DBO 10
Zondag 8 maart 2015 Klaagliederen Inleiding Stel dat je geen vast patroon hebt bij het Bijbellezen. Je gebruikt bijvoorbeeld niet het leesrooster in het blad Visie. Toch wil je een gedeelte uit de Bijbel lezen. Je denkt: Wat zal ik eens gaan lezen? Dan zullen er niet veel mensen spontaan kiezen voor het boek Klaagliederen. Een boek als Klaagliederen maakt veel mensen depressief. Wij zoeken in de Bijbel vooral naar troost. Klaagliederen is daar niet in de eerste plaats voor geschreven. Daarover straks meer. Het betekent allerminst dat er geen troost in dit boekje is te vinden. Wist u dat het lied ‘Groot is Uw trouw’ gebaseerd is op een tekst uit dit boek? Waarom heeft dit boekje een plek gekregen in de Bijbel? Vanavond wil ik u dat graag proberen uit te leggen. Ik wil u ook vertellen waarom je als mens zoveel aan dit boekje kunt hebben. Schrijver en tijd van ontstaan: In de Septuaginta, de oude Griekse vertaling van het Oude Testament, begint dit boek met de volgende introductie: ‘Het gebeurde, nadat Israël in gevangenschap was gevoerd en Jeruzalem verwoest was, dat Jeremia in rouw neerzat en door middel van deze klaagliederen over Jeruzalem weende, en zei ...’ De overlevering vertelt dat dicht bij de heuvel Golgotha in het huidige Jeruzalem een spelonk te vinden is, bekend onder de naam ‘grot van Jeremia’. Dat zou de plaats zou zijn waar Jeremia zijn klaagliederen zong. Jeremia wordt ook wel de wenende profeet genoemd. Ons woord ‘jeremiëren’ is ontleend aan de klaagliederen van Jeremia. Het woord betekent dan ook ‘klagen, jammeren’. Maar in het boek zelf wordt de naam Jeremia niet genoemd. Het kunnen dus ook andere personen zijn geweest die deze kunstige liederen hebben gedicht. Maar waarom Jeremia niet? Jeremia maakte de val van Jeruzalem
211
mee en bleef in het land achter (Jeremia 39:1-‐6). Ook in 2 Kronieken 35:25 is het Jeremia die een klaaglied maakte op de dood van koning Josia. De tijd: We kunnen ons nauwelijks voorstellen hoe groot de ramp en hoe enorm de impact van de val van Jeruzalem in 586 vóór Christus is geweest. Jeruzalem was niet zomaar gevallen. Men had zich tot het uiterste verzet. Er was hongersnood uitgebroken. Die was zo erg dat vrouwen hun eigen kinderen kookten en opaten. Er waren zo veel doden dat ze niet tijdig begraven konden worden. De lijken lagen op straat te verteren. Gruwelijke beelden. Je leest het allemaal in deze gedichten. Israël lag in puin, en Jeruzalem in het bijzonder. De situatie was totaal uitzichtloos. De naam In de joodse canon, de lijst van Bijbelboeken, wordt Klaagliederen Eichah (Hebreeuws: )איכה genoemd. Het betekent ‘hoe’. Andere vertalingen hebben het weergegeven met ‘ach’, ook heel mooi! Het is het eerste woord van dit boek. Veel klaagliederen beginnen met dit woord. Wij kennen die gewoonte van het zingen van klaagliederen nauwelijks. Voor rouw is nog maar weinig plek. Daarom alleen al is het lezen van dit boekje voor de mens van deze tijd nuttig. Prediker zegt: ‘Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen’ (Prediker 3:4). Opzet Het boek Klaagliederen bevat vijf verschillende gedichten, maar het is eigenlijk één ‘lied’. Dit boekje vertolkt het immense verdriet van Israël. Het is ‘één klaaglied’, bestaande uit vijf delen.
212
Het is een kunstig boek. Daarom denk ik niet dat Jeremia in een grot is gaan zitten en die liederen in één dag heeft opgeschreven. Er is heel goed over nagedacht. Maar dat zie je niet meteen, zeker niet in de vertaling. Wat je alleen in het Hebreeuws kunt zien, is dat er een bepaald ritme in zit, met een bepaalde lengte van de regels en typische accenten. Het is een ritme dat in die tijd meteen herkend werd als het ritme dat hoort bij een klaaglied, als iemand overleden is. De eerste vier liederen zijn zogenaamde ‘alfabetische’ liederen. Dat wil zeggen dat de verzen beginnen met de opeenvolgende 22 letters van het Hebreeuwse alfabet. De nood wordt helemaal uitgezongen, van het begin tot het einde. Het eerste, tweede en vierde lied hebben daarom elk 22 verzen. Het derde lied telt er 66, omdat daarin telkens drie regels beginnen met dezelfde letter van het alfabet. Het vijfde en laatste lied is niet alfabetisch, maar telt wel 22 verzen. Heeft de dichter zijn concept laten vallen? Had hij geen inspiratie meer? Of deed hij dit met opzet? Was het een soort boodschap? Bedoelt hij dat dit een gebed zonder eind is? Het is nooit af, het gebed komt nooit uit bij de laatste letter van het alfabet, zolang het onverhoord blijft. Is het een open einde als een aansporing om te blijven bidden om herstel van Israël en Jeruzalem? De vorm van het alfabet werd trouwens ook in Israël gekozen, simpelweg om deze liederen goed te kunnen onthouden. De klaagliederen werden namelijk eeuwenlang gezongen. Thuis en in de synagoge. Ze worden ook nu nog steeds gezongen. Ze worden door de Joden gebruikt, als ze bij de ‘Klaagmuur’ van Jeruzalem hun jammerklachten uitstorten. Joodse patriotten zingen dit klaaglied elke vrijdag in Jeruzalem. Bovendien wordt in elke synagoge op de jaarlijkse vastendag (9 augustus) het boek Klaagliederen voorgelezen. Van Aleph tot Thau, van A tot Z zouden wij zeggen, wordt het lijden in Klaagliederen bezongen. Deze alfabetische vorm vind je trouwens ook terug op andere plaatsen in het Oude Testament. Misschien kent u het wel uit de psalmen. De bekendste psalm in alfabetische vorm is Psalm 119. Deze psalm bestaat uit 22 stukken van acht verzen en elk gedeelte begint dan telkens met een van
213
de letters van het alfabet. Zo probeert de dichter in alle opzichten de heerlijkheid en schoonheid van Gods wet te bezingen. Inhoud Zoals gezegd: het boek Klaagliederen is een verzameling van vijf liederen, waarin de dichter klaagt en treurt over de verwoesting van Jeruzalem. Het is de beschrijving van een ramp, waarvan niemand had geloofd dat deze zich ooit zou kunnen voltrekken. Voor een Jood staat deze ramp bijna gelijk aan de ondergang van de wereld. Een catastrofe. De vijf klaagzangen geven een verschrikkelijk beeld van de ellende die de val van Jeruzalem met zich meebracht. Jeruzalem wordt in Klaagliederen trouwens Sion genoemd. Er klinken hartverscheurende klachten. De verwoesting van Jeruzalem is vreselijk. Je krijgt bij sommige verzen sterk het idee dat ze geschreven zijn door iemand die bij de verwoesting aanwezig was. De schrijver laat zien hoe erg de verwoesting van Jeruzalem was, maar zegt ook dat de ellende een straf van God is voor de zonden van het volk. God had volgens hem alle reden om de stad in handen van de Babyloniërs te laten vallen. Daaruit volgt de conclusie dat er vooral over één ding echt moet worden geklaagd: de zonde (Klaagliederen 3:39). De dichter roept de lezers op hun leven te veranderen, zich te bekeren en weer op Gods liefde te gaan vertrouwen. Er is hoop op een betere toekomst.
214
Slot: Klaagliederen is niet zomaar een boek. Klaagliederen is een Bijbelboek. Een deel van Góds boek. Gods Woord voor u en jou en mij vandaag. Dit Bijbelboek kan mensen helpen om te gaan met lijden en verdriet. Het laat zien dat je gevoelens van verdriet en ellende niet hoeft weg te stoppen, maar dat je ze mag uiten. Het maakt duidelijk dat God betrokken is bij het lijden. Dat geeft hoop en perspectief. De situatie was totaal uitzichtloos. De mensen wisten dat ze niet hoefden te rekenen op enige vorm van mededogen van hun belagers. Toch heeft de profeet Jeremia de geestelijke draagkracht om, door de vreselijke omstandigheden heen, Gods trouw en barmhartigheden te blijven zien. Hij ontkent het lijden niet. Hij schrijft over zichzelf: ‘Ik ben de man, die te lijden heeft’ (Klaagliederen 3:1). Hij heeft groot verdriet. Het zijn allerminst goedkope tranen. Maar let op wat hij zegt tegen de mensen die dat verdriet ook kennen: ‘Wat klaagt een mens zolang hij nog leeft? Laat hij klagen over zijn zonden! Laten we ons leven onderzoeken en doorvorsen, laten we terugkeren naar de HERE’ (Klaagliederen 3:39,40). Hoeveel reden hij ook tot klagen heeft, hij geeft de moed niet op. In Klaagliederen 3:21-‐24 staat: ‘Hieraan houd ik vast: Genadig is de HEER: wij zijn nog in leven! Zijn ontferming kent geen grenzen. Elke morgen schenkt hij nieuwe weldaden. – Veelvuldig blijkt uw trouw! Ik besef: mijn enig bezit is de HEER, al mijn hoop is op hem gevestigd.’ Er kan leed zijn door eigen schuld of buiten eigen schuld om. Er kan verdriet zijn, omdat Gods weg voor Zijn volk zo vaak geen kalme reis is, ja zelfs een lijdensweg kan zijn. Maar Gods gunstbewijzen nemen geen einde: elke morgen zijn ze gloednieuw. Door alle ellende heen klinkt ook in het boek Klaagliederen het evangelie van hoop en redding.
215