De Molenaar STICHTING
Z O R G C O M B I N AT I E
D e ce mbe r 2014
Winter
SZMK | December 2014
Kerstmis Alles voor een geslaagde kerst. Voor mij ligt een folder van een supermarkt. Met daarin allerlei luxe maaltijden, die je kant-en-klaar kunt kopen, zodat het honderd procent zeker een geslaagd kerstdiner zal worden. Op de foto’s zie ik fraai gedekte tafels, prachtige kerstbomen en natuurlijk gelukkige families in feestelijke kleding. December heet niet voor niets de feestmaand. Maar is december wel echt zo feestelijk? Natuurlijk kent de maand december een opeenvolging van feesten, Sinterklaas, Kerstmis, Oud en Nieuw. Maar toch is het niet voor iedereen alleen maar feest. December is ook de maand waarvan veel mensen hopen dat die maar snel voorbij mag zijn. Waarin de dagen kort zijn en de nachten lang en waarin verdriet en gemis vaak nog harder gevoeld worden dan in andere maanden. Daarbij komt nog een nieuw fenomeen, kerststress. Stress die ontstaat doordat we er mooi uit willen zien, cadeautjes willen kopen, streven naar een harmonieus samenzijn met familie, kortom dat alles zo perfect mogelijk moet zijn, het liefst net zoals op de foto’s in de tijdschriften. Vaak is dat een bijna onmogelijke opgave, waar veel mensen behoorlijk gestrest van raken. En die stress uit zich dan in vermoeidheid en frustratie, niet bepaald de juiste ingrediënten voor een geslaagde kerst. Ik denk dat het misschien juist de kinderen zijn die het meest onbevangen van Kerstmis kunnen genieten. De lichtjes in de boom, glinsterende kerstballen, brandende kaarsen, lekker eten met je mooiste kleren aan. Kinderen hebben meestal weinig last van kerststress. Ze gaan gewoon op hun buik voor de kerststal liggen om te kijken naar het bijna knusse tafereel met Maria en
Jozef, de herders en de wijzen, de os en de ezel en in hun midden het kindje Jezus, en dromen een eind weg. Het is de volwassene die weet dat een voederbak geen fijne plek is om je pasgeboren baby in te leggen. En dat dit bijzondere tafereel ruw onderbroken zal worden door koning Herodes die van het goddelijk kind een vluchteling maakt. En het is de volwassene die zich realiseert dat we met kerst weliswaar zingen van vrede op aarde, maar dat die vrede in werkelijkheid verder weg is dan ooit. Want nog nooit eerder was in Nederland de dreiging van oorlog en geweld zo direct voelbaar als in het afgelopen jaar, wat bij veel mensen leidde tot gevoelens van onrust en diepe bezorgdheid. Kunnen we goed beschouwd nog wel zingen van vrede op aarde? Houden we onszelf daarmee niet voor de gek? Moed verloren, al verloren. Ik denk dat we altijd mogen blijven hopen op een werkelijk geslaagde Kerstmis. Dat we altijd mogen blijven geloven in de kracht van de geboorte van een kind. En dat we ook als ‘grote mensen’ altijd mogen blijven dromen dat het anders kan. Mede namens het team geestelijk verzorgers, Hanny Wassink, Lotte Kleijn, Simon Nagelmaeker en Henri Knol, wens ik u goede kerstdagen en veel heil en zegen voor het nieuwe jaar. Esseldien Wennink geestelijk verzorger
Ik had er niet over willen beginnen Ik had er niet over willen beginnen maar ik ontkom er niet aan. Mijn vrouw vroeg mij of ik iets voor haar aan de muur wilde ophangen. Natuurlijk ben ik daar niet te beroerd voor, dus pakte ik mijn boormachine uit de schuur en wilde een paar gaatjes in de muur boren. Met mijn Black & Decker in de hand zag ik de gefronste wenkbrauwen van mijn vrouw. Ik vroeg enigszins verbaasd “wat”? “Die naam van die boormachine, dat kan toch niet” zei ze.
Colofon De redactie van De Molenaar houdt zich het recht voor om een artikel niet te plaatsen als het artikel kwetsend voor anderen is, onwaarheden bevat of discriminerend is. De redactie meldt dit aan de schrijver van het gewraakte stuk.
Redactie Peter Hulshof coördinator vrijwilligers Ria Ars secretaresse sector zorg/wonen-zorg Groenlo
Pas toen ging bij mij een lampje branden. Black & Decker. Rond Sinterklaas ligt dit eerste woord erg gevoelig. Terwijl ons oppaskindje vrolijk tettert over Sinterklaas en Zwarte Piet sloeg de twijfel bij mij toe. Kon ik nog wel boren met een machine die black (zwart) in de naam voerde? Of moest ik mij maar aanpassen aan de handelsgeest van veel middenstanders en mijn boormachine tijdelijk omtoveren tot de Gouda kaasgele kleur Geel & Decker of een ander typisch Nederlands product zoals de kleur van Stroopwafel & Decker. Als ik echt zou moeten kiezen, zou ik voor de kleur van een ander typisch Nederlands product gaan en wel drop. Gelijktijdig zien we dat ons oppaskindje vrolijk doorgaat met zingen over Sinterklaas en Zwarte Piet en beseffen we dat het niet gaat om de kleur maar om het geluk wat dit feest bij kinderen brengt. Het gaat om wie we zijn en wat we doen en niet om de kleur die iemand heeft of toebedeeld krijgt. Peter Hulshof
Lida Wissink afdelingshoofd Bernadette Tilley verzorgende
De redactie wenst u:
SZMK | December 2014
Op dinsdagmiddag 23 september was er een optreden van
‘Wi'j holt 't bi'j ’t Olde’ Deze groep bestaat uit zes danskoppels en twee personen met een accordeon. Na een mooie Spaanse wals, werd even stilgestaan bij de kleding van de dansgroep. Ze waren gekleed in sjieke kleding van heel lang geleden. Vele mensen in het publiek konden zich niet eens herinneren dat hun opa of oma deze kleding had gedragen. Hierna werd een gedicht over de herfst voorgedragen, aangezien vandaag de herfst is ingegaan.
Daarna werden de Veleta, de Mazurka en nog een aantal dansen gedanst. Na de pauze waren de dansers omgekleed in de nette daagse kleding. Ze dansten de Aaltense polka, Jan schei toch uut, de Molle en de Pot met bonen. Ter afsluiting werd er nog een modeshow gehouden van wollen onderkleding. Erg leuk om te zien wat de mensen vroeger onder hun kleding droegen. Zo kwam er een leuk eind aan deze gezellige middag.
Cliëntenberaadbijeenkomst woonzorgcentrum De Molenberg Op woensdagavond 24 september werd er een cliëntenberaad voor de bewoners van woonzorgcentrum De Molenberg gehouden. Er waren 15 bewoners aanwezig en het was een zeer interessante en leerzame avond. Als eerste gingen we buiten naar de beweegtuin waar fysiotherapeut Jos uitleg gaf over het gebruik van de toestellen. Omdat het ging regenen, zijn we naar binnen gegaan naar de fitnessruimte waar Jos en Kitty verder uitleg gaven over het nut en gebruik van de toestellen. Het thema van de avond was: Bewegen binnen- en buitenshuis. In de fitnessruimte kan iedereen boven de 55 jaar terecht voor training van de spieren en voor oefeningen voor zelfredzaamheid. Kom je op eigen initiatief om te fitnessen dan zijn er kosten aan verbonden.
Waarom is bewegen zo belangrijk? Bewegen is van levensbelang voor de ouderwordende mens, bewust worden van wat je doet. Coördinatie, kracht en uithoudingsvermogen nemen af. Door veel te bewegen kun je de zelf-
standigheid beter behouden, een betere gezondheid en fitheid. Vanuit de hersenen wordt de beweging gestuurd, je hebt minder kans op kwalen en meer energie. Inspanning is voor hart en bloedvaten heel belangrijk, je krijgt meer zuurstof in het bloed en de elasticiteit van de bloedvaten blijft beter, minder kans op verkalking en dichtslippen van de aders. Bewegen is de motor van een gezond en fit lichaam. Doe alles zoveel mogelijk zelf, al gaat het niet zo snel meer. Je moet ook niets meer maar mag nog zoveel, maar je moet wel zelf willen. Een ander kan je stimuleren, maar je moet het zelf doen.
Tip voor zelfredzaamheid: Je kunt nog zelf naar het toilet, maar je kunt je billen niet meer schoonmaken. Daarvoor is een wc-bril die je daarbij helpt. Cleanosat is aan te vragen bij het zorgloket. Hoe werkt het? Het is een wc-bril met waterreservoir dat verwarmd kan worden. Naast de bril zit een computersysteem met verschillende tekens. Druk je op het zittende mensje, dan komt vanachter uit de bril een fijn straaltje dat 1 minuut tussen de billen door sproeit, daarna gaat het blazen en worden je billen gedroogd……. schoon zijn je billen. Lid cliëntenraad
SZMK | December 2014
Vrijwilligers Woensdagavond 29 oktober werd in De Molenberg de jaarlijkse vrijwilligersavond gehouden. Deze avond wordt de vrijwilligers aangeboden als waardering voor alles wat zij doen voor de cliënten van De Molenberg. Aan het begin van de avond werden negen vrijwilligers gehuldigd die een jubileum als vrijwilliger vierden. Er waren zes mensen die 12,5 jaar en drie die 25 jaar als vrijwilliger actief zijn in De Molenberg. Er was zelfs een vrijwilligster die al 40 jaar actief is. De heer Plessius, voorzitter Raad van Bestuur, vertelde in zijn toespraak dat het woord ‘participatiemaatschappij’ voor het eerst in de troonrede genoemd lijkt te zijn, maar dat het hier in De Molenberg al heel lang bekend is. Vrijwilligers doen vaak graag in stilte hun werk, maar voor de organisatie zijn ze van groot belang, vandaar dat ze nu worden gehuldigd. Uit handen van de heer Plessius ontvingen de jubilarissen een beeldje en door Peter Hulshof, coördinator vrijwilligers, werden ze in de bloemetjes gezet.
De heer Plessius benoemde de vele activiteiten die door de vrijwilligers worden gedaan, waarmee ze het verblijf van onze cliënten aangenamer maken. De vrijwilligers zijn van onschatbare waarde voor Stichting Zorgcombinatie Marga Klompé! Terwijl de jubilarissen werden gehuldigd zong het koor Gewoon Hollands sfeervolle liederen die de zaal letterlijk in beweging bracht. Er werd geschunkeld en achter in de zaal zelfs gedanst. Ook het warm en koud buffet lieten de vrijwilligers zich smaken. We kunnen terugkijken op een zeer geslaagde vrijwilligersavond.
Jubilarissen in 2014: 12,5 jaar: Lies Smit, Ali Michielsen, Gerri Bomers, Annie Meekes en Maria Derksen 25jaar: Gerrie Bleumink, Joop ten Bulte en Jan Spilman 40 jaar: Truus Tuinte ernstige ziekte, toch aanwezig
Schoonmaken! Vooral samen is het leuk Al een tijdje was het een doorn in het oog. Onze woning, Marienhof 22B, werd goed bijgehouden qua schoonmaken. Maar het waren altijd de puntjes op de spreekwoordelijke i, die bleven liggen. Hoe kunnen we het nuttige met het aangename combineren was de vraag. In gesprek met vrijwilligers en familieleden smeedden we een plan. Als we nou op een avond of zaterdagochtend bij elkaar komen, dan kunnen we deze klusjes toch gezamenlijk klaren. Zo gezegd, zo gedaan. Een uitnodiging naar de eerste contactpersonen was al snel gemaild. Op 10 november vanaf 18.30 uur stond koffie en thee klaar. ‘s Middags was er iets lekkers gebakken. Een kennismaking volgde, vrijwilligers en familie hadden elkaar immers nog niet allemaal ontmoet. Eén van de familieleden opperde: “Nu wel genoeg gepraat, dames en heren, nu aan het werk.’’ Inmiddels waren we met een gemêleerde groep van negen personen. Enkelen waren gekomen met vernuftige hulpmiddelen, zoals speciale schoonmaakdoekjes en raamwissers. Een zoon van een bewoonster was samen met zijn zoon van 13 gekomen. Ik ben niet door mijn vrouw gestuurd’, verzekerde hij ons. Wel was al doorgeven, door zijn echtgenote, dat hij zou komen.’Ik heb alleen geen verstand van schoonmaken’, zei hij. Meneer kreeg van ons de vraag de voorletters van zijn naam te zoeken en de opdrachten te volgen. Hij voelde natuurlijk onraad, maar liet zich vervol-
gens niet kennen. Druk doende toonde hij zijn kunnen. Boven op de huishoudtrap werden alle hoekjes en plintjes vakkundig gereinigd. Na een klein uurtje, vele klusjes van het lijstje waren onder handen genomen, begonnen zich toch enkele transpiratievlekjes te vertonen. Een bewoonster werd uitgenodigd door meneer hem te assisteren. “Je kunt het goed zelf ‘, zei ze op een lachende toon. Een andere bewoner ging eens polshoogte nemen wat zijn echtgenote aan het doen was. Een verheven duim en een glimlach zeiden genoeg. Ondertussen klonken de klanken van de Arbeidsvitaminen, maar dan weliswaar uit de jaren ‘50. Een tweetal dochters vertelde, terwijl ze druk doende waren in het appartement van hun vader, dat ze zelf thuis de schoonmaakwerkzaamheden uitbesteden aan een professional. ‘Maar het is toch gewoon gezellig om dit gezamenlijk te doen’, vertelden ze lachend. Kortom: onze missie om het nuttige met het aangename te combineren was zeker gelukt. ‘Over een half jaar plannen we een voorjaarsschoonmaak’ was een suggestie van een vrijwilligster. Rond 20.00 uur werd onze gezamenlijke activiteit beëindigd. Voor de naaste mantelzorgers hadden we een presentje klaarstaan. De dag van de Mantelzorg (10 november 2014) verdient aandacht en waardering, vonden wij als medewerkers. Een klein gebaar is vaak goud waard! Marian Boers, woonbegeleider Mariënhof
SZMK | December 2014
Lezen in Mariënhof Onlangs vond in Mariënhof een gezellige middag plaats. Deze stond in het teken van ‘Tijd voor taal’. Vrijwilligers van de Stichting ‘Lezen werkt’ en wethouder Hoijtink van de gemeente Oost Gelre lazen de bewoners van Mariënhof voor. De vrijwilligers van deze stichting zijn al eerder in Mariënhof geweest. Tijdens NL Doet in het voorjaar van 2014 hebben zij een boekenhuisje aan Mariënhof geschonken. Deze staat in de tuin. In het boekenhuisje liggen verschillende boeken. De bedoeling is dat je er een boek uit mag halen en ruilen voor een ander boek. Eigenlijk is het een kleine bibliotheek. Er wordt al gebruik van gemaakt, zo blijkt uit deze e-mail die het afdelingshoofd van Mariënhof ontving van een vrijwilliger:
's Middags ben ik met mevrouw naar het boekenhuisje gegaan. Er stond een boek in met dierenverhalen en in de inhoudsopgave zag ik een verhaaltje over een kanarie. Op het bankje naast het boekenhuisje heb ik er stukjes uit voorgelezen. Al vanaf de eerste zin bleek dat mevrouw helemaal in het verhaal zat. Het was me duidelijk dat ze 'verhaal' en de 'werkelijkheid' niet uit elkaar kon houden. Ik heb het maar gehouden bij de fijne herinneringen die de schrijfster aan de kanarie had en heb de verdrietige stukjes (de kanarie ging dood) overgeslagen... Zo hadden we alle twee fijne minuten daar op het bankje. Daarna nog even de geitjes in het park verder op bezocht en moe maar genoten van het heerlijke weer terug naar huis. Wat wil een mens nog meer?!
Graag wil ik jullie iets vertellen over huidletsel. Sinds een aantal jaren zijn er vier aandachtsvelders decubitus in het verpleeghuis en woonzorgcentrum De Molenberg. Minke Komduur is aandachtsvelder op afdeling Ravelijn en afdeling Oosteresch, Lobke Wolters op afdeling Marhulzen en afdeling Slatman, Bernadette Tilley op afdeling Koerboom en afdeling de Wieken (onderdeel van GGNet) en Diny Huis in 't Veld is aandachtsvelder in het woonzorgcentrum. We komen een aantal keren per jaar bij elkaar voor overleg, waarbij meestal de ergo en fysio aanschuiven. Stefani ten Elsen is coördinator van de groep aandachtsvelders en maakt deel uit van de huidletselcommissie op SZMK-niveau. We vragen elkaar advies als dit nodig is en tijdens vakantie nemen we waar op elkaars afdelingen. De taak van de aandachtsvelder decubitus is om op de afdelingen de preventieve maatregelen onder de aandacht te brengen van de collega’s en zorg te dragen voor de continuïteit in behandeling van huidletsel. De aandachtsvelder is het aanspreekpunt en geeft informatie over behandeling van wonden. De aandachtsvelder komt regelmatig op de afdeling om de behandeling van de wonden door te nemen met de verzorgenden die de wondzorg moeten uitvoeren. Zonodig worden de specialist ouderengeneeskunde, fysiotherapeut, ergotherapeut en diëtiste ingeschakeld bij het voorkomen en behandelen van wonden en de pijn die hierdoor veroorzaakt wordt. Om huidletsel te voorkomen zijn de volgende punten belangrijk. • Regelmatige inspectie van de huid. Dit is de taak van de verzorgende die de cliënten dagelijks verzorgt. Onregelmatigheden van de huid worden gerapporteerd en als het nodig is wordt de aandachtsvelder ingeschakeld. • Om problemen te voorkomen is een gladde, schone en droge onderlaag in bed erg belangrijk. Ook mensen in een rolstoel moeten op een gladde onderlaag zitten, vrijgemaakt van kruimels, geplooide celstofmatjes of andere voorwerpen. De zorg voor droge kleding en onderlaag is belangrijk.
Huidletsel Huidverzorging: Het is belangrijk om naast de algemene huidverzorgende maatregelen de huid te beschermen tegen verweking door transpiratie, incontinentie of wondvocht. Een paar maatregelen, die getroffen kunnen worden om drukplekken en het gevolg hiervan, decubitus, te voorkomen zijn: - Regelmatig stimuleren tot houdingsverandering om drukgevoelige plaatsen te ontlasten. Dit kan door de zorgvrager zelf gedaan worden door zich steunend met de handen op de leuning van de stoel op te drukken. - Het geven van wisselligging - Helpen bij verandering van houding - Stimuleren om regelmatig uit bed te gaan om met hulmiddelen een stukje te lopen/rollen - Het nemen van maatregelen, zoals vrij leggen van hielen en ellebogen - Zorgvrager en familie uitleg geven over de invloed van houding op decubitusrisico - Zorgvrager en familie instrueren als zij de zorgvrager willen helpen om de juiste houding aan te nemen. Ondervoeding bij zieke mensen komt vaak voor. De risicogroepen zijn chronisch zieken, ouderen en patiënten die een grote operatie ondergaan. De diëtiste wordt ingeschakeld als er sprake is van ondervoeding. Het gevolg van ondervoeding kan o.a. huidletsel zijn. Zij adviseert de cliënt en verzorging zodat de cliënt genoeg voedingsstoffen binnenkrijgt om te helpen bij voorkomen en/of genezing van wonden. Basiskennis over huidletselpreventie kan veel problemen voorkomen. We proberen om het huidletsel tot een minimum te beperken en dit kan door goed met elkaar samen te werken en te zorgen dat collega's op de hoogte zijn om huidletsel te voorkomen. Bernadette Tilley
SZMK | December 2014
Voetzorg pedicurebehandeling zonder medische indicatie Per 1 januari 2015 zal er in De Molenberg en Mariënhof een wijziging plaatsvinden met betrekking tot voetzorg. Het knippen van de teennagels, tot nu toe veelal uitgevoerd door de pedicures bij een pedicurebehandeling, zal in principe weer door de zorgmedewerkers gedaan worden. Dit omdat het tot de basiszorg gerekend moet worden. Het staat cliënten echter vrij om zelf afspraken voor voortzetting van de dienstverlening met hun pedicure te maken, maar de kosten daarvan zijn voor eigen rekening. Uiteraard blijft het ook mogelijk dat de familie deze taak zelf op zich neemt. De eerstverantwoordelijk verzorgende zal met elke cliënt bespreken waar de voorkeur naar uitgaat. De afgelopen jaren heeft de sector het knippen van de teennagels uitbesteed aan pedicures als onderdeel van de pedicurebehandeling, waarbij de cliënt vervolgens zelf de factuur betaalde. Dit blijkt niet geheel conform de AWBZrichtlijnen te zijn. Een deel van de kosten van de pedicurebehandeling, om precies te zijn: het knippen van de teennagels, had ten laste van de instelling moeten komen.
Daarom is besloten om, tegen overlegging van de facturen, voor dat deel (teennagels knippen) teruggave te doen op basis van het gemiddelde aantal behandelingen per jaar over een periode van maximaal drie jaar (2012 - 2014) en afhankelijk van de verblijfsduur. Voor de opbouw van het bedrag is uitgegaan van 1 behandeling per 6 weken: 8,5 maal per jaar x € 15,- = € 127,50 per jaar. De cliënten of cliëntvertegenwoordigers die voor teruggave in aanmerking komen, zijn hierover inmiddels per brief geïnformeerd. A.Th.M. Sletering sectorhoofd zorg/wonen-zorg Groenlo
Vrijwilligersinformatieavond Op dinsdag 18 november heeft er een vrijwilligersinformatieavond voor de vrijwilligers van De Molenberg, plaatsgevonden. Aanleiding was de vrijwilligerstevredenheidsenquête waarin de vrijwilligers hebben aangegeven graag meer geïnformeerd te willen worden over de gang van zaken binnen de locatie. De heer A. Sletering, sectorhoofd, opent de avond en vertelt over de algemene ontwikkelingen binnen De Molenberg. Zo is er de realisatie van restaurant De Moriaan, inmiddels twee jaar in bedrijf, de beleef- en beweegtuin en afdeling PG-intensief. Momenteel is de herinrichting van afdeling het Slatman in volle gang en is het voornemen om de somatische afdelingen op te knappen. Inmiddels hebben de meeste bewoners al een eenpersoonskamer. De renovatie van de kapel is bijna voltooid en de CV ketel is vervangen.
Er is en wordt veel geïnvesteerd in De Molenberg. Dit alles om goede zorg aan de bewoners te kunnen blijven bieden. Dit is ook nodig. De wens van de cliënt en familie verandert, men is kritischer. Ook de markt en de omgeving verandert en de overheid en het zorgkantoor stellen andere eisen. We hebben te maken met een daling van capaciteit in bedden maar dit is nodig om de eenpersoonskamers te realiseren. Dit heeft weer consequenties voor de personeelsformatie. Daar waar er personeel “over” is wordt er gekeken waar in de organisatie personeel “tekort” is. Dit voor behoud van de werkgelegenheid. Er zijn veel veranderingen in de zorg, vanuit de politiek opgedragen, wat als instelling lastig is om op te anticiperen. Mevrouw T. Casteel, afdelingshoofd woonzorgcentrum en groepswoningen, geeft uitleg over de VIT, de Vrijwillige Intensieve Thuiszorg, nu hulp bij mantelzorg genoemd. Door de maatschappelijke veranderingen wordt naast de beroepskrachten (formele zorg) ook de rol van mantelzorgers en vrijwilligers (informele zorg) steeds belangrijker. Om goede kwaliteit te bieden is naast de zorg ook het welzijn van groot belang. We moeten niet zorgen vóór maar zorgen dát. De cliënt moet zich goed voelen en tevreden zijn. In de locaties Mariënhof en De Pelkwijk hebben pilots plaatsgevonden waarbij gekeken is d.m.v. werkgroepen en scholingen hoe de beroepskracht kan aansluiten op de mantelzorg en de vrijwilligerszorg. Welke ideeën leven er om hier met elkaar vorm aan te geven? Dit heeft positieve ontwikkelingen opgeleverd en wordt verder uitgerold. In navolging heeft in woonzorgcentrum De Molenberg de aftrap van dit traject net plaatsgevonden.
SZMK | December 2014
De heer L. Vreeswijk, afdelingshoofd PG-intensief, geeft informatie over het vrijwilligersbeleid, zoals dat is vastgesteld binnen SZMK. De vrijwilligers vallen onder de vrijwilligerscoördinator de heer P. Hulshof. Hij doet een intakegesprek en geeft hierbij informatie over de doelstelling, taak- en functieomschrijving en de rechten en plichten van de vrijwilliger. Vervolgens wordt er gekeken waar de belangstelling van de nieuwe vrijwilliger naar uit gaat en op welke plek binnen De Molenberg de beste match te realiseren is. De vrijwilliger wordt begeleid op de desbetreffende afdeling en krijgt vervolgens binnen zes weken een evaluatiegesprek. Is dit naar ieders tevredenheid, dan is de aanstelling als vrijwilliger een feit. De heer P. Hulshof, vrijwilligerscoördinator, geeft een vooruitblik op het nieuwe cursusaanbod in 2015. Dit bestaat uit: - Vrijwilligerswerk in de zorg, wat mag een vrijwilliger wel en niet doen binnen de stichting SZMK - Wat betekenen de veranderingen in de zorg voor de vrijwilligers - Dementie, wat is dit en hoe ga ik hiermee om - Gastvrijheid - Hygiëne - Tillen en duwen - Bewegen voor ouderen
De heer J. Brummelaar, fysiotherapeut, vertelt over het belang van bewegen en het Fitness+-programma. Bewegen is belangrijk, het maakt je alert en actief en is goed voor het brein. Bewegen is een middel om te leven. Zeker gezien de groter wordende groep thuiswonende ouderen is de noodzaak groot hier veel aandacht aan te besteden. Middels een filmpje wordt het fitness plus programma gepresenteerd. Bewegen zorgt voor verbetering van kracht, beweeglijkheid, conditie, balans en evenwicht en voor de verbetering van de zelfredzaamheid. Het Fitness+-programma omvat een programma van 10 weken twee keer per week een uur fitness. Het is een individueel programma in een groep van 6-8 deelnemers. Het resultaat moet leiden tot meer zelfredzaamheid, onafhankelijker worden en blijven, jezelf zekerder voelen, minder zorg nodig hebben, mantelzorg ontlasten. Het advies luidt dan ook: Stimuleer uzelf en uw omgeving tot beweging Om erbij te blijven en mee te blijven doen! De avond werd afgesloten door een informeel samenzijn onder het genot van een drankje. De belangstelling was groot. Het voornemen is om elk jaar een informatieve avond voor de vrijwilligers te organiseren.
Luchtpost voor de Kerstman Martijn en zijn moeder woonden in een dorpje hoog in de bergen. Ze waren arm. Martijn had geen vader. Martijns moeder was naaister, maar in zo'n klein dorp is er niet veel naaiwerk. Martijn ging elke dag na school naar het bos om hout te sprokkelen dat hij kon verkopen. Toch hadden ze maar net genoeg geld voor wat ze echt het allernodigst hadden. Op een avond kwam de bakkersvrouw haar nieuwe rok halen. Ze legde drie geldstukken voor Martijns moeder op tafel en een boekje voor Martijn. "Het is maar een oude agenda. Maar er staan mooie plaatjes in." "Dank u wel!" zei Martijn blij. Hij ging met het boekje bij het flakkerende lampje zitten en bekeek de plaatjes. Het plaatje bij de maand december vond hij het mooist. Elk jaar komt de Kerstman met zijn rendierslee vanaf de Noordpool naar ons toe. Hij brengt cadeautjes mee voor alle lieve kinderen, stond eronder. Voor alle lieve kinderen? Ben ik dan niet lief geweest vroeg Martijn zich af. Ik heb nog nooit een cadeautje van de Kerstman gekregen. "Mama, wat voor cadeautjes brengt de Kerstman?" vroeg hij. "Ik geloof dat hij geeft wat de kinderen graag willen hebben," antwoordde zijn moeder. Ze wreef in haar ogen. "Ik zou best een nieuwe lamp willen hebben. Dan zou ik beter licht hebben om bij te
naaien. Kom Martijn, we gaan slapen." Maar Martijn sliep helemaal niet lekker. Hij moest de hele tijd aan de Kerstman denken. Misschien had de Kerstman hem nog nooit een cadeautje gebracht omdat hij niet wist wat Martijn wilde hebben. Dat kon toch? Maar hoe moest Martijn de Kerstman laten weten wat hij graag wilde hebben? Ach, het had ook allemaal geen zin. Verdrietig trok Martijn de deken over zijn hoofd. De volgende ochtend kwam Martijn Dirk, de voerman tegen. "Ik heb wat voor je meegebracht," fluisterde Dirk geheimzinnig. Hij hield iets achter zijn brede rug verstopt. "Wat dan? Een snoepje? Of een paardje van houtsnijwerk?" raadde Martijn. "Fout! Helemaal fout!" lachte Dirk. Op dat moment ging achter hem bol en rood de maan op. "Een ballon!" "Die heb ik op de kermis in Urma voor je gekocht," vertelde Dirk. "En er zit speciale lucht in, waardoor hij kan vliegen." Voorzichtig pakte Martijn het touwtje vast. Hij was er stil van. Dirk streek Martijn door zijn haar. Toen klom hij weer op zijn slee. Dolblij met zijn mooie ballon liep Martijn weg. Die middag sprokkelde hij geen hout. Hij zat op het hek om de schapenwei en keek naar zijn ballon. Hij kon zijn ogen er niet van afhouden. Zo rood als de jas van de Kerstman en zo rond als zijn buik. En hij danste zo mooi in de wind! Als Martijn het touwtje los zou laten, zou hij tot in de hemel vliegen. Of naar de Noordpool. Opeens begon Martijns hart sneller te kloppen.
SZMK | December 2014
Misschien kon de ballon zijn wensen naar de Kerstman brengen! Martijn sprong van het hek en liep naar huis. Daar scheurde hij voorzichtig een blaadje uit zijn schoolschrift. Hij schreef een lange brief: Lieve Kerstman, Ik heet Martijn en ik ben acht jaar. Ik heb een plaatje van u in een agenda gezien en ik heb een paar wensen. Wilt u alstublieft een lamp voor mijn moeder brengen? En ik zou graag warme laarzen willen hebben. Mijn schoenen zijn zo koud in de winter. En graag ook warme handschoenen. De mijne zijn zo dun geworden. Als ik maar één ding mag vragen, brengt u dan de lamp alstublieft. Ik hoop dat u mij kunt vinden. Ik woon in Strenca op de berg. Kom alstublieft!
zich wel! Wensen heb ik ook!" Thijs verfrommelde de brief en gooide hem in de vuilnisbak. Maar die nacht sliep Thijs niet goed. Hij moest steeds aan de Kerstman denken. Hij had vroeger ook wensen gehad, kinderen, kleinkinderen - en toch was hij helemaal alleen. En die Martijn was misschien toch niet zo'n verwend kereltje. Laarzen, handschoenen en een lamp voor zijn moeder. Welk kind vroeg nou zulke dingen aan de Kerstman? Heel vroeg in de ochtend stond Thijs op. Hij haalde Martijns brief weer uit de vuilnisbak. Strenca. Waar lag dat eigenlijk? Twee dagen later stond er een wonderlijke, oude man op het station van Urma. Hij had een rode jas aan en hij had een zak vol pakjes bij zich. Boven zijn hoofd danste een rode ballon. "Hoe kom ik in Strenca?" vroeg de wonderlijke oude man. "Daar kun je nu alleen met een paardenslee komen," antwoordde de stationschef. "Hé, Dirk, kom eens hier. Deze heer wil naar Strenca."
Uw Martijn.
Martijn vouwde de brief op en bond hem aan het touwtje van de ballon. Toen klom hij de berg achter het dorp op, helemaal tot de top. Lang staarde Martijn in de verte. Waar zou de Noordpool zijn? Moest hij zijn prachtige ballon nu echt laten gaan? Maar het was de enige manier om zijn brief bij de Kerstman te krijgen. Martijn keek nog een keer of de knoopjes allemaal goed vast zaten. Toen drukte hij een kus op de dikke wang van de ballon en liet hem los. Maar de koude bergwind blies niet naar het noorden. Hij kwam juist uit het noorden, en hij blies Martijns ballon naar het zuiden. Over bossen, bergen en dalen tot aan de zee. Aan de rand van een grote stad had de ballon niet genoeg kracht meer om verder te vliegen. Hij zweefde langs een dak naar beneden en kwam in een tuin terecht. Even later kwam de oude Thijs uit zijn huisje. Hij zag de leeggelopen ballon. "Wat is dat voor rommel," bromde hij. Thijs was vaak brommerig sinds zijn vrouw gestorven was. Dat kwam doordat hij zich zo eenzaam voelde. Toen zag Thijs Martijns brief. Hij vouwde hem open en las hem. "Hij wil wat van de Kerstman hebben," snoof de oude man. "Ha! Wat verbeeldt die verwende aap
Een paar uur later werd er bij Martijn op de deur geklopt. Toen kwam de Kerstman binnen. Echt, heus waar - de Kerstman! Hij had met bont gevoerde laarzen en heerlijk warme wanten voor Martijn bij zich. En een lamp die veel licht gaf voor Martijns moeder. Fruit en snoepgoed. En de prachtige kerstballon had hij ook teruggebracht! De Kerstman bleef de hele nacht bij Martijn. Hij hield zijn hand vast tot hij in slaap gevallen was. Daarna praatte hij heel lang met Martijns moeder. Toen het de volgende ochtend licht werd, laadden ze een bundel kleren, de nieuwe lamp en de naaimand op Dirks slee. Toen gingen ze naar het station van Urma. Nu wonen Martijn en zijn moeder bij Thijs. Elke dag speelt Martijn na school in de tuin. De oude Thijs kan weer lachen en Martijn en zijn moeder noemen hem 'opa'. Elk jaar als het Kerstmis wordt, kopen Martijn, zijn moeder en Thijs een rode ballon. Dan schrijven ze de Kerstman een bedankbrief en binden hem aan het touwtje. Daarna laten ze de ballon vliegen over dalen, bergen en bossen naar de Noordpool. Bron: Volksverhalenalmanak door Brigitte Weninger
Omdat heel Holland nu bakt is het leuk om een kerststol te bakken foto: Forum libelle.nl
Nodig voor een flinke stol Voor de spijs: 100 gr. amandelpoeder 100 gr. kristalsuiker 1 eiwit 1 citroen Voor het deeg: 2 el. suiker 1 zakje gist 100 gr. boter (+ wat extra voor op het einde) 500 gr. bloem snufje zout +/- 50 gr. suiker 200 gr. rozijnen 200 gr. amandelen 1 citroen 1 sinaasappel mespuntje kardemompoeder 1/2 tl. kaneel 75 gram. poedersuiker eventueel: 1 el. oranjebloesem 50 gr. sucade 75 gram gedroogd fruit zoals cranberry’s, vijgen, dadels, appels
We maken eerst de vulling. Meng het amandelpoeder (te krijgen bij de natuurwinkel) met de kristalsuiker, de rasp van 1 citroen en 2 el. van het sap. Voeg er een eiwit aan toe en kneed het tot een worstje. Rol het worstje in plasticfolie en laat het opstijven in de koelkast. Verwarm 100 ml. water tot handwarm, roer er 2 el. suiker door en voeg er een zakje gist aan toe. Laat een tijdje staan. Smelt de boter in een pannetje op een zacht vuur of in de magnetron. Zeef de bloem boven een mengkom, voeg een snufje zout aan toe, 50 gr. suiker en de gesmolten boter. Voeg daarbij de rozijnen, in stukjes gehakte amandelen, de rasp van 1 citroen en van 1 sinaasappel en het ei. Als je het lekker vindt voeg je nog 50 gr. sukade toe of 50 tot 100 gram gedroogd fruit en 1 el oranjebloesemwater (te verkrijgen bij Turkse en Marokkaanse supermarkten). Voeg het gistmengsel toe en kneed tot een soepel deeg. Misschien moet er nog wat water bij. Het deeg is soepel als het niet meer scheurt als je het een beetje uit elkaar trekt. Laat het deeg minstens een uur op een warme plek rijzen. Verwarm de oven voor op 180 graden. Doe bakpapier op de bakplaat, druk het deeg er op uit tot een lap, leg de amandelspijs erin en vouw hem net niet helemaal dubbel, er moet een knik in komen. Bak ongeveer 50 minuten. De stol is klaar als hij hol klinkt als je op de achterkant klopt. Smelt dan nog 50 gram boter, kwast de boter over de stol en bestrooi kwistig met poedersuiker. Als het brood warm is, is het het aller-lekkerst.
SZMK | December 2014
Langzaam naderende Kerst Héél langzaam gaan mijn gedachten richting kerst. Ik ben dan in de regel niet op mijn allerbest. Eenzaamheid knaagt extra aan mij en erop uitgaan is er nauwelijks bij. Vorig jaar ben ik alléén gaan eten en wel buiten de deur. Ik vond dat een goed plan wel en je vindt er een kéur! Tot mijn verrassing trof ik er bekenden die mij vroegen bij hun aan tafel te gaan. Maar ik heb beleefd geweigerd, vond dat ik alleen zijn moest leren doorstaan. Ruim een uur heb ik dit vol gehouden, vond het dapper van mezelf. Wat ik dit jaar zal doen weet ik nog niet, ’t idee komt vanzelf. Ik houd van de warmte die ik in een kerk soms vind. Ik geniet tamelijk van het eeuwenoude verhaal van het geboren Kerstkind. Ook radio en t.v. kunnen me amuseren, zodat ik niet van alles hoef te ontberen. Ach, ik ben bepaald niet de enige die er zo voor staat. Het met mezelf wel leuk hebben is iets dat dan volstaat!
Openingstijden restaurant De Moriaan met de feestdagen Kerstavond Eerste kerstdag Tweede kerstdag Oudjaarsdag Nieuwjaarsdag
9.30 uur tot 17.00 uur 9.30 uur tot 17.30 uur 9.30 uur tot 19.00 uur 9.30 uur tot 17.30 uur 9.30 uur tot 19.00 uur
Team De Moriaan
Menu Eerste kerstdag
Tweede kerstdag
Nieuwjaarsdag
Stoofperen kipcocktail/ Runderbouillon
Boeren rundvleessoep
Heldere ossenstaartsoep
*****
*****
Kalfstaartje gegratineerd Pepersaus Broccoli mix met suikerpeultjes Hollandaise saus Aardappelbolletjes Aardappelkroketten Chou Blanc salade Stoofpeer / appelsalade
Wildragout Aardappelpuree / kastanje puree Rode kool / spruiten met ui en spekjes Selderijsalade Rabarber
***** Varkenshaas gevuld de luxe Champignonsaus Gestoofde appeltjes Gegratineerde witlof Gebakken aardappelblokjes Gebakken aardappel strips Oranje salade ***** Kerstcoupe kerstkransjes mango mousse
***** Berrymisu pannacottamousse
***** Vanille ijs met warme kersen
SZMK | December 2014
Een traditioneel gerecht voor de kerst is
hazenpeper Wat je nodig hebt: 1 haas bloem 50-75 gram boter 50 gr. spek 1-2 uiene 2-3 eetl. wijnazijn kruidnagelen zout peper 2 laurier bladeren 1 sneetje peperkoek citroen
Neem een verse haas, vil deze en vang het bloed op in een potje (of bestel een haas, inclusief bloed). Kneed de lever fijn en meng deze door het bloed. Snij de haas in stukken, wentel ze door de bloem en braad ze met wat boter in de koekenpan. Bak apart in een braadpan wat spekjes (doorregen of vet rookspek), doe daar de aangebraden hazestukken bij. Snijd de ui in snippers, fruit deze in de boter die in de koekenpan achterbleef, waarna er aan wordt toegevoegd: wat water, een paar eetlepels wijnazijn, gemalen kruidnagelen, zout peper, twee laurierbladeren en een sneetje peperkoek (ontbijtkoek). Kook dit 5 minuten, doe het dan bij de hazestukken die heerlijk lang mee mogen stoven op een hoekje van het fornuis. Vlak voor het opdienen wordt het bloed met de fijngewreven lever, waarbij nog wat citroensap werd geperst, er door geroerd. Laat de hazenpeper daarna niet meer doorkoken. Overtuig U van de smaak alvorens het te serveren.
SZMK | December 2014
De kortste dag in december Al eeuwen vieren we in december dat de kortste dag voorbij is. Maar waar komt dat gebruik vandaan? „Het is altijd een onrustige periode geweest." Waren het de Germanen? Die met veel lawaai de kwade geesten het oude jaar uitdreven? Komt daar ons Oud en Nieuwfeest vandaan? Mooi verhaal, zegt Ineke Strouken van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur. „Maar er zijn geen bewijzen voor. Er zijn geen schriftelijke bronnen die deze lezing staven.” Wat we wél zeker weten: feesten rond de kortste dag van het jaar is al heel oud. De Romeinen vierden in die periode al een soort winterzonnewendefeest, met veel drank, gezang, vuur en maskerades. Gevierd werd dat de kortste dag voorbij was, en het ergste deel van de winter. De oudste bronnen van een soort Oud en Nieuw-viering in ons land komen van de christelijke kerk die zich ergerde aan deze ‘heidense’ gebruiken. De kerk probeerde ze te vervangen door christelijke feestdagen. Zo werd in de vierde eeuw na Christus het feest van de geboorte van Christus geïntroduceerd tijdens de
midwinterfeesten. En werd de dood van Sint Silvester, een van de eerste pausen, in 354 op 31 december gezet. Misschien is Silvester ook wel echt overleden op die datum, en Christus geboren in de winter, zegt Strouken. Maar het kan ook zijn dat de kerk die data strategisch koos om het volk christelijke feestdagen te geven, midden in de periode dat ze toch al feestten. Pas in 1575 bepaalde de Spaanse landvoogd Requesens dat op 1 januari het nieuwe jaar begon. Niet dat dat meteen tot iedereen doordrong. De meeste mensen bleven gewoon de seizoenen, de midwinter of Kersttijd vieren. Pas in 1701 vierde het hele land Nieuwjaar op 1 januari. De Drenten waren overigens de laatsten die die datum adopteerden, zegt Strouken. Dan de oliebollen. Ook hier gaan verhalen dat ze Germaans zouden zijn, en gebaseerd op oeroude ‘offerbroden’. Maar volgens Strouken dateert het eerste schriftelijke recept pas van 1667. De bollen waren toen nog koeken, en werden gebakken in een pan met lijnzaadolie. „Ze zullen dus wat platter zijn geweest dan de huidige oliebollen.”
Strouken vertelt dat de oliebollen sinds de zestiende, zeventiende eeuw door de rijke burgerij werden uitgedeeld aan de armen. Verse groenten, vlees en vis was er amper in die tijd. Korter gezegd: de armen hadden weinig te eten in de donkere dagen na Kerst. Om de onrust over de honger te kanaliseren, stelde de kerk voor Kerst een vastenperiode in. Tussen 21 december en 6 januari mocht er dan weer flink gegeten worden. De kerk stond toe dat de armen in die periode langs de huizen mochten om te bedelen. Oliebollen waren vet, gaven dus een goede bodem in de maag, ze waren makkelijk uit te delen, en gemaakt van ingrediënten die het hele jaar voorradig waren: gedroogde, gekonfijte vruchtjes, bier, vet en meel.
drank langs de huizen trokken, zich waarschijnlijk baserend op de oude traditie van toegestane bedelarij. Maar ook al in de zeventiende, achttiende eeuw liep het vaak uit de hand, vertelt Strouken. De armen die langs de deuren kwamen werden steeds vrijpostiger. Met als gevolg dat de rijke burgerij de deuren potdicht hield en Oud en Nieuw zelf meer binnenshuis begon te vieren, een beetje zoals we het tegenwoordig doen.
Overigens, ook in die tijd liepen Oud en Nieuw-feesten vaak uit de hand, zegt Strouken. Met geweld en dronken mensen. De klacht die de politie vorig jaar uitte, dat Oud en Nieuw achteraf behoorlijk gewelddadig geweest was, is dus van alle tijden. „Het is altijd een onrustige periode geweest.” Sinds het begin van de negentiende eeuw zijn er verhalen bekend van opgeschoten jongeren die met veel lawaai en
Oud en Nieuw was ook altijd een lawaaiige periode, zegt Strouken, met gekletter op pannendeksels, carbid schieten en geweerschoten. Het oude jaar wordt weggejaagd, en het nieuwe binnengehaald. Vuurwerk hoort ook in deze traditie. Het bestaat al eeuwen, maar in Nederland werd het pas in de jaren zestig van de vorige eeuw gemeengoed. Ook de Nieuwjaarsvuren zijn van alle tijden, zegt Strouken. Het was
Om toch nog binnen te komen, ging het ‘bedelende volk’ nieuwjaarswensen maken, mooi versierde kaarten met verzen. In ruil voor die ‘wensbrieven’ hoopten ze op eten of geld. Misschien komen daar onze kerst- en nieuwjaarskaarten vandaan.
immers koud tijdens de feesten, mensen waren veel buiten omdat binnenverlichting duur was, en een paar takken waren overal wel te vinden. Rest nog wel de vraag waaróm we nog steeds Oud en Nieuw vieren. Waarom gaan we niet gewoon vroeg naar bed, toch bij uitstek de manier om het nieuwe jaar fris te beginnen? Strouken denkt dat het komt doordat we in onze overgereguleerde tijd van agenda’s, plannen en organiseren, veel prijs stellen op heldere markeringspunten. „Bovendien willen we toch graag het begin van het nieuwe jaar markeren, een nieuw begin maken.” En het is toch ook leuk om juist in deze donkere dagen met een feest de eentonigheid te doorbreken, vindt zij. Eigenlijk net zoals onze voorouders deden met een periode van veel eten, drinken en bedelen, tussen twee vastenperioden in. Even een adempauze in de donkere dagen. En een nieuw begin.
SZMK | December 2014
ZOEK DE ZES VERSCHILLEN
Moeder en kind We kijken hier naar een schilderij uit 1622. Het is geschilderd door Pieter de Grebber en het maakt deel uit van de tentoonstelling Emoties, geschilderde gevoelens in de Gouden eeuw. Het is een verbeelding van liefde en genot. Op het eerste gezicht is het een gewoon huiselijk tafereeltje: een moeder die haar kind de borst geeft. In het verleden hebben kunstkenners er op gewezen dat dit schilderij mogelijk een dubbele bodem heeft. De Grebber, een katholieke schilder, in het inmiddels protestantse Haarlem, had een grote katholieke klantenkring. Hij was mede daardoor op de hoogte met de middeleeuwse traditie van de madonna schilderijen. Kenners zeggen dat hij in dit schilderij waarschijnlijk Maria met kind heeft uitgebeeld. Eigenlijk heeft de schilder hier vier verschillende madonnatypen met elkaar gecombineerd. In vakkringen heet dat een “Madonna van vele beschrijvingen”. Allereerst is er de madonna in de nederige omgeving. Maria zit op dit schilderij voor een ruw houten deur in een erg eenvoudige omgeving. Als we goed kijken zien wij bij haar hals een sluier, het tweede type: een maagdelijke madonna. Het derde type is de madonna lactans, Maria die het Kind de borst geeft. En als vierde leest ze.
Anderen vinden deze uitleg wat vergezocht. Ze wijzen erop dat de traditionele symbolische elementen, bijvoorbeeld een lelie en een blauw gewaad ontbreken. Ook voert men aan dat het boek er nu niet direct uitziet als een stichtelijk traktaat. De Grebber heeft zich zelf nooit uitgelaten over wat hij hier nu heeft afgebeeld. Als kijker moet je dus zelf duiden welke betekenis je aan het schilderij wilt geven. Dat is misschien wel het mooiste van kunst: Iedereen mag zelf kiezen. Eigenlijk is het net zo met het kerstfeest. Sommigen vieren de komst van het heil. Anderen zien het voornamelijk als een gezellig feest, al dan niet in huiselijke sfeer. Hoe u het ook ziet, wij wensen u een goede kerst toe. D. Plessius
SZMK | December 2014
Revalideren dicht bij huis
Afdeling in Pronsweide biedt revalidatie op hoog niveau De ‘Revalidatieafdeling Oost Achterhoek’ in verpleeghuis Pronsweide in Winterswijk bestaat nu bijna twee jaar. Afdelingshoofd Marlies Heetvelt: ‘Het is een heel proces geweest om de afdeling aan te passen aan de nieuwe landelijke eisen. Maar nu is er een goedlopende revalidatieafdeling voor de hele regio.’ Stichting Zorgcombinatie Marga Klompé bood in het verleden op meerdere plekken revalidatie aan. Toen vanuit de overheid nieuwe eisen voor geriatrische revalidatie werden gesteld, besloot de stichting om de revalidatie op één plek samen te brengen. Er kwamen meer verpleegkundigen werken, het niveau van zorg ging omhoog en er werd intensiever samengewerkt met andere instellingen. Marlies: ‘Patiënten uit het Streekziekenhuis Koningin Beatrix in Winterswijk die voor revalidatie in aanmerking komen worden naar ons doorgestuurd. En we werken nauw samen met Roessingh, revalidatiecentrum in Enschede. Zij hebben veel specifieke kennis en kunde in huis. Onze fysio- en ergotherapeuten bieden nu therapie op hetzelfde niveau als Roessingh. De verpleegkundigen en verzorgenden liepen stage in het ziekenhuis en bij Roessingh. Zo schoolden zij zich bij.’
Ook jongere cliënten Op de afdeling is plaats voor 32 cliënten. 90% van deze mensen valt onder ‘geriatrische revalidatie’. Het gaat om ouderen die bijvoorbeeld revalideren na een gebroken heup of een beroerte en niet direct naar huis kunnen. Daarnaast is er een groep - zo’n 10% - die valt onder ‘medische revalidatie’. ‘Hier gaat het veelal om jongere mensen die volledig terugkeren naar de maatschappij, dus ook naar het arbeidsproces. Zij krijgen meer en intensievere therapie. Dat kunnen ze ook aan. Zij zouden anders naar Roessingh gaan, maar kunnen nu dichter bij huis revalideren. Dat is prettig voor henzelf én voor hun bezoek’, aldus Marlies.
Zelf doelen stellen Revalidatie vraagt veel van revalidanten. De mensen waren voor hun acute ziekte, val of ongeluk vaak zelfstandig. Ze moeten accepteren dat soms niet alle functies terugkomen. Tegelijk wordt er verwacht dat ze hard werken aan hun herstel. Hoe blijven ze gemotiveerd? Marlies: ‘Het helpt als revalidanten zelf hun doelen stellen. Dat ze zich afvragen: Wat heb ik nodig om zo zelfstandig mogelijk te wonen
en te leven? Kijk, als iemand van plan is om straks thuis tafeltje-dek-je te bestellen, gaan we niet aan de slag met koken. Maar wil een revalidant dat wel weer oppakken, dan gaat hij of zij samen met de ergotherapeut een boodschappenlijstje opstellen, naar de supermarkt en koken in de ergokeuken. Zodat het thuis ook weer kan. En woont iemand klein, dan is oefenen met een vierpoot wellicht handiger, omdat een rollator te groot is voor het huis.’
Revalidant mevrouw Groot Kormelink en afdelingshoofd Marlies Heetvelt.
SZMK | December 2014
Speciale vaardigheden Op de revalidatieafdeling zijn verhoudingsgewijs meer verpleegkundigen werkzaam dan in de andere locaties binnen de stichting. Marlies: ‘Het is hier eigenlijk een klein ziekenhuis, de nadruk ligt op behandelen en niet op verblijf. Je moet hier ook verpleegtechnisch vaardig zijn. Maar dat niet alleen. Je moet ook kunnen verplegen “met de handen op de rug”. Als een revalidant vraagt: “Wil je dat even voor me oprapen?”, probeer je de taak niet over te nemen maar de cliënt te leren hoe hij dit zelf kan doen. Thuis moet hij of zij het ook zelf oplossen. Natuurlijk zijn geduld en inlevingsvermogen ook belangrijk. Wat ik zelf leuk vind aan dit werk? Ik vind het een uitdaging om te reorganiseren, om een afdeling naar een hoger niveau te krijgen. Hiervoor moet je eerst alles in kaart brengen. Hoe is de situatie? Hoe is dat gegroeid? En vervolgens veranderingen in gang zetten.’ Ontwikkelingen toekomst Gemiddeld verblijven de revalidanten acht weken op de afdeling. De meesten gaan daarna naar huis. Soms lukt het niet om zelfstandig te wonen en gaan mensen naar een verpleeghuis. Omdat de bevolking vergrijst, zal er in de toekomst meer geriatrische revalidatie nodig zijn. Marlies: ‘Er zal een verschui-
ving plaatsvinden van klinische naar meer poliklinische zorg. Mensen blijven langer thuis, in hun eigen situatie. Dit vraagt van mantelzorgers een andere rol en inzet. Of alle mantelzorgers deze rol ook op zich kunnen en willen nemen is nog afwachten.’ Ervaringen Blijft natuurlijk de vraag over hoe revalidanten zelf hun verblijf ervaren. Mevrouw Groot Kormelink en mevrouw Mast willen daar wel wat over vertellen. De dames zitten al in het restaurant, want het warme eten komt er zo aan. Allebei zijn ze zeer te spreken over de afdeling en over Pronsweide als geheel. Mevrouw Mast: ‘Dat dit in Winterswijk staat, zo mooi, zo nieuw! Mevrouw Groot Kormelink verbleef eerder al op Pronsweide na een lichte beroerte. Onlangs brak ze haar heup. Ze is nu zes weken op de revalidatieafdeling en heeft nog twee weken te gaan. Ze is vol lof: ‘De verzorging is goed. We hebben mooie kamers.’ Mevrouw Mast vult aan: ‘Met veel ruimte bij de wastafels. Dat is belangrijk, want we moeten het zelf weer doen; we moeten vooruit.’ Mevrouw Groot Kormelink: ‘Ik heb ook moeilijke momenten gehad. Maar dan kon ik bij de verpleging mijn verdriet kwijt. Dat hielp me om door te gaan.’ Jeanet Aartsen
SUDOKU 16X16
7 12
8 6
15 3 1
11 13 4 2 14 10 6 10 5 12 15 9 7 8 13 0 5
4 6
12 8
15 1
3 2 0 8 12 9 3 14 1 0 7 6 14 9 4 10 11 2 1 3 13 14 10 1 8 12 9 13 14 2 3 8 10 15 10 15 6 8 12 11 2 8 6 12 3 11 13 2 7 3 10 0 4 9 6 9 5 1 2 4 0 2 11 15 5 14
EINDE
START
SZMK | December 2014