VFO-dag
18 september 2014
De belangstelling van leerlingen en hun studiekeuze in het S.O. Jan Van Damme en Bieke De Fraine i.s.m. Ellen Deprez en Maarten Pinxten 1
Overzicht Uitgangspunt Samenhang tussen belangstelling in 1ste en 6de jaar, verschillen tussen jongens en meisjes Samenhang tussen afstudeerrichting en o.a. belangstelling (eerste studie) Invloed van o.a. belangstelling op studiekeuze in 3de en 5de jaar ASO (tweede studie) Implicaties
2
Gegevens: LOSO-project Variabelen (naast SES, geslacht, …): A. Intelligentie 1e lj. GETLOV – • • •
verbale intelligentie numerieke intelligentie ruimtelijk voorstellingsvermogen
C. Prestaties - Nederlands en wiskunde - absolute en relatieve scores
B. Belangstelling 1e en 6e lj: O.I.I. - schalen: 1) Persoonlijk en sociaal dienstbetoon 2) Buitenhuisactiviteiten 3) Techniek 4) Handel 5) Kunst 6) Wetenschappen 7) Literatuur - belangstellingstypes: a. Verbaal type b. Manipulatief type c. Numeriek type
3
Samenhang tussen belangstelling in 1ste en 6de jaar Correlaties tussen belangstelling in eerste en zesde jaar S.O.
4
Verschillen in belangstelling tussen jongens en meisjes Grote verschillen inzake belangstelling tussen jongens en meisjes Wat is de hoogste interesse (voor beroepsdomeinen) in het eerste jaar S.O.?
5
Studierichtingen: recruteringspatroon (Eerste studie) -
Latijn-wiskunde (ASO) Latijn-moderne talen (ASO) Economie-moderne talen (ASO) Menswetenschappen (ASO) Handel (TSO) Electromechanica (TSO)
6
Methoden - beschrijving: gemiddelden per richting - verklaring: multinomiale logistische regressieanalyse ○ leidt tot uitspraken zoals: ○ er wordt vergeleken met een referentiecategorie, i.c.economie-moderne talen
7
Resultaten: A. Geslacht % jongens
1) rekruteringspatroon 18% Menswetenschappen (N= 158) 24,5% Handel (N=184) 28% Latijn-moderne talen (N=152) 30% Economie-moderne talen (N=355) 48,7% Latijn-wiskunde (N=263) 95,5% Electromechanica (N=67)
B. SES (gemidd.) 6,2 Latijn-wiskunde 5,5 Latijn-moderne talen 4,8 Menswetenschappen 4,6 Economie-moderne talen 4,0 Electromechanica 3,9 Handel
C. Algemene begaafdheid bijna gelijke hiërarchie als bij SES
8
Resultaten:
1) rekruteringspatroon
D. Specifieke begaafdheid (absoluut) Verbaal
Spatiaal
Lat.-wisk. Lat.-mod.t. Econ.-mod.t. Menswet. Handel Electrom.
Lat.-wisk. Lat.-mod.t. Electrom. Econ.-mod.t. Menswet. Handel
(grote verschillen)
(kleine verschillen) 9
Resultaten:
1) rekruteringspatroon
E. Specifieke begaafdheid (ipsatief) Studierichting Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen Economie-moderne talen Menswetenschappen Elektromechanica Handel
n
Num-ips
Verb-ips
Spat-ips
259 150 353 157 65 180
4,40 0,02 -0,24 0,69 2,62 -0,56
1,87 4,89 2,23 1,19 -5,75 0,38
-6,27 -4,91 -2,00 -1,88 3,13 0,18
10
Resultaten:
1) rekruteringspatroon
F. Toetsprestaties wiskunde & Nederlands -
absolute scores: bekende hiërarchie b.v. ook voor Nederlands: lat.-wisk. > lat.-mod.talen relatieve scores (wiskunde-Nederlands) in 6e leerjaar: Latijn-mod.t. : -0,8 Latijn-wisk. : -0,4 Menswetensch. : -0,3 Econ.-mod.t. : -0,1 Handel : 0,3 Electrom. : 0,7 11
Resultaten:
1) rekruteringspatroon
G. Belangstelling -
De gemiddelde belangstellingsscores van alle leerlingen in de zes studierichtingen
12
Resultaten: -
1) rekruteringspatroon
De vergelijking van de gemiddelde belangstellingsscores van de leerlingen in de verschillende studierichtingen in het eerste middelbaar
13
Resultaten: -
1) rekruteringspatroon
De vergelijking van de gemiddelde belangstellingsscores van de leerlingen in de verschillende studierichtingen in het zesde middelbaar
14
Resultaten: -
1) rekruteringspatroon
De gemiddelde belangstellingsscores van de leerlingen in elektromechanica
15
Resultaten: -
1) rekruteringspatroon
De gemiddelde belangstellingsscores van de leerlingen in economie-moderne talen
16
Resultaten: -
1) rekruteringspatroon
De gemiddelde belangstellingsscores van de leerlingen in handel
17
Resultaten: -
1) rekruteringspatroon
De gemiddelde belangstellingsscores van de leerlingen in menswetenschappen
18
Resultaten: -
1) rekruteringspatroon
De gemiddelde belangstellingsscores van de leerlingen in Latijn-moderne talen
19
Resultaten: -
1) rekruteringspatroon
De gemiddelde belangstellingsscores van de leerlingen in Latijn-wiskunde
20
Besluit - Wie kijkt naar individuele leerlingen ziet duidelijke aanwijzingen dat ons huidig S.O. erin slaagt leerlingen richtingen te laten kiezen die aansluiten bij hun talenten en belangstelling - Dit gaat en hangt samen met de invloed van SES en vooral van geslacht
21
Studiekeuze in secundair onderwijs (Tweede studie) • Steeds verdere specialisatie => Aantal mogelijke studiekeuzes is groter in hogere jaren
• Twee belangrijke collectieve keuze-momenten - overgang 1e - 2e graad - overgang 2e – 3e graad 22
Data ► Studiekeuze in Lj3 (N = 2518 / 22 schools) • • • • •
Economie – Moderne Talen (N = 559) Economie – Wiskunde (N = 722) >>> Referentie Klassieke talen / talen (N= 250) Klassieke talen - Wiskunde (N = 565) Mix (N = 423)
► Studiekeuze in Lj5 (N = 2871 / 24 schools) • • • •
Economie – Talen (N = 579) Economie – Wiskunde (N = 405) Klassieke talen / Talen (N = 304) Klassieke talen – Wiskunde/ Wetenschappen (N = 900) >>> Referentie • Mix / Menswetenschappen (N = 684)
23
Data
24
Methode • Multinomiale Multilevel Regressie Afhankelijke variabele = studiekeuze = ongeordende categorieën • Schattingsmethode: MCMC • Software: MLwiN
25
Enkele vaststellingen (1) Meer meisjes dan jongens in ASO, m.n. in richtingen met moderne talen (2) Hoge SES gaat samen met klassieke talen
26
(3) Studiekeuzes in 3de jaar worden vooral bepaald door prestaties op einde van 2de jaar Meer concreet: • Hogere prestaties voor wiskunde en Nederlands: eerder Latijn-wiskunde • Hogere prestaties voor Nederlands gaan niet samen met meer keuzes voor moderne talen
27
- belangstelling minder invloed b.v. belangstelling voor handel leidt nauwelijks tot keuze voor meer economie - wel: indien minder belangstelling voor wetenschappen dan meer keuze voor moderne talen Dus: positieve en negatieve keuzes bestaan naast elkaar
28
(4) Rol van interesses is veel groter in 5de jaar (naast prestaties) Bijvoorbeeld: • bij meer belangstelling voor handel, meer keuze voor economie • bij meer belangstelling voor wetenschappen, meer keuze voor latijn-wiskunde of –wetenschappen • ook dan: meisjes met minder belangstelling voor wetenschappen, kiezen meer moderne talen
29
Beperkingen
Eerste verkenningen van oude gegevens
30
Conclusies • Genuanceerd verhaal • Belangstelling evolueert nog, maar speelt een duidelijke rol, vooral in laatste fase van S.O. • We weten nog veel niet maar mijn voorlopige conclusie is: ‘belangstellingsgebied’ best niet structureel vastleggen in begin van 3de jaar. Referenties Pinxten, M., De Fraine, B., Van Den Noortgate, W., Van Damme, J., Anumendem, D. (2012). Educational choice in secondary school in Flanders: The relative impact of occupational interests on option choice. Educational Research and Evaluation, 18 (6), 541-569. Deprez, E., Van Damme, J., Pinxten, M. (2012). De invloed van de belangstelling en de specifieke begaafdheid op de studiekeuze in het secundair onderwijs. Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid, 3, 236-245 31