkeling, willen leren van kritiek, zetten soms onverwachte stappen en steken
ook een klimaat scheppen waarin leerlingen én collega’s zich optimaal kunnen ontplooien.
wil invoeren zijn zij echter verdeeld.
tekst marijke nijboer
‘Ik heb enorm in mijn carrière geïnvesteerd’ Nancy de Graaff (45) is sinds twee jaar directeur van Jenaplanschool De Hoeve in Hoevelaken. Daarvoor was ze vijf jaar adjunct-directeur op dezelfde school.
dan kun je een lerende school zijn. Door veel mee te pra ten over onderwijsinhoud en beleid groeide ik naar de directiefunctie toe. Als directeur wil ik allereerst onder wijskundig leider zijn en het team steunen. Je moet veel beslissingen nemen; soms in onzekerheid. Wij gaan bijvoorbeeld verbouwen, en ik heb geen erva ring met bouwprocessen. Maar ik zit de werkgroep ver bouwing voor, moet de bouwtekening beoordelen en de uitvoering van het plan aan sturen. Ik stel veel vragen en vraag mijn meevergaderend bestuurslid om goed mee te denken.
“Het adjunct-directeurschap was een test: vind ik dit leuk? Het antwoord was: ja. Zo groeide mijn ambitie om direc teur te worden. Toen de zittende directeur weer voor de groep wilde, was het zover. Ik wilde graag op De Hoeve blijven. Jenaplan spreekt mij erg aan. Bovendien is dit een heel warm team. Ook het eenpitter zijn bevalt mij goed. Het geld dat je anders kwijt Kritisch zou zijn aan een bovenschools directeur, steken wij in andere Als je wilt groeien, moet je dingen. We hebben laptops je laten beoordelen. Ik houd aangeschaft en ons plein hele enquêtes onder ouders, team maal opgeknapt. leden en bovenbouwleerlin Ik heb enorm in mijn carrière gen en heb een Jenaplangeïnvesteerd. Ik ben begon specialist kritisch door onze nen als stamgroepleerkracht. school laten lopen. Met mijn Foto: Jeannet Bruins Met de komst van mijn twee bestuursvoorzitter bespreek kinderen ben ik er anderhalf ik waar ik tegenaan loop. ‘a l s j e w i lt g r o e i e n , m o e t j e jaar uitgeweest. Ik volgde een Prestatiecontracten hebben j e l a t e n b e o o r d e l e n ’ opleiding tot remedial teacher iets kunstmatigs. Ik zoek het en kwam als rt’er op De Hoeve meer in betrokkenheid. Als terecht. Toen er een intern begeleider nodig was op de ik zie dat het niet goed gaat met een leerkracht, spreek ik school, heb ik ook die opleiding gevolgd. Uiteindelijk vond hem of haar daarop aan, of juist even niet. Iedereen wil ik ib’r zijn het leukste en heb ik die andere taak losgelaten. graag goed functioneren. Mijn persoonlijke doel is zelfverwerkelijking. Vroeger was Coachen mijn vraag: wat kan ik? Nu is de vraag: wat kan ik terug geven aan anderen? Daar hoort ontwikkeling bij; je kunt Ik ontdekte dat ik het coachen van collega’s leuk vond en niet vastroesten terwijl je van de anderen ontwikkeling het goed kon. Wij zijn hier ook kritisch op elkaar. Alleen vraagt.” > k a der prim a ir nov ember 20 10
13
14
them a _ de school al s onderneming
‘Een klimaat scheppen waarin anderen ondernemend worden’ Wubbo Wever (50) was leerkracht, directeur, senior adviseur bij een onderwijsbureau, algemeen directeur, voorzitter College van Bestuur en managing director bij een organisatieadviesbureau. Sinds vorig jaar is hij algemeen directeur bij Gearhing, een groot po-bestuur in Zuidwest Friesland. “Ik doe niet aan carrièreplan ning, meestal loop ik tegen dingen aan. Onlangs werd ik nog geattendeerd op een managementfunctie in de zorg. Maar ik wil binnen de periferie van het onderwijs blijven; daar heb ik veel exper tise en een goed netwerk opgebouwd. Ik ben een veranderaar en een bouwer. Je oogst en je borgt. Na vier, vijf jaar denk ik: welke uitdagingen zijn er nog? Wan neer je dingen voor de zoveel ste keer hebt gedaan, ga je rondkijken naar iets nieuws.
boardrooms, met bestuurders uit andere sectoren. Veel impact had een tweedaagse over het leidinggeven aan verandering. Daardoor ben ik minder plannen gaan schrijven en meer naar anderen gaan luisteren. Nu orga niseer ik inspraakbijeenkomsten voor alle betrokkenen en vervolggesprekken met de GMR, directeuren en bestuur. Dat leidt tot een analyse: hoe kijken we tegen de wereld aan, wat is onze rol en wat zijn onze ambities? Niet SMART geformuleerd, maar als bron van inspiratie.
Ideeën
Ik bespreek in een leesclub met collega’s inspirerende boeken. Steeds is de vraag: wat betekent dit voor je dagelijkse praktijk? Daar word je persoonlijk en Foto: Jaap Spieker professioneel beter van. Soms steek ik mijn nek uit. ‘ i k w i l z e l f lo l i n Een van onze scholen deed mijn werk hebben en het het niet goed en zou een nieuw pand krijgen. Ik zei: verschil maken’ Veranderen ‘Ik wil iets nieuws zien, geen verzameling lokalen’. De directeur stelde voor om te star Mijn ondernemendheid vloeit voort uit mijn drang om ten met natuurlijk leren. Inmiddels staat er een nieuwe dingen te veranderen. Ik schep graag een klimaat waarin school zónder lokalen. anderen ondernemend worden. Ik probeer discussie los te Met het prestatiecontract heb ik niets. Iemands functio maken. Ik zeg bijvoorbeeld: ‘Je denkt toch niet dat je over neren moet niet afhangen van een financiële prikkel. Ik vier jaar nog klassikaal onderwijs kunt geven?’ Het gaat me vraag mijn mensen waar ze over een aantal jaren willen niet om de uitkomst, maar dat er bewuste keuzes worden zijn. Vervolgens kijken we hoe ze daar naar toe kunnen gemaakt. werken. Ik wil zelf lol in mijn werk hebben en het verschil Ik heb in al mijn functies doelgerichte scholing gevolgd, maken, en dat gun ik mijn collega’s ook.” _ maar ook netwerkbijeenkomsten en tweedaagsen bezocht. Ik heb buitenlandse reizen gemaakt en bezoek
bekende ex-leerkrachten Deze inmiddels bekende, vaak ondernemende personen begonnen hun loopbaan in het onderwijs. Met sommige van hen zijn interviews te lezen op www.straksvoordeklas.nl:
k a der prim a ir nov ember 20 10
• keeper Hans van Breukelen • politicus Jan Marijnissen • ex-minister Maria van der Hoeven • cabaretier Peter Heerschop • politicus Harry van Bommel • cabaretier Viggo Waas • Tweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet • programmamaker Jack Spijkerman
15
them a _ de school al s onderneming
hoe krimp leidt tot m arketing Steeds meer scholen richten zich op
Kwa
marketing en communicatie. Om nieuwe leerlingen aan te trekken, om bestaande relaties te verbeteren, om geschikte medewerkers te bereiken, maar ook om het onderwijs naar een hoger plan te tillen. Soms lastig, maar het loont. tekst femke bakkeren
Er moest iets gebeuren bij basisschool de Scheper in het Noord-Hollandse Laren. De school zag met lede ogen het leerlingenaantal jaarlijks dalen in de sterk vergrijsde regio. En dat terwijl een naburige school met een vergelijkbaar onderwijsaanbod wel groei wist te realiseren. Het leek alsof de school over het hoofd werd gezien. Letterlijk. Het mooie gebouw, in het oude centrum van Laren, is moeilijk te zien vanaf de straat. Eind augustus van dit jaar organiseerde de school een dag rondom marketing en profilering. “Het idee bestond dat we mogelijk een wat stoffig imago hebben”, vertelt school leider Mathilde Muijs. “We wilden uitzoeken waar we staan en hoe we ons kunnen profileren.” Samen met een adviseur van de AVS ging het team op zoek naar de kracht van de school. Toen kwam onder andere naar voren dat de school een jong en enthousiast team in huis heeft en een scherp oog voor de individuele leerling. Tijdens de themadag zijn vervolgens tal van acties en plan nen ter berde gebracht om de school (her)kenbaar te krij gen, overeenkomstig met het profiel. Muijs: “Het is echter nog uitzoeken welke ideeën haalbaar en betaalbaar zijn, want ook het komende jaar leveren we weer leerlingen in. Het is roeien met de riemen die we hebben.”
Geen tijd Ze is geen uitzondering, weet Ankie Knijnenburg, adviseur bij VOS/ABB – belangenbehartiger voor bestuur en management van het openbaar en alge meen toegankelijk onderwijs. Zij adviseert scholen op het gebied van marketing en communicatie. “Veel directeuren hebben haast geen tijd voor het onderwerp. Terwijl marke ting zo belangrijk is.” Immers, met de lumpsum is er een directe relatie tussen inkomsten en het aantal leerlingen gekomen. Scholen die
16
for s krimpen, komen in de knel. De relatie met potentieel nieu we klanten wordt essentieel. “Je moet letterlijk je verhaal de wereld insturen door bijvoorbeeld een springkussen op het schoolplein te zetten. Je moet zichtbaar en herkenbaar worden.” In Laren zitten ze inderdaad aan zulke acties te denken, vertelt Muijs. “Laten zien dat we bestaan. Denk aan een kerstwandeling in de buurt of het bezoeken van een bejaardenhuis.” Daarnaast wil de Scheper haar kenmer kende punten beter voor het voetlicht gaan brengen. “We willen bijvoorbeeld onze naschoolse opvang in het gebouw op de kaart zetten en ons team nadrukkelijk op de website voorstellen. Ook willen we ouders meer bij het onderwijs betrekken door bijvoorbeeld aan het begin van de ochtend een inloopkwartier te organiseren, waarbij ouders samen met hun kind opdrachten maken.”
Vertrouwen
Dat de Scheper investeert in reeds bestaan de contacten, noemt Knijnenburg essentieel. “De relatie met zittende klanten is belangrijker dan ooit. Ja, klanten. Scholen opereren immers in een markt. Uiteindelijk ben
liteit
in de buurt. Toch zet Movare in op een soort marketing. Kraak: “We proberen ons zo maximaal mogelijk te profi leren op zorg en onderwijs. Uiteindelijk wordt een school afgerekend op de kwaliteit, en voor die kwaliteit maken we structureel geld vrij. Geld voor professionalisering en goede gebouwen met mooie voorzieningen.” Het centrale bureau houdt zich onder meer bezig met de merknaam Movare en het bijscholen. Het is vervolgens aan de scholen zelf om het onderste uit de kan te halen. “De school moet zich profileren en proberen de beste te zijn. De een heeft bijvoorbeeld een continurooster, de ander veel maatschappelijke voorzieningen in het gebouw.” De vorderingen worden uiteraard gevolgd. “Als school A groeit ten koste van school B, kijken we wat er aan de hand is en waarom ouders opeens voor A kiezen. Mogelijk functioneert het team bij B niet, ik noem maar iets, en dan grijpen we in. Uiteindelijk moeten al onze scholen aan de maat zijn.”
‘je bent met een soort ruil bezig, waarbij vertrouwen het sleutelbegrip is’
ale! je met een soort ruil bezig, waarbij vertrouwen het sleutel begrip is. De school biedt onderwijs en zorg, de ouders ver trouwen de school hun kind toe. Voor dat kind willen ze een veilige, goede omgeving en dat vergt vertrouwen. Vijf direc teuren in vier jaar tijd die allemaal met een burn-out thuis komen te zitten bijvoorbeeld, geeft weinig vertrouwen.” Met goede oudercontacten valt veel winst valt te behalen. Onderzoek waar ouders behoefte aan hebben, investeer in transparante communicatie en goed contact, adviseert Knijnenburg. Dat zal zich terugbetalen in mooie mondtot-mondreclame en tevreden klanten, maar, misschien nog belangrijker, in beter onderwijs. “De wisselwerking en reflectie met je klanten laten ook zien waar behoefte aan is en wat verbeterd kan worden.”
Relatiebeheer
Bij onderwijsstichting Movare wordt ook stevig ingezet op relatiebeheer. Movare herbergt zestig basisscholen in de heuvels van Zuid-Limburg. Collegevoorzitter Arie Kraak legt uit dat veel scholen in een krimpgebied liggen, vaak zonder concurrerende scholen
k a der prim a ir nov ember 20 10
Knijnenburg merkt dat steeds meer schoolleiders, ondanks de dagelijkse beslommeringen, bezig zijn met het onderwerp. Een trend? “Ja, absoluut. In het voortgezet onderwijs sinds tien jaar. En in het primair onderwijs sinds vijf jaar. Daarvoor waren er natuurlijk al voorlopers met een sterke focus op de buitenwereld.” Het past vol gens haar bij een professionele bedrijfsvoering. “Je imago is bijvoorbeeld ook belangrijk voor je personeelswerving. Een duidelijk profiel zorgt voor trotse medewerkers die bij de sfeer en visie van de school passen en daardoor extra gedreven zullen zijn.” Ingewikkeld is het soms wel. Niet elke schoolleider heeft immers het vak ‘marketing’ onder de knie. En dat vak begint met het kennen van je product. Wat zijn de kwali teiten van de school en het onderwijs? Knijnenburg: “Het aloude idee ‘Be good and tell it’ blijkt lastig. Ik merk in de praktijk dat veel scholen niet weten dat ze goed zijn of waarin. Terwijl ik vaak gelijk een unique sellingpoint zie, zien zij niet dat ze iets unieks hebben, bijvoorbeeld een sportieve school of veel aandacht voor kunst. Daarbij is er veel bescheidenheid. Mensen willen zichzelf niet op de borst kloppen.”
Kracht
Uiteraard kun je, indien van toepassing, scher men met mooie Cito-scores of een hoge plaats in de Trouwranking. De ervaring leert echter dat ouders vooral kijken naar sfeer, bereikbaarheid en veiligheid. >
17
18
advertentie
advertentie
them a _ de school al s onderneming
marketingtips voor schoolleiders • Bedenk met het team waar je kracht ligt • Kijk naar de school door de ogen van de ouders, de belangrijkste stakeholders • L aat iedereen zich ambassadeur van de school en de kracht voelen • Deel successen en zorgen met het team en de ouders • Communiceer eerst intern en dan extern, zodat alle collega’s actieve ambassadeurs worden • Communiceer vooral ook bij problemen en zeg direct wat de verbeteringen/acties zijn • Streef naar openheid en transparantie • Bekijk per boodschap wie het zegt, via welk medium (print, bijeenkomst, et cetera), wat het doel is en wat de ontvanger er vervolgens mee moet/kan • Hou eens een elevator pitch over je school waarin je binnen één minuut vertelt waarin jouw school uitblinkt
advertentie
Scholen zouden eerst, zoals De Scheper deed, moeten uit vogelen waar hun kracht ligt en daarbij goed proberen te kijken door de bril van de ouders. Knijnenburg: “Vervolgens moeten alle medewerkers – van schoolleider tot schoonma ker – en ook de betrokken ouders eigenaar van die kracht worden.” Je visie moet volgens de adviseur kloppen met je uitstraling én handelen op alle fronten. “Op een ‘sportieve school’ werken bijvoorbeeld geen rokers. En medewerkers op een ‘betrokken school’ zijn ook echt betrokken, ze maken een praatje met de ouders op de gang en sturen de kinderen een kaartje met verjaardagen.” De profilering van scholen en de beoogde kwaliteit heeft volgens Kraak van Movare een positieve uitwerking op zowel leerlingen, ouders als medewerkers. “Doordat we in een krimpregio zitten gaat het niet zozeer om nieuw perso neel, maar om de tevredenheid en deskundigheid van onze huidige medewerkers. We besteden daar veel aandacht aan en proberen de papieren rompslomp te beperken. Er zou hier in Limburg een sfeer kunnen ontstaan van zielige schooltjes en nog even en de laatste doet het licht uit. Maar die sfeer hangt er gelukkig niet en stralen we ook niet uit. Juist omdat we inzetten op kwaliteit. En dat gaat veel ver der dan een glimmende gang of een flitsende website.” _
k a der prim a ir nov ember 20 10
19
them a _ de school al s onderneming
g at i n d e m a r k t i n h e t p r i m a i r o n d e r w i j s Een compleet nieuwe school uit de grond stampen, het ontwikkelen van een eigen leerlingvolg systeem plus digitale leeromgeving en een naast de school gelegen villa kopen. Het zijn drie totaal verschillende zaken, maar wat de schoolleiders achter deze voorbeelden bindt, is dat ze een kans zien en hem grijpen. “Achteraf zie ik pas wat voor een gigaklus het eigenlijk was.” tekst jaan van aken
Buiten
de gebaande
Een wandvullende landkaart siert een hal in De Noordwijk se School in de gelijknamige badplaats. Niet alleen leren leerlingen zo spelenderwijs hoe de wereld in elkaar zit, de kaart is ook onderdeel van de schoolvisie, vertelt oprichter en bestuursvoorzitter Frum van Egmond. “Door de ‘geo wand’ leren de kinderen dat de school deel uitmaakt van de wereld en dat we geen eiland zijn.” De eigen visie van Van Egmond, die een achtergrond als psycholoog heeft, lag aan de basis van de oprichting van de school vanaf 2003. “Door wat ik las over onderwijs en hoe mensen leren, wilde ik zelf een school opzetten. Ik wilde het zelf doen, omdat ik eigenwijs ben en het op mijn manier wilde doen.”
w o u t e r t u y n : ‘e e n e i g e n l e e r l i n g vo lg s ys t e e m e n d i g i ta l e l e e r o m g e v i n g w a r e n pure noodza ak’ Volgens haar was er in het onderwijs zoveel meer mogelijk. Zo werd zeven jaar geleden weinig aan persoonlijke en sociale vaardigheden gedaan in het onderwijs. Daarnaast vindt ze Engels vanaf groep 1 belangrijk, omdat kinderen op jonge leeftijd het gevoeligst voor taal zijn. “Vakleer krachten voor creatieve vakken werden wegbezuinigd. Wij vinden het heel belangrijk dat kinderen zich in de breedte ontwikkelen.”
20
Dankzij de digitale leeromgeving School@home kunnen kinderen van kermisexploitanten- en artiesten op locatie leren.
Eigen leerlingvolgsysteem Pure noodzaak, is het eerste dat schoolleider Wouter Tuyn roept, gevraagd naar de reden om een eigen leerlingvolg systeem en een digitale leeromgeving door en voor de Rijdende School te ontwikkelen. Die noodzaak zit in de leerlingpopulatie: kinderen van ouders die bij circussen en kermissen werken. “Onze leerlingen staan soms op 20 tot 25 kermissen per jaar, door heel Nederland.” Bij zes of meer leerlingen rijdt er een grote truck met een ingericht schoollokaal de kermis op en voor kinderen die nooit op grote kermissen staan is er digitaal afstandsonderwijs. “Het digitale leerlingvolgsysteem maakt het mogelijk alle informatie over de leerling samen te voegen en lesstof klaar te zetten. Zo weten leerkrachten, die verspreid zitten van Leeuwarden tot Maastricht, welke leerling ze kunnen verwachten en wat hij of zij gedaan heeft.”
De ontwikkeling van een leerlingvolgsysteem kon niet uitbesteed worden, omdat de groep te klein en de kosten te hoog waren. Rijdende School-leerkracht Edwin Sliekers werd door Tuyn vrijgesteld van lesgevende taken en ont wikkelde het leerlingvolgsysteem en de digitale leeromge ving School@home.
Aankoop villa Eenpitter Zeister Schoolvereeniging begaf zich in 2003 kort in de wereld van het vastgoed. De school kocht de villa van de buurman en de bijbehorende 3.000 vierkante meter grond voor anderhalf miljoen euro. Het woonhuis verkocht de school binnen enkele dagen weer door. Het grootste deel van de grond, 1.800 vierkante meter, behield de school om
paden uit te breiden met een aula, een extra lokaal en werkplek ken voor leerkrachten. Ook ligt het sportveld nu naast de school in plaats van enkele honderden meters verderop. De aankoop was de beste oplossing voor de benodigde extra ruimte, zegt oud-schoolleider Rob van Alphen, die onlangs met prepensioen ging. “Een dependance openen was niet echt een optie. Er is overwogen ondergronds te bouwen, maar dat bleek niet mogelijk.” Het huis van de buurman kun je maar één keer kopen realiseerde hij zich. “Ik was een ondernemende schoolleider en wilde graag vooruit, stilstand is achteruitgang.” Alleen had hij die stunt nooit kunnen uithalen, zegt Van Alphen. In het bestuur zaten een jurist, een makelaar en een projectontwikkelaar. “Zij waren de experts en ze zeiden dat het haalbaar was.”
De valkuil was dat de transactie een kaartenhuisconstruc tie was. “Als we bijvoorbeeld het huis niet tijdig konden doorverkopen, zaten we met een grote kostenpost.” Daar om stond op papier dat alles zou stoppen als één stap niet door zou gaan. “We konden het risico niet lopen dat ik had moeten zeggen: ‘Het is misgegaan, dit jaar kopen we geen digiboard, hier is een half schoolkrijtje’.”
Weerstand Van Egmond ontmoette veel weerstand zodra ze bekend maakte een school op te willen richten. “In eerste instantie zegt iedereen: ‘Leuk initiatief, maar dat lukt toch nooit’. Die reactie kwam ook uit de lokale politiek, hoewel er ook enthousiaste raadsleden waren. Op een buitenstaander die een school begint, zit de traditionele onderwijswereld blijkbaar niet te wachten.” Ze overwon de weerstand door te zoeken naar mensen die wel mee wilden in haar plannen en legde contact met onderwijsexperts, onder andere op het gebied van hoogbegaafdheid en ervaringsgericht leren. Ook ging ze lobbyen bij de gemeente en fracties. “De inwoners van Noordwijk informeerde ik via een website, informatie avonden en door de publiciteit te zoeken.”
rob van alphen: ‘het huis van de buurman kun je ma ar één k e e r ko p e n ’ In Zeist – bij de ‘vastgoeddeal’ – klonk kritiek van collegaschoolleiders. Zij vonden het oneerlijk dat zij jaren op uitbreiding door de gemeente moesten wachten en dat deze eliteschool het zelf kon financieren. Ook in de lokale pers klonken zulke geluiden. Oud-schoolleider Van Alp hen trok zich de kritiek niet aan. “Het is deels waar dat we een eliteschool zijn waar veel kan door bijdragen van betrokken ouders. Maar de kritiek op de gang van zaken is niet terecht. We hebben alles volgens de regels gedaan en de transactie is budgetneutraal verlopen. Kritiek hoort erbij en waait vanzelf weer over.”
Rol ouders
Door het pand van de buren te kopen en verkopen, kreeg de Zeister Schoolvereeniging een sportveld naast de school.
k a der prim a ir nov ember 20 10
Ouders spelen bij de drie scholen een belangrijke rol. Van Alphen en het bestuur beantwoordden tijdens een bij zondere ledenvergadering vragen van ouders. “Iedereen was ervan overtuigd dat het schoolgebouw te klein was. Door het plan, de valkuilen en de financiën goed uit te leggen, kregen we de ouders mee.” Tuyn ontmoette weerstand bij ouders over de privacy van het leerlingvolgsysteem, waarin ook staat welke kermis sen ouders bezoeken. “De route is heilig voor kermismen sen, die houden ze uit concurrentieoverwegingen geheim. Die hobbel hebben we overwonnen door duidelijk te maken dat ze de school kunnen vertrouwen en dat gege vens goed beveiligd zijn.” >
21
22
advertentie
them a _ de school al s onderneming
De overheid speelde in de drie plannen een rol op de achtergrond. “Als je met een goed verhaal komt, heeft de gemeente niet het recht te weigeren”, vat Van Alphen samen. “Zij vonden de aan- en verkoop ambitieus, maar reageerden kritisch positief.” Tuyn kreeg overheidssubsidie voor de ont wikkeling. “Daarnaast was Kennisnet een belangrijke partner als klankbord. We heb ben veel contact met hen gehad.”
Vaardigheden De activiteiten van het drietal schoollei ders behoort niet tot het reguliere taken pakket en vraagt specifieke vaardigheden. Van Alphen vindt het belangrijk gebruik te maken van competente mensen om je heen. “Goed communiceren, uitleggen en Volgens de visie van De Noordwijkse School is het belangrijk dat kinderen zich in de breedte ontwikkelen. luisteren zijn van belang.” Het allerbelang rijkste is draagvlak te vinden voor je idee, vindt Van Egmond. “Vaardigheden die je daarbij nodig hebt Van Egmond wilde ouders juist mee laten denken en zijn overtuigingskracht, bevlogenheid, doorzettingsvermo richtte een ‘ouderfeedbackteam’ op. “Ouders vonden de gen, kortom: het vermogen om mensen te mobiliseren.” aansluiting met het voortgezet onderwijs bijvoorbeeld erg belangrijk en ze wilden dat kinderen er meer verschillende zaken konden leren dan op een gewone school.”
Team Het team moet je bij zulke plannen nooit uitsluiten, stelt Van Alphen. “Prima als jullie dat voor elkaar krijgen, wij zien alleen voordelen, zeiden ze.” Op de Rijdende School werken ze gezamenlijk aan ict-competenties. Weerstand bemerkt Tuyn niet. “Er zijn leerkrachten die niets anders meer doen dan op de computer werken, anderen doen het hoogstnoodzakelijke, maar iedereen kan ermee uit de voeten.” De Noordwijkse School moest een nieuw team vormen. Francis van de Ree, de huidige schoolleider, is vanaf het begin betrokken geweest. “Leerkrachten meldden zichzelf en veel stagiaires blijven behouden”, vertelt Van Egmond.
f r u m v a n e g m o n d : ‘d o o r w a t ik la s over onderwijs en hoe mensen leren, wilde ik zelf een school opzetten’
Het was een erg drukke periode, ‘eigenlijk was het gek kenwerk’, die Van Egmond van haar spaargeld bekostigde. “Dat maakte de uitdaging des te leuker om tegen de stroom in te zorgen dat de school er toch kwam.” Met resultaat: de school die in 2006 openging, telt inmiddels 225 leerlingen en een lange wachtlijst. Van Egmond bruist van de plannen. Ze heeft de ambitie een internationale school en een middelbare school op te zetten volgens de Noordwijkse methode. Ook wil ze de methode doortrekken naar de peuterspeel zaal en de naschoolse opvang en met de pabo’s van Hoge school Leiden en Thomas More in Rotterdam werkt ze aan een lesmodule. “Daar ben ik behoorlijk druk mee, dat zoek ik blijkbaar toch op”, lacht ze. De Rijdende School gaat het leerlingvolgsysteem delen met België en Duitsland. “De bedoeling is komend voorjaar te beginnen in de Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen.” De oud-schoolleider van de Zeister Schoolvereeniging vindt het terugblikkend mooi dat de aankoop lukte. “Als je er middenin zit, ga je gewoon door. Achteraf zie ik pas wat voor gigaklus het eigenlijk was.” _
Leerlingen aan het werk op de Noordwijkse School
k a der prim a ir nov ember 20 10
23
24
zo k an het ook ! _ good pr ac tice
Scholen voor primair onderwijs lopen vaak tegen dezelfde uitdagingen aan. De aanpak kan bijzonder zijn en voor meerdere scholen nuttig. Deze maand in Zo kan het ook!: de Hannie Schaftschool in Haarlem ging een bijzondere samenwerking met kinderopvangorganisatie Op Stoom aan. De medewerkers van de buitenschoolse opvang (bso) geven ook op maat gemaakte lessen in de klas. tekst winnie lafeber
1 + 1 = 3: bso-medewerkers voor de klas Het komt niet vaak voor dat een school zo’n intensieve samenwerking met een kinderopvang heeft. Directeur Anita Snoek van basisschool Hannie Schaft: “Op Stoom huist in ons schoolgebouw en heeft allerlei specialisten in dienst. Wij zaten met de vraag: hoe kun je de talenten van kinderen het beste naar boven halen en een zo breed mogelijk lesprogramma aanbieden? De bso-medewerkers, die al met dezelfde kinderen werken buiten schooltijd, zetten hun specialisme nóg een keer in. Onze school kan zich hiermee profileren en werken aan talentontwikkeling.” Linda Blankhorst, manager bij kinderopvang Op Stoom: “Begin dit jaar bedachten we dat het zonde is als je niet méér gebruik maakt van de expertise van onze medewerkers, zoals een kunstenaar, kok, danseres en techneut. In de daluren bij de opvang, tussen één en drie uur, kunnen ze goed verdiepingslessen in de klas geven. De hiervoor geselecteerde medewerkers hebben hierdoor een boeiende en afwisselende baan op hoog niveau.” De school kan de specialisten tegen kostprijs inhuren. Snoek: “Het extra werk voor de leerkracht valt mee, omdat deze niet zelf de lessen hoeft te ontwikkelen. Wel bekijkt de leerkracht de ideeën en het lesmateriaal. De leerkracht blijft uiteindelijk verantwoordelijk voor het pedagogische klimaat, doet (meestal) ook met de les mee en geeft ondersteuning. De specialist hoeft dus niet per se bevoegd te zijn, hoewel het prettig is als dat wel zo is.”
k a der prim a ir nov ember 20 10
Leerlingen van de Hannie Schaftschool knippen een mal ter voorbereiding op het zeefdrukken in het kinderatelier van opvangorganisatie Op Stoom.
Alle kinderen, van groep 1 tot en met 8, kunnen deelnemen aan verschillende disciplines. De groepen lopen ook door elkaar heen. Zo kan een oudere leerling een jonger kind helpen. Directeur Snoek: “Alle ervaringen komen in een portfolio. In de bovenbouw kiezen kinderen gericht voor een ‘vakkenpakket’, zoals textiele werkvorming, film, fotografie, koken of techniek en robotica. Ze werken naar een presentatie in groep acht toe. Op Stoom heeft voor allerlei faciliteiten gezorgd, zoals een kinderatelier
in het oude conciërgehuisje – waar bijvoorbeeld zeefdrukken worden gemaakt – en een kinderkeuken in het gebouw.” De ouders zijn door al deze extra’s ook blij verrast: hun kinderen komen met enthousiaste verhalen thuis. Snoek: “Tijdens de inloopmiddag kreeg ik vaak van ouders te horen: ‘Dit hadden wij vroeger niet!’.“ Volgens kinderopvangmanager Blankhorst helpt het ouders ook in het gevoel ‘ontzorgd’ te zijn. Door al deze positieve verhalen is er in de wijk weer een groeiende belangstelling van ouders voor de school. Het klinkt allemaal te mooi om waar te zijn, zit er nog een addertje onder het gras? Directeur Snoek: “Je moet wel goede afspraken maken en goed communiceren. We hebben elkaars verwachtingen en kwaliteitseisen op een rijtje gezet en hebben dagelijks contact. En je moet er samen voor gaan, één team worden.” Daarbij vindt de Snoek het wel handig dat ze in hetzelfde gebouw zitten, maar niet noodzakelijk. Op Stoom, die meerdere scholen trajecten aanbiedt, merkt dat het concept nog niet echt leeft in onderwijsland. Blankhorst: “Scholen beseffen nog niet altijd wat er allemaal mogelijk is als ze bso in huis halen!” _ Meer informatie: www.opstoom.nl of neem contact op met Anita Snoek van de Hannie Schaftschool, tel. 023-5312119. Ook een creatieve aanpak op uw school? Mail naar
[email protected] o.v.v. ‘Zo kan het ook’.
25
26
advertentie
advertentie
eindver ant woordelijk m anagement
gevolgen wet oke voor basisonderwijs Sinds 1 augustus is de wet OKE van kracht. Doel van de wet is de kansen voor kinderen met taalachterstanden te vergroten. OKE staat voor Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie. De wet regelt de basiskwaliteit van peuterspeelzaalwerk en een aantal zaken rond voor- en vroegschoolse educatie. Vroegschoolse educatie vindt plaats op basisscholen; de wet heeft dus ook gevolgen voor deze scholen en hun besturen. tekst wendy de geus, projectleider focus op vroegschoolse educatie (oberon)
In de Wet Primair Onderwijs (WPO) is een aantal verplichtingen met betrekking tot voor- en vroegschoolse educatie (VVE) vastgelegd. Overleg en afspraken Schoolbesturen in het primair onderwijs zijn verplicht mee te werken aan lokaal overleg met de gemeente, peuterspeelzalen en kinderopvang om tot afspraken te komen over VVE. In veel gemeenten zal het LEAoverleg (Lokale Educatieve Agenda) hiervoor geschikt zijn. Schoolbesturen zijn hier doorgaans al in vertegenwoordigd, maar kinderopvang en peuterspeelzalen lang niet altijd. De gemeente heeft een regisserende rol en moet ervoor zorgen dat afspraken worden gemaakt, zoals over de doelgroep voor voorschoolse educatie: welke kinderen met een risico op taalachterstand komen in aanmerking voor voorschoolse educatie? En over de manier waarop die kinderen naar zowel voor- als vroegschoolse educatie worden toegeleid. Ook moet de gemeente ervoor zorgen dat er afspraken komen over de organisatie van een doorlopende leerlijn van voorschoolse- naar vroegschoolse educatie. Daarnaast is een onderwerp in de wet benoemd waarover de gemeente en schoolbesturen samen verplicht afspraken
k a der prim a ir nov ember 20 10
moeten maken (dus zonder de voorschoolse instellingen aan tafel): de resultaten van vroegschoolse educatie. De Memorie van toelichting bij de wet OKE geeft een aantal voorbeelden die aangeven dat de overheid hierbij denkt aan leerresultaten: bijvoorbeeld het aantal leerlingen dat op C-niveau scoort of het aantal kinderen dat een niveau stijgt. Er is echter niets over de inhoud van de afspraken vastgelegd. De uiteindelijke invulling van de afspraken kan dus per gemeente verschillen. Het is uiteraard zaak de discussie over de resultaten goed voor te bereiden. Binnenkort komt vanuit het ondersteuningstraject Focus op vroegschoolse educatie een handreiking voor scholen en schoolbesturen beschikbaar over het maken van resultaatafspraken VVE. Overdracht van gegevens Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen zijn bij wet verplicht aan het schoolbestuur gegevens te leveren over instromende leerlingen. Het gaat dan om het gevolgde VVEprogramma en de duur van het programma. Deze gegevens worden vanuit BRON nu al opgevraagd. Schoolbesturen kunnen binnenkort dus van alle kinderdagverblijven en peuterspeelzalen in hun gemeente deze gegevens verwachten. Bij wet is vastgelegd dat scholen met deze partijen afspraken maken over de manier van gegevenslevering. Uiteraard kunnen scholen ook afspraken maken over de overdracht van meer gegevens dan deze minimale set. Doorzettingsmacht De regisserende taak van de gemeente bij VVE is kracht bijgezet via doorzettingsmacht. Er moeten binnen een redelijke termijn afspraken zijn gemaakt met alle betreffende partijen, zoals hierboven beschreven. Zo niet, dan kan de gemeente de gemaakte afspraken opleggen aan partijen die zich in eerste instantie niet aan de afspraken hadden verbonden. Deze afspraken moeten wel noodzakelijk zijn voor een samenhangend
onderwijsachterstandenbeleid. Ook moet het besluit om de afspraken op te leggen redelijk en billijk zijn, en is er recht van bezwaar en beroep (zie Algemene wet Bestuursrecht).
Kansen De wet levert dus een aantal verplichtingen voor scholen en besturen, maar biedt hen ook kansen. Gemeenten mogen weer geld aan scholen besteden. De middelen die gemeenten krijgen voor onderwijsachterstanden zijn geoormerkt. De gemeente heeft de ruimte om dit geld in te zetten voor voorschoolse VVE, maar ook voor activiteiten op scholen gericht op het bestrijden van taalachterstanden. Het overleg en de afspraken over de doorlopende leerlijn bieden ook kansen. Scholen en schoolbesturen met kanttekeningen over de kwaliteit van de voorschoolse VVE kunnen het overleg aangrijpen om aan te geven welk basisniveau ze verwachten bij instroom in de vroegschoolse VVE.
Rol inspectie De inspectie is momenteel bezig met een zogeheten bestandsopname voor VVE in alle gemeenten. De inspectie werkt met een Toezichtskader VVE. Op gemeenteniveau wordt onder andere gekeken naar VVE-beleid en -coördinatie en op VVE-locaties naar de proceskwaliteit en de opbrengsten van VVE. Dit geldt dus ook voor scholen met VVE (en scholen die niet aan VVE doen, maar wel veel gewichtenleerlingen hebben). Bij de opbrengsten kijkt de inspectie naar de resultaatafspraken die op gemeentelijk niveau worden gehanteerd: wordt er gemeten volgens de afspraken en zijn de resultaten van voldoende niveau? Na de bestandsopname vallen de al bezochte VVE-locaties onder het signaalgestuurd VVE-toezicht (jaarlijks, op specifieke thema’s of locaties). Gaandeweg wordt het toezicht op VVE voor de scholen opgenomen in het regulier toezicht. _ Meer informatie: www.focusvroegschool.nl (zie ook regioconferenties)
27
28
advertentie
specia al (ba sis)onderwijs
samen doelgericht werken aan regionale expertise Mistflarden, water en laagland, duinen en dammen. AVS-adviseur Bob Ravelli is op weg naar een ‘op maat’ bijeenkomst van twee dagen met zes bovenschoolse directeuren en één directeur speciaal basisonderwijs, over het ontwikkelen van een gezamenlijke, regionale expertisepoot. Doel is om voor 5.000 leerlingen een voorziening te organiseren die een passende onderwijsplaats voor deze kinderen vormt en ondersteuning biedt aan leerkrachten met zorgleerlingen in de groep. Met dezelfde middelen, maar slimmer dan voorheen, om méér te kunnen doen. tekst bob ravelli
In de loop van de ochtend starten de deelnemers, heel basaal, met het benoemen van de kernwaarden van de eigen organisatie en het ontdekken van de met elkaar gedeelde kernwaarden. Een inspirerende film, ‘De Tovenaarsleerling’, schetst de tijd waarin het onderwijs zich momenteel bevindt, op de grens tussen het oude, traditionele leren en het eigentijdse leren. Marzano wordt genoemd, en ook Modern Times van Charly Chaplin en How schools kill creativity van Sir Ken Robinson passeren. Binnen dit spanningsveld formuleren de deelnemers een missie die een werkgroep vervolgens uitwerkt. Zo’n missie formuleren is nog niet zo eenvoudig. Als die echter staat, heb je ook een fundament waarop je kunt bouwen. De tijd die je lijkt te verliezen door uitvoerig stil te gaan staan bij dat fundament, wordt later ruimschoots ingehaald omdat iedereen het in de essentie eens is. Aan het eind van de tweedaagse willen de bovenschoolse directeuren unaniem het speciaal basisonderwijs (sbo) in hun regio de belangrijke rol gunnen om de zorgkracht van de leerkrachten in hun scholen te
k a der prim a ir nov ember 20 10
de tijd die je lijkt te verliezen door u i t vo e r i g s t i l t e s ta a n b i j h e t f u n d a m e n t wordt l ater ruimschoots ingeha ald, omdat iedereen het in essentie eens is
versterken. In kleine werkgroepjes gaan ze aan de slag om de verschillende beleidsterreinen en de gevolgen ervan te verkennen in het veld. Ze creëren het grote raamwerk, maken een tijdsgebonden stappen- en communicatieplan en geven het geheel een plaats in het organogram. Ook kijken ze naar de gevolgen voor externe relaties als de begeleidingsdienst, leveranciers en de gemeente, en de financiën, functieomschrijvingen, verschillende procedures en protocollen. Een ander aandachtspunt is de communicatie met de besturen, (G)MR, management, ib’ers, teams, ouders en kinderen. Ook moet gekeken worden naar een heroriëntatie op de verwijzing van regulier naar speciaal basisonderwijs en vice versa, de criteria van de permanente commissie leerlingenzorg, tijdelijke plaatsingen of een time out-functie. De contouren beginnen zich af te tekenen en de mist trekt op, maar het vergt nog heel wat werk om op streefdatum augustus 2012 van start te gaan. De sbo-directeur heeft een dag formatie gekregen om het project te coördineren.
Vergelijkbare initiatieven Op veel plaatsen in het land zijn vergelijkbare initiatieven die hetzelfde voor ogen hebben als hierboven geschetst. Sbo-scholen spelen daarin vaak een centrale rol, op basis van vertrouwen, kwaliteit en profilering. Een mooi voorbeeld van een dergelijke voorziening functioneert in IJsselstein, waar Jan van Etten een orthopedagogisch-didactisch centrum heeft opgezet. Het centrum draait al een aantal jaren tot volle tevredenheid van de omgeving. En iets recenter is de
stichting PROO een kenniscentrum gestart met in grote lijnen hetzelfde doel. Voor stichting PROO waren de volgende zaken belangrijk: een meer directe aansturing en kortere lijnen, een grotere continuïteit in de begeleiding, grotere afstemming met de onderwijskundige ontwikkelingen binnen de stichting, efficiëntere inzet van middelen, nieuwe carrièreperspectieven voor leerkrachten binnen de stichting, vergroting van de expertise binnen de stichting en komen tot een digitale orthotheek, waarin alle binnen de stichting aanwezige materialen en hulpmiddelen/programma’s zijn opgenomen. Naast de leerlingbegeleiding vindt vanuit het kenniscentrum ook een directe aansturing plaats van het (na)scholingsaanbod en een inventarisatie van de behoeften op dat gebied, de ondersteuning op gebied van systeembegeleiding en management en de implementatie van handelingsgericht werken. _
meer weten? De AVS biedt op maat ondersteuning aan groepen scholen die samen een (soortgelijk) traject willen starten op het gebied van Passend onderwijs. Neem daarvoor contact op met Bob Ravelli (
[email protected] ), Wiel Botterweck (
[email protected] ) of Jos Hagens (
[email protected] ). Bob Ravelli (
[email protected] ) is adviseur bij de AVS op het gebied van onderwijs en leerlingenzorg.
29
achtergrond
e f f ec t e n f e m i n i s e r i n g o p t e a m e n s f e e r Mannen voor de klas zijn met een lampje te zoeken. Innovatieve middelen worden ingezet om de instroom van mannelijke leerkrachten te bevorderen. Zoals recent de ‘mannenklas’ van de pabo in Dordrecht in samenwerking met een Rotterdams schoolbestuur. Wat zijn de gevolgen van het geringe aantal mannen voor de klas voor de schoolorganisatie en de teamontwikkeling? En hoe ga je daar als schoolleider mee om?
tekst irene hemels
‘Een gezonde mix is het ideaal’
30
De algemene opvatting is dat mannen en vrouwen een verschillende stijl van communiceren hebben. Neem de vergadercultuur. Uitzonderingen daar gelaten, hakken de meeste mannen bijvoorbeeld sneller knopen door, maken sneller een keuze. Schooldirecteur Annet Dries van de Agnesschool in Rotterdam herkent dit. In haar team van 25 leerkrachten zijn twee mannelijke leerkrachten, die voor groep 7 en 8 staan. “Vrouwen zijn soms sneller van slag dan mannen als ze worden aangesproken. Zij laten per soonlijke gebeurtenissen heel erg mee wegen op hun werk. Mannen kunnen toch wat makkelijker relativeren en dat is broodnodig. Ze leggen niet elk woord op een weegschaal en maken niet van alles een ingewikkeld punt. Vrouwen kun nen heel kordaat zijn, maar bij mannen zie je die eigen schap toch wat vaker.” Het komt overigens vaak voor dat mannen vooral hogere basisschoolklassen voor hun rekening willen nemen en vrouwen de lagere. Dries heeft daar geen enkele moeite mee, omdat ze vindt dat je moet aansluiten bij interesses en belangstelling om het werk interessant te maken. Dries is bewust op zoek naar meer mannen voor de klas. Niet zozeer omdat ze denkt dat mannen professioneler zijn, maar vooral vanuit het oogpunt van goed onderwijs voor de leerlingen. Dat geldt voor meer schoolleiders. Kin deren hebben mannelijke rolmodellen en identificatiemo gelijkheden nodig. Ook zouden vrouwelijke leerkrachten jongensgedrag eerder problematiseren. Dries: “Tegelijk zie ik ook dat de sfeer op school met meerdere mannen min der eenzijdig is. Mannen laken het koffieleutgehalte van vrouwen onder elkaar.” Ook Tom van den Bosch, directeur van de Heuvellaanschool in Apeldoorn, constateert dat mannen soms nuchterder naar een probleem of besluit kijken. Hij geeft leiding aan 29 leerkrachten en onderwijsassistenten van wie er zeven man zijn. Daarmee zit hij ruim boven het landelijke gemid delde, zonder dat hij daar een bewust (aanname)beleid op voert. Volgens deze directeur speelt man- of vrouw-zijn bij hem op school nauwelijks een rol. “Wat ons team sterk maakt is onze gemeenschappelijke visie. Ons motto is: ‘Jij en ik samen meer’. Dat geldt voor het hele team. Welke eigenschappen je hebt, zijn voor mij belangrijker dan of ik een man of vrouw voor me heb staan.”
Aantrekkingskracht Schoolleiders aarzelen toch om de feminisering van het onderwijs in termen te typeren van gevolgen voor organisatie- en teamontwikkeling. Het gevoel om dan al snel in ongewenste platitudes te vervallen is sterk. Wel is het gemeengoed dat als er weinig mannen werken op een school, nieuwe mannen minder makke lijk binnenkomen. Lia Zwaan, algemeen directeur van de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO) waaronder ook de Agnesschool valt, vindt het lastig om er specifiek personeelsbeleid op te maken, maar is uitgespro ken over de aantrekkingskracht als er eenmaal mannen op een basisschool werken. “Onze ervaring is dat als er al een man in het schoolteam zit, het aantrekkelijker is voor
k a der prim a ir nov ember 20 10
man-vrouwverhoudingen in het onderwijs Opvallend is het hoge percentage mannelijke leidinggevenden in het onderwijs versus het lage percentage mannen voor de klas. Directie en management Mannen 61.1 % Vrouwen 38.9 %
Onderwijzend personeel Mannen 16.1 % Vrouwen 83.9 %
(bron: www.stamos.nl, cijfers over 2008)
Ray Ramnewash (SBO): “Mannen hebben vaak eerder interesse in managementtaken of klasoverstijgende zaken, zoals het coördineren van een ict-project. Bij grote school besturen zijn echter steeds meer vrouwen in de kweek vijvers voor schoolmanagers te onderscheiden.” Ook uit cijfers van de AVS blijkt de aanwas vrouwelijke school leiders groeiende te zijn. In de leeftijdsgroep tot 44 jaar zijn meer vrouwelijke dan mannelijke leden te onderscheiden. Tussen 45 en 64 zijn er grofweg twee keer zoveel mannen en vanaf 65 bestaat het ledenbestand bijna geheel uit mannelijke schoolleiders. Recent onderzoek van Intermediair, de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit van Tilburg onder ruim 1.500 hoogopgeleiden toont echter aan dat feminiene trekken – empatisch en betrokken zijn, goed luisteren en draagvlak zoeken – momenteel minder belangrijk worden gevonden voor leidinggevenden dan vóór de crisis (sectoroverstijg end). In onzekere tijden willen we blijkbaar krachtige, masculiene leiders. En masculiene leiders worden nog steeds geassocieerd met mannen. Opmerkelijk daarbij is dat werknemers niet echt gelukkiger worden van masculiene leiders: feminiene (en androgyne) leiders scoren beter in de praktijk.
mannen om te solliciteren. Met meerdere mannen in een team is het makkelijker om andere onderwerpen aan te snijden. Dat vindt iedereen prettig. Mannen brengen vaak ook de nodige humor met zich mee. Ik krijg van directeu ren teruggekoppeld dat teamvergaderingen vlotter ver lopen. Mannen zijn oplossingsgericht en zeggen sneller ‘alles is nu wel gezegd’. Vrouwen doen het ook wel, maar misschien minder stellig.”
Binden
Tal van initiatieven zijn er om het beroep van leerkracht ook voor mannen meer aansprekend en min der feminien te maken. Zo initieerde het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) in het verleden het project Paboys, waarbij gewerkt werd met mannelijke stagebege leiders, minder zelfreflectie, jongens bij elkaar in een klas zetten en naar dezelfde stageschool laten gaan. Het SBO >
31
32
advertentie
achtergrond
start binnenkort een onderzoek onder mannelijke en allochtone studenten naar wat zij vinden waaraan een goe de stage moet voldoen. De verplichte kleuterstage aan het begin van de opleiding lijkt een bottleneck; veel mannen knappen daarop af. Volgens Ray Ramnewash, senior advi seur Diversiteit bij het SBO, zijn pabo’s zich inmiddels goed bewust van de slag die ze moeten maken om de opleiding aantrekkelijker te maken voor jongens. Hij roemt de start van de ‘mannenklas’ (zie kader onderaan deze pagina). “De belangstelling onder mannen is er. Met onorthodoxe oplos singen kun je hen bereiken. Bij scholen zie je dat er bewust of onbewust sprake is van positieve discriminatie. Voldoet de mannelijke sollicitant aan de kwaliteitsnormen, dan haalt de school hem maar al te graag binnen. Daarna is het zaak om de meester en/of stagiair aan zich te binden.” Schoolleider Dries benadrukt het belang van goede coa ching van beginnende (mannelijke) leerkrachten en het laten aansluiten van het takenpakket bij de specifieke interesses van manen. “Een juf die het belangrijk vindt dat kinderen keurig netjes zitten, moet je geen mannelijke stu dent laten coachen. Vooral niet te veel praten is ook belang rijk. Ze zijn wel klaar met het eindeloze gereflecteer waarin
‘a l s e r w e i n i g m a n n e n w e r k e n o p e e n s c h o o l , ko m e n n i e u w e m a n n e n minder makkelijk binnen’
wij vrouwen zo goed zijn. De kunst is ook om aan te sluiten bij het verschil in interesses van mannen en vrouwen. Man nen vinden het vaak leuker om sportdagen te organiseren dan het sinterklaasfeest. Als het sneeuwt zijn de mannen als eerste buiten om sneeuwballen te gooien, terwijl de vrouwen veel voorzichtiger zijn. Dat is helemaal niet erg, maar het is goed om de eenzijdigheid te doorbreken. Als het onderwijs alleen een mannenwereld zou zijn, was het net zo niet leuk.” Ramnewash beaamt dit: “Het helpt veel als scholen met veel vrouwelijke onderwijsgevenden zich bewust zijn dat sekseverschillen een rol spelen in omgangsvormen en keu zes die gemaakt worden om zaken te organiseren. Als de specifieke kwaliteiten van mannen de ruimte krijgen, trekt de hele school daarvan profijt. Een divers personeelsbestand heeft directe invloed op kwaliteit, pro ductiviteit en innovatie.” Schoolleider weet je bewust van de verschillen, luidt de boodschap. Bronsonn HR, het bureau dat de studenten wierf voor de Rotterdamse ‘mannenklas’, benadrukt dat schoolleiders zich expliciet de vraag moeten stellen wat de toegevoegde waarde is van een evenwichtigere man/vrouw verhouding in het onderwijs. “Die vraag is cruciaal omdat het antwoord bepaalt of het rendement van een andere samenstelling van je personeel beter kan zijn”, aldus managing director Henk van Os. “Maar een gezonde mix is het ideaal.” _
de mannenklas De Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO) besloot afgelopen voorjaar het initiatief te nemen tot een speciale ‘mannenklas’ en vond in de Pabo Dordrecht van de Hogeschool Rotterdam een enthousiaste partner. Het blijkt voor mannelijke studenten vaak een te grote stap om in een klas met louter studentes te gaan zitten.
k a der prim a ir nov ember 20 10
De mannelijke studenten krijgen direct een baan voor vier dagen aangeboden als lerarenondersteuner binnen RVKO, om versneld in aanraking te komen met de praktijk. Daarnaast studeren zij een dag per week aan de Pabo Dordrecht, die een specifiek ‘mannencurriculum’ samenstelde. In de afstudeerfase kunnen de studenten zelf keuzes maken voor een specifieke leeftijdsgroep en vakgebieden op basis van interesses of leerbehoeften. Algemeen directeur Lia Zwaan (RVKO): “Wij hebben gedacht: het duurt te lang als we wachten op het resultaat van alle initiatieven die er zijn om het beroep van leerkracht voor mannen aantrekkelijker te maken. We moeten nu aan de slag.” De groep die afgelopen
september gestart is met de opleiding bestaat uit 25 hoogopgeleide mannen in de leeftijd van 24 tot 47 jaar, vaak afkomstig uit het bedrijfsleven. Annet Dries, schoolleider op een van de RVKOscholen, heeft twee ‘hij-instromers’ van de mannenklas op haar school in groep 6 en 7. “Wij zijn met twee jongens gestart zodat ze zich aan elkaar kunnen optrekken.” Hij-instromer Robert Schnörr, voorheen marketing manager bij ondermeer de Bijenkorf, is een van de studenten van de mannenklas. Schnörr werkt vier dagen in de week in groep 3. Hij is zeer enthousiast over de combinatie studeren en werken en vindt dat hij in het onderwijs de zingeving gevonden heeft die hij miste. “De cultuur in het bedrijfsleven is wat zakelijker. Vrouwen die bij de Bijenkorf werken zijn meer to the point en resultaatgericht. In het onderwijs gaat het nogal vaak over koetjes en kalfjes, beetje langdradig. Dat kan wel wat strakker en sneller denk ik dan.”
33
achtergrond
s u b s i d i e r eg e l i n g e n e r g i e b e s pa r i n g e n b i n n e n k l i m a at Het toenmalige kabinet trok vorig jaar 165 miljoen euro uit voor verbetering van school gebouwen. Het grootste deel was bestemd voor het primair onderwijs. Te nemen bouwkundige aanpassingen zouden energiebesparing moeten opleveren en een beter binnenklimaat. De subsidieregeling ‘aanvullende bekostiging energiebesparing/binnenmilieu 2009-2010’ blijkt voor veel scholen echter ‘een draak’ van een regeling. Waar stuiten deze scholen op en hoe kun je als schoolleider wél je voordeel doen met de subsidie?
tekst bert nijveld
‘Een grote ontnuchtering’ Kritische geluiden overheersen, als het gaat over de door OCW verstrekte subsidie voor de verbetering van schoolge bouwen die na 2004 gebouwd zijn. Te weinig, te zeer dicht getimmerd met geoormerkte bestedingsmogelijkheden, te kort lopend. Aan dit laatste bezwaar is inmiddels in zekere mate tegemoet gekomen door de uitvoering van de regeling te verlengen tot september 2011. Maar daarmee is volgens Jan Schraven, AVS-adviseur huisvesting en verbonden aan het Service Centrum Scholenbouw, de kou niet uit de lucht. Hij schetst de problematiek: “De regeling gaat er vanuit dat de gemeente voor minimaal 40 procent meefinanciert. Is een gemeente daar niet toe bereid of in staat, dan gaat het feest niet door. De samenwerking tussen gemeente en schoolbestuur moet dus goed zijn; ze moeten het eens worden over ieders bijdrage in de kosten. Vervolgens noemt de regeling een aantal concrete maatregelen die je mag nemen. Je mag bijvoorbeeld wel dubbel glas plaatsen, maar geen nieuwe kozijnen uit de subsidieregeling bekostigen. De meerkosten zitten niet in de vergoeding. De regeling is weinig flexibel en focust teveel op een lijstje maatregelen. Voor andere, innovatieve oplossingen om te komen tot een beter binnenklimaat laat de regeling niet of nauwelijks ruimte (zie kader pagina 37). Aan de andere kant is het zo
34
dat veel gemeenten (meer dan honderd, red.) hebben inge tekend op de regeling, waardoor veel scholen aan de slag zijn gegaan. Het is dan wel een grote ontnuchtering als ver volgens blijkt dat er zoveel geld bij moet dat het niet meer te betalen is. ”
Dode mus Veel gemeenten en schoolbesturen zagen de bui al hangen en hebben besloten de subsidie maar helemaal niet aan te vragen of ze zien er, na alles op een rijtje gezet te hebben, alsnog van af. De Stichting Katholiek Onderwijs Leiden (SKOL), met scholen in Leiden, Leiderdorp en Zoeterwoude, staat momenteel voor de afweging om de plannen die er zijn voor de inzet van de subsidiegelden naar de prullenbak te verwijzen. Vooral in Leiden zijn er problemen met de financiering van de
‘ h et i s e e n g rot e o n t n uc h t e r i n g a ls b l i j kt dat e r zove e l g e l d b i j m o et dat h et n i et m e e r t e b e ta l e n i s ’
bouwplannen. Bovenschools manager Ton van Nuland: “De gemeente heeft vastgesteld waar de grootste prioritei ten liggen en op basis daarvan de subsidie aangevraagd. Maar dan ontstaat er een probleem. Er is nog steeds een flink financieel gat dat wij als bestuur zouden moeten dichten. En dat wordt heel lastig. Wij hebben dat niet begroot. Daarom hebben wij met de gemeente overlegd over de vraag of wij de subsidie die is toegekend aan SKOL naar eigen inzicht over de gebouwen mogen verdelen. Maar dat zou volgens de regels niet mogen. Erg jammer. Ik vind het een heel vervelende regeling, die door de politiek is bedacht zonder de materie goed te kennen. Een draak van een regeling! Leerkrachten, directeuren en medezeggen schapsraden hebben allemaal gelezen dat er geld is voor de
in lokalen hangen, maar de exploitatiekosten daarvan komen vervolgens jaarlijks terug en voor rekening van de school. Van Nuland: “Ook daar hebben wij geen dekking voor.”
Succes
Natuurlijk zijn er ook gemeenten en besturen waar ondanks de noodzaak zelf in de buidel te moeten tasten wel wordt doorgezet. De gemeente Westland is daarvan een voorbeeld. Samen met de gemeentelijke beleidsmedewerker onderwijsaccommodaties fungeerde Sjef Vissers, bovenschools manager facilitaire zaken bij de Westlandse Stichting Katholiek Onderwijs (WSKO), als trekker van het traject namens de drie plaatselijke schoolbesturen, geadviseerd door een gespecialiseerde marktpartij. “Samen hebben we er een succes van weten te maken”, zegt Vissers. “De gemeente heeft ruimhartig bijgedragen, Westland had een aantal jaren geleden al inge
‘a l s j e v o l l e d i g afhankelijk bent van de adviezen van i n s ta l l a t i e b u r e a u s , b e ta a l je de hoofdprijs’
Thermometer, CO2-sensor, luchtrooster en bedieningspaneel op de Eerste Westlandse Montessori-school in Monster.
aanpak van gebouwen en hebben daar hoge verwachtingen van. Wij zitten echt in een spagaat: veel geld bijleggen of de subsidie maar weer terug storten. Het is zonde om dat geld niet te gebruiken. Gelukkig is er uitstel tot volgend jaar. Wij zoeken nu naar ruimte in de begroting van 2011. Maar eigenlijk zouden we dat niet moeten willen: we zouden een signaal aan de politiek moeten geven dat we weer eens blij gemaakt zijn met een dode mus. Daar zit ik wel mee.” Zowel Schraven als Van Nuland wijzen nog op een ander probleem, in het verlengde van ‘wel dubbel glas maar geen vergoeding voor nieuwe kozijnen’. Je kunt volgens de regeling wel gesubsidieerde luchtbehandelinginstallaties
k a der prim a ir nov ember 20 10
zet op de verbetering van het binnenklimaat.” Voor in totaal twaalf gebou wen werden programma’s van eisen opgesteld en offertes aangevraagd bij vier verschil lende leveranciers van klimaatsystemen. Dit alles ter waarde van 1,2 miljoen euro aan energiebesparende en klimaatverbeterende maatregelen. Vissers specifieke des kundigheid was daarbij belangrijk. “Het gaat om pittige onderhandelingen. De directeuren hebben er de tijd en de kennis niet voor. De facilitaire hoek blijft vaak onder belicht in het onderwijs. Technologische ontwikkelingen gaan snel, dat kun je er niet zo maar even bij doen. Als je volledig afhankelijk bent van de adviezen van installatie bureaus, betaal je de hoofdprijs.” De feestelijke ondertekening van de contracten vond recent plaats, de werkzaamheden aan de lokalen gaan binnenkort van start. Het gekozen luchtbehandelingsys teem haalt 85 procent van de warmte die anders verloren >
35
36
advertentie
advertentie
achtergrond
i n n ovat i e f a a n b e st e d e n e n f i n a n c i e r i n g s m o g e l i j k h e d e n Slim aanbesteden en alternatieve vormen van financiering kunnen dienstbaar zijn bij het realiseren van nieuwbouw of het aanpassen van schoolgebouwen. Jan Schraven, AVS-adviseur huisvesting en verbonden aan het Service Centrum Scholenbouw, wijst op de mogelijkheid van publiek-private samenwerking. Binnen deze zogeheten pps-constructies is sprake van innovatief aanbesteden. In tegenstelling tot de traditionele manier van aanbesteden, waarbij marktpartijen gevraagd wordt te offreren naar aanleiding van een uitgebreid programma van eisen met vaak nog een uitgewerkt ontwerp en bestek, laat je bij innovatief aanbesteden veel meer ruimte aan de leverancier zelf om met oplossingen te komen. “Je laat de technische oplossingen over aan degene die daar verstand van heeft”, zegt hij. “Ik heb een probleem en jij zorgt voor de oplossing. Je stuurt volledig op het gewenste eindresultaat. Daarbij kun je afspreken dat je pas betaalt als de gekozen oplossing ook
echt blijkt te werken. Je wordt daarmee als school ontzorgd.” Diverse financieringsmodellen geven mogelijkheden om doelen op het gebied van scholenbouw te realiseren. Schraven: “Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat een gerealiseerde energiebesparing ook gebruikt wordt om de aanschaf van apparatuur te kunnen bekostigen. Je legt het risico neer bij de marktpartij. Een flinke stap verder gaat de Stichting Katholiek Onderwijs Leiden (SKOL) door zich te oriënteren op de samenwerking met een projectontwikkelaar die bereid is een school ‘bijna om niet’ te bouwen. Bovenschools manager Ton van Nuland: “De bedoeling is grondruil toe te passen, zodat de projectontwikkelaar woningen kan gaan bouwen. Wij krijgen daar een schoolgebouw op een andere plek voor terug.” Als het gaat om samenwerking tussen gemeente en scholen kan doordecentralisatie goed van pas komen. De gemeente geeft dan op basis van een overeenkomst
‘ m e t d e b e s pa r i n g o p d e s t o o k ko s t e n z o u d e e x p lo i ta t i e va n h et syst e e m g e f i n a n c i e r d moeten kunnen worden’
een jaarlijkse vergoeding aan de scholen, waarmee ze aan de slag kunnen met aanpassingen en verbeteringen van de gebouwen. Bij doordecentralisatie kan men de regels van de verordening buiten toepassing verklaren, waardoor scholen en gemeenten meer ruimte hebben om afspraken te maken. Denk bijvoorbeeld aan een doordecentralisatie waarbij de school een vast bedrag ontvangt voor het buitenonderhoud met daarbovenop een toeslag voor maatregelen voor verbetering van energieprestaties en binnenmilieu. Omdat de financiering van de gemeente over een langere periode is gegarandeerd, ontstaan voor de scholen ook meer mogelijkheden om ‘slim’ aan te besteden. Andere financieringsmogelijkheden zijn bijvoorbeeld nog sponsoring door bedrijven, instellingen, ouders en/of leerlingen, eigendom van installaties afstaan, huren, huur/kopen en outsourcen van installaties, eigendom van vastgoed afstaan en terug huren.
zou gaan weer terug. Met de besparing op de stookkosten zou de exploitatie van het systeem gefinancierd moeten kunnen worden, is de verwachting. Toch moeten ook deze schoolbesturen nog flink in de buidel tasten om de plan nen gerealiseerd te krijgen. “En dat is geen feest”, vindt ook Vissers, “wij hebben daar begrotingstechnisch niet op gerekend. Het grote manco van deze regeling is dat je zelf ook geld moet zien vrij te maken dat daarvoor eigenlijk niet bedoeld is.” Ondanks alle kritiek op de regeling blijft staan dat na uit voering toch 100 miljoen euro extra in het primair onder wijs terecht is gekomen. Schraven: “Daarmee is dan toch een flink aantal scholen geholpen. En hopelijk leidt het proces dat daarmee gepaard gaat ook tot bewustwording bij schoolbesturen dat met slimmere methoden van aanbe steden (zie kader) een beter resultaat valt te behalen.” _
meer weten? De ondertekening van het installatiecontract voor een luchtbehandeling systeem door drie Westlandse schoolbesturen met een gespecialiseerde markpartij en de gemeente. Midden vooraan Sjef Vissers van WSKO.
k a der prim a ir nov ember 20 10
AVS, Jan Schraven,
[email protected], www.scsb.nl , www.slimme-energie.nl (zie nieuwe versie Energiebesparingsverkenner voor utiliteitsbouw, EBVU) en www.senternovem.nl/frissescholen/publicaties/financieringsconstructies_frisse_scholen_in_de_praktijk.asp
37
achtergrond
‘scholen nemen het risico a anspr akelijk te worden gesteld Bewegen en sport op school is gezond. Dat weten we. Maar kinderen zitten nog steeds veel te veel en sporten te weinig, blijkt uit de nieuwste beweegcijfers van TNO. Meer dan de helft van de jeugd beweegt onvoldoende. De gevolgen: overgewicht en meer ernstige valongelukken. Dat dit anders moet, daar is iedereen het over eens. Er zijn allerlei initiatieven op dit gebied, maar ondertussen kampen veel basisscholen met een rudimentair probleem: ze hebben niet genoeg bevoegde leerkrachten voor gym.
tekst lisette blankestijn
Worstelen met
gym
Veel scholen sjoemelen, en laten ook niet-bevoegde leer krachten gymles geven, weet AVS-adviseur en helpdeskme dewerker Jos Kooij. “Ze nemen welbewust het risico dat ze aansprakelijk gesteld worden bij ongelukken.” Soms gebeurt dat ook. “Een directeur vertelde mij dat een leer kracht een gymles gaf aan groep 1-2. Daar is de bevoegdheid niet voor nodig, maar dat geldt alléén in het speellokaal! In dit geval kregen de kleuters les in het gymlokaal, waar alle wandrekken uit werden gezet. Een kind maakte een val, en de ziektekostenverzekering van de ouders stelde het school bestuur aansprakelijk voor de kosten.” De Koninklijke Vereniging van Leraren Lichamelijke Opvoe ding (KVLO) pleit al jaren in Den Haag voor meer middelen voor bewegingsonderwijs binnen het onderwijs, om tot drie uur bewegingsonderwijs te kunnen komen. Miriam Appelman van de KVLO: “In 2004 heeft de Tweede Kamer
38
de motie Rijpstra aangenomen waarmee iedereen instemde met drie uur bewegingsonderwijs op school. Helaas is deze motie nooit uitgevoerd, voornamelijk omdat er geen mid delen voor zijn gerealiseerd.” Appelman over de oorsprong van het tekort aan bevoegde gymleerkrachten: “Het programma van de pabo zat te vol en de kwaliteit van de lessen bewegingsonderwijs liet te wensen over. Al in 1998 kondigde het ministerie de wijzi ging in de bevoegdheidsregeling aan: bewegingsonderwijs voor de leerlingen van groep 3 tot en met 8 maakte geen deel meer uit van het standaardcurriculum van de pabo. Dit kreeg gevolgen vanaf 2005: afgestudeerde leerkrachten hadden geen bevoegdheid meer om gymles te geven aan groep 3 en hoger, behalve als ze de postinitiële leergang bewegingsonderwijs hadden gevolgd. De overheid heeft hier slecht over gecommuniceerd waardoor scholen er niet tijdig op konden anticiperen.”
bij ongelukken’ Zwaar
Scholen zoeken nog steeds allerlei oplossingen voor het tekort aan bevoegde leerkrachten. Eén oplossing is om leerkrachten de postinitiële leergang bewegingson derwijs laten volgen. “Zodra ze de cursus beginnen zijn ze bevoegd,” weet Kooij. Ook Appelman vindt dit een goede oplossing. “Het duurt maar drie blokken, binnen een jaar is het klaar. Maar juist jonge leerkrachten die net voor de klas staan, vinden het zwaar om zich meteen te moeten bijscholen en hebben niet altijd affiniteit met het vak bewegingsonderwijs.”
‘jonge leerkrachten vinden het zwaar om zich meteen te moeten bijscholen’
Scholen kunnen de lessen bewegingsonderwijs ook laten doen door een leerkracht van een andere groep, die wel de bevoegdheid heeft. Maar elkaars lessen overnemen is echt een tijdelijke oplossing, vindt Appelman. Kooij: “Het geeft veel onrust in de klas.” Appelman: “Het beste is natuurlijk als er één bevoegde leer kracht is die de motorische ontwikkeling van de leerling volgt. Vaak vinden juist de jonge leerkrachten die fysieke lessen leuk, en is het voor oudere collega’s soms zwaar om onderdelen voor- en mee te doen.”
Geld
Kabinet Rutte I streeft in het nieuwe regeerak koord naar meer sportlesuren in het onderwijs. Een licht puntje? Kooij: “Dan moeten ze daar wel extra geld voor vrijmaken, zodat scholen een vakleerkracht kunnen aan stellen.” Want die financiën vormen nou net het probleem. “Daarom is het probleem vooral op kleine scholen in plat telandsgemeenten groot,” weet Kooij. Appelman: “Het is moeilijk om een vakleerkracht te vinden voor een kleine aanstelling. Vaak is het handig als een bestuur op boven schools niveau een gymleerkracht aanneemt. >
Foto’s: Hans Roggen – met dank aan basisschool De Regenboog, die verder niet in het artikel voorkomt.
k a der prim a ir nov ember 20 10
39
achtergrond
s u b s i d i e s s p r o k k e l e n v o o r ta a l / rekenen én bewegen De Margarethaschool in Arnhem werkt sinds dit schooljaar met een nieuw onderwijsconcept, waarmee de school zowel extra inzet op reken- en taalonderwijs als op bewegingsonderwijs. Alle kinderen krijgen drie keer per week bewegingsonderwijs van een vakleerkracht, volgend jaar wordt dit zelfs vier keer. Directeur Ard op de Weegh: “Ik heb het team voorgesteld om de klassen met drie kinderen te vergroten en de gymlessen te laten verzorgen door een daardoor vrij geroosterde vakleerkracht. Dat beviel uitstekend. Ons nieuwe schoolconcept is wel een kostbare zaak, maar onze school heeft veel leerlingen uit een achterstandswijk, dat levert wegingsvoordeel op. En verder heb ik subsidies bij elkaar gesprokkeld: ik heb wat ‘Impuls-geld’ en het schoolbestuur en de gemeente springen bij. Die gelden hebben we nu handig ingezet.”
www.combifunctiesonderwijs.nl staat welke dat zijn. Het zijn namelijk de gemeenten die het geld moeten aanvra gen. Voor kleine gemeenten is zo’n aanvraag vaak lastig te realiseren, omdat ze een klein ambtenarenapparaat hebben.” Scholen met een idee, maar gelokaliseerd in een gemeente die niet tot een aanvraag overgaat, kunnen bij Dam terecht (
[email protected]). “Ik probeer zoveel mogelijk scholen met gemeenten om de tafel te krijgen.” Het zou heel mooi zijn als ook kinderen met een beperking meer zouden kunnen sporten, vindt Dam. “Eindhoven kent een prachtig voorbeeld. Leerlingen van een speciale school
‘c o m b i n a t i e f u n c t i o n a r i s s e n kunnen de leemte vullen bij het ontbreken van een gymleerkracht’
Of: geef niet bevoegde leerkrachten een aanstelling met vermindering van die negentig minuten gym. Die besparing kun je als schoolleider gebruiken voor een vakleerkracht.” Appelman wijst echter ook op de autonomie die scholen hebben als het gaat om gelden reserveren voor bewegings onderwijs. “De lumpsum kent geen geoormerkt geld voor bewegingsonderwijs, maar door de prioriteiten in de Kwali teitsagenda van het ministerie gaat veel aandacht uit naar basisvaardigheden rekenen en taal.”
Combinatiefuncties Een andere mogelijke oplossing: de combinatiefunctie. Eelco Dam, als AVS-adviseur betrok ken bij dit traject: “Een belangrijk doel van de ‘Impuls Brede scholen, sport en cultuur’ is het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen. Er is geld voor 2.250 combinatiefuncties, waarvan een groot deel voor sport bestemd is. Zo’n combinatiefunctionaris is in dienst bij één werkgever, maar werkt voor twee werkvel den. Zoals een gymleerkracht of onderwijsassistent die ook trainer bij een sportclub is.” Een combinatiefunctionaris in Bennekom zette bijvoorbeeld met twee basisscholen het zogenaamde ‘Pleinsporten’ op. Kinderen kunnen daar voor, tijdens en na schooltijd sporten op de schoolpleinen, in samenwerking met de sportverenigingen. De combinatie functionaris kent de scholen, de kinderen en de sportver enigingen. Dam: “Combinatiefunctionarissen leggen een link tussen school en naschoolse activiteiten, maar kunnen ook een leemte vullen die is ontstaan door het ontbreken van een vakleerkracht gym. Iemand is overdag bijvoorbeeld en aantal uur in de week vakleerkracht bewegingsonder wijs en werkt in de avonduren bij een sportvereniging.” Dam vervolgt: “De gelden voor de combinatiefuncties worden in vier tranches verdeeld. We zitten nu in de laat ste tranche, de kleine gemeenten zijn aan de beurt. Op
40
maken drie weken kennis met diverse sportverenigingen. Daarna kan een leerling lid worden. De leerlingen en hun ouders worden begeleid door een leerkracht annex combinatiefunctionaris die in dienst is van Sportformule Eindhoven, onderdeel van de gemeente Eindhoven. Deze leerkracht gaat de eerste trainingen mee en volgt de leer lingen ook daarna bij de sportverenigingen. Voor de leerlin gen is het vertrouwd om hun leerkracht van school óók bij de vereniging tegen te komen. Dit soort initiatieven vind ik, zeker in het kader van Passend onderwijs, helemaal fantastisch.”
Naschools aanbod De kerndoelen op het gebied van bewegingsonderwijs zijn summier. Samengevat:
advertentie
leerlingen moeten de hoofdbeginselen van de belangrijk ste bewegings- en spelvormen leren, en leren respectvol met anderen aan bewegingsactiviteiten deel te nemen. En dat in twee keer 45 minuten per week. Appelman vindt dit te karig. De KVLO wil naast drie uur bewegingsonderwijs per week ook twee uur bewegen bewerkstelligen via een door school geregeld naschools sportaanbod. Appelman: “En de lessen moeten intensief zijn, met zoveel mogelijk beweging: in kleine groepjes, meerdere activiteiten. Zodat de kinderen zo min mogelijk in een rij staan te wachten. In brede scholen zie je vaak een sportcoördinator die deze taak op zich heeft genomen, in samenwerking met bijvoor beeld sportverenigingen, kinderopvang of welzijnswerk. Deze sportcoördinator kan de vakleerkracht zijn die extra uren heeft om deze opdracht uit te voeren. Deze uren wor den vaak vergoed vanuit de bredeschoolgelden. Maar het kan ook de combinatiefunctionaris zijn.” Appelman vindt dat de school moet zorgen voor maximale ontplooiing van kinderen. “En dat geldt niet alleen voor het cognitieve deel van het kind.” _
schoolsportclubs Basisschool ’t Koggeschip in Amsterdam is de ‘Sportiefste basisschool van Amsterdam 2009’. Directeur Suzan Baldinger: “Alle kinderen krijgen twee keer per week bewegingsonderwijs van twee vakleerkrachten. Daarnaast kunnen kinderen na schooltijd lid worden van schoolsportclubs en in de inpandige sporthal lessen volgen in bijvoorbeeld judo of taekwondo. Deze lessen worden gegeven door combinatiefunctionarissen: trainers van de sportverenigingen in de buurt. In het kader van brede talentontwikkeling laten we alle kinderen binnen reguliere lessen bewegingsonderwijs kennis maken met specifieke sporten, die we vervolgens ook na schooltijd aanbieden. Hiermee proberen we de uiteindelijke overstap naar de sportclub of -vereniging makkelijker te maken. We werken hierin samen met de gemeente Amsterdam, die bekostigt een deel van de coördinatie, waarvoor een van onze vakleerkrachten een aantal uur per week is vrij geroosterd. Daarnaast hebben we extra aandacht voor kinderen met motorische achterstanden of overgewicht en obesitas. Voor die laatste groep start in januari een speciaal naschools beweegaanbod, vergoed door zorgverzekeraars.
meer weten? • w ww.kvlo.nl (Onderwijs > BO > Brochure bewegings onderwijs in het primair onderwijs). In januari 2011 verschijnt een brochure over combinatiefuncties onderwijs en sport (Jan Luitingfonds/KVLO). • w ww.3plus2.nl • w ww.combifunctiesonderwijs.nl ,
[email protected] • w ww.sportbewegenenonderwijs.nl
k a der prim a ir nov ember 20 10
41
42
advertentie
advertentie advertentie
politieke column
Politici laten in Kader Primair hun licht schijnen op de gebeurtenissen in onderwijsland. Deze maand het woord aan Manja Smits, woordvoerder Onderwijs namens de SP in de Tweede Kamer.
Foto: Bas Stoffelsen/SP
de belofte van het enthousiasme Elke week breng ik een dag door op school. Iedere week zijn die bezoeken inspirerend en leerzaam. Bijna altijd tref ik enthousiaste mensen die met passie voor de klas staan of leidinggeven aan een school. Dat geeft de burger moed. Dat enthousiasme voor onderwijs lijkt ook aanwezig te zijn bij politici. In de verkiezingscampagne vond iedereen het onderwijs ontzettend belangrijk. Het nieuwe kabinet zegt onderwijs te sparen bij de grote bezuinigingsoperaties en heeft de mond vol over de professionaliteit van de mensen in de scholen. De liefde die het nieuwe kabinet uit is echter niet wederzijds. In de krant las ik dat slechts 5 procent van de mensen in het basisonderwijs vertrouwen heeft in het nieuwe kabinet. Staatssecretaris Zijlstra is nog erg onbekend en dus hebben weinig mensen een oordeel over hem. Minister Van Bijsterveldt was al jaren staatssecretaris en zij komt er minder goed vanaf: ruim een derde van de leerkrachten en schoolleiders had haar liever zien vertrekken en slechts 8
procent vertrouwt haar. Dat is geen prettige start voor een minister die zegt dat haar hart bij het onderwijs ligt. Kennelijk prikken leerkrachten en schoolleiders door de mooie woorden heen. Er wordt namelijk netto niet geïnvesteerd in het onderwijs. Op veel plekken wordt zelfs fors bezuinigd. Het basisonderwijs moet sinds vorig jaar al 90 miljoen euro inleveren op bestuur en management. Iedereen in de scholen weet dat dit niet gaat werken. Op veel plekken zit zo weinig overhead, dat het wel ten koste móet gaan van de situatie in de klas. De PO-Raad schreef al dat met zo’n grote bezuiniging het onderwijs zelf ook een knauw zou krijgen. De eerste gevallen van klassenvergroting en het schrappen van remedial teaching zijn ondertussen al bekend. Dat wordt dus harder werken. Helaas staat daar geen hoger salaris tegenover. Sterker nog, de leerkrachten worden weer op de nullijn gezet. Opnieuw blijven de salarissen in het onderwijs achter bij die in andere
o p e r a t i e ‘ pa s s e n d o n d e r w i j s ’ k a n n u officieel de naamsverandering aanvragen e n v o o r ta a n d o o r h e t l e v e n g a a n a l s o pe rat i e ‘ k n e ll e n d o n d e rw i j s ’
k a der prim a ir nov ember 20 10
sectoren. Deze twee maatregelen waren al ingezet onder de vorige regering en worden bevestigd door de nieuwe club. Nieuw is de 300 miljoen euro die weggaat bij zorgleerlingen. Operatie ‘Passend onderwijs’ kan nu dus officieel de naamsverandering aanvragen en voortaan door het leven gaan als operatie ‘Knellend onderwijs’. Meer zorg voor minder geld. De minister vraagt, de scholen moeten draaien. Niet alle voorstellen van het nieuwe kabinet zijn slecht, dan zou ik ze echt tekort doen. Er wordt ingezet op bijscholing voor leerkrachten, betere opleidingen en op het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Prima maatregelen, maar wel zuur dat het onderwijs er zelf voor moet betalen. Een sigaar uit eigen doos dus. In de Tweede Kamer ben ik de laatste jaren veel in debat geweest met staatssecretaris Van Bijsterveldt, nu minister. Een overeenkomst met de mensen in het onderwijs heeft ze zeker. Als Van Bijsterveldt praat over het onderwijs gaan haar ogen twinkelen en praat ze er met passie over. Het heeft iets weg van de passie die ik bij veel leerkrachten zie, die praten over hun leerlingen. Maar deze overeenkomst maakt het verschil tegelijk pijnlijk duidelijk. Waar de leerkracht de leerling iets meegeeft, pakt de nieuwe minister het onderwijs iets af. Enthousiasme is goed, beloftes waarmaken nog beter. _
43
Van de AVS
AVS Helpdesk – Vraag van de maand Wat zijn de regels omtrent huisartsbezoek en dergelijke onder werktijd? tekst harry van soest
Soms valt er voor personeelsleden niet aan te ontkomen dat onder werktijd een bezoek gebracht moet worden aan de huisarts, tandarts, fysiotherapeut of het ziekenhuis. De CAO-PO kent hiervoor geen regeling. Het is zaak van het bestuur om hierop beleid te formuleren, het zogenoemde verzuimbeleid. In het beleid kan worden opgenomen dat dit soort bezoeken zoveel mogelijk buiten werktijden moeten worden opgenomen. Het beleid dient voor instemming aan de (G)MR voorgelegd te worden. Van personeelsleden mag verwacht worden dat zij rekening houden met de werktijden om (vervolg)afspraken te maken. Bijvoorbeeld: een personeelslid heeft een afspraak om 10.00 uur in het ziekenhuis. De werkgever dient dit verlof te verlenen als dat samenvalt met de te verrichten werkzaamheden. Kosten voor vervanging zijn niet bij het Vervangingsfonds te declareren.
n at i o n a l e o n d e r w i j s tentoonstelling 2011
AVS op de NOT Van 25 t/m 29 januari 2011 vindt in de Jaarbeurs in Utrecht de NOT weer plaats. De NOT is dé vakbeurs voor onderwijsprofessionals. Ruim 450 exposanten brengen u het nieuwste van het nieuwste uit de markt. Congressen en workshops zorgen voor een hoog kennisgehalte. De AVS is ook aanwezig op de NOT. Uiteraard zijn er in de stand weer leuke activiteiten, is er lekkere koffie en zijn veel prijzen te winnen. De medewerkers van de AVS Helpdesk zijn dagelijks aanwezig en ook de adviseurs van AVS zijn regelmatig te vinden in de stand. Nog geen toegangskaarten voor de NOT? Met de link op www.avs.nl kunt u zich registreren en ontvang u een gratis toegangskaart. Volg ook de activiteiten van AVS op de NOT via de website. Bekijk het workshop- en congresprogramma van de NOT op www.not-online.nl .
44
Gaat het om een bezoek aan de huisarts of andere instantie voor hun partner, kind of ouder, dan is het wel geregeld in de CAO PO en valt het onder artikel 8.8 (overig kort buitengewoon verlof (imperatief )). Hiervoor geldt dat maximaal twee keer de arbeidsduur binnen een termijn van twaalf maanden opgenomen kan worden. Bijvoorbeeld: een leerkracht heeft een werktijdfactor gelijk aan twee dagen werken. Binnen een termijn van twaalf maanden kan de betrokkene dan maximaal 2 x 2 dagen verlof opnemen = 4 dagen. Gaat de eerste keer op 10 november 2010 in, dan geldt de termijn van twaalf maanden tot 10 november 2011. Leden van de AVS kunnen de Helpdesk bellen met uiteenlopende vragen over vakgerelateerde zaken en hun eigen rechtspositie. Iedere maand wordt één vraag beantwoord in Kader Primair. De AVS Helpdesk is alle werkdagen bereikbaar van 9.00 tot 17.00 uur via tel. 030-2361010 of
[email protected]. Vermeld altijd uw lidmaatschapsnummer wanneer u contact opneemt met de helpdesk. Veelgestelde vragen en antwoorden daarop staan ook op www.avs.nl/helpdesk.
p u b l i c at i e
Maak duurzame school ontwikkeling werkelijkheid! Elke school een TOPschool, het meesterlijke boek geschreven door professor David Hopkins, is in de Nederlandse vertaling door senior AVS-adviseur Jos Hagens verkrijgbaar bij de AVS. Het boek maakt duidelijk dat duurzaamheid alleen realiseerbaar is als scholen hun ontwikkeling in eigen hand nemen. Niet in een geïsoleerde situatie, maar in een systeembrede beweging. Zelfs scholen in de meest uitdagende omstandigheden kunnen verbeteren; de aanpak daarvoor is zowel bekend als algemeen bruikbaar. Het boek biedt veel praktische aangrijpingspunten voor schoolontwikkeling die wél gaat leiden tot opbrengsten, voor zowel leerlingen, leerkrachten, team als de schoolleider. Elke school een TOPschool (2008) is uitgegeven door en te bestellen bij de AVS via www.avs.nl/vereniging/ publicatiesenproducten.
avs ledenr a a d
congres
Ledenraad bespreekt onderwijs politiek en interne zaken
Verbindend leiderschap titel 16e AVS-congres
Op 6 en 7 oktober kwam de ledenraad van de AVS voor het eerst in dit schooljaar bijeen in Epe. Ditmaal om ontwikkelingen binnen de AVS en de onderwijspolitiek door te spreken. Ook de gebruikelijke huishoudelijke en administratieve handelingen stonden op de agenda.
Op 18 maart 2011 vindt in het NBC in Nieuwegein het jaarlijks AVS-congres plaats. De titel van het congres is: ‘Verbindend leiderschap’.
Zo werd het financieel jaarverslag 2009 van de AVS goedgekeurd en volgden presentaties en meningsvorming diverse zaken. De ledenraad vindt onder meer dat het regeerakkoord leidt tot een verdere verschraling van het onderwijs en dat de toetstendens om het onderwijs af te rekenen op resultaat gestopt moet worden. Verder adviseert de ledenraad de Nederlandse Schoolleiders Academie (NSA) om de eisen voor registerdirecteur onderwijs (RDO) stringenter te hanteren en stemt de raad volledig in met de lijn die het AVS-bestuur heeft gekozen om schoolleiderschap op de Europese politieke agenda te krijgen én te behouden. Ook steunt de raad de ontwikkelingen via de European Schoolheads Association (ESHA) en het initiatief om over twee jaar een wereldconferentie te organiseren, waarin veldinitiatief ter verbetering van onderwijs wereldwijd centraal zal staan. De ledenraad nam bovendien afscheid van Ger de Vos als secretaris. Als nieuwe secretaris werd unaniem Rick Matser (zie foto) uit Assen gekozen. Matser zal, naast Peter van Eijk (voorzitter) het dagelijks bestuur van de ledenraad vormen. De ledenraad is onderbemenst, maar intussen hebben zich drie nieuwe kandidaten gemeld die in aanmerking komen om de twee lege plaatsen te bezetten. De ledenraad hoopt per december 2010 weer voltallig Foto: Gerard Helt te zijn. Vragen of suggesties over het beleid van de AVS kunt u kwijt bij de secretaris van de ledenraad via
[email protected] .
uw persoonlijke gegevens
Mijn AVS AVS-leden kunnen sinds kort hun persoonlijke gegevens inzien en ook wijzigen via Mijn AVS. Bijvoorbeeld een nieuw adres na verhuizing, een nieuw telefoonnummer of gewijzigd e-mailadres. Ga voor Mijn AVS naar www.avs.nl/mijnavs. De volgende gegevens zijn nodig om te kunnen inloggen: achternaam, geboortedatum en lidmaatschapsnummer.
Centraal in het programma staan de taken en verantwoordelijk heden van de schoolleider in een sterk veranderende samenleving, met alle consequenties die daarbij horen. Consequentie voor het personeelsbeleid, de plaats van de school in de wijk, maar ook bijvoorbeeld de bouwkundige kwaliteit van schoolgebouwen. Een van de keynote speakers is inspecteur-generaal onderwijs Annette Roeters, die onlangs als vijfde eindigde in de ‘Top-100 van machtige vrouwen’ van Opzij (categorie onderwijs & wetenschap). Bij Kader Primair 4, die in december verschijnt, treft u het volledige programma aan en de mogelijkheid tot inschrijven. Bij Kader Primair 4, die in december verschijnt, treft u het volledige programma aan en de mogelijkheid tot inschrijven.
regionale ‘roadshows’
AVS praat met leden over nieuw regeerakkoord en andere actualiteiten De AVS gaat met haar leden in gesprek om hun mening te horen over een aantal actuele onderwerpen, zoals het regeerakkoord, sectorontwikkelingen – onder meer de mogelijke samenwerking met de PO-Raad –, Passend onderwijs en de ontwikkelingen rond de CAO-PO. De AVS organiseert daartoe regionale bijeenkomsten, verspreid over het land. AVS-voorzitter Ton Duif en andere bestuursleden zullen daarbij aanwezig zijn. De bijeenkomsten vinden plaats van 17.00 tot 19.00 uur, om zoveel mogelijk leden de gelegenheid te geven mee te praten. Voor een broodje wordt gezorgd. De AVS hoopt u te verwelkomen tijdens een van deze avonden onder voorbehoud van het aantal aanmeldingen: • dinsdag 16 november in Buitensociëteit Zwolle • donderdag 18 november in Aristo zalencentrum Eindhoven • maandag 29 november in Aristo zalencentrum Utrecht • dinsdag 30 november in Van der Valk-hotel Stein in Urmond (Zuid‑Limburg) • donderdag 2 december in Aristo zalencentrum Amsterdam • donderdag 9 december in Engels Grandcafé/zalen Rotterdam Aanmelden: AVS, Annette Snijders,
[email protected] .
k a der prim a ir nov ember 20 10
45
School for Leadership Raadpleeg voor inhoudelijke omschrijvingen, overige opleidingen en trainingen, maatwerk en meer informatie de AVS Professionaliseringsgids 2010/2011 of kijk op www.avs.nl/professionalisering/schoolforleadership/ openaanbod. Inschrijven via
[email protected]
Trainingen & opleidingen December 2010 Opleiding/training
Data
Trainer/adviseur/contactpersoon
• Leidinggeven aan bovenschoolse en complexe organisaties (Sturen op kwaliteit/visitatie)
2 en 3 december
Thelma Sweijen
• Toekomstgericht leiderschap in een lerende school
9 december
Bob Ravelli
• Leidinggeven aan bovenschoolse en complexe organisaties (slotdag opleiding 2009/2010)
10 december
Thelma Sweijen
• Interim management, iets voor u? (start opleiding; intakes)
14, 15 of 16 december
Tom Roetert en Hans van den Berg
• Minileergang Middenmanagement
15 december
Bob Ravelli
Data
Trainer/adviseur/contactpersoon
Januari 2011 Opleiding/training • Resultaatgerichte sollicitatiegesprekken
11 januari
Magda Snijders
• Strategieontwikkeling in het onderwijs
13 en 14 januari
Carine Hulscher-Slot en Thelma Sweijen
• Toekomstgericht leiderschap in een lerende school
13 januari
Wiel Botterweck
• Neurolinguïstisch programmeren (slotdag)
14 januari
Maartje Alma
• Oriëntatie op management (start)
19 januari
Magda Snijders
• Minileergang Middenmanagement
19 januari
Bob Ravelli
• Interne begeleiding en de functiemix (start)
20 januari
Magda Snijders
• Interim management, iets voor u? (start)
20 en 21 januari
Tom Roetert en Hans van den Berg Tom Roetert
• Meesterlijk coachen 2010-2011
20 en 21 januari
• Persoonlijke presentatie en profilering (met o.a. kleurenanalyse)
20 en 21 januari
Maartje Alma
• Timemanagement (start)
25 en 26 januari
Magda Snijders
• Human Dynamics (deel 1)
27 en 28 januari
Roelf Willemstein
(onder voorbehoud)
Tweedaagse | Nieuw!
Strategieontwikkeling in het onderwijs Deze tweedaagse is gericht op het vergroten van uw strategische denkvermogen. U maakt kennis met theorieën over strategie ontwikkeling (in het onderwijs) en leert ze toe te passen op uw strategische vraagstukken. Bijvoorbeeld: hoe vorm ik een visie op de toekomst van mijn organisatie? Met welke informatie en gegevens moet ik rekening houden? Hoe kom ik tot strategische keuzes?
46
Doelgroep: directieleden, bovenschools managers en bestuurders Data: 13 en 14 januari 2011 Uitvoering: Carine Hulscher-Slot en Thelma Sweijen Kosten: leden t 990 / niet-leden t 1.240
Twee eendaagsen
Resultaatgerichte sollicitatiegesprekken Een gedragsgericht (of ervarings- of criteriumgericht) interview is één van de methodes die ondersteuning kan bieden in het werving- en selectieproces en bij het beoordelen van medewerkers. Deelnemers leren hoe deze gestructureerde interviewtechniek is opgebouwd en hoe die kan worden ingezet om competenties van (kandidaat)medewerkers te analyseren. De focus ligt op de oefening van de techniek in beoordelingssituaties. Hierbij wordt de structuur van het criteriumgericht interview, STAR(T), verbonden aan de beoordelingssituaties van de deelnemers. Ook portfolioontwikkeling, een krachtig instrument om intern kennis te delen, komt aan bod. Na de cursus kunnen deelnemers met behulp van
verschillende interviewtechnieken gerichter kandidaten te selecteren, zijn zij een sterkere partij bij werving- en selectieprocessen en beter in staat de beoordeling van medewerkers te stroomlijnen. Doelgroep: (bovenschools) leidinggevenden in het onderwijs die betrokken zijn bij de werving en selectie en/of het beoordelen van het functioneren van medewerkers. Data: 11 januari en 9 maart 2011 Uitvoering: Magda Snijders Kosten: leden t 690 / niet-leden t 890
Twee dagen en een persoonlijk loopbaanadvies
Interne begeleiding en de functiemix Door veranderingen in het functiebouwwerk komen de taken van de intern begeleider (ib’er) meer en meer naar voren. Van begeleiden, coördineren en verwijzen van leerlingen tot het meedenken met onderwijsvernieuwingen, het voeren van overleg met mensen uit diverse disciplines en het lid zijn van het managementteam. De ontwikkeling van deze middenkaderfunctie stelt steeds hogere eisen aan de ib’er. Maar heeft hij of zij wel het werk- en denkniveau dat de functie in de toekomst vraagt? Heeft hij/zij de leidinggevende competenties die het onderwijskundige leiderschap vraagt en voldoende analytisch vermogen om een diagnose te kunnen stellen bij
de pedagogische (en andere problemen) van leerlingen? Via deze training is het mogelijk uit te zoeken of deelnemers de capaciteiten hebben voor deze functie in ontwikkeling. Doelgroep: intern begeleiders die zich willen ontwikkelen van ‘ leerkracht met een taak’ naar een medewerker met een volwaardige ib-functie en leerkrachten met ambitie voor interne begeleiding. Data: 20 januari en 24 maart, loopbaangesprek 14 april 2011 Uitvoering: Magda Snijders e.a. Kosten: leden t 950 / niet-leden t 1.150
Het belang van de eerste elf seconden | Eendaagse met avondprogramma
Persoonlijke presentatie en profilering U ervaart hoe u overkomt op anderen, wat daarvan de ‘oorzaak’ is en hoe u dat kunt veranderen. Door inzicht in omgangsvormen weet u op de juiste manier met mensen om te gaan. Dit maakt uw werk niet alleen gemakkelijker maar ook plezieriger. U krijgt ook inzicht in uw eigen houding en uitstraling. U leert uzelf presenteren op een manier die bij u past. Dat kan bij presentaties zijn, waarbij u voor een groep staat, in contacten met zakelijke partners, tijdens het vergaderen met medewerkers of het voeren van functioneringsgesprekken, et cetera. Er wordt gebruik gemaakt van diverse
werkvormen, zoals presentaties, video, praktische oefeningen en een kleurenanalyse. Doelgroep: leidinggevenden die hun persoonlijke effectiviteit willen vergroten. Datum: 21 januari 2011 Uitvoering: Maartje Alma Kosten: leden t 449 / niet-leden t 549
meer informatie, inschrijven en maatwerk Kijk voor meer informatie en inschrijven op www.avs.nl/ professionalisering/schoolforleadership/openaanbod of mail naar
[email protected] . Wilt u een training op maat voor uw organisatie of team? Neem dan contact op met de AVS, Ellen de Jong,
[email protected] .
k a der prim a ir nov ember 20 10
47
tenslotte _ Voor teerd u geselecteerd voor u geselec
tr aining p u b l i c at i e website cursus l e spa k k e t congres richtlijn conferentie diversen handleiding symposium i n fo r m at i e va ri a voor: basisonderwijs
voor: primair onderwijs, expertisecentra en voortgezet onderwijs van: Inspectie van het Onderwijs wat: brochure
Risicoanalyse Sinds 2008 voert de Inspectie van het Onderwijs voor alle scholen en onderwijssoorten ten minste eenmaal per jaar een risicoanalyse uit, met als doel te bepalen op welke scholen het nodig is een onderzoek naar de kwaliteit te doen (risicogericht onderwijstoezicht). De achtergrond, inhoud en werkwijze van de risicoanalyse is in een nieuw uitgekomen brochure beschreven. Meer informatie: www.onderwijsinspectie.nl
van: Europees Platform wanneer: 17 november waar: Amersfoort
voor: alle sbo-scholen
wat: studiemiddag
van: SBOwerkverband wanneer: 12 november
eTwinning ‘meets’ vroeg vreemde talenonderwijs Op zoek naar een schoolpartner in het buitenland om de lessen Engels nog leuker te maken? Of een digitale project doen in een andere taal? Tijdens de studiemiddag ‘Leer Engels met je Europese klasgenootjes’ staat eTwinning centraal: een virtuele internetgemeenschap of online community voor scholen in meer dan dertig Europese landen. Naast presentaties en workshops is er een ‘EHBO-desk’ voor technische vragen. Zie www.europeesplatform.nl .
voor: organisaties betrokken bij (de toekomst van) het onderwijs en de opvang van kinderen van 0 tot 12 jaar van: Regiegroep Sterrenschool wanneer: 10 november (Amersfoort), 17 november (Leeuwarden en Eindhoven), 24 november (Amsterdam en Zutphen) wat: regionale bijeenkomsten
waar: Jaarbeurs Utrecht wat: congres
Grip houden op de ‘standaard’ voor Passend onderwijs Veel sbo-scholen vragen zich af: ‘Wat is de plek van mijn school binnen mijn samenwerkingsverband, hoe behoud of verwerf ik een zinvolle rol in mijn regio en hoe bewaak ik de opgebouwde expertise?’ Aan bod komen thema’s uit de referentiekaders (zoals onderwijszorgprofielen, toewijzing zorgmiddelen en professionalisering eigen medewerkers) en de manier waarop deze in de driehoek SBO-SWV-SO besproken kunnen worden. Meer informatie en inschrijven: www.sbowerkverband.nl
voor: leerkrachten, schoolbesturen, bovenschools
management en schoolleiders van: Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) waar: Bijlmer Parktheater, Amsterdam Zuidoost
Miniconferenties Sterrenschool 2.0 Over hét innovatieve onderwijsconcept voor een integraal kind centrum. Een school waarin basisonderwijs en kinderopvang zijn geïntegreerd tot één cultuur, het hele jaar open, met een spilfunctie in de buurt en academici en vakspecialisten in dienst. De bedenkers willen hiermee een hogere onderwijs kwaliteit (vijfsterrenonderwijs) leveren voor het huidige budget. Toonaangevende sprekers, mensen uit de praktijk en pioniers vertellen over hun ervaringen. Aanmelden: www.vanbeekveldenterpstra.nl (zie agenda). Meer informatie: www.desterrenschool.nl
48
wanneer: 14 december wat: congres
Leiderschap en diversiteit Om diversiteitsbeleid te ontwikkelen is er behoefte aan management en leiders die binnen- en buitenschools innovatief en verbindend kunnen opereren. Al het potentieel aan professionals is nodig om de vacatures te vullen en de onderwijskwaliteit te borgen. Het congres schetst een actueel beeld van de manier waarop het onderwijsveld bezig is met diversiteitsbeleid. Met goede praktijkvoorbeelden en initiatieven uit het buitenland. Inschrijven: www.onderwijsarbeidsmarkt.nl/ congresdiversiteit
boekbespreking voor: onderwijs van: Scholen met Succes in samenwerking met de Educatieve Stad wanneer: 19 november waar: Haarlem, theater Philharmonie wat: symposium
Schoolprofilering en -succes De meest succesvolle (school)organisaties onderscheiden zich door een eigen identiteit, een sterke cohesie tussen de medewerkers en een groot leervermogen. Het symposium geeft inzicht in de mogelijkheden bij het ontwikkelen van een eigen schoolprofiel. Met vraagstukken als het belang van een eigen identiteit, een turbulente marktomgeving en het kwaliteitsoordeel van de inspectie. Aanmelden: www.scholenmetsucces.nl/symposium
voor: primair onderwijs en speciaal (basis)onderwijs van: Aloysius Stichting Onderwijs & Jeugdzorg i.s.m. CEDgroep en OBA MileStones wat: E-planner
E-planner voor ontwikkelings perspectief Met de E-planner kunnen scholen op een eenvoudige manier leerprestaties van leerlingen (digitaal) vastleggen en vertalen naar uitstroombestemmingen. Het systeem geeft ook de data die nodig zijn om voor elk kind een passend arrangement op te stellen. Een werkgroep is aan de slag met het doorontwikkelen van de E-planner voor gebruik in het vo/vso. Meer informatie: René Schreurs,
[email protected] of tel. 0475-583242
voor: directeuren en bestuurders po en vo van: CPS wanneer: 24 november waar: Amersfoort wat: conferentie
Betere leerprestaties? Mét ouders kom je verder! Ouderbetrokkenheid heeft een positief effect op de leerprestaties en ontwikkeling van leerlingen en op de kwaliteit van het onderwijs. Het centrale thema van deze conferentie is hoe ouderbetrokkenheid op school- en bovenschools niveau kan worden gestimuleerd. Met onder andere een debat, onder leiding van Bas Westerweel. Meer informatie: www.cpsacademie.nl
k a der prim a ir nov ember 20 10
va n ‘g e w o o n g o e d ’ n a a r ‘g e w e l d i g ’ Het boek ‘Good to Great’ van Jim Collins is een must voor schoolleiders, want als geen ander is de schoolleider bij machte om de school, de organisatie en vooral zichzelf eens tegen het licht te houden en kritisch te kijken of er (op elementen) vooruitgang haalbaar is. tekst eugène hansen, avs
Zo’n exercitie naar vooruitgang kan tot opmerkelijke conclusies leiden. Collins werkt hierbij uitstekend als spiegel en dat is verfrissend. Het boek beschrijft een aantal tastbare voorwaarden om met een (school)organisatie ‘geweldig’ te (gaan) presteren in plaats van ‘gewoon goed’: • Niveau-5-Leiderschap: persoonlijk bescheiden leider maar extreem resultaatgericht, doortastend, vastberaden en ambitieus ten aanzien van de organisatie. • Eerst wie dan wat: Bij verandering krijgt de selectie van de juiste en beste mensen voorrang boven de visie of strategie. Zet de beste mensen op de grootste kansen (niet op de grootste problemen). • Feiten/tegenslagen onder ogen zien en nooit het vertrouwen verliezen: Creëer een werkcultuur van waarheid en werkelijkheid, ook bij tegenvallers. Een omgeving waarin vragen stellen, dialoog en analyse de toon bepalen. En ondertussen een rotsvast vertrouwen in de toekomst. • Het ‘egel’model: De essentie zien en de rest negeren. Ga daarbij uit van: waar bén je daadwerkelijk de allerbeste in, waar verdien je aan en waar ligt je passie? • Discipline: Creëer een cultuur van vrijwillige discipline. Binnen heldere grenzen krijgen mensen vrijheid en verantwoordelijkheid. • Technologische versnellers: Technologie is belangrijk, onder steunend en versnellend, maar nooit de basis voor een (nieuwe) visie. • Vliegwiel: Door langdurig in één richting te bewegen, consequent en stap voor stap alle relevante fases door te werken en flink door te zetten, komt het vliegwiel van ‘goed’ naar ‘geweldig’ in beweging. Dit alles zónder revolutionaire doorbraak, het bewust managen van de verandering of het extra motiveren van medewerkers. Als je als schoolleider of bestuur deze handzame voorwaarden van Collins vertaalt in concrete acties en keuzes voor jezelf en de school(organisatie), komt het vliegwiel van ‘gewoon goed’ naar ‘geweldig’ vanzelf in beweging. Good to Great, Jim Collins, Nederlandstalige paperback, 18e druk/2010, ISBN-13: 9789047093848 Alle eerder verschenen boekbesprekingen zijn terug te vinden op www.avs.nl/vereniging/ publicatiesenproducten/kaderprimair/ boekbesprekingen.
49
50
advertentie
advertentie
advertentie k a der prim a ir nov ember 20 10
51
52
advertentie
advertentie
ACTIE!
Maak een collega AVS-lid en verdien uw contributie terug! Kent u collega-schoolleiders in het (speciaal) basis-, voortgezet en speciaal onderwijs die nog geen AVS-lid zijn? Laat deze (adjunct-)directeuren, locatieleiders, middenmanagers of bovenschools managers/ bestuurder dan kennismaken met de AVS! Als u als AVS-lid nieuwe leden aanbrengt, ontvangt u een oplopende korting op het persoonlijk deel van uw eerstvolgende contributie. Bij één nieuw lid ontvangt u 10 procent korting, bij twee leden 25 procent, bij drie leden 45 procent, bij vier leden 70 procent en bij vijf nieuwe leden zelfs 90 procent! Meer informatie: www.avs.nl/vereniging/lidworden
goed onderwijs door goed management postadres Postbus 1003 3500 BA Utrecht telefoon 030 2361010 fax 030 2361036 e-mail
[email protected] internet www.avs.nl
goed onderwijs door goed management
De Algemene Vereniging Schoolleiders (AVS) is de actieve belangen- en beroepsorganisatie voor alle leidinggevenden in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs. Voor meer dan 5.400 schoolleiders, bovenschools managers, adjunct-directeuren en locatieleiders verzorgen we belangenbehartiging, landelijke vertegenwoordiging, juridische hulp, beroepsondersteuning, scholing, collegiale netwerken en actueel en betrouwbaar vaknieuws. Goede scholen hebben altijd één ding gemeen: een goede leidinggevende.