E
EN
SHEID
EE N A
D
EE N M
A R
De Lotus en het Gebedskleed
EEN TIJD Valum Votan Sluiter van de Cyclus
hechten ze geloof aan al onze boodschappen en staken direct de oorlog en stoppen ze met het ontwijken van de verantwoordelijkheid om vrede te brengen.” Wanneer ze de tent verlaten, afdalend langs een reeks op een trap lijkende wolken, horen we Boeddha vragen, “Waar zullen we beginnen?” Waarop Mohammed en Jezus in koor zeggen, “Jeruzalem, Jeruzalem….”
Vertaald door PAN UR Wit Spectraal Tovenaar Jaar Foundation for the Law of Time North American Distribution Center PO Box 160. Ashland, OR 97520 USA tel: +1.541.488.0714
Verhaal gebaseerd op het Onderwijs Programma Kosmische Geschiedenis, “UR Studies: Boeddha en Mohammed” Elektrische Hert Maan Limi 13 Rood Planetaire Maan Jaar Valum Votan
Stichting voor de Wet van Tijd Nederland Gildekamp 31/27 6545 KV Nijmegen tel: 024-3778887 www.lawoftime.org www.tortuga.com www.planetartnetwork.info
[email protected] [email protected] [email protected]
15
“De boodschapper geloofde in wat hem neer werd gezonden, zijn Heer, en zo de gelovigen. Zij geloofden in God, Zijn engelen, Zijn schrift en Zijn boodschappers: ‘wij maken geen onderscheid in één van Zijn boodschappers. ‘Ze zeggen, ‘We horen en we gehoorzamen. ‘Vergeef ons, onze Heer. Aan U is de uiteindelijke bestemming.” (2:285) “Ja Mohammed,” antwoordde de Boeddha, “als we allen van dezelfde planeet zijn, de waarheid prekend; hoe kan er dan enig verschil tussen ons bestaan? Tijdens mijn tweede wenteling van het Wiel van de Wet verrees onder mijn volgelingen het idee van boddhisattva, een verlicht wezen die zijn eigen verlichting uitstelt voor het verlossen van de wereld. Maar tegenwoordig willen ze alleen nog maar hun eigen zaak behartigen of Tibet redden… De wereld is groter dan Tibet. Deze boddhisattvas zouden in mijn naam moeten gaan praten met jouw volgelingen, O Mohammed, en naar jouw volgelingen, O Jezus, om hen te vertellen dat we allen het pad van tolerante compassie ten opzichte van elkaar moeten bewandelen of toezien hoe de wereld in rook op gaat!” “Ja!” riep Jezus uit, terwijl hij opstond en de hand van Boeddha en Mohammed pakte.” Laat ons terugkeren, wij met z’n drieën, hand in hand. Jij Mohammed gaat aan mijn rechterzijde en jij Boeddha aan mijn linkerzijde. Omdat ik tussen jullie in ben geboren wil ik in het midden staan, beiden aan weerszijde; Boeddha de oudere aan de linkerzijde en Mohammed de jongere aan mijn rechterzijde. We moeten onze volgelingen laten zien dat er geen onderscheid tussen ons bestaat en dat er daarom geen onderscheid kan bestaan tussen onze volgelingen. En als er iemand van hen is die het beter weet, dan moet die leiding geven met compassie om deze boodschap aan de wereld te brengen. Als er iemand is die in onze boodschap gelooft,
14
De Lotus en het Gebedskleed Wanneer Boeddha en Mohammed met elkaar zouden praten; wat zouden ze elkaar te vertellen hebben…? Omgeving: Het Paradijs; in een kleine elegant ingerichte tent niet ver van de Troon van God, zit Mohammed met zijn benen gekruist in tijdloze gelukzaligheid. De flap van de tent slaat open. Het is Sakyamuni Boeddha alias, Prins Siddhartha. “Om Shanti,” zegt de Boeddha. Mohammed richt zich op en antwoordt: “As-Salaam Alaikum! Ik vroeg mij al af wanneer je zou verschijnen. Ik vermoed dat we wat zaken te bespreken hebben.” Met een gebaar van zijn hand biedt hij de Boeddha een groen fluwelen kussen aan met de gouden Arabische tekst; “La illaha illa’Allah.” Boeddha neemt dit hoffelijk aan, verzamelt zijn gewaden en zetelt zichzelf in volledige lotushouding. “We hebben inderdaad een paar zaken te bespreken,” antwoordt de Boeddha langzaam vooroverbuigend, met de palmen van zijn handen tegen elkaar bij zijn hart, in gebedshouding naar Mohammed. “O, dat hoef je niet te doen”, zegt Mohammed. “Bewaar dat voor God. Ik ben enkel een boodschapper.” “Goed dan,” vervolgt de Boeddha, “Ik betreur het dat het zo lang geduurd heeft voordat wij bij elkaar kwamen om te praten. Maar nu, met de slechte situatie op Aarde, dacht ik, als wij zouden praten
3
dan zouden een paar van onze volgelingen misschien hetzelfde doen en zouden we vrede kunnen brengen nu daar nog tijd voor is.” “Juist, O eerbiedwaardige, dat is toch hoe ze jou noemen? Ik voel me beter als ik je broeder noem, vind je dat goed?” Mohammed staart direct in de ogen van de Boeddha, met een stralend gezicht als de volle maan. Boeddha glimlacht veelbetekenend terug. Mohammed gaat verder. “Oké, broeder Boeddha, je weet net als ik dat we op dezelfde planeet hebben onderwezen, hoewel jij 570 jaar voor onze broeder Jezus van Nazareth bent geboren en ik 570 jaar na Jezus, zeiden we allebei de waarheid te spreken, de absolute werkelijkheid, of hoe we dat in het arabisch zeggen: al-Haaq. En als het God is die boodschappers stuurt met de waarheid, dan moet jij ook zijn gestuurd door God., waarbij we worden geacht dezelfde boodschap te brengen met als enige verschil de plaats en de tijd. Boeddha staart bedaard naar het door de woestijn gelouterde maar schitterend schone gezicht van Mohammed. “Je hebt gelijk, er zijn geen twee absolute waarheden maar, zoals je al zei, de absolute waarheid moet zich kunnen relateren aan de tijd, plaats en mentaal begrip van degene aan wie de leringen worden gegeven. Wij noemen dat Upaya.”
nog vertroebelen ze de lering. En daarom hebben jullie veel gemeen. Maar Ik? Ik kwam alleen om de Joden te hervormen, en kijk wat er met mij is gebeurd. De Joden wezen mij af, en mijn volgelingen vestigden een religie in mijn naam. Ik heb dit nooit toegestaan maar toch gebeurde het. En net als Boeddha was preken het enige wat ik deed. Ik heb nooit iets opgeschreven. Dus wat voor kritiek je ook hebt op Boeddha, ik ben nog veel erger.” “Het is goed Jezus,” zei Mohammed zacht, “we hebben dit gesprek eerder gehad. Maar nu we voor de eerste keer hier met z’n drieën samen zijn, en wij de Wereldleraren zijn in wiens namen de wereldreligies zijn gesticht, zijn wij, meer dan wie ook, verantwoordelijk om terug te keren naar onze volgelingen om hen te vertellen zich te verenigen en naar elkaar te luisteren. Bij elkaar komen om de Oorlog, de Apocalyps, de Armageddon, de Jihad te stoppen. Omdat mij is bevolen de Koran te schrijven.”
Wat zouden zij hun volgelingen zeggen? Wat doen hun volgelingen nu om de wereld te redden? Waar zijn vandaag de ware Moslims, Christenen en Boeddhisten die aan dezelfde tafel kunnen zitten en zeggen: “laten we zien hoe we spirituele vrede op de planeet kunnen brengen?”
“Daar heb je gelijk in, maar het is waar dat je nooit over God hebt onderwezen. Hoe kon je dat doen?” Vroeg Mohammed met kracht maar ook met een welbedoelde glimlach. “Als je niet over God onderwees, wat onderwees je dan?”
4
13
voor arbeiders, maar die van jouw was uitsluitend voor leken. Ik ontwikkelde een kloostergemeenschap omdat ik dacht dat het voor de mensen makkelijker zou zijn om met hun lijden om te gaan, als ze zichzelf losmaakten van de ogenschijnlijke bronnen van lijden, en zichzelf toelegden op een gezamenlijk spiritueel bestaan. Maar ik heb nooit gezegd dat iemand alleen kon worden gered als hij het kloosterleven betrad.” Opeens sloeg de tentflap open; een schoon, bebaard persoon laat zichzelf binnen. “Shalom! Hier is Jezus van Nazareth. Ik kon het niet laten hier te komen. Toen ik iets hoorde over wereldleraren, dacht ik dat ik mezelf maar beter kon laten zien.” “Jezus, mijn broeder!” riepen Boeddha en Mohammed tegelijkertijd uit, terwijl ze langzaam opstonden om hem te omarmen. “Rustig maar.” Een glimlach van Jezus was het gevolg van de drievoudige omarming, en hij zetelde zichzelf op een ander groen fluwelen kussen met de gouden Arabische tekst ´Allahu Akbar.´ “Ik was verbaasd en onder de indruk dat jullie twee bij elkaar zijn gekomen. Ik heb met jullie beiden gesprekken gevoerd. Maar jullie hebben nooit tot elkaar gesproken en nu zijn we uiteindelijk met z’n drieën bij elkaar. Wat broeder Boeddha tegen je zei, O profeet, is belangrijk. Van buiten waren jullie beiden wereldleraar. God gaf jou het bevel een religie te stichten, Mohammed. En Boeddha, door jouw oorspronkelijkheid in jouw tijd, konden jouw volgelingen niet anders doen dan een vorm van religie stichten in jouw naam. En
12
“Je hebt volledig gelijk, mijn broeder. Als je vraagt naar God, zwijg ik voor het grote deel. Ik sprak niet. Dit betekent niet dat ik het bestaan van God niet erkende, de opperste absolute waarheid. Mijn zwijgen was een andere manier om te zeggen dat God voorbij woorden is. In feite verwijs ik naar de absolute waarheid als de Dharmakaya, het lichaam van waarheid, wat hetzelfde is als God. Hoe kan het verschillen? Zoals je zei, we zijn beiden van dezelfde planeet, we preken beiden de waarheid en er zijn geen twee absolute waarheden. Maar in mijn tijd, op mijn plaats, India, was polytheïsme algemeen aanwezig en nog krachtiger dan in jouw tijd. O, mijn broeder Mohammed, en ik moest een manier vinden om de mensen wakker te schudden voor het feit dat al die verschillende goden hen niet gingen helpen, en dat het geloven daarin alleen maar een verlenging van hun lijden was. Dus begon ik eerst met dat punt: leven is lijden. En de oorzaak van lijden zijn de onwetende verlangens naar dingen die niet bevredigen…” “Het enige dat bevredigt is overgave aan God. Alleen God, de absolute waarheid kan de ziel bevredigen, de ziel die altijd rusteloos en afgeleid is door de dingen van deze wereld. Is het je gelukt dat te onderwijzen?” “Wat ik onderwees was het Achtvoudig Wiel van de Wet; voor het beëindigen van het lijden van de ziel moet je eerst de juiste visie ontwikkelen.” “Maar wat is de juiste visie als het geen overgave is aan God? Dat is wat Islam betekent: vrede, wat overgave aan God is.” “Natuurlijk, het bereiken van een staat van vrede is bevrijding van het lijden aan onwetend verlangen. Dit onderwees ik als de
5
waarheid van bevrijding, het bereiken van nirvana, verlichting. En het pad naar deze verlichting onderwees ik als het pad van meditatie, van bedachtzame training, jezelf bedwingen, het temmen van je ego, door meditatie oefening. Op deze wijze bereik je vrede, nirvana of verlichting.” “Maar is meditatie hetzelfde als overgave aan God, het verklaren van volledige afhankelijkheid van God als de enige weg voor het bevrijden van de marteling van je ego? En wat is ego eigenlijk, het hechten aan dingen van deze wereld het worden verlokt door de duivel in het geloven naast iets anders dan God? Als meditatie niet tot God leidt, waar is het dan goed voor? Is verlichting hetzelfde als bij God zijn?” “God, zoals jij daarover spreekt Mohammed, is dat van binnen of buiten jezelf?” “Ik denk niet dat je kunt zeggen of God binnen of buiten jezelf is. God staat nader tot je dan je eigen keelslagader en verder weg, voorbij alles wat we waarnemen of begrijpen. Toch weten we dat dit God is.”
naam van jouw religie op de hedendaagse aarde? Heb je verzuimd compassie te onderwijzen?” “Compassie, maar natuurlijk. Compassie is Gods genade, de eerste kwaliteit van God! Maar het is waar dat in plaats van uitsluitend de Koran te gebruiken, mijn volgelingen technieken ontwikkelden gebaseerd op mijn leven, soenna genaamd, en van mijn woorden, hadith genaamd. Deze zijn nooit zo betrouwbaar als wat in de Koran zelf staat, in het bijzonder als je weet dat mij de Koran werd toevertrouwd zodat de mensen een betrouwbaar criterium zouden hebben! Dus wat deden mijn volgelingen? Ze vestigden minder betrouwbare criteria. Is dat niet het verhaal van de mens? De rechtstreekse waarheid is moeilijk voor hen te begrijpen. Wat kunnen we eraan doen? En natuurlijk gaf God mij het bevel te hergroeperen om ten strijde te trekken, enkel uit zelfverdediging, als een test voor het beheren van diepere leringen en vanwege de omstandigheden waarin ik mezelf aantrof. Maar nooit heb ik voor oorlog gepleit als een religieus en spiritueel beleid en de Koran zegt altijd: Een oog voor een oog is gelijkheid maar, verblijven in geduld is veel beter. Dertien jaar lang werd ik vervolgd in Mekka; uiteindelijk had ik geen andere keus dan naar Medina te gaan om mijn ummat -mijn gemeenschap- te vestigen. Hoe noem jij dat …?”
“En je kunt spreken met God en God zal tot jou spreken?” “Het is mogelijk mijn broeder, ik ben het levende voorbeeld. Spreekt God tot jou in je meditaties? Wat is die verlichting van jou eigenlijk, als het niet de aanwezigheid van God is die zichzelf aan je bekend maakt als de openbaring van de absolute natuur van de werkelijkheid?” “Weet je Mohammed, als we niet het woord God zouden
6
“Mijn sangha, mijn gemeenschap. Ja, het is interessant om te zien dat we beiden als wereldleraar gezonden zijn, een beroep doend op de rede en het bewustzijn van het individu. Dat we beiden technieken hebben gevestigd, gebaseerd op de absolute waarheid, maar dat we het anders benoemden. Dat we beiden pleitten voor specifieke religieuze oefeningen voor het verbeteren van de individuele ziel of bewustzijn, en dat we beiden communes hebben gevestigd. Mijn gemeenschap was een klooster en tevens
11
God of de dharmakaya is die verlossing of verlichting garandeert, het bereiken van nirvana? Zelfs al is het de bodhicitta in je; is dat dan niet hetzelfde als het bevel van God? En als dat zo is, is het dan niet dat dat bevel in je, het cultiveren daarvan, het gewaarworden daarvan, dat dat verlichting brengt, de aanwezigheid van God?” “Je redenering is buitengewoon, O Mohammed. Je spreekt als een ware boeddhist, kan ik wel zeggen! Ik onderwees en bepleitte het kalmeren van de geest, het bereiken van inzicht in het zelf, het leiden van een leven vol compassie door het vermijden van moorden of het verzamelen van ondeugden die de mogelijkheid tot rede verontreinigen. Dit is ook de reden waarom bedachtzame training het hart vormt van mijn training. Het is de praktische weg voor het ervaren van de aard van de werkelijkheid. Maar als je geen meditatie onderwees zoals ik, wat onderwees je dan als de weg voor het temmen van het ego?” “Salat; gebed. Vijf maal per dag buigen in overgave aan God. En het lezen van de Koran. Zie je, ik wentelde niet alleen het Wiel van de Wet zoals jij dat noemt, maar ik legde me toe op het schrijven van een tekst die werd voorgedragen door de Engel Gabriël van God zelf, zodat de mens een waar naslagwerk had, een hemels geopenbaard schrift van een verifieerbaar historische boodschapper. De Koran is in zichzelf compleet, completer dan alles wat vóór mij werd onderwezen of was geopenbaard; je zult het bevestigd zien in de Koran. Het nam 23 jaar om deze voordracht (dat is wat Koran betekent) te volbrengen. En daarna verkoos ik, zoals jij dat noemt, het nirvana te betreden.” “Goed dan, maar hebben jouw volgelingen ook niet jouw leringen vertroebeld? En waarom is er zoveel bloedvergieten in de
10
gebruiken, dan zou het nog steeds God zijn, is dat juist?” “Ja, God, Allah, hoe je Hem ook noemt; het is nog steeds degene die we als God beschrijven”. “In dat geval, als je spreekt van de aanwezigheid van God, dan moet het betekenen dat degene die de aanwezigheid van God ervaart, gezuiverd moet zijn van het zelf en geen barrière meer moet hebben tussen zichzelf en het nu. Is dat juist?” “Ja, dat is zo.” “Goed dan. In meditatie is het mogelijk dat iemand direct inzicht krijgt in de aard van de werkelijkheid; iemand kan zelfs inspiratie ontvangen. Maar we zeggen dat dat van binnenuit komt.” “Laat mij je het volgende vragen, mijn broeder. Toen je de Boeddha werd –een verlichte zoals je dat noemt– was jij dat alleen? Heb jij dat uitgevonden? Of was er iets waar dat vandaan kwam?” “Ik was het die mezelf Boeddha verklaarde, een verlichte, maar ik was niet de eerste. Noch kan ik zeggen dat een verlichte geest mijn geest is. Er is enkel de geest van verlichting, zelfbestaand, als het ware. Het bestaat sinds de beginloosheid van de tijd.” “Zou deze zelfbestaande geest van verlichting niet de geest van God zijn, de grote geest van de universele schepper die alles heeft ontworpen en overal Zijn bezegeling, Zijn beschikking in achterlaat?” “Ja, waarschijnlijk. In de derde wenteling van het Wiel van de
7
Wet onderwees ik dat alles de potentie van de geest van verlichting heeft, bodhicitta of tathagatagarba, de baarmoeder van verlichting.” “Wauw! Dat zijn indrukwekkende woorden en een interessant concept, mijn broeder. Maar wat is dat wentelen van het Wiel van de Wet –je had het over de derde wenteling– hoe zit het met de eerste twee?” “Met het wentelen van het Wiel van de Wet verwijs ik naar de leringen van waarheid of de Dharma. Ik wentelde het Wiel van de Wet voor het eerst na mijn verlichting. In die wenteling onderwees ik de waarheid van het lijden en het achtvoudig pad. In de tweede wenteling onderwees ik de waarheid van de leegte en compassie…” “Leegte en compassie.” “Ja, alles is samengesteld in de wereld der verschijnselen, en ook alle ideeën zijn een verzameling dingen, concepten of woorden die net zo gemakkelijk uit elkaar zijn te halen als in elkaar zijn te zetten. De meeste mensen laten zich bedotten door te denken dat dingen echt zijn, en ontwikkelen een misleidende geloofsovertuiging in samengestelde dingen die niet in staat zijn ze te redden. Dus ik onderwijs compassie te hebben met de wezens die zijn bedot door de verschijnselen. Dit is wat ik Samsara noem, het geloof in de wereld van verschijnselen dat de oorzaak is van het lijden.”
–ik vermoed het gehele universum zelf– kunnen je niet redden; niets samengestelds kan je redden. Noch kan een mens een ander mens redden. Heb jij onderwezen dat jij iemand kon redden als ze voor jou zouden bidden, O broeder Boeddha?” “Nee, dat waren niet mijn leringen. Noch heb ik onderwezen om standbeelden voor mij te maken of voor mij te buigen. Ik onderwees alleen dat ieder zelf verantwoordelijk is voor zijn of haar persoonlijke verlossing en niet te kijken naar een autoriteit buiten het zelf, wat jij een afgod zou noemen, O Mohammed.” “Is het mogelijk dat jouw volgelingen voor een groot deel de leringen hebben verstoord? Toen je het Wiel van de Wet wentelde, heb je toen enige geschreven teksten achtergelaten of waren het voor het merendeel preken?” “Ik heb niets opgeschreven. Alles waarvan wordt gezegd dat het de leringen en geschriften van de Boeddha zijn, de sutras en de abhidharma, het technische onderricht, zijn allemaal na mij geschreven, samengebracht door studenten of zelfs gechanneld honderden jaren na mij. Maar mijn eigen leringen? Ik kan geen verantwoordelijkheid nemen voor deze teksten, hoe mooi of waar ze ook zijn.” “Denk je dan niet dat er een afwijking is opgetreden in wat je zei?”
“Ik zie het; dat is wat wij verafgoding noemen. Het geloven in iets anders dan God is verafgoding. Het zal alleen maar leiden tot afdwaling van het pad van God –wat jij je Dharma noemt– en vervallen in het manifesteren van fouten, wat jij Samsara noemt. Afgoden zijn die samengestelde dingen, zelfs sterren en melkwegen
8
“Zeer waarschijnlijk.” “En als mensen kunnen vertroebelen wat je onderwees, hoe konden ze dan voor zichzelf verlossing vinden? Denk je niet dat het
9